Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan ‘Aan de Waterkant’ 2008-2011
Evaluatie nota vrijwilligersbeleid ‘Aan de Waterkant’
Inhoudsopgave
1
2
3
4
Inleiding
3
1.1 1.2
3 3
Evaluatiekader Leeswijzer
Vrijwilligerswerk Oostzaan
4
2.1 2.2
4 4
De situatie toen De situatie nu
Doelstellingen vrijwilligerswerkbeleid
6
3.1 3.2
6 6
Uitgangspunten en doelstellingen 2008-2011 De actualiteit
Conclusies en aanbevelingen
7
2
Evaluatie nota vrijwilligersbeleid ‘Aan de Waterkant’
1
Inleiding
De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), welke de basis vormt voor het stelsel van zorg en welzijn, is in januari 2007 in werking getreden. Gemeenten zijn door de Wmo verantwoordelijk voor maatschappelijke ondersteuning. Maatschappelijk ondersteuning omvat activiteiten die het mensen mogelijk maken om mee te doen in de samenleving. De Wmo definieert maatschappelijke ondersteuning in negen prestatievelden, waarvan het vierde prestatieveld van de Wmo ziet op de ondersteuning van vrijwilligers. Op basis van dit vierde prestatieveld verplicht de Wmo gemeenten om weer te geven hoe zij vrijwilligers ondersteunen. Ter uitvoering van deze wettelijke verplichting is in 2008 de nota vrijwilligerswerkbeleid ‘Aan de Waterkant’ vastgesteld. Deze nota was een eerste aanzet voor nieuw beleid en is vastgesteld voor een periode van vier jaar. In de nota is opgenomen dat na afloop van deze periode het gevoerde vrijwilligerswerkbeleid zal worden geëvalueerd en indien nodig worden bijgesteld. Inmiddels bevinden we ons halverwege 2011 en ligt 2008 alweer enige tijd achter ons. Het is dan ook hoog tijd om de nota vrijwilligerswerkbeleid te evalueren. Met de evaluatie wordt beoogd te onderzoeken of de in 2008 geformuleerde doelstellingen en de daaruit volgende beleidsmaatregelen nog altijd actueel zijn. Op grond van de resultaten van de evaluatie zal het vrijwilligersbeleid van de gemeente Oostzaan worden geactualiseerd en doorontwikkeld.
1.1
Evaluatiekader
In 2008 is de nota vrijwilligerswerkbeleid geschreven voor zowel de gemeente Oostzaan als de gemeente Landsmeer, vanwege een samenwerking tussen deze twee gemeenten in het kader van het provinciale project Wonen Welzijn en Zorg (project WWZ).1 Bij het onderhavige evaluatieonderzoek van de nota vrijwilligerswerkbeleid zal de gemeente Landsmeer echter buiten beschouwing blijven. In de nota vrijwilligerswerkbeleid zijn ten aanzien van de doelstellingen vrijwilligerswerkbeleid 2008-2011 enkele beleidsmaatregelen opgenomen. Omdat de activiteiten die zijn gekoppeld aan deze beleidsmaatregelen zijn uitgevoerd in het kader van het project WWZ, zal in deze evaluatie niet worden onderzocht in hoeverre deze activiteiten zijn uitgevoerd. De beantwoording van deze vraag hoort thuis binnen de evaluatie van het project WWZ, welke zal worden uitgevoerd door de projectmanager in de periode juli/augustus 2011. 1.2
Leeswijzer
In hoofdstuk 1 wordt weergegeven waarom er een evaluatieonderzoek wordt uitgevoerd en waar het onderzoek zich op zal richten. In hoofdstuk 2 wordt aan de hand van enquête resultaten onderzocht waar de huidige knelpunten in het vrijwilligerswerk liggen en wat de huidige ondersteuningswensen zijn van de vrijwilligersorganisaties. Tevens wordt onderzocht of deze verschillen van of overeenkomen met de knelpunten en ondersteuningsbehoeften genoemd in de nota vrijwilligerswerkbeleid. In hoofdstuk 3 wordt onderzocht of de doelstellingen van de nota vrijwilligerswerkbeleid nog altijd aansluiten bij de huidige behoefte van de vrijwilligersorganisaties. In hoofdstuk 4 worden de conclusies van het evaluatieonderzoek weergegeven en de daaruit volgende aanbevelingen voor nieuw beleid.
