F AMILIE ERVARINGSDESKUNDIGHEID door familie-organisaties: Ypsilon Eindhoven en De Kempen en Stichting Labyrint~In Perspectief Eindhoven en omstreken
September 2013
september 2013
Inhoudsopgave 1. Inleiding en aanleiding 2. Familie-ervaringsdeskundigheid 2.1. Het speelveld 2.2. Het nieuwe spel 2.3. De (nieuwe) speler(s) 2.3.1. Wat is een ervaringsdeskundig familielid? 2.3.2. Ervaringen met familie-ervaringsdeskundigheid 3. De toegevoegde waarde 3.1. De familie-ervaringsdeskundige 3.2. Cursussen en opleidingen voor en door familie-ervaringsdeskundigen 4. De werkdomeinen van de familie-ervaringsdeskundige 5. Randvoorwaarden bij de inzet van familie-ervaringsdeskundigen 5.1. Coaching / intervisie 6. Literatuur
1
september 2013
1.
Inleiding en aanleiding
Familie-ervaringsdeskundigheid1 (FED) is een betrekkelijk nieuw fenomeen dat in opkomst is in Nederland en ook in de regio Eindhoven (Erp van N. e.a., 2008; Rooyen van, 2011). Recentelijk is in deze regio een initiatief gestart om familieervaringsdeskundigen op te leiden (Haaster van, 2012). Maar er moeten nog heel wat vragen rondom FED beantwoord worden waardoor het kan evolueren tot volwassenheid. De familieorganisaties Ypsilon Eindhoven & De Kempen en De Stichting Labyrint~In Perspectief Eindhoven & omstreken willen hieraan een bijdrage leveren en hebben daarom een gezamenlijke werkgroep2 in het leven geroepen om een begin te maken met het beantwoorden van een aantal vragen. Deze notitie ziet de werkgroep als een eerste aanzet, het is een groeidocument. Met deze gezamenlijke notitie in de hand willen we de dialoog aangaan met de GGzE in al haar geledingen (RvB, Directie, de Zorgcentra) over de introductie van FED in de praktijk. Ook willen we het gesprek over FED voeren met cliënten(-vertegenwoordigers) om op die wijze ook hier de triade te completeren. Op basis van deze trialoog, de ervaringen die in de praktijk zullen worden opgedaan en resultaten van wetenschappelijke (effect-)studies, hopen we tot verdere aanscherping van inzichten te komen.
1
Het begrip ‘Familie’ omvat in deze notitie alle voor de cliënt relevante anderen die in zijn of haar netwerk een belangrijke rol vervullen.
Werkgroep leden: Ineke Nieuwenhuizen (Labyrint~In Perspectief), Paul Schalken (Labyrint~In Perspectief) en Jan Wouters (Ypsilon) geadviseerd door: Niek van Haasteren (mede-initiatiefnemer ‘opleiding Familie ErvaringsDeskundige’) en Giel Verhaegh (programmamanager naastbetrokkenenbeleid bij GGzE). 2
2
september 2013
2
Familie-ervaringsdeskundigheid
Deze notitie geeft de opvattingen weer van de beide familie organisaties (Ypsilon Eindhoven & De Kempen en Stichting Labyrint~In Perspectief Eindhoven & omstreken) over diverse aspecten van FED. De notitie is tot stand gekomen met hulp van 2 externe adviseurs. De notitie zal worden besproken door de achterban van beide organisaties en wordt vervolgens vastgesteld door de gezamenlijke besturen. De notitie wordt gezamenlijk, als één geheel, aangeboden aan de Raad van Bestuur van GGzE en beoogt behulpzaam te zijn bij het verder inhoud geven aan triadisch werken (samenwerking tussen cliënten, professionals en naastbetrokkenen). Deze werkwijze getuigt van de overtuiging dat triadisch werken op diverse niveaus (strategisch, tactisch en operationeel) dient te geschieden. Zoals we eerder meldden is de FED een veelbelovende, nieuwe ster aan het firmament van de GGz. De familieorganisaties hebben er alle vertrouwen dat het hemellichaam ook een heuse, flonkerende ster zal worden. Na een periode van experimenteren en verdere vormgeving zal door praktijkervaring en wetenschappelijk onderzoek aangetoond worden of de FED de hoge verwachtingen gaat waarmaken. Het recent (november 2012) vastgestelde uitvoeringsplan naastbetrokkenenbeleid van GGzE geeft ruimte om met deze ontwikkeling te gaan experimenteren. De familie-organisaties hebben er vertrouwen in dat de FED de geclaimde meerwaarde gaat realiseren. 