prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 1
1 Ontwikkelingen in Ruimtelijke Informatie & Geo-ICT
Jan./Feb. 2007 jaargang 5
● Miramap’s droogtescanner vanuit vliegtuig ● Energiebedrijf DELTA implementeert nieuw GIS-systeem ● Gaat Amsterdam ondergronds? ● Transfer Solutions: GIS-kennis vanuit perspectief van Oracle Spatial www.gismagazine.nl
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 2
Transfer Solutions
maakt uw geografische data toegankelijk en bruikbaar
• ICT Advisering
Transfer Solutions helpt uw organisatie optimaal gebruik te maken van geografische
• Ontwikkeling
informatie. Dit doen wij door solide en flexibele oplossingen te leveren die op
• Beheer
OpenGIS standaarden zijn gebaseerd. Wij maken hierbij gebruik van betrouwbare
• Opleidingen
technologie zoals Oracle Spatial, Mapviewer en XML/GML. Wilt u zelf leren hoe u geografische data naar waardevol digitaal kaartmateriaal vertaalt? Onze trainers leren het u graag tijdens een Oracle Spatial-cursus. Kijk voor cursusinformatie en cursusdata op onze website: www.transfer-solutions.com/ opleidingen Wilt u meer weten over onze GIS-dienstverlening, neem dan contact op met Harm Bodewes via tel. 0345 616 888 of
[email protected]
Transfer Solutions BV Stationsweg 19 4141 HB Leerdam T 0345 - 616888 F 0345 - 616300 E
[email protected] www.transfer-solutions.com
AdvGIS_210x297.indd
1
15-01-2007
10:29:07
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
COLOFON GIS-Magazine informeert over ontwikkelingen op het gebied van ruimtelijke informatie en Geo-ICT. GIS-Magazine verschijnt 8 maal per jaar in Nederland en België. Directie/uitgevers: Ruud. Groothuis Koos van der Lei
[email protected] [email protected]
Redactie:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Hoofdredacteur: Remco Takken
[email protected] Redacteuren: Job van Haaften
[email protected] Lambert-Jan Koops
[email protected] Aan deze uitgave werkten mee: Jesper Erlandsen Rowalt Kannekens Egge-Jan Pollé Met vaste bijdragen van: Guido van den Heuvel Huibert-Jan Lekkerkerk Berend Vonk Hans Vos Robin Wevers Advertentie-exploitatie: Wilfred Westerhof
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Abonnementenservice, kort nieuws en website: Janneke Regterschot
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Vormgeving: Sander van der Kolk CMedia Productions, Emmeloord Druk: Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel Uitgever: CMedia Productions B.V. Noordzijde 2b, 8302 GL Emmeloord Postbus 231, 8300 AA Emmeloord Tel: (0527) 619 000 Abonnementen: Uitgebreide informatie over een abonnement op GIS-Magazine vindt u in de rubriek Lezersservice.
Pagina 3
Meer dan geo-ict Het zijn fantastische tijden voor geo-informatie en de digitale kaart. Anno 2007 weten zo ongeveer alle Nederlanders wat GPS-navigatie is, dat een telefoon locatiegevoelig is en dat hun huis op Google Earth staat. Geo-informatie integreert in hoog tempo met andere technologieën. Denk aan webservices, automatische machinebesturing, 3-D visualisatie, Location Based Services, Radio Frequency Identification (RFID) en zelfs pixelherkenning. Op vakbeurzen en congressen regent het primeurs. Nieuwe toepassingen en innovaties komen doorlopend binnen bij de redactie van dit blad. De vaart zit er dus lekker in. Vakidioten en andere enthousiastelingen staan er niet altijd bij stil, maar er is nog veel meer te beleven dan geo-ict en GIS-technologie. Meer nog dan op de beste digitale kaart te vinden is. Wellicht daarom liet hoofdredacteur Hans Vos enige tijd geleden weten dat hij graag wat snelheid zou willen minderen. Dat hij wel eens wat meer vrije tijd zou willen hebben. GIS-Magazine staat er prima voor en kan best op eigen benen verder, zo besloot hij. ‘Bestemming bereikt’, kopte Hans’ laatste voorwoord dan ook in het vorige nummer. De vertrekkende aanvoerder doet er niet sentimenteel over. Het liefst zou hij een foto plaatsen van een pot pindakaas met daarboven het woord ‘helaas’. Dat doen we maar even niet, maar wel een kort maar krachtig: Hans Vos, bedankt voor alles! GIS-Magazine zal het beste podium blijven voor al je ideeën, innovaties, visies en meningen. Ook je onuitputtelijke golf van geo-gerelateerde moppen en woordspelingen blijven welkom ter redactie. Anataal of Digiloog aangeleverd, dat maakt niks uit. In dit eerste nummer ‘zonder Hans’ vinden we al meteen een productbespreking van de Sokkia SRX. Door Hans Vos dus. Maar nu, nu prijkt míjn kop bovenaan deze pagina. Ik zal mij even voorstellen. Mijn naam is Remco Takken, vanaf oktober 2003 betrokken bij GIS-Magazine. Eerst als razende reporter, sinds vorig jaar als eindredacteur. Daarvoor was ik freelance jazzjournalist bij De Volkskrant. ’s Avonds een concert, de volgende ochtend een recensie op de kunstpagina, en ’s middags lonkte de digitale tekentafel. Naar gelang de opdracht was ik gedetacheerd conversie operator, geospatial tekenaar of cartografisch medewerker. Vraag me niet hoe ik aan deze gespleten loopbaan kom, feit is dat er weinig Neerlandici rondlopen met kennis van ondergrondse netwerken en revisietekeningen, A0 plots, GBKN-bijhouding, Maplex, Smallworld, Diasys of SPY. Geknipt voor de geo-ict-journalistiek dus. Welkom bij de eerste GIS-Magazine van 2007!
GIS-Magazine op Internet: www.gismagazine.nl ISSN 1571-7194 Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden overgenomen en vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © Copyright 2006 CMedia Productions B.V.
Remco Takken, hoofdredacteur GIS-Magazine
Januari/Februari 2007-1
3
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 4
GIS-Magazine 2007-1
Tips & Tricks GIS-trainers en docenten geven enkele van hun meestgebruikte handigheidjes weg! In deze aflevering legt Egge-Jan Pollé uit hoe je papier bespaart met een PDF-printer. Het kan bijvoorbeeld met een CutePDF Writer. Dat is ‘freeware’ en dus geheel gratis. Tips & Tricks, Pagina 21.
Basisbeginselen geodesie, deel 1 In de praktijk blijkt het vaak noodzakelijk dat ook de GIS-specialist een (beperkte) kennis heeft van de achtergronden van geodesie. In deze serie zet Huibert-Jan Lekkerkerk de komende maanden de basisbeginselen uiteen voor zover deze bij landmeetkundige en GIS-toepassingen van belang zijn. Data-inwinning, Pagina 36.
De Geograaf, krant voor geografisch Nederland In de nieuwe rubriek De Geograaf is vanaf nu ruimte voor kort nieuws met een ‘twist’. Originele toepassingen voor Google Earth, tentoonstellingen en exposities van (digitale) kaarten en plannen en luchtig nieuws. De ‘krant voor geografisch Nederland’ is ook te downloaden van www.gismagazine.nl.
De Geograaf, Pagina 41.
Hoe kom je van geodata naar de kaart? Bij GIS-cursussen denken we aan trainers die vertrouwd zijn met de bekende software-pakketten en docenten die toepassingen in gespecialiseerde vakgebieden beheersen. Transfer Solutions heeft gekwalificeerde Oracle-specialisten in dienst die de cursisten kennis bijbrengen omtrent de Spatial-optie in de Oracle Database. GIS, Pagina 16. 4
Januari/Februari 2007-1
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 5
GIS-Magazine 2007-1
Verder… GIS
Pagina Geo-informatie in Moerdijk van balie tot tablet-pc
6
Dg Dialog breidt uit met BAG-toepassing
8
Overzicht en samenhang van bouwprojecten Utrecht in PROF
10
Energiebedrijf DELTA implementeert nieuw systeem
13
Transfer Solutions meer dan Oracle opleidingsinstituut
16
Je richting zoeken in gekleurde geoloketten
18
De workspace binnen MapInfo Sharemaps
21
Miramap’s droogtescanner voor waterbeheerders
22
Meer lezers op www.gismagazine.nl
60
Tips & Tricks
Kaarten afdrukken naar een PDF-bestand
24
Data-inwinning
Je voelt je beter met een Sokkia SRX
29
Magellan ProMark-3: drie GPS-oplossingen in één
31
Geodesie in de praktijk. Deel 1: de basis
36
GNSS, de stand van zaken
38
Gaat Amsterdam ondergronds?
44
IncGeo versus RGI: vriendschappelijk België-Nederland
46
Met Urbidata van spaghetti naar cannelloni
47
De Toekomst van de Randstad
48
RGI en GIN geven vuurwerk en een frisse blik
50
Geomatics-opleiding TU Delft opent GEOlab
52
Pythagoras GIS+CAD op Technotopo
53
VNG Gemeentebeurs van veiligheidsschoen tot virtuele stad
56
HP Designjet Z Photo Printer
57
Contex 3D-printen zal precisie en effectiviteit verbeteren
58
Evenementen
Hardware
Zoals altijd
Agenda: 56, Data-inwinning: 26, De Geograaf: 41, Kort nieuws: 61, Lezersservice: 66, Trainingswijzer: 20.
Voorplaat: Als veendijken te droog of nat worden, neemt hun stevigheid af. Met een nieuwe radiometrietechniek lijken enkele vluchten voldoende om de vochtigheid op en zelfs in de dijk te kunnen vaststellen. Dat is althans de missie van het hightech bedrijf Miramap. Zie ook het artikel op pagina 22. Januari/Februari 2007-1
5
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 6
GIS
Gemeentelijke informatie uit backoffice-systemen toegankelijk
Geo-informatie in Moerdijk van ba Door: Rowalt Kannekens
Met de komst van Nedgraphics’ Generieke Browser in de gemeente Moerdijk is veel informatie uit de backofficesystemen voor elke medewerker toegankelijk geworden. Hiermee zijn veel mensen geholpen, van de opzichters tot baliemedewerk(st)ers. En zeker niet in de laatste plaats de beheerders van de backoffice-systemen.
In de printmodule kan een afdruk automatisch worden voorzien van logo, schaal, schaalbalk en datum.
Sinds
2002 maakt de gemeente Moerdijk gebruik van Nedbrowser om kaarten, eventueel met koppeling, te raadplegen. Het systeem wordt in Moerdijk GIM (Geografische Informatie Moerdijk) genoemd en is sinds de uitrol een groot succes. In eerste instantie waren alleen de GBKN, Luchtfoto’s en Kadastrale kaart met koppeling naar de AKR gegevens te raadplegen. Met de komst van de Generieke Browser zijn daar meerdere kaarten aan toegevoegd. Sommige met koppeling naar een administratieve database, sommige met een koppeling naar documenten of foto's en sommige kaarten zonder koppeling. Generieke Browser De Generieke Browser maakt gebruik van een stuurmodel waarin nagenoeg alles wordt geregeld. Een van de onderdelen van het stuurmodel is de auto-
6
Januari/Februari 2007-1
risatie. Hiermee kunnen gebruikersgroepen aangemaakt worden die allemaal een eigen set gegevens en een eigen set tools toegewezen krijgen. De gebruikers worden op basis van inlognaam toegevoegd aan een gebruikersgroep. Hiermee regel je dat de gebruiker alleen die informatie te zien krijgt die voor hem relevant is. Hierdoor kun je het aantal kaartlagen en tools voor de gebruiker beperken. Dat houdt het geheel overzichtelijk en simpel in gebruik. Printmodule Een andere grote vooruitgang is de Printmodule. Deze is zo in te richten dat er uiteindelijk heel simpel een afdruk van een kaart kan worden gemaakt welke automatisch voorzien wordt van logo, schaal, schaalbalk en datum. Tevens is er de mogelijkheid om in het tekeninghoofd een eigen tekst te plaatsen. En doordat we een PDF-printerdriver hebben toegevoegd zijn kaartjes ook als pdf te mailen naar klanten of opdrachtnemers. Zo zijn zij binnen een paar minuten van hun informatie voorzien. Praktijkvoorbeelden Een vergunningverlener kan tijdens het behandelen van een aanvraag eenvoudig informatie krijgen over het geldende welstandsbeleid. Door op de locatie in de kaart te klikken wordt in een resultaatscherm het ter plaatse geldende welstandsniveau en de naam van de gebiedsomschrijving getoond. De naam van deze gebiedsomschrijving is tevens een link naar het bijbehorende Word-document met daarin een checklist. Wanneer dit document geopend wordt heeft de vergunningverlener de mogelijkheid om de checklist in te vullen. Daarna kan het document worden afgedrukt of opgeslagen op elke willekeurige locatie. De handhavers zijn voorzien van tablet-pc’s waarmee ze buiten tijdens de controles kunnen inloggen en NedBrowser raadplegen. Hierdoor kan in het veld de eigendomssituatie ge-
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 7
GIS
lijk
an balie tot tablet-pc ker toegankelijk geworden. Hiermee zijn veel mensen geholpen. Van de opzichters tot baliemedewerk(st)ers. En zeker niet op de laatste plaats: de beheerders van de backoffice-systemen. Zij hoeven zich steeds minder bezig te houden met het verstrekken van informatie aan hun collega’s. NedBrowser wordt nog steeds uitgebreid. Denk hierbij aan plaatjes van huisaansluitingen, de Wkpb, BAG en DURP. Momenteel is de gemeente Moerdijk bezig om de gegevens uit NedBrowser via internet te ontsluiten. Nu worden alleen nog de vergunninggegevens ontsloten. Dit De afdeling realisatie & beheer (R&B) gebruikt het beheerprogramma GBI van Oranjewoud onder andere gebeurt via een webservice voor groenbeheer. die gebruik maakt van de kaartmotor van NedBrowser. raadpleegd worden of bijvoorbeeld het beheerpakket voor verkeersborden. Maar wellicht dat binnen een jaar de luchtfoto's uit verschillende jaren. Elk bord heeft eigen beheergegevens helft van alle informatie die nu alleen Handig als je wilt weten hoe lang een en minimaal één eigen foto. Met voor de medewerkers van de gemeente opstal al aanwezig is. NedBrowser wordt al deze informatie Moerdijk beschikbaar is, op een verDe afdeling realisatie & beheer (R&B) raadpleegbaar gemaakt, inclusief de fo- antwoorde manier wordt aangeboden aan de burger. Dit levert ook weer een gebruikt het beheerprogramma GBI to's van de verkeersborden. winst op voor de baliemedewerker. van Oranjewoud. Hierin wordt het Een belangrijk vereiste is wel dat de ingroen, de wegen, riolering, drukriole- Verantwoord beschikbaar ring en openbare verlichting beheerd. Met de komst van de Generieke formatie betrouwbaar, actueel en goed Verder gebruikt de afdeling nog enkele Browser is veel informatie uit de bac- te interpreteren is. Anders kan het wel eigen beheerspakketten. Een daarvan is koffice-systemen voor elke medewer- eens zo zijn dat de baliemedewerk(st)er alsnog heel wat uit te leggen heeft...
