factsheet 2012
Jeugdzorg provincie Utrecht
Inleiding
Inhoud Inleiding 2
Voor u ligt de nieuwe Factsheet jeugdzorg provincie Utrecht. Hierin vindt u informatie over wie er bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn voor de aansturing en de uitvoering van jeugdzorg. Wie maken er gebruik van jeugdzorg? Welke vormen van jeugdzorg zijn er? Met de nieuwe ontwikkelingen rond de transitie jeugdzorg is er veel behoefte aan inzicht in de huidige opzet van jeugdzorg. In deze factsheet vindt u informatie over de huidige wettelijke kaders en de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende partners: de provincie, Bureau Jeugdzorg en de aanbieders van Jeugd & Opvoedhulp. Dit wordt geïllustreerd met de gegevens en cijfers uit 2011, aangevuld met financiële cijfers uit 2012. In 2010 is de eerste factsheet jeugdzorg uitgegeven, met facts and figures over de geïndiceerde jeugdzorg in de provincie Utrecht. Vanwege de grote belangstelling voor dit document wordt de factsheet nu jaarlijks uitgegeven. De gegevens zijn – voor zover bekend – aangepast en aangevuld.
Algemeen 4 • Provinciale jeugdzorg
4
• Stroomschema huidige jeugdzorg
6
• Stelselwijziging: transitie jeugdzorg
8
• Stroomschema zorg voor jeugd na de transitie
9
Provinciale middelen
10
• Financiële middelen provinciale jeugdzorg
10
• Herkomst en verdeling middelen Programma Jeugdzorg Provincie Utrecht 2012
11
Bureau Jeugdzorg Utrecht
13
• Centrale Aanmelding
17
• Toegang Geïndiceerde Jeugdzorg (TGJ) (vrijwillige hulpverlening)
19
• Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
21
• Jeugdbescherming (gedwongen hulpverlening)
22
• Jeugdreclassering (gedwongen hulpverlening)
25
• Kindertelefoon 27
i Meer informatie: www.provincie-utrecht.nl/jeugdzorg
Contact:
[email protected]
• Voorlichting en advies
28
Aanbieders Jeugd & Opvoedhulp in de provincie Utrecht
29
Cliënten
39
• Medezeggenschapsrecht 39 • Vertrouwenspersoon
39
• Klachtrecht
40
Rijksoverheid 41
2
• Raad voor de Kinderbescherming
41
• Jeugdzorgplus
43
• Justitiële Jeugd Inrichtingen (JJI)
44
• Inspectie Jeugdzorg
46 3
Algemeen In het huidige stelsel zijn provincies verantwoordelijk voor de regie op de tweedelijns Begin dit jaar hebben we de Factsheet Jeugdzorg provincie Utrecht 2010 opgesteld. (geïndiceerde) jeugdzorg. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het lokale aanbod In dit factsheet bundelen we informatie over de provinciale jeugdzorg en de jeugaan eerstelijns zorg (jeugdgezondheidszorg, preventie en licht-ambulante hulpdzorgketen vanuit diverse bronnen. Cijfers en feiten die inzicht bieden in het wie,dat verlening). De gemeentelijke voorzieningen moeten zoveel mogelijk voorkomen wat en hoe de jeugdzorg. Maar ook informatie overwaardoor het aantal dat de kinderen eninjongeren een problematiek ontwikkelen ze jongeren gebruik moeten jeugdzorg het aantal meldingen van kindermishandeling of schooluitval. maken vaninstroomt, de geïndiceerde jeugdzorg. De verdeling van verantwoordelijkheden is vastgelegd in de WMO en de Wet op de jeugdzorg. De belangstelling voor deze informatie bleek groter dan verwacht en inmiddels zijn Provinciale jeugdzorg we toe aan een herdruk. Dit bood ons ook de gelegenheid de laatste ontwikkelingen Op 1 januari de Wet op mogelijk de jeugdzorg in werking getreden. Hierin zijn de op te nemen 2005 en deiscijfers waar te actualiseren. toegang en bekostiging van de jeugdzorg geregeld en zijn de taken en verantwoordelijkheden Rijk, gemeenten en provincies. We hopenverdeeld met dezeover bundeling van informatie een bijdrage te leveren aan een beter
De provincie stelt de kaders voor de geïndiceerde jeugdzorg vast, koopt zorg in en stuurt de geïndiceerde aanbieders van Jeugd & Opvoedhulp (J&O) en Bureau Jeugdzorg (BJZ) aan. De provincie is bovendien ketenregisseur, zodat een goede afstemming kan plaatsvinden tussen verschillende zorgdomeinen en er integrale hulp aan het kind geboden kan worden. Stroomschema huidige jeugdzorg In het stroomschema op de volgende pagina wordt geschetst hoe de huidige jeugdzorg is georganiseerd.
i Meer informatie: www.provincie-utrecht.nl/jeugdzorg
zicht op de provinciale jeugdzorg. De provincies ontvangen van het Rijk de doeluitkering jeugdzorg en hebben als taak ervoor te zorgen dat alle kinderen en jongeren in Nederland jeugdzorg kunnen Marjan Haak-Griffioen ontvangen, zoals vastgelegd in de wet. De provincie is verantwoordelijk voor: Gedeputeerde Jeugd, Onderwijs, Zorg, Bestuurlijke Organisatie & Participatie • de toegang tot de jeugdzorg (via Bureau Jeugdzorg); • de inkoop van voldoende zorg (middels aanbieders van Jeugd & Opvoedhulp); • de afstemming met gemeenten (voor het lokale, preventieve veld), het Rijk (voor de justitiële jeugdzorg en jeugdzorgplus) en AWBZ-partners (voor de AWBZ gefinancierde jeugdzorg).
4
5
STROOMSCHEMA 2011
LOKAAL JEUGDBELEID Gemeentelijk jeugdbeleid: Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), waaronder: - Jeugdgezondheidszorg - Jeugdmaatschappelijk werk - Jongerenwerk
Overlegvormen gemeenten/ scholen/BJU/politie etc: - Zorg Advies Teams (ZAT) - Netwerk 12+/12- Veiligheidshuis (huisverbod/APJ)
BUREAU JEUGDZORG
UTRECHT (BJU)
JUSTITIËLE JEUGDZORG
Centrale Aanmelding (CA) Verwijst cliënten door naar het lokale veld of leidt cliënten voor geïndiceerde jeugdzorg door naar het juiste regiokantoor van Bureau Jeugd zorg en verzorgt aanmeld-
besluit (AMK/TGJ/SEZ). Juiste hulpverlener neemt contact met de cliënten op. Zorg-meldingen van derden komen hier ook binnen.
Spoed Eisende Zorg (SEZ)
Advies en- Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
- Crisishulp bij nieuwe zaken: 4 weken in vrijwillig kader en 6 weken bij VOTS. Verwijst daarna door naar TGJ of RvdK - Bereikbaarheidsdienst voor bestaande caseload TGJ en JB en JR.
(Bij AMK kan ook rechtstreeks gemeld worden) Doet onderzoek bij vermoedens van kindermishandeling. Motiveert voor hulp en verwijst (indien nodig) door naar de RvdK, het lokale veld of de TGJ (checkt na 6 mnd hoe de hulp verloopt).
Crisis Coördinatie Punt (CCP) - Coördineert crisisplekken jeugdzorg - Coördineert plekken gesloten jeugdzorg (jeugdzorgplus)
Toegang Geïndiceerde Jeugdzorg (TGJ) Vrijwillige kader. Casemanager verzorgt voor cliënten de toegang tot geïndiceerde jeugdzorg en reageert op zorgmeldingen van derden. Casemanagement: indiceren, volgen en evalueren van de geïndiceerde jeugdzorg. Verwijst bij ontwikkelingsbedreiging door naar de Raad voor de Kinderbescherming.
Raad voor de kinderbescherming (RvdK) Doet onderzoek. Stelt een rapport op met een advies en legt het voor aan de rechtbank. Civielrechtelijk: Onderzoekt of een kind in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en of hulp niet of onvoldoende door ouders wordt geaccepteerd. Strafrechtelijk: Onderzoekt de strafbare feiten bij jongeren (12-18 jaar).
PROVINCIALE JEUGDZORG GEÏNDICEERDE JEUGDZORG: - Intensief Ambulant - Dagbehandeling - Residentieel - Pleegzorg
Jeugdzorg plus Alleen voor civielrechtelijk geplaatste jeugdigen
JEUGD-GGZ - AWBZ - Zorgverzekeringswet 6
INDICATIEBESLUIT Cliënten hebben met indicatiebesluit recht op jeugdzorg. Casemanangers/gezinvoogden schrijven in overleg met cliënten een indicatieformulier voor jeugdzorg. Dit formulier wordt veelal in een MDO (Multi Disciplinair Overleg) besproken en dit leidt tot een indicatiebesluit.
