Verslag Bijeenkomsten 4, 5 en 6 juni 2013 Aan
Leden van de marktcommissie, marktvereniging of koopliedenvereniging van de Amsterdamse dagmarkten, weekmarkten, bijzondere warenmarkten, jaarmarkten en van venters en standplaatshouders
Van
Gemeente Amsterdam, stadsdeel Centrum, directie Omgevingsmanagement, afdeling Realisatie Fysiek
Betreft
Bijeenkomsten over vernieuwing van de Verordening op de Straathandel (VoS)
Datum
20 juni 2013
Bijlagen
Presentatie bijeenkomsten
Inhoud
1
1
Inleiding ............................................................................................................... 1
2
Samenvatting bijeenkomsten ....................................................................................... 2
3
Vernieuwingsvoorstellen Verordening op de Straathandel ..................................................... 2
4
Betrokkenheid ondernemers bij het marktbeheer............................................................... 6
5
Vervolg ................................................................................................................ 7
Inleiding Als eerste willen wij u nogmaals hartelijk bedanken dat u tijdens één of meerdere bijeenkomsten aanwezig bent geweest en uw inzicht en mening met ons heeft willen delen. De gemeente wil de Verordening op de Straathandel (VoS) vernieuwen. Hierbij kijken wij naar het verminderen van de bureaucratische rompslomp, maar ook naar het bieden van meer ruimte voor ondernemerschap. Uw mening als (vertegenwoordiger van) ondernemers op de markt, als staanplaatshouder of als venter is hiervoor belangrijk. Op 4, 5 en 6 juni zijn dan ook bijeenkomsten georganiseerd waarin wij u, als vertegenwoordiger van ondernemers op de markt, naar uw mening hebben gevraagd. Deze bijeenkomsten waren gericht op verkenning bij de marktvertegenwoordigers. Op het moment dat er meer duidelijk is over de richting en er inspraak volgt worden alle marktkooplieden betrokken. Er is voor deze opzet gekozen om een en ander overzichtelijk en bespreekbaar te houden. De CVAH behartigt de belangen voor alle kooplieden, ook die markten die geen vertegenwoordigers hebben. In dit verslag is een uitwerking opgenomen van de belangrijkste uitkomsten van de drie avonden. Dit betekent dat persoonlijke of specifieke situaties niet in dit verslag zijn terug te vinden. Het gaat immers om het aanpassen van de Verordening op de Straathandel, zoals die voor iedereen zal gelden.
Pagina 1 van 7
2
Samenvatting bijeenkomsten De drie avonden zijn allen gelijk geweest qua opzet: −
Introductie. Hierin is kort verteld waarom de VoS wordt aangepast, wat er tot nu toe al is gebeurd en wat er nog moet gebeuren.
−
Korte discussies in kleine groepjes over vernieuwingsvoorstellen voor de VoS (vijf stellingen).
−
Gezamenlijke discussie over de belangrijkste uitkomsten per stelling met alle ondernemers.
−
Bespreking van wensen en mogelijkheden om meer taken op de markt zelf uit te voeren.
Tijdens alle avonden is door iedereen goed meegedacht. Eén van de belangrijkste conclusies is dat het heel moeilijk blijkt om alle wensen van iedereen van alle verschillende markten in één regeling samen te vatten. Een mogelijke oplossing die hiervoor is tijdens de bijeenkomsten is gegeven zijn beheerregelingen per markt. Verder blijkt dat ondernemers op verschillende markten meer ruimte willen om te ondernemen en de markt tot een succes te maken. Ook hierbij kan een beheerregeling per markt uitkomst bieden. Een belangrijk signaal en aandachtspunt wat is afgegeven gaat over handhaving. Dit kan en moet volgens veel ondernemers worden verbeterd.
3
Vernieuwingsvoorstellen Verordening op de Straathandel Uit de VoS zijn een aantal onderwerpen geselecteerd die direct van invloed zijn op de marktondernemers. Deze zijn omgezet in totaal vijf stellingen. Alle aanwezige ondernemers hebben de kans gekregen om te reageren op alle stellingen. Hiervoor zijn kleine groepjes gevormd. Per groep is vervolgens de stelling in korte discussies besproken, op in ieder geval de volgende onderdelen: −
Of u/de groep het eens of oneens is/bent met de stelling;
−
Waarom u/ de groep het eens of oneens is/bent met de stelling;
−
Hoe de gemeente deze stelling kan realiseren.
