GEBRUIKERSGIDS. Centrale met sirene NL

GEBRUIKERSGIDS

Centrale met sirene 312-21NL

www.daitem.com

Gebruikersgids U hebt een DAITEM BEVEILIGINGSSYTEEM aangeschaft dat aan uw beveiligingsnoden voldoet en wij danken u hiervoor. Met de TwinBand® en TwinPower®technologie profiteert u ten volle van de voordelen van een draadloos systeem gebaseerd op radiotransmissies via twee frequentiebanden en op een beveiligde dubbele voeding.

BELANGRIJKE AANBEVELINGEN • Uw beveiligingssysteem is zeer eenvoudig te gebruiken. Wij raden u aan het systeem telkens in te schakelen wanneer u uw woning verlaat. • Laat nooit uw afstandsbediening op een zichtbare plaats liggen. • Bewaar een tweede afstandsbediening op een veilige plaats. • Neem onmiddellijk contact op met uw installateur in geval van verlies, diefstal of sabotage van een systeemtoestel. • Houd de toegangscodes van de toetsenborden geheim.

ENKELE VOORZORGEN DIE U NIET MAG VERGETEN U bent thuis • Laait nooit deuren en vensters onnodig open. • Zet, indien mogelijk, het systeem in Deelbeveiliging voor de beveiliging van de niet gebruikte ruimten.

U verlaat uw woning • Sluit alle beveiligde uitgangen. • Schakel uw beveiligingssysteem in. • Verifieer, indien nodig, de seingeving van de anomalieën of van de open gebleven uitgangen.

U bent afwezig voor een lange periode • Zorg ervoor dat alle toegangen gesloten zijn. • Controleer de goede werking van uw beveiligingssysteem door een reële systeemtest door te voeren. • Schakel uw beveiligingssysteem in.

BELANGRIJKE OPMERKINGEN De installateur kan op afstand, via een telefoon of een computer, toegang tot uw installatie krijgen voor het onderhoud of de downloading. Dit gebeurt volgens de voorwaarden die in deze gids beschreven staan. Hij kan eventueel met u contractueel specifieke toegangsvoorwaarden vastleggen.

UW OPMERKINGEN INTERESSEREN ONS Aarzel niet om ons schriftelijk of per e-mail uw opmerkingen om onze gidsen en onze produkten te verbeteren, mee te delen. Ons adres: Daitem - Service consommateur rue du Pré de l’Orme - F-38926 CROLLES cedex

☺ Een correcte programmering

wordt bevestigd door een lange bip of het continu branden van het groene controlelampje.

LEGENDE De belangrijke punten

de aanbevelingen

gesignaleerd door 3 bips of door het knipperen van het rode controlelampje.

Korte druk

lange druk

Een foute programmering wordt

2

Daitem beveiligingssysteem INHOUDSOPGAVE Uw installateur heeft u een korte samenvatting bezorgd die u zal helpen bij een dagelijks gebruik van uw systeem.

Uw Daitem beveiligingssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Uw beveiligingssysteem besturen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 De informatieborden geven de systeemstatus en de berichten van de centrale weer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Uw toegangscodes wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 De toegang tot de instructies beperken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Regelmatig uw systeem testen: de Testmodus . . . . . . . . . . . . . . 12 Reële test van uw beveiligingssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 De toegang tot de downloading op afstand bepalen . . . . . . . . . 14 Uw telefoonkiezer waarschuwt uw correspondenten . . . . . . . . 15 De centrale signaleert de alarmen en waarschuwt de correspondenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 De centrale signaleert de storingen en waarschuwt de correspondenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Raadpleging van het incidentenjournaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Uw beveiligingssysteem op afstand besturen . . . . . . . . . . . . . . 21 Aanvullende functies van de toetsenborden . . . . . . . . . . . . . . . 22

3

Gebruikersgids UW DAITEM BEVEILIGINGSSYSTEEM opsporen afschrikken besturingsontvangsttoestel

rookdetecto r bewegingsdetector

sirene met flitslicht

multicontactdetector

))

))

))

))

) )

)

))

verwerken doorzenden

) ) )

)

))

)) ) ) )))

) )))

)))

)

universele zender

)

downloading

)

)) ) )

)

))

relayeren

downloadingssoftware

) ))

) ) )))

))

) afstandsbedieningen

)

)) )) ) ) )))

radio-relais

) ) )))

)

centrale met sirene

toetsenbord

toetsen-en informatiebord

vocaal toetsenbord met naderingsdetector en badgelezer

besturen 4

besturingsinterface

spreek en luistermodule

Daitem beveiligingssysteem UW BEVEILIGINGSSYSTEEM BESTUREN groep 2

De centrale beschikt over maximaal 3 beveiligingsgroepen die onafhankelijk of gecombineerd kunnen bestuurd worden.

groep 3

groep 1

In- en uitschakeling van uw systeem • Afstandsbediening:

druk op de toest Aan of Uit

• Toestenborden of besturingsinterface:

Uit: uitschakeling van alle groepen hoofdcode

“bip, aan”

aan of uit

“bip, uit”

• Vocaal toetsenbord met badgelezer:

Partiel 2 Etat Système

aan of uit

Aan: inschakeling van alle groepen

het tonen van de badge binnen de 3 sec. na het indrukken van de toets

Partiële werking van uw systeem • Afstandsbediening:

druk op de toets Deel 1 of Deel 2

• Toestenborden of besturingsinterface:

