SSTA
SINGEL 393 e 1012 WN AMSTERDAM
In juni dit jaar hebben wij weer een reis naar SANTIAGO DE COMPOSTELA Wij hebben ook reizen naar AMERIKA,
THAILAND, MAROKKO en INDONESIE; in EUROPA naar ZWITSERLAND, IERLAND, PRAAG enz.; en naar BIJBELSE landen onder leiding van een theoloog.
gidsen & detailkaarten voor bergsport. voet-, fiets-, kano-, langlauf- en skitochten
SANTIAGO-GANGERS! S Z u u f 0 . 6 5 aan po&tzeg& i n een envelop en U entvangt onze nieuwe ba2e.Lg j a Z "SIMT-JACOBSROUTE"
BEL: 03438 - l 51 22 h u krijgt onze reisgids GRATIS toegestuurd.
Fietsen naar Santia 28 augustus - 20 september 1992 Vanaf de Frans/Spaanse grens naar Santiago de Compostela. Gemiddelde dagafstand ca 60 km. Heen/terugreis per bus of trein Wij verzorgen het fiets- en bagagevervoer
Reissom: v.a f 1840,Folder: 020 - 6 204 304
open ma tlm za 11-17 (van 114 tot 3U7 do ook van 17-21) postorderservice op schriftelijke bestelling telefoon 020 - 274455
COLOFON
INHOUD
DE JACOBSSTAF is het
verenigingsblad van het
nr. 1 3 jaargang 4 (1992) maart
Nederlands Genootschap van
Sint-Jacob.
verschijnt
Het
viermaal per
jaar. Oplage: 825 ISSN 0923- 1 145
Redactie: Cees Hilberdink, Peter Jas, Herman Stokmans, Frank Claessen. Mede werkers: R. Conens
Linosnede
H. van Ei1
Van de redactie
Redactie-adres:
Bij de dertiende Jacobsstaf (Dircksens)
Grote Noord 3
Heilige pelgrims en pelgrimsheiligen IMadou)
162 7 KD
St. Jacobus in Bergen op Zoom (van Koppen)
HOORN tele-
foon: (02290) 1 52 10. @
Nederlands
Genoot-
Zoekertjes Een gevelsteen in Haarlem (van der Werff)
schap van Sint-Jacob.
Uit de regio's
Niets uit deze uitgave
Oude Santiago-gangers (Moussault)
mag worden verveelvou-
IN-DRUK
digd en/of openbaar ge-
Geknipt voor u
maakt door middel van
Voorjaarsvergadering
druk,
Oproep
fotokopie
of
op
welke andere wijze dan
Van onze buitenlandse vrienden
ook, zonder voorafgaan-
Compostellana's
de
Agenda
schriftelijke
toe-
stemming van de uitge-
Ons postorderbedrijf
ver.
LEDENADMINISTRATIE:
Omslag :
R. Conens
Druk: NV SDU 's-Gravenhage
Nico Zijp, Marsdiepstraat 5 12, 1 7 8 4 A Z Den Helder telefoon: (022301 3 25 72
LINOSNEDE
De hiernaast staande linosnede is er een uit een serie die Ruud Harmsen uit Beuningen gemaakt heeft naar aanleiding van zijn tocht naar Santiago de Compostela. Het is de bedoeling dat een deel van deze serie zal worden geëxposeerd tijdens de voorjaarsvergadering in 's-Hertogenbosch.
Het commentaar van de maker bij deze afbeelding luidt als volgt: "Deze afbeelding heeft geen directe relatie met mijn voettocht of route, dat wil zeggen, hij is niet aan een bepaalde plaats of gebeurtenis gebonden. Wel heeft hij een meer algemene betekenis: de mens, als pelgrim, op zijn weg. De voorstelling toont een pelgrim in wijde mantel met in de hand een wandelstok met daaraan een kalebas. Op de achtergrond is het Santiagokruis aanwezig. Boven verschijnt een hand uit de hemel. In de middeleeuwse iconografie is dit vaak de hand Gods die de mens insprireert, zegent of diens (levenslweg leidt. In deze kontekst is het de hand van Jacobus. Aan weerszijden is een Grieks motief, namelijk de "lopende hond", uitgesneden. Deze afbeelding heeft betrekking op de gehele serie omdat ik onderweg het gevoel heb gehad dat Jacobus mij voortdreef, leidde of soms ook liet stilstaan".
VAN DE REDACTIE Een nieuw jaar. (Hartelijk dank voor u w Nieuwjaarswensen) Een nieuwe redactie. Dat is gelukkig voor JACOBSSTAF en genootschap niet elk jaar het geval geweest. Integendeel zelfs, want het is Annet van Wiechen geweest die de drijvende kracht achter "ons blad" is geweest. Rubrieken verzon zij, artikelen schreef zij, de inspiratiebron voor de huidige presentatie van DE JACOBSSTAF was zij (en Ruud Conens niet t e vergeten) en ook de minder leuke dingen als teksten verwerken en bewerken, de contacten met de drukker en de verzending ontsnapten niet aan haar aandacht. Als er ooit "een gulden pelgrimssandaal" als blijk van zeer grote waardering gaat worden uitgereikt dan zal Annet ongetwijfeld de eerste zijn die hem krijgt. Hulde Annet en bedankt namens ons allemaal.
Het feit dat DE JACOBSSTAF anno 1992 er ongeveer hetzelfde uitziet als voorgaande jaren, is het beste bewijs dat de (gedeeltelijk) vernieuwde redactie graag verder werkt aan datgene dat gebleken is goed te zijn. Een handzaam formaat, met vaste rubrieken, ruimschoots informatie en bovenal een (geschreven) platvorm voor de leden van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Want DE JACOBSSTAF is er niet voor de redactie maar voor de leden en de lezers. En wie uit deze woorden begrijpt dat er vooral veel moet worden geschreven, veel commentaar moet worden geleverd, opbouwende kritieken moeten worden gegeven, en ideeën en suggesties moeten worden aangedragen, die heeft het goed begrepen (liefst op schijf (WP) en anders bij voorkeur getypt)! Op één voorwaarde: let steeds op de uiterste verzenddatum voor de kopij, anders komt de verzending in gevaar.
De nieuwe redactie bestaat voorlopig uit: Frank Claessen, eindredacteur Cees Hilberdink, redacteur Peter Jas, redactiesecretaris
-
Herman Stokmans, verzending
In DE volgende JACOBSSTAF stellen zij zich w a t uitgebreider aan u voor.
De uiterste inleverdatum van copy voor het volgende nummer is 1 1 april Nieuw redactie-adres: Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn
BIJ DE DERTIENDE JACOBSSTAF In een blad als DE JACOBSSTAF is de actualiteit moeilijk aan te houden. Zo moet ik u allen, namens het bestuur van het Nederlands Genootschap van SintJacob, natuurlijk nog een goed 1992 wensen, maar als ik dit tik is het al 28 januari en voordat het u onder ogen komt zitten w e al ver in maart. Niettemin, van harte! Een tweede onderwerp, waaraan de tand des tijds al heeft geknabbeld, is het internationale congres over het Heilig Jaar (19931, dat op 23 en 24 november in Santiago gehouden werd. Het was georganiseerd door de 'Conselleria de Relacións Institucionais e Portavoz do Goberno' van de Xunta de Galicia. Ik schrijf dat even op, niet alleen om het organiserend comité de lof toe te zwaaien die het toekomt, maar vooral om die naam. Spreek maar eens hardop uit! Zelfs als je geen Castiliaans of Galicisch verstaat klinkt die als een lied .... Maar goed. Behalve talrijke politici en ambtenaren waren er tientallen reisondernemingen uit de hele wereld aanwezig; niet alleen vele Europese landen, maar ook de Verenigde Staten, Latijns Amerika en zelfs Japan waren vertegenwoordigd. Als tegenwicht tegen al dat commerciële en toeristische geweld waren ook officiële vertegenwoordigers van alle Europese genootschappen (behalve het Vlaamse) aanwezig. Zij verenigden zich in hun verzet tegen de aanslagen die er op 'hun' pelgrimsroute gepleegd dreigden te worden. Het ergste plan was intussen van tafel verdwenen: een supermarkt o p de Monte del Gozo. Maar ook een vijfsterren-hotel hoort daar niet t e worden gebouwd. En het dichtsmeren van de route met een drie meter breed asfaltpad kon ook al niet op veel sympathie van de genootschappen rekenen. Wordt de aantrekkelijkheid van de route immers niet verhoogd doordat de tocht zelf ons ontberingen doet doorstaan? Het kan toch niet zijn dat een eeuwenoude pelgrimsroute verwordt t o t een soort supervierdaagse, een wandeltocht met volop friettenten langs de weg! Het enige waar wij namens de pelgrims o m vragen is voldoende verkeersveiligheid, bijvoorbeeld door autoverkeer en voetgangers gescheiden te houden. Voordat verontruste, toeristisch ingestelde leden zich nu gaan afvragen of zij soms minder welkom zijn op de wegen naar Sint-Jacob dan pelgrims die de route geheel of gedeeltelijk te voet afleggen, een korte geruststelling: niet alleen zijn zij even welkom als wie dan ook, ons Genootschap heeft juist steeds uitdrukkelijk uitgesproken dat er op de wegen naar Santiago plaats móét zijn voor ieders persoonlijke beleving ervan. In een volgende Jacobsstaf wil ik hierop nog eens w a t dieper ingaan.
Koen Dircksens, voorzitter.
HEILIGE PELGRIMS pelgrimsheiligen en heiligdommen langs de weg ASTURIAS
Ast ura, het water van de bergen. Dit zou de vroegere naam geweest zijn van de rivier die thans de Esla heet. Sinds onheuglijke tijden draagt het land, door deze rivier bespoeld, de naam Asturias. Het is een klein land, tussen Galicië en Cantabrië gelegen, omsloten door haast ondoordringbare bergen
-
de Picos de Europa
-
maar openliggend naar de oceaan. Geografisch gezien moeilijk toegankelijk en daardoor relatief geïsoleerd, is Asturië als laatste gewest in Spanje door de Romeinen veroverd en later, onder de visigotische koningen, bleef het een randgebied van weinig betekenis. In de zeer ingewikkelde geschiedenis van Spanje na de Moorse invallen van 71 1 heeft Asturië echter een hoofdrol gespeeld. Daar immers is de bakermat van de reconquista, het georganizeerde verzet tegen de vreemde overheerser. Daar vinden w e de eerste sporen van de Jacobusverering en daar ontstaat in de loop van de negende eeuw een kunst die zonder enige overdrijving schitterend genoemd mag worden. Bovendien bood de hoofdstad Oviedo aan de Santiagopelgrims de gelegenheid aldaar de goddelijke Zaligmaker, San Salvador, te vereren, want:
Qui a esté a Saint Jacques et n'esté a Sainct Salvateur a visité Ie serviteur
et a laissé /e Seigneur (Pelgrimslied, 1583). Er zijn dus voldoende redenen om ons, in dit voor Spanje haast magische jaar 1992, met de "Jacobsstaf" terug te trekken in het land waar de rivier Ast ura vloeit, ver van het feestgewoel van Sevilla of Barcelona, ver van "Granada 1492" en de reis van Columbus, nu precies vijfhonderd jaar geleden. In vier bijdragen zal achtereenvolgens aandacht besteed worden aan de geschiedenis van het Asturische rijk en zijn koningen, aan de Asturische kunst en aan de bedevaart naar San Salvador in Oviedo, een bijzondere etappe op een alternatieve camino de Santiago.
