Groententelers van Noord-West-Brabant Forfaitaire grondslagen van aanslag voor de groententelers van Noord-West-Brabant. Aanslagjaar 2007 (inkomsten 2006) A. Omschrijving van de streek "Noord-West-Brabant" 1. Gedeelte gelegen in de zandleemstreek en waar onderhavig barema van toepassing is. • • • • • • •
Controle Asse: Asse (Asse, Bekkerzeel, Kobbegem, Mollem,Relegem, Zellik) en Merchtem. Controle Dilbeek: Dilbeek (St.-Ulriks-Kapelle). Controle Grimbergen: Grimbergen. Controle Londerzeel: Londerzeel (Steenhuffel), Meise en Opwijk. Controle Ternat: Ternat, Hekelgem, Liedekerke. Controle Vilvoorde 1: Vilvoorde. Controle Vilvoorde 2: Zemst (Eppegem), Steenokkerzeel en Machelen.
2. Gedeelte gelegen in de zandstreek en waar het barema van "Klein-Brabant" toepasselijk is. • • •
Controle Grimbergen: Kapelle-op-den-Bos. Controle Vilvoorde 2: Zemst (Elewijt, Hofstade, Weerde, Zemst). Controle Londerzeel: Londerzeel (Londerzeel, Malderen).
3. Gedeelte waar het forfait van de "Brusselse Omgeving" dient toegepast. •
Controle Dilbeek: Dilbeek (Dilbeek, Groot-Bijgaarden, Itterbeek, St.-MartensBodegem, Schepdaal).
B. Vaststelling van de semi-brutowinst 1. Openluchtteelt: a. Grove: b. Fijne:
167,00 EUR per are 387,00 EUR per are
2. Glasteelt: Vaste serres: Zoals "Provincie Antwerpen". C. Beroepskosten aftrekbaar voor zover ze gestaafd zijn door bewijzen 1. De pacht of de huur alsmede de huurlasten in verband met de onroerende goederen aangewend tot de groenteteelt. 2. De belastingen die volgens het gewone stelsel aftrekbaar zijn. 3. De interesten van leningen overeenkomstig de normen van het landbouwbarema.
4. a. Honoraria zijn aftrekbaar zoals bepaald in het landbouwbarema. b. De erelonen voor grondontleding en bedrijfsadvies. 5. De lidmaatschapsbijdragen betaald aan erkende landbouwverenigingen, de bijdragen betaald aan de "Dienst voor Vervanging van landbouwers" alsmede aan verenigingen, groeperingen en andere instellingen die zich bezighouden met de organisatie van hoevevakanties voor zover de naam (benaming) en het adres van de rechthebbende(n) worden opgegeven. 6. De sociale bijdragen: a. de sommen aan de RSZ gestort voor de tewerkgestelde arbeiders; b. de persoonlijke bijdragen die werden gestort ingevolge de wetgeving betreffende het Sociaal Statuut der Zelfstandigen en hierin zijn begrepen zowel diegene die verschuldigd zijn door de exploitant zelf, als diegene welke hij gedragen heeft ter ontlasting van zijn gezinsleden, die als helper in de exploitatie medewerken; c. zijn individueel aftrekbaar, mits overlegging van de passende bewijsstukken, de RSZbijdragen voor gelegenheidsarbeiders (seizoenarbeiders) betreffende het jaar 2006 voor zover ze niet meer bedragen dan 10 pct. van de daadwerkelijk afgetrokken seizoenlonen. De sub a. bedoelde sommen die het gedeelte van de werkgever en dat van de werknemer (al dan niet ingehouden) omvatten, mogen slechts in mindering worden gebracht in de mate dat zij niet méér belopen dan het pct. weerhouden in het landbouwbarema. Niet afzonderlijk aftrekbaar zijn de bezoldigingen door de werkgever betaald voor betaalde vakantie, voor feestdagen, voor dagen van klein werkverlet, enz... die in de forfaitaire lonen begrepen zijn. Die sociale lasten omvatten eveneens de mutualiteitsbijdragen voor "Kleine risico's" en de vrijwillig betaalde premies ter verzekering van een inkomensverlies wegens arbeidsongeschiktheid, tengevolge van ziekte en invaliditeit. 7. a. Voor de teelt in serres: Alle hier niet genoemde uitgaven die aftrekbaar zijn volgens het barema opgesteld voor de provincie Antwerpen, zoals de uitgaven voor grondbewerking, uitstomen en ontsmetten van de grond die werkelijk werden gedaan en die door facturen zijn gestaafd; indien door de teler het bewijs wordt geleverd dat hijzelf gronden heeft gestoomd mag uit dien hoofde een forfaitair bedrag van 150,00 EUR per are worden afgetrokken voor verhoogde stookkosten. b. Mits staving door facturen en onder de vorm van afschrijvingen • •
waarvan het percentage individueel zal worden bepaald rekening houdend met de kwaliteit, de normale levensduur, het al of niet intensief gebruik, enz... de kosten voor het plaatsen van een omheining ter voorkoming van schade
veroorzaakt door hazen, konijnen, enz...; voor de aanschaf van een toestel speciaal en uitsluitend voor het besproeien van sla.
