Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014 Versie 18 oktober
Inhoud Ambulantisering Hoofdbehandelaarschap Basis-ggz Transparantie Praktijkvariatie Zorgvraagzwaarte Financiering en bekostiging Loon- en prijsindexering Tariefmutaties Macro Prestatatie Bedrag Marktaandelen Substitutie Macrokaders Macro Beheers Instrument (MBI) Onder Handen Werk Kinder- en Jeugdpsychiatrie Forensische Zorg Diversen zorgcontractering Dossier Achmea Zorginkoop Marktaandelen berekening Meldpunt Contractering Bereikbaarheid beleidsadviseurs GGZ Nederland
1
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014 Ambulantisering Heeft de ambulantiseringsafspraak in het Bestuurlijk Akkoord alleen betrekking op ZVWplaatsen, of ook op AWBZ- en FZ bedden? De ambulantiseringsafspraak heeft betrekking op AWBZ-bedden en ZVW-bedden. Over het totaal aan deze bedden is afgesproken dat er in 2020 een derde minder bedden zullen zijn dan in 2008. De ambulantiseringsafspraak heeft geen betrekking op de bedden die door DJI, onderdeel directie forensische zorg, worden ingekocht.
Hoe is de nulmeting over 2008 bepaald? De nulmeting over 2008 is uitgevoerd door het Trimbos-instituut. Afgesproken is om in 2008 uit te gaan van de formele afgesproken capaciteit. Landelijk hebben we het dan over ruim 35.000 intramurale plaatsen.
Hoe wordt bepaald hoeveel bedden ik moet afbouwen? U zult in het overleg met uw verzekeraar(s) en zorgkantoor of zorgkantoren moeten bepalen wat uw bijdrage is aan de landelijk afgesproken doelstellingen. Zorgverzekeraars hebben hier hun eigen ideeën over. U zult uw eigen afweging(en) moeten maken.
Waar vind ik de jaarlijkse beddenmonitor van het Trimbos-instituut? Op de website van het Trimbos-instituut zult u de publieksrapportage aantreffen. Op dit moment verwerkt het Trimbos-instituuut de door u aangeleverde gegevens over 2012. De rapportage verwachten wij eind 2013, begin 2014. Daarnaast zal het Trimbos-instituut elke zorginstelling een eigen, meer gedetailleerde, rapportage toesturen.
Mijn verzekeraar wil meer en sneller afbouwen dan staat in het Bestuurlijk Akkoord, mag dat? Naar onze mening is de handelswijze van sommige zorgverzekeraars niet in lijn met wat er in het Bestuurlijk Akkoord is afgesproken. De juridische kaders zijn echter ruim. Een zorgverzekeraar mag heel veel vragen. In de onderhandeling met uw zorgverzekeraars moet u daarin uw eigen lijn bepalen. Als dit gevolgen heeft voor continuïteit, kwaliteit of toegang kunt u dit melden bij het
[email protected].
2
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014 Hoofdbehandelaarschap Mijn zorgverzekeraar stelt onhaalbare eisen ten aanzien van het hoofdbehandelaarschap. Dat kan ik niet betalen en bovendien zijn de juiste mensen in mijn regio niet eens te vinden. Mag dat? GGZ Nederland is van mening dat dergelijke eisen in strijd zijn met het Bestuurlijk Akkoord. Zorgverzekeraars moeten afwijkingen van het landelijk beleid inhoudelijk onderbouwen. De zorgverzekeraars claimen echter deze ruimte, zonder enige vorm van verantwoording of onderbouwing. Berekeningen die GGZ Nederland heeft gemaakt op landelijk niveau van de consequenties van het zorginkoopbeleid laten zien dat de eisen onrealistisch en onhaalbaar zijn. U zult in samenspraak met uw zorgverzekeraar(s) moeten bepalen wat realistische en haalbare afspraken zijn ten aanzien van het hoofdbehandelaarschap. Als dit gevolgen heeft voor continuïteit, kwaliteit of toegang kunt u dit melden bij het
[email protected]
Basis-ggz Hoe hoog is het landelijk afgesproken percentage budget dat naar de basis-ggz wordt overgeheveld? Er is geen landelijk afgesproken percentage. Er zijn van tevoren inschattingen gemaakt welke patiënten en hoeveel patiënten in de basis-ggz behandeld kunnen worden. Van te voren is ingeschat dat ca. 20-30% van de cliënten in de gespecialiseerde ggz eigenlijk in de basis-ggz behandeld zou moeten worden. Maar hoe dat er uiteindelijk uit gaat zien, is de vraag. U zult daarover zelf afspraken met uw zorgverzekeraar(s) moeten maken. Wij denken dat het daarbij van belang is, dat de afspraken zo flexibel zijn dat het budget de klantvraag kan volgen. Daarmee bedoelen wij dat het van belang is dat budget dat is overgeheveld van de gespecialiseerde ggz naar de basis-ggz, terug kan naar de gespecialiseerde ggz op het moment dat de klantvraag in de basis-ggz achter blijft bij de verwachtingen. Maar de omgekeerde situatie kan zich ook voordoen. Als er meer vraag is naar basis-ggz dan verwacht en er zou budget over zijn in de gespecialiseerde ggz, dan moet het mogelijk zijn om meer budget naar de basis-ggz over te hevelen.