HET VOORSPEL: OPKOMST EN GROEI VAN HET ASTURISCHE RIJK (718-791 )
De slag bij de rivier Guadalete op 19 juli 71 1 betekende het einde van ruim anderhalve eeuw visigotische heerschappij over Spanje. Innerlijke verdeeldheid en onophoudelijke twisten hadden dit door Germanen bestuurde rijk ondermijnd, zodat het een gemakkelijke prooi werd voor de muzelmanse invallen vanuit Noord-Afrika. De verwarring binnen Spanje was dan ook niet te overzien en het is moeilijk te achterhalen w a t er in de eerste decennia van de achtste eeuw allemaal gebeurd is. Geschreven bronnen over deze periode dateren immers uit de negende eeuw en zijn derhalve reeds gekleurd door een uitgesproken interpretatie van de feiten. De nevelen waarin de oudste geschiedenis van Asturië gehuld is waren in de negende eeuw reeds verjaagd door het licht van een nieuwe mentaliteit die alle geloof hechtte aan tradities en legenden. Zo ontstond het verhaal over de heldhaftige visigotische edelmar! Pelayo die met een ware doodsverachting de strijd tegen de Moren aanbond en zegevierend de leider werd van een handvol christenen, de harde kern van het verzet tegen de indringer. Met de mythe van Pelayo begint aldus de historie van het Spanje na Guadalete. Algemeen wordt aangenomen dat het ruwe Asturische bergland de wijkplaats was voor vele visigotische vluchtelingen. De Moren volgden hen echter op de voet en in de plaats Gijón installeerde zich de Moorse gouverneur Munuza. Niemand dacht eraan een opstand tegen de bezetter te ontketenen tot het volgende gebeurde. Pelayo, een vluchteling als vele anderen, was in dienst getreden van
d e Berber Munuza. Deze laatste liet zijn oog vallen o p d e mooie zuster van Pelayo en tegen d e zin van h e t meisje nam hij haar t o t vrouw. Hij stuurde Pelayo met e e n missie naar Córdoba, maar in 7 1 7 slaagde deze erin t e vluchten en keerde terug naar Asturië w a a r hij zich terugtrok in d e vallei van Cangas d e Onis. Zijn persoonlijke wraakgevoelens ten overstaan van Munuza deden hem plannen s m e d e n t o t een opstand. Door handig in t e spelen o p d e vrijheidszin van d e Asturische bergbewoners kon hij hen winnen voor een rebellie tegen Munuza en diens gevolg. De eerste pogingen o m h e t Moorse juk af t e werpen waren d u s niet ingegeven door politieke noch door religieuze motieven! Berichten over schermutselingen in Asturië tussen d e inheemse bevolking en d e bezetter drongen wel door t o t in Córdoba, doch wekten aldaar weinig belangstelling. De nieuwe machthebbers hadden d e handen vol met d e organisatie van hun territorium e n bovendien bereidden d e muzelmannen een veldtocht naar Gallië voor. Op herhaald aandringen van Munuza stuurde men, vermoedelijk in d e lente van 7 2 2 , e e n strafexpeditie vanuit al-Andalus naar h e t Noorden. Bisschop Oppa van Sevilla, vriend van d e Moren, werd met d e troepen meegestuurd om met Pelayo over vrede te onderhandelen.
Bij het vernemen van dit bericht verdeelde Pelayo zijn manschappen over enkele strategische hoogten in het gebergte en zelf trok hij zich met een kleine groep strijders terug in de grot van Covadonga, die volgens een niet controleerbare traditie, toegewijd was aan de heilige Maagd. Covadonga was de cova Domini-
ca, de grot van de Vrouwe. In die grot kreeg Pelayo een visioen: een groot vlammend kruis verscheen hem. Dit teken gaf de leider moed en terstond vervaardigde hij een kruis uit eikenhout dat hij als standaard in de komende strijd zou meedragen. Een andere versie van de legende luidt dat Pelayo een eikenhouten kruis kreeg van een eremiet die in de grot leefde. De heilige man verzekerde Pelayo dat dit kruis h e t teken was van de victorie. Op dit kruis zal verder nog teruggekomen worden. Intussen naderde het Moorse leger de grot van Covadonga. Oppa riep Pelayo op om zich over te geven doch kreeg als antwoord dat er met een verrader niet onderhandeld werd. In woede ontstoken gaf Oppa het bevel t o t de aanval. De christenen hadden een groot vertrouwen in Maria en op mirakuleuze wijze verleende zij haar tussenkomst. Het regende weldra pijlen en stenen op de grot, maar alles ketste af op de rotsen en viel terug op de aanvallers. Een uitval van Pelayo en de zijnen verhoogde nog de paniek die in de vijandelijke linies ontstaan was en de Moren sloegen op de vlucht. Helaas waren zij niet vertrouwd met het terrein. Op de bergpaden werden zij bekogeld door rotsblokken en boomstammen. De wachters die Pelayo op de bergtoppen had uitgezet deden hun werk goed. In de smalle bergkloven zat de vijand als een muis in de val. Tot overmaat van ramp brak een vreselijke storm los en een groot deel van het Moorse leger verdronk in de rivier de Deva. Aldus behaalden de christenen hun eerste overwinning op 28 mei 722. Munuza haastte zich uit Gijón t e ontkomen maar hij werd onderweg gedood. Pelayo organiseerde nu een leger dat versterking kreeg uit Galicië en uit Cantabrië. Hij maakte Cangas de Onis t o t hoofdplaats van zijn rijk en de traditie wil dat sinds de slag bij Covadonga geen enkele moslim het nog waagde naar de overzijde van de Cantabrische bergen te gaan. De slag bij Sovadonga was vooral vanuit psychologisch standpunt gezien van enorme betekenis. Latere kroniekschrijvers maakten van Pelayo een held en bestempelden hem eenduidig als de man onder wiens leiding Spanje aan een nieuwe fase van zijn geschiedenis begon. De providentiële tussenkomst in die eerste veldslag beschouwde men als een argument te meer om te bewijzen dat
het christene Spanje inderdaad geroepen was o m t o t in lengte van dagen de muzelmannen te bestrijden. Covadonga groeide uit t o t een druk bezocht Mariaoord van nationale betekenis. In de 19de eeuw bouwde men bij de grot een indrukwekkende basiliek en Pelayo kreeg er een standbeeld. Zo werd Asturië de wieg van Spanje. Daar is tenslotte alles begonnen w a t t o t in 1492 de binnenlandse politiek van Spanje zou bepalen, namelijk de reconquista. Het zal dan ook niemand verbazen dat de eretitel van Princpe de Asturias, prins van Asturië, enkel voorbehouden blijft voor de Spaanse kroonprins. Doch keren w e teri?g naar de geschiedenis. Nog tijdens het leven van Pelayo, die nog meer gevechten tegen de Moren gevoerd zou hebben, had Karel Martel in 732 tussen Tours en Poitiers de legers van de muzelmannen een verpletterende nederlaag bezorgd. De expansiedrift van de islam naar het Noorden was hiermede voor goed afgeremd. Pelayo stierf in 737 in Cangas de Onis en werd begraven in een door hem gesticht kerkje in de buurt van Covadonga. Zijn stoffelijke resten en die van zijn vrouw Gaudiosa werden tijdens de regering van Alfonso X ( 1252- 1284) overgebracht naar de grot van Covadonga en bijgezet in een graf naast het Maria-altaar. Het graf is er n u nog te zien.
