G e m e e n t e Amsterdam
Bezoekadres Buikslotermeerplein 2000 1025 XL Amsterdam
Stadsdeel Noord
Postbus 37608 1030 BB Amsterdam Telefoon: 14 020 Fax: 020 634 9340 www.noord.amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 37608 1030 BB Amsterdam De fractie van GroenLinks t.a.v. mevrouw iVi. Min-Leliveld Buikslotermeerplein 2000 1025 XL AMSTERDAM
I 4 um 2012 Datum Ons kenmerk
Z12-42022/30019
Uw kenmerk Behandeld door
L.M.M. Kokhuis
Doorkiesnummer
020 634 9375
E-mail
[email protected] Bijlagen 2 Onderwerp Beantwoording schriftelijke raadsvragen inzake woningcorporaties
Geachte mevrouw Min, Op 19 februari jl. heeft u namens de fractie GroenLinks schriftelijke vragen ingediend over de problemen bij woningcorporatie Vestia te Rotterdam. Hierna beantwoorden wij uw vragen. Uw toelichting: De woningbouwcorporatie Vestia in Rotterdam is recentelijl< in problemen geraal
Hebben de problemen van Vestia ool< consequenties voor de corporaties in Amsterdam en Amsterdam-Noord? Zo Ja, wat l
Zodra meer bekend is over de door wethouder Ossel bedoelde onderzoeken, zullen wij u daarover aanvullend informeren.
Kenmerk Z12-42022
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Noord
Pagina 2 van 2 Wij vertrouwen erop u met deze beantwoording van dienst te zijn.
IVlet vriendelijke groet, het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord, gemeente Amsterda
mevr. mr. drs. H.B.P. Eibers secretaris
' drs. R. Post voorzitter I
G e m e e n t e Amsterdam
Stadsdeel Noord Bestuursflap
Samenvatting Onderwerp
Beantwoording schriftelijl<e raadsvragen fractie GroenLinl<s inzake woningcorporaties
Zaaknummer
Z12-42022
Behandelend ambtenaar
L.M.IVI. Kokhuis (020 634 9375)
Unit/Afdeling Programma
UOS/OFD Stedelijke Ontwikkeling
Doelstelling Bevoegd bestuursorgaan
Dagelijks Bestuur, ter kennisneming aan Deelraad
Procedure
A
Na besluitvorming
Origineel met bijlagen (via JBZ) naar DDV
Soort notitie
Besluit nr. 5098-A Beantwoording sctiriftelijl<e raadsvragen GroenLinl<s inzal<e woningcorporaties Pagina 2 van 4
Gemeente Amsterdam stadsdeel Noord
Besluit dagelijks bestuur Nummer
5098-A
Onderwerp
Beantwoording scliriftelijke raadsvragen GroenLinks inzake woningcorporaties
Bestuurlijl<e verantwoordelijl
Portefeuille Volkshuisvesting & IVIonumenten
Bestuurlijl< verantwoordelijl^e
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord, gemeente Amsterdam besluit:
De inhoud van de brief met kenmerk Z12-42022/30019 aan de fractie van GroenLinks inzake woningcorporaties, vast te stellen.
Ondertekening
3 Hill 2mi Het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord, gemeente Amsterdam
mevr. rar. drs, HrB.P. Eibers
iMirs. R. Post
secretaris
I |oorzitter
Besluit nr. 5098-A Beantwoording schriftelijke raadsvragen GroenLinks inzake woningcorporaties Pagina 4 van 4
Gemeente Amsterdam stadsdeel Noord
Publiekssamenvatting N.v.t.
i—
Juridisch l
iVlarislo IVlin
Fractie
GroenLinks
Procedure schriftelijk indienen bij raadsvoorzitter afschrift naar raadsleden op ingekomen-stnkkenlijst bij eerstvolgende vergadering dagelijks bestuur beantwooidt vragen binnen 14 dagen na ontvangst afschrift antwoord naar raadsleden
Datum indiening 19 februari 2012 Aan de voorzitter van de deelraad van Amsterdam-Noord Het dagelijks bestuur/de voorzitter van liet dagelijks bestuur*) wordt verzocht de volgende vragen te beanwoorden Hebben de problemen van Vestia ook consequenties voor de corporaties in Amsterdam en Amsterdam Noord? Zo ja, wat kunnen hiervan de consequenties zijn voor lopende projecten in Amsterdan Noord? Zijn er soortgelijke problemen te verwachten bij een woningcorporaratie in Amstetrdam Noord? *) Doorhaien wat niet verlangd wordt.
