ARGUS
MILIEU-EDUCATIE
FEE: van samenwerking tot duurzame ontwikkeling Wat het Wereldnatuurfonds is voor soortenbescherming en natuurbehoud, en wat Greenpeace is voor de milieu-actie, dat is FEE op het vlak van milieu-educatie. WWF, Greenpeace, Friends of the Earth, zijn een begrip geworden en zijn zeer goed bekend bij de bevolking. Maar FEE? Wie weet waar dit drieletterwoord voor staat? Gelukkig is FEE - de Foundation for “D kandidaat-leden staan in grote geta“De le aan de poort te drummen,” weet Dirk Vercammen, die er alvast het 5de jaar op heeft zitten van een vrijwillig internationaal mandaat in het zeskoppig directiecomité van de FEE. “Nochtans is ons doel eerder een kwalitatieve groei. We nemen niet zomaar iedereen op in de organisatie. Een zware audit gaat aan een proeflidmaatschap vooraf, waarna het land 3 tot 5 jaar tijd heeft om 2 FEE-programma’s volledig te implementeren. Dan pas worden ze volwaardig lid. En zelfs daarna worden ze nog elke 3 jaar volledig gescreend, zodat de leden niet bij de pakken blijven zitten”.
Doel en werk FEE of de Foundation for Environmental Education (Stichting Milieu-educatie) is een NGO en een non-profit organisatie met als belangrijkste doel de promotie van duurzame ontwikkeling door middel van milieu-educatie. Hiervoor heeft FEE een aantal programma’s ontwikkeld, waarvan er 3 op een schoolsysteem zijn gericht (Ecoscholen – Ecoschools – , Jonge Reporters voor het Leefmilieu – Young Reporters for the Environment – en Leren in het bos – Learning about the forests), en 2 op de toeristische sector (Blauwe Vlag – Blue Flag – en Groene Sleutel – Green Key). In alle campagnes worden zware criteria aangehouden die overal in de lidstaten gelden. Alleen bij de Blauwe Vlag worden verschillende parameters gehanteerd. Een
24
■
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 6
■
Environmental Education - zelf niet uit op (h)erkenning, maar wel op de wereldwijde verspreiding van haar programma’s en haar missie. Deze 26-jarige organisatie is trouwens aardig op weg om haar doel te verwezenlijken, want op dit moment zijn wereldwijd reeds 53 landen lid van de FEE. ARGUS ging praten met Dirk Vercammen, directielid van FEE.
Noordzeestrand is dan ook niet hetzelfde als een Zuid-Afrikaanse baai.
Leden zeer divers Dirk Vercammen: “FEE is een internationale koepelorganisatie die in de 53 landen telkens één nationale lidorganisatie heeft gevonden die de programma’s kunnen uitvoeren. We zijn sedert 2 jaar actief in alle continenten, op Antarctica na. Het is een verplichting dat in elk land minstens 2 programma’s worden uitgevoerd, maar vooral in Europa merken we toch dat er soms wel breder wordt gewerkt, een tendens die we graag aanmoedigen. De lidorganisaties mogen overigens ook samenwerken met andere diensten, overheden of verenigingen om een programma in ‘onderaanneming’ te voeren. Kijk maar naar Vlaanderen waar de Bond Beter Leefmilieu als lid van FEE, voorbeeldstellende samenwerkingsakkoorden heeft met MOS (Milieu op School) en Toerisme Vlaanderen (Groene Sleutel). In zo’n geval worden deze partnerorganisaties steunende leden, zodat ze evenzeer actief kunnen participeren in FEE.
