04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 1
hyp Ervaring Kinderen met hyperventilatie Interview Schrijfster Suus Ruis heeft geen tijd om rustig aan te doen Onderzoek Hulpverlener voor paniekstoornis in je binnenzak
Nederlandse Hyperventilatie Stichting jaargang 28, nummer 4, winter 2014
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 2
2
3
5
INHOUDSOPGAVE
Van het bestuur
Ons eerste jaar
Hyperventilatie bij kinderen Ervaringsverhalen van twee schoolmeisjes die door angst en perfectionisme al te maken hebben gehad met hyperventilatie.
Het eerste jaar onder een nieuwe vlag hebben we achter de rug. Ik hoop dat u net zo blij en tevreden bent als wij dat zijn. Het was een veebewogen jaar, maar het resultaat is mooi.
Te druk om te rusten Interview met schrijfster Suus Ruis die wel degelijk weet dat ze het rustig aan moet doen om niet te hyperventileren, maar daar als alleenstaande moeder en carrièrevrouw geen tijd voor kan maken.
7
Hulpverlener in je binnenzak Het behandelen van paniekstoornissen kan en moet beter, vindt Peter Meulenbeek, onderzoeker aan de universiteit van Twente. Daarvoor ontwikkelde hij een cursus en een app.
10
‘Ik vergeef het de pesters, zij wisten niet beter’ Een ingrijpende gebeurtenis heeft ervoor gezorgd dat Kelly Vijfschaft in paniek raakt als het licht uitgaat. Ze vertelt hoe ze als haar eigen therapeut met haar angsten omgaat.
12
Kansen op werk Via Kansen op Werk van de ADF stichting volgen mensen met angstklachten gedurende een jaar een leerwerktraject om zo weer betaald werk te vinden. Sandra van Boon vertelt over haar positieve ervaring.
2 14 15 16
Van het bestuur Tips Colofon Column Ditty Drenthe
De Hyp kreeg een nieuw jasje; niet alleen aan de buitenkant, maar ook aan de binnenkant door het kiezen van andere onderwerpen. Doordat er de laatste jaren veel nieuwe inzichten ontstaan zijn in de benadering en behandeling van mensen met hyperventilatie was dit hard nodig. Wel even wennen, denk ik, voor al die mensen die al jaren last hebben en soms door oude adviezen van jaren geleden via folders en websites niet de juiste informatie kregen. Een paar weken geleden is ook de nieuwe NHS site de lucht in gegaan. Binnenkort zal hier nog de mogelijkheid op komen om via de winkelwagen boeken en folders te bestellen. Daarnaast kan men dan ook donaties en/of deelname aan lotgenotencontact rechtstreeks in orde maken. Deelname aan het forum is nu eveneens mogelijk en u bent van harte welkom om zich daar aan te melden. Kort geleden maakte ik een mooie wandeling over de Utrechtse Heuvelrug en onderweg kwam ik een tabaksschuur tegen waar een herfstmarkt werd georganiseerd. Het zag er heel gezellig uit en de vuurkorven brandden er vrolijk op los. Doordat ik verkouden was en mijn medicijnen voor astma niet al te regelmatig had ingenomen sloeg de benauwdheid direct toe. Gelukkig had ik een luchtwegverwijderaar bij me en deze zorgde snel voor meer lucht. Ik realiseerde me op dat moment dat dit het gevoel was dat mensen met hyperventilatie ervaren en dat het ook soms angst kan oproepen. Veel mensen met longklachten hebben hier dan ook last van. Een belangrijke doelgroep om ons ook meer op te gaan richten in de toekomst.
Foto Patrick van der Sande
Tips voor onderwerpen? Mail naar
[email protected]
Omslagfoto Jonathan Kos-Read
hyp
Ik hoop dat u allen het eerste jaar samen fijn heeft gevonden en de verbeteringen als waardevol hebt ervaren. Volgend jaar gaan we weer verder op het ingeslagen pad en we kunnen daar uw hulp goed bij gebruiken. Stel ons vragen, geef adviezen en laat horen welke informatie u mist en zou willen zien in de Hyp. Wij gaan er dan mee aan de slag. Mede namens bestuur en alle medewerkers wil ik u fijne kerstdagen en een mooi en gezond 2015 toe wensen.
een uitgave van de ADF stichting
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 3
winter 2014
ERVARING
3
Hoe angst en perfectionisme kinderen laten hyperen door Ditty Drenthe
We weten als volwassene dat hyperventileren heel vervelend is, maar hoe ervaart een kind dit? Een ervaringsverhaal van de twaalfjarige Kencha en een voorbeeld van een strijd die een moeder levert voor de juist gestelde diagnose en hulp voor haar hyperventilerende dochter. Acute aanval
‘Helen Vreeswijk werkte heel lang bij de politie. Haar jeugdboeken zijn allemaal politieromans. Het zijn spannende boeken waarin de schrijfster waarschuwt voor de gevaren van bijvoorbeeld loverboys, internet of …..eh…..eh……’.
een uitgave van de ADF stichting
Foto Ditty Drenthe
De gezichten van de kinderen in haar klas vervaagden, de contouren werden vlekken en de vlekken werden een dikke mistlaag. Haar hart klopte in haar keel en haar knieën knikten. Ze hapte naar lucht. Er was nog maar één uitweg, naar buiten, weg van hier, weg van die verstikkende atmosfeer. Ze rende al struikelend naar de deur, die ze nauwelijks open kreeg. Eenmaal buiten het klaslokaal leek het alsof alles om haar heen niet meer zo erg draaide. Ze was aan een tafeltje in de kantine gaan zitten, vlakbij de openstaande terrasdeuren. Ze steunde met haar ellebogen op de tafel en zuchtte diep. Inmiddels had een groepje vriendinnen zich om haar heen geschaard. ‘Wat is er met je?’, ‘Gaat het weer een beetje?’, ‘Moeten we de dokter bellen?’ Het spervuur van vragen drong langzaam haar gedachtewereld binnen. ‘Een dokter bellen?’ ‘Nee, dat hoefde niet.’ Ze wist niet wat er met haar aan de hand was. Een enorme vermoeidheid maakte zich van haar meester. Ze keek schichtig om zich heen. Wie stonden er allemaal? Ze schaamde zich enorm. Wat zouden die kinderen uit haar klas wel niet van haar denken. Teresa sloeg een arm om haar heen, maar ze wimpelde haar af. Een aanraking kon ze nu echt niet verdragen. Het beste zou zijn om te doen alsof er niets was gebeurd. ‘Het gaat wel weer, hoor’, zei ze met onzekere stem. ‘Gaan jullie maar alvast naar het lokaal, ik kom eraan’. Ze glipte snel tussen het groepje vriendinnen door, dat achter haar stond en vluchtte naar het dichtstbijzijnde toilet.
Mijn dochter Kencha kreeg haar eerste en gelukkig de laatste hyperventilatieaanval tot nu toe, als 12-jarig meisje tijdens haar spreekbeurt in de brugklas. “Mama, ik wist echt niet wat me overkwam, ik voelde me vreselijk, ik dacht dat ik flauw zou vallen. Later besefte ik dat het een hyperventilatieaanval moest zijn. Toen wist ik pas werkelijk wat u altijd doormaakte tijdens uw hyperventilatieaanvallen. Vooral die angsten de me overvielen vond ik afschuwelijk. Ik was zo zenuwachtig voor die spreekbeurt.”
