PERSBERICHT Lelystad, 26 augustus 2008
Fornix handhaaft marktleiderschap en sterke financiële positie in bewogen eerste halfjaar 2008; uitbreiding onderzoeksactiviteiten Financiële hoofdpunten eerste halfjaar 2008 Totalen (inclusief 6 maanden Handelsdivisie 2007) Eerste halfjaar
In miljoenen euro’s (behalve de bedragen per aandeel) Opbrengsten
2008
2007
Toe-/afname
19,3
48,1
(59,8%)
15,9
17,1
(7,0%)
Som der kosten 1)
9,5
9,8
(3,1%)
1)
waarvan kosten in allergieonderzoek
2,0
2,1
(5,2%)
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten (EBIT)
6,5
7,4
(11,9%)
Winst vóór belastingen
7,1
7,7
(7,1%)
Winst na belastingen
5,3
5,7
(7,1%)
Brutoresultaat
Winst per aandeel
EUR 0,73
EUR 0,83
(12,0%)
Financiële hoofdpunten eerste halfjaar 2008 Voortgezette activiteiten (exclusief eind 2007 verkochte Handelsdivisie) Eerste halfjaar
In miljoenen euro’s (behalve de bedragen per aandeel) Opbrengsten
2008
2007
Toe-/afname
19,3
18,4
4,9%
15,9
15,1
5,1%
9,5
8,2
15,1%
waarvan kosten in allergieonderzoek
2,0
2,1
(5,2%)
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten (EBIT)
6,5
6,9
(6,5%)
Winst vóór belastingen
7,1
7,4
(3,6%)
Winst na belastingen
5,3
5,4
(2,6%)
EUR 0,79
(7,5%)
Brutoresultaat Som der kosten 1)
1)
Winst per aandeel
EUR 0,73
Fornix BioSciences N.V. Halfjaarcijfers 2008 - geen accountantscontrole toegepast -
1
Hoofdpunten eerste halfjaar 2008 Voortgezette activiteiten •
• •
•
• •
•
• • •
Ondanks lastige marktomstandigheden handhaving marktleiderschap in Nederland en een positieve omzet- en resultaatontwikkeling voor activiteiten van de Allergiedivisie in Nederland; Afname nettowinst met ruim 7% ten opzichte van goede eerste halfjaar 2007 volledig toe te schrijven aan bijzondere omstandigheden; De per 1 juni 2007 gestarte allergieactiviteiten in Duitsland hebben in het eerste halfjaar van 2008 geleid tot een negatieve EBIT van € 0,45 miljoen tegenover een negatieve EBIT van € 0,07 miljoen in 2007, voornamelijk vanwege verdere investeringen in marketing- en salesactiviteiten; Eenmalige buitengewone last van € 0,8 miljoen bruto aan externe advieskosten door afgebroken acquisitietraject Spanje en Portugal (€ 0,7 miljoen daarvan in eerste halfjaar); Ondanks voortgaande investeringen in het commerciële apparaat van divisie Medische Hulpmiddelen blijft EBIT op zelfde niveau; De resultaten van de pan-Europese Oralgen® Graspollen studie (studie AB0602) hebben het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) niet overtuigd van de werkzaamheid van het product; er waren geen bedenkingen ten aanzien van de veiligheid van Oralgen® Graspollen. Dit had tot gevolg dat het CBG in de uitkomst van studie AB0602 geen aanleiding zag om de eerdere afwijzing van de registratieaanvraag van het product te herzien; De onderneming is de voorbereidingen gestart van een nieuw grootschalig klinisch onderzoek met Oralgen® Graspollen. Doelstelling van deze zogeheten “confirmatory study” is de bevestiging van de effectiviteit en veiligheid van Oralgen® Graspollen gedurende een behandelperiode van drie jaar. Na afloop van het pollenseizoen 2009 zal een eerste interim-analyse worden uitgevoerd; Nieuwe “confirmatory study” vereist investering van € 10 miljoen over vijf boekjaren tot eerste helft 2012; Interim-dividend onveranderd € 0,65 per aandeel; Financiële uitgangspositie blijft onverminderd sterk.