Waar vind ik het advies van AKD Advocaten ten aanzien van de contracteereisen (Mirro-eis) van Achmea voor de basis-ggz? Het advies van Klaas Meersma van AKD Advocaten vind u hier.
3
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014 TRANSPARANTIE Praktijkvariatie Waarom maken zorgverzekeraars een studie van praktijkvariatie? Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft op verzoek van haar leden opdracht gegeven om praktijkvariatiestudies uit te laten voeren met als doel het gesprek over kwaliteit en doelmatigheid van geleverde zorg in de zorginkoop te stimuleren. De studies maken onderdeel uit van een breed kwaliteitsprogramma dat onder de vlag van ZN wordt uitgevoerd. De praktijkvariatiestudies zijn gebaseerd op zorgconsumptiegegevens van de Nederlandse bevolking die beschikbaar zijn via de declaraties. De rapporten worden in geanonimiseerde vorm beschikbaar gesteld. De betrokken instellingen hebben het rapport en hun eigen sleutelcode toegezonden gekregen.
Zorgvraagzwaarte Komt de zorgvraagzwaarte-indicator per 1-1-2014 op de factuur? Onderhandelaarsakkoord 2014-2017, punt 4a Partijen onderschrijven het eindperspectief dat de zorgvraagzwaarte-indicator op persoonsniveau via de declaratie moet worden uitgewisseld, vergelijkbaar met de somatiek, mits dit binnen de vigerende privacyregels toelaatbaar is. Het CBP heeft de minister geadviseerd om de huidige ZVZ-indicator NIET in de declaratieverplichtingen op te nemen.
Wat is het standpunt van GGZ Nederland over de huidige zorgvraagzwaarte-indicator? 1. GGZ Nederland blijft zich volledig scharen achter de afspraken uit het Bestuurlijk Akkoord en onderhandelaarsakkoord. 2. De werkgroep zvz 1.0 heeft voluit gewerkt aan het genereren van zinvolle zvz informatie, maar heeft moeten concluderen daar vooralsnog niet in geslaagd te zijn. Voor géén van de hoofdgroep diagnosen is een indicator gevonden die op een zinvolle manier gebruikt kan worden. De voorspellende waarde is zo gering dat de indicator niet bruikbaar is voor in- en verkoop, controles, en niet voor doorontwikkeling van de productstructuur. 3. De werkgroep kan zoals afgesproken een doorstart maken om te kijken of het mogelijk is om de voorspelling van kosten op groepsniveau te verbeteren, door extra informatie toe te voegen (waaronder ROM en stagering). GGZN wil participeren in de ontwikkeling van een model 2.0, maar schat in dat dit vooral bruikbaar zal zijn voor risicoverevening. Het verbeteren van het ex ante risicovereveningsmodel is, gelet op het komen te vervallen van de ex-post risicoverevening, een gedeeld belang van cliënten, aanbieders en verzekeraars. GGZN wil meewerken aan verbetering van het huidige ex ante model en de ontwikkeling van een zvz model 2.0 lijkt in dit opzicht een zinvolle exercitie. Als we de doelstelling van model 2.0 verengen tot verbetering van de ex ante risicoverevening, dan wordt de weg vrijgemaakt richting statistische optimalisatie van de voorspellende waarde en komt de nadruk minder te liggen op
4
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014
4.
5.
6.
