Nota gezondheidsbeleid Gemeente Oostzaan 2014-2016
OVER- gemeenten Afdeling Beleid en regie
M. Boutsma- Binnekade Januari 2014
14010.doc
2
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding ........................................................................................................................ 5 §2.1 Bevolkingssamenstelling ............................................................................................................ 7 §2.2 Gezondheidssituatie.................................................................................................................... 7 Ervaren gezondheid........................................................................................................................ 7 Overgewicht .................................................................................................................................... 8 Beweging en Voeding...................................................................................................................... 9 Alcoholgebruik ................................................................................................................................ 9 Drugsgebruik ................................................................................................................................ 10 Hoofdstuk 4. Aanpak van overgewicht (regionaal vastgesteld) ............................................ 13 Voorlichting en educatie .............................................................................................................. 14 Hoofdstuk 5. Aanpak Schadelijk alcoholgebruik (regionaal vastgesteld) ..........................18 Doelstellingen voor de korte(re) termijn: .................................................................................... 21 Hoofdstuk 6. Aanpak drugsgebruik (lokaal vastgesteld) ........................................................ 24 Inrichting van de omgeving......................................................................................................... Regelgeving en handhaving......................................................................................................... Voorlichting & educatie................................................................................................................ Signalering & advies.................................................................................................................... Ondersteuning.............................................................................................................................. Locale doelstellingen voor de lange termijn: .............................................................................. Locale doelstellingen voor de korte termijn: ...............................................................................
24 25 25 25 25 26 26
Hoofdstuk 7. Uitvoering ................................................................................................................... 28 Hoofdstuk 8. Evaluatie van de uitvoering ................................................................................... 34 Bijlages................................................................................................................................................. 35 Bijlage 1 Gemeentelijke taken vanuit de Wet publieke gezondheid (Wpg)..................................... 35 Bijlage 2 Regionale aanpak m.b.t. campagne alcohol (en tabak) naar 18 jaar en de lokale toepassingsmogelijkheden. .............................................................................................................. 35 Bijlage 3 Jaarlijkse preventieronde wijkagent en medewerker Brijder. ....................................... 37
14010.doc
3
Aanleiding Het ministerie van VWS verplicht gemeenten om elke vier jaar een nota gezondheidsbeleid op te stellen, waarin wordt aangegeven hoe binnen een gemeente vorm wordt gegeven aan de publieke gezondheidszorg. Deze bepaling is opgenomen in de Wet publieke gezondheid 1 (Wpg). De vorige nota gezondheidsbeleid van de gemeente Oostzaan liep van 2008 tot en met 2011, deze nota is verlengd tot het moment van vaststellen van deze nieuwe nota. De landelijke nota ‘Gezondheid dichtbij’ 2, met daarin uitgangspunten die gemeenten in hun gemeentelijke nota’s dienen te volgen, werd in mei 2011 gepubliceerd. Daaropvolgend zijn de gemeenten van Zaanstreek- Waterland eind 2011 gestart met een werkgroep, waarin samen met de GGD ZW werd geschreven aan nieuw regionaal beleid. Het regionaal gezondheidsbeleid (2013-2016) voor de regio Zaanstreek- Waterland is eind 2012 door het algemeen bestuur (AB) van de GGD ZW vastgesteld. Het vertrekpunt voor het nieuwe gezondheidsbeleid wordt genomen vanuit de landelijke Op 5 juli 2012 vond in het FC Volendam st adion de r egionale veldbijeenkomst over het gezondheidsbeleid 2013- 2016 plaat s. De bijeenkomst wer d geor ganiseer d door de negen gemeent en in de r egio Zaanst r eek- Wat er land, in samenwer king met het RI VM en de GGD Zaanst r eek- Wat er land (GGD ZW). De bijeenk omst was bedoeld voor samenwer kingspar t ner s in de br eedst e zin van het woor d, waar onder de polit ie, de r egionale ziekenhuizen en welzijnsor ganisat ies. H et doel was (infor mat ie)uit wisseling t ussen de deelnemer s, dr aagvlak cr eër en voor het nieuwe gezondheidsbeleid en een int ent ie t ot meer samenwer king. Er wer d veel kennis uit gewisseld. Uit de wor kshops bleek dat er een gr oot aanbod voor handen is om aan de slag t e gaan met de aanpak van over gewicht en alcoholmat iging. Nieuwe int er vent ies ont wikk elen lijkt niet nodig t e zijn. Er liggen mogelijkheden in meer samenwer king (bet r ek ken van par t ner s) en het ver binden van best aande int er vent ies om zo t ot een sluit end
gezondheidsnota, de regionale gezondheidsnota en de evaluatie van de vorige gezondheidsnota.
1 2
Zie Bijlage 1 voor de Gemeentelijke taken vanuit de Wet publieke gezondheid (WPG) Gezondheid dichtbij , VWS, mei 2011
14010.doc
4
Hoofdstuk 1. Inleiding Een goede gezondheid is een randvoorwaarde om goed te kunnen participeren in de maatschappij. En hierdoor blijf je weer gezonder. Zo levert gezondheid een bijdrage aan: ◊ Betere kwaliteit van leven en hogere levensverwachting; ◊ Hogere arbeidsproductiviteit en langere arbeidsduur door minder ziekte(verzuim); ◊ Betere zorg voor jezelf en de omgeving, zoals inzet als vrijwilliger of mantelzorger; ◊ Minder beroep op de zorg door bijvoorbeeld lager gebruik van hulpmiddelen en andere voorzieningen vanuit de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) ◊ Betere leerprestatie door kinderen op school; ◊ Voorkómen van vroegtijdig schoolverlaten. Ter voorbereiding op het gezondheidsbeleid 2013-2016 hebben de gemeenten in de regio Zaanstreek- Waterland gezamenlijk een prioritering gemaakt op basis van de landelijke speerpunten en op basis van de evaluaties bij de vorige gezondheidsnota’s3. Het Rijk heeft als speerpunten: roken, overgewicht, diabetes, depressie en schadelijk alcoholgebruik. Bij de regionale prioritering zijn regionale en lokale gezondheidscijfers gebruikt. Bovendien is het huidige beleid (waaronder Wmo, jeugdbeleid etc.) en het politieke klimaat een uitgangspunt geweest. De gemeente Oostzaan deelt de regionale prioritering en voegt een eigen speerpunt toe. De gekozen speerpunten leggen de basis van waaruit zoveel mogelijk regionaal opgetrokken zal worden. Dit geldt voornamelijk voor de twee speerpunten: ◊ Aanpak van overgewicht ◊ Aanpak schadelijk alcoholgebruik Daarnaast kiest de gemeente Oostzaan ervoor om ook een extra lokaal speerpunt te benoemen: ◊ Aanpak drugsgebruik Dit laatste omdat uit GGD- cijfers blijkt dat de jeugd naast alcohol ook aanzienlijk drugs gebruikt (NB. Voor de cijfers zie Hoofdstuk 2). Voornaamste doelgroep, waarop het regionale gezondheidsbeleid zich richt, is de jeugd (en hun ouders/opvoeders). Door preventie in te zetten op kinderen en jongeren worden gezondheidsproblemen in de toekomst, op volwassen leeftijd, voorkomen. Dit geldt voor zowel het speerpunt overgewicht, schadelijk alcoholgebruik en drugsgebruik. De speerpunten rondom ouderengezondheidszorg zullen worden meegenomen in het Wmo-beleid. In de volgende hoofdstukken zullen achtereenvolgend worden weergegeven: De opvallende ontwikkelingen in bevolkingssamenstelling en gezondheidssituatie voor Oostzaan (hoofdstuk 2) ; de gekozen aanpak van de gezondheidsproblemen per regionaal Voor Oostzaan is in het kader van het verlengen van de vorige nota de “Evaluatie nota volksgezondheid 2008-2011” en “Evaluatie lokale acties Oostzaan” geschreven en aan de raad gepresenteerd. 3
14010.doc
5
speerpunt (hoofdstuk 3 t/m 5) en van het locale speerpunt (hoofdstuk 6); de uitvoering van het gezondheidsbeleid (hoofdstuk 7); en informatie over evaluatie van de uitvoering.
14010.doc
6
Hoofdstuk 2. Demografie Oostzaan In dit hoofdstuk zijn de opvallende ontwikkelingen in de bevolkingssamenstelling en gezondheidssituatie weergegeven voor Oostzaan ten opzichte van de regio. Hiervoor zijn de gegevens van het CBS en de onderzoeksresultaten van de GGD ZW gebruikt. Deze gegevens komen uit de monitor kinderen van 0-11 jaar uit 2011 en de E-Movo4 2010. Interpretatie van resultaten monitor bij middelbare scholieren De E-movo is afgenomen onder 160 scholieren van de 2e klas en de 4e klas van de middelbare scholen in de regio Zaanstreek Waterland. De middelbare scholieren uit Oostzaan die buiten de regio op school zitten zijn dus niet ondervraagd. Waar verder rekening mee gehouden moet worden is de mate van eerlijke beantwoording door leerlingen bij een vragenlijst over onder andere alcohol en drugs. Er is een kans dat leerlingen elkaar beïnvloeden bij het invullen van vragen, ondanks de duidelijke instructies bij afname.
