Kerk&Israël ONDERWEG Jaargang 16 nummer 3 maart 2015
Interview met Sanne Terlouw, schrijfster en vertelster
• jaarthema: De reis van je leven Trouwen • Herdenking op kleine schaal: Open Huizen in Amsterdam
Inhoud 03 Open Huizen in Amsterdam
12 Gedicht door Amir Gilboa
Rubrieken
Jaarthema: De reis van je leven Belangrijke levensmomenten Trouwen
07 Onopgeefbaar verbonden – Willem Glashouwer
20 Over ‘Jozef en zijn broers’ van
09 Column Reinier Gosker Lezersreacties
14 Jaarthema:
Thomas Mann
Een Joods gezin begint met een choepa, door Marcella Levie
23 Predikantenreis naar Israël
10 Ga en Leer 11 Zo doen wij Kerk en Israël in … Wijchen
15 Jaarthema: Nieuwe columnist Ds. Pieter Dronkers stopt na dit nummer met zijn column ‘Logboek Galilea’. Hij is inmiddels naar Nederland teruggekeerd. Mevrouw Ruth de Jong-Hotze volgt hem op als columnist. Haar eerste bijdrage verschijnt in het juninummer. Reinier Gosker ontmoette haar in haar woonplaats Pki’in (Noord-Galilea) en doet op pagina 9 verslag van de kennismaking. Bedankt, Pieter, en welkom, Ruth!
De kerkklokken luiden!, door Ina Veldhuizen
18 Te doen onderweg 19 Boekbesprekingen
16 Jaarthema: Israëlische speelfilms over orthodoxe relaties, door Fred Meijnhardt
19 Een echo uit de synagoge 22 Bidden met LEV 23 Logboek Galilea – column Pieter Dronkers
De redactie
24 Varia
04
08
Interview met Sanne Terlouw
Land in-zicht in Amersfoort ...?
De schrijfster en vertelster over het belang van het woord
Verslag van een studiedag over Israël als land en religie >
>
14 >
Jaarthema ‘De reis van je leven. Belangrijke levensmomenten’ Joodse en christelijke visies op trouwen
2
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
21 >
Terug in Westerbork Vrijwilliger Henk Vis blijft speuren naar de verhalen achter de Joodse namen uit Winterswijk
Open Huizen in Amsterdam
Herdenking op kleine schaal
Het Open Huis wordt aangekondigd.
Er zijn van die huizen die herinneren aan wat zich in de oorlog heeft afgespeeld. Het Anne Frankhuis is zo’n huis. Het Joodse weeshuis aan de Amstel was zo’n huis. Een lint van steen markeert waar het stond. Soms hoef je niet ver te gaan om zo’n huis of gedenkplek te bezoeken. Je blijkt er zelf te wonen.
B
egin mei 2011 attendeerde een buurvrouw ons op een bijlage in Het Parool, waarin een lijst stond van adressen waar Joodse Amsterdammers woonden die in de oorlog zijn vermoord. ‘Middenweg 201 staat hierbij. Wisten jullie dat al?’ Een bezoek aan het Stadsarchief wees uit dat ons huis – Middenweg 201 dus – van 1930 tot 1933 bewoond werd door een architect en sinds 1946 door predikanten. In de tijd daartussen was het een Joods pension, gedreven door Fijtje Kischneider-de Groot (Den Haag 1900 – Sobibor 1943).
De Amsterdamse Middenweg rond 1930.
Kinderjaren Op 4 mei 2013 deden we mee met ‘Open Joodse Huizen’, een initiatief van Denise Citroen en het Joods Cultureel Kwartier. Het hield in dat mensen hun huis open stelden als daar voor, tijdens of vlak na de oorlog Joden hebben gewoond. Julius Vischjager (1937), voormalig bewoner, speelde stukjes uit ‘Kinderszenen’ van Schumann en schetste een beeld van zijn kinderjaren. ’s Middags was er een lezing over Joodse pensions.
‘David woonde in mijn huis. Hij werd 21’ Taart Eerder vertelde onze jongste dochter Saskia op een kinder herdenking in een speeltuin in de buurt waar ooit Joodse
Ons Open Huis op 4 mei 2013.
kinderen speelden, wat het bericht haar deed. ‘Voor mij gebeurde er iets, toen ik hoorde dat uit mijn huis 22 Joodse mensen zijn weggehaald en naar kampen gebracht. Een jongen heette David Salomon. David woonde in mijn huis. David is 21 jaar geworden. Ik word over twee weken 23. Ik maak me nu al druk over de taart die ik wil eten en wie ik wil uitnodigen. David heeft dat na zijn 21e niet meer gekund.’ Gevarieerd programma Rond 4 en 5 mei is er onder de titel ‘Open Huizen’ weer een gevarieerd programma in Amsterdam en in twaalf andere plaatsen. Wie zelf een open huis wil organiseren kan informatie vinden op de website www.openjoodsehuizen.nl Kees Schakel
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
3
‘We willen laten zien dat het Jodendom niet iets engs is, maar gewoon een geloof zoals alle andere’
Sanne Terlouw: ‘De belangrijkste pijler van het Jodendom is: “Houd hoop, houd altijd hoop, hoe ellendig het ook is”.’ • Foto’s: Rick Keus
4
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
interview
Interview met schrijfster en vertelster Sanne Terlouw
Het belang van het woord Schrijfster Sanne Terlouw woont in het oudste gedeelte van Deventer. Ze is er een Bed & Breakfast begonnen. Ze heeft diverse romans op haar naam staan, waarvan ze een aantal samen met haar vader, oud-politicus Jan Terlouw, heeft geschreven. Sanne is vertelster bij muziekvoorstellingen, geeft lezingen en is bovendien actief betrokken bij de Deventer synagoge om de hoek. Was jij zo’n kind dat altijd al schreef?
Ik schreef als klein kind, maar vooral was ik het kind van mijn vader. Wij kregen als kinderen (Sanne heeft twee zussen en een broer, GvdH) elke avond een verhaal van hem voorgeschoteld. Later, toen hij de verhalen opschreef, zat ik vaak onder zijn bureau. Hij schreef ‘hardop’ en ik reageerde daarop. Ik hield van verhalen.
In welk boek kon je het meest van jezelf kwijt?
Ik denk in ‘Het Rozeneiland’ (roman over de geschiedenis van een Joodse familie van de vijftiende eeuw tot nu – GvdH). Het kwam dichtbij. Ik heb er een aantal jaren over gedaan. Het was ook een emotionele zoektocht. Ik was eigenlijk van plan om een geschiedenisboek te schrijven voor scholen, over de geschiedenis van Europa gezien vanuit Joods perspectief. Want in schoolboekjes wordt de geschiedenis altijd beschreven vanuit christelijk perspectief. Maar al snel bedacht ik dat ik beter een roman kon schrijven.
Wil je een boodschap uitdragen?
In dit geval wilde ik laten zien wat er door de eeuwen heen met de Joden is gebeurd. Want er zijn nog altijd mensen die denken dat de ellende begon met de Holocaust, en niet al die eeuwen daarvoor. Tegelijkertijd wilde ik mensen ook iets leren over het Jodendom zelf, dat de belangrijkste pijler daarvan is: ‘Houd hoop, houd altijd hoop, hoe ellendig het ook is.’ Daarom ben ik al die hoofdstukken begonnen met een messias. Dat vind ik heel mooi in het Jodendom.
Ik vermoed dat je moeder Joods is, klopt dat?
Ja. Mijn moeder, Alexandra Terlouw-van Hulst, heeft inmiddels ook al twee romans geschreven, op haar hoge leeftijd. Een daarvan gaat over haar jeugd, ‘De man van Tsinegolde’. Zij is door de oorlog heen gekomen, haar moeder niet. Haar moeder was Joods. Ze kreeg een ziekte, maar Joden werden niet geholpen, dus is ze overleden. Haar vader was geen Jood, hij zat in het verzet en moest onderduiken. Na de oorlog wilde mijn moeder, net zoals haar zusje, naar Israël gaan als zioniste. Voordat ze zou gaan, ontmoette ze mijn vader. Ze werd smoorverliefd en bleef bij hem in Nederland.
Hoe was dat vroeger bij jullie thuis?
Mijn vader komt uit een heel streng Veluws christelijk milieu. Mijn moeder komt uit een familie van rabbijnen. Mijn ouders zijn allebei niet religieus. Wat ze gemeen hebben is het belang van het woord: van taal, discussie en argumenteren. Goed taalgebruik aanleren aan kinderen. Zo zijn wij opgegroeid, nooit met straf, maar: beargumenteer maar waarom je dat gedaan hebt … niet altijd makkelijk voor een kind. Maar over alles konden we praten thuis. Het heeft te maken met het zoeken naar waarheid, terwijl je weet dat er geen absolute waarheid bestaat. Iets vanuit zoveel mogelijk kanten benaderen.