Kencha herinnert zich nu als negentienjarige vooral de angst die met de aanval gepaard ging. Toch komt volgens psycholoog/psychotherapeut Ed Berretty ‘hyperventilatie voor, zonder of samen met paniek, en paniek komt voor zonder of samen met hyperventilatie’. Je kunt dus hyperventilatie en paniek/angst niet automatisch aan elkaar verbinden. “Hyperventilatie leidt tot onschuldige lichamelijke verschijnselen, maar niet tot angst. Dat wil zeggen zolang je deze lichamelijke reacties blijft interpreteren als wat ze
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 4
4
hyp
ERVARING
pelde het af met de woorden ‘Maak u niet druk, wees blij met zo’n ijverige dochter’. Het viel Nina’s moeder ook ineens op dat ze ’s morgens lang moest wachten voordat haar dochter aan de ontbijttafel verscheen. Nina bleek veel tijd in de badkamer nodig te hebben. ‘Waarom sta je zo lang in de badkamer, Nina?’ vroeg haar moeder. Nina haalde haar schouders op en dat gaf bij haar moeder de doorslag om een afspraak met de huisarts te maken. Als Nina geen antwoord kon geven op een simpele vraag, dan was er echt iets aan de hand. ‘Ach mevrouwtje, uw dochter wil gewoon dat ze er goed uitziet, dat willen alle dames toch!’, grapte de huisarts. ‘Er is iets aan de hand met mijn dochter, dat voel ik gewoon’. De huisarts verwees Nina pas twee maanden later, op herhaaldelijk aandringen van moeder, door naar de kinderarts. De kinderarts onderzocht Nina, maar vond geen enkele lichamelijke afwijking. Nina’s moeder was ten einde raad. Ze zag toch dat haar dochter niet goed in haar vel zat. Op advies van een vriendin bezocht ze een maatschappelijk werkster die Nina een tekenopdracht gaf, waarbij het haar direct opviel dat Nina erg perfectionistisch is. Dat zat Nina in de weg. Ze gaf Nina’s moeder het adres van een creatief therapeut. Hij concludeerde dat Nina last had van chronische hyperventilatie. Samen met een fysiotherapeut behandelde hij Nina en het gaat het nu gelukkig een stuk beter met haar. Nina wilde alles zo perfect
zijn: volstrekt onbelangrijk en onschuldig.” En in deze beredenering kon mijn dochter zich vinden en zo kwam zij de afgelopen jaren haar verplichte spreekbeurten op school weliswaar zenuwslopend, maar heelhuids, in dit geval zonder te hyperen, door. De aanval van mijn dochter is een typisch voorbeeld van een ‘acute hyperventilatieaanval’. De patiënt’ wordt vaak duizelig, ziet de wereld rondom zich draaien, valt flauw en begint te zweten. Maar er bestaan ook andere verschijningsvormen.
De zevenjarige Nina was doorgaans een vrolijk meisje en speelde uit school regelmatig met vriendinnetjes. Anderhalf jaar geleden zag haar moeder haar langzaamaan veranderen in een teruggetrokken meisje. Op de vraag ‘Wat is er Nina, voel je jezelf niet lekker?’ antwoordde Nina steevast ‘Néé’. ‘Wat nee?’, vroeg haar bezorgde moeder. ‘Heb je het nog wel naar je zin op school?’. ‘Já’, antwoordde Nina direct. Iets té direct vond haar moeder. “Ze gaf zulke korte antwoorden op de vragen die ik haar stelde, ook op een gewone doorsnee-vraag, zoals ‘wat wil je op je brood?’. ‘Kaas’ zei ze dan, terwijl ze voorheen de oren van mijn hoofd kletste en ik mijn vraag vak moest herhalen omdat ze zo druk aan het praten was en mij niet hoorde.” De juffrouw op school merkte ook op dat Nina vrij stil was, maar ze had de indruk dat Nina het wel naar haar zin had op school. Ze was een ijverige leerling en was vaak als laatste leerling met een opdracht klaar, niet omdat ze de sommen of het taallesje niet begreep en meer tijd nodig had dan de gemiddelde leerling, maar omdat ze nadat ze de opdracht had gemaakt, al haar antwoorden nog een keer controleerde. Haar moeder vond dit vreemd en maakte dit kenbaar aan de juffrouw, maar die wim-
Foto skippyjon
Chronische hyperventilatie
mogelijk doen en niets van wat zij deed was goed genoeg in haar ogen. Door therapeutische gesprekken en het leren gebruiken van een plastic zakje tijdens een aanval leerde zij met haar klachten om te gaan. “Het werken met ademen via een plastic zakje zien we tegenwoordig als een onnodige vorm van veiligheidsgedrag. Als tijdelijk hulpmiddel mag je het wel gebruiken”, stelt Ed Berretty. Wanneer het kind de hele dag door haast onmerkbaar hyperventileert, dan spreken we over chronische hyperventilatie. Hyperventilatie betekent letterlijk ‘te veel ademen’ en dat is precies wat kinderen met hyperventilatie doen. Jonge slachtoffers van chronische hyperventilatie zijn vaak erg gevoelige kinderen die het moeilijk hebben om op een juiste manier om te gaan met de eisen die het leven, de school, hun ouders hen stellen. Bij chronische hyperventilatie is het ‘over ademen’ dus niet duidelijk op te merken en een kind kan lang blijven rondlopen met de symptomen van hyperventilatie vooraleer de juiste diagnose wordt gesteld. een uitgave van de ADF stichting
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 5
winter 2014
INTERVIEW
5
‘Ik heb geen tijd om rustig aan te doen’ door Anna Teresa Bellinzis
Uw ervaring delen? Mail naar
[email protected]
Na het lezen van enkele Twitterberichten over hyperventilatie neem ik contact op met schrijfster Suus Ruis. Of ze haar ervaringen wilt delen met lotgenoten. Een tijdje blijft het stil en daarna volgt een kort en bondig ja. Maar wel pas over een paar maanden, want Ruis is razend druk. En dat blijkt dan ook gelijk een oorzaak van haar hyperventilatie te zijn. “Ik ben alleenstaande moeder en werk veertig tot vijftig uur per week. Ik zit constant in een spagaat. Ik ben zo dankbaar dat ik in deze tijd genoeg werk heb, maar ik heb geen tijd om even rustig stil te staan en op adem te komen”, vertelt Ruis als ze mij heeft ingepland op een dan toch rustige maandagochtend. Acute hyperventilatie heeft ze zelden, legt Ruis vervolgens uit. En de keren dat ze een aanval voelt opkomen, kan ze deze vrij snel weer wegdenken en weg ademen. “Recent nog ging dat gepaard met een paniekaanval. Dan neemt mijn brein een loopje met mijn lichaam. Ik zat op kantoor en ineens werd ik heel erg bang door iets kleins dat wellicht niet eens zo was. Ik dacht dat ik een grote opdracht voor werk kwijt zou raken. Ik kreeg het warm, mijn wangen werden rood, mijn ademhaling versnelde. Ik zei tegen mezelf dat ik rustig moest worden, anders zou ik daar tussen die mensen echt gaan hyperventileren. Ik sprak mezelf toe dat ik gewoon even moest navragen hoe de vork in de steel zat. Als ik zo rationaliseer dan zakken de paniek en de hyperventilatie wel snel weg.”