2.1 Het speelveld Alvorens nader in te gaan op het nieuwe spel dat in de toekomst gespeeld zal gaan worden, wordt eerst het speelveld beschreven. De geestelijke gezondheidszorg zal de komende periode gaan veranderen en kernthema’s die daarbij genoemd worden zijn: ambulantisering, afbouw van klinische capaciteit, de GGz teruggeven aan de maatschappij en gebruikmaken van de eigen kracht/het herstelvermogen van mensen. Het nieuwe speelveld zal dus meer en meer de eigen omgeving van cliënten zijn, in de maatschappij, op de plek waar cliënten wonen, werken, leren en hun vrije tijd doorbrengen. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat herstellen in de eigen omgeving en gebruik maken van de daar aanwezige hulpbronnen, niet alleen kwalitatief gezien beter verloopt maar ook minder kosten met zich meebrengt. Zorgverzekeraars geven de GGz te kennen dat de bomen niet meer tot in de hemel groeien en dat er bezuinigd moet worden in de komende tijd.
3
september 2013
Dit komt neer op betere zorg leveren tegen lagere kosten. Het vraagt van alle partijen (cliënten, naastbetrokkenen en professionals) durf, daadkracht en creativiteit. 2.2 Het nieuwe spel Triadisch werken en denken omvat het actief betrekken van naastbetrokkenen van de cliënt in de samenwerking tussen de cliënt en hulpverlener ten behoeve van het herstel van zowel de cliënt als van de naastbetrokkene(n). Uitgangspunt bij triadisch werken is de opvatting dat een mens leeft in een systeem dat bestaat uit interacterende mensen die betekenis hebben voor elkaar. Indien er bij een deel van dat systeem sprake is van een psychiatrische beperking, dan ervaren daar alle betrokken delen van dat systeem consequenties van. Het is dan ook zo dat alle betrokken systeemelementen (gezinsleden, familie, buren, vrienden en kennissen, collega’s) daar mee in aanraking komen en daar dus invloed op hebben. Dynamisch triadisch samenwerken betekent met elkaar zoeken naar krachten die positief bijdragen aan herstel en tevens het opsporen van invloeden die juist negatief effect hebben op dat proces van herstel. Deze creatieve zoektocht is voor alle betrokkenen van belang; voor de cliënt, de naaste(n) maar ook voor de hulpverlener. De toevoeging ‘dynamisch’ verwijst naar de wisseling in rolvervulling in de triadische samenwerking (figuur 1). Zo kan de naastbetrokkene optreden als co-diagnosticus maar ook als vader die zelf een ondersteuningsvraag heeft. De cliënt op zijn beurt kan de SPV uitleggen hoe deze hem morgens moet wekken. Het is dus niet zo dat in de samenwerking de rollen altijd op een zelfde wijze verdeeld zijn. Figuur 1: een dynamische triade
Het zwaartepunt van het betrekken van naasten in de behandeling / begeleiding van cliënten ligt in de triade, het samen werken aan het herstel van de cliënt en het daar waar wenselijk ondersteunende acties verrichten naar naasten om ook
4
september 2013
hun herstel te bevorderen. Het ultieme doel van de behandeling is een nieuw evenwicht realiseren in het systeem waar de cliënt leeft, woont, werkt en de vrije tijd doorbrengt. Vermeldenswaardig hierbij is dat er steeds contextueel gedacht wordt en steeds uitgegaan wordt van het feit dat een mens een sociaal wezen is dat in interactie leeft met naastbetrokkenen. In het denken van hulpverleners dient optimaliseren van het systeem dominant aanwezig te zijn. Het traject naar dit doel toe kan bereikt worden door verschillende wegen te kiezen. In het ene geval zal er een geïntegreerde aanpak (het [gezins-]systeem met elkaar) verkozen worden, in andere situaties kunnen parallelle processen (aparte, individuele behandeltrajecten van individuele leden van een familie/syteem) de voorkeur hebben en weer in andere gevallen zal de aanpak variëren