Vooruitzichten geheel 2008 • •
•
Handhaving verwachte omzetstijging met 8% tot circa € 41 miljoen; Verwacht nettowinstniveau aangepast naar € 9,7 miljoen tegen eerder afgegeven verwachting van € 11,8 miljoen vanwege: - eenmalige buitengewone last van € 0,8 miljoen bruto (netto-effect ca. € 0,6 miljoen) uit hoofde van acquisitiekosten door beëindiging overnamegesprekken BIAL-Aristegui; - additionele onderzoekskosten van ca. € 2 miljoen bruto (netto-effect ca. € 1,5 miljoen) ten laste van 2008 in verband met de start in 2008 van nieuwe “confirmatory study” met Oralgen® Graspollen in Europa; De operationele nettowinst, exclusief additionele onderzoekskosten en buitengewone last vanwege acquisitie-investeringen, zal zich, onvoorziene omstandigheden daargelaten, ontwikkelen conform eerdere uitspraken.
Fornix BioSciences N.V. Halfjaarcijfers 2008 - geen accountantscontrole toegepast -
2
Het jaar 2008 is het eerste volledige jaar zonder de Handelsdivisie, die per 1 oktober 2007 werd verkocht. In dit halfjaarbericht worden hierna derhalve alleen de resultaten van de voortgezette activiteiten (Allergiedivisie en divisie Medische Hulpmiddelen) in de twee tijdvakken met elkaar vergeleken. Gang van zaken eerste halfjaar 2008 Voor de aan Euronext Amsterdam (AFORBI) genoteerde biofarmaceutische onderneming Fornix BioSciences N.V. was het eerste halfjaar van 2008 een periode met twee gezichten. Enerzijds was er sprake van een gezonde operationele gang van zaken met nog steeds toenemende verkopen in de Allergiedivisie en een handhaving van een hoog marktaandeel. Anderzijds waren er ontwikkelingen die resulteerden in een vertraging in de uitvoering van de strategische doelstellingen. Zo leidde het begin 2008 afgeronde pan-Europese Oralgen® Graspollen onderzoek vooralsnog niet tot officiële registratie en vond de beoogde overname van allergieonderneming BIAL-Aristegui geen doorgang. De omzet van de voortgezette activiteiten steeg met 4,9 procent tot € 19,3 miljoen, met name door een goede gang van zaken bij de Allergiedivisie. Deze divisie wist ondanks een bijzonder moeilijke markt haar omzet met 5,1 procent te verhogen tot € 14,7 miljoen en haar leidende marktpositie te handhaven. De aanhoudende investeringen in de vorig jaar juni in Duitsland gestarte allergieactiviteiten hadden in het eerste halfjaar van 2008 een negatief effect van € 0,4 miljoen op de EBIT van de Allergiedivisie, die daardoor per saldo onveranderd bleef op € 6,0 miljoen. De divisie Medische Hulpmiddelen boekte in het eerste halfjaar van 2008 een omzetstijging van 4,2 procent tot € 4,6 miljoen. Ook in deze divisie is sprake van aanhoudende investeringen in het verkoopapparaat, waardoor de EBIT ook hier onveranderd bleef op € 1,2 miljoen. Daarnaast leidde de afgesprongen overname van het Portugees/Spaanse BIAL Aristegui in het eerste halfjaar tot extra acquisitiekosten van € 0,7 miljoen. De kosten voor allergieonderzoek bedroegen in het eerste halfjaar van 2008 € 2,0 miljoen (2007: € 2,1 miljoen). Door de buitengewone last en door de extra investeringen in de Duitse allergieactiviteiten en in de divisie Medische Hulpmiddelen, kwam de groeps-EBIT 6,5 procent lager uit op € 6,5 miljoen, tegen € 6,9 miljoen in 2007. De winst na belasting kwam uit op € 5,3 miljoen, vergeleken met € 5,4 miljoen een jaar eerder, een daling met 2,6 procent. De winst per aandeel kwam in deze periode uit op € 0,73 vergeleken met € 0,79 in 2007. Interim-dividend Besloten is om het interim-dividend te handhaven op het niveau van 2007. Derhalve zal in september van dit boekjaar een interim-dividend worden uitgekeerd van € 0,65 per aandeel (2007: eveneens € 0,65 per aandeel), opnieuw als keuzedividend. Hierbij zal de waarde van het interimdividend in aandelen ongeveer 3 tot 4 procent lager liggen dan het interim-dividend in contanten. De reden voor deze beleidswijziging is gelegen in een verzoek van aandeelhouders tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2007 om de keuze voor aandelen te ontmoedigen, c.q. de keuze voor contanten te stimuleren. Directie en Commissarissen hebben reeds met ingang van het boekjaar 2007 aan dit verzoek gehoor gegeven.