Pelayo had zijn dochter Ermesinda als bruid gegeven aan Alfonso, de zoon van de hertog van Cantabrië. Zijn zoon Favila werd t o t zijn opvolger gekozen. De nieuwe heerser liet in Cangas de Onis een kerkje bouwen ter ere van het Heilig Kruis. Daar bewaarde men het eikenhouten kruis dat Pelayo tijdens zijn veldtochten als standaard had gebruikt. Dit kerkje werd in 1 9 3 6 volledig verwoest en onder het regime van Franco weer opgebouwd. Over het oorspronkelijke uitzicht van dit oudste monument van Asturische kunst kan men zich geen enkele voorstelling meer vormen. De regering van Favila duurde slechts twee jaar. Hij verongelukte in 739 tijdens een berenjacht. Aan zij naam zijn geen noemenswaardige politieke noch militaire feiten verbonden. Hij werd opgevolgd door zijn zwager, Alfonso van Cantabrië. Deze Alfonso 1 is de eerste Asturische vorst die de titel van koning zou gedragen hebben. Zijn regering viel samen met een diepe crisis in het rijk van al-Andalus en zo werd Alfonso I niet gehinderd bij de uitbreiding van zijn grondgebied over de hele noordkust van Spanje, over Noord-Portugal, León, Castilië en Alava. Hij stootte door naar het zuiden t o t aan de Duero en geholpen door zijn broer Fruela ontvolkte hij systematisch vele oude steden en ook de uitgestrekte vruchtbare graanvlakte, de oude campos góticos. De visigotische bevolking werd naar het Noorden gekanaliseerd w a t leidde t o t een dichtere populatie van Asturië en dus ook t o t een groter potentieel aan weerstand tegen eventuele verdere aanvallen uit ai-Andalus. Het scheppen van dit grote strategische vacuüm ten zuiden van het kleine christene koninkrijk was een geniale onderneming. Asturië was te klein om de enorme grenzen te verdedigen en het totaal ontvolkte "niemandsland" leverde de Moren geen enkel voordeel, daar het gebied verstoken was van elke mogelijke bevoorrading voor de troepen. Het Asturische rijk was een realiteit geworden, door de autoriteiten van Córdoba ingeschat als een t e duchten tegenstander. Alfonso I, die de bijnaam "de Katholieke" kreeg, stierf t e Cangas de Onis in 7 5 7 en werd daar ook begraven. Later werd zijn gebeente overgebracht naar de grot van Covadonga waar hij een graf kreeg naast dat van Pelayo. Fruela I, naamgenoot van zijn oom, volgde zijn vader Alfonso I op. Van hem zegt men dat hij een dapper krijgsman was met veel politiek talent, maar buitengewoon wreedaardig. Tegen de Moren voerde hij vooral een succesvolle defensieve politiek. Binnen zijn rijk had hij af te rekenen met opstanden in Galicië en moest
PELAYO
PEDRO herrog van Cantabrië r
71 8-737
r
I
FAVILA
ERMESINDA x ALFONSO I
737-739
739-757
l
1
I
FRUELA I x MUNIA
ADOSINDA x SILO
1
757-768
774-783
MAUREGATO 783-788
(bastaard)
1
i
, , I , , l
AURELIO
BERMUDO I
768-774
788-791 l
ALFONSO 11
l
i
RAMIRO I
GARCIA
843-850
7 ALFONSO I11 866-91 O
hij strijd leveren tegen de Basken. In 761 was hij de toestand de baas. Onder de Baskische gevangenen koos hij zijn vrouw. Haar naam was Munia en zij werd de moeder van de latere Alfonso ll. Fruela I stichtte een kleine nederzetting met een paar kleine kerkjes, waaronder de San Salvador: dit plaatsje Ovetao zal later uitgroeien t o t het belangrijke Oviedo. Tengevolge van de moord op zijn broer verloor de koning de gunst van het volk en niettegenstaande zijn pogingen t o t verzoening werd hij in 768 te Cangas de Onis o m het leven gebracht. Tot zijn opvolger koos men zijn neef Aurelio, een vorst die vrede sloot met de Moren. In 774 stierf hij na een ziekte. Zijn opvolging schiep nogal w a t problemen maar uiteindelijk viel de keuze op Silo, de echtgenoot van Adosinda die zelf een dochter was van Alfonso I. Silo wist de vrede met de Moren te bewaren maar binnen zijn eigen rijk moest hij diverse opstanden de kop indrukken. Hij maakte Pravia t o t hoofdstad van Asturië, vermoedelijk omdat hij vanuit deze plaats een betere controle kon uitoefenen op het lastige Galicië. In de buurt van Pravia stichtte hij het klooster van Santianes, toegewijd aan Johannes de Evangelist. De koning stierf kinderloos in 783. Zijn weduwe Adosinda beijverde zich om Alfonso, de zoon van Fruela en de Baskische Munia op de troon t e helpen. De machtigen van het rijk waren evenwel onderling verdeeld. De enen steunden Adosinda in haar keuze, de anderen kozen partij voor Mauregato, een bastaardzoon van Alfonso I. Mauregato greep de macht en Alfonso vluchtte naar Alava, bij de familie van zijn moeder. Adosinda nam de sluier in het klooster van Santianes bij Pravia.
Over de persoon van Mauregato is weinig geweten. Hij leefde in vrede met de Moren, maar de legende w i l dat hij in ruil voor die vrede elk jaar honderd christene meisjes naar Córdoba zou sturen. Het is het bekende verhaal van het tribuut van de cien doncellas. De populaire geschiedschrijving is geneigd Mauregato in een ongunstig daglicht m
te stellen omwille van zijn vermeende Moorse sympathieën en heel zeker ook
og
omwille van het tribuut van de cien doncellas. Dit laatste is echter een volkse
m-
5 J 2
5 Y .-a,
legende uit de twaalfde eeuw en kan Mauregato niet ten laste gelegd worden. Wetenschappelijk controleerbare bronnen wijzen in een heel andere richting w a t betreft de persoon van Mauregato. Tijdens zijn regering ontstond de liturgische
v
V)
m
hymne O Dei verbum patris waarvan de beginletters van de vijfde en zesde stro-
Q
fe de naam van de koning vormen en waarvan de tiende strofe aanvangt met
n O
2O .-N .m.
o, O
> o
o
een aanroeping t o t sint Jacob als "onze machtige beschermer en onze patroon". Deze hymne laat toe te besluiten dat, nog vóór de ontdekking van het apostelgraf in Compostella, Santiago reeds in Asturië vereerd werd. Het is derhalve moeilijk aan t e nemen dat een koning, in een zo nauw verband met Santiago genoemd, de vijand van de christenen zou gesteund hebben.
Op het kerkelijke vlak rees tijdens de regering van Mauregato het probleem van het adoptionisme, een taaie ketterij die vooral in Spanje nogal w a t aanhangers kende. De vurigste bestrijder van deze dwaalleer was Beatus van Liébana. In
785 vertoefde deze erudiete en invloedrijke geestelijke in Pravia. Hij was aanwezig bij de kloosterintrede te Santianes van de koningin-weduwe Adosinda. Of hij bij deze gelegenheid in contact k w a m met het hof moet hier in het midden blijven. Of de koning zelf zich met het probleem van het adoptionisme heeft ingelaten is evenmin te achterhalen. Wel is het zeker dat Mauregato met de kerkelijke toestanden begaan was. Hij was de stichter van drie kloosters in Galicië en drie kloosters in de streek van Liébana. Na de dood van de koning in 788 koos de adel Bermudo l, broer van Aureiio, t o t zijn opvolger. De man was diaken gewijd maar trad alsnog in het huwelijk en kreeg twee zonen, Ramiro en Garcia. Hij was een vredelievend vorst die noodgedwongen ten strijde moest trekken tegen de oprukkende Moren. In een veldslag bij het huidige Villafranca del Bierzo leed hij in 791 de nederlaag. Dit deed Bermudo besluiten aan de troon te verzaken ten gunste van Aifonso II die nu eindelijk uit zijn Baskische ballingschap kon terugkeren. Bermudo bleef zijn hele verdere leven de nieuwe souverein, de eerste in de geschiedenis van Asturië die t o t koning gezalfd werd, trouw bijstaan. Na zijn dood werd hij begraven in Oviedo. Onder Alfonso II, in de geschiedenis bekend als el Casto, de Kuise, breekt de eerste bloeiperiode aan van de Asturische kunst. Met deze vorst begint ook een tweede periode in de Asturische geschiedenis: het rijk van Oviedo. Mireiile Madou
SINT JACOBUS IN BERGEN OP ZOOM Begin augustus 1975 begonnen in Bergen op Zoom sloopwerkzaamheden aan de Vismarkt, waarbij restanten werden aangetroffen van de vroegere bebouwing ter plaatse, waarvan de Sint Jacobskapel het voornaamste bouwwerk vormde. De verrassende vondst van de funderingen van die kapel bracht als vanzelf de noodzaak met zich de geschiedenis ervan en van haar omgeving t e onderzoeken. De grotere steden in de Nederlanden hadden kerken, kapellen of gasthuizen aan Sint Jacob gewijd. Het is niet duidelijk of het ontstaan van deze godshuizen verband hield met de pelgrimsweg naar Compostela die in Frankrijk wel is gereconstrueerd, doch waarvan in de Nederlanden nog geen studie is gemaakt. Bergen op Zoom kan op die route gelegen hebben; ten noorden had Steenbergen Sint Jacob als kerkpatroon, ten zuiden waren er kapellen van deze heilige op Hoogschoten onder Ekeren, ook te Kapellen, alsmede te Antwerpen zelf. Een nieuw bedijkte parochie onder het markiezaat van Bergen op Zoom, Fijnaart, had een zegel met een afbeelding van Sint Jacob en werd ook Sint Jacobsland genoemd. Een Bergen op Zoomse zilversmid vervaardigde nog in 1595 voor de Sint Jacobsbroeders te Sint Maartensdijk een zilveren beker waarop een beeldje van de heilige als pelgrim. Zoals bekend werd de pelgrimstocht naar Compostela dikwijls als boete opgelegd. Een uitzonderlijk voorbeeld vormde in 1485 het geval van de bastaardkinderen van Antheunis Hubrecht Danielszoon, alias Coman Thuene, verwekt bij Cornelie Jacop Lemsdochter. Hij bezat te Bergen op Zoom een huis aan de Steenbergse poort. Om dit te kunnen erven (bastaarden hadden geen erfrecht) legden de schepenen van Bergen op Zoom hen de verplichting op een pelgrimage te doen naar Sint Jacob t e Compostela in Galicië en van daar over zee naar Onze Lieve Vrouw te Finisterre (Bretagne). Nog in de 17de eeuw getuigden talrijke huisnamen in Bergen op Zoom van de populariteit van de heilige en deze bleven ondanks de reformatie nog jarenlang gehandhaafd. Zo had men het huis "Sint Jacobsstaf" en "Sint Jacobsmale". (onder "male" moeten w e hier de reiszak verstaan, waarmee Sint Jacob vaak werd afgebeeld. Vergelijk het Engelse woord "male", dat postzak betekent). Er was de "Sint Jacobshoek" en verscheidene huizen droegen gewoon de naam "Sint Jacob". De overkluizing van de Grebbe heette "Sint Jacobsbrug" en er was een Jacobspoort.