tussen deels parallelle trajecten en deels een geïntegreerde behandeling. Steeds dient hierbij de context in beeld te zijn en dient gedacht te worden in termen van een optimaal herstel van niet alleen delen van het systeem maar van vooral ook het herstel van het systeem als geheel. In dit nieuwe spel wordt, naast een reeds bestaande rol voor de ervaringsdeskundig cliënt, ook aan een nadrukkelijke rol voor ervaringsdeskundige familieleden verwacht. De exacte betekenis van het adjectief wordt elders in dit document toegelicht. Hier wordt enkel bepleit dat het toevoegen van een nieuwe speler een meerwaarde kan opleveren die nader gepreciseerd en in onderzoek aangetoond dient te worden. Uiteraard zou er in de experimenteerfase nagedacht moeten worden over het faciliteren van de FED. 2.3 De(nieuwe) speler(s) Al weer enkele jaren geleden dienden er zich ervaringsdeskundige cliënten aan die een belangrijke rol bleken te kunnen vervullen in het herstelproces van cliënten in de GGz. Inmiddels is de ervaringsdeskundige cliënt een gevestigde orde en hebben de ervaringsdeskundige cliënten bewezen een meerwaarde te kunnen bieden (http://reade.nl/; http://www.vilans.nl/; http://www.tilburguniversity.edu/nl/onderzoek/). Opnieuw dient er zich een nieuw type speler aan die zich wil gaan begeven op het speelveld. Het ervaringsdeskundig familielid ambieert op verschillende niveaus in de GGz-organisatie een nuttige bijdrage te gaan leveren. Triadisch werken krijgt hierdoor vorm en inhoud op verschillende niveaus, zowel op organisatie/beleidsniveau alsook op de werkvloer.
5
september 2013
Op deze verschillende niveaus kan het ervaringsdeskundig familielid als luis in de pels fungeren, maar ook kan hij coachen, kan hij advies geven, kan hij bemiddelend optreden in triadische (niet-vlottende) hulpverleningssituaties of kan hij/zij zich actief mengen in de triadische samenwerking in de praktijk. Wellicht zal men zich na het lezen van deze passages afvragen of de nieuwe speler de beoogde meerwaarde kan realiseren en wat die gewenste meerwaarde is. Dit zijn terechte vragen en verdienen toelichting. Ervaringsdeskundig familielid ben je niet zomaar. Op de eerste plaats dient er sprake te zijn van de status ‘familielid (=naastbetrokkene)’ en ten tweede moet er sprake zijn van ervaringsdeskundigheid. In deze laatste term zit een belangrijke waarborg voor kwaliteit en welslagen van de nieuwe speler als lid van het multidisciplinaire team. Als mens met ervaringen met een naaste die een kwetsbaarheid heeft voor psychiatrische problemen ben je niet perse ook meteen een ervaringsdeskundig familielid. Op z’n minst moet desbetreffende persoon een aantal fasen doorlopen die naast kennis ook vaardigheden toevoegen aan het aspirant ervaringsdeskundig familielid. In het eerste stadium spreken we van een persoon met ervaringen, is er sprake van ‘ervaringsweten’ (Rooyen van, 2011). Uit dit boekje ‘Ervaringsdeskundigheid en herstelondersteuning’ van het Trimbos Instituut citeren we de volgende zin: de tweede fase waarin een beginnend
ervaringsdeskundig familielid komt is de fase waarin er ervaringskennis wordt onderscheiden (zie figuur 2). In het boekje wordt dat als volgt omschreven: ervaringskennis ontstaat door ondervinding en waarneming. Dit draagt bij aan nieuwe inzichten die meer algemeen geldend zijn dan alleen voor de eigen beleving (Rooyen van, 2011). In de laatste fase ontstaat er pas ervaringsdeskundigheid. Dit is de laatste fase die als volgt wordt beschreven: ‘een ervaringsdeskundige is deskundig in het
ondersteunen van anderen om het eigen ervaringsweten te ontwikkelen en het herstelproces te ondersteunen. Een ervaringsdeskundige is deskundig op het gebied van meer algemene ervaringskennis en het inzetten hiervan in de hulpverlening voor emancipatie en stigmabestrijding (Rooyen van, 2011).