Deel 1: inschakeling van enkel groep 1 hoofdcode


deel 1 of deel 2

“bip, deel 1 aan” “bip, deel 2 aan”


deel 1 of deel 2

Deel 2: inschakeling van enkel groep 2


Inschakeling bij aanwezigheid In de fabrieksconfiguratie bezit de centrale een beveiligingswijze die de inschakeling van enkel groep 1 kan opwekken met de mogelijkheid verzwakte systeemreacties uit te lokken bij inbraak: de werking bij aanwezigheid. • Toestenborden of besturingsinterface: hoofdcode

aanwezigheid

“bip, werking bij aanwezigheid” Werking bij aanwezigheid: inschakeling van enkel groep 1


Partiel 2

aanwezigheid

Etat Système


Bij de werking bij aanwezigheid is er geen in- of uitgangsvertraging. uitgeschakelde groep

ingeschakelde groep

5

Gebruikersgids UW BEVEILIGINGSSYSTEEM BESTUREN (vervolg) In- en uitschakeling van één of meerdere groepen • Toestenborden of besturingsinterface:

aan of uit hoofdcode 1 : groep 1

2 : groep 2

3 : groep 3


“bip, acceso groep ?”

Partiel 2

acceso o spento 1 : groep 1

2 : groep 2

Etat Système


3 : groep 3

Voorbeelden met toetsenbord: • Inschakeling van groep 3

“bip, groep 3 aan”

3 hoofdcode

aan

Inschakeling groep 3

• Inschakeling van groep 1 + groep 2 1 hoofdcode

“bip, groep 1-2 aan”

2 aan

Inschakeling groep 1+2

Voorbeelden met vocaal toetsenbord met badgelezer: • Uitschakeling van groep 2 2

“bip, groep 2 uit”


uit

Uitschakeling van groep 2

• Uitschakeling van groep 1 + groep 2 1

2

“bip, groep 1-2 uit” Partiel 2

uit

Etat Système

Uitschakeling van groep 1+2

uitgeschakelde groep

ingeschakelde groep

onveranderde groep

6

Daitem beveiligingssysteem Inschakeling met een open uitgang of met een anomalie De centrale is in de fabriek voorgeprogrammeerd om de inschakeling van het systeem te verhinderen indien een uitgang niet gesloten is of indien het systeem een anomalie detecteert. De installateur kan deze fabrieksconfiguratie wijzigen. Voorbeeld: inschakeling met niet gesloten uitgang n°2. U schakelt het systeem in

U sluit de uitgang

U schakelt het systeem in

“bip, uitgang n° 2 open”

“bip, aan”

Einde van de uitgangsvertraging

“bip, aan”

De centrale schakelt het systeem niet in

Het systeem zal pas in werking kunnen treden wanneer er geen zelfbeveiligingsstoringen of open uitgangen worden gedetecteerd.

UITSCHAKELING VAN HET SYSTEEM ONDER BEDREIGING

(functie enkel mogelijk bij bewaking via een centrale meldkamer) Deze functie maakt het mogelijk discreet alarm te slaan wanneer u onder bedreiging van een aanrander wordt gedwongen het systeem uit te schakelen. Het systeem gedraagt zich op dezelfde manier als bij een uitschakeling, maar verzendt via de telefoonlijn een specifiek alarmbericht naar de centrale zendkamer. 0 hoofdcode

uit

Het is imperatief te controleren of dit specifiek bericht wel degelijk door de centrale meldkamer wordt behandeld.

De uitgangsvertraging: De uitgangsvertraging is de tijdsduur die het mogelijk maakt het alarmsysteem binnenshuis in te schakelen zonder dat de sirenes in werking treden. Uw installateur heeft samen met u de uitgangsvertraging bepaald in functie van uw systeemgebruik. De centrale signaleert het einde van de uitgangsvertraging door de herhaling van het gesproken bericht “Aan”.

De ingangsvertraging: De ingangsvertraging is de tijdsduur die het mogelijk maakt het alarmsysteem binnenshuis uit te schakelen (bv. via het toetsenbord) zonder dat de sirenes in werking treden. Uw installateur heeft samen met u de ingangsvertraging bepaald in functie van uw systeemgebruik. Een gesproken bericht “Beveiliging actief” en/of een geluidssignaal van de sirene kunnen u er toe aanzetten uw beveiligingssysteem uit te schakelen.

7

Gebruikersgids

{

DE INFORMATIEBORDEN GEVEN DE SYSTEEMSTATUS EN DE BERICHTEN VAN DE CENTRALE WEER De informatieborden maken het mogelijk : • het systeem te besturen, • de systeemstatus permanent te kennen. De vocale toetsenborden delen de boodschappen van de centrale mee en signaleren : • de status van de beveiligingsgroepen, • de status van de uitgangen, • de alarmsignalen, • de anomalieën.

