Gemeente Delft Integraal Huisvestingsplan Basisonderwijs, Speciaal Basisonderwijs en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs 2014-2024
17 december 2014
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 1
2
3
4
4
Inleiding...................................................................................................................... 7 1.1
Doelstelling ..................................................................................................... 7
1.2
Werkwijze ....................................................................................................... 8
1.3
Uitgangspunten ............................................................................................... 8
1.4
Afbakening ...................................................................................................... 9
1.5
Leeswijzer ....................................................................................................... 9
Visie ......................................................................................................................... 10 2.1
Op de Stad .................................................................................................... 10
2.2
Op Samenwerking .......................................................................................... 10
2.3
Op Onderwijs................................................................................................. 11
2.4
Op Passend Onderwijs .................................................................................... 12
2.5
Op Onderwijshuisvesting ................................................................................. 13
Onderwijsaanbod voor het BO, SBO en (V)SO in Delft ..................................................... 15 3.1
Scholen ........................................................................................................ 15
3.2
Schoolbesturen .............................................................................................. 16
3.3
Leerlingenstromen ......................................................................................... 17
3.4
Leerlingstromen op Wijkniveau ........................................................................ 18
Beleidsontwikkelingen en Beleidswensen ....................................................................... 21 4.1
Passend Onderwijs ......................................................................................... 21
4.2
Doordecentralisatie Buitenkant Onderhoud en Aanpassing ................................... 23
4.3
Integrale Kindcentra ....................................................................................... 24
4.4
Vraag en Aanbod Gymzalen ............................................................................. 25
4.5
Regels voor Verhuur ....................................................................................... 25
5
6
7
Planontwikkeling Basisonderwijs ................................................................................... 26 5.1
Uitgangspunten ............................................................................................. 26
5.2
Leerlingenprognose ........................................................................................ 27
5.3
Binnenstad (wijk 1) ........................................................................................ 28
5.4
Vrijenban (wijk 2) .......................................................................................... 30
5.5
Hof van Delft (wijk 3) ..................................................................................... 32
5.6
Voordijkshoorn (wijk 4) .................................................................................. 34
5.7
Tanthof-West (wijk 5), Tanthof Oost en Abtswoude (wijk 6) ................................ 36
5.8
Voorhof en Schieweg (wijk 7 en 9) ................................................................... 38
5.9
Buitenhof (wijk 8) .......................................................................................... 40
5.10
Wippolder en Ruiven (wijk 10) ......................................................................... 42
5.11
Planontwikkeling in het kader van Passend onderwijs ......................................... 42
5.12
Samenvatting Planontwikkeling Basisonderwijs .................................................. 44
Planontwikkeling SBO en (V)SO ................................................................................... 47 6.1
Speciaal Basisonderwijs .................................................................................. 47
6.2
(Voortgezet) Speciaal Onderwijs ...................................................................... 48
Analyse lokalen bewegingsonderwijs ............................................................................. 51 7.1
Uitgangspunten ............................................................................................. 51
7.2
Bestuursakkoord OCW en PO-raad bewegingsonderwijs ...................................... 51
7.3
Capaciteitsbeoordeling .................................................................................... 52
8
Integrale Kindcentra ................................................................................................... 54
9
Doordecentralisatie Buitenkant onderhoud en aanpassing................................................ 54
10
Regels voor verhuur ................................................................................................... 55
Bijlage I – Intentieverklaring voorhof ................................................................................... 56 Bijlage II – Herziening IHP Investeringen .............................................................................. 60
5
6
1 INLEIDING “Delft staat voor goed onderwijs in alle stromingen, ook openbaar. Dit geldt voor zowel het Primair als het Voortgezet Onderwijs. De gemeente schept voorwaarden voor goed onderwijs, bijvoorbeeld door de zorg voor schoolgebouwen met een gezond binnenklimaat.” Bovenstaand citaat is afkomstig uit het coalitieakkoord 2014-2018 ‘Delft verdient het!’. De gemeente vindt dat goed onderwijs onlosmakelijk verbonden is met de kwaliteit van de onderwijshuisvesting. Om de gewenste kwaliteit van onderwijshuisvesting te realiseren maakt de gemeente Integrale Huisvestingsplannen (hierna: IHP’s). Een IHP verwoordt hoe de gemeente en de schoolbesturen gericht huisvestingsbeleid voeren, strategische keuzes maken en plannen integraal afwegen. Dit resulteert in meerjarige afspraken over investeringen in de onderwijshuisvesting. Dit IHP omschrijft de beleidsambities voor het Basisonderwijs (hierna: BO), Speciaal Basisonderwijs (hierna: SBO) en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs (hierna: (V)SO). De gemeente heeft voor het Voortgezet Onderwijs (hierna: VO) al in 2012 een IHP vastgesteld. De directe aanleiding voor het maken van dit IHP (IHP-BO/SBO/(V)SO), is de verschillende bevolkingsontwikkeling in de wijken van Delft. In sommige wijken krimpt de bevolking terwijl deze in andere wijken groeit. Het verschil in bevolkingsontwikkeling leidt tot leegstand bij scholen enerzijds en uitbreidingsbehoefte bij scholen anderzijds. Er is zowel nieuwbouw, renovatie, afstoten dan wel herschikking van (delen) van gebouwen nodig om de komende jaren te komen tot een gewenst niveau van huisvestingsvoorzieningen voor onderwijs in de stad. Dit heeft geleid tot een aantal afspraken welke in dit IHP zijn samengevoegd, onderbouwd en in een kader geplaatst, waaronder de afspraken over Voorhof (zie par 1.3 en Bijlage I). Daarnaast anticiperen de gemeente en schoolbesturen op een aantal beleidsontwikkelingen op het gebied van onderwijs en onderwijshuisvesting. En geven de gemeente en schoolbesturen invulling aan enkele beleidswensen. Deze ambities overstijgen de wettelijke verplichtingen zoals geformuleerd in de ‘Voorzieningen huisvesting onderwijs’ (hierna: verordening onderwijshuisvesting). 1.1
Doelstelling
Met dit IHP formuleren de gemeente en de schoolbesturen gezamenlijk een integrale visie op onderwijshuisvesting. Deze visie vormt de basis voor beleidsmatige keuzes en voor een huisvestingsplan met concrete plannen voor verdere uitvoering in de periode 2015-2024. In de toekomst staan ingrepen in de onderwijshuisvesting niet langer op zich zelf, maar passen ze in een breder perspectief voor de stad. De gemeente en schoolbesturen willen zorgen dat de onderwijshuisvesting aansluit op de wensen en eisen die aan het hedendaagse BO, SBO en (V)SO worden gesteld. De doelstellingen van dit IHP zijn om: -
De ruimtebehoefte (prognose) en het huidige aanbod (capaciteit) voor onderwijs- en gymnastiekvoorzieningen te analyseren.
-
Inzicht te verschaffen in de onderwijskundige (kwalitatieve) behoefte van het BO, SBO, en (V)SO.
-
Te anticiperen op (beleids-)ontwikkelingen in het BO, SBO en (V)SO.
-
Bij te dragen aan de realisatie van beleidswensen op het gebied van onderwijs en onderwijshuisvesting.
-
Een visie te geven op de (toekomstige) inrichting van het BO, SBO en (V)SO in Delft.
-
Het bovenstaande uit te werken in een concreet plan zodat de onderwijshuisvesting vanuit een integrale visie kan worden uitgevoerd.
Dit IHP is in samenwerking tussen gemeente en schoolbesturen opgesteld; gemeente én schoolbesturen herkennen zich in het IHP en conformeren zich aan het IHP. Een aantal ontwikkelingen is nog niet uitgekristalliseerd. Een voorbeeld hiervan is het Passend Onderwijs, waar voortschrijdend inzicht kan leiden tot een andere inrichting van het onderwijs dan nu voorzien. Het IHP wort daarom elke vijf jaar aan de hand van actuele ontwikkelingen en trends, voortschrijdend inzicht en nieuwe prognoses, bijgesteld. Op die manier blijft het IHP een dynamisch en actueel plan.
7
1.2
Werkwijze
Dit IHP is de uitkomst van overleg en samenwerking tussen de gemeente, de schoolbesturen voor het BO, SBO en (V)SO en de samenwerkingsverbanden van Passend Onderwijs. Als regiegemeente wil de gemeente bij beleidsvorming samenwerken met bewoners, bedrijven, instellingen en andere overheden. Leerlingenprognoses en gebouwgegevens zijn aangeleverd door de gemeente en getoetst door de schoolbesturen. In bilaterale gesprekken met de schoolbesturen is het IHP-traject besproken, zijn beleidsontwikkelingen en beleidswensen doorgenomen en de visies en ambities van de individuele schoolbesturen in beeld gebracht. In plenaire bijeenkomsten met de schoolbesturen en gemeente is deze informatie in een open en kritische sfeer besproken. Parallel aan de plenaire bijeenkomsten is het IHP ontwikkeld en in rapportvorm uitgeschreven. Zodoende is gaandeweg draagvlak gecreëerd voor de inhoud van het IHP. Het resultaat is een gezamenlijk gedragen strategisch beleidsdocument voor onderwijshuisvesting in Delft. Het IHP heeft een concreet uitvoeringsprogramma voor de korte termijn en vormt de basis voor effectief en efficiënt beleid op de lange termijn. 1.3
Uitgangspunten
Voor het IHP gelden de volgende beleidsuitgangspunten: -
Verwijsafstand: De afstand voor verwijzing van een school voor het voorzien in huisvesting (richting buiten beschouwing) is hemelsbreed maximaal 2.000 meter (conform verordening onderwijshuisvesting) en is bereikbaar via veilige routes.
-
Levensvatbare scholen: Een gezonde en levensvatbare school telt structureel tenminste 200 leerlingen. Een Basis Registratie Instellingen-nummer (BRIN) is gekoppeld aan één enkele, volwaardige locatie; dislocaties zijn financieel gezien minder wenselijk.
-
Leegstand: De gemeente en schoolbesturen streven naar een totale leegstand van maximaal 5 % van het beschikbare oppervlakte aan onderwijshuisvesting. Deze frictieleegstand is voldoende om fluctuaties in het aantal leerlingen op te kunnen vangen. De leegstand binnen het Delftse scholenbestand (BO/SBO/(V)SO) in 2014 bedraagt 21%. Deze zal de komende jaren dalen naar een niveau van 16% in 2024, waarna een stabilisatie optreedt. Het tijdelijk invullen van leegstand met maatschappelijke functies is mogelijk indien daar kostendekkende huur tegenover staat. Bij groei van scholen dienen deze ruimten in beginsel echter weer beschikbaar te zijn voor onderwijsdoeleinden.
8
-
Spreidingsplan en Investeringen: Het huidige bestand van schoolgebouwen is het uitgangspunt voor het opstellen van een spreidingsplan. Er wordt in principe alleen geïnvesteerd in uitbreiding of nieuwbouw als oplossingen met gebruikmaking van het huidige scholenbestand op geen enkele manier mogelijk zijn.
-
Kwaliteit: De gemeente streeft naar en stimuleert frisse scholen kwaliteit B. Dit streven is inmiddels goeddeels gerealiseerd. Er worden geen nieuwe gebouwen gerealiseerd als dit niet noodzakelijk is.
-
Gymnastiekzalen: De doelmatige inzet van gymnastiekzalen is het uitgangspunt voor het bepalen van een verantwoorde spreiding. De wettelijke norm is hierbij leidend. Dit kan leiden tot reductie van het huidige aantal gymnastiekzalen.
-
Maatschappelijk medegebruik: De schoolgebouwen kunnen ingezet worden voor maatschappelijk medegebruik. Indien hiervoor aanpassingen noodzakelijk zijn in bestaande gebouwen, is de gemeente bereid hier onder voorwaarden aan bij te dragen.
-
Lokalen of BVO: Capaciteit kan op twee manieren worden uitgedrukt, in het aantal lokalen of op basis van de bruto vloer oppervlakte (BVO). Tegenwoordig gaat de modelverordening onderwijshuisvesting van de VNG uit van een normering van schoolgebouwen op basis van BVO’s. De verordening onderwijshuisvesting van de gemeente Delft gaat ook uit van BVO’s. In dit rapport wordt bij het beschrijven analyseren van de ruimtebehoefte daarom gebruik gemaakt van een berekening op basis van BVO’s.
-
Bruto of netto capaciteit: Bij het beoordelen van de capaciteit kan een onderscheid worden aangebracht in bruto en netto capaciteit.
o
Bruto capaciteit: is het aantal lokalen of BVO van een schoolgebouw, minus het aantal lokalen of BVO dat in overleg buiten het onderwijsgebruik is geplaatst.
o
Netto capaciteit: is de bruto capaciteit minus overige lokalen of BVO dat door de schoolbesturen beschikbaar is gesteld voor kinderopvang of andere maatschappelijke doeleinden (zonder dat deze in overleg buiten het onderwijsgebruik is geplaatst).
Dit IHP hanteert bruto capaciteit in BVO. Daarbij wordt aangegeven wat de verhuur bedraagt in aantal lokalen. -
-
Passend Onderwijs: Door de doordecentralisatie van het onderhoud (en aanpassing) naar de schoolbesturen vanaf 1 januari 2015 wordt functionaliteit grotendeels school-bestuurlijke opgave. Over de bekostiging van de huisvesting van het Passend Onderwijs is nog veel onduidelijk. De gemeente is bereid waar nodig een rol te spelen in het passend maken van de onderwijshuisvesting voor kinderen met een zorgbehoefte. Dit geldt voor de volgende voorzieningen: o
Ingrijpende aanpassingen aan het gebouw.
o
Uitbreiding van ruimte in bestaande schoolgebouwen (extra m2).
o
Nieuwbouwscholen passend maken voor Passend Onderwijs.