Hoe is de behoefte aan het vormgeven van je Joodse identiteit ontstaan?
Ik ben vroeger een keer naar Israël gegaan en was verpletterd door de ervaring me daar thuis te voelen, en hoe gek dat was. Ik heb er veel familie wonen, bijvoorbeeld het zusje van mijn moeder en haar kinderen en kleinkinderen. Ik voelde me daar zo op m’n gemak als ik door de straten liep, terwijl de mensen helemaal niet zo aardig of hulpvaardig zijn. In de orthodoxe wijken duwen ze je rustig van de stoep. Maar ik vond het irritant dat ik geen letter kon lezen en dat ik de kinderen niet kon verstaan. Weer thuis ben ik Hebreeuws gaan leren. Daar ben ik nog steeds mee bezig, want het is moeilijk. Doordat ik de taal ging lezen, ben ik meer in contact gekomen met de cultuur. Ik ben naar sjoel gegaan en ik ontdekte steeds meer mijn Joodse kant. Intussen ben ik al vaak naar Israël teruggekeerd.
Nu ben je actief in de synagoge. Hoe ben je daarmee bezig?
Als je in Nederland Joods bent, is het het makkelijkst om je aan te sluiten bij een religieuze groep. Ik merk dat veel mensen uit onze kille (gemeente) helemaal niet zo religieus zijn, maar ze willen wel hun Jood-zijn beleven. Zo is dat voor mij ook een beetje. Ik vind het fijn om naar sjoel te gaan omdat ik dan veel herken, Hebreeuws kan lezen en kan zingen, en het gevoel heb: Hitler heeft niet gewonnen, we zijn er nog. Ik vind de tradities erg mooi. Toen ik hier kwam, merkte ik dat er nauwelijks iets van Joods leven was. Ik keek uit het raam en zag de synagoge, twee in feite, want het Etty Hillesum Centrum is eigenlijk de oude
»
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
5
interview synagoge. Toen ben ik samen met anderen met wat mensen gaan praten. Na de oorlog waren er bijna geen Joden meer in Deventer en het gebouw werd eigendom van een kerkgemeenschap. Voor hen werd het gebouw te klein en we mochten het per keer huren. Inmiddels zijn we met een substantiële groep mensen. Eens in de drie weken is er een dienst. We hebben geen rabbijn, wel een chazan (voorzanger). Een rabbijn is duur en die geeft vaak ook weer zo veel regels. We hebben geen geld en kennen geen lidmaatschap. We huren het gebouw per keer en ieder neemt wat te eten mee. We werken ook samen met de synagoge in Haaksbergen. De leden uit Haaksbergen komen hier of wij gaan daarheen. Een hele gezellige vriendenclub. Met Chanoeka bouwen we een grote chanoekia op het bordes van de Waag hier op de Brink. Dan houdt een hoogwaardigheidsbekleder een toespraak. Dat wordt aangekondigd in de krant en er komen veel mensen kijken. Het is echt een openbare Chanoekaviering. En met Rosj Hasjana (Joods Nieuwjaar) lopen we in een stoet naar de IJssel en gooien daar brood in het water, als symbool van het weggooien van je zonden van het afgelopen jaar. Dat moet in stromend water. Tasjliech heet dat.
Ben je niet bang af en toe?
Absoluut niet. We hebben nog nooit iets vervelends meegemaakt. Als we een dienst hebben op zaterdag en er ook markt is, zetten we de deur zelfs open als het niet te koud is. Dan blijven mensen soms staan of ze lopen even binnen of gaan op de achterste rij zitten. Dat willen we juist graag, opnieuw een plaats krijgen in de Deventer gemeenschap. Dat bleek ook tijdens de inwijdingsdienst van onze Sefer Tora (Tora-boekrol), want alle geloofs gemeenschappen waren aanwezig. Er waren ook mensen van de moskee die een toespraak hielden. Van de kerk zijn er vaak groepjes die een dienst willen meemaken. Dat kan bij ons, we zijn heel open. We vinden het belangrijk om te laten zien dat het Jodendom niet iets engs, exclusiefs of bedreigends is, maar gewoon een geloof zoals alle andere.
Wat vind je van de houding van de kerk tegenover het Jodendom?
Tegenover het Jodendom ervaar ik een zeer positieve houding, tegenover Israël is de kerk veel negatiever. Ik geef voor kerken af en toe een lezing over Israël om in herinnering te roepen hoe Israël is ontstaan en hoe het allemaal gekomen is zoals het nu is. Het gaat natuurlijk niet goed in Israël. Er is veel reden voor kritiek. Maar we moeten niet vergeten waarom Israël er is, hoe Israël is ontstaan en waarom Israël toch echt moet blijven bestaan. Als iedereen zijn handen ervan aftrekt, vind ik dat een slechte zaak. Vaak zeggen mensen: ‘O ja, dat zijn we toch wel vergeten.’
Wat moet onze houding zijn?
Beide partijen een stem geven. En mensen tot elkaar proberen te brengen in plaats van uit elkaar te drijven. Met gewone mensen praten, niet met politici of extremisten.
Wat vind je van de omgang met de erfenis van de Tweede Wereldoorlog?
Toen we bezig waren met het opzetten van een Joodse gemeenschap hier in Deventer, liepen we op tegen mensen die wel wilden herdenken wat er in de oorlog is gebeurd, maar moeite hadden met levend Jodendom. Ik voelde een discrepantie tussen
6
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
‘We moeten niet vergeten waarom Israël er is, hoe Israël is ontstaan en waarom Israël toch echt moet blijven bestaan.‘
herdenken en samenleven. Herdenken mag heropbouw van het Jodendom niet in de weg staan. Zo bleef er in veel folders en op kaartjes hier in Deventer ‘voormalige synagoge’ staan, terwijl wij er diensten houden. We hebben ons er toen met succes sterk voor gemaakt dat woordje ‘voormalig’ te laten schrappen.
Maak je je zorgen over de marginalisering van religie?
Ik maak me er juist zorgen over dat religie meer aan het opkomen is en dat mensen zich minder laten leiden door logisch denken. Dat kan leiden tot afstand en geweld. Ik heb het gevoel dat iedereen zich weer meer terugtrekt in zijn eigen religie en zich afzet tegen andere groeperingen.
Op welke ontwikkeling hoop je dan?
Religie kan een samenbindende factor zijn, troost bieden en een aanknopingspunt zijn om te praten over dingen waarover je met vrienden niet zo makkelijk praat. Een kerk of synagoge biedt plaats daaraan. Net als aan het zoeken naar verdieping en de tradities van je voorouders in ere houden, zodat je niet vergeet waar je bij hoort. Als religie verbonden wordt met geweten, het goede doen voor de wereld en voor anderen, vind ik het positief. Maar als het afzetten wordt, uitsluiten, of je boven anderen stellen, vind ik religie kwalijk. Je mag je eigen traditie niet tot de enige waarheid verheffen. Want wat wij geloven, onze waarden en normen, komt allemaal voort uit onze geschiedenis en hoe we opgegroeid zijn. En wie zijn wij om het beter en zeker te weten? Greetje van der Harst-de Leeuwe Sanne Terlouw, ‘Het Rozeneiland’. Nieuw Amsterdam 2008. Alexandra Terlouw-van Hulst, ‘De man van Tsinegolde’. De Kring 2013.
De Protestantse Kerk in Nederland kent een veelheid aan meningen. Zo wordt er in onze kerk ook verschillend gedacht over kerk en Israël. In deze rubriek brengt een kerkelijk betrokken persoon de onopgeefbare verbondenheid van kerk en Israël onder woorden.
Onopgeefbaar verbonden, hoe ziet Christenen voor Israël dat?
Ten minste acht verbonden De Allerhoogste heeft Zich onopgeefbaar verbonden met Israël: land, volk en de stad Jeruzalem, om de volkeren en de wereld te zegenen. Hij heeft Zich daartoe onopgeefbaar verbonden met ten minste acht verbonden.
1945 was het jaar van de oprichting van de Verenigde Naties. 1948 was het jaar dat de Joodse staat Israël werd uitgeroepen. 1967 was het jaar van de bevrijding van Jeruzalem uit de bezetting door Jordanië. 1948 w as het jaar van de oprichting van de Wereldraad van Kerken. 1948 was daarmee het jaar waarin feitelijk de vervangings theologie, die eeuwenlang het christendom theologisch beheerste, een roemloze dood stierf. Bijbelse profetieën werden voor de ogen van de hele wereld vervuld. En worden nog altijd vervuld. We zien het met eigen ogen gebeuren. Wij behoren wat dat betreft wel tot een heel bijzondere generatie.