Indicatiebesluit voor jeugd-GGZ (zvw)kan ook via de huisarts lopen.
Jeugdbescherming (JB)
Uitspraak Rechtbank
Gedwongen kader. - Gezinsvoogd voert ondertoezichtstelling uit (ouders zijn beperkt in hun gezag). - Voogd voert voogdij-maatregel uit (ouders zijn ontheven uit hun gezag). - Gezinsvoogd kan alleen uithuisplaatsen met machtiging van de rechtbank (en indicatiebesluit).
Bij civielrecht: - Ondertoezichtstelling (OTS) - Voorlopige OTS (VOTS) - Voogdij (bijv. ontheffing) - Uithuisplaatsing
Jeugdreclassering (JR) 12-18 jaar Gedwongen kader. 1. Hulp en steun (max 2 jaar), waaronder mogelijk: - ITB- criem (3 mnd. Bij allochtone jongeren). - ITB-plus (6 mnd. Bij veelvuldige of ernstige delicten). 2. Gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM). 3. Toezicht en begeleiding.
Bij strafrecht: - Jeugdreclassering. - Plaatsing in Justitiële Jeugd Inrichting (JJI)
Justitiële jeugdinrichting (JJI) Alleen voor strafrechtelijk geplaatste jeugdigen 7
Stelselwijziging: transitie jeugdzorg In het regeerakkoord van oktober 2010 heeft het kabinet besloten het jeugdzorgstelsel te hervormen. Dit betekent dat de verantwoordelijkheid voor de zorg voor jeugd overgaat naar de gemeenten. De komende periode kenmerkt zich door de voorbereiding op deze grote stelselwijziging en op een inhoudelijke vernieuwingsslag: de transitie jeugdzorg. In de plannen voor de transitie komt de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor specialistische jeugdzorg (provinciale jeugdzorg, jeugd-GGZ en jeugd-LVG) uiterlijk 2015 in z’n geheel bij gemeenten te liggen. De stelselwijziging is opgenomen in het huidige regeerakkoord en komt in essentie op het volgende neer:
Stroomschema zorg voor jeugd na de transitie Verantwoordelijkheid gemeenten Bovenlokaal
• De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg komt integraal bij gemeenten te liggen. • De financieringsstromen worden gebundeld. • Op lokaal niveau is er een duidelijk herkenbare en goed toegankelijke front office voor de jeugdzorg. • Het beroep op jeugdzorg moet worden verminderd door meer preventieve begeleiding. • De bureaucratie moet worden beperkt. Stroomschema zorg voor jeugd na de transitie In het stroomschema op de volgende pagina wordt geschetst wat de plannen zijn om de zorg voor jeugd na de transitie vorm te geven.
i Meer informatie: www.samenwerkenvoordejeugd.nl
Toezicht
Gecertificeerde instellingen Voor de instellingen in dit donker groene kader komen extra wettelijke kwaliteitseisen
Toezicht op gecertificeerde instellingen valt onder Rijkstoezicht
Meldpunt voor huiselijk geweld en Kindermishandeling (MHK) Uitvoering van Kinderbeschermingsmaatregelen Jeugdreclassering Gesloten Jeugdhulp
Lokaal
Kwaliteit
J eugdhulp met verblijf (residentieel) I ntensief ambulante hulp in het gedwongen kader Jeugdhulp: - Laagdrempelige en herkenbare toegang - Advies en inzet van jeugdhulp - Adviseren van professionals - Toegang tot het gedwongen kader
1 Het stroomschema is vormgegeven op basis van de voortgangsbrief stelselwijziging voor de jeugd (april 2012), de antwoorden op de vragen van de Algemene commissie Jeugdzorg naar aanleiding van deze brief en de concept-wettekst.
8
9
Provinciale middelen Financiële middelen provinciale jeugdzorg De provincies ontvangen van het Rijk de doeluitkering jeugdzorg. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft een ramings- en verdeelmodel ontwikkeld voor de verdeling van de doeluitkering voor de provinciale jeugdzorg. Risicofactoren van de jeugd (gewogen jeugdigen) zijn hierin bepalend. Op basis van dit verdeelmodel ontvangt de provincie Utrecht in 2012 7,4% van de landelijke doeluitkering. Risicofactoren % jongens % laag opgeleid % niet westers allochtoon % kinderen in eenoudergezin % kinderen in gezinnen met een laag inkomen
Nederland 51,2% 13,3% 16,0% 13,8% 8,8%
Provincie Utrecht
Herkomst en besteding middelen Programma Jeugdzorg Provincie Utrecht 2012 Justitietaak Min V&J
SGJ (LWI)
23,7 mln.
51,2% 11,2% 17,1% 11,8% 7,2%
Provincie Utrecht 5,9 mln.
Min VWS 88,0 mln.
4,1 mln.
Programma Jeugdzorg 117,6 mln.
Bureau Jeugdzorg 36,9 mln.
Transitie en steunfuncties
2,5 mln.
Jeugdhulp provinciaal
Bron: SCP. De jeugd een zorg, Ramings- en verdeelmodel jeugdzorg, 2009
71,1 mln.
Hoe ziet de verdeling van de middelen eruit in het nieuwe stelsel zorg voor jeugd?
2
Jeugdhulp LWI’s 3,0 mln.
In verband met de stelselherziening werkt het SCP aan een nieuw verdeelmodel, zodat dit model ook in de toekomst de basis kan bieden voor de verdeling van de jeugdzorgmiddelen. Het nieuwe model wordt een integraal model dat een verdeelsleutel voor alle middelen voor de brede jeugdzorg oplevert en dat past binnen de systematiek van het gemeentefonds. Het SCP baseert het toekomstige verdeelmodel op een grootschalige jeugdenquête onder ca. 21.000 respondenten. Hiermee wordt het ook mogelijk om in tegenstelling tot het huidige model een verdeling op basis van de vraag op te stellen.
4,1 mln.
Toegangsfunctie 17,2 mln.
Justitietaak 19,7 mln.
Residentiële hulp 31,8 mln.
Pleegzorg 12,2 mln.
Ambulante hulp 11,7 mln.
Dagbehandeling 12,7 mln.
Flexibele middelen 2,7 mln.
Op basis van begroting en verleningsbeschikking ultimo aug. 2012 2 De informatie uit deze blokjes (en de blokjes op de volgende pagina’s) komt uit de voorgangs- brief stelselwijziging voor de jeugd (april 2012), de antwoorden op vragen Algemene commissie Jeugdzorg naar aanleiding van deze brief en de concept-wettekst. 10
Toelichting: zie pagina 12.
11
Toelichting • Van de provinciale middelen (5,9 mln.) is 2,8 mln. structureel en 3,1 mln. incidenteel (grotendeels uit coalitieakkoord 2011-2014). • Het ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J) financiert de gedwongen hulp (Jeugdbescherming en Jeugdreclassering) die door Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJU) en de Stichting Gereformeerde Jeugdwelzijn (SGJ) geboden wordt. • Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) financiert de (toeleiding naar) vrijwillige hulp die geboden wordt door BJU en de SGJ en het zorgaanbod door de aanbieders van J&O. • Er zijn zes Landelijk Werkende Instellingen (LWI’s)3 : de provincie Utrecht is de penvoerder van de SGJ voor wat betreft de gedwongen hulpverlening. De financiering van de zorg door de LWI’s is met ingang van 2012 overgegaan naar de afzonderlijke provincies en grootstedelijke regio’s, zij het op basis van gedwongen winkelnering conform een vastgesteld verdeelmodel.