Hieronder staan de belangrijkste uitkomsten per stelling. Let op: dit is een samenvatting van de drie avonden samen.
3.1
Stelling A. De gemeente moet mogelijkheden bieden voor meer variatie in het aanbod van verkoopwaren op de markt. Bij deze stelling is gevraagd naar de mening van marktondernemers over variatie in het aanbod. De gemeente kan in de VoS bijvoorbeeld nieuwe voorstellen verwerken over branchering, gezonde voeding, kwaliteitsselecties voor nieuwe ondernemers, marktterrassen en bijzondere plaatsen.
De overgrote meerderheid is het eens met de stelling; de gemeente moet met het oog op productstimulering mogelijkheden bieden voor meer variatie in het aanbod.
Het bieden van meer variatie zorgt voor een betere beleving van de markt bij bezoekers. Bijvoorbeeld marktterrassen, promotieactiviteiten en flexplekken dragen hieraan bij.
Wanneer de gemeente dit gaat realiseren is het belangrijk om maatwerk te bieden per markt. De VoS dient in dat geval alleen als kader. De spelregels staan in een (beheer)regeling per markt.
Voorgesteld is dat de gemeente op haar website een overzichtskaart opneemt van alle markten in de gemeente. Hierbij wordt per markt aangegeven waar de kramen staan. Op die manier is het voor zowel marktondernemers als de gemeente meer inzichtelijk waar welke producten worden aangeboden en op welke dagen.
Als aandachtspunt bij deze stelling is genoemd een grotere rol van marktcommissies. Zij kunnen een taak krijgen bij onder andere; branchering, kwaliteitsselecties en productstimulatie.
3.2
Stelling B. Bij plaatsing op de markt is de hoogte van het sollicitantennummer bepalend. Afwijking van de volgorde moet in bepaalde gevallen mogelijk zijn. Bij deze stelling is gevraagd naar de mening van marktondernemers over afwijkend gebruik van het sollicitantennummer. Onderwerpen die hierbij aan de orde zijn gekomen, zijn branchering, toepassing of doorhaling van de 4-dagenregel, voorrang op grond van de vrijdag-zaterdagregel of seizoensregel, voorrang ten behoeve van de instroom van nieuwe deelnemers en voorrang voor een vaste plaats op grond van een hoge plaatsbezetting door een sollicitant.
Over het algemeen is iedereen het eens met de stelling; afwijking van de volgorde moet in bepaalde gevallen mogelijk zijn.
Afwijking van het sollicitantennummer kan zorgen voor een betere branchering, productstimulering en variatie in het productaanbod op de markt. Op dit moment belemmert anciënniteit de komst van nieuwe en/of innovatieve producten en nieuwe ondernemers. Verder kan afwijking bijdragen aan het verbeteren van bezetting op slecht bezette dagen.
Ook bij deze stelling is aangegeven dat wanneer de gemeente dit gaat realiseren het belangrijk is om maatwerk te bieden per markt. De VoS dient in dat geval alleen als kader. De spelregels staan in een (beheer)regeling per markt.
Een mogelijkheid om af te wijken van anciënniteit is door aanwezigheid op slecht bezette dagen te belonen.
Aandachtspunten bij deze stelling:
De seizoen regeling is niet toepasbaar op alle markten.
Geen eenduidig beeld over de 4-dagenregel. Een deel van de ondernemers wil de regel behouden, terwijl een ander deel van de ondernemers de regel wil afschaffen.
3.3
Stelling C. Het moet makkelijker worden voor kooplieden om hun kraam door een ander te laten bemensen. Bij deze stelling is gevraagd naar de mening van marktondernemers over verplichte plaatsbezetting, zoals het aantal keren verplicht en persoonlijk komen. Daarnaast is aan de orde gekomen in welke mate vervanging
mogelijk
moet
zijn
en
in
hoeverre
verpachting
een
probleem
vormt
bij
ruimere
vervangingsmogelijkheden.