7.
medische herkenbaarheid en klinische zinvolheid van informatie. Wellicht is het verstandig om een volgende werkgroep met name deze doelstelling mee te geven. De informatie van zvz model 2.0 kan de komende jaren desgewenst in een lerende omgeving obv een gedragscode (gepseudonimiseerd gekoppeld) geaggregeerd ter beschikking gesteld worden aan zorgverzekeraars en zorgaanbieders middels praktijkvariatie studies. Mocht blijken dat een model 2.0 toch zinvolle informatie oplevert voor in- en verkoop en doorontwikkeling van de productstructuur, dan zal GGZN dat gebruik niet tegenhouden. GGZN onderschrijft de wens om de productstructuur te verbeteren zodanig dat er een duidelijke relatie gelegd kan worden tussen diagnosen en behandelcombinaties c.q. zorgarrangementen. Wij denken dat het verstandig is om voortvarend in te zetten op de ontwikkeling van stageringsmodellen. Dat vereist wel een separaat traject in een universitaire context. Deze modellen bevatten diagnostische informatie die relevant is voor verfijning van bekostigingsmodellen. GGZN is voornemens om voor het einde van 2013 een door haar leden geautoriseerde visie te formuleren op verfijning van bekostigingsmodellen op basis van diagnostische informatie. Op basis van deze visie is GGZN bereid een ontwikkeltraject in te gaan met als doel de huidige productstructuur te verfijnen. Wij verwachten dat op termijn van enkele jaren die stageringsmodellen dermate vergevorderd zullen zijn dat gebruik ten behoeve van een verbetering van de productstructuur en langs die weg ten behoeve van in- en verkoop mogelijk is. Wellicht dat het voor sommige productgroepen sneller kan. Naast het meewerken aan een zvz model 2.0, nemen we tevens de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van zorginhoudelijk gedreven stageringsmodellen ten behoeve van doorontwikkeling van de productstructuur. Daarmee handelen we volledig in de geest van het BA en breiden onze inspanningen zelfs uit. Afgesproken in het BA is dat de zorgverzekeraars zo spoedig mogelijk de beschikking krijgen over zvz informatie, met name om hun taakstelling in het kader van kostenbeheersing te kunnen waarmaken. Nu blijkt dat we op korte termijn niet beschikken over zinvolle zvz informatie voor in- en verkoop, willen we hen tegemoet komen door op basis van een gezamenlijke probleemanalyse mee te denken over bruikbare ontwikkelingsstappen in de tussentijd.
Mag mijn zorgverzekeraar afspraken met mij maken op basis van de zorgvraagzwaarte van mijn cliënten? Zo lang de zorgvraagzwaarte-indicator weinig zeggingskracht heeft ten aanzien van de praktijkvariatie, is het de vraag welke concrete afspraken een zorgverzekeraar met u kan maken. Er ligt een voorstel voor een gedragscode hierover bij Zorgverzekeraars Nederland, zij hebben die echter nog niet geaccepteerd. De gegevens zijn daarom nog niet openbaar.
5
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014 FINANCIERING EN BEKOSTIGING Hoe is de loon- en prijsindexering 2014 opgebouwd? De loonindexering bestaat op basis van het zogenoemde OVA-convenant tussen VWS en zorgbranches uit 3 onderdelen: -
Contractloonontwikkeling: het Centraal Plan Bureau raamt hiervoor 1½% (idem in 2013); - ontwikkeling incidenteel loon: van ½% (0% in 2013); - en mutatie werkgeverslasten van 1 ¼% (0% in 2013). Nb. Voor de zorgaanbieders bedraagt de vergoeding voor het incidenteel loon in 2014 op grond van een bestuurlijke afspraak met VWS 0%. De prijsontwikkeling raamt het CPB op 2%. De totale loonontwikkeling en de prijsontwikkeling worden gewogen met de wegingsfactoren die de NZa op haar website heeft staan. De uiteindelijke loon- en prijsmutatie 2014 wordt bepaald op basis van de berekeningen in het Centraal Economisch Plan (april 2014).