Bureau Jeugdzorg Utrecht
BJU vormt de toegang tot de geïndiceerde jeugdzorg in de provincie Utrecht. De doelgroep is jeugdigen tot 18 jaar en hun ouders/opvoeders in situaties waarin er ernstige problemen zijn bij het opgroeien en de opvoeding. Veiligheid van kinderen is de kernwaarde. Bureau Jeugdzorg heeft twee hoofdfuncties: 1. Nagaan welke hulp kinderen en hun ouders nodig hebben, deze indiceren en indien nodig volgen (casemanagement). 2. Nagaan of kinderen in hun ontwikkeling bedreigd worden en mogelijk bescherming nodig hebben. Bureau Jeugdzorg voert op grond van de Wet op de jeugdzorg de volgende taken uit: • Centrale aanmelding • Toegang Geïndiceerde Jeugdzorg (TGJ, vrijwillige hulpverlening) • Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) • Jeugdbescherming (JB, gedwongen hulpverlening) • Jeugdreclassering (JR, gedwongen hulpverlening) • Kindertelefoon • Het geven van voorlichting en advies
3 SGJ, Stichting Joods Maatschappelijk Werk, De Hoenderloo groep, Stichting Avenier, Leger des Heils Jeugdbescherming en -Reclassering en de William Schrikker Groep. 12
13
Locaties BJU: Regiokantoor
Locatie
Centraal Bureau Regiokantoor Stad Utrecht Regiokantoor Noord
Utrecht Utrecht Utrecht
Regiokantoor Zuid (1)
Nieuwegein
Regiokantoor Zuid (2)
Veenendaal
Regiokantoor Oost
Amersfoort
Gemeenten Utrecht De Bilt, De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Woerden, Zeist Bunnik, Houten, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Vianen, Wijk bij Duurstede en IJsselstein Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Veenendaal Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest en Woudenberg
Het gemiddeld aantal medewerkers in 2011: 486 fte
Instroom bij BJU per gemeente De tabel4 laat de nieuwe instroom van jeugdige cliënten in 2011 zien per taak van Bureau Jeugdzorg, onderscheiden naar de gemeente van inschrijving van de jeugdige. Het gaat om de gemeente waar de jeugdige is ingeschreven op het moment van aanmelding. Let wel: het gaat in deze tabel alleen om instroom (nieuwe zaken). Nieuwe instroom bij BJU (2011)
i Meer informatie: www.bjzutrecht.nl
14
Start JR7
Gemeente
Regio Eemland
Amersfoort Baarn Bunschoten Eemnes Leusden Soest Woudenberg
625 55 35 15 75 144 30
87 13 2 1 13 16 4
51 2 3 3 5 8 0
Totaal
979
136
72
Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen
151 121 72 332 73
35 16 2 64 12
9 9 2 46 8
Totaal
749
129
74
Hoe ziet jeugdhulp eruit in het nieuwe stelsel zorg voor jeugd? De gemeente krijgt de verantwoordelijkheid voor alle vormen van jeugdhulp (inclusief specialistische zorg zoals jeugd-GGZ, jeugd-LVB en jeugdzorgplus). De gemeente is verantwoordelijk om een kind, gericht op de specifieke situatie en met inachtneming van de systemen die bij dit kind horen, zodanig te helpen dat het binnen de gegeven mogelijkheden veilig en gezond opgroeit (jeugdhulpplicht). Hierbij hoort ook het zo nodig toeleiden naar het gedwongen kader. In de nieuwe jeugdwet krijgt de gemeente de verantwoordelijkheid om: • Op een laagdrempelige en herkenbare wijze jeugdhulp te bieden. • Advies te geven over, het bepalen van en het inzetten van de aangewezen vorm van jeugdhulp. • Professionals te adviseren die zich zorgen maken over een minderjarige. • De toegang tot jeugdhulp in het gedwongen kader in samenhang te organiseren.
Start TGJ5 Start JB6
Regio
Regio Lekstroom
4 Dit betreft alleen provinciale (geen buiten provinciale) aanmeldingen. 5 Dit betreft het aantal geaccepteerde aanmeldingen voor de vrijwillige toegang, inclusief de aanmeldingen voor de jeugd-GGZ. 6 Dit betreft het aantal nieuwe jeugdigen met een jeugdbeschermingsmaatregel in 2011. 7 Dit betreft het aantal nieuwe jeugdigen met een jeugdreclasseringsmaatregel in 2011. 15
Nieuwe instroom bij BJU (2011) Start TGJ5 Start JB6
Start JR7
Regio
Gemeente
Regio Zuid-Oost
De Bilt Bunnik Utrechtse Heuvelrug Wijk bij Duurstede Zeist
101 25 194 87 232
14 3 20 14 33
8 3 9 2 16
Totaal
639
84
38
Montfoort Oudewater De Ronde Venen Stichtse Vecht Woerden
59 17 129 221 169
8 7 16 22 11
1 1 4 20 11
Totaal
595
64
37
Renswoude Rhenen Veenendaal
25 72 352
4 3 56
0 2 21
Totaal
449
63
23
1436
160
173
4847
636
417
Regio West
Food Valley
Regio Utrecht
Utrecht Totaal
Totaal in de provincie Utrecht Bron: Landelijk vastgesteld Rapportage Format 2011 (LRF)
Centrale Aanmelding BJU heeft een centrale toegang: één telefoonnummer dat voor alle nieuwe aanmeldingen gebeld kan worden. Alle aanmeldingen worden, na acceptatie, gescreend op aard, ernst en mate van urgentie. Daarna wordt het vervolgtraject bepaald: doorgeleiding naar de Toegang Geïndiceerde Jeugdzorg (TGJ), het team Spoed Eisende Zorg (SEZ) of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). In onderstaande tabel is te zien dat van de 6244 aanmeldingen slechts 5% op eigen initiatief van de cliënt is. Bij de overige meldingen beoordeelt BJU of het noodzakelijk is om proactief contact op te nemen met ouders om te achterhalen wat er aan de hand is en of er hulpverlening ingeschakeld moet worden.
Aantal nieuwe aanmeldingen in 2011 Aanmeldingen (door de cliënt zelf of door derden) waarbij BJU dient te bezien of deze geïndiceerde zorg nodig heeft. Aanmeldingen bij het AMK worden apart geregistreerd.
Aantal
6244
Wijze van aanmelding Beroepsmatige verwijzers zijn beroepsmatig met de cliënt werkzame personen die de cliënt hebben aangemeld of de cliënt geadviseerd hebben zich aan te melden. De categorie “eigen initiatief” gaat om situaties waarin de cliënt zonder inmenging van een beroepsmatige verwijzer zich bij BJU heeft aangemeld. Zorgmeldingen van derden zijn zorgmeldingen door niet-professionals.
Via een beroepsmatige verwijzer Grootste groep verwijzers: Politie: 40% GGZ: 5% Onderwijs: 5%
91%
Op eigen initiatief cliënt
5%
Zorgmelding van derden
4%
Vervolg op aanmelding Niet alle aanmeldingen leiden tot een vervolg.
Geaccepteerde aanmeldingen Verwezen naar voorliggend veld
77% 8%
Informatie en advies
10%
Geen vervolg bepaald
5%
Bron: LRF 2011 16
17
Hoe ziet de toegang tot de jeugdzorg eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? Gemeenten krijgen wettelijk de verantwoordelijkheid om de jeugdhulp voor jeugdigen, ouders en professionals herkenbaar en laagdrempelig te organiseren. Op lokaal niveau moet er een duidelijk herkenbare en goed toegankelijke front office voor de jeugdzorg zijn. Toegang Geïndiceerde Jeugdzorg (TGJ) (vrijwillige hulpverlening) Spoed Eisende Zorg (SEZ) Indien er uit de aanmelding blijkt dat er sprake is van een crisissituatie, dan wordt dit direct opgepakt door het team SEZ. Deze is 24 uur per dag bereikbaar. De SEZmedewerker ondersteunt het gezin maximaal vier weken en schakelt geïndiceerde jeugdzorg in als dat nodig is. Indien de geïndiceerde jeugdzorg langer doorloopt dan vier weken, krijgt de cliënt een casemanager vrijwillige hulpverlening. Indien er sprake is van een Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS), dan wordt deze ook opgepakt door het SEZ. 2011 Aantal zaken die door het SEZ zijn opgepakt waarvan VOTS
859 214
Bron: Jaarverslag BJU 2011
Hoe ziet spoedeisende zorg/crisishulp eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? Gemeenten zorgen er voor dat men binnen de gemeente terecht kan (ook buiten kantooruren) met vragen over de opvoeding, ontwikkeling of veiligheid van een kind. Er is 24 uursbereikbaarheid inclusief de mogelijkheid van directe interventie in crisissituaties.
Casemanagement vrijwillige hulpverlening Na doorgeleiding vanuit de Centrale Aanmelding neemt de casemanager van BJU contact op met het gezin. In samenspraak met de ouders en/of jeugdige wordt onderzocht welke vorm van geïndiceerde jeugdzorg nodig is. Als duidelijk is welke zorg gewenst is, wordt de definitieve keuze vastgelegd in het indicatiebesluit. De casemanager begeleidt de cliënt actief naar een aanbieder van J&O, die op basis van het indicatiebesluit en in samenwerking met de cliënt een hulpverleningsplan opstelt. Bureau Jeugdzorg indiceert voor: 1. Provinciaal gefinancierde jeugdzorg (op grond van de Wet op de jeugdzorg) Na vaststelling van het indicatiebesluit heeft bureau jeugdzorg de wettelijke taak tot casemanagement. De casemanager vrijwillige hulpverlening blijft betrokken bij de hulp die wordt geboden. Dit betekent dat de casemanager via start- en evaluatiegesprekken volgt hoe de hulpverlening verloopt en bijstuurt indien noodzakelijk. 2. Jeugd-GGZ (op grond van de AWBZ of de zorgverzekeringswet) Bureau Jeugdzorg geeft jeugd-GGZ indicaties af wanneer er sprake is van psychiatrische problematiek en het IQ 85 is of hoger. Dit gaat om Zorg in Natura (ZIN) of zorg die via een Persoons Gebonden Budget (PGB) kan worden verzilverd. Er is geen sprake van casemanagement vanuit Bureau Jeugdzorg bij de zorg die vanuit de jeugd-GGZ wordt geboden. De zorgkantoren en de zorgverzekeraars hebben de taak om erop toe te zien of de zorg juist wordt ingezet. Melding bij de Raad voor de Kinderbescherming Mocht gaandeweg de hulpverlening blijken dat de jeugdige in zijn ontwikkeling wordt bedreigd of dat ouders hulp niet of onvoldoende accepteren, dan kan er vanuit de vrijwillige hulpverlening besloten worden tot een melding bij de Raad voor de Kinderbescherming.
