Naar een nieuwe toekomst
Schoolplan 2015 -2018
Alice: Would you tell me, please, which way I ought to go from here? The Cheshire Cat: That depends a good deal on where you want to get to. Alice: I don't much care where. The Cheshire Cat: Then it doesn't much matter which way you go. Alice: ..So long as I get somewhere. The Cheshire Cat: Oh, you're sure to do that, if only you walk long enough.” Uit: Lewis Carroll, Alice in Wonderland
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Zakelijke gegevens 2.1. Stad College 2.2. Scholengroep Almere 2.3. Bevoegd gezag 3. Het Baken Almere, Stichting voor interconfessioneel voortgezet onderwijs 3.1. Inleiding 3.2. Missie 3.3. Visie 3.4. Demografische omgeving 3.5. Horizontale verantwoording en externe contacten 4. Onderwijskundige visie, inrichting, ontwikkelingen en beleid van Stad College 4.1. Inleiding 4.2. Inrichting en ontwikkeling 4.3. Pedagogisch- en didactisch klimaat 4.4. Verbinding met MBO en bedrijfsleven 4.5. Zorgstructuur 5. Personeelsbeleid 5.1. Inleiding 5.2. Werving en begeleiding van nieuw personeel 5.3. Begeleiding en scholing van zittend personeel 6. Kwaliteit en kwaliteitsbeleid 6.1. Aanpassing gebouw 6.2. Kwaliteitskaart 6.3. Borging voorgenomen beleid
1. Inleiding Voor u ligt het schoolplan 2015 – 2019 “Naar een nieuwe toekomst” van Stad College Almere. Normaliter zou dit plan een logisch vervolg zijn op het vorige schoolplan (Op stap naar de toekomst: 2010 – 2014) van de school. Eén jaar na het schrijven van dat plan hebben echter een aantal ingrijpende gebeurtenissen plaats gevonden. De ontvlechting van Amarantis, een daling van het leerlingaantal, grote mobiliteit onder de medewerkers, maakte dat dit schoolplan niet volledig tot uitvoer is gekomen. Om een goede nieuwe start te maken werd Stad College gedwongen zich a.h.w. opnieuw uit te vinden. Voor deze fase van herformulering heeft de school twee jaar uitgetrokken. Jaren die samenvielen met een periode van bezuinigingen. Op het moment dat dit nieuwe schoolplan geschreven wordt kan gezegd worden dat we op het punt staan beide fases af te sluiten. De financiële crisis is achter de rug. De organisatie is duidelijk levensvatbaar en wij kijken weer vol vertrouwen naar de toekomst. Daarnaast zijn de contouren van het nieuwe onderwijsconcept gevormd. De school weet waar het naar toe wil in de komende jaren. In dit schoolplan zal eerst een korte beschrijving volgen van de huidige stand van zaken. Hoe staat de school er op dit moment voor, in december 2014. Vervolgens komt er een beschrijving op hoofdlijnen over de richting die de school beoogt in te slaan. Deze korte beschrijving zal in de hoofdstukken 3 t/m 7 in meer detail worden uitgewerkt. Huidige situatie: Op dit moment heeft Stad College ongeveer 450 leerlingen die op de locatie zelf onderwijs volgen. Bij het schrijven van het vorige schoolplan zat dit aantal nog boven de 850. Om deze daling van het leerlingaantal te keren en om meer onderscheidend te zijn t.o.v. de intersectorale VMBO scholen in Almere, heeft Stad College gekozen voor een ander profiel. Kwalitatief goed onderwijs geven, goede inspectierapporten, goede examenresultaten, waren duidelijk niet voldoende om meer leerlingen te trekken. Een onderscheidend profiel meent de school nu gevonden te hebben binnen het concept van het Vakcollege. Sinds dit schooljaar wordt in de 1e klas lesgegeven volgens het Vakcollege concept. Gekozen is voor een model, waar er per schooljaar steeds één hoger leerjaar overgaat tot het Vakcollege. Tijdens dit eerste schooljaar wordt intern hard gewerkt om de lesbrieven af te ronden voor schooljaar twee. Ook wordt gewerkt aan een nieuw didactisch/pedagogisch model van leerling benadering. Als basis voor dit te ontwikkelen model wordt gebruik gemaakt van een nieuw model leerlingbespreking (gebaseerd op maatwerk), Collegiale Consultatie en het op een gestructureerde manier uitvoeren van lesobservaties. Ambities voor de komende jaren: Op Stad College is er voor gekozen VMBO onderwijs aan te bieden dat volledig is gericht op een optimale aansluiting op het MBO. Doelstelling is om elke leerling die het PO verlaat met een VMBO advies, af te leveren op een passende plek binnen het MBO. De hoofdstroom zal daarbij verzorgd worden door de VMBO leerling die bij ons de Vakcollege Opleiding afmaakt voor de Basisberoepsgerichte-, de Kaderberoepsgerichte-, dan wel Gemengde Leerweg. Voor leerlingen die moeite hebben met het theoretische pakket dat bij een VMBO opleiding hoort, zullen we zoveel mogelijk op maat gesneden Leerwerktrajecten aanbieden. Doelstelling is hierbij dat we niet één leerling van ons opgeven. Dat we het maximale proberen bij te dragen in de ontwikkeling van elke leerling die op weg is een volledig ontwikkeld mens te worden.