•
8. De afschrijvingen, die als volgt mogen worden berekend: a. Grote herstellingen: Algemene regeling, toepasselijk inzake inkomstenbelastingen. b. Kleine herstellingen: 100 %. Opmerking: Of het gaat om grote of kleine herstellingen dient voor elk geval afzonderlijk bepaald. c. Het materiaal, de machines en de berging gebruikt voor de groenteteelt: Afschrijvingen individueel (per activa-bestanddeel) vast te stellen op basis van de aankoopprijs en de gebruiksduur. 9. De onderhoudskosten van het materiaal, de machines en de berging gebruikt voor de groenteteelt alsmede de uitgaven voor brandstof voor de gemotoriseerde landbouwmachines. 10. De vervoerkosten en/of de kosten van het rollend materiaal (inclusief de afschrijvingen). 11. De lonen, rekening houdend met onderstaande bepalingen: 11.1 De aftrekbare lonen zijn: •
de gewone forfaitaire lonen met betrekking tot de gewone landbouwoppervlakte (berekend volgens de modaliteiten van het landbouwforfait); lonen met betrekking tot de werkelijke oppervlakte speciale teelten = seizoenlonen.
11.2 Die seizoenlonen omvatten enerzijds gewone gerechtvaardigde en anderzijds globaal te verantwoorden lonen d.w.z. lonen die worden betaald aan gelegenheidswerkers in de tuinbouw. Onder seizoenlonen wordt verstaan de lonen betaald aan kinderen, familie, losse medewerkers, jobstudenten, PWA-ers, interim-arbeid, vast personeel, enz… De seizoenlonen voor de groenteteelt worden als volgt vastgesteld: a) GROVE teelt in openlucht: 36,00 EUR per are b) FIJNE teelt in openlucht: 63,00 EUR per are 11.3 FRANCHISE VOOR EIGEN WERK EXPLOITANT(EN) a) De seizoenlonen worden niet toegepast:
het bedrijf door meerdere exploitanten wordt uitgebaat of indien de exploitant (of echtgenote) niet effectief meewerkt. b) Bedrijven met fijne EN grove teelt in openlucht: Op voorwaarde dat minstens 75 aren FIJNE teelt wordt geëxploiteerd: geen franchise op de grove teelt. c) Bedrijven met openluchtteelt (grove en/of fijne teelt) EN glasgroenten: Op voorwaarde dat minstens 75 aren FIJNE teelt of 125 aren GROVE teelt wordt geëxploiteerd: geen franchise op de glasgroenten. 11.4 De seizoenlonen zijn aftrekbaar ten belope van het onder 11.2 vastgestelde bedrag mits verantwoording door: a) gerechtvaardigde lonen; b) globaal verantwoorde lonen, door betaling van een bedrijfsvoorheffing van 20,20 pct. (gelegenheidsarbeid). Het gedeelte van de seizoenlonen dat aldus niet is verantwoord, is niet aftrekbaar. 11.5 De gewone gerechtvaardigde lonen zijn als volgt aan te rekenen: • •
eerst op de gewone forfaitaire lonen m.b.t. de landbouwoppervlakte; vervolgens op de seizoenlonen.