Intentieovereenkomst Voorhof: Ten behoeve van een strategische verhuizing van scholen voor het BO in de wijk Voorhof hebben de gemeente en de schoolbesturen op 19 september 2013 een intentieverklaring vastgelegd. Er zijn afspraken gemaakt over de planning, de communicatie en de kosten van deze ingrepen. De intentieovereenkomst legt de volgende vast over de opgave en de planning (voor een volledig overzicht zie Bijlage I): o
Nieuwbouw van een basisschool aan de Poptahof-Noord. De Omnibus (Librijn), Jac. P. Thijsse (Librijn) en de Horizon (SCO) verhuizen naar deze nieuwbouw.
o
Verhuizing van de Mgr. Bekkers (Laurentius) naar het voormalige gebouw van de Jac. P. Thijsse (Librijn).
1.4
Afbakening
In dit IHP is ook het VSO betrokken. Dit biedt de mogelijkheid om de noodzakelijke aanpassingen in de onderwijshuisvesting voor leerlingen met een zorgbehoefte gezamenlijk af te stemmen. Voor de huisvestingsgevolgen van de invoering van Passend Onderwijs voor het VSO, is het samenwerkingsverband-VO geconsulteerd. 1.5
Leeswijzer
Dit IHP is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 omschrijft de visie op onderwijs, onderwijshuisvesting en passend onderwijs. Hoofdstuk 3 bespreekt het onderwijsaanbod voor BO, SBO en (V)SO van Delft in algemene zin. Hoofdstuk 4 gaat in op beleidswensen en beleidsontwikkelingen waaraan de gemeente en schoolbesturen in dit IHP invulling aan willen geven. Hoofdstuk 5 beschrijft per wijk hoe voor het Basisonderwijs ruimtetekorten worden opgelost en ruimteoverschotten worden verminderd. Het hoofdstuk doet ook voorstellen voor nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen. Hoofdstuk 6 beschrijft de voorlopige afspraken tussen de gemeente, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden over investeringen schoolgebouwen voor SBO en (V)SO. Hoofdstuk 7 analyseert per wijk de vraag en het aanbod van gymnastiekvoorzieningen voor het Basisonderwijs. Op basis van deze analyse wordt voorgesteld een aantal gymzalen af te stoten. Hoofdstuk 8, 9 en 10 gaan respectievelijk in op de gemaakte afspraken ten aanzien van: Integrale Kindcentra, doordecentralisatie buitenkant onderhoud en regels voor verhuur.
9
2 VISIE Goed onderwijs is van groot belang voor de samenleving. Onderwijs leidt leerlingen op voor, en rust en hen toe op een zelfstandige en zinvolle maatschappelijke en economische participatie. De scholen en de gemeente hebben hun visies op onderwijs op hoofdlijnen vastgelegd. Het is een stip op de horizon waarnaar wordt gekoerst. Deze visie is constant in beweging. In Delft krijgen tussentijdse ontwikkelingen in het onderwijs een plaats binnen de visie. Door het actualiseren en bijstellen van de visie wordt geanticipeerd op deze ontwikkelingen. Dit hoofdstuk bespreekt de onderwijsvisie en een aantal visies welke van belang zijn voor de onderwijshuisvesting. De gemeente heeft een strategische visie op de stad en op onderwijs. Daarnaast heeft de gemeente een algemene visie op samenwerking. Ten slotte hebben de gemeente en de samenwerkingsverbanden een inhoudelijke lange termijnvisie ontwikkeld op Passend Onderwijs. De visie op onderwijs past binnen de visies van de gemeente op de stad en op samenwerking. De visie op onderwijshuisvesting en Passend Onderwijs moeten bijdragen aan het versterken van het onderwijs, de samenwerking en de stad. 2.1
Op de Stad
Delft is een stad van kansen voor iedereen, waar iedereen kan en mag meedoen1. Daarbij moet gebruik gemaakt kunnen worden van voldoende en aantrekkelijke voorzieningen. Delft is daarbij een stad met twee gezichten; aan de ene kant een historische stad, een stad met een wereldberoemde universiteit en een stad met internationaal gewaardeerde kennisinstituten. Aan de andere kant is Delft een stad met een oververtegenwoordiging van sociale woningbouw en lage inkomensgroepen waarvoor onvoldoende werkgelegenheid is. Een stad die in een transformatie zit van een economie met een focus op industrie en uitvoering naar een Kennisstad waar creativiteit, kennisverwerving en verspreiding (valorisatie) centraal staat. Delft Kennisstad is nog niet voor iedereen in de stad toegankelijk maar moet dit wel worden. Het is de kunst om de toegankelijkheid te vergroten door het inzetten van kennis, innovatiekracht, en voorzieningen en middelen om voldoende kansen te creëren voor alle jongeren. Het onderwijs speelt daarbij de belangrijkste rol, omdat de school het formele en informele netwerk vormt van waaruit de jongere opereert (of zou moeten opereren). 2.2
Op Samenwerking
De samenleving verandert van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. De gemeente kiest expliciet voor de rol van regisseur in de participatiesamenleving2: van zorgen voor naar zorgen dat. Dit houdt in dat de gemeente minder bij de uitvoering van activiteiten betrokken is. De gemeente laat deze taken over aan de partners in de stad. Het omgaan met deze partners vraagt een professionele rol als opdrachtgever. Communicatie is daarbij gericht op draagvlak en vertrouwen3. In deze nieuwe verhoudingen worden gezamenlijk afspraken gemaakt en doelen vastgelegd. Ten aanzien van het onderwijsbeleid krijgen schoolbesturen meer verantwoordelijkheden. Hierbij gelden een aantal uitgangspunten4. Deze uitgangspunten bepalen ook de werkwijze om te komen tot dit IHP (zie par. 1.2):
1 2 3 4
10
Uit ‘Samen doen we het zelf, Beleidskader Jeugd Delft 2012-2015’ Sociale Visie Delft 2014-2018 Coalitieakkoord 2014-2018 Gezamenlijke uitvoeringsagenda onderwijs 2013-2015
-
De gemeente en de schoolbesturen werken op basis van wederzijds vertrouwen.
-
De gemeente formuleert samen met de schoolbesturen bondige plannen.
-
De gemeente maakt geen onderscheid tussen kleine en grote schoolbesturen.
-
De gemeente houdt oog voor het gewenste netwerk. Schoolbesturen zoeken bij uitvoering in eerste instantie zelf de benodigde partners. De gemeente heeft wel de mogelijkheid om schoolbesturen te wijzen op nieuwe/andere partners.
2.3
Op Onderwijs
Ieder kind heeft recht op een goede opvoeding en een goed opgroeiklimaat. Hierbij ligt de focus van de gemeente op de wijk als het domein van het jonge kind. Hier gaan kinderen naar school, naar de kinderopvang en hier brengen zij het grootste gedeelte van hun tijd door. Voor alle kinderen moeten voldoende kansen worden gecreëerd. Specifieke aandacht gaat daarbij uit naar kinderen die dit het meest nodig hebben. Zo zijn er voor kinderen met specifieke problemen extra activiteiten, ondersteuning of zorg beschikbaar5. Om deze visie te realiseren voeren gemeente en schoolbesturen beleid op vijf thema’s6 7. Voor de invulling van deze vijf thema’s zijn bestuurlijke afspraken gemaakt tussen de gemeente en de schoolbesturen8. Hieronder worden de thema’s en de bestuurlijke afspraken toegelicht. Kind in de wijk – het creëren van een samenhangende structuur van voorzieningen Voor de brede ontwikkeling van kinderen is een samenhangende structuur van voorzieningen voor kinderen nodig. De voorzieningen moeten een doorlopend aanbod van opvang, onderwijs, opvoeding en ontspanning bieden. Dit zijn de voorzieningen waarmee kinderen van 0-12 jaar zich optimaal kunnen ontplooien. Het is van belang dat deze talentontwikkeling zo dicht mogelijk bij de vertrouwde leefwereld plaats vindt. De gemeente en betrokken instellingen werken samen aan het versterken van netwerken rond de basisschool die talentontwikkeling ondersteunen. Ingezet wordt op het verbinden van de formele leefwereld (onderwijs) en informele leefwereld (sport, cultuur, sociale netwerken) van kinderen. Bij de ontwikkeling van deze netwerken ligt de primaire focus op de aandachtswijken. Zorg voor leerlingen – het ondersteunen van leerlingen die dat nodig hebben Leerproblematiek hangt vaak samen met andere problematiek. De professionals die kinderen ondersteunen moeten wederzijds op de hoogte zijn van de ontwikkeling van het kind. Daarvoor dient het onderwijs goed afgestemd te zijn op de gemeentelijke jeugdzorg. Door de invoering van de nieuwe Jeugdwet en Passend Onderwijs per 1 januari 2015 is deze afstemming urgenter dan voorheen. Onder de noemer ‘Innovatie op het Sociale Domein’ organiseert de gemeente samen met de betrokken instellingen de ondersteuning van burgers, en dus ook van kinderen, daarom fundamenteel anders9. De uitgangspunten zijn: -
Toegang tot ondersteuning stroomlijnen, één loket;
-
gezamenlijke, integrale diagnose;
-
vraaggericht werken;
-
wederkerigheid en tegenprestatie;
-
organiseren en inzetten van het sociaal netwerk;
-
ontschotten van budget en beleid;
-
systeemaanpak hanteren bij meervoudige problemen: één gezin, één plan, één budget, één verantwoordelijke.
5
Kadernota Jeugd ‘Samen doen we het zelf’ 2012-2015 Kadernota Jeugd ‘Samen doen we het zelf’ 2012-2015 Gezamenlijke uitvoeringsagenda onderwijs 2013-2015 Gezamenlijke uitvoeringsagenda onderwijs 2013-2015
6 7 8
11
Bestrijden onderwijsachterstanden – het verminderen van onderwijsachterstanden De gemeente, schoolbesturen en kinderopvang voeren gericht beleid om onderwijsachterstanden te verminderen. Bij het Delftse onderwijsachterstandenbeleid10 ligt de focus op de ontwikkeling van taal- en rekenvaardigheden. Peuters en kleuters kunnen deelnemen aan een programma voor Voor- en Vroegschoolse Educatie. Ook voor oudere kinderen in het Primair Onderwijs faciliteert het onderwijsachterstanden-beleid middelen. Voortijdig schoolverlaten – het streven naar een startkwalificatie voor ieder kind Voortijdig schoolverlaten is het niet halen van een startkwalificatie (HAVO, VWO of Niveau 2 MBO). De startkwalificatie wordt gezien als het minimale niveau dat een kind nodig heeft om voldoende toegerust de arbeidsmarkt te betreden en om zich gedurende de beroepsloopbaan verder te kunnen ontwikkelen. Beroepsoriëntatie en het ontdekken van talenten begint al in het BO, SBO en SO. Om voortijdig schoolverlaten te voorkomen zetten de gemeente en de schoolbesturen in op: een goede loopbaan/beroepenoriëntatie, een ‘warme overdracht’ tussen het BO, SBO, SO en VO, (V)SO, een goede analyse van de doelgroep en een goed vangnet voor de uitvallers. Techniekketen – het realiseren vaan een doorlopende technieklijn Interesse voor techniek kan al op jonge leeftijd bij kinderen gestimuleerd worden. De gemeente betrekt de schoolbesturen daarom bij de verdere ontwikkeling van Delft als kennis- en techniekstad (zie par 4.1). De ambitie van de gemeente en de schoolbesturen is om de doorlopende leerlijn techniek van Primair Onderwijs tot Wetenschappelijk Onderwijs te versterken. 2.4
Op Passend Onderwijs
De gemeente en de samenwerkingsverbanden voor Passend Onderwijs PO, PO-reformatorisch en VO werken (wettelijk) samen om Passend Onderwijs op het gemeentelijk domein aan te sluiten. Daarvoor is een OOGO Passend Onderwijs opgericht en is een visie op het Passend Onderwijs opgesteld en uitgewerkt in een ondersteuningsplan. Visie Passend Onderwijs - Primair Onderwijs (BO, SBO, SO) Het samenwerkingsverband wil het belang van het kind centraal stellen en een cultuur van nabijheid, betrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid creëren. Dit betekent dat alle kinderen, ongeacht achtergrond en zorgbehoefte zo veel mogelijk in de eigen wijk naar school gaan. Het samenwerkingsverband wil een volledig aanbod van onderwijs- en zorgvoorzieningen realiseren. Visie Passend Onderwijs - Voortgezet Onderwijs (VO, VSO) Het samenwerkingsverband wil uitgaan van de talenten en de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerlingen. Daarbij wordt actief gezocht naar een zo passend mogelijk onderwijsaanbod voor de leerling. Er kan gebruik worden gemaakt van aanvullende ondersteuning vanuit een bovenschools expertiseteam, een bovenschoolse onderwijsvoorziening of het speciaal onderwijs. Het streven is om leerlingen met een meer specifieke onderwijsbehoefte te verdelen tussen de scholen voor Voortgezet Onderwijs in Delft. In Delft is sprake van een positieve verevening. De samenwerkingsverbanden gaan er door de vereveningsgelden in de periode 2015-2019 financieel op vooruit. Dit betekent dat het huidige voorzieningenniveau van SBO, SO en VSO in principe kan worden gehandhaafd.
10
12
Rapport Evaluatie Onderwijsachterstandenbeleid Delft
2.5
Op Onderwijshuisvesting
Schone, hele en veilige schoolgebouwen Iedere (Delftse) leerling verdient een schoolgebouw dat schoon, heel en veilig is. Leegstand van (delen van) gebouwen moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Samenwerking met andere (al dan niet onderwijspartijen) is goed mogelijk tijdens en/of buiten schooltijden, mits dit goed geregeld is en past bij de aard van het onderwijs. Doelmatige schoolgebouwen De schoolgebouwen moeten aansluiten op de visie op onderwijs. Evenals de visie zelf anticipeert de huisvesting ook op ontwikkelingen op het gebied van onderwijs. Duurzame schoolgebouwen De gemeente Delft hecht belang aan kwalitatief goede, frisse en energiearme scholen. Het verduurzamen van bestaande schoolgebouwen en het zo energiezuinig mogelijk bouwen van nieuwe schoolgebouwen draagt bij aan het behalen van de Delftse Klimaatdoelstellingen. Duurzaamheid, goede binnenluchtkwaliteit en energiezuinigheid zijn belangrijke aspecten. Het is mogelijk voor schoolbesturen om goedkoop geld te lenen voor duurzaamheidsmaatregelen bij het Energiebesparingsfonds. Tot slot zijn er een aantal beleidswensen voor onderwijshuisvesting die de gemeente en de schoolbesturen graag gerealiseerd zou willen zien (zie H4).