Bij dit volledig ontwikkelde mens hoort niet alleen een onderwijskundig aspect. In onze ogen is onze leerling op weg naar volwassenheid, elke leerling op z’n eigen wijze. Voor de komende jaren hebben we dan ook een ontwikkeling ingezet van gepersonaliseerd leren. De leerling a.h.w. aan het roer op reis naar z’n eigen toekomst. Dit vraagt het nodige van het didactisch model dat gebruikt gaat worden op school, dit vraagt het nodige van de leraren die volgens dit model zullen moeten gaan werken. De noodzakelijke stappen zijn gezet, maar deze ontwikkelingen worden geïntensiveerd. Tenslotte vinden wij dat juist de VMBO leerling behoefte heeft aan een uitdagend onderwijsprogramma, aan een school die er aantrekkelijk uit ziet. Dat betekent dat er met zorg geïnvesteerd dient te worden in een gebouw dat maximale mogelijkheden biedt een aantrekkelijk onderwijsconcept uit te voeren. Naast deze fysieke verbeteringen zal ook gezocht worden naar mogelijkheden om zowel het MBO als het bedrijfsleven actief te betrekken in het rijker maken van ons onderwijs.
2. Zakelijke gegevens 2.1 Stad College Sinds schooljaar 2014 -2015 is Stad College een VMBO school die werkt volgens de principes van het Vakcollege. In dit eerste schooljaar wordt alleen nog in de 1e klas lesgegeven volgens dit principe, de hogere klassen volgen de traditionele afdelingsprogramma’s, maar in de jaren hier opvolgend zal er elk schooljaar een hogere klas over gaan tot het Vakcollege. Baken Stad College School voor VMBO onderwijs, Vakcollege Adres Rooseveltweg 5 1314 SJ Almere Telefoon 036 – 530 72 07 Fax 036 – 530 72 08 Email
[email protected] Website www.hetbaken.nl (Stad College) Directeur: De heer G.J.P.M. Roos Teammanagers: De heer M. Kasri De heer B. Steur 2.2 Scholengroep Almere Stad College is onderdeel van Het Baken, Stichting voor Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs. Naast Stad College horen de volgende vier scholen tot Het Baken: Baken Poort Adres Telefoon Email Website Directeur
School voor Mavo-Havo onderwijs Slowakijehof 1 (tijdelijk adres) 1363 BD Almere Poort 036 – 845 23 00
[email protected] www.hetbaken.nl (Poort) Mevrouw H.H. Beerling
Baken Park Lyceum School voor Havo-Atheneum onderwijs Adres Buñuellaan 4 1325 PL Almere Telefoon 036 – 52 38 108 Fax 036 – 52 38 109 Email
[email protected] Website www.hetbaken.nl (Park Lyceum) Rector De heer D.J. Renema
Baken Trinitas Gymnasium School voor Gymnasium onderwijs Adres Sas van Gentlaan 6 1324 CT Almere Telefoon 036 – 84 52 400 Fax 036 – 84 52 401 Email
[email protected] Website www.hetbaken.nl (Trinitas Gymnasium) Rector De heer N. Sterrenburg International School Almere Adres Heliumweg 61 1362 JA Almere Telefoon 036 – 760 07 50 Email
[email protected] Website www.internationalschoolalmere.nl Head of school Mevrouw R. Borges 2.3 Bevoegd gezag Stad College valt onder het bestuur van het Baken Almere, stichting voor Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs. College van Bestuur Bezoekadres Postadres Telefoon Homepage E-mail
mevrouw A.D.J. van Rijnbach Buñuellaan 4 1325 PL Almere Postbus 10015 1301 AA Almere 036 – 8452300 www.hetbaken.nl
[email protected]
3. Het Baken Almere, stichting voor interconfessioneel voortgezet onderwijs. 3.1 Inleiding De Almeerse scholengroep Het Baken maakt sinds 1 augustus 2012 deel uit van het Baken Almere, stichting voor interconfessioneel voortgezet onderwijs. Deze stichting is vanaf die datum ontstaan na de de-fusie met de onderwijsgroep Amarantis. In deze onderwijsgroep hebben de voormalige scholen van SIVOA (Stichting Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs in Almere) opnieuw hun krachten gebundeld. De stichting bestaat inmiddels uit 5 scholen: Stad College, Park Lyceum, Poort, Trinitas Gymnasium en de International School Almere. Bij de start (augustus 2012) waren ca. 250 medewerkers in dienst en 2245 leerlingen ingeschreven. De stichting streeft naar overzichtelijke, kleinschalige scholen. In die context is het mogelijk een veilig leer- en leefklimaat te creëren, waardoor brede vorming mogelijk is en het individu wordt gestimuleerd om zijn talenten te ontwikkelen. De stichting staat voor interconfessioneel onderwijs, waarbij er zichtbaar en tastbaar aandacht en respect is voor de medemens en zijn geloof. Iedere school heeft zijn eigen identiteit en overzichtelijke omvang. Alle scholen communiceren dan ook onder hun eigen naam. Door bundeling van krachten wordt het mogelijk het belang van interconfessioneel onderwijs voor de gehele organisatie beter te behartigen. Daarnaast wordt hierdoor de innovatiekracht vergroot en is een krachtiger ondersteuning van het gewenste kwaliteitsniveau van het onderwijs mogelijk. Leerlingen die zijn aangenomen op een Bakenschool en die i.v.m. de schoolresultaten naar een ander schooltype dienen te gaan, worden met voorrang geplaatst op een andere Bakenschool. De stad Almere staat voor een schaalsprong. Almere zal uiteindelijk doorgroeien naar een stad met 350.000 inwoners in 2030. We vinden het belangrijk dat de inwoners van Almere kunnen kiezen uit een breed onderwijsaanbod waarin het interconfessionele onderwijs een eigen plaats inneemt. De bereikbaarheid van ons onderwijs betekent een evenwichtig spreiding ervan over de stad. Onze groei en ontwikkeling houdt tenminste gelijke tred met de groeiambitie van Almere. Tegelijkertijd mag de groei niet ten koste gaan van de kwaliteit. Het primaire doel is om onze leerlingen voor te bereiden op de maatschappij met een passend diploma of een startkwalificatie. Voor de realisatie van deze doelstelling is een duurzame relatie met het primair- en vervolgonderwijs onmisbaar. Wijzelf vormen als medewerkers de belangrijkste schakel om bovengenoemde doelen te bereiken. Ons doel is waardengericht onderwijs aan te bieden dat aansluit op de vraag van zowel jongeren als onze samenleving, nu en in de toekomst. Ons onderwijs is er op gericht een doorslaggevend effect te hebben op de ontwikkeling van jonge mensen tot verantwoordelijke en betrokken burgers. Het behalen van een diploma en het voorkomen van uitval zijn belangrijke speerpunten.
