innovatieve veestallen provincie utrecht ---
2
inhoud
beschrijving van het project ............................................ 4 geslaagde startbijeenkomst ............................................ 6 het afwegingskader duurzaamheid .................................. 9 de huidige & nieuwe stallen het einde van de ligboxenstal .................................. 12 de IDV-stal ............................................................. 14 de koeientuin van Courage ...................................... 16 de keukentafelgesprekken inleiding ................................................................. 18 legenda .................................................................. 19 Martijn van Dijk ...................................................... 20 Henk den Hartog .................................................... 32 Gerrit & Gretha Kamphof-Cromwijck ........................ 44 Hans van Rooijen ................................................... 56 Richard Vedder ...................................................... 68 Jan Verboom .......................................................... 80 Wijnand de Wit ....................................................... 92 Jochem Zadelhoff ................................................... 104 overzicht van alle melkveehouders .......................... 116 landschap................................................................ 118 het dierwelzijn van de koe .............................................. 124 algemene informatie over de ammoniakemissie ............... 126 werkefficiëntie van de melkveehouder ............................. 128 algemene kosten melkveehouders .................................. 130 colofon ........................................................................... 134
3
4
5
beschrijving van het prOject
innovatie veestallen provincie utrecht ---
De afdeling bodem en water (BEW) heeft laten onderzoeken hoe zij kan bijdragen aan de ontwikkeling van duurzame veehouderijstallen in de provincie Utrecht. De resultaten van onderzoek hebben als basis gediend voor deze aanvraag. Gebleken is namelijk dat de wijze waarop de ontwikkeling van duurzame stallen kan worden gestimuleerd afwijkt van de werkwijze die afdeling tot nu toe hanteerde bij het stimuleren van een duurzame landbouw. De provincie heeft tot nu toe ervaring met het stimuleren van duurzame stallen vanuit een milieukundige invalshoek. Hierbij gaat het met
name om bewustwording
hun werk en de wijze
en kennisoverdracht rich-
waarop ze hun werk doen
ting de melkveehouders.
zal door dit project beïn-
Of deze kennis daadwer-
vloed worden.
kelijk wordt toegepast is de vraag.
Naast dit interne doel is het project gericht op het
Het doel van dit voorstel
daadwerkelijke ondersteu-
luidt dan ook: nieuwe
nen van melkveehouders
instrumenten ontwikke-
bij de ontwikkeling van
len waarmee de afdeling
duurzame stallen waarbij
BEW duurzaamheid in de
alle 4 aspecten van duur-
landbouw in al zijn facet-
zaamheid een rol spelen.
ten kan stimuleren. Deze nieuwe instrumenten zijn
Aangezien veel melkvee-
in eerste instantie gericht
houders op het punt staan
op de ontwikkeling van
om te verbouwen dan wel
duurzame stallen maar
nieuwbouw toe te passen
kunnen later ook gebruikt
is het project nu actueel.
worden ten aanzien van
Daarnaast lopen veel boe-
andere thema’s de duur-
ren tegen de grenzen van
zaamheid te bevorderen.
de huidige ligboxenstal
Een bijzondere rol speelt
aan, waarbij vooral dierge-
het Bureau Lami hierin.
zondheid een rol speelt.
Dit onderdeel van de afdeling werkt nauw samen met boeren om milieukundige doelen dichterbij te brengen. De scope van
Jos Geenen, Provincie Utrecht (beleidsmedewerker landbouw)
6
7
startbijeenkomst over innovatieve duurzame stallen
Geslaagde startbijeenkomst over de innovatieve en duurzame stallenbouw Veehouders denken ‘out of the (lig)box’ --Op een startbijeenkomst over innovatieve en duurzame stallenbouw, op maandag 5 juli op Proefbedrijf Zegveld, boog een aantal deskundigen en veehouders zich over de stal van de toekomst. Daarbij werden ze door Bureau LaMi aangemoedigd om behoorlijk ‘out of the box’ te denken. “Is er eigenlijk nog wel toekomst voor de ligboxenstal?” Nutsvoorzieningen zijn niet meer nodig in de stal van de toekomst. Zonnepanelen op het dak zorgen voor elektriciteit en het hemelwater wordt opgevangen en hergebruikt. De koeien lopen jaarrond zoveel mogelijk in de wei, maar als ze binnen zijn kunnen ze zich neervlijen op een bedding van houtsnippers of compost. Voor hun voer hoeven ze niet naar het voerhek, maar kunnen ze in de hele stal terecht. De circa 150 koeien in de stal kalveren in een maand tijd, wat mogelijkheden biedt om de stal voor voorlichtingsdoeleinden in te zetten, en de kalveren worden naar NieuwZeelands voorbeeld grootgebracht met biest. De naam van dit concept: de No Nuts-weidestal. Was getekend: ‘team geel’, bestaande uit enkele deskundigen en een handvol veehouders met concrete nieuwbouwplannen. Verfrissende ideeën De No Nuts-weidestal was een van de vier concepten die op 5 juli aan het slot van de startbijeenkomst over innovatieve en duurzame stallenbouw kon worden gepresenteerd. Door de deskundigen werd het concept bovendien tot ‘meest veelbelovend’ uitgeroepen. Volgens Wytze Brandsma van
het organiserende Bureau LaMi toonde de aanpak vooral aan dat veehouders in staat zijn om behoorlijk ‘out of the box’ te denken. “Ik heb vandaag veel nieuwe, verfrissende ideeën voorbij zien komen. En dat was ook precies de bedoeling.” Rode draad op de startbijeenkomst was ‘The making of…’, een conceptontwikkelingsspel dat is bedacht door- en in goede banen werd geleid door bedenker Hans Venhuizen. Verdeeld over vier groepen en ondersteund door deskundigen kregen de door LaMi uitgenodigde veehouders met bouwplannen de opdracht om een fictief verouderd bedrijf van een innovatieve en duurzame stal te voorzien. Per groep moest daarbij worden geprobeerd om verschillende ‘ambities’ en ‘fenomenen’ met elkaar te combineren. Het hierboven beschreven concept van ‘team geel’ was bijvoorbeeld het resultaat van de opdracht om en ‘een zo groot mogelijke opbrengst te veroorzaken (in cijfers)’ en ‘uw bedrijf zo te maken dat uw dieren zichtbaar gelukkig zijn’. Schat aan informatie Voor de teams zich op hun opdracht stortten, werden ze van een schat aan informatie voorzien door een aantal deskundigen dat de bouw van een innovatieve en duurzame stal van alle mogelijke kanten tegen het licht hield. Zo ging adviseur Bram Prins in op de economische aspecten. “De Nederlandse melkveehouderij produceert momenteel te duur,” betoogde hij. “De kostprijs zal terug moeten naar € 0,30/kg melk. Dat is volgens mij haalbaar, want er zit onder andere nog rek in de kosten per koeplaats. Die schommelen momenteel rond de € 7.000 euro. Dat is veel te hoog. Een reductie met 50 procent, tot € 3.500, is noodzakelijk.” Landschapsarchitectuurhistoricus Lara Voerman van bureau Steenhuis Meurs en architect Rianne Makkink van Studio Makking & Bey spraken over de landschappelijke en architectonische aspecten die steeds meer gewicht in de schaal leggen bij de bouw van een nieuwe stal. Namens de provincie Utrecht, waar LaMi onder valt, zoomde beleidsmedewerker Eileen van Kesteren
in op het duurzame afwegingskader dat de provincie heeft opgesteld. Ook bij het bouwen van een nieuwe stal kan het een nuttig hulpmiddel zijn bij het maken van afwegingen op het gebied van ‘People’, ‘Planet’ en ‘Profit’. Nico Vreeburg, als adviseur/dierenarts in dienst van Vetvice, zoomde 2x in op de zes basisvrijheden van een koe in de wei (voer, water , licht, lucht, rust en ruimte) waarmee rekening moet worden gehouden bij de bouw van een nieuwe stal. Gert-Jan Monteny, freelance adviseur op het gebied van veehouderij en milieu, besprak alle milieuaspecten die om de hoek komen kijken en die onder andere zijn te-rug te vinden in de Maatlat Duurzame Veehouderij, de Regeling Ammoniak en Veehouderij en het Besluit Huisvesting. “Als het om ammoniak gaat is het Besluit Huisvesting leidend,” hield hij de aanwezigen voor. “Een bedrijf dat behoort tot de categorie ‘nieuwbouw – koeien op stal’ ontkomt niet aan emissiearm bouwen. Met een roostervloer gaat dat niet. Gelukkig valt met nieuwe vloersystemen veel winst te behalen op het gebied van zowel het milieu als het dierwelzijn.” Flexibel bouwen Bedrijfsleider Frank Lenssinck van Proefbedrijf Zegveld brak een lans voor ‘flexibel bouwen’. “Als je een stal neerzet voor honderd jaar lijkt dat heel duurzaam, maar dat is het wat mij betreft niet als het na vijf jaar niet mogelijk blijkt om innovaties toe te passen in de stal. In dat verband vind ik het vreemd dat het modulair bouwen nooit heeft doorgezet, want dankzij de flexibiliteit die daarmee gepaard gaat is dat uiterst duurzaam.” Lenssinck heeft hoge verwachtingen van sensor-technologieen. “Die zullen massa-maatwerk in de stal mogelijk maken. Niet door een koe vol te hangen met allerlei meters, maar door aan de buitenkant zaken als bloeddetectie en celgetal te meten. Door het hartslagritme te meten, kun je er in een vroeg stadium achterkomen dat een koe iets onder de leden heeft.” In de innovatieve en duurzame stal van de toekomst maakt het ‘beheersen van de koe’ volgens Lenssinck plaats voor het ‘beheren van de koe’. “In plaats van
Startbijeenkomst over innovatieve en duurzame stallenbouw Veehouders denken ‘out of the (lig)box’ “Is er eigenlijk nog wel toekomst voor de ligboxenstal?” ‘een zo groot mogelijke opbrengst te veroorzaken (in cijfers)’ én ‘uw bedrijf zo te maken dat uw dieren zichtbaar gelukkig zijn’. “De Nederlandse melkveehouderij produceert momenteel te duur.” ‘People’, ‘Planet’ en ‘Profit’ zes basisvrijheden van een koe in de wei (voer, water, licht, lucht, rust en ruimte) “Een bedrijf dat behoort tot de categorie ‘nieuwbouw – koeien op stal’ ontkomt niet aan emissiearm bouwen. Met een roostervloer gaat dat niet. Gelukkig valt met nieuwe vloersystemen veel winst te behalen op het gebied van zowel het milieu als het dierwelzijn.”
8
startbijeenkomst over innovatieve duurzame stallen
een koe te dwingen moeten we haar verleiden, inspelend op het natuurlijke kudde- en koppelgedrag van het dier én de diversiteit binnen de veestapel. Mijn grote bezwaar tegen de ligboxenstal is dat een koe daar alle gelegenheid krijgt om te liggen en dat daarom ook doet. De vraag is of dat wel zo goed is, of het niet veel beter is als een koe niet alleen in de wei maar ook in de stal regelmatig beweegt.” ‘Kamperen voor de koe’ De concepten die de vier groepen vervolgens ontwikkelden, deden alleen in de verte nog denken aan de 3-rijige ligboxenstal zoals die de afgelopen decennia veel is gebouwd. Dat inspireerde Prins tot de vraag ‘of er eigenlijk nog wel toekomst is voor de ligboxenstal?’. “Alleen als je een ligbox weet te creëren die er voor zorgt dat een koe veertien uur per dag kan liggen”, was het stellige antwoord van Vreeman. In de finale discussieronde moest de No Nuts-weidestal concurreren met een ‘zo open mogelijke stal, iets tussen een gebouw en een schuilmogelijkheid in’, een ‘vrijloopstal met een railvoersysteem (in plaats van een voerhek)’ en een ‘door bomen omzoomde koecamping waarin de koeien onder het motto ‘kamperen voor de koe’ rondlopen onder een tentdoek en gevoerd en verzorgd worden met behulp van mobiele voerwagens en melkrobots. De No Nuts-weidestal won op punten, maar veel belangrijker was volgens Brandsma dat alle deelnemers aan de startbijeenkomst flink van de gebaande paden waren afgeweken. ‘Out of the (lig)box-denken’ heet dat in jargon. “Lang niet alle ideeën zullen neerdalen in de praktijk, maar de veehouders met bouwplannen die vandaag aanwezig waren, zijn op z’n minst aan het denken gezet.” tekst: Cees de geus www.geushart.nl
“Als je een stal neerzet voor honderd jaar lijkt dat heel duurzaam, maar dat is het wat mij betreft niet als het na vijf jaar niet mogelijk blijkt om innovaties toe te passen in de stal. In dat verband vind ik het vreemd dat het modulair bouwen nooit heeft doorgezet, want dankzij de flexibiliteit die daarmee gepaard gaat is dat uiterst duurzaam.” ‘beheersen van de koe’ maakt plaats voor het ‘beheren van de koe’ “In plaats van een koe te dwingen moeten we haar verleiden, inspelend op het natuurlijke kudde- en koppelgedrag van het dier. Mijn grote bezwaar tegen de ligboxenstal is dat een koe daar alle gelegenheid krijgt om te liggen en dat daarom ook doet.
afwegingskader; people, planet, profit
People Planet Profit (ook wel: de drie P’s) is een term uit de duurzame ontwikkeling. Het staat voor de drie elementen, people (mensen), planet (planeet/ milieu) en profit (opbrengst/winst), die in een harmonieuze wijze gecombineerd dienen te worden. De term is bedacht door John Elkington, een consultant op het terrein van duurzame ontwikkeling. Wanneer de combinatie niet harmonieus is zullen de andere elementen hieronder lijden. Wanneer bijvoorbeeld winst te veel prioriteit krijgt, dan zullen mens en milieu hiervan de dupe worden, bijvoorbeeld door slechte arbeidsomstandigheid of vernietiging van de natuur. Andersom ziet de slogan ook het winstkenmerk als essentieel onderdeel van ontwikkeling dat niet verwaarloosd dient te worden. De drie P’s worden door veel ondernemingen geadopteerd als richtlijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo schrijft het Nederlandse Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: “Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) betekent ondernemen met aandacht voor de drie p’s, people, planet en profit. Deze benadering levert langetermijnwinst op voor ondernemers en maatschappij.” Voor de Wereldtop over duurzame ontwikkeling te Johannesburg (2002) werd de P van Profit veranderd in ‘Prosperity’ (welvaart), om naast economische winst ook de maatschappelijke winst in de afwegingen te betrekken. BRON: WWW.WIKIPEDIA.NL
People: mensen binnen en buiten de onderneming Planet: de gevolgen voor het (leef)milieu Profit: de voortbrenging en economische effecten van goederen en diensten
9
10
afWegingskader
afwegingskader; people, planet, profit
11
dUUrzaamheid Dit project verbetert de gezondheid van de Utrechters. Dit project is gericht op een gezonde en veilige leefomgeving. Dit project verbetert de arbeidsomstandigheden in Utrecht. Dit project zorgt ervoor dat Utrechters meer bewegen/sporten. Dit project brengt Utrechters vaker buiten.
gezondheid
Dit project draagt bij aan de externe veiligheid, het voorkomt rampen. Dit project verhoogt de sociale veiligheid voor de Utrechters. Dit project leidt tot minder ziekenhuisopnames en minder doden.
Veiligheid
Dit project geeft Utrechters meer invloed op hun leefomgeving. Dit project levert betaalbare woningen van een goede kwaliteit op. Dit project vermindert de vervuiling van de openbare ruimte in Utrecht. Dit project bevordert het contact en de communicatie tussen de Utrechters. Dit project respecteert of versterkt de bestaande sociale verbanden. Dit project bevordert wederzijds respect en begrip. Dit project draagt bij aan een evenwichtige bevolkingsopbouw. Dit project draagt bij aan de identiteit van de provincie Utrecht. Dit project biedt ruimte aan zowel de eigen identiteit als aan de diversiteit.
Leefomgeving
Dit project verbetert de luchtkwaliteit in Utrecht. Dit project vermindert de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen. Dit project vermindert de geluidsoverlast. Dit project creëert meer donkere plekken in Utrecht en vermindert lichtoverlast. Dit project vermindert de schadelijke invloed van stralingsvelden. Dit project vermindert geuroverlast.
Water
Dit project vermindert het watergebruik. Dit project vermindert de verontreiniging van het grond- en oppervlaktewater. Dit project verbetert de opvang van (regen)water in de provincie. Dit project houdt het grondwaterniveau in Utrecht op peil.