Toelichting De woningbouwvcorporatie Vestia in Rotterdam is recentelijk in problemen geraakt wegens speculatieve beleggingen. Andere woningcorporaties werd gevraagd hen te helpen Handtekening
1 Datum ontvangst
Nummei schriftelijke vraag
Datum antwoord
reg. nr.
Bezoekadres Stadhuis, Amstel 1 1011 PN AMSTERDAM Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 020 552 2100
^^^^
^^^^^
Gemeente Amsterdam Wethouder F. Ossel Portefeuille Wonen en Wijken, Grote stedenbeleid, Armoedebeleid, Openbare Ruimte en Groen en Haven
Retouradres: Postbus 1900, 1000 BX Amsterdam Aan de Raadscommissie BWK
Datum Ons kenmerk
22 februari 2012
Behandeld door Doorkiesnummer
A. Klandermans 06 8362 3200
E-mail
a.klandermansOiwzs.amsterdam.nl
Onderwerp
N.a.v. derivaten Vestia
Geachte commissieleden, In uw vergadering van 1 februari 2012 heb ik u mededelingen gedaan over woningcorporatie Vestia. In vervolg daarop wil ik u middels deze brief informeren over de thans bekende stand van zaken, Vestia Zoals ik u daarbij heb bericht is woningcorporatie Vestia in moeilijkheden gekomen door derivatenposities. Vestia sloot deze derivaten af om zich te Verzekeren" tegen de risico's van rentestijging op langere termijn. Tegelijk sloot de corporatie derivaten af waarmee de banken zich verzekerden tegen een rentedaling. Door deze constructies was Vestia in staat tegen zeer gunstige rente leningen aan te trekken, Vestia kon zo ruim investeren in de volkshuisvesting, zonder dat bijvoorbeeld verkoop van bezit nodig was om deze investeringen mogelijk te maken. Vestia heeft daarbij bovendien meer derivaten afgesloten dan strikt noodzal<e!ijk. Doordat de rentedaling de afgelopen tijd groter was dan door Vestia was ingeschat, ontstond een situatie waarin de banken een beroep deden op de "verzekering" tegen rentedaling. Van Vestia werd gevraagd te zorgen voor extra waarborgen (onderpand). Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) was niet meer bereid het benodigde krediet te borgen. Andere corporaties Inmiddels is duidelijk geworden dat er meer corporaties zijn in Nederland die derivaten hebben afgesloten. Dat geldt zoals uit de jaarverslagen blijkt, ook voor Amsterdamse corporaties. Niet alle corporaties hebben daarbij gekozen voor een vergelijkbare, risicovolle constructie als Vestia en geen enkele corporatie heeft een derivatenpositie van een ook maar enigszins vergelijkbare omvang als Vestia. Er zijn op dit moment geen signalen dat andere corporaties in vergelijkbare problemen verkeren. De toezichthouder op de corporaties, het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting onderzoekt op dit moment de leningen- en derivatenpositie van alle corporaties in Nederland. Het Fonds verwacht dat onderzoek eind februari afgerond te hebben. Op dat moment zal ook blijken hoe het risicoprofiel van andere corporaties is als gevolg van derivaten. Zodra deze resultaten openbaar zijn zal ik uw commissie nader informeren.