Een nieuwe toekomst Eeuwenlang had de christenheid geleerd en geloofd dat zij als Kerk van Christus het Joodse volk als uitverkoren volk van God verving. Dat God Zijn volk Israël verworpen had omdat het Joodse volk voor het overgrote deel Jezus verworpen had – terwijl de Kerk juist Jezus aangenomen had. Een christelijke theologie die eeuwenlang leidde tot Jodenhaat en Jodenvervolging, met als climax de Holocaust die plaatsvond in de christelijke landen van Europa. Voor Joden was geen toekomst meer, leerde de Kerk. Het oordeel Gods rustte op dit volk, leerde de Kerk. En ineens bleek dat volkomen onjuist te zijn. God begon Zijn volk Israël te leiden naar een nieuwe toekomst, met als eerste stappen: de terugkeer uit alle delen van de wereld naar het Beloofde Land Israël, en de bevrijding in 1967 van de stad Jeruzalem.
Derde Wereldoorlog? Waar loopt dit alles op uit? Wat gaat er verder nog gebeuren? Is er hoop? Staan we op de rand van een allesvernietigende Derde Wereldoorlog, die met A(toom), B(acteriologische) en C(hemische) wapens een einde maakt aan de wereld? Of zijn we op weg naar Zijn Koninkrijk van vrede en gerechtigheid wereldwijd? Zullen ten slotte alle verbonden, met Israël gesloten, vervuld
worden in dat Koninkrijk van vrede en gerechtigheid, wanneer van Jeruzalem uit de vrede de ganse aarde zal bedekken (Jesaja 2:2-4)? Eén ding is zeker: de Allerhoogste zal trouw zijn aan Zichzelf. Liegen kan Hij niet. Daarmee is Israël het grote teken van hoop dat een wereld die steeds meer op drift raakt met eigen ogen kan waarnemen. God is getrouw. Hij zal niet laten varen wat Zijn hand begon. Dat is goed nieuws voor Israël, voor de volkeren, voor de Gemeente van Jezus Christus, ja, ten slotte voor de Schepping zelf! Als de Allerhoogste zich onopgeefbaar verbonden heeft met Israël door onopgeefbare verbonden, zouden wij dat dan niet zijn?
De acht verbonden op een rijtje Zeven onvoorwaardelijke verbonden, dus niet afhankelijk van het gedrag van Israël: 1. Het Abrahamitische verbond (Genesis 12:1-3) 2. Het verbond van het Beloofde Land, het verbond van het land Israël of het verbond van het land Kanaän (Genesis 13:14-17, 15:18-21; Psalm 105:7-11) 3. Het Levitische verbond (Numeri 25:10-13; Jeremia 33:19-23) 4. Het Davidische verbond (2 Samuël 7:10-16; Psalm 89; Ezechiël 37:24-25) 5. Het Nieuwe Verbond (Jeremia 31:31-34; Lukas 22:19-20) 6. Het verbond over Jeruzalem (Ezechiël 16:59-60; 43:1-7; Psalm 132:13-14) 7. Het Vredesverbond (Ezechiël 37:20-28) Eén voorwaardelijk verbond: 8. Het verbond der wet, het verbond van de Sinaï, het verbond van Mozes, het ‘oude’ verbond, ‘dat niet ver is van verdwijning’ (Hebreeën 8:13) – hoewel de wijsheid van de Tora voor altijd blijft bestaan. Ds. Willem J.J. Glashouwer Willem Glashouwer is voorzitter van Christians for Israel International en erevoorzitter van de European Coalition for Israel. Meer informatie: www.c4israel.org en www.whyisrael.org
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
Foto: Ruben Timman / nowords.nl
Z
even van die verbonden of contracten zijn zonder voorwaarden. Ze zijn eeuwigdurend en alle bekrachtigd met een dure eed van de Allerhoogste Zelf, die daartoe zwoer bij Zijn eigen Naam, omdat Hij bij niets of niemand zweren kan die hoger is dan Hij, omdat er niets of niemand bestaat die hoger is dan Hij (Hebreeën 6:13; Psalm 105:9).
7
Verslag van een studiedag over Israël als land en religie
Was er land in-zicht in Amersfoort? Het Jodendom is ‘de enige grote monotheïstische traditie die afhankelijk is van een specifiek territorium voor de uitvoering van de goddelijke opdracht tot mens-zijn’. Zo kondigde het Platform Appèl Kerk en Israël eind vorig jaar zijn studiedag aan die in Amersfoort werd gehouden. Het thema luidde ‘Land In-Zicht – over de relatie land en religie in Jodendom en Christendom’. Het verband maakte duidelijk dat met ‘territorium’ het land Israël werd bedoeld.
G
astspreker dr. Klaas Spronk, hoogleraar Oude Testament aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), liet zien hoe de relatie met het land Israël en de stad Jeruzalem zich in het christendom ontwikkelde. ‘Het Heilige Land’ stond bij christenen buiten Israël al vanaf de Middeleeuwen in de belangstelling. Hoezeer dat gold illustreerde Spronk onder andere aan de hand van oude wereldkaarten, zoals de Ebstorfer Mappa uit 1234, waarop Jeruzalem is ingetekend als het centrum van de toenmalig bekende wereld.
Bril Als vanaf het begin van de negentiende eeuw reizen makkelijker wordt, neemt het verlangen het Heilige Land met eigen ogen te aanschouwen explosief toe. Dan blijkt ook hoe zeer bezoekers van het Land ernaar kijken door de eigen godsdienstige bril. Ooit heeft Mark Twain raak verwoord in zijn boek ‘The Innocents Abroad’ dat presbyterianen die naar het heilige land kwamen er een presbyteriaans Palestina aantroffen en baptisten een baptistisch Palestina. Katholieken, methodisten, episcopalen, ze kwamen het land binnen en vonden er slechts bevestiging van eigen standpunten. Zo is het nogal beschamend dat sommige Nederlandse theologen die het land begin twintigste eeuw bezochten, de toen nog schamele situatie van Joden in Jeruzalem interpreteerden als de vervulling van het aangekondigde gericht Gods, dat zij immers over zichzelf hadden afgeroepen.
Geen exclusieve religieuze claim Inmiddels is er veel veranderd, zowel in het land zelf, als in de religieuze visies erop, stelt Spronk. Maar wat nauwelijks veranderde, is dat de visie op het land nog altijd bepaald wordt door de eigen religieuze vooronderstellingen. En die verschillen nogal van elkaar. Zeker in het actuele Joods-Palestijnse conflict. Maar in Tenach is al duidelijk dat dit land niet zomaar van een volk is, welk volk ook maar. Het land behoort de Eeuwige toe, zei Spronk – en daarmee wijst hij mijns inziens een exclusieve religieuze claim op het land af.
8
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
PThU-hoogleraar Klaas Spronk: ‘Religieuze vooronderstellingen bepalen de visie op het land.’
Weemoedige humor Als tweede spreker toetste drs. Leo Mock, docent Judaïca, de stelling dat wonen in ‘het land’ nodig zou zijn voor de Jood om echt Joods-religieus te leven. Welnu, sinds de diaspora is het verlangen naar Jeruzalem altijd groot geweest. Hoewel dit vaak met weemoedige Joodse humor werd gerelativeerd. Zo schreef ooit de Nederlandse Jood Jacob Israël de Haan over zichzelf in één van zijn kwatrijnen: Die te Amsterdam vaak zei: ‘Jeruzalem’ En naar Jeruzalem gedreven kwam, Hij zegt met mijmerende stem: ‘Amsterdam, Amsterdam …’ Waarom wordt er door Joden verlangd naar het land?, vroeg Mock. Omdat het gewoon een goed land is om in te wonen. En dat niet alleen, want de belofte komt erop te liggen dat het een steeds beter land zal worden. Maar op de val van Jeruzalem in het jaar 70 volgde een lange periode van verwarring. Er was sprake van Joodse emigratie en remigratie, vooral tussen de centra in Israël en in Babylonië. Om buiten het land Joods-religieus te kunnen leven paste men
column > J eruzalem op de Ebstorfer Mappa.
de uitleg van de Talmoed aan en spiritualiseerde die zodanig dat er als het ware stukjes Heilig Land buiten Israël ontstonden. Daar kon het Joodse geloof beleefd worden als was men in Israël.