Het merendeel is het eens met de stelling; het moet makkelijker worden om de kraam door een ander te laten bemensen. Hierbij zijn wel duidelijke voorwaarden genoemd:
Helder beschreven regels die controleerbaar zijn en actief worden gehandhaafd (er wordt op dit moment niet voldoende op gehandhaafd);
Alleen met dezelfde verkoopwaren als die van de “hoofdondernemer”.
Personeel van de vergunninghouder mag niet op dezelfde markt staan/ een vergunning hebben.
Door het makkelijk maken van het laten bemensen van een kraam door een ander krijgt de marktondernemer de tijd om het bedrijf beter aan te sturen, bijvoorbeeld voor inkoop en boekhouding of voor de marktcommissie. Marktondernemers blijven zelf verantwoordelijk voor de persoon die hun kraam bemenst.
Om dit te realiseren zijn een aantal voorbeelden beschreven:
Een personeelspas (met pasfoto). De vervanger moet door middel van de personeelspas kunnen aantonen dat hij een werkrelatie heeft met de vergunninghouder.
Pagina 3 van 7
Vaste loonlijst. Dit geldt vooral bij grote organisaties. Voor kleine organisaties is dit lastiger.
Verruiming van het begrip “levenspartner”.
Aandachtspunten bij deze stelling:
Verpachting moet worden voorkomen, handhaving is hiervoor noodzakelijk.
Bij regels die het makkelijker maken om de kraam door een ander te laten bemensen moet wel aandacht blijven voor sollicitanten en nieuwelingen.
3.4
Stelling D. Kooplieden moeten meer zeggenschap krijgen bij het organiseren van de markt. Bij deze stelling is gevraagd naar de mening van marktondernemers over zaken die mogelijk tekort schieten bij het marktbeheer. Onderwerpen die hierbij aan de orde zijn gekomen, zijn de wijze waarop marktcommissies worden samengesteld en gehouden, kramenverhuur, reiniging en het gebruik van eigen materiaal. Hierbij is ook gesproken over de invloed hiervan op de prijs en kwaliteit.
Het merendeel is het eens met de stelling; kooplieden moeten meer zeggenschap krijgen bij het organiseren van de markt. Hierbij zijn wel duidelijke voorwaarden genoemd:
Maatwerk per markt. Ook hier is de (beheer)regeling per markt besproken.
Helder beschreven kwaliteitseisen die controleerbaar zijn en actief worden gehandhaafd.
Een marktcommissie, bestaande uit (gekozen) marktondernemers, moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van de markt voorop staat en aansluit bij de wensen van de bezoekers.
Het betrekken van marktondernemers bij het organiseren van de markt zorgt er voor dat de kwaliteit van de markt kan verbeteren. Daarnaast krijgen marktondernemers de kans hun markt beter te laten aansluiten bij de wensen van de bezoekers.
Verder geeft het betrekken van marktondernemers bij het organiseren van de markt hen de mogelijkheid om als zelfstandig ondernemer te ondernemen. Hierbij hoort bijvoorbeeld ook dat door het maken van afspraken over het opruimen van afval en stroomvoorzieningen alle marktondernemers kosten kunnen besparen.
Voor bijzondere markten geldt al voor een groot deel dat zij zeggenschap hebben over een aantal taken op de markt. Tijdens alle avonden zijn hierover positieve ervaringen gedeeld. Deze markten dienen als inspiratie en voorbeeld.
De zaken waarop marktondernemers meer zeggenschap willen krijgen zijn:
Interactieve en promotionele activiteiten. Het moet mogelijk worden om promotie te maken voor en op de markt. Deze activiteiten zijn nu vaak niet mogelijk vanwege de regelgeving.
Reiniging en stroomvoorziening van de markt. Door dit met marktondernemers zelf te regelen kunnen kosten worden bespaard.
Het gebruik van eigen materiaal. Ondernemers die bereid zijn te investeren in eigen materiaal moeten hiervoor meer vrijheid krijgen. Over dit onderwerp zijn meerdere discussies gevoerd: -
Belangrijk is dat het gebruik van eigen materiaal moet voldoen aan helder beschreven regels. Hierin staat bijvoorbeeld: wat wordt onder eigen materiaal verstaan, aan welke afmetingen moet het voldoen, etc.