Het Stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein,
Februari 2012 Kenmerl<: Pagina 2 van 4
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven
Steunoperatie Omdat Vestia niet in staat was de door de banken gevraagde waarborgen te leveren ontstond de situatie dat Vestia mogelijk voor sanering door het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting In aanmerking zou komen. Deze schuldsanering zou dan voor rekening van de Nederlandse corporaties zijn gekomen, waardoor een aanzienlijke aanslag op de investeringsruimte zou hebben plaats gehad. Om die reden is op initiatief van Aedes een onderzoek gestart naar de mogelijkheid van een aantal grote corporaties in het land (waaronder Ymere, Eigen Haard en de Alliantie) deze borgstelling te leveren. Met een dergelijke borgstelling zou Vestia weer in rustiger vaarwater kunnen komen. Op termijn zou bij rentestijging de borgstelling weer kunnen vrij vallen, de miljarden van Vestia zijn dus niet verloren. Intussen heeft Vestia dan tijd om zijn derivatenportefeuille af te bouwen en zo het risicoprofiel te herzien. Op dit moment zijn echter nog geen afspraken gemaakt over borging door de betrokken corporaties. Van daadwerkelijke borgstelling door de corporaties is nog geen sprake. Wel lijkt het WSW intussen weer bereid tot borging. Ook het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting en het ministerie van BZK buigen zich thans over de manier waarop de problematiek rond Vestia kan worden opgelost. Ook op dat punt verwacht het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting begin maart tot conclusies te komen. Ook daarover zal ik u op dat moment nader informeren. GemeenteliJI<e risico's In de pers zijn intussen ook berichten verschenen als zouden de gemeenten Rotterdam en den Haag deels ook aangeslagen worden als borg voor Vestia. De Rotterdamse wethouder Wonen Hamit Karakus heeft in de Rotterdamse gemeenteraad echter aangegeven dat hij de kans daarop uiterst beperkt acht. Er is ook geen sprake van een claim op deze gemeenten. De risicopositie voor de gemeenten wordt beperkt door de volgende voorliggende voorzieningen. In eerste instantie is het zo dat in geval van financiële problemen door een corporatie steun gezocht moet worden bij het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting. Dat fonds stelt dan een saneringsplan op en kan in dat verband ook financiële steun verlenen. Die steun wordt dan betaald uit een heffing bij alle Nederlandse corporaties. In tweede instantie wordt het risico geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Wanneer corporaties niet in staat zijn hun verplichtingen te voldoen kan een financier die verhalen op het WSW. Pas als het garantievermogen van het WSW daalt tot onder 0,25 % van het bedrag waarvoor het WSW borg staat, treedt de achtervangpositie van Rijk en gemeenten in werking in de vorm van het verstrekken van renteloze leningen aan het WSW. Op het moment dat het WSW weer over voldoende middelen beschikt worden deze leningen afgelost. Per 31-12-2011 bedraagt het door het WSW geborgde bedrag € 87,6 mld. Daar staat een garantievermogen van € 3,8 mid. tegenover. Het minimale garantievermogen van het WSW (de eerder genoemde 0,25 %) bedraagt € 219 min. De marge is dus nog groot.
2
Februari 2012 Kenmerl<; Pagina 3 van 4
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven
Mocht uiteindelijk toch de achtervang vari Rijk en gemeenten worden aangesproken dan neemt het Rijk 50 % voor zijn rekening. De resterende 50 % is voor rekening van de gemeenten. Daarvan komt weer de helft ten laste van de zogenaamde schadegemeenten en de helft voor alie Nederlandse gemeenten. Voordat dat het geval is zullen naar venA/achting door de Nederlandse corporaties verschillende maatregelen zijn genomen om de financiële situatie van de sector op orde te brengen. Voor zover we nu kunnen zien is de kans dat de gemeentelijke achtervang daadwerkelijk aangesproken wordt beperkt. Echter de hoogte van de borgstelling van onze gemeente is omvangrijk. Met name dit laatste aspect maakt dat ons College zeer alert is op de ontstane situatie. Ik heb dan ook samen met de wethouder Financiën opdracht gegeven tot een financieel expertise onderzoek om alle verbonden gemeentelijke risico's in beeld te krijgen en te beoordelen. Dit interne onderzoek is belegd bij WZS in samenwerking met DMC, De uitkomsten van dit onderzoek zullen wij inzetten voor het overleg met het Rijk over de regels en structuur van het WSW, waarbij wij ook de aard van onze achtervangpositie in het WSW onderwerp van gesprek zal zijn. Het belang van borging door gemeenten van leningen van corporaties is groot, omdat op die manier hun investeringsopgave kan worden gefinancierd. Om die redenen heeft de gemeente Amsterdam ook een zogenaamde achtervangovereenkomst gesloten met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, Daarmee zijn Amsterdamse corporaties in staat tegen een gunstige rente leningen aan te trekken onder borging van het WSW wat gunstig is voor de voortgang van woningbouw en woningverbetering in Amsterdam. De kwestie met Vestia laat zien dat zowel het interne als het externe toezicht op corporaties moet worden versterkt. Ook ben ik van mening dat de informatieverstrekking aan gemeenten moet worden verbeterd. Nu is het zo dat gemeenten maar tot op zeker hoogte geïnformeerd zijn over de risico's die door Nederlandse corporaties worden genomen en in het geheei geen mogelijkheden hebben in de sfeer van financieel toezicht op de corporaties. Daartegenover dragen de gemeenten wel bij in het borgen van het financiële risico. Ik ben dan ook voornemens om ook in VNG-verband de borgingsstructuur van de sector en het toezicht daarop ter discussie te stellen. In vesteringsruimte Zoals Ik in de commissievergadering van 1 februari 2012 heb aangegeven ben ik van mening dat een eventueie steunoperatie van de Amsterdamse corporaties nietten koste mag gaan van de investeringsruimte van deze corporaties in Amsterdam. De bij de operatie betrokken corporaties hebben mij verzekerd dat dit ook hun uitgangspunt is. Daarentegen zou een ingrijpende sanering van Vestia ln elk geval een aanslag betekenen op de investeringsruimte van de corporaties. Daarom hebben de corporaties er de voorkeur aan gegeven om de optie van borging te onderzoeken. Ik zal de betrokken Amsterdamse corporaties er op blijven aanspreken dat de investeringen in Amsterdam door eventuele steun aan Vestia niet in gevaar mogen komen. En ook in mijn contacten met het ministerie van BZK en het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting zal ik die positie innemen.