1
Zie: http://www.noord-holland.nl/web/Themas/Jeugd-zorg-en-welzijn/Welzijn/Voorbeeldprojecten-WWZ.htm
3
Evaluatie nota vrijwilligersbeleid ‘Aan de Waterkant’
2
Vrijwilligerswerk Oostzaan
2.1
De situatie toen
Bij het voorbereiden van de huidige nota vrijwilligerswerkbeleid is in november 2006 een enquête gehouden onder vrijwilligersorganisaties ten einde te achterhalen wat de stand van zaken was in het vrijwilligerswerk in de gemeente Oostzaan. Van de 79 gevraagde organisaties hebben er 28 deelgenomen. Dit brengt de respons op 35,4%. Het onderzoek is verricht door Primo NH, Provinciaal Instituut voor Sociaal Beleid in Noord-Holland. Het hoofddoel van het onderzoek was het achterhalen van de knelpunten in het vrijwilligerswerk en de behoefte aan ondersteuning bij de organisaties. De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in het rapport ‘Onderzoek vrijwilligerswerk LandsmeerOostzaan’, dat onlosmakelijk deel uitmaakte van de nota. Op basis van de resultaten van de enquête zijn in de nota de volgende conclusies getrokken: 1.
Tekort aan vrijwilligers. Dit tekort zag vooral op: • • • •
2.
Knelpunten. Welke waren: • • •
3.
De vergrijzing onder het vrijwilligersbestand; De werving van vrijwilligers; Het betrekken van leden en klanten bij organisatie. Samenwerking en behoefte aan ondersteuning. Uit het onderzoek bleek dat:
• • • •
2.2
Vrijwilligers met uitvoerende taken; Allochtone vrijwilligers; Vrouwelijke vrijwilligers; Jongeren.
Meer dan de helft van de vrijwilligersorganisaties samenwerkt met andere organisaties, vaak gericht op dezelfde activiteiten; Organisaties zelden gebruik maken van vrijwilligersondersteuning; Organisaties (zeer) tevreden zijn over de houding van de gemeente ten opzichte van het vrijwilligerswerk (57,2%); Organisaties met jaarlijkse exploitatiesubsidie vaker tevreden zijn dan organisaties met andere subsidies; De situatie nu
Om zicht te krijgen in de huidige stand van zaken in het vrijwilligerswerk in Oostzaan en om een goede vergelijking te kunnen maken met de eerdere meting, is wederom een onderzoek gehouden onder vrijwilligersorganisaties, deze keer uitgevoerd door Movisie, het landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling.2 Het onderzoek dient tevens als nulmeting voor het nieuwe vrijwilligersbeleid. De enquête is uitgezet onder 57 vrijwilligersorganisaties, waarvan 21 de enquête hebben ingevuld. Dit brengt de respons op 36,8 procent. Op basis van de huidige enquêteresultaten kunnen thans ten aanzien van de in hoofdstuk 2.1 genoemde onderwerpen de volgende conclusies worden getrokken3: 2
Primo NH, het instituut dat het eerdere onderzoek heeft uitgevoerd, heeft haar werkzaamheden per 1 januari 2011 beëindigd. 3 Zie bijlage: Resultaten enquête vrijwilligerswerk Oostzaan 2011
4
Evaluatie nota vrijwilligersbeleid ‘Aan de Waterkant’
1.
Tekort vrijwilligers • •
Vrijwilligers met uitvoerende taken en bestuurstaken; Vrijwilligers in de leeftijd 21-30 en 31-50. Toelichting Nog altijd bestaat er een tekort aan vrijwilligers. Het tekort ziet ook nu nog voornamelijk op vrijwilligers die uitvoerend werk verrichten, maar ook voor het verrichten van bestuurswerk is er een tekort. In tegenstelling tot het vorige onderzoek blijkt er thans vrijwel geen tekort te zijn aan vrouwelijke en allochtone vrijwilligers. Wel is er sprake van een verschuiving in de behoefte aan jonge vrijwilligers (tot 25 jaar) naar vrijwilligers in de leeftijdscategorieën 21 tot 30 jaar en 31 tot 50 jaar.
2.
Knelpunten • • •
De werving van vrijwilligers; De werving van leden, deelnemers of cliënten; Vergrijzing van het vrijwilligersbestand. Toelichting In het nieuwe onderzoek is de organisaties de vraag gesteld wat zij de aankomende 2 jaar in ieder geval moeten aanpakken. Uit de antwoorden blijkt dat het accent ligt op de werving van vrijwilligers en de vergrijzing van het bestand. Van het vrijwilligersbestand bestaat 87% uit 50-plussers. Tevens vinden de organisaties dat zij aan de slag moeten met het werven van leden, deelnemers of cliënten.