2 3 4

Uitgangen Anomalieën

2

Alarmsignalen

Betekenis van de controlelampjes en de gesproken berichten: De controlelampjes Systeemstatus

Gesproken bericht Groep 1

Groep 2

Groep 3

Uit

G

G

G

“Bip, uit”

Aan*

R

R

R

“Bip, aan”

Deel 1

R

Deel 2

Uitgangen Anomalieën Alarmsignalen

{

Groepen 1

3 sec. voor een normale werking

5 sec. voor de uitgangen, anomalieën of alarmsignalen

“Bip, deel 1 aan” “Bip, deel 2 aan”

R


R

X

X

“Bip, groep 1 aan”


X

R

X



X

X

R



X

X

X


Uitschakeling groep 1

G

X

X

“Bip, groep 1 uit”


X

G

X



X

X

G



X

X

X


Aanwezigheid

O

“Bip, aan bij aanwezigheid”

Gememoriseerde alarmsignalen

R

Gememoriseerde anomalieën

Ge Ge

Open uitgangen

“Bip, uit, systeemalarm”

“Bip, aan, systeemstoring”

“Bip, aan, uitgang X open”

* zonder zelfbeveiligingsanomalie en met gesloten uitgang G

groen controlelampje gedurende 3 sec.: groep uitgeschakeld

X

R

rood controlelampje gedurende 3 tot 5 sec.: groep ingeschakeld

O

: groepsstatus onveranderd oranje controlelampje gedurende 3 sec.: centrale in werking bij aanwezigheid

R

rood controlelampje gedurende 5 sec.: seingeving van de alarmsignalen

Ge

geel controlelampje gedurende 5 sec.: anomalie of open uitgang

Enkel de instructies die via het toetsen- en informatiebord worden verzonden, zullen de controlelampjes doen branden. Enkel de instructies die via het vocale toetsenbord zijn doorgevoerd, geven de hierboven beschreven gesproken berichten. De instructies die door een ander besturingsapparaat worden gegeven hebben geen effect op het vocaal toetsenbord.

8

Daitem beveiligingssysteem WIJZIGEN VAN UW TOEGANGSCODES Wijzigen van uw HOOFDCODE Dankzij de hoofdcode heeft de hoofdgebruiker toegang tot alle systeeminstructies. ✱

5

0

✱

✱

actuele hoofdcode

nieuwe hoofdcode

✱ ✱ herhaling van de nieuwe hoofdcode

Voorbeeld (niet kopiëren): 3

8

✱

5

0

0

✱

8

9

6

0

✱

8

9

6

(

2

((((

1

lange bip

✱ ✱

Om veiligheidsredenen, raden wij u aan regelmatig de toegangscodes van de toetsenborden te wijzigen en de toetsen regelmatig te reinigen. Om ongewenste oproepen naar de centrale meldkamer te vermijden, beëindig uw hoofdcode nooit met het cijfer “0”.

Wijzigen van uw DIENSTCODES De dienstcodes maken het mogelijk de toegang te beperken tot bepaalde instructies. Ze zijn bestemd voor occasionele gebruikers. 2

✱

✱

✱ ✱

{

✱

van 1 tot 16*

hoofdcode

nieuwe dienstcode

herhaling van de nieuwe dienstcode

Voorbeeld (niet kopiëren): 1456: dienstcode 2 3

8

✱

0

2

2

✱

1

4

5

6

✱

1

4

5

6

(

2

((((

1

lange bip

✱ ✱

Zodra een dienstcode in het geheugen is opgeslagen, wordt deze code automatisch toegelaten; het is dus niet nodig de toelatingscode voor deze dienstcode in te drukken.

VERBIEDEN of TOELATEN van uw DIENSTCODES De volgende procedures maken het verbod of de toelating van uw dienstcodes mogelijk zonder hun programmering te wijzigen. 2

✱

✱ ✱

{

✱ hoofdcode

van 1 tot 16*

0 : verbod

1 : toelating

* Het toetsenbord en het toetsen- en informatiebord hebben 4 dienstcodes. De besturingsinterface beschikt over 16 dienstcodes. Het vocale toetsenbord met naderingsdetector en badgelezer beschikt over 8 servicecodes.

9

Gebruikersgids DE TOEGANG TOT DE INSTRUCTIES BEPERKEN De toegang BEPERKEN door middel van een dienstcode Voor elke dienstcode kan men de toegang beperken tot: • bepaalde toetsen van het toetsenbord, • bepaalde groepen. Enkel de toetsen of groepen die tijdens de programmering zijn gekozen, zijn toegankelijk bij het indrukken van een dienstcode. Om de toegang van een dienstcode te beperken tot bepaalde toetsen, druk: 2

✱

hoofdcode

...

✱

✱ ✱

{

✱

{

✱

dienstcode

herhaling van de dienstcode

van 1 tot 16

toegelaten toets(en)

Uit

Voorbeeld: Om de toegang van de dienstcode 1 te beperken tot de toets Deel 1, druk: 1

2

3

8

✱

2

0

1

✱

1

2

1

3

1

✱

2

1

Aan

3

Deel 1

✱

Deel 2

✱ ✱

Aanwezigheid Alarm

toets Deel 1

Om de toegang van een dienstcode te beperken tot (een) bepaalde groep(en), druk: 2

✱

hoofdcode

✱

1

...

3

✱ ✱

{

✱

{

✱

dienstcode

herhaling van de dienstcode

van 1 tot 16

3 (n° van de toegelaten groepen)

Via de dienstcode kan men dan enkel de toegelaten groepen in- of uitschakelen.

De toegang BEPERKEN door middel van een badge De badges kunnen elk afzonderlijk toegangsbeperkingen hebben tot: • bepaalde besturingstoetsen, • bepaalde groepen. Bij het gebruik van een badge zijn enkel de voorgeprogrammeerde besturingstoetsen of groepen voor deze badge toegankelijk. • Toegangsbeperking van een badge tot bepaalde toetsen, druk: 3

3

...