Fornix BioSciences N.V. Halfjaarcijfers 2008 - geen accountantscontrole toegepast -
3
Vertraging uitvoering strategische doelstellingen In het eerste halfjaar werd het optimisme vanwege de positief afgeronde Oralgen® Graspollen studie onder ruim 600 patiënten in zeven Europese landen getemperd door de mededeling dat de uitkomsten van de studie het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) niet hadden overtuigd van de werkzaamheid van het product. Het CBG zag in de studieresultaten geen aanleiding om de eerdere afwijzing van de registratieaanvraag voor het product te herzien. De onderneming was teleurgesteld over deze beslissing die naar haar mening niet in overeenstemming was met de resultaten van de studie. Het reeds vorig jaar ingestelde beroep bij de Rechtbank te Zwolle tegen de afwijzing zal worden doorgezet. Totdat in hoogste instantie over de registratieaanvraag is beslist, blijft de voorlopige toelating van Oralgen® Graspollen gehandhaafd. Deze ontwikkeling, samen met het afbreken van de beoogde overname van de Portugees/Spaanse activiteiten van BIAL-Aristegui, hebben een vertragend effect op de beoogde uitrol van Fornix’ allergieactiviteiten in Europa. De onderneming heeft besloten haar onderzoeksprogramma ten aanzien van Oralgen® Graspollen verder uit te breiden door het starten van een nieuwe grootschalige studie gedurende drie pollenseizoenen ter bevestiging van de lange termijn effectiviteit en veiligheid van het product. De eerste tussentijdse resultaten van deze zogeheten confirmatory study zullen na afloop van het 2009 pollenseizoen ter beschikking komen. De resultaten van het nieuwe onderzoek kunnen naar verwachting een belangrijke bijdrage leveren aan de definitieve registratie van Oralgen® Graspollen. Daarnaast blijft de onderneming uitzien naar geschikte overnamekandidaten in Europa, met name op het gebied van allergie. De strategie blijft gericht op het ontwikkelen van de onderneming tot een pan-Europese allergiespeler van betekenis. De EBIT-ontwikkeling per divisie is als volgt: Eerste halfjaar
EBIT in miljoenen euro’s Divisie Allergie Divisie Medische Hulpmiddelen
2008 6,0 1,2
Divisie Holding
(0,7)
(0,3)
(0,4)
6,5
6,9
(0,4)
-
0,5
(0,5)
6,5
7,4
(0,9)
Totaal voortgezette activiteiten Beëindigde activiteiten (divisie Handel) Totaal Groep
2007 6,0 1,2
Verschil -
Financiële positie nog immer gunstig De liquiditeitspositie van Fornix BioSciences is nog immer uitstekend. De onderneming is nagenoeg schuldenvrij en beschikte per 30 juni 2008 over bijna € 32,0 miljoen aan liquide middelen (30 juni 2007: € 16,3 miljoen). Bovendien heeft de onderneming voor een bedrag van bijna € 3,2 miljoen aan eigen aandelen in portefeuille (gebaseerd op een aandelenkoers van circa € 10,00). Het handhaven van deze gezonde balansverhoudingen past in de strategie om passende kleinere en middelgrote overnames zoveel mogelijk uit eigen middelen te kunnen financieren. Het doen van bij voorkeur grotere overnames blijft een onverminderd hoge prioriteit houden binnen Fornix BioSciences.