13
14
3 ONDERWIJSAANBOD VOOR HET BO, SBO EN (V)SO IN DELFT De gemeente biedt haar jeugd een goed opgroeiklimaat. In de leeftijd tot 12 jaar wordt een belangrijke basis gelegd voor talentontwikkeling van de jeugd. Het BO, SBO en (V)SO spelen een grote rol in de talentontwikkeling van kinderen. De gemeente heeft een hoogwaardig en goed gespreid onderwijsaanbod. Dit hoofdstuk beschrijft het onderwijsaanbod in Delft: de aanwezige scholen, schoolbesturen en onderwijsrichtingen en de herkomst van de leerlingen. 3.1
Scholen
Basisonderwijs Het basisonderwijs telt 6.432 leerlingen (teldatum 1 okt. 2013) en biedt onderwijs aan kinderen in de leeftijd van vier jaar tot ongeveer twaalf jaar. In totaal telt Delft 23 scholen voor basisonderwijs. Basisschoolleerlingen hebben de keuze uit de volgende onderwijsrichtingen: Openbaar, Katholiek, Protestant-Christelijk, Reformatorisch en Algemeen bijzonder. Er is een divers onderwijsaanbod. In iedere wijk zijn minimaal twee scholen van twee verschillende denominaties aanwezig. Speciaal Basisonderwijs Voor kinderen die zich op de gewone basisschool niet optimaal ontwikkelen biedt het Speciaal Basisonderwijs (SBO) geschikt onderwijs. Het SBO combineert vakbekwaam basisonderwijs met specifieke leer, gedrags- en opvoedingsexpertise. Er zijn twee SBO-scholen in Delft, gevestigd op één locatie in de wijk Buitenhof: SBO De Laurentiusschool en SBO De Bouwsteen. (Voortgezet) Speciaal Onderwijs Het (Voortgezet Speciaal) Onderwijs (V)SO biedt onderwijs aan kinderen die vanwege leer- of gedragsproblemen, lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicaps of gedragsstoornissen extra zorg op school nodig hebben. Delft telt drie scholen voor (V)SO: -
De Maurice Maeterlinck:
Een (V)SO-school die onderwijs biedt voor Langdurig Zieken (LZ), Lichamelijk Gehandicapten (LG) en kinderen met een indicatie Meervoudig Gehandicapten (MG).
-
De Herman Broerenschool:
Een (V)SO-school voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (ZMLK) en kinderen met een indicatie Meervoudig Gehandicapten (MG).
-
Het Pleysier College:
Een VSO-school die onderwijs biedt voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen (ZMOK).
15
3.2
Schoolbesturen
Delft heeft tien schoolbesturen voor BO/SBO/(V)SO. Er zijn zes besturen met meerdere scholen onder hun gezag (Librijn, de Laurentius Stichting, SCO Delft, Herman Broerenschool, RESPONZ en Pleysierschool) en vier schoolbesturen met één school. In tabellen 1, 2 en 3 zijn het aantal leerlingen, locaties en scholen per schoolbestuur weergegeven. Scholen
Locaties
Leerlingen
BO-leerlingen
(in Delft)
(in Delft)
(aantal)
(%)
Librijn
6
12
1.810
28%
Laurentius
8
10
1.795
28%
SCO Delft
5
8
1.605
25%
DSV
1
1
426
7%
St. Ref. Onderwijs
1
1
372
6%
Widar
1
1
221
3%
DVM
1
1
203
3%
23
34
6.432
100%
BO
Totaal BO
Tabel 1: Overzicht basisonderwijs in Delft. Leerlingaantallen zijn gebaseerd op teldatum 1 okt. 2013.
Scholen
Locaties
Leerlingen
SBO-leerlingen
(in Delft)
(in Delft)
(aantal)
(%)
Librijn
1
1
48
26%
Laurentius
1
1
137
74%
Totaal SBO
2
2
185
100%
SBO
Tabel 2: Overzicht speciaal basisonderwijs in Delft. Leerlingaantallen zijn gebaseerd op teldatum 1 okt. 2013.
Scholen
Locaties
Leerlingen
(in Delft)
(in Delft)
(aantal)
Stichting RESPONZ
1
1
129
Herman Broeren
1
1
169
Pleysier College
1
1
73
(V)SO
Tabel 3: Overzicht (voortgezet) speciaal onderwijs in Delft. Leerlingaantallen zijn gebaseerd op teldatum 1 okt. 2013.
Librijn: Openbaar Onderwijs. Stichting Librijn Openbaar Onderwijs biedt openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs aan in Delft en Rijswijk. Naast regulier basisonderwijs biedt Librijn ook Montessorionderwijs, Freinetonderwijs, en Daltononderwijs aan. Librijn heeft ook een SBO-school in Delft: De Bouwsteen. Laurentius Stichting: Katholiek Onderwijs. De Laurentius Stichting is een stichting voor katholiek onderwijs en heeft scholen in de gemeenten Delft, Den Haag, Lansingerland, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Rijswijk. De Laurentius Stichting biedt naast regulier basisonderwijs ook Jenaplanonderwijs aan. De Laurentius Stichting heeft ook een SBO-school in Delft: De Laurentius. SCO Delft e.o: Protestants-christelijk Onderwijs. De Stichting Christelijk Onderwijs (SCO Delft) is een stichting voor protestants-christelijk onderwijs. SCO Delft e.o. biedt regulier basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs aan in Delft.
16
Delftse Schoolvereeniging (DSV): Algemeen Bijzonder Onderwijs. Onder het bestuur van DSV valt één school: De Delftsche Schoolvereeniging. Deze school is een algemeen bijzondere school voor basisonderwijs met een brede onderwijsrichting. Stichting Reformatorisch Onderwijs: Reformatorisch Onderwijs. De Prins Mauritsschool valt onder het bestuur Stichting Reformatorisch Onderwijs. Deze school biedt regulier basisonderwijs aan op protestants-christelijk en reformatorische grondslag. WIDAR: Antroposofisch Onderwijs. Onder het bestuur WIDAR valt de Vrije School WIDAR. Op deze school wordt basisonderwijs op antroposofische basis aangeboden. Delftse Vereniging voor Montessori-onderwijs (DVM): Algemeen Bijzonder Onderwijs. Onder het bestuur van DVM valt de Delftse Montessorischool. Deze basisschool biedt Montessorionderwijs aan. Stichting RESPONZ De Maurice Maeterlinckschool valt onder het bestuur van Stichting RESPONZ. De Maurice Maeterlinckschool biedt (V)SO en ambulante begeleiding voor leerlingen met een lichamelijke of meervoudige beperking en langdurig zieke leerlingen. Herman Broeren De Herman Broerenschool is een (V)SO-school voor onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerende Kinderen en kinderen met een indicatie Meervoudig Gehandicapten. De school heeft een locatie in Delft en een locatie in Naaldwijk. Het Pleysier College Het Pleysier College is een VSO-school met vestigingen in Den Haag, Zoetermeer en Delft. De school biedt onderwijs aan Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen. Dit zijn kinderen met een gedragsstoornis en/of psychiatrische problematiek. 3.3
Leerlingenstromen
Er gaan in Delft 6.432 leerlingen naar het basisonderwijs (teldatum 1 okt 2013). Van deze 6.432 leerlingen komen 717 leerlingen (ca. 11%), van buiten de gemeente. Dit aantal groeit. De leerlingen van buiten de gemeente zijn overwegend afkomstig uit Pijnacker-Nootdorp, MiddenDelfland, Rijswijk en Den Haag. Daarnaast gaan 720 leerlingen (ca. 11%) uit Delft naar een school buiten de gemeente. De daling van het algemene deelnamecijfer van Delftse leerlingen op Delftse scholen (84,3%) suggereert dat ook het aantal Delftse leerlingen dat buiten Delft naar school gaat relatief gezien groeiende is.
17
3.4
Leerlingstromen op Wijkniveau
De leerling-stromen op wijkniveau zijn in een prognose van Bureau Planning Verband Groningen (hierna: PVG) in beeld gebracht. Deze leerlingenprognose is opgesteld in opdracht van de gemeente Delft. Officieel bestaat Delft uit 13 wijken. De scholen zijn verdeeld over 12 wijken. De wijk Delftse Hout is een recreatiegebied. De prognose voegt enkele wijken samen tot één voedingsgebied. Dit zijn Wippolder & Ruiven, Voorhof & Schieweg en Tanthof-Oost en Abtswoude. In Ruiven, Schieweg en Abtswoude staan geen scholen. De prognose beschrijft daarom 9 voedingsgebieden, en daarmee 9 wijken. Dit IHP hanteert de wijkindeling van de prognose. Binnenstad (wijk 1) In totaal gaat 20% van alle leerlingen in Delft, in de wijk Binnenstad naar de basisschool. Van de leerlingen op de scholen in de Binnenstad komt 28% uit de wijk zelf. Totaal 58% van de leerlingen komt uit andere wijken (Hof van Delft, Voordijkshoorn, Tanthof-West, Voorhof, Schieweg en Wippolder). Totaal 14% van de leerlingen komt van buiten Delft Vrijenban (wijk 2) In totaal gaat 7% van alle leerlingen in Delft, in de wijk Vrijenban naar de basisschool. Van de leerlingen op de scholen in Vrijenban komt 46% uit de wijk zelf. Totaal 35% van de leerlingen komt uit de andere wijken (Binnenstad, Wippolder en Ruiven). Totaal 19% van de leerlingen komt van buiten Delft Hof van Delft (wijk 3) In totaal gaat 20% van alle aantal leerlingen, in Delft in de wijk Hof van Delft naar de basisschool. Van de leerlingen op de scholen in Hof van Delft komt 64% uit de wijk zelf. Totaal 24% van de leerlingen komt uit andere wijken (Voorhof, Schieweg, Buitenhof en Wippolder). Totaal 12% van de leerlingen komt van buiten Delft. Voordijkshoorn (wijk 4) In totaal gaat 6% van alle leerlingen in Delft, in de wijk Voordijkshoorn naar de basisschool. Van de leerlingen op de scholen in Voordijkshoorn komt 88% uit de wijk zelf. Totaal 11% van de leerlingen komt uit andere wijken. Slechts 1% van de leerlingen komt van buiten Delft. Tanthof-West (wijk 5) In totaal gaat 9% van alle leerlingen in Delft, in de wijk Tanthof-West naar de basisschool. Van de leerlingen op de scholen in Tanthof-West komt 76% uit de wijk zelf. 22% van de leerlingen komt uit andere wijken (Tanthof-Oost, Voorhof, Schieweg en Buitenhof). Slechts 2% van de leerlingen komt van buiten Delft. Tanthof-Oost en Abtswoude (wijk 6) In totaal gaan 7% van alle leerlingen in Delft, in de wijken Tanthof-Oost en Abtswoude naar de basisschool. Van de leerlingen op de scholen in Tanthof-Oost en Abtswoude komt 72% uit de wijken zelf. Totaal 27% van de leerlingen komt uit de andere wijken (Buitenhof). Slechts 1% van de leerlingen komt van buiten Delft. Voorhof (wijk 7) en Schieweg (wijk 9) In totaal gaan 12% van alle leerlingen in Delft, in de wijken Voorhof en Schieweg naar de basisschool. Van de leerlingen op de scholen in Voorhof en Schieweg komt 65% uit de wijk zelf. Totaal 32% van de leerlingen komt uit andere wijken (Buitenhof). Slechts 3% van de leerlingen komt van buiten Delft. Buitenhof (wijk 8) In totaal gaat 12% van alle leerlingen in Delft, in de wijk Buitenhof naar de basisschool. Van de leerlingen op de scholen in Buitenhof komt 90% uit de wijk zelf. Totaal 10% van de leerlingen komt uit de andere wijken. Wippolder en Ruiven (wijk 10) In totaal gaat 8% van alle leerlingen in Delft, in de wijken Wippolder en Ruiven naar de basisschool. Van de leerlingen op de scholen in Wippolder en Ruiven komt 44% uit de wijken zelf. Totaal 25% van de leerlingen komt uit andere wijken (Vrijenban, Voordijkshoorn, Tanthof-West en Tanthof-Oost). Totaal 31% van de leerlingen komt van buiten Delft.
18
Figuur 1: Het aantal leerlingen (in procenten) dat in de eigen wijk naar school gaat.