Het Sint Jacobsgilde De pelgrims die naar Compostela waren geweest kregen een bijzondere status. Aangezien hun maatschappelijke contacten vaak voorgoed verbroken waren, hadden zij bij hun terugkomst materiële ondersteuning nodig en soms - bij het ontbreken van verwanten en nabestaanden
-
kost en onderdak. De broeders
sloten zich dan aaneen t o t een Sint Jacobsgilde, dat een of meerdere huizen bezat en meestal werd het voornaamste daarvan het Sint Jacobsgasthuis genoemd. Daar konden ook pelgrims op weg van o f naar Santiago de Compostela een pleisterplaats vinden. Te Bergen op Zoom werd de Sint Jacobskapel voor het eerst genoemd in 1424, het gilde in 1 4 4 4 en het gasthuis in 1470. Het is echter wel aannemelijk dat zij gelijktijdig ontstonden, wellicht bij de aanleg van de Vismarkt aan het eind van de 14de eeuw. Dat de broeders een gilde-organisatie kenden wijst erop dat zij de lekenstatus behielden. Er zijn geen motieven aan te tonen o m te veronderstellen dat zij geestelijke wijdingen ontvingen. De magistraat had het toezicht op de stoffelijke bezittingen van het gilde. Schout, burgemeester en schepenen heetten dan ook wel "opperste van der capellen". Zo n u en dan vermelden de stadsarchieven dan ook financiële transakties van het gilde. Zonder deze archieven zouden we vrijwel niets van het gilde weten want het archief van het Sint Jacobshuis is verloren gegaan. Het bestuur van het gilde bestond uit een deken en een aantal gezworenen, ook regeerders of gildemeesters genoemd. De inwoners van het huis heetten gildebroeders of Sint Jacobsbroeders. In 1651 waren er twee: Pieter Houtman en Jacob Visch. Door de hervorming werden de goederen van het gilde niet genaast, w e l werden zij door prins Maurits bij voorhand toegewezen aan het stedelijk gasthuis, doch met liet de broeders in het bezit ervan t o t het college zou uitsterven. Ze hebben het nog meer dan een eeuw weten te rekken. In 1 7 0 4 noemt Niclaes van Boven zich "eenighste Sint Jacobsbroeder oft jegenwoordige levende in de Confrerie van die gene dewelcke van hier te Sint Jacob in Galicien geweest zijn". Op 2 juli 1 7 1 4 hadden de momboirs (regenten) van het stedelijk gasthuis de dokumenten en gelden afkomstig van de laatste Sint Jacobsbroeder overgenomen. De schenkingsakte van Maurits uit 1 6 0 2 was eindelijk in werking getreden. In 1723 verzocht Fr. Heuvelmans "inboorlingh deser stadt" omdat het van "oude en inmemoriale tijden" door diegenen "die een reijse van hier hadde gedaan na
Sint Jacob" hadden geprofiteerd van "sekere huijsjes opde Vismakt" o m hetzelfde recht als "bij zijne voorsaten" tevoren was genoten. Dit verzoek werd afgewezen. Van 1743 t o t 1763 betaalde het gasthuis FL. 26,-- per jaar uit (10 stuivers per week) aan Jan van de Water, Sint Jacobsbroeder. Als w e mogen aannemen dat deze Jan inderdaad nog t e Compostela was geweest, dan verliet met zijn overlijden in 1763 de laatste Sint Jacobsbroeder uit Bergen op Zoom deze wereld. Aldus is het gilde door de hervorming van 1580 uit de stad verdwenen, doch geleidelijk op natuurlijke wijze uitgestorven.
De kapel Die bestond in ieder geval in 1424. Ook uit de gevonden bouwresten is niet exact op te maken hoe oud de kapel was. De kapel had een altaar en was dus geen simpele bidkapel. Een buurvrouw kreeg in 1 4 8 7 vergunning een tralievenster aan te brengen, van waaruit zij de missen in de kapel kon volgen. De hervorming zal ook deze kapel niet ongemoeid hebben gelaten. Details zijn echter niet bekend. Pas in 1597 blijkt dat de Jacobsbroeders het erf waar de kapel had gestaan hebben verkocht aan burgemeester Moermans. Wellicht bestonden er nog resten van de kapel in 1682. In dat jaar verkochten de Sint Jacobsbroeders een afhang aan een huis dat zich uitstrekte t o t aan de "runne" (ruïne) van de Sint Jacobskapel.
leder die meer w i l weten over Sint Jacob in Bergen op Zoom raadplege het boekje "De Sint Jacobskapel aan de Vismarkt te Bergen op Zoom", uitgegeven door de Geschiedkundige Kring Stad en Land van Bergen op Zoom in 1976, in het bijzonder het artikel van de heer W.A. van Ham, die welwillend toestemming gaf dit uittreksel t e publiceren.
W.A. van Koppen
ZOEKERTJES
In 5 jaarlijkse etappes van 3 weken wil ik naar Santiago de Compostela lopen. Ik wil medio juni starten. Wil iemand mij vergezellen? Jos Haentjes Dekker, Amsterdam. tel. 020 - 6 18 98 91 of 6 71 28 1 1
Op 17-8-1991 zongen twee Nederlandse pelgrims (op weg naar huis) samen met twee anderen in de kapel van EUNATE een meerstemmig lied. Graag kom ik in het bezit van tekst en muziek. Bert Haddink, Boschhoekweg 1 1 , 7431 AX Diepenveen
EEN GEVELSTEEN IN HAARLEM
Vanaf de oprichting van ons Genootschap (en allicht ook daarvoor) zijn veel van onze leden niet slechts bedevaartgangers naar Santiago geweest, maar heeft ook een aantal zich er op toegelegd om sporen te vinden van een Jacobus-traditie in Nederland. Op het begin van de Nederlandse weg naar Compostela blijkt dat eigenlijk niet eens zo gemakkelijk, met als gevolg dat voor de meeaten van, ons de camino toch eigenlijk pas in Parijs bij de Tour Saint Jacques of in Vézelay bij de Sainte Madeleine echt begint. Een studenten-werkgroep heeft in 1 9 8 6 geprobeerd sporen van een Jacobustraditie in de Lage Landen te ontdekken; maar het resultaat daarvan was nogal mager. Wel bestaan er natuurlijk overal plaatsen met een kerk die aan Santiago is toegewijd, en ook een aantal beelden en schilderijen kon worden geregistreerd, meestal in samenhang met die kerken. Ook in oude Nederlandse handschriften komt zijn afbeelding voor. Hij wordt daarbij meestal afgebeeld als pel-
-
grim. Maar dat die naamgevingen en afbeeldingen daarom verband houden met
V>
c
a,
de camino kon niet worden vastgesteld.
o
De St. Jacobskapel in Galder (bij Breda), waarnaast wij op 1 2 november 1988
C O
U
;
rx C
P>
o,
-v> t-
onze ledenvergadering hielden, kwam daar nog het dichtste bij. Toch werd er vanuit onze streken druk gepelgrimeerd. Ik herinner daarbij aan het relaas, dat een bezoeker aan Noord-Spanje door zijn notaris liet optekenen naar aanleiding van zijn ontmoeting met "de haan en de hen" in de kerk van Santo Domingo de
a,
la Calzada'. Die drukke pelgrimage blijkt ook uit het feit, dat er in de latere midO
t-
,g
deleeuwen in de grote steden zogenaamde broederschappen ontstonden, die de
v)
c.'
r .-O
pelgrims naar Santiago hulp en onderdak wilden bieden en die hun, na hun terug-
fl
keer, gelegenheid gaven te verhalen van hetgeen zij op hun pelgrimstocht had-
0
den beleefd2.
S
Uit de archieven weten wij, dat zulke broederschappen onder andere bestonden in Den Bosch, Utrecht, Leiden, Bergen op Zoom, Maastricht en Haarlem. Wat Haarlem betreft mogen wij aannemen, dat het "Loffelijck e n Aloud Gild ende Orde van StJacob", dat t o t op de huidige dag een duidelijke rol speelt in het culturele leven van de stad, er mede de stoot toe heeft gegeven dat in een akte uit 1 4 3 7 voor de Haarlemse rechtbank bij testament werd bepaald, dat een gasthuis voor arme lieden moest worden opgericht "met bedingh dat het Sinte Jacops Gasthuus soude hietenW3.Uit dit "Gaasthuus", dat oorspronkelijk in het centrum van de stad was gelegen en dat daar eeuwenlang bekend was onder de naam "Sint Jacobs-Godshuis", heeft zich in de loop der tijden een complex van weldadigheid ten behoeve van arme wezen en bejaarden ontwikkeld. In stede van een gasthuis en pleisterplaats voor pelgrims beheert het Bestuur, na een bewogen geschiedenis, thans het moderne bejaardenhuis "Sint Jacob in de Hout" en het verpleeghuis "Boerhave" van de Stichting Pius XII.
Van de oude vestiging aan de Hagestraat zijn nog een aantal aandenkens bewaard gebleven, Wat daarvan voor ons interessant is, is een oude gevelsteen, waarop zich schijnbaar een pelgrimsgebeuren afspeelt. Momenteel bevindt zich deze steen, die ongeveer 98 x 2 6 c m meet en die uit beigeiroze zandsteen bestaat, zich in de Regentenkamer van het Bejaardenhuis Sint Jacob in de Hout. Het beeldhouwwerk is kwalitatief niet zo bijzonder, maar w a t er op staat afgebeeld is dat wel.
De steen is zeer moeilijk t e dateren. Tot aan de verhuizing van het bejaardenhuis van de vestiging in de Hagestraat in de Haarlemse binnenstad sierde hij de gevel van het oude tehuis. Het is niet bekend wanneer hij daar werd geplaatst. Het lijkt mij zeker niet de steen waarover Heerkens Thijssen4 spreekt in zijn geschiedenis van het Jacobsgilde; want die zou daar al in 1 4 3 6 zijn aangebracht. Als het al o m hetzelfde exemplaar gaat, dan is de onze van veel latere datum. De steen is namelijk nog tamelijk gaaf, te gaaf o m meer dan vijf eeuwen lang weer en wind te hebben getrotseerd. Ook op stilistische gronden past een datering van bijvoorbeeld medio 17de eeuw beter.
Verdeeld over de steen zijn vijf scenes afgebeeld. Centraal is daarbij de figuur van Santiago ( C ) . Zijn rijzige gestalte staat frontaal in het midden.
Hij is in volledig pelgrimsornaat: hoed met schelp, pelgrimsstaf, een wijde mantel; onder zijn rechter arm bungelt de scerpe. Zijn linker arm strekt hij uitnodigend uit naar een figuur die naast hem staat (D). Hoewel deze door zijn zwierige hoed en zijn staf wel zijn best doet o m op een pelgrim t e gelijken, is de arme stakker dat toch vermoedelijk niet, want hij heeft een houten been. Geheel rechts
(E) ziet
men een deur, die half open staat. Een persoon steekt
voorzichtig zijn hoofd om de hoek. Een pelgrim lijkt hij niet, want zijn kleding beantwoordt daar niet aan en hij heeft ook verder geen enkel attribuut. Geheel links zit een gezelschap mannen rond een brandend haardvuur (A). De vlammen laaien hoog op en verdwijnen in de schoorsteen. Links van het vuur zitten zes mannen; rechts twee. Een dienstmaagd met sluier op het hoofd komt iets (voedsel, drank?) aandragen. C
al C
O O
n
z
5 m 3
a O
m
De figuur tussen Santiago en het haardvuur tenslotte, is nogal raadselachtig. Een jonge man in steedse kleding aan de arm.