We zijn er van overtuigd dat de kwaliteit van ons onderwijs verbeterd wordt door een optimale zorg voor goed gekwalificeerd personeel en daarbij een goede balans na te streven tussen mensen en middelen. Wij delen onze christelijke levensbeschouwing en onze missie om onze leerlingen meer dan alleen een opleiding te geven of vak te leren. Respect voor elkaar, je plek in de samenleving vinden, maatschappelijke betrokkenheid tonen, feedback geven en krijgen, is minstens zo belangrijk. Iedereen is op onze scholen welkom, ongeacht geloof, geaardheid of achtergrond. De interconfessionele grondslag voor het onderwijs is in de staturen van de Stichting opgenomen. De identiteit is gekoppeld aan de communicatie, dialoog en de interactie met onze leerlingen, deelnemers en eigen medewerkers. Deze dialoog kan gevoerd worden aan de hand van onze Bakens.
3.2 Missie Als schoolorganisatie willen we jonge mensen begeleiden hun plaats in de samenleving te vinden. Ieder mens is uniek, daarom hebben we in ons onderwijs aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling en de rol van de mens in de gemeenschap en de omgeving. Er is aandacht voor emancipatie, diversiteit en dialoog tussen mensen met verschillende religieuze, levensbeschouwelijke en culturele achtergronden.
3.3 Visie Onze visie wordt vertaald in drie speerpunten, onze ‘Bakens’. Die Bakens zijn: onze interconfessionele identiteit, een veilig leer- en leefklimaat en het stimuleren en ontwikkelen van talent. Deze speerpunten geven aan wie we zijn en vanuit welk perspectief en met welke houding wij ons richten op onze leerlingen. De drie Bakens vatten het wezen van onze school samen. Identiteit Het Baken Almere is een interconfessionele organisatie. Vanuit onze interconfessionele visie gaan wij er vanuit dat ieder mens een plaats en een doel heeft in de wereld. We streven er naar om bij te dragen aan de ontwikkeling van jonge mensen. Onze kernwaarden daarbij zijn naastenliefde en respectvol omgaan met elkaar. In onze scholen werken wij vanuit de basisgedachte dat ieder mens, dus ook ieder kind – uniek is en er mag zijn zoals hij of zij is. Kinderen en volwassenen mogen weten dat ze er in het leven niet alleen voor hoeven te staan, dat er altijd iemand voor hen is en dat hun leven van betekenis is en er toe doet. We vinden dat de school een plek is waar je geaccepteerd en gewaardeerd wordt en je je veilig mag voelen. Het personeel op onze scholen werkt met inzet en aandacht voor het kind en de kinderen die aan onze zorg zijn toevertrouwd. Onze identiteit is o.a. zichtbaar door het vak levensbeschouwing op de lessentabel en de verplichte vieringen voor Pasen en Kerst onder schooltijd. Een veilig leer- en leefklimaat Voor alle Bakenscholen geldt: we hebben een bewuste keus voor kleinschaligheid gemaakt. We zorgen ervoor dat we de leerlingen leren kennen en samen met hen ontdekken waartoe ze in staat zijn en wat ze willen bereiken. We helpen en ondersteunen hen hierbij. We laten de
leerlingen ervaren dat ze erbij horen en zorgen er voor dat ze, samen met hun medeleerlingen, in een veilige en prettige omgeving kunnen leren. Het stimuleren en ontwikkelen van talent Natuurlijk bereiden we de leerling in de eerste plaats voor op het behalen van een diploma. Daarnaast vinden wij het echter van belangrijk bij te dragen aan de persoonlijke ontwikkeling. We willen de leerling uitdagen om het beste, het maximale uit hem/haar zelf te halen op zijn/haar eigen manier (geïnspireerd en begeleid door de docenten). Dat betekent dat de leerling de ruimte krijgt om zelf te kiezen wat bij hem/haar past zodat talenten kunnen worden ontdekt en verder worden ontwikkeld.