11.6 De bedrijfsvoorheffing m.b.t. de sub 11.4.b) bedoelde lonen, wordt aangegeven in de aangifte 274.3 AUT en uiterlijk op 15 januari van het jaar volgend op dat van de betaling of de toekenning gestort bij de bevoegde Ontvanger der directe belastingen. Indien de betrokken belastingplichtige tegen de voormelde datum een gewone aangifte 274.3 AUT van gerechtvaardigde lonen indient, mogen de globaal te verantwoorden seizoenlonen en de desbetreffende bedrijfsvoorheffing in deze aangifte 274.3 AUT worden opgetekend. 11.7 De globaal te verantwoorden seizoenlonen en de desbetreffende bedrijfsvoorheffing moeten worden vermeld in een samenvattende opgave 325.10 of, in voorkomend geval, in de opgave 325.10 betreffende de gewone lonen. In de plaats van de namen van de genieters wordt in kolom 2 vermeld: "globaal verantwoorde seizoenlonen groenteteelt". 11.8 Het gedeelte van de gerechtvaardigde lonen dat de als hierboven bepaalde forfaitaire gewone en seizoenlonen (of de wegens in het landbouwforfait opgegeven bijzondere omstandigheden verhoogde forfaitaire lonen) overtreft, is niet aftrekbaar. 11.9 De groentetelers die worden belast volgens de forfaitaire grondslagen van aanslag, moeten de hier bedoelde loonregeling in haar geheel toepassen. Dit wil inzonderheid zeggen dat het in aanmerking te nemen bedrag van de globaal verantwoorde seizoenlonen, nooit hoger kan zijn dan het in januari in de bedrijfsvoorheffing aangegeven bedrag, waarop die voorheffing werd gestort (dat bedrag wordt dus niet aangepast indien een later ingesteld onderzoek uitwijst dat de werkelijk geëxploiteerde oppervlakte groter is dan de in de aangifte I.B. aangegeven oppervlakte). 11.10 De aldus vastgestelde lonen hebben een definitief karakter en zijn niet meer vatbaar voor herziening. 12. De betaalde kosten voor grondontstmetting volgens voor te leggen regelmatige facturen. 13. De betaalde kosten voor de terugnameplicht: phytophar/recover volgens voor de leggen regelmatige facturen.
14. De betaalde containerkosten voor bedrijfsafval. 15. De bedrijfsverzekeringen mits voorlegging van de nodige bewijsstukken. 16. De huisvestingskosten voor buitenlandse seizoenarbeiders. De in 2006 gedragen afschrijvingen op investeringen die verricht werden in het kader van de tijdelijke huisvesting van buitenlandse seizoenarbeiders. De in 2006 betaalde huurgelden voor de tijdelijke huisvesting van buitenlandse seizoenarbeiders. Indien de goederen niet uitsluitend gebruikt voor de huisvesting van buitenlandse seizoenarbeiders (bv. bij verhuur of bij eigen gebruik in de periode dat er geen buitenlandse seizoenarbeiders gehuisvest worden ) dienen de afschrijvingen en/of betaalde huurgelden beperkt te worden rekening houdend met de periode dat het goed effectief gebruikt werd voor de huisvesting van de buitenlandse personen die seizoenarbeid verrichten. Met de kosten van huisvesting worden in geen geval bedoeld de uitgaven die verricht werden in het kader van de watervoorziening, elektriciteit of verwarming. Een gedetailleerde opgave van de bedoelde gedragen kosten, die gestaafd moet worden met de nodige bewijsstukken, dient bijgevoegd te worden. Ook de identiteit van de gehuisveste buitenlandse seizoenarbeiders alsmede de periode van huisvesting, dient in deze opgave vermeld te worden. Een afschrift van het arbeidscontract dient te worden voorgelegd. Ingeval de gevraagde vergoeding minder dan 50,00 euro per maand per seizoenarbeider bedraagt, moet een voordeel van alle aard – te beschouwen als seizoenloon – berekend worden van 50,00 euro verminderd met de gevraagde vergoeding. De gevraagde vergoeding moet in mindering gebracht worden van de huisvestingskosten. 17. De kosten betaald aan het federaal agentschap voor de voedselveiligheid ( FAVV ). D. Toepassingsmodaliteiten 1. Verduidelijking van de begrippen "Fijne teelt" en "Grove teelt". a. Onder "Fijne teelt" wordt verstaan de opeenvolgende teelt van één soort of meerdere soorten groenten op dezelfde grond in de loop van hetzelfde jaar. b. Onder "Grove teelt" de gelijktijdige teelt van één of meerdere groenten naast elkaar, doch niet opeenvolgend op een bepaalde oppervlakte, eventueel voorafgegaan door een landbouwteelt. 2. Eventueel moet afzonderlijk aangegeven worden de winsten voortspruitend uit de gewone landbouwuitbating en/of uit andere gespecialiseerde teelten zoals bloemen, fruit, enz... 3. De forfaitaire semi-brutowinst houdt reeds rekening met de verliezen die een algemeen karakter hebben; exceptionele verliezen kunnen enkel worden afgetrokken onder de voorwaarden bedongen in het landbouwbarema.