-
Het uiterlijk aanzien van de markt als geheel mag niet verslechteren.
-
De verplichte kraamhuur beperkt de marktondernemers te veel. Er is nu geen concurrentie onder kramenzetters. Op een aantal markten leidt dit ertoe dat de kramen niet voldoen aan de huidige tijd (qua materialen en uitstraling) en hygiëne eisen. Marktondernemers willen meer zeggenschap over bij wie zij hun materialen huren.
Wanneer het toelaten van ondernemers tot de markt een taak van de gemeente blijft, wordt voorgesteld om aanbestedingen uit te schrijven. Hierdoor hebben de beste ondernemers de grootste kans om een plaats op de markt te krijgen. Een andere mogelijkheid in plaats van aanbesteden is dat (marktondernemers in) marktcommissies meer zeggenschap krijgen bij het bepalen welke ondernemers worden toegelaten tot de markt.
Bij het realiseren van meer zeggenschap bij de organisatie van de markt is een duidelijke en invloedrijkere rol toebedeeld aan marktcommissies en/of een marktmanager.
Aandachtspunten bij deze stelling:
Het is lastig om als marktondernemers elkaar aan te spreken op de regels. Voor controle en handhaving moeten duidelijke afspraken worden gemaakt met de marktcommissie en/of gemeente.
3.5
Er moet worden nagedacht over het voorkomen van eigen gewin/eigen belang vriendjespolitiek.
Hoe groter de markt, hoe moeilijker dit is te realiseren.
Stelling E. Het uitgeven of overschrijven van vergunningen kan eenvoudiger. Bij deze stelling is gevraagd naar de mening van marktondernemers over de mogelijkheden voor een marktvergunning. Onderwerpen die hierbij aan de orde zijn gekomen, zijn de overschrijving van rechten, het afschaffen van voorkeurskaarten, het invoeren van tijdelijke vaste plaatsen en het invoeren van vergunningen met een beperkte geldigheidsduur.
Het merendeel is het eens met de stelling; het uitgeven of overschrijven van vergunningen kan eenvoudiger. Hierbij zijn wel duidelijke voorwaarden genoemd:
Het overschrijven van DE plaats alleen naar een familielid in de eerste graad of een medewerker die al een aantal jaren in loondienst is bij het bedrijf.
Bij overschrijven moet rekening worden gehouden met het soort product. Overschrijving zou geweigerd moeten kunnen worden als de verkoopwaren oververtegenwoordigd zijn op de markt.
Het vereenvoudigen van het overschrijven van vergunningen kan leiden tot kwaliteit behoud op de markt en bevordert de bezettingsgraad. Hierbij is meerdere keren het voorbeeld genoemd dat ondernemers meer bereid zijn te investeren in hun kraam etc. wanneer zij dit kunnen overdragen aan hun kinderen/personeel. Verder is genoemd door marktondernemers dat het vereenvoudigen van overschrijven verpachting tegen kan gaan.
Aandachtpunten bij deze stelling:
Verruiming van het begrip “levenspartner”.
Moeilijker voor nieuwelingen om een betere plaats te krijgen.
Pagina 5 van 7
4
Betrokkenheid ondernemers bij het marktbeheer In het tweede deel van de bijeenkomst is een korte toelichting gegeven op de aan de ondernemers gevraagd naar hun visie op het verzelfstandigen van de markten in Amsterdam. Verzelfstandiging van markten betekent dat de gemeente één of meerdere organisatie- en beheertaken “op afstand zet” en laat uitvoeren door marktondernemers zelf. Tijdens de discussies op de drie avonden is aan marktondernemers gevraagd of de gemeente het mogelijk moet maken om organisatie- en beheertaken van reguliere markten op afstand te zetten. En, indien dit mogelijk is, of er dan voorwaarden voor zijn (zoals; vangnet, overgangsregelingen, rechtsbescherming). De belangrijkste opmerkingen uit deze discussies zijn hieronder weergegeven: Voordelen en mogelijkheden
Over het algemeen zijn marktondernemers positief over het op afstand zetten van bepaalde organisatie- en beheertaken op de markten.