3.4 Demografische omgeving De gemeente Almere verwacht voor de periode 2014 – 2018 dat het aantal leerlingen dat van groep 8 van het basisonderwijs de overstap naar het voortgezet onderwijs zal gaan maken een dalende trend te zien geeft van 13.165 in 2014 tot 12.918 in 2018. Uit het imago-onderzoek uit 2010 blijkt dat voor veel leerlingen van Baken Stad College gold dat zij voor de school gekozen hadden omdat de school dichtbij hun huis gelegen was. Dit beeld wordt bevestigd als men naar de postcodes kijkt waar de leerlingen wonen. Stad College ligt in de buurt Stad West & Centrum. De verwachte demografische ontwikkeling voor deze buurt laat ook een daling zien van het aantal groep 8 leerlingen van 3.668 in 2014 naar 3.471 in 2018. Voor Stad College verwacht de gemeente Almere een daling van het aantal leerlingen over dezelfde periode van 487 naar 465. In deze prognose is uiteraard geen rekening gehouden met verschuivingen die het gevolg kunnen zijn van een veranderend schoolprofiel, onderwijskundige aanpassingen zoals b.v. de invoering van het Vakcollege etc. De prognose is gemaakt aan de hand van de ontwikkeling van de basisgeneratie (gemiddeld aantal 12/13 jarigen per gemeente) gegeven op basis van de rapportage Basisgeneraties en aantallen inwoners van de Nederlandse gemeenten 2014. Het wervingsgebied van Stad College ligt vanouds rond het centrum van de stad Almere. Vanuit demografisch perspectief is dit niet een situatie waarop de school zich moet blijven richten. Door een radicaal ander en uniek onderwijsprofiel aan te nemen, richt de school zich op de hele stad als wervingsgebied. Met de groei van Almere moet ook het interconfessioneel onderwijs worden geborgd. We streven daarom naar een marktpositie rond de 30% voor de Bakenscholen. Het marktaandeel van de VMBO-afdelingen van de Bakenscholen (Stad College en Baken Poort) laat voor de verschillende leerwegen een divers beeld zien. Voor de Basisberoepsgerichte leerweg blijft het percentage leerlingen dat voor de Bakenscholen kiest, stabiel over de periode vanaf schooljaar 2009 – 2010 tot schooljaar 2013 – 2014, i.e. rond de 17%. De Kaderberoepsgerichte leerweg daarentegen kent een dalende trend over deze periode van 24% in 2009 – 2010 naar 15% in 2013 – 2014. Het marktaandeel van Stad College en Baken Poort is vanaf 2009 – 2010 aanvankelijk snel teruggelopen van 17% tot 7% in 2011 – 2012, maar is daarna stabiel gebleven tot het schooljaar 2013 – 2014. Voor het komende schooljaar (2015 – 2016) streeft Stad College naar 168 nieuwe aanmeldingen in de 1e klas. Met een geprognosticeerde afstroom van 130 leerlingen (examenkandidaten, tussentijdse afstroom en tussentijdse instroom) zou dit een aanzienlijke groei van het aantal leerlingen op de school betekenen en vormt daarmee een breuk met de trend van de afgelopen jaren.
3.5 Horizontale verantwoording en externe contacten De directeur-bestuurder is eindverantwoordelijk voor de verschillende locaties. De individuele directeuren leggen verantwoording af aan de directeur/bestuurder, die op haar beurt verantwoording aflegt aan de Raad van Toezicht. Daarnaast wordt verantwoording afgelegd via de MR/DMR, het ouderplatform en de leerlingenraad. Het Baken Almere is actief in verschillende besturenorganisaties, kenniscentra , landelijke en gemeentelijke netwerken. Samenwerkingsverbanden met de toeleverende basisscholen (Prisma en SKO) worden geïntensiveerd.
4. Onderwijskundige visie, inrichting, ontwikkelingen en beleid van Stad College 4.1 Inleiding Stad College wil een VMBO zijn voor leerlingen die bij de overstap van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs al een duidelijk beeld hebben van wat voor soort beroep ze later uit willen oefenen. Willen ze voornamelijk werken aan een product of willen ze vooral veel met mensen omgaan? Voor deze leerlingen bieden wij bij de start in leerjaar 1 al direct de mogelijkheid zich te richten op hun passie, op hun beroepswens. Binnen deze twee vakroutes (Technology & Design en Ondernemen & Dienstverlenen) zelf zijn nog vele specialisaties (profielen) mogelijk. Onze leerlingen zullen binnen hun vakroute uitgebreide begeleiding krijgen (LOB) bij het zoeken van een persoonlijke specialisatie. Karakteristiek bij onze manier van werken is wel dat onze leerling zelf aan het stuur zal zitten bij deze zoektocht. Elke leerling volgt zijn of haar onderwijs dus via een persoonlijke route, via gepersonaliseerd onderwijs. De leerling is voor ons uniek en verdient het om uiteindelijk uit te komen op een profiel dat het beste bij hem of haar past. Voor het realiseren van dit gepersonaliseerd onderwijs heeft de school een aantal keuzes gemaakt op het gebied van de inrichting van het onderwijsprogramma (4.2) en het pedagogisch/didactisch concept (4.3). Een aantal van deze ontwikkelingen zijn al ingezet, een aantal stappen zullen gemaakt dienen te worden in de komende periode. Door het veranderde onderwijsaanbod van Stad College bestaat de verwachting dat de school ook een andere populatie leerlingen gaat aantrekken. Voor een deel zullen deze nieuwe leerlingen beschikken over een grotere doelgerichtheid, wat consequenties moet hebben voor het onderwijsaanbod. Dat aanbod zal prikkelend en uitdagend moeten blijven voor al deze leerlingen, het zal continu vernieuwd dienen te worden. Dit heeft consequenties voor het scholen van het personeel (5.4) en het dwingt tot het binnenhalen van expertise bij derden (4.4) zoals bij MBO en bedrijfsleven. Daarnaast verwachten we dat een nieuw soort leerling belangstelling zal tonen voor ons soort onderwijs. Leerlingen die praktisch sterker zijn dan theoretisch en die tot nu toe net niet voor het reguliere onderwijs in aanmerking kwamen, zullen mogelijk van de gelegenheid gebruik maken om naar onze school over te stappen. Een proces dat door de invoering van Passend Onderwijs ook al in beweging gezet is en waarop de school dus actief gaat anticiperen, door het invoeren en verstevigen van een flexibele zorgstructuur (4.5).
