tipsenadvies-belastingen.be
Veertiendaagse adviesbrief voor belastingbesparing en actualiteitsanalyse
■■ 19° jaargang - nummer 19 26 augustus 2013 Verschijnt niet tussen 15 juli en 15 augustus
In dit nummer... Controle • Geen ‘monsterboete’ van 309% meer? . . . . . . . . . . . . . 1 Voordeel auto • Hoezo, geen privé belastbaar voordeel gratis auto? . . . . . . . 2 Fiscotip • Beter uw vennootschap laten lenen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Vennootschapsbelasting • Ook nieuwe minimumbelasting voor uw vennootschap? . . . . 4 Notionele interestaftrek • Notionele interestaftrek is soms discriminerend? . . . . . . 5 Antimisbruikbepaling • Is een kapitaalsvermindering ‘fiscaal misbruik’? . . . . . . . . . . 6 Beroepskosten • Is uw appartement aan zee een ‘lusthuis’? . . . . . . . . . . . . 7 Bedrijfsleider • Ook dit jaar weer iets meer huur vragen! . . . . . . . . . . . . . . 8 Kilometervergoeding • Nieuw tarief km-vergoeding sinds 1 juli 2013 . . . . . . . . . . . 8
Uw adviesbrief online Snel adviezen zoeken... printen... toepassen...
tipsenadvies-belastingen.be Afgiftekantoor 3000 Leuven - P 408 545
CONTROLE
Nieuwe wetgeving
Geen ‘monsterboete’ van 309% meer? Een nieuwe wet en een nieuwe circulaire hebben eindelijk de discussie met betrekking tot de ‘monsterboete’ van 309% beslecht. Hoe zit dat nu precies? Hoe was het? U kon tot nu toe volgens de fiscus maar ontsnappen aan de zgn. aanslag geheime commissielonen van 309% op voordelen van alle aard (lees: privé-uitgaven die uw vennootschap betaald heeft) die niet op uw loonfiche vermeld stonden: ofwel door te bewijzen dat u die voordelen toch tijdig en spontaan aangegeven had in uw aangifte in de personen belasting, ofwel als het ging om kleine foutjes die te goeder trouw begaan waren inzake forfaitair gewaardeerde voordelen en u zich alsnog op die voordelen liet belasten. Hoe is het nu? Recentelijk werden de wettelijke regels voor deze ‘monsterboete’ van 309% versoepeld (wet van 17.06.2013, BS van 28.06.2013). Die aanslag is voortaan een absolute uitzonderingsmaat regel. Hij kan enkel nog toegepast worden als de voordelen van alle aard niet meer effectief en definitief belast kunnen worden bij u privé. De fiscus is milder dan de wet (1)! Volgens de wet moet die belasting bij u nog gebeuren binnen de ‘gewone’ aanslagtermijn van drie jaar en moet u ermee akkoord gaan. De fiscus is echter milder dan de wet en aanvaardt ook een taxatie buiten die termijn en ook zonder uw akkoord. De fiscus is milder dan de wet (2)! Wanneer u bovendien het voordeel niet spontaan aangegeven heeft, maar pas later akkoord gaat met de belasting, is volgens de wet het voordeel ook belastbaar bij uw vennootschap als zgn. verworpen uitgave (art. 198, § 1, 15° WIB). Volgens de circulaire is zo’n ‘dubbele belasting’ echter, zeker als u niet te kwader trouw bent, niet nodig (Ci. RH. 421/628.803 van 22.07.2013). Vanaf wanneer van toepassing? De nieuwe wet geldt pas vanaf aanslagjaar 2014 (inkomsten 2013), maar de fiscus aanvaardt dat de nieuwe, soepelere regeling ook toegepast mag worden bij controles over vorige aanslagjaren. Uw volgende stap
Download de circulaire Ci. RH. 421/628.803 van 22.07.2013 van http://tipsenadviesbelastingen.be/download – code BT 19.19.01.
De ‘monsterboete’ zal voortaan nog zelden toegepast worden. Enkel wanneer de niet-aangegeven privéuitgave die uw vennootschap betaald heeft niet meer bij u privé belast kan worden, riskeert u nog 309%.