§2.1 Bevolkingssamenstelling Het aantal inwoners van Oostzaan is de afgelopen 10 jaar redelijk constant gebleven (in 2003: 9118 inwoners en in 2013: 9141 inwoners). Wel is er een daling te zien in het aantal inwoners jonger dan 65 jaar met daar tegenover een stijging van de leeftijdsgroep 65 jaar en ouder (1277 inwoners ouder dan 65 in 2003 tegenover 1678 op 1 januari 2013). 10000 9000 8000 7000 6000
Totaal leeftijden
5000
Jonger dan 20 jaar
4000 3000 2000
20 tot 65 jaar 65 jaar of ouder
1000 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09 20 10 20 11 20 12 20 13
0
Figuur 1. Aantal inwoners van Oostzaan gedurende de afgelopen 10 jaar; onderverdeeld in 3 leeftijdsgroepen en het totaal van deze groepen (www.cbs.nl).
§2.2 Gezondheidssituatie In deze paragraaf zal een beeld gegeven worden van de gezondheidssituatie in Oostzaan.
Ervaren gezondheid 79% van de scholieren in Oostzaan ervaart de eigen gezondheid als goed of heel goed, 19% zegt ‘gaat wel’ en 1% antwoordt ‘niet zo best’ of ‘slecht’ (dit is gelijk aan de regio). E-MOVO is de elektronische monitor voortgezet onderwijs. Mogelijk vindt in 2015 een landelijke uitrol plaats van het E-MOVO onderzoek. 4
14010.doc
7
Het oordeel over de eigen gezondheid is minder gunstig voor vmbo leerlingen dan leerlingen van het havo/vwo. De kwaliteit van de eigen gezondheid – zowel lichamelijk als psychisch en psychosociaal – wordt door jongeren in Oostzaan dus ongeveer hetzelfde ervaren als door andere jongeren in de regio.
Overgewicht In de afgelopen dertig jaar is het aantal mensen met overgewicht in Nederland toegenomen, zowel bij volwassenen als bij 4- tot 20 jarigen. In 2009/2011 hebben zo’n 6,5 miljoen mensen in ons land matig of ernstig overgewicht. Dat komt neer op vier op de tien personen (41 %). Dat is veel meer dan begin jaren tachtig, toen nog 27 procent te zwaar was. Het percentage inwoners in Oostzaan met overgewicht neemt toe met de leeftijd, van 6% onder 2-jarigen tot 65% onder 65-plussers. Dit komt overeen met het regionale beeld. Ook zijn er binnen de leeftijdsgroepen geen significantie verschillen tussen de regio en Oostzaan. 70
60 50
40 %
Regio ZW Gemeente Oostzaan
30
20 10
0 2 jaar
4 jaar
11 jaar
14 jaar
volwassenen
senioren
leeftijdsgroep
Figuur 2 Percentages (ernstig) overgewicht voor de Regio en Oostzaan per leeftijdsgroep.
In figuur 3 is te zien dat vooral het overgewicht van 11-jarige kinderen gestegen is, van 11% in 2005 naar 20% in 2011. Het percentage overgewicht van kinderen van 5 jaar stijgt van 2005 tot 2007 maar lijkt in de laatste jaren redelijk stabiel te blijven.
14010.doc
8
5 jaar
11 jaar
14 jaar
25
20
15 % 10
5
0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Figuur 3: Overgewicht per leeftijdsgroep naar jaar in Zaanstreek- Waterland (%)
Concluderend: Het blijkt dat overgewicht al op jonge leeftijd (van 2 jaar) voorkomt en dat overgewicht onder de 11 jarigen de laatste jaren toeneemt. Beweging en Voeding Mensen zijn de afgelopen jaren steeds minder gaan bewegen. Er is een directe relatie tussen overgewicht en beweging. Jongeren worden vaker met de auto gehaald en gebracht waardoor ze onvoldoende lichaamsbeweging krijgen. In Oostzaan voldoet 80 procent van de vo- scholieren aan de beweegnorm (meer dan 7 uur per week bewegen) en gaat 79 procent met de fiets of lopend naar school. Oostzaanse scholieren zijn meer lichamelijk actief dan andere scholieren in de regio. Opvallend is dat in Oostzaan vmbo-leerlingen minder actief zijn dan havo/vwo- leerlingen. Verder is 85 procent van de kinderen in de leeftijd 8-12 jaar lid van een sportvereniging (74 % van de vo- scholieren). Qua groente- en fruit consumptie eten 46% van de kinderen van 0 tot 12 jaar elke dag groente, 63% eet elke dag fruit. Van leerlingen van het voortgezet onderwijs ontbijt 16 % minder dan 5 dagen per week (ontbijtnorm). 68% eet niet dagelijks groente (regio 70%) en 63% eet niet elke dag fruit, wat ongeveer gelijk is aan de regio (67%).
Alcoholgebruik Op grond van de E-movo heeft bijna 47 procent van de Oostzaanse scholieren de afgelopen maand regelmatig alcohol gedronken. Waarbij een derde van de scholieren aangeeft aan comazuipen 5 te doen. Ook ten aanzien van alcohol gebruik scoort de groep vmbo- leerlingen en vierdeklassers hoger dan de tweedeklassers. Jongeren uit Oostzaan (ook die onder de 16) drinken vooral bij anderen thuis, in de discotheek en thuis met anderen. Alcoholgebruik is in Oostzaan niet anders dan in de rest van de regio. Het percentage vierdeklassers dat jonger is dan 16 jaar en (veel) drinkt is hoog (zie figuur 4).
Comazuipen: overmatig drinken door jongeren. Comazuipen leidt frequent tot bewusteloosheid en ziekenhuisopnames en wordt gezien als een vorm van alcoholmisbruik. 5
14010.doc
9
De waarnemingen van de straathoekwerker komen overeen met het aantal alcoholgebruikers volgens de GGD cijfers. Echter vermoedt hij grootspraak van de jongeren op het gebied van comazuipen. Hij verwacht dat dat aantal in realiteit een stuk lager ligt. 45% 40% 35% 30% 25% 20%
Oostzaan
15%
Regio ZW
10% 5% 0% Alcohol afgelopen maand
Dronken afgelopen maand
Binge drinken Alcohol wordt afgelopen gedoogd door maand ouders
Figuur 4: Alcohol gebruik onder jongeren onder de 16 jaar voor Oostzaan t.o.v. de regio (%)
Ruim een derde van de ouders (37%) van de 10- tot 12-jarige kinderen in de Oostzaan heeft met het kind een afspraak gemaakt over alcoholgebruik. Van de 10- tot 12-jarigen mag 40% niet drinken vóór het 18e jaar en 44% niet vóór het 16e jaar. Drinken tijdens de zwangerschap neemt af sinds 2007. In 2011 geeft 6% van de moeders van jonge kinderen in de regio aan tijdens de zwangerschap alcohol te hebben gedronken. Dit was 9% in 2007. Het aantal alcoholvergiftigingen onder jongeren lijkt de laatste jaren stabiel. In totaal zijn er in de ziekenhuizen van Zaanstreek- Waterland (Zaans Medisch Centrum en het Waterland ziekenhuis) in de periode van 2007-2010 81 jongeren uit de regio opgenomen met een alcoholvergiftiging. Deze cijfers zijn waarschijnlijk een onderschatting. Jongeren die buiten het ziekenhuis door een huisarts worden behandeld, of door een andere arts dan een kinderarts worden niet meegeteld Tabel 1: Aantal alcoholintoxicaties in ziekenhuizen Zaanstreek- Waterland (2007-2010), jongeren (Bron: onderzoek door STAP)
Nederland Twee ziekenhuizen in ZaanstreekWaterland
2007 297 24
2008 337 23
2009 500 16
2010 684 18
Drugsgebruik 1 op de 5 van de Oostzaanse scholieren heeft ooit wel eens softdrugs, hasj of wiet gebruikt, dat komt overeen met de gebruikscijfers binnen de regio (18%). Het gebruik
14010.doc
10
van softdrugs in de afgelopen maand voorafgaande aan het onderzoek (10%) is niet anders dan dat in de regio (8%). Onrustwekkend is dat 5% van de scholieren uit Oostzaan aangeeft ooit harddrugs (XTC, amfetamine, cocaïne) te hebben gebruikt (regio 4%) en dat 5% van de scholieren op het moment van testen aangaf de afgelopen maand harddrugs te hebben gebruikt (regio: 2%). Tabel 2: Drugsgebruik door Oostzaanse jeugd t.o.v. de regio ZW (significant verschil is dikgedrukt) 6
Ooit softdrugs gebruikt Afgelopen maand softdrugs gebruikt Ooit harddrugs gebruikt Afgelopen maand harddrugs gebruikt
Oostzaan 20% 10% 5% 5%
Regio 18% 8% 4% 2%
De straathoekwerker geeft aan dat de cijfers voor wat betreft drugsgebruik zijn bevindingen helaas onderschrijven. Hij constateert al jaren een verhoogd harddrugsgebruik bij jongeren. Zijn schatting is dat ongeveer 40 á 50 jongeren in Oostzaan harddrugs gebruiken. Hiervan heeft hij er ongeveer 20 in het vizier. Zij zijn met de straathoekwerker in contact gekomen na incidenten en gebruiken drugs op feesten en thuis.
In tabel 2 staan cijfers uit het E-movo onderzoek 2010. Momenteel wordt de nieuwe E-movo uitgevoerd op de middelbare scholen. De verwachting is dat de nieuwe cijfers na dit schooljaar bekend zullen zijn (na de zomer 2014). 6
14010.doc
11
Hoofdstuk 3. Aanpak van gezondheidsproblemen Een globaal model voor integraal beleid is het model van Lalonde, zie figuur 1. Dit model maakt op een eenvoudige manier duidelijk dat voor het effectief beïnvloeden van gezondheidsproblemen beleid nodig is dat inspeelt op meerdere factoren. Dit beleid richt zich niet alleen op het individu, maar ook op zijn of haar omgeving.