6
september 2013 Figuur 2: Hilko Timmer, coördinator bureau Herstel SBWU
Ervaringen (met beperkingen en herstel)
Analyse en reflectie Ervaringen van anderen
Andere bronnen Ervaringskennis Aanleren van vaardigheden voor professionele inzet Ervaringsdeskundigheid Inzet in verschillende rollen van ervaringsdeskundigen
2.3.1
Wat is een ervaringsdeskundig familielid?
Een FED heeft ervaringskennis opgebouwd op grond van eigen levenservaring met een familielid, verwante of naastbetrokkene met psychische problematiek. Na het doorlopen van een (rouw-)proces met verdriet, pijn, verwerking en acceptatie is in dit stadium van ontwikkeling sprake van een hervonden balans. Een FED is er zich van bewust hoe dit proces is verlopen en welke gevoelens en behoeften hierin een rol hebben gespeeld. Een FED heeft aanvullend, door scholing ervaringsdeskundige kennis opgedaan. De FED heeft de deskundigheid om de opgedane kennis en ervaring en de ontwikkelde vaardigheden constructief in te zetten om zo het herstelproces van andere familieleden te ondersteunen. Een FED kan een schakel zijn tussen familieleden/naastbetrokkenen en professionals en kan bijdragen aan de verbetering van het welzijn van familie en cliënten(cursusmap Familie als Bondgenoot, 2011). Een ervaringsdeskundige put niet alleen uit eigen ervaringen, maar baseert zich ook op de ervaringen van anderen. Hij bouwt aan ervaringskennis door de juiste vragen te stellen, (cliënt-)ervaringen te verzamelen en er antwoorden uit te destilleren. Hij is in staat zijn eigen beleving en persoonlijke betekenisgeving naar de achtergrond te verschuiven en die van anderen naar de voorgrond te halen (Boevink, 2005).
7
september 2013
In de literatuur vinden we evidentie over de positieve invloed van familiebegeleiding in de psychiatrie. Een kleine greep uit deze literatuur: - Nog altijd is het vooral de familie die de patiënt van hulp voorziet: 70% helpt de patiënt bij de dagelijkse levensverrichtingen, 44% bij de begeleiding naar ambulante zorg, 33% van de familieleden controleert de medicatietrouw en 37% biedt steun bij of beslist over de behandeling (Lenior, 2001); - Familieleden hebben vaak meer invloed op de patiënt dan hun behandelaars en kunnen daardoor dwangbehandeling helpen voorkomen (Rademakers en Theunissen, 2004); - Patiënten uit gezinnen met gezinsinterventie brachten gemiddeld 10 maanden minder door in psychiatrische instellingen (Lenior,2001); - Een goede samenwerking met de familie draagt bij aan een betere prognose en herstel (Falloon, 1985).
8
september 2013
2.3.2
Ervaringen met familie-ervaringsdeskundigheid
Bij enkele GGz-instellingen in Nederland is ervaring opgedaan met FED. Bij GGZ Noord-Holland Noord is in 2008-2009 geëxperimenteerd met het inzetten van een familie-ervaringsdeskundige (H. Klaassen en M. Hasert, 2010). Familieervaringsdeskundigen werken daar in een FACT-team. De ervaringen in dit experiment waren bijzonder positief. De FED bleek een aanwinst voor de familieleden. Familieleden kregen steun in hun rouw- en herstelproces. Ook de ervaringen in de FACT-teams en in de organisatie waren positief: De FED bleek een toegevoegde waarde te hebben in de langdurende psychiatrie bij divisie langdurende psychiatrie van GGz-NHN. Hier is men enthousiast geraakt. De FED gaat haar werkzaamheden uitbreiden naar de crisisafdeling en een verblijfsafdeling van de langdurende zorg. Ook wordt er ervaring opgedaan met de inzet van ervaringsdeskundige familieleden in andere GGz organisaties zoals Altrecht De familieorganisaties willen graag de meerwaarde van het inzetten van familieervaringsdeskundigen bij GGzE aantonen en willen daartoe gebruik maken van de ruimte die het uitvoeringsplan (2012) hiertoe biedt. Zij zijn het eens met het ingenomen standpunt dat deze meerwaarde eerst aangetoond dient te worden alvorens er sprake kan zijn van het in een betaalde functie gaan aanstellen van FED.