Stresslevel door het dak Wat haar vooral nekt, is chronische hyperventilatie. “En op het moment ben ik ook nog eens verkouden en zit alles dicht, dus dat maakt het allemaal nog erger. Luister maar naar me, ik snak soms echt naar adem.” Naast druk zijn, horen ook stress en zorgen tot de boosdoeners vertelt Ruis. En de diagnose daarvan kwam drie jaar geleden een uitgave van de ADF stichting
Foto Paul de Graaff
Achter de maximaal 140 tekens van een Twitterbericht kan een heel verhaal zitten. Zo blijkt ook als ik journalist en schrijfster Suus Ruis vraag iets te vertellen over haar ervaring met hyperventilatie waarover ze op social media praat.
in een periode dat haar stresslevel door het dak ging. “Ik paste in Frankrijk op het huis van mijn ouders die op vakantie waren. Daar werkte ik aan de correctieronde van mijn tweede boek en er ontstond een meningsverschil
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 6
hyp
INTERVIEW
met de uitgever. Ik moest veel aan de tekst veranderen en baalde daar ontzettend van. Er was nogal wat gedoe over. En toen overleed plotseling de hond van mijn ouders. Hij was als een kind voor ze. Die narigheid, die stress. Ik kreeg druk op mijn borst, ledematen vielen uit, ik had weinig zuurstof en een constante spanning op mijn middenrif. In Frankrijk ging ik wel naar de arts, maar ik had geen zin in het hele circus van ambulance en ziekenhuis daar. Eenmaal terug op Schiphol ben ik vervolgens linea recta naar het Academisch Medisch Centrum gegaan.” Doordat haar vader – televisiepresentator Willem Ruis op zijn 41e is overleden aan een hartstilstand gingen in het ziekenhuis gelijk alle alarmballen af. Ruis was een risicogeval en ging door de hele onderzoeksmolen. Na alles onderzocht te hebben, kon de arts maar één oorzaak verzinnen: hyperventilatie. “Ik dacht gelijk aan acute aanvallen en blazen in zakjes, maar toen de arts uitlegde wat chronische hyperventilatie is, viel alles wel op zijn plek. Daar was voor mij geen twijfel over mogelijk. Ik heb overigens ook nooit aan erge kwalen gedacht. Ik maak me eigenlijk nooit zo snel zorgen, daar ben ik te nuchter voor.” Na dat bewuste bezoek nam Ruis op doktersadvies absolute rust en werkte ze een week lang niet. Ook werd haar aangeraden therapie te volgen, zoals Mensendieck. Toch is de schrijfster niet de persoon om dat ook werkelijk te doen. Ze legt uit: “Die week rust deed me goed. Maar therapie, tja, dat vind ik dan toch onnodig. Dat doe ik allemaal niet hoor. Ik probeer zo af en toe even te zitten en rust te nemen. Ik concentreer me dan op mijn ademhaling; ik adem goed diep in en uit.” In het dagelijkse leven merken mensen niks aan Ruis die doorgaans hoog ademt en weinig lucht krijgt. Alleen haar beste vriendin merkt het ‘gehijg’ op aan de telefoon. “Het belemmert mij ook niet, maar ik voel me minder goed. Ik ben vaker moe en kan moeilijk in slaap komen. Zo kom ik niet tot rust, ontspannen lukt slecht.” Ruis lacht als een boer met kiespijn: “En zo blijf ik maar bezig in een cirkel, dat is wel irritant.”
Teken van zwakte Dan na een korte stilte zegt Ruis: “Het gekke is toch dat hyperventilatie een beetje een taboe is. Ik schaam me nergens voor, maar ik ben er ook niet heel open in. Hyperventilatie hangt samen met paniekstoornis en is een toch soort teken van zwakte. Dat je jezelf niet onder controle hebt.” Zelf heeft ze die gedachtes ook gehad, geeft Ruis toe. Toen ze nog achter de schermen bij de televisie werkte, kwam ze in contact met Alexander Odijk (schrijver van het boek Hoera, ik heb hyperventilatie, Interview zomereditie Hyp). “Hij had erg last van hyperventilatie en dan hangt er toch iets om zo’n persoon heen. Ik dacht
een secondelang: dat is iemand die niet sterk genoeg is om tegen de wereld op gewassen te zijn. Dat is niet zo, dat weet ik, maar het is een label dat aan hyperventilatie plakt.” Haar humor en nuchtere kijk op het leven zorgen er voor dat Ruis niet bij de pakken neer gaat zitten en korte metten maakt met haar kwaal. De remedie kent ze immers: rust. En hoewel ze daar nu geen tijd voor heeft, maakt de schrijfster toch bewust keuzes. Zo heeft ze bijvoorbeeld het schrijven van haar vierde boek uitgesteld. “Ik ben te druk om daar iets goeds van te maken nu en wil het ook niet afraffelen.” Voorlopig moeten we het dus doen met haar artikelen in de glossy’s en haar Twitterberichten.
Foto Suus Ruis
6
Suus Ruis (40) is de dochter van de in 1986 overleden presentator Willem Ruis en alleenstaande moeder van Caesar (6). Nadat ze aan een studie rechten was begonnen, belandde Ruis in de televisiewereld waar ze jarenlang meewerkte aan diverse documentaires en entertainmentprogramma’s. Schrijven bleek echter haar grootste passie en daarvoor zegde ze haar baan op. Haar eerste romans zijn Tweede Viool (2008) en Zonde (2012). Daarna volgde het hilarische ‘Wat ze je niet vertellen over mama zijn’. Tegenwoordig is Ruis bezig met een vierde boek en schrijft ze als freelance journalist voor diverse glossy’s.
een uitgave van de ADF stichting
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 7
winter 2014
ONDERZOEK
7
De hulpverlener in je binnenzak, ook voor paniek en hyperventilatie? door Anne-Ruth Nieuwenhuizen
Aan de universiteit van Twente wordt hard gewerkt aan het ontwikkelen van een app die een betere preventie en behandeling van paniekstoornissen als doel heeft. Peter Meulenbeek, universitair docent, gezondheidszorgpsycholoog en onderzoeker bij de vakgroep psychologie, gezondheid en technologie vertelt over zijn onderzoek. Waarom is vroegtijdig ingrijpen bij paniekklachten volgens u zo belangrijk? “Wanneer je dit niet doet, is de kans groot dat de klachten blijven bestaan en zelfs erger worden. Stel: Je moet naar het station, en je hebt een knoop in je maag. Je neemt een trein later, maar de tijd verstrijkt en je wordt steeds zenuwachtiger, totdat je besluit om deze worsteling aan je voorbij te laten gaan en je afspraak af te zeggen. Bij paniekklachten kan dit het begin zijn van het ontstaan van een spiraal van angst en vermijding. Angstig zijn voor een treinreis kan zich gemakkelijk uitbreiden naar andere plaatsen waar veel mensen zijn, zoals openbare plekken of drukke winkels. Wanneer je die situaties gaat vermijden, kun je angst voor de angst ontwikkelen. Daarnaast is het zo dat mensen die geruime tijd last hebben van angst vaak ook somberheidklachten ontwikkelen. Bij vroegtijdig ingrijpen kun je dit voorkomen, omdat je het beloop van de klachten op een gunstige manier kan beïnvloeden en daarmee de kwaliteit van leven kan verbeteren. De app die nu ontwikkeld wordt, moet die spiraal gaan doorbreken.” “Ik vind het belangrijk om te benadrukken dat hyperventilatie en paniekaanvallen twee van elkaar te onderscheiden fenomenen zijn. Niet iedereen met hyperventilatie heeft last van paniekaanvallen en niet alle paniekaanvallen gaan gepaard met hyperventilatie. In zo’n 40% van de gevallen hebben mensen met paniekaanvallen wel te maken met hyperventilatie. Sommige verschijnselen van hyperventilatie komen overeen met die van een paniekeen uitgave van de ADF stichting
aanval. Typisch voor een paniekaanval is echter dat je een plotselinge heftige angst krijgt met verschijnselen als hartkloppingen, zweten, trillen, en duizeligheid. Deze plotselinge angst is een alarmreactie van je lichaam die na ongeveer twintig minuten weer afzakt.”