Figuur 5: Model van Lalonde (voorbeeld overgewicht)
Gemeentelijk beleid heeft invloed op: o o o
Leefstijl (bewegen of alcoholgebruik). Toegankelijkheid van (zorg)voorzieningen (m.n. verbinden van preventie en zorg). Fysieke (vb. woonomgeving) en sociale omgeving (vb. gezin, buurt- en leeftijdgenoten).
Intersectorale samenwerking Veel van de factoren die van invloed zijn op gezondheid, zijn niet direct vanuit gezondheidsbeleid te beïnvloeden. Hiervoor zijn ook maatregelen nodig vanuit andere beleidsterreinen, zoals onderwijs, ruimtelijke ordening, sociale zaken of milieu. Andersom kan gezondheid een bijdrage leveren aan de doelstellingen van andere beleidssectoren: gezonde kinderen kunnen beter leren, gezonde burgers kunnen aan het werk of op andere fronten meedoen in de maatschappij, bijvoorbeeld als mantelzorger of vrijwilliger. Een voorwaarde voor integraal beleid is intersectorale samenwerking. In het vervolg van deze nota worden de regionale speerpunten ‘Aanpak van overgewicht’ en ‘Schadelijk alcoholgebruik’ beschreven en uitgewerkt aan de hand van het model van Lalonde. Met deze notitie streeft de gemeente Oostzaan deze regionale doelstellingen na. Hierbinnen maakt de gemeente eventueel haar eigen (aanvullende) keuzes en daarnaast zullen ook voor het lokale speerpunt de doelstellingen worden geformuleerd.
14010.doc
12
Hoofdstuk 4. Aanpak van overgewicht (regionaal vastgesteld) §4.1 Overgewicht als gezondheidsrisico Overgewicht en met name obesitas (ernstig overgewicht) vormen een risico voor de gezondheid. Samen met roken veroorzaakt (ernstig) overgewicht het grootste verlies aan levensjaren. Overgewicht is het resultaat van een verstoorde energiebalans. Beweging en voeding bepalen deze energiebalans. Anders dan bijvoorbeeld roken, dat per definitie slecht is voor de gezondheid, zijn beweging en voeding noodzakelijk om (gezond) te leven. Maar mensen eten niet alleen omdat het nodig is, maar ook (en vooral) omdat het lekker is. Niet alleen eten, maar ook bewegen bestaat uit uiteenlopende gedragingen, zoals met de fiets naar school gaan of sporten. Al deze gedragingen worden weer bepaald door andere factoren, zoals genetische aanleg, persoonlijkheidskenmerken en de sociale en fysieke omgeving. Dit maakt de aanpak van overgewicht tot een complex vraagstuk. Kinderen met (ernstig) overgewicht hebben zowel op jong als op latere leeftijd meer kans op gezondheidsproblemen. Dikke kinderen hebben ook te maken met stigmatisering. Hierdoor hebben zij meer kans op een laag zelfvertrouwen en daarmee samenhangende psychosociale problemen, zoals gepest worden, eenzaamheid en verdriet. Tieners met overgewicht zitten slechter in hun vel en hebben vaker suïcidegedachten.
§4.2 Een integrale aanpak van overgewicht Zoals eerder genoemd vraagt effectieve preventie van overgewicht om een integrale aanpak (model van Lalonde). Om dit globale model concreet te maken zijn er vijf pijlers te benoemen. Deze vormen de basis voor de vertaalslag naar een mix van interventies voor de uitvoering van het beleid. 1. 2. 3. 4. 5.
Inrichting van de omgeving Regelgeving en handhaving Voorlichting en educatie Signalering en advies Ondersteuning
(Bron: Handreiking gezonde gemeente van het Centrum gezond leven/RIVM).
Inrichting van de omgeving: maak gezond gedrag makkelijk en aantrekkelijk De fysieke en sociale omgeving hebben veel invloed op het (onbewuste) keuzegedrag van mensen en dus op hun gezondheid. Overgewicht neemt toe in een omgeving die uitnodigt tot veel eten en weinig bewegen. Het streven is dan ook: een leefomgeving die uitnodigt tot gezond gedrag.
14010.doc
13
Het gaat hier met name om de inrichting van de fysieke omgeving. Dit is de openbare, tastbare omgeving. De sociale omgeving, waarin het gezin (ouders, broertjes en zusjes) een belangrijke plaats inneemt, zit verweven in de pijlers ‘voorlichting en educatie’ en ‘ondersteuning’ (verderop beschreven).
Regelgeving en handhaving De pijler ‘regelgeving en handhaving’ gaat over het uitvoeren van wettelijke taken. Voor overgewichtpreventie liggen de accenten in de andere vier pijlers. Er zijn voorzichtige ontwikkelingen om met regelgeving invloed uit te oefenen op bijvoorbeeld vestigingsbeleid van (mobiele) snackbars en fastfoodrestaurants.
Voorlichting en educatie Voor gezond gedrag heeft de doelgroep (kinderen en hun ouders/opvoeders) de juiste kennis, houding en vaardigheden nodig. Met name ouders hebben veel invloed, maar zijn ook verantwoordelijk voor het (gezonde) gedrag van hun kind(eren). De beschikbaarheid van verschillende voorzieningen is hiervoor belangrijk, zoals een centrum jong/voor jeugd en gezin (CJ(G)) in de wijk, met een laagdrempelig aanbod van verschillende activiteiten, of eerstelijnszorg en thuiszorg 7. Het is niet alleen van belang dat deze voorzieningen aanwezig zijn, maar ook dat ze toegankelijk zijn. Wachtlijsten, afstanden en kosten spelen daarbij een rol. Ook het beschikbaar stellen van goede voorzieningen valt hieronder, zoals een bijdrage aan de sportcontributie voor mensen met de laagste inkomens. De verbinding tussen preventie en zorg verdient nog aparte aandacht. Op dit terrein zijn veel ontwikkelingen gaande. Een van de ontwikkelingen is de oprichting van netwerken waaraan professionals deelnemen uit de zorg, preventie en aanbodkant, zoals jeugdverpleegkundigen, diëtisten, fysiotherapeuten, pedagogen, sportaanbieders etc. Om zo gezamenlijk te voorkomen dat overgewicht of obesitas ontstaat. Voor de gemeenten is de Wmo een belangrijk instrument om zorg en preventie meer te verbinden.
I nr ichting van de omgeving voor k inder en Om kinder en t e st imuler en om buit en t e spelen, t e fiet sen of t e wandelen is een veilige, t oegankelijke en gr oene omgeving van belang. Naast voldoende r uimt e speelt ook de inr icht ing een r ol: uit dagend, met een gevar ieer d aanbod aan goed onder houden buit enspeelmogelijkheden, bijvoor beeld op de schoolpleinen. Een ander e belangr ijke omgeving voor kinder en is de dagopvang, de buit enschoolse opvang en de school. Een (school)omgeving met een helder voeding- en 7 Thuiszorg in de vorm huishoudelijke van (jonge) kinderen een beweegbeleid is eenvan goede manier omzorg, overwaarbij gewichtverzorging t egen t e gaan. onderdeel kan zijn.
14010.doc
14
Signalering en advies Bij signalering en advies staat de deskundigheid van intermediairs centraal. Zij spelen een belangrijke rol in het benaderen van mensen met risico’s op overgewicht en de toeleiding naar preventie en zorg. Het is in het belang van de klant dat zij dezelfde boodschap horen van de verschillende professionals die zij tegenkomen. Ondersteuning Na signalering (van overgewicht) wordt ondersteuning aangeboden. Deze ondersteuning kan individueel zijn. Een voorbeeld hiervan is de begeleiding door de JGZ. De ondersteuning kan ook collectief zijn, bijvoorbeeld door middel van projecten als ‘ik lekker fit!?’ op het basisonderwijs of ‘De Gezonde Schoolkantine’ op het voortgezet onderwijs. Ouders hebben een grote invloed op het gezonde gedrag van hun kind. Door zelf gezond te eten en te bewegen geven zij het goede voorbeeld aan hun kind(eren). Maar ook door het stellen van grenzen, het ‘nee’ zeggen tegen eten. Opvoedingsondersteuning kan hierin een rol spelen. De ondersteuning voor kinderen die ouder zijn, raakt een bredere fysieke en sociale omgeving. Het is van belang dat oudere kinderen een veilige (school)omgeving hebben, waar ze ook terecht kunnen voor ondersteuning.
§4.3 Doelstellingen Doelstellingen voor de lange(re) termijn: Op regionaal niveau is besloten dat deze doelstellingen niet specifiek (SMART) worden geformuleerd, maar trendmatig, aangezien meerdere factoren een rol spelen bij de aanpak van overgewicht. De interventies die worden ingezet om de doelstellingen te behalen staan vermeld in hoofdstuk 7: Uitvoering.
