Plantentelers van Vlaanderen Forfaitaire grondslagen van aanslag vastgesteld voor de plantentelers van Vlaanderen Aanslagjaar 2007 (inkomsten 2006) I. SEMI-BRUTOWINST Verwarmd glas : Koud glas : Openluchtculturen :
34,02 EUR / m² 35,19 EUR / m² 2.598,00 EUR / are
Voor de plantentelers ( glas en openlucht ) welke hun planten in ’t groot verkopen (niet op markten, niet aan particulieren) wordt bovengenoemde semi-brutowinst teruggebracht tot 75% van de ontvangsten en 100% van de kosten. De winst op doorverkoop van de bloembollen en perkgoed wordt bepaald op 50 % van de aankoopprijs (exclusief B.T.W.). De winst op doorverkoop op geraniums en ranonkels wordt bepaald op 35 % van de aankoopprijs (exclusief B.T.W.). De winst op de aan- en verkoop van andere in dit barema vermelde teeltproducten wordt bepaald op 75 %. Voor chrysanten bestaat een afzonderlijke tekst "Chrysantentelers van Oost en WestVlaanderen en Limburg"; ter informatie worden de bedragen hieronder overgenomen. A. Grootbloemige chrysanten 1. Grootverkoop zonder voorteelt
= 2,68 EUR/per pot
2. Meerwinst door kleinverkoop Witte bloemen
= 3,81 EUR/per pot
Gekleurde bloemen
= 3,81 EUR/per pot
B. Kleinbloemige chrysanten (pompons) : 1. Grootverkoop zonder voorteelt
= 0,81 EUR/per pot
2. Grootverkoop op stam zonder voorteelt
= 2,18 EUR/per pot
Grootverkoop Pyramides zonder voorteelt 3. Meerwinst kleinverkoop
= 4,18 EUR/per pot = 1,98 EUR/per pot
II. AFTREKBARE BEROEPSKOSTEN Van de aldus bepaalde semi-brutowinsten mogen uitsluitend volgende bedrijfsuitgaven worden afgetrokken : 1. De betaalde pacht. 2. De belastingen in de mate dat hun aftrekking toegelaten wordt bij het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992. 3. De bewezen kosten van afschrijvingen en van herstelling en onderhoud van de serres, machines en materieel die in de plantenteelt werden aangewend. Inzake afschrijvingen wordt verondersteld dat voor de jaren voor 1995 een normale afschrijving werd toegepast. 4. SEIZOENLONEN a ) De aftrekbare lonen zijn : •
•
de gewone forfaitaire lonen met betrekking tot de gewone landbouwoppervlakte (berekend volgens de modaliteiten van de landbouwforfait) ; lonen met betrekking tot de werkelijke oppervlakte speciale teelten = SEIZOENLONEN.
b ) Die seizoenlonen omvatten enerzijds gewone gerechtvaardigde lonen en anderzijds globaal te verantwoorden lonen d.w.z. lonen die worden betaald aan gelegenheidswerkers in de tuinbouw. Onder seizoenlonen wordt verstaan lonen betaald aan kinderen, familie, losse medewerkers, jobstudenten, PWA-ers, interim-arbeid, vast personeel, enz… Zij bedragen voor : verwarmd glas : 4,64 EUR / m² koud glas : 3,21 EUR / m² openluchtculturen : 86,66 EUR / are chrysanten : 30,00 EUR / are Toe te passen boven de 10 are. In de bedrijven die meerdere teeltwijzen toepassen worden de 10 are, waarvoor geen seizoenlonen aftrekbaar zijn, vooreerst aangerekend op de oppervlakte van de teelt in de warme serres en daarna voor de eventuele overschot, achtereenvolgens op de oppervlakte koud glas, openluchtteelt en chrysantenteelt. c) De seizoenlonen zijn aftrekbaar ten belopen van het in titel II.4b) vastgestelde bedrag mits verantwoording door : 1. gerechtvaardigde lonen ; 2. globaal verantwoorde lonen, door betaling van bedrijfsvoorheffing t.b.v. 20,20 pct. (gelegenheidsarbeid). Het gedeelte van de seizoenlonen dat aldus niet is verantwoord, is niet aftrekbaar. d) De gewone gerechtvaardigde lonen zijn als volgt aan te rekenen : •
eerst op de gewone forfaitaire lonen m.b.t. de landbouwoppervlakte ;
•
vervolgens op de seizoenlonen.