Actie door samenwerking en overleg Dirk Vercammen wijst erop dat FEE geen Europese club meer is. De derde E van Europe in de toenmalige ‘FEEE’ verdween in 2001 door intrede van WESSA - ZuidAfrika en enkele trans-Atlantische landen.
nr. 2
“Dat is wel wennen, want als we verwijzen naar een lentevergadering worden we er door tegenvoeters altijd fijntjes op gewezen dat Europa niet meer het centrum van de wereld is,” lacht Vercammen. “Die mondialisering heeft natuurlijk wel veel voeten in de aarde, want tenslotte moet alles vanuit ons secretariaat in Kopenhagen (waar ook het Europees Milieu Agentschap is gevestigd, n.v.d.r.) worden bestierd. FEE is er in de eerste plaats om duurzame ontwikkeling te promoten middels educatieve en toeristische projecten, niet om zelf kost wat kost uit te groeien tot een wereldorganisatie. Daarom trachten we zoveel mogelijk samen te werken met andere grote spelers.” FEE heeft inmiddels een verstandshuwelijk of 'memorandum of understanding' met de United Nations – de World Tourist Organisation (UN-WTO) en met de United Nations Environmental Programme (UNEP). “En binnenkort ondertekenen we een zelfde document met de UNESCO en met de islamitische tegenhanger ISSESCO, wat bijvoorbeeld erg handig kan zijn in contacten met het Midden-Oosten”. Dirk Vercammen onderstreept dat deze overeenkomsten geen window-dressing zijn, maar dat er bijzonder intensief wordt samengewerkt. Zo heeft FEE een mandaat in de symposia rond duurzaam toerisme, en zijn UNEP en WTO bijvoorbeeld actief in de internationale Blauwe-Vlagjury. Verder heeft FEE ook nog andere samen-
werkingsakkoorden, zoals met de Rain Forrest Aliance, the International Union for Coastal Protection, en zelfs met ICOMIA, de wereldwijde koepelorganisatie van iedereen die van ver of dichtbij te maken heeft met de yachting-industrie en marina’s.
dat samenwerking tussen diverse partners succesvol kan zijn zodra ze zich eerder laten leiden door wetenschappelijk onderzoek dan door heilige koeien en dogma’s. “Wat niet wil zeggen dat ook binnen FEE wel eens wordt gebakkeleid over het feit of je nu wel of niet
in de winter in een heidegebied mag langlaufen,” lacht Vercammen. Of een dergelijk internationaal mandaat met héél veel vliegreizen de ganse wereld rond geen gewetensproblemen geeft? Dirk
“Opvallend is de erg diverse pluimage van de “O leden van FEE,” aldus Dirk Vercammen. “Er zijn leden die uit de traditionele milieubeweging komen zoals Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen en binnenkort ook InterEnvironnement Wallonie, maar ook afgevaardigden van overkoepelende campagnes als Keep Britain Tidy, of een alliantie tussen milieuverenigingen en de scheepssector zoals het Cypriotische Cymepa, of de wielrijdersbond annex autorijdersbond ANWB uit Nederland.” FEE is dus een amalgaam van verschillende verenigingen die elkaar vinden in het gemeenschappelijke inzicht dat duurzame ontwikkeling moet beginnen op school of moet gekoppeld worden aan toeristische infrastructuur. Zeer typerend is dat de Voorzitter van FEE, Jan Eriksen, en het FEE-secretariaat met directeur Finn Bolding Thomsen, hun roots hebben in de Deense Open Air Council (Danske Friluftsraädet), een koepelorganisatie met milieubewegingen, automobielclubs, waterrecreanten, vogelwachten, jeugdherbergen, vissers, vliegclubs, crossers… kortom iedereen die gebruik maakt van de open ruimte. Dit levert meteen een mooi bewijs
Het Eco-School programma van FEE is erg in de lift.