18
19
Indicatiebesluiten vrijwillige hulpverlening 2011 2011 Aantal indicatiebesluiten Inclusief jeugd-GGZ
4.187
Aantal cliënten voor wie een indicatiebesluit is genomen in vrijwillig kader8 Inclusief jeugd-GGZ
3201
Meldingen vanuit TGJ bij de Raad voor de Kinderbescherming
368
Bron: LRF 2011
Vereenvoudigde indicatieprocedure sinds juni 2012 Sinds juni 2012 heeft BJU de indicatieprocedure vereenvoudigd. Verwijzers kunnen ouders en hun kind nu rechtstreeks bij BJU aanmelden voor een indicatiebesluit. Zij kunnen op het aanmeldformulier de veiligheid in de opvoedingssituatie, de complexiteit van de problematiek en de bereidheid van ouders om eigen hulp te organiseren zelf invullen. BJU toetst de aanvraag en let dan vooral op de veiligheid van het kind in de opvoedingssituatie. Mocht uit het aanmeldformulier blijken dat ouders en hun kind in staat zijn om zelf hulp te regelen en organiseren, dan ontvangen zij binnen tien dagen een indicatiebesluit dat zij zelf kunnen verzilveren bij een aanbieder van Jeugd & Opvoedhulp. In dit geval wordt er geen casemanagement van BJU ingezet. Hoe ziet de indicatiestelling eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? Als door een bij of voor gemeente werkzame professional geconstateerd wordt dat een kind bijvoorbeeld specialistische zorg nodig heeft, dan zijn er verschillende mogelijkheden om deze te organiseren zonder formele indicatiestelling. Bij een hulpvraag wordt in het gesprek met ouder en kind bepaald wat een kind (of zijn ouder) nodig heeft. De gemeente is verantwoordelijk dat er professionals zijn die deze ‘diagnose’ kunnen stellen en vervolgens dat de benodigde hulp voorhanden is.
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is een onderdeel van Bureau Jeugdzorg en is toegankelijk voor iedereen die zich zorgen maakt over kinderen in zijn of haar omgeving en denkt aan kindermishandeling. Het AMK heeft drie functies: 1. Adviesfunctie Als er een vermoeden is dat er een kind mishandeld wordt, dan kunnen deze vermoedens met het AMK besproken worden. Een adviesgesprek kan anoniem, het AMK legt geen dossier aan en onderneemt geen actie richting het gezin. 2. Consultfunctie Bij een consult is sprake van meerdere contacten met het AMK over hetzelfde kind. Het AMK geeft advies hoe de consultvrager het gezin het best kan ondersteunen. 3. Onderzoeksfunctie Na een geaccepteerde melding stelt het AMK een onderzoek in naar de gezinssituatie. Zij praten met de ouders en winnen informatie in bij mensen die het gezin beroepshalve kennen (school/huisarts). Het AMK biedt zelf geen hulp, maar zorgt er wel voor dat noodzakelijke hulp in gang wordt gezet en checkt na drie tot zes maanden hoe deze hulpverlening verloopt. Als de situatie voor het kind levensbedreigend is of als ouders geen hulp willen accepteren, dan doet het AMK een melding bij de Raad voor de Kinderbescherming. Aantal Adviezen Consulten Onderzoeken
2367 680 1068
Aantal jeugdigen 1781
8 Een cliënt kan meerder indicatiebesluiten ontvangen. 20
21
Leeftijd van de kinderen voor wie een onderzoek is gestart 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 14 jaar 15 t/m 17 jaar Totaal
Aantal
723 640 248 170 1781
Geslacht
Jongens Meisjes
Vervolg voor jeugdige na afronding onderzoek Mishandeling beëindigd Overgedragen naar hulpverlening Gemeld aan Raad voor de Kinderbescherming Mishandeling niet bevestigd Geen mishandeling
Aantal
901 880
Percentage 4% 48% 24% 17% 7%
Bron: Jaarverslag BJU 2011
Hoe ziet het AMK eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? De gemeenten dragen zorg voor regionaal gecombineerde Steunpunten Huiselijk Geweld/Advies en Meldpunt Kindermishandeling met één front office.
Jeugdbescherming (gedwongen hulpverlening) Civielrechtelijk Na een melding onderzoekt de Raad voor de Kinderbescherming of het kind bedreigd wordt in zijn ontwikkeling en of een kinderbeschermingsmaatregel noodzakelijk is. De kinderrechter beslist of er een ondertoezichtstelling, voogdijmaatregel dan wel een maatregel van voorlopige voogdij noodzakelijk is. Bureau Jeugdzorg voert het casemanagement van deze gedwongen maatregelen vervolgens uit. Jeugdbescherming kan alleen uitgevoerd worden na een uitspraak en beschikking van de kinderrechter.
22
De kinderrechter kan de volgende jeugdbeschermingsmaatregelen uitspreken: 1. Ondertoezichtstelling (OTS) Wordt door de kinderrechter uitgesproken voor de duur van één jaar. Bij deze maatregel behouden ouders het ouderlijk gezag, maar het wordt beperkt door de OTS. Er wordt een gezinsvoogd aangesteld, die toezicht houdt op het kind en die hulp regelt die noodzakelijk is. Na één jaar kan aan de kinderrechter verzocht worden om de OTS te verlengen, indien de bedreiging van de ontwikkeling van het kind nog niet is opgeheven. 2. Voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) Wordt uitgesproken wanneer er sprake is van spoed/crisis en het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming niet kan worden afgewacht. Wordt door de kinderrechter uitgesproken voor de duur van drie maanden. In deze periode voert de Raad het onderzoek uit. 3. Voogdij Bij deze maatregel zijn ouders uit hun gezag ontheven, ontzet of door overlijden is er geen ouder met gezag meer aanwezig. De voogdij (het volledige gezag) ligt bij Bureau Jeugdzorg. Er wordt een voogd aangesteld die verantwoordelijk is voor het kind. 4. Voorlopige voogdij Wanneer er direct moet worden voorzien in gezag, omdat er niemand is die het gezag uitoefent. Bijvoorbeeld door ziekenhuisopname, detentie in het buitenland of overlijden. Dit is een maatregel die wordt ingezet als acuut ingrijpen noodzakelijk is. 5. Uithuisplaatsing Een jeugdige kan alleen (gedwongen) uit huis worden geplaatst indien de rechter daarvoor een machtiging uithuisplaatsing heeft afgegeven. Werkwijze ondertoezichtstelling Het doel van de ondertoezichtstelling is het wegnemen van de bedreiging in de ontwikkeling van het kind. De geïndiceerde hulp die wordt ingezet is niet vrijblijvend. Bij voorkeur wordt geïndiceerde zorg in de thuissituatie ingezet. Indien hulp in de
23
thuissituatie onvoldoende is om de bedreiging in de ontwikkeling van het kind weg te nemen, dan kan BJU bij de kinderrechter een verzoek tot uithuisplaatsing indienen. De kinderrechter beslist of een machtiging uithuisplaatsing noodzakelijk is. Jeugdbeschermingsmaatregelen in 2011 OTS
Aantal nieuw Aantal beëindigd Aantal eind 2011 Gemiddelde duur
664 714 1827 2,6 jaar
VOTS
204 214 33 3 maand
Voogdij
49 49 338 4,3 jaar
Voorlopige voogdij 19 29 3 66 dagen
Hoe ziet jeugdbescherming eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? Gemeenten krijgen in de nieuwe wet de taak voor het toeleiden naar en het uitvoeren van jeugdbescherming. Afgesproken is dat de jeugdbescherming op bovenlokaal niveau wordt georganiseerd. Jeugdbescherming kan in het nieuwe stelsel alleen worden uitgevoerd door gecertificeerde instellingen.