19
20
4 BELEIDSONTWIKKELINGEN EN BELEIDSWENSEN De basis voor het onderwijshuisvestingsbeleid van de gemeente is vastgelegd in de verordening onderwijshuisvesting. De verordening omschrijft op welke wijze de gemeente haar zorgplicht voor de onderwijshuisvesting moet uitvoeren. De verordening is reactief: de programmaprocedure is voornamelijk gericht op het achteraf toekennen van huisvestingsvoorzieningen. Met het IHP anticiperen de gemeente, de schoolbesturen, en andere betrokken (maatschappelijke) partners, op nieuwe ontwikkelingen en wordt invulling gegeven aan diverse beleidswensen. Dit hoofdstuk bespreekt beleidsontwikkelingen en beleidswensen. Ten eerste worden de beleidsontwikkelingen door wetgeving besproken: Passend Onderwijs en Doordecentralisatie Buitenonderhoud. Vervolgens wordt ingegaan op de ontwikkeling van Integrale Kindcentra Vervolgens. Tot slot bespreken we de beleidswensen: het afstemmen van de vraag en het aanbod aan gymzalen en het maken van afspraken over verhuur van ruimten in schoolgebouwen. 4.1
Passend Onderwijs
Passend Onderwijs wordt per schooljaar 2014/2015 ingevoerd. Het doel van Passend Onderwijs is om voor leerlingen met een extra zorgbehoefte een ‘passende’ plek te vinden binnen het onderwijs. De samenwerking tussen BO, SBO en SO wordt intensiever. Scholen zullen gebruik gaan maken van elkaars faciliteiten. De onderwijsbehoefte van een leerling is immers niet altijd gebonden aan een specifieke onderwijssoort. Dit vraagt ruimtelijke en organisatorische flexibiliteit van scholen. De invoering van Passend Onderwijs heeft hierdoor gevolgen voor de onderwijshuisvesting. Hieronder wordt per onderwijssoort toegelicht wat de onderwijskundige gevolgen zijn van de invoering van Passend Onderwijs. Daarna wordt ingegaan op de gevolgen van de invoering van Passend Onderwijs voor Delft. Basisonderwijs Met de invoering van Passend Onderwijs gaan basisscholen, voor zover mogelijk, onderwijs bieden aan kinderen met lichamelijke- en gedragsproblemen. Om deze opgave in te vullen gaan schoolbesturen in de regio werken vanuit een samenwerkingsverband. Daarin worden afspraken gemaakt over de wijze waarop scholen voor elke leerling passend onderwijs kunnen realiseren. Binnen het samenwerkingsverband wordt onder meer aangeven welk niveau van basisondersteuning scholen bieden, hoe zij met elkaar een samenhangend geheel aan ondersteuningsvoorzieningen creëren, hoe de beschikbare middelen worden verdeeld, op welke wijze verwijzing naar het SBO en SO plaatsvindt en hoe ouders geïnformeerd worden. Scholen leggen deze afspraken vast in een ondersteuningsplan, waarin ook het ondersteuningsprofiel per school is opgenomen. De basisschool waar een kind met extra ondersteuningsbehoefte is aangemeld, is vanaf schooljaar 2014/2015 verplicht om eerst te kijken of het kind extra ondersteuning in de klas kan krijgen. Het ondersteuningsprofiel van de school vormt hiervoor het uitgangspunt. Wanneer de school zelf geen passende onderwijsplek kan bieden wordt gezocht naar een andere basisschool binnen het samenwerkingsverband. Is het niet haalbaar om de leerling binnen het basisonderwijs te plaatsen, dan kan een beroep op het SBO of het SO worden gedaan.
21
Speciaal Basisonderwijs Op korte termijn lijken voor het SBO de veranderingen door invoering van Passend Onderwijs beperkt. Financieel wordt het SBO afhankelijk van het beleid van het samenwerkingsverband, omdat de financieringsstromen voor een belangrijk deel via het samenwerkingsverband gaan lopen. Het samenwerkingsverband zal daarbij eisen dat het SBO transparant en objectief gaat werken. Een onzekere factor is het leerlingenvervoer van leerlingen van buiten het samenwerkingsverband. Op lange termijn is de positie van het SBO in het Passend Onderwijs nog onduidelijk. Globaal gezien zijn er drie mogelijkheden: -
Het SBO verdwijnt op termijn als onderwijsinstituut;
-
het SBO verandert in een voorziening waar leerlingen slechts een tijdelijke periode doorbrengen om vervolgens weer terug te stromen in het BO;
-
het SBO wordt als separate onderwijssoort gehandhaafd.
(Voortgezet) Speciaal Onderwijs De invoering van Passend Onderwijs heeft voor het (V)SO financiële en kwalitatieve gevolgen. De financieringsstromen lopen in de toekomst voor een belangrijk deel via het samenwerkingsverband. De open-einde financiering van het (V)SO verdwijnt. Kwalitatief worden de eisen aan het (V)SO-onderwijs hoger. Het (V)SO moet transparant en objectief te werk gaan; de ontwikkeling van een leerling moet inzichtelijk en meetbaar zijn. Dit alles moet zorgen voor een toeleiding naar een vervolgopleiding, de arbeidsmarkt of een zo zelfstandig mogelijk functioneren in vormen van dagbesteding. Gevolgen invoering Passend Onderwijs voor het voorzieningenniveau in Delft De gemeente Delft valt onder het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Delflanden, het samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Delflanden en het landelijk reformatorisch samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Het budget wordt nu verdeeld op basis van het aantal leerlingen met een indicatie voor ondersteuning. Omdat dit aantal sterk verschilt per regio, verschilt ook de toedeling van de ondersteuningsgelden per regio. Met de invoering van Passend Onderwijs worden de ondersteuningsgelden gelijk verdeeld, namelijk naar verhouding van het totaal aantal leerlingen. Dit is de zogeheten ‘verevening’. Dit houdt in dat sommige regio’s/samenwerkingsverbanden zullen moeten bezuinigen (negatieve verevening), terwijl andere regio’s/samenwerkingsverbanden juist meer geld zullen krijgen (positieve verevening). In Delft is sprake van een positieve verevening: De samenwerkingsverbanden gaan er door de vereveningsgelden in de periode 2015-2019 financieel op vooruit. Dit betekent dat het huidige voorzieningenniveau van SBO, SO en VSO in principe kan worden gehandhaafd. Gevolgen invoering Passend onderwijs voor de huisvesting De invoering van Passend Onderwijs heeft gevolgen voor de onderwijshuisvesting. Over de bekostiging van de huisvesting van Passend onderwijs bestaat nog veel onduidelijkheid – door het ministerie is nog geen richtlijn opgesteld voor de huisvestingskosten en de VNG heeft nog geen voorstel gedaan voor de aanpassing van de verordening onderwijshuisvesting. Delft wil voor wat betreft de regels voor investeringen in de huisvestingsvoorzieningen aansluiten bij de landelijke regelgeving voor Passend Onderwijs. In afwachting op deze regels maken de gemeente en schoolbesturen in dit IHP tijdelijke afspraken over de bekostiging van investeringen in het kader van Passend Onderwijs.
22
4.2
Doordecentralisatie Buitenkant Onderhoud en Aanpassing
Per 1 januari 2015 heeft de gemeente geen zorgplicht meer voor het onderhoud en de aanpassing van de scholen in het BO, SBO en VSO. Deze taak (met bijbehorende financiering) wordt overgeheveld (door-gedecentraliseerd) naar de schoolbesturen. De Eerste Kamer heeft op 6 mei 2014 ingestemd met het wetswijzigingsvoorstel van deze strekking. Het onderhoud voor gymnastiekvoorzieningen blijft wel een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Daarnaast blijft de gemeente verantwoordelijk voor het bekostigen van (vervangende) nieuwbouw, uitbreiding, schades en de onroerendezaakbelasting. In de wetswijziging zijn een aantal zaken geregeld met betrekking tot de overdracht van deze taak aan de gemeente: -
Er komt géén nulmeting voor het opsporen van achterstallig onderhoud. De toelichting op het wetsvoorstel geeft aan dat “er geen aanleiding is om te veronderstellen dat schoolgebouwen onvoldoende technisch worden onderhouden”.
-
Een bedrag van € 158,8 miljoen zal worden overgeheveld van het gemeentefonds naar de lumpsum van de schoolbesturen.
-
Er komt een overgangsmaatregel voor kleine schoolbesturen en voor schoolbesturen met (veel) oude gebouwen. Van de € 158,8 miljoen die wordt overgeheveld is in 2015 is een bedrag van € 23,8 miljoen gereserveerd voor de overgangsregeling. Deze overgangsregeling voorziet er in dat schoolbesturen met een totale materiële instandhoudingsbekostiging (MIbekostiging van) maximaal € 750.000 en gebouwen van 15 jaar of ouder éénmalig een bedrag van circa € 22.000 tot € 25.000 ontvangen per schoolgebouw (afhankelijk van de schoolgrootte). Schoolbesturen met een MI-bekostiging van meer dan € 750.000 ontvangen dit eenmalige bedrag voor ieder schoolgebouw ouder dan 40 jaar.
Door de wetswijziging ontstond er een discussie over renovatie. Doordat aanpassing en onderhoud wordt gedecentraliseerd naar de schoolbesturen en alleen nieuwbouw een taak van de gemeente blijft ontstond er een grijs gebied. Een school kan immers ook gerenoveerd worden. De staatssecretaris OCW heeft ervoor gekozen om renovatie niet in de wetswijziging op te nemen. Als gevolg van de nieuwe wetswijzing is de modelverordening aangepast. De nieuwe modelverordening definieert het begrip renovatie impliciet. De nieuwe modelverordening doet namelijk een aanzet voor een afbakening van aanpassen/onderhoud en vervangende bouw. De nieuwe modelverordening definieert een termijn waarop aanpassen en onderhoud niet meer houdbaar is. Dit staat vermeld in de criteria voor vervangende bouw (bijlage 1, A.2a). De noodzaak van vervangende bouw is (o.a.) aanwezig als: -
Op grond van een overeenkomstig NEN 2767 opgestelde bouwkundige rapportage wordt vastgesteld dat onderhoud of aanpassen niet zal leiden tot de gewenste levensduurverlenging van ten minste 20 jaar;
In dit IHP wordt aangeven hoe de gemeente en schoolbesturen met de doordecentralisatie van het buitenkant onderhoud wil omgaan.
23
4.3
Integrale Kindcentra
In Integrale Kindcentra (IKC’s) werkt het onderwijs samen met kinderopvang peuterspeelzalen, welzijnsinstellingen en/of sport- en buurtfaciliteiten. Vanuit een visie op de ontwikkeling van kinderen biedt een IKC een doorlopende leerlijn van 0-12 jaar. Naast de fysieke locatie gaat het vooral om de nieuwe organisatievorm waarin samenwerken centraal staat: -
Eén loket voor ouders en kinderen, eenduidige communicatie met ouders.
-
Eén pedagogisch beleid en visie.
-
Eén team van medewerkers vanuit verschillende disciplines.
-
Aaneengesloten programma inclusief ontspanning.
-
Het gehele jaar open.
afwisseling
tussen opvang, onderwijs, sport en
Sinds de aanname van de Wet OKE in de Tweede Kamer in 2010 is de IKC-ontwikkeling in Nederland gegroeid. De Wet OKE wijzigde drie wetten: -
Wet Kinderopvang: een kwaliteitskader voor peuterspeelzalen is toegevoegd evenals het toezicht van de gemeente daarop met bijbehorende mogelijkheden tot handhaving.
-
Wet op het onderwijstoezicht: de Inspectie van het onderwijs houdt sinds de wetswijziging toezicht op de kwaliteit van voorschoolse educatie (VVE).
-
Wet op het Primair Onderwijs: de regierol van de gemeenten ten aanzien van onderwijsachterstandbeleid is verstevigd en gemeenten hebben bovendien de verantwoordelijkheid gekregen voor aanbod en toegankelijkheid van VVE (VVE Platform, 2010).
De Wet OKE is door gemeenten aangegrepen om kwaliteitseisen en inhoudelijke doelstellingen van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang meer op elkaar af te stemmen. Zodoende biedt de Wet OKE de mogelijkheid om de ontwikkeling van IKC´s in te richten. Dit roept de vraag op hoe het IKC zich verhoudt tot de brede school. Een IKC is in organisatorisch opzicht het vervolg op de brede school. Brede Scholen bieden een samenhangend aanbod voor kinderen op het gebied van onderwijs, sport en cultuur. Meestal verbinden zij daarbij ook verschillende vormen van onderwijs en jeugdzorg. Daarnaast proberen Brede Scholen leerachterstanden te verminderen door tussen peuterspeelzalen, crèches en onderwijs een doorgaande leerlijn te realiseren. Het doel van Brede Scholen is door goede samenwerking de zorg voor kinderen efficiënter te maken en ontwikkelingskansen te vergroten. In de praktijk blijkt dat er tussen organisaties slechts beperkt sprake is van inhoudelijke samenwerking. Het verschil met een brede school is dat bij een IKC organisaties zijn samengevoegd. De gemeente en de schoolbesturen vinden het IKC een goede ontwikkeling. In dit IHP wordt beschreven hoe de gemeente en partners beleid formuleren voor IKC’s in Delft. Een ‘stip aan de horizon’: zo zouden wij in de toekomst graag onderwijs en aanpalende voorzieningen voor 0-12 jarigen willen organiseren.
24
4.4
Vraag en Aanbod Gymzalen
In Delft is overcapaciteit aan gymnastiekruimte voor het onderwijs (zie H7). In dit IHP wordt aangeven hoe de gemeente en schoolbesturen willen komen tot een efficiënter gebruik van gymzalen. In de toekomst het aantal uren gymnastiekonderwijs mogelijk worden uitgebreid. In het regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’ (2012) verwoordt het kabinet de ambitie om het aantal bewegingsuren voor het basisonderwijs te verhogen naar 3 uur per groep per week. Op 10 juli 2014 hebben de staatssecretaris van OCW en de PO-raad als uitwerking van deze ambitie een bestuursakkoord over sport en bewegen gesloten. De basisscholen spreken daarin af om met ingang van 2017 minimaal twee lesuren per week bewegingsonderwijs te bieden; waar mogelijk streven scholen naar drie lesuren bewegingsonderwijs. Het extra bewegingsonderwijs kan breed worden ingevuld met bewegings- en sportactiviteiten, zoals gymlessen, spellessen en sportdagen. Nog onduidelijk is of dit voornemen zal worden omgezet in regelgeving voor onderwijshuisvesting. Ook is nog niet duidelijk of gemeenten vanuit het rijk eventueel extra middelen krijgen voor het realiseren van meer gymzalen. Vooralsnog hanteert de gemeente de huisvestingsverordening. 4.5
Regels voor Verhuur
De gemeente en de schoolbesturen willen in dit IHP afspraken maken over een uniforme regeling over de verhuur van (leegstaande) lokalen aan maatschappelijke, culturele en recreatieve instellingen. De gemeente wil een deel van de opbrengsten van verhuur ontvangen. De grootschalige leegstand bij de basisscholen (9.800 m2 bruto) kost de gemeente geld omdat hier voor onderwijshuisvesting bestemde middelen aan besteed zijn en worden. De gemeente heeft in deze ruimten geïnvesteerd. Daarnaast is de gemeente door de ‘Wet Markt en Overheid’ verplicht om te zorgen voor gelijke concurrentieverhoudingen. Verhuur van lokalen aan commerciële instellingen onder marktprijzen is niet toegestaan. Scholen en gemeente zijn gebaat bij een gemeenschappelijke regeling voor verhuur aan andere organisaties. Daarbij zijn de gemeente en de schoolbesturen op elkaar aangewezen. Er is een namelijk tegenstrijdigheid aanwezig: Enerzijds is voor verhuur van lokalen door scholen aan anderen voorafgaand toestemming nodig van de gemeente. Indien dit niet gebeurt, is de verhuur nietig (WPO). Anderzijds blijkt uit jurisprudentie van de Raad van State dat gemeenten in principe geen vergoeding mogen claimen bij scholen die leegstaande onderwijsruimten willen verhuren tenzij: -
De gemeente kan aantonen dat bij het achterwegen laten van een huurvergoeding een financieel nadeel wordt geleden;
-
het gevraagde bedrag rechtstreeks is gerelateerd aan de extra kosten die de gemeente moet maken;
-
het ontvangen bedrag ten goede komt aan de onderwijshuisvesting.