9
september 2013
3
De toegevoegde waarde
3.1 De familie-ervaringsdeskundige Als het gaat over de toegevoegde waarde is dit uit te drukken in verschillende uitkomstmaten. Er kan gedacht worden aan ‘outcome gerelateerd aan de uitkomsten van de zorg’ of aan ‘de snelheid waarmee die uitkomsten bereikt worden’. Een toegevoegde waarde die ervaringsdeskundigheid ook denkt te hebben is het benutten van de ‘common ground’ (Rooyen van, 2011) die familieleden hebben en maakt dat ze vanuit een gemeenschappelijk referentiekader, gemakkelijke aansluiting vinden, elkaar begrijpen en het basale vertrouwen vrijwel onmiddellijk aanwezig is. Dit gemeenschappelijk vertrekpunt blijkt te leiden tot afname van de cliëntenrol en tevens wordt de rol van de hulpverleners gereduceerd. Een ‘common ground’ leidt eenvoudiger en beter tot: de familie / naastbetrokkenen helpen om het herstelproces van de cliënt te (leren) ondersteunen; de familie / naastbetrokkenen ondersteunen bij het eigen herstelproces; de familie / naastbetrokkenen helpen een goede rol te spelen in de triade cliënthulpverlener-familie naastbetrokkenen; het herstelconcept leidend laten zijn, stimuleren van empowerment en werken vanuit (een collectieve) ervaringskennis (Rooyen van, 2011); de hulpverlener ondersteunen bij de focus gericht houden op de triade. 3.2 Cursussen/opleiding voor en door familie-ervaringsdeskundigen Zoals eerder aan de orde werd gesteld (§ 2.3) is de groei naar ervaringsdeskundigheid niet een zich vanzelf voltrekkend proces. Naast ervaringen is het noodzakelijk ook deskundigheid toe te voegen. Hoewel het kennisdomein nog in volle ontwikkeling is, zijn er tegelijkertijd wel al opleidingen beschikbaar om de groep ervaringsdeskundigen te vergroten. We noemen hier een aantal opleidingen voor familieleden die ervaringen hebben en de ambitie hebben deze ervaringen te voorzien van deskundigheid om zodoende het stadium van ervaringsdeskundigheid te bereiken en zelf ook te kunnen gaan optreden als docent. In Eindhoven heeft van oktober 2012 tot januari 2013 een pilot ‘Werken met eigen ervaring voor naastbetrokkenen’, gefinancierd vanuit het Transitietraject Langdurende Zorg, gelopen. Deze cursus heeft een omvang van 12 x 2½ uur; tussen de cursusdagen door worden artikelen gelezen en worden huiswerkopdrachten gemaakt.