✱ ✱

{

✱

{

✱

{

✱ hoofdcode

toets(en) badgenummer van 01 tot 24

Voorbeeld om de badge 02 te beperken tot de toets Deel 1, druk: 1

2

3

8

✱

3

0

2

✱

3

0

2

Uit

✱

✱ ✱

In dit geval kan men met de badge 02 enkel de toets Deel 1 besturen.

toets Deel 1

Aan Deel 1 Deel 2 Aanwezigheid Alarm

• Toegangsbeperking van een badge tot bepaalde groepen, druk: 3

3

1

...

3

✱ ✱

{

✱

{

✱

{

✱ hoofdcode

van 1 tot 3 badgenummer van 01 tot 24

Voorbeeld om de badge 01 te beperken tot de Groep 2, druk: 1

2

3

8

✱

3

0

1

✱

3

0

1

✱

10

2

✱ ✱

In dit geval kan men met de badge 01 enkel de Groep 2 in- en uitschakelen.

Daitem beveiligingssysteem • Annulering van de toegangsbeperkingen van een badge, druk: 3

3

✱

0

✱ ✱

{

✱

{

✱ hoofdcode

badgenummer van 01 tot 24

Voorbeeld om de toegangsbeperkingen van badge 02 te annuleren, druk: 1

2

3

8

✱

3

0

2

3

✱

0

2

✱

0

✱ ✱

In dit geval zijn de toegangsbeperkingen van badge 02 opgeheven.

• Gecombineerde toegangsbeperking tot een bepaalde groep en een bepaalde toets. 3

3

✱

✱ ✱

{

✱

{

✱ hoofdcode


groep da 1 a 3

toets

Voorbeeld om de badge 01 te beperken tot het in- en uitschakelen van Groep 1 en tot de toets “Deel 1”, druk: 1

2

3

8

✱

3

0

1

3

✱

0

1

✱

1

✱ ✱

toets “Deel 1”

VERBOD en TOELATING van een badge Een geprogrammeerde badge is automatisch toegelaten. Om een badge te verbieden of toe te laten, druk: 3

✱

✱ ✱

{

✱ hoofdcode

0 : verbod


1 : toelating

Voorbeelden: • om de badge 01 te verbieden, druk: 1

2

3

8

✱

3

0

1

✱

0

✱ ✱

✱

1

✱ ✱

• om de badge 02 toe te laten, druk: 1

2

3

8

✱

3

0

2

11

In dit geval kan men met de badge 01 enkel de Groep 1 en de toets “Deel 1” in- en uitschakelen.

Gebruikersgids

a

REGELMATIG UW SYSTEEM TESTEN: DE TESTMODUS

Wij raden u aan één keer per jaar of vóór een lange afwezigheid, uw beveiligingssysteem te testen. In de Testmodus kunnen alle systeemtoestellen getest worden. Het krachtig geluidssignaal van de sirene kan gehoorstoornissen veroorzaken. Neem de nodige voorzorgen bij het uitvoeren van de tests.

➀ Schakel de centrale over naar testmodus 2 hoofdcode

bip, datum, uur, testmodus

a ➁ Test elke detector

• Loop voorbij elke bewegingsdetector van de beveiligde lokalen. • Controleer de mededeling van de centrale.

“bip, inbraak, detector n°”

)))))

Wacht 90 sec.in een niet beveiligde ruimte alvorens voorbij een infrarood detector te gaan.

• Open en sluit opnieuw alle uitgangen beveiligd door openingsdetectors of multicontact-detectors. • Controleer de mededeling van de centrale.

)))))

➂ Test ieder bedieningstoestel

• Druk op de toets “Uit” van elke afstandsbediening of • Vorm uw hoofdcode en druk op de toets “Uit” van elk toetsenbord.

1

hoofdcode

“bip, datum, uur, uit”

12

(

➄ Schakel de centrale terug over naar gebruiksmodus

(

luid belsignaal gedurende 3 sec.

((((

(

))))

“bip, uit bediening n°”

))))

((((

druk langer dan 2 sec.)

(

alarm

of

((((

Druk langdurig (meer dan 2 sec.) op de toets “Alarm” van een bedieningstoestel.

of

((((

➃ Test de alarmsignalen

“bip, inbraak, detector n°”

)))))

luide alarmbel en flitslicht gedurende 5 sec.

Daitem beveiligingssysteem REËLE TEST VAN UW BEVEILIGINGSSYSTEEM U gaat nu een reële test van uw beveiligingssysteem doorvoeren. Deze test schakelt de alarmsignalen in en voert een telefoontransmissie naar de centrale meldkamer of naar uw correspondenten door. Wij raden u aan uw centrale meldkamer op voorhand te verwittigen.

➀ Sluit alle uitgangen, verlaat de beveiligde zones en wacht minstens 90 sec.

➁ Schakel het systeem in.

• zodra de centrale de instructie heeft ont-

“bip, aan”

vangen, antwoordt de centrale: ”bip, inschakeling”

➂ Wacht tot op het einde van de uitgangs-

“aan”

vertraging

• de centrale geeft het gesproken bericht: “inschakeling”

➃ Ga in een beveiligd lokaal binnen

• de ingebouwde sirene van de centrale

(

((((

(

(

((((

(

((((

((((

en de sirene treden in werking, • de telefoonkiezer belt de geprogrammeerde correspondenten op in functie van de door te zenden incidenten.