Zie in dit verband de uitspraak Raad van State ‘gemeente Brunssum vs. Movare’. In dit IHP wordt aangeven hoe de gemeente en schoolbesturen de basis leggen voor een uniforme regeling.
25
5 PLANONTWIKKELING BASISONDERWIJS De gemeente en de schoolbesturen zijn tevreden over de fysieke kwaliteit van de schoolgebouwen voor het basisonderwijs in Delft. In totaal telt Delft 23 scholen voor basisonderwijs verspreid over 34 locaties. Er zijn 11 dislocaties in Delft: Librijn heeft zes dislocaties, de Laurentius Stichting heeft twee dislocaties en SCO Delft heeft drie dislocaties. Tegelijkertijd onderkennen gemeente en schoolbesturen dat de leegstand in de schoolgebouwen te groot is – in 2014 is er voor het basisonderwijs een ruimteoverschot van bruto 20% van het beschikbare oppervlakte. Daarnaast is herschikking van scholen in een aantal wijken gewenst en komt een aantal gebouwen in aanmerking komen voor uitbreiding, renovatie of nieuwbouw. De plannen voor het basisonderwijs worden in dit hoofdstuk uitgewerkt. Dit hoofdstuk beschrijft per wijk, hoe voor het Basisonderwijs ruimtetekorten worden opgelost en ruimteoverschotten worden verminderd. Daarvoor wordt de beschikbare huisvestingscapaciteit vergeleken met de geprognosticeerde ruimtebehoefte. Daarnaast worden de gemaakte afspraken uit de intentieovereenkomst voor Voorhof herhaald (zie par 1.3 en Bijlage I) en bevat dit hoofdstuk voorstellen voor nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen in de andere wijken van Delft. De benodigde planontwikkeling voor SBO en (V)SO wordt separaat beoordeeld in hoofdstuk 6. 5.1
Uitgangspunten
De ruimtebehoefte van een school wordt gebaseerd op de leerlingenprognose van de desbetreffende school. Het ruimtetekort of overschot van een schoolgebouw kan worden bepaald door de geprognosticeerde ruimtebehoefte in BVO van het desbetreffende schoolgebouw te vergelijken met de beschikbare huisvestingscapaciteit in BVO. Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: -
Capaciteit van gebouwen – Voor capaciteit van de gebouwen in BVO wordt de situatie per 1 september 2014 als uitgangspunt genomen. Wanneer wordt gesproken over wijzigingen in de onderwijshuisvesting vinden deze na deze datum plaats. Opmerking: De BVO’s van de schoolgebouwen zijn gehanteerd volgens de laatst bekende gegevens, afgestemd tussen de schoolbesturen en de gemeente. Alleen aanmerkelijke verschillen tussen capaciteit en behoefte worden hieronder in beschouwing genomen. Bij uitwerking van huisvestingsplannen van een school zal controle op het BVO plaatsvinden.
-
26
Ruimtebehoefte o
De ruimtebehoefte in BVO voor 2014 is berekend op basis van de meest recente leerlingtelling (okt. 2013).
o
De ruimtebehoefte in BVO voor de jaren 2015 en verder is berekend op basis van de leerlingenprognose van PVG (nov. 2013).
5.2
Leerlingenprognose
7.100 7.000
Leerlingenaantal -->
6.900 6.800 6.700 6.600 6.500 6.400 6.300 6.200 2031
2030
2029
2028
2027
2026
2025
2024
2023
2022
2021
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
6.100
Figuur 2: leerlingprognose voor het basisonderwijs (PVG, november 2013).
De prognose van de ruimtebehoefte van de scholen wordt afgeleid van de leerlingenprognose. Een leerlingenprognose voor individuele scholen is geen absoluut gegeven, maar een richtinggevende ontwikkeling. Op de lange termijn hebben prognoses voor individuele scholen een grotere onzekerheid van voorspellingen. De leerlingenprognose voor het basisonderwijs (PVG – nov. 2013), voorspelt voor Delft als geheel tot 2018 een min of meer gelijkblijvend leerlingenaantal. Vanaf 2019 en verder groeit het leerlingaantal tot een piek van bijna 7.000 leerlingen in 2027.
27
5.3
Binnenstad (wijk 1)
Bestuur
School
Bouwjaar
Librijn
Jan Vermeerschool
1920/2003
Laurentius De Oostpoort
1930
Laurentius De Oostpoort
2005
SCO Delft
Max Havelaar
1990/2014
DSV
Delftsche Schoolver.
1909/1999 Totaal
Verhuur
BVO
(lokalen)
sept. 2014
2
1
3
2014
2018
2024
1.635
472
472
472
1.392
427
668
507
603
0
0
0
1.788
-313
-494
-610
2.397
54
-26
-147
7.815
640
620
222
Tabel 4: Ruimteoverschotten en tekorten in BVO voor 2014-2024.
Toelichting tabel In de tabel staat per school(gebouw) weergegeven het bouwjaar van het gebouw, het aantal lokalen in verhuur, de capaciteit in BVO en het voorziene ruimtetekort/ruimte-overschot in BVO voor de jaren 2014, 2018 en 2024. Wanneer sprake is van twee of meer jaartallen in de kolom ‘bouwjaar’ betreft het een uitbreiding. Het bouwjaar is geen maatstaf voor de kwaliteit van gebouwen. Analyse onderwijshuisvesting In de wijk Binnenstad zijn vier scholen aanwezig, verdeeld over vijf locaties. De bouwjaren van de scholen liggen ver uiteen. Het hoofdgebouw van de Oostpoort is recent geheel gerenoveerd. Het gebouw is heropend in april 2014. Het leerlingenaantal in de wijk Binnenstad groeit. Hierdoor ontstaat op termijn een ruimtetekort. Per school is het beeld als volgt: -
De Jan Vermeerschool locatie Raam heeft een ruimteoverschot dat te verklaren is doordat het is ingepast in een monumentaal gebouw en doordat tijdens de verbouwing voor ingebruikneming klassen zijn vergroot, o.a. door samenvoeging. Dit overschot zal bij herhuisvestingsplannen voor locatie Maria Duystlaan buiten beschouwing blijven.
-
De Oostpoort heeft een ruimteoverschot (in de tabel is dit ruimteoverschot toegerekend aan de hoofdlocatie). Het leerlingenaantal van de school zal op de korte termijn afnemen en op de lange termijn weer iets stijgen. Per saldo neemt het ruimteoverschot toe.
-
De Max Havelaar heeft een groeiend ruimtetekort, evenals (op termijn) de DSV.
-
De DSV heeft een leerlingenstop ingevoerd; om de kleinschaligheid van het onderwijs te waarborgen wil de school niet verder groeien. Het geprognosticeerde ruimtetekort zal dan ook niet ontstaan.
Voorstellen voor herschikking, uitbreiding, renovatie en nieuwbouw Voor dislocatie van De Oostpoort wordt bekeken hoe de huisvesting passend gemaakt kan worden. Daarbij wordt onderzocht of een oplossing in relatie met de Cornelis Musiusschool (zie par 5.10) een mogelijke optie is. Om het tekort bij de Max Havelaar op te lossen is aan de school voor het jaar 2014 een uitbreiding toegekend met twee lokalen. Na deze uitbreiding is de school passend gehuisvest. Dit is voorlopig de laatste uitbreiding die in de Binnenstad zal worden gerealiseerd. Vanaf 2015 worden scholen met ruimtetekorten niet meer uitgebreid, maar doorverwezen naar scholen met leegstand. Een aanzienlijk deel van de leerlingengroei in de Binnenstad is namelijk afkomstig uit de omliggende wijken. Voor een goede spreiding van onderwijsvoorzieningen is het niet wenselijk dat verdere leerlinggroei wordt gefaciliteerd.
28
29
5.4
Vrijenban (wijk 2) Verhuur
BVO
(lokalen)
sept. 2014
Bestuur
School
Bouwjaar
Librijn
Jan Vermeerschool
1953/1998
1.316
347
247
91
1961/1985 1990/2013
1.345
-99
-189
-284
Totaal
2.661
248
158
193
Laurentius Bernadette Maria
2014
2018 2024
Tabel 5: Ruimteoverschotten en tekorten in BVO voor 2014-2024.
Analyse onderwijshuisvesting In de wijk Vrijenban zijn twee scholen aanwezig: de Jan Vermeerschool en de Bernadette Mariaschool. Beide scholen zijn ongeveer halverwege de vorige eeuw gebouwd. De Bernadette Mariaschool is in 2013 aangepast (o.a. uitbreiding) voor het opzetten van een IKC. Het leerlingenaantal in de wijk Vrijenban groeit. De leerlingen zijn voor de helft afkomstig van buiten de wijk. In Vrijenban is daarnaast een groot ruimteoverschot aanwezig; 30% van de beschikbare oppervlakte. Door leerlingengroei zal dit ruimteoverschot in Vrijenban in de toekomst teruglopen. In 2024 bedraagt de leegstand van het scholenbestand 13% van de beschikbare oppervlakte. Dit is 8% meer dan het uitgangspunt dit IHP: 5% frictieleegstand. Per school is het beeld als volgt: -
De Jan Vermeerschool locatie Maria Duystlaan heeft een ruimteoverschot dat te niet zal worden gedaan door leerlingentoename (uiteindelijk wordt de huisvesting passend gemaakt; zie onder).
-
De Bernadette Mariaschool heeft een ruimtetekort. Dit tekort loopt op door leerlingengroei.
Voorstellen voor herschikking, uitbreiding, renovatie en nieuwbouw Het gebouw van de hoofdlocatie van Jan Vermeerschool aan de Maria Duystlaan is verouderd en voldoet functioneel niet meer. In 2014 is een deel van het gebouw (Maria van Duystlaan 4) afgestoten. Door het afstoten van dit gebouwdeel zijn aan het resterende gebouw aan Maria Duystlaan 2 aanpassingen nodig om het gebouw opnieuw in te passen op de locatie. De school krijgt op termijn (2019 of zoveel eerder als mogelijk), door de gemeente gefinancierde, hoogstaande renovatie of vervangende nieuwbouw.
30
31
5.5
Hof van Delft (wijk 3)
Bestuur
School
Librijn
Freinetschool
1993
Librijn
Freinetschool
1999
Librijn
Freinetschool
Laurentius Gabriëlschool
Bouwjaar
Verhuur
BVO
lokalen
sept. 2014
2014
2018
2024
908
-11
185
-56
536
0
0
0
1920/2005
953
0
0
0
1959
1.852
223
138
88
1933/1969 1995
1.232
387
383
368
SCO Delft
Het Mozaïek
DVM
Delftse Montessori
1966
1
1.722
493
532
472
WIDAR
Vrije School Widar
1952/1994
3
2.011
699
649
609
Totaal
4
9.011
1.791 1.887 1.481
Tabel 6: Ruimteoverschotten en tekorten in BVO voor 2014-2024.
Analyse onderwijshuisvesting De wijk Hof van Delft heeft met vijf scholen verdeeld over zeven locaties het meeste aantal schoolgebouwen van een wijk in Delft. De bouwjaren van de schoolgebouwen in Hof van Delft liggen ver uiteen. Het leerlingenaantal in de wijk daalt op korte termijn licht, om daarna weer te groeien. De leerlingengroei is voor een groot deel afkomstig vanuit de eigen wijk. In Hof van Delft is in 2014 een groot ruimteoverschot aanwezig; 20% van de beschikbare oppervlakte. Door leerlingengroei zal dit ruimteoverschot in de toekomst teruglopen naar 16%. Per school is het beeld als volgt: -
De Freinetschool heeft een klein ruimtetekort (in deze tabel is het tekort aan de hoofdlocatie toegekend). Dit ruimteoverschot zal door leerlingengroei op de korte termijn afnemen, maar op de lange termijn door leerling daling weer toenemen. Het ruimtetekort is in overleg met het schoolbestuur opgeheven door een inpandige uitbreiding van twee lokalen en nevenruimten op de dislocatie (van Slingelandtstraat 4). De gemeente heeft met het schoolbestuur afgesproken dat de school in dit gebouw niet verder groeit.
-
De Gabriëlschool heeft een ruimteoverschot. Door een groeiend leerlingenaantal zal dit ruimteoverschot op termijn afnemen.
-
Het Mozaïek heeft een blijvend ruimteoverschot. Het leerlingenaantal van de school blijft in de toekomst vrijwel gelijk.
-
De Delftse Montessorischool heeft een blijvend ruimteoverschot. Het leerlingenaantal van de school blijft in de toekomst min of meer gelijk. De school verhuurt één lokaal en zet twee lokalen in voor activiteiten die een relatie hebben met het onderwijsconcept.
-
De Vrije School Widar heeft een blijvend ruimteoverschot. Het leerlingenaantal van de school blijft in de toekomst min of meer gelijk. De school zet het ruimteoverschot in voor Voor- en Vroegschoolse Educatie en Buitenschoolse Opvang.