Hoe bent u op het idee gekomen een app te ontwikkelen? “Deze app is voortgekomen uit de cursus Geen Paniek, die zeer effectief bleek voor mensen met lichte tot matige paniekklachten. Ik zou de app graag breed onderzoeken, dus zowel voor mensen met lichte klachten die hem zelfstandig willen gebruiken, maar ook voor mensen met ernstiger klachten. Het grote voordeel van een app is dat je hem altijd bij de hand hebt. Bij angstklachten is dat natuurlijk heel prettig omdat je op het moment dat de angst optreedt meteen hulp hebt. Het leert je hoe je er beter mee om kan gaan. In die zin heeft het een duidelijke meerwaarde waarbij ik verwacht dat het leereffect snel zal optreden.” “In het omgaan met paniek is oefenen heel belangrijk. Daarbij is het belangrijk duidelijk te maken hoe paniek ontstaat en verloopt en wat het is en niet is. Hoe angst
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 8
hyp
ONDERZOEK
zichzelf in stand kan houden en hoe gevoelens, gedachten en gedrag elkaar beïnvloeden is ook informatie die je moet geven. Kennis alleen is echter niet voldoende. Je moet het ervaren, meemaken in de praktijk. Dat betekent dat je de situaties die je hebt vermeden of die moeilijk voor je zijn, juist weer moet opzoeken. Aan het opdoen van andere ervaringen in situaties die voorheen veel spanning gaven kan veel zelfvertrouwen ontleend worden. Zo kun je de negatieve spiraal weer een positieve wending geven.”
Wat doet de app? “De app bevat elementen die in de cognitieve gedragstherapie effectief zijn toegepast. Dit wordt in de app vertaald in een toegankelijke vorm. Eén van de oefeningen die we gaan toepassen is een lichamelijke interoceptieve exposure oefening: de lichamelijke gevoelens die optreden bij een paniekaanval kun je zelf oproepen door bepaalde oefeningen. Hierdoor kunnen mensen ervaren dat ze het zelf kunnen oproepen maar dat het ook weer verdwijnt. Het zijn verschijnselen die optreden, die geen kwaad kunnen en ook weer voorbij gaan. Met deze oefening leer je mensen weer vertrouwen te krijgen in hun eigen lichamelijke verschijnselen. Daarnaast richten we ons op het onderscheiden van verschillende gedachtes. Je probeert een gedachte als ‘ik ga dood, ik ga flauwvallen of ik word gek’ uit te dagen. Een realistische gedachte is: ‘deze reactie hoort bij mijn lichaam wanneer het in de alarmstand schiet en zich voorbereid op gevaar, maar ik ben niet in gevaar dus het is een onschuldig verschijnsel dat weer voorbij gaat’. Realistische gedachtes kunnen enorm ondersteunend zijn bij het ontwikkelen van meer acceptatie. Vécht er niet zo tegen als het begint, maar stel jezelf gerust: je hebt het eerder meege-
maakt en toen ging het ook voorbij. Als je dat vertrouwen weer een beetje terug krijgt, dan wordt het in de praktijk ook veel gemakkelijker om te oefenen in situaties die moeilijk voor je zijn, in de bus of trein, op de snelweg of waar dan ook.”
Is deze aanpak die in de app vorm zal krijgen, ook geschikt voor zwaardere paniekstoornissen? “Jazeker, ook voor mensen met langduriger en ernstiger klachten is de app zeker geschikt. Mensen met lichte tot matige klachten kunnen zelfstandig aan de slag met de app en voor zwaardere gevallen kun je je voorstellen dat het als extra element wordt ingezet in de therapie. Misschien kan het zelfs het aantal therapeutische momenten verminderen. Ze zullen waarschijnlijk wel extra begeleiding nodig hebben omdat de klachten ernstiger en langduriger zijn, maar ik denk dat het verandereffect sneller kan optreden met behulp van zo’n app. We passen verschillende elementen toe, zoals filmpjes, uitleg en informatie, maar we hebben ook cursisten gefilmd die je kunt volgen. Je kunt echt aangeven wat voor jou belangrijk is. Zo heb je een ruime keus bij het kiezen van helpende gedachten. In die zin heb je direct toegang tot dat wat je helpt in de praktijk. Ook de mensen met ernstiger klachten kunnen hiermee geholpen worden denk ik.”
En hoe zit dat met mensen die hyperventilatie hebben? “In eerste instantie richt de app zich op mensen met paniekklachten, maar omdat hyperventilatie bij 40% van deze groep wel voorkomt besteden we er zeker aandacht aan. We leggen mensen uit wat het is door het geven van informatie. Maar ook bij hyperventilatie werken we met realistische gedachtes als ‘ik heb nu een versnelde ademhaling, maar dat herstelt zich weer’. In de app zijn ook ademhalingsoefeningen te vinden die je kunt toepassen zodat mensen weer wat meer grip krijgen op de hyperventilatie. Het gaat zowel bij paniekklachten als bij hyperventilatie om meer lichaamsbewustzijn, om het op een realistische manier herkennen van je eigen lichamelijke verschijnselen. Als je merkt dat je je ademhaling weer rustig kunt krijgen dan kan dat enorm veel vertrouwen geven waardoor de spanning ook minder wordt en die klachten ook minder snel zullen optreden.”
Tips •
•
•
Kijk naar wat er werkelijk met je lichaam en je gedachten gebeurt en herken het als behorende bij een paniekaanval. Besef dat het geen kwaad kan, het is een vals alarm dat weer over gaat, accepteer dit en verzet je er niet tegen, stel jezelf gerust. Richt niet alleen je aandacht op je lichamelijke sensaties, maar ook op je omgeving. een uitgave van de ADF stichting
Foto Roy Borghouts Fotografie
8
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 9
winter 2014
•
•
Vermijd veiligheidsgedrag; daag jezelf uit om situaties alleen aan te gaan. Blijf een tijdje in de situatie als de angst al is gezakt.
Foto Roy Borghouts Fotografie
“Belangrijk om te beseffen tijdens een paniekaanval is dat je er op dat moment niet zoveel aan kunt doen. Wanneer de aanval op zijn hevigst is, hebben oefeningen niet zoveel nut. Een paniekaanval duurt zo’n 20 minuten en dan zakt het af, ons lichaam zorgt daar zelf voor. Op dat moment moet je niet teveel van jezelf verwachten. Het is vooral belangrijk dat je er vertrouwen in krijgt dat het weer weg gaat. Wanneer je nog niet middenin een aanval zit, is een overdreven aandacht voor je lichamelijke gevoelens niet zinvol. Het maakt ze allesbepalend en het enige waar je nog aan kunt denken. Probeer ze te herkennen en ze te laten zijn. Ondertussen kun je je aandacht richten op je omgeving, bijvoorbeeld de winkel waar je boodschappen aan het doen was. Loslaten dat je altijd iemand bij je moet hebben, en jezelf uitdagen het alleen te doen, kan moeilijk zijn maar wel heel erg helpen. Een goede tip is ook om nog een tijdje te blijven in de situatie waarin je een paniekaanval hebt gehad. Als je de paniek hebt doorstaan en je gaat meteen de winkel uit, dan blijft die winkel een plek gekoppeld aan je paniek. In die omgeving blijven nadat de paniek is afgezakt maakt van de winkel weer een plek om boodschappen te doen, en geeft ook zelfvertrouwen.”
Peter Meulenbeek, universitair docent geestelijke gezondheidsbevordering bij de faculteit Gedragswetenschappen van de Uni-
ONDERZOEK Ziet u ook positieve kanten aan het hebben van paniekklachten?