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 6
■
nr. 2
■
25
ARGUS
MILIEU-EDUCATIE
FEE en de campagnes Blauwe Vlag In 2008 wapperen er 2587 blauwe wimpels aan stranden en zwemvijvers, en 619 jachthavens hebben het blauwe keurmerk in de wacht gesleept. In vergelijking met 2007 is er een achteruitgang van 2%. De criteria worden dan ook elk jaar strenger, maar vooral staat de internationale jury bijna geen deliberaties meer toe. http://www.blauwevlag.be
Ecoschools In Vlaanderen vooral bekend als MOSscholen die de 7 stappen hebben doorlopen, zeg maar de toppers. Het project wordt door MOS en de provincies uitgevoerd. Op wereldvlak is deze campagne erg in de lift. In het academiejaar 2007 participeerden 4.248 lokale overheden aan Ecoschools, samen goed voor 21.729 scholen, 423.617 onderwijskrachten en zomaar even 5.530.310 scholieren. Engeland (UK) zal in 2008 10.000 scholen bereiken. Tenslotte werd ook China lid van FEE. Het hoeft geen betoog dat hiermee de aantallen nog sterk zullen toenemen. http://www.milieuzorgopschool.be
Young Reporters for the Environment De kleinste telg binnen FEE, maar daarom niet onbelangrijk. Vanuit Frankrijk worden klassen aangezet tot het opzetten van een milieu- of natuurproject. Ze moeten daarvoor samenwerking zoeken met een andere school in het buitenland. Ecologie, wetenschappen, computergebruik én taal worden op die manier gestimuleerd. Over het project wordt een
26
■
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 6
■
artikel geschreven voor het YRE-jaarboek en de scholen communiceren hierover via het internet. Het door een internationale jury bekroonde beste project gaat vervolgens op expeditie. http://www.youngreporters.org
Learning about the Forests (LEAF) Een programma dat al een eeuw draait in Scandinavië, maar dat toe was aan internationalisering. Momenteel zijn 18 landen actief in LEAF. Bedoeling is dat scholen leren wat een bos betekent op ecologisch, economisch, en cultureel vlak. Elke 3 jaar wordt een thema gekozen waarrond LEAF werkt, momenteel is dat bio-energie uit hout. http://www.leaf-international.org.
Green Key Het nieuwste programma van FEE heeft net als LEAF de roots in Scandinavië. Green Key is nl. gegroeid uit het Deense Horesta, de horeca-sector die zelf op zoek was naar een milieuvriendelijk label. Green Key loopt inmiddels in 14 landen, ook buiten Europa. Honderden hotels, jeugdherbergen, campings, en andere verblijfsrecreatie voldoen aan strenge duurzaamheidscriteria. Opvallend is dat in Nederland het Groene Sleutel-logo secundaire voordelen blijkt te genereren voor de sector. De overheid gaat er minder op controle, verzekeringspremies liggen lager, … en dit alles omwille van de strenge eisen die werden ontwikkeld door Groene Sleutel/Milieubarometer Nederland. http://www.groenesleutel.be http://www.green-key.org/index.htm
nr. 2
Vercammen: “Je kan een vereniging met 53 lidlanden niet zomaar centralistisch, vanuit Kopenhagen of Brussel leiden. Vooral de nieuwe landen hebben ons nodig als mentor, we moeten daar deuren openen bij diverse overheden, we worden ook uitgenodigd door regeringen, je kan het zo gek niet bedenken. FEE mag dan al een verborgen leven leiden in Vlaanderen, ik sta altijd versteld van het imago en de impact van onze club in ontwikkelende landen.” De CO2uitstoot als gevolg van al dat vliegen wordt echter wel gecompenseerd. Vercammen: “Al onze vliegreizen worden sowieso dubbel omgezet in ons eigen CO2-Fonds (een CO2compensatiefonds dat ook openstaat voor derden, n.v.d.r.). Zo laten we a rato van de gevlogen kilometers en daaraan gekoppelde CO2-uitstoot via het Learning about the forests-programma ondermeer projecten uitvoeren in vnl. zuiderse landen. We hebben bijvoorbeeld een FEE-bos aangeplant in een Zuid-Afrikaans wessa-reservaat. De aanplant, de verzorging, het hekwerk rond het bos, de nabijgelegen ecoschool, en eventueel later het kappen van de bomen op duurzame wijze, geeft een boost aan de lokale dorpsgemeenschap.” Dat neemt niet weg dat reizen zoveel mogelijk wordt vermeden, door