Signaler ing en advies door de jeugdgezondheidszor g (JGZ) Vr oegt ijdige signaler ing en advies zijn er op ger icht om het over gewicht van kinder en t er ug t e dr ingen, door aandacht t e best eden aan bijvoor beeld fr isdr ankgebr uik, ont bijt gedr ag of buit en spelen. Dit zijn de veelbelovende element en in de aanpak van over gewicht , de zgn. BOFT gedr agingen (Bor st voeding, Bewegen, Ont bijt en, Fr isdr ankgebr uik , Televisie/comput er ). Daar naast kan aandacht best eed wor den aan weer baar heid en zelfver t r ouwen. De JGZ ziet alle kinder en op de basisschool, samen met hun ouder s, t wee keer . De JGZ wer kt met de Richt lijn Over gewicht om kinder en met over gewicht of de neiging t ot het ont wikkelen van over gewicht t e signaler en en goed t e kunnen begeleiden. Naast de JGZ zijn er ook ander e lokale pr ofessionals (vb. fysiot her apeut , diët ist of weer baar heidt r aining) waar kinder en naar t oe gaan. Er wor dt gewer kt aan een zgn. ‘sluit ende ket en’ t ussen pr ofessionals, waar in ieder s aanbod afgest emd wor dt en het Tabel 3: Lange termijn doelstellingen voor overgewicht bij de jeugd
Doelstellingen lange termijn
14010.doc
15
In 2016 is het percentage 5-jarigen met overgewicht in de regio ZW niet hoger dan in 2011. In 2016 is het percentage 11- en 14-jarigen met overgewicht in de regio ZW lager dan 2011.
Doelstellingen voor de korte(re) termijn: Tabel 4: Korte termijn doelstellingen voor overgewicht bij de jeugd
Doelstellingen korte termijn Inrichting van de omgeving Er wordt een regionale werkgroep opgezet met het doel overgewicht gezamenlijk aan te pakken. Waarbij het aanbod van alle beschikbare interventies beter op elkaar afgestemd wordt. Alle gemeenten in ZW doen mee aan de jaarlijkse landelijke buitenspeeldag. Voorlichting en educatie In 2016 doen alle basisscholen in ZW mee aan “een activiteit gericht op gezond gewicht” voor kinderen in de leeftijd 4-12 jaar en hun ouders; (zoals Lekker Fit, traktatiebeleid, fruitbeleid, gebruik leskisten voeding en bewegen etc.); In 2016 doen 20 kinderdagverblijven en/of peuterspeelzalen in ZW mee aan “een activiteit gericht op gezond gewicht” voor kinderen van 0-4 jaar en hun ouders/opvoeders; In 2016 is de Gezonde School Kantine ingevoerd op alle 26 VO scholen in de regio ZW en heeft het voortgezet onderwijs gezonde voedingsproducten in iedere kantine. In 2014 wordt een regionale werkgroep opgezet met het doel overgewicht gezamenlijk aan te pakken. Signalering, advies en ondersteuning De JGZ van de GGD werkt tijdens de contactmomenten met alle kinderen van 0 tot 19 jaar volgens de Richtlijn overgewicht 8 (Jaarcijfers GGD) In het kader van deze werkwijze worden, als ouders/verzorgers dit kenbaar maken of als de JGZ- medewerker dit nodig vindt, ouders gestimuleerd en toegeleid naar concrete opvoedingsondersteuning voor dit onderwerp. De korte termijn doelstellingen zijn meer ondersteunende doelstellingen, die na kortere tijd al zichtbaar kunnen zijn. Overgewicht ontstaat over een langere periode. Ook de aanpak ervan vergt een langere tijd, voordat succes te meten is. Dat is de reden om te kiezen voor het aantoonbaar uitvoeren van activiteiten en het bereiken van de jeugd.
§4.4 De locale invulling De in de vorige paragraaf genoemde regionale doelstellingen zullen (voor zover mogelijk) locaal worden uitgevoerd. Het streven is om de regionale doelstellingen een zoveel mogelijk locale invulling te geven, passend bij de Oostzaanse behoeftes en met behulp van Oostzaanse faciliteiten. Zo kan bijvoorbeeld bij de landelijke buitenspeeldag gebruik gemaakt worden van de faciliteiten in het Twiske en samengewerkt worden met de sportverenigingen uit Oostzaan. De producten van de Richtlijnen overgewicht voor de medewerkers in de jeugdgezondheidszorg zijn: Gebruik maken van een stroomdiagram en anamnese lijst; Adviezen naar leeftijd bij overgewicht; Gebruik maken van motiverende gespreksvoering & Beschikken over verwijzingsadressen en relevante websites. 8
14010.doc
16
Bijdrage sportcontributie (bestaand beleid, vanuit bestaand budget armoedebeleid) Kinderen uit gezinnen die financieel niet de mogelijkheid hebben om aan sport te doen krijgen op deze manier de mogelijkheid om toch deel te nemen aan sportieve activiteiten. Laag opgeleide arme gezinnen, zijn een belangrijke doelgroep in de aanpak van overgewicht. “Overzicht bij overgewicht” (nieuw beleid, geen extra budget nodig) Het gaat hier om het organiseren van een themadag of -middag waarin overgewicht centraal staat. De intentie is om verschillende disciplines die invloed hebben op beweging en voeding met elkaar in contact te brengen. Er bestaat in Oostzaan al een multidisciplinair overleg in de Kolk waarin huisartsen, fysiotherapeuten en pedagogen elkaar ontmoeten en hun interventies op elkaar af stemmen. Het verschil met dit overleg is dat op deze themadag alleen overgewicht centraal staat, waarbij ook niet-zorg disciplines worden uitgenodigd. Zo kan een platform worden gecreëerd met andere organisaties, bedrijven of instellingen zoals scholen, sportverenigingen en bijvoorbeeld supermarkten. Op deze manier stimuleer je samenwerking en versterking van bestaande interventies.
14010.doc
17
Hoofdstuk 5. Aanpak Schadelijk alcoholgebruik (regionaal vastgesteld) §5.1 Risico’s van alcohol voor de gezondheid van jongeren Het gebruik van alcohol is diepgeworteld in onze samenleving. Alcohol drinken door volwassenen, maar ook door jongeren, wordt algemeen geaccepteerd. Onmiskenbaar zijn aan alcoholgebruik positieve aspecten verbonden. Velen vinden het lekker en gezellig om te drinken. Bovendien versoepelt het gezamenlijk gebruik van alcohol het leggen van sociale contacten. Dat neemt niet weg dat overmatig gebruik riskant is en in de praktijk kan leiden tot grote gezondheidsproblemen. Alcohol is schadelijk voor de gezondheid, vooral bij jongeren: ◊ Alcohol drinken is schadelijk voor de ontwikkeling van de hersenen en andere organen die in de groei zijn. Er is een duidelijk verband tussen schoolverzuim en veel alcoholgebruik. ◊ Alcohol drinken op jonge leeftijd kan leiden tot problemen met alcoholgebruik op latere leeftijd (verslaving). ◊ Jongeren lopen sneller het risico alcoholvergiftiging te krijgen. Daarom is het voor jongeren onder de 16 jaar beter om helemaal geen alcohol te drinken. Daarnaast speelt alcohol een grote rol bij agressie en geweld en ongelukken in het verkeer (verstoring van de openbare orde). Bovendien is er een duidelijk verband tussen overmatig alcoholgebruik en risicovol seksueel gedrag en het oplopen van seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s). Onderzoek toont aan dat restrictieve regels van ouders veel invloed hebben. Jongeren die thuis van hun ouders geen alcohol krijgen en ook geen alcohol mogen drinken, rapporteren veel minder alcoholgebruik dan jongeren wier ouders in dit opzicht veel toleranter zijn. Ander onderzoek wijst uit dat regels van ouders vooral een preventief effect hebben als leerlingen ook op school les krijgen in alcoholpreventie.
§5.2 Een integrale aanpak van schadelijk alcoholgebruik Een integrale aanpak speelt in op de verschillende factoren die schadelijk alcoholgebruik beïnvloeden: maatschappelijke norm, persoonlijke motivatie, beschikbaarheid van alcohol en toezicht. Om de aanpak te concretiseren worden dezelfde vijf pijlers benoemd als eerder gebruikt bij de aanpak van overgewicht. Praktijkervaringen en wetenschappelijke inzichten leren dat het meeste effect valt te verwachten van een basispakket dat bestaat uit interventies en maatregelen op het gebied van: o
o
o
De beschikbaarheid van alcohol verlagen, bijvoorbeeld door alcoholvrije schoolfeesten te organiseren. En het aantal verkooppunten en hun openingstijden beperken, voorbeelden hierbij zijn sportkantines of buurthuizen (zie pijler 1). Het uitoefenen van controle door leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop na te leven en de regels voor doorschenken en het in bezit hebben van alcohol op straat te handhaven (zie pijler 2). Maatschappelijke normen beïnvloeden door risico’s van alcoholgebruik continu in alle relevante gemeentelijke sectoren, organisaties en media onder de aandacht te
14010.doc
18
brengen en normen in de omgeving te beïnvloeden door verspreiding van basisinformatie over de risico’s van alcoholgebruik (zie pijler 3). Veel van deze interventies en maatregelen zijn niet direct vanuit gezondheidsbeleid te beïnvloeden, maar vereisen maatregelen op andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals openbare orde en veiligheid, onderwijs, jeugdbeleid, horecabeleid, Wmo, sportbeleid en reclamebeleid. Als gevolg daarvan zijn er vaak veel partijen bij het alcoholbeleid betrokken.
Inrichting van de omgeving Alcohol is in onze maatschappij alom aanwezig. Het beperken van reclame-uitingen en de beschikbaarheid van alcohol zijn belangrijke maatregelen om (schadelijk) gebruik te beperken. Hiervoor kan een gemeente de tweede pijler regelgeving en handhaving inzetten. Bijvoorbeeld om regels vast te stellen voor paracommerciële inrichtingen, zoals buurthuizen en sportkantines.