Ruth, een rabbi en appeltaart
Vitaal Joods leven Al met al wekten beide sprekers de indruk dat zij de stelling van het Appèl, dat de goddelijke opdracht tot mens-zijn voor de Joden enkel uitvoerbaar zou zijn in Het Land, niet zomaar konden onderschrijven. De stelling lijkt ook net iets te veel van het goede. Het land Israël van na 1948 betekent veel voor het vervolgde en gedecimeerde Joodse volk. Het is safe haven, het is land der voorvaderen en ook land van belofte. Maar dat het voor Joden een onmisbare voorwaarde zou zijn om de goddelijke opdracht tot mens-zijn uit te voeren lijkt mij een ‘overstatement’. Juist dat wordt volgens mij gelogenstraft door het huidige leven van vele Joden in Amerika, Antwerpen en al die andere centra van vitaal Joods leven. En dat niet alleen. Ook in de geschiedenis hebben talloze Joden verklaard dat het beter zou zijn de Joodse traditie in het land van de diaspora te leven dan terug te verlangen naar Sion. Fred Meijnhardt
Lezersreacties Lezersreacties van maximaal 100 woorden zijn welkom.
Vliegende arend In het decembernummer van Kerk & Israël Onderweg trof mij de schitterende tekst op het binnenblad, met die vliegende arend, uit het Joods gebedenboek. Dat deed me denken aan de woorden (naar Fred Leemhuis) van Soera Loekmaan: Soera 31 aja 27 Zelfs al waren de bomen die er op de aarde zijn pennen en al werd de zee (als inkt gebruikt en) daarna nog eens met zeven zeeën aangevuld, dan waren Gods woorden nog niet uitgeput. God is machtig en wijs. Ook lijkt dit sterk op: Johannes 21:25 (in de NBV): Jezus heeft nog veel meer gedaan: als al zijn daden, een voor een, opgeschreven zouden worden, zou de wereld, denk ik, te klein zijn voor de boeken die dan geschreven moesten worden. Kees Thieme, per mail
Waardering Hierbij wil ik mijn waardering uitspreken over de verandering van de teneur van Kerk & Israel Onderweg. Het negatieve van het blad is verdwenen, de inhoud is veel meer gericht op het christelijk geloof en de Joodse religie.
A
ls ze mij per telefoon wil vertellen hoe ik rijden moet, blijk ik al voor haar huis te staan. Ruth de Jong-Hotze woont naast de grot van rabbi Sjimon in het plaatsje Pki’in. Ruim dertig jaar eerder woonde ze in Amirim, een vegetarisch dorpje in Galilea. Daarna verhuisde ze naar Nederland. Eind vorige eeuw kochten zij en haar man een woning in het druzendorpje Pki’in, tien kilometer ten westen van Amirim. Sinds 2007 wonen ze er. Regelmatig schrijft ze in het Friesch Dagblad over haar belevenissen in het noorden van Israël. Kort geleden kreeg zij een nummer van Kerk & Israël Onderweg in handen, vond het een sympathiek blad en liet onze hoofdredacteur weten dat ze wel voor ons schrijven wilde.
Zelf op familiebezoek in Tal-El zag ik haar naam en aanbod geagendeerd staan voor de komende redactievergadering. Bingo! dacht ik, vroeg haar adres en maakte een afspraak. Eens kijken wat voor vlees we in de kuip hebben! Twee dagen later ontvangt Ruth me met koffie en appeltaart. De houtkachel zorgt voor een aangename temperatuur. Voor we de koffie op hebben heeft ze me al verteld van haar grote liefde: Rabbi Sjimon bar Jochai. Ooit leefde hij in de grot naast haar huis. Rabbi Sjimon geldt als een van de schrijvers van de kabbalistische ‘Zohar’. Deze bundel mystieke Tora-commentaren blijkt voor mijn gastvrouw een bron van inspiratie te zijn!
Bingo! dacht ik, vroeg haar adres en maakte een afspraak Terzake vertelt ze dat ze wil schrijven over het samenleven van druzen, moslims, christenen en het handjevol Joden dat woont in Pki’in, onder wie de meest authentieke Jodin van heel Israël, Margalit Zinati. Zij en haar familie hebben nooit buiten Israël (in ballingschap) geleefd, vertelt Ruth, en dat is uniek in Israël. Ze benadrukt dat er veel Arabieren (Palestijnen) in Israël wonen, en voegt eraan toe ‘dat wij in Galilea met vijfenzeventig procent Arabieren een voorbeeld kunnen zijn voor het vreedzaam samenleven van Joden en Arabieren, zowel voor ons eigen land als voor de wereld’. Wat Ruth ons te bieden heeft zal een mengeling zijn van informatie en persoonlijke belevenissen. Haar eerste bijdrage verschijnt in het volgende nummer. Tevreden rijd ik terug naar Tal-El. Reinier Gosker
Ger den Hertog, per mail
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
9
Ga en Leer
Esau en David – jongens met rode haren ... In de Bijbel lopen niet veel jongens met rode haren rond. Afgaande op de onlangs uitgekomen Bijbel in Gewone Taal zijn het er twee, Esau en David. Esau, tweelingbroer van Jakob, is sinds zijn geboorte gezegend met rood haar.1 De natuur heeft David, die van herdersjongen opklimt tot koning van Israël, ook rood haar toebedeeld.2 Jongens met rode haren ...
D
e Joodse traditie is niet unaniem met deze weergave meegegaan. Rasji (1040-1105), toonaangevend bijbelcommentator, hoort in het woord admonie, letterlijk: roodachtig, iets anders doorklinken. Hij sluit aan bij oude verhalen dat de kinderen in Rebekka’s buik elkaar schopten. Als Rebekka langs een synagoge liep, bonkte Jakob dat hij eruit wilde en als ze een afgodstempel passeerde, wilde Esau met alle geweld naar buiten. Beide kinderen waren geen lieverdjes, ze lieten elkaar alle hoeken van de baarmoeder zien. Esau ging zelfs zover dat hij Jakob onder druk zette: ‘Als je mij niet laat voorgaan, dood ik mijn moeder en kom ik door de maagwand naar buiten.’ Het is niet zeker of Rasji op de hoogte was van dit prenatale staaltje van bruutheid van Esau. De maestro slikt niet alle midrasjiem voor zoete koek, maar is heel stellig bij de toelichting op admonie, roodachtig: ‘Het was een teken, dat hij bloed vergieten zou.’ Natuurlijk heeft hij ook positieve kanten. Hij geeft om zijn vader, noemt hem vier keer ‘mijn vader’ (Genesis 27:30-38), maar heeft in wezen het temperament van een moordenaar.
‘Esau en Jakob’, schilderij van Matthias Stom. • Beeld: Wikipedia
Als we de lijn naar David doortrekken, valt op dat de Joodse traditie admonie, roodachtig, liever vertaalt met ‘roodwangig’ dan met ‘roodharig’. David, de hele dag buiten, had een gezonde gelaatskleur. Had hij die frisse kleur van nature? In ieder geval zag hij eruit als een buitenjongen. Hij had rode wangen. Als David bekend zou zijn om zijn rode haar, zou zijn vrouw Michal, toen David voor Sauls dienaren moest vluchten, een lookalike van David geen toupetje van zwart geitenhaar hebben opgezet (1 Samuël 19:13).
God stelde Samuël echter gerust door te attenderen op Davids sprekende ogen. David is wel admonie, roodachtig, maar ‘daarbij mooi van ogen’.3 David is niet roodachtig én mooi van ogen, dat zijn twee aparte uiterlijke kenmerken, maar roodachtig mét treffende ogen, dat is één inborst, een toekomstige koning van Israël waardig. Als Esau iemand neersloeg, overlegde hij met niemand dan zichzelf. Als David iemand doodt, zal hij dat doen na het Sanhedrin [de ogen van het hele volk] geraadpleegd te hebben.’ (Genesis Rabba 63:8) Ik voeg toe: één keer gaat het toch echt mis, als David Uria uit de weg ruimt. Dan confronteert de profeet Natan, het geweten van het volk, de koning met zijn gedrag (2 Samuël 11-12).
Overeenkomst en verschil
Nature versus nurture
Er bestaat een legende die de overeenkomst en het verschil tussen Esau en David onnavolgbaar mooi verwoordt. Het is een pareltje van ‘Schrift met Schrift vergelijken’ van Rabbi Abba bar Kahana (eind derde eeuw), een geleerde uit Palestina, van wie prachtige oneliners zijn overgeleverd als: ‘De rechtvaardigen beloven weinig en doen veel.’ ‘Toen Samuël bij de zalving van David zag dat hij met iemand te maken had die admonie, roodachtig, was, reageerde hij geschokt. Hij haalde zich het beeld van Esau voor de geest die, na het overlijden van zijn vader Isaäk, zijn broer Jakob wilde vermoorden.
In de discussie ‘nature versus nurture’ – over de vraag of je bent zoals je geboren wordt of zoals je gevormd wordt – kiest de Joodse traditie voor het standpunt dat wat je leert, bepaalt wie je wordt. Je goede of slechte karakter wordt je niet met de paplepel van de natuur ingegoten. Doorlopende wenkbrauwen en laag ingeplant haar maken nog geen ‘zware jongen’ van je. Jongens met rode haren kunnen twee kanten op. Net als mensen met rode wangen.