4.2 Inrichting en ontwikkeling Het onderwijsprogramma dat Stad College vanaf het eerste leerjaar aan gaat bieden bestaat uit de twee vakroutes Technology & Design en Ondernemen & Dienstverlenen. Binnen de vakroute Technology & Disign is er na een korte eerste oriënterende fase de mogelijkheid om te specialiseren in één van de volgende drie profielen: PIE (produceren, installeren & energie), BWI (bouw, wonen & interieur) en MVI (Media Vormgeving & ICT). Voor de vakroute Ondernemen & Dienstverlenen kan men na een oriëntatiefase specialiseren in ZW (Zorg & Welzijn) en EO (Economie & Ondernemen). Stad College heeft een beroepsgericht profiel. Dat maakt de positie van de TL opleiding ingewikkeld. De school kiest er dan ook voor een GL profiel aan te bieden met extra
mogelijkheden tot extra plussen voor de leerlingen. In juli 2015 zal voor deze nieuw in te richten opleiding een plan klaar liggen. Alle veranderprocessen die in hoofdstuk 4 ter spraken komen worden gevolgd en aangestuurd door een stuurgroep Vakcollege. Deze stuurgroep bestaat uit twee project coördinatoren (één voor de vakroute T&D en één voor de vakroute O&D) en het managementteam van de school. Aan de inhoud van de beroepsgerichte programma’s wordt door een aantal ontwikkelgroepen gewerkt. Doelstelling is dat de recente onderwijskundige ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld is verwoord in het recente sectorakkoord en het nieuwe VMBO-examenprogramma, meegenomen worden in de nieuwe lesbrieven. Naast de inhoudelijke ontwikkelingen van de beroepsgerichte vakken, gaan alle secties een vakwerkplan ontwikkelen. De vakken zullen op elkaar afgestemd moeten worden. Het beroepsprogramma moet hierin leidend worden voor het programma van de AVO-vakken. Daarvoor is een helder beroepsprogramma nodig. Voor het ontwikkelen van zo’n ingewikkeld afstemmingsproces zijn andere overlegstructuren nodig. We gaan dit probleem aanpakken door het invoeren van wisselende flexibele expert groepen. Daarnaast gaat Stad College contacten leggen met andere Vakcolleges, om te kijken hoe deze problematiek daar is opgelost. Voor de interactie tussen de verschillende ontwikkelgroepen wordt dan gedacht aan de volgende procedure: -
-
-
-
De lesbrieven worden, nadat ze uitgevoerd zijn in een lessituatie, direct geëvalueerd en aangepast. Deze evaluatie zal niet alleen plaatsvinden door leraren, maar ook door de leerlingen. Voor het inventariseren van de mening van de leerlingen zal een speciale enquête ontwikkeld worden. Voor het omzetten van de enquete resultaten naar concrete aanpassingen van de lesbrieven zal gewerkt worden met een leerlingenklankbordgroep Aan de expertgroepen bij de AVO-vakken wordt aangegeven welke kennis en vaardigheden moet worden ingeoefend als ondersteuning van het beroepsgerichte programma en op welk moment dit dient te gebeuren. Het verloop daarvan wordt door de AVO-vakken teruggekoppeld bij de praktijkvakken via de expertgroepen. De ontwikkelde producten worden daarna geëvalueerd en aangepast. Door de stuurgroep wordt een overzicht van bovenstaande bijgehouden om tot een inzichtelijk jaarlaag-programma te komen. Door de vaksecties wordt aan de hand van de lesbrieven/lesprogramma’s een inventarisatie gemaakt voor de voorzieningen/faciliteiten waaraan behoefte is om deze uit te voeren.
De doelstelling is om over 4 jaar zo’n 800 leerlingen te hebben. Om dat te bereiken en om iets toe te voegen aan het pedagogisch klimaat (betrouwbaarheid, vangnet, zorgzaamheid) ziet Stad College groeimogelijkheden via de invoering van Leerwerktrajecten. De af-/uitstroom bij de BB is te groot. Een uiterste poging gaat ondernomen worden om de leerlingen binnen te houden. Samenwerking met de zorgorganisatie Mind at Work wordt hiervoor gezocht. Op Stad College hebben we een Taal- en Rekenbeleidsplan. Leidraad bij het schrijven van deze plannen zijn de aanbevelingen van de Inspectie en de checklist van het Baken Almere geweest. Beide plannen zullen echter in 2015 aangescherpt worden door verbindingen te zoeken met het vakspecifieke programma van het Vakcollege.
4.3 Pedagogisch- en didactisch klimaat Een nieuw onderwijsconcept vraagt ook een andere manier om met leerlingen om te gaan, om een andere manier van lesstof aanbieden. Het grondprincipe hierbij is dat de leerling eigenaar moet worden van zijn eigen leerproces. Ze moeten ondersteund worden door docenten met een brede kennis. Docenten die trots zijn op het werk dat ze doen en dat ook uitstralen. Dit moet de norm zijn op alle afdelingen. Hoe we dit terug zien in de klassen? Eigenlijk een unieke manier om met leerlingen om te gaan: vriendelijk, veilig, zorgzaam, gefundeerd op kleinschaligheid. Didactisch is Stad College in ontwikkeling in de richting van Handelingsgericht Werken. Een didactiek die er op gericht is leerlingen gedifferentieerd te laten werken volgens een gepersonaliseerd leertraject. Daarvoor is het nodig dat de leerlingen voor verschillende vakken op verschillende niveaus examen doen. De didactische uitgangspunten van dit concept komen op korte termijn op papier te staan. Deze didactische kaders moeten op een herkenbare manier terugkomen in de nieuw te schrijven vakwerkplannen. Deze werkplannen vormen meer dan een verzameling lesbrieven; er zal een format voor worden geschreven. Zowel in de jaarlagen als longitudinaal moeten de vakwerkplannen van de praktijkvakken worden afgestemd met de AVO-vakken. Deze manier van werken zal een andere manier van werken van de leraren vragen. Zij zullen hierin uitgebreid geschoold worden. Het is onze overtuiging dat door de gewijzigde didactiek van de docenten, de leerling meer ruimte krijgt zich volgens zijn preferente leerstijl te ontwikkelen. Dit is allemaal goed realiseerbaar mits er op pedagogisch/didactisch gebied duidelijke kaders gesteld zijn. Op school wordt gewerkt met de z.g. Gemeenschappelijke Leerling Benadering (GLB). Hierin wordt geformuleerd de gewenste manier waarop met leerlingen omgegaan dient te worden. Er wordt op dit moment gewerkt aan het harmoniseren en up-to-date maken van deze GLB regels waarbij naar een maximaal draagvlak onder leraren en leerlingen gestreefd wordt. Medewerkers worden gestimuleerd elkaar aan te spreken op het niet naleven van deze GLB regels. Ook tijdens de functioneringsgesprekken vormen deze GLB regels onderwerp van gesprek. Vanwege de bezuinigingsmaatregelen en de problemen om bij het innen van de ouderbijdragen, zijn de laatste jaren veel buiten- en naschoolse activiteiten (excursies, feesten) verdwenen. Stad College wil in gesprek met leraren en leerlingen om een plan van herinvoering te maken. Nadrukkelijk zal met ouders het gesprek gevoerd worden hoe het percentage van geïnde ouderbijdragen omhoog gebracht kan worden. Gezocht wordt ook om voor leerlingen aantrekkelijke activiteiten inhoudelijk in het lesprogramma in te passen.