Waarmee muteert het tarief 2014 in de praktijk t.o.v. 2013? De NZa werkt in opdracht van VWS jaarlijks (nog) met een voorschot voor loon- en prijsontwikkeling en een afrekening op het verschil tussen definitieve index minus voorschot van het voorgaande jaar. Daarmee past de NZa de maximum tarieven 1 x per jaar aan. De productie van jaar T wordt derhalve gemuteerd met het voorschot van jaar T + het verschil tussen voorschot en definitief cijfer van jaar T-1. Voor het jaar 2014 komt de NZa met een verhoging van het tarief van 3,15%, bestaande uit een voorschot 2014 van 1,23% en een nacalculatie van 2013 van 1,92%
Waarmee muteert het Macro Prestatie Bedrag (inkoopruimte voor de verzekeraars) in verband met de loon- en prijsontwikkeling? Het Macro Prestatie Bedrag (MPB) van jaar T muteert eenmalig met de loon- en prijsontwikkeling zoals het Centraal Plan Bureau (CPB) dat raamt in september van jaar T-1 voor het hele jaar T. Het MPB 2014 van zorgverzekeraars wordt verhoogd met de loon- en prijsindex 2014, zoals die is af te leiden uit de macro economische verkenning 2014 (publicatie CPB september 2013). Daarbij is er voor zorgverzekeraars geen verdere nacalculatie. Voor de percentages zie hierboven. De index voor de zorgverzekeraars kan daarmee jaarlijks afwijken van de index die de NZa in de max-tarieven verwerkt. In 2013 hadden zorgverzekeraars meer loonen prijsindex dan de voorlopige index 2013 (0,75%), die via de NZa is bekend gemaakt. Het budgettair kader zorg wordt enkele keren per jaar geactualiseerd. Na het bekend worden van de definitieve loon- en prijsindexen 2014 (daarvoor worden ramingen van het CPB van april gebruikt) komt het Budgettair Kader Zorg (BKZ) op het definitieve prijspeil 2014. Dat is in de praktijk bij het verschijnen van de voorjaarsnota. In het BKZ, zoals dat bekend is na het verschijnen van de begroting van VWS in september, is de post loon- en prijsindexering op basis van de macro-economische verkenning, versleuteld onder de post
6
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014 nominaal en onverdeeld. Voor zorgverzekeraars werkt zoals hiervoor aangegeven anders. Zij moeten hun polissen tijdig, dat wil zeggen rond 15 november, kunnen maken en kunnen niet gedurende het jaar afspraken aanpassen. Over een langere reeks van jaren lopen de ramingsverschillen loon- en prijsindex tussen september- en aprilramingen van het CPB tegen elkaar weg. Per jaar kan er verschil optreden. Voor VWS is er dan in theorie een meevaller (lagere raming in april) of een tegenvaller (hogere raming in april). In de praktijk werkt het anders. Door het eenmalig vaststellen van het tarief in de productieafspraken, is het niet mogelijk om nog gedurende het jaar definitieve indexering toe te passen. De NZa heeft dit net als GGZ Nederland onder de aandacht van VWS gebracht. De maximum tarieven zijn onlangs verhoogd, moet mijn verzekeraar zich daar aan houden? Zorgverzekeraars kunnen niet uitgaan boven het maximumtarief, tenzij er redenen zijn om over te gaan op max-max tarieven. Inherent aan de term maximumtarief is dat er neerwaarts afgeweken kan worden van dat tarief.
Hoe worden de marktaandelen per zorgverzekeraar per zorginstelling bepaald? Zorgverzekeraars leveren de gehonoreerde productie (lees: alle gedeclareerde en betaalde facturen) door aan Vektis. Vektis bepaalt periodiek de marktaandelen per verzekeraar / per zorginstelling (binnen ‘zorgprisma’). In 2013 heeft GGZ Nederland als eenmalige service voor haar leden deze overzichten van marktaandelen door Vektis ook op instellingsniveau per verzekeraar laten berekenen en rechtstreeks laten versturen aan de zorgaanbieders.
Voor komende marktaandeeloverzichten zijn leden zelf verantwoordelijk om dit op te vragen bij Vektis. De partijen van het Bestuurlijk Akkoord hebben afgesproken dat voor de inkoop van 2015 de verzekeraars hetzelfde peilmoment voor het berekenen van de marktaandelen gebruiken als de zorgaanbieders. Onze indruk is dat alle zorgverzekeraars dezelfde peildatum hanteren als de peildatum die is gebruikt voor de uitlevering aan zorginstellingen en dat Achmea daar tot nu toe van afwijkt. We zijn hierover met Achmea in gesprek en houden u op de hoogte.