Schermafdruk van gebruikersgroepen in de autorisatietool van het stuurmodel.
Rowalt Kannekens (
[email protected]) is Applicatie en Gegevensbeheerder Geo-informatie Gemeente Moerdijk. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.nedgraphics.nl. Januari/Februari 2007-1
7
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 8
GIS
Met dg Dialog volledige vastgoedregistratie ondersteunen
Uitbreiding met BAG-toepassing Door: Robin Wevers
Al meer dan twintig jaar is dg Dialog een begrip. Met de ontwikkelingen rond de BAG (Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen) ontwikkelde Grontmij ook voor deze toepassing een oplossing. Inmiddels is de module Basisregistraties alweer enige tijd verkrijgbaar.
het onderhouden van de GBKN en tevens voor het bijhouden van onder andere wegen en groen. Van der Lely: “De software is geschikt voor integraal beheer van gegevens, maar niet alle klanten gebruiken het op die manier. Sommige gebruiken het slechts voor een specifiek doel.” De software is gebouwd volgens het zogenaamde ‘3tier-model’: presentatie, logica en database zijn van elkaar gescheiden. Deze tegenwoordig veel gebruikte benadering levert software in de vorm van componenten. Deze keuze maakt het mogelijk om later op relatief eenvoudige wijze functionaliteit toe te voegen of te wijzigen zonder dat een aanpassing op de ene plek leidt tot een serie van aanpassingen in andere modules. De toepassingen zijn op deze wijze beter te onderhouden.
Panden en verblijfsobjecten worden bijgehouden conform de eisen van de BAG.
B
art van der Lely, teamleider geoinformatie en Ineke Vink, projectleider BAG, vertellen over de historie en vooral over de huidige toepassingen. Zo’n twintig jaar geleden zag de eerste module van dg Dialog het licht. Daarna is dit uitgegroeid tot een reeks modules voor een scala aan toepassingen die met elkaar gemeen hebben dat ze een geo-component hebben. Met een start in de jaren tachtig riekt het natuurlijk naar puntoplossingen en de toenmalige modules waren dat eigenlijk ook. Bovendien werden met de technologie en ideeën van die tijd destijds geometrische en administratieve gegevens gescheiden opgeslagen. De modules voorzagen in de toenmalige behoeften van de klanten. Met de groeiende technologische mogelijkheden groeiden ook de eisen en wensen van de klanten. Daarom heeft Grontmij begin jaren negentig een volledige revisie uitgevoerd en is de software volledig herschreven op basis van eigentijdse ideeën. 8
Januari/Februari 2007-1
dg Dialog Bij de huidige software zijn basisgegevens van objecten, die in meerdere modules worden gebruikt centraal beschikbaar. Alle gegevens worden opgeslagen in de database. Er wordt gebruik gemaakt van een ruimtelijke database, bijvoorbeeld Oracle Spatial of ArcSDE, maar ook de open source ruimtelijke database Postgis wordt ondersteund. De klant kiest zijn eigen smaak. Er wordt geen gebruik meer gemaakt van een apart CAD-pakket als AutoCAD of MicroStation. Van der Lely meldt: “We benaderen het echt als GIS en juist niet als een verzameling CAD-gegevens”. De basis van de huidige producten wordt gevormd door de module Topografie. Van der Lely en Vink stellen eensgezind, dat juist hier de software zich onderscheidt: “Dit is de manier om de GBKN te beheren. Geometrie is voor ons het vertrekpunt geweest voor objectenbeheer.” Veel organisaties gebruiken dg Dialog voor Ineke Vink: “Ik denk dat veel gemeenten ervoor zullen kiezen een BAG-beheerder aan te stellen.”
ng
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 9
GIS
Basisregistraties Door de toevoeging van de module Basisregistraties aan de bestaande serie modules wordt nu een geïntegreerde oplossing geboden, die naast de gegevens betreffende zaken als topografie, wegbeheer en groenbeheer nu ook de pandgegevens omvat. De Grontmij kent een klankbordgroep van 22 gemeenten waar ideeën en ontwikkelingen getoetst worden. Dat is ook gebeurd met de module Basisregistraties. Van der Lely: “Zo blijken veel klanten zich af te vragen of pandgegevens in dezelfde database kunnen worden opgeslagen als het lijnenwerk van de GBKN.” Klanten hopen vaak van de leverancier te horen wat deze ontwikkelingen voor hun organisatie gaan betekenen, maar Vink geeft aan: “Ik denk dat veel gemeenten ervoor zullen kiezen een BAG-beheerder aan te stellen.” De Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen kennen strikte voorschriften. Voorbeelden hiervan zijn: verblijfsobjecten mogen niet voorkomen zonder bijbehorend pand, verblijfsobjecten hebben altijd een adres, en van panden en verblijfsobjecten moet de Bart van der Lely: “Geometrie is voor ons het vertrekpunt geweest voor objectenbeheer.”
Met de mogelijkheid geometrie van openbare ruimten op te nemen gaat dg Dialog verder dan de eisen van de BAG.
geometrie zijn vastgelegd. De meeste gemeenten zijn op dit moment nog bezig de basisregistraties op te bouwen, zodat aan al die strikte voorwaarden bij de meeste gemeenten nog niet wordt voldaan. dg Dialog Basisregistraties waarborgt dat aan alle eisen is voldaan, maar biedt tevens mogelijkheden om één en ander geleidelijk op te bouwen. Informatie uit verschillende bronnen wordt verzameld, onderling vergeleken en voorbereid in bijvoorbeeld een Excel spreadsheet, een ascii-file of een access database. Vervolgens worden de gegevens geïmporteerd in de module Basisregistraties. Er worden werklijsten gegenereerd met onvolkomenheden die de gebruikers helpen bij de opbouw van de BAG. Extra functionaliteit De Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen schrijft een beperkte set aan gegevens en het beheer daarvan voor. Commerciële toepassingen bieden de mogelijkheid extra gegevens toe te voegen en te gebruiken. Dat geldt ook voor dg Dialog Basisregistraties. Zo kan bijvoorbeeld ook van wegen de geometrie worden opgeslagen en beheerd. Deze geometrie valt niet onder de landelijk voorgeschreven basisregistraties. Verder biedt de software mogelijkheden de geometrie te verbeteren, bijvoorbeeld door het toevoegen van tussenmuren bij rijtjeswoningen; deze tussenmuren zijn nodig in de BAG, maar ontbreken vaak nog in de GBKN. Ook zijn er hulpmiddelen om de bekende ‘nietjeskaart’ van de GBKN
compleet te maken, dus een voorgevel te voorzien van zij- en achtermuren, bijvoorbeeld op basis van luchtfoto’s. De applicatie kan driedimensionale niveaus bijhouden van gebouwen, hetzij als z-waarde, hetzij als verdieping. Deze derde dimensie is één van de mogelijke toekomstige uitbreidingen van de BAG. Eén van de redenen voor het herontwerp van dg Dialog is de wens geweest om de historie van topografie te kunnen bijhouden. Daarmee is een goed fundament gelegd voor de BAG, waarin alle historie verplicht bewaard moet blijven. Ook geometrische wijzigingen moeten in de BAG altijd vastgelegd en bewaard blijven, inclusief de reden voor de wijziging. Certificatie Softwaretoepassingen voor de BAG zullen worden gecertificeerd door het ministerie van VROM op technische aspecten. Grontmij heeft de ambitie in deze procedure voorop te lopen. De verwachtingen zijn dat ook de GBKN een basisregistratie zal worden. Grontmij zal ook daarin voorzien om zo de hele vastgoedregistratie van gemeenten te kunnen ondersteunen.
Robin Wevers (
[email protected]) is freelance schrijver van geo-ict-artikelen. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.grontmij.nl en http://bag.vrom.nl. Januari/Februari 2007-1
9
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 10
GIS
PROF biedt totaalplaatje complexe ruimtelijke ordening
Overzicht en samenhang van bou wp Door: Guido van den Heuvel
De ruimtelijke ordening in de dichtbevolkte Randstad wordt steeds complexer. Er is kennismanagement nodig om alle ruimtelijke (bouw-) projecten te overzien en aan te sturen. Utrecht liet een speciale applicatie bouwen, Programma Ruimtelijke Ordening en Functies: de PROF-module. Die werkt inmiddels naar volle tevredenheid.
Mirelle Kolnaar en Paul Frieling: “Er lag wel projectinformatie bij afdelingen, maar versnipperd en verkokerd. De PROF-module geeft ons een helder overzicht van alle projectinformatie.”
Met
de PROF-module zijn alle ruimtelijke projecten van de stad Utrecht in samenhang te bekijken. De eerste testgebruikers zijn enthousiast over de mogelijkheden. Het ambtenarenkorps gaan er binnen enkele weken zonder aanvullende instructie direct mee aan de slag. GIS-leverancier Bentley leverde de module begin november af. Over de muur kijken Twee jaar geleden was er een gemeentelijk onderzoek dat richting gaf aan een ‘mars naar samenhang’. Mirelle Kolnaar kreeg de opdracht om dit uit te werken in een Programma Ruimtelijke Ordening en Functies (PROF). Bij de Dienst Stadsontwikkeling (DSO), afdeling Account- en Programmamanagement is ze stedelijk accountmanager en direct betrokken bij het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
10
Januari/Februari 2007-1
(ISV). Kolnaar: “Er lag wel veel projectinformatie bij afdelingen, maar die was vrij versnipperd en ook wel wat verkokerd. De PROF-module geeft ons nu al een helder overzicht van alle projectinformatie. Daarmee kunnen we het college, de burgers en de rijksoverheid direct antwoord geven op de vraag of de stad alle ruimtelijke doelstellingen haalt. Een mooi voorbeeld van samenwerking en samenhang tussen twee diensten? In de stad komen de komende jaren veel scholen vrij. Die moeten worden gesaneerd of vervangen. Maar waar? Alleen in samenspraak en met heldere eenduidige informatie kunnen de afdelingen van DSO en Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) tot een verstandig uitvoeringsprogramma komen. De werkelijke dilemma's en keuzevraagstukken in de ruimtelijke ordening komen door de PROF-module naar boven.”
PROF-module De module bestaat uit een ruimtelijke database en een viewer voor het raadplegen en visueel weergeven van gegevens van fysiek-ruimtelijke projecten. De applicatie biedt uitgebreide functionaliteit voor het raadplegen, sommeren en monitoren en rapporteren van project-, vastgoed- en milieugegevens. Basis voor de viewer is de standaardapplicatie Geo Web Solutions van Bentley voor interactieve kaarten in een website. Het programma van eisen was nauw omschreven en loodzwaar. Een klein team van Bentley bouwde afgelopen jaar de module en de Dienst stadsontwikkeling (DSO) toetste voortdurend op hoofdlijnen, inhoud en gebruikersvriendelijkheid. De openbare aanbesteding vond plaats aan het begin van 2006. Deel 1 van het project, de functionaliteit, is inmiddels opgeleverd. De komende maanden werkt Bentley aan een doorontwikkeling. In de derde fase, die in december 2006 werd afgerond, krijgt Utrecht de Eigen plek voor strategie Door interne reorganisaties groeit de vraag naar strategische informatie sterk. De PROF-module wordt daarom ‘opgeschaald’. De gemeente spant zich in om ook de gemeentelijke structuurvisie, belangrijke beleidsnotities en het nieuwe collegeprogramma een plek te geven in de module. Dit nieuwe PROF-plus moet straks ondermeer belangrijke input bieden bij de vraag hoe als gemeente om te gaan met strategische aankopen. -De PROF-module wordt hèt dynamische programma overzicht 20052010 dat de strategie op korte termijn beschrijft. -De stedelijke ontwikkelingsstrategie beschrijft drie perioden / dynamische kaarten: 2005-2010, 20102015, 2015-2020. Dat is de strategie voor de lange termijn. Het zijn politiek zeer gevoelige ‘docu der docu’s’ die een strategisch overzicht bieden.