3
Februari 2012 Kenmerl<: Pagina 4 van 4
Gemeente Amsterdam Dienst Wonen, Zorg en Samenleven
Financiële positie Amsterdamse corporaties In de Raadscommissie van 1 februari 2012 fieeft de heer Weevers tevens gevraagd naar de financiële positie van de Amsterdamse corporaties, mede in het licht van een recente beoordeling van de corporaties door het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, in die beoordeling hebben alle Amsterdamse corporaties de A-status (voldoende) gekregen. Een drietal (de Key, Rochdale en Stadgenoot) heeft daarbij het oordeel A2 gekregen, de andere corporaties het oordeel A1. Ik ben voornemens om voor de commissievergadering van 21 maart daarover informatie aan uw commissie te doen toekomen op basis van de corporatierapportages van het Centraal Fonds. Tevens is de directeur van het Fonds de heer J. van der iVloolen bereid de beoordeling van de corporaties door het Fonds in uw vergadering te komen toelichten, zoals verzocht in uw vergadering van hedenochtend. Mogelijk dat de heer van der Moolen dan ook nog enige toelichting kan geven op de gang van zaken met betrel
r Wonen
4
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tw/eede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
Directoraat-Generaal Wonen, Bouwen en Integratie Directie Woningmarkt Cluster Corporaties Rijnstraat 8 Postbus 20011 2500 EA Den Haag www. rijksoverheid. nl
Kenmerk 2012-0000096709
Datum Betreft
28 februari 2012 Woningcorporatie Vestia
Inleiding In mijn vertrouwelijke brieven aan uw Kamer van 27 december en 30 januari j l . en tijdens het besloten algemeen overleg op 31 januari j l . heb ik u geïnformeerd over de situatie bij woningcorporatie Vestia, de grootste corporatie van Nederland met ongeveer 90.000 woningen. In mijn vertrouwelijke brief aan uw Kamer van 7 februari j l . heb ik aangegeven hoe ik aan de wens van uw Kamer tegemoet wilde komen om zo snel mogelijk in de openbaarheid met u te communiceren over de situatie bij Vestia. Aangezien de woningcorporatie eerstverantwoordelijke Is, heb Ik me door Vestia laten informeren en kan Ik u enige openheid van zaken geven. Over de financiële situatie bij Vestia, waarop het Centraal Fonds Volkshuisvesting toezicht houdt, is de informatie naar haar aard evenwel beperkt, omdat het bedrijfsvertrouwelijke informatie betreft. Tot slot zal Ik u in deze brief informeren over enkele zaken die verband houden met het rechtmatlgheldstoezicht waar mijn ministerie voor verantwoordelijk is. Vestia Vestia heeft op 8 februari j l . In een persbericht een toelichting gegeven op de eigen derivatenportefeuille. Hieruit blijkt dat de corporatie op 8 februari € 22 miljard aan bruto nominale waarde aan derivaten had en dat de corporatie eind 2010 €18,5 miljard aan bruto nominale waarde aan derivaten had. Omdat er tegengestelde posities in zitten (wat wil zeggen dat bijvoorbeeld op het ene contract een vaste rente wordt betaald en op het andere contract een vaste rente wordt ontvangen) Is er volgens de corporatie gesaldeerd sprake van een netto nominale waarde van € 9,9 miljard aan derivaten. Ter verdere toelichting geeft de corporatie aan dat deze € 9,9 miljard bestaat uit derivaten die op een bepaald moment starten. Een groot aantal derivaten binnen deze € 9,9 miljard vervangt weer derivaten die op dat moment een einde van hun looptijd hebben. Het persbericht vermeldt tot slot dat Vestia op dat moment € 6,1 miljard aan leningen heeft en dat de derivaten die worden Ingezet betrekking hebben op bestaande leningen maar ook op toekomstige leningen en herfinancieringen. In de tijd worden de leningen van Vestia steeds meer variabel en nemen deze toe. Vestia
Pagina 1 van 5
heeft voor de korte termijn circa € 2 miljard ingedekt per jaar oplopend naar circa € 5 miljard per jaar over 20 jaar waarna dit weer afloopt, aldus het persbericht. Op 26 september respectievelijk 17 januari j l . heeft Vestia gebruik gemaakt van een bestaande faciliteit voor tijdelijke liquldlteltstekorten van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor een bedrag van € 1,05 miljard respectievelijk € 550 miljoen. Hiermee heeft de corporatie stortingen gedaan die voortvloeien uit de derivatencontracten (zogeheten margin calls) die de corporatie met diverse banken heeft gesloten.