Op welke manier kunnen over- en onderproductie tussen verschillende financieringsstromen gecompenseerd worden Onderhandelaars Akkoord 2014-2017, punt 4o Integrale zorg: de ondertekenaars van dit akkoord spreken af om oog te houden voor de samenhang binnen de GGZ en met andere sectoren, om te voorkomen dat patiënten tussen wal en schip vallen. Het uitgangspunt van het Bestuurlijk Akkoord Toekomst GGZ 2013-2014 is dat de zorg om de patiënt wordt georganiseerd, niet andersom. Integrale zorg begint met het bevorderen van zelfmanagement, zelfzorg en eigen regie van de patiënt. Met het oog op integrale zorg, georganiseerd rondom de patiënt in plaats van rondom het aanbod, juichen partijen het toe dat door middel van de flexibilisering van de module POH-GGZ consultatie van GGZprofessionals door de huisarts wordt gefaciliteerd.
7
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014
Onderhandelaars Akkoord 2014-2017, punt 2d Overheveling van GGZ-zorg uit andere kaders naar het macrokader voor de curatieve GGZ leidt tot ophoging van het betreffende macrokader en in theorie tot vermindering van de andere kaders (vestzak-broekzak). In de systematiek van de NZa blijft onduidelijk in hoeverre ex ante, dan wel ex post, deze correcties uitgevoerd kunnen en moeten worden. Insteek GGZ Nederland Het signaal van het niet kunnen compenseren van onder- en overproductie in 2014 heeft GGZ Nederland bij de ontwikkeling van de beleidsregels bij de NZa en VWS herhaalde malen gemeld (ook nogmaals gemeld bij het Meldpunt Contractering). Er wordt gewerkt aan een oplossing. Het is onderwerp van gesprek tussen de partijen van het Bestuurlijk Akkoord.
Hoe kan ik budget substitueren tussen ZVW en AWBZ? Onderhandelaars Akkoord 2014-2017, punt 4o: Tussen de AWBZ en de Zvw: binnen de GGZ is het mogelijk om tussen de AWBZ en de Zvw te schuiven op basis van de beleidsregel “Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw” (AL/BR0009). Op 15 oktober jl. heeft VWS toegezegd dat aan de Minister het verzoek wordt voorgelegd om de regeling aan te passen en te verlengen. Hoe kan ik budget substitueren tussen ZVW en het justitiële kader? Onderhandelaars Akkoord 2014-2017, punt 4o: Om ook flexibiliteit tussen het strafrechtelijk kader (gefinancierd vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie) en het vrijwillig/civiel kader (gefinancierd vanuit de Zvw) te bevorderen, zullen V&J en VWS de NZa vragen om een beleidsregel te ontwikkelen die het mogelijk maakt om op het niveau van de zorgaanbieder financiële middelen over te hevelen uit het justitiële kader naar de Zvw en vice versa. Hoe kan ik binnen de ZVW substitueren, tussen basis-ggz en gespecialiseerde ggz? Onderhandelaars Akkoord 2014-2017, punt 4o: Binnen de Zvw: de grenzen binnen de nieuwe inrichting van de GGZ zijn nog niet geheel scherp. Voor een deel zullen deze geleidelijk ontstaan uit de lopende praktijk. De nieuwe inrichting mag, evenmin als de hervorming van de jeugdzorg of de langdurige zorg, niet leiden tot onwrikbare schotten binnen de GGZ en moet substitutie tussen de gespecialiseerde GGZ en de generalistische basis GGZ stimuleren. Noodklok invoering basis-ggz, gemeld op 16-10-2013 bij het Meldpunt Contractering: hoewel het nog vroeg in het contracteerproces is, worden er alarmerende signalen afgegeven over de insteek van zorgverzekeraars ten aanzien van de basis-ggz. Het tempo en de aantallen patiënten met bijbehorend budget, die zorgverzekeraars per 2014 in de basis-ggz behandeld willen zien, overschrijden de ruimste ramingen. Zorginstellingen wijzen erop dat het tempo en de verwachtingen van zorgverzekeraars veel te hoog liggen. Bij nog
8
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014 vrijwel geen enkele zorginstelling is er zicht op een contract, de eisen van de zorgverzekeraars zijn onduidelijk en tegenstrijdig, de visies zijn uiteenlopend, er wordt gegoocheld met patiëntenaantallen en geld. De organisatiewijzigingen zijn zo groot, dat het bij veel instellingen niet meer gerealiseerd kan worden. Voor de verandering moet personeel worden omgeschoold en ontslagen. Maar er is nog weinig duidelijk: wat moeten onze leden nu met hun personeel? Partijen van het Bestuurlijk Akkoord hebben aangegeven dat een geregisseerde en beheerste overgang wenselijk is. Het uitgangspunt is “tot 750 minuten veel in de basis GGZ”. Er zijn verzekeraars die dit eenzijdig oprekken tot 1800 minuten en ook ongedifferentieerd per diagnose. Dat is beslist niet wenselijk. Ook het tempo moet geleidelijk zijn, om operationele en financiële redenen. Het vereist zorgvuldigheid in het belang van de patiënten. Het zorgcontinuüm moet goed geborgd worden.