Voorstellen voor herschikking, uitbreiding, renovatie en nieuwbouw Dit IHP laat onderwijshuisvesting in deze wijk ongewijzigd. Het ruimteoverschot op termijn (14%) in de wijk is weliswaar groter dan de doelstelling van dit IHP, maar de schoolbesturen zijn tevreden over de functionaliteit en de staat van de gebouwen. De overige scholen hebben een ruimteoverschot.
32
33
5.6
Voordijkshoorn (wijk 4)
Bestuur
School
Librijn
De Schatkaart
Bouwjaar
Verhuur
BVO
lokalen
sept. 2014
2018
2024
978
447
56
-119
Laurentius Gabriëlschool
2011
1
1.429
718
615
610
SCO Delft
2002
4
1.500
499
344
304
Totaal
5
3.907
1.664
1.015
795
Het Mozaïek
2011
2014
Tabel 7: Ruimteoverschotten en tekorten in BVO voor 2014-2024.
Analyse onderwijshuisvesting In de wijk Voordijkshoorn zijn drie scholen aanwezig. De schoolgebouwen in de wijk zijn allemaal na 2000 gebouwd. Het leerlingenaantal in de wijk Voordijkshoorn groeit. De leerlingengroei is voor het overgrote deel afkomstig vanuit de eigen wijk. In Voordijkshoorn is een groot ruimteoverschot aanwezig, 43% van de beschikbare oppervlakte. Door leerlingengroei zal dit ruimteoverschot op termijn teruglopen naar 20% in 2024. Per school is het beeld als volgt: -
De Schatkaart en de Gabriëlschool (De brede school ‘Het Kristal’) hebben een groot ruimteoverschot. De feitelijke ontwikkeling van beide scholen loopt tot nu toe achter op het voorziene leerlingaantal, o.a. door stagnerende woningbouw en door het ontbreken van een samenhangend onderwijshuisvestingsbeleid tussen Delft, Rijswijk en Midden-Delfland. Door leerlingengroei zullen de ruimteoverschotten op termijn afnemen. Bij de Schatkaart slaat het ruimteoverschot op termijn om in een ruimtetekort. De leegstand bij de Gabriëlschool blijft, ondanks een voorziene leerlingengroei, ook op termijn aanzienlijk.
-
Het Mozaïek heeft eveneens een ruimteoverschot. ruimteoverschotten op termijn afnemen.
Door
leerlingengroei
zullen
de
Voorstellen voor herschikking, uitbreiding, renovatie en nieuwbouw Er zijn geen voorstellen voor uitbreiding, renovatie of nieuwbouw. Wel willen de gemeente en schoolbesturen beleid ontwikkelen om de leegstand te verminderen. De schoolgebouwen moeten door de gestagneerde woningbouw in het uitbreidingsgebied een periode van leegstand overbruggen. De gemeente en schoolbesturen gaan gedurende de periode dat deze effecten aanwezig zijn strategisch beleid formuleren, gericht op de levensvatbaarheid van deze scholen. Daarnaast wordt door de betrokken gemeenten de (geplande) capaciteit van de scholen in Rijswijk en Midden-Delfland afgestemd op de beschikbare capaciteit van de scholen in de wijk Voordijkshoorn, met als doel de leegstand in de wijk verder terug te dringen.
34
35
5.7
Tanthof-West (wijk 5), Tanthof Oost en Abtswoude (wijk 6) Verhuur
BVO
lokalen
sept. 2014
1993
1
Laurentius De Bonte Pael
1985
1
SCO Delft
De Bron
Simon Carmiggelt
Bestuur
School
Bouwjaar
2014
2018
2024
1.260
275
220
195
1.410
355
360
350
1983
1.450
-58
98
78
1978
1.520
440
455
445
Laurentius De Regenboog
1979
1.523
408
468
443
SCO Delft
1979
2
1.509
721
827
807
Totaal
4
8.672
2.141
2.419
2.318
West Librijn
Eglantier Tanthof
Oost Librijn
De Ark
Tabel 8: Ruimteoverschotten en tekorten in BVO voor 2014-2024.
Analyse onderwijshuisvesting In Tanthof (West & Oost) zijn zes scholen gevestigd. In de wijk Abtswoude is geen school aanwezig. De Eglantier Tanthof is ongeveer 20 jaar geleden gebouwd. De gebouwen van De Bonte Pael en De Bron zijn beide ongeveer 30 jaar oud. De Bonte Pael is recentelijk geheel gerenoveerd. De scholen Simon Carmiggelt, De Regenboog en de Ark zijn eind jaren 70 gebouwd en vormen één complex. Het leerlingenaantal in Tanthof en Abtswoude daalt. Deze leerlingendaling is reeds een aantal jaren geleden ingezet. Als gevolg hiervan is in Tanthof een groot ruimteoverschot aanwezig, 25% van de beschikbare oppervlakte. Met uitzondering van De Bron hebben alle scholen een ruimteoverschot. Door leerlingendaling zal het ruimteoverschot in de wijk op termijn oplopen naar 27% in 2024. Dat is 22% meer dan het uitgangspunt van 5% frictieleegstand. Tegelijkertijd zijn de scholen in Tanthof te klein. Met uitzondering van De Bron hebben alle scholen op teldatum okt. 2013 minder dan 200 leerlingen. Volgens gemeente en de schoolbesturen heeft een levensvatbare school minimaal 200 leerlingen (zie par. 1.3). Voorstellen voor herschikking, uitbreiding, renovatie en nieuwbouw Om de levensvatbaarheid van de scholen te verbeteren en de grootschalige leegstand in Tanthof te verminderen, zou het aantal basisscholen in Tanthof moeten worden teruggebracht van zes naar drie. Gemeente en de schoolbesturen starten binnen één jaar met de ontwikkeling van een gezamenlijk plan om te komen tot een passend aanbod van onderwijsvoorzieningen in Tanthof, lees: het terugbrengen van het aantal basisscholen. Binnen twee jaar moet dit plan gereed zijn, inclusief noodzakelijke investeringen om de herschikking van de scholen passend te huisvesten (leegstand minder dan 5%).
36
37
5.8
Voorhof en Schieweg (wijk 7 en 9)
Bestuur Librijn Librijn Librijn
School De Eglantier Voorhof (hfd) De Eglantier Voorhof (dis) Parkschool (hfd)
Laurentius Mgr. Bekkers SCO Delft
De Horizon
Bouwjaar
Verhuur
BVO
lokalen
sept. 2014
2014
2018
2024
1967/2002
890
-529
-671
-884
1969
575
0
0
0
2014 1969/1993
1
2014 Totaal
1
1299
295
327
170
1.648
638
738
620
722
188
312
266
5.134
688
802
268
Tabel 9: Ruimteoverschotten en tekorten in BVO voor 2014-2024.
Analyse onderwijshuisvesting In de wijk Voorhof zijn vijf scholen gevestigd. In de wijk Schieweg is geen school aanwezig. De gebouwen van de beide locaties van de Eglantier Voorhof en het gebouw van de Mgr. Bekkers zijn eind jaren zestig gebouwd. De overige twee scholen zijn gehuisvest in gebouwen uit 2014. Om de kwaliteit van de onderwijshuisvesting te verbeteren en leegstand te verminderen is het aanbod van onderwijshuisvesting in Voorhof in 2014 gewijzigd. Dit is vastgelegd in de intentieovereenkomst van 19 september 2013 (zie par. 1.3 en Bijlage I) tussen de gemeente en de drie grote schoolbesturen. Twee bewegingen hebben plaatsgevonden: -
Nieuwbouw brede school Poptahof-Noord: de Jacques P. Thijsseschool (Librijn), de Omnibus (Librijn) en De Horizon (SCO Delft) zijn verhuisd naar deze nieuwe locatie. De brede school is in augustus 2014 opgeleverd.
-
Samenvoeging: De Parkschool is een samenvoeging van de voormalige Omnibus en de Jacques P. Thijsseschool in Voorhof.
Het leerlingenaantal in de Voorhof stijgt. De leerlingen van de scholen zijn voornamelijk afkomstig uit de wijk zelf (65%). Er is in de Voorhof een ruimteoverschot aanwezig 13% van de beschikbare oppervlakte. Met uitzondering van de Eglantier Voorhof hebben alle scholen een ruimteoverschot. Door leerlingenstijging zal dit ruimteoverschot op termijn teruglopen naar 5% in 2024. Dat is gelijk aan het uitgangspunt van 5% frictieleegstand. Voorstellen voor herschikking, uitbreiding, renovatie en nieuwbouw Er gaat nog één beweging uit de intentieovereenkomst van 19 september 2013 (zie par 1.3 en Bijlage I) plaatsvinden. -
Verhuizing Mgr. Bekkers: In 2015 verhuist de Mgr. Bekkers (Laurentius) naar het door de Jacques P. Thijsseschool (Librijn) verlaten gebouw aan de Fr. Van Eedenlaan. Het gebouw aan de Fr. Van Eedenlaan wordt hiervoor verbouwd en uitgebreid met 2 lokalen. Het oude gebouw van de Mgr. Bekkers (Da Costalaan) komt door deze bewegingen vrij.
Door deze laatste beweging vermindert de leegstand in de wijk als geheel tot 6% in 2015. Op de lange termijn (2024) verdwijnt de leegstand geheel. Om eventuele fricties op te kunnen vangen is de brede school Poptahof-Noord zo ontworpen dat uitbreiding mogelijk is.
38
39
5.9
Buitenhof (wijk 8) Verhuur
BVO
lokalen
sept. 2014
1971
1
Laurentius Titus Brandsma
1972/1974
SCO Delft
De Horizon
1972/2005
SCO Delft
Rembrandtschool (hfd)
Bestuur
School
Librijn
Delftse Daltonschool (dis)
Bouwjaar
2014
2018
2024
972
573
605
590
1
1.723
296
443
407
1
1.863
411
437
404
1.245
-29
67
31
5.803
1.251
1.552
1.432
1971 Totaal
3
Tabel 10: Ruimteoverschotten en tekorten in BVO voor 2014-2024
Analyse onderwijshuisvesting In de wijk Buitenhof zijn vier scholen gevestigd. De gebouwen zijn allemaal in de jaren 70 gebouwd. Het leerlingenaantal in wijk Buitenhof daalt licht. De leerlingen van de scholen zijn voornamelijk afkomstig uit de wijk zelf (90%). Er is in de Buitenhof een groot ruimteoverschot aanwezig, 22% van de beschikbare oppervlakte. Met uitzondering de Rembrandtschool hebben alle scholen een ruimteoverschot. Door leerlingendaling zal dit ruimteoverschot op termijn oplopen naar 25% van de beschikbare oppervlakte in 2024. Dit is 20% meer dan het uitgangspunt van 5% frictieleegstand. Voorstellen voor herschikking, uitbreiding, renovatie en nieuwbouw Terugbrengen van de leegstand door herschikking van de scholen is wenselijk, maar is gezien de spreiding van de scholen en denominaties lastig te realiseren. De gemeente en de schoolbesturen hebben afgesproken de scholen in de Buitenhof worden betrokken bij de planontwikkeling voor herschikking van scholen in de wijken Tanthof-Oost en Tanthof-West (zie par. 5.7).
40
41
5.10
Wippolder en Ruiven (wijk 10)
Bestuur
School
Laurentius
Cornelis Musius
Reform. BO Prins Maurits
Bouwjaar
Verhuur
BVO
lokalen
sept. 2014
2014
2018
2024
1924
1.860
1028
1085
1019
1920/2011
2.340
264
96
176
Totaal
4.200
1.292 1.181 1.195
Tabel 11: Ruimteoverschotten en tekorten in BVO voor 2014-2024
Analyse onderwijshuisvesting In de wijk Wippolder zijn twee scholen gevestigd. In de wijk Ruiven is geen school aanwezig. Beide schoolgebouwen in de wijk Wippolder zijn in de jaren 20 van de vorige eeuw gebouwd. Het leerlingenaantal in de wijken Wippolder en Ruiven stijgt geleidelijk. De leerlingen van de scholen zijn voor een groot deel afkomstig van buiten de wijk zelf (56%). Er is in de Wippolder een groot ruimteoverschot aanwezig, 31% van de beschikbare oppervlakte. Door de leerlingenstijging zal dit ruimteoverschot op termijn teruglopen naar 28% van de beschikbare oppervlakte in 2024. Dit is 23% meer dan het uitgangspunt van 5% frictieleegstand. Vooral de Cornelis Musius heeft een blijvend groot ruimteoverschot. Het ruimteoverschot van de Prins Maurits School neemt af maar loopt in de jaren na 2018 weer op. Voorstellen voor herschikking, uitbreiding, renovatie en nieuwbouw Het gebouw van de Cornelis Musius is inefficiënt. Het gebouw is verouderd, onhandig ingedeeld en heeft een groot ruimteoverschot. De Laurentius Stichting leidt verlies op deze locatie. Uit spreidingsoverwegen is het echter belangrijk om dit lespunt in de Wippolder/Delft Oost in stand te houden. De gemeente en het schoolbestuur gaan daarom onderzoeken welke aanpassingen aan het gebouw nodig zijn om het weer functioneel te maken en het ruimteoverschot terug te brengen. Op basis van deze inventarisatie zullen zij afspraken maken over de noodzakelijke investeringen in het gebouw van de Cornelis Musius. Er wordt daarbij onderzocht of een oplossing in relatie met de dislocatie van de Oostpoort een mogelijkheid is. De Laurentius Stichting heeft een IGBO-licentie (Internationaal Georiënteerd Basisonderwijs) toegekend gekregen van het Rijk. De gemeente en de Laurentius Stichting gaan de IGBO locatie realiseren in de Wippolder/TU-wijk. Voor de wet wordt een afdeling IGBO gelijkgeschakeld aan de bekostiging van een nevenvestiging. De IGBO is augustus 2014 gestart in het pand van de Cornelis Musiusschool. De uiteindelijke locatie op de campus van de Technische Universiteit wordt per 1 juli 2015 opgeleverd en zal direct in gebruik genomen worden. De investering zal in overeenstemming met de wet op het PO onderwijs worden bekostigd. 5.11
Planontwikkeling in het kader van Passend onderwijs
Door Passend Onderwijs en het uitgangspunt van thuisnabij onderwijs verwachten de gemeente, schoolbesturen en het samenwerkingsverband dat er meer kinderen met een zorgbehoefte een plek krijgen in het regulier basisonderwijs. De schoolbesturen gaan er van uit dat de scholen in Delft deze hogere toestroom onderwijskundig kunnen opvangen: veel scholen bieden reeds onderwijs aan kinderen met een zorgbehoefte. Voor adequate onderwijshuisvesting zullen een aantal ingrepen nodig zijn. Maatregelen zullen bestaan uit het rolstoeltoegankelijk maken van gebouwen en/of het treffen van voorzieningen zorg (ambulante begeleiding, logopedie, fysiotherapie) en/of het splitsen van groepen. De meeste voorzieningen kunnen waarschijnlijk op de begane grond worden gerealiseerd. Voor de zorginfrastructuur kunnen de volgende functies in één lokaal ondergebracht: time out ruimte, instructieruimte en verzorgingsruimte. Door de doordecentralisatie van het onderhoud (en aanpassing) naar de schoolbesturen vanaf 1 januari 2015 zijn functionele aanpassingen grotendeels schoolbestuurlijke opgave geworden.