de moderne communicatiemiddelen in te zetten, door een lagere vergaderfrequentie van de algemene vergadering, het aantrekken van directeurs in de verschillende regio’s, concrete plannen om FEE te regionaliseren, enzovoort. ARGUS was ook benieuwd of een Blauwe Vlag eigenlijk meer is dan een labeltje in een toeristische gids. “Zeer zeker,” weet Dirk Vercammen, “De criteria voor een zwemstrand aan zee of in het binnenland zijn héél erg streng, en zijn niet enkel beperkt tot waterkwaliteit. Ook natuureducatie, veiligheid, sanitair, gehandicaptenvoorzieningen, interne milieuzorg worden nu mee ingezet om een schoon recreatieproject te verkrijgen. Idem dito bij jachthavens. En wat zien we? Dat overheden absoluut zo’n blauwe vlag willen hijsen, en daar heel veel investeringen voor overhebben, bijvoorbeeld in de opvang van run-off van dorpen en de zuivering van rioolwater. Ik bezocht nog recent een project in Puerto Rico, waar een lokaal bestuur alles op alles heeft gezet om de eerste blauwe vlag in de Caraïben in de wacht te slepen. Ook de dorpelingen zijn daarmee gebaat, hun visbestanden van de naburige koraalriffen zijn er al op vooruit gegaan en ze merken
zelf dat ze nu ook in schoon water kunnen zwemmen. Recent deed de Wereldbank nog een oproep om in Libanon van start te gaan met de Blauwe Vlag, als leidraad voor de heropbouw van de mariene toeristische sector.” Toch zijn er ook frustraties. “Ik heb regelmatig mijn bedenkingen,” fronst Vercammen, “In bijna 38 landen wappert een blauwe vlag aan de stranden, maar om politieke redenen lukt dat in Vlaanderen niet! Maar goed, de sterkte van de Blauwe Vlag is net dat de uitbaters zelf beslissen of ze aan de campagne participeren of niet. Zolang we niet hoeven te leuren met dit label, zijn ook geen toegevingen nodig. Niettemin, uit de ANWB-rapporten en de kosten-batenanalyses die Nederlandse kustgemeenten lieten opmaken over de Blauwe Vlag komt
duidelijk naar voren dat deze campagne van ongelooflijk belang is voor het aantrekken van toeristen. Het is spijtig dat de Vlaamse kustgemeenten op die manier de boot missen. Daarnaast stemt de zo ongelijke verdeling van de middelen in de wereld zeker niet tot euforie. En toch doen die leraars in Afrikaanse of Zuidamerikaanse landen enorm hun best om een Eco-School uit de grond te stampen. Ze doen dat met héél beperkte middelen, zonder accommodatie, maar met zoveel enthousiasme... Al menige keer heb ik met de krop in de keel in een hutje staan luisteren naar die zingende Eco-Schoolklasjes. Ook in gewezen Oostbloklanden had ik dat gevoel soms. Ik stel met plezier vast dat de Blauwe Vlag en Eco-Scholen daar een duurzame basis hebben gelegd voor een pril milieubeleid en zelfs een structurele samenwerking tussen
overheid en de plaatselijke milieubeweging”. Structuur FEE De FEE wordt geleid vanuit Denemarken. Internationaal voorzitter is Jan Eriksen en het secretariaat van FEE wordt georganiseerd vanuit de Frilüftsraädet of Open Air Council. De Algemene Vergadering is het hoogste orgaan in FEE. De executive board of het directiecomité (allen niet bezoldigde vrijwilligers) bestaat uit 6 mensen, aangevuld met een internationale coördinator (beroepskracht) voor elk programma. Elk programma voorziet een nationale coördinator per land, en die komen allen jaarlijks samen in een nationale operatorenmeeting. Meer info op: http://www.fee-international.org
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 6
■
nr. 2
■
27
ARGUS
ARGUS
KORT NIEUWS
Europese Week van het Bos 2008
Europa in de deelnemende landen tal van nationale en lokale events plaats die de Europese Week van het Bos in de kijker moeten zetten. Meer info: http://www.europeanforestweek.org Duurzaam huren