Regelgeving en handhaving Er zijn verschillende landelijke regels voor het verstrekken en gebruiken van alcoholhoudende dranken 9. De gemeenteraad kan die regels op enkele punten bij verordening aanvullen. Daarnaast kan de raad veel zaken regelen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), zoals horecasluitingstijden of een drankverbod op straat. Zo zijn eind 2011 door het college van B&W van de gemeente Oostzaan een aantal gebieden aangewezen waar het verboden is om alcoholhoudende drank bij zich te dragen. Op deze plekken is het nu voor de politie mogelijk om handhavend op te treden.
Voorlichting en educatie Het gedrag van mensen en de normen die daaraan ten grondslag liggen, zijn vaak moeilijk te veranderen. Alleen voorlichting is onvoldoende om verantwoord alcoholgebruik te bereiken. Toch is het belangrijk om de risico's van alcoholgebruik over te brengen op de verschillende doelgroepen en hen vaardigheden aan te reiken om tot een gedragsverandering te komen. Om de pijler ‘voorlichting en educatie’ effectief in te zetten, is het van belang om te communiceren met alle partijen die een rol spelen bij de verstrekking en het gebruik van alcohol. Deze bevinden zich in allen in een verschillende context, bijvoorbeeld: thuis, op school, op straat en bij de sportvereniging (in de wijk/buurt). Niet iedere doelgroep is op dezelfde manier en met dezelfde middelen te bereiken. Hiervoor zijn verschillende werkwijzen nodig en kan gebruik gemaakt worden van diverse mediavormen.
De Drank- en Horecawet is per 1 januari 2014 gewijzigd. De leeftijdsgrens voor het kopen van alcohol is verschoven van 16 jaar naar 18 jaar. 9
14010.doc
19
Signalering, advies en ondersteuning De pijlers ‘signalering en advies’ en ‘ondersteuning’ zijn samengenomen. Zoals ook bij ‘aanpak overgewicht’ genoemd kan de geboden ondersteuning individueel en/of collectief van aard zijn. Een voorbeeld van de collectieve aanpak van schadelijk alcoholgebruik is een themabijeenkomst voor ouders in combinatie met de magazines ‘Hou vol, geen alcohol’. Ouders spelen immers een sleutelrol bij het uitstellen van het alcoholgebruik van hun kind(eren). Als ouders hierover afspraken maken en duidelijke regels stellen, beginnen kinderen later met drinken. Het contactmoment op 15/16-jarige leeftijd, dat door de rijksoverheid wordt gefaciliteerd, kan worden ingezet om op individuele of collectieve wijze aandacht te besteden aan schadelijk alcoholgebruik (en/of aanpak overgewicht). De JGZ komt in dit kader met een voorstel voor de invulling van dit contactmoment.
§5.3 Doelstellingen Een integraal alcoholbeleid heeft primair als doel om de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik te voorkomen voor zowel de gezondheid van een individu en zijn omgeving als de veiligheid en de openbare orde in een gemeente.
Doelstellingen voor de lange termijn : Alcoholbeleid is gebouwd op verschillende interventies die gedurende een langere tijd worden uitgevoerd. Er zijn veel factoren die alcoholgebruik beïnvloeden. Daaronder vallen tradities en normen die zo sterk zijn ingebed in de plaatselijke cultuur dat veranderingen op dit gebied pas op langere termijn te verwachten zijn. Duurzaamheid is dan ook een belangrijke voorwaarde voor een effectief alcoholbeleid. Tabel 5: Lange termijn doelstellingen voor schadelijke alcoholgebruik bij jeugd en hun ouders/opvoeders
Doelstellingen lange termijn In 2016 is het aantal jongeren onder 14 jaar dat nog nooit alcohol heeft gedronken gestegen ten opzichte van 2010 (E-MOVO scholierenonderzoek GGD in 2015) In 2016 is het aantal jongeren onder de 16 jaar dat nog nooit alcohol heeft gedronken gestegen ten opzichte van 2010 (E-MOVO onderzoek) In 2016 is het percentage jongeren onder de 16 jaar dat geen alcohol heeft gedronken in de Advies en onder steuning door de jeugdgezondheidszor g (JGZ) maand voorafgaand aan het EMOVO onderzoek gestegen ten opzichte van 2010 Een passende manier van individuele onder st euning van In 2016 is het percentage vierdeklassers van het VO dat aan binge drinken heeft gedaan kinder en/jonger en en hun ouder s zijn de vijf ext r a ‘alcoholminut en’ t ijdens in de maand voorafgaand aan het EMOVO onderzoek gedaald ten opzichte van 2010. (Ehet per iodiek geneeskundig onder zoek gr oep 7 van de GGD. Aan de hand MOVO onderzoek) van een afbeelding van een her senscan van een dr ink er en een niet In 2016 gedogen (‘vindt het goed’ of ‘zegt er niets van’) minder ouders alcohol drinken door dr inker pr at en de ver pleegkundigen met ouder s en k inder en over de hun kind jonger dan 16 jaar dan in 2010 (E-MOVO onderzoek) gevar en van alcoholgebr uik op jonge leeft ijd. De afspr aak ‘geen alcohol In 2017 zijn meer ouders van jongeren van 10 en 11 jaar van plan om met hun kinderen onder de 16 jaar ’ (per 1 januar i 2014 naar 18 jaar ) st aat in dit gespr ek een afspraak te maken over niet drinken voor het 16e levensjaar dan in 2011 (0 t/m 11 jaar monitor GGD 2016) In 2017 hebben minder moeders van kinderen tot 4 jaar tijdens de zwangerschap alcohol gedronken dan in 2011 (0 t/m 11 jaar monitor GGD 2016) Het aantal jongeren in ZW dat met een alcoholvergiftiging in een ziekenhuis is behandeld
14010.doc
20
is in 2016 gedaald t.o.v. de periode 2007-2010 (81 jongeren in 4 jaar tijd)
Doelstellingen voor de korte(re) termijn: De korte termijn doelstellingen zijn meer ondersteunende doelstellingen, die na kortere tijd al zichtbaar kunnen zijn. Het betreft aantoonbaar uitgevoerde activiteiten en het bereiken van de jeugd en hun ouders.
14010.doc
21
Tabel 6: Korte termijn doelstellingen voor schadelijke alcoholgebruik bij jeugd en hun ouders/opvoeders
Doelstellingen korte termijn Inrichting van de omgeving Alle gemeenten hebben begin 2014 een plan van aanpak vastgesteld om de naleving van verkoop van alcohol aan 18-minners te controleren en te handhaven in een preventie- en handhavingsplan. Voorlichting en Educatie In 2014, 2015 en 2016 vindt naast de landelijke communicatie ook regionale en lokale voorlichting plaats over de wijziging van de leeftijd voor alcoholgebruik van 16 naar 18 jaar. Hiervoor is een regionale werkgroep opgericht. Voor meer informatie over mogelijke locale interventies zie bijlage 2. In 2016 krijgen alle zwangere vrouwen standaard informatie over de risico’s van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap (met verloskundigen afspraken maken over het informeren van moeders en het noteren van bereik). In 2016 doen alle basisscholen in de regio mee aan “een activiteit gericht op alcoholmatiging” voor kinderen in de bovenbouw en hun ouders. (zoals Hou vol, geen alcohol) In 2016 besteden alle VO scholen in de regio aandacht aan alcoholmatiging (bijvoorbeeld oor de implementatie van PAS10). Signalering en Advies Gedurende de periode 2013-2016 geeft GGD ZW individueel extra voorlichting tijdens het Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) groep 7 voor alle leerlingen van groep 7 en hun ouders die het PGO bezoeken. In 2016 geeft GGD ZW individueel extra voorlichting tijdens het Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) klas 2 VO voor alle leerlingen van het vmbo-bkg in klas 2. En aan leerlingen van vmbo-t, havo en vwo in klas 2 die in de vragenlijst, voorafgaand aan het PGO, aangeven te veel te drinken voor hun leeftijd .
§5.4 De locale invulling Net als bij het andere regionale speerpunt is het streven om de boven genoemde regionale doelstellingen zoveel mogelijk een locale invulling te geven. Verder zijn veel van de actiepunten die in het volgende hoofdstuk over de aanpak van drugs aan bod komen, ook toepasbaar op de aanpak van alcohol. Pilot Centrum Jong (nieuw beleid, vanuit bestaand budget volksgezondheid) Er zijn reeds afspraken gemaakt met Centrum Jong om voor de gemeente Oostzaan een pilot te starten in het kader van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap. Het gaat hier om een samenwerking tussen het consultatiebureau, de kinderarts en de jeugdverpleegkundige. In deze lopen we dus voor op de regionale doelstelling waarbij in 2016 alle zwangere vrouwen standaard geïnformeerd zijn over de risico’s van alcoholgebruik tijdens zwangerschap. Gericht alcohol verbod (bestaand beleid, vanuit bestaand budget)
10
PAS: Preventie Alcoholgebruik Scholieren.
14010.doc
22
Een ander voorbeeld van locale invulling is logischerwijs binnen het veiligheidsbeleid. Zo zijn op 3 november 2011 door het college van B&W meerdere gebieden aangewezen waar het verboden is alcoholhoudende drank bij zich te dragen en te nuttigen. Het gaat dan om openbare ruimtes als schoolpleinen, plantsoenen, de voetbal- en basketbalkooi en om andere plaatsen waar jongeren veel samenkomen. Zo heeft de politie daar een instrument om handhavend te kunnen optreden. Straathoekwerk (bestaand beleid, vanuit bestaand budget) Ook de straathoekwerker is een vorm van locale invulling. Hij begeleidt jongeren en spreekt hen aan op hun gedrag. Hij neemt, indien nodig, in overleg met de jongeren, contact op met hun ouders en kan in overleg met de jongeren doorverwijzen naar de juiste hulpinstanties.