Nieuwe ruling
■■
VOORDEEL AUTO
Hoezo, geen privé belastbaar voordeel gratis auto? Op basis van een recent krantenartikel lijkt het erop dat u als bedrijfsleider gemakkelijk kunt ontsnappen aan de belasting op het voordeel auto. Is dat niet wat kort door de bocht en moet het een en ander niet genuanceerd worden? Ontsnappen aan voordeel gratis auto? Krantenartikel als gevolg van een ruling. De aanleiding voor het krantenartikel is een ruling die recentelijk gepubliceerd werd (ruling nr. 2012.427 van 15.01.2013). Daarin aanvaardt de zgn. Rulingcommissie inderdaad dat een bedrijfsleider met een Porsche Carrera in zijn vennootschap niet belast moet worden op een voordeel gratis auto. Dus ruling vragen en klaar is Kees? Was het maar zo simpel... In deze zaak heeft de zgn. Rulingcommissie op basis van de feitelijke omstandigheden in feite gewoon de wet toegepast. Die wet (art. 36, § 2 WIB) bepaalt immers hoe het voordeel berekend moet worden voor ‘het persoonlijke gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig’. Is er daarentegen géén persoonlijk of privégebruik, dan is er ook geen voordeel. Feitelijke situatie is cruciaal. De bedrijfsleider had immers beslist om vanaf een bepaald moment de Porsche niet meer voor privéverplaatsingen te gebruiken. Hij had privé trouwens ook nog een auto, waarmee hij die privéverplaatsingen kon doen. Verder was zijn vennootschap gevestigd op zijn privéadres, zodat hij geen woon-werk verplaatsingen had. Het is op basis van die feiten dat de Rulingdienst ermee akkoord ging dat er voor die bedrijfsleider geen voordeel auto meer was.
Nuancering is nodig! Geen voordeel auto is eerder uitzondering. Inderdaad! Het is niet omdat er daarover af en toe een ruling gesloten wordt (zie ook ruling nr. 2012.095 van 08.05.2012 en ruling nr. 2012.348 van 23.10.2012), dat het nu plots voor elke
bedrijfsleider in de praktijk mogelijk zou zijn om te ontsnappen aan het voordeel gratis auto. Alleen bij geen enkel privégebruik. Dat is de absolute voorwaarde. Alleen dan kunt u immers in de praktijk hard maken dat u privé niet (meer) belast kunt worden op een voordeel auto. Zetel van vennootschap op privéadres. Dat is alvast noodzakelijk om het woon-werkverkeer uit te schakelen. Woon-werkverplaatsingen zijn fiscaal gezien immers ook privéverplaatsingen. Moet u dus bv. 10 km van bij u thuis naar uw vennootschap rijden, dan mag u ‘ontsnappen aan het voordeel auto’ in principe al vergeten! Privé nog een auto. Heeft u of uw partner privé geen auto, dan zal uw controleur u waarschijnlijk ook niet geloven als u zegt dat u de auto van uw vennootschap nooit privé gebruikt. Let op! Zodra de fiscus kan bewijzen dat er privé gereden wordt met de auto van de vennootschap, zelfs al is dat maar 1 km, wordt u belast op het volledige voordeel auto. Uw eigen ruling vragen? Zelfs als uw situatie perfect vergelijkbaar is met die van de man met de Porsche Carrera, vraagt u toch het best zelf een ruling aan. Wettelijk gezien is het dan wel uw controleur die moet bewijzen dat er een belastbaar inkomen is, lees: een voordeel auto. In de praktijk gaat de fiscus er echter sowieso van uit dat er een voordeel is als er een auto in uw vennootschap zit. U moet dus zelf bewijzen dat er geen privégebruik is en dat kan dan op basis van uw ruling. Uw volgende stap
�
Download de voorafgaande beslissing nr. 2012.427 van 15 januari 2013 van http://tipsenadvies-belastingen. be/download – code BT 19.19.02.