“Dat is inderdaad goed om te noemen, want klachten ontstaan meestal niet voor niets. Vaak zie je klachten ontstaan na een langere periode van opbouwende spanning of in een periode waarin veel gebeurde. Als er dan te weinig rustmomenten zijn, ontstaat er gemakkelijk een disbalans en dit uit zich vaak in angstklachten, hyperventilatie of paniek. Problemen met partner of vrienden die langere tijd aanhouden of verlies van dierbaren, maken je kwetsbaarder voor dit soort klachten. Het is dus ook van belang om te kijken hoe je kunt voorkomen dat die stressbronnen blijven bestaan. Daarnaast is ook een evenwichtige levensstijl belangrijk. Tegen bijvoorbeeld te weinig slaap en rust komt je lichaam op een gegeven moment in verzet. Als je conditie verbetert, ben je weerbaarder tegen stressfactoren. Maar allereerst moet je natuurlijk grip krijgen op de paniek. Daarna kun je gaan kijken waardoor het wordt veroorzaakt. Het positieve is dat je er echt iets van kunt leren. Hoe heeft die spanning zover kunnen opbouwen, zorg ik wel goed voor mezelf? Het kan je leren om signalen serieus te nemen, en dat is erg belangrijk bij het voorkómen van paniek.”
Wanneer kunnen we de resultaten van het onderzoek verwachten? “Onder studenten hebben we de app getest op de bruikbaarheid en technische vormgeving. Op dit moment wordt het onderzoek uitgezet onder de doelgroep. We willen groepen bereiken bij GGZ-instellingen, maar ook mensen die nog geen hulp hebben gezocht maar die wel lichte tot matige klachten hebben en er zelf mee aan de slag willen. Ik ben heel erg benieuwd wat mensen er zelf van vinden. Wat vinden ze nuttig en wat niet en hoe willen ze het gebruiken? Ik denk dat je verschillende groepen zult krijgen, zoals mensen die alleen maar tips willen maar ook mensen die graag wat meer verdieping of informatie zouden willen hebben, bijvoorbeeld over hoe de hersenen werken. Dat kunnen we allemaal inpassen. Je kunt heel goed verschillende groepen bedienen met een dergelijke app. Ik vind het heel belangrijk dat mensen met een paniekstoornis goed geholpen kunnen worden, en ik denk dat deze app daar zeker aan kan bijdragen.”
Het onderzoek is nog in opzet. Voor nadere informatie en mogelijke deelname kunt u zich melden bij:
[email protected]
versiteit Twente, kreeg in 2012 de Parelprijs van ZonMw uitgereikt door minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Edith Schippers voor zijn cursus Geen Paniek.
een uitgave van de ADF stichting
9
Verder lezen: ‘paniek’, uitgeverij BOOM.
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 10
10
hyp
PERSOONLIJK
‘Als het licht uitgaat, verstijf ik van angst’ door Anna Teresa Bellinzis
Vragen of opmerkingen? Mail naar
[email protected]
Een wat op het oog onschuldig spelletje lijkt, heeft ervoor gezorgd dat Kelly Vijfschaft al twintig jaar geen donkere ruimte in kan stappen zonder volledig in paniek te raken. Zelfs niet als het haar eigen, vertrouwde slaapkamer is. En dan zijn er nog de spiegels waar ze echt niet in wil kijken. Donkere ruimte
foutieve energie uit de aura verwijderd wordt. Die foute energie kan de oorzaak zijn van pijn en of andere klachten. Daarbij adem ik rustig en diep als ik paniek voel opkomen. Ik spreek mezelf ook toe en begeleid mezelf. Daar is veel discipline en zelfkennis voor nodig. De paniek lok ik soms ook met opzet uit om mezelf dan te laten zien dat er niets ergs gebeurt. Van deze vorm van therapie krijg ik veel rust. En de paniek, daar heb ik eigenlijk al maanden haast geen last van gehad. Wat ik doe is overigens geen vervanging van een arts, maar wel een supplement. Het kan een waardevolle aanvulling zijn als
“Ik was vijf toen een groepje jongens het leuk vond om mij op school op te sluiten in een klein kamertje en gillend om mij heen te rennen. Kinderen kunnen ontzettend wreed en hard zijn en ik was al een tijdje het mikpunt op school. Ik was een beetje mollig en gedroeg me niet zoals alle andere kinderen deden. Daar zat ik: ineens in het donker in een kleine ruimte. Dat heeft zijn sporen nagelaten. Ik durfde niet meer naar school. Durfde geen kleine ruimtes in. Durfde geen donkere ruimtes in. Nu nog steeds niet. Daar krijg ik gelijk een paniekaanval van. Mijn kamerdeur kan ik niet dicht doen. En ik durf zelfs mijn eigen slaapkamer niet in als er geen lichtje brandt. Ik krijg daar een héél naar gevoel van, alsof er een band wordt strak getrokken om mijn hart en om mijn longen.”
“Mijn ouders hebben mij vroeger laten onderzoeken door een dokter en op het moment zelf dachten ze wel dat ik erg geschrokken was, maar dat de angst vanzelf zou overgaan. Daarbij zag ik het niet zitten om nog meer gepest te worden als ik naar een psycholoog zou moeten. Ik besloot dus om donkere, kleine ruimtes te mijden en dan zou ik geen aanvallen meer krijgen. Nu alsnog in therapie gaan? Dat is me afgeraden door een psychiater met wie ik niet zo lang geleden gepraat heb. Hij zegt dat het nu al eigenlijk zo goed met me gaat dat therapie onnodig oud zeer oprakelt. Ook met het slikken van medicijnen zou ik niks opschieten. Het is overigens niet zo dat ik helemaal geen therapie krijg. Ik loop namelijk bij mezelf in therapie. Ik heb een cursus gevolgd voor signature cell healing en dat pas ik op mezelf toe. Ik doe een intensieve aura reiniging waarbij
Foto lessonslearnedinlife.com
Therapie
een uitgave van de ADF stichting
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 11
winter 2014
PERSOONLIJK
de persoon er open voor staat. Ook zorg ik dat de nieuwe cellen die het lichaam gaat aanmaken zelfhelende cellen zijn die het proces van binnen uit in werking zetten.”
vanaf weet en dat ik hem wegwijs kan maken. Hij kon de dingen ook al zien, maar wist niet wat hij er mee moest en wat hij er mee kon. En als het op mijn familie aankomt: ik ben hen eeuwig dankbaar voor hun steun en vertrouwen. Het leuke is dat mijn familie ook mijn klanten zijn in mijn eigen therapiepraktijk, zij zijn namelijk ook paranormaal begaafd.”
Spiegel “Ik vind dat helemaal niks. Want als ik in een spiegel kijk, zie ik mensen naast of achter me die ik niet wil zien. En daar schrik ik van. Ik heb een klein spiegeltje van 15 bij 15 centimeter op mijn slaapkamer hangen, daar doe ik het mee. Je moet weten dat ik paranormaal begaafd ben. Ik heb een zesde zintuig, geen fantasiebrein dat me in de maling neemt. Ik ben dat al sinds klein meisje. Vandaar dat ik me anders gedroeg op school en ook een reden dus voor de anderen om me te pesten. Zat ik daar op het bankje op het schoolplein te praten met een verschijning die me vertelde dat ’ie bang was, dan zagen de anderen alleen een meisje dat hardop in zichzelf praatte. Als iemand overlijdt, mens of huisdier, dan zoekt diegene me op en staat bijvoorbeeld in de ochtend naast mijn bed. Ze zijn er even, staan er gewoon of praten met me. Sommigen gaan en anderen komen vaker terug. Als een over-
Toekomst “Ik wil essentie therapeut worden en zal daarvoor een opleiding gaan volgen. Doordat psychologie een onderdeel van de opleiding is, past deze goed bij mijn missie. Ik wil namelijk mensen helen en helpen hun eigen doel hier te vinden en het proces ernaar te starten en begeleiden. Ik wil anderen laten zien dat het goed komt.”