Fornix BioSciences N.V. Halfjaarcijfers 2008 - geen accountantscontrole toegepast -
4
Resultaat per divisie Allergiedivisie (x € miljoen) Opbrengsten EBIT
2008 1e halfjaar 14,7 6,0
2007 1e halfjaar 14,0 6,0
Boekjaar 2007 29,4 13,2
De Allergiedivisie, waarin de productie en verkoop van anti-allergie geneesmiddelen is ondergebracht, realiseerde wederom onder moeilijker marktomstandigheden, een goed eerste halfjaarresultaat. De totale omzettoename van deze divisie groeide in het eerste halfjaar per saldo 5,1%, van € 14,0 miljoen in 2007 naar € 14,7 miljoen in het eerste halfjaar van 2008. Het resultaat uit bedrijfsactiviteiten (EBIT) van de Allergiedivisie bleef onveranderd op € 6,0 miljoen. De EBIT werd uiteraard beïnvloed door de substantiële investeringen van € 2,0 miljoen in 2008 (2007: € 2,1 miljoen) in het door de onderneming verder uitgevoerde Clinical Development Plan (CDP), alsmede door de extra investeringen in distributie en marketing in de vorig jaar juni gestarte activiteiten in Duitsland. De kosten die hier mee gemoeid waren drukten in de eerste zes maanden van 2007 nog slechts voor 1 maand op het halfjaarresultaat, in 2008 op het gehele eerste halfjaar. De omzet in Nederland van het belangrijkste product van de Allergiedivisie, Oralgen® nam opnieuw licht toe. Dit ondanks het feit dat de Allergiedivisie, zoals voorzien, wederom te maken kreeg met een groep patiënten, die na de reguliere therapieperiode van drie tot vijf jaar de behandeling met Oralgen® konden stoppen. Maar ook de concurrentie in Nederland van internationaal actieve allergiebedrijven nam verder toe. Desondanks wist de divisie haar leidende marktpositie in Nederland te handhaven. Deze constatering geeft Fornix vertrouwen in een goede continuïteit van haar activiteiten in haar thuismarkt. Over het eerste halfjaar van 2008 zijn in de nieuwe Duitse activiteiten opbrengsten van € 0,7 miljoen en een negatieve EBIT van € 0,45 miljoen gerealiseerd. Naar verwachting zullen de activiteiten in Duitsland ook de komende jaren nog een negatieve EBIT laten zien aangezien de opbouw van een duurzame positie in de grootste markt van Europa nog de nodige investeringen zal vergen. De veterinaire allergieactiviteiten (diagnostische en therapeutische producten voor honden) realiseerden in de eerste zes maanden van 2008 met een omzet van € 0,8 miljoen een omzettoename van 6,7% ten opzichte van dezelfde periode in 2007 met een omzet van € 0,7 miljoen. Vooral het relatief nieuwe diagnostisch product, de serumtest ten behoeve van de diagnose van allergie (eenvoudige bloedtest), heeft wederom bijgedragen aan de sterke omzetgroei. Klinisch onderzoek In de eerste helft van 2008 is verder hard gewerkt aan de realisatie van het Clinical Development Plan (CDP) vooral ten behoeve van het product Oralgen® Graspollen. Bij de uitvoering van het CDP laat de onderneming zich bijstaan door internationaal opererende Clinical Research Organisations (CRO’s), die over uitgebreide ervaring beschikken met vergelijkbare, gecompliceerde klinische studies. Het CDP dat de uitvoering van de klinische studies ter onderbouwing van de registratieaanvragen van de belangrijkste therapeutische producten van de onderneming omvat, is in de loop van 2006 van start gegaan en beloopt een periode van circa vijf jaar. In de eerste helft van 2008 bedroegen Fornix BioSciences N.V. Halfjaarcijfers 2008 - geen accountantscontrole toegepast -
5