4. Productieve oppervlakte. a. Voor de serres zijn de belastbare oppervlakten diegene welke werden geregistreerd door het kadaster, met dien verstande: •
•
dat, voor de serres die nog niet geregistreerd zijn, zowel de semi-brutowinst als (eventueel) de forfaitaire lonen moeten worden aangegeven in verhouding tot de periode van werkelijke exploitatie; dat de reële oppervlakte betreffende verrolbare serres of warenhuizen gelijk is aan het dubbel van de belastbare oppervlakte.
b. De belastbare oppervlakten voor de openluchtteelten zijn de werkelijk beteelde oppervlakten inclusief de sproeirijen. 5. Als "niet-verwarmde" serres worden beschouwd diegene waarin geen wezenlijke verwarmingsinstallatie is aangebracht; de CO2-toestellen worden niet als dusdanig beschouwd terwijl heteluchtkachels daarentegen wél met wezenlijke verwarming dienen gelijkgesteld. 6. Dit barema is niet van toepassing op de teelt van groenten voor de verwerkingsnijverheid. 7. De bruto –ontvangsten en gemiddelde producties voor het aanslagjaar 2007 – inkomsten 2006 : I. Grove teelt : Kropsla Alternatieve sla Prei Spinazie Ajuin Rode kolen Witte kolen Groene kolen Spruiten
234,16 €/are 710 st/are 710 st/are 320 b-kg/are 120 kg/are 400 kg/are 230 st/are 230 st/are 210 st/are 190 kg/are
II. Fijne teelt : 1e vrucht : Kropsla Alternatieve sla Spinazie Bloemkolen 2e vrucht : Kropsla Alternatieve sla Spinazie Prei
201,41 €/are 710 st/are 710 st/are 126 kg/are 205 st/are 293,02 €/are 710 st/are 710 st/are 108 kg/are 320 b-kg/are
E. Bijzondere bemerkingen 1. Het barema is niet van toepassing wanneer de individuele aftrekbare uitgaven in zulke mate de forfaitaire semi-brutowinst over treffen dat de compensatie van het daarboven uitgaande saldo van die uitgaven met de winsten uit andere teelten of uit gewone landbouw, het totale resultaat van het landbouwbedrijf (gewone en speciale teelten samen) negatief maakt; in zulk geval dient het totale resultaat van het bedrijf (gewone en speciale teelten samen) op "nul" te worden bepaald, tenzij het juist bedrag van het totale verlies kan worden aangetoond aan de hand van bewijskrachtige bescheiden. 2. De forfaitaire grondslagen van aanslag zijn slechts van toepassing bij gebrek aan bewijskrachtige gegevens die kunnen worden geleverd hetzij door de belastingplichtige, hetzij door de administratie; wanneer de belastingplichtige in zijn aangifte te kennen geeft forfaitair te willen worden belast, drukt hij/zij door het feit zelf zijn/haar wil uit in te stemmen met de gezamenlijke toepassingsregelen van de forfaitaire grondslagen, die in overleg met de betrokken bedrijfsgroeperingen werden opgesteld. Indien de belastingplichtige daarentegen oordeelt er niet mee te kunnen instemmen, moet hij/zij onder controle van de administratie, het bedrag van de werkelijk behaalde winsten vaststellen en aangeven. 3. De aanslagambtenaar mag de toepassing van het forfait weigeren: a. indien kan worden bewezen dat de werkelijke winst aanzienlijk hoger is dan diegene welke forfaitair werd bepaald; b. wanneer wordt vastgesteld dat de belastingplichtige ofwel de bescheiden, die inzake B.T.W. voor verrichtingen met betrekking tot zijn beroepswerkzaamheden zijn voorgeschreven, niet heeft geëist of uitgereikt, ofwel zijn verplichtingen inzake het houden van boeken en/of bescheiden niet is nagekomen. 4. Om zich te onttrekken aan de verrichtingen waartoe zij gehouden zijn krachtens de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en inzonderheid van titel VII, kunnen de belastingplichtigen zich niet beroepen op het feit dat jaarlijks forfaitaire grondslagen van aanslag worden vastgesteld. 5. Indien in het barema voor de gewone landbouw andere uitgaven individueel aftrekbaar zouden worden gesteld, zal onderhavige winstschaal in dezelfde zin worden aangepast.