Bodem
Dit project verbetert de bodemkwaliteit in Utrecht. Dit project zorgt voor de juiste kwaliteit van de bodem voor de beoogde functie.
ruimte
Dit project benut de ruimte zo goed mogelijk: meervoudig en multifunctioneel. Dit project verhoogt de ruimtelijke kwaliteit en/of samenhang.
natuur & Landschap
Dit project maakt de natuur gevarieerder en meer levensvatbaar. Dit project draagt bij aan de ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur. Dit project bevordert de biologische landbouw. Dit project verhoogt het welzijn van dieren. Dit project ontwikkelt of behoudt landschappelijke en stedelijke kernkwaliteiten.
grondstoffen
Dit project beperkt het verbruik van primaire grondstoffen. Dit project gebruikt grondstoffen zodanig dat ze weer terugkomen in de kringloop. Dit project beperkt het gebruik van giftige en gevaarlijke stoffen.
klimaat
Dit project vergroot de klimaatbestendigheid van de provincie. Dit project vermindert de uitstoot van broeikasgas.
middelen Provincie
Dit project realiseert een kostenverlaging voor de provincie. De totale kosten (investering + exploitatie) van dit project zijn zo laag mogelijk. Dit project verlaagt de kosten van andere projecten. Dit project kan (deels) bekostigd worden via investeringen door andere partijen. Dit project verhoogt de opbrengsten voor de provincie. De terugverdientijd van dit project is zo kort mogelijk.
middelen Burgers en Bedrijven
Dit project leidt voor burgers tot lastenverlichting of besparing. Dit project verhoogt het (gemiddelde) inkomen van de Utrechters. Dit project verhoogt de waarde van onroerend goed van burgers. Dit project verhoogt de winst of de omzet van de bedrijven in de provincie.
economische structuur
Dit project verbetert het Utrechtse vestigingsklimaat. Dit project verbetert de bereikbaarheid en/of mobiliteit in Utrecht. Dit project bevordert de samenwerking tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Dit project genereert nieuwe economische activiteiten of investeringen in de provincie. Dit project bevordert de innovatie in Utrecht. Dit project vergroot op termijn de veerkracht en het aanpassingvermogen van de economie. Dit project maakt Utrecht meer zelfvoorzienend; het verhoogt de voedsel- en energiezekerheid.
arbeidsmarkt
Dit project realiseert werkgelegenheid in de provincie (passend bij het opleidingsniveau). Dit project bevordert de deelname aan de arbeidsmarkt van Utrechters. Dit project investeert in het toekomstperspectief van de Utrechters.
people pl anet Woonomgeving
sociale samenhang & identiteit
Welke aspecten
Dit project vergroot de kennis en vaardigheden van de Utrechters. Dit project bevordert de politieke en/of sociale participatie. Dit project maakt informatievoorziening toegankelijker. Dit project vergroot de keuzevrijheid van de burger.
Ontwikkeling & Participatie
Dit project draagt bij aan behoud, benutten en bekendheid van ons cultureel erfgoed. Dit project stimuleert de identiteit en culturele uitingsvormen van de diverse Utrechters. Dit project bevordert de creativiteit van de Utrechters.
Cultuur
Dit project zorgt voor een eerlijker verdeling van de welvaart. Dit project zorgt voor een eerlijker verdeling van kansen. Dit project stimuleert het respecteren van mensenrechten. Dit project vergroot de toegankelijkheid en bereikbaarheid van voorzieningen.
rechtvaardigheid
in opdracht van:
energie
Dit project vermindert het energiegebruik in Utrecht. Dit project verhoogt het aandeel groene energie in de energieproductie in Utrecht. Dit project verhoogt het aandeel groene energie in de consumptie. Dit project vergroot het aandeel van het openbaar vervoer in de vervoersstromen.
bepalen volgens de provincie
Utrecht
de duurzaamheid
Dit project voorkomt afwenteling op toekomstige generaties. Dit project heeft een langdurig positief effect. Dit project is goed geborgd: op termijn is het positieve effect gewaarborgd.
Tijd
Dit project vermindert nadelige effecten op andere plaatsen in de wereld. Dit project heeft een positief effect op andere plaatsen in de wereld. Dit project heeft een positief effect op de directe omgeving.
Plaats
Dit project betrekt belanghebbenden bij projectvorming en uitvoering. Dit project borgt continue verbetering van processen. Dit project heeft een voorbeeldfunctie.
Proces
Dit project is repliceerbaar op andere plekken. Dit project biedt ruimte om nieuwe kennis en inzichten mee te nemen
flexibiliteit
van haar projecten?
effect profit
gemaakt door:
© 2008
12
13
einde van de traditionele ligboxenstal is in zicht
“Vooral voor de koeien heeft de traditionele ligboxenstal nogal wat nadelen” Koeien hebben relatief weinig ruimte bij het liggen en opstaan 2.40 m
de bewegingsruimte is beperkt. Door de roostervloer bewegen ze zich niet helemaal vrij, deze is vaak glad en ongelijk de boxen hebben een standaardmaat en zijn dus niet aangepast aan iedere koe 1.10 m
Looppaden zijn te smal FOTO: LIGBOXENSTAL VAN HANS VAN ROOIJEN
Einde van traditionele ligboxenstal is in zicht --Huizinge – Wanneer de boeren in het Noorden onderzoeker Paul Galama van de universiteit in Wageningen moeten geloven, is de ligboxenstal net als de oude Hollandse stal straks verleden tijd. “Vooral voor de koeien heeft de traditionele ligboxenstal nogal wat nadelen”, zei hij gisteren op het symposium Bouwen in het Landschap. Het kan ook anders in Huizinge (Gr). “Koeien hebben relatief weinig ruimte bij het liggen en opstaan. Maar ook de bewegingsruimte is beperkt. Door de roostervloer bewegen ze zich niet helemaal vrij en de boxen hebben een standaardmaat en
zijn dus niet aangepast aan iedere koe. Veel beter is het om een vrijloopstal voor de Nederlandse koeien te ontwikkelen die is aangepast aan het Nederlandse klimaat.” En vooral dat laatste is nog de factor die de introductie van de nieuwe stal in de weg staat. “De vrijloopstal is al in verschillende landen geintroduceerd, maar een belangrijke voorwaarde is dat de bodem van de stal droog genoeg is te krijgen. En daarover is met het vochtige Nederlandse klimaat nog onvoldoende over bekend.” De vrijloopstal die Galama gisteren presenteerde aan boeren, onderzoekers, stallenbouwers, architecten en vertegenwoordigers van verschillende overheden moet hetzelfde effect op de koe hebben als het lopen in de wei. “Het is de wei in de stal maar dan met een dak erop.” In de vrijloopstal bestaat de ondergrond uit zand, een kunststofsubstantie, compost (met houtsnippers en zaagsel, geschikt voor de Neder-
landse situatie) of gedroogde mest. De mest valt op deze ondergrond en de toplaag moet in ieder geval één keer per dag worden losgemaakt zodat deze voldoende kan opdrogen. Het drogingsproces wordt daarbij versneld door het inzetten van ventilatoren of drogers. “Ervaringen in het buitenland zijn er al wel genoeg”, zegt de Wageningse onderzoeker. ,Maar nog niet met het klimaat hier in Nederland. Vandaar ook dat we een onderzoek willen opzetten op Nij Bosma Zathe in Goutum.” De ervaringen in het buitenland zijn al zeer positief. De dieren hebben schone uiers, de poten vertonen minder problemen doordat de ondergrond anders is en de uitstoot van ammoniak zou ook nihil zijn. “Het zijn allemaal effecten die positief uitpakken voor milieu en dier. Het welzijn gaat erop vooruit, de uiergezondheid, vruchtbaarheid en de poten. Maar onduidelijk is nog wat de effecten in Nederland zijn op de uitstoot van am-
moniak en broeikasgassen. Net zoals het nog niet bekend is of het nieuwe systeem effecten heeft op de uitspoeling van mestbestanddelen.” Volgens de onderzoeker hebben vrijloopsystemen tussen verschillende bedrijven grote verschillen laten zien op de uitstoot. Door uit te zoeken hoe die verschillen ontstaan verwacht Galama dat er nog veel vooruitgang is te boeken. Nadelen zijn er volgens de onderzoeker ook bij het nieuwe staltype. “Er moeten nogal wat kosten worden gemaakt voor zaagsel en houtsnippers. Daarbij moet de compost op een gegeven moment weer uit de stal worden gehaald en dat vraagt de nodige arbeid.” Onduidelijk is ook nog wat de bemestingswaarde is van de kompost. “Het wachten is nu nog op goede bedrijfsvoorbeelden.” BRON: wWw.frieschdagblad.nl
oppervlakte ligbox per koe min. 2,64 m 2 met loopruimte erbij: 10 m 2/koeplaats (inclusief melkinrichting)
14
15
de IDV-stal, integraal duurzame vrijloopstal
verbetering dierwelzijn; licht, lucht, ruimte en de keuze is aan de koe
6.00 m
verlaging emissie van ammoniak, door binding aan de droge mest en minder uitstoot van CO2 en fijnstof door minder transport van mest letterlijk en figuurlijk een transparante sector voor de maatschappij lagere kostprijs op termijn waardoor de economische positie van de melkveehouderij versterkt wordt De uidaging ligt vooral in de bedding. Wat is de ammoniakemissie en met welke maatregelen is die te verminderen?
FOTO: IDV-STAL IN MOERDIJK
de IDV-stal, integraal duurzame vrijloopstal --De IDV-stal bestaat uit een bedding van duurzaam gedroogde mest en een ventilerend folie kasdek. De combinatie maakt het concept sterk. Zonnewarmte en ventilatie drogen de mest. Door de ruimte, licht en lucht worden grote stappen gezet op dierwelzijn en diergezondheid en de koe mag weer gezien worden door de maatschappij. Door de eenvoudige en goedkope onder-
en bovenbouw is het concept met een dubbele oppervlakte per koe goedkoper dan de traditionele stallen. Dierwelzijn levert de melkveehouder geld op. Door de laagbouw is de landschappelijke inpassing van de “groene” stal beter te realiseren. Het concept is eenvoudig en flexibel inzetbaar. De IDV-stal heeft veel voordelen maar er is ook nog veel onbekend. In het haalbaarheidsonderzoek wordt onderzocht wat de beste stappen zijn om de onbekendheden bloot te leggen en relevante kennis te verwerven. De uitdaging ligt vooral in de bedding. Wat is de ammoniakemissie en met welke maatregelen is die te verminderen; hoe verloopt de droging van de mest onder Nederlandse omstandigheden en welke maatregelen kunnen genomen worden om die te verbeteren? Ook de melkkoeien zul-
len aan hun luxe moeten wennen en zullen de gang naar de robot weer moeten leren. Dit zal extra arbeid vragen en wellicht productieverlies. Hoe is dit te managen?
managementsystemen; zij wil deze kennis gaan vermarkten en melkveehouders begeleiden bij de opstart van het nieuwe huisvestingssysteem.
Het bedrijf De flexibiliteit van het melkveebedrijf wil men ondanks schaalvergroting blijven benutten door maximaal gebruik te maken van automatisering. Dit betekent vernieuwen en innoveren om een voorsprong te kunnen blijven behouden. Dit streven hebben ook de samenwerkende duurzame partners, ieder op zijn specialisme en samen in dit project. In het verleden hebben de partners bewezen innovatieve producten technisch en commercieel op de markt te kunnen zetten. Klaverhof heeft veel praktijkkennis van melkkoeien en
Deze aanbesteding volgt de Small Business Innovation Research (SBIR) methode. SBIR benut en ontwikkelt kennis, creativiteit en innovatiekracht van het bedrijfsleven voor innovaties die een passend antwoord geven op maatschappelijke opgaven voor landbouw en natuur. BRON: www.idv-stal.nl
3.33 m
oppervlakte vrijloopstal per koe: min 20 m 2 (inclusief melkinrichting)
16
17
de koeientuin
´Hoe zou de koe haar stal ontwerpen?´ Niet de eisen van de boer zijn daarbij ons vertrekpunt, maar de eisen van de koe Wat doet een groene omgeving met de gezondheid en productiviteit van de koe?
De koeientuin --‘Wil je het echt weten? Ik vind het helemaal niks.’ Ik was licht geschokt. Ik had Jan Pape, ex-hovenier, zojuist een foto laten zien van een gloednieuwe ligboxenstal met veel licht, lucht en fraaie, brandschone zwartbonte koeien. ‘Helemaal niks? Hoezo?’, vroeg ik enigszins geïrriteerd. ‘Het enige dat iets met koeien te maken heeft is het voer voor het hek. Verder zie ik alleen maar beton en staal. Dit is een garage of fabriekshal. Geen dierenverblijf’. Soms heb je de ogen van een outsider nodig om op een nieuwe manier naar iets heel vertrouwds te kijken. ‘Wat zou
je dan willen zien?, vroeg ik Jan. ‘Meer kleur en meer natuur, zoiets als dit’. Hij liet me een aantal schetsen zien die me aan Burgers’ Zoo deden denken.De confrontatie met Jan leverde inspiratie op voor ons project Cowfortable. ´Hoe zou de koe haar stal ontwerpen?´, is de vraag die in dit project centraal staat. We zijn op zoek naar de opvolger van de ligboxenstal. Niet de eisen van de boer zijn daarbij ons vertrekpunt, maar de eisen van de koe. We zitten op het spoor van de ‘vrijloopstal’.. Vorig jaar brachten we daar samen met ASG een rapport over uit (zie www.courage2025.nl). Naast nieuwe vloersystemen richten we ons ook op nieuwe daksystemen, minder emissies, betere inpassing in het land-
schap en nieuwe toepassingen van sensortechnologie. Op onze zoektocht bezochten we ondermeer de dierentuinen in Amersfoort en Arnhem. Daar kunnen ze ons alles vertellen over diervriendelijke huisvesting, dachten we. Maar dat viel eerlijk gezegd niet mee. Bij de hokken die je doorgaans niet te zien krijgt (de nachtverblijven) steken onze ligboxenstallen niet ongunstig af. Wat ons vooral bijbleef is dat de ‘handel’ van de dierentuin een ‘kijkspel’ is. En daar kunnen we veel van leren. Ongeveer in diezelfde periode las ik de resultaten van een onderzoek naar de invloed van planten op mensen.
Met een geranium naast het beeldscherm schijnt een secretaresse productiever te zijn, minder stress te ervaren en gelukkiger te zijn. Wat doet een groene omgeving met de gezondheid en productiviteit van de koe? Interessant om eens uit te zoeken. Als je de heilzame werking van planten, het commentaar van Jan en het kijkspel van de dierentuin combineert, wat zie je dan? De Koeientuin. Samen met een architect, een stallenbouwer, een melkveehouder en Jan vormen we een ontwerpteam. De eerste plaatjes zijn gemaakt en de eerste experimenten zijn in voorbereiding. Binnenkort meer. Carel de Vries, Courage
18
Keukentafelgeprekken
19
legenda
koeien jongvee stieren geiten varkens kippen schapen
melkrobot draaimelkstal melkquotum (x 1000 kg)
grupstal FOTO: KEUKENTAFELGESPREK MET HENK DEN HARTOG
ligboxenstal
keukentafelgesprekken --Als opmaat voor het project zijn we bij acht boeren aan tafel geschoven om te inventariseren aan welke condities een innovatiestal moet voldoen. Per boer hebben we de omvang van het bedrijf in kaart gebracht volgens steeds terugkerende normen, waarbij we telkens naar de huidige situatie en naar de optionele situatie keken. Van alle acht bedrijven noteerden we het kaveloppervlak, aanwezige componenten in het landschap en op het bedrijf, het gebiedstype en het bedrijfsbeleid. Ook de persoonlijke ambities en wensen kwamen aan de keukentafel aan bod. Hieruit zijn studievragen en conclusies voortgekomen die als basis zullen dienen in het ontwerpen van innovatieve veestallen.
melkstal vrijloopstal zelfvoorzienende systeembouw zorgboerderij
zelfbouw bouwkavel (in ha) huiskavel (in ha) mestafvoer (in kg) zelfvoorzienend zonne-energie biologisch regulier
20
PETER VAN DEN BREEMERWEG 13, 3768 MP, SOEST
MARTIJN VAN DIJK
--Martijn van Dijk (35) heeft sinds 2002 een maatschap met zijn vader Leo van Dijk (67). Hij komt oorspronkelijk uit Ankeveen. Martijn heeft nog 2 zussen. Va-der en moeder wonen op de boerderij. Het achterhuis wordt nu verbouwd als woonruimte voor Martijn. Martijn wil dit jaar traject bedrijfsovername gaan starten. Hij werkt nu nog buitenshuis, 4,5 dag per week bij Rabobank (food+agri afdeling). In de avonduren voert hij de koeien, zijn vader verzorgt verder de koeien overdag. Na de overname van het bedrijf zijn de neveninkomsten uit het verhuur van de grote hobbyloods nog steeds noodzakelijk.
Het achterhuis wordt nu verbouwd als woonruimte voor Martijn Hij werkt nu nog buitenshuis, 4,5 dag per week bij Rabobank (food+agri afdeling) Na de overname van het bedrijf zijn de neveninkomsten uit het verhuur van de grote hobbyloods nog steeds noodzakelijk
21
huiskavel
HET HUISKAVEL Grond totaal 19 ha eigen grond, waarvan 6,54 ha op huiskavel. In totaal hebben ze 42 ha in gebruik met een grondverbruikersverklaring o.a van natuurmonumenten.
In totaal hebben ze 42 ha in gebruik met een grondverbruikersverklaring o.a van natuurmonumenten.
Er is over het spoor nog 3 ha maisland, 100.000 kg mais wordt per jaar aangekocht om aan de behoefte van de koeien te voorzien. Er wordt natuurgras, gras, mais en krachtvoer gevoerd.