‘Wees lief voor anderen, want je weet niet wat voor strijd zij van binnen voeren’ ledene voor het eerst verschijnt, dan is dat altijd weer even eng en kijk ik wie het is. Ik kan dat ‘zien’ overigens aan en uitzetten. De figuren zijn er altijd wel, maar ik geef er geen gehoor aan.”
Relatie “Niet iedereen weet ermee om te gaan. Mijn ex klikte soms gewoon het licht uit terwijl hij van mijn angst af wist. Hij begreep het gewoon niet. En dat terwijl ik na een paar afspraakjes, als een relatie serieus lijkt te worden, wel gelijk vertel waar ik mee kamp. Een vriend moet weten dat ik bij een paniekaanval verstijf van de angst en niet meer kan praten. Ik leg het uit en vertel dat als ik in paniek raak, hij me moet vasthouden. Als ik dat niet vertel en het gebeurt, dan denkt een jongen wellicht: ‘wat is dat voor raar kind, ik ga weg hier’. Op het moment heb ik een vriend die op het gebied van paranormaal begaafd zijn net aan het wakker worden is. Hij vindt het heel prettig dat ik er al veel een uitgave van de ADF stichting
Foto Kelly Vijfschaft
Foto dlritter
11
Kelly Vijfschaft (25) uit NieuwVennep werkt parttime in een restaurant en heeft een eigen, kleine therapiepraktijk. Daar helpt ze familie en lotgenoten om te gaan met paniekstoornis en paranormaal begaafdheid.
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 12
12
hyp
INTERVIEW
Bewust je doelen stellen en ervaringen delen versterkt
Werkervaringsproject helpt kandidaten met angstklachten op weg door Yvonne Mors
Uw ervaring delen? Mail naar
[email protected]
Als ik vraag wat het project Kansen op Werk voor haar betekend heeft, is ze even geëmotioneerd. “Ik doe mee en sta niet meer aan de zijlijn. Ik sta door het project steviger in de wereld. Het heeft mij meer zelfvertrouwen gegeven”, zegt Sandra Boon dan.
Foto Yvonne Mors
Een jaar lang werkte Sandra Boon bij Kansen op Werk, een project dat mensen met een psychische beperking aan het werk helpt. Vizier/Hyp ziet haar bezig in het
Sandra Boon: “Ik sta door het project steviger in de wereld.”
kleine kantoortje op één hoog, in de drukke buurt van de Amsterdamse Hogeschool. Boon rondt er in volle vaart zo veel mogelijk werk af en draagt het over aan haar opvolger. Zelf stapt ze volgende week al over naar een andere baan. Zelfverzekerd vertelt ze over het project en haar werkzaamheden. Als was ze een van de projectassistenten. De verbazing is groot als Boon dan zegt zelf ook een kandidaat te zijn van het project. Een kandidaat in huis dus, die projectleider Marja de Kinderen bijstaat bij de begeleiding naar werk voor andere kandidaten. Thuis, in een rustige woonwijk in Hoorn, vertelt Boon er meer over.
Kleine wereld Het is nu drie jaar geleden dat de Noord-Hollandse uit het arbeidsproces raakte. Met burnout klachten belandde zij in 2011 de ziektewet. Nader onderzoek wees uit dat Boon een angststoornis heeft en een dysthyme stemmingstoornis. Na een combinatie van negatieve ervaringen op het werk en privéomstandigheden kreeg ze last van angstaanvallen. Er was dan grote paniek, waarbij ze niemand in haar omgeving meer vertrouwde. Achteraf ziet Boon dat ze er langer mee heeft rondgelopen. Bij spanning op het werk voelde ze zich vaak rillerig, een van de signalen van een angststoornis. Toen ze niet meer werkte, kwam ze door de angst bijna de deur niet meer uit en werd haar wereld snel kleiner. Zo klein dat ze eigenlijk alleen nog haar ouders en een paar goede vrienden zag. De stemmingstoornis was minder prominent, vertelt Boon. “Ik besefte eigenlijk niet dat ik dat had.” Kenmerk van deze stoornis is dat er lange sombere periodes zijn in je leven en soms korte periodes waarin je je wat beter voelt. Deze periodes duren echter nooit langer dan twee maanden. Doordat het om relatief milde sombere gevoelens gaat, denken mensen die ermee kampen dat het bij het leven hoort, of deel uitmaakt van hun karakter. Dat is voor een deel ook zo, aldus Boon. “Ik weet nu dat dat stukje bij mij hoort. Ik zal eerder in het negatieve blijven hangen.” Maar ze weet nu ook hoe ze ermee kan omgaan. “Ik kan mezelf bewust naar het positieve toetrekken. Als ik bijvoorbeeld in de trein zit en merk dat ik pieker, benoem ik alle dingen die ik zie. Door dat bewust te doen kan ik de olifant weer terugbrengen tot de mug.” een uitgave van de ADF stichting
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 13
winter 2014
INTERVIEW
13
anders tegen een psychische beperking aankijken. “Bedrijven zullen er meer mee te maken krijgen”, aldus Boon. “Ook onder de werkenden is er veel uitval. Als zij weer terugkomen op het werk moeten werkgevers alert zijn op een terugval.” Zelf is ze zich door de ervaring bij ‘Kansen op Werk’ bewust van haar valkuilen. Dat maakt dat zij een dreigende overbelasting herkent en kan voorkomen.
Het heeft haar een goed jaar gekost om het heft in handen te nemen, zo vertelt ze. Door een GGZ-training besefte Boon dat ze zelf haar angstklachten creëerde en zichzelf daar dus ook uit kon halen. “Het was een internetbehandeling, en ik was daar eerlijk gezegd eerst sceptisch over, maar het werkte goed. Door de oefeningen leerde ik te kijken naar mijn angsten en gevoelens. Of deze reëel waren of dat mijn gedachten op de loop gingen met mij. Ik moest eerst concreet op papier zetten hoe ik die opdrachten ging uitvoeren en vervolgens de opdrachten gaan doen. Als ik een opdracht niet uitvoerde, moest ik aangeven waarom niet en bedenken hoe ik daar bijvoorbeeld in kleinere stappen toch aan kon werken.”
Een jaar geleden stapte Boon voor het eerst weer in de trein en de metro. Twee keer per week ging ze op weg naar haar nieuwe baan als projectassistent van Kansen op Werk. Hoe kreeg ze dat voor elkaar? “Ik wilde een stap maken naar meer mogelijkheden voor mezelf. Richting betaald werk en financiële onafhankelijkheid. Ik kom uit de gezondheidszorg, heb altijd gewerkt als persoonlijk begeleider van verstandelijk gehandicapten. Met mijn GGZ-achtergrond wilde ik graag weer mensen helpen. Door administratief werk bij Kansen op Werk kon ik dat doen met een veilige afstand.” Boon vertelt dat het directe contact met kandidaten voor haar moeilijk is, omdat de verhalen soms zo herkenbaar zijn dat ze daar emotioneel van wordt. “Nou ja”, lacht ze, “alle contact was sowieso heel moeilijk toen.” Zo had ze door negatieve ervaringen op het werk met haar leidinggevende zelfs veel moeite om projectleider Marja de Kinderen aan te spreken. De training die gekoppeld was aan haar werkervaringsplaats bij Kansen op Werk heeft haar daar goed bij geholpen. Het voor zichzelf duidelijk vaststellen wat ze uit de training wilde halen, gaf haar zelfvertrouwen, net als het uitwisselen van ervaringen in de groep gelijkgestemden. “Daar kon ik oefenen met hoe ik iets aan Marja kon vertellen, of hoe ik kon vertellen over wat ik privé had meegemaakt.”