14010.doc
23
Hoofdstuk 6. Aanpak drugsgebruik (lokaal vastgesteld) §6.1 Risico’s van (hard)drugsgebruik voor de gezondheid van jongeren Drugsgebruik brengt meerdere risico’s met zich mee. De risico’s hebben te maken met de stof zelf, met de manier waarop de drugs toegediend worden (spuiten/roken) en met de maatschappelijke omstandigheden waaronder gebruikt wordt. Het illegaal zijn van een drug brengt extra risico’s met zich mee (bron: www.jellinek.nl ).
Risico’s voor de lichamelijke gezondheid Bij lichamelijke risico’s kun je een onderscheid maken tussen risico’s op de korte termijn (overdosis) en risico’s op de lange termijn (het optreden van allerlei lichamelijke ziekten). Bij het ontstaan van lichamelijke risico’s spelen dosis en frequentie van gebruik een belangrijke rol. De risico’s nemen toe naarmate vaker gebruikt wordt.
Risico’s voor de geestelijke gezondheid Drugs kunnen een negatieve invloed hebben op iemands geestelijke gezondheid. De redenen en motieven van gebruik spelen hierbij een belangrijke rol. Als gebruikt wordt om allerlei moeilijkheden uit de weg te gaan ontwikkelt iemand zich niet. Hij leert dan niet om de moeilijkheden te overwinnen. Verder kunnen drugs door de frequentie van gebruik, een te grote plaats in iemands leven innemen. Hobby’s en vrienden worden dan verwaarloosd. Drugs worden dan heel bepalend voor de keuzes die iemand in zijn leven maakt.
Risico’s op misbruik en verslaving Elke drug heeft een risico op misbruik en verslaving. Van elke 100 mensen die ermee beginnen raken er een aantal verslaafd. Bij alcohol gaat 10% van de mensen die ermee begint teveel drinken en wordt 3% verslaafd. Ook bij cannabis zie je dat 10% van de leerlingen die ermee begint dagelijks gaat blowen.
Risico’s op het sociaal en maatschappelijk functioneren Door alcohol en drugs kunnen er maatschappelijke problemen komen bijvoorbeeld door geweld, ruzies of rijden onder invloed. Bij drugs kan dat ook al gebeuren omdat het illegaal is. Overmatig gebruik van alcohol en/ of drugs leidt verder tot problemen met relaties of werk.
§6.2 Een integrale aanpak van (hard)drugsgebruik Het Nederlandse drugsbeleid richt zich op het voorkomen van het gebruik van drugs en op het beperken van de risico’s van drugs, voor de gebruiker zelf, de directe omgeving en de samenleving.
Inrichting van de omgeving Het beperken de beschikbaarheid van harddrugs en softdrugs zijn belangrijke maatregelen om (schadelijk) gebruik te beperken. Hiervoor kan een gemeente de tweede pijler regelgeving en handhaving 11 inzetten.
Zie Integraal Veiligheidsbeleid 2010-2014 Oostzaan en de nog te verschijnen evaluatie van dat veiligheidsbeleid. 11
14010.doc
24
Regelgeving en handhaving Een doelstelling in het Nederlandse drugsbeleid is het bestrijden van drugscriminaliteit door de productie van drugs en de handel hierin aan te pakken. Verder zal daar waar drugsgebruik tot verstoring van de openbare orde zorgt, of zorgt voor andere overlast, ingegrepen worden. Coffeeshops in aangrenzende gemeentes als Zaanstad en Amsterdam moeten aan een aantal wettelijke voorwaarden voldoen. Zo is het onder andere verboden om jongeren onder de 18 jaar toe te laten of aan hen drugs te verkopen. In Oostzaan zijn geen coffeeshops. Oostzaan is partner in het hennepconvenant 12 en deelnemer in het Veiligheidshuis 13. De handel in en gebruik van hard- en softdrugs en de criminaliteit en overlast die daarmee samenhangt heeft veelal impact op de directe woon- en leefomgeving. De inzet van politie, gemeente en eventuele externen, is gericht op het aanpakken van drugshandel en eventuele drugspanden.
Voorlichting & educatie Het is belangrijk de vraag naar drugs te ontmoedigen door te zorgen voor goede preventie, hulpverlening en harm reduction. Ook hier geldt weer dat alleen voorlichting onvoldoende is om drugsgebruik te bestrijden of te reguleren. Het is van belang om de verschillende doelgroepen (van basisschool tot voortgezet onderwijs) te bereiken en hen vaardigheden aan te reiken om tot een gedragsverandering te komen.
Signalering & advies Op het moment dat drugsoverlast gesignaleerd wordt, komt de melding vaak bij de politie terecht. Daarna komt de straathoekwerker in beeld. Hij neemt als deskundige contact op met de jongeren die zich bezighouden met het risicovolle gedrag. Hierbij is de samenwerking tussen de straatwerker en de wijkagent dus van groot belang.
Ondersteuning Jongeren die vragen/ problemen hebben betreffende verslavingen kunnen terecht bij straathoekwerk. Samen met een medewerker zal gekeken worden hoe de beste hulp geboden kan worden. Straathoekwerk werkt nauw samen met diverse andere organisaties zoals: jongerenloket, gemeente, onderwijs, politie, wijkmanagement, welzijnsorganisaties, woningbouwcorporaties, hulpverleningsinstanties, enzovoort. Ook ouders van verslaafde jongeren kunnen terecht bij de straathoekwerker en bij de Brijder Stichting.
In Noord-Holland Noord en Zaanstreek Waterland is het hennepconvenant opgesteld. Informatie van de politie wordt rechtstreeks gedeeld met de partners. Gemeente Oostzaan is deelnemer van het Regionaal Informatie en expertise centrum (RIEC). Het RIEC is bij de coördinatie van activiteiten rond het hennepconvenant nauw betrokken. 13 Oostzaan is deelnemer aan het Veiligheidshuis Zaanstreek- Waterland. In het Veiligheidshuis wordt door diverse partners gesproken over huiselijk geweld, ex-gedetineerden, jeugd, veel- en meerplegers en de top X-lijst overvallers. Samen zorgen zij voor oplossingen op maat om Zaanstreek- Waterland veiliger te maken. Casussen worden besproken om overlast en recidive te voorkomen. 12
14010.doc
25
§6.3 Locale doelstellingen De hieronder genoemde doelstellingen zijn locaal vastgesteld, vandaar dat het kopje “locale invulling” hier niet is toegevoegd.
Locale doelstellingen voor de lange termijn: Tabel 7: Lange termijn doelstellingen voor drugsgebruik bij jeugd
Doelstellingen lange termijn In 2016 is het percentage Oostzaanse jongeren dat nooit softdrugs heeft gebruikt gestegen ten opzichte van 2010 (E-MOVO scholierenonderzoek GGD in 2015) In 2016 is het percentage Oostzaanse jongeren dat geen softdrugs heeft gebruikt in de maand vooraf aan het onderzoek gestegen ten opzichte van 2010 (E-MOVO scholierenonderzoek GGD in 2015) In 2016 is het percentage Oostzaanse jongeren dat nooit harddrugs heeft gestegen ten opzichte van 2010 (E-MOVO scholierenonderzoek GGD in 2015) In 2016 is het percentage Oostzaanse jongeren dat geen harddrugs heeft gebruikt in de maand voorafgaand aan het onderzoek gestegen ten opzichte van 2010 (E-MOVO scholierenonderzoek GGD in 2015)
Locale doelstellingen voor de korte termijn: Tabel 8: Locale activiteiten in het kader van drugsgebruik bij jeugd
Doelstellingen korte termijn Regelgeving en handhaving Er zullen afspraken gemaakt worden om bij aanvragen voor evenementen in Oostzaan (in het Twiske) een prominentere rol aan het onderwerp drugs te geven. Zo zal er een apart onderdeel “drugs” in de vergunning komen. Rondom alle evenementen in het Twiske wordt gecontroleerd op drugsbezit door de politie. Inrichting van de omgeving Elke 6 weken vindt er een Jeugd Netwerk Overleg (JNO) plaats waarin de straathoekwerker, gemeente (beleidsmedewerker OOV en Jeugd) en politie (wijkagent) zijn vertegenwoordigd. Indien de situatie daar aanleiding toe geeft wordt een overleg ingelast. Voorlichting en Educatie In 2016 besteden alle basisscholen in Oostzaan aandacht aan drugsproblematiek. ◊ Bijvoorbeeld via het beschikbare voorlichtingsmateriaal van de GGD. (Het is hierbij van belang dat in 2014 een nulmeting wordt verricht). ◊ Ook wordt jaarlijks door de basisscholen gebruik gemaakt van de voorlichting gegeven door een medewerker van de Brijder stichting en de wijkagent. De wijkagent en een medewerker van de Brijder stichting maken jaarlijks een preventieronde. Hierbij worden jongeren bezocht en attent gemaakt op de risico’s van het gebruik van schadelijke stoffen. 14 De straathoekwerker spreekt jongeren aan op straat en bezoekt zo nodig, in overleg met de jongeren, hun ouders. Ook organiseert hij jaarlijks activiteiten voor jongeren om op die manier overlast te voorkomen. Signalering en Advies
14
Qua preventie ligt de regie bij de gemeente. Zie bijlage 3 voor meer informatie.