6,54 ha
1,5 ha
22
Martijn van dijk
huidige situatie 65
70
120
70
1
1,5
6,54
430
GEEN
toekomstige situatie optioneel
100 meter
bouwkavel (1,5 ha)
2
1,5
6,54
800
woonboerderij
heg
sleufsilo
ligboxenstal
groen
weg
boerderij
bomen
overige bouw
loods
bouwkavel
hooiberg
huiskavel
voersilo
sloot
ONB
23
24
100 meter
IN BEELD
A
25
B
C F
D H
C
D
E
F
G
H
G
BOUWJAAR De boerderij stamt uit 1936. Aan de oorspronkelijke rompstal (koeienstal die vastzit aan het voorhuis, wat nu woonhuis is) is in 1996 een ligboxenstal gekoppeld. De oude stal loopt door in de nieuwe ligboxen stal. In 2006 is gestart met het verbouwingstraject van de ligboxenstal en in 2008 met de verbouwing van de ligboxstal: nu gerealiseerd en een melkrobot is aangeschaft. In 1999 is er op het terrein een grote loods bijgebouwd als stalling voor machines, opslagruimte en hobbyruimte, deze ruimten zijn te huur. Ze worden nu verhuurd aan hobbyisten zoals
A
B
verzamelaars van oldtimers, autoliefhebbers of amateur automonteurs, beeldhouwers etc. Een gedeelte van de oude hooiberg wordt verhuurd aan een beeldhouwer, die ook buiten een gedeelte gebruikt, om te zagen en steen te kappen.
A | B | C | D | E | F | G | H |
boerderij (1996 aangebouwd) buitenzijde ligboxstal, voergang aan buitenzijde (2008) loods, deels verhuurd (1999) ruwvoeropslag, welke zal moeten wijken voor uitbreiding ligboxstal met melkrobot (2008) loods, deels verhuurd (1999) woonhuis (1936) achterzijde voormalige hooiberg
26
LANDSCHAP Druk van gemeente Soest op het land, nabijheid van Amersfoort is voelbaar. Het bestemmingsplan wordt op dit moment herzien. Uitbreiding van de huiskavel is moeilijk. Aan de overkant van de boerderij heeft Stichting de Paardenkamp het land gekocht. Druk op het land is hier groot. De prijzen van de grond variëren van 45.000 euro tot 100.000 euro per ha (paardengrond). Soest en zijn landelijke omgeving, is een groenbuffer gebied tegen het oprukkende Amersfoort. Het is geen Natura 2000-gebied (dat ligt meer bij Nijkerk), en ook geen onderdeel van de ecologische hoofdstructuur. GROOTTE VEESTAPEL Het huidige aantal is 65 melkkoeien (72 boxen), waarvan droge koeien 2022 stuks in de zomer. Er is een afkalfpiek tussen augustus en november. Martijn wil het afkalven nu meer gaan spreiden i.v.m. de melkrobot, zodat je continue aanvoer van melk houdt. De koeien kalveren zoveel mogelijk af in de weide, vaak in het gebied in Ankeveen waar ze ook land hebben waarna de koe terug komt met het kalf. Jongvee wordt door een andere boer opgefokt, daar zijn dus geen aparte stallen voor. Soorten koeien zijn: Roodbont Holsteiner + Zweeds Roodbont en er is een wens om Montbeliarde in te kruisen.
27
In het landschap
Druk van gemeente Soest op het land, nabijheid van Amersfoort is voelbaar Uitbreiding van de huiskavel is moeilijk De huiskavel is te klein om de melkkoeien overdag naar buiten te doen, je hebt minimaal 15 ha huiskavel nodig als je dieren buiten wil laten lopen
Martijn van Dijk, (Soest)
Gelderse Vallei - Eemland (AVP-gebied)
De prijzen van de grond variëren van 45.000 euro tot 100.000 euro per ha (paardengrond)
MELKEN Nu is er afkalfpiek in tussen augustus en november, door in gebruikname van de robot wil Martijn de koeien meer gespreid laten afkalven. De koeien staan zomers en ‘s winter op stal. De huiskavel is te klein om de melkkoeien overdag naar buiten te doen, je hebt minimaal 15 ha huiskavel nodig als je dieren buiten wil laten lopen. Ook met de komst van de robot, is het praktischer om ze binnen te houden. De koeien hoeven zo minder ver te lopen naar de robot die binnen staat.
foto door Marcel Steinbach, via panoramio.com
wens realisatie nieuwe stal
Martijn wil misschien met zijn nieuwe relatie een zorgboerderij opstarten. Dit is allemaal nog toekomstmuziek maar kan tot de mogelijkheden behoren.
Uiteindelijk zijn er dan twee stallen met plaats voor ongeveer 120 koeien De sleufsilo komt dan naast de buren te liggen, wat eventueel moeilijkheden kan geven in verband met het uitzicht dat de buren (geen boeren) dan op de sleufsilo hebben (de kuilplaat moet minimaal 50 m uit gevel van de buren liggen. Zij zouden hier bezwaar tegen kunnen maken) en dat de silo’s buiten het bouwkavel komen te liggen
32 m
Martijn wil misschien met zijn nieuwe relatie een zorgboerderij opstarten
Voor de nieuwbouw; ontwerp, vergunning en aanbesteding, denkt Martijn aan een traject van 2 jaar. Hierna begint de bouw met oplevering van de stal rond 2015. Martijn staat niet afwijzend tegenover een vrijloopstal of vrije overspanning, maar zijn beperkingen met de bouwkavel. De grootte is wel bepalend. Een vrijloopstal heeft veel meer oppervlakte nodig, wat vraagt om een zorgvuldige analyse. Maximale bouwhoogte is +/- 10 m. In het bestemmingplan (vrijstellingshoogte, nakijken bij de gemeente Soest). Ligboxenstal = 6 m2/koeplaats – advies = 10 m2/koe (incl. machinekamer en melkinrichting) Vrijloopstal = 20 m2/koeplaats Martijn wil graag zonnecollectoren plaatsen op de stal; oost-west maar vraagt zich af in hoeveel jaar dit zich terug heeft verdiend?. Ook overweegt hij waterhergebruik en evt. experimentele koeientuin.
eter
120
1,5
6,54
vrijloopstal
75 m
eter
m2
WENS REALISATIE NIEUWE STAL De wens is om de stal naar achteren te spiegelen, dit is waarschijnlijk een reguliere ligboxenstal. Uiteindelijk zijn er dan twee stallen met plaats voor ongeveer 120 koeien. De sleufsilo moet dan naar achteren worden geplaatst. Het bouwkavel is ongeveer maar 1,5 ha groot. De sleufsilo komt dan naast de buren te liggen, wat eventueel moeilijkheden kan geven in verband met het uitzicht dat die buren (geen boeren) dan op de sleufsilo hebben (de kuilplaat moet minimaal 50 m uit de gevel van de buren liggen. Zij zouden hier bezwaar tegen kunnen maken) en dat de silo’s buiten het bouwkavel komen te liggen. Als het jongvee thuis opgefokt zal gaan worden, wat misschien een wens is, dan moet de stal nog groter/langer worden. Voor 120 koeien zijn 2 melkrobots nodig, dus er zal nog 1 robot aangeschaft moeten worden.
100 meter
nieuwe stal
2400
28
29
30
studievragen
STUDIEVRAGEN De komende jaren van de bedrijfsovername zijn bepalend voor de bedrijfsvoering. De huiskavel is te klein voor een biologische veehouderij, maar op een alternatieve bedrijfsvoering wordt niet negatief gereageerd, afhankelijk van de toekomstige functie, zoals bijvoorbeeld een zorgboerderij. Het verhuur van de grote loods als hobbyruimte, moet meer gereguleerd worden. Er kan ook gekeken worden naar ander gebruik van de grote loods. De ambitie is hoog en alles is nog mogelijk. Wensen: Herformulering van het bedrijf, een nieuwe bedrijfsvoering introduceren, maar wel met een grote zekerheid van inkomsten en uitgaven. Het boerenbedrijf moet naar alle waarschijnlijkheid veranderen. Een gemengd bedrijf, maar met de melkveehouderij. Het lopen van het geëigende pad is niet voldoende vanwege persoonlijke ambities. Er zijn vragen over het inzetten van natuurbeleid, andere mensen die komen werken op het bedrijf of misschien zelfs die komen lesgeven als onderdeel van de bedrijfsvoering.
notities
De huiskavel is te klein voor een biologische veehouderij, maar op een alternatieve bedrijfsvoering wordt niet negatief gereageerd, afhankelijk van de toekomstige functie, zoals bijvoorbeeld een zorgboerderij Er kan ook gekeken worden naar het ander gebruik van de grote loods De ambitie is hoog en alles is nog mogelijk
31
32
Gein-zuid 26, 1391 JE, Abcoude
Henk den hartog
--Henk heeft boerderij in 1989 overgenomen van zijn vader en is samen met zijn broer de maatschap aangegaan. Zijn broer is in 2004 uitgekocht door meenemen van melkquotum en uitkopen van de grond. De broer heeft weer een nieuw bedrijf opgezet in de buurt van Zwolle. Hierdoor een zware financiering van het bedrijf van gemiddeld € 4,- /per kg melkquota. HUIDIG BEDRIJF Het melkveebedrijf is biologisch, dit is een belangrijke basis voor alle activiteiten op het bedrijf. Het hele erf is een langzaam groeimodel van verschillende activiteiten en ondernemingen. Henk en Wilma verhuren woonruimten die op het erf staan, een oude bedrijfswoning
en andere ruimten. Het is eigenlijk een klein dorp, niet voor niets heet het bedrijf ‘Hartstocht’. Ook wordt een loods aan een loonbedrijf verhuurd. Een belangrijke nevenactiviteit van Henk is natuurbeheer en compostering van het gras, wat hiervan afkomt. Het composteren van gras, paardenmest met meestal vlasvezel erin uit de paardenstallen. Het is nog geen biologische compost, maar dit is wel een wens. Henk doet de compostering zelf; 2000 ton op jaarbasis, het is een belangrijke bron van inkomsten. Henk heeft ook nog een vergunning voor een viskwekerij. Henk denkt erover om hier een huisslagerij te beginnen met slagerij Konijn uit Abcoude. Hier is een ruimte van 20x20 m voor nodig. Hij wil graag zonnepanelen op het dak om zo de koelcellen te voorzien van stroom. Henk wil de koeien en de ossen totaal verwaarden; dit houdt in dat je de koe niet alleen gebruikt voor de melk, maar ook voor het vlees zodat er niets verloren
huiskavel
gaat. Alles van de koe moet gebruikt worden. Hij wil het vlees ook verkopen op zijn bedrijf in een eigen winkel. Een nieuwe tak is educatie voor kinderen op het bedrijf, Wilma wil dit gaan doen en er is al een ruimte ingericht. Wilma werkt nu ook nog 2 dagen buitenshuis. Ze doet vooral vrijwilligerswerk en thuiswerken via het internet.
Het melkveebedrijf is biologisch Het hele erf is een langzaam groeimodel van verschillende activiteiten en ondernemingen Het is eigenlijk een klein dorp Het is nog geen biologische compost, maar dit is wel een wens
HUISKAVEL De huiskavel bestaat uit 60 hectare eigen grond. In totaal heeft Henk 140 ha, waarvan 50 ha in natuurbeheer. Het gras wat van dit land afkomt wordt voornamelijk voor de compostering gebruikt. In totaal bewerkt Henk nu +/- 160 ha, waarvan sommige percelen hooilanden zijn en andere verschraald moeten worden in verband met het natuurbeheer; afhankelijk wat voor een doel de terreinbeheerder voor ogen heeft.
In totaal bewerkt Henk nu +/- 160 ha
Henk denkt erover om hier een huisslagerij te beginnen met slagerij Konijn uit Abcoude 1,5 ha
60 ha
33
34
henk den hartog
bouwkavel (1,5 ha)
huidige situatie 130
120
40
150
120
50
1,5
60
600
ONB
toekomstige situatie 1,5
60
n.v.t.
35
100 meter
woonhuis
machineberging
groen
2de woonhuis + stal
hooiberg/schuur
bomen
jongveestal
voersilo
bouwkavel
ligboxenstallen
humesteerplaat
huiskavel
varkensstal
mestkelder
sleufsilo
werkplaats
water
weg
ONB
overige bouw
36
IN BEELD
A
100 meter
B A
E
C
D
E
F
G
H
BOUWJAAR De oorspronkelijke boerderij stamt uit 1670. Henk en Wilma hebben als een van de eerste in Nederland ligboxenstallen die werden gebouwd in 1967. Volgens Henk kan het aangemerkt worden als monument en hij wil graag dat het officieel de status monument krijgt. Het heeft ligboxen, een voergang, het is met dakpannen bedekt en heeft nog betonnen raampjes. In 1973 is er een Cebeco ligboxenstal bijgekomen. De stal heeft asbestplaten, waarop nu ook de zonnepanelen liggen. Als er een uitbreiding komt zou deze stal afgebroken kunnen worden. De Cebecostal is uit 1973 en in een veel slechtere staat
D
C B H F
G
dan de stal uit 1967. De stal uit 1967 wordt bestemd voor het opfokken van ossen (voor de verkoop van vlees aan huis) en de droogstaande koeien, die vrije uitloop hebben naar buiten en daar kunnen afkalveren.
A | zonne-energie display B | jongveestal (1670) C | woonhuis + oude stal D | runderstal E | ligboxstal (1967) F | jongveestal G | humesteerplaats H | varkensstal
37
38
LANDSCHAP Henk wil graag het bouwblok vergroten; het is nu maar 1,5 ha, maar de gemeente wil liever dat er stallen afgebroken worden. De oppervlakte van de nieuwe stal zal ongeveer 150 koeien x 20m 2/koe = 3000 m 2 groot zijn. Henk wil graag ook de mogelijkheid bekijken om ‘de stal’, de peadock helemaal naar achteren te plaatsen, richting het fort van natuurmonumenten. Dan ligt de nieuwe stal midden in de huiskavel en hoeven de koeien dan niet meer zover te lopen om gemolken te worden. De gemeente heeft dit ook als mogelijkheid aangegeven. Het fort is onderdeel van de de stelling van Amsterdamse en de Hollandse Waterlinie. Nu is er naast het Fort Nigtevecht 3 ha ingepland voor natuur. Omdat Henk nieuwe ideeën heeft voor het verblijf van de koeien, zou dit onderzocht kunnen worden. Hier zou het winterverblijf kunnen komen tussen bossages, met varkens en kippen op een bosbodem (compost). Landbouw, natuur en monument (fort) integreren. Die moet je niet scheiden maar elkaar juist laten versterken. GROOTTE VEESTAPEL De veestapel bestaat uit 130-150 melkkoeien en 70 stuks jongvee. Henk wil de grote van de veestapel niet uitbreiden, het is nu afgestemd op het land en het beheer. Henk voert geen mais, hij vindt dit ‘varkensvoer’. Het afkalfpatroon begint in het voorjaar. Liefst een zolang mogelijk weideseizoen, waarin de koeien van maart tot medio november dag en nacht buiten lopen, en december t/m februari op stal staan. De koeien krijgen een beetje krachtvoer (brokken): in de melkstal ongeveer 1400 kg/pj per koe, weinig krachtvoer is winst. De veestapel (koeien, varkens, enz.) moet afgestemd worden op beschikbare ha en ruwvoer. Besparing op maaien (kleine wintervooraad mestrijden). Varkens en kippen eten veel uit de bosbodem (compost) en zorgt dus voor een beperkte input van krachtvoer. MELKEN Er wordt nu gemolken in een draaimelkstal (caroussel) met 18 standen en automatische afname uit 1992. De kalveren worden 3 maanden bij de moeder gehouden. Er wordt gemolken
In het landschap
in roulatie door 3 externe melkers. Het melkquotum is 600.000 liter. De koeien geven gemiddeld 6000 kg/koe per jaar (300 lactatiedagen). De koeien zijn kruisingen van de Holsteiner, de Blaarkop en vlekvee (allen DD, dubbeldoel, melk en melk, productverwaarden!), volgens Henk kiest een boer een koe die bij hem past. In de nieuwe stal kan een robot komen te staan. Liever 2x per dag efficiënt melken en dan weer andere zaken doen, zoals bij een gemengd bedrijf. DUURZAAMHEID Wateropslagtanks, het behouden van kwaliteit, eventueel in putten namelijk geen temperatuurverschil. Energie winst, bijvoorbeeld door thylenleidingen, onder compost aanbrengen bij compostering bedrijf en onder compost van de nieuwe stal, zodat de compost ook droog blijft (warm/broei). Zonnecellen op het dak, voor het gebruik van led lampen in de stal.
Henk is geen voorstander van bio-energie d.m.v. vergisting, dat is verspilling van organische stoffen die je eigenlijk op het bedrijf nodig hebt. 1ste fase rendement van 20%, 2de fase is twijfelachtig, 50%, organische stof verbranden. De 3e fase reststromen blijven niet op boerderij, terwijl je organische stoffen nodig hebt voor bodemleven en kleihumuscomplex. Dit geeft het grootste rendement naar energieneutraal produceren. Geen inzet van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, want die vreten energie bij productie en bij het gebruik. Ook voor de kaderrichtlijn water geeft dit kringloopsysteem een enorme impuls want door de toename van O.S. en het kleihumuscomplex vindt er veel minder uitstoot en afspoeling plaats naar oppervlakte en grondwater. Ook mest dat op een bosbodem valt heeft minder emmissie en stankproblemen dan als het op beton en of putten valt.