42
43
5.12
Samenvatting Planontwikkeling Basisonderwijs
De resultaten van de in dit hoofdstuk voorgestelde planontwikkeling zijn: 1)
Levensvatbare scholen Door de voorgestelde herschikking in de wijk Voorhof wordt de levensvatbaarheid van de scholen in deze wijk verhoogd. Voor de wijk Tanthof (en waarschijnlijk ook Buitenhof) zullen binnen twee jaar ook voorstellen worden gedaan voor herschikking van de scholen.
2)
Leegstand Door de in 2014 gerealiseerde en voorgestelde ingrepen in Vrijenban en Voorhof wordt de leegstand van het scholenbestand aanzienlijk teruggebracht. Door alle ingrepen gezamenlijk (afstoten, nieuwbouw en uitbreiding) wordt de oppervlakte voor de basisscholen met ongeveer 2.500 m2 verminderd. Hierdoor wordt de huidige bruto leegstand van 20% teruggebracht met 4%, naar 16% op de lange termijn (2024). De netto leegstand - de leegstand met aftrek van de oppervlakte die wordt verhuurd – bedraagt dan ongeveer 10%. De doelstelling in dit IHP voor de totale leegstand in Delft (maximaal 5%) is bereikbaar. Wanneer het de gemeente en schoolbesturen lukt om tot overeenstemming te komen over het terugbrengen van het aantal scholen in Tanthof en Buitenhof(zie par. 5.7 en 5.9), zakt de totale leegstand in Delft terug naar (netto) 5%.
3)
Spreiding De spreiding en de keuzemogelijkheden voor ouders voor de scholen in Delft blijft in iedere wijk op niveau. Wel wordt het aantal scholen teruggebracht.
4)
Nieuwbouw, renovatie, uitbreiding De volgende aanpassingenvoor nieuwbouw, renovatie en uitbreiding zijn gepland c.q. worden voorgesteld: - Nieuwbouw
-
Basisschool aan de Poptahof-Noord (uitgevoerd 2014)
- Huisvesting
-
IGBO
- Verbouwing
-
De Oostpoort (Oosteinde) (uitgevoerd 2014)
- Uitbreiding 3 lokalen
-
Max Havelaar (afronding 2014)
- Uitbreiding 2 lokalen
-
Freinetschool (van Slingelandtstraat) (uitgevoerd 2014)
- Passend Huisvesten
-
Mgr. Bekkers (door verhuizing 2015 naar de Fr. Van Eedenlaan)
- Hoogstaande renovatie of
-
vervangende nieuwbouw - Aanpassing/renovatie
44
Jan Vermeerschool (Maria Duystlaan) (2019 of zoveel eerder als mogelijk)
-
Cornelis Musiusschool (mogelijk huisvesting dislocatie Oostpoort)
met
oplossing
voor
45
46
6 PLANONTWIKKELING SBO EN (V)SO Delft telt twee SBO-scholen, gevestigd in een gezamenlijk gebouw in de wijk Buitenhof. De drie VSO-scholen in Delft zijn verdeeld over vier locaties. Het huidige voorzieningenniveau van SBO, SO en VSO in principe kan worden gehandhaafd. De samenwerkingsverbanden gaan er door de vereveningsgelden in de periode 2015-2019 financieel op vooruit (positieve verevening). De fysieke kwaliteit van enkele schoolgebouwen laat te wensen over. Er is ook een substantiële leegstand in de schoolgebouwen – in 2015 is het ruimteoverschot in de gebouwen voor SBO en (V)SO 19% van de beschikbare oppervlakte. Dit hoofdstuk beschrijft de voorlopige afspraken tussen de gemeente, schoolbesturen en de samenwerkingsverbanden over investeringen in schoolgebouwen voor SBO en (V)SO. De afspraken zijn voorlopig, omdat ze nauw samenhangen met de invoering van het Passend Onderwijs. Omdat nog onduidelijk is wat precies de gevolgen zullen zijn voor de scholen van de invoering van het Passend Onderwijs, kunnen de benodigde investeringen in de onderwijshuisvesting ook nog wijzigen. 6.1
Speciaal Basisonderwijs
Bestuur
School
Librijn
De Bouwsteen
Laurentius Laurentiusschool Delft SBO
Bouwjaar
Verhuur
BVO
lokalen
sept. 2014
2014
2018
2024
1976
1.493
741
793
756
1977
1.653
188
240
130
Totaal
3.146
929
1.033
886
Tabel 12: Ruimteoverschotten en tekorten in BVO voor 2014-2024.
Er zijn twee SBO-scholen in Delft: de Bouwsteen en de Laurentiusschool. Het gezamenlijke gebouw van beide scholen aan de Griegstraat is eind jaren 70 gerealiseerd. De huidige huisvesting van de SBO-scholen aan de Griegstraat is niet optimaal. Het gebouw heeft fictief een groot ruimteoverschot (30% van de beschikbare oppervlakte), maar telt te weinig lokalen voor het onderwijsconcept van het SBO. Daarnaast geeft medegebruik van lokalen tussen beide scholen onrust. De leerlingenontwikkeling van de SBO-scholen is volgens de prognose van PVG min of meer stabiel. Er is echter door veel onduidelijkheid over de toekomst van het SBO. Globaal gezien zijn er drie scenario’s mogelijk: -
Het SBO verdwijnt als onderwijsinstituut.
-
De SBO-scholen in Delft worden omgevormd tot één voorziening naar buiten toe (al dan niet met behoud van BRIN). Een SO-Cluster 4 voorziening wordt aan het gebouw toegevoegd.
-
De SBO-scholen worden omgevormd tot één voorziening naar buiten toe (al dan niet met behoud van BRIN). Andere voorzieningen worden aan het gebouw toegevoegd.
Voorstellen voor herschikking, uitbreiding, renovatie en nieuwbouw Het samenwerkingsverband Primair Onderwijs streeft naar twee SBO-voorzieningen in het samenwerkingsverband: één voorziening in Pijnacker-Nootdorp en één voorziening in Delft. Om de ambitie van het samenwerkingsverband te realiseren, formuleren Librijn en de Laurentius Stichting binnen twee jaar een gezamenlijke visie en een plan voor de huisvesting van het SBO. Hierbij wordt uitgegaan van renovatie van het huidige gebouw aan de Griegstraat. Eventuele aanpassingen aan het gebouw zijn gericht op het efficiënt huisvesten van één SBO-voorziening. Op basis van die visie zal de gemeente een besluit nemen over een eventuele investeringsbijdrage voor renovatie van het gebouw. Een gezamenlijke visie met een daarop aangepaste organisatie zijn daarvoor een randvoorwaarde.
47
6.2
(Voortgezet) Speciaal Onderwijs
Bestuur
School
Pleysier
Pleysier College Delft
Bouwjaar
Verhuur
BVO
lokalen
sept. 2014
2014
2018
2024
1966
1.084
1969/2006
3.822
841
801
704
HBS-VSO Herman Broerenschool 1981/2014
2.003
1008
975
956
1998
710
-668
-703
-750
Totaal
7.619
1.162
1.073
910
RESPONZ Maurice Maeterlinck
HBS-SO
Herman Broerenschool Delft (V)SO
Tabel 13: Ruimteoverschotten en tekorten in BVO voor 2014-2024. Voor het Pleysier College is geen prognose beschikbaar.
Analyse onderwijshuisvesting Er zijn drie (V)SO-scholen in Delft: het Pleysiercollege, Maurice Maeterlinck en de Herman Broerenschool. De scholen zijn in de tweede helft van de vorige eeuw gebouwd. De Herman Broerenschool heeft twee vestigingen: Een SO-locatie voor leerlingen tot 13 jaar en een VSO-locatie voor leerlingen vanaf 13 jaar. Het gebouw van de Maurice Maeterlinck is recent geheel gerenoveerd. Het (V)SO in Delft is over het algemeen ruim gehuisvest. De Pleysierschool is gehuisvest in een gehuurd pand – deze huisvesting ruim, maar voldoet niet. De Maurice Maeterlinck heeft een ruimteoverschot van 22%. Door leerlingengroei neemt dit ruimteoverschot op termijn iets af. De VSO-locatie van de Herman Broerenschool heeft een ruimteoverschot. De SO-locatie heeft een ruimtetekort. Over beide locaties beschouwd heeft de Herman Broerenschool een klein ruimteoverschot. Door de positieve verevening gaan de schoolbesturen en het samenwerkingsverband er van uit, dat een gelijkblijvend percentage van de leerlingen naar het (V)SO zal blijven gaan. Het voorzieningenniveau van (V)SO-scholen en de benodigde huisvesting blijven daarom naar verwachting ongewijzigd. Voorstellen voor herschikking, uitbreiding, renovatie en nieuwbouw Het (V)SO in Delft is over het algemeen ruim gehuisvest. De huisvesting van enkele scholen heeft echter wel een impuls nodig om te kunnen voldoen aan de ambities van Passend Onderwijs. Daarom is/wordt invulling gegeven aan de volgende ambities:
48
-
De VSO-locatie van de Herman Broerschool wordt verbouwd. Daarbij worden ook onder meer de 3 noodlokalen van de school vervangen door permanente huisvesting.
-
De Maurice Maeterlinck is geheel gerenoveerd.
-
Pleysiercollege: de gemeente is in gesprek met Pleysiercollege over vervangende huisvesting op termijn.
49
50
7 ANALYSE LOKALEN BEWEGINGSONDERWIJS Dit hoofdstuk analyseert per wijk vraag en aanbod van gymnastiek-voorzieningen voor het asisonderwijs. 7.1
Uitgangspunten
Algemeen In dit IHP wordt de capaciteit van de gymzalen voor het BO vergeleken met de ruimtebehoefte (conform de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs). Buiten het bereik van dit IHP vallen discussies en beslissingen over: -
De eventuele aanpak van tekorten en overschotten; de aanpak van het afstoten van overcapaciteit, in relatie tot o.a. ruimtelijke ordening en mate van integratie in lesgebouwen;
-
de invulling van het gebruik van de zalen buiten de lesuren van basisscholen, bijvoorbeeld voor buitenschoolse activiteiten;
-
in de verordening materiële financiële extra toegekende uren voor bewegingsonderwijs;
-
de in het regeerakkoord genoemde verhoging van het aantal uren bewegingsonderwijs, behandeld in 7.2;
-
avond-/weekendgebruik in relatie tot stimulatie van sporten en bewegen.
De capaciteitsbeoordeling in dit hoofdstuk (zie par. 7.3) leidt daarom niet vanzelfsprekend tot sloop (of voor zover van toepassing nieuwbouw) van gymzalen. Capaciteitsbeoordeling De behoefte aan in gymnastiek wordt afgeleid uit de leerlingenprognose. Voor het vergelijken van vraag en aanbod van gymnastiekvoorzieningen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: -
Capaciteit: Formeel heeft een lokaal bewegingsonderwijs een capaciteit van 40 uur. Basisscholen maken alleen gebruik van een gymzaal tijdens reguliere lestijden. De capaciteit van een gymzaal tijdens lesuren van een school voor BO is daarom 26 uur. Dat wil zeggen dat bij inroostering van 26 klokuren gymnastiekonderwijs een gymzaal volledig benut is.
-
Leerlingen van 6 jaar en ouder hebben recht op gymnastiekonderwijs.
-
Leerlingen van 4 en 5 jaar maken gebruik van een speellokaal.
-
De gymnastiekbehoefte voor het BO is gebaseerd op het aantal leerlingen. Deze gymnastiekbehoefte wordt afgeleid uit de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs.
-
Volgens de verordening mag, gezien het gemiddeld aantal gym-groepen per school, een gymzaal gemiddeld 3,5 km hemelsbreed van een school liggen. Om praktische redenen en om een redelijke loopafstand te houden is de situatie per wijk beoordeeld.
7.2
Bestuursakkoord OCW en PO-raad bewegingsonderwijs
In het regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’ (2012) verwoordt het kabinet de ambitie om het aantal bewegingsuren voor het basisonderwijs te verhogen naar 3 uur per groep per week. In juli 2014 hebben het kabinet en de PO-raad als uitwerking van deze ambitie een sectorakkoord gesloten over sport en bewegen. De basisscholen spreken daarin af om met ingang van 2017 minimaal twee lesuren per week bewegingsonderwijs te bieden; waar mogelijk streven scholen naar drie lesuren bewegingsonderwijs. Het extra bewegingsonderwijs kan breed worden ingevuld met bewegings- en sportactiviteiten, zoals gymlessen, spellessen en sportdagen. Het kabinet stelt hiervoor structureel een budget van € 444 mio per jaar beschikbaar. Het sectorakkoord heeft als doel kinderen meer te laten bewegen. Het is geen akkoord in om het aantal uren gymnastiekonderwijs te verhogen. De gemeente en de schoolbesturen in Delft zullen extra gymnastiekonderwijs proberen te faciliteren als zij hiervoor gecompenseerd worden vanuit het rijk. Het ruimtelijk realiseren van extra gymzalen in diverse wijken, bijvoorbeeld de binnenstad, is wel problematisch. Het sectorakkoord voorziet echter niet in extra middelen voor het realiseren van meer gymzalen en meer gymnastieklessen. Wel komt een klein budget ad. € 8 mio voor de jaren 2014-2016 vrij voor het opleiden van vakleerkrachten. Vooralsnog blijft het gymnastiekaanbod in Delft daarom ongewijzigd.