14010.doc
26
In 2013 - 201615 wordt collectief preventief voorlichting gegeven over drugs tijdens het Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) klas 2 en 4 VO voor alle leerlingen van het voortgezet onderwijs. Mogelijk dat er in de toekomst ook een individueel contactmoment wordt ingevoerd. In de periode 2013-2016 wordt er per leerling die deelneemt aan het PGO door de GGD ZW een individuele risicotaxatie gemaakt. Als uit een individueel ingevulde E-movo vragenlijst een hoge score op drugsgebruik blijkt, zal de leerling met een hogere frequentie opgeroepen worden voor een spreekuur.
Regionale interventies, vastgesteld in de regionale nota 2013-2016 zijn reeds van start gegaan in 2013. 15
14010.doc
27
Hoofdstuk 7. Uitvoering §7.1 Alle speerpuntactiviteiten vanuit bestaand budget Al onderstaande activiteiten in tabel 9 t/m 11 worden gedekt vanuit bestaand budget. Regionale projecten worden vanuit de gelden van de GGD gedekt. Locale acties vallen binnen de reeds bestaande afspraken met de partners (zoals politie, straathoekwerk). Met betrekking tot overgewicht- en alcoholbestrijding worden of zijn er al regionale werkgroepen opgezet (voor alcohol zie bijlage 2). De lokale interventies die daaruit voortvloeien zullen worden bekostigd via het reguliere volksgezondheidsbudget van de gemeente. Tabel 9: Activiteiten met bijbehorende doelstelling met betrekking tot aanpak overgewicht bij de jeugd Pijler model Interventiedoelstellingen van Lalonde Inrichting van de omgeving Inrichting van de omgeving Inrichting van de omgeving Voorlichting en educatie
Voorlichting en educatie Voorlichting en educatie Voorlichting en Educatie Signalering,
14010.doc
Regionaal/ lokaal beleid
Bestaand/ nieuw beleid
Regionaal
Bestaand
Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen kunnen in aanmerking komen voor vergoeding van sportcontributie.
Lokaal
Bestaand
“Overzicht bij overgewicht” : Het organiseren van een themadag of –middag gericht op het verbinden van verschillende disciplines die invloed hebben op beweging en voeding.
Lokaal
Nieuw
In 2016 doen alle basisscholen in ZW mee aan “een activiteit gericht op gezond gewicht” voor kinderen in de leeftijd 4-12 jaar en hun ouders (traktatie- fruitbeleid, leskisten voeding en bewegen en dergelijke). De GGD ZW bestudeert de aansluiting met de Gezonde School aanpak in samenwerking met het RIVM. In 2016 doen 20 kinderdagverblijven (KDV) en/of peuterspeelzalen (PSZ) in ZW mee aan “een activiteit gericht op gezond gewicht” voor kinderen van 0-4 jaar en hun ouders/opvoeders In 2016 is de Gezonde School Kantine ingevoerd op alle 26 VO scholen in de regio ZW en heeft het voortgezet onderwijs gezonde voedingsproducten in iedere kantine. Er wordt een regionale werkgroep opgezet met het doel overgewicht gezamenlijk aan te pakken. Waarbij het aanbod van alle beschikbare interventies beter op elkaar afgestemd wordt (werkgroep wordt nog opgezet, coördinatie bij GGD). De JGZ van de GGD (Centrum Jong) werkt tijdens de contactmomenten met alle kinderen van 0
Regionaal
Bestaand
Regionaal
Bestaand
Regionaal
Bestaand
Regionaal
Nieuw
Regionaal
Bestaand
Interventie buiten de setting school. Er wordt gedacht aan het volgende doel: *Alle gemeenten in ZW doen mee aan de jaarlijkse landelijke buitenspeeldag.
28
advies en ondersteunin g
tot 19 jaar volgens de Richtlijn overgewicht 16. In het kader van deze werkwijze worden, indien nodig of gewenst, ouders gestimuleerd en begeleid naar concrete opvoedingsondersteuning.
16
De producten van de Richtlijnen overgewicht voor de medewerkers in de jeugdgezondheidszorg zijn: Gebruik maken van een stroomdiagram en anamnese lijst; Adviezen naar leeftijd bij overgewicht; Gebruik maken van motiverende gespreksvoering; Beschikken over verwijzingsadressen en relevante websites.
14010.doc
29
Tabel 10: Activiteiten met bijbehorende doelstelling met betrekking tot aanpak schadelijk alcoholgebruik bij de jeugd Pijler Interventiedoelstellingen Regionaal/ model van lokaal Lalonde beleid Regelgeving Op de op 3 november 2011 door het college aangewezen gebieden is het verboden om Lokaal & alcoholhoudende drank bij zich te hebben. De politie heeft daar de mogelijkheid handhavend op te handhaving treden. Inrichting Alle gemeenten hebben voor 1 juli 2014 een plan van aanpak vastgesteld om de naleving van Lokaal van de verkoop van alcohol aan 18-minners te controleren en te handhaven in een preventie- en omgeving handhavingplan (landelijke verplichting). Voorlichting Doel: communicatie en voorlichting over wijziging leeftijd voor alcoholgebruik van 16 naar 18 jaar. en educatie - Landelijke reclamecampagne “Nixx” Landelijk - Er is een regionale werkgroep opgezet ter preventie van schadelijk alcoholgebruik als onderdeel Regionaal & van het regionale project gericht op de leeftijdswijziging. De werkgroep is gericht op het beter op Lokaal elkaar afstemmen van het aanbod van interventies. Voor een uitwerking van de mogelijke locale interventies zie bijlage 2. Voorlichting - In 2016 krijgen alle zwangere vrouwen in de regio ZW standaard informatie over de risico’s van Regionaal en educatie alcoholgebruik tijdens de zwangerschap (met verloskundigen afspraken maken over het informeren van moeders en het noteren van bereik). - In 2014 start een pilot uitgevoerd door Centrum Jong (via het consultatiebureau, de kinderarts en Lokaal de jeugdverpleegkundige) betreffende alcoholgebruik tijdens de zwangerschap Voorlichting In 2016 doen alle basisscholen in de regio ZW mee aan “een activiteit gericht op alcoholmatiging” Regionaal en educatie voor kinderen in de bovenbouw en hun ouders (zoals Hou vol, geen alcohol, t hemabijeenkomsten ‘Opgroeien zonder alcohol’17). Voorlichting In 2016 besteden alle VO scholen in de regio ZW aandacht aan alcoholmatiging (bijvoorbeeld door de Regionaal en educatie implementatie van PAS18). Voorlichting en educatie Signalering, advies en 17 18
De straathoekwerker spreekt jongeren aan op drugs- en alcoholgebruik en neemt indien nodig, in overleg met de jongeren, contact op met de ouders. Ook kan hij in overleg met de jongeren bureau jeugdzorg inschakelen. Gedurende de periode 2013-2016 wordt individueel extra voorlichting gegeven tijdens het Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) groep 7 voor alle leerlingen van groep 7 en hun ouders die het PGO
Bestaand/ nieuw beleid Bestaand
Nieuw
Nieuw Nieuw
Bestaand
Nieuw Bestaand
Nieuw
Lokaal
Bestaand
Regionaal
Nieuw
Wordt nader geëvalueerd en herzien qua invulling. Idee is om meer vraaggericht te werken door onder andere de ouders meer te betrekken. PAS: Preventie Alcoholgebruik Scholieren.
14010.doc
30
ondersteuni ng Signalering, advies en ondersteuni ng
14010.doc
bezoeken. De afname van de E-movo wordt gekoppeld aan het PGO. In 2016 wordt individueel extra voorlichting gegeven tijdens het Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) klas 2 VO voor alle leerlingen van het vmbo-bkg in klas 2. En aan leerlingen van vmbo-t, havo en vwo in klas 2 die in de vragenlijst, voorafgaand aan het PGO, aangeven te veel te drinken voor hun leeftijd.
Regionaal
Nieuw
31
Tabel 11: Activiteiten met bijbehorende doelstelling met betrekking tot de aanpak van drugsgebruik bij de jeugd Pijler model Interventiedoelstellingen Regionaal/ van Lalonde lokaal beleid Regelgeving Er zullen afspraken gemaakt worden om bij aanvragen voor evenementen in Oostzaan (in het Lokaal en Twiske) een prominentere rol aan het onderwerp drugs te geven. Zo zal er een apart onderdeel handhaving “drugs” in de vergunning komen. Regelgeving Rondom alle evenementen in het Twiske wordt gecontroleerd op drugsbezit door de politie. Dit in Lokaal en samenwerking met de evenementorganisatie. Daarbij valt te denken aan de standaard fouillering handhaving die plaatsvindt bij binnenkomst op grote evenementen. Inrichten van Elke 6 weken vindt er een Jeugd Netwerk Overleg (JNO) plaats waarin de straathoekwerker, Lokaal de omgeving gemeente (beleidsmedewerker OOV en Jeugd) en politie (wijkagent) zijn vertegenwoordigd. Indien de situatie daar aanleiding toe geeft wordt een overleg ingelast. Voorlichting In 2016 besteden alle basisscholen in Oostzaan aandacht aan drugsproblematiek. Lokaal en educatie ◊ Bijvoorbeeld via het beschikbare voorlichtingsmateriaal van de GGD. (Het is hierbij van belang dat in 2014 een nulmeting wordt verricht). ◊ Ook wordt jaarlijks door de basisscholen gebruik gemaakt van de voorlichting gegeven door een medewerker van de Brijder stichting en de wijkagent. Voorlichting Jeugd wordt jaarlijks door de wijkagent en stichting Brijder in een zogenoemde preventieronde Lokaal en educatie bezocht om te waarschuwen over drugsgebruik.