39
Stelling van Amsterdam, (Nationaal landschap)
Henk den Hartog, (Abcoude)
De Venen (AVP-gebied)
Henk wil graag het bouwblok vergroten, het is nu maar 1,5 ha, maar de gemeente wil liever dat er stallen afgebroken worden. De oppervlakte van de nieuwe stal zal ongeveer 150 koeien x 20m 2/ koe = 3000 m 2 groot zijn. Landbouw, natuur en monument (fort) intergreren. Die moet je niet scheiden maar elkaar juist laten versterken In de nieuwe stal kan er een robot komen
foto door LexTillart, via panoramio.com
40
wens realisatie nieuwe stal
De wens is om een echt revolutionaire, duurzame nieuwe uitloopstal te bouwen Het liefste zou hij een 3 vakken roterende compoststal maken, voor kippen, varkens en koeien: 1ste vak: kippen voor hoogwaardige bemesting, 2de vak: de varkens woelen dan de compost ondergrond om, zodat het goed kan composteren en dan doorschuiven naar het 3de vak om de koeien er weer op te zetten m 40
r 75
Urine en fecaliën moeten gescheiden worden en beter worden toegepast, zoals in de natuur, behalve als er een organische ondergrond buffer onder zit
ete
me ter
00 2
m
Urine en fecaliën moeten gescheiden worden en beter worden toegepast, zoals in de natuur, behalve als er een organische ondergrond buffer onder zit. De wens is ook om het composteerbedrijf verder uit te breiden en de kwaliteit van de compost te verbeteren. Er moet ook een nieuwe oprit voor de compostering komen. Als er een overkapping nodig is dan bij voorkeur een Arena uitvoering, zodat alleen bij regen en sneeuw de bosbodem droog blijft.
41
100 meter
30
WENS REALISATIE NIEUWE STAL De wens is om een echt revolutionaire, duurzame nieuwe uitloopstal te bouwen. Of eigenlijk geen stal, Henk is een overtuigend verteller van de koe als bosdier en dat koeien eigenlijk in de zomer en in de winter naar buiten kunnen, dit is het beste voor de koe. De koe als kuddefamilie, de jonge kalveren lopen 3 maanden bij de moeder in de stal. De vrijloopstal zou wat hem betreft ook zonder dak kunnen en de ondergrond van de stal met hoogwaardige compost bedekken die hij zelf op het bedrijf heeft. Het liefste zou hij een 3 vakken roterende compoststal maken, voor kippen, varkens en koeien: 1 ste vak: kippen voor hoogwaardige bemesting, 2 de vak: de varkens woelen dan de compost ondergrond om, zodat het goed kan composteren en dan doorschuiven naar het 3de vak om de koeien er weer op te zetten. De onderbodem moet van een verduurzaamde kleibodem gemaakt worden - geen beton - waarschijnlijk moet er wel een plastic onderlaag. Het regent nog veel in Nederland en de kwalitieit van de ondergrond kan dan niet helemaal gewaarborgd blijven, waarschijnlijk moet er daarom een dak over heen. Ook de berekeningen van ammoniakuitstoot worden nu gemaakt op basis van dichte ligboxenstallen, want de landbouwpolitiek is nog niet klaar voor vrije uitloopstallen, maar daar kan de provincie Utrecht een voortrekkersrol in spelen!
nieuwe stal
1,5 ha 150
1,5
60
vrijloopstal vrijloopstal in het veld (tweede mogelijkheid) 160 ha
42
studievragen
STUDIEVRAGEN Henk is een entrepeneur, hij ontwikkelt graag ideeën en weet ze tot uitvoering te brengen. Hier ligt een kans om ver te gaan met het concept van een vrije uitloopstal. Hij is een van de 135 biologische boeren in nederland. Hij levert aan Campina/ Friesland (15.000 boeren lid). Vragen: Runderen en varkens eten in de natuur veel van struiken, bomen en kruiden. Hoe hier in te vullen? Dieren horen te trekken, moet er niet een EHS- Ecologische Hoofdstructuur voor landbouwhuisdieren komen met koeducten? Arbeidstechnisch moet het slim ingevuld worden met bijvoorbeeld verrijdbare kippenhokken met water, voer en een eierverzameling. Wildroosters bij de ingangen voorkomen dat de dieren ontsnappen.
notities
Henk is een entrepeneur, hij ontwikkelt graag ideeën en weet ze tot uitvoering te brengen Vragen: Runderen en varkens eten in de natuur veel van struiken, bomen en kruiden. Hoe hier in te vullen?
43
44
M.A. Reinaldaweg 42, 3461 AL, LINSCHOTEN
Gerrit & Gretha KamphofCromwijck
--De grootvader van Gerrit is gestart met het bedrijf in de jaren ’50. Nu is Gerrits moeder niet meer zo actief op de boerderij, maar hij woont er nog wel. Gerrit en Gretha zijn een team dat het doel heeft zoveel mogelijk autarkisch te werken, waarbij er geen enkele vorm van verspilling bestaat. De ultieme wens is een efficient en kleinschalig systeem op te zetten dat volledig zelfvoorzienend is. Hierin worden alle middelen gebruikt of hergebruikt zonder de wens een biologisch bedrijf te worden. Alle winst uit dit systeem zou dan weer geïnvesteerd kunnen worden in het bedrijf. Het tweetal heeft een eigen
precieze wijze van werken waarin geen ruimte of wens is om andere arbeidskrachten in te schakelen. Het doel is de diversiteit van het werk en de efficiëntie te behouden, zodat met minimale middelen een optimaal bedrijf wordt gebouwd. HUIDIG BEDRIJF Het is een zeer georganiseerd bedrijf, een traditionele ruwstaal boerderij met een historisch karakter, waarin eigenlijk alles zelf gedaan wordt. De 40 koeien leveren een goede economische basis. Uitbreiding wordt slechts aangezwengeld door de wens het verdiende geld in het bedrijf te kunnen investeren om een duurzaam kleinschalig bedrijf te worden dat bewust aan zijn toekomst werkt en de groei niet zoekt in het aantal koeien. Gestreefd wordt naar 75 koeien als hierbinnen maar het werk op een zelfde wijze gedaan kan worden als nu.
45
huiskavel
Gerrit en Gretha zijn een team dat het doel heeft zoveel mogelijk autarkisch te werken, waarbij er geen enkele vorm van verspilling bestaat. De ultieme wens is een efficient en kleinschalig systeem op te zetten dat volledig zelfvoorzienend is
HUISKAVEL Het bedrijf bestaat uit 30 hectare grond, waarvan 20 hectare direct bij het huis. Er is een buitenstuk van 10 hectare waar mais wordt verbouwd, 4 hectare voor eigen gebruik en 6 hectare voor verkoop.
Alle winst uit dit systeem zou dan weer geïnvesteerd kunnen worden in het bedrijf Uitbreiding wordt slechts aangezwengeld door de wens het verdiende geld in het bedrijf te kunnen investeren om een duurzaam kleinschalig bedrijf te worden dat bewust aan zijn toekomst werkt en de groei niet zoekt in het aantal koeien
20 ha
0,8 ha
46
Gerrit en gretha kamphof-cromwijck
huidige situatie 40
20
0,8
ONB
370
20
toekomstige situatie 75
optioneel
35
100 meter
bouwkavel (0,8 ha)
0,8
20
700
jongvee stal
water
grupstal
groen
machineberging
bomen
garage/schuur
bouwkavel
voersilo
huiskavel
mestkelder
sleufsilo
ONB
weg
47
48
49
100 meter
IN BEELD
A A
B
B
D
C
D
E
F
G
H
BOUWJAAR Het bouwjaar van de hoofdboerderij is onbekend, maar het vermoeden is dat die uit de 18e eeuw stamt. Er zijn twee oude bijgebouwen van baksteen: een schuur die nu als garage functioneert en een schuur die gebruikt wordt voor jongvee. De schuur die gebruikt wordt als garage dateert uit 1900 en de rode schuur voor het jongvee uit 1950. In 1991 is er een machineberging gebouwd van golfplaat. Ook was er al in 1987 een gierkelder gebouwd voor een mogelijke uitbreiding voor de stal. Plek en grootte zijn hiermee bepaald en er ligt een wens de nieuwe schuur hierop aan te sluiten.
C
F
H
G E
A | grupstal B | grupstal C | mestkelder D | sleufsilo E | pad langs de... F | schuur G | mestsilo’s H | binnenplaats
50
LANDSCHAP Op 500 meter afstand van de weg staat de boerderij afgezonderd in het landschap en is daarmee een eiland in het groene gebied. Met de kleinschalige traditionele boerderij is het de vraag hoe het erf zich kan uitbreiden, waarbij het karakter hetzelfde blijft. Ook is van belang dat de stal wordt gemaakt van te hergebruiken materialen en dat er goedkoop gebouwd kan worden om economisch te kunnen blijven boeren. GROOTTE VEESTAPEL De veestapel bestaat uit 40 koeien van het ras zwartbont HF (Holstein Friesian). Ook werken Gerrit en Gretha met proefstieren of vrij goedkope fokstieren. Hiervan wordt 75% gekruist met Belgisch Blauw voor vlees en de anderen met zwartbont HF voor vervanging van de eigen veestapel. De bedoeling is van 40 koeien uit te breiden naar 75 koeien. MELKEN De boerderij is nog een traditionele ruwstaal boerderij waarin gewerkt wordt met melkstellen aan de rail, waarbij de boer door de knieën moet gaan om te melken.
51
In het landschap
Op 500 meter afstand van de weg staat de boerderij afgezonderd in het landschap en is daarmee een eiland in het groene gebied Ook is van belang dat de stal wordt gemaakt van herbruikbare materialen en goedkoop gebouwd kan worden om economisch te kunnen blijven boeren
Groene Hart, (Nationaal landschap)
De boerderij is nog een traditionele ruwstaal boerderij waarin gewerkt wordt met melkstellen aan de rail, waarbij de boer door de knieën moet gaan om te melken
Gerrit & Gretha Kamphof-Cromwijck, (Linschoten)
Utrechtse Waarden, (AVP-gebied)
‘s Zomers zijn de koeien altijd buiten en ‘s winters staan ze vast, hierdoor hebben de koeien zeer schone uiers, ze staan schoon en droog.
foto door aeverhoef, via panoramio.com
wens realisatie nieuwe stal
De serrestal is ingericht voor vrijloop, geprepareerd met stelton en folie onder de compost of houtsnippers, zodat er door de tijd veranderingen doorgevoerd kunnen worden. De wens is de koeien zoveel mogelijk buiten te houden en de kalfjes in een aparte schuur te stallen. De plaats van de nieuwe stal ligt langs het water onder een hoek ten opzichte van de boerderij. De kop van de stal eindigt boven de bestaande gierkelder structuur, zodat deze gebruikt kan worden. Heel belangrijk is de stikstofemissie, aangezien het verlies zo min mogelijk moet zijn voor hergebruik voor de grond. De ammoniakuitstoot ligt nu erg laag doordat de grupstal vrij dicht is en alleen net achter het hek een smal rooster heeft. Ook voeding, de wijze van maaien en bemesten spelen mee in de lage uitstoot. De koe krijgt uitgebalanceerde voeding waardoor het ureumgehalte laag ligt: ‘s zomers mais, ‘s winters gras en mais.
Belangrijk is dat er gezocht moet worden naar een plek waarbij de ligging mooie zichtlijnen geeft De wens is eigenlijk de koeien zoveel mogelijk buiten te houden en de kalfjes in een aparte schuur
25 m et er
Heel belangrijk is de stikstofemissie, aangezien het verlies zo min mogelijk moet zijn voor hergebruik voor de grond De ammoniakuitstoot ligt nu erg laag door de grupstal die vooral dicht is en alleen net achter het hek een smal rooster heeft
75
0,8
20
vrijloopstal
60 m et er
WENS REALISATIE NIEUWE STAL Belangrijk is dat er gezocht moet worden naar een plek waarbij de ligging mooie zichtlijnen geeft.
100 meter
nieuwe stal
2 15 00 m
52
53
54
studievragen
STUDIEVRAGEN Een oude traditionele boerderij die zich vernieuwt maar voor kleinschalige vernieuwing en gebalanceerde groei zonder neveninkomsten of activiteiten gaat. Het tweetal zoekt naar ultiem gebruik van grondstoffen en werkzaamheden zonder de diversiteit te verliezen en wil op zoek gaan naar een autarkie. Ook willen zij een familiebedrijf blijven en geen arbeid inkopen. Het welzijn van de koe is heel belangrijk: veel weidegang en geen pressie voor opbrengst (de buffers moeten in het dagelijkse liggen). De vraag is naar een soort vernieuwde industriële stal die eer doet aan de bestaande situatie en het nieuwe aanzicht vormt voor de passant.
notities
Het welzijn van de koe is heel belangrijk: koeien veel buiten en geen pressie voor opbrengst (de buffers moeten in het dagelijkse liggen) De vraag is naar een soort vernieuwde industriele stal die eer doet aan de bestaande situatie en het nieuwe aanzicht vormt voor de passant
55
56
Kapelleweg 4, 3945 LA, Cothen
hans van rooijen
--Hans woont met vader op boerderij en zorgt ook voor vader. Hij is erg ondernemend en zit in verschillende studiegroepen m.b.t. nieuwe stalbouw (o.a. lid van LTO bestuur). Hans wil de productie verbeteren met een grotere veestapel, maar wil ook minder werken én efficiënter. Hij denkt niet meteen in meer koeien. Zijn nieuwsgierigheid gaat uit naar de vrijloopstal. Hij kent een aantal boeren met zo’n stal, maar is er nog wat sceptisch over. HUIDIG BEDRIJF De boerderij en stallen zijn traditioneel gebouwd. De boerderij heeft een zadeldak en bestaat vooral uit baksteen met
een dakpannen dak. Onder dezelfde kap bevindt zich de oude varkensschuur die nu voor de kalveren wordt gebruikt. Daarnaast staat de grote stal met een apart strohok en melkgedeelte. De koeien wil Hans zo snel mogelijk kunnen bereiken, want dat gaat nu niet makkelijk. Kalveren worden eerst 8 weken in afkalverhok gehouden en krijgen daarna een extra strohokperiode. Dit gebeurd in de stal die in 1989 is bijgebouwd. Op het erf is een opslag van gras, mais, bierborstel, hier gaat de melkproductie sterk van omhoog en voert gemakkelijk. Op het erf staat ook een mestsilo uit 1987 (zonder dak), goed voor 675 m3. Na 1987 moest er verplicht een dak op om het emissiearm te maken.
huiskavel
Hans wil de productie verbeteren met een grotere veestapel, maar wil ook minder werken én efficiënter De boerderij en stallen zijn traditioneel gebouwd De koeien wil Hans zo snel mogelijk kunnen bereiken, want dat gaat nu niet makkelijk
20 ha
1,75 ha
57
HUISKAVEL Het land ligt op 8 verschillende plekken rond de boerderij. Dit bestaat uit 50 hectare, waarvan 20 hectare direct om de stal. Er wordt op 13 hectare mais verbouwd. Er is 2000 m3 mestopslag waarvoor in de toekomst een put gebouwd moet worden.
58
Hans van rooijen
bouwkavel (1,5 ha)
huidige situatie 85
18
1
3
1,75
20
800
ONB
toekomstige situatie 130
optioneel
0
1
0
1,75
20
1200
100 meter
boerderij met jongvee stal
water
jongveestal
bomen
ligboxenstal
bouwkavel
melkstal
huiskavel
voersilo
sleufsilo
mestsilo
weg
ONB
59
60
IN BEELD
A
61
100 meter
B D
B F E C G H
C
D
E
F
G
H
BOUWJAAR Het bedrijf is met kleine stappen gegroeid. In 1939 werden de boerderij en varkensschuur gebouwd. Deze stal is nu te klein geworden voor het jongvee. De mestsilo kwam er in 1987, waarna er in 1989 een nieuwe stal voor melkkoeien is gebouwd.
A
A | boerderij/jongveestal (1939) B | ligboxenstal (1989) C | mestsilo (1987) D | sleufsilo’s E | melkstal (1989) F | ligboxenstal (1989) G | jongveestal (1979) H | werktuigloods (1979)
62
LANDSCHAP Er is weinig erfbeplanting in verhouding tot de vlakke grasoppervlakken. Alleen rond de boerderij zijn bomen. Verder is er veel grind en asfalt en betonplaten op het erf aanwezig. De boerderij is goed zichtbaar vanaf de weg, waarmee rekening gehouden kan worden m.b.t. het zicht. Het gebied bevindt zich in Landbouw Ontwikkelingsgebied 2 (LOG): een agrarisch kern gebied. In de toekomst zal er een ecologische verbindingszone in het gebied komen, vlakbij de boerderij. Dit kan nogal wat consequenties hebben voor een eventuele uitbreiding. GROOTTE VEESTAPEL De veestapel bestaat uit 70 melkkoeien, een eigen stier die binnen staat, 18 schapen (voor een betere dichtheid van het gras) en 3 geiten. Hiervan zullen alleen de melkoeien in de toekomst blijven. Hans wil van 70 melkkoeien naar 130 melkkoeien groeien.