De ervaringen met markten in Amsterdam die al zelfstandig opereren, zijn positief. Dit heeft een aantal redenen. Ondernemers op deze markten noemen o.a.:
Marktondernemers hebben meer verstand van ondernemen dan de gemeente. Zij zouden dan ook zelf verantwoordelijk moeten zijn voor het organiseren en beheren van de markt.
De vraag van de klant moet voorop staan bij het organiseren van markten in plaats van het aanbod. Markten indelen op basis van anciënniteit is daarom niet effectief.
Het uitvoeren van de organisatie – en beheertaken op de markt door marktondernemers zelf kan leiden tot enthousiasme en een verbeterd gevoel van saamhorigheid tussen marktondernemers.
Wanneer marktondernemers de verantwoordelijkheid overnemen voor bijvoorbeeld het opruimen van afval, kunnen zij naar verwachting kosten besparen.
Promotie en marketing zijn taken die marktondernemers zelf willen uitvoeren. Het gaat immers over hun eigen verkoopwaren die zij bij de bezoekers van de markt onder de aandacht willen brengen.
Overwegingen en aandachtspunten:
Het op afstand zetten van het organisatie- en beheertaken betekent in geen geval dat de gemeente zich volledig terugtrekt. De markt vindt plaats in de openbare ruimte en de gemeente is verantwoordelijk voor de openbare orde, veiligheid en hygiëne in de openbare ruimte.
Het op afstand zetten van organisatie- en beheertaken kan niet zonder meer op iedere markt. De gemeente zou samen met de marktcommissie per markt moeten bepalen welke organisatie- en beheertaken marktondernemers zelf uitvoeren. Criteria hierin zijn:
Omvang van de markt; om markten goed te organiseren geven de aanwezige zelfstandige markten aan dat de omvang van de markt niet te groot (max. 40) kan zijn. Dit is belangrijk om als collectief te kunnen functioneren.
Er moet al een zekere organisatiegraad en collectiviteit zijn om gezamenlijk een markt te organiseren.
Het op afstand zetten van taken leidt ertoe dat de gemeente, als onafhankelijke en objectieve partij, een stap terug doet. Marktondernemers zien daarbij de volgende risico’s waarvoor aandacht moet zijn:
Marktcommissies moeten democratisch worden ingericht en nauw contact onderhouden met de gemeente om te voorkomen dat een klein aandeel (dominante) marktondernemers te veel invloed krijgt bij het nemen van beslissingen.
Als marktcommissies organisatie- en beheertaken van de gemeente overnemen dan moeten duidelijke afspraken worden gemaakt of zij winst mogen maken, of dat zij dit uitvoeren als zijnde een stichting.
Het op afstand zetten van organisatie- en beheertaken leidt uiteindelijk tot het verdwijnen van anciënniteit. Niet alle marktondernemers vinden dit overigens een probleem.
5
Vervolg Graag willen wij u vragen om het verslag van de bijeenkomsten goed door te nemen en te bespreken met uw collega’s. Mocht u nog aanvullende vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u hierover contact met ons opnemen tot 8 juli aanstaande. Alle informatie die u met ons heeft willen delen zijn voor ons richtinggevende adviezen. Wij verwerken deze samen met de informatie vanuit twee andere trajecten in een “Keuzestuk Warenmarkten Amsterdam”. Het keuzestuk is een samenvatting van de belangrijkste informatie uit drie verschillende trajecten (zie ook bijgevoegde presentatie). Het uiteindelijke doel is om Amsterdam een bloeiende marktstad te laten zijn. Het bestuur van Amsterdam neemt hierover in het najaar een beslissing. Pas daarna kunnen wij concrete voorstellen maken voor de wijziging van de Verordening op de Straathandel.
Vragen? Heeft u vragen of opmerkingen over de samenvatting? Neemt u dan contact op met: Lieneke Beukers Email:
[email protected]
Hendrike Bleumink Email:
[email protected]
Wij verzoeken u om uw vragen of opmerkingen vóór 8 juli 2013 aan ons te laten weten.
Pagina 7 van 7