51
7.3
Capaciteitsbeoordeling Gebruik in klokuren
Capaciteit in klokuren
2014
2018
2024
Gymzaal Raam
26
26
27
29
Jan Vermeerschool (dis), Max Havelaar
Gymzaal Oosteinde
26
11
11
11
De Oostpoort (hfd+dis)
Gymzaal Koningsplein
26
18
20
21
Delftsche Schoolvereeniging
78
54
57
60
26
18
18
23
Jan Vermeerschool(hfd), Bernadette Maria
Gymzaal Loevesteinplaats
26
24
23
26
Freinetschool (hfd+dis), Het Mozaïek
Gymzaal Van Tienhovenstraat
26
21
24
24
Gabriëlschool (hfd), Vrije School Widar
52
45
47
50
Gymzaal Kristalweg
26
9
12
14
Gabriëlschool (dis), De Schatkaart
Gymzaal Van Alkemadestraat
26
8
11
11
Het Mozaïek (hfd)
52
17
23
24
26
23
23
23
Eglantier Tanthof, De Bonte Pael, De Bron
52
18
17
17
Simon Carmiggelt, De Regenboog, De Ark
Gymzaal Poptahof-Noord
26
23
20
24
Parkschool, Horizon, Montessori
Gymzaal Frederik van Edenlaan
26
14
17
17
De Eglantier (hfd+dis), Mgr. Bekkers
52
37
37
41
Gymzaal Van Rijslaan
26
14
12
12
Delftse Daltonschool, Titus Brandsma
Gymzaal Brahmslaan
26
11
11
11
De Horizon
Gymzaal De Gaullelaan
26
9
8
9
Gymzaal Griegstraat 2 en 4
52
18
20
25
130
60
59
65
26
23
21
23
Gymnastiekvoorziening
Gebruik makende PO- of SO-scholen
1. Binnenstad
2. Vrijenban Gymzaal Maria Duystlaan
3. Hof van Delft
4. Voordijkshoorn
5. Tanthof-West Sportzaal Angolastraat
6. Tanthof-Oost/Abtswoude Sportzaal/Gymzaal Fretstraat
7. Voorhof/9. Schieweg
8. Buitenhof
Rembrandtschool De Bouwsteen, De Laurentiusschool (SBO)
10. Wippolder/Ruiven Gymzaal Pr. Mauritsstraat
52
Cornelis Musius, Prins Maurits
Wijkgebonden analyse -
Binnenstad (wijk 1):
Er zijn drie gymzalen in de Binnenstad. Er is overcapaciteit van gymnastiekruimte. Er is geen mogelijkheid om een gymzaal af te stoten.
-
Vrijenban (wijk 2):
Er is één gymzaal voor het basisonderwijs in Vrijenban. De capaciteit van deze gymzaal is ruim voldoende voor de scholen in Vrijenban. Er is geen mogelijkheid om een gymzaal af te stoten.
-
Hof van Delft (wijk 3):
Er zijn twee gymzalen voor het basisonderwijs in Hof van Delft. De capaciteit van deze gymzalen is ruim voldoende voor de scholen in Hof van Delft. Er is geen mogelijkheid om een gymzaal af te stoten.
-
Voordijkshoorn (wijk 4):
Er zijn twee gymzalen voor het basisonderwijs in Voordijkshoorn. Er is een grote overcapaciteit aan gymnastiekruimte in de wijk. Door afspraken te maken met de buurgemeenten over capaciteit verwacht de gemeente dat het aantal leerlingen zal gaan groeien. Waardoor de overcapaciteit aanzienlijk zal verminderen. Er wordt daarom geen gymzaal afgestoten.
-
Tanthof-West (wijk 5):
De sportzaal aan de Angolastraat is de enige gymnastiekvoorziening voor basisonderwijs in de wijk. De capaciteit van deze sportzaal is voldoende voor de scholen in Tanthof-West. Er is geen mogelijkheid om een gymzaal af te stoten.
-
Tanthof-Oost/Abtswoude (wijk 6): De gecombineerde sportzaal/gymzaal aan de Fretstaat is de enige gymnastiekvoorziening in de wijk. Deze accommodatie wordt door alle drie de scholen in de wijk gebruikt. Er is een grote overcapaciteit aan gymnastiekruimte in de wijk. De sportzaal of de gymzaal kan worden afgestoten.
-
Voorhof/Schieweg (wijk 7+9):
Er zijn twee gymzalen voor het basisonderwijs in de Voorhof. De capaciteit van deze gymzalen is voldoende voor de scholen in Voorhof. Er is geen mogelijkheid om een gymzaal af te stoten.
-
Buitenhof (wijk 8):
Er is veel overcapaciteit van gymnastiekruimte in de Buitenhof. Van de vijf gymzalen kunnen er drie worden afgestoten. De loopafstand wordt hierdoor wel vergroot naar 750-1000 m.
-
Wippolder/Ruiven (wijk 10):
De gymzaal aan de Prins Mauritsstraat is de enige gymzaal voor basisonderwijs in de wijk. Deze gymzaal wordt gebruikt door de twee scholen in de wijk. Er is voldoende gymnastiekcapaciteit in de wijk. Er is geen mogelijkheid om een gymzaal af te stoten
Wijkoverstijgende analyse -
Binnenstad & Vrijenban:
Beide scholen in Vrijenban (Jan Vermeerschool, Bernadette Maria) liggen dicht tegen de Binnenstad aan. Wanneer de gymnastiekcapaciteit in de wijken door dit gegeven gezamenlijk worden beoordeeld is er wel een mogelijkheid om één gymzaal af te stoten.
-
Tanthof & Buitenhof:
Bij de planontwikkeling voor herschikking van scholen in de wijken Tanthof-Oost, Tanthof-West en Buitenhof kunnen ook de gymzalen betrokken worden.
53
8
INTEGRALE KINDCENTRA De gemeente stimuleert de ontwikkeling van IKC’s. De schoolbesturen zijn enthousiast over dit voornemen. De gemeente wil een format voor IKC’s te laten ontwikkelen. Daarom financiert de gemeente een pilot voor het opzetten van een IKC bij de Eglantier-Voorhof (Librijn) en bij de Max Havelaarschool (SCO Delft). De schoolbesturen Librijn en SCO-Delft zijn bij deze pilot betrokken. De pilot loopt sinds de zomer van 2013. De gemeente gaat ook de Laurentius Stichting betrekken in dit proces - als agenda-lid. De uitkomsten van de pilots bespreekt de gemeente met de schoolbesturen in het LOKABEL. Op grond van de uitkomsten van de pilots bepaalt de gemeente ook of en op welke wijze, geïnvesteerd kan worden in de ontwikkeling van IKC’s. Hiervoor is het noodzakelijk dat uniforme afspraken kunnen worden gemaakt met de schoolbesturen over de regels van verhuur (zie H10).
9
DOORDECENTRALISATIE BUITENKANT ONDERHOUD EN AANPASSING Bij de doordecentralisatie van buitenkant onderhoud en aanpassing van gebouwen sluit de gemeente Delft aan bij de wet- en regelgeving (zie par. 3.2). Dat betekent dat onderhoud aan gebouwen en aanpassingen van gebouwen vanaf 2015 de verantwoordelijkheid is van de schoolbesturen. Ook laat de gemeente bijvoorbeeld geen nulmeting opstellen voor de staat van onderhoud van gebouwen. De gemeente en schoolbesturen zullen in overleg moeten beslissen over de keuze tussen grootschalige renovatie en nieuwbouw, in relatie tot het voorliggende en komende IHP’s. Voor wat betreft renovatie zijn in dit IHP afspraken gemaakt voor de Bouwsteen (zie par. 6.3) en t.a.v. door de gemeente gefinancierde hoogstaande renovatie of vervangende nieuwbouw voor de Jan Vermeerschool (zie par. 5.4). Over eventueel resterende vraagstukken gaan gemeente en schoolbesturen in gesprek.
54
10 REGELS VOOR VERHUUR De gemeente en de schoolbesturen willen afspraken maken over een uniforme regeling over de verhuur van (leegstaande) lokalen aan maatschappelijke, culturele en recreatieve instellingen. De gemeente en de drie grote schoolbesturen onderschrijven de noodzaak voor het formuleren van uniform beleid voor de verhuur van lokalen. Uniforme verhuurprijzen zijn noodzakelijk omdat: -
Verhuurprijzen de toets van de Wet Markt en Overheid moeten kunnen doorstaan. Het in rekening brengen van huurwaarden onder de marktwaarde is niet geoorloofd.
-
Verschillen in verhuurprijzen de onderlinge concurrentie tussen de organisaties verstoren.
-
Overeenstemming over het verhuurbeleid in scholen een randvoorwaarde is voor de realisatie van IKC’s en andere verhuringen t.b.v. kinderopvang of andere maatschappelijke doeleinden.
De grootschalige leegstand bij de basisscholen (9.600 m2 bruto / 6.900 m2 netto) kost de gemeente geld. De gemeente wil deze kosten terugbrengen door een deel van de opbrengsten van verhuur van leegstaande gebouwen te ontvangen, danwel door de leegstaande onderwijsruimte zelf te kunnen verhuren. De schoolbesturen hebben een belang bij behoud van de verhuurinkomsten: De verhuurinkomsten worden door scholen gebruikt om exploitatielasten af te dekken. De schoolbesturen willen daarnaast regie over verhuur behouden. Zij zien het als een voordeel om zelf te kunnen bepalen aan wie ruimten verhuurd worden. De schoolbesturen en de gemeente hebben - rekening houdend met elkaars standpunten – uitgangspunten geformuleerd voor een uniform verhuurbeleid. Deze uitgangspunten zijn: -
Schoolbesturen gaan bij de verhuur van leegstaande onderwijslokalen een marktconforme verhuurprijs vragen aan huurders. Deze verhuurprijs kan verschillen per locatie. Het voorstel is om hierbij de gebouwen in te delen in drie kwaliteitscategorieën: a, b en c ‘locaties’. Binnen Haaglanden wordt dit systeem al gebruikt. Onderzocht wordt of dit ook voor Delft gewenst is.
-
Schoolbesturen en de gemeente gaan een normbedrag vaststellen voor de kosten van leegstand.
-
Ieder schoolbestuur draagt jaarlijks een deel van de opbrengsten van verhuur af aan de gemeente. De hoogte van deze bijdrage wordt bepaald door de totale opbrengsten uit verhuur (op geaggregeerd niveau) minus de totale genormeerde kosten van leegstand. Indien voor een schoolbestuur de genormeerde kosten voor verhuur groter zijn dan de opbrengsten op basis van markconforme verhuur, ontvangt de gemeente geen afdracht van dat schoolbestuur.
De regeling moet er aan bijdragen dat er op bestuursniveau een goede balans ontstaat van inkomsten uit verhuur en kosten van leegstand. De juridische en financiële consequenties van het voorstel bij de realisatie van IKC’s zijn nog niet duidelijk. De gemeente en de drie grote schoolbesturen gaan in samenwerking met de PO-raad, Ruimte-OK en de VNG in een expertgroep de regeling verder uitwerken - zowel voor IKC’s als voor gewone verhuur. De uitkomsten zullen worden voorgelegd aan het LOKABEL.
55
BIJLAGE I – INTENTIEVERKLARING VOORHOF
56
57
58
59
BIJLAGE II – HERZIENING IHP INVESTERINGEN Herziening IHP investeringen per 20 november 2014 Jaar van oplevering
MJB 2014
MJB 2015
MJB 2016
*
*
*
Nieuwbouw incl. sport voorz.
*
*
*
Grotius Praktijkschool
*
*
*
MJB 2017
MJB 2018
MJB 2019
MJB 2020
Bestuur en adres gebouw VO CHRISTELIJK LYCEUM DELFT Uitbreiding Molenhuispad SCHOLEN COMBINATIE DELFLAND
Laurentius Praktijkschool (aankoop)
*
*
Stanislas, Krakeelpolderweg 1
*
PO Laurentius/Regenboogsch. Verv . etc.
*
Eglantier Voorhof vervang
*
Laurentius, Oostpoort div.
*
Laurentius, Frederik van Eedenlaan
*
Laurentius, Prins Mauritsstraat 37 Laurentius, IGBO Jaffalaan 9
* ?
*
Librijn I. Boudier Bakkerstraat 2
*
*
*
Librijn, Maria Duystlaan 2 Brede School POPTAHOF
*
*
*
Specificatie reserveringen IHP PO Div. kleine besturen/IKC
*
*
Tanthof complexen
*
*
*
Slauerhofflaan
*
*
*
Passend onderwijs
60
*
*
*
Dit rapport is opgesteld in overleg met: Gemeente Delft A. Holkers M. Kats SCO Delft W. Schut Librijn B. Klompmaker Laurentius C. van der Kraan D. Wijsman Prins Mauritsschool P.J. de Ronde
Delftsche Schoolvereniging F. Remmerswaal Vrije School Widar J. Gommers Delftse Montessori School B. Heiderhobt Maurice Maeterlinckschool A. Blok Pleysier College K. Reekers Herman Broerenschool M. van Kesteren
Aan dit rapport hebben meegewerkt: Vastgoeddialoog M. Drenth, MSc Ir. O. Martens Vastgoeddialoog Postbus 475 – 3000 AL Rotterdam T 010 – 477 45 93 E
[email protected] www.vastgoeddialoog.nl
61
62