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 11
GIS
ou wprojecten Utrecht
beschikking over meer kaartlagen, met kadastrale en milieu-informatie. Mars naar samenhang De Dienst Stadsontwikkeling heeft als taak het faciliteren en regisseren van de ruimtelijke ontwikkeling in de stad. Dat is in Utrecht niet makkelijk, want de stad is vrijwel volgebouwd. Naast een aantal grote nieuwbouwprojecten, Leidsche Rijn en het Stationsgebied, zit veel van de groei in ‘inbreidingen’. Daar zijn veel andere partijen zoals projectontwikkelaars en particuliere huiseigenaren bij betrokken. Dat maakt de stedelijke bouwplanning erg complex. Sinds tien jaar heeft Utrecht een matrixorganisatie die interdisciplinair werkt. Vanuit die eerste dwarsgedachte ging Kolnaar op zoek naar verbindingen en samenhang. De opdracht van het stadsbestuur aan DSO luidde: maak een ruimtelijk programma voor de stad Utrecht. Reorganisaties Kolnaar deed zelf veel voorwerk. In de aanloop van de ‘mars naar samenhang’ maakte ze samen met haar team twee statische kaarten van 2000 en 2004 aan. De hele wand van haar kantoor hing er mee vol. Ze maakte een plan van aanpak voor de PROF-module en ging langs bij alle afdelingen om piketpaaltjes te slaan. Ze vergaarde alle projectinformatie waar ze de hand op kon leggen. Daarop maakte ze een database in Excel aan om de data van 680 projecten met 120 variabelen in op te slaan. Langzaam kreeg ze persoonlijk zicht op de samenhang van projecten
en de bouwconcentraties. Het werd tijd voor een beheerbare applicatie om de nieuwe ‘databerg’ te kunnen bewerken en aan een grote groep gebruikers aan te bieden. Kolnaar was erg gedreven om de klus te klaren. Ze zegt: “Ik verbaas me al sinds 1995 dat het overzicht ontbrak. Bij de afdelingen hingen voornamelijk sectorale kaarten aan de muur die de medewerkers wat houvast gaven. Maar zo'n kaartje is slechts een momentopname. Dat zegt niets over het verleden, de toekomst en de plannen van andere afdelingen.” Toepassingen Paul Frieling van de DSO-afdeling Informatiemanagement was verantwoordelijk voor de technische kanten van de PROF-module. Hij laat de kunstjes van de nieuwe applicatie zien. Frieling zegt: “Er is een toegankelijke schil om SQL aangebracht, waardoor veel vragen zijn. Je kunt zowel zelf gedefinieerde als standaard rapporten opvragen. Die kun je overzetten naar Excel en dan verder bewerken. Per jaar, wijk, projectfase, en tal van andere criteria, kunnen we alle projectinformatie oproepen. Naast administratieve selectie zijn de projecten ook grafisch benaderbaar via de kaart. Deze tool laat ambtenaren direct zien wat er in een stadsomgeving gebeurt. Ze kunnen query’s maken om bepaalde beleidsprestaties te meten voor veiligheid, milieu en de woningbouw tussen door hen opgegeven tijdintervallen, bijvoorbeeld 2005 en 2010. Bij ‘inbreidingsplekken’ kunnen ze zo snel zien aan welk type woningen of bedrijvigheid er behoefte is gelet op de programmadoelstellingen. Ontwikkelingsconcentraties vallen direct op en bij aanvragen van externen is gemakkelijker te beoordelen wat de impact is van bepaalde plannen. Dat is belangrijke managementinformatie voor bestuurders. Nietstrategische informatie kunnen we straks in een beschermde omgeving apart aanbieden aan marktpartijen en het publiek. Het zit nu allemaal onder de knop.”
Adelaarsblik Met een druk op de knop kan de gemeente Utrecht straks verantwoording afleggen over bouwactiviteiten in de stad. Deze management-tool helpt bestuurders en de afdelingen beter bij hun dagelijkse werk. Bijvoorbeeld om beter prioriteiten te kunnen stellen, of om beter te kunnen voldoen aan de verwachtingen van andere partijen. Aan de Rijksoverheid bijvoorbeeld, die wil weten hoeveel woningen er gebouwd worden, welke bodemsaneringen er plaats vinden en welke groenvoorzieningen er de komende twee jaar bijkomen. De PROF-module draait vooral om inzicht en toetsing van beleidsdoelstellingen. De dienst Stadsontwikkeling is er zeer tevreden over. Meer strategie en een transparante en efficiënte programmasturing zijn namelijk de speerpunten in de ruimtelijke ontwikkeling van Utrecht. Met het nieuwe inzicht kunnen de verschillende fysiekruimtelijke projecten en beleidsprogramma's beter op elkaar afgestemd worden. Daarmee worden kansen voor de stedelijke ontwikkeling beter benut en blijven risico's beheersbaar. Interactieve structuur De PROF-module is dynamisch, blijft groeien. Na een proefperiode gaan de eerste sleutelfiguren en daarna ambtenaren er mee aan de slag. Kolnaar: “Het werkt en ziet er fantastisch uit. Het is een vrij simpele, interactieve structuur, die uitnodigt om verder te kijken. De vulling van de GIS-applicatie is nu nog verre van optimaal. Veel gegevens liggen nog verspreid en moeten de komende maanden worden gecontroleerd en met de hand ingevoerd. Dat gaat relatief snel. De PROF-module is vanaf dat moment een zeer betrouwbaar infosysteem voor onze productiegegevens.”
Guido van den Heuvel (
[email protected]) is freelance schrijver van ICT-artikelen. Voor meer informatie www.utrecht.nl en www.bentley.com. Januari/Februari 2007-1
11
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 12
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 13
GIS Vanuit het hoofdkantoor van Delta wordt het nieuwe systeem vormgegeven.
Omvangrijke conversie en implementatie
Energiebedrijf DELTA implementeert nieuw systeem Door: Robin Wevers
Delta, het energiebedrijf met Zeeland als thuisbasis, maakte voor zijn geografische informatievoorziening gebruik van TDIS, een oplossing gebaseerd op IBM-technologie. In 2003 maakte IBM bekend TDIS niet langer te zullen ondersteunen. Het bedrijf zag zich genoodzaakt een nieuwe infrastructuur voor de gegevenshuishouding te kiezen en op te zetten.
D
elta, het vierde energiebedrijf van Nederland, is, zoals ze het zelf zeggen, een multi-utility bedrijf. Het biedt producten en diensten op het gebied van elektra, gas, water, afval, milieu en riolering. Voor klanten biedt dit het voordeel dat al deze voorzieningen bij één partij neergelegd kunnen worden. Het bedrijf heeft zo’n 200.000 kleinverbruikers als klant en heeft zijn wortels in Zeeland en om-
geving. Met de privatisering van de energiemarkt is het bedrijf nu ook in andere regio’s actief, waarbij vooral werkzaamheden op het gebied van milieu en water worden uitgevoerd. In de thuishaven van Delta ligt de kernenergiecentrale van Borssele, waar het bedrijf mede-aandeelhouder van is. Maar ook wordt energie opgewekt in een kippenmestcentrale in Moerdijk. Het oude systeem In 1988 heeft Delta besloten tot het inrichten van een geïntegreerd bedrijfsmiddelensysteem op basis van TDIS en IBM-technologie. Dat was in de jaren waarin GIS in opkomst was. De keus voor TDIS was bijzonder: deze oplossing ging vooral uit van de database, zodat een goede Januari/Februari 2007-1
13
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 14
GIS
Een deel van het elektriciteitsnetwerk in Middelburg, weergegeven in de oude TDIS-view applicatie.
koppeling met administratieve toepassingen mogelijk was. In de beginjaren was deze koppeling één van de achillespezen van GIS-systemen. Alle kabels en leidingen zijn ingebracht in TDIS, alsmede andere relevante informatie zoals bijvoorbeeld afsluiters. De toen beschikbaar komende GBKN was één van de grafische bestanddelen voor het systeem. Het systeem kende vier pijlers: de alfanumerieke gegevens, connectiviteit (netwerken kunnen traceren), de ligging op de kaart en de presentatie van de gegevens. Door, of in opdracht van Delta zijn daar veel eigen ontwikkelingen aan toegevoegd. Het systeem voorzag in functionaliteit voor disciplines als gas, water, telecai, netwerkberekeningen en een SAP-koppeling. De mededeling in 2003 van IBM dat TDIS niet langer ondersteund zou worden, was dan ook ingrijpend voor Delta. Dit was aanleiding het programma IBIS (Innovatie Bedrijfsmiddelen Informatiesystemen) te starten, met als doel de vervanging en direct daaraan gekoppeld het doorvoeren van de meest urgente vernieuwingen in de bedrijfsmiddelen-informatiesystemen. 14
Januari/Februari 2007-1
Vooronderzoek Delta is, met Tensing als adviseur, in 2004 met een vooronderzoek gestart naar de mogelijkheden voor vervanging van het bestaande systeem. Uitgangspunt was een voorkeur om niet zelf te ontwikkelen en dus gebruik te maken van standaards en standaard-oplossingen. Er werd een partner gezocht voor de dataconversie, implementatie en eventueel noodzakelijke extra ontwikkelingen. Tot medio 2005 heeft een uitgebreide selectie van een pakket en een implementatiepartner plaatsgevonden op basis van een RFI (Request For Information), gevolgd door een RFP (Request For Proposal). Het traject was onderverdeeld in een drietal kavels: basissoftware, applicatiesoftware en diensten voor systeemimplementatie en dataconversie. De bekende grote leveranciers waren onder de aanbieders. De keus is daarbij uiteindelijk op de ESRI-producten gevallen. Delta wilde bij voorkeur de implementatiebegeleiding onderbrengen bij één partner. Gezien het belang van het traject had Delta in de procedure een ‘proof-of-concept’-test inge-
bouwd, waarin de partner moest laten zien de gedane beloften waar te kunnen maken. Dat bleek geen overbodige luxe: de oorspronkelijk gekozen partij voldeed niet aan de eisen, waarna Tensing weer als partner in beeld kwam. Tensing doorstond de ‘proofof-concept’-test wel en is sindsdien belast met de uitvoer van de conversie en implementatie. Standaard applicatie De drie grote leveranciers in deze markt zijn ESRI, Intergraph en Smallworld. Wim Joosse, programmamanager bij Delta: “Met elk van de drie had Delta zonder meer uit de voeten gekund.” Belangrijke reden waarom uiteindelijk is gekozen voor ESRI-producten, is de wens zoveel mogelijk een standaard-oplossing te hebben. De ESRI-producten, aangevuld met ArcFM-UT beantwoordde daaraan volgens Joosse nog het meest. ArcFM-UT is een standaardtoepassing voor de utility-markt, ontwikkeld door Aed-Sicad op basis van ESRI-technologie. Het is een relatief nieuw product, dat pas eind 2004 op de markt was gekomen en zich dus
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
09:55
Pagina 15
GIS
Het elektriciteitsnetwerk in Middelburg eigentijds weergegeven in de nieuwe toepassing ArcFM-UT.
nog nauwelijks bewezen had. Dat betekende een zeker risico en in de praktijk hebben zich onvoorziene problemen voorgedaan, maar al met al is Delta tevreden over de gemaakte keus. Conversie en implementatie Joosse is tevreden over het verloop van het project. “Het betreft een omvangrijk en complex project, maar is in essentie een normale conversie en implementatie. Wat het project bijzonder maakt, is de positieve uitstraling die het project heeft. Het loopt gewoon goed. Er is vertrouwen en betrokkenheid. Eventuele problemen wordt het hoofd geboden zonder te schipperen met de kwaliteit.” Leen van Put, projectmanager van Tensing, bevestigt dat volmondig: “Het project leeft zowel bij Delta als bij Tensing.” Als we het voortraject buiten beschouwing laten, is in maart 2006 het project echt begonnen. Er zijn vele deelprojecten onderscheiden, onder andere voor het realiseren van de infrastructuur, het beschikbaar maken van algemene functionaliteit, de dataconversie en implementatie, waarbij
de laatste twee weer onderverdeeld zijn in de disciplines zoals gas, elektra, telecai en water. Eerste doelstelling was het converteren van de gegevens naar de nieuwe omgeving en deze gegevens kunnen raadplegen. Ondertussen zijn de beheerprojecten gestart om niet alleen te kunnen raadplegen in het nieuwe systeem, maar vooral ook het beheer van de gegevens van de verschillende disciplines te kunnen doen. Tijdelijk ziet Delta zich genoodzaakt parallel met zowel het oude als het nieuwe systeem te werken. In deze fase van het project worden onder andere net-
Het logo van het IBIS-programma Innovatie Bedrijfsmiddelen Informatie Systemen- staat bij de medewerkers symbool voor een project waar ze trots op zijn.
werkberekeningen mogelijk gemaakt en een koppeling met SAP gerealiseerd. Hier moet zich volgens Joosse het voordeel van het werken met standaardapplicaties gaan bewijzen. Stap vooruit De overgang naar het nieuwe systeem is nog niet voltooid, maar Joosse en Van Put zijn vol vertrouwen. Na ingebruikname van het nieuwe systeem is het risico weggenomen dat je loopt met een systeem dat niet meer wordt ondersteund. Van Put: “We hebben niet alleen de oude stekker eruit getrokken en een nieuwe erin gedaan; het nieuwe systeem is ook een nieuwe benadering waarmee je de processen in de organisatie faciliteert.” Er kan meer geïntegreerd worden gewerkt en de life-cycle voor aanpassingen wordt veel kleiner, waardoor het nieuwe systeem tevens flexibeler is. Robin Wevers (
[email protected]) is freelance schrijver van geo-ict-artikelen. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.delta.nl, www.esrinl.com en www.tensing.com. Januari/Februari 2007-1
15
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 16
GIS
Transfer Solutions meer dan Oracle opleidingsinstituut
Hoe kom je van geodata naar de kaart? Door: Remco Takken
GIS-trainers zijn vooral vertrouwd met de bekende software-pakketten. Transfer Solutions heeft gekwalificeerde Oracle-specialisten in dienst die cursisten kennis bijbrengen omtrent de Spatial-optie in de Oracle Database.