Directoraat-Generaal Wonen, Bouwen en Integratie Directie Woningmarkt Cluster Corporaties Kenmerl< 2012-0000096709
De corporatie heeft mij op 22 februari j l . laten weten dat een deel van de leningen met een variabele rente samen met derivatencontracten In leningen met een vaste rente wordt omgezet. Het effect hiervan Is een additionele liquiditeit van ruim € 500 miljoen als gevolg van de vrijval van stortingen onder margin calls en een reductie van de negatieve marktwaarde van de derivatenportefeuille met € 675 miljoen. Op 1 februari j l . heeft Vestia bekend gemaakt dat voormalig bestuurder de heer Staal In het belang van de corporatie Is teruggetreden en dat de corporatie twee interim bestuurders heeft aangesteld. Daarnaast heeft Vestia mij aangegeven de raad van commissarissen op korte termijn te willen versterken met extra financiële deskundigheid, deels door uitbreiding met twee leden tot het statutair bepaalde maximum van zeven leden en deels door vervanging van leden volgens het rooster van aftreden. Verder heeft de corporatie laten weten een feitenonderzoek te hebben ingesteld om Inzicht te krijgen In hoe de situatie heeft kunnen ontstaan. Tevens zal de corporatie een forensisch onderzoek laten uitvoeren. Dit onderzoek zal zich zowel richten op feiten die mogelijk kunnen lelden tot het door Vestia civiel verhalen van schade op derden, alsmede op feiten die kunnen lelden tot het doen van aangifte. Het onderzoek zal mede betrekking hebben op een transactie met betrekking tot het HAKA-gebouw In Rotterdam. Recentelijk Is In de pers onder andere aandacht besteed aan de mij reeds bekend zijnde prijsstijgingen bij betreffende transactie, Vestia heeft naar aanleiding van de berichtgeving over de corporatie ln de media haar huurders ln een brief onder andere laten weten dat de huur niet extra verhoogd wordt en dat het noodzakelijk onderhoud aan de woningen zal doorgaan. Rechtmatigheldstoezicht In het kader van het regulier toezicht door mijn ministerie is Vestia naar aanleiding van de informatie uit de jaarstukken over 2010 gevraagd, voor 1 maart a.s. een nadere toelichting te geven op de aankoop en het gebruik van het HAKAgebouw, omdat uit de jaarstukken niet kan worden opgemaakt of dit een activiteit is die samenhangt met de kerntaken van de corporatie. De corporatie heeft Inmiddels gereageerd. Op dit moment wordt beoordeeld of de activiteiten binnen het werkdomein van de corporatie passen. In dit kader is ook gevraagd voor 1 maart a.s. nadere informatie te verstrekken over het gebruik en de eigendomssituatie van het winkel-, horeca- en en kantorencomplex aan de haven in Scheveningen. Het zekerheidstelsel in de corporatiesector
Pagina 2 van 5
De faciliteit die door het WSW is verstrekt aan Vestia maakt onderdeel uit van het zekerheidstelsel In de corporatiesector, dat wordt vormgegeven door het WSW. en het CFV. Zonder specifiek op de situatie bij Vestia In te gaan, lijkt het goed de werking van dit stelsel toe te lichten, waarbij allereerst het WSW en daarna het CFV wordt belicht. Het WSW ls een onafhankelijke private Instelling die leningen van corporaties kan borgen. Dat houdt In dat het WSW garant staat voor de rente en aflossing van die leningen. Dit stelt corporaties ln staat tegen gunstige rentetarieven en voorwaarden geld te lenen, waarmee zij hun volkshuisvestelijke doelstellingen kunnen realiseren.