e) De bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de sub. 4.c)2. bedoelde lonen wordt aangegeven in een aangifte 274.3 AUT. en uiterlijk op 15 januari van het jaar volgend op dat van de betaling of de toekenning gestort bij de ontvanger waarvan van de gemeente afhangt die de taxatiedienst bepaalt waar de aangifte inzake inkomstenbelastingen moet worden ingediend. Indien de betrokken belastingplichtige tegen de voormelde datum een gewone aangifte 274.3 AUT. van gerechtvaardigde lonen indient, mogen de globaal te verantwoorden seizoenlonen en de desbetreffende bedrijfsvoorheffing in deze aangifte 274.3 Aut. worden opgetekend. f) De globaal te verantwoorden seizoenlonen en de desbetreffende bedrijfsvoorheffing moeten worden vermeld in een samenvattende opgave 325.10 of, in voorkomend geval, in de opgave 325.10 betreffende de gewone lonen. In de plaats van de namen van de genieters wordt in kol. 2 vermeld : “globaal verantwoorde seizoenlonen plantenteelt”. g) Het gedeelte van de gerechtvaardigde lonen dat de als hiervoor bepaalde forfaitaire gewone en seizoenlonen (of de wegens in het landbouwforfait opgegeven bijzondere omstandigheden verhoogde forfaitaire lonen) overtreft, is niet aftrekbaar. h) De plantentelers die worden belast volgens de forfaitaire grondslagen van aanslag moeten de hier bedoelde loonregeling in haar geheel toepassen. Dit wil inzonderheid zeggen dat het in aanmerking te nemen bedrag van de globaal verantwoorde seizoenlonen nooit hoger kan zijn dan de in januari in de bedrijfsvoorheffing aangegeven bedrag waarop die voorheffing werd gestort (dat bedrag wordt dus niet aangepast indien een later ingesteld onderzoek uitwijst dat de werkelijk geëxploiteerde oppervlakte groter is dan de in de aangifte inkomstenbelastingen aangegeven oppervlakte). 5. Verder zijn nog de hiernavolgende in 2006 betaalde beroepskosten aftrekbaar, dit volgens het gewone stelsel: • • • • • • • • • • •
sociale lasten op lonen en sociale bijdragen van zelfstandigen en bijdragen verzekering gewaarborgd inkomen; de vervoerskosten; de beroepsbijdragen; kosten voor bodemontsmetting; kosten voor verplichte tankcontrole; de interesten van bedrijfsleningen; aan belastingconsulenten betaalde honoraria; alle verzekeringskosten aangaande het bedrijf; de met bewijsstukken te staven werkelijk betaalde standgelden op markten en aan kerkhoven; kosten voor verplichte milieuheffingen die niet opgenomen zijn in het gewone landbouwbarema, zijn individueel aftrekbaar; de Fost-plus bijdrage (3,69 €) is individueel aftrekbaar volgens factuur.
6. Zijn individueel aftrekbaar, mits overlegging van de passende bewijsstukken, de RSZbijdragen voor gelegenheidsarbeiders (seizoenarbeiders) betreffende het jaar 2006, zover
ze niet meer bedragen dan 10 pct. van de daadwerkelijk aangetrokken seizoenlonen. 7. Facturen van containerkosten. 8. De kosten terugnameplicht Phytophar Recover (aankoop zakken). 9. Kosten voor bodemoriënterend onderzoek. 10. Betaalde huur voor serres en aanhorigheden, outillering voor de planten- en chrysantenteelt. 11. De bijdrage FAVV is individueel aftrekbaar volgens factuur. 12. Kosten voor het sociaal secretariaat of waarborgfonds.