D
at Transfer Solutions naast cursussen rond Oracle-databases en Javatechnologie ook GIS-lessen verzorgt, is vraaggestuurd. Harm Bodewes, business unit manager bij Transfer Solutions, zegt: “Onze klanten verwachten het van ons. In principe zijn we een Oracle expertisebedrijf.” In 1995 voortgekomen uit Oracle, is Transfer Solutions in tien jaar van 9 naar 130 man gegroeid. Anno 2006 is het bedrijf doorontwikkeld van opleidingsinstituut tot dienstverlener. Wijnand van Riel, consultant bij Transfer Solutions: “wij helpen met GIS-vraagstukken bij provincies, gemeenten en andere overheidsinstellingen, maar ook banken, lease-maatschappijen en energiebedrijven. Wat ons onderscheidt? Anderen komen oorspronkelijk uit de geosector, wij uit de ICT.” Profileren als GIS-partij De GIS-cursussen van Transfer Solutions worden voor ongeveer driekwart bezocht door medewerkers van gemeenten. Van Riel: “Veel van hen werken al met Oracle of Oracle Spatial. 16
Januari/Februari 2007-1
Ze willen meer grip krijgen op de administratieve systemen in relatie tot de ruimtelijke gegevens.” Bodewes: “De wetgever verplicht de gemeenten om allerlei gegevens openbaar te maken, zoals erfpacht op een perceel, of dat een gebouw een monument is. De gegevens zijn bekend en vastgelegd, maar de ontsluiting moet nog grotendeels worden geregeld.” Grote ICT-bedrijven als Centric en Pink Roccade zijn volgens Van Riel pakketleveranciers die eerder wensen van grote gemeentes honoreren. “Kleinere gemeenten zijn op zoek naar een makkelijke manier voor ontsluiting van de Wkpb en zoeken naar de geocomponent bij de al aanwezige administratiedata.” Bodewes vult aan: “Het merendeel van de gemeentes hebben Oracle Spatial, dus voor ons is zo’n Wkpb een ‘driver’: wij profileren ons als GIS-partij met een technische achtergrond.” Van basiskennis tot Safe FME Tijdens de Transfer Solutions Technologiedag, op 7 december 2006 gehouden in Leerdam, zien we hoe een
cursusdag bij Transfer Solutions in elkaar zit. Wijnand van Riel begint met de basics van Oracle Spatial: van geodata naar kaart. Met andere woorden: hoe kom je van een kreet in programmeertaal naar een mooie presentatie in Oracle Mapviewer. Van Riel spreekt verder over SDO_GEOMETRY, het datatype van Oracle Spatial. Verder komt aan bod het laden van geodata in Oracle Spatial. Of het nu gaat om ESRI-, Intergraph-, Bentley-, MapInfo- of Autodesk-data, dit geschiedt met behulp van Safe FME, de ‘Feature Manipulation Engine’ voor het omzetten van formaten, GIS-functionaliteit en coördinaattransformatie. Metadata en Spatial Data Model Ellen Bökkerink is DBA, oftewel DataBase Administrator. Zij gaat onder meer in op het Spatial Data Model en Spatial Indexen. Praktische probleempjes, zoals de Nederlandse schrijfwijze van duizendtallen met een punt, wisselt ze af met een demonstratie over het creëren van een SDO_GEOM_METADATA, oftewel het vastleggen van metadata. Ook in de andere lezingen wordt eerst de GIS-basiskennis uitgelegd voordat een abstract onderwerp onder de loep wordt genomen. Handig, want wat zijn ook alweer de verschillen tussen een geometrie-, raster-, topologie- en een netwerkmodel? Zo wordt een informatieve bijeenkomst bij Transfer Solutions een mengeling van bestaande kennis ophalen en het opdoen van nieuwe feiten rond Oracle Spatial. Tijdens meerdaagse cursussen, eveneens in Leerdam, worden de concepten van Oracle Spatial uitgelegd. Ook deze cursus combineert Nederlandse praktijkvoorbeelden en ‘hands on’-opgaven met een theoretisch fundament. Remco Takken (
[email protected]) is hoofdredacteur van GIS-Magazine. De eerstvolgende cursus Oracle Spatial wordt gegeven op 26-28 februari 2007. Meer informatie is te vinden op: www.transfer-solutions.com.
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 17
dg DIALOG Topografie
Speelt Bart van der Lely
u al met Productmanager
open Grontmij GIS en ICT
kaart?
De topografische basiskaart heeft een centrale rol binnen de informatievoorziening. Zij vormt de grondslag voor o.a. de basisregistraties en beheerkaarten. Aan de opbouw, het beheer, de structuur en de toegankelijkheid van de basiskaart worden hoge eisen gesteld. Met dg DIALOG Topografie biedt Grontmij een complete applicatie voor de opbouw en het beheer van de topografische basiskaart. Een oplossing die in elke organisatie zijn waarde bewijst.
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 18
GIS
Je richting zoeken in gekleurde geoloketten
N a t u u r, o n d e r g r o n d , r u i m t e o f g e Door: Guido van den Heuvel
We barsten in Nederland van de geografische informatie, maar die ligt verspreid opgeslagen, in een veelheid van technieken en bestandsvormen. Het landelijke project Geoloketten wil die gegevens ontsluiten. Het project loopt op rolletjes. De kerngroep meldt dat ze halverwege zijn. Binnen een jaar is alle data beschikbaar in Open Standaarden.
1
Spatial Data Infrastructure Geoloketten kan gezien worden als een SDI – een Spatial Bereikbaar Data Infrastructure. Het geheel wordt een open netwerk van Bruikbaar ‘geoservices’. Vooral de ge3 bruikersvraag staat centraal, en Duidelijk niet langer het beschikbare Hanteerbaar aanbod. De deelnemende parBetrouwbaar Be ar sc a tijen werken aan een set van afhik alb ba ta spraken en standaarden waare ar B r Ke door gebruikers vraaggericht, aa nb db aa n i online geo-informatie kunnen r V raadplegen. Op een werkconfe© 2003 Merijn Backx rentie in december werden de Het toegankelijkheidsmodel van Merijn Backx. vorderingen in kaart gebracht. Geoloketten richt zich op de buitenste twee schillen. De resultaten van het project zijn inmiddels te bekijken op eoloketten is een project van het de website www.geoloketten.nl. programma Ruimte voor Geo- Geoloketten ontwikkelt een contentInformatie (RGI) dat zich richt op on- portaal, maar verder is iedereen vrij derzoek en ontwikkeling voor het de ontsloten services in een eigen ontsluiten van geo-informatie, zowel portaal op te nemen. De meerwaarde bij de projectparters als nieuwe partij- van de volgens het Raamwerk been die zich willen aansluiten. Het pro- schikbaar gestelde geo-informatie ject wil geografische informatie vind- komt op termijn beschikbaar in een baar, toegankelijk en bruikbaar ma- nieuwe ‘demonstrator’, genaamd ken. Dat leidt tot standaardisatie en ‘Kwaliteit van de Leefomgeving’. harmonisatie van data. Ontsluiting Het raamwerk vormt het hart van vindt plaats door een gezamenlijke Geoloketten dat de geselecteerde keuze van open standaarden, niet van standaarden beschrijft. Het sluit aan technologie. Die mag iedereen zelf bij het ‘Framework van standaarden invullen onder het motto: vrijheid in voor de Nederlandse GII’ versie 1.1., gebondenheid. Iedere partij die aan gepubliceerd door RAVI. een minimum van standaarden voldoet, kan meedoen als leverancier van Geoloketten halverwege geo-informatie. De standaarden lig- Onderzoek heeft uitgewezen dat een gen vast in het Raamwerk van de grote struikelblokken bij het Geoloketten, dat in nauwe samenwer- opzetten van SDI’s het gebrek aan foking met RAVI Netwerkorganisatie cus is. SDI’s zijn aanbodgericht, rijp voor Geo-Informatie wordt beheerd. en groen door elkaar, en alles op een Organisaties kunnen daar op hun ei- hoop. Door een indeling op thema gen systemen mee aan de slag. met ‘gekleurde loketten’ kan informa-
Bekend
G
18
Januari/Februari 2007-1
2
tie uit meerdere bronnen gericht bekeken worden. Dat brengt een focus aan in het zoekproces. Via een aantal gekleurde loketten kiest een gebruiker zijn zoekrichting. Het groene loket (natuur) bevat data, datasetjes en kaarten van DLG, Alterra, RIVM en het MNP. Het bruine loket (ondergrond) is gevuld met data van TNO. Het witte loket (ruimte) is gevuld met satellietdata en kaartjes. Het rode loket biedt zicht op de gebouwde omgeving. De data komen van Dataland, provincies en het CBS. De loketten worden ontsloten met webservices (webserverapplicaties met SOAP als communicatieprotocol). Op een afwijkend deel van de portal doemen inmiddels de eerste contouren op van het netwerk voor Infrastructuur. De opzet van dit domein is qua techniek wat afwijkend. Een van de eerste partijen die gebruik maakt van de nieuwe gestroomlijnde informatiebron van het rode loket is de dienst ISC van de politie. Ontsluitingstechniek Geoloketten maakt gebruik van de GIS Portal Toolkit. Het is software die ontwikkeld is voor de Amerikaanse ‘GeoSpatial One Stop’ met een eigen interface, webservicetechnologie en een keuze voor Open Standaarden. Dat levert een bijzondere ontsluitingstechniek op. De partners in het project kijken in het dagelijks gebruik niet enkel naar een traditioneel GIS-kaartje; ze tappen webservices af die bewerkt worden in applicaties. Dat stroomlijnt en versnelt het raadplegingsproces. Bij elke zoekactie wordt de vraag eerst ontleed in een keten van services. De Designer, een speciaal ontwikkelde tool, voegt de losse antwoorden samen op het dashboard van de gebruiker. De webservices doen het werk en antwoorden in ‘gewone mensentaal’. Dat scheelt de gebruiker een zoektocht langs een veelheid van verschillende bronnen. Deze oplossing is als prototype beschikbaar. Een fraai
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 19
GIS
of gebouwde omgeving Aan elkaar knopen Bert Vermeij is kernlidteam van Geoloketten. Hij zegt: “Het is absoluut een uitdaging om alle technieken aan elkaar te knopen. De eerste zes maanden hadden we nodig om technisch te levellen met de Technologie mag iedereen zelf invullen onder het motto: vrijheid in vijftien partners. We gebondenheid. komen nu echt op stoom. voorbeeld op de site is de case ‘bier- In de praktijk zijn Open Standaarden brouwen langs een toeristische route’. vaak ‘te open’. Daarom spreken we Op de centrale zoekopdracht naar een onderling af hoe we deze vrijheidsgeschikte vestigingsplaats komt een graden hanteren, maar we gaan ook zesvoudig antwoord terug; de panden verder. Met geld van de derde subsidie Funda aanbiedt, een blik op de ge- dieronde van RGI leggen we een verbouwde omgeving, de grondwatersi- band tussen het RGI-project en de actuatie en de waterkwaliteit ter plaatse tiviteiten van de Rijksoverheid op het gebied van stroomlijning van basisgeen de toeristische routes in de buurt.
gevens. In dit project, ‘Golden Gate’ slaan we met het ICTU een brug tussen Geoloketten en Basisregistraties. Als voorbeeld gaan we kijken hoe we de Gebouwen- en Adressenadministraties breder beschikbaar kunnen stellen met de technieken uit Geoloketten. Het projectvoorstel is goedgekeurd en we gaan ermee aan de slag.”
Guido van den Heuvel (
[email protected]) is freelance schrijver van ICT-artikelen. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.geoloketten.nl.
Tensing is sterk in geografische en mobiele toepassingen in de wereld van GIS en mobiele applicaties. Een team van meer dan 70 specialisten ontwikkelt en levert een variëteit aan producten en diensten. Tensing heeft klanten in uiteenlopende markten zoals Delta Nutsbedrijf, de gemeente Delft, het Kadaster, Heineken, Besam en vele andere overheidsinstellingen en bedrijven. Op het gebied van geoinformatica zijn we onafhankelijk en baseren we onze oplossingen op GIS-technologie van leveranciers zoals ESRI, Intergraph en GE Energy (Smallworld) en op onze eigen technologie.
oplossingen op het gebied van geo-informatica en mobiliteit
• GIS-toepassingen via inter- of intranet • Mobiel GIS • Onafhankelijke geo-consultancy
Tensing T: +31 (0)418 572 800 I: www.tensing.com M:
[email protected]
Januari/Februari 2007-1
19
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 20
Trainingswijzer Bedrijf/trainingsinstituut:
Bedrijf/trainingsinstituut:
www.nedgraphics.nl www.nedgraphics.nl
NedGraphics CAD/GIS Ir. D.S. Tuynmanweg 10 4131 PN Vianen GIS Trainingen: Autodesk MAP MapInfo Professional NedView-applicaties en -koppelingen
NedGeodataManager NedGeodataWarehouse NedBrowser www.mcs-gima.nl
Telefoon cursussen 0347 - 329 625 Telefoon algemeen 0347 - 329 600 E-mail
[email protected] contactpersoon: mevrouw K. van ‘t Reve
Specifieke kenmerken • Voor studenten èn werkenden uit binnen- en buitenland • Voltijds en deeltijd programma • Blended learning = contactonderwijs + afstandsonderwijs • Modules + stage + thesis • Opleiding tot geo-informatie-manager en –specialist Geïnteresseerd?
www.msc-gima.nl
www.intergraph.com
www.infotech-europe.nl of .be
Uw trainingen een heel jaar lang in GIS-Magazine en op www.gismagazine.nl voor slechts € 1200,–
Intergraph Security, Government & Infrastructure – Leren, Bereiken en Groeien Intergraph biedt verschillende cursussen en workshops voor Geospatial toepassingen. Het doel van onze opleidingen is een succesvolle en effectieve implementatie en toepassing van onze producten. Deze omvatten praktisch cursusmateriaal en begrijpelijke documentatie. Onze opleidingen: GeoMedia-GeoMedia Professional-GeoMedia WebMap-GeoMedia voor Developers-GeoMedia Grid-Oracle Spatial-IntelliWhere OnDemand-Plotten met GeoMedia-G/Technologie. Voor meer informatie: Intergraph Benelux B.V., Siriusdreef 2, 2132 WT Hoofddorp Tel: 023-5666616 of e-mail:
[email protected].