Enkel en alleen als u geen enkele kilometer privé rijdt met de auto van uw vennootschap kunt u ontsnappen aan het voordeel auto. Volgens de Rulingcommissie is dat maar geloofwaardig als u o.a. op hetzelfde adres woont en werkt én u ook privé een auto heeft. 26.08.2013 - 2
Fiscotip
■■
GELD UIT UW VENNOOTSCHAP HALEN
Beter uw vennootschap laten lenen? De vennootschap van uw zoon heeft geld nodig en u zou haar dat privé willen lenen. U heeft zelf echter ook een vennootschap. Biedt dat mogelijkheden om dat geld op een fiscaal interessantere manier aan uw zoon te lenen? Privé lenen Hoeveel ontvangt u netto? De vennootschap van uw zoon, bvba Y, heeft € 300.000 nodig. U heeft dat geld privé en u zou dat wel aan zijn bvba willen lenen, bv. op 15 jaar en tegen een interestvoet van 4% per jaar. Y betaalt u het kapitaal van de lening na 15 jaar in een keer terug. U ontvangt dan € 12.000 bruto-interest per jaar (€ 300.000 x 4%). Daarop moet nog 25% roerende voorheffing (rv) ingehouden worden, zodat u jaarlijks netto € 9.000 overhoudt. Kan dat niet beter? U heeft zelf ook een vennootschap, bvba X. Is het niet interessanter om die € 300.000 in uw bvba te stoppen en haar dan het geld te laten lenen aan de bvba van uw zoon?
Uw vennootschap laten lenen Hoe gaat u te werk? U brengt die € 300.000 in als maatschappelijk kapitaal in uw bvba X (notariskosten van ± € 1.300), die vervolgens een lening van € 300.000 toestaat aan bvba Y, op 15 jaar en tegen 4% interest. Hoeveel ontvangt uw vennootschap? Bvba X ontvangt € 12.000 bruto-interest per jaar. Aangezien haar maatschappelijk kapitaal met € 300.000 toegenomen is, heeft zij echter recht op een extra notionele interestaftrek (NI) van € 9.726 (€ 300.000 x 3,242%). Daardoor wordt van de € 12.000 bruto- interest slechts € 2.274 belast (€ 12.000 - € 9.726). Stel dat die interest belast wordt tegen 24,98% (verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting), dan betaalt uw vennootschap op de interest € 568,05 vennootschapsbelasting (€ 2.274 x 24,98%). Netto houdt bvba X van de € 12.000 bruto-interest dus € 11.431,95 over (€ 12.000 - € 568,05).
Hoeveel ontvangt u netto? Uw vennootschap kan die € 11.431,95 aan u uitkeren als (extra) dividend. Door toepassing van de nieuwe regels inzake de rv op dividenden moet er vanaf het derde boekjaar op dit dividend slechts 15% i.p.v. 25% rv betaald worden (art. 269, § 2 WIB). De rv bedraagt vanaf dan € 1.714,79 (€ 11.431,95 x 15%) en u houdt dus netto € 9.717,16 over. Wat is uw winst? U krijgt vanaf het derde boekjaar € 717,16 per jaar méér dan van een lening privé. Over een periode van 15 jaar, rekening houdend met de hogere rv de eerste twee boek jaren en in de veronderstelling dat het tarief van de NI niet daalt, bespaart u € 9.042,63 belastingen en is uw totale winst dus € 7.742,63 (€ 9.042,63 € 1.300 notariskosten). Let op 1! Wordt de interest in uw vennootschap belast tegen een hoger tarief (bv. 33,99%), dan houdt zij minder over om als dividend aan u uit te keren. Verder is het zo dat hoe hoger de interestvoet is, hoe meer interest er bij uw vennootschap belast zal worden. Het tarief van de NI verhoogt nl. niet mee, dus hoe relatief minder interessant lenen via uw vennootschap is. U moet dus altijd goed vooraf uitrekenen of deze techniek in uw situatie wel interessant is. Let op 2! Lenen via uw vennootschap is niet interessanter wanneer uw vennootschap ‘groot’ is volgens art. 15 W.Venn. Ten eerste is het tarief van de NI dan een half procentpunt lager dan voor een ‘kleine’ vennootschap en – vooral – dan is het rvtarief van 15% voor dividenden niet mogelijk. Uw volgende stap
Download een handige rekentool om uw voordeel te berekenen van http://tipsenadvies-belastingen.be/ download – code BT 19.19.03.
De lening toestaan via uw vennootschap is doorgaans interessanter. De interest is immers bij uw vennootschap voor een (groot) deel belastingvrij dankzij de notionele interestaftrek én u betaalt onder bepaalde voorwaarden op een dividend uit uw vennootschap slechts 15% rv i.p.v. 25% rv op interesten. 3 - 26.08.2013
Nieuwe wetgeving
■■
VENNOOTSCHAPSBELASTING
Ook nieuwe minimumbelasting voor uw vennootschap? Eind vorige maand werd de zgn. fairness tax in het leven geroepen. Wat is dat precies? Voor welke vennootschappen is die nieuwe belasting van toepassing en wanneer? Hoe zit de berekening ervan precies in elkaar? Wat, voor wie en wanneer?