Moet ik nu ook nog binnen de gespecialiseerde ggz per productgroep substitueren? Melding 18 oktober 2013 bij meldpunt contractering: verzekeraars dwingen in inkoopvoorwaarden ook nog dat ik van de 16 diagnosehoofdgroepen deeloffertes maak en daar dan per diagnosehoofdgroep een omzetplafond op zet. Standpunt GGZ Nederland: zo worden binnen de gespecialiseerde GGZ met bijvoorbeeld 6 verzekeraars x 16 hoofdgroepen al 96 (nieuwe) deelkaders gecreëerd. Naast alle tariefkortingen wordt ook nog gekort op overschrijding per hoofddiagnosegroep en de (toevalligerwijs ontstane) onderproductie in een andere hoofdgroep niet betaald. Dit kan niet de bedoeling zijn!
Wat is het macrokader curatieve ggz in ZVW? Miljoenennota: Het macrokader voor de curatieve ggz in de ZVW stijgt met 62 miljoen euro (groeiruimte 1,5%) tot 4.334 miljoen euro (exclusief de loon- en prijsaanpassing 2014). De eigen bijdrage in de eerstelijns ggz (oude term) vervalt per 1-1-2014. VWS geeft aan dat de realisatiecijfers 2012 ontbreken, omdat ze nog niet definitief zijn. Onderhandelaars Akkoord 2014-2017, punt 2b en 2c Voor de curatieve GGZ resulteert dit in het voor 2014 beschikbaar stellen van een kader van 4.307,5 miljoen euro. Verschil: het verschil tussen 4.307,5 en de begroting VWS van 4.334 is: loon- en prijsbijstelling dyslexie (0,8) en schuif voormalige budgetcomponenten overheveling AWBZ naar ZVW (25,7), in totaal een plus ten opzichte van het akkoord van 26,5 mln. Vindplaats pag. 234, begroting VWS 2014.
Wat is het macrokader intramurale ggz in AWBZ? Het macrokader voor de intramurale ggz in de AWBZ bedraagt in 1.568,6 mln euro exclusief groeiruimte 2014 en loon-en prijsaanpassing 2014. De onverdeelde ruimte voor groei en loon- en prijsaanpassing bedraagt in 2014 AWBZ-breed 1375,8 mln euro. Naast intramurale
9
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014 zorg is er ook extramurale zorg in de AWBZ. De omvang van deze zorg blijft AWBZ-breed in 2014 op het niveau van 2013. Op basis van de realisatiecijfers 2012 constateert VWS een overschrijding van 286 mln euro en een meevaller van 39 mln euro.
Wat is het macrokader forensische psychiatrie? Het macrokader voor de forensische psychiatrie op de begroting 2014 van Justitie bedraagt exclusief loon- en prijsaanpassing 651,2 mln euro (waarvan FPC’s 332,8 mln, intramurale inkoopplaatsen ggz 230,4 mln en intramurale inkoopplaatsen gevangeniswezen 88 mln). Naast de inkoop van genoemde intramurale plaatsen, is in 2014 55 mln euro beschikbaar voor de inkoop van ambulante zorg voor personen met een strafrechtelijke titel. Dit bedrag loopt op naar 56 mln euro per 2017. De mutaties op het beschikbare bedrag houden onder meer verband met het honoreren van autonome groei en tariefmaatregelen op grond van het Masterplan DJI en extra middelen voor de opbouw van ambulante forensische zorg (zoals For-FACT) op basis van de Meerjarenovereenkomst forensische zorg 2013–2017.