De trainingen die ondermeer gegeven worden zijn:
Educating GIS Professionals Worldwide
GPS-training RTK meten GPS-training Post Processed meten GPS-training ESRI-Arcpad GPS-introductiecursus (Geodesie & GIS) Diverse opfriscursussen
www.unigis.nl
[email protected] www.geometius.nl
GeoMETIUS bv geeft op reguliere basis diverse trainingen en workshops in het trainingscentrum in Alphen a/d Rijn.
• • • • •
Master of Science GIMA In de masteropleiding GIMA worden aangeboden: • kennis van en vaardigheden in geo-informatiemanagement: ‘hoe geo-informatie projecten of organisaties te managen’ • kennis van en vaardigheden in geo-informatietoepassingen: ‘waar kan geo-informatie worden toegepast’ • technologische en methodologische geo-informatievaardigheden: ‘hoe geo-informatie toepassen’
Al onze trainingen kunnen volledig op maat en behoefte worden samengesteld zodat een ieder zijn doelstelling(en) hierin zal kunnen behalen.
Postgraduate Certificate, Diploma and Please visit our website: MSc Programme by distance learning providing students with the knowledge and skills necessary to translate management and scientific problems into GIS. For more information please contact us:
www.unigis.nl
Voor meer info bel naar 0172-469610 of mail naar
[email protected]
UNIGIS Amsterdam - Vrije Universiteit 020-598 6099 or
[email protected]
Bentley Institute – Anytime, Anyplace Learning
Voor ieder gebruikersniveau, ongeacht organisatiegrootte of budget, is het eenvoudig om opleidingen te volgen bij Bentley Instistute. Bentley Institute verzorgt Classroom opleidingen op Bentley Institute locaties en OnSite op uw eigen locatie. Ook bieden we honderden uren OnDemand eLearning aan en kunt u gebruik maken van Distance Learning. Bovendien kunnen wij u opleidingen op maat aanbieden. Training subscriptions voor organisaties – Verhoog uw “return on investment” door middel van Bentley LEARN en Enterprise Training Subscriptions. Bentley Institute, Bijenstraat 11, 4105 DX Culemborg, T: 0345 544 744, E:
[email protected]
Nieuwland geeft een breed scala aan Geo-cursussen voor beginners en gevorderden.
www.nieuwland.nl
[email protected] www.bentley.nl
Bentley Institute ontwikkelt en biedt professionele opleidingsprogramma’s waarmee productiviteit en efficiency binnen de organisatie verhoogd wordt. Voor MicroStation en de discipline-specifieke applicaties voor de branches Building, Civil, Geospatial en Plant heeft Bentley Institute diverse opleidingsprogramma’s beschikbaar.
Een greep uit onze cursussen: • GIS-theorie, • Diverse ArcGIS modules (zoals ArcGIS basis, Modelbuilder, GeoDatabases), • Meta-informatie, • Cartografie en grafische presentatie, • Programmeren met VB.NET en ArcObjects, • Oracle Spatial, • MapServer, etc. Ook verzorgen wij maatwerk opleidingen voor uw organisatie. Voor meer informatie bel Margriet Liemburg, tel. 0317-421771 of mail
[email protected]. Zie ook www.nieuwland.nl
www.gisjobs.nl
Vacature plaatsen? Kijk op www.gisjobs.nl
Jobs.nl 20
Januari/Februari 2007-1
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 21
GIS
Kaarten delen via Internet
De workspace binnen MapInfo Sharemaps Door de redactie
Veel organisaties gebruiken MapInfo Professional. Ze maken analyses en willen deze kaarten publiceren voor andere gebruikers. Deze gebruikers willen wel meer functionaliteit dan alleen een statisch plaatje. Ze willen bijvoorbeeld hun complete workspace, het werkgebied dat ze hebben opgebouwd binnen MapInfo Professional, publiceren.
de kaart. Een database kan zowel via een x/y gebied bevraagd worden als met een referentie vanuit de kaart (b.v. een postcode). Tot slot is het mogelijk dynamisch een kaartlaag aan te maken op basis van een externe databron. Dit gebeurt aan de hand van x/y-coördinaten die in de database zijn vastgelegd. De instellingen van deze kaartlaag zijn afzonderlijk in te stellen. Twee soorten gebruikers De applicatie wordt gescheiden door twee soorten gebruikers. Ten eerste de gebruiker die alleen informatie wil opvragen en kaarten wil bekijken/ analyseren. De andere soort gebruiker is degene die de applicatie configureert. Deze gebruiker is in staat om de volgende items te beheren/configureren: Workspaces, X/Y-lagen (dynamisch gekoppelde kaartlaag vanuit een externe databron), databasekoppelingen, thematische kaarten en externe informatie
Scherm met thematische kaart.
Als een organisatie uit veel gebruikers bestaat, dan is de keuze om kaarten te delen via het Internet snel gemaakt. Men zit niet met installaties op ieder werkstation en de kaarten kunnen op één locatie worden opgeslagen. MapXtreme 2005 is in staat om opgebouwde workspaces vanuit MapInfo Professional weer te geven en te manipuleren. Dit kan zowel gebeuren op het Windows-platform als ook op het Internet. Het is een applicatie die is gebouwd met behulp van de System Development Kit MapXtreme 2005. De meest gebruikte opvraagmogelijkheden bieden genoeg interactiviteit om de informatie met elkaar te delen. Workspace toevoegen De applicatie, ShareMaps, werkt op het Internet en kan een workspace
Voor meer informatie over de hier
toevoegen. Per workspace kan de besproken onderwerpen kijkt u op gebruiker een laag definiëren om snel www.mapinfo.nl. te zoeken en de gezochte informatie weer te geven op de kaart. Bij een workspace kunnen, via de applicatie, thematische kaarten worden geselecteerd. Thematische kaarten die al in de workspace zijn opgenomen worden overigens ook afgebeeld. Van iedere kaartlaag is informatie op te vragen (te vergelijken met de InfoTool uit MapInfo Professional). Externe bronnen kunnen gekoppeld worden aan een workspace. Zo is men in staat om databases te ontsluiten via Normaal scherm met zoekgegevens.
Januari/Februari 2007-1
21
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 22
GIS
‘Droogtescanner’ voor waterbeheerders
Z i j n we n u k l a a r m e t d i e ve e n d i j ke Door: Guido van den Heuvel
De veendijken in Nederland zijn de zwakke broeders in onze waterverdediging. Als veendijken te droog of nat worden, neemt hun stevigheid af. Met een nieuwe radiometrietechniek lijken enkele vluchten voldoende om de vochtigheid op en zelfs in de dijk te kunnen vaststellen. Dat is althans de missie van het hightech bedrijf Miramap.
in beeld en worden gecombineerd met bestaande bodemkaarten. Na de eerste vluchten gaven de blauwe, groene en gele plekken in de data de natte plekken weer. Een gedeelte van die natte plekken kunnen kwelplaatsen zijn, dat zijn plekken waar de rivier onder de dijk komt. Ook de plekken met geringere vochtigheidsverschillen komen in beeld. Dat is interessante informatie voor hydrologische modellen, maar ook om dijkdoorbraken te voorkomen. In Wilnis was bijvoorbeeld de dijk te droog en te licht, waardoor hij weg schoof. Natte dijken lijken wellicht zwaar en stevig, maar deze kunnen op hun beurt breken door het eigen gewicht. Droogte en hoogtevariaties De droogtescanner wordt ingezet vanuit Miramaps tweemotorige vliegtuig, dat tegelijkertijd ook luchtfotografie en laseraltimetrie uitvoert. Door deze
De droogtescanner van Miramap meet en verwerkt drie grondlagen tegelijk.
O
p 11 oktober 2006 ging voor het eerst een vliegtuig de lucht in om de kwetsbaarheid van veendijken in Nederland te meten. Het was een proef van Rijkswaterstaat en het bedrijf Miramap die een ‘droogtescanner’ ontwikkelde voor waterbeheerders in Nederland. Het bedrijf Miramap is een business incubatee van de European Space Agency (ESA) in Noordwijk en maakt gebruik van de laatste ruimtevaarttechnieken. Volgens het opdrachtgevende ministerie draait alles om tijdwinst en nauwkeurigheid.
22
Januari/Februari 2007-1
Radiometrie Miramap gebruikt een vliegtuigscanner die elektromagnetische straling van de grond meet met behulp microgolf-radiometrie. Het is in feite een passieve radar die gecombineerd wordt met thermografie. Het bemande vliegtuig vliegt normaal op driehonderd meter hoogte. De droogtegegevens worden gekoppeld aan GPS en bestaande bodemdata van bijvoorbeeld Rijkswaterstaat of waterschappen. De scanner meet en verwerkt drie grondlagen tegelijk (zie scannerconfiguratie) waardoor droogtevariaties van op en in de bodem snel en gebiedsdekkend in kaart worden gebracht. De droogtescanner van Miramap is gevoelig voor de hoeveelheid vocht in de bovenste grondlagen. Hoe vochtiger een dijk, hoe minder elektromagnetische straling. Hoe droger een dijk, hoe meer elektromagnetische straling. Alle droogtevariaties in en rondom een dijk komen zo helder
Miramap Het bedrijf Miramap was genomineerd als meest innovatieve venture bij Holland Innovation. Het bedrijf maakt gebruik van een tweemotorig vliegtuig dat speciaal is aangepast voor dit nieuwe product. Het bedrijf is opgezet door de Delftse geodeet Roland Haarbrink. Tijdens een project voor de Amerikaanse Rijkswaterstaat (United States Army Corps of Engineers) vloog hij met een Cessna laag over de oevers van de Mississippi. Door zijn metingen te koppelen aan positiegegevens van een GPS, maakte hij zeer nauwkeurige ondergrondse waterkaarten. Haarbrink: “We konden daar de ondergrondse bodemvochtigheid bepalen. Ook de resolutie was hoog; één meetwaarde voor een gebiedje van vijf bij vijf meter. Mijn veronderstelling dat dat wel eens goed genoeg kunnen zijn om droge plekken in veendijken op te sporen, lijkt nu uit te komen.” De crew van Miramap maakt in het normale vliegseizoen ook luchtfoto's en laseraltimetrievluchten.
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 23
GIS
d i j ke n . . . ?
Radiometrie is een passieve techniek in het microgolfbereik om te kijken naar de stabiliteit van dijken; wanneer breekt de dijk door droogte of verzadiging? Miramap kan nu beide technieken simultaan inzetten waardoor waterbeheerders een compleet plaatje voor zich krijgen.”
combinatie is het mogelijk om in een opname zowel de droogte- als hoogtevariaties te meten in grote gebieden. Voor kleinere gebieden heeft Miramap een ‘onbemande’ helikopter ontwikkeld. Die kan handmatig of automatisch worden bestuurd. In de automatische mode volgt het systeem een vooraf gepland vliegplan en keert het vanzelf weer terug naar de startpositie. Op termijn wordt ook deze onbemande helikopter voorzien van een (kleinere) droogtescanner. Verwacht wordt dat de nieuwe techniek ook het effect van be-
paalde ingrepen in kaart kan brengen. Hiervoor zijn herhaalde opnamen nodig over de betreffende gebieden. Aanvulling bestaande technieken Miramap ziet de nieuwe techniek als een aanvulling op bestaande technieken als laseraltimetrie. Ir. Roland Haarbrink van Miramap: “De technieken vullen elkaar uitstekend aan. Laseraltimetrie is een actieve, optische techniek om te kijken naar de hoogte van de dijken, bijvoorbeeld; wanneer stroomt het water over de dijk?
Ruimtevaart en ESA De droogtescanner is gebaseerd op ruimtevaarttechniek, vergelijkbaar met ESA’s ‘Soil Moisture and Ocean Salinity’ (SMOS). Deze satelliet wordt volgend jaar gelanceerd om de vochtveranderingen van de hele aarde op te meten. Haarbrink: “Bij satellieten heb je pixels van vele kilometers. Ik gebruik dezelfde apparatuur op lagere hoogten om zo variaties in bodemvochtigheid van kleinere gebieden gedetailleerd in kaart te brengen. Binnen 24 uur hopen we de meetgegevens door te kunnen seinen aan de waterschappen. Die kunnen de dijk natspuiten, of hem plaatselijk te verstevigen met zand.”
Guido van den Heuvel (
[email protected]) is freelance schrijver van ICT-artikelen. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.miramap.com. Januari/Februari 2007-1
23
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 24
Tips & Tricks
Uitproberen zonder inktverspilling
Kaar ten afdrukken naar een PDF- be Door: Egge-Jan Pollé
In de rubriek Tips & Trucs geven GIS-trainers en docenten enkele van hun meestgebruikte handigheidjes weg. In deze aflevering legt Egge-Jan Pollé uit hoe je papier bespaart met een PDF-printer.
S
Afdrukken. CutePDF Writer voegt een ‘printer’ toe, die u kunt selecteren vanuit elke Windows-applicatie die een printfunctie heeft. In plaats van de melding dat de opdracht naar de printer is verstuurd, krijgt u een dialoogscherm waarin u de bestandsnaam voor uw PDF-document op kunt geven.
tel u heeft een afdruk gemaakt van de resultaten van uw geografische analyse. U loopt naar de plotter om uw print op te halen. Pas bij het bekijken van deze kleurenafdruk bedenkt u dat het misschien beter is om de tekstlabels aan te zetten. En eigenlijk moet de laag met eigendomsgrenzen uit voor een rustiger kaartbeeld. U maakt een tweede afdruk, weer full colour, om te constateren dat de schaal (1:1486) netjes afgerond had moeten worden. U durft bijna geen derde afdruk te maken, omdat u bang bent weer iets over het hoofd te zien. Kortom: bij de cartografische afwerking van uw product zou het best handig zijn om eerst wat zaken uit te proberen, maar zonder inkt en papier te verspillen. Hiervoor kunt u gebruik maken van een PDF-printer. Inderdaad: daarmee print u niet rechtstreeks naar een vel papier, maar naar een PDF-document.