(B),wendt
zich t o t Sint Jacob. Hij heeft een mand
Met welke intentie werd deze gevelsteen indertijd aangebracht? Naar mijn mening gaat het hier o m een "gewone" gevelsteen, w a n t hij bevat geen enkele verwijzing naar de camino. Door de naam van het Gasthuis dat aan Jacobus was toegewijd, neemt de figuur van de apostel vanzelfsprekend de centrale plaats in. Daarom ook is hij groter dan alle andere figuren. Voorts w i l men met de voorstelling t e kennen geven dat het hier o m een gasthuis gaat: Jacobus heet de arme invalide man (D) met een zwierig gebaar van harte welkom.
-2 I
al
c Een nieuwe gast (of is het een bezoeker?) (E) dient zich aan. De figuur B, met de korf aan de arm, stelt de goede behandeling en de overvloed voor, die de patien-
O
o m
z
[r
ten in het gasthuis ervaren. De scene rond het haardvuur (A) is voor tweeërlei uitleg vatbaar: het kunnen de zieken en ouden van dagen zijn, die zich koesteren in de liefdevolle warmte van de instelling; het kan, met enige goede wil en veel
T 3 3
>
2 s
L
fantasie, ook een verre verwijzing zijn naar pelgrims naar Compostela, die uitrus-
J_
L
ten van een vermoeiende reisdag en die bezig zijn elkaar hun belevenissen te
2 n
vertellen. Dat zou dan overeenstemmen met het doel waartoe het "Gasthuus" in
2
het midden van de 15de eeuw werd opgericht door de rijke Lysbeth, de weduwe
a; N
van Jan Bette, die de zoon was van Heinric.
O
O
V)
al
Overigens, indien men de Regentenkamer in "Sint Jacob in de Hout" bezoekt, wordt men daar ook nog verrast door een groot, gekleurd, vermoedelijk 19de eeuws beeld van Santiago. Voorts bevindt zich tegen de muur in de tuin een fraaie, met festoenen versierde schelp (18de eeuws) terwijl buiten tegen de muur van de kapel een modern Jacobus-beeld is aangebracht, waarop een haan en een hen nostalgische herinneringen oproepen aan Canto Domingo de la Calzada. Koos van der Werff
C
O
O U
z
a
' Zie De Jacobsstaf
1989 ( I ) , pag. 30 en 1989 (21, pag. 62.
H.F. Heerkens Thijssen, De geschiedenis van het Haarlemse
SintJacobgilde,DenHaag1955,pag.9.
2
B. Speet en H. Bouwknegt, Het Sint Jacobs-Godshuis,
al
2a
>
-c
Haarlem 1987, pag. 13. H.F. Heerkens Thijssen, t.a.p., pag. 16.
23
UIT DE REGIO'S REGIO NIJMEGEN Contactpersoon: Ruud Harmsen, Vizier 5, 6641 H J Beuningen,
e 08897-7 1 1 8 3 Hoewel ondergetekende ongeveer veertig leden aangeschreven heeft, was de opkomst erg laag; op enkele ziekmeldingen na, in totaal zes leden. De vraagstelling was: Bestaat er in de regio behoefte o m bijeenkomsten t e houden en in welke vorm? Bij de aanwezige leden bestaat die behoefte wel en de wens is o m één a twee keer per jaar bij elkaar t e komen. Vooral o m in kleine kring ervaringen uit te wisselen en voor diegenen die de tocht nog willen lopen
-
het vuur, de animo brandende t e houden. Aktiviteiten als het bezoeken van kerken o f kapellen, of wandelingen maken, behoren ook t o t de mogelijkheden. Van de aanwezige leden hebben vier het plan de tocht naar Santiago te maken. Vooral de belevenissen van Jeroen Gooskens die in het voorjaar van Groesbeek t o t bijna Ie Puy heeft gelopen, bleken in dit opzicht boeiend en instructief. In het voorjaar van 1992 loopt hij het gedeelte naar de Pyreneën. A l met al zijn er vele zaken tijdens de avond aangestipt, die in de volgende bijeenkomst (gepland op 2 1 maart) wellicht verder uitgediept kunnen worden. Ruud Harmsen REGIO BOLLENSTREEK - RIJNLAND Contactpersoon: C.G. van Tongeren, Pijlkruidstraat 15, 221 5 GE Voorhout,
e 02522-3 1 1 4 7 Op zondag 19 januari stond op het regio-programma een bezoek aan een tentoonstelling in Leiden. "Naar Jeruzalem: de dure reis van een middeieeuwse graaf". Nadere informatie over deze tentoonstelling staat in DE JACOBSSTAF nummer 9, pagina 37; het mooi uitgegeven boekje en het verhaal van de reis staat ook beschreven in STAF nummer 12, pagina 172. Er waren geen convocaties verstuurd, de deelname was beperkt. Doch het is gebleken dat ook met zo'n klein groepje een bezoek aan een museum over een onderwerp dat verwant is aan bedevaarten naar Compostela de prettige band tussen de leden kan versterken en bovendien bijdraagt aan de kennis van de middeleeuwen.
Volgende bijeenkomst: 7 maart o m 10.30 uur - in het Broederhuis "Nieuw Schoonoord" Leidsestraat 2 Voorhout. Er volgt nog een convocatie met het programma, noteer alvast de datum. Bert Roebert REGIO MIDDEN NEDERLAND Contactpersoon: Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576, 3 6 0 7 DG Maarsenbroek,
03465-69 1 3 3
Op 1 3 januari was er een grote opkomst in Laren. 't Was een geanimeerde avond mede door de vele nieuwe gezichten. Volgende bijeenkomst: dinsdag 17-3 a.s. bij Ria Janson, Noolseweg 16, Laren.
REGIO OOST NEDERLAND Contactpersoon: A. van Gessel, Enschedesestraat 1 16, 755 1 ES Hengelo, e 074-9 1 7879
De volgende bijeenkomst in onze regio vindt plaats op vrijdag 2 7 maart a.s. om 20.00 uur. De avond staat in het teken van "Muziek rond de Camino". Paul Schaepman zal deze avond verzorgen. De plaats van samenkomst is afhankelijk van het aantal deelnemers. Belangstellenden kunnen zich aanmelden op bovengenoemd adres. Men krijgt dan een uitnodiging toegestuurd. Ton van Gessel REGIO 'S-HERTOGENBOSCH
-
OSS
Contactpersoon: Vera Stassen-Susa, Doornakkerlaan 14, 5 2 8 2 PS Boxtel, e 0 4 1 16-72793
Zondagmiddag 2 6 januari 1992: Onze regiogenoot Jan in 't Veld gaat ons w a t vertellen over de ontwikkeling van de Christelijke kerkbouw langs de Jacobsroute. De laatste tien jaar heeft hij veel gezien van de verschillende kerken onderweg. Hij bestudeert nu op het ogenblik de verschillende bouwstijlen. De invloed van het Romeinse Rijk is in heel West-Europa, Noord-Afrika en ten oosten van de Middellandse Zee merkbaar. De basilica was een openbaar gebouw, bijvoorbeeld een markt, rechthoekig van vorm. De kerken kregen ook die vorm, o.a. in Trier. Een apsis naar het oosten gericht, een zuilengang kwam daar later nog bij. Priesterkoor, zijkapellen en transepten vormden weer nieuwe uitbreidingen. De prachtige kruisvorm van de kathedraal van Santiago was duidelijk te zien op de schematische voorstelling. Een belangrijk punt in het betoog van Jan was ook de verdeling van de druk op
de muren. In de Romaanse kerk werd zowel de druk van boven naar beneden als de horizontale druk over de hele muur opgevangen. In de Gotische bouwstijl werd de druk op bepaalde punten opgevangen, zodat er ruimte was voor ramen en deuren. Aan de nieuwe bouwstijl werd ook een symboliek toegekend. Het zou het neerdalen van het Nieuwe Jeruzalem aanduiden, dat uit de hemel zou neerdalen. Na de gezellige pauze hebben w e een aantal dia's gezien van Vezelay. De voorgevel, de nartex, het timpaan en een aantal kapitelen. Er viel heel w a t te kijken en t e vertellen en dat niet alleen door Jan. Tot slot vertelde hij ook nog over zijn opbergsysteem - zeer uitgebreid en heel nauwkeurig op onderwerp. Omdat ik binnenkort aan mijn voettocht nar Santiago begin, was er een nieuwe contactpersoon nodig, haar naam ziet u hierboven al vermeld. De volgende regio bijeenkomst zal waarschijnlijk o p 5 april a.s. zijn, maar hierover ontvangt u nog nader bericht. Annemarie Roebert REGIO AMSTERDAM Contactpersoon: Janna Baaijers, Geerdinkhof 3 1, 1 1 0 3 PP Amsterdam, -
e 020-69961 7 3 REGIO GRONINGEN Contactpersoon: Thom Oosterhof, Mozartstraat 31, 9 7 2 2 EB Groningen, e 050-255 1 4 4
REGIO FRIESLAND Contactpersoon: C.P.J. Meijer, Mauritsplein 31, 8 9 3 1 DL Leeuwarden.
REGIO LIMBURG Contactpersoon: Chr. Janssen, Eurenderweg 107, 641 7 PA Heerlen, e 045-41 9 4 0 6
Voor deze regio wordt nog steeds een nieuwe contactpersoon gezocht. Belangstellenden kunnen contact opnemen met bovenstaand adres.
REGIO DEN HAAG Contactpersoon: Geertrui van Traa, Elia Kazanstrook 104, 2 7 2 6 VG Zoetermeer,
e 079-425344 en Janneke Kootte-v/d Heuvel, Parkweg 137, 2771 A H Voorburg.
REGIO TILBURG Contactpersoon: E.C.C.M. van Helmond-van Berkel, "Leyenhorst", Gemullenhoekenweg 14C. 5062 CD Oisterwijk, e 02442-16582 Ter afsluiting van het oude jaar organiseerde de regio Tilburg op 15 december een wandeling in het Mastbos, ten zuiden van Breda, waar w e de gasten waren van Matti en Rien Vrencken. Op 10 januari k w a m men weer bij elkaar bij Ria Seveke in Tilburg, die een interessante voordracht met dia's hield over de langs de pelgrimsweg van Arles naar Toulouse liggende kerken van Saint Guilhem-leDésert en Saint Martin-de-Londres. Zij schetste de stamboom en levensloop van Guillaume de Gellone. Deze trok zich, na een zeer turbulent leven, in Gellone terug als kluizenaar en stierf daar in 81 1 . Na zijn dood werd deze plaats een pelgrimsoord. Een verre nazaat van hem, Guillaume Ie Pieux was de stichter van Cluny. De volgende bijeenkomst is waarschijnlijk bij Ton en Diny van Oss in Loon op Zand op vrijdag l0 april. Els van Helmond REGIO BREDA Contactpersoon: A. Claessen, Raaimoeren 31, 4824 KA Breda.
REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET Y Contactpersoon: Mieneke Jas, Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn,
e O2290-152IO
OUDE SANTIAGO-GANGERS
Franciscus van Assisië, pelgrim naar Santiago? Niet ver van de kathedraal van Santiago; tegenover de abdij van St. Martinus en
z -
aan de boulevard Johannes XIII, ligt het klooster van de paters Franciscanen. De
2-.
3
V)
calle de S. Francesco verbindt dit klooster rechtstreeks met de plazza del Obradoiro. Op een pleintje voor dit gebouw werd in 1926, ter gelegenheid van de
700 jarige sterfdag van Franciscus, een monument geplaatst, vervaardigd door de kunstenaar Francesco Asorey. Het is een enorm kruis met de figuren van Christus, Johannes en Maria. Op gelijke hoogte staat v66r het kruis: Franciscus, beide handen zegenend uitgestrekt richting kathedraal en stad. Bij het zien van
3
5 C
g L
2
E
h
z
.-
dit monument en klooster, rijst de vraag: Is Franciscus zelf ooit in Santiago ge-
gm
weest?
LL
Wie is Franciscus? Hij werd in 1182 in Assisië (Italië) geboren als de oudste zoon van de lakenkoopman Pietro Bernadone en diens vrouw Pica. Na een min of meer losbandig leven, wordt hij door God geroepen o m een leven van armoede en afzondering te gaan leiden. Op 24 jarige leeftijd doet hij ten overstaan van zijn vader en van de bisschop van Assisie, afstand van al zijn bezittingen en trekt zich terug in eenzaamheid. In steden en dorpen bedelt hij voor zijn levensonderhoud en preekt er het evangelie. A l spoedig krijgt hij volgelingen en stelt voor hen een levensregel vast. Het grootste ideaal van Franciscus echter is: De moren bekeren en als martelaar sterven. Wat ligt meer voor de hand dan dat hij plannen begint t e maken o m naar Marokko te gaan en daar zijn ideaal t e verwezenlijken.
Naar Spanje Zeker is dat Franciscus geprobeerd heeft om via Spanje Marokko t e bereiken. Zijn levensbeschrijver, Thomas van Celano, die Franciscus persoonlijk heeft gekend, zegt in zijn Vita I: 'Toen hij al op weg was (naar Spanje) deed een opge-
lopen ziekte hem terugkeren van zijn reis' Ook Bonaventura, kerkleraar en volgeling van Franciscus, zegt later hetzelfde in Legenda Maior: Toen hij Spanje al had
bereikt,. .....werd hij zwaar ziek, waardoor hij zijn plannen niet af kon maken' In de Fioretti daarentegen, een boekje vol wonderverhalen over Franciscus en zijn eerste volgelingen, verzameld in de tweede helft van de XIII de eeuw, dus na zijn dood, lezen wij het volgende: 'In het begin, toen er nog maar weinig broe-
ders waren en ze nog geen vaste woonplaatsen hadden, ging Franciscus op pelgrimsreis naar Santiago de Compostela. Hij nam enige van zijn broeders mee, waaronder broeder Bernhard, Toen ze op weg waren, kwamen ze op een zekere plaats een arme zieke man tegen. Omdat Franciscus medelijden had, zei hij tot broeder Bernhard: "Dierbare zoon, ik wil dat jij bij deze zieke blijft om hem te verzorgen". Nederig knielde broeder Bernhard voor Franciscus neer, boog zijn hoofd en nam gehoorzaam de opdracht aan en bleef op deze plaats achter. Franciscus en zijn broeders vervolgden hun reis naar Santiago. Toen zij daar 's nachts zaten te bidden in de kerk van de heilige Jacobus, kreeg Franciscus van God een openbaring. Hij zou over de hele wereld veel nederzettingen stichten. Zijn orde zou zich overal verspreiden en het aantal broeders zou geweldig toenemen. Daarom begon Franciscus al meteen in de omgeving nederzettingen te stichten. Op zijn thuisreis, waarop hij dezelfde route volgde, vond hij broeder
Bernhard terug daar waar hij hem had achter gelaten. De zieke was weer helemaal gezond. Daarom stond Franciscus broeder Bernhard toe om het volgende jaar naar Santiago te gaan. Een heel ander getuigenis vinden w e in de hal van het Franciscanen klooster in Santiago zelf. Daar staat het volgende te lezen: Toen onze vader Franciscus de apostel Jacobus kwam bezoeken, gaf een arrne kolenbrander, Cotolay geheten en wiens huis naast de kluizenarij van Sint Payo lag, op de helling van de berg Pedroso, hem onderdak. Van daaruit ging de heilige 's nachts de berg op om te bidden. De Heer openbaarde hem daar dat Hij wilde dat hij een klooster stichtte op die plaats, genaamd vallei van God en hel. Franciscus, wetende dat dit gebied toebehoorde aan de abdij van St Martinus, ging vader abt vragen om hem dit land te schenken. Als tegenprestatie zou hij hem elk jaar een mandje vis brengen. De abt accepteerde zijn aanbod en ze maakten een contract op dat zij beiden ondertekenden. Toen hJ deze plaats eenmaal verworven had, sprak hij tot Cotolay: God wil dat je voor mij hier een klooster voor mijn orde bouwt". Corolay antwoordde: "Hoe kan een arrne kolenbrander als ik dat doen?" Waarop de heilige sprak: "Ga naar de bron, daar zal God je tonen waarmee je dat kunt doen. " Cotolay gehoorzaamde en vond een grote schat waarvan hij het klooster bouwde, God zegende het huis van Cotolay. Hij trouwde, werd schepen van de stad en stierf in grote rijkdom.
Er zijn ook nog enige andere oude bronnen die w e kunnen raadplegen. Zo staat er in de kronieken van vele Spaanse kloosters in Catalonië vermeld dat ze door Franciscus zelf zijn gesticht, zoals van Perpignan, Barcelona, Gerona en Lerida. Franciscus Ximenez, bisschop van Elna spreekt in zijn eerste boek over het christendom, hoofdstuk 59, over de stichting van een klooster door Franciscus in 1 2 1 1 t e Barcelona. En zo zegt een zekere P. Vidal dat, toen de collegekerk van San Juan te Perpignan gebouwd werd in 121 1, broeder Dominicus en broeder Franciscus met enige vrome mannen in de stad waren. Ook kloosters in Navarra menen dat ze door Franciscus persoonlijk zijn gesticht.
Naar Santiago Dat Franciscus in Spanje is geweest, mag men met vrij grote zekerheid aannemen. Vooral de getuigenis van Thomas van Celano is hiervoor van doorslag gevende betekenis. Voor zijn verblijf in Santiago echter, hebben we maar twee
zeer twijfelachtige getuigenissen, twee verhalen die ons sterk doen vermoeden dat het maar verhaaltjes of legenden zijn. Een algemeen bekend gegeven is dat wonderverhalen, die aan een heilige worden toegeschreven, meestal pas jaren na de dood van de persoon ontstaan. In Cu
die dagen werd er nog weinig schriftelijk vastgelegd, alles werd mondeling overgeleverd en daarbij veranderd, vervormd en verfraaid en wel zo dat de heiligheid
.g
van de persoon in kwestie nog beter naar voren kwam.
5O
Helene Nolthenius' zegt het zo: 'Hoe langer de verhalen doorgefluisterd, ver-
O
'O V)
3
brokkeld en verbasterd werden, des te weliger tierden miraculeuse details, die
.-2
hen voor de tgdgenoten geloofwaardiger maakten en voor de historicus onbe-
r m
trou wbaarder,
O
L
+-'
C vj
In de verhalen die op dergelijke wijze zijn ontstaan, kan men enkele typische elementen terugkennen:
l ] DE OPDRACHT - De heilige krijgt een visioen of openbaring. (Franciscus moet kloosters stichten) Er geschiedt een wonder. (Geld bij de bron, genezing van de zieke) 31 DE UITVOERING - Het visioen wordt geëffectueerd. (kloosters in Spanje en Santiago) 41 DE BELONING - (Cotolay wordt rijk en schepen van Santiago, broeder Bernhard mag naar SantiagoIVindt men dus een dergelijk verloop van het verhaal, dan mag men met recht aan de historiciteit ervan gaan twijfelen.
21 HET BEWIJS
-
Er zijn evenwel nog andere redenen waarom men kan vermoeden dat Franciscus nooit in Santiago is geweest: Volgens Th. van Celano is Franciscus maar één maal in Spanje geweest en wel tussen uiterlijk 121 1 en 1215 want in 1 21 5 was hij aanwezig op het Lateraans Concilie. Hij was toen op weg naar Marokko, dan lijkt het niet voor de hand liggend dat hij via Santiago zou zijn gereisd. Franciscus kreeg zijn eerste volgelingen pas in het jaar 1208. Het is dus niet erg aannemelijk dat hij drie jaar later al zoveel broeders zou gehad hebben, dat hij overal kloosters kon stichten en er broeders achter laten. De getuigenissen van de kronieken zijn ook allemaal van later datum.
Conclusie Hoogst waarschijnlijk is Franciscus nooit in Santiago geweest. Toch bewijzen deze verhalen w a t een belangrijke plaats Santiago in die dagen moet zijn geweest. Voor de vereerders van Franciscus heeft het zonder meer zo moeten zijn dat hun heilige vader die plaats bezocht heeft. Trouwens welk belang heeft historiciteit voor Compostella als het over St. Jacobus zelf gaat? Je zou misschien zelfs mogen zeggen dat het meer aannemelijk is dat Franciscus er geweest is dan onze heilige Jacobus. Uiteindelijk gaat het er niet o m of zij er geweest zijn of niet, maar dat wij er geweest zijn en of het voor ons iets t e betekenen heeft gehad voor nu en ons verdere leven. A l het andere is per slot van rekening maar bijzaak en onbelangrijk. F. Moussault
'
Helene Nolthenius: Een man uit het dal van Spoleto, Franciscus tussen zijn
tijdgenoten. E. Querido's Amsterdam 1988. Literatuur: Fr. Atanso López, 0.f.m. Viaje de San Francisco á España./1274). ex Archivo Ibero-Americano (19 14)
IN-DRUK Onze vorige opgave was kennelijk heel moeilijk. Er k w a m maar een reactie op en die drukken w e hieronder af.