Hoe te berekenen?
Wat? De zgn. fairness tax is ingevoerd door de wet van 30 juli houdende diverse bepalingen (art. 43-49 en 51 van de wet, BS 01.08.2013) en komt erop neer dat bepaalde vennootschappen soms een minimale belasting moeten betalen en dat met ingang van aanslagjaar 2014 (boekjaar 2013).
Vrij ingewikkeld. U moet immers verschillende ‘bewerkingen’ uitvoeren om te bepalen of en op welk bedrag precies die 5,15% afzonderlijke belasting verschuldigd is. Even kijken dus...
Voor wie? Enkel ‘grote’ vennootschappen worden geviseerd! Een kmo, lees: een kleine vennootschap in de zin van art. 15 van het Wetboek Vennootschappen blijft dus buiten schot! Uw vennootschap is groot wanneer ze voor het laatste en het voorlaatste afgesloten boekjaar meer dan een van de volgende criteria overschrijdt: € 3.650.000 balanstotaal, € 7.300.000 jaaromzet (exclusief btw) en een gemiddeld personeelsbestand van 50. Let op 1! Bij een gemiddeld personeelsbestand van meer dan 100, bent u sowieso groot. Let op 2! De criteria van art. 15 W.Venn. moeten geconsolideerd, lees: op groepsniveau, bekeken worden. Wanneer? De fairness tax moet in principe berekend worden wanneer een grote vennootschap dividenden uitkeert én tegelijkertijd haar fiscale resultaat vermindert door de toepassing van de notionele interestaftrek (NI) en/of overgedragen fiscale verliezen. Tip. Andere fiscale aftrekken zoals die voor octrooi-inkomsten, de DBI-aftrek of de investeringsaftrek zijn geen probleem. Hoeveel? Het tarief van de fairness tax bedraagt 5,15% (5% + aanvullende crisisbijdrage). Die 5,15% is een afzonderlijke, niet-aftrekbare aanslag bovenop de gewone vennootschapsbelasting.
Stap 1: dividend groter dan belastbare basis. Dat is het goede nieuws. Enkel als het bedrag van het dividend groter is dan het fiscale resultaat na alle fiscale aftrekken (de zgn. belastbare basis), moet u immers de volgende stappen doorlopen. Zolang m.a.w. het uitgekeerde dividend kleiner is dan het belastbare resultaat van uw vennootschap, ontsnapt u aan de fairness tax. Stap 2: mogelijke correctie. Op het positieve bedrag van de uitkomst van stap 1, mag u even tueel nog een correctie doorvoeren. Die correctie komt erop neer dat u de belaste reserves uit vorige boekjaren (en uiterlijk in de loop van aanslagjaar 2014 aangelegd) – die nu uitgekeerd worden en dus een stuk van het dividend vormen – mag aftrekken. Stap 3: breuk bepalen. De uitkomst van stap 2 moet ten slotte nog vermenigvuldigd worden met een breuk. De teller daarvan bestaat uit de overgedragen verliezen en de NI die in de fiscale aangifte van dat aanslagjaar in min gebracht zijn. De noemer is het fiscale resultaat van het boekjaar (exclusief vrijgestelde waardeverminderingen, voorzieningen en meerwaarden). Op die manier wordt immers het effect van de overgedragen verliezen en de NI geneutraliseerd. Uw volgende stap
�
Download een uitgewerkt berekeningsvoorbeeld van de fairness tax van http://tipsenadvies-belastingen.be/ download – code BT 19.19.04.