Roodwangig of roodharig?
Kees Schakel
1 ‘Het eerste kind had rood haar en zijn hele lijf was bedekt met haar’ (Genesis 25:25) 2 ‘David was een knappe jongen met rood haar en mooie ogen’ (1 Samuël 16:12) 3 Naardense Bijbelvertaling
10
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
Bezoek aan de Deventer synagoge, rechts Gerrit Ruiterkamp.
Zo doen wij kerk en Israël in ... Wijchen In Wijchen is het onderwerp kerk en Israël ingebed in het werk van de commissie Vorming, Oecumene en Toerusting van de protestantse gemeente. Gedenksteen in Almen Het onderwerp kerk en Israël houdt mij van jongsaf aan al bezig. Aan de basis van mijn belangstelling voor en de vragen rond de verhouding Jodendom en christendom ligt de gedenksteen in de kerk van Almen, de plaats waar ik opgroeide en tot mijn 38e woonde. Op die steen wordt vermeld dat de Almense predikant Gerard Anne Pasma, die mij ook doopte, omkwam in het concentratiekamp Wöbbelin. Dat zette mij aan het denken.
Etty Hillesum In Wijchen, waar ik nu als emeritus-predikant woon, vinden gemeenteleden en andere belangstellenden in een mooi boekje en tussen onderwerpen als leerhuizen, films die je raken, gespreksgroepen, theater, oecumenische activiteiten, muziek en diaconaat, ook een aan Kerk en Israël gerelateerd aanbod. Dit jaar is de titel van het activiteitenboekje ‘Bezieling’. Aan het begin van dit seizoen hebben we ruim aandacht besteed aan de honderd jaar geleden geboren Etty Hillesum. Schrijfster Janny van der Molen kwam vertellen over het boek dat zij met Klaas Smelik schreef: ‘Ik zou lang willen leven’. Vervolgens lazen en bespraken we met een kleine groep twee avonden teksten van Etty en gingen we naar Deventer voor het Etty Hillesum Centrum en een stadswandeling met het thema ‘Joods Leven in Deventer’. Daarbij werden we in de synagoge van Deventer verrast door chazan Ton Für, die voor ons de zegen van Aäron zong. Rabbijn Tzvi Marx kwam een avond vertellen over Abraham, we zagen de film ‘Ida’ en de altijd enthousiaste ds. Sjirk van der Zee verzorgde een avond over het boek ‘De Profeten’ van Abraham Joshua Heschel. Op 7 mei, rond de zeventigjarige herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog, komt schrijfster Josha Zwaan vertellen over haar boek ‘Parnassia’.
hadden we een prachtige avond met Herman Koetsveld, predikant in Hengelo, en islamdeskundige Enis Odaci, onder de titel ‘Een christelijk-islamitische vriendschap – wat bezielt jullie?’ Zij vertelden allebei over hun betrokkenheid bij de problematiek, over hun vriendschap en over wat ons te doen staat in deze tijd waarin we overspoeld worden door negatieve berichten over de islam. Eén van de belangrijkste punten is volgens hen het opgeven van de waarheidsclaim van beide religies. Dat leidt niet tot cultuurrelativisme, maar tot openheid naar elkaar. Broodnodig in deze tijd. Ook van buiten onze kerkelijke kring was er belangstelling voor deze avond.
‘Het opgeven van de waarheidsclaim van christendom en islam leidt tot openheid’ Aandacht voor kerk en Israël is er al heel lang in Wijchen, ook al verschilt het aantal deelnemers per activiteit, van vijf tot dertig. Dat heeft zeker te maken met de predikanten die hier gestaan hebben. Wij zijn dan ook blij dat de kerkenraad deze activiteiten meefinanciert. Gerrit Ruiterkamp Gerrit Ruiterkamp is emeritus-predikant in Wijchen en actief lid in de commissie Vorming, Oecumene en Toerusting, met een grote inbreng in het jaarlijkse omvangrijke toerustingsprogramma voor de Streekgemeente Maas en Waal.
Openheid naar elkaar Een ander onderwerp, met raakvlakken aan kerk en Israël, is de verhouding islam en christendom. Zeker nu belangrijk. In januari
Meer informatie: http://www.pkn-wijchen.nl/jdownloads/Activiteiten/ bezieling_brochure_2014-2015_web_0.pdf
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
11
12
In het donker Als ze mij een steen laten zien en ik zeg steen, zeggen ze steen. Als ze mij een boom laten zien en ik zeg boom, zeggen ze boom. Maar als ze mij bloed laten zien en ik zeg bloed, zeggen ze verf. Als ze mij bloed laten zien en ik zeg bloed, zeggen ze verf. Tekst: Amir Gilboa (Israëlisch dichter, 1917-1984) Beeld: Untitled, 1970, acryl op canvas, Mark Rothko.
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
jaarthema Het jaarthema 2014-2015 is ‘De reis van je leven. Belangrijke levensmomenten’. In de vorige nummers werd ingezoomd op geboorte of naamgeving en op volwassen worden. In dit nummer reageren een Joodse en een christelijke auteur op de vraag: Waarom ben je ‘kerkelijk’ of religieus getrouwd? De moslimbijdrage ontbreekt dit keer. Het volgende nummer behandelt het onderwerp ‘begraven’.
De reis van je leven. Trouwen
Een Joods gezin begint met een choepa Wie wel eens bij een Joods huwelijk is geweest, weet dat er altijd iets boven het bruidspaar is gespannen. Het is meestal een mooi kleed of een gebedssjaal (wit met zwarte strepen), vastgemaakt aan vier stokken of een zelfgemaakt baldakijn. Zo’n baldakijn wordt een choepa genoemd. De ceremonie draagt diezelfde naam.
D
e choepa staat symbool voor het huis dat de bruid en bruidegom samen gaan bouwen en dat hen veiligheid zal bieden voor de rest van hun leven. Later, in de tijd van Talmoed, werd de choepa een symbool van intimiteit en bescherming. In de Middeleeuwen is het gebruik ontstaan om op de binnenplaats van de sjoel te trouwen, onder de sterren. ‘Zodat hun kinderen zo talrijk zullen zijn als de sterren’, zeiden de rabbijnen toen.
het Jodendom mag iedereen een huwelijk inzegenen en omdat ik vaak als rabbijn optreed in onze synagoge, begonnen mensen mij te vragen hun ceremonie te begeleiden. Ze komen bij mij onder andere omdat een van de twee niet of niet volledig Joods is en ze niet bij een rabbijn terecht kunnen.
Ketoeba en Gett Ooit stond ik zelf onder de choepa. Het was in 1979 in Detroit, in het noorden van de Verenigde Staten. Ik had mijn AmerikaansJoodse man in Amsterdam ontmoet en we waren daar voor de wet getrouwd. De familie in Detroit vond het absoluut noodzakelijk en gewenst dat we een Joodse ceremonie zouden hebben. Wij waren nog jong en hadden nog niet zoveel Joodse huwelijken meegemaakt, dus het leek ons een mooie bezegeling van onze liefde. Alhoewel ik me altijd had voorgenomen met een Joodse man te trouwen, stond ons ‘Joods zijn’ niet dagelijks op de voorgrond. We leefden niet religieus, maar kwamen beiden wel uit families met een sterke Joodse identiteit. Dat ik onze kinderen een Joodse opvoeding wilde geven, lag voor mij vast. Na de ceremonie kreeg ik het huwelijkscontract, de Ketoeba, mee naar huis, want dat is eigendom van de vrouw. Wanneer er sprake mocht zijn van een scheiding, moet de vrouw de Ketoeba inleveren en krijgt ze een Gett (scheidingsbrief).
Glas kapot trappen Een Joods huwelijksritueel is vrij kort en standaard. Het bruidspaar wordt binnengeleid door de ouders, er wordt een aantal zegeningen gezegd, er wordt wijn gedronken, ringen
14
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
Joodse bruiloft, onder de choepa, schilderij van Marja de Lange-Nieuwenhuyse
worden uitgewisseld, het huwelijkscontract wordt voorgelezen en tot slot wordt er een glas kapot getrapt door de bruidegom. De rabbijn of degene die het huwelijk inzegent geeft vaak een speech. Het breken van het glas is een gebruik dat in vroegere tijden wijd verspreid was. De oorspronkelijke betekenis ervan was hoogstwaarschijnlijk het wegjagen van de kwade geesten. Later heeft het Jodendom daar een prachtige uitleg overheen gelegd. In Psalm 137 wordt gezegd: ‘… dat ik aan Jeruzalem zal denken op het toppunt van mijn vreugde …’ Men breekt het glas ter herinnering aan de verwoesting van de Tempel en alle verwoestingen die het Joodse volk sindsdien heeft doorstaan. Daarna kan het feest pas beginnen.