Jeugdreclassering (gedwongen hulpverlening) Reden beëindiging jeugdbeschermingsmaatregel Reden beëindiging Bereiken meerderjarigheid jeugdige: 20% Tussentijdse opheffing: 11% Niet verlengd: 65% Gezag beëindigende maatregel: 4%
Reden beëindiging voogdij OTS Bereiken meerderjarigheid jeugdige: 67% Voogdij naar pleegouder: 12% Herstel gezag: 21%
Indicatiebesluiten gedwongen jeugdzorg 2011 Reden beëindiging
Reden beëindiging voogdij OTS
Aantal indicatiebesluiten Inclusief jeugd-GGZ
2.451
Aantal cliënten voor wie één of meer indicatiebesluiten zijn genomen in gedwongen kader Inclusief jeugd-GGZ
1.331
Aantal machtigingen tot uithuisplaatsing
N.a.v 1e machtiging: 495 Verlengde machtiging: 799
Strafrechtelijk Wanneer een jeugdige in aanraking komt met de politie, dan kan de kinderrechter een straf opleggen. Dit kan een boete zijn, een taakstraf of een gevangenisstraf. Bovendien kan de kinderrechter besluiten dat de jongere begeleiding nodig heeft van de jeugdreclassering. Een jeugdreclasseringsmaatregel kan door de kinderrechter opgelegd worden bij jongeren van 12 jaar en ouder die een strafbaar feit hebben gepleegd. Er zijn verschillende reclasseringsmaatregelen. Welke wordt opgelegd, is afhankelijk van het gepleegde delict. 1. Hulp en steun De begeleiding is gericht op de aanpak van problemen thuis, op school of in de vrije tijd. Er worden afspraken gemaakt over de aanpak van problemen. 2. Toezicht en begeleiding Begeleiding in de periode tussen de arrestatie en de strafzitting. Dit wordt verzocht door de Raad voor de kinderbescherming. De begeleiding is gericht op aanpak van problemen thuis, op school of in de vrije tijd. Het is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. 3. Gedrags Beïnvloedende Maatregel (GBM) Wanneer naast begeleiding ook behandeling noodzakelijk is. De reclasseringsmedewerker begeleidt de jongere en zorgt daarnaast ook voor coördinatie van de ingezette behandeling.
Bron: LRF 2011 24
25
4. Intensieve Trajectbegeleiding Criem (ITB criem) Een intensieve vorm van begeleiding voor etnische jongeren die voor het eerst in aanraking komen met justitie. De begeleiding is erop gericht om recidive te voorkomen. 5. Intensieve trajectbegeleiding Plus (ITB plus) Intensieve begeleiding voor jongeren die ernstige of meerdere delicten hebben gepleegd. Reclassering heeft een controlerende taak. 6. Samenloop Indien er naast een reclasseringsmaatregel ook een jeugdbeschermingsmaatregel (OTS) is uitgesproken. Jeugdreclasseringsmaatregelen 2011 JR (hulp en steun & toezicht en begeleiding) GBM ITB criem ITB plus Samenloop (JB&JR)
Aantal
Duur
437 2 20 31 92
433 dagen 303 dagen 89 dagen 224 dagen
Kindertelefoon De kindertelefoon is onderdeel van Bureau Jeugdzorg. Bij de kindertelefoon kunnen kinderen anoniem hun verhaal kwijt over de problemen die zij ervaren bij opgeleide vrijwilligers. Kinderen kunnen bellen of chatten met de kindertelefoon. Kindertelefoon Aantal gesprekken Aantal chats
2011 22.161 10.980
Bron: Jaarverslag BJU 2011
Bron: Jaarverslag BJU 2011
Hoe ziet de kindertelefoon eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? Hoe ziet de jeugdreclassering eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? Gemeenten krijgen in de nieuwe wet de taak voor het zo nodig toeleiden naar en het uitvoeren van jeugdreclassering. Afgesproken is dat de jeugdreclassering op bovenlokaal niveau wordt georganiseerd. Jeugdreclassering kan in het nieuwe stelsel alleen worden uitgevoerd door gecertificeerde instellingen.
26
Er moeten nog definitieve afspraken worden gemaakt over de vormgeving van de landelijke financiering van bepaalde voorzieningen, waaronder de kindertelefoon.
i Meer informatie: www.kindertelefoon.nl
27
Voorlichting en advies Bureau Jeugdzorg heeft op grond van de wet de taak het geven van advies aan, het bijdragen aan deskundigheidsbevordering van en het onderhouden van contacten met algemene (lokale) voorzieningen voor jeugdigen. Het doel van deze taak is het versterken van deze voorzieningen en het bevorderen van vroegtijdige signalering van problemen. Bureau Jeugdzorg doet dit in de vorm van deelname aan lokale zorgstructuren en lokale netwerken rondom jeugd (zoals het veiligheidshuis en netwerk 12+ of 12-) en door middel van het geven van training en advies. Trainingsaanbod
In 2011 gegeven aan
Aantal
- Werkwijze BJU - Signaleren en gespreksvoering met ouders - Praten met het kind/de puber - Motiverende gespreksvoering met ouders - Training en voorlichting over kindermishandeling - Verwijsindex: hoe vertel ik het? - Werken met gescheiden ouders - Coördinatie van zorg
- Kinderopvang - Basisonderwijs - Jeugdgezondheidszorg - Ziekenhuizen - Aanbieders van Jeugd & Opvoedhulp - CJG/Jong Centraal - Welzijn (AMW, jongeren werk) - ROC/hoger onderwijs - GGZ
356 trainingen totaal
Bron: Jaarverslag BJU 2011
i Meer informatie: www.bjzutrecht.nl
Aanbieders Jeugd & Opvoedhulp in de provincie Utrecht
Binnen de provincie Utrecht zijn er acht aanbieders voor Jeugd & Opvoedhulp (J&O) die provinciaal geïndiceerde jeugdzorg bieden. Iedere instelling heeft (buiten enige overlap) een andere doelgroep qua leeftijd en/of problematiek. Route bij Jeugd & Opvoedhulp Jeugdigen, zowel vanuit het vrijwillige als het gedwongen kader, kunnen bij één van deze zorgaanbieders terecht mits zij een indicatiebesluit hebben en binnen de provincie Utrecht9 wonen. Wanneer een aanbieder van J&O het indicatiebesluit ontvangt en accepteert, dan worden ouders en hun kind10 binnen tien dagen uitgenodigd voor een afstemmingsgesprek. In dit gesprek wordt besproken welke hulp wordt ingezet, wat de behandeldoelen zijn en wanneer de hulp kan starten. Er wordt ook al een (concept-) hulpverleningsplan opgesteld, zodat helder is aan welke doelen gewerkt gaat worden wanneer de hulp begint. Een half jaar na de start van de zorg is er een tussenevaluatie om te spreken over de voortgang van de hulp. Aan het eind van de zorg is er een eindevaluatie waarin onder andere de doelrealisatie en cliënttevredenheid gemeten worden. Centrale uitgangspunten bij de hulpverlening Centraal in de hulpverlening staan jeugdigen en hun opvoeders. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten bij hun hulpvraag en ook worden zij – waar mogelijk – in de eigen omgeving geholpen, liefst met steun van het eigen netwerk. Eigen kracht is daarbij een belangrijk motto. Zowel voor het ‘gedwongen kader’ als voor de vrijwillige hulpverlening geldt het uitgangspunt dat de jeugdige en het gezin zoveel mogelijk in de thuissituatie worden begeleid. De geboden hulp sluit aan bij de aard en ernst van de problematiek van kind en gezin en er wordt afgestemd met eventuele andere hulpverlenende partijen. Er wordt gebruikgemaakt van effectieve methodieken.
9 Voor jeugdigen buiten de provincie Utrecht geldt een aparte regeling. 10 En de casemanager of (gezins-)voogd van BJU. 28
29
Zorgvarianten Er kunnen globaal vier zorgvarianten onderscheiden worden: Zorgvariant
Gemiddeld percentage (aantal jeugdigen) per zorgvariant
Ambulante hulpverlening (incl. crisis) Zorg die bij de cliënt thuis of bij de zorgaanbieder wordt geboden. Deze hulp bestaat uit één of meerdere keren per week een aantal uren begeleiding en ondersteuning door de hulpverlener gedurende een bepaalde periode. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met effectieve methoden zoals multidimensionele familie therapie, Intensief Orthopedagogische Gezinsbehandeling, Families First.
39%
Dagbehandeling Zorg en begeleiding die één of meerdere dagen per week gegeven wordt op locatie van de zorgaanbieder. Te denken valt aan Medisch Kinderdagverblijf, Boddaertcentra of Arbeidstrainingscentra.
13%
Residentiële zorg (incl. crisis) Zorg waarbij het kind op een locatie van de zorgaanbieder woont en hier 24-uurs zorg ontvangt. Te denken valt aan kinderhuizen, gezinshuizen, observatiegroepen, behandelgroepen, kamertrainingscentra (KTC), begeleide huisvesting.
17%
Pleegzorg Plaatsing van kinderen in een (netwerk)pleeggezin. Binnen pleegzorg is ook crisisopvang, observatie- en weekendpleegzorg mogelijk.