➄ Laat de sirenes gedurende 30 sec. loeien en schakel dan het systeem uit.

• zodra de sirenes de uitschakelingsinstruc-

“bip, uit, op 21 mei 2005 om 19u30, inbraak detector 3, groep 1”

tie hebben ontvangen, stoppen de sirenes en de centrale antwoordt: “Bip, uitschakeling, 21 mei 2005 om 19u30, inbraak detector 3, groep 1”

➅ Verifieer de telefoontransmissie van het alarm naar de geprogrammeerde correspondenten*.

* Enkel bij een transmissie naar een particulier, zal de uitschakeling van het systeem de stopzetting van de oproepcycli naar de correspondenten met zich meebrengen.

13

Gebruikersgids DE TOEGANG TOT DOWNLOADING OP AFSTAND BEPALEN (indien de modulekaart voor telefoontransmissie geïnstalleerd is) In overeenstemming met de geldende reglementering, is uw expliciete autorisatie nodig voor de toegang tot downloading van het systeem. Daarom is downloading enkel maar mogelijk als de centrale in testmodus staat (zie pagina 13). Dankzij de downloadingssoftware kan de installateur op afstand verschillende operaties uitvoeren: • parameterring op afstand: raadplegen of wijzigen van de parameters van het systeem • verbod op afstand doorvoeren: neutralisatie van één of meerdere systeemtoestellen • het incidentenjournaal lezen: raadpleging van de lijst van de systeemincidenten die zijn voorgevallen. U kan de toegangsvoorwaarden voor de downloading die door de installateur uitgevoerd wordt, wijzigen. U kan samen met hem de best aangepaste procedure bepalen.

De toegang tot downloading verbieden ✱

1

9

3

✱

0

✱

0

✱ ✱

hoofdcode

De toegang tot downloading toelaten in functie van de gebruikte code en de systeemstatus ✱ hoofdcode

1

9

3

✱

1 : downloadingscode 2 : installateurscode

3 : downloadingscode

en installateurscode

✱

✱ ✱

0 : systeem in testmodus

1 : verbod

2 : 24 u/24* volgens

de systeemstatus

14

* In de modus 24 u/24 is de toegang tot downloading via de installateurscode niet automatisch als het systeem is ingeschakeld.

Daitem beveiligingssysteem UW TELEFOONKIEZER WAARSCHUWT UW CORRESPONDENTEN Voor het volledige hoofdstuk over de telefoontransmissie is de voorafgaandelijk installatie door uw installateur van een supplementaire telefoontransmissie module vereist.

Verloop van een vocale oproep naar een particulier

“bip, systeem n° 11, inbraak, detector n°, groep n°”

“druk * om te luisteren”

“druk op 0 om te bevestigen”

“Om te luisteren, druk op *”

“dank u”

ng riiii iing rii

1

4

7

3

2

5

8

0

1

6

4

9

7

De telefoon rinkelt bij de correspondent

3

2

5

8

1

6

0

4

9

7

Herhaling van het bericht (60 sec.)

1

3

2

5

8

0

4

6

7

9

Herhaling van het bericht (max. 5 maal)

3

2

5

8

0

6

9

1

4

7

1

3

2

5

8

0

4

6

7

9

Bevestiging van de telefoonkiezer

3

2

5

8

0

6

9

Luisterperiode* gedurende 60 sec.

Eind van de oproep. De telefoonkiezer hangt op.

* Tijdens de luisterperiode houdt de sirene van de centrale op.

Verloop van een oproep naar een centrale meldkamer De centrale meldkamer neemt op

In de centrale meldkamer

Bij de gebruiker

belsignaal

test

antwoord van de centrale meldkamer

frequentiedoorzending

nummervorming

verzending van een DTMF bericht

lange bip

incident

luisterperiode

Instructiemogelijkheden tijdens de luisterperiode In functie van het doorgezonden alarmsignaal, heeft de correspondent (particulier of centrale meldkamer) toegang tot een luisterperiode. Tijdens deze periode kunnen instructies via de toetsen van het telefoontoestel doorgestuurd worden. Instructiebeschrijving

Instructienummer

Inschakeling van alle luidsprekers voor interpellatie

5

Inschakeling van alle micro’s voor beluistering

6

Herhaling van de luisterperiode (1 min.) Beëindiging van beluistering en hangt op de telefoonkiezer

15

Gebruikersgids UW TELEFOONKIEZER WAARSCHUWT UW CORRESPONDENTEN (vervolg) De correspondentennummers in het geheugen OPNEMEN of WIJZIGEN Elk telefoonnummer van een correspondent kan via de besturingsinterface geprogrammeerd worden. De telefoonnummers van de correspondenten worden opgeslagen in de geheugens 81 tot 83. Het informatienummer wordt opgeslagen in het geheugen 89. ✱

8

✱

✱ ✱

...........