Adobe Reader. Een kaart met de spreiding van de bevolkingsdichtheid per gemeente op 1 januari 2005. Deze afdruk is gemaakt vanuit NedView Pro, een GIS-pakket dat bij veel Nederlandse gemeenten in gebruik is. 24
Januari/Februari 2007-1
Pagina 25
DF- bestand Met CutePDF Writer maakt u met één druk op de knop professionele afdrukken van uw kaartmateriaal. U kunt nu uitgebreid experimenteren met de cartografische en thematische mogelijkheden van uw GIS-systeem. Denk hierbij aan zaken als de kleurstelling, de hoeveelheid informatie en de combinatie van thema's in de kaart. Maar ook met de locatie van de hoekstempel en de legenda, de schaal van de kaart en het papierformaat kunt u testjes doen. Met Adobe Reader kunt u tot 6400% inzoomen op een document, zodat u de details van uw plot nauwkeurig kunt controleGeavanceerde opties - CutePDF Writer gedraagt zich ren om ze vervolgens eventueel te als een echte printer. U kunt dus ook verschillende corrigeren in een nieuwe afdruk. papierformaten kiezen: maak eens een thema-kaart op Maak ook eens een afdruk in ISO A0-formaat! zwart-wit met CutePDF Writer: komt de boodschap die u met uw kaart wil overbrengen nu nog correct Adobe: de facto standaard Het Portable Document Format van over? Adobe is de de facto standaard voor Conclusie: met een eenvoudige, gratis de veilige en betrouwbare versprei- tool als CutePDF Writer kunt u als ding en uitwisseling van digitale do- GIS-professional de cartografische cumenten wereldwijd. Iedereen kan afwerking van uw informatieproducPDF-documenten lezen met de gratis ten sterk verbeteren! (En, o ja, met verkrijgbare Adobe Reader (www.ad- CutePDF Writer kunt u natuurlijk ook obe.com/nl/products/acrobat/read- printen vanuit andere programma's: step2.html). Begin december 2006 is Word, Excel, Paint...) er een gloednieuwe versie van dit leesprogramma vrijgegeven: Adobe Reader 8. De Nederlandstalige variant van deze versie is sinds begin 2007 beschikbaar. Hoe komt u aan een PDF-printer? Er zijn op Internet verschillende programmaatjes te vinden. Hier wordt CutePDF Writer van CutePDF (www.cutepdf.com/) aanbevolen. CutePDF Writer is ‘freeware’ en is dus geheel gratis. U kunt het programma downloaden vanaf de volgende locatie: www.cutepdf.com/ Products/CutePDF/writer.asp. Let op: de ‘printer’ bestaat uit twee onderdelen, die u beide moet downloaden en installeren: CuteWriter.exe, versie 2.61 en converter.exe, versie Egge-Jan Pollé (
[email protected]) is GPLGS8.15. consultant bij NedGraphics CAD/GIS B.V.
4ERRA-ETRIUS GRENSVERLEGGEND IN
'EODESIE
-AATVOERING
')3
WWWTERRAMETRIUSNL
10:36
4OLWEG ,- "AARN 4EL &AX % MAIL INFO TERRAMETRIUSNL
25-01-2007
"ENT U GEtNTERESSEERD IN EEN UITDAGING BIJ 4ERRA-ETRIUS +IJK DAN OP ONZE WEBSITE
prod_GISM_01-2007
-ET ERVAREN PERSONEEL IS 4ERRA-ETRIUS UW PARTNER VOOR ZOWEL UITVOERENDE ADVISERENDE ALS MANAGEMENT WERKZAAMHEDEN (IERIN IS DE NAUWE SAMENWERKING MET DE KLANT MAATGEVEND VOOR EEN OPTIMAAL RESULTAAT "EL ONS VOOR MEER INFORMATIE OF KIJK OP ONZE WEBSITE
4ERRA-ETRIUS MAATGEVEND EN GRENSVERLEGGEND
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 26
Data-Inwinning
LogicaCMG wint contracten voor software-ontwikkeling voor Galileo LogicaCMG gaat veiligheidskritische software ontwikkelen voor Galileo, het Europese civiele satellietnavigatiesysteem. Daartoe heeft LogicaCMG drie nieuwe internationale contracten gewonnen met een waarde van zeven miljoen euro. De software wordt geleverd aan GMV, verantwoordelijk voor de IPF (Integrity Processing Facility) en de OSPF (Orbit Synchronisation Processing Facility), onderdelen van het Ground Mission Segment van Galileo. Binnen het eerste contract ontwikkelt LogicaCMG de real-time controle en
besturingssoftware voor OSPF en IPF. De tweede overeenkomst is gericht op de ontwikkeling en implementatie van integriteitsalgoritmen voor IPF, de veiligheidskritische kern van Galileo. De IPF verwerkt informatie van Galileo Ground Sensor stations door de hele wereld en verifieert of de signalen die de Galileo-satellieten uitzenden voldoen aan de nauwkeurigheidseisen. Als onderdeel van beide contracten ontwikkelt LogicaCMG alle operationele software voor de IPF en een groot deel van de operationele software van de OSPF. Binnen het derde
OmniSTAR introduceert 8305HP-ontvanger De OmniSTAR 8305HP ontvanger kan worden ingezet voor toepassingen van landbouw tot survey en van wegenbouw tot luchtvaart. De 8305HP vervangt de 8300HP, heeft standaard 5Hz positie-update rate en voldoet aan de RoHS-eisen. In combinatie met de specifiek afgestemde 702L-antenne en een OmniSTAR HP+ abonnement, levert de 8305HP wereldwijd real-time
decimeter nauwkeurigheid. De antenne kan op een survey-paal met een magneetvoet of met 5/8 UNF schroefbevestiging. De surveypaal en magneetvoet zijn optioneel bij OmniSTAR verkrijgbaar. Ook is een ‘op maat gemaakte’ ontvangerbundel te bestellen. www.omnistar.nl
Nieuw adres Leica Geosystems BV Leica Geosystems BV is verhuisd. In Wateringen heeft Leica Geosystems op een oppervlakte van 732 vierkante meter onder andere de beschikking over een groot magazijn, een professioneel Technisch Service Center, moderne support- en trainingsfaciliteiten en ruime parkeergelegenheid voor deklanten. Het voltallige Leica Geosystems-
team is inmiddels verhuisd en is bereikbaar op het nieuwe adres: Leica Geosystems BV, Turfschipper 39, 2292 JC Wateringen. Tel: 088 - 0018 000, Fax: 088 - 0018 088. www.leica-geosystems.com
Trimble R6 GPS De Trimble R6 is een multikanaals en multifrequentie GPS-ontvanger, gecombineerd in één compacte antenne-unit. Optioneel kan R-Track-technologie worden toegevoegd voor Glonassontvangst. De Trimble R6 is bedoeld voor diverse landmeetkun26
Januari/Februari 2007-1
dige applicaties, zoals topografische, kadastrale metingen en uitzetten. Het systeem is uitstekend te gebruiken in een RTK-netwerk, zoals 06GPS, of in combinatie met een eigen basisstation. Deze lichtgewicht ontvanger werkt dankzij Bluetooth volledig kabelloos en is te gebruiken als base en als rover. www.geometius.nl
contract ontwikkelt LogicaCMG samen met Skysoft, dochterbedrijf van GMV, een integratie- en verificatieplatform dat nodig is om het verwerkingsproces van navigatie-informatie binnen IPF en OSPF te testen. LogicaCMG is al meer dan tien jaar betrokken bij Galileo en Egnos. Een recent voorbeeld is de aanbesteding van een contract van zes miljoen euro voor het realiseren van op Galileo gebaseerde toepassingen voor locatiebepaling. www.logicacmg.com/nl
Leica SmartPole voor nonstop meten met dynamische standplaatsbepaling Met de Leica SmartPole worden de coördinaten en de oriëntatiepunten, tijdens de opmeting met een GPS of TPS, dynamisch bepaald. Het is niet nodig om vooraf naar grondslagpunten te zoeken, om dan vervolgens nog de oriëntatiepunten en daarna de detailpunten te meten. Veelhoeksmetingen zijn niet meer nodig. Nieuwe coördinaten en oriëntatiepunten worden met SmartPole GPS bepaald, de standplaatsbepaling wordt autonoom met een TPS uitgevoerd. Zodra de TPS-standplaatscoördinaten bekend zijn, worden de meetpunten automatisch bijgewerkt. Als GPS wordt belemmerd door obstakels in de lucht, kan TPS toegepast worden. Mocht TPS door gebrek aan onderling zicht niet bruikbaar zijn dan is er nog GPS beschikbaar. Leica SmartPole is compatibel met het Leica Systeem 1200 en combineert het high-end Total Station met RTK GPS. Één GPS-antenne kan samen met een TPS1200 gebruikt worden als een SmartStation, of met een RX1250 controller als een SmartRover, of samen met een 360 graden prisma en RX1250 controller als een SmartPole. www.leica-geosystems.com
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 27
Leica SmartPole Non-stop meten met “On-the-Fly” standplaatsbepaling
Conventionele stelling: uw meting moet beginnen met het bepalen van de standplaats. Vanaf heden niet meer, dankzij de Leica SmartPole! Stelt u zich eens voor dat u eenmaal op het terrein aangekomen onmiddellijk op een productieve en rendabele manier aan de slag kunt. Met SmartPole, hoeft u niet meer vooraf naar controlepunten te zoeken. Dankzij de unieke GPS/TPS-mogelijkheden van SmartPole, kan ieder willekeurig punt - onafhankelijk van de volgorde waarin het gemeten wordt - als controlepunt worden gebruikt en geschiedt de bepaling van de standplaats “on-the-fly” tijdens de meting. Onze unieke database herberekend automatisch al de reeds gemeten punten zodra de standplaats bepaald is. Dat is nog eens een echte "Smart" standplaats!
Leica Geosystems BV The Netherlands www.leica-geosystems.com/smartpole
De Leica SmartPole heeft nog een andere zeer interessante eigenschap: de onmiddellijke overschakeling tussen GPS en TPS. Hiermee zijn zowel TPS als GPS ten allen tijde beschikbaar zodat ieder punt altijd gemeten kan worden. Als GPS wordt belemmerd door obstakels in de lucht... – gebruikt u TPS..., als er geen onderling zicht beschikbaar... – gebruikt u GPS. SmartPole is zeer licht van gewicht en vult het Leica Systeem 1200 aan met talrijke bijkomende eigenschappen. Voor meer informatie en/of een demonstratie: Tel: 088 0018000 E-mail:
[email protected]
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 28
Data-Inwinning
Topcon’s FC-200 veldcomputer Topcon Europe Positioning B.V. presenteert een nieuwe lijn veldcomputers: de FC-200. Voortaan zijn alle reguliere kantoorfuncties beschikbaar in het veld. De Topcon veldcomputers plaatsen de snelheid van een desktopcomputer in de handen van de landmeter. Dankzij een mobiele verbinding met het internet kan de gebruiker e-mails sturen vanuit het veld. Landmeters kunnen zo veel tijd be-
sparen op hun werk en zijn verlost van data-transfers aan het einde van de dag. De makkelijk te vervangen accu's garanderen 20 uur ongestoord werken. De FC-200 wordt geleverd met een ingebouwd Windows CE besturingssysteem. De gebruiker kan zo vele bekende Windowsprogramma's in het veld gebruiken, zoals: Microsoft Wordpad, Microsoft Explorer, Microsoft Media Player en de Internet Explorer. Een helder, kleuren touchscreen maakt de meetdata makkelijk toegankelijk en ook in de volle zon goed te lezen. Door de Topcon FC200 aan te sluiten op een mobiele telefoon is het Internet direct toegankelijk.
De gegevens zijn toegankelijk via één van de twee kaartingangen, Compact Flash- en SD Media-ingangen zijn aanwezig. Verder maken USB of Bluetooth het mogelijk om met een ander apparaat te communiceren. De FC-200 is gesealed en daardoor stofen waterdicht. De robuuste behuizing maakt de veldboeken schokproef; ze zijn bestand tegen een val van één meter hoogte. Standaard kenmerken van de FC-200: Optionele snap in RS-1 2.4 GHz radio module, WiFi compatibel. Er zijn twee geheugen opties: 256MB of 512MB, 520 MHz Intel XScale processor. www.topcon.eu
Sokkia GSR2700 ISX geïntegreerd GNSS-systeem
De GSR2700 ISX is de laatste in de reeks Sokkia GPS-instrumenten, met een geïntegreerde, triple-frequencyontvanger met de mogelijkheid voor
GPS en Glonass. De ontvanger biedt 72 universele kanalen. Naast de mogelijkheid tot ontvangst van Glonass-signalen ondersteunt de GSR2700 ISX ook de nieuwe GPS L2cand L5-signalen. Verbeteringen omvatten de RTK-prestaties, GPS-netwerkondersteuning met GSM en GPRS/NTRIP en meerdere Bluetooth aansluitmogelijkheden. Het systeem is kabelvrij en functioneert in
in base- en rover-modes. De ontvanger heeft een uitgebreid display-panel en is zover bekend de enige in zijn soort met een audiosignaal voor statusnotificatie in het veld. Deze berichten zijn verkrijgbaar in verschillende talen en als algemene tonen. Dankzij een stevige behuizing op magnesiumbasis is de GSR2700 ISX beschermd tegen water en stof en is bestand tegen valpartijen tot een meter. Ook is de ontvanger milieubewust (loodvrij) ontworpen, in overeenstemming met de Europese RoHS eisen. www.sokkia.net
120.000 punten per seconde maakt het mogelijk dat een scan, afhankelijk van de gekozen resolutie, slechts enkele seconden duurt. Een complete ruimte kan hiermee in circa twintig seconden worden vastgelegd. De minimale afstand tot het object van 0,6 meter vertegenwoordigt niet alleen het meest optimale bereik van alle laserscanners op de markt, maar maakt het tevens mogelijk in een zeer enge omgeving te scannen. Ook het grote gezichtsveld (field of view) van 360 graden bij x 320 graden (horizontaal x verticaal) biedt een grote dekking van de vast te leggen ruimte. Wanneer de
scanner op een hoog statief wordt geplaatst, kan de scanner een groter gebied onder de scanner vastleggen. Het moduleconcept kan de inrichting aan veranderende eisen aanpassen worden, van de toevoeging van de lange-afstandsmodule, de opbouw van een kleurencamera of aansturing door een PDA. Met het gewicht van 14,5 kg is transport in een rugzak mogelijk. De aansturing verloopt draadloos via de PDA en de PC-verbinding via WLAN verbinding, wat werken met een grote afstand tussen de PDA/PC en de scanner mogelijk maakt. www.faro.com
FARO Laserscanner LS Zacht brommend, gelijkmatig roterend om de eigen as met daarbij een spiegel die snel draait, zo kan men de laser scanner van FARO aan het werk omschrijven. De hoge resolutie van maximaal 470.000 x 40.000 punten waarborgt de exacte vastlegging en reproductie van de kleinste details, ook uit grotere opnames. De scansnelheid van
28
Januari/Februari 2007-1
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 29
Data-Inwinning
Touchscreen in combinatie met toetsen
Je voelt je beter met een SRX Door: Hans Vos
Wat hebben Japanners met Fransen gemeen? Niet veel, maar in dit geval wel de benaming van hun producten. Bij het Franse automerk Peugeot staat de SRX voor de luxe-uitvoering en dat hebben de Japanners vast en zeker ook zo bedoeld. SRX betekent bij Sokkia’s nieuwste robotic total station één en al luxe.