de kosten van onderzoek en ontwikkeling voor de Allergiedivisie € 2,0 miljoen, min of meer overeenkomend met de kosten in 2007 (€ 2,1 miljoen). Voor geheel 2008 verwacht de onderneming momenteel dat de totale onderzoekskosten circa € 2,0 miljoen meer zullen bedragen dan aanvankelijk geprognosticeerd. De reden voor deze aanpassing is het besluit om eind 2008 een nieuwe meerjarige pan-Europese studie te starten ter bevestiging van de lange termijn effectiviteit en veiligheid van Oralgen® Graspollen. Klinisch ontwikkelingsprogramma Oralgen® producten Een belangrijk onderdeel van het Oralgen® Clinical Development Plan bestond uit de panEuropese klinische Fase III studie AB0602 bij 605 allergische patiënten ter onderbouwing van de effectiviteit en veiligheid van Oralgen® Graspollen. Studie AB0602 ging eind 2006 van start en werd uitgevoerd in 41 klinische centra in zeven Europese landen. Zoals gepubliceerd in het persbericht van 15 februari 2008 is Fornix van mening dat studie AB0602 de effectiviteit en veiligheid van Oralgen® Graspollen heeft aangetoond. In het onderzoek, werden drie verschillende doseringsregimes geëvalueerd. De resultaten gaven aan dat de inzet van de hoogste van de drie onderzochte doses Oralgen® Graspollen al in het eerste jaar van behandeling kan leiden tot een aanzienlijke afname van allergische klachten, terwijl tegelijkertijd het gebruik van overige antiallergische medicatie sterk kan worden teruggebracht. De studie liet een duidelijke dosis afhankelijkheid zien, terwijl diverse parameters die indicatief zijn voor de ernst van de allergische klachten in de hoogste doseringsgroep significant afnamen ten opzichte van de placebogroep. In de twee lagere doseringsregimes werd in het eerste studiejaar niet aan deze statistische eis voldaan. Alle onderzochte doseringsregimes waren veilig en werden goed verdragen. De onderzoekers en patiënten die deelnamen aan studie AB0602 zijn na afronding van deze studie, dat wil zeggen na afloop van het 2007 pollenseizoen, verzocht deel te nemen aan een follow-up studie (AB0602/1) die zal doorlopen tot het pollenseizoen 2008 is beëindigd. Studie AB0602/1 heeft tot doel om de effectiviteit en veiligheid van Oralgen® Graspollen gedurende een tweede behandeljaar te evalueren. De resultaten van studie AB0602/1 worden uiterlijk begin 2009 verwacht. De voorbereidingen van een meerjarige dubbelblinde, placebo gecontroleerde studie ter bevestiging van de effectiviteit en veiligheid van Oralgen® Graspollen gedurende drie pollenseizoenen zijn gestart. De klinische ontwikkelingsprogramma’s van de producten Oralgen® Mijten en Oralgen® Boompollen bevinden zich in een minder vergevorderd stadium dan het ontwikkelingsprogramma van Oralgen® Graspollen. In de tweede helft van het lopende boekjaar zullen met beide producten Fase I/II klinische studie worden gestart. Afhankelijk van de uitkomsten van deze studies zal in de loop van 2009 een besluit over het vervolg van het ontwikkelingsprogramma van de producten worden genomen. Marktvisie Fornix t.a.v. allergiemarkt Over vijf tot zeven jaar zullen naar verwachting marktontwikkelingen en overheidsregelgeving ertoe hebben geleid dat de belangrijkste immunotherapieproducten in Europa moeten zijn geregistreerd. Er is in Europa dan nog uitsluitend plaats voor geregistreerde producten, behalve voor een kleine specifieke groep patiënten die een uitzondering vormt op de regel en in aanmerking komt voor een individueel-bereid (“named patient”) allergeenproduct. Op de lange duur zal naar de inschatting van Fornix de markt voor immunotherapeutische producten worden gedomineerd door geregistreerde standaardproducten. Fornix BioSciences N.V. Halfjaarcijfers 2008 - geen accountantscontrole toegepast -
6
In Nederland is momenteel een herziening van het vergoedingssysteem in de maak die er toe zal leiden dat geregistreerde allergeenproducten vergoed zullen worden conform het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Uitsluitend voor die patiënten waar geen geregistreerde producten voor beschikbaar zijn zal het mogelijk blijven om zogeheten “named patiënt” producten voor vergoeding in aanmerking te laten blijven. Het is het voornemen van het Ministerie van VWS om deze nieuwe regelgeving medio 2009 in te voeren. Overigens zal er sprake zijn van een overgangstermijn waarin alle patiënten in de gelegenheid worden gesteld om hun bestaande therapie af te maken.