De telefoonnummers moeten verschillend zijn. Als het geheugen leeg is, geeft de centrale een lange bip op het einde van de herlezing.

telefoonnummer (max. 20 cijfers) hoofdcode ste 1 : 1 nummer e 2 : 2 nummer e 3 : 3 nummer

9 : informatienummer

VERIFICATIE en TEST van de geregistreerde nummers Elk telefoonnummer van de correspondent kan via de besturingsinterface geverifieerd worden. ✱

8

✱

✱ ✱

hoofdcode ste 1 : 1 nummer e 2 : 2 nummer e 3 : 3 nummer


De oproep naar de correspondenten TESTEN Elk telefoonnummer van de correspondent kan via de besturingsinterface getest worden. Waarschuw eerst en vooral uw correspondenten dat u een oproeptest gaat doorvoeren. Wij raden u aan na elke opname van een nieuw nummer, systematisch een testoproep uit te voeren. 5

8



Het uitwissen van een geregistreerd nummer Elk telefoonnummer van de correspondent kan via de besturingsinterface uitgewist worden ✱

8

✱ ✱

0

✱ ✱



16

Daitem beveiligingssysteem Verloop van een oproeptest “druk * om te luisteren”

1

4

7

Inschakeling van een testoproep

Nummervorming

“bip, systeem n° 11”

3

2

5

8

0

1

6

4

9

Herhaling van het bericht (60 sec.)

7

“bip, testoproep”

1

3

2

5

8

0

4

6

7

9

Identificatiebericht

“druk op 0 om te bevestigen”

3

2

5

8

0

1

6

4

9

Herhaling van het testbericht (20 sec.)

7

“dank u”

3

2

5

8

0

1

6

4

9

7

3

2

5

8

0

6

9

Bevestiging van de telefoonkiezer

Eind van de oproep. De telefoonkiezer haakt in.

: door op de toets “0” van het telefoontoestel te drukken, wordt de telefoonkiezer bevestigd.

Verloop van een oproepcyclus van de telefoonkiezer Uw eerste correspondent haakt niet af, is reeds in gesprek of heeft de oproepcyclus niet correct beëindigd: • De telefoonkiezer roept het nummer op dat in het volgende geheugen opgeslagen is. • Als geen enkele correspondent afhaakt of de oproepcyclus beëindigd, zal de volledige oproepcyclus plaatsvinden.

Verloop Cyclus 1:

Bevestiging

geheugen 81

1o

1o

1o

1o

1o

geheugen 82

2o

2o

2o

2o

2o

geheugen 83

3o

3o

3o

3o

3o

+ Informatie-oproep*: geheugen 89

4o

4o

Voor elke cyclus geldt het volgende : wanneer de eerste oproep niet bevestigd wordt, gaat de transmissie door naar de volgende nummers van dezelfde cyclus. Van zodra één van de oproepen van de cyclus bevestigd wordt, stopt de transmissie.

* In het geval van een digitale transmissie wordt dit bericht naar de centrale meldkamer gezonden; in het geval van een vocale transmissie is het de correspondent die de informatie toegezonden krijgt (Bv. De mobiele telefoon van de eigenaar). Deze informatie-oproep bevestigt de cyclus niet.

Uw installateur kan onmiddellijk gewaarschuwd worden in geval van een afwijking op het systeem, onafhankelijk van de alarmtransmissies.

17

Gebruikersgids DE CENTRALE SIGNALEERT DE ALARMSIGNALEN EN WAARSCHUWT DE CORRESPONDENTEN • De seingeving van de alarmsignalen (inbraak, personenbeveiliging, technisch alarm, fraude of brand) wordt doorgevoerd: • wanneer het systeem wordt uitgeschakeld • wanneer het systeem een instructie van op afstand krijgt. Inbraakbeveiliging Gesproken bericht van de centrale “bip, datum, uur, inbraak detector n°, groep n°”

“bip, datum, uur, bevestigde inbraak detector n°, groep n°”

• De vocale seingeving preciseert : • de datum en het uur waarop het alarmsignaal in werking is getreden • het soort alarm • de identiteit van het toestel dat het alarmsignaal heeft opgewekt.

Incident

Doorgezonden boodschap

Inbraak in de lokalen

BIP INBRAAK DETECTOR N°, GROEP N°

Verplaatsing van de inbreker in de lokalen

BIP BEVESTIGDE INBRAAK DETECTOR N°, GROEP N°

Personenbeveiliging 24 u/24

Gesproken bericht van de centrale “bip, datum, uur, alarm bediening n°”

Incident


Inschakeling van een alarm of een stilalarm door BIP ALARM een besturingsapparaat

Technische beveiliging 24 u/24

Gesproken bericht van de centrale “bip, bip, bip, bip, technisch alarm, detector n°”

Incident Inschakeling van de technische beveiliging door een sensor die aan een universele zender verbonden is

Doorgezonden boodschap BIP TECHNISCH ALARM DETECTEUR N°

Brandbeveiliging

24 u/24

Gesproken bericht van de centrale

Incident


“bip,datum, uur, brandalarm, detector n°”

Inschakeling van de brandbeveiliging door een detector

BIP BRANDALARM DETECTOR N°

“bip, datum, uur, brandalarm, bediening n°”

Inschakeling van de brandbeveiliging door een besturingsapparaat

BIP BRANDALARM BEDIENING N°

Beveiliging tegen fraudepogingen Gesproken bericht van de centrale “bip, datum, uur, zelfbeveiliging centralebesturing n°”