31%
30
Hoe ziet jeugdhulp eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? Gemeenten moeten ervoor zorgen dat ieder kind, dat in enigerlei vorm jeugdhulp nodig heeft, deze daadwerkelijk krijgt. Een van de taken voor gemeenten die wettelijk wordt vastgelegd is het voorzien in een voldoende passend (en dus effectief ) aanbod van jeugdhulp. Voor jeugdhulp in het gedwongen kader geldt een leveringsplicht. Jeugdhulp met verblijf (residentiële zorg) en intensief ambulante hulp in het gedwongen kader mag alleen uitgevoerd worden door gecertificeerde instellingen.
Aantal cliënten dat in de periode 2011 gemiddeld geïndiceerde jeugdzorg ontvangt of heeft ontvangen Op jaarbasis stromen er jaarlijks gemiddeld 2000 kinderen in en 2000 kinderen uit de jeugdzorg. Het aantal kinderen dat geen perspectief heeft op terugkeer naar huis bedraagt gemiddeld 700 per jaar. Aantal kinderen dat provinciale geïndiceerde jeugdzorg ontvangt per gemeente en regio Regio
Gemeente
Aangemeld
Uitgestroomd
In zorg eind 2011
Regio Eemland
Amersfoort Baarn Bunschoten Eemnes Leusden Soest Woudenberg
349 21 10 5 35 50 17
325 16 13 11 29 49 16
352 32 16 9 31 57 22
Totaal
487
459
519
31
Aantal kinderen dat provinciale geïndiceerde jeugdzorg ontvangt per gemeente en regio Regio
Gemeente
Regio Lekstroom
Houten IJsselstein Lopik Nieuwegein Vianen
58 39 17 103 17
62 41 16 100 23
85 57 27 125 39
Totaal
234
242
333
50 14 78
44 11 65
52 26 101
Regio Zuid-Oost
Regio West
Aangemeld
Uitgestroomd
In zorg eind 2011
De Bilt Bunnik Utrechtse Heuvelrug Wijk bij Duurstede Zeist
36
28
52
134
146
Totaal
312
Utrechtse aanbieders van Jeugd en Opvoedhulp Hieronder volgt een beschrijving van de acht Utrechtse aanbieders van Jeugd- en Opvoedhulp. Zorgaanbieder
Trajectum
Website
www.trajectum.nl
144
Hulpvormen
Ambulant, Dagbehandeling, Residentieel
294
375
Doelgroep
14 15 36
12 12 34
12 12 53
87
77
104
56
52
65
Totaal
208
187
Renswoude Rhenen Veenendaal
7 18 136
Totaal
Montfoort Oudewater De Ronde Venen Stichtse Vecht Woerden
• Jonge kinderen (0-12/14 jaar) met ernstige en complexe gedrags- en ontwikkelingsproblematiek op meerdere domeinen, wiens ouders/omgeving ernstige problemen rond opvoeden hebben of dreigen te krijgen. • Autisme, ernstige gedragsproblematiek, somatische en psychiatrische problematiek.
Zorgaanbieder
Lijn 5
246
Website
www.ln5.nl
7 19 129
9 26 160
Hulpvormen
Ambulant, Crisis-Ambulant, Dagbehandeling, Residentieel, Crisisopvang
161
155
195
Utrecht
553
526
558
Totaal
553
526
588
Totaal in de provincie Utrecht
1955
1863
2256
Food Valley
Doelgroep Regio Utrecht
Ondersteuning aan jongeren met en zonder verstandelijke beperking met gedragsproblemen en/of problemen in de sociale ontwikkeling.
Bron: ADD gemeentemonitor 32
33
Zorgaanbieder
De Rading
Website
www.rading.nl
Hulpvormen
Ambulant, Residentieel, Pleegzorg en Crisis
Doelgroep
• Pleegzorg en kleinschalig residentieel voor kinderen die (tijdelijk of langdurig) een vervangende opvoedingssituatie nodig hebben. • Seksspecifieke hulp aan meiden met een relationeel (seksueel) getraumatiseerde problematiek, waaronder seksueel misbruik. • Ondersteuning van gezinnen met jeugdigen met ex ternaliserende gedragsproblematiek (focus op 0-12 jaar)
Zorgaanbieder
Reinaerde
Website
www.reinaerde.nl
Hulpvormen
Ambulant, Residentieel
Doelgroep
34
• (Intensieve) Ambulante hulp aan gezinnen bij een instabiele opvoedsituatie, ontoereikende kwaliteit opvoeding, meervoudige problematiek en/of problemen in de ouder-kindrelatie (0-23 jaar). • Residentiële hulp aan gezinnen bij een instabiele opvoedsituatie, ontoereikende kwaliteit opvoeding, meervoudige problematiek en/of problemen in de ouder-kindrelatie/ problemen bij de cognitieve ontwikkeling van de jeugdige (4-13 jaar). • Problemen met verbinden van opvoeden in de eigen (Islamitische) en Nederlandse maatschappij/cultuur; woon/behandelgroep voor kinderen met islamitische achtergrond.
Zorgaanbieder
Timon
Website
www.timon.nl
Hulpvormen
Ambulant, Crisis-Ambulant, Dagbehandeling, Residentieel, Crisisopvang
Doelgroep
Jongeren 12-18 en hun gezin met doorlopende zorglijnen tot 23 jaar: • Jongeren en gezinnen in crisis. • Jongeren met meervoudige problematiek.(internaliserend, criminaliteits- en verslavingsrisico en schoolweigeraars) en hun gezin. • Tienermoeders, -meiden en hun context. • Jongvolwassenen 18-23 (nazorg en zwerfjongeren).
Zorgaanbieder
JOOZT onderdeel van LSG Rentray
Website
www.lsg-rentray.nl
Hulpvormen
Ambulant, Dagbehandeling, Residentieel
Doelgroep
Hulp aan jongeren van 12 tot 18 jaar met meervoudige en ernstige problematiek, onder andere tot uiting komend in meerdere psychische stoornissen.
35
Zorgaanbieder
Leger des Heils
Website
http://cwzwmiddennederland.legerdesheils.nl
Hulpvormen
Ambulant, Residentieel, Crisisopvang
Doelgroep
• Langer durende hulp aan kinderen met (ernstige) chronische problematiek die niet langer thuis kunnen wonen. • Langdurige ondersteuning multiprobleemgezinnen. • Crisisopvang. • Observatie jonge kind.
Zorgaanbieder
Zandbergen Jeugd & Opvoedhulp
Website
www.zandbergenjeugd.nl
Hulpvormen
Ambulant, Behandelgroepen, Gezinsbehandeling, Begeleiding naar zelfstandigheid, Pleegzorg en Crisisopvang.
Doelgroep
Oplossingsgerichte hulp aan kinderen, jongeren en hun ouders in de leeftijd 0-25 jaar.
Kwaliteit van zorg De provincie Utrecht monitort de kwaliteit van zorg onder andere door middel van prestatie indicatoren. Inzicht in de effectiviteit van hulp is belangrijk voor de kwaliteitsontwikkeling in de jeugdzorg. De Utrechtse aanbieders van J&O maken met behulp van scores op doelrealisatie, cliënttevredenheid en reden beëindiging hulp inzichtelijk in hoeverre kwaliteit van hun hulp effectief is. Gemiddelde scores van Utrechtse aanbieders van J&O in 2011 Doelrealisatie Per cliënt wordt in het hulpverleningsplan, in samenspraak met de cliënt, een aantal doelen van de hulp bepaald. Na afloop van het hulptraject worden er scores per doel toegekend door de cliënt, de hulpverlener en de casemanager. Doelen uit één hulpverleningsplan kunnen verschillende scores krijgen.
Scores in 2011
Doelen (deels) gehaald, situatie gunstiger dan bij start (score +1/+2). Doelen niet gehaald, situatie gelijk als bij start (score 0). Doelen niet gehaald, situatie ongunstiger dan bij start (score -1).
86% 12% 2%
Cliënttevredenheid Voor het meten van de cliënttevredenheid bij het einde van de hulp vullen cliënten een vragenlijst in. Deze laat de tevredenheid over de resultaten van de hulp zien.
Scores in 2011
Gemiddeld rapportcijfer
36
8
37
Reden beëindiging hulp De reden beëindiging hulp wordt door de zorgaanbieder vastgelegd om inzicht in de mate van uitval te krijgen.
Scores in 2011
Zorg in overeenstemming beëindigd, omdat de doelen zijn behaald en zorg niet meer nodig is. Zorg eenzijdig beëindigd door cliënt en/of BJU. Zorg beëindigd door externe omstandigheden (verhuizing), overmacht of reden onbekend/ overig.