Bestaand/ nieuw beleid Nieuw
Bestaand
Bestaand
Bestaand
Bestaand
Voorlichting en educatie
De straathoekwerker spreekt jongeren aan op drugs- en alcoholgebruik en neemt indien nodig, in overleg met de jongeren, contact op met de ouders en desbetreffende hulpinstanties
Lokaal
Bestaand
Signalering, advies en ondersteunin g Signalering, advies en ondersteunin g
In 2013 - 2016 wordt collectief preventief voorlichting gegeven over drugs tijdens het Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) klas 2 en 4 VO voor alle leerlingen van het voortgezet onderwijs. Mogelijk dat er in de toekomst ook een individueel contactmoment wordt ingevoerd.
Regionaal
Bestaand
In de periode 2013-2016 wordt er per leerling die deelneemt aan het PGO door de GGD ZW een individuele risicotaxatie gemaakt. Als uit een individueel ingevulde E-movo vragenlijst een hoge score op drugsgebruik blijkt, zal de leerling met een hogere frequentie opgeroepen worden voor een spreekuur.
Regionaal
Nieuw
14010.doc
32
§7.2 In ontwikkeling De genoemde activiteiten in tabel 9 t/m 11 zijn nog niet volledig uitgekristalliseerd. Samen met de gemeenten en de GGD ZW zullen er bijvoorbeeld voor het speerpunt overgewicht nog afspraken gemaakt worden, hoe dit speerpunt gezamenlijk aangepakt kan worden. De werkgroep voor alcohol heeft reeds een aantal lokale toepassingsmogelijkheden onderzocht (zie bijlage 2).
14010.doc
33
Hoofdstuk 8. Evaluatie van de uitvoering Om te bepalen of de doelen worden behaald en of de voorgenomen activiteiten worden uitgevoerd is het belangrijk om het gezondheidsbeleid systematisch te evalueren. In onderstaande tabel staan de monitors op het gebied van gezondheid vermeld in de periode 2013 tot en met 2016. Hierbij is het belangrijk te vermelden dat naast resultaten op het gebied van gezondheid ook resultaten op andere niveaus van belang zijn voor de effectevaluatie, bijvoorbeeld ten aanzien van kennis, organisatie of draagvlak. Door de GGD ZW wordt volgens de Wpg periodiek onderzoek gedaan naar de gezondheid van de jeugd, volwassenen en senioren in de regio Zaanstreek- Waterland. De resultaten worden gebundeld in de digitale gezondheidsverkenningen (www.ggdzw.nl , klik publicaties) en sinds kort ook op het regionaal kompas (www.regionaalkompas.nl/zaanstreek-waterland ). De gegevens zijn landelijk vergelijkbaar. Tabel 12. Overzicht monitors op gebied van gezondheid voor de periode 2013-2016
Onderzoek Gezondheidsmonitor Volwassenen en senioren E-MOVO 19 onderzoek (2e en 4e klas Voorgezet Onderwijs), evt. gekoppeld aan JGZcontactmoment Jeugdmonitor 0-11 jarigen
Uitvoerder GGD ZW in opdracht van gemeenten GGD ZW in opdracht van gemeenten
Peildatum Vierjaarlijks Najaar 2012 en 2016 Vierjaarlijks Najaar 2013
Resultaten Vierjaarlijks Voorjaar 2013 en 2017 Vierjaarlijks Medio 2014
GGD ZW in opdracht van gemeenten
Vierjaarlijks Najaar 2014
Vierjaarlijks Medio 2015
E-MOVO is de elektronische monitor voortgezet onderwijs. Mogelijk vindt in 2015 een landelijke uitrol plaats van het E-MOVO onderzoek. 19
14010.doc
34
Bijlages Bijlage 1 Gemeentelijke taken vanuit de Wet publieke gezondheid (Wpg) De Wpg is gericht op het bevorderen van de algemene gezondheid en het voorkómen van ziekten bij risicogroepen (universele en selectieve preventie). Vanuit de Wpg zijn gemeenten primair verantwoordelijk voor de volgende taken: ◊ Algemene bevorderingstaken (artikel 2), onder andere de afstemming van de publieke gezondheidszorg met de curatieve gezondheidszorg, epidemiologie, gezondheidsbevordering en medische milieukunde. ◊ Jeugdgezondheidszorg tot 19 jaar (artikel 5). ◊ Ouderengezondheidszorg vanaf 65 jaar (artikel 5a). ◊ Infectieziektebestrijding (artikel 6). ◊ Het in stand houden van een GGD (artikel 14) voor de uitvoering van taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg. Dat wil overigens niet zeggen dat alleen de GGD deze taken uitvoert, maar ook andere organisaties (delen van) deze taken kunnen uitvoeren.
Bijlage 2 Regionale aanpak m.b.t. campagne alcohol (en tabak) naar 18 jaar en de lokale toepassingsmogelijkheden. Per 1 januari 2014 gaat de leeftijdsgrens voor verkoop van alcohol van 16 naar 18 jaar. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) start 18 november 2013 een campagne om de sociale norm ‘het is normaal om tot je 18e niet te drinken' te versterken. Begin december brengt het Ministerie van VWS ook de wettelijke wijzigingen onder de aandacht. De leeftijdsgrens voor de verkoop van tabak gaat ook naar 18 jaar, per wanneer is nog niet duidelijk. Op het moment dat het wetsvoorstel is goedgekeurd wordt tabak toegevoegd aan de sociale norm campagne. Het thema alcohol leent zich bij uitstek voor een integrale aanpak, in samenwerking met verschillende gemeentelijke beleidsterreinen (openbare orde en veiligheid, onderwijs, jeugdbeleid, horecabeleid, Wmo, sportbeleid en reclamebeleid). Eind september 2013 is de regionale werkgroep alcohol voor het eerst bijeengekomen om invulling te geven aan de regionale aanpak van schadelijk alcoholgebruik. De doelstellingen in de regionale nota, samen met de nieuwe Drank- en Horecawet zijn hiervoor een goede basis. Regionaal kan er op diverse manieren gecommuniceerd worden over de nieuwe wetgeving. Een deel van deze activiteiten zullen extra geld kosten (1 t/m 3) en een deel van de uitvoering (nr. 4) vergt alleen uren (GGD/gezondheidsbevordering i.s.m. gemeenten).
14010.doc
35
De GGD heeft geïnventariseerd bij verschillende gemeenten hoeveel geld er beschikbaar is voor de onderstaande projecten in 2014. Binnen gemeente Oostzaan zal er 5000 euro gereserveerd worden vanuit het bestaande budget voor volksgezondheid. In tabel 13 (op de volgende pagina) wordt een overzicht gegeven van de mogelijkheden voor locale interventies behorende bij de campagne alcohol naar 18 jaar.
14010.doc
36
Tabel 13. Overzicht van mogelijkheden voor locale interventies campagne alcohol naar 18 jaar in 2014
1. Inzet gemeentelijke communicatiemiddelen (GGD coördineert en levert aan bij gemeenten) - Gezamenlijk persbericht namens de regio. - Plaatsen van advertentie met vormgeving van landelijke campagne (aangepast aan de regio). - Plaatsen artikel op gemeentebijlage in weekblad, op gemeentewebsites, op digitale informatieborden, social media, etc. 2. Flyer voor ouders Verspreiden van nieuwe campagneflyer voor ouders van kinderen tot 18 jaar. Lokale verspreiding door de gemeenten via CJG, JGZ, andere instellingen zoals bibliotheken, sportverenigingen etc. Verzendkosten voor rekening van de regio. 3. Material en verspreiden onder schenkers van alcohol Informatiekaart over leeftijdsgrenzen voor schenkers van alcohol. De inhoud wordt aangeleverd door Trimbos, de kaart krijgt de regionale lay-out van ‘Opgroeien zonder alcohol’. Bestand is in principe geschreven voor commerciële horeca maar kan ook verspreid worden onder paracommerciële horeca. 4. Acties GGD - Versturen van brief aan scholen (per mail) - Aanleveren van: - websiteteksten voor scholen voor leerlingen en ouders (per mail) - voorbeeldbrief bij scholen voor ouders (per mail),aan gemeenten om door te sturen naar lokale (sport)verenigingen, aan verenigingen bestemd voor leden van verenigingen,aan ouders, aan horeca door gemeenten. - Verspreiding van diverse documenten binnen JGZ: - informatiesheet met feiten en achtergronden van de leeftijdsverhoging naar 18 jaar - drinkadvies vanuit Trimbos-instituut - vragen van ouders (veel gestelde vragen en antwoorden) - tijdschrift 'J/M voor ouders' special met thema alcohol en tabak (naar verwachting voorjaar 2014, waarschijnlijk gratis). De gemeente heeft de keuze om het naar alle ouders van de doelgroep te versturen en/of om het tijdschrift mee te geven tijdens het PGO groep 7 extra alcoholminuten (naast de kaart vanuit Opgroeien zonder alcohol en de landelijke brochure 'Hoe help ik mijn kind nee zeggen tegen roken, drinken en blowen').
Bijlage 3 Jaarlijkse preventieronde wijkagent en medewerker Brijder. De hoeveelheid tijd die door de politie besteedt kan worden aan preventie wordt van bovenaf bepaald. Qua preventie ligt de regie namelijk bij de gemeente. De burgemeester beslist in de driehoek met de officier van justitie en de politiechef, over de lokale prioriteiten en de inzet van de politie. De wijkagent doet de preventieronde samen met de Brijder medewerker dus in opdracht van de burgemeester.
14010.doc
37