Het mooiste vind ik de voorbereidingstijd. Ik ontmoet de aanstaande bruid en bruidegom een aantal keren voor de dag van het huwelijk. We creëren als het ware samen de ceremonie. Ik vertel hun wat er standaard in hoort te zitten en zij vertellen mij wat ze graag willen toevoegen of weglaten. Het is een intiem en creatief proces, waarbij ook elementen uit andere culturen kunnen worden toegevoegd. Mijn eerste vraag is altijd: ‘Waarom willen jullie eigenlijk een Joodse ceremonie?’ De meeste echtparen die ik heb getrouwd, hebben daarop geantwoord dat ze van plan zijn een Joods leven te leiden en hun kinderen Joods op te voeden. Ze ervaren dit als een enorm belangrijke schakel in de gebroken ketting van de Joodse geschiedenis. Een van hen benoemde het als volgt: ‘Mijn grootouders hebben toch niet voor niets de oorlog overleefd.’ Zo vormt de choepa voor velen een overwinning op de verwoesting en tegelijk een intentie verklaring voor de toekomst. Dit wordt perfect verwoord in de twee woorden die door alle aanwezigen worden uitgeroepen na het breken van het glas: ‘Mazzel tov!’ (Geluk gewenst!)
Creatief proces
Marcella Levie
Het is vele jaren geleden dat wij onder de choepa stonden en ik heb intussen een heel aantal huwelijken zelf mogen inzegenen. Wat een geweldig voorrecht om dat te mogen doen! Ik ben officieel geen rabbijn, maar volgens
Marcella Levie heeft Hebreeuwse taal en cultuur gestudeerd en is actief op het gebied van Joodse educatie. Meer informatie op www.marcellalevie.nl
jaarthema
De reis van je leven. Trouwen
De kerkklokken luiden! We zaten in de Noorderkapel van de Stevenskerk en wachtten met de predikant op het moment dat we naar de Zuiderkapel zouden gaan, waar onze familie en vrienden zich verzamelden. Minuten vol spanning en concentratie. Een enkel woord om de spanning te breken. En opeens tikt mijn lief mij aan: ‘Hé, de kerkklokken! Ze luiden voor ons!’ Heel Nijmegen mag het weten: wij gaan een zegen vragen over onze relatie!’
H
et was voor ons geen vraag of we in de kerk een zegen over onze relatie zouden vragen. Natuurlijk! God speelde een belangrijke rol in ons leven, dus juist op dit gedenkwaardige moment zou Hij niet mogen ontbreken. We wisten amper waar we aan begonnen, want wat weet je over de toekomst? Wat weet je over jezelf en wat weet je over de ander? VRAAG AAN BEIDE PARTNERS:
… verlang jij in vriendschap en trouw te leven met …? Wil jij haar groot maken met jouw liefde en eren met je lichaam, samen huis en haard delen en haar bewaren voor de eenzaamheid? Wil je samen leven in dienst van Gods gerechtigheid, en samen zijn tot een huis van vrede voor de mensen? DE BELOFTE:
Ik noem jou … bij je naam en in één adem wil ik met jou worden genoemd. Met jou wil ik gezegend zijn en gaan, de dagen door onder de zon én door het donker. Voor jou beloof ik te zijn als een betrouwbaar huis. Laat God ons dan nooit ontbreken!
Extra kostbaar
Ontdekken en leren
Enkele jaren hiervoor waren we verliefd maar voorzichtig begonnen onder het motto: het is leuk zolang het leuk is en we zien wel waar het toe leidt. Inmiddels waren we bij het moment aangekomen om publiekelijk verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen, trouw te beloven in goede en slechte dagen en de liefde te vieren. De kerkdienst vormde een belangrijk hoogtepunt van de trouwdag: familieleden maakten muziek en deden lezingen uit de Bijbel, een organist speelde de sterren van de hemel, een voorganger verweefde ons verhaal op een mooie manier met woorden uit de Bijbel.
Terugblikkend vind ik het waardevol dat we zo begonnen zijn. Juist omdat de toekomst zo onzeker is, je niet weet wat je tegenkomt op je pad en je onvermoede aspecten bij elkaar kunt oproepen waar je met elkaar moet zien uit te komen. Mijn lief is degene die mij veel heeft geleerd over anderen, bijvoorbeeld dat zij zo anders in elkaar zitten dan ikzelf. Zij heeft mij geleerd om haar te nemen zoals ze is, en niet te zijn zoals ik zou wensen dat ze zou zijn. Mijn lief haalt mooie kanten in mij naar boven die ik alleen niet tevoorschijn zou kunnen toveren. In haar ontdek ik een stukje van de rijkdom die onze Schepper in zijn schepping heeft gelegd. Wat ik gaandeweg met haar ontdek en leer ontvang ik dankbaar uit de hand van God. En aangezien het een leerproces is, gaat het niet vanzelf. Rozengeur en maneschijn ontbreken wel eens. Dan ben ik blij met het juridische contract dat we hebben afgesloten, wat een geregistreerd partnerschap of huwelijk óók is. Het vormt een mal waarin de liefde niet zomaar kan wegvloeien, maar wordt beschermd. Dan ben ik ook blij met de zegen van God die ons draagt in goede en slechte dagen.
De kerkdienst vormde een belangrijk hoogtepunt van de trouwdag Die woorden uit de Bijbel gingen enerzijds over het uitspreken van vertrouwen in de toekomst die in Gods handen is (Psalm 121) en anderzijds over de liefde die zich onvoorwaardelijk geeft, verbonden met God en openstaand voor anderen (Johannes 15:1-17). De dienst mondde uit in de belofte met elkaar op weg te willen gaan. Daarna knielden we op de knielbank, legde de predikant zijn handen op ons en ontvingen we de zegen. Ik vond het bijzonder om deze zegen te ontvangen in de geloofsgemeenschap waarbij we betrokken waren, te midden van familie, vrienden en bekenden. Zij maakten dit moment met ons mee en dat maakte het extra kostbaar. Ze zongen mee, waren met ons in gebed, luisterden met ons naar de woorden uit de Schrift – met zijn allen waren we voor Gods aangezicht.
Ina Veldhuizen Ina Veldhuizen (foto) is predikant te Doetinchem.
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
15
jaarthema
Beeld uit 'Fill the Void': De 18-jarige Shira ontmoet haar zwager Jochai, kersverse weduwnaar, met zoontje Mordechai. • Foto: PR
De reis van je leven. Trouwen
Israëlische speelfilms over orthodoxe relaties ‘Matchmaker, matchmaker, make me a match’, oftewel ‘Koppelaar, koppelaar, huwelijk me uit’ is een kostelijk lied uit de musical ‘Fiddler on the Roof’ – in ons land gespeeld als ‘Anatevka’. Het zong spontaan weer door me heen tijdens het kijken naar de Israëlische speelfilm ‘Fill the Void’, ‘Vul de leegte’ (Israël, 2012). Want ook daarin figureert regelmatig een huwelijksmakelaar. Maar zo’n vrolijke rol als in ‘Anatevka’ heeft hij daarin niet. In het orthodoxe Jodendom van nu komt het gearrangeerde huwelijk (sjidoech) nog regelmatig voor. Dat heeft zo z’n geschiedenis. Bijna overal in onze wereld vormden de Joden eeuwenlang kleine en vaak bedreigde minderheden. Het gevolg was dat er binnen de eigen lokale groep maar weinig huwelijkskandidaten waren, en om die reden werd er niet zelden getrouwd buiten de Joodse gemeenschap. Maar de kinderen uit zo’n gemengd huwelijk voelden zich vaak nauwelijks meer Joods. Werd dat proces niet gekeerd, dan zou een kleine Joodse enclave binnen een paar generaties kunnen ‘oplossen’. Mede vandaar
16
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
het instituut van de sjadchen, de huwelijkskoppelaar. Niettemin, die op zich positieve bemiddeling heeft ook negatieve kanten. In het nogal controlerende milieu van de ultra-orthodoxie kan de eigen partnerkeuze van een jonge man of vrouw ‘overruled’ worden. Dan is het niet eenvoudig daaraan te ontsnappen.
Paniek In ‘Fill the Void’, een film die speelt in het Tel Aviv van nu, ligt het nog complexer. Hoofdpersoon is Shira, ongehuwde dochter van achttien in een orthodox gezin. De huwelijksmakelaar heeft
voor haar nog maar net een kandidaat gevonden, of haar oudere, gehuwde zus Esther overlijdt tijdens het bevallen van haar eerste kind, een zoontje. De weduwnaar, Jochai, krijgt het aanbod om te hertrouwen met een Jodin in België. Dan maakt paniek zich meester van de moeder van Shira. Immers, haar pasgeboren kleinzoontje Mordechai zal in dat geval mee verhuizen naar België en dat zou ze niet kunnen verwerken. Ze zet de sjadchen onder druk om haar Shira te doen trouwen met weduwnaar Jochai, en wil zo voorkomen dat de baby met zijn vader mee verdwijnt naar België. Shira zal dus de leegte, die haar moeder vreest, moeten vullen: ‘Fill the Void’. Maar kan dit meisje van achttien dat wel aan?