III. TOEPASSINGSMODALITEITEN 1. Zijn eventueel afzonderlijk aan te geven, de winsten voortspruitend uit: • • • •
de verkoop van aangekochte goederen; het gereedmaken van bloemstukken; verhuring van sierplanten; de andere gespecialiseerde teelten.
2. De belastingplichtigen zullen uiterlijk de derde werkdag na 2 november 2006 bij hun afdelingscontroleur aangifte doen van het aantal niet verkochte potten. 3. Behoudens tegenbewijs wordt aangenomen dat de volledige productie aan particulieren is verkocht. Als tegenbewijs kunnen enkel de verkoopfacturen ten name van handelaars in aanmerking worden genomen. Bij de aangifte moet een opgave van die facturen worden gevoegd. Die opgave moet, per koper, vermelden: • • •
naam en volledig adres; het aantal verkochte potten; totale verkoopprijs.
4. Vanaf het aanslagjaar 2009, inkomsten 2008, moeten de belastingplichtigen die van het forfait willen gebruik maken, uiterlijk op 15 april van het inkomstenjaar, voor het warm glas, het koud glas en de openluchtteelten, een plan van aangifte (hoeveel warm glas, hoeveel koud glas, hoeveel openluchtteelt) bij het diensthoofd van hun taxatiekantoor indienen. BELANGRIJK! Bij het vaststellen van de semi-brutowinst voor het inkomstenjaar 2006, werd reeds rekening gehouden met een uitzonderlijk en éénmalig verlies te wijten aan de uitzonderlijk slechte weersomstandigheden van het voorjaar 2006. Deze vermindering werd dus reeds verrekend in de eindcijfers. IV. BIJZONDERE BEPALINGEN Een forfait is niet van toepassing ingeval de individueel aftrekbare uitgaven in zulke mate de forfaitaire semi-brutowinst overtreffen dat de compensatie van het daarboven uitgaande saldo van die uitgaven met de winsten uit andere speciale teelten of uit gewone landbouw, het totale resultaat van het landbouwbedrijf (gewone en speciale teelten samen) negatief maakt.
In zulk geval dient het totale resultaat van het landbouwbedrijf (gewone en speciale teelten samen) op nul te worden bepaald, tenzij wel te verstaan het juiste bedrag van het totale verlies aan de hand van bewijskrachtige bescheiden wordt aangetoond. V. TOEPASSING VAN DE FORFAITAIRE GRONDSLAGEN VAN AANSLAG De forfaitaire grondslagen van aanslag zijn slechts van toepassing bij gebreke van bewijskrachtige gegevens geleverd, hetzij door de belastingplichtige, hetzij door de Administratie. Indien de belastingplichtige in zijn aangifte de forfaitaire aanslag verkiest, drukt hij, door het feit zelf, zijn wil uit in te stemmen met de gezamenlijke toepassingsregelen van de in overleg met de betrokken bedrijfsgroeperingen vastgestelde forfaitaire grondslagen. Bovendien zal hij, als bijlage aan de aangifte, een gedetailleerd teeltplan van de volledige uitbating toevoegen, met aanduiding van de kadastrale gegevens van alle geëxploiteerde percelen eigendom of met aanduiding van naam en adres van de eigenaar van de gehuurde gronden alsmede de gehuurde oppervlakte per eigenaar. Indien de belastingplichtige daarentegen oordeelt er niet mee te kunnen instemmen, moet hij, onder controle van de Administratie het bedrag vaststellen en aangeven van de door hem werkelijk behaalde winsten. De aanslagambtenaar mag zijnerzijds de toepassing van het forfait weigeren : a) indien hij in staat is te bewijzen dat de werkelijke winst aanzienlijk hoger is dan de forfaitair bepaalde winst ; b) indien hij vaststelt, hetzij dat de belastingplichtige de bescheiden inzake B.T.W. voor verrichtingen met betrekking tot zijn beroepswerkzaamheden zijn voorgeschreven, niet geëist of uitgereikt heeft, hetzij dat de betrokkene zijn verplichtingen inzake het houden van boeken en bescheiden niet is nagekomen.