10
september 2013
De cursus is gebaseerd op de cursus ‘Werken met eigen ervaring’, die voor cliënten zijn waarde heeft bewezen en in het hele land wordt aangeboden aan cliënten die willen gaan werken als ervaringsdeskundige. Onderdelen van de cursus zijn: leren vertellen van (onderdelen) van het eigen herstelverhaal en reflectie daarop. Hier wordt ook collectieve ervaringskennis mee ontwikkeld, met gastdocenten wordt het actief zijn in verschillende werkdomeinen besproken. De cursisten kunnen nagaan waarvoor affiniteit bestaat en of benodigde competenties aanwezig zijn c.q. ontwikkeld kunnen worden, vaardigheden worden geoefend om (delen van) eigen en collectieve ervaringskennis in te zetten als middel om naastbetrokkenen te begeleiden. Alle initiatieven worden gevolgd door het Landelijk Platform Familieervaringsdeskundigen met de bedoeling om, na ervaring opgedaan te hebben met deze en eventueel andere initiatieven, te komen tot een landelijke eenvormigheid qua aanbod. Uiteraard zijn werkervaring van familie-ervaringsdeskundigen, E(erder)V(erworven)C(ompetenties) en aanvullende specifieke cursussen/symposia van belang om competenties te ontwikkelen om goed te kunnen werken als familie-ervaringsdeskundige.
Door ervaringsdeskundigen Ervaringsdeskundigen kunnen (en hebben reeds) een belangrijke rol vervuld in het bevorderen van deskundigheid op het terrein van triadisch werken. Ze kunnen hun deskundigheid gebruiken om andere familieleden, maar ook professionals, te laten kennismaken met hun ervaringsverhalen en triadische werkervaringen. Er bestaan bij professionals verschillen in opvatting over de meest effectieve wijze van aanpak om het triadisch werken te realiseren (Rooyen van, 2011). Een stroming pleit voor de praktijk aanpak (ervaringsdeskundigen hun invloed laten hebben door mee te werken in de dagdagelijkse praktijk). De andere visie ziet meer heil in het toevoegen van deskundigheid door middel van scholing. Een representant van deze visie is de cursus Familie als Bondgenoot. Hier wordt een mix van theorie en ervaringsverhalen aangeboden door professionals, ervaringsdeskundige cliënten en - familieleden (http://www.familiealsbondgenoot.nl/).
11
september 2013
4
De werkdomeinen van de familie-ervaringsdeskundige
Een FED kan op micro-, meso- en macroniveau worden ingezet binnen diverse organisaties (familie organisaties, PAAZ-afdelingen, WMO-werkplaatsen en GGzorganisaties, zoals GGzE). De FED kan afhankelijk van competenties en affiniteit een meerwaarde hebben op strategisch (visie, implementatie en beleid), tactisch (concretiseren, toepassen en creatief variëren richting werkvloer) en op operationeel niveau in de dagelijkse praktijk van het triadisch werken. De FED kan vormgeven aan onder meer: voorlichting, belangenbehartiging, (psycho-) educatie, coaching in triadische hulpverleningssituaties, herstelgroepen voor familieleden (bege-)leiden en training geven aan hulpverleners. Een werkdomein waar familie-ervaringsdeskundigen eveneens kunnen bijdragen aan het verbeteren van het triadisch werken, is het bevorderen van de deskundigheid van professionals. De familie-organisaties zien daar de meerwaarde van het gedachtegoed van FAB en zijn van mening dat daar familieervaringsdeskundigen een meerwaarde kunnen vervullen. Op dit moment zijn al familie-ervaringsdeskundigen actief betrokken bij het doceren van de lesmodulen van FAB. De familie-organisaties willen dat die betrokkenheid groter wordt naarmate FAB meer voet aan de grond krijgt. Op dit moment is FAB actief in Zuid-Limburg (Orbis), Utrecht (Altrecht), GGz Delft, Tilburg (GGz Breburg) en Helmond (GGz Oost-Brabant, Huize Padua). FAB heeft recentelijk een subsidie verkregen om het gedachtegoed te gaan uitrollen over GGz-organisaties in Nederland. Voor GGzE betekent een nieuwe speler in het team dat er meerdere aandachtsgebieden zijn waar de FED kan worden benut: - gesprekspartner in vraagstukken rondom familiebeleid; - deelnemer in regie- en projectgroep(en); - samenwerken met multidisciplinair team van hulpverleners (zoals het Naasten voor Naasten team samenwerkt met het ACT-team van GGzE); - begeleider van (zelfhulp) groepen; - hulp bieden bij relationele problemen tussen familie en cliënt; - teamlid van hulpverleners; - luis in de pels om het vastgestelde beleid te faciliteren; - bemiddelen in stroef lopende relaties tussen professional en naastbetrokkenen - individuele begeleiding bieden aan naasten (al dan niet in samenwerking met een professionele hulpverlener);
12
september 2013
- inzet in het sociale domein van samenwerken van GGzE met collega organisaties; - buiten GGzE organisatie kan de ervaringsdeskundige eveneens ingezet worden; denk bijvoorbeeld aan: ‘eigenkracht conferenties’, werkzaamheden van familieorganisaties, mantelzorg punten of aan WMO-werkzaamheden.