Poging om een besturingsinterface te openen weg te nemen

BIP ZELFBEVEILIGING BEDIENING CENTRALE N°

Poging om een toetsenbord te openen weg te nemen

BIP ZELFBEVEILIGING BEDIENING N°

Poging om de centrale te openen weg te nemen

BIP ZELFBEVEILIGING CENTRALE

“bip, datum, uur, zelfbeveiliging sirene n° of zelfbeveiliging relais n°“

Poging om een sirene of radiorelais weg te nemen

BIP ZELFBEVEILIGING SIRENE N° of BIP ZELFBEVEILIGING RADIORELAIS N°

“bip, datum, uur, zelfbeveiliging detector n°, groep n°”

Poging om een detector te openen weg te nemen

BIP ZELFBEVEILIGING DETECTOR N°

“bip, datum, uur, zelfbeveiliging radio”

Detectie van een verblinding van de radioverbindingen

“bip, datum, uur, zelfbeveiliging bediening n°”

“bip, datum, uur, zelfbeveiliging centrale”

24 u/24

Incident

“bip, datum, uur, zelfbeveiliging netwerk”

Detectie van een telefoononderbreking

Het uitwissen van het alarmgeheugen gebeurt automatisch bij de volgende systeeminschakeling.

18

Daitem beveiligingssysteem DE CENTRALE SIGNALEERT DE STORINGEN • De centrale controleert permanent de status van de toestellen: • de voeding, • de zelfbeveiliging, • de beschikbaarheid van de telefoonlijn, • de radioverbinding.

• De centrale signaleert de storingen: • wanneer het systeem in- en uitgeschakeld wordt, • bij de ondervraging of raadpleging op afstand van de systeemstatus.

Spanningsstoring van een toestel Gesproken bericht van de centrale

Incident


“bip, spanningsstoring centrale”

Lege batterij van de centrale

BIP SPANNINGSSTORING CENTRALE

“bip, spanningsstoring detector n°”

Lege batterij van een detector

BIP SPANNINGSSTORING DETECTOR N°

“bip, spanningsstoring sirene n°”

Lege batterij van een sirene

BIP SPANNINGSSTORING SIRENE N°

“bip, spanningsstoring relais n°”

Lege batterij van een radiorelais

BIP SPANNINGSSTORING RELAIS N°

Lege batterij van een toetsenbord of een besturingsinterface

BIP SPANNINGSSTORING BEDIENING N° of BIP SPANNINGSSTORING CENTRALEBESTURING N°

“bip, spanningsstoring bediening n° of centralebesturing n°”

Zelfbeveiligingsstoring van een toestel Gesproken bericht van de centrale

Incident


“bip, zelfbeveiligingsstoring centrale”

Zelfbeveiligingsprobleem van de centrale

BIP ZELFBEVEILIGINGSSTORING CENTRALE

“bip, zelfbeveiligingsstoring detector n°, groep n°”

Zelfbeveiligingsprobleem van een detector

BIP ZELFBEVEILIGINGSSTORING DETECTOR N°, GROEP N°

Zelfbeveiligingsprobleem van een sirene of een radiorelais

BIP ZELFBEVEILIGINGSSTORING SIRENE N° of BIP ZELFBEVEILIGINGSSTORING RADIORELAIS N°

Zelfbeveiligingsprobleem van een besturingsapparaat

BIP ZELFBEVEILIGINGSSTORING BEDIENING N°

“bip, zelfbeveiligingsstoring sirene n° of zelfbeveiligingsstoring relais n°” “bip, zelfbeveiligingsstoring bediening n°”

Storing van de telefoonlijn Gesproken bericht van de centrale “bip, netwerkstoring centrale”

Incident


Aansluitingsprobleem of niet beschikbare telefoonlijn

Storing van de radioverbinding van een toestel Gesproken bericht van de centrale

Incident


“bip, radioverbindingsstoring centrale”

Radioverbindingsverlies van de centrale

BIP RADIOVERBINDINGSSTORING CENTRALE

“bip, radioverbindingsstoring detector n°, groep n°”

Radioverbindingsverlies tussen een detector en de centrale

BIP RADIOVERBINDINGSSTORING DETECTOR N°, GROEP N°

“bip, radioverbindingsstoring sirene n° of relais n°”

Radioverbindingsverlies met een sirene of met een radiorelais

BIP RADIOVERBINDINGSSTORING SIRENE N° of BIP RADIOVERBINDINGSSTORING RADIORELAIS N°

“bip, radioverbindingsstoring bediening n°”

Radioverbindingsverlies tussen een toetsenbord en de centrale

BIP RADIOVERBINDINGSSTORING BEDIENING N°

19

Gebruikersgids RAADPLEGING VAN HET INCIDENTENJOURNAAL In het incidentenjournaal staan de laatste 500 systeemincidenten genoteerd per datum en uur Het incidentenjournaal slaagt het volgende op: • de systeembesturingen op afstand, • de automatische uitsluitingen van open gebleven uitgangen, • de alarmsignalen, • de anomalieën, • de doorgevoerde configuratiewijzigingen van het systeem, Om ter plaatse via het toetsenbord van de centrale toegang te krijgen tot het incidentenjournaal, druk: 1 0 hoofdcode

1

voor volgend

2

voor herhaling

0

voor einde

Per incident wordt de volgende informatie meegedeeld: • datum en uur, • soort incident, • de identiteit van de toestellen die het incident hebben uitgelokt.