Hoe zit het nu precies met het (gedifferentieerd) Macro Beheers Instrument (MBI)? Onderhandelaars Akkoord 2014-2017, punt 4l: Uitwerking MBI: partijen zijn het er over eens dat invoering per 2014 van een juridisch solide, gedifferentieerd MBI nog niet mogelijk is. Het uitdrukkelijke streven van de partijen is om per 1-1-2015 een gedifferentieerd MBI in te voeren in de GGZ. Partijen verplichten zich ertoe zich tot het uiterste in te spannen om dit te realiseren. De komende periode zullen de verschillende partijen bekijken hoe en in hoeverre een oplossing voor de belangrijkste resterende, complexe uitvoerings- en vormgevingsvragen op zo kort mogelijke termijn binnen bereik kan komen. VWS neemt hierin het voortouw. VWS zal samen met partijen onderzoeken in hoeverre een MBI op grond van één budgettair kader voor de gehele curatieve GGZ leidt tot behoud van macro budgettaire beheersbaarheid. Voorhangprocedure MBI VWS heeft inmiddels een voorhangbrief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin ze de huidige beleidsregel voor onbepaalde tijd verlengen (in plaats van 1 jaar) en een drempel inbouwen voor kleine aanbieders. Standpunt GGZ Nederland GGZ Nederland maakt via de politiek bezwaar tegen de aanpassingen die VWS nu aan de Tweede Kamer voorstelt. Immers het principe ‘de vervuiler betaalt’ wordt hiermee geen recht gedaan. Wat is landelijk afgesproken over de monitoring van Onder Handen Werk (OHW)? Onderhandelaars Akkoord 2014-2017, punt 4a In het akkoord worden de afspraken over de informatievoorziening op de declaratie versneld en geïntensiveerd, onder andere om de sturing op kostenbeheersing mogelijk te maken. Onderhandelaars Akkoord 2014-2017, punt 4j VWS verzoekt de NZa om centrale aanlevering van productiegegevens mogelijk te maken, indien mogelijk voor 1 januari 2014. Het centraal aanleveren van de productiegegevens maakt het mogelijk om een model te ontwikkelen voor een continue dynamische monitoring
10
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014 van de kostenontwikkelingen in de GGZ. Hiermee wordt tijdige en betrouwbare informatie gegenereerd over de kosten in de GGZ. Deze informatie dient periodiek beschikbaar te komen voor de stakeholders. Insteek GGZ Nederland: GGZ Nederland is van mening dat als VWS sneller inzicht wil hebben in de schadelast die nog komen gaat van reeds geleverde behandeling, maar nog niet gedeclareerde behandeling, dit in een voor onze leden werkbare aanlevering dient te geschieden. Inzicht in de tussentijdse nog te verwachten kosten is alleen zinvol als ook niet gecontracteerde partijen hiertoe verplicht worden. Verwijzingen separate FAQ volgt kort na 25 oktober Materiële controle Zie separate FAQ volgt kort na 25 oktober
CIRCUITS Kinder- en jeugdpsychiatrie Hoe is de financiering (dwz vanuit welk stelsel) en de bekostiging (dwz de manier van afrekenen) van de 2014 naar 2015 geregeld voor de jeugd-ggz in geval van overheveling naar gemeenten? Als jeugd-ggz tot 18 jaar per 2015 overgaat naar gemeenten, zijn gemeenten hiervoor per 1 januari 2015 bestuurlijk en financieel verantwoordelijk. De grondslag voor financiering voor jeugd-ggz gaat per 1 januari 2015 over van onder andere Zvw naar Jeugdwet. Formeel komen hiermee de kosten gemaakt in 2015 voor in 2014 geopende DBC’s voor rekening van gemeenten. Gemeenten ontvangen hiervoor immers ook per 1 januari 2015 budget. Op dit moment is er nog geen uitsluitsel hoe de wijze van afrekenen plaats zal vinden. Dit is een belangrijk aandachtspunt bij betrokken partijen en bezien wordt of hiervoor een pragmatische oplossing is zodat aanbieders de kosten niet per DBC hoeven te knippen, maar de declaraties volgens de huidige systematiek voor DBC’s geopend in 2014 volledig bij de verzekeraar in kunnen dienen.