Op zaterdag 3 0 juli 1988, de zestigste dag van onze voettocht van Den Bosch naar Santiago, liepen we van Yesa naar Monreal, een afstand van 2 9 kilometer. We dronken koffie in Liédena, op 5 kilometer van Sanguesa en 5 kilometer terug, toch 1 0 kilometer 'extra1, teveel oordeelden wij als voetpelgrims. Hierdoor misten w e echter de kerk van Santa Maria la Real met een van de mooiste portalen in Spanje. Een lyrische beschrijving hiervan staat op pagina 141 en 142 van het boek 'Vakantie op een pelgrimsroute' van René Brynaert. Een citaat: 'De slanke zuilvormige figuren links en rechts van het portaal vallen op door hun sier1l;ke gratie. ' En hij noemt hen: Maria Magdalena, Maria de moeder van Jezus en de 'andere' Maria, moeder van Jacobus de Mindere. Die interpretatie is in mijn ogen onjuist. De foto op pagina 177 van De Jacobsstaf nr. 1 2 is een van de drie vrouwenbeelden. voorstellende 'De drie Maria's', volgens de grote W.P., 1973, deel 12, pagina 631: Maria van Klompas, Maria Magdalena en Maria Salome, die, naast Maria de moeder van Jezus, de vrouwen zijn die aanwezig waren bij de kruisiging en die na de opstanding het lege graf bezochten. Dit komt overeen met Markus 15:40 'Ook enige vrouwen stonden van verre toe te zien; onder anderen, Maria Magdalena, Maria de moeder van Jacobus de jongere en van Josef en Salome. ' En met Matheus 27:56 'Maria Magdalena, Maria de moeder van Jacobus en Josef en de moeder van de zonen van Zebedeus. ' En Markus 1 6: 1 zegt: 'Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria Magdalena, Maria van Jacobus en Salome specerijen om Jezus te gaan balsemen. ' Op het boek dat de gezochte vrouwenfiguur draagt staat: 'Maria lacobi. ' Maar is het de moeder van Jacobus de Mindere en Josef, of Maria Salome, echtgenote van Zebedeus en moeder van Jacobus de Meerdere en Johannes? Ik neig naar de eerste interpretatie,maar de kunsthistorici onder ons moeten maar uitsluitsel geven. De 'Drie Maria's' van Sanguesa zijn o.m. te zien op foto's op pagina 55 van 'EI Camino de Santiago' van Eusebio Goicoechea Arrondo, op pagina 8 9 van het gelijknamige, recent verschenen boek van Luis Carandell e.a. en op afbeelding 232 en vooral 2 3 4 van 'Spanien' van Palol/Hirmer - zie bespre-
king op pagina 168 van De Jacobsstaf nr. 12. Na die dag scheidden ons nog 650 kilometer van Santiago de Compostela, waar w e op 2 3 augustus aankwamen. Anneke en Wim Bettonvil
DIT IS NIET ZOMAAR EEN PRIJSVRAAG!
Dit moet een Santiago-ganger bekend voorkomen. Wij willen niet alleen van u weten waar deze f o t gemaakt is en w a t het voorstelt, maar ook welke indrukken, herinneringen, en emoties deze afbeelding bij u oproept. U w reacties wor-
u;
den dan in het volgende nummer van DE JACOBSSTAF vermeld. Onder de in-
Ca
zenders verloten w e dit keer een foto van 1 2 x 47 cm, gemaakt van een meer dan manshoog beeld van de Heilige Jacobus de Meerdere. Graag ontvangen wij u w reacties op het nieuwe redactie-adres: Peter Jas, Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn
34
C
0 2 3
a
.O.
i-
O
5
GEKNIPT VOOR U Van verschillende kanten bereikte ons een kranteknipsel van het Brabants Dagblad over de vondst van een uniek Jacobsbeeld onder de vloer van een kelder in Den Bosch. Wij hopen hierop in een volgend nummer uitgebreid terug te kunnen komen.
Op 11 februari werd bij Capi-Lux Vak, Basisweg 4 2 in Amsterdam een fototentoonstelling geopend van de Amsterdamse fotojournaliste Jutka Rona die in de afgelopen drie jaar grote delen van de pelgrimsroute meeliep met verschillende pelgrims, ook leden van ons genootschap. De tentoonstelling loopt t o t en met 6 april 1 9 9 2 en is t e bezichtigen op werkdagen van 8.30
-
17.30 uur. FC
VOORJAARSVERGADERING
Het bestuur deelt u mede dat op 2 8 maart 1 9 9 2 een voorjaarsvergadering zal worden gehouden in het Sint-Janslyceum, Sweelinckplein 3 in 's-Hertogenbosch. Het programma ziet er als volgt uit: 10.00 - 10.30 10.30
-
12.00
Ontvangst met koffie. Ledenvergergadering: opening, ingekomen stukken, mededelingen, jaarverslagen van penningmeester en secretaris, verslag kascommissie, bestuurssamenstelling, taakverdeling bestuur, rondvraag, sluiting.
12.00
-
14.00
Lunchpauze met vanaf 13.00 indeling in lopersgroep en fietsersgroep voor uitwisseling van ervaringen en informatie.
14.00 - 15.00
Lezing door Mireille Madou over Europa 1492-1992 en de Camino de Santiago.
75.00
-
16.00
Pelgrimsparade en gelegenheid t o t het stellen van vragen.
Wie met openbaar vervoer komt, kan gebruik maken van een treintaxi of van een stadsbus (lijn 1) richting Aawijk. Uitstappen bij het Sweelinckplein. Het bestuur verzoekt de deelnemers o m op de kleding een naamkaartje t e dragen. Voor de vergadering ontvangt u nog een schriftelijke uitnodiging met antwoordstroo kje.
OPROEP Het bestuur van het genootschap zoekt leden of een regio die bereid zijn op 7 november 1992 de najaarsvergadering te organiseren. Het bestuur denkt hierbij aan Haarlem, Zutphen of Deventer, maar andere plaatsen zijn natuurlijk ook moge1ijk.U kunt zich hiervoor opgeven bij: de heer J.A. Gigengack, Opaal 15, 1703 CA Heerhugowaard.
VAN ONZE BUITENLANDSE VRIENDEN en vrienden in het buitenland
Het BULLETIN of the Confraternity of Saint James, nummer 4 0 meldt dat het Engelse BBC Everyman t.v.-programma in juni en juli 1 9 9 2 opnamen w i l maken van pelgrims langs de camino. Indien u daaraan w i l meewerken, kunt u u w geschatte reisprogramma opgeven aan Patricia Quaife, 5 7 Leopold Road, London N.2 8BG. Het hoofdartikel van J. Sherman Bleakney gaat over de schelp als symbool van de pelgrimstocht naar Santiago. Verder bevat dit nummer een artikel over het "hospitaal van de Engelsen" in Herrerias. Bij de verslagen van gebeurtenissen in de afgelopen tijd vonden w e nog een compliment over de organisatie van het pelgrimsweekend in Maastricht. Nummer 4 1 begint met een opsomming van de aktiviteiten in het nieuwe jaar. Het grootste deel van dit nummer wordt in beslag genomen door mededelingen over de door de Confraternity gepromote restauratiewerkzaamheden aan de refugio van Rabanal. Deze is n u officieel geopend, hetgeen uitgebreid wordt verslagen. De naam van deze refugio is overigens: Refugio Gaucelmo
LE PECTEN van het Waalse genootschap begint met een weergave van de toespraak die de Waalse voorzitter heeft gehouden in november in Santiago waar alle Europese genootschappen vertegenwoordigd waren. Daarna volgt een artikel over wijn en de weg van Sint Jacob alsook een groot uittreksel uit de Legenda Auria van Jacques de Voragine (eind 13de eeuw) en dan natuurlijk de passage waar het gaat over Jacobus de Meerdere.
DE PELGRIM van het Vlaams genootschap doet verslag van een tocht over de Via de Plata, de zuid-noord pelgrimsroute door Spanje van Sevilla naar Astorga en geeft een vervolg van de beschrijving van de route vanuit Vézelay.
LE BOURDON heet het verbindende tijdschrift van de Jacobusverenigingen in Aquitanië. Het nummer dat wij ontvingen bevat 67 pagina's op A4-formaat. Daarin staat het tweede deel van een artikel over Roncevaux door D. Javier Navarro over de b o u w en de geschiedenis van deze belangrijke plaats aan het
begin van de carnino francès. Dan volgen uitgebreide artikelen over de pelgrimswegen van Soulac (waar Engelsen en Hollanders aan land kwamen) en van Gradignan naar de Spaanse grens. Clement Urrutibehety schrijft over pelgrimshospitalen. Gezien de inhoud en de uitvoering mag dit tijdschrift als een waardevolle aanvulling op de bestaande reeks bladen beschouwd worden.
PEREGRINO nummer 2 3 is o.a. gewijd aan de "andere" camino in Navarra en Aragon en aan de plaats Sanguesa. Ook hier een beschrijving van de Via de la Plata. Daarnaast twee pagina's over buitenlanders die refugios beheren en een piepklein stukje over de "vlekkeloze" organisatie van onze bijeenkomst in Maastricht in september 199 1.
In DE JACOBSSTAF nr. 1 2 (pag. 140) heeft u kunnen lezen over het beschrijven van een Jacobsweg door het Franstalige gedeelte van België. De heer Schijns heeft ons laten weten dat het traject Visé - Luik n u af is. M e t twee leden van ons genootschap is hij bezig het resterende stukje Maastricht - Visé te bestuderen en u i t t e zetten.
Van het Frans genootschap vernemen wij dat men bezig is een zeilboottocht voor veertig passagiers van Bretagne naar Santiago te organiseren. Tevens houdt men, in verband met het heilig jaar 1993, dit jaar een collecte voor de restauratie van de "chapelle de la France" in de basiliek van Santiago. FC
Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela Sint Andriesabdij, Zevenkerken B-8200 Brugge Association des Amis de St. Jacques de Compostelle, rue de Marbais, 7 B-1495 \/illers La Ville. Société des Amis de Saint Jacques de Compostelle 4, Square du Pont de Sèvres, F-9210 0 Boulogne sur Seine Deutsche St. Jakobus-Gesellschaft e.v. WilhelmstraBe 50-52, D-5 1 0 0 Aachen Les Amis du Chemin de Saint Jacques, Association Helvétique, Av. du Gros Chêne 37. CH-1213 Onex The confraternity of Saint James, 5 7 Leopold Road, London N.2 8BG, England.