4.4 Verbinding met MBO en bedrijfsleven Om doorlopende leerlijnen te creëren moeten nieuwe contacten met de ROC’s worden gelegd en de bestaande contacten moeten worden verstevigd. Het onderwijsprogramma moet met de ROC’s worden afgestemd en expertise moet worden gedeeld. Onderzocht moet worden op welke wijze kan worden samengewerkt. Mogelijkheden die zich op dit gebied aandienen zijn o.a. het klein digitaal rijbewijs, het type diploma, certificaten via de ECBL, VCA (veiligheid) en HACCP (hygiëne). Bij Zorg, meer dan bij Handel en Techniek, wordt gedacht over de mogelijkheid om Certificeerbare Eenheden in te voeren. Samenwerkingsvormen met het bedrijfsleven worden gezocht. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de traditionele vormen van samenwerking op het gebied van stages en gastlessen. Stad College wil nadrukkelijk ook in gesprek met het bedrijfsleven over de invulling van de praktijklessen. Gedacht wordt daarbij aan het up-to-date houden van de theorie op het gebied van het beroepsgerichte vak, het kennis kunnen maken met de nieuwste apparatuur, het scholen van onze medewerkers door vaklieden uit de bedrijven. Om dit te realiseren zal een bedrijvenkring opgericht worden met bedrijven die het vakcollege een warm hart toedragen.
4.5 Zorgstructuur De afgelopen maanden heeft Stad College niet te klagen gehad over belangstelling voor het Vakcollege. De bezoekende groep 8 leerlingen hebben bij ons het beeld doen ontstaan dat het Vakcollege mogelijk een ander type leerling aan gaat trekken. Niet alleen leerling met een duidelijk toekomstbeeld voor ogen, maar ook een leerling met een eigen leerstijl, zal de school gaan bevolken. Anticiperend op dit andere type kind, is de doelstelling om op korte termijn de nieuwe zorgstructuur volledig op de rails te krijgen. Een structuur waardoor elk individu op een eigen manier ondersteund zal kunnen worden. Op papier zijn de contouren van deze structuur beschreven. Voor het komende jaar is het zaak procedures ook ingevoerd te krijgen bij alle medewerkers. Basis voor de zorgstructuur is het nieuwe mentoraat. De mentor staat in ons nieuwe concept centraal voor wat betreft alle zaken die zijn/haar mentorleerling betreffen. Onder deze mentortaken verstaan we: -
Het eerste aanspreekpunt zijn voor de mentorleerlingen. Het eerste aanspreekpunt voor ouders zijn. De verbindende factor zijn bij informatie uitwisseling tussen collega’s over de mentor leerling. Het coördineren van het groepsproces in de klas. Het stimuleren van een prettige sfeer in de mentorgroep. Bemiddelen bij conflicten waar mentorleerlingen bij betrokken zijn. Het bijhouden van de voortgang van de mentor leerling. Hierover dan communiceren met ouders, het expertiseteam en de lesgevers. Het organiseren van activiteiten voor de mentorklas.
Voor de komende periode wordt het onze prioriteit dat de mentoren hun rol goed oppakken. Zelfstandigheid in functioneren is van belang voor het in stand kunnen houden van een goede zorgstructuur.
In lijn met een zelfstandig mentoraat staat een ambulant expertiseteam. Geen orthopedagoog meer die geïsoleerd in een kamertje in gesprek gaat met een leerling over wat niet zo goed lijkt te gaan, maar een begeleider die aanwezig is in de les om te kijken naar de interactie tussen leerling, leraar en klasgenoten. Het expertiseteam geeft zo, gevraagd en ongevraagd, advies aan leerlingen, maar ook aan mentoren/leraren. Ze houden zich niet alleen bezig met leerlinggedrag, maar ook met interacties tussen leerling – klas en leerling – leraar. In de komende periode gaat gewerkt worden aan een open houding van reflectie bij de betrokkenen. De kern is dat wij nooit zoeken naar de schuldige, maar dat we op zoek gaan naar de oplossing. Van belang is dat Stad College een aantal trainingen op het gebied van gedrag zelf op school kan aanbieden. Het wordt als zinvol ervaren als in de klas, op de plek waar het wat minder loopt, ondersteuning plaats kan vinden op het gebied van Faalangst, Agressie, Dyslexie en Dyscalculie. Doelstelling zal zijn om medewerkers zo te scholen, zodat er per probleemgebied in ieder geval twee specialisten in huis zijn. Om goed om te kunnen gaan met de leerlingen die i.v.m. de invoering Passend Onderwijs binnen onze muren gaan komen, zal er team breed geschoold worden op het gebied een mogelijk specifieke aanpak. De verwachting is dat het accent dat het team gaat leggen op maatwerk, de opvang van de leerlingen die extra zorg behoeven, zeker zal vergemakkelijken. Hier worden dan ook geen specifieke problemen verwacht. Vanuit onze interconfessionele achtergrond brengen ontwikkelingen binnen de maatschappij Stad College er toe meer uit het onderwijs te halen dan kennisoverdracht en het gladstrijken van problemen. De school stelt zich tot doel ook de VMBO leerling, misschien wel juist de VMBO leerling, op te voeden met z.g. Socratische waarden. Actief kritisch, nieuwsgierig, in staat om weerstand te bieden aan het gezag en aan de druk van de mensen uit de omgeving. Leerlingen dienen begrip te ontwikkelen voor de logische structuur van een redenering, leert ondeugdelijke redeneringen te herkennen en leert onduidelijkheid aan te vechten. Stad College start de periode waarover dit schoolplan gaat met het invoeren van enkele lessen Filosofie in de lessentabel. Gezocht wordt naar mogelijkheden om deze vaardigheid verder uit te bouwen bij de leerlingen.