De zgn. fairness tax is een afzonderlijke belasting van 5,15% die vanaf aanslagjaar 2014 geldt, maar enkel voor ‘grote’ vennootschappen. Op voorwaarde dat het uitgekeerde dividend groter is dan het fiscale resultaat na alle fiscale aftrekken, moet de tax berekend worden volgens een specifiek stappenplan. 26.08.2013 - 4
Snel adviezen zoeken... uitprinten... toepassen... tipsenadvies-belastingen.be
■■
NOTIONELE INTERESTAFTREK
Notionele interestaftrek is soms discriminerend? Recentelijk stelde het Europese Hof van Justitie dat de notionele interestaftrek discriminerend is wanneer uw vennootschap een vestiging in het buitenland heeft. Waarover gaat het? Wat betekent dat concreet en wat kunt u doen? Waarover gaat het? NI op zich staat niet ter discussie. Laat dat vooreerst duidelijk zijn... Het Hof van Justitie (HvJ van 4 juli 2013, C-350/11, Argenta Spaarbank) zegt hoegenaamd niet dat het systeem van de notionele interestaftrek (NI) op zich discriminerend is of niet zou kunnen... Berekening bij buitenlandse vestiging wel. Om het bedrag te bepalen waarop uw vennootschap de NI mag toepassen, vertrekt u immers van het zgn. eigen vermogen van uw vennootschap. Dat moet vervolgens verminderd worden met een aantal uit te sluiten of ‘slechte’ activa. Daaronder valt ook dat stuk van het eigen vermogen dat toewijsbaar is aan een buitenlands bijhuis gelegen in een land waarmee België een dubbel belastingverdrag heeft (art. 205ter, § 2 WIB). Buitenlandse vestiging of bijhuis? Dat is bv. het geval wanneer uw vennootschap een verkoopkantoor opent in bv. Frankrijk en daar een verkoper aanwerft die de verkoop op de Franse markt doet. De winst die dan in Frankrijk behaald wordt, mag op basis van het dubbelbelastingverdrag tussen België en Frankrijk in Frankrijk belast worden. Technisch gezien spreekt men van een zgn. vaste inrichting. Wat is daar discriminerend aan? Wel, het zgn. nettoactief dat toegewezen kan worden aan dat buitenlandse verkoopkantoor, is voor de NI een ‘slecht’ actief en moet in min van de berekeningsbasis. Heeft u daarentegen alleen een Belgische inrichting, dan zou de nettowaarde daarvan niet in min moeten komen voor de NI. Het is dat principe dat volgens het Hof discriminerend is op het vlak van de ‘vrijheid van vestiging’. Het kan niet
dat u voor een buitenlandse vestiging wél het nettoactief daarvan in min moet brengen van de NIberekeningsbasis, terwijl dat niet nodig is wanneer die vestiging in België zou liggen!
Concreet gevolg? Voorbeeld. Stel dat het eigen vermogen van uw vennootschap € 100.000 is, inclusief de netto waarde ten bedrage van € 25.000 van een Nederlands verkoopskantoor. Voor de berekening van de NI mag u volgens de Belgische wetgeving dus geen rekening houden met die € 25.000. Uw NI is dus: € 75.000 x 3,242% (kmo-tarief voor inkomsten jaar 2013) of € 2.431,50. Voorbeeld na uitspraak Europees Hof. Het bedrag van € 25.000, zijnde de nettoactiefwaarde van het bijhuis, mag wél in uw berekeningsbasis voor de NI blijven zitten. U krijgt dus de NI op € 100.000 of uw vennootschap heeft recht op een NI van € 3.242 (€ 100.000 x 3,242%). Wat doen in uw komende aangifte? Wanneer uw vennootschap zo’n vestiging in een lidstaat van de Europese Unie heeft, laat dan in uw komende aangifte vennootschapsbelasting, die doorgaans tegen 1 oktober ingediend moet zijn, al rekening houden met die uitspraak. Wat met het verleden? Via een zgn. ambtshalve ontheffing (art. 376 WIB) kunt u een herziening vragen voor de vorige aanslagjaren. Tip. U kunt daarvoor tot vijf jaar teruggaan. Uw volgende stap
�
Download een model van verzoek tot ambtshalve ontheffing van http://tipsenadvies-belastingen.be/ download – code BT 19.19.05.
Het nettoactief van een zgn. buitenlands bijhuis moet volgens het Hof van Justitie niet in min komen van de berekeningsbasis voor de NI. Houd daar dus desgevallend rekening mee in uw komende aangifte en vraag ook een ontheffing voor de vijf vorige jaren op basis van ons model voor ambtshalve ontheffing. 5 - 26.08.2013
Nieuwe ruling
■■
ANTIMISBRUIKBEPALING
Is een kapitaalsvermindering ‘fiscaal misbruik’? Een vennootschap wil haar kapitaal verminderen, maar volgens de Ruling commissie kan de kapitaalsvermindering op basis van de nieuwe antimisbruikbepaling geherkwalificeerd worden in een dividend. Wat is er precies gebeurd? Wat was er aan de hand?