20 tot 24 oktober 2008 staat in het teken van de Europese Week van het Bos 2008. Bossen helpen de klimaatverandering bestrijden, ze zorgen voor hout en hernieuwbare energie, stellen de watervoorraden veilig en beschermen het milieu. Om deze positieve bijdragen van de Europese bossen in de kijker te zetten hebben de ministers, bevoegd voor de bossen uit 46 Europese landen, deze week van het bos uitgeroepen. De organisatie is in handen van de Europese Commissie, de Voedsel en Landbouworganisatie van de VN (UNFAO) en de Ministerconferentie inzake de bescherming van de bossen in Europa. Er is ook een nauwe samenwerking met het Franse voorzitterschap van de Europese Raad. Tijdens de Europese week van het bos zullen een aantal belangrijke spelers uit de bosbouw-, natuuren aanverwante sectoren in de gebouwen van de FAO in Rome samenkomen. Ze zullen er van gedachten wisselen over de meest urgente problemen, oplossingen en perspectieven die de bossen en de bosbouwsector vandaag de dag aangaan. Het staat al vast dat klimaatverandering, energie en water op de agenda zullen staan. Gekoppeld aan de gesprekken in Rome wordt ook in Brussel op 20 oktober 2008 een bijeenkomst op hoog niveau gepland. Daarnaast vinden in dezelfde periode in gans
22
■
ARGUSmilieumagazine
■
Een huurwoning en toch duurzaam bouwen en wonen? Het kan! Het Brusselse immobiliënkantoor Urbani heeft zich volop op het duurzaamheidsthema gestort. Urbani bouwt, renoveert en beheert gebouwen in het teken van duurzame ontwikkeling. Alle woningen zijn gebouwd met duurzame materialen, zijn goed geïsoleerd, hebben een efficiënte ventilatie en worden zoveel mogelijk uitgerust met duurzame energiebronnen: zonneboilers, zonnepanelen, enz. Water wordt zoveel mogelijk gerecycleerd en regenwater wordt opgevangen om nuttig te gebruiken. Urbani heeft ook oog voor het mobiliteitsvraagstuk. Zo worden in een aantal gebouwen elektrische fietsen voorzien, wordt bij de locatiekeuze maximaal rekening gehouden met de mogelijkheden inzake openbaar vervoer enz. Maar Urbani besteedt ook veel aandacht aan sociale aspecten. Zo worden gemeenschappelijke ruimten voor de huurders voorzien en is er een intensieve dialoog tussen en met de bewoners. Urbani geeft ook een digitale nieuwsbrief uit met nuttige informatie en tal van milieutips. Meer info op: http://www.urbani.be ICT deel van de oplossing klimaatprobleem De voorbije decennia heeft de informatie en communicatietechnologie (ICT) onze samenleving grondig veranderd: computers, het internet, mobiel bellen... wie kan nog zonder? Maar welke plaats neemt de ICT-sector in bij de klimaatopwarming? Een rapport van de internationale ngo The Climate Group ging op zoek naar een antwoord op deze
jaargang 6
■
nr. 3
vraag. Daarvoor werden de directe emissies van ICT-producten en diensten in kaart gebracht, gebaseerd op groeiprognoses in de sector. Daarnaast werd ook gekeken naar hoe ICT significante emissiereducties mogelijk maakt in andere sectoren. Het rapport vat samen hoeveel ton C02-equivalenten en energiekosten in deze sectoren kunnen worden bespaard. Aangezien de broeikasgasemissies vooral afkomstig zijn uit de energiesector en het transport, hoeft het weinig betoog dat de ICT vooral daar een nuttige rol te spelen heeft. Uit het rapport van The Climate Group blijkt dan ook dat een aantal ICT-vernieuwingen in motoren, logistiek, gebouwen en stroomnetten een enorme hulp zou kunnen zijn om de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd gevoelig omlaag te brengen en de energiefactuur gevoelig te drukken. Alles samen zouden dergelijke maatregelen in de ICT-sfeer goed zijn voor een mogelijke besparing van 7,8 gigaton CO2-equivalent in 2020 of een totale besparing van zo’n 600 miljard euro! Het gaat dan over maatregelen zoals elektronisch gestuurde motoren, waardoor die efficiënter worden, slimme logistiek-systemen, waardoor warmte, energie en brandstof kan worden bespaard, gebouwen die energiezuiniger ontworpen, gebouwd en gebruikt worden en elektriciteitsnetten die zo zijn aangepast dat verliezen tot een minimum worden beperkt. Meer info: http://www.smart2020.org/ en http://www.theclimategroup.org/
Erratum In ARGUSmilieumagazine 2008 nr 2, blz. 27, tweede kolom onderaan is de laatste regel van de tekst weggevallen: “een structurele samenwerking ... tussen overheid en de plaatselijke milieubeweging”.
GETEKEND
Door de ogen van Gal