De ingebouwde camera voorkomt dat het station andere reflecterende voorwerpen (zoals auto’s) volgt. Soms vraag je je af waar het allemaal is ingebouwd.
Sokkia
liep op het gebied van robotic total stations mogelijk enigszins achter. Feit is wel dat met de nieuwe SRX deze vermeende achterstand in één klap is goedgemaakt en meer dan dat. Alle technieken zijn nieuw en dat begint al direct bij de RED-tech EX EDM (Electronic Distance Meter) die met faseverschilmeting de afstanden nauwkeurig registreert, ook op de korte afstand. Voor metingen in de bouw, waar vaak gemeten wordt met kortere afstanden, is het prettig om te weten dat het wel goed zit met de nauwkeurigheid. Men kan met de SRX-metingen vanaf
30 cm uitvoeren. De SRX maakt gebruik van een zichtbare ‘klasse 3’ laser, niet alleen om de uiterst handige pointer aan te sturen, maar ook voor het uitvoeren van de meting, uiteraard zonder gevaar voor de ogen. Men kan bij de SRX kiezen voor metingen met of zonder reflector. Het voordeel bij het gebruik van de methode met reflector is dat er een bredere bundel wordt gebruikt, waardoor belemmerende zaken als blaadjes minder effect hebben op de signaalsterkte. De SRX volgt de landmeter met groot gemak dankzij de laserfan. Het systeem zoekt eerst naar de laserfan van de zogenoemde Remote Control Unit en vervolgens naar het prisma. Daarna is het systeem in staat het prisma snel en goed te volgen. Het apparaat heeft ook nog enkele bijzondere slimmigheidjes
waaruit je kunt merken dat de mensen van de fabriek, ook al staat die aan de andere kant van de wereld, regelmatig contact hebben over alle zaken rondom hun producten. Bijna wekelijks wordt er door ‘Nippon’ bij de Hollanders in Almere geïnformeerd naar wensen en behoeften van de klanten. Één van de problemen bij alle digitale apparatuur is het stroomverbruik wanneer de energie door accu’s geleverd moet worden. Sokkia bespaarde op energie doordat de total station altijd de kortste hoek draait naar het object. Hierdoor wordt minder beslag gelegd op de accu door onzinnig gedraai van de tachymeter. Een andere verbetering uit de praktijk is de plaatsing van de knop voor het handmatig (maar servo-ondersteund) bedienen door de landmeter. Deze zit aan de rechterkant en is daarmee handig te bedienen. Zo zit er aan de voorkant ‘dezelfde’ bedieningsknop, gelukkig niet excentrisch maar precies waar deze knop hoort te zitten, namelijk in het midden. Bediening van de knop verstoort de instelling van het instrument dus niet. Herhalingsmetingen Een andere extra optie is ‘AutoPointing’ waarmee stickers en prisma’s automatisch kunnen worden opgezocht en gemeten, een mooie toepassing voor bijvoorbeeld het monitoren van objecten. Bij het uitvoeren van de herhalingsmetingen hoeft men zich geen zorgen te maken over standaardafwijkingen voor het opnieuw aanrichten van het meetmerk, meer flexibiliteit dus bij het inzetten van verschillende landmeters voor dit soort klussen. De bediening van het instrument sluit geheel aan op het alledaagse gebruik van computers, digitale agenda’s en dergelijke. Het werken met touchscreen en stylus, in combinatie met de toetsen, het platform Windows CE is prettig en behoeft weinig uitleg. Handig is de statusbalk die op elk moment de informatie met betrekking Januari/Februari 2007-1
29
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:36
Pagina 30
Data-Inwinning
Het kleurendisplay van de Sokkia SRX heeft een nachtinstelling voor de duistere metingen...
tot het instrument weergeeft. Het menu is overigens geheel naar eigen wens in te stellen door de ‘modulaire’ opbouw ervan. Mocht het standaardlettertype niet bevallen dan is het instellen van andere lettertypes mogelijk. Niet minder handig is het kleurendisplay, met nachtinstelling voor de duistere metingen, waarop alle meetresultaten worden gevisualiseerd. Variatie in dataopslag De communicatie van de SRX met de ‘buitenwereld’ is een sterk staaltje (state of the art) technology die op een handige wijze is geïntegreerd. Zo kan voor de dataopslag en –datainvoer gebruik worden gemaakt van SD-cards, Compact Flash cards, USB sticks, USB-kabelverbindingen, seriele kabels en blue-tooth verbindingen (tot 300 meter!). Maar ook kan een directe verbinding met kantoor (of anderen) worden gelegd door de koppeling van het instrument aan een mobiele telefoon middels SFX-technologie (Sokkia Field eXpress) en daarmee kunnen bestanden rechtstreeks door de landmeter naar kantoor worden gestuurd of zelfs worden ontvangen, daarbij gebruikmakend van e-mailadressen. 30
Januari/Februari 2007-1
Relaxed Uiteraard dient bij het gebruik van een reflectorloze afstandmeter er door de landmeter op worden toegezien dat het instrument wordt of is verstoord. Sokkia maakt het de landmeter gemakkelijk door de belangrijkste info van het instrument ook afleesbaar te maken op de datacollector ofwel Remote Control Unit. De landmeter kan dus op deze Remote Control Unit zelfs aflezen of ‘de bel scheef staat’. Wil je snel verder met je meting dan zorgt het quick-lock mechanisme ervoor dat de landmeter zijn spulletjes snel kan oppakken en op weg kan gaan naar de volgende meting, tijdwinst dus. De levensduur van de batterij (10 uur) en het 360 graden prisma (zonder verticale offset) maken een meetdag een stuk meer relaxed. Soms vraag je je af waar het allemaal is ingebouwd. Het geheel blijft compact en uit het gewicht is ook niet af te leiden dat Sokkia er ook een camera inbouwde, die voorkómt dat het station andere reflecterende voorwerpen (zoals auto’s) volgt. De camera herkent namelijk het prisma. Water- en stofdicht Het is echter niet alleen techniek wat het oog streelt, ook de blauw-grijze
outfit mag er wezen. Het is niet alleen mooi maar ook water- en stofdicht want de SRX behoort tot de IP64 klasse, zelfs mèt het gebruik van de kabels. IP64 betekent uitstekende kwaliteit, meestal wordt niet hoger gescoord dan de IP54 klasse. Aan het milieu werd ‘en passant’ ook nog gedacht, er bevindt zich geen lood in de technische delen en daarmee wordt rekening gehouden met de internationale ROHS afspraken op dit gebied (Restriction of Hazardeous Substances). ‘Alles is verbeterd en vernieuwd’, zeggen de mensen van Sokkia en ik geloof dat dit niet overdreven is. Het geheel ziet er gelikt uit zodat je waarschijnlijk met zekerheid kan stellen dat de landmeter zich beter zal voelen met een SRX... maar dan wel één van Sokkia.
Hans Vos (
[email protected]) is oud-hoofdredacteur van GIS-Magazine en is werkzaam bij Tablin en Geo-Audit. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.sokkia.net.
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:03
Pagina 31
Data-Inwinning
Review Magellan ProMark-3
Drie GPS-oplossingen in één Door Huibert-Jan Lekkerkerk
In het najaar van 2005 lanceerde Magellan (het vroegere Thales Navigation) de nieuwste variant in de ProMark-serie; de ProMark3. Belangrijkste verschil met de ProMark2: de toevoeging van submeter GIS-capaciteiten. Is zo’n gecombineerde oplossing nu een voordeel in het dagelijkse gebruik of hindert het de gebruiksvriendelijkheid? De ultieme toets: een survey van een modern observatorium á la Stonehenge.
Complete Magellan ProMark-3 set.
Precisie Centimeter submeter meter
Toepassing Landmeten GIS GIS
Techniek carrier-fase dGPS postprocessing met basisstation codefase dGPS postprocessing met basisstation real-time WAAS / EGNOS zonder basisstation
ProMark3 meetmethoden
Drie meetmethoden Omdat het moeilijk is een systeem daadwerkelijk te testen zonder een echte testbank zal dit onderzoek zich Aantal kanalen Horizontale precisie in statische mode Vertical precisie in statische mode Batterijduur Interface Opname frequentie Afmetingen (ontvanger) Gewicht (ontvanger + antenne)
vooral richten op het dagelijks gebruik van de ProMark3. Als gevolg daarvan is er veel aandacht geschonken aan de bij het systeem behorende 14 (14 satellieten op L1) (1σ, m) 5 mm + 1 ppm (1σ, m) 10 mm + 1 ppm 6-8 uur op een interne, vervangbare batterij Bluetooth, USB (host & slave), SDkaart Tot 1 Hz B: 195 x L: 90 x H: 46 mm 0.48 kg + 0.45 kg
ProMark3 eigenschappen zoals opgegeven door Magellan (ppm = parts per million = mm / km bereik).
software en de user-interface. In de tabel direct onder de foto zijn de drie beschikbare meetmethoden te zien. Zowel de centimeter als de submetermode zijn getest. De onderzochte set bestond uit twee identieke ProMark3systemen, waarbij ieder systeem een ontvanger, geodetische antenne en diverse accessoires bevatte zoals een batterijlader, kabels en software. Daarnaast was een zogenaamde kinematische balk meegeleverd, bedoeld om in de centimeter-mode te gebruiken. Om het een en ander goed te kunnen testen had Magellan Nederland een statief, houder en jalon meegeleverd. Beide sets waren direct klaar voor gebruik en behoefden geen verdere installatie. Algemene indruk De geleverde materialen voelden en zagen er kwalitatief goed uit. De ontvanger zelf is relatief groot en voelt wat oncomfortabel aan wanneer deze als handontvanger wordt gebruikt. Aangezien er bij het meeste postprocessing werk echter vanaf een jalon gemeten zal worden, voldoet het systeem verder prima. De ontvanger had een groot kleuren LCD-scherm dat aanraakgevoelig was en wordt bediend met een stylus en een klein, numeriek, toetsenbord. De stylus zag er uit als een gewone balpen, waardoor deze eenvoudig was vast te houden, zelfs met handschoenen aan. Omdat er geen opbergruimte in de ontvanger is voor de stylus, is er een grote(re) kans op verlies. Magellan lijkt dit ook te beseffen en levert met iedere set twee stylussen mee. De ontvanger is waterdicht en schokbestendig, waardoor deze ideaal is voor buitenwerk. Verder is er een ingebouwde antenne die gebruikt kan worden wanneer stand-alone gemeten wordt zoals bij verkenningen en/of GIS-werk. Voor meer secuur werk kan een externe (geodetische) antenne aangesloten worden. De communicatie met de PC verloopt via een externe I/O-module die bij het Januari/Februari 2007-1
31
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:03
Pagina 32
Data-Inwinning
Initialisatie met beide antennes op de kinematic balk.
Base en rover set-up bij het observatorium Robbert Morris.
meetwerk losgekoppeld wordt van de ontvanger en op kantoor kan achterblijven. Volgens de brochure kan er verder nog een aparte externe voeding worden aangesloten op de ontvanger zodat deze als permanent basisstation ingezet kan worden bij langdurige metingen.