3.
Samenwerking en behoefte aan ondersteuning • • • •
• •
52,2% werkt samen met andere organisaties; Het merendeel van de organisaties geeft aan naast eventuele financiële ondersteuning verder niet te worden ondersteund; Van de organisaties is 43,4% tevreden over het contact met de gemeente; Volgens de organisaties kan de gemeente in haar beleid meer aandacht besteden aan: aandacht, waardering en promotie voor/van het werk van de organisaties, scholing en training voor vrijwilligers en het aanstellen van een vast contactpersoon bij de gemeente; Van de organisaties geeft 21,7% aan dat ze niet weten wat ze ten aanzien van ondersteuning van de gemeente mogen verwachten; Van de organisaties geeft 66,7% aan geen behoefte te hebben aan (extra) ondersteuning. Toelichting Ook thans is er sprake van samenwerking tussen organisaties. Wel blijkt het onderzoek dat slechts een relatief klein deel van de organisaties vaak samenwerkt met andere organisaties. Uit het onderzoek blijkt dat 73,8% van de organisaties contact heeft met de gemeente. Van hen is 43,3% tevreden over het contact. Een groot deel is neutraal (30,4%) en 8,6% heeft aangegeven ontevreden te zijn.
5
Evaluatie nota vrijwilligersbeleid ‘Aan de Waterkant’
3
Doelstellingen vrijwilligerswerkbeleid
3.1
Uitgangspunten en doelstellingen 2008-2011
Uitgangspunten Een belangrijk uitgangspunt van de nota was dat de gemeente Oostzaan een actievere rol zou gaan vervullen ten aanzien van het vrijwilligerswerk. Hierbij is in aanmerking genomen dat een gemeente zich vrij ver met het vrijwilligerswerk kan bemoeien maar omdat het vrijwilligerswerk zich kenmerkt door spontaniteit, flexibiliteit en kwaliteit van onderop- zich terughoudend dient op te stellen ten aanzien van het geven van inhoud en richting aan het vrijwilligerswerk. Opgemerkt is dat de gemeente ten aanzien van de randvoorwaarden zich wèl vergaand kan bemoeien met vrijwilligersorganisaties. In de nota wordt verder gesteld dat de uit te voeren activiteiten zich dienden te richten op de sterke en zwakke punten en de knel- en ontwikkelpunten in het vrijwilligerswerk. Doelstellingen Uit de nota blijkt dat de gemeente Oostzaan het vrijwilligerswerk zodanig wilde faciliteren dat de vrijwilligers hun werkzaamheden goed konden verrichten. Tevens wilde de gemeente het vrijwilligerswerk versterken, nieuwe vrijwilligersgroepen aanboren en de bewustwording in de samenleving van de betekenis van het vrijwilligerswerk vergroten. Aan de hand van de voornoemde doelstellingen en uitgaande van de uitkomsten van de enquêtes zijn de volgende beleidsmaatregelen voorgesteld: • • •
Promotie van het vrijwilligerswerk; Ondersteuning van het vrijwilligerswerk; en Het betrekken van jongeren bij het vrijwilligerswerk.
Deze beleidsmaatregelen vormden het uitgangspunt van het vrijwilligerswerkbeleid voor de periode 2008-2011. 3.2
De actualiteit
Het recente onderzoek onder de vrijwilligersorganisaties wijst uit dat er ook nu nog een tekort is aan vrijwilligers, vooral vrijwilligers in de uitvoering en bestuursleden, en dat de vergrijzing van het vrijwilligersbestand in Oostzaan zich voortzet. Dit verklaart dan ook de wens van de organisaties om hun vrijwilligersbestand uit te breiden met vooral relatief jonge vrijwilligers. De organisaties hebben aangegeven dat de werving van vrijwilligers in het algemeen en de gemiddelde leeftijd van vrijwilligers op korte termijn door de organisaties moet worden aangepakt. Op basis van de hiervoor genoemde uitkomsten kan worden geconcludeerd dat de in hoofdstuk 3.1 geformuleerde doelstellingen en de daaruit volgende beleidsmaatregelen nog immer actueel zijn. Immers, om de tekorten te bestrijden en een divers vrijwilligersbestand in Oostzaan te kunnen opbouwen, zal de promotie van het vrijwilligerswerk moeten worden voortgezet en blijft het aanboren van nieuwe groepen vrijwilligers noodzakelijk. Uit het onderzoek blijkt echter tevens dat de organisaties behoefte hebben aan meer waardering van de gemeente voor hun werk. Deze behoefte zal, naast het tekort aan vrijwilligers en de vergrijzing van het vrijwilligersbestand, moeten worden meegenomen bij het formuleren van nieuwe doelstellingen en beleidsmaatregelen.