63
In het landschap
De boerderij is goed zichtbaar vanaf de weg, waarmee rekening gehouden kan worden voor het zicht Het gebied bevindt zich in Landbouw Ontwikkelingsgebied 2 (LOG): agrarisch kern gebied. In de toekomst zal er een ecologische verbindingszone in het gebied komen, vlakbij de boerderij. Dit kan nogal wat consequenties hebben voor een eventuele uitbreiding
Kromme Rijn, (AVP-gebied)
Rivierengebied, (Nationaal landschap)
MELKEN Ruimte voor 2x8 koeien melken per keer in huidige melkput, In de toekomst zal er ruimte zijn voor 2x10 koeien melken per keer. Het kost nu 1 minuut per melking per koe.
Hans van Rooijen, (Cothen)
foto door watersnip, via panoramio.com
64
wens realisatie nieuwe stal
WENS REALISATIE NIEUWE STAL Hans wil graag het eerste resultaat van de ontwerpen zien eind 2011. Binnen 5-10 jaar volgt de volledige realisatie. Als duurzame middelen denkt Hans aan een zonneboiler en zonnepanelen. Nu is er een asbest dak in de melkveestal, waardoor het dak niet ideaal is voor de panelen. Ook heeft hij al eens deelgenomen aan energiescan.
nieuwe stal
65
100 meter
Een helft ziet Hans graag als vrijloopstal, waarvan de andere helft een stal met traditionele stal is Hij wil de koeien zoveel mogelijk buiten houden en de melkrobot uitstellen
40 me ter
38 me ter
2 13 00 m
35 me ter 2 26 00 m
130
1,75
20
vrijloopstal uitbreiding bestaande ligboxenstal
65 me ter
Een helft ziet Hans graag als vrijloopstal, waarvan de andere helft een stal met traditionele put is. Hierbij is goede ventilatie een grote wens, wanneer de stal in de breedte wordt uitgewerkt. Hij wil de koeien zoveel mogelijk buiten houden en de melkrobot uitstellen.
66
studievragen
STUDIEVRAGEN Zichtlijnen, een betere ventilatie en efficiënte looplijnen voor boer en koe zijn de grootste wensen bij de nieuwe stal. Voor looplijnen is verlengen van de bestaande stal de beste optie. Hans geeft zelf aan de stal in de breedte te laten groeien.
notities
Zichtlijnen, een betere ventilatie en efficiënte looplijnen voor boer en koe zijn de grootste wensen bij de nieuwe stal
67
68
Eemdijk 12, 3754 NH, Eemdijk
Richard Vedder
huiskavel
Richard wil efficiënter gaan werken
69
HUISKAVEL Het huiskavel is 57,85 ha (incl 1,5 ha bouwblok). Ook heeft hij nog 10 ha op afstand in gebruik (2,5 ha in eigendom hiervan). Hij verbouwt zelf 5 ha mais, 250 ton wordt bijgekocht.
--Richard (27 jaar) woont samen met zijn vrouw op een oude boerderij, hij heeft een maatschap met zijn ouders. Het is de vierde generatie die op dit bedrijf boert. Zijn vader (66) heeft 10 jaar geleden een herseninfarct gehad, daardoor is Richard al op zeer jonge leeftijd in het bedrijf gekomen. Zijn vader werkt niet meer mee op het bedrijf. Hij heeft nog een broer en een zus. Hij is actief en ondernemend, o.a. lid van LTO bestuur Eemland en verenigingen. De ouders wonen in een nieuwbouw huis uit 2007 naast de oude boerderij. Hij wil de boerderij graag overnemen, wat in 2012 in gang wordt gezet. Richard wil efficiënter gaan werken. Zijn vrouw werkt nu nog buitenshuis.
56,35 ha
1,5 ha
70
Richard Vedder
100 meter
bouwkavel (1,5 ha)
huidige situatie 120
60
0
1,5
57,85
880
toekomstige situatie 180
80
3
ONB
1,5
57,85
woonhuis
water
weg
bedrijfswoning
bomen
overige bouw
jongveestal
bouwkavel
ligboxenstal
huiskavel
voersilo
sloot
dijk
sleufsilo
1500
71
72
100 meter
IN BEELD
A
B
73
G
H E
C A
F D B C
D
E
F
G
H
BOUWJAAR Het huidige bedrijf is een aaneenschakeling van stallen. Een jongveestal uit 1992. De eerste ligboxenstal uit 1979 met asbest en een tweede ligboxenstal uit 1995 met ethernietplaten.
A | woonhuis (1900) B | bedrijfswoning (2006) C | jongveestal + meststierenstal (1992) D | binnekant veestal (1997) E | links: jongveestal (1992) rechts: ligboxenstal (1979) F | zaagsel + balenopslag G | kuilhoop + voerwagen H | afkalfhok/strooihok voermelkkoeien
74
LANDSCHAP Het landschap is onderdeel van erfgoed Utrecht. In 2006 is het bestemmingsplan veranderd, het behoort nu bij gemeente Bunschoten. Het land grenst aan het Eemmeer.
75
In het landschap
Hij is nog aan het twijfelen of hij een melkrobot (3 stuks, 60 koeien per robot) moet nemen
Richard Vedder, (Eemdijk)
Arkemheen Eemland, (Nationaal landschap)
GROOTTE VEESTAPEL De veestapel bestaat uit 120 melkkoeien. Richard wil van 120 melkkoeien naar 180 melkkoeien groeien. Hij heeft nu een melkquotum van 880.000 liter. De koeien lopen overdag buiten in het zomerseizoen, ‘s avonds binnen, de andere maanden op stal. Hij heeft Hollsteiner koeien die gemiddeld 7000 tot 8000 liter per koe geven. De koeien bereiken een gemiddelde leeftijd van 4.7 jaar, waarvan 2,5 x lactatiejaren (volgens Richard ligt het aan de klauwen die na vijf jaar niet meer goed zijn waardoor de koe moeilijker gaat lopen met ziekte tot het gevolg. Dit zorgt voor een hoog celgetal in de melk. Hij fokt zijn eigen vaarsen op.
Gelderse Vallei - Eemland (AVP-gebied)
MELKEN Richard melkt in de melkput, de 120 koeien in ongeveer 1,5 uur. Hij is nog aan het twijfelen of hij een melkrobot (3 stuks, 60 koeien per robot) moet nemen. Hij vindt de investering nog te hoog ten opzichte van de tijdswinst. Ook het idee dat ze geen weidegang meer hebben vind hij niet aantrekkelijk, vanwege de afstand die dan te groot wordt.
foto door Marcel Steinbach, via panoramio.com
76
wens realisatie nieuwe stal
WENS REALISATIE NIEUWE STAL Richard wil binnen 2 tot 5 jaar de realisatie van een nieuwe stal zien. Hij is niet bang voor een experiment, maar denkt wel aan staal als hij aan een nieuwe stal denkt. Maar wel graag een lichte bouw. De ligboxenstallen wil Richard beide verlengen. Van de achterste stal uit 1995 wil hij een traditionele ligboxenstal maken en van de ligboxenstal uit 1979 een vrijloopstal. Hier staan zowel de droge koeien (koeien die nog geen melk geven) als de melkkoeien. Hij denkt aan een soort zandbak, maar daar wil hij zich graag eerst over laten voorlichten.
Hij is niet bang voor experiment Maar wel graag een lichte bouw Hij denkt aan een soort zandbak, maar daar wil hij zich graag over laten voorlichten Het bouwblok is 1,5 ha en voor de wens van een nieuwe stal eigenlijk te klein
80
36
De stal uit 1995 (etherniet platen, zonder asbest) heeft al een groot deel zonnepanelen
00
me
ter
m2 45 me ter
Het bouwblok is 1,5 ha en voor de wens van een nieuwe stal eigenlijk te klein. De voerplaten achter de stallen, zullen een andere plek moeten krijgen buiten het bouwblok als dit mogelijk is. Richard wil graag de ruimte naar achteren vergroten, de waterloop verleggen, en dan de nieuwe erfbeplanting realiseren (nu staan er alleen oude populieren). Alhoewel hiervoor een subsidie kan worden aangevraagd is er nog geen plan voor de nieuwe erfbeplanting ingediend, dit omdat Richard rekening wil houden met erfbeplanting als gevolg van de schaalvergroting van de komende jaren.
100 meter
nieuwe stal
De stal uit 1995 (etherniet platen, zonder asbest) heeft al voor een groot deel zonnepanelen 250 m2, met een capaciteit van 23.000 kw. Met andere boeren heeft hij hier collectief subidie voor aangevraagd, de z.g.n. ‘dek regeling’ van de provincie utrecht, waarbij 50% van de aanschaf van de zonnepanelen wordt vergoed. 180
57,85
uitbreiding ligboxenstal tot vrijloopstal
77
78
studievragen
STUDIEVRAGEN Hoe kan het bouwblok worden ingericht, het is nu een massief blok stallen. Er is druk vanuit de provincie op dit gebied. Richard is bijna nog de enige boer in deze uiterwaarden van de Eem. Hoe kan de nieuwe stal een innovatief karakter krijgen en ook efficiënt zijn?
notities
Hoe kan de nieuwe stal een innovatief karakter krijgen en ook efficiënt zijn?
79
80
Oude Meije 4, 3474 KM, Zegveld
bert-jan verboom
--Bert-Jan is een ondernemende boer en een strategische boer die al veel kennis heeft opgedaan bij boerderijen in Canada en Oost-Duitsland. Hij woont niet op de boerderij op de Oude Meije, maar verhuurt deze na leegstand. Jan is wel van plan er te gaan wonen na de bouw van een nieuwe stal. Hij woont nu in het centrum van Zegveld en heeft de stal overgenomen van zijn vader die ook in het centrum woont.
Ook in dit centrum heeft Jan een stal waarin de koeien af kalveren Bert-Jan is geïnteresseerd in bouw (aannemerschap en gaf al meteen aan dat hij bij een nieuwe plan voor de stal, deze zelf wil bouwen. HUIDIG BEDRIJF Het huis naast de stal ziet er op het eerste gezicht leegstaand uit. Bert-Jan verhuurt de boerderij nu. Dit bedrijf bevindt zich in natuurbeschermd gebied (Natura2000), maar dit geeft vrijwel geen beperkingen in bouw nieuwe stal.
81
huiskavel
Bert-Jan zou de stal graag willen vernieuwen waarbij doorbouwen mogelijk wordt.
Bert-Jan is een ondernemende boer en een strategische boer
HUISKAVEL Het huiskavel bestaat uit 90 hectare grond, waarvan 32,5 hectare direct om de boerderij ligt.
Bert-Jan is geïnteresseerd in bouw (aannemerij) en gaf al meteen aan dat hij, bij een nieuwe plan voor de stal, deze zelf te willen bouwen
10,5 ha
2 ha
22 ha
82
BERT-Jan verboom
bouwkavel (1,5 ha)
huidige situatie 95
2
32,5
ONB
toekomstige situatie 350
1
2
32,5
100 meter
woonhuis
bouwkavel
ligboxenstal
huiskavel
stro opslag
bomen
voersilo
sloot
sleufsilo
heg
ONB
weg
83
84
IN BEELD
A
100 meter
85
B E
G A
F H C
C
D B
E
F
BOUWJAAR Bouwjaar stal en boerderij onbekend. De stal is gebouwd rond 1980 en is rond 1990 wat uitgebreid, maar BertJan wil uiteindelijk naar 2 stallen of meer.
Bert-Jan wil uiteindelijk naar 2 stallen of meer
G
H
A | opslag stro B | opslag bakstenen/grind en compost (is tijdelijk) C | opslag compost en voer D | stal met melkput en strohok (1980) E | woonhuis F | ligboxenstal G | zijkant van de ligboxenstal H | rechts de ligboxenstal
86
LANDSCHAP Erfbeplanting bevordert de vergunningaanvraag. Bomen staan alleen aan het begin van het erf. Groot grasoppervlak en veel bestrating met betonplaten. GROOTTE VEESTAPEL De veestapel bestaat uit 95 melkkoeien. Uiteindelijk wil Bert-Jan de veestapel in kleine stappen vergroten tot 350 koeien.
87
In het landschap
Erfbeplanting bevordert de vergunningaanvraag Uiteindelijk wil Bert-Jan de veestapel in kleine stappen vergroten tot 350 koeien
MELKEN Melken gebeurt op deze locatie, op andere locatie gedeelte jongvee en kalve koeien
Bert Jan Verboom,
De Venen (AVP-gebied)
(Zegveld)
Groene Hart, (Nationaal landschap)
foto door Marcel Steinbach, via panoramio.com
88
wens realisatie nieuwe stal
WENS REALISATIE NIEUWE STAL Bert-Jan zou binnen een jaar bij de stal willen wonen en wil flexibiliteit in staloppervlak en de stal dus altijd kunnen blijven uitbouwen. Bijvoorbeeld d.m.v. systeembouw, waarbij er een basisstal is die door de boer doorgebouwd kan worden. De koeien moeten door de boer zo goed en snel mogelijk bereikt kunnen worden. Een melkrobot zou het de boer makkelijker kunnen maken. Bert-Jan is voorstander van een vrijloopstal met een ondergrond van houtsnippers/zaagsel gemengd met compost.
100 meter
Bert-Jan wilt flexibiliteit in staloppervlak en deze altijd uit kunnen bouwen De koeien moeten door de boer zo goed en snel mogelijk bereikt kunnen worden Bert-Jan is voorstander van een vrijloopstal met een ondergrond in houtsnippers/zaagsel gemengd met compost
35 mete r
koeientuin
350
2
32,5
vrijloopstal
115 mete r
Door de urine van de mest te scheiden kan de urine gebruikt worden op het land voor vermindering van ammoniakuitstoot
402 5 m 2
Door de urine van de mest te scheiden kan de urine op het land gebruikt worden voor vermindering van ammoniakuitstoot. Mestketting: urine zou eruit gescheiden moeten worden. Bert-Jan heeft het over een soort koeientuin met een verhard deel achter het voerhek waar de urine uitgefilterd wordt.
nieuwe stal
89
90
studievragen
STUDIEVRAGEN De duurzaamheid zit in de groeimogelijkheid (flexibiliteit door systeembouw). Systeembouw is een interessant gegeven bij deze plek. Bert-Jan is erg ondernemend en wilt graag zelf bouwen. Daarbij zou een basis voorgesteld kunnen worden waarbij Bert-Jan zelf verder zou kunnen bouwen. Ook zit er uitdaging in de nieuwe ontwikkeling van vloerplaten waarbij scheiding van mest en urine mogelijk wordt.
notities
De duurzaamheid zit in de groeimogelijkheid (flexibiliteit door systeembouw) Bert-Jan is erg ondernemend en wilt ook zelf bouwen Ook zit er uitdaging in de nieuwe ontwikkeling van vloerplaten waarbij scheiding van mest en urine mogelijk wordt
91
92
Boveneind Zuidzijde 43, 3405 AN Benschop
wijnand de wit
--Wijnand (51) en Ria, hebben twee zonen Evertjan (18) en Bart (23). Evertjan zit op school, agrarische MAS, en Bart werkt voltijds buitenshuis, maar werkt ook op de boerderij. Beiden zonen willen graag met het bedrijf verder. Met Bart zijn Wijnand en Ria al in een maatschap. Wijnand heeft het bedrijf in 1980 overgenomen van zijn vader.
Ze worden bijgevoerd met luzerne en een beetje mais. Van oudsher heeft de stal 60 boxen. Er wordt gemolken in een zij -aan-zij-melkstal van 1x 10 stands. Er zijn al aanpassingen in de loop der jaren gebeurd. Een zijkant is nu open en daar zijn meer ligboxen bij gekomen en een voergang.
huiskavel
HUISKAVEL Het huiskavel is 40 ha groot en op afstand hebben ze nog 15 ha van staatsbosbeheer, waar vooral structuurgras verbouwd wordt. De huizen staan in een lint aan de Benschopperwetering.
Het melkveebedrijf is biologisch De huizen staan in een lint aan de Benschopperwetering
HUIDIG BEDRIJF Het melkveebedrijf is biologisch met 60 melkkoeien + kalfkoeien. De kalveren blijven 2/3 dagen bij de moeder waarna ze wordt gemolken. Half april worden de koeien overdag naar buiten gebracht. Van eind mei tot eind september zijn de koeien dag en nacht buiten, daarna van eind september tot begin november alleen overdag naar buiten. 3x per dag worden ze opgehaald (20 min per keer). 1,5 ha
40 ha
93
94
wijnand de wit
bouwkavel (1,5 ha)
overige bouw
huidige situatie 60
50
1,5
40
350
ONB
toekomstige situatie
bouwkavel 120
optioneel
95
100 meter
ONB
1,5
40
ONB
ONB
melkstal
huiskavel
weg
96
IN BEELD
A
100 meter
B H
G F
E
C
D
E
F
H
BOUWJAAR De ligboxenstal stamt uit 1983. Het oude voorhuis van de oorspronkelijke boerderij is afgebroken vanwege de aanleg van de weg. Het huis ernaast is in de jaren ‘50 neergezet. Het nieuwe huis is in 2001 gebouwd, en staat meer het land in. Wijnand is op 1 plek 3x verhuisd.