Versterking van de positie van cliënten in de provinciale jeugdzorg
88% 12%
Bron: Jaarverslagen van de Utrechtse aanbieders van J&O
Hoe zien kwaliteitseisen eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? Er zullen wettelijke kwaliteitseisen aan alle aanbieders worden gesteld. Voor bepaalde vormen van jeugdhulp (wanneer er sprake is van jeugdhulp met verblijf en intensief ambulante hulp in het gedwongen kader) worden door het Rijk aanvullende kwaliteitseisen gesteld. Voor de overige vormen van jeugdhulp zullen in de wet bepalingen worden opgenomen die de gemeenten verplichten om kwaliteitseisen te stellen.
Medezeggenschapsrecht Het medezeggenschapsrecht is bedoeld om cliënten binnen de jeugdzorg een afdwingbaar recht op medezeggenschap toe te kennen. Binnen de provincie Utrecht is dit als volgt georganiseerd: • Cliëntorganisaties worden in de gelegenheid gesteld om te reageren op het ontwerpbeleidskader en uitvoeringsprogramma van de provincie. • Jeugdzorginstellingen investeren in cliëntenparticipatie. Dit varieert van het hebben van een cliëntenraad tot het doen van huisvergaderingen. Jaarlijks worden de prestaties van jeugdzorginstellingen op het gebied van cliëntenparticipatie met de JIJ-meter gemeten. • Het provinciale cliëntenplatform JIJ Utrecht is een belangrijke gesprekspartner van de provincie. JIJ Utrecht heeft panels van (oud)cliënten om de stem van de cliënt goed hoorbaar te maken en legt regelmatig belangrijke vragen voor aan deze panels. Jaarlijks vindt er een gesprek tussen Statenleden en cliënten plaats. De informatie die hieruit voortkomt, wordt gebruikt voor kwaliteitsverbetering.
i Meer informatie: www.jijutrecht.nl Vertrouwenspersoon In de Wet op de jeugdzorg is bepaald dat de provincies ervoor moeten zorgen dat cliënten van Bureau Jeugdzorg en van aanbieders van J&O een beroep kunnen doen op een vertrouwenspersoon die onafhankelijk is van deze instellingen. De provincie Utrecht heeft dit belegd bij het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ). Dit is een onafhankelijke, landelijk georiënteerde organisatie. De vertrouwenspersonen van het AKJ bezoeken cliënten binnen de instellingen, zij bieden ondersteuning bij klachten en het AKJ heeft een centrale telefonische adviesdienst.
38
39
Taken AKJ
Aantallen in 2011
Het beantwoorden van vragen van cliënten over provinciale jeugdzorg en het geven van informatie en advies.
935 cliënten hebben het AKJ benaderd met een vraag, klacht of probleem. 207 cliënten hebben gebruikgemaakt van de telefonische advies dienst.
Het bieden van ondersteuning bij klachten en/of bezwaarprocedures.
Het AKJ heeft ondersteuning geboden bij 555 klachten.
Het bezoeken van cliënten per instelling, het signaleren en bespreken van verbeterpunten per instelling.
Naar aanleiding van de binnengekomen signalen vanuit de instelling wordt er in samenwerking met de aanbieder J&O een werkplan voor het volgende jaar opgesteld.
Bron: Jaarverslag AKJ 2011
i Meer informatie: www.AKJ.nl Klachtrecht Vanuit de Wet op de jeugdzorg zijn de Bureaus Jeugdzorg en de aanbieders van J&O verplicht om een klachtenregeling te treffen en een klachtencommissie in te stellen. Het AKJ kan cliënten op verzoek ondersteuning bieden bij hun klacht. • Interne klachtenprocedure Iedere jeugdzorginstelling heeft een interne klachtenprocedure. Het heeft de voorkeur om klachten rechtstreeks met de medewerker en/of zijn leidinggevende te bespreken. Mocht de cliënt dit niet willen, of mocht dit geen oplossing bieden, dan kan er een klacht ingediend worden bij de externe klachtencommissie. • Klachtencommissie Jeugdzorg Utrecht (KJU) Dit is de externe klachtencommissie binnen de provincie Utrecht. Zij functioneert onafhankelijk van de Utrechtse jeugdzorginstellingen. In 2011 zijn er bij de KJU 63 klachten binnengekomen. • Nationale Ombudsman De nationale ombudsman behandelt klachten over jeugdzorg als er sprake is van hulpverlening in het gedwongen kader. Hoe ziet de versterking van de positie van de cliënt eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? Voor bepaalde vormen van jeugdhulp (jeugdhulp met verblijf en ambulante hulpverlening in niet vrijwillig kader) zullen wettelijke kwaliteitseisen ten aanzien van de beschikbaarheid van een onafhankelijk vertrouwenspersoon, medezeggenschap en klachtrecht worden vastgelegd. Voor de overige vormen van jeugdhulp zullen gemeenten de opdracht krijgen om regels op te stellen voor deze onderwerpen. 40
Rijksoverheid
De Raad voor de Kinderbescherming, de jeugdzorgplus, de justitiële jeugdinrichtingen en de Inspectie jeugdzorg vallen onder de verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid. Raad voor de Kinderbescherming De Raad valt onder het ministerie van Veiligheid en Justitie. De organisatiestructuur omvat een landelijke directie, een landelijk ondersteuningsbureau en dertien locaties, waaronder de locatie Utrecht. De kerntaken van de Raad liggen op het terrein van: • Kinderbescherming De Raad is betrokken bij gezinnen waar opvoeden een probleem is geworden en kan de rechter verzoeken een kinderbeschermingsmaatregel op te leggen. Gemiddeld aantal KB onderzoeken per 1000 kinderen in Nederland is 5,5. • Straf De Raad onderzoekt de situatie van jongeren die met de politie in aanraking komen en licht de rechter of officier van justitie daarover in. Gemiddeld aantal strafonderzoeken per 1000 jeugdigen 12-18 jaar in Nederland is 25,7. • Gezag en Omgang na scheiding De Raad adviseert de rechter bij gezags- en omgangszaken. Dit is het geval als ouders die uit elkaar gaan, het niet eens worden over afspraken over de kinderen, bijvoorbeeld over de omgangsregeling of de verblijfplaats. Gemiddeld aantal G&O onderzoeken per 10.000 inwoners in Nederland is 2,9. • Afstand, Screening, Adoptie en Afstammingsvragen De Raad is betrokken bij zaken op het gebied van afstand doen, de screening van pleeggezinnen, adoptiegezinnen, adviesaanvragen over adoptie en afstammingsvragen. • Toetsende/toezichthoudende taak Daarnaast heeft de Raad een toetsende/toezichthoudende taak bij jeugdbescherming- en reclasseringszaken.
41
Activiteiten van de Raad voor de Kinderbescherming in de locatie Utrecht (2011) Meldingen bij de Raad vanwege opgroei- en opvoedingsproblematiek Soort melder AMK BJU Ambtshalve Anderen (incl. crisis)
Aantal jeugdigen 352 578 368 126
Verzoek Raad aan rechtbank (rekest) voor maatregel m.b.t. het gezag Aard van het verzoek Rekest OTS Rekest VOTS Rekest voogdij aan instelling Rekest voorlopige voogdij Rekest ontheffing/ontzetting
Aantal jeugdigen
943 216 5 10 82
Verwijzing Raad na onderzoek opgroei- en opvoedingsproblematiek Soms blijkt uit het onderzoek van de Raad dat het aanvragen van een kinderbeschermingsmaatregel bij de rechter niet noodzakelijk is en verwijzen zij door naar Bureau Jeugdzorg. Verwijzingen naar bureau jeugdzorg Aantal verwijzingen
Aantal jeugdigen 321
Bron: Beleidsinformatie Raad – Provincies, juli 2011
Hoe Hoeziet zietdedeRaad Raadvoor voordedeKinderbescherming Kinderbeschermingeruit eruitininhet hetnieuwe nieuwestelsel stelselzorg zorgvoor de jeugd? voor de jeugd? In de nieuwe jeugdwet worden gemeenten verantwoordelijk voor de toeleiding naar de Raad voor de Kinderbescherming, zij moeten daartoe bindende afspraken met de Raad maken.