Meer openheid Dat kon ze goed gebruiken in de contacten die ze legde met werkgevers. Haar doel was om daar werkervaringsplaatsen los te krijgen voor de kandidaten. Al snel merkte Boon namelijk dat ze het leuk vond om meer bekendheid te geven aan Kansen op Werk; uitleggen wat het bieden van zo’n plek met zich meebrengt en wat het voor kandidaten kan betekenen. Als ze haar eigen ervaringen daarin zou kunnen delen, kon ze beter vertellen, zo redeneerde ze, maar dat was wel een hele stap. Temeer omdat er steeds meer niet-GGZ-instellingen benaderd worden, die een uitgave van de ADF stichting
Foto Dolhuys
Training goede aanvulling
Binnenkort starten zes kandidaten van Kansen op Werk in het Haarlemse Dolhuys-museum.
Boon vond het leuk om te merken dat de acquisitie haar goed afgaat. Zo werkte ze mee aan de totstandkoming van het Dolhuys-project, het Haarlemse museum (zie foto) waar zes kandidaten een werkervaringplek hebben en binnenkort starten met een training in company. En ook met een toekomstverkenning met het oog op een doorstart van het project richting gemeenten en overheid. De stress die de contacten met werkgevers met zich meebracht was groot, maar kon Boon hanteren. Het succes is een goed gevoel. “Het maakte mijn wereld groter, en het stelde mij in staat om deze stap uit te proberen, te testen. Zonder dat ik daar gelijk op wordt afgerekend. Die ruimte vind ik heel mooi.” Nu stapt Boon over op een nieuwe werkervaringsplaats bij het wijkcentrum in haar woonplaats. Haar eerste klus is het opstellen en implementeren van een hygiëneplan voor de keuken. Het werken in een drukke omgeving als een wijkcentrum is een volgende stap in haar re-integratie. “Meer drukte vind ik nog lastig. Ik heb gemerkt dat ik veel mensen heel vermoeiend vind en dat ik me dan moeilijk kan concentreren.” Doelgericht zet ze nu dus deze stap op weg naar meer kansen op werk.
Aanmelden voor het project? Dat kan via www.kansenopwerk.nl of 020 - 694 8050.
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 14
14
hyp
INFORMATIE
Aandacht voor ademhaling en gedachten door onze redactie en psycholoog Ed Berretty
De hieronder beschreven oefeningen zijn niet bedoeld om angstgevoelens uit te bannen, maar om te leren omgaan met uw angst. Doe de oefeningen minstens twee maal per dag, 10 minuten per keer; gedurende zeven dagen. In eerste instantie in een rustige omgeving waar u zich goed voelt. Pas als u een tijd geoefend heeft, kunt u in angstige situaties gaan oefenen. Houd na iedere oefening bij op een schaal van 1 tot 10 in welke mate u erin bent geslaagd om u te concentreren op het tellen en in hoeverre het lukte om de buikademhaling toe te passen. 1. Concentratie op buikademhaling (middenrif): De buik zet uit bij normale inademing. (niet overdreven inademen). De buik trekt zich in bij de uitademing. U kunt hierbij eventueel één hand op uw borst leggen en de andere hand op uw buik, en uw pink plus minus 2 cm boven uw navel leggen. Het is de bedoeling dat de hand op uw borst nauwelijks beweegt als u inademt. 2. Op normale snelheid ademen en gelijkmatig proberen te ademen. Bij het uitademen de lucht langzaam uit uw mond of neus laten wegvloeien. 3. Bij inademing telt u één; bij uitademingen denkt u: ontspan. Bij de volgende inademing denkt u twee; bij uitademingen denkt u: ontspan. Zo doorgaan tot u bij 10 bent. Vervolgens weer beginnen met één. Als u bovenstaande techniek beheerst kunt u verder gaan met de langzame ademhaling oefening: 1. Een kleine pauze inlassen tussen een in- en uitademing: Tel: één, adem in (2 seconden). Denk: ontspan (1 seconde) en adem uit (twee seconden). Streef naar ongeveer tien ademhalingen per minuut. 2. Oefenen op verschillende plekken (tijdens het werk, terwijl u ergens wacht). Zoveel mogelijke korte oefeningen doen gedurende de dag. Oefen nu ook in angstsituaties. Probeer als het ware door uw angst en zorgen heen te ademen; dus er niet voor weg te lopen. Gedachten hebben een belangrijke invloed op uw angst. Daarom is het van belang om hier inzicht in te krijgen en
te leren hoe u deze gedachten kunt beïnvloeden waardoor u minder angstig wordt en beter met uw angstgevoelens om kunt gaan. Lees de twee volgende voorbeelden van gebeurtenis-gedachte-gevoel: Ik voel pijn op mijn borst, ik krijg vast een hartaanval, paniek. Ik voel pijn op mijn borst, ik heb last van spanning, geen paniek. Als u zich angstig voelt, neemt de kans op negatieve gedachten toe.
Inzicht in negatieve gedachten Veel gedachten zijn automatisch wat betekent dat we ons niet bewust zijn van wat we allemaal denken. Daarom kan het zijn dat u het gevoel heeft dat de paniek u overvalt en er geen gedachte aan vooraf ging. Vaak is dit echter wel het geval. Wat zijn mogelijke (automatische) gedachten die vooraf gingen aan mijn paniek? U stelt vragen aan uzelf, die u zo concreet mogelijk probeert te maken: • Hoe voelde ik me op dat moment? • Antwoord: ik voelde me verschrikkelijk. • Vraag: wat dacht ik dat me zou kunnen overkomen? Hierop gaat u verder doorvragen wat er zou kunnen gebeuren. En als dat zou gebeuren waar u zo bang voor bent, wat dit dan zou betekenen enz.
Inzicht in uw overhaaste conclusies op basis van negatieve gebeurtenissen U denkt waarschijnlijk vaak dat er iets verschrikkelijks zou kunnen gebeuren dat in werkelijkheid helemaal niet gebeurt. Onjuiste overtuigingen kunnen hardnekkig stand houden: • door dingen te vermijden waardoor u de angst serieus neemt en bevestigt. • door onjuiste gedachten: Voorbeelden: U denkt: ‘dat dat in het verleden nooit is gebeurd, wil niet zeggen dat dit nooit zal gaan gebeuren’. Toch blijkt dat inderdaad wel een goede leidraad te zijn: als er herhaaldelijk niets is gebeurd dan is het onwaarschijnlijk dat er in de toekomst wel iets zal gebeuren. een uitgave van de ADF stichting
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 15
winter 2014
U denkt: ‘mijn hart slaat aardig op hol, maar nog net niet zodanig dat het explodeert, misschien wel bij een volgende paniekaanval.’ De heftigheid van de lichamelijke symptomen is ook nooit een indicatie voor bepaalde aandoeningen. Ook is het niet zo dat door de paniekaanvallen schade wordt toegebracht aan organen.
Realistisch leren denken Door informatie te verzamelen. Door uw eigen conclusies (bewijzen) onder de loep te nemen. Maak een lijst van alle ‘bewijzen’ voor al datgene waar u bang voor bent tijdens een panieksituatie. U kunt hierbij gebruik maken van een 0 tot 100 score- schaal. U geeft dan aan hoe vaak datgene waar u bang voor was, ook daadwerkelijk is gebeurd: Is dat waar ik me zorgen over maak ook ooit echt gebeurd? • Wat zijn hierbij onjuiste gedachten die mijn angst in stand houden of welke situaties vermijd ik waardoor ik mijn angst bevestig? • Wat is het bewijs waaruit blijkt, dat waar ik bang voor ben, ook daadwerkelijk zal gebeuren? • Wat is het bewijs waaruit blijkt dat het niet zal gebeuren? Bedenk alternatieve gedachten die u baseert op objectieve informatie die u in de plaats kunt zetten van de negatieve (angst)gedachten.