C A B
D
97
98
LANDSCHAP Benschop is een lintdorp, behoort tot de gemeente Lopik, ze willen graag het landschap aan het lint open houden, en niet een heel dicht lint maken. Daarom is het bouwblok achter het bedrijf gesitueerd, in de lengte en niet aan de zijkant. Het is geen Natura 2000 gebied. Het is een slagenlandschap waarbij de verkaveling volgens een bepaald patroon heeft plaatsgevonden en het is kleigrond. DIERWELZIJN Wijnand is zelf al bezig met experimenteren met materialen die goed zijn voor koeien, hij heeft bijvoorbeeld beweegbare tyleenbuizen gebruikt i.p.v. staal voor de tussenhekken. Deze buizen zijn veel zachter en geven een ruimtelijker beeld in de stal.
99
In het landschap
ze willen graag het landschap aan het lint open houden, en niet een heel dicht lint maken Het is slagenlandschap waarbij de verkaveling volgens een bepaald patroon heeft plaatsgevonden en het is kleigrond
Groene Hart, (Nationaal landschap)
Utrechtse Waarden (AVP-gebied)
In 2015 gaat het melkquotum eraf, en het is nog onduidelijk hoe de melkfabrieken er dan mee omgaan, hoeveel mag je gaan leveren?
GROOTTE VEESTAPEL 60 melkkoeien + kalfkoeien en 50 stuks jongvee. Vaarskalveren worden gehouden en zelf opgefokt, stierkalveren gaan weg. Zij hebben veel zelf gemaakt in deze stal en dat is goed bevallen. Wijnant en Ria hebben driewegkruisingen van Montbeliarde koeien, (dubbeldoel; melk&vlees), Deens roodbont en Holstein.
Wijnand de Wit, (Benschop)
MELKEN Ze hebben een melkquotum van 350.000 liter/jr, vorig jaar hebben ze 450.000 liter geleverd, hierover is superheffing betaald (soort boete, 28 ct/ pl.). In 2015 gaat het melkquotum eraf. Het is nog onduidelijk hoe de melkfabrieken er dan mee omgaan, hoeveel mag je gaan leveren of het wordt ook gereguleerd en dat je elk jaar 2% erbij mag melken. Gemiddeld geven de koeien 7000 kg/melk per jaar. De koeien worden zo lang mogelijk gehouden, ze hebben bijna al drie 100.000 liter koeien, de oudste koe is 12 jaar, een leeftijd die twee koeien eerder al hebben behaald.
foto door aeverhoef, via panoramio.com
100
wens realisatie nieuwe stal
In 2012 moet er een mestopslag bij komen, nu 950 m3 (onder meerdere stallen). De capaciteit is ongeveer 6 maanden opslag, in 2012 moet je 7 maanden opslag hebben. Tot 15 september mag er mest worden uitgereden op kleigrond, tot 1 september op zandgrond.
de wens is een vrijloopstal voor ongeveer 120 koeien, waar je helemaal doorheen kan kijken maar wel graag een lichte bouw Weinig wanden en zo modern, revolutionair mogelijk. Zelfbouw is een optie
40 m
eter
2
40 m
eter 60 m
2
0m
120
1,5
40
vrijloopstal optie 1 vrijloopstal optie 2
eter
240
het enige nadeel van het bouwen aan de zijkant is dat door de dichte caravanopslag van de buren er te weinig wind/frisse lucht door de stal kan waaien
nieuwe, innovatieve en duurzame welzijnstal bouwen
60 m
Wijnand wil graag aan de zijkant uitbreiden, buiten het bouwblok. de gemeente is hier geen voorstander van omdat ze dan een aaneengesloten lintbebouwing zullen krijgen
bouwen voor bepaalde tijd, niet de eeuwigheid, licht en verplaatsbaar
eter
0m
Het doel is om te bouwen voor bepaalde tijd, niet voor de eeuwigheid, maar wel licht en verplaatsbaar. Het is van belang om te inventariseren met bv kleuren folie om uv straling, afbreekbaarheid van materialen, in te perken en warmte en ventilatie goed te reguleren. Nieuwe, innovatieve en duurzame welzijnstal bouwen.
100 meter
240
WENS REALISATIE NIEUWE STAL De stal had vorig jaar gebouwd moeten worden. Het is realistisch om over 1 jaar wel de tekeningen te hebben. De wens is een vrijloopstal te maken voor ongeveer 120 koeien, waar je helemaal doorheen kan kijken. Evertjan heeft een schets gemaakt van de wensen, hierin is een zachte bodem in verwerkt en harde bodem bij voergang van 4,5 m. Mest wordt verwerkt in de zachte bedding, dan blijft bodem actief. Een zachte bodem krijg je met compost of houtsnippers. Per koe wordt 20 m2 gerekend, (oppervlakte 2400 m 2) Weinig wanden en zo modern en revolutionair mogelijk. Zelfbouw is een optie. Oude ligboxenstal kan gebruikt worden voor jongvee. Er wordt nog getwijfeld of er met een robot gemolken gaat worden (per 60 koeien 1 melkrobot) of met weer zelf melken in een melkput. Wijnand wil graag aan de zijkant uitbreiden, buiten het bouwblok. De gemeente is hier geen voorstander van omdat je dan een aaneengesloten lintbebouwing zult krijgen. Wijnand wil graag helemaal eenopen stal, zonder front, zodat dit nadeel wordt onderschept. Zo staan de koiewn altijd in de wei onder een paraplu. Het enige nadeel van het bouwen aan de zijkant is dat door de dichte caravanopslag van de buren er te weinig wind/ frisse lucht door de stal kan waaien. Het bouwblok is 1,5 ha groot. De maximale bouwhoogte van het bestemmingsplan is ongeveer 10-11 meter. Voor de fundering van de stal hoeft nauwelijks geheid te worden, vanwege komklei in de bodem. Voor 120 koeien heb je 100 ha land nodig, maar er zijn mogelijkheden om meer land te pachten in de toekomst. De aankoop van land zit op slot en is te duur; zo’n 40.000-50.000 euro/ha).
nieuwe stal
101
102
studievragen
STUDIEVRAGEN De wens is vooral om een persoon aan te wijzen die dit traject van een nieuwe innovatieve duurzame stal kan begeleiden en als intermediar kan optreden. Het vergunningstraject is met deze nieuwe stal ook nieuw en daarmee ingewikkeld. De provincie en gemeente moeten zo snel mogelijk bij dit traject betrokken worden.
notities
De wens is vooral om een persoon aan te wijzen die dit traject van een nieuwe innovatieve duurzame stal kan begeleiden en als intermediar kan optreden
103
104
Vreelandseweg 36, 1393 PG, Nigtevecht
jochem zadelhoff
--Sinds 2000 zit Jochem in maatschap met zijn vader, moeder en broer. Zijn vader helpt nog wel, maar is meer geinteresseerd in het aannemerschap. Ook zijn broer helpt soms, maar heeft ander werk. Jochem is van plan de boerderij over te nemen en is sinds 2008 de boer die de gang van zaken bepaalt. Jochem is ondernemend en wil graag zijn bedrijf totaal vernieuwen. Hierover heeft hij al duidelijke ideeën en doet hij al een voorstel over de nieuwe opzet van de stal. Wanneer alle stallen mogen verdwijnen, willen zij nog een huis bij bouwen, op de Vreelandseweg 36. Dat betekent dat het perceel dan bestaat uit een monu-
mentale boerderij, een bijwoning en een nog te bouwen huis. De bijwoning is bedoeld voor Jochems ouders. Verder zal alles in de verkoop gaan, waarvoor zijn vader nog bekijkt of hij de verbouwingen zelf wil organiseren. De nieuwe stal zal op een nieuwe locatie gebouwd worden aan het einde van het huiskavel, namelijk Oostkanaaldijk 18. HUIDIG BEDRIJF Het bedrijf kent een langzame groei van stallen en bijgebouwen. Het bedrijf heeft een pittoresk karakter van vergroeide plekken en binnenplaatsen, Door wat te zagen en te verplaatsen hebben de ruimten andere functies gekregen. Er zijn geen lange looplijnen op het bedrijf, Jochem ervaart het lopen als een tijdrovende situatie die hem afhoudt van het intensiveren van zijn werk.
huiskavel
ging van krachtvoer. Naast de koeien heeft hij nog biologische varkens die leven van de resten, ze staan deels buiten en deels binnen. De varkens worden normaal gesproken tot 50 kilo gemest maar niet intensief. Jochem heeft ooit overwogen om vissen te gaan kweken. De grond bestaat uit veen met kleilaag van 20 cm wat betekent dat alles moet worden onderheid (ook opslag platen).
Nu zijn het land en het aantal koeien in evenwicht, waardoor hij al zijn gras en mais zelf kan verbouwen met toevoe-
HUIDIGE SITUATIE AAN DE VREELANDSEWEG 36
NIEUWE SITUATIE AAN DE OOSTKANAALDIJK 18
Jochem is ondernemend en wil graag zijn bedrijf totaal vernieuwen de situatie is dat ze rood voor rood inwisselen naast de koeien heeft hij nog biologische varkens die leven van de resten, deels buiten en deels binnen
105
HUISKAVEL In 1950 bestond het huiskavel uit 10 hectare grond, waarna dit in 1980 uitgegroeid is tot 50 hectare grond. Nu heeft Jochem 60 hectare grond, waarvan 12 hectare mais is. Direct om het huis, de huiskavel, ligt 37 hectare grond.
106
jochem zadelhoff
bouwkavel (1,5 ha)
100 meter
overige bouw
huidige situatie 110
70
50
400
1,5
37
880
toekomstige situatie
bouwkavel 250
optioneel
107
150
0
ONB
37
2000
melkstal
huiskavel
weg
108
109
100 meter
IN BEELD
G
A
B H B D
C
E
A
F C
E
F
G
H
BOUWJAAR De oude boerderij dateert uit de 19e eeuw. In 1978 vond de eerste bijbouw plaats en in 1990 de laatste bijbouw.
A | ligboxenstal (1977) B | jongveestal (1998) C | binnenplaats D | machineberging E | ligboxenstal (1997) F | ligboxenstal G | woonhuis H | woonboerderij
110
LANDSCHAP Het land is ingeklemd tussen recreatief water en het Amsterdam-Rijn kanaal. Het wordt een totale vernieuwing van landschap, waar nog niet eerder gebouwd is. De vraag is naar een nieuw plan voor het erf met de stal aan de weg en het huis erachter aan het landschap, waarbij deze min of meer uit het zicht komt te staan.
In het landschap
Het wordt een totale vernieuwing van landschap, waar nog niet eerder gebouwd is
111
Jochem Zadelhoff (Nigtevecht)
Utrechtse Vecht & Weiden (AVP-gebied)
GROOTTE VEESTAPEL De veestapel bestaat uit 110 koeien, 75 stuks jongvee en een eigen stier. Jochem wilt makkelijke koeien die hij jaarlijks in het voorjaar kan laten kalven. MELKEN Melken gebeurt nu in een melkput. Dit begon met 2x4, daarna 2x5 en uiteindelijk 2x7. Bij het plaatsen van 2x4 was de put al geprepareerd voor 2x7. Jochems doel met de melkput is schaalvergroting.
Hollandse Waterlinie, (Nationaal landschap)
foto door Kokkie, via panoramio.com
wens realisatie nieuwe stal
WENS REALISATIE NIEUWE STAL De nieuwe stal zal op een nieuwe locatie gebouwd worden aan het einde van het huiskavel, namelijk Oostkanaaldijk 18. Hierbij zal op het perceel een verdubbeling plaatsvinden: een huis van 600 m 3, een stal van 35x80 meter voor 250 koeien, een schuur van 14x32 meter voor machines, kalverende koeien en een sleufsilo. De planning is dat alles in 2014 af is. Jochem wil een langzame groei en denkt er aan alles zelf te bouwen en hierin tussentijds misschien ruimte te verhuren. De mogelijkheden hiervoor zijn nog niet onderzocht, maar het verhuur moeten in ieder geval niet de bedrijfsvoering in de weg staan. Een mogelijke verandering zou kunnen zijn dat hij voor de bedrijfsvoering de logistiek wil verbeteren door veel voer in te kopen, waardoor minimale opslag nodig is. Kuil, mais, bierborst, krachtvoer maar ook mest wordt elke maand besteld.
oostkanaaldijk 18
100 meter
De nieuwe stal zal op een nieuwe locatie gebouwd worden aan het einde van het huiskavel, namelijk Oostkanaaldijk 18 Belangrijkste eis bij de realisatie van de nieuwe stal zijn efficiente werklijnen en alles onder een kap Jochems motto: eenvoudig, duurzaam en overzichtelijk
r 8 0 m e te 3 5 m e te r
112
Belangrijkste eis bij de realisatie van de nieuwe stal zijn efficiënte werklijnen en alles onder een kap. Een verbetering van het dierwelzijn ziet Jochem in ligstallen waarbij de koeien niet aan de rand liggen. Verdere wensen zijn het jongvee gescheiden houden, maar in dezelfde schuur en koeien zoveel mogelijk naar buiten. Als vloer waarop de koeien lopen denkt Jochem aan beton, waarbij alles tussen de roosters valt die eigenlijk geen onderhoud nodig hebben. Jochems motto: eenvoudig, duurzaam en overzichtelijk. 250
3,0
ligboxenstal
2
2800 m
113
114
studievragen
studievragen Totale nieuwbouw / schuur stal en woonhuis. Hoe zou de nieuwe boerderij eruit kunnen zien waarbij de stal het aangezicht vormt voor de passant. Hoe bouw je voor de groei? Hij begint met 110 stuks vee, maar wil in de toekomst uitbreiden naar 250 koeien. Op welke wijze kan je tijdelijk onder verhuren zonder hiervan last te hebben, maar zelfs iets op zou kunnen leveren. In materieel opzicht of qua kennis. Hoe bouw je als je zoveel mogelijk inkoopt op maat. Geen voorraad hebben en maken het liefst alles per maand inkopen en verkopen. Interessante geschiedenis is dat door de groei in de geschiedenis er en soort mini dorp ontstaat dat ondanks de intensieve veeteelt wensen en uitbreidingen een zeer landelijke uitstraling heeft er ontstaan veel binnenplaatsen en mogelijkheden tot veranderlijk gebruik. Dit is geen wens van Jochem maar laat wel zien hoe dingen hun waarde kunnen behouden terwijl het ook voor productie op is.
notities
Hoe zou de nieuwe boerderij eruit kunnen zien waarbij de stal het aangezicht vormt voor de passant. Hoe bouw je voor de groei?
