Gele katern
Centrale Financiën Instellingen
Regeling extra ict-vergoeding basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs Soort document Datum Kenmerk Datum inwerkingtreding Geldigheidsduur beleidsregel Juridische grondslag Relatie tot eerdere mededelingen Informatie verkrijgbaar bij Bestemd voor
Algemeen verbindend voorschrift 30 oktober 2000 PO/PJ-2000-37542 zie artikel 10 zie artikel 10 artikel 113 WEC enartikel 116 WPO n.v.t. CFI/ICO/PO, tel. 079-3232.333 scholen voor basisonderwijs; speciale scholen voor basisonderwijs; scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs.
Informatiewijzer - Besluit 1 + Artikel 1 Begripsomschrijving 1.1 + Artikel 2 Hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding 2000 voor voorhoedescholen als bedoeld in artikel 1 onderdeel a 1.2 + Artikel 3 Hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding 2000 voor niet-voorhoedescholen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a 1.3 + Artikel 4 Hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding 2000 voor voorhoedescholen voor leerlingen met een zintuiglijke of lichamelijke handicap als bedoeld in artikel 1, onderdeel b 1.4 + Artikel 5 Hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding 2000 voor niet-voorhoedescholen voor leerlingen met een zintuiglijke of lichamelijke handicap als bedoeld in artikel 1, onderdeel b 1.5 + Artikel 6 Hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding 2000 voor voorhoedescholen voor leerlingen met een meervoudige handicap als bedoeld in artikel 1, onderdeel c 1.6 + Artikel 7 Hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding 2000 voor niet-voorhoede-scholen voor leerlingen met een meervoudige handicap als bedoeld in artikel 1, onderdeel c 1.7 + Artikel 8 Eenmalige hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding voor de voorbereiding op Kennisnet 1.8 + Artikel 9 Bekendmaking 1.9 + Artikel 10 Inwerkingtreding 1.10 - Algemene toelichting 2 + 1. Inleiding 2.1 + 2. Scholen die onder de regeling vallen 2.2 + 3. Onderscheid voorhoede- en niet voorhoedescholen in de hoogte van het bedrag per leerling 2.3 + 4. Hoogte van de bedragen per leerling 2.4 + 5. Besteding van de bedragen per leerling 2.5 + 6. Eenmalige verhoging met ƒ3000,- per school voor voorbereiding van de school op Kennisnet 2.6
Gele katern + 7. Leerlingtelling + 8. Procedure
Centrale Financiën Instellingen 2.7 2.8
Gele katern
Centrale Financiën Instellingen
1. Besluit De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, Gelet op artikel 113 van de Wet op de expertisecentra en artikel 116 van de Wet op het primair onderwijs; Besluit:
1.1 Artikel 1 Begripsomschrijving In deze regeling wordt verstaan onder: a. scholen: basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs; aan speciale scholen voor basisonderwijs verbonden afdelingen voor zeer moeilijk lerende kinderen; scholen bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra met uitzondering van scholen respectievelijk instellingen voor het speciaal onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, b, c, d, f en n; b. scholen voor leerlingen met een lichamelijke of zintuiglijke handicap: scholen voor het speciaal onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, b, c, d, f van de Wet op de expertisecentra en scholen voor het speciaal onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel n van de Wet op de Expertise centra voor zover het scholen betreft voor onderwijs aan moeilijk of zeer moeilijk lerende kinderen met een lichamelijke handicap; c. scholen voor meervoudig gehandicapte leerlingen: scholen en afdelingen voor het speciaal onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel n van de Wet op de expertisecentra met uitzondering van scholen voor onderwijs aan moeilijk of zeer moeilijk lerende kinderen met een lichamelijke handicap; d. voorhoedescholen: de in onderdeel a, b en c genoemde scholen waaraan op grond van artikel 3, eerste lid van de Subsidieregeling informatie- en communicatietechnologie in het primair en voortgezet onderwijs, Uitleg OCenW-regelingen 1998 nr.1 en Uitleg OCenW-regelingen 1998, nr. 15, subsidie is verstrekt; e. niet-voorhoedescholen: de in onderdeel a, b en c genoemde scholen waaraan geen subsidie is verstrekt op grond van artikel 3, eerste lid van de Subsidieregeling informatie- en communicatietechnologie in het primair en voortgezet onderwijs, Uitleg OCenW-regelingen 1998 nr.1 en Uitleg OCenW-regelingen 1998, nr. 15; f. peildatum: de teldatum op basis waarvan de vergoeding voor de materiële instandhouding voor het jaar 2000 is vastgesteld.