Zaken in perspectief leren zien en uw angst nader bekijken U kunt ook leren om uw angst in de ogen te kijken door in te gaan op waar u zo bang voor bent dat zou kunnen gaan gebeuren. Door hiermee bezig te zijn leert u te ervaren dat de ergste angst vaak niet zo erg is als dat u dacht. U leert inzien dat ook deze situaties voorbij gaan en u kunt manieren gaan bedenken om met de gevreesde situatie en uw angstgevoelens om te gaan.
COLOFON
15
Hyp is het nieuws- en contactblad van de Nederlandse Hyperventilatie Stichting. Het heeft als doel om mensen met hyperventilatie erkenning, herkenning en inspiratie te geven. Hyp verschijnt vier maal per jaar. Redactie Anna Teresa Bellinzis, hoofdredacteur Ditty Drenthe Linda Groeneveld Yvonne Mors Anne-Ruth Nieuwenhuizen Rita Sijtsma Kantoor en correspondentie Nederlandse Hyperventilatie Stichting Hoofdstraat 122 3972 LD Driebergen-Rijsenburg Telefoon: 0900 – 22 55 460 Website: www.hyperventilatie.org e-mail:
[email protected] Telefonische bereikbaarheid: maandag tot en met vrijdag 9.00-13.30 uur Bestuursleden Prof. Dr. Frits Boer, voorzitter Martin van de Brink, penningmeester Directeur Josine van Hamersveld Vormgeving Arthur van Aken Ferdinand van Nispen Uitgever Performis, ’s-Hertogenbosch Abonnement/lidmaatschap Het lidmaatschap van de Nederlandse Hyperventilatie Stichting kost € 35,00 per jaar (eenmalige inschrijfkosten € 7,00). U bent dan automatisch geabonneerd op hyp. Het lidmaatschap loopt per kalenderjaar van 1 januari tot en met 31 december. Nieuwe abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Aanmeldingen kunnen telefonisch: 0900 – 22 55 460, schriftelijk: Hoofdstraat 122; 3972 LD Driebergen-Rijsenburg, of per e-mail:
[email protected]. Beëindiging van het abonnement of het lidmaatschap van de Nederlandse Hyperventilatie Stichting (dat gekoppeld is aan het abonnement) kan uitsluitend schriftelijk vóór 1 november van het lopende kalenderjaar. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement/lidmaatschap automatisch met één jaar verlengd. Betalingen ING bank: NL59 INGB 0005 4858 60 Copyright Niets uit dit tijdschrift mag in welke vorm dan ook worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever.
Heeft u al goede voornemens voor 2015? Laat het ons weten. Mail naar
[email protected]. een uitgave van de ADF stichting
Aansprakelijkheid Omdat de NHS uitsluitend evidence based behandelingen ondersteund neemt zij geen verantwoording voor de meningen, ervaringen of adviezen van derden in interviews, ervaringsverhalen of essays. ISSN 1878-8777
04_hyp_winter_2014 04-12-14 11:22 Pagina 16
16
COLUMN DITTY DRENTHE
hyp
Opzij Automatisch schoot me het liedje ‘Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, Ik heb ongelofelijke haast’, te binnen toen ik ternauwernood op de snelweg kon ontwijken aan een autocoureur, die voor automobilist moest doorgaan. Hij had vast geen vergunning om op het circuit van Zandvoort te rijden.
Waarom hebben mijn tegenliggers altijd zo’n ongelofelijke haast. Weten die automobilisten wel wat ze een hyperige, hijgerige hypochonder aandoen. Als ik schrik, word ik getriggerd van hier tot Tokyo. Maar goed, ik moest weer verder, ik kon/mocht niet in dit voorval blijven hangen en in die achteruitkijkspiegel blijven loeren.
Foto Kencha van Drenth
‘Hupsakee Girl, let op de weg!’ Hard toeterend scheert er op de rijbaan naast mij een automobilist langs. Ik trek met een ruk mijn stuur naar rechts. Het schaamrood kruipt vanuit mijn nek omhoog. Wat dom, ik veroorzaak bijna een botsing, door mijn paniekerige gedrag. Ik duw mijn rug tegen de autostoel, zet mijn handen in ‘de tien voor drie stand’ aan het stuur en druk mijn rechtervoet stevig op het gaspedaal en mijn linkervoet losjes op de automat. ‘Zo, even aarden en goed op de weg blijven kijken. Niet te gespannen, schouders recht.’ Ik fluister zachtjes tegen mezelf, om mijn aandacht op de weg, vast te kunnen blijven houden.
Wat was dat schrikken. Ik keek in mijn achteruitkijkspiegeltje om te checken of ik nog wat kleur op mijn wangen had. Teveel wit om mijn neus is voor een rasechte hypochonder en hyperventilant als ik een gegronde reden voor een hijgconcert. Licht hijgend taxeer ik razend snel, maar met een akelige preciesheid, mijn gezicht op minuscule vlekjes. Ik zal toch alsjeblieft geen aanval krijgen midden op de snelweg. Ik doe een schietgebedje. En verwens de man achter het stuur die ervoor zorgt dat ik helemaal uit mijn hum ben. De song van Herman van Veen dringt zich weer aan me op: ‘Ik moet rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Ik kan nu niet blijven, ik kan nu niet langer blijven staan’. Ik kom uit een dorp waar de gemeente niet wist wat ze met haar geld moest doen. Alle inkomsten nog even snel opmaken voor de toekomstige herindeling. Er zijn talloze verkeersdrempels en verkeersversmallingspalen geplaatst. Of ik nu het rode of witte streepje op het verkeersbord ben, ik moet altijd stoppen. Nou ja, altijd. Mijn tegenligger komt meestal zo hard en arrogant aanrijden, dat ik wel moet stoppen wil ik niet tegen een verkeerszuil aanrijden. ‘Opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, Ik heb ongelofelijke haast.’ Ik begrijp er echt niets van.
Ik voel de spanning onderin mijn buik borrelen, mijn ledematen worden zwaarder. Niet aan toegeven, nu niet duiken en vallen, maar opstaan en weer doorgaan, niet blijven liggen, kom op doorgaan. Je kunt er nu niet bij stil blijven staan. Daar komt die akelige stem weer in mijn hoofd: ‘Het is toch van de zotten hoe er tegenwoordig gereden wordt. Iedereen denkt alleen maar aan zichzelf’. STOP, schreeuw ik. Ik moet niet ook nog eens kwaad worden op die autocoureur. De wirwar van emoties willen een loopje met me nemen, maar ik moet RUS-TIG blijven. Ik herhaal het als een mantra: RUS-TIG. Mijn Surinaamse vriendin Astrid zou RUSSSS-TIGGG zeggen. Ik schiet in de lach. Ik hoor het haar zeggen. Ongelofelijk, hoe ze het doet weet ik niet, maar zij is altijd de rust zelve. ‘Ik kan nu niet blijven, ik kan nu niet langer blijven staan. Een andere keer misschien dan blijf ik wel staan en kan dan misschien als het echt moet, wat over koetjes, kind’ren en de mannen praten, nou dag tot ziens, adieu het gaat je goed.’ Ik neem mezelf voor om voortaan in het verkeer maar even ‘opzij’ te denken, een zijweg te vinden in mijn paniekerige-oogkleppen- gedachtegang.
een uitgave van de ADF stichting