20

Daitem beveiligingssysteem UW BEVEILIGINGSSYSTEEM OP AFSTAND BESTUREN 1

4

7

3

2

5

8

0

6

9

“druk * vervolgens toegangscode”

1

4

7

5

8

6

0

9

Uw centrale bevestigt de correcte code door een lange bip gevolgd door de systeemstatus

Uw centrale neemt op

U belt uw centrale op via een telefoon met stemfrequenties

“Biiiiiip, systeemstatus uit”

3

2

hoofdcode

Druk de wisselcode of pas de volgende procedure toe: ➀ vorm een eerste maal het telefoonnummer van de telefoonkiezer ➁ aat 2 maal bellen en haak in ➂ binnen een tijdspanne van 15 à 20 sec. vormt u een tweede maal het telefoonnummer van de telefoonkiezer die onmiddellijk bij het eerste belsignaal afhaakt. ➃ u hebt nu toegang tot het gesproken menu van de besturing op afstand

toestel (fax, antwoordapparaat...) een ander toestel neemt op

• Indien de centrale gedurende 20 sec. geen besturingsinstructie krijgt, zet ze de transmissie stop. • Door op de toets van uw telefoontoestel te drukken, kunt u op elk ogenblik naar het gesproken beginmenu terugkeren.

1

4

7

➀

3

2

5

8

0

6

9

“Gesproken bericht”

Code op het toetsenbord

Resultaat

“Om de systeemstatus te controleren, druk ”

mededeling

❯ van de systeemstatus

“Om de systeemstatus te wijzigen, druk 1 ”

➁

“Voor uit, druk ”

❯ centrale uitgeschakeld

“Voor aan, druk 1 ”

❯ centrale ingeschakeld

“Voor het menu, druk ”

➂

“Voor een systeeminstructie, druk 2 ”

❯ terug naar het hoofdmenu ❯

instructienummer

“Om te raadplegen, druk ”

“Om het oproepnummer te wijzigen, druk 3 ”

➃

“Om te wijzigen, druk 1 ”

mededeling van het

❯ opgenomen nummer .......

mededeling van het

❯ nieuwe nummer

nieuw nummer van de eerste correspondent

“Voor het menu, druk ”

Verzonden instructie

Instructienr.


Gebruiksmodus

1

Licht aan

Testmodus

2

Uitschakeling relais 1

Instructienr. 5

❯ terug naar het hoofdmenu Verzonden instructie

Instructienr. 9

4

Inschakeling relais 4

6

2


1

4


1

6

3

1


1

6

1

3

3

Inschakeling groep 1 2

1

6

1

3


1

6

7


1

7

1


1

7

3

Inschakeling groep 1 2 3

1

7

1


6

Inschakeling

2

3


7

2

Uitschakeling groep 1 2

Deelbeveiliging 1

2


7

4


1

3

Deelbeveiliging 2

2

7


8

2


1

3

9

Werking bij aanwezigheid

3

3


8

4


1

4

1

2


9

2

Uitschakeling groep 1 2 3

1

4

3

5

21

Instructienr.


2

Licht uit


4

Uitschakeling

5

de instructie wordt verzonden (zie onderstaand overzicht)

5

3 5 7 9

5

Gebruikersgids AANVULLENDE FUNCTIES VAN DE TOETSENBORDEN De systeemstatus ondervragen • Toestenborden of besturingsinterface: 4

of

“bip, systeemstatus”

hoofdcode

hoofdcode

systeemstatus

• Vocaal toetsenbord met badgelezer: 4


Partiel 2

of

Etat Système

systeemstatus

Uw systeem geluidloos besturen • Toestenborden of besturingsinterface: 6

...

...

{

3

hoofdcode

2 sec. besturingstoets(en) wachten die verstuurd moet(en) worden


...

...


Etat Système

{

3

Partiel 2

2 sec. besturingstoets(en) wachten die verstuurd moet(en) worden

Een alarm (noodoproep) inschakelen • Toestenborden of besturingsinterface: 2

2

of

Alarm (druk langer dan 2 sec.)

hoofdcode

(

((((

(

(

((((

(

((((

((((


2

of

Alarm

Partiel 2


Etat Système

(druk langer dan 2 sec.)

Het krachtig geluidssignaal van de sirene kan gehoorstoornissen veroorzaken. Neem de nodige voorzorgen bij het uitvoeren van de testinschakelingen.

Een stilalarm inschakelen (in geval van herprogrammering van een besturingstoets) • Toestenborden of besturingsinterface: 4

2

stilalarm

of

hoofdcode (druk langer dan 2 sec.)


4

of

stilalarm Partiel 2


Etat Système

(druk langer dan 2 sec.)

22

Daitem beveiligingssysteem Een brandalarm inschakelen (in geval van herprogrammering van een besturingstoets) • Toestenborden of besturingsinterface: 2

3

of

hoofdcode

hoofdcode (

((((

((((

(

((((

((((

(((

((

(

((((

brandalarm


2

Partiel 2

of


Etat Système

brandalarm

Activering of desactivering van de carillon-functie • Besturingsinterface: 4

(

0

(

5 hoofdcode

Uw systeem op zomer- of wintertijd zetten 5

0

1

5

0

2

“bip, op 17/3/2004, uur?”

hoofdcode

hoofdcode

23

803594/C - 03/08 - Niet contractueel document, wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.

GEBRUIKERSGIDS. Centrale met sirene NL

Recommend Documents