i Meer informatie: www.kinderbescherming.nl 42
Jeugdzorgplus Jeugdzorgplus valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van VWS. De jeugdzorgplus is bedoeld voor jongeren die zo ernstig zijn vastgelopen binnen hun gezin of hun dagelijkse omgeving dat zij een gesloten behandeling nodig hebben. Jongeren kunnen hier alleen (gedwongen) geplaatst worden met een indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg en een geldige (civielrechtelijke) machtiging van de kinderrechter. Nederland kent veertien verschillende jeugdzorgplus instellingen op zesentwintig locaties. Deze zijn opgedeeld in vijf zorggebieden. Iedere jeugdzorgplus instelling heeft specifieke behandelmethoden (en sommigen een specifieke doelgroep). Jongeren worden zoveel mogelijk opgenomen in een instelling in hun eigen zorggebied. Utrecht maakt deel uit van het zorggebied Noord West (samen met de provincie Noord-Holland en stadsregio Amsterdam). Utrechtse jeugdigen worden bij voorkeur in dit gebied geplaatst tenzij de problematiek om specifieke expertise van een instelling uit een ander zorggebied vraagt. Zorggebied Noord-West Naam instelling
Locatie
Aantal plaatsen
Doelgroep
Avenier
Wapenveld
60
Jongens 12-18 jaar
Transferium Jeugdzorg
Heerhugowaard
80
Jongens/meisjes 12-18 jaar (ook LVG/ psychiatrisch)
De Koppeling
Amsterdam
54
Jongens/meisjes 12-18 jaar
Almata
Den Dolder
120
Jongens 12-18 jaar
De Lindenhorst
Zeist
54
Meisjes 12-18 jaar, ook LVG. 43
Aantal plaatsingen in de jeugdzorgplus vanuit BJU (2011) Nieuwe plaatsingen in 2011 71
Uitstroom in 2011
Aantal jeugdigen eind 2011
Gemiddelde hulpduur van uitgestroomde cliënten
106
401 dagen
68
Bron: LRF 2011
Hoe ziet jeugdzorgplus eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? In de nieuwe wet krijgt de gemeente de taak voor het zo nodig inzetten van onvrijwillige jeugdhulp, in de vorm van jeugdzorgplus. Voor jeugdzorgplus is het noodzakelijk dat gemeenten op bovenlokaal niveau gaan samenwerken. Jeugdzorgplus kan in het nieuwe stelsel alleen worden uitgevoerd door gecertificeerde instellingen.
i Meer informatie: www.jeugdzorgplus.nl Justitiële Jeugd Inrichtingen (JJI) De verantwoordelijkheid voor jongeren in detentie ligt bij de sector Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI) van Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), welke onder het ministerie van Veiligheid en Justitie valt. Jeugddetentie Jongeren die een misdrijf hebben gepleegd, kunnen door de kinderrechter veroordeeld worden tot jeugddetentie. In een justitiële jeugdinrichting verblijven jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar op strafrechtelijke basis. In de leeftijd van 12 tot 15 jaar krijgen jongeren maximaal een straf van 12 maanden in een justitiële jeugdinrichting opgelegd. Is een jongere 16 of 17 jaar, dan is de straf maximaal 24 maanden. PIJ-maatregel Na het plegen van een geweldsdelict of zedendelict, kan de rechter een jongere veroordelen tot een PIJ-maatregel oftewel ‘plaatsing in een inrichting voor jongeren’. Er moet dan sprake zijn van een ontwikkelingsstoornis of psychische aandoening. De jongere krijgt eerst minimaal twee jaar een behandeling in een justitiële jeugdinrichting. Na deze periode kan de maatregel indien nodig verlengd worden (maximaal twee keer een verlengingstermijn van twee jaar). 44
Resocialisatie en nazorg Alle jongeren in een justitiële jeugdinrichting krijgen bij vertrek passende resocialisatie of nazorg. Onder deze nazorg valt iedere vorm van begeleiding door de (jeugd)reclassering, in aansluiting op het verblijf van een jongere in een inrichting. De Raad voor de Kinderbescherming, justitiële jeugdinrichtingen en de Jeugdreclassering werken hierin intensief samen. Dit wordt gedaan via: • Trajectplan Het Trajectplan bestaat uit het Perspectiefplan dat elke jeugdinrichting opstelt kort na binnenkomst én het plan van aanpak – het nazorgplan – dat de jeugdreclassering opstelt ter voorbereiding op de terugkeer in de samenleving. • Netwerkberaad De Raad voor de Kinderbescherming organiseert wekelijks in elke opvanginrichting een Netwerkberaad. Hierin bespreken de Raad, de jeugdinrichting en de jeugdreclassering alle (nieuw) ingestroomde jongeren. Het doel van het beraad is om zo snel mogelijk alle relevante informatie over een jongere te verzamelen, partijen bij elkaar te brengen en afspraken te maken over wie wat doet. • Trajectberaad Het Trajectberaad vindt niet plaats binnen de jeugdinrichting (JJI), maar in de (regio van) de gemeente waar de jongere woont. De Raad, de jeugdreclassering, de jeugdinrichting (JJI) en een contactpersoon van de gemeenten nemen deel aan het Trajectberaad. Tijdens het beraad vindt inhoudelijke afstemming plaats en worden afspraken gemaakt over de doelen van het Trajectplan en over de begeleiding van de jongere en zijn ouders. De gemeente adviseert in dit overleg de ketenpartners over de inzet van gemeentelijke voorzieningen. • Scholings- en Trainingsprogramma’s (STP) De Scholings- en Trainingsprogramma’s (STP’s) voorzien in een programma van minimaal 26 uur per week, dat is gericht op opleiding, training of werk om de jongere weer te laten meedraaien in de samenleving na verblijf in een inrichting. De jongere verblijft daarbij zowel overdag als ‘s nachts buiten de inrichting onder toezicht en begeleiding van de jeugdreclassering. Wie zich tijdens een STP niet aan de afspraken houdt, loopt het risico op terugplaatsing in de inrichting.
45
Hoe ziet de justitiële jeugdinrichting eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? Strafrechtelijk geplaatste jeugdigen blijven onder Rijksverantwoordelijkheid vallen.
i Meer informatie: www.dji.nl Inspectie jeugdzorg De Inspectie jeugdzorg valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van VWS. De Wet op de jeugdzorg vormt het wettelijke kader voor het toezicht. Deze wet geeft de Inspectie Jeugdzorg de volgende taken: • Onderzoek verrichten naar de kwaliteit van de jeugdzorg • Toezicht houden op de naleving van de wettelijke kwaliteitseisen • Voorstellen doen voor verbetering
Incidentenrapportage Incidenten zijn (in vergelijking met calamiteiten relatief lichte) verstoringen van de dagelijkse gang van zaken in een instelling. Aangezien alle instellingen gecertificeerd (moeten) zijn, is het de verantwoordelijkheid van deze instellingen zelf om deze incidenten te registreren en te analyseren en waar nodig verbeteringen aan te brengen. De Inspectie jeugdzorg ontvangt van alle instellingen halfjaarlijks een incidentenrapportage met een analyse van de geaggregeerde incidenten en een overzicht van de verbetermaatregelen die zij hebben getroffen. Onderzoek verricht in 2011
De inspectie houdt onafhankelijk toezicht op de kwaliteit van de jeugdzorg in Nederland. Zij doet onderzoek naar het werk van de volgende organisaties: • Bureaus Jeugdzorg • Aanbieders voor J&O • Raad voor de Kinderbescherming • Justitiële jeugdinrichtingen • Organisaties voor interlandelijke adoptie • Opvang en voogdij van alleenstaande minderjarige vreemdelingen • Schippersinternaten Werkwijze inspectie De inspectie selecteert de thema’s waarop zij haar onderzoek gaat richten uit de informatie die voorkomt uit: • Toezicht op instellingen • Onderzoek van gemelde klachten, meldingen en signalen • Toezicht naar aanleiding van calamiteiten Melden van calamiteiten Alle instellingen zijn verplicht calamiteiten te melden bij de inspectie. Een calamiteit is een gebeurtenis die kan leiden tot een ernstig of schadelijk gevolg voor een jeugdige, of voor een ander als gevolg van het handelen van een jeugdige. De inspectie beoordeelt of zij direct een onderzoek start.
• • • • •
Landelijk onderzoek implementatie schematisch protocol netwerkpleegzorg. Landelijk onderzoek “Jongeren in buitenlands zorgaanbod” . Landelijke oriëntatie op de uitvoeringspraktijk van de jeugdreclassering. Landelijk onderzoek “Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK”. Landelijk onderzoek “Het leefklimaat van jongeren in Jeugdzorg Plus instellingen”. • Landelijk onderzoek “Beoordeling kwaliteit en analyse incidenten rapportages”. • Utrechts onderzoek: Start onderzoek naar calamiteit BJU. • Utrechts onderzoek: Start onderzoek naar calamiteit SGJ.
Hoe ziet toezicht eruit in het nieuwe stelsel zorg voor de jeugd? Het vormgeven van de controle op de uitvoering van jeugdzorg door middel van toezicht ligt bij gemeenten. Voor niet vrijwillige jeugdhulp, jeugdhulp met verblijf en intensief ambulante hulp in het gedwongen kader zal het toezicht op rijksniveau worden uitgevoerd. Er komt geïntegreerd toezicht voor alle domeinen van jeugdhulp voor zover deze onder Rijkstoezicht vallen. Een gemeente kan ervoor kiezen om het Rijkstoezicht in te schakelen voor toezicht op de uitvoering van jeugdhulp.
i Meer informatie: www.inspectiejeugdzorg.nl 46
47
Provincie Utrecht, november 2012 Postbus 80300 3508 TH Utrecht T: 030 258 9111 [MMC 15790] 48