Divisie Medische Hulpmiddelen (x € miljoen) Opbrengsten EBIT
2008 1e halfjaar 4,6 1,2
2007 1e halfjaar 4,4 1,2
Boekjaar 2007 8,7 2,5
Het begin 2006 overgenomen Laprolan gevestigd in Beuningen, vormt de divisie Medische Hulpmiddelen. Deze divisie richt zich op de marketing, verkoop en distributie van medische en verpleegkundige verbruiksartikelen op het gebied van onder meer urologie, stomazorg en wondverzorging alsmede van wasbare incontinentiematerialen en matrassen tegen doorligwonden en op de marketing en verkoop van bijvoorbeeld Scarban®, een speciaal siliconenverband voor de preventie en behandeling van littekens. Deze maakte in navolging van 2007 in de eerste helft van 2008 een aarzelende ontwikkeling door. De onderneming is nog immer doende om de reeds in 2007 aangekondigde vitaliseringsslag in het verkoopapparaat door te voeren. Daartoe wordt substantieel geïnvesteerd in mensen en marketingtechnieken. Deze investeringen zullen naar verwachting pas de volgende jaren hun vruchten afwerpen. De omzet steeg met 4,2% van € 4,4 miljoen in de eerste zes maanden van 2007 naar € 4,6 miljoen in 2008. Ook de EBIT bleef door de eerdergenoemde investeringen onveranderd op € 1,2 miljoen. Strategie Met de verkoop van de Handelsdivisie in 2007 richt Fornix BioSciences zich thans geheel op zijn kernactiviteiten productie, marketing en verkoop van diagnostische en therapeutische allergeenproducten en de distributie van medische en verpleegkundige verbruiksartikelen. Binnen de niches waarin Fornix BioSciences actief is wenst de onderneming vooraanstaande posities in te nemen. Fornix BioSciences beschouwt Nederland als haar thuismarkt, maar streeft ook naar uitbreiding van haar activiteiten en afzet, vooral in de allergiemarkt en in iets mindere mate de markt voor medische hulpmiddelen, naar meerdere Europese landen. De substantiële investeringen in het Clinical Development Plan dienen om de voor de expansie noodzakelijke registraties van de allergieproducten veilig te stellen. Daarnaast wordt gestreefd naar uitbreiding van de activiteiten naar andere sectoren binnen de medische branche. Deze groei verwacht Fornix BioSciences te realiseren zowel door autonome groei als via middelgrote en zo mogelijk grote acquisities. Fornix BioSciences streeft ernaar voor zijn aandeelhouders een goed rendement te realiseren op basis van met name een aantrekkelijk dividend en een voortgaande groei van de winst per aandeel. Voorts streeft Fornix BioSciences het behoud van gezonde balansverhoudingen na, waarbij een solvabiliteitsratio (eigen vermogen als percentage van het totale vermogen) wordt nagestreefd van minimaal 35%. Momenteel ligt dit percentage op 88% en dat biedt als zodanig volop mogelijkheden voor acquisities.
Fornix BioSciences N.V. Halfjaarcijfers 2008 - geen accountantscontrole toegepast -
7
Doelstellingen • Nadruk op verdere uitbouw van activiteiten op het gebied van allergie en medische hulpmiddelen door passende acquisities. • Voor de Allergiedivisie het behouden van de sterke marktpositie in Nederland en het verwerven van een groter marktaandeel in Duitsland. • Een verdere toename van onderzoeksinspanningen ter realisatie van de registratie van allergeenproducten in het kader van het Clinical Development Plan. • Nadruk op het verkrijgen van definitieve registratie voor de Oralgen® producten en handhaving van de vergoeding. • Voor de divisie Medische Hulpmiddelen wordt gestreefd naar een omzet van rond € 20 miljoen in 2010, onder andere door het doen van complementaire overnames.