5. Personeelsbeleid 5.1 Inleiding Begin 2015 bevindt Stad College zich in een uitdagende positie als we kijken naar de medewerkers van de school. Om te beginnen heeft de omslag van traditioneel VMBO onderwijs naar Vakcollege een grote wissel getrokken op het incasseringsvermogen van de medewerkers. Stijlen van lesgeven die jarenlang ingeslepen waren, dienden nu aangepast te worden. De manier van benaderen van leerlingen kon niet meer vanuit de natuurlijke modus gedaan worden. De leraren dienden de leerling in het nieuwe concept meer te ondersteunen en te begeleiden in zijn zoektocht naar kennis en ontwikkeling. Dit in tegenstelling tot de oude lesstijl waarbij de leraar meer richting bepalend was. Dit verplaatsen van het initiatief heeft ongetwijfeld geleid tot enige onzekerheid. Zeker omdat deze verandering in lesstijl in korte tijd plaats diende te vinden, waren de gevolgen enige tijd goed voelbaar. De stemming onder een deel van het personeel is een tijdje wat minder optimistisch geweest. Als we daarnaast meenemen dat op vele vakgebieden het aanbod van nieuwe medewerkers minimaal is, geeft dit de urgentie weer om juist nu, de juiste aandacht en begeleiding aan de medewerkers te besteden.
5.2 Werving en begeleiding van nieuw personeel Bij onze zoektocht naar nieuw personeel zal naar de passende type leerkracht gezocht worden, voor de weg die de school heeft te gaan. Was tot voor kort de vakspecialist voor ons aantrekkelijk, nu hebben wij met ons nieuwe concept meer behoefte aan een leerkracht die breed inzetbaar is. Lesgeven alleen op het gebied van de bevoegdheid, zeker bij de beroepsgerichte vakken, zal niet meer mogelijk zijn. Een grotere flexibiliteit is gewenst. Naar dit nieuwe type leerkracht zal actief gezocht dienen te worden. Door de schaarste op de arbeidsmarkt en de specifieke leraar die Stad College nodig heeft, zal met nog meer zorg dan gebruikelijk, met de nieuwe leraar omgegaan dienen te worden. Binnen de Bakenscholen was er altijd al een kwalitatief sterk programma van opvang en opleiding van de nieuwe leraren. Dit betreft slechts een eenjarig begeleidingstraject. Op Stad College realiseren wij ons echter dat 1 jaar te kort is om van een startende leraar uit te groeien tot een expert die we graag voor de klas zien staan. Om die reden wordt gewerkt aan een meerjarig begeleidingstraject voor onze nieuwe leraren.
5.3 Begeleiding en scholing zittend personeel Om actief en passend personeelsbeleid te kunnen voeren is er een nieuw tijdpad in de begeleidingscyclus ingevoerd. Functioneringsgesprekken, die jaarlijks met alle medewerkers gevoerd worden, vinden plaats in het eerste deel van het schooljaar. Voor de kerstvakantie dienen alle verslagen, getekend en wel, klaar te liggen, zodat de uitkomsten gebruikt kunnen worden voor de beleidsstukken (scholingsplan e.d.) die bij de start van het nieuwe kalenderjaar geschreven dienen te worden. Door medewerkers wordt al enige tijd aangegeven dat de werkdruk als hoog ervaren wordt. Analyse heeft uitgewezen dat het aannemelijk is dat rolonduidelijkheid hier een rol speelt. De teammanagers gaan de komende tijd gebruiken om hier weer meer rust en structuur in terug te
brengen. Zo zullen de functioneringsgesprekken mede gebruikt worden om werkafspraken te maken, te evalueren of taken naar behoren lopen, verantwoording af te laten leggen over geïnvesteerde tijd. Het teammanagement gaat proberen meer aan het begin van het proces te sturen. Dit is één van de redenen waarom de functioneringsgesprekken naar voren gehaald zijn in het schooljaar. Na inlevering van de gespreksverslagen zal een trendanalyse gemaakt worden om vast te stellen hoe het gesteld is met de doelmatigheid van de medewerkers en het management. Voor het lesgeven binnen het nieuwe concept zal een ander gedrag van de lesgevers nodig zijn dan voorheen op het traditionele VMBO. Scholing en/of begeleiding zal soms nodig zijn om een leerkracht te ondersteunen om de benodigde stappen te zetten. Het kan zijn dat voor het nieuwe concept op Stad College een nieuw soort leraar nodig is. Een stap die mogelijk niet door een ieder te zetten is. Binnen het functioneringsgesprek zal hier dan aandacht aan besteed worden. Een meerjarig-scholingsplan wordt opgesteld waarin leraren niet alleen vakinhoudelijk worden geschoold, maar ook didactisch en pedagogisch, zodat ze als docent hun coachende rol beter kunnen vervullen. Laatstgenoemde rol moet aandacht gaan krijgen bij de aanstelling van nieuw personeel. Ondersteunende voorzieningen op Stad College (portfolio leerlingen, ELO, Leerlingvolgsysteem SOM e.d.) worden steeds meer digitaal aangeboden. Zaak is het daarom de medewerkers voldoende geschoold te houden op het gebied van digitale systemen. Binnen het scholingsplan zal de ICT scholing dan ook een herkenbare plaats innemen. Elke sectie bezoekt minimaal 2 maal per schooljaar een Vakcollege netwerkschool. Aan het einde van schooljaar 2014 – 2015 is het beginsel van collegiale consultatie algemeen aanvaard. Iedere leraar legt tijdens een schooljaar 10 lesbezoeken bij collega’s af en verzorgt reflecties op de bijgewoonde lessen via een beschikbaar gespreksmodel.