Hoe gaat Achmea om met het Mirro concept als contracteervoorwaarde in relatie tot jeugdggz? Uit het antwoord op vraag 11 in het document met veelgestelde vragen inkoopprocedure 2014 op de website van Achmea blijkt dat Achmea onderkent dat het bestaande concept van Mirro beperkt aansluit bij de huidige praktijk van categorale instellingen voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Wel stimuleert en beloont Achmea goede initiatieven met een hoger tariefspercentage en omzetpercentage voor Basis GGZ voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
Wat kunnen we doen als een verzekeraar bij de inkoop consequenties verbindt aan het niet invullen van de casemixvariabele ‘hoogst voltooide opleiding’ in BRaM, terwijl deze data door de K&J-instellingen niet altijd zijn aan te leveren?
11
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014 De opleiding van kinderen gaat in de nieuwe minimale dataset veranderen in de hoogst genoten opleiding van de moeder. Het is namelijk een variabele ter bepaling van de sociaal economische status (SES) en dan heb je weinig aan de informatie dat het kind op de basis school zit. Voor nu zouden aanbieders de basisschool code kunnen aanleveren, maar als hiervoor inspanningen verricht moeten worden, kunnen ze die beter richten op inrichten van opleidingsniveau nieuwe stijl. Dit natuurlijk na afstemming met de betreffende verzekeraar.
Forensische zorg Vragen en antwoorden op het gebied van zorginkoop-zorgverkoop forensische zorg kunt u vinden op een separate internetpagina van het Ministerie van Veiligheid & Justitie (klik hier): MinV&J
Diversen Zorgcontractering
Rond de zorginkoop van Achmea zijn veel emails en brieven verstuurd. Waar vind ik die documenten? We zetten de belangrijkste documenten voor u op een rijtje Brief met gewijzigd inkoopbeleid van Achmea Bijlage bij brief Achmea met maximumtarieven Advies Klaas Meersma van AKD Advocaten over zorginkoop Achmea Brief van GGZ Nederland aan Achmea met verzoek inkoopbeleid in te trekken Brief van GGZ Nederland aan NZa met zorgen over inkoopbeleid Achmea NVZ-handreiking passantentarieven Vonnis rechtbank Arnhem over restitutietarieven (VGZ) Brief Achmea over verlengen reactietermijn offerte (1 november)
12
Klik hier Klik hier Klik hier Klik hier Klik hier Klik hier Klik hier Klik hier
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014 Meldpunt contractering Hoe werkt het Meldpunt Contractering? De partijen van het Bestuurlijk Akkoord hebben een landelijk Meldpunt Contractering in het leven geroepen. Het Meldpunt bestaat uit vertegenwoordigers van ZN, GGZ Nederland, het NIP, de NVVP, het LPGGZ, de NZa en het ministerie van VWS. Het voorzitterschap is in handen van het ministerie van VWS. De NZa vervult de secretariaatsfunctie. Het Meldpunt Contractering vergadert (voorlopig) ca. 1 maal per 4 weken. GGZ Nederland meldt signalen van haar leden over de contractering bij het Meldpunt Contractering onder de voorwaarde dat het een knelpunt betreft dat niet in het lokale overleg opgelost kan worden. Tevens moet er sprake zijn van een bedreiging voor patiënten ten aanzien van kwaliteit, betaalbaarheid of toegankelijkheid van de zorg.
Bij wie moet ik zijn voor het Meldpunt Contractering? Beleidsadviseur Maarten Oosterkamp vertegenwoordigt GGZ Nederland in het Meldpunt Contractering.
Hoe kan ik een signaal over de contractering melden? U kunt uw signalen met een email kenbaar maken via
[email protected].
Wat zijn de resultaten van de vergaderingen van het Meldpunt Contractering? De resultaten vatten we samen. Hieronder vindt u de links naar de samenvattingen. Vergadering Meldpunt Contractering 15-10-2013 Vergadering Meldpunt Contractering 13-11-2013
13
Klik hier Volgt
Frequently Asked Questions Zorgverkoop 2013-2014 Bereikbaarheid beleidsadviseurs GGZ Nederland ZVW Algemeen en Meldpunt Contractering - Marloes van Es
033-4608986
Macro-financieel - Henk Meppelink
033-4608980
AWBZ-WMO - Yvonne Molenaar
033-4608979
Kinder- en jeugdpsychiatrie - Monique Strijdonck
033-4608977
Forensische Zorg – Rianne Kasander
033-4608960
Verslavingszorg – Jack Dane
033-4608959
Basis-ggz - Corina Brekelmans
033-4608945
Bestuurlijk Akkoord en Meldpunt Contractering – Maarten Oosterkamp
033-4608962
14