Vooruitzichten De vooruitzichten voor de tweede helft van 2008 zijn, onvoorziene omstandigheden daargelaten, relatief gunstig. Gesterkt door de positieve ontwikkeling van de omzet bij de Allergiedivisie over de eerste zes maanden van 2008, zal Fornix BioSciences haar inspanningen ten aanzien van de Allergiedivisie erop richten om deze tendens ook in het tweede halfjaar van 2008 vast te houden. Voor de divisie Medische Hulpmiddelen vormt 2008 een overgangsjaar waarin veel geïnvesteerd wordt in het versterken van met name de commerciële afdelingen binnen deze divisie. Zoals al eerder aangegeven verwacht Fornix BioSciences dat de historisch hoge winststijgingen de komende jaren op een substantieel lager niveau zullen uitkomen, mede door geplande substantiële onderzoeksactiviteiten ter ondersteuning van de voor de onderneming zeer belangrijke registratie van verschillende allergeenproducten en het uittreden van uitbehandelde allergiepatiënten. Daar komen thans de kosten voor een nieuw omvangrijk klinisch onderzoek bij. Voor heel 2008 handhaaft Fornix de verwachte omzetstijging met 8% tot circa € 41 miljoen. De nettowinstverwachting zal door buitengewone items worden beïnvloed en uitkomen op een niveau van € 9,7 miljoen tegen eerder afgegeven verwachting van € 11,8 miljoen. De reden hiervoor is gelegen in: • De eenmalige buitengewone last van € 0,8 miljoen bruto (netto-effect ca. € 0,6 miljoen) uit hoofde van acquisitie-investeringen ten gevolge van het beëindigen van de voorgenomen overname van BIAL-Aristegui. • additionele studiekosten van ca. € 2 miljoen bruto (netto-effect ca. € 1,5 miljoen) ten laste van 2008 in verband met het starten in 2008 van een nieuwe grote Europese studie met Oralgen® Graspollen. De operationele nettowinst, exclusief additionele onderzoekskosten en buitengewone last vanwege acquisitie-investeringen, zal zich, onvoorziene omstandigheden daargelaten, ontwikkelen conform eerdere uitspraken. Lelystad, 26 augustus 2008 Directie Fornix BioSciences N.V. Voor nadere informatie:
Fornix BioSciences N.V. C.L. Bergman, Voorzitter Directie Tel. (0320) 26 77 99 www.fornix.nl
EINDE PERSBERICHT
Fornix BioSciences N.V. Halfjaarcijfers 2008 - geen accountantscontrole toegepast -
8
Profiel Fornix BioSciences N.V. Fornix BioSciences N.V. is een beursgenoteerde onderneming (Euronext Amsterdam: AFORBI) die zich richt op de ontwikkeling en verkoop van diagnostische en therapeutische allergeenproducten en de distributie van medische hulpmiddelen en medische en verpleegkundige verbruiksartikelen. Fornix BioSciences N.V. heeft vestigingen in Lelystad, Beuningen en Hamburg. De onderneming heeft momenteel circa 135 medewerkers in dienst en is voornamelijk actief in Nederland en Duitsland. De activiteiten zijn onderverdeeld in twee divisies, die weer bestaan uit werkmaatschappijen. De Allergiedivisie is de meest winstgevende divisie en wordt gevormd door Artu Biologicals Europe en vanaf 1 juni 2007 door Artu Biologicals Deutschland. Deze divisie concentreert zich onder andere op de ontwikkeling, de productie en verkoop van een breed scala aan patiëntvriendelijke immunotherapeutische producten onder meer onder de merknamen Oralgen® en Igevac®. Deze producten worden toegepast bij de causale behandeling van allergieën veroorzaakt door verschillende allergenen, zoals gras- en boompollen en huisstofmijt. De ontwikkeling wordt ondersteund door pan-Europees uitgevoerde klinische onderzoeken naar de werking van de verschillende producten. De divisie Medische Hulpmiddelen wordt gevormd door het in Beuningen gevestigde Laprolan. Deze divisie richt zich op de verkoop, marketing en distributie van een breed assortiment medische hulpmiddelen en medische en verpleegkundige verbruiksartikelen.
Fornix BioSciences N.V. Halfjaarcijfers 2008 - geen accountantscontrole toegepast -
9