Preciese registratie Ik zal de afloop niet verklappen. Maar het is zeker de moeite waard om deze viersterrenfilm te zien. Bijzonder is die namelijk ook, omdat hij gemaakt is door Rama Burshstein, zelf chassidisch-orthodox. Ze heeft het aangedurfd een waarheidsgetrouw inkijkje te geven in het meestal nogal gesloten orthodoxe milieu. Nog sterker is, dat ze heel precies registreert hoe zo’n complexe situatie van manipulatie en strijdige emoties zich kan ontwikkelen, zonder dat ze filmisch gesproken een oordeel geeft. Hoe het verdergaat met de relaties tussen de hoofdpersonen krijg je niet te zien. De film heeft zo een open eind.
‘Eyes Wide Open’ Hoe het afloopt met de intieme relatie tussen de twee hoofd rolspelers, krijg je wél te zien in een andere dicht op de huid geregistreerde speelfilm. ‘Eyes Wide Open’ is een IsraëlischFrans-Duitse coproductie uit 2009, geregisseerd door de Israëlische Haim Tabakman. De film brengt het verhaal van twee ultraorthodoxe mannen. De één, Aäron, een kosjere slager met een gezin, wonend in de orthodoxe wijk van Jeruzalem. De ander, een jonge, dakloze – ook orthodoxe – student uit Safed, Ezri geheten. Wanneer de laatste bij slager Aäron een baantje krijgt als werkstudent en een slaapplaats boven de slagerij, groeit er langzaam maar onweerstaanbaar een homo-erotische relatie tussen die twee. Dit kan niet goed gaan, want ‘binnen de Joodse ultra-orthodoxie bestaat homofilie tot nu toe eenvoudigweg niet’ (Tabakman). Dat blijkt wanneer de echtgenote van Aäron een vermoeden krijgt van de relatie en erger, ook de eigen zedenpolitie in de wijk. Een afranseling van Ezri volgt, die dan voorgoed vertrekt
Er groeit langzaam maar onweerstaanbaar een homo-erotische relatie tussen die twee uit de wijk. En Aäron zal zich weer moeten wijden aan vrouw, kinderen en slagerij. Of hem dat lukt is een open vraag, gezien het eindshot van de film. Aäron reinigt zich ritueel in een natuurlijke mikwe (bad) buiten Jeruzalem. Maar of hij vervolgens figuurlijk én letterlijk weer boven water komt, blijft de vraag. Het is een film, bijna topzwaar van melancholie, maar hoe kan het anders bij zo’n onderwerp in zo’n entourage? Beide films kan ik aanbevelen voor gespreksgroepen Kerk en Israël in het land. Fred Meijnhardt
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
17
Te doen onderweg
Volgende uitgave: juni 2015 Activiteiten vóór 24 maart opgeven bij de redactie. E-mail:
[email protected] Vermeld tevens datum, plaats en telefoonnummer.
Activiteiten waaraan lezers kunnen deelnemen.
In de provincies GroningenDrenthe De provinciale werkgroep in Groningen-Drenthe publiceert haar activiteiten op een eigen website, http://kerkenisraelgroningendrenthe.nl/
In de provincies OverijsselFlevoland De provinciale werkgroep in Overijssel-Flevoland publiceert haar activiteiten in een digitale nieuwsbrief. Meer informatie: www.protestantsekerk.nl/kerkenisrael -> werkgroepen
In de provincie Gelderland
In de provincie Noord-Holland Amsterdam. Thomaskerk, Prinses Irenestraat 36. Leerhuis Tenach en Evangelie. 24-3 Maaike Hoffer, projectleider van Stichting COME: Ontmoetingen tussen Israeli’s en Palestijnen. Amsterdam. Van Limmikhof, Nieuwe Keizersgracht 1a. 18-3, 15-4, 13-5 en 10-6 Tekst en Traditie. Een tekst uit vroeger tijden, een oud of modern gedicht, een recent artikel over een actueel probleem. De deelnemers bepalen in onderling overleg de onderwerpen. Leiding: Wilken Veen en Adriaan Deurloo.
Evangelie. Aansluitend discussie en gezamenlijke maaltijd. 7-4 Henk van Olst: Rosenstocks Taal van De Ziel. Inlichtingen: (020) 626 15 43 en www.leerhuisamsterdam.eu
In de provincie Zeeland Grijpskerke. De Osseberg, Singelweg 11, nabij St. Laurens, Kerk & Israël Zeeland. 10-4 Huiskamervoorstelling ‘Bagage’ als afsluiting van het Leerhuis voor pastores. Inlichtingen: (0166) 60 21 06.
Amsterdam. Gast-Huis, Arie Biemondstraat 103. De provinciale werkgroep in Gelderland publiceert haar activiteiten in een digitale nieuwsbrief. Meer informatie: www.protestantsekerk.nl/kerkenisrael -> werkgroepen
29-3, 3-5 en 7-6 Leerdiensten: Lezen van de sidra (het Toragedeelte) dat op de voorafgaande sabbat aan de orde was in de synagoge en uitleg in de eigen context met de traditionele profetenlezing en een gedeelte uit het
10 maart: Ontmoetingsdag werkgroep Gelderland
De Provinciale Werkgroep Kerk & Israël Gelderland houdt op dinsdag 10 maart een ontmoetingsdag in de Arnhemse synagoge aan de Pastoorstraat. Gastspreker is rabbijn Lody van de Kamp over ‘Pesach/Pasen: onopgeefbaar verbonden?’ Meer informatie: www.protestantsekerk.nl > werkvelden > Oecumene en dialoog > Kerk & Israël > agenda Symposium Christ at the Checkpoint
Kerk in Actie houdt op woensdag 15 april een Engelstalig symposium over de theologie van het beloofde land: ‘Christ at the Checkpoint’. Sprekers zijn: dr. Munther Isaac (Bethlehem Bible College); prof.dr. Benno van den Toren (hoogleraar Interculturele theologie aan de PThU Groningen) en dr. Hans Schravesande (Protestantse Raad voor Kerk en Israël). Isaac (foto) promoveerde in 2014 aan het Oxford Center for Mission Studies op de theologie van het Beloofde Land. Als evangelisch theoloog is hij tevens betrokken bij de Lutherse kerk in Bethlehem. 14.00-17.00 uur. Protestants Landelijk Dienstencentrum, Joseph Haydnlaan 2a, 3533 AE Utrecht. Aanmelden: vóór 10 april bij
[email protected]. Kosten: gratis
18
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
Altaarstuk over Jona van Hanneke de Munck i.s.m. Shawky Ezzat • Foto: PR
Tentoonstelling over Jona in Culemborg
In de Grote of Barbarakerk in Culemborg exposeren dertien kunstenaars hun kunstwerk over het bijbelboek Jona in de weekends van 11 april tot en met 10 mei 2015. Ze vertegenwoordigen verschillende disciplines. De expositie is tevens aanleiding voor een lezing door ds. Henri Veldhuis op dinsdag 14 april om 19.30 uur. Hij belicht het verhaal van JONA door de tijd heen aan de hand van kunstwerken. Op vrijdag 24 april is de uitvoering gepland van de JONA-cantate onder leiding van Marijn Slappendel. Meer informatie op www.pknculemborg.nl Studiedagen over Paulus, Jezus en het Jodendom
De stichting Pardes houdt drie studiedagen over Paulus, Jezus en het Jodendom met de internationaal gerenommeerde wetenschapper prof.dr. Peter Tomson. Op elke studiedag zal een tweede kenner van Jodendom en christendom in de eerste eeuw g.j. reageren op Tomsons visie. 23 maart, 13 april en 11 mei. 10.00-16.00 uur. € 50 per keer, € 120 bij intekening op alle drie. Studenten: € 10 per keer. Plaats: Pardes, 100 meter van station Zuid, in De Nieuwe Poort. Aanmelden: www.stichtingpardes.nl
Boekbesprekingen
De heiliging van de Naam Het gebeurt niet vaak dat een theologische doctoraalscriptie die bijna 25 jaar geleden in boekvorm verscheen, wordt herdrukt. Beatrice L. Jongkind, in 1991 in Kampen afgestudeerd op het terrein van de dialoog tussen Jodendom en christendom (en redactielid van dit blad) schreef zo’n boek. Op de voorheen beeldloze kaft staat nu een foto van het Holocaustmonument in Berlijn en de ondertitel is gewijzigd in ‘... leven voorbij de leegte ...’. De auteur – ooit journaliste bij het dagblad Trouw, geestelijk verzorger in de psychiatrie in Amsterdam en sinds 2012 predikante in Harderwijk – schrijft een helder boek over een zeer netelig onderwerp. Wie durft het aan, vanuit de invalshoek ‘De heiliging van de Naam’ – de bereidheid het leven te offeren uit liefde tot God en zijn Tora – een boek te schrijven dat zo zorgvuldig de dialoog met het Jodendom dient? Ik beveel het iedereen aan, met name mensen die worstelen met de vraag waarom God ‘Auschwitz’ niet heeft voorkomen. Kees Schakel Beatrice L. Jongkind, ‘De heiliging van de Naam’. Uitgeverij Van Warven, Kampen 2014. 156 blz. ISBN 978 90 806146 7 3. Prijs: € 19,50.