6. Kwaliteit en kwaliteitsbeleid 6.1 Aanpassing gebouw De veranderingen die het gevolg zijn van de invoering Vakcollege en de gewijzigde didactische- en pedagogische aanpak zullen onherroepelijk gevolgen hebben voor de fysieke inrichting van de school. De huidige inrichting is gebaseerd op werkvormen met een sterk statisch- en plenair karakter. Op dit moment is het team van Stad College nog volop in de weer om te werken aan een nieuw onderwijsprogramma. Een volledig beeld van wat straks nodig is aan fysieke mogelijkheden is daarom nog niet te geven. Om voldoende kwaliteit in de lessen te kunnen stoppen, worden er op het gebied van huisvesting de volgende route gevolgd. Om te beginnen wordt begin 2015 in kaart gebracht wat er op korte termijn bouwkundig nodig is om het programma van het Vakcollege uit te kunnen voeren. Daarnaast zal extern advies in gewonnen worden voor het opstellen van een plan van eisen voor meer fundamentele veranderingen aan het gebouw. Doel hiervan is het gebouw up to date en klaar te maken voor de toekomst. Vanwege de terugloop van het aantal leerlingen is Stad College volgens de Cfibekostigingsnorm te ruim in haar jasje te komen zitten. Dit heeft er weliswaar toe geleid dat ongeveer 1000 m² aan medegebruikers ter beschikking kon worden gesteld, maar op dit moment is er nog altijd een overschot van 4.742 m². Daarom zal gezocht worden naar geschikte medehuurders.
6.2 Kwaliteitskaart De gemiddelde examencijfers van de leerlingen op alle vakken van het CE zijn over het algemeen op landelijk niveau. Dit geldt ook voor de gemiddelde cijfers van het schoolexamen. In sommige gevallen liggen de cijfers van het schoolexamen zelfs onder het landelijk gemiddelde SE-cijfer. Dit blijkt echter nauwelijks van invloed te zijn op het slagingspercentage. De schoolleiding blijft in gesprek met de secties die een te grote afwijking vertonen met het landelijk gemiddelde. Het streven is voor alle vakken een minimaal verschil tussen SE en CE te krijgen. Hiervoor worden met de secties afspraken op papier gemaakt. De doorstroom in de onderbouw ligt ook op landelijk niveau. De bovenbouw verdient echter in dit opzicht meer zorg. Zowel bij de BB als bij de TL ligt de doorstroompercentages onder het landelijk niveau. Interne analyse heeft aangetoond dat een oorzaak kan liggen in het feit dat leerlingen onbeperkt kansen krijgen om op te stromen. Met ingang van het schooljaar 2014 – 2015 hebben we het normenboekje aangepast, zodat opstromen alleen nog mogelijk is in de eerste klas. Jaarlijks wordt gemeten wat het effect is van deze maatregel op de kwaliteitskaart. Vanaf schooljaar 2011 – 2012 tot en met schooljaar 2013 – 2014 heeft Stad College in leerjaar 1 en 2 een gemiddeld afstroompercentage gekend van respectievelijk 11,4 en 15%. De in-, door- en uitstroomgegevens laten een lichte stijging zien van het aantal leerlingen dat vertraging oploopt of afstroomt over de afgelopen drie schooljaren. Deze percentages liggen boven het landelijk niveau. Een en ander lijkt te wijzen op een veranderende leerling populatie. Doelstelling is dit percentage alsnog naar beneden te brengen. Het opzetten van een zomerschool, al ingaande in de zomervakantie na schooljaar 2014 – 2015 moet o.a. grip krijgen op deze percentages. De bedoeling is om leerlingen met afstroomcijfers alsnog onder
te dompelen voor hun zwakke vakken, zodat op het laatste moment achterstanden ingehaald kunnen worden en afstroom dan wel uitstroom voorkomen kan worden.
6.3 Borging voorgenomen beleid Na vaststelling van dit schoolplan wordt per onderdeel een plan van aanpak opgesteld, waarbij een stapsgewijs invoeringstraject met bijbehorend tijdpad geleverd wordt. Invoeringstraject per onderdeel verloopt als vanzelf sprekend volgens de PDCA cyclus. Het invoeringstraject van het Vakcollege zal door periodieke bezoeken van een externe auditcommissie gemonitord worden. Het invoeringstraject naar zowel een Vakcollege als naar een volledig aangepast pedagogisch klimaat is gecompliceerd. Om tunnelvisie tegen te gaan en voortgang op alle gebieden te waarborgen, zal de bestuurder aan het einde van het schooljaar een inspectiebezoek afleggen, vergelijkbaar met een regulier bezoek dat de Inspectie van het onderwijs uitvoert. Alle secties maken na elk van de vier periodes niet alleen een algemene-, maar ook een leerling specifieke analyse. Bij een tegenvallend resultaat wordt niet alleen vastgesteld dat de leerling niet presteert zoals van hem/haar verwacht zou mogen worden, maar ook wordt een plan van aanpak aangeleverd hoe verbetering ingezet kan worden. Om de kwaliteit van de lessen op peil te houden, zal jaarlijks door de teammanager een lesbezoek afgelegd worden bij elke leraar in zijn team. De les wordt geobserveerd volgens een kijkwijzer die gebaseerd is op het observatiekader van de Inspectie. Naast deze lesobservatie wordt ook een digitale enquête bij de leerlingen afgenomen om te meten hoe de lessen door de leerlingen gewaardeerd worden.