115
116
117
DE melkveehouders, vergelijkingsschema
Martijn van Dijk
Richard Vedder
PETER VAN DEN BREEMERWEG 13, 3768 MP, SOEST
huidige situatie
65
70
1
1,5
6,54
430
GEEN
huidige situatie
toekomstige situatie
120
70
2
1,5
6,54
800
ONB
toekomstige situatie Bert-Jan verboom
optioneel Henk den Hartog
Gein-zuid 26, 1391 JE, Abcoude
huidige situatie
130
120
40
toekomstige situatie
150
120
50
Kamphof-Cromwijk
1,5
60
1,5
600
ONB
60
NVT
M.A. Reinaldaweg 42, 3461 AL, LINSCHOTEN
huidige situatie
40
20
toekomstige situatie
75
35
0,8
370
20
0,8
20
ONB
700
95
toekomstige situatie
350
Wijnand de Wit
0
ONB
80
3
ONB
880
1,5
57,85
1500
Oude Meije 4, 3474 KM, Zegveld
huidige situatie
2
1
32,5
ONB
2
32,5
ONB
ONB
ONB
Boveneind Zuidzijde 43, 3405 AN Benschop
huidige situatie
60
50
1,5
40
350
toekomstige situatie
120
ONB
1,5
40
ONB
Jochem Zadelhoff Kapelleweg 4, 3945 LA, Cothen
ONB
Vreelandseweg 36, 1393 PG, Nigtevecht
huidige situatie
110
250
huidige situatie
85
18
3
1,75
20
800
ONB
toekomstige situatie
toekomstige situatie
130
0
0
1,75
20
1200
ONB
optioneel
optioneel
180
60
optioneel
ONB
optioneel Hans van Rooijen
ONB
Eemdijk 12, 3754 NH, Eemdijk
*zie legenda op pagina 19 ONB = onbekend NVT = niet van toepassing
150
50
400
1,5
37
880
0
ONB
3,0
37
2000
118
Landschap
119
Provincie utrecht, avp-gebieden & nationale landschappen
Utrechtse Vecht en Weiden (AVP)
Amstelveen
Amsterdam-
Nigtevecht, Jochem Zadelhoff (Groene Hart)
Weesp
Zuidoost
Ermelo
H uizen
Naarden
Bussum
De Venen (AVP)
Blaricu
Abcoude, Henk den Hartog (stelling van Amsterdam) Aalsmeer Zegveld, Bert-Jan Verboom (Groene Hart)
Putten
Laren
Uithoorn
urg
Kortenhoef
en
Hilversum
Gelderse Vallei - Eemland (AVP)
Eemdijk, Richard Vedder0(Arkemheen Eemland) 5 km Soest, Martijn van Dijk (Arkemheen Eemland)
Nijkerk
Voorthuizen H oevelaken
Nieuwkoop Barneveld
Utrechtse Heuvelrug (AVP)
Bodegraven
Lunteren Scherpenzeel
Utrechtse Waarden (AVP)
Linschoten, Gerrit & Gretha Kamphof-Cromwijck (Groene Hart) Benschop, Wijnand de Wit (Groene Hart)
Ede daal
Wageningen
AVP-gebieden Nationaal Landschap
Culemborg
Schoonh
Lienden
Kromme Rijn (AVP)
Stad en Land Utrecht (AVP)
Kesteren
Ondergrond: © Topografische Dienst, Emmen, 2008 Cothen, Hans van Rooijen (Rivierengebied)
09-04-09 1126501
120
121
AVP-Gebieden en de nationale landschappen Amsterdam-
Amstelveen
de AVP-gebieden De Agenda Vitaal Platteland (AVP) is een meerjarenprogramma (2007-2013) waarin provincies, gemeenten, boeren en maatschappelijke organisaties, werken aan een krachtig landelijk gebied. Tegelijkertijd is ruimte nodig voor agrarische bedrijvigheid in het buitengebied, zonder dat dit ten koste gaat van cultuurhistorie, natuur of landschap. De Provincie Utrecht is verdeeld in 7 AVP-gebieden. Elk gebied is een samenwerkingsverband van gemeenten, waterschappen en diverse organisaties. Ze hebben elk een eigen gebiedscommissie en programmabureau. Elk AVP-gebied bepaalt dus zelf met welke projecten zij de AVP-doelen bereikt. De gebiedscommissie stelt de uitvoeringsprogramma’s op. Een programmabureau voert de programma’s uit. Dit zijn de AVP-gebieden: A | Gelderse Vallei/Eemland B | Utrechtse Heuvelrug C | Kromme Rijnstreek D | Stad en Land Utrecht E | Utrechtse Vecht & Weiden F | De Venen G | De Utrechtse Waarden AVP-doelen Scheppen van goede woonomstandigheden; Stimuleren van een levendige sociale structuur; Garanderen van een gezond functionerend ecosysteem; Zorgen voor behoud en ontwikkeling van aantrekkelijke en toegankelijke landschappen. AVP-projecten Elk AVP-gebied krijgt zoveel mogelijk maatwerk. Belangrijk is daarbij wat er in een gebied speelt: Natuur en landschap: plekken zoeken voor nieuwe natuur; Landbouw: boeren milieuwbewuster maken;
Water en milieu: waterkwaliteit verbeteren; Recreatie: Nieuwe wandel- en fietsroutes zoeken;
Nationale Landschappen vastgesteld voor alle nationale landschappen, dus inclusief het Groene Hart. Hiermee krijgt het beleid uit de streekplanuitwerking de status van structuurvisie.
Weesp
Zuidoost
Ermelo
H uizen
Naarden
Bussum Blaricu
Aalsmeer
Putten
Laren Uithoorn
urg
Kortenhoef
0
en
Hilversum
Cultuurhistorie: kavelpatronen behouden. de Nationale landschappen Naast de AVP-gebieden liggen er 5 nationale landschappen in de provincie Utrecht. Ze lopen allemaal door in de aangrenzende provincies 1 | Arkemheen- Eemland 2 | Het Groene Hart 3 | Nieuwe Hollandse Waterlinie 4 | Rivierengebied 5 | Stelling van Amsterdam
Op 15 december 2009 hebben Gedeputeerde Staten van Utrecht het Ontwerp van de partiële herziening van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie
Nijkerk
F
Voorthuizen H oevelaken
E
Nieuwkoop
A
Barneveld
B
D
Bodegraven
Lunteren Scherpenzeel
Ede
Nationale Landschappen maken deel uit van de Ruimtelijke Hoofdstructuur van Nederland. Hiervoor is het Rijk eindverantwoordelijk. Provincies zijn verantwoordelijk voor de uitwerking en uitvoering van het beleid. Woningbouw in de nationale landschappen Groene Hart, Arkemheen- Eemland en Rivierengebied is aan een maximum gebonden. Het zogenaamde migratiesaldo nul. Dit is vastgelegd in de Nota Ruimte. Een migratiesaldo nul houdt in dat er een maximum aantal huizen mag worden gebouwd. De woningbouw in deze gebieden moet passen bij het karakter en de kernkwaliteiten van het nationaal landschap. De woningbouw moet bovendien zorgen voor een levendige woon- en leefkwaliteit. Beleid voor nationale landschappen Provincies zijn verantwoordelijk voor de uitwerking en uitvoering van het beleid voor de nationale landschappen. Gedeputeerde Staten van Utrecht hebben in 2008 de Streekplanuitwerking Nationale Landschappen vastgesteld. Deze uitwerking heeft betrekking op de nationale landschappen: Arkemheen- Eemland, Rivierengebied, Nieuwe Hollandse Waterlinie en Stelling van Amsterdam.
5 km
G
daal
C
Wageningen Culemborg
Schoonh
Lienden Kesteren
Amsterdam-
Amstelveen
Weesp
Ondergrond: © Topografische Dienst, Emmen, 2008
Zuidoost
09-04-09 1126501
Ermelo
H uizen
Naarden
Bussum
5
Aalsmeer Uithoorn
Blaricu Putten
Laren urg
Kortenhoef
1
Hilversum
0
en
5 km
Nijkerk
Voorthuizen H oevelaken
Nieuwkoop
2
3
Barneveld
Bodegraven
Lunteren Scherpenzeel
Ede
4
daal
Wageningen Schoonh
Culemborg
Lienden Kesteren Ondergrond: © Topografische Dienst, Emmen, 2008
09-04-09 1126501
122
123
korte beschrijving van de avp-gebieden
Gelderse Vallei/Eemland De Gelderse Vallei ligt prachtig, tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. Door die overgang van natuur naar landbouwgronden, kent het gebied veel verschillende landschapstypes. Open landschap, maar ook gebieden met kleine, grillige kavels en veel bosjes, en het natte veengebied. Jammer genoeg zijn veel van de kenmerkende, authentieke landschapselementen verloren gegaan. Om die elementen te behouden, is het Deltaplan Landschap Gelderse Vallei opgesteld. We willen niet terug naar hoe het landschap was in 1900, maar de Vallei moet wel weer herkenbaar worden. Er worden elzensingels geplant, houtwallen aangelegd en oude erven in ere hersteld. Daarbij kun je denken aan moes- en kruidentuinen en een hoogstamfruitboomgaard met daaromheen een meidoornhaagje. Door de bosjes, houtwallen en andere landschapselementen, ontstaat een ecologisch netwerk waarin vleermuizen, dassen, geelgorzen en patrijzen zich thuis voelen. Oude paden worden toegankelijk gemaakt, zodat recreanten nog beter van het gebied kunnen genieten. Boeren die landschapselementen onderhouden, krijgen daar een goede vergoeding voor. Iedereen heeft baat bij het in ere herstellen van het landschap in de Gelderse Vallei en Eemland! Robert Keizer, coördinator Landschap www.wantbuitengebeurthet.nl
Utrechtse Heuvelrug De Utrechtse Heuvelrug is een zandrug in het landschap van de Nederlandse provincies Utrecht en Noord-Holland tussen de randmeren in het noordwesten en de Rijn in het zuidoosten. De contouren van de lange heuvelrug die van Huizen tot Rhenen loopt tekenen zich overal duidelijk af. De Utrechtse Heuvelrug heeft meerdere ‘toppen’ boven de 50 m. Het hoogste punt is de Amerongse Berg met 69,2 m. boven zeeniveau. Het zuidelijkste punt is de Grebbeberg. De Utrechtse Heuvelrug heeft veel bos. Daarnaast vinden we er een aantal heidegebieden en enkele stuifzanden. Het gebied strekt zich van het Gooimeer tot de Nederrijn uit over een totale lengte
van circa 50 km. De totale oppervlakte is ongeveer 23 000 ha. Daarmee is het na de Veluwe het grootste bosgebied van Nederland. www.heuvelrug.nl
Kromme Rijnstreek De Kromme Rijn is een belangrijke groene ader in de provincie Utrecht. De rivier is 22 kilometer lang en stroomt van Wijk bij Duurstede naar Utrecht. In de Romeinse tijd was de Kromme Rijn de hoofdloop van de Rijn en de noordgrens van het Romeinse rijk (limes). In 1122 maakte bisschop Godebald een dam in de rivier bij Wijk bij Duurstede. Ter compensatie daarvan kreeg Utrecht stadsrechten en een nieuwe verbinding met de grote rivier: de Vaartse Rijn. De Kromme Rijn ontwikkelde zich als belangrijke regionale handelsroute en werd bij de Nieuwe Hollandse Waterlinie ingezet voor de wateraanvoer. Al met al heeft de Kromme Rijn een duidelijke stempel gedrukt op het ontstaan van het landschap en de ontwikkeling van dorpen en steden. De rivier is de centrale spil geweest in de geschiedenis van het gebied. De natuurontwikkelingsplannen van Stichting Het Utrechts Landschap zijn er op gericht om de rivier weer een prominente plaats terug te geven in het landschap. Dit gebeurt bijvoorbeeld door de aanleg van natuurlijke oevers zoals tussen Bunnik en Utrecht. De palenbeschoeiing is daar grotendeels verwijderd. Tegelijkertijd zijn de oevers zwak glooiend gemaakt, is een meestromende nevengeul aangelegd en zijn vijf riviereilanden ontstaan. Soorten als zwanebloem, moerasspirea, gele lis, het ijsvogeltje en de weidebeekjuffer profiteren hiervan. Om kennis te maken met en optimaal te kunnen genieten van deze rijke natuur langs de Kromme Rijn, organiseert Het Utrechts Landschap vaarexcursies met de Pont van Het Landschap. Samen met andere organisaties streeft Het Utrechts Landschap er naar op veel meer plekken de oevers natuurlijker te maken. Daarnaast wordt tussen Odijk en Wijk bij Duurstede, waar nu nog weinig natuur langs de rivier voorkomt, de komende jaren een aantal natuurge-
bieden ingericht. Op het Vikinghofterrein, het voormalige zwembadterrein bij Wijk bij Duurstede, is dit al gebeurd. Dit is een mooi voorbeeld van een klein, maar prachtig stukje ‘riviernatuur’. Ook wordt de wandelroute langs de Kromme Rijn tussen Odijk en Wijk bij Duurstede hersteld, zodat iedereen kan genieten van deze mooie rivier. www.utrechtslandschap.nl
Stad en Land Utrecht Stad en Land Utrecht is de overgang van de stad Utrecht naar het Groene Hart. Bijzonder aan het gebied is het landelijke karakter pal naast de bruisende stad Utrecht. Kasteel De Haar met het dorp Haarzuilens en de open polder Reijerscop zijn kenmerkende plekken in het gebied. Andere parels binnen Stad en Land Utrecht zijn het rivierengebied van de Hollandse IJssel en de Lek en het verborgen landschap van de grienden van Vianen. Het gebied combineert landbouw en natuur met steeds meer recreatie. Meer dan de helft van Stad en Land Utrecht is onderdeel van het Groene Hart. Veel mensen uit de stad vinden hier rust en ruimte. Er is zelfs vraag naar veel meer recreatiegebieden. Daarom wordt er gewerkt aan de aanleg van meerdere grootschalige recreatiegebieden. De nadruk ligt op de beleving van cultuurhistorie (Haarzuilens), sportieve ontspanning (Hollandse IJssel bij IJsselstein), fietsen door polderlandschap en landbouwgebieden (Reijerscop en Harmelen) en natuur om door te struinen en wandelen (zoals in de uiterwaarden van de Lek of de grienden van Vianen). Stad en Land Utrecht is een dynamisch gebied met veel stedelijke druk. Verstedelijking wordt vaak gezien als een bedreiging voor de kwaliteit van het platteland. In veel gevallen is dat ook zo. De sterke relatie met de stad kan ook juist als kans worden benut om dit gebied groen en de regio leefbaar te houden. Dit is een gezamenlijke inspanning van alle partijen in en om het landelijk gebied van Stad en Land Utrecht
De Gebiedscommissie Stad en Land Utrecht werkt in opdracht van de provincie Utrecht aan de ontwikkeling van het landelijk gebied. Zij is ontstaan uit de Landinrichtingscommissie Utrecht-West. De commissie werkt sinds 2001 aan de ontwikkeling van het groengebied Utrecht-West, ten westen van Leidse Rijn en IJsselstein. Het bijbehorende landinrichtingsplan is gericht op de aanleg van grootschalige recreatiegebieden met natuur. www.stadenlandutrecht.nl
UTRECHTSE VECHT & WEIDEN Het AVP gebied Utrechtse Vecht en Weiden omvat de gemeenten Loenen, Breukelen, Maarssen, Utrecht en De Bilt. Het plangebied omvat zowel de Vechtstreek met zijn rivier en plassengebied als het Noorderpark: een gebied met zowel landgoederen en buitenplaatsen met romantische theekoepeltjes en de geheimzinnige forten en versterkingen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie als een veenpolderlandschap met landbouw. Het is een kwetsbaar gebied dat wordt bedreigd door bodemdaling, plannen voor bebouwing en recreatie. Maar met een goed planologische beleid, verstandig waterbeheer, de landbouw die het landschap openhoudt en het verder ontwikkelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie tot recreatiegebied kunnen alle kansen worden benut om de Vechtstreek en het Noorderpark het “buiten van de Randstad” te laten zijn. www.utrechtsevechtenweiden.nl
De Venen De Venen is een mooi open landschap van veenweiden, sloten en plassen. www.devenen.nl
De Utrechtse Waarden De Utrechtse Waarden ligt in het zuidwesten van Utrecht en is onderdeel van het Nationaal Landschap het Groene Hart. Het gebied bestaat uit de Linschoterwaard en de Lopikerwaard. Het is een open en groen gebied met lange linten van bebouwing. In De Utrechtse Waarden ligt het kleine stadje Oudewater, de vestingstad Montfoort en de
negen dorpen van de gemeente Lopik. Ook een deel van het buitengebied van de gemeente IJsselstein behoort tot De Utrechtse Waarden. Open weides De Utrechtse Waarden bestaat voornamelijk uit agrarische veenweidegebieden. Daarnaast komt er beperkt fruitteelt voor in De Utrechtse Waarden. Dit landschap is in de middeleeuwen ontstaan toen, via de zogenaamde cope-ontginningen, de woeste veengrond werd opgedeeld in rechte kavels en geschikt werd gemaakt voor bewoning en agrarisch gebruik. Groene boerenerven Karakteristiek voor de boerderijen in De Utrechtse Waarden is dat het woonhuis en agrarisch bedrijf onder één lang dak zijn gebouwd. Op het boerenerf zijn in de loop van de tijd allerlei gebouwen geplaatst, zoals een boenhok of een bakhuis. Daarnaast staan rondom het boerenerf verschillende karakteristieke bomen, bijvoorbeeld wilgen en hoogstamfruitbomen en leilinden. Levende lintdorpen In de dorpen en steden van De Utrechtse Waarden zijn naast de agrarische bedrijven ook veel kleine en grote bedrijven te vinden in andere sectoren. Transport en recreatie en toerisme zijn belangrijke sectoren voor deze regio. De Heksenwaag in Oudewater trekt dagelijks veel bezoekers. Verder is er een uitgebreid netwerk van fietspaden en de rivieren en weteringen trekken veel waterrecreanten aan. www.utrechtsewaarden.nl
124
dierenwelzijn, familiekudde
Familiekudde verhoogt het welzijn van de koeien Melkveehouders en onderzoekers van Wageningen UR en het Louis Bolk Instituut ontwikkelen een compleet nieuw houderijsysteem voor koeien: de familiekudde. Uitgangspunt is de behoefte van de koe en niet, zoals in de ligboxenstal, de efficiëntie en het gemak voor de boer. Kalveren die bij hun moeder in de wei lopen. Voor de passant een vertederend beeld, zeker als het kalf bij de moeder drinkt. Hoewel het vaak om zoogkoeien gaat, zijn er ook melkveehouders die de kalveren bij de koe laten. Zij zijn zich bewust van de positieve reactie van recreanten, maar dat is niet de reden dat ze het doen. Ze willen een natuurlijker bedrijfsvoering en de koeien en kalveren het beter naar de zin maken. Nog een stap verder gaat het project Familiekudde. Melkveehouders ontwerpen samen met onderzoekers van Wageningen UR en het Louis Bolk Instituut een systeem waarbij koeien in familiekuddes worden gehouden. Dit betekent niet alleen kalveren bij de koe, maar ook bijvoorbeeld droogstaande en melkgevende koeien door elkaar en zulke houderij omstandigheden dat ingrepen als onthoornen niet meer nodig zijn. De verwachting is dat dit alles zo’n rust in de groep geeft dat het welzijn met sprongen vooruit gaat. Stress schaadt welzijn De overgang van de grupstal naar de ligboxenstal, zo’n dertig jaar geleden, heeft de melkkoeien veel bewegingsruimte gebracht en mogelijkheden om ook tijdens de stalperiode sociaal gedrag te vertonen. Toch hebben koeien het niet altijd makkelijk. De ligboxenstal is ontstaan vanuit het idee dat de boer efficiënter kan werken en zijn koeien beter kan managen. Hij hoeft het voer maar in de voergang
te gooien en de koeien komen het zelf wel vreten. Verder is de stal met aan weerszijden aan elkaar geschakelde ligboxen en een gang ertussen efficiënt ingericht. Efficiënt is ook dat de kalveren direct na hun geboorte in een aparte ruimte worden gelegd. Voor de dieren is dit staltype echter niet altijd ideaal. Koeien kennen een sociale rangorde. Een koe met een lagere rang moet altijd wachten tot er plek vrij is aan de voergang. Ook moet ze elke keer vlak langs koeien met hogere rang lopen. Ontwijken is vaak lastig. ‘Dergelijke confrontaties geven stress en schaden het welzijn van de koe’, legt Ingrid van Dixhoorn uit, projectleider vanuit Wageningen UR. Ook chronische pijn komt veel voor in de ligboxenstal, denk aan klauwproblemen. De verwachting is dat een familiekudde tot stabiele sociale relaties leidt, minder onrust veroorzaakt en daarmee gezondere koeien oplevert die ook langer meegaan. Biologisch en gangbaar Sommige biologische melkveehouders laten al de kalveren bij de koe of onthoornen hun koeien niet. Ze lopen daarbij soms tegen de grenzen aan van het huidige houderijsysteem. Binnen Bioconnect, het innovatienetwerk van de biologische agroketens, kwam dan ook de vraag hoe je koeien in een natuurlijker systeem kunt houden en daarmee tegelijk de biologische houderij onderscheidend kunt maken van de gangbare. De onderzoekers verkenden de vraag en zagen perspectief. Een oproep onder melkveehouders volgde. Tot verrassing reageerden niet alleen biologische melkveehouders maar ook gangbare, ieder met eigen redenen. Van Dixhoorn: ‘De een stond voor de keuze grootschaliger te worden of het roer om te gooien en koos voor het laatste. De ander wilde dichter bij de natuur boeren en een derde ging vooral op zijn gevoel af, zei dat hij zich hier beter bij voelt.’ Met z’n twintigen vormen de melkveehouders nu het netwerk Familiekudde, onderdeel van het gelijknamige project.