Postprocessing versus real-time Tijdens het uitpakken vroeg ik me af waarom iemand een postprocessing systeem zou willen kopen in plaats van een real-time variant. Met een real-time systeem kan de kwaliteit van de meting direct beoordeeld worden en zijn de resultaten van de meting di-
Observatorium Robert Morris Het observatorium is een voorbeeld van de zogenaamde landschapskunst en is oorspronkelijk ontworpen voor een tentoonstelling in Sonsbeek in 1971. Het is in essentie een moderne versie van Stonehenge. Het is zodanig ontworpen dat de waarnemer, wanneer deze exact in het midden van het observatorium staat, de zon door een opening in één van de drie vizieren ziet die de equinox en zonnewende aangeven. Het observatorium is in 1977 herbouwd nabij Lelystad en werd in 1985 gekozen als locatie voor het eerste ‘sunsation’ festival. Tijdens dit festival, dat plaatsvindt rond de datum van de zomerzonnewende, is er een groot aantal mensen verzameld in en rond het observatorium, die elkaar poëzie voordragen. 32
Januari/Februari 2007-1
rect beschikbaar. Met postprocessing kun je slechts data opnemen, naar huis gaan en dan na enige verwerking hopen dat de resultaten voldoen aan de eisen. Verder moet je, wanneer je in centimetermode werkt en de ontvanger zijn initialisatie verliest, ofwel terugkeren naar het basisstation ofwel naar een bekend punt voor het opnieuw initialiseren. In eerste instantie zag ik dus alleen maar nadelen. Maar toen viel het kwartje: als je geen radiozender hebt in het basisstation, dan is het bereik ook niet beperkt tot het radiobereik, maar alleen maar door de totale meettijd van het basisstation. Verder heb je geen dure radio of krachtige interne hard- en software nodig voor de dataverwerking, waardoor de apparatuur circa tweederde goedkoper kan zijn dan bij een vergelijkbare real-time set. Software-installatie Nu de voordelen van een postprocessing-set duidelijk waren, werd het tijd om wat meetwerk uit te voeren. Aangezien de software in de ontvanger alleen gebruikt wordt voor het verzamelen van data, moet alle voorbereiding met behulp van de meegeleverde software gedaan worden op de PC. Hier blijkt het voordeel van de ProMark, de drie meetmethoden, een licht nadeel te worden omdat voor iedere meetmethode andere software noodzakelijk is. De software zelf is vrijelijk beschikbaar op de Magellanwebsite en de installatie gaf verder geen problemen.
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:03
Pagina 33
Data-Inwinning
GNSS Solutions Voor de centimeter postprocessingmode wordt gebruik gemaakt van de GNSS Solutions software. Dit pakket heef alle eigenschappen en mogelijkheden van een geodetisch pakket. Al deze opties zijn in eerste instantie behoorlijk verwarrend, maar zodra je de juiste weg door de software kent, is de verwerking relatief eenvoudig. De software kan ook gebruikt worden voor het uploaden van achtergrondkaarten en referentiepunten, maar biedt niet de mogelijkheid GIS-features aan te maken voor de centimetermode. MobileMapper Office Voor het verwerken van de submeterdata wordt MobileMapper Office gebruikt. Dit pakket is uitstekend voor GIS-werk en heeft bijvoorbeeld de mogelijkheid om de meetresultaten tezamen met GIS en/ of grafische gegevens af te beelden. Grafische gegevens moeten ofwel in geoTiff formaat worden aangeleverd ofwel door de gebruiker zelf geo-gerefereerd worden met behulp van handmatig in te voeren referentiepunten. Tijdens de testen bleek de software een aantal vervelende eigenschappen te hebben zoals het verliezen van de laaginformatie en het feit dat het niet mogelijk was verder in te zoomen dan tot op 10 meter. Beide geven
ProMark-3 ontvanger in statische mode.
Equinox en Zonnewende De start van de seizoenen zoals wij die kennen worden bepaald door de equinoxen en de zonnewenden. • Equinox: dag van het jaar waarop de lengte van dag en nacht gelijk zijn (12 uur). Dit is rond de 21e maart en September. Tijdens de equinox is de richting waar de zon opkomt 90° ten opzichte van het Ware Noorden. • Zonnewende: kortste en langste dag van het jaar. Dit is rond de 21e juni en 21e december. Tijdens de zonnewende hangt de hoek waar de zon opkomt afhankelijk van de breedte van de waarnemer en of het om de winter of zomer zonnewende gaat. De hoeken voor het observatorium zijn respectievelijk 49 graden en 131 graden ten opzichte van het Ware Noorden.
geen directe problemen bij de verwerking, maar zijn wel vervelend als de software dagelijks wordt gebruikt. Recentelijk (november 2006) is een nieuwe versie software van MobileMapper Office uitgebracht, versie 3.3. Deze is bij dit onderzoek niet meegenomen en bevat mogelijk verbeteringen ten opzichte van de bekeken software. De meegeleverde basiskaart was wel erg grof en toonde een aantal Zeeuwse- en Waddeneilanden niet terwijl de Markerwaard alvast ingetekend was. Het lijkt mij dat Magellan, dat ook veel consumentenproducten verkoopt ergens een betere basiskaart moet hebben liggen. Voor het gebruik bij GIS werk kunnen vrijelijk objecten en bijbehorende attributen gedefinieerd worden, zodat het verzamelen van attribuutgegevens tezamen met positiegegevens mogelijk is. Het nadeel is dat alle objecten van tevoren aangemaakt moeten worden, het is niet mogelijk wijzigingen aan te brengen in de ontvanger. Nadat een en ander is voorbereid kunnen de gegevens in de ontvanger geladen worden. Uitvoering van de meting Om de ProMark goed te kunnen beoordelen besloot ik het Observatorium Robert Morris, nabij Lelystad, in te meten. Deze twintigste-eeuwse Stonehenge kloon gaf me de mogelijkheid zowel de centimeter als de submeter-mode te beoordelen en daarbij de metingen te vergelijken met een bekende constructie. Omdat ik onvoldoende tijd
had voor een uitgebreide meting besloot ik de meting te beperken tot die punten die van belang zijn voor het bepalen van de richting van de zonnewenden en de equinoxen. Deze punten zijn allemaal gemeten in centimeter-mode. Sommige punten zijn daarnaast ook gemeten in submeter-mode om deze te kunnen vergelijken. Na het postprocessen zijn deze data verder niet gebruikt bij de berekeningen. Installatie Nu de voorbereidingen rond waren, werd het tijd het basisstation en de rover op te stellen. De installatie is voor beide meetmethoden identiek en vrij simpel. De bedrading is beperkt tot de antennekabel tussen de externe antenne en de ontvanger. Aangezien beide ontvangers identiek zijn kunnen ze ook zonder problemen verwisseld worden. De antennehoogte wordt gemeten met een inventief stukje gereedschap genaamd ‘HI measurement device’. In feite is dit niets anders dan een rolmaat die bevestigd kan worden aan één van de drie bevestigingspunten op de antennerand. Met de rolmaat kan de afstand tussen dit punt en de grond direct bepaald worden. Nadat de juiste software is opgestart voor de gekozen meetmethode, kunnen zowel de schuine als de verticale afstand worden ingevoerd. De horizontale positie van het basisstation kan pas bij de postprocessing worden ingevoerd. Initialisatie Wanneer in submeter-mode gemeten wordt, is het nu slechts nodig de opname van ruwe data op het basisstation te starten en te gaan meten. Wanneer in centimeter-mode gewerkt wordt moet het systeem eerst geïnitialiseerd worden. Hiervoor zijn diverse methoden beschikbaar, maar het eenJanuari/Februari 2007-1
33
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:03
Pagina 34
Data-Inwinning
MobileMapper Office met geo-gerefereerde foto van het observatorium.
voudigste werkt het gebruik van de kinematische balk, die wordt meegeleverd. De basisantenne wordt nu eerst gemonteerd op de balk. De antenne van de rover wordt nu op het tweede bevestigingspunt op de balk geplaatst middels een speciale, afneembare, houder. Nadat er gedurende vijf minuten data zijn opgenomen kan worden begonnen met meten. Iedere keer dat de rover het zicht op de horizon verliest, moet dit proces echter herhaald worden. Dit betekent dus omzichtig langs alle obstakels manoeuvreren die zich tussen basisstation en meetgebied bevinden. Het alternatief is initialiseren op een referentiepunt in het werkgebied. Meting Het meten zelf is eenvoudig genoeg en behelst het positioneren van de antenne en vervolgens de opname starten. Wanneer de ontvanger in centimeter-mode gebruikt wordt, kan de hele opname met het toetsenbord uitgevoerd worden, waarbij de surveyor zich kan blijven concentreren op het stil en verticaal houden van het jalon. In submeter-mode moet de ontvanger via het scherm bediend worden, waardoor de antenne sneller bewogen wordt. Verder kunnen de GIS-attributen alleen ingevoerd worden als het systeem aan het opnemen is. Aangezien de surveyor daarbij al zijn aandacht bij het invoeren van de gegevens heeft, zal de antenne daarbij 34
Januari/Februari 2007-1
altijd bewegen. Het voordeel van deze werkwijze is wel dat er een duidelijk verband is tussen de ingevoerde gegevens en het gemeten punt. Dataoverdracht De ontvanger kan met behulp van de I/O-module direct op de computer aangesloten worden. Na het aanzetten van de ontvanger en het selecteren van de juiste meetmethode kunnen de data, met behulp van de juiste software uitgewisseld worden met de PC. De overdracht vindt plaats met behulp van de emulatie van een seriële poort over een USB-verbinding, waardoor de overdracht langzamer is dan bij een ‘echte’ USB-verbinding. Alternatief is het opslaan van de data op een geheugenkaart en vervolgens de hele geheugenkaart inlezen op een PC die is uitgerust met een geheugenkaartlezer. Er worden echter geen tools meegeleverd om de data vanuit het interne geheugen van de ontvanger naar de datakaart te kopiëren zodat er direct bij de opslag van de data voor gekozen moet worden dit op de geheugenkaart te doen.
(of importeer het uit de ontvanger) en de gegevens van het basisstation en start de berekening. Na het corrigeren van de positie van het basisstation zullen de data in de regel naar een GIS-pakket worden geëxporteerd. Er is een aantal bekende GIS-formaten zoals shape beschikbaar, evenals een export naar Microsoft Excel. Er is daarentegen geen zelf te definiëren export beschikbaar. Het verwerken van de centimeter-data is een stuk minder eenvoudig, zeker wanneer de gebruiker niet bekend is met de software. GNSS Solutions is een uitgebreid programma, maar voor deze toepassing wordt slechts een beperkt (maar belangrijk) deel gebruikt. Zo af en toe wens je, dat het gebruik net zo eenvoudig is als dat van MobileMapper Office. Dit is echter nadrukkelijk geen pleidooi naar Magellan om de functionaliteit te verminderen, echter wel om delen van de user interface eens kritisch te bekijken. GNSS Solutions kent relatief weinig vooraf gedefinieerde exportformaten, maar kan daarentegen wel een zelf te definiëren ASCII-tekstbestand exporteren. Wanneer geen eigen basisstation beschikbaar is kan data van bijvoorbeeld het IGS-netwerk gebruikt worden. Het automatisch ophalen van deze bestanden lukte echter niet voor deze dataset, aangezien de software op de Amerikaanse IGS-server zocht en deze de Nederlandse stations niet kende. De Franse IGS-website had die wel, en na deze handmatig te hebben gedownload kon ik de data corrigeren met behulp van de IGS-stations Delft en Westerbork. Resultaten Nadat ik de centimeter-data verwerkt
Verwerking Het verwerken van de gegevens is erg eenvoudig met MobileMapper Office. Selecteer het juiste bestand GNSS Solutions met de bij het observatorium gemeten punten.
prod_GISM_01-2007
25-01-2007
10:03
Pagina 35
-OBIELE ')3 OPLOSSINGEN
.AUWKEURIG R4IMBLE 'EO8( Luchtfoto van het observatorium met daarin de gemeten hoeken (ten opzichte van het Ware Noorden) zoals verkregen uit de meting.
had, besloot ik de resultaten te vergelijken met de theoretische zonnewende- en equinoxrichtingen. Dit is eenvoudiger gezegd dan gedaan aangezien er met een groot aantal variabelen rekening gehouden moet worden. Als gevolg van refractie, observatiehoogte en de constructie, kan de waargenomen hoek van zonsopgang enkele graden afwijken van de werkelijke hoek. Na enige berekeningen kwam ik erachter dat de interne hoeken correct waren binnen de meeten constructienauwkeurigheid maar dat het hele observatorium ca 2,5 graden met de klok mee gedraaid was. Dit verbaasde me ten zeerste, zeker omdat de interne hoeken correct waren. Na enig nadenken (en het controleren van mijn berekeningen) vond ik een plausibele verklaring voor het verschil. De variatie tussen het Magnetische Noorden en het Ware Noorden voor het observatorium in het bouwjaar (1977) bedroeg tussen 2 en 3 graden, wat goed overeenkomt met het gevonden verschil. Dit is echter een fout bij de bouw, aangezien de hoeken ten opzichte van het Ware Noorden bepaald hadden moeten worden. Vervolgens vroeg ik me af wat voor gevolg deze fout zou hebben op het beeld van de waarnemer tijdens ‘sunsation’. Een grove berekening gaf als uitkomst dat het gevolg een verschil van circa vijftien minuten in het tijdstip van zonsopgang veroorzaakt. Dit is waarschijnlijk niemand opgevallen. Conclusie De Magellan ProMark-3 is een flexibel stuk gereedschap dat precies doet wat het moet doen. Daar komt bij dat postprocessing een kosteneffectieve vervanging van real-time kinematic-systemen kan zijn zodra postprocessing mogelijk is. Als een gevolg van het gebruik van twee softwarepakketten met verschillende user-interfaces is de gebruiksvriendelijkheid niet optimaal. Ik denk dat als Magellan de twee softwareprogramma’s zou integreren, dit het product zonder meer ten goede zou komen.
Huibert-Jan Lekkerkerk (
[email protected]) is een freelance schrijver en trainer op het gebied van plaatsbepaling en hydrografie. Voor meer informatie over de ontvanger surft u naar www.magellanGPS.com
s ( 3TAR TECHNOLOGIE VOOR SUBVOET POST PROCESSED '03 NAUW KEURIGHEID s -ICROSOFT 7INDOWS -OBILE 6ERSION VOOR 0OCKET 0# s -" INTERN GEHEUGEN PLUS 3$ GEHEUGEN s "LUETOOTH EN 7,!. s 2OBUUST MET EEN KRACHTIGE BATTERIJ VOOR EEN VOLLEDIGE WERKDAG
EN ROBUUST 4RIMBLE 2ECON s (ANDZAAM ROBUUST EN WATERDICHT )0 -), 34$ & s 7ERKTEMPERATUUR VAN # TOT # s #OMPACT&LASH