Wat moet u hiervan onthouden?
Oprichting holding. Een bedrijfsleidster bezat 51% van de aandelen van een holding A, die zelf participaties van bijna 100% aanhield in vier werkvennootschappen. In 2007 bracht de bedrijfsleidster haar aandelen van holding A in in een nieuwe holding C (een holding boven holding A). De volgende jaren keerden de werkvennootschappen dividenden uit aan A, die dat geld op haar beurt gebruikte om een (super)dividend toe te kennen aan C. Het geld van de werkvennootschappen werd dus zgn. opgestroomd naar de holding.
‘Geheel van rechtshandelingen’. De AMB kan niet enkel toegepast worden op één verrichting, maar ook op ‘een geheel van rechtshandelingen dat eenzelfde verrichting tot stand brengt’. De fiscus moet wel de eenheid van opzet tussen de verschillende rechtshandelingen aantonen. De Rulingcommissie meent blijkbaar dat er hier zo’n eenheid van opzet is, m.a.w. dat de oprichting van C bedoeld was om later de reserves van A belastingvrij privé te krijgen.
Kapitaalsvermindering. Vijf jaar later wil de bedrijfsleidster het kapitaal van C belastingvrij verminderen van € 20 miljoen naar € 8 miljoen. Ze vraagt aan de Rulingcommissie of die daar een probleem mee zou hebben in het licht van de nieuwe algemene antimisbruikbepaling (AMB) (art. 344, § 1 WIB). De bedrijfsleidster argumenteert daarbij dat de eventuele kapitaalsvermindering past in het kader van een verkoop van de groep en van vennootschap A in het bijzonder.
Wat zegt de Rulingcommissie? Geen niet-fiscale motieven. De Rulingcommissie meent dat met de AMB de verschillende verrichtingen (inbreng, dividend van A naar C en kapitaalsvermindering bij C) als ‘fiscaal misbruik’ geherkwalificeerd zouden kunnen worden in een rechtstreeks dividend van A aan de bedrijfs leidster en oordeelt dat het tegenbewijs, nl. nietfiscale motieven voor de kapitaalsvermindering van C, niet geleverd is. De kapitaalsvermindering kan m.a.w. niet belastingvrij, maar er moet op het (vermeende) dividend 25% rv betaald worden.
Retroactief? De eerste rechtshandeling (oprichting van C) dateert van jaren vóór er van de nieuwe AMB sprake was! Volgens de fiscus volstaat het echter voor de toepassing van de AMB op een geheel van rechtshandelingen dat de laatste rechtshandeling in 2012 of later gebeurd is (cir culaire Ci. RH.81/616.207, d.d. 04.05.12, B.1.). Let op! Dit is zeker betwistbaar, maar het is te vrezen dat u naar de rechtbank zal moeten gaan om gelijk te krijgen... Verband met interne meerwaarde. De bedrijfsleidster had bij de oprichting van C de voorwaarden van de Rulingcommissie inzake de zgn. interne meerwaarden nageleefd. Zo was het kapitaal van C niet verminderd in de eerste drie jaar na de inbreng. Dit is echter duidelijk niet voldoende om voor fiscaal geïnspireerde holdingconstructies problemen met de fiscus te vermijden, aangezien die de latere doorstroming van het geld naar de natuurlijke personen nog kan proberen aan te pakken met de AMB. Uw volgende stap
�
Download de betreffende passage uit het jaarverslag van 2012 van de Rulingcommissie van http://tipsenadviesbelastingen.be/download – code BT 19.19.06.