Gele katern
Centrale Financiën Instellingen
1.2 Artikel 2 Hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding 2000 voor voorhoedescholen als bedoeld in artikel 1 onderdeel a De vergoeding voor de materiële instandhouding voor het jaar 2000 die het bevoegd gezag van een voorhoedeschool, voor zover het een school betreft die wordt bedoeld in artikel 1, onderdeel a, ontvangt, wordt eenmalig verhoogd met ƒ 60,- per leerling die op de peildatum op die school is ingeschreven.
1.3 Artikel 3 Hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding 2000 voor niet-voorhoedescholen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a De vergoeding voor de materiële instandhouding voor het jaar 2000 die het bevoegd gezag van een niet-voorhoedeschool, voor zover het een school betreft die wordt bedoeld in artikel 1, onderdeel a, ontvangt, wordt eenmalig verhoogd met ƒ 65, - per leerling die op de peildatum op die school is ingeschreven.
1.4 Artikel 4 Hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding 2000 voor voorhoedescholen voor leerlingen met een zintuiglijke of lichamelijke handicap als bedoeld in artikel 1, onderdeel b De vergoeding voor de materiële instandhouding voor het jaar 2000 die het bevoegd gezag van een voorhoedeschool, voor zover het een school betreft die wordt bedoeld in artikel 1, onderdeel b, ontvangt, wordt eenmalig verhoogd met ƒ 82,80 per leerling die op de peildatum op die school is ingeschreven.
1.5 Artikel 5 Hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding 2000 voor niet-voorhoedescholen voor leerlingen met een zintuiglijke of lichamelijke handicap als bedoeld in artikel 1, onderdeel b De vergoeding voor de materiële instandhouding voor het jaar 2000 die het bevoegd gezag van een niet-voorhoedeschool, voor zover het een school betreft die wordt bedoeld in artikel 1, onderdeel b, ontvangt, wordt eenmalig verhoogd met ƒ89,70 per leerling die op de peildatum op die school is ingeschreven.
1.6 Artikel 6 Hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding 2000 voor voorhoedescholen voor leerlingen met een meervoudige handicap als bedoeld in artikel 1, onderdeel c 1. De vergoeding voor de materiële instandhouding voor het jaar 2000 die het bevoegd gezag van een voorhoedeschool, voor zover het een school betreft die wordt bedoeld in artikel 1, onderdeel c, ontvangt, wordt eenmalig verhoogd met het in het tweede lid genoemde bedrag per leerling die op de peildatum op die school is ingeschreven dat afhankelijk is van de eerste en tweede handicap van de leerlingen van die school.
Gele katern 2. Eerste Handicap Zintuiglijk/lichamelijk Zintuiglijk/lichamelijk Niet-zintuiglijk/lichamelijk Niet-zintuiglijk/lichamelijk
Centrale Financiën Instellingen
Tweede handicap zintuiglijk/lichamelijk niet-zintuiglijk/lichamelijk zintuiglijk/lichamelijk niet-zintuiglijk/lichamelijk
Bedrag per leerling ƒ136,62 ƒ121,80 ƒ113,82 ƒ99,-
1.7 Artikel 7 Hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding 2000 voor niet-voorhoede-scholen voor leerlingen met een meervoudige handicap als bedoeld in artikel 1, onderdeel c 1. De vergoeding voor de materiële instandhouding voor het jaar 2000 die het bevoegd gezag van een niet-voorhoedeschool, voor zover het een school betreft die wordt bedoeld in artikel 1, onderdeel c, ontvangt wordt eenmalig verhoogd met het in het tweede lid genoemde bedrag per leerling die op de peildatum op die school is ingeschreven dat afhankelijk is van de eerste en tweede handicap van de leerlingen van de school. 2. Eerste handicap Zintuigelijk/lichamelijk Zintuiglijk/lichamelijk Niet-zintuiglijk/lichamelijk Niet-zintuiglijk/lichamelijk
Tweede handicap zintuiglijk/lichamelijk niet-zintuiglijk/lichamelijk zintuiglijk/lichamelijk niet-zintuiglijk/lichamelijk
Bedrag per leerling ƒ148,01 ƒ131,95 ƒ123,31 ƒ107,25
1.8 Artikel 8 Eenmalige hogerstelling vergoedingsbedrag materiële instandhouding voor de voorbereiding op Kennisnet De vergoeding voor de materiële instandhouding voor het jaar 2000 die het bevoegd gezag van een school, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, b en c, of een nevenvestiging, bedoeld in artikel 1, van de Wet op het primair onderwijs ontvangt wordt eenmalig verhoogd met ƒ3000,- per school en daar boven ƒ3000,- per nevenvestiging.
