Geen oogkleppen meer op: Gezondheid en welzijn van paardachtigen in Europa in 2015
Executive Samenvatting Een rapport van World Horse Welfare en Eurogroup for Animals
Executive Samenvatting
Dit rapport wil een overzicht geven van paardachtigen en de paardachtigensector in de EU in 2015, welzijnsproblemen blootleggen, de huidige geldende wetgeving hieromtrent analyseren en aanbevelingen doen om deze dieren beter te beschermen. Paardachtigen vervullen talrijke functies in het Europa van de 21e eeuw en zijn wellicht de veelzijdigste dieren die de mens heeft gedomesticeerd. Hoewel paardachtigen door deze diversiteit in gebruik dicht bij de mens zijn gebleven, ontstaan hierdoor ook problemen bij hun bescherming binnen het recht. Paardachtigen passen niet altijd binnen de categorieën van moderne wetgeving en beleid, waardoor ze tussen wal en schip vallen bij wetgeving voor huisdieren en wetgeving voor landbouwdieren, vaak ten nadele van hun welzijn.
Veelzijdigheid en diversiteit Volgens het gemiddelde van de beschikbare cijfers zijn er zeven miljoen paardachtigen in de Europese Unie (EU), die voor de meest uiteenlopende doeleinden worden gebruikt, hoewel het werkelijke cijfer van de populatie paardachtigen waarschijnlijk veel hoger ligt. De paardensector: • verschaft werkgelegenheid aan minstens 896.000 mensen in de EU; • levert ruim € 100 miljard per jaar op; • beslaat minstens 2,6 miljoen hectare land in de EU.. Door de omvang en breedte van de sector en de gefragmenteerde organisatiestructuur geeft de beschikbare informatie vaak een vertekend beeld met vooral gegevens over de meer centraal georganiseerde aspecten of activiteiten, zoals paardensport en races op topniveau. In sommige EU-gebieden zijn paardachtigen ook belangrijk als werkdier, maar nog meer worden er gehouden als huis of recreatiedier. Mogelijk worden deze dieren nooit bij een centrale organisatie geregistreerd, waardoor ze nooit zullen voorkomen in de cijfers van stakeholderorganisaties. Wetgevers dienen op de hoogte te zijn van het bestaan van deze dieren en hun eigenaars en ervoor te zorgen dat het beleid rekening houdt met hun behoeften. Er is immers verder onderzoek nodig voor het instellen van een voldoende alomvattend beleid voor de zorg voor paardachtigen.
Uitdagingen in de wetgeving Afhankelijk van hun plaats en toepassing kunnen paardachtigen in de wetgeving als landbouw of huisdier worden gecategoriseerd. De EU-wetgeving alleen al kent meer dan drie officiële definities van de term 'paardachtigen', drie subcategorieën paardachtigen en verscheidene contextspecifieke definities die afhankelijk zijn van het gebruik van het dier. Paardachtigen kunnen ook wilde dieren zijn. Tussen de 28 lidstaten bestaan er aanzienlijke verschillen in bepaalde aspecten van de wetgeving. De meeste hebben een vorm van dierenwelzijnswetgeving, maar de bepalingen van deze wetgeving lopen zeer uiteen met een aantal fundamentele verschillen, zoals de wettelijke gronden voor euthanasie.
2
De EU-wetgeving wordt binnen de EU vaak op verschillende wijze gehandhaafd. Vooral Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten is een bijzonder punt van zorg: niet alleen voldoen de bepalingen van de verordening niet aan recent wetenschappelijk bewijs inzake de gevolgen van langeafstandstranstransporten van paardachtigen, maar ook het handhavingsniveau verschilt zeer binnen de EU. Bovendien heeft deze verordening vooral betrekking op transporten voor commerciële doeleinden. Verordening (EG) nr. 504/2008 van de Commissie (de verordening paardenidentificatie) werd benadrukt als een ander punt van zorg door het paardenvleesschandaal van 2013. Er wordt nu vooruitgang geboekt dankzij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 van de Commissie (tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig de Richtlijnen 90/427/EEG en 2009/156/ EG van de Raad met betrekking tot de methoden voor de identificatie van paardachtigen (verordening paardenpaspoort)) waarover de lidstaten en de Commissie overeenstemming hebben bereikt, maar met lidstaten die melden dat ruim 70 organisaties voor de afgifte van paspoorten binnen hun grenzen operationeel zijn, is het nauwelijks verrassend dat het systeem momenteel gefragmenteerd en verwarrend is. Dit wordt geïllustreerd door de diverse gegeven schattingen voor de populatie paardachtigen in de EU. Deze onzekerheid zou niet meer bestaan met een goed functionerend identificatiesysteem.