De inbreng van aandelen in een holding, later gevolgd door een kapitaals vermindering bij de holding, kan volgens de fiscus geherkwalificeerd worden in een dividenduitkering uit de vennootschap waarvan de aandelen ingebracht werden. Voor een ‘gewone’ kapitaalsvermindering is er echter geen probleem! 26.08.2013 - 6
Recente rechtspraak
■■
BEROEPSKOSTEN
Is uw appartement aan zee een ‘lusthuis’? Een controleur probeerde op een ‘originele’ manier bij de vennootschap van een collega de kosten van een onroerend goed dat hij privé gebruikte te verwerpen. Wat deed die controleur precies en volgde de rechter hem daarin ook? Een bvba kocht het vruchtgebruik van een appartement aan zee. Zij liet dit appartement als buitenverblijf gebruiken door haar zaakvoerder (tevens de blote eigenaar). Het ‘voordeel gratis woning’ werd correct berekend. De zaakvoerder liet zich echter niet op dat voordeel belasten, maar boekte het – zoals dat in de praktijk vaak gedaan wordt – op zijn rekening-courant (rc) als schuld aan zijn vennootschap.
Standpunt fiscus De controleur verwerpt de kosten met betrekking tot het vruchtgebruik op het appartement (afschrijvingen, onroerende voorheffing, interesten, ...). Volgens hem is er geen noodzakelijk verband met de beroepsactiviteit. Bovendien gaat het om een ‘lusthuis,’ m.a.w. een onroerend goed dat ter beschikking staat van personeel, bedrijfs leiders, klanten, leveranciers, ... “om er te verblijven zoals in een hotel”. De wet voorziet dat de kosten van lusthuizen niet aftrekbaar zijn (art. 53, 9° WIB).
Standpunt rechter De rechter volgt de fiscus. Het appartement aan zee moet inderdaad beschouwd worden als een lusthuis, waardoor de kosten niet aftrekbaar zijn. Het appartement was niet noodzakelijk voor de activiteit van de vennootschap en de kosten ervan zijn ook niet inbegrepen in de belastbare bezoldiging van de zaakvoerder, aangezien het voordeel geboekt werd op zijn rc.
Commentaar ‘Lusthuis’ niet aftrekbaar? De kosten van een
lusthuis zijn in principe inderdaad niet aftrekbaar, maar de wet zelf voorziet in een uitzondering. De kosten van een ‘lusthuis’ zijn toch aftrekbaar wanneer u zich laat belasten op een voordeel gratis woning (art. 53, 9° WIB). Dat voordeel moet dan in principe ook op uw loonfiche staan. De rechter is (té) streng! Hij beoordeelt deze wettelijke afwijking wel heel erg letterlijk. De boeking van het voordeel op de rc is volgens hem niet voldoende voor de aftrekbaarheid omdat het op die manier niet “inbegrepen is in de belastbare bezoldiging van de zaakvoerder”, zoals de wet letterlijk vereist. Onterecht volgens ons! De boeking van het voordeel gratis woning als een ‘schuld’ op de rc betekent immers dat de zaakvoerder het bedrag van het voordeel (ooit) aan de vennootschap moet betalen, als een vorm van huur, zeg maar. Hij gebruikt het appartement dus zeker niet ‘gratis’! Dus... Wilt u helemaal op veilig spelen, boek dan uw voordeel van alle aard niet op uw rc, maar zet het op uw loonfiche en laat u er effectief op belasten. Dan kan de fiscus zich alvast niet op deze rechtspraak beroepen om de kosten van uw appartement aan zee te verwerpen op basis van de ‘lusthuistheorie’. Wat met uw ‘gewone’ woning? Uw woning waarin u normaal gezien effectief privé ‘woont’ en die in uw vennootschap zit, is géén ‘lusthuis’ (Comm. IB 53/173). De kosten daarvan kan de fiscus dus alvast niet op deze manier aanvallen. Enkel een tweede verblijf kan mogelijk beschouwd worden als een ‘lusthuis’. Uw volgende stap
�
Download het arrest van het hof van beroep van Antwerpen van 25 juni 2013 van http://tipsenadviesbelastingen.be/download – code BT 19.19.07.