COMPOSTELANA'S Er zijn weer heel wat pelgrims op weg geweest richting Santiago. In 1991 zijn er 105 pelgrimpassen uitgereikt. Van 4 0 personen weten we dat zij aangekomen zijn, zij stuurden ons een afschrift van hun Compostelana. Ongetwijfeld zijn er meer aangekomen, laat u ons dat nog weten? Hieronder in chronologische volgorde de namen, er zijn er een aantal van oudere datum bij.
Nico Zijp
H. Romer, Den Helder: 15-6-78; J.J. Dekker, Heerlen:7-7-88;R. Harmsen, Beuningen: 7-1 1-88; 0. Vermeulen, Delft: 4-6-89; W.C.A. Vernooij en K. Verhage, Hazerswoude: 12-6-89; G. van Dongen: 21-8-89; M. Mannekens, Roosendaal: 21-8-89; P.M. Vriens-van Swaaij, Eindhoven: 13-5-90; H.L.M.A. Dijckhoff, Overasselt: 28-5-90; A.E.A. Olling, Rosmalen: 31-5-90; A. Feijen en A.J. FeijenRenders, Eindhoven: 8-6-90; W. Dodemont, Vlijmen: 16-6-90; M. van Soest, Den Haag: 21-6-90; A.M. Muller, Geldrop: 8-9-90; S.H. Cruijsberg, Maasstricht: 19-9-90; T. Bussink, Herten: 26-9-90; H.M.J. de Haan, Eindhoven: 28-9-90; M.M.V. van Rooijen-Windhorst, Eindhoven: 28-9-90; L. Koper, Zierikzee: 21-49 1; W. d'Herripon, Tilburg: 13-5-9 1; C. Steen-Bommezij, Vlissingen: 15-5-9 1; A. Peters, Huizen: 20-5-9 1; P.B.M. Gielen, Nijmegen: 2 1-5-9 1; J.C. Orth-Gielen, Zwijndrecht: 21-5-91; W.A. Jas-Dijkstra, Hoorn: 24-5-91; R. Tulleken, Wassenaar: 24-5-91; H. Gresnigt, Utrecht: 24-5-9 1; 0. Wildeman, Utrecht: 24-5-91 ; J.W. Radstaak, Amsterdam: 28-5-91; F. Frijns, Eindhoven: 2-6-91; G.J. van Lent, Grimbergen B.: 2-6-9 1; F.F.M. Kolder, Ulvenhout: 1 1-6-9 1; W. Dodemont, Vlijmen: 1 1-6-9 1; J.W.A. Wijnhof, Mierlo: 1 1-6-91; G. Dik, Alkmaar: 1 1-6-91; A. Dik-Waaijer, Alkmaar: 1 7-6-91 ; F. Plat, Oegstgeest: 12-6-9 1; F.S.A. Moussault en W.H. Moussault-v/d Velders, Tilburg: 14-6-9 1; A.A. Wouter-Mertens, Bilthoven: 16-6-91; M.J. Wienk-Sijbers, Zevenaar: 16-6-9 1; J.P. v/d Heuvel, Mariahout: 24-6-9 1; W.J. v/d Heuvel, Valkenswaard: 24-6-9 1; F.C. Klaassen, Nijmegen: 26-6-91; J. Meijssen, Amsterdam: 26-6-91; M.C. van Gils en A.C. van Gils-Graumans, Dongen: 7-7-91; E.P.C. Ruijs en W.A.L.T. Ruijs-van Everdingen, Woerden: 12-7-9 1; C. Hulsebosch, Amsterdam: 12-7-9 1; H.J.G. Hodes en C.P. Hodes-Heemskerk, Den Haag: 20-7-91; N. Brokamp, Alphen a/d Rijn: 21-79 1; J. Feenstra en E. Feenstra-Roos, Harderwijk: 23-7-9 1; J. van Gijn, Hilversum en H.H. Zomer, Zwolle: 23-7-91; J. v/d Heuvel, Gemert: 27-7-91; T. van Pinxteren, Waalre: 1-8-91; F.G. Willemsen, F.M.A.H. Willemsen en G.F.W. WillemsenWenmeckers, Vlissingen: 4-8-91; P.J.M. Utìien, Hoevelaken: 5-8-91; A. van Poppel en M.E. van Poppel-van Vorstenbosch, Vught: 10-8-91; H.A. Cooijmans, Den Dungen: 14-8-91; J. Claveaux, Tilburg: 14-8-91; M.A. de Visser en A. de Visser-de Bruijn, Lepelstraat: 15-8-9 1; A. v/d Hulst. Eindhoven: 17-8-9 1; A. Merckx: 17-8-91 ; J.W.H. Heykers-Verlinden: 20-8-9 1; M.Teuwen-Wetemans, Stramproy: 1-9-9 1; A. van Vroenhoven, Best: 3 1- 10-9 1; W. Denekamp. Haren: 31-10-91.
Als u een pelgrimspaspoort wilt hebben voor uw tocht naar Santiago de Compostela, dan kunt u dat bestellen onder opgave van uw paspoortnummer. Gegevens vindt u op pagina 40 van deze JACOBSSTAF. Vraag deze zo TIJDIG MOGELIJK aan.
AGENDA Vermeld in deze agenda worden de volgende aktiviteiten: (diallezingen, film-, muziek-uitvoeringen, tentoonstellingen e.d. die door anderen georganiseerd worden en die 'iets' met de pelgrimage naar Santiago de Compostela t e maken hebben, (regio)-bijeenkomsten van het Genootschap etc. Vergissingen en wijzigingen zijn altijd mogelijk, controleer daarom de gegevens voor u op pad gaat via het genoemde adres/telefoonnummer. Bijeenkomst regio Bollenstreek - Rijnland in het Broederhuis Nieuw Schoonoord, Leidsevaart 2, Voorhout. 1 4 maart Voorjaarsbijeenkomst Vlaams Genootschap 1 7 maart Regio bijeenkomst Midden-Nederland bij Ria Jansen, Noolseweg 16, Laren Bijeenkomst regio Nijmegen, inlichtingen w 08897-71 183. 2 1 maart 2 7 maart Bijeenkomst regio Oost-Nederland, onderwerp 'Muziek rond de Camino' inlichtingen e 074-91 7879. 2 9 maart Halle (Westfalen, bij Osnabruck): Santiago de Compostela: muziek en beeld b4 een pelgrimstocht, diaconcert Ensemble Peregrino en Conens & van Wiechen. Liederen uit o.a. Codex Calixtinus (12" E), Cantigas de Sta Maria ( 1 3" E). Inl. in Nederland: e 0 1 7 1 4-1 5386. 3 1 maart Openbare bibliotheek Zuid-Scharwoude, 20.15 uur dialezing van Conens & van Wiechen over de pelgrimage naar Santiago de Compostela. Inlichtingen 0 1 7 14-1 5 3 8 6 2 april Openbare Bibliotheek t e Wognum, 20.30 uur, zie 3 1 maart. 5 april Bijeenkomst regio 's Hertogenbosch - Oss, inlichtingen w 0 4 1 1672793. t / m 6 april Tentoonstelling van foto's gemaakt door Jutka Rona langs de pegrimsroute. De tentoonstelling wordt gehouden bij Capi-Lux Vak, Basisweg 4 2 te Amsterdam. Geopend op werkdagen van 8.30 t o t 17.30 uur. 9 april Openbare bibliotheek Anna Paulowna, 20.00 uur, zie 3 1 maart. Wandelmarkt in gebouw Marcanti, Jan van Galenstraat 10, Amster1 2 april dam georganiseerd door Op Lemen Voeten en Pied a Terre. Thema o.a. de weg naar Santiago de Compostela. Inl. e 020-6226990. 1 8 april Purmerend, het Folkloristisch Danstheater met het programma: Van de Madonna tot Madonna. 7-10 mei Kalamazoo Medieval Congress onder de titel: 'Pelgrimage and Art: How do we construe the Pilgrimage Routes now that we've thrown out Conant and Porter?'. 1 4 mei Heerhugowaard, 19.30 uur, zie 3 1 maart. 12-28 juli Culturele busreis naar Santiagc de Compostela verzorgd door Frans Waltmans, inlichtingen e 045-71 1529. 1 6 juli Vanaf 1 6 juli organiseert de Jacobusvereniging van Navarra een internationale looptocht van Roncesvalles naar Astorga ( 4 8 7 km). De laatste etappe Astorga - Santiago de Compostela zal in 1993 worden gelopen. Inlichtingen: Amigos del Camino de Santiago en Navarra, Sierra de Alaiz, no 3-1 O0 izda E-31006 Pamplona. 3 1 december Begin Año Santo in Santiago de Compostela; opening: Puerta Santa . 7 maart
ONS POSTORDERBEDRIJF Hieronder vindt u een lijst van de verkrijgbare artikelen, elk voorzien van een nummer en de prijs inclusief verzendkosten. U voldoet het totaalbedrag door middel van betaling op Postbank-nummer 515.1 1.46 t.n.v. de Penningmeester Nederlands Genootschap van Sint-Jacob te Heerhugowaard onder vermelding van het (de) nummer(s) van de door u gewenste artikelen. Na ontvangst van het bedrag door de penningmeester en na controle of de aanvrager wel lid is én zijn contributie heeft betaald, wordt het bestelde toegezonden aan het adres dat op het giro-formulier staat vermeld. Alleen bij bestelling van een pelqrims~asdient u u w paspoortnummer op te geven aan het hieronderstaande adres. Indien u niet per giro betaalt, maar per bank, dient u een lijst van de bestelde artikelen separaat toe te zenden aan: J.A.Gigengack, Opaal 15, 1703 CA Heerhugowaard. ARTIKEL Alfabetische ledenlijst Ledenlijst volgens postcode Gebed van pelgrim Stickers (20 stuks) Literatuurlijst Pelgrimspas Correspondentiekaart Rustende Pelgrims Lijst refugio's Tijdschrift DE PELGRIM nummer 10 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 11 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 1 2 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 13 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 1 4 Tijdschrift DE PELGRIM nummer 15 Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1989 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1989 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1989 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1989 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1990 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1990 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1990 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1990 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 199 1 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 199 1 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1991 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 199 1 nummer Tijdschrift DE JACOBSSTAF 1992 nummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
PRIJS f 3,00 f 3,00 f 2,00 f 5,00 f 2,00 f 7,50 uitverkocht f 2,00 f 2,00 f 2,00 uitverkocht f 2,00 f 2,00 f 2,00 uitverkocht uitverkocht f 6,00 f 6,00 uitverkocht f 6,00 f 6,00 f 6.00 uitverkocht f 6,00 f 6,00 f 6,00 f 6,00