Nog steeds welzijnsproblemen Helaas hebben paardachtigen in de EU nog steeds te maken met welzijnsproblemen. Hoewel sommige lidstaten met bijzondere vraagstukken geconfronteerd worden, worden er ook een aantal zaken duidelijk. De meest waargenomen problemen die door respondenten bij enquêtes van Europese nietgouvernementele organisaties (NGO's) worden gemeld, zijn: • Problemen met de omgeving en wijze waarop paardachtigen worden gehouden, waaronder: - omgevingen met ruimtegebrek; - lange periodes van opsluiting zonder bewegingsvrijheid in de buitenlucht en omgevingen zonder sociale interactie; - gebrek aan kennis over de juiste verzorging van paardachtigen bij hun eigenaars; - en verwaarlozing (het niet voldoen aan basisbehoeften zoals voedsel en water). • Trainings- en hanteringsmethoden, waaronder welzijnsproblemen in de paardensport. • Het houden van paardachtigen voor vlees. • De behandeling van voor werk gebruikte paardachtigen. • Een gebrek aan toegang tot professionals zoals dierenartsen, hoefsmeden voor hoefverzorging en zadel- en tuigmakers voor goed zittende tuigages. Met dit in het achterhoofd doen we een aantal specifieke aanbevelingen voor de Europese Commissie, de Bevoegde Autoriteiten, het Voedsel en Veterinaire Bureau en instanties in de paardachtigensector. Hierdoor moet het volgende worden gegarandeerd: • Het welzijn en de gezondheid van paardachtigen wordt op EU-niveau beschermd middels adequate uitvoerbare wetgeving en het daadwerkelijk invoeren en handhaven van deze wetgeving. • De dreiging voor de sector door ziekte wordt erkend en aangepakt. • Er komt een groter bewustzijn van de verscheidenheid van paardachtigen, zowel bij de beleidsontwikkeling als bij de wetgeving. * Er komt een consistente aanpak voor de definitie en behandeling van paardachtigen binnen het EU-recht.
3
Aanbevelingen De Europese Commissie: • dient een Eurostatonderzoek te laten uitvoeren om de economische en maatschappelijke impact van alle aspecten van de paardachtigensector te analyseren; • dient de TRACES-gegevens veel sneller openbaar te maken dan momenteel het geval is; • dient één enkele definitie aan te nemen waardoor duidelijk wordt welke soorten als paardachtigen gelden voor de doelen van alle relevante wetgeving; • dient de toepasbaarheid te wijzigen van de derogatie voor geregistreerde paardachtigen voor de doeleinden van Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad zodat het bewijs van het reisdoel bijgesloten kan worden als de reis langer dan 8 uur duurt; • dient de Bevoegde Autoriteiten toe te staan om het aantal organisaties voor de afgifte van paspoorten binnen hun lidstaat radicaal te stroomlijnen; • dient met voorstellen te komen ter vervanging van Richtlijn 98/58/EG van de Raad met soortspecifieke welzijnswetgeving voor paardachtigen, voor meer harmonisatie tussen de lidstaten en het creëren van een speelveld om de Europese markt te ondersteunen; • dient onafhankelijk gemonitorde CCTV in slachthuizen voor paardachtigen verplicht te stellen; • dient de regels voor etikettering zoals uiteengezet in Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten van vlees van paardachtigen uit te breiden; • dient de ontwikkeling van richtsnoeren voor good practices voor bijstand actief te ondersteunen bij het complianceniveau en de consistente handhaving, bijvoorbeeld door het vrijgeven van middelen voor vertaling van zulke documenten en ondersteuning te bieden bij de verspreiding ervan; • dient de productie en verspreiding van informatie over het voldoen aan de behoeften van paardachtigen te ondersteunen en de uitbreiding te overwegen van trainingsmiddelen voor het welzijn van landbouwdieren zodat hieronder ook het welzijn van paardachtigen valt; • dient ervoor te zorgen dat diergezondheid, dierenwelzijn en de traceerbaarheid van dieren deel uitmaken van welke handelsonderhandelingen dan ook en alleen de import van paardenvlees uit derde landen toe te staan waar de normen voor dierenwelzijn, diergezondheid en voedselveiligheid met die van de EU vergelijkbaar zijn; • dient inbreukprocedures in te stellen indien er overtredingen van de wetgeving voor dierenwelzijn en diergezondheid worden geconstateerd die niet snel door de Bevoegde Autoriteiten worden aangepakt; • dient ervoor te zorgen dat de normen van derde landen voor de toediening van geneeskundige pro ducten die mogelijk schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid met de EU-normen hieromtrent geharmoniseerd worden bij het importeren van dierlijke producten.