6
Evaluatie nota vrijwilligersbeleid ‘Aan de Waterkant’
4
Conclusies en aanbevelingen
De uitkomsten van het onderzoek onder de vrijwilligersorganisaties maken duidelijk dat de knelpunten in het vrijwilligerswerk vrijwel niet gewijzigd in vergelijking met de situatie ten tijde van de nulmeting in 2006. Ten aanzien van de onderwerpen die bij de organisaties de aankomende twee jaar op de agenda staan, blijkt uit het onderzoek dat een ruime meerderheid van de organisaties geen behoefte heeft aan (extra) ondersteuning. Dit wekt uiteraard enige verbazing omdat het onderzoek heeft aangetoond dat er wel degelijk knelpunten zijn bij de organisaties. Een belangrijke verklaring hiervoor is dat een groot deel van de organisaties (21,7%) niet weet wat ze ten aanzien van ondersteuning van de gemeente mogen verwachten. Een gevolg hiervan is dat er wel organisaties zijn die ondersteuning behoeven, maar niet weten dat ze daartoe in bepaalde gevallen een beroep kunnen doen op de gemeente en/of een andere organisatie. Het is dan ook van belang dat de informatie over de ondersteuning door de gemeente voor de vrijwilligers (beter) beschikbaar en bereikbaar is, bijvoorbeeld in de vorm van een vast contactpersoon bij de gemeente. Het huidige Servicepunt WWZ zou hierin een rol kunnen spelen. Dit laatste sluit bovendien aan bij de ambitie van het Wmo-beleid Oostzaan om het takenpakket van het Servicepunt uit te breiden. De vraag of men behoefte heeft aan hulp bij het werven van vrijwilligers in het algemeen is in dit onderzoek niet als zodanig gesteld. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt echter dat die behoefte wel degelijk bestaat. Er is immers sprake van een tekort aan vrijwilligers en een vergrijzing van het bestaande vrijwilligersbestand. Daarbij blijkt uit het onderzoek dat de helft van de organisaties te maken heeft met een toename van het aantal leden, deelnemers of cliënten. Dit betekent voor de organisaties dat zij wellicht meer vrijwilligers nodig hebben om alles in goede banen te kunnen blijven leiden. Tevens hebben de organisaties aangegeven dat zij behoefte hebben aan meer gemeentelijke promotie van hun werk. Deze behoefte kan worden opgevat als een verzoek en/of een manier om de organisaties te ondersteunen bij het werven van vrijwilligers. Immers, door de organisaties meer bekendheid te geven kunnen potentiële vrijwilligers de organisaties beter vinden. Dit geldt uiteraard tevens voor het werven van nieuwe leden, deelnemers of cliënten. De promotie van het vrijwilligerswerk in het nieuwe beleid vraagt dan ook zeker weer de aandacht, evenals de waardering van het vrijwilligerswerk. Waardering van het vrijwilligerswerk is immers niet alleen van belang voor het behoud van vrijwilligers, maar het kan ook zeker een rol spelen bij het werven van nieuwe vrijwilligers. Door als gemeente kenbaar te maken dat de inspanningen van de vrijwilligers belangrijk zijn voor de gemeente en zeer worden gewaardeerd, kan het burgers stimuleren om ook actief te worden in het vrijwilligerswerk. Tot slot De huidige nota vrijwilligerswerkbeleid is een eerste aanzet geweest in Oostzaan in het formuleren van nieuw beleid ten aanzien van de ondersteuning van vrijwilligers. Om die reden zijn er geen middellange- en lange termijn doelen in de nota opgenomen. Met de resultaten van het onderzoek dat is gehouden onder de vrijwilligersorganisaties en de uitkomsten van deze evaluatie kan nu een start worden gemaakt met het actualiseren en het verder doorontwikkelen van het beleid.
7