Directoraat-Generaal Wonen, Bouvt/en en Integratie Directie Woningmarkt Cluster Corporaties Kenmerk 2012-0000095709
De zekerheden van het WSW bestaan uit drie lagen: de geldmiddelen van de corporatie, de borgingsreserve van het WSW, en de achtervangpositie van Rijk en de gemeenten. De financiële middelen van de corporatie (de llquiditeitspositle en het eigen vermogen) vormen de eerste zekerheid. Het WSW stelt eisen aan de kredietwaardigheid van zijn (asplrant-)deelnemers en een corporatie moet dus In eerste Instantie zelf aan zijn financiële verplichtingen kunnen voldoen. De tweede zekerheid wordt gevormd door het garantievermogen van het WSW. Dit bestaat uit de borgstellingsreserve van het WSW plus de obligoverplichting van de deelnemende corporaties. De derde zekerheid wordt gevormd door de achtervangpositie van het Rijk en de gemeenten. Als na het opvragen van de obligo's en het uitoefenen van het regresrecht het WSW nog steeds niet kan voldoen aan zijn verplichtingen, moeten Rijk en gemeenten op verzoek van het WSW renteloze leningen aan het WSW verstrekken. Dit is geregeld In zogeheten achtervangovereenkomsten. Corporaties die In structurele financiële problemen komen, kunnen gebruik maken van de saneringssteun van het CFV. Dit houdt in dat corporaties die niet beschikken over de noodzakelijke middelen, steun kunnen krijgen In de vorm van subsidiesteun of een renteloze lening. Daartoe moeten zij een saneringsplan maken dat naast de gevraagde steun ook maatregelen inhoudt zoals verkoop van bezit, verminderen van onrendabele Investeringen en efficiënter beheer. De middelen die het CFV nodig heeft voor saneringssteun verkrijgt het CFV door middel van een heffing bij alle corporaties. In een overeenkomst tussen het WSW en CFV is vastgelegd dat wanneer een corporatie niet meer voldoet aan de kredletwaardigheldselsen van het WSW, deze 'automatisch' in aanmerking komt voor het saneringstraject van het CFV (de naadloze aansluiting). Overleg met gemeenten In verband met de gebruikmaking door Vestia van een bestaande faciliteit voor tijdelijke liquiditeitstekorten van het WSW en de achtervangpositie hierbij van belde gemeenten, is er regelmatig (bestuurlijk) overleg met de gemeenten Rotterdam en Den Haag. De betreffende wethouders van beide gemeenten hebben de raad respectievelijk de Commissie Ruimte geïnformeerd over de situatie bij de corporatie. De gemeenten hebben benadrukt dat het van belang Is dat Vestia zijn volkshuisvestelijke rol ln deze gemeenten (waaronder ln Rotterdam Zuid) kan blijven waarmaken.