Volgens de rechter is een appartement aan zee een ‘lusthuis’. De kosten daarvan zijn volgens de wet niet aftrekbaar. U vermijdt de verwerping van die kosten door een ‘voordeel gratis woning’ op uw loonfiche te vermelden. Een boeking van dat voordeel op uw rc volstaat volgens de rechter (onterecht) niet. 7 - 26.08.2013
Colofon Hoofdredacteur: Peter VanRyckeghem Eindredacteur: Liesbeth Vossen Medewerkers: J. Adriaens Neven & Partners Onafhankelijk vermogensplanner J. Caerels Fiscaal raadgever J. De Coster Lenaerts-Heremans Belastingadviseurs G. Dierickx Advocaat M. Govers Btw-deskundige A. Schotsmans Notaris J. Soetaert Advocaat E. Stiers Stiers & Velkeneers K. Verduyckt Fiscaal jurist Verantwoordelijke uitgever: G. Glorieux Veldstraat 3 3370 Boutersem Uw volgende stap Modellen, tabellen, vonnissen, ... tipsenadvies-belastingen.be/ download Dit is een uitgave van: Tiensesteenweg 306 3000 Leuven RPR Leuven - 0440.845.006 Abonnementen: Tel.: 016/35 99 00 - Fax: 016/35 99 35
[email protected] www.indicator.be Uw adviesbrief online: tipsenadvies-belastingen.be
■■
BEDRIJFSLEIDER - HUUR
Nu aan de orde
Ook dit jaar weer iets meer huur vragen! Nieuwe revalorisatiecoëfficiënt. Naar jaarlijkse gewoonte werd ook recentelijk weer de zgn. revalorisatiecoëfficiënt voor inkomstenjaar 2013 (in principe aanslagjaar 2014) verhoogd van 4,10 naar 4,19 (KB van 18 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 24 juli 2013). Waarvoor wordt die nu weer gebruikt? Op basis van deze coëffi ciënt wordt er berekend hoeveel fiscaal interessante huur u kunt vragen aan uw vennootschap wanneer u (een deel van) een privépand aan haar verhuurt. Concreet. Op de huur die u ontvangt van uw vennootschap, betaalt u belastingen tegen het ‘normale’ tarief (dus tot 50%), maar u kunt wel een kostenforfait van in principe 40% van de ontvangen huur in mindering brengen én u betaalt er geen sociale bijdragen op. Vraagt u echter meer huur dan het ki x 5/3 x 4,19, dan wordt het ‘teveel’ belast als loon (waarvoor u een forfaitaire kostenaftrek van in principe slechts 3% krijgt) én betaalt u er bovendien sociale bijdragen op. Door de verhoging van de revalorisatiecoëfficiënt kunt u dus ook dit jaar weer iets meer ‘fiscaalvriendelijke’ huur vragen. Alle beetjes baten, nietwaar... ?
■■ Voor inkomstenjaar 2013 is de zgn. revalorisatiecoëfficiënt verhoogd van
4,10 naar 4,19. Verhuurt u (een deel van) uw pand aan uw vennootschap, dan kunt u nu dus weer iets meer huur vragen dan vorig jaar.
■■
KILOMETERVERGOEDING
Nu aan de orde
Nieuw tarief km-vergoeding sinds 1 juli 2013 Voor wie geldt dat alweer? De belastingvrije kilometervergoeding geldt voor iedereen die met zijn eigen privéauto beroepsmatige verplaatsingen maakt. U kunt die vergoeding dus toekennen aan uw personeel, maar ook aan uzelf als zaakvoerder/bestuurder als u met uw eigen auto of die van uw partner eens een beroepsmatige verplaatsing doet. Hoeveel? Zoals elk jaar werd het tarief ook dit jaar geïndexeerd. Sinds 1 juli 2013 is de forfaitaire vergoeding € 0,3461 per beroepsmatig gereden kilometer en dit in principe tot 30.06.2014 (omzendbrief FOD P&O nr. 628 van 5 juli 2013, BS van 9 juli 2013). Het voorbije jaar bedroeg die vergoeding € 0,3456. Tip. Een hogere km-vergoeding is mogelijk, maar dan moet u wel die hogere gemiddelde kostprijs per kilometer kunnen bewijzen... In welke mate aftrekbaar? Daarvoor geldt de zgn. 30/70-regel. Van de betaalde vergoeding slaat 30% op brandstof, die voor 75% aftrekbaar is. De overige 70% dekt dan alle andere autokosten en is aftrekbaar voor 50% à 100%, naargelang van de CO2-uitstoot van de auto.
■■ De beroepsmatige kilometers die met een privéauto afgelegd worden, ® is een wettelijk geregistreerd merk.
kunnen sinds 1 juli 2013 belastingvrij vergoed worden tegen een tarief van € 0,3461 per kilometer.
Niets uit deze uitgave mag in enige vorm of op enige wijze worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kan worden gesteld.