dierenwelzijn, kwaliteit van het leven
Ontwerpproces De groep startte een methodisch ontwerpproces samen met onder andere medewerkers van de Dierenbescherming en het ministerie van LNV. Uitgangspunt is de behoefte van de koe. Die kwamen naar boven door de vraag te beantwoorden: als het aan de koe lag, dan...? Na veel discussies en raadpleging van literatuur stelden ze een “Programma van Eisen voor de koe” op. Hieruit kwam naar voren dat een koe wil schuilen en dus een onderdak nodig heeft, maar dat een stal niet echt nodig is. Een afdakje kan voldoende zijn. In het ontwerpstadium zijn alle mogelijkheden verkend. ‘Later evalueren we wel op economische haalbaarheid en ook op milieu. Want we willen ook proberen voorop te lopen op milieugebied’, aldus Van Dixhoorn. Uiteindelijk zijn in het ontwerptraject 23 doelstellingen geformuleerd voor een familiehouderijsysteem. Die variëren van een uitdagende leefomgeving voor het uiten van spel- en sexueel gedrag tot meer voer en drinkplekken dan er dieren zijn. Komend jaar realiseert proefbedrijf Aver Heino een compleet nieuw houderijsysteem. Daarnaast gaat een aantal veehouders onderdelen van een nieuw systeem toepassen. ‘Er is niet één vast systeem’, verduidelijkt Van Dixhoorn. ‘Een systeem moet passen bij de veehouder, grondsoort of regionale eigenheid.’ Niet volledig natuurlijk Ook al wordt het nieuwe systeem zo natuurlijk mogelijk, de melkveehouders weten dat honderd procent natuurlijk niet mogelijk is. Dan zouden de kalveren bijvoorbeeld een jaar bij de koe moeten blijven, en blijft er onvoldoende melkproductie over. Het spenen van de kalveren is meteen ook een van de lastigste punten in een familiekuddesysteem. Scheiding van koe en kalf geeft altijd stress, wanneer het ook gebeurt. Vanuit het oogpunt om stress te vermijden is het misschien wel het beste de kalveren direct na de geboorte weg te halen, voordat koe en kalf een band met elkaar hebben. Van Dixhoorn verwerpt die optie resoluut als onnatuurlijk. Ervaringen van
boeren leren bovendien dat voldoende bijvoeren na het spenen de overgang vergemakkelijkt. Een andere oplossing is de kalveren tijdelijk apart zetten achter een hek, zodat moeder en kind nog wel oogcontact hebben. ‘Dat gaan we nog verder uitzoeken.’ Later spenen geeft wel weer een verhoogd risico op besmetting met para-tbc of salmonella, als dit al voorkomt op een bedrijf. Ook dit is onderwerp van nadere studie. Inmiddels heeft een architect een eerste schets voor een stal gemaakt: een centrale ruimte waar alle dieren vrij kunnen liggen en aparte ruimtes eromheen met een beperkte toegang voor bepaalde of groepen dieren. Ideaal voor iedere koe, of ze nou melk geeft, nog kalf is of droogt staat, denkt Van Dixhoorn. Ingrid van Dixhoorn www.wur.nl
Dierenwelzijn gaat over de kwaliteit van het leven van een dier Elk dier dat niet in zijn natuurlijke omgeving leeft, probeert zich aan te passen aan zijn leefomgeving. Een dier voelt zich het best in een omgeving waarin hij zijn natuurlijk gedrag kan vertonen en die hem geen chronische stress, pijn of angst bezorgt. Elke diersoort heeft zijn eigen natuurlijke gedrag. Kippen willen scharrelen, koeien moeten de rust hebben om te herkauwen, varkens hebben ruimte en een stabiele groep nodig, honden houden van regelmaat in hun leven, papegaaien van gezelschap. Voeding, verzorging, huisvesting en behandeling zijn van invloed op het welzijn van gehouden dieren. Daarnaast heeft de consument indirect ook invloed op het welzijn van landbouwhuisdieren. Door meer welzijnsvriendelijke producten te kopen zorgt
hij ervoor dat er ook meer dieren welzijnsvriendelijk gehouden worden. De mate van welzijn van een dier kan worden beoordeeld aan de hand van de vijf vrijheden. Een dier moet vrij zijn: - van dorst, honger en onjuiste voeding; - van fysiek en fysiologisch ongerief; - van pijn, verwondingen en ziektes; - van angst en chronische stress; om het natuurlijke (soorteigen) gedrag te vertonen. Verschillende diersoorten worden voor verschillende doeleinden en in verschillende omstandigheden gehouden. Daarom zijn de regels die zijn gesteld per diersoort verschillend. BRON: www.minlnv.nl
125
126
127
efficiëntie
Geconcludeerd kan worden dat efficiëntie een heel breed begrip is --Het valt dan ook niet mee om in een zin de vraag “wat is een efficiënte melkproductie binnen de gesloten kringloop?” te beantwoorden. Daarom is de vraag opgedeeld in deelvragen. “Wat is een gesloten kringloop?” Een gesloten kringloop betekend voor de meeste melkveehouders (zo veel mogelijk)zelfvoorzienend zijn. Ze kopen dan zo min mogelijk producten, grondstoffen en diensten aan en willen zo weinig mogelijk producten en goederen afvoeren (uitgezonderd melk). De benaming ‘gesloten kringloop’ heeft voor iedere ondernemer een verschillende betekenis. De ondernemers zijn met elkaar eens dat een totaal gesloten kringloop niet mogelijk is in Nederland. ‘’Wat is een efficiente melkproductie?’’ Er moet zoveel mogelijk melk geproduceerd worden met zo min mogelijk input. Deze input heeft indirect ook betrekking op uitputting van grond en dergelijke zaken. Toch kan de efficiëntie dan weer in twijfel getrokken worden, want met een hoge afvoer van melk (met nutrienten) heeft het bedrijf, gekeken naar de kringloop, een grote aanvoer van maatschappelijke producten nodig. Puur gelet op de efficientie van de melkproductie speelt de kringloop geen rol. Hoge productie (melk en gehalten) met lage kosten blijkt dan het efficientst. Het meest geschikte veeras benodigd voor de efficiënte melkproductie is sterk afhankelijk van de bedrijfsvoering en het type ondernemer. De vraag ‘’Welk type koe is geschikt voor een efficiente
productie?’’ is dan ook moeilijk te beantwoorden. Is de bedrijfsvoering intensief of extensief? En houdt de ondernemer van managen en uitdaging of juist van een sobere bedrijfsvoering? Er kan dus niet gezegd worden dat een bepaald melkveeras uitermate geschikt is voor biologisch ondernemen. Dan moet eerst de bedrijfsvoering bekend zijn. Wil de melkveehouder een hoge productie, dan zijn Holstein koeien aan te raden. Hier staat wel tegen over dat deze koeien veel en goed (kracht)voer nodig zijn en goede verzorgen en management. Houdt de ondernemer meer van een sobere bedrijfsvoering met lage kosten dan blijken Montbiliardes, Brown Swiss, Fleckvieh en MRIJ zeer geschikte veerassen. ‘’Welke bedrijfsvoering op een biologisch melkveebedrijf heeft de meest efficiente productie?’’ De bedrijfsvoering die het meest efficiënt is, lijkt de gedeeltelijk gesloten kringloop. Dat wil zeggen een samenwerking met een biologische akkerbouwer. Een ideale situatie zou dan zijn met vruchtbare grond, zodat de opbrengst en kwaliteit van de gewassen goed blijven. Het bedrijf van Koopman is hier een voorbeeld van. Hier kan zeer efficiënt melk geproduceerd worden. De opbrengsten van de grond zijn hoog door de vruchtbaarheid. De buurman (akkerbouwer) zit heel dichtbij (lage transportkosten) en heeft biologische mest nodig. De melkveehouder heeft ruwvoer nodig (vanggewassen akkerbouwer) en krachtvoervervangers om de kosten te drukken (wisselteelt van de akkerbouwer). Dit blijkt de meest efficiënte bedrijfsvoering te zijn op het gebied economisch, nutrienten en productie. BRON: www.edepot.wur.nl
Een gesloten kringloop betekend voor de meeste melkveehouders (zo veel mogelijk) zelfvoorzienend zijn. Er moet zoveel mogelijk melk geproduceerd worden met zo min mogelijk input.
128
129
verplicht emissiearm
Ook melkveehouders lijken de dans niet te ontspringen --Varkens- en pluimveehouders moeten in 2010 toch echt serieuze plannen klaar hebben om hun bestaande stallen geschikt te maken voor groenlabel. Op dat punt is minister Jacqueline Cramer van Vrom onvermurwbaar. Dat bleek wel in het Kamerdebat gisteravond over ammoniak. Ze wil wel uitstel verlenen voor de uitvoering van die plannen. Dat hoeft niet in alle gevallen in datzelfde jaar. Dus als een boer in 2010 een overtuigend plan heeft waarvoor hij pas verplichtingen aangaat en investeringen doet in 2011 - of misschien nog later -, dan mag dat in veel gevallen. Dus de varkens- en pluimveehouders die er op hadden gerekend dat CDA en VVD gisteravond wel even uitstel van groenlabel-aanpassing tot 2013 zouden kunnen regelen, moeten nu toch echt in actie komen. Ook koestallen groenlabel De grootste verrassing van het Kamerdebat is dat ook koestallen moeten worden aangepast aan groenlabel. Veel melkveehouders dachten misschien dat ze ontkwamen aan de groenlabelverplichting, maar sinds gisteravond is dat niet meer zo. Minister Cramer betrekt de rundveehouders bij dezelfde verplichtingen als die voor hun collega’s met varkens en kippen. De minister heeft daar ook goede redenen voor, die ze al omschreef in haar brief aan de Tweede Kamer afgelopen november. De helft van de ammoniakemissie uit de landbouw komt uit de melkveehouderij. Die sector probeert de emissie terug te dringen met voermaatregelen, maar die hebben de laatste vijf jaren geen verbetering gebracht. Cramer herhaalde die argumenten gisteravond nog eens, met de conclusie dat de veehouderij nu echt aan de beurt is om haar bijdrage te leveren. En wel met groenlabel-stallen.
In april actieprogramma De rundveehouders worden net als de pluimvee- en varkenshouders meegenomen in een ‘actieprogramma’ dat Cramer nu opstelt. Een heel belang-rijk ijkpunt daarin is de totale uitstoot van ammoniak in Nederland, het NEC-plafond. Nederland moet onder de 128 kiloton blijven in 2010. Cramer vreest dat Nederland er doorheen schiet als ze de stalaanpassingen op haar beloop laat. Maar ze ziet ook dat er nu al een hoop investeringen in stallen worden gedaan. Daarom zet zij nu het Planbureau voor de Leefomgeving aan het werk om heel nauwkeurig te monitoren hoe nu door stalmaatregelen de ammoniakuitstoot wordt beperkt.
vendien wil Cramer ook dat deze stallen welzijnsvriendelijk zijn. Maar over één ding was ze volstrekt helder: de melkveehouders moeten meedoen.
De uitkomsten van die monitoring bepalen vervolgens hoe soepel of hoe streng veehouders hun groenlabel-plannen moeten uitvoeren. Het actieprogramma, dat besproken wordt met gemeenten, LTO en de vakbonden, moet er in april liggen. Het kent dus enige flexibiliteit in de uitvoering.
BRON: www.boerderij.nl
Pluimveehouders later Die flexibiliteit geldt al bij voorbaat voor pluimveehouders. Het is de bedoeling dat de luchtwassers die zij installeren tevens fijn stof meenemen. De daarvoor geschikte luchtwassers zitten nog in de testfase, zoals ook wel blijkt uit de beantwoording van een groot aantal schriftelijke vragen van de Tweede Kamer voorafgaand aan het debat gisteravond. Dus, zo zei Cramer gisteren, je kunt van pluimveehouders niet vergen dat ze op 2 januari 2010 allemaal luchtwassers hebben geïnstalleerd. Zij krijgen dus wel uitstel tot 2011, maar de plannen moeten ze wel volgend jaar klaar hebben. Welke koestallen? Details over de koestallen kan ik nog niet geven. Tijdens het debat was Cramer daar vaag over. Toen ik haar na afloop aanschoot, vertelde ze mij dat nog in studie is hoe de rundveestallen moeten worden aangepast. Daar loopt, zoals bekend, nog onderzoek naar. Ook kan ze nog niet stellen of de verplichting straks geldt voor nieuwe stallen, of ook voor bestaande. Dat moet overleg met LTO en NMV nader uitwijzen. Bo-
Gaat dit zo door? De fracties van CDA en VVD waren natuurlijk uit op een totaal-uitstel tot 2013. Ze eisten uitvoering van de motie Koopmans/Oplaat van 2006, die daar om vroeg. Maar ik denk niet dat ze dat doorzetten, ook al omdat er nu misschien net geen Kamermeerderheid is om uitvoering van die motie af te dwingen. Woordvoerders Koopmans (CDA) en Snijder-Hazelhoff (VVD) reageerden instemmend op Cramers actieplan. De minister kan er dus mee verder.
Minister Cramer betrekt de rundveehouders bij dezelfde verplichtingen als die voor hun collega’s met varkens en kippen De helft van de ammoniakemissie uit de landbouw komt uit de melkveehouderij Ook kan ze nog niet stellen of de verplichting straks geldt voor nieuwe stallen, of ook voor bestaande Ammoniak wordt in een ligboxenstal gevormd door afbraak van ureum. Het komt vrij vanaf de vloer en vanuit de mestkelder
130
algemene kosten melkveehouders (grasland)
(kopie uit KWNV-V 2010-2011 pag. 156-157)
131
132
algemene kosten melkveehouders (niet-toegerekende kosten)
(kopie uit KWNV-V 2010-2011 pag. 174-175)
133
134
colofon
opdrachtgever Provincie Utrecht - Jos Geenen Pythagoraslaan 101 3584 BB Utrecht T +31 (0)30 258 91 11
[email protected] IN SAMENWERKING MET Bureau LaMi - Wytze Brandsma Brink 2 3985 SB Werkhoven T +31 (0)343 43 84 60
[email protected] CBK Utrecht - Ella Derksen Plompetorengracht 4 3512 CC Utrecht T +31 (0)30 2307910
[email protected] VERSLAGLEGGING
Studio Makkink & Bey Postbus 909 3000 AX Rotterdam T +31 (0)10 425 87 92 F +31 (0)10 425 94 37
[email protected]
© 2010 - 2011
135