13
september 2013
5
Randvoorwaarden bij de inzet van familie-ervaringsdeskundigen
Om goed als familie-ervaringsdeskundige te kunnen functioneren en om het afbreukrisico zo klein mogelijk te laten zijn, is het belangrijk dat hij welkom is op de locatie waar hij gaat werken. Helpend daarbij kan zijn: - dat er triadisch gewerkt wordt, - dat er een functieprofiel / taakomschrijving is, waar de FED op terug kan vallen en waar het functioneren aan afgemeten kan worden, - dat er vooraf wordt kennisgemaakt met degenen met wie gaat worden samengewerkt, - dat professionals en ervaringsdeskundigen goed de eigen en elkaars rollen en competenties kennen, - dat de meerwaarde van het werken met ervaringsdeskundigen wordt onderkend, - dat er gewerkt wordt volgens de principes van herstel-ondersteunende zorg, - dat intervisie en coaching (zie verder) geregeld zijn. 5.1 Intervisie en coaching Bij de inzet van ervaringsdeskundigen in de praktijk van de hulpverlening blijkt dat de neiging kan bestaan om ‘meegezogen’ te worden in de cultuur van de betreffende afdeling. Op zich hoeft dit geen probleem te zijn, mits het eigen gedachtegoed van de ervaringsdeskundige overeind en zuiver blijft. Daarnaast is zoals gezegd het fenomeen FED nog volop in ontwikkeling. Op grond hiervan is onze inschatting dat er behoefte zal zijn aan onderlinge uitwisseling van ervaringen van FED’s. Ook is het van belang dat praktische ervaringen van FED’s bij tijd en wijle getoetst worden aan de achterliggende principes van FED (het gedachtegoed). De familieorganisaties voelen zich verantwoordelijkheid om een substantiële rol te gaan vervullen in het realiseren van intervisie en coaching voor FED met als doel mede borg te staan voor de kwaliteit van de diensten.
14
september 2013
6 -
Literatuur Boevink W., Lijfsbehoud, levenskunst en lessen om van te leren.Ervaringskennis over herstel en empowerment. Passage, 2005; Erp Nv e.a., Werken met begeleiders in de GGz met ervaringsdeskundigheid. Trimbos-instituut, 2008; Fox H. en Haenen J., Cursusmap Familie als Bondgenoot, 2011; Haasteren van N., interne notie GGzE, 2012 Klaassen H. en Hasert M., 2010 Landelijk Platform familie-ervaringsdeskundigen,De toegevoegde waardevan ervaringsdeskundigen., Visiedocument familie-ervaringsdeskundige, 2012; Rooyen van M., Ervaringsdeskundigheid en herstelondersteuning, Trimbosinstituut, 2011; Verhaegh Giel e.a., Uitvoeringsnotitie naastbetrokkenenbeleid GGzE, november 2012;
Internet bronnen -
-
http://reade.nl/documenten/intranet/projecten/ervaringsdeskundigen/ervarings deskundigen.pdf, Een zorgvernieuwingsproject van Agis/Reade, http://www.vilans.nl/docs/producten/Deel%201%20kennisdossier%20ervarings deskundigheid%20in%20cliëntondersteuning.pdf Kennisdossier: De rol van ervaringsdeskundigen incliëntondersteuning, http://www.tilburguniversity.edu/nl/onderzoek/instituten-enresearchgroepen/tranzo/symposiazorgsalons/2012/22mrt2012/verslag.pdf Ervaringsdeskundigheid in de gezondheidszorg: onzin of innovatie? Symposiumverslag van de Tranzo Zorgsalon.
15