Het Voedsel en Veterinaire Bureau: • dient regelmatig onaangekondigde inspecties bij EU-gecertificeerde slachthuizen en uitsnijderijen in derde landen te houden alsmede andere onderdelen van de productieketen tijdens deze missies te inspecteren.
4
De Europese Commissie en de Bevoegde Autoriteiten: • moeten dringend actie ondernemen om de gebreken bij de registratie en traceerbaarheid van paardachtigen aan te pakken; • moeten de uiteenlopende percepties van paardachtigen in de verschillende lidstaten in hun communicatieplannen voor Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 van de Commissie betrekken; • dienen in het landbouw- en toerismebeleid rekening te houden met werkende paardachtigen. Ondersteuning dient te worden gegeven aan een welzijnsgerichte ontwikkeling van toerisme en landbouw met paardachtigen en strikte handhaving is nodig in gevallen waar het welzijn niet gerespecteerd wordt; • dienen informatie te verspreiden om toeristen te helpen bij het maken van welzijnsvriendelijke keuzes bij hun besluit om al dan niet van werkende paardachtigen gebruik te maken; • moeten ervoor zorgen dat zij op de hoogte zijn van de opkomende sectoren in de markt voor paardachtigen en weten of er wetgeving nodig is om een goed dierenwelzijn en goede consumentenveiligheid te garanderen en hoe wetgeving hierop van invloed is.
De Bevoegde Autoriteiten: • moeten duidelijk aangeven wanneer een paardachtige als 'semiverwilderd' (dit betekent dat het dier een eigenaar heeft) wordt gecategoriseerd en wanneer er geen natuurlijk persoon als eigenaar optreedt. De wetgeving dient duidelijk aan te geven hoe elk van deze type paardachtigen van elkaar verschilt en wie verantwoordelijk is voor hun welzijn en gezondheid; • dienen meldingen over inhumane praktijken tijdens euthanasie, zoals het onjuiste gebruik van middelen zoals T-61 zonder juiste verdoving, met spoed te onderzoeken wanneer zulke zorgen aan hen worden gemeld; • dienen altijd ervoor te zorgen dat zij bij het opstellen van dierenwelzijnsbeleid rekening houden met de specifieke behoeften van paardachtigen in plaats van aan te nemen dat deze altijd gedekt worden door de brede regulering voor vee en huisdieren; • dienen ervoor te zorgen dat de erkende slachthuizen voor paardachtigen aan de welzijnsbehoeften van deze dieren kunnen voldoen, zowel wat de faciliteiten als het trainen van het personeel betreft; • dienen – hoewel ze de waarde van zelfreguleringsprogramma's erkennen – deze als uitbreiding van de welzijnswetgeving te beschouwen en niet als vervanging ervan; • dienen ervoor te zorgen dat ze genoeg flexibiliteit bij de op te leggen sancties hebben voor de handhaving van Europese regelgeving middels afschrikwekkende sancties, ongeacht de vestigingsplaats van het gesanctioneerde bedrijf in de EU.
Sectororganisaties voor paardachtigen: • dienen eigenaars van paardachtigen te stimuleren voorzorgsmaatregelen te nemen ter voorkoming van welzijnsproblemen aan het einde van het (werkzame) leven van een paardachtige als onderdeel van het bevorderen van verantwoord eigenaarschap; • dienen evenveel prioriteit aan het welzijn van paardachtigen in de sport en recreatie te geven als aan de veiligheid van de ruiter en nog meer prioriteit dan aan andere overwegingen.
5
Front cover photography courtesy and copyright of: Top row left-right: The Donkey Sanctuary; World Horse Welfare; World Horse Welfare Middle row left-right: Shutterstock – Pixinoo; World Horse Welfare; ANDA Bottom row left-right: World Horse Welfare; World Horse Welfare; Shutterstock – Maren Wulf