1.9 Artikel 9 Bekendmaking Deze regeling zal met toelichting in Uitleg OCenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Gele katern
Centrale Financiën Instellingen
1.10 Artikel 10 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van Uitleg OCenW-Regelingen waarin deze regeling is geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2001, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op afrekeningen en beslissingen naar aanleiding van bezwaar- en beroepsprocedures.
De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. K.Y.I.J. Adelmund
2. Algemene toelichting 2.1 1. Inleiding Informatie- en communicatietechnologie (ict) levert een belangrijke bijdrage aan het onderwijsleerproces en biedt mogelijkheden om leerlingen in hun eigen tempo en zelfstandig te laten werken. Daarnaast zorgt ict voor verbetering van de kwaliteit en aantrekkelijkheid van het onderwijs. Om die reden heeft het kabinet besloten om de middelen die structureel ten behoeve van ict beschikbaar zullen worden gesteld, sneller toe te kennen dan aanvankelijk in het uitwerkingsplan, de nota 'Onderwijs on line. Verbindingen naar de toekomst', in het vooruitzicht was gesteld. In deze nota was in het vooruitzicht gesteld dat vanaf het jaar 2003 alle scholen voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs een bedrag van in totaal 100 gulden per leerling zouden ontvangen. Concreet zullen als gevolg van de afspraken in het kabinet, de genoemde scholen met ingang van het jaar 2000 een hogere vergoeding ontvangen dan het bedrag van 100 gulden per leerling dat aanvankelijk vanaf 2003 in het vooruitzicht was gesteld. In de nota 'onderwijs on line' is eveneens aangegeven dat de ict-middelen voor de scholen zoveel mogelijk deel zullen uitmaken van de reguliere bekostigingssystematiek. Voor scholen voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs vormen de ict-middelen daarom een onderdeel van de reguliere vergoeding voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding. Aan het besluit om de structureel voor ict beschikbare middelen sneller aan de scholen te doen toekomen, wordt uitvoering gegeven door middel van de onderhavige regeling. Deze regeling verhoogt eenmalig, evenals dat in het voorgaande jaar het geval was, de reguliere vergoeding per leerling voor het programma van eisen onderhoud, vervanging en vernieuwing onderwijsleerpakket en onderhoud meubilair. De wijze waarop de extra middelen dit jaar worden toegekend sluit zodoende rechtstreeks aan op de situatie vanaf 2001 waarin de in deze regeling genoemde bedragen per leerling naar verwachting zullen zijn toegevoegd aan de programma's van eisen.
Gele katern
Centrale Financiën Instellingen
2.2 2. Scholen die onder de regeling vallen Door middel van deze regeling wordt een extra vergoeding voor ict toegekend aan scholen in het basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs. Concreet is de regeling van toepassing op: - basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs; - afdelingen voor zeer moeilijk lerende kinderen die zijn verbonden aan speciale scholen voor basisonderwijs en - scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de WEC. Scholen die niet onder deze regeling vallen Deze regeling heeft geen betrekking op de volgende schoolsoorten: - scholen of afdelingen voor praktijkonderwijs als bedoeld in artikel II, vijfde lid, artikel V, eerste lid en artikel VIII, eerste lid van de wet van 25 mei 1998, Stb. 337; - scholen of afdelingen voor leerwegondersteunend onderwijs als bedoeld in artikel II, eerste lid, of artikel IV, eerste lid, van bovengenoemde wet; en - scholen of afdelingen voor speciaal voortgezet onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden als bedoeld in artikel 125 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en scholen of afdelingen voor speciaal voortgezet onderwijs aan moeilijk lerende kinderen als bedoeld in artikel 125 van de WVO. De vergoeding voor ict voor deze scholen wordt geregeld in de regeling vergoeding voor ict voor scholen voor voortgezet onderwijs en svo 2000.
2.3 3. Onderscheid voorhoede- en niet voorhoedescholen in de hoogte van het bedrag per leerling Omdat de voorhoedescholen in het verleden door middel van een speciale subsidie in staat zijn gesteld om extra te investeren in de implementatie van ict, hebben zij in afwijking van de overige scholen in de afgelopen jaren slechts middelen ontvangen die bestemd waren voor de exploitatielasten van de gedane investeringen. De overige scholen ontvingen een hoger bedrag per leerling dat naast besteding aan exploitatielasten bestemd was voor investeringen in de voor ict benodigde hard- en software. Genoemde verschillen in de hoogte van het bedrag per leerling zouden aanvankelijk met ingang van 2003 verdwijnen. Vanaf dat moment zouden alle scholen een bedrag van 100 gulden per leerling ontvangen. Als gevolg van bovengenoemde afspraken in het kabinet zal het onderscheid tussen voorhoede- en niet-voorhoedescholen echter al vanaf 2002 vervallen.
2.4 4. Hoogte van de bedragen per leerling De vergoeding voor ict maakt onderdeel uit van de reguliere bekostiging van de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding. Binnen dat systeem is de vergoeding opgenomen in de vorm van een bedrag per leerling in het programma van eisen onderhoud, vervanging en vernieuwing onderwijsleerpakket en onderhoud meubilair. Ten tijde van de vaststelling en publicatie van de programma's van eisen voor het jaar 2000,
Gele katern
Centrale Financiën Instellingen
was nog niet bekend dat bovengenoemde extra investering zou plaatsvinden. Om die reden worden de in de programma's van eisen opgenomen bedragen door middel van de onderhavige regeling verhoogd. De hoogte van het bedrag dat een school per leerling ontvangt is afhankelijk van de vraag of de school is aangemerkt als voorhoedeschool. Daarnaast ontvangen scholen voor lichamelijk of zintuigelijk gehandicapte leerlingen en scholen voor meervoudig gehandicapte leerlingen een hoger bedrag. Met behulp van dat hogere bedrag worden die scholen in staat gesteld om informatie- en communicatietechnologie in te zetten die is aangepast aan de handicaps van de aan deze scholen ingeschreven leerlingen. In de onderstaande tabel is per schoolsoort de oorspronkelijke vergoeding per leerling en de nieuwe vergoeding per leerling opgenomen.
Artikel 2, 3 (bao,sbo+so niet-lich/zint) 4, 5 (so lich/zint + tyl-tyl) 6, 7 mg Zint/lich+zint/lich 6, 7 mg zint/lich+nietzint/lich 6, 7 mg nietzint/lich+zint/lich 6, 7 mg nietzint/lich + idem
Oud bedrag voorhoede ƒ 50,-
Nieuw bedrag voorhoede ƒ 110,-
Oud bedrag nietvoorhoede ƒ 60,-
Nieuw bedrag niet-voorhoede ƒ 125,-
ƒ 69,-
ƒ 151,80
ƒ 82,80
ƒ 172,50
ƒ 113,85
ƒ 250,47
ƒ 136,62
ƒ 284,63
ƒ 101,50
ƒ 223,30
ƒ 121,80
ƒ 253,75
ƒ 94,85
ƒ 208,67
ƒ 113,82
ƒ 237,13
ƒ 82,50
ƒ 181,50
ƒ 99,-
ƒ 206,25
2.5 5. Besteding van de bedragen per leerling De verhoging van de vergoeding heeft tot doel de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren door middel van de inzet van moderne informatie- en communicatietechnologie. De middelen worden toegevoegd aan het budget voor de materiële instandhouding en kunnen onder andere worden besteed aan de aanschaf van hard- en software, het onderhoud en beheer van die voorzieningen, scholing van personeel op het gebied van ict en de coördinatie van ict-activiteiten. De vergoeding is bedoeld als bijdrage voor alle kosten die met het bovenstaande samenhangen. Daartoe behoren dus ook de kosten van de aanleg van extra stopcontacten, kabelgoten, grotere groepenkasten en dergelijke alsmede de kosten voor telefoon, elektriciteit, en abonnementen die voortvloeien uit het ict-gebruik. Door monitoring en inspectietoezicht wordt gevolgd hoe de aanvullende vergoeding voor ict wordt ingezet.
Gele katern
Centrale Financiën Instellingen
2.6 6. Eenmalige verhoging met ƒ3000,- per school voor voorbereiding van de school op Kennisnet Tijdens de topconferentie van regeringsleiders van de Europese Unie in Lissabon is op aanbeveling van de Europese Commissie de doelstelling geformuleerd om voor 2002 alle scholen toegang tot internet te verschaffen. Oorspronkelijk was het de bedoeling van de Nederlandse regering dat eind 2003 alle scholen op Kennisnet zouden zijn aangesloten. Door die datum te verschuiven naar eind 2001 voldoet Nederland aan de doelstelling van de topconferentie in Lissabon. De feitelijke aansluiting van scholen op Kennisnet wordt rechtstreeks door het ministerie van OCenW betaald. Daarnaast zullen alle scholen waarop de onderhavige regeling van toepassing is met ingang van 2001 een vergoeding ontvangen voor het feitelijk gebruik van Kennisnet. Over de aansluiting op Kennisnet en de vergoeding voor het gebruik ervan wordt u afzonderlijk geï nformeerd Om scholen in staat te stellen voorbereidingen te treffen om Kennisnet daadwerkelijk in de klas te kunnen gebruiken, verhoog ik voor iedere school waarop deze regeling betrekking heeft eenmalig de vergoeding met ƒ3000,-. Scholen die bestaan uit een hoofdvestiging en een of meer nevenvestigingen ontvangen ƒ3000,- per vestiging. Dit bedrag kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor de aanschaf van software, de inrichting van beheersvoorzieningen en het opstarten van of participeren in een ictsamenwerkingsverband. De eenmalige verhoging kan ook worden gebruikt voor de realisatie van onderwijskundige aspecten zoals bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering van het personeel of het opstellen van een ict-beleidsplan.
2.7 7. Leerlingtelling De middelen die door middel van deze regeling worden toegekend, maken zoals gezegd deel uit van het budget voor de materiële instandhouding. Op de leerling-telling zijn daarom de geldende wettelijke bepalingen ter zake van toepassing. In het kort betekent dit dat de hoogte van de vergoeding wordt berekend op basis van het aantal leerlingen op 1 oktober 1999. Voor basisscholen wordt dit aantal verhoogd met 3%. In het geval dat basisscholen of scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs als gevolg van een toename van het aantal leerlingen in aanmerking komen voor een ophoging van de formatie, gelden de teldata 1 maart 2000 (basisscholen) en 16 januari 2000 (scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs). Wanneer scholen per 1 augustus 2000 worden samengevoegd is de hoogte van de vergoeding in het jaar 2000 aan de uit de samenvoeging ontstane school gelijk aan de som van de vergoedingen die aan de bij de samenvoeging betrokken scholen zouden zijn toegekend wanneer die samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden. Voor nieuwe scholen wordt ten behoeve van de berekening van de hoogte van de vergoeding uitgegaan van het aantal leerlingen op 1 oktober 2000.
Gele katern
Centrale Financiën Instellingen
2.8 8. Procedure Bevoegde gezagsorganen ontvangen automatisch de beschikking waarbij de vergoeding voor de materiële instandhouding wordt verhoogd. Zij behoeven daartoe geen aanvraag in te dienen. Naar verwachting zal de extra vergoeding eind 2000 worden uitgekeerd. Ten behoeve van nieuwe scholen ontvangen bevoegde gezagsorganen de extra bijdrage in het voorjaar van 2001. De reden voor die latere uitbetaling is dat de juistheid van de leerlinggegevens op basis waarvan de vergoeding wordt toegekend niet eerder kan komen vast te staan. De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. K.Y.I.J. Adelmund