Pagina 3 van S
Derivaten en margin calls bij andere corporaties Uit een opgave van corporaties aan het WSW blijkt dat er op 14 december j l . behalve Vestia nog 20 andere corporaties waren die margin calls hadden vanwege de lage rentestand, en dat bij een verdere daling van 1 % behalve Vestia ln totaal 33 corporaties geconfronteerd zouden worden met margin calls. De omvang van deze derivatenportefeullles was ln alle gevallen veel kleiner dan die van Vestia. Deze 20 corporaties hadden geen llqulditeitstekorten. Bij een verdere rentedaling zouden wel tekorten kunnen optreden bij een aantal corporaties. Ik heb het CFV gevraagd een nadere analyse te maken van corporaties die vanuit hun derivatenportefeuille liquiditeltsrisico's lopen. Het CFV heeft mij gemeld dat het, In het kader van een breder onderzoek naar het gebruik van derivaten In de corporatiesector, Informatie heeft opgevraagd bij de corporaties die ultimo 2010 ln het bezit waren van derivaten. Deze corporaties zijn gevraagd gegevens te verschaffen over hun positie ultimo 2011. De eerste bevindingen van het CFV, op basis van de gegevens van 148 corporaties, is dat voor het totaal van die 148 corporaties sprake is van een voldoende buffer. Ook is gekeken naar de voorwaarden, de zogeheten Credit Support Annexe's (CSA's), die bepalen of een corporatie bij een negatieve marktwaarde van de derivatenportefeuille margin calls moet betalen. Van de 148 corporaties uit het onderzoek hebben 97 geen CSA's, 51 wel. Van die 51 corporaties met CSA's ls er, op basis van de door corporaties aangeleverde gegevens, bij 27 sprake van een toereikende buffer om een rentedaling van 1 % te kunnen opvangen (meting ultimo 2011). De overige 24 corporaties worden momenteel binnen het CFV geanalyseerd omdat aannemelijk Is dat zij de effecten van een rentedaling van 1 % niet kunnen opvangen, dan wel dat het onzeker Is of zij een rentedaling van 1 % kunnen opvangen op basis van de nu beschikbare gegevens. Daarbij moet In bepaalde gevallen diepgaander worden gekeken naar de exacte contractuele bepalingen van de CSA's, waarbij in de meeste gevallen nadere gegevens moeten worden opgevraagd. In maart ontvang ik van het CFV de definitieve analyse.
Directoraat-Generaal Wonen, Bouwen en Integratie Directie Woningmarkt cluster Corporaties Kenmerl< 2012-0000096709
Kamervragen Door het lid Lucassen (PVV) zijn op 10 februari j l . Kamervragen gesteld over het bericht op elsevler.nl van 8 februari j l . "Topman van Vestia bouwt een villa op Bonaire tussen BN'ers", waarin onder meer is gevraagd naar de financiële regelingen rond het vertrek van de voormalige bestuurder van Vestia. Ik heb de corporatie verzocht mij informatie te verstrekken die ik voor de beantwoording van deze vragen nodig heb. Ik verwacht de beantwoording van de Kamervragen uiterlijk 1 maart a.s. aan uw Kamer toe te kunnen zenden.
Aanbod andere corporaties In diverse media Is gemeld dat enkele corporaties bereid zouden zijn om Vestia financieel te ondersteunen als de corporatie dit nodig zou hebben. De Volkskrant meldde op 23 februari j l . dat het ministerie de corporatiesector zou dwingen Vestia van de ondergang te redden en dat hiertoe een uitvoeringsbesluit in de maak is. Daarvan is geen sprake. Wel wordt momenteel het Beslult CFV bezien op de mogelijkheid om bij de heffing voor sanering dezelfde faciliteiten te bieden voor corporaties die steun aan andere corporaties verlenen, als bij de heffing voor
Pagina 4 van S
projectsteun het geval ls. Verder kan Ik u zeggen dat In relatie tot Vestia vanuit de corporatiesector vrijwillige Initiatieven met mij worden besproken. Herijking kaderstelling en toezicht In het wetsvoorstel tot herziening van de Woningwet, waarvan Ik verwacht de nota naar aanleiding van het verslag In maart naar uw Kamer te zenden, staan al diverse voorstellen voor het verbeteren van het Interne en externe toezicht. Naar aanleiding van de situatie bij Vestia vind Ik het evenwel noodzakelijk om na te denken over een herijking van de kaderstelling en het toezicht Inzake de corporaties. Ik overweeg daartoe een onafhankelijke commissie in te stellen. De ambtelijke voorbereiding van de opdrachtformulering van deze commissie Is gestart. U ontvangt de opdrachtformulering op korte termijn, waarbij Ik eerst de uitkomsten van het feitenonderzoek afwacht. Aanbevelingen van de commissie kunnen tot aanvullende voorstellen voor regelgeving leiden.
Directoraat-Generaal Wonen, Bouwen en Integratie Directie Woningmarkt cluster Corporaties Kenmerl< 2012-0000095709
Tot slot Met het oog op het bedrijfsvertrouwelijke karakter van een aantal zaken, heb ik u gedeeltelijk kunnen informeren over de situatie bij Vestia. Zoals aangegeven in het besloten AO op 31 januari j l . en In mijn brief van 7 februari j l . ben ik vanzelfsprekend bereid u verder te informeren in een vertrouwelijke technische briefing over dit onderwerp.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Mevrouw mr. drs. J.W.E. Spies
Pagina 5 van 5