Van Sam en Moos tot moderne golems ‘Moos, waarom lach je almaar? Oh, niks. Ik heb mezelf een mop verteld.’ Het nieuwste boek van Peter van 't Riet over Joodse humor - geschreven voor de Stichting Judaïca in Zwolle - is geen witzenverzameling of wetenschappelijke studie. Het is een impressie geworden van de indruk die Joodse humor op hem persoonlijk heeft gemaakt. Van ’t Riet gaat in op de vraag waar de Joodse humor vandaan komt. Startend in het Nederland van na de Tweede Wereldoorlog (Max Tailleur en Meyer Sluyser) gaat de reis terug. De auteur beschrijft hoe de Joodse humor zijn oorsprong heeft in de Bijbel en via de Talmoed zijn weg vindt naar met name de achttiende en twintigste eeuw. In de tijd van de Talmoed ontstond het motief van de golem, een schepsel met een menselijke gedaante, dat op een kunstmatige manier door mensen gemaakt is en op magische wijze tot leven wordt gebracht door de heilige Naam van God te gebruiken. Het woord golem komt in de Bijbel alleen voor in Psalm 139:16. Die Bijbel blijkt overigens veel belangrijker te zijn geweest voor het ontstaan van de Joodse humor dan vaak wordt gedacht. Het boek sluit af met een hoofdstuk over moderne Joodse humor in beeldvorm. De grootste superhelden die nu nog bekend zijn, zijn door Joden bedacht en getekend. Ze doen hun werk in het geheim, ze vechten voor de goede zaak en zijn typische stadsbewoners. Superman, Batman en Spiderman, het zijn allemaal moderne golems, gecreëerd door Joodse Amerikanen. Beatrice L. Jongkind Peter van ’t Riet: Joodse humor. Van Moos en Sam tot Abraham. Uitgave Folianti, Zwolle 2014. 190 blz. ISBN 978-90-76783-2. Prijs: € 17,50.
Een echo uit de synagoge Schriftlezingen op Sabbat en feest- en treurdagen in de synagoge Maart 2015 14 maart Wajakheel - En hij liet samenkomen. Exodus 35:1 - 38:20; Pekoedee - De berekeningen. Exodus 38:21 - 40:38; Numeri 19:1-22; Ezechiël 36:16-38 21 maart Wajikra - En Hij riep. Leviticus 1:1 - 5:26; Exodus 12:1-20; Ezechiël 45:16 - 46:18 28 maart Tsav - Gebied. Leviticus 6:1 - 8:36; Jeremia 7:21 - 8:3; 9:22-23
April 2015 4 april Pesach eerste dag. Exodus 12:21-51; Numeri 28:19-25; Jozua 5:2 - 6:1 5 april Pesach tweede dag. Leviticus 22:26 - 23:44; Numeri 28:19-25; 2 Koningen 23:1-9; 21-25 10 april Pesach zevende dag. Exodus 13:17 - 15:26; Numeri 28:19-25; 2 Samuël 22:1-51 11 april Pesach achtste dag. Deuteronomium 14:22 - 16:17; Numeri 28:19-25; Jesaja 10:32 - 12:6 18 april Sjemini - Achtste. Leviticus 9:1 - 11:47; 1 Samuël 20:18-42 25 april Tazria - Zij geeft zaad. Leviticus 12:1 - 13:59 Metsora - ‘Melaatse’. Leviticus 14:1 - 15:33; 2 Koningen 7:3-20
Mei 2015 2 mei Acharee Mot - Na de dood. Leviticus 16:1 - 18:30 Kedosjiem - Heilig. Leviticus 19:1 - 20:27; Amos 9:7-15 9 mei Emor - Zeg. Leviticus 21:1 - 24:23; Ezechiël 44:15-31 16 mei Behar - Op de berg. Leviticus 25:1 - 26:2 Bechoekotai - In mijn inzettingen. Leviticus 26:3 - 27:34; Jeremia 16:19 - 17:14 23 mei Bemidbar - In de woestijn. Numeri 1:1 - 4:20; Hosea 2:1-22 24 mei Sjavoeot eerste dag. Exodus 19:1 - 20:23; Numeri 28:26-31 Wekenfeest. Ezechiël 1:1-28; 3:12 25 mei Sjavoeot tweede dag. Deuteronomium 15:19 - 16:17; Numeri 28:26-31 Wekenfeest. Habakuk 3:1-19 30 mei Naso - Neem op. Numeri 4:21 - 7:89; Rechters 13:2-25
Juni 2015 6 juni Behaälotcha - Wanneer je ontsteekt. Numeri 8:1 - 12:16; Zacharia 2:14 - 4:7 Kees Schakel
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
19
Over ‘Jozef en zijn broers’ van Thomas Mann
Een nuchtere en ironische huismeester ‘De vertaling van dit boek heeft net zo lang geduurd als Mann nodig had om het te schrijven’, zei de uitgever, toen hij trots als een pauw het blauwgekafte bakbeest ophief voor de welgevulde zaal. Het grote werk van Thomas Mann ‘Joseph und seine Brüder’ is meer dan tachtig jaar na het verschijnen van het eerste deel nu ook in het Nederlands vertaald.
H
et eerste deel, ‘Der junge Joseph’, verscheen in 1933, in het jaar van Hitlers machtsovername, het laatste deel drie jaar later. Mann had tijdig in de gaten wat er in zijn vaderland aan de hand was. Zijn verzet was literair en erudiet. Zijn grootburgerlijke hekel aan de proleet Hitler vormde hij om tot een studie naar de achtergronden van het oudtestamentische Jozefverhaal. Tijdens de presentatie van de vertaling liet een kenner van het oude Egypte zien hoezeer Mann zich had voorbereid.
Lijsten met namen Het is niet alleen het degelijke dat het boek zo meeslepend maakt. Het is de taal, de versnelling van het verhaal, de vertraging op het juiste, tergende moment. Ooit las ik het tijdens een studieverlof; drie maanden elke ochtend tien pagina’s Duitse tekst was het idee, maar al gauw kon ik er niet meer mee ophouden. Nu heb ik in de vertaling mijn favoriete passage opgezocht: het moment dat Jakob en zijn elf zoons door de honger gedreven de grens met Egypte bereiken. Mann vertelt hoe Jozef weet dat dit gaat gebeuren en zich elke dag van alle grensposten lijsten met namen van binnengekomen vluchtelingen laat bezorgen. Op een dag komt hij, gedragen in de draagstoel, thuis en rent de trappen van het paleis op om zijn bedaarde, ironische huismeester het nieuws te vertellen.
Heftig gesprek Als lezer weet je allang hoe laat het is, maar Mann vertraagt de aanloop door de rijkversierde kamer te beschrijven waar Jozef Mai-Sachme het grote nieuws wil gaan vertellen. Gelukkig komt het dan toch (p. 1157): ‘Mai!’, riep hij uit, met een onderdrukte juichkreet of iets wat daarop leek, een beklemde, uitgelaten verrukking in zijn stem, ‘ze komen, ze zijn in aantocht, ze zijn in het land, ze zijn de vesting Zel al gepasseerd, ik wist het, ik heb erop gewacht …’ en zo raast Jozef nog even door. En dan weer de huismeester: ‘Wees zo goed, Adon, geen rondedansjes, ik ben een man van matiging, maar wees eens wat duidelijker alstublieft! Wie komen er?’ Alsof hij het niet allang weet, maar goed. ‘Mijn broers, Mai, mijn broers!’ (…) ‘Uw broers? Die verscheurende broers, die u de kleren van het lijf hebben gescheurd, u in de put hebben gegooid en verkocht, de wereld in?’ Volgt er een heftig gesprek over Jozefs’ zicht op zijn broers. De nuchtere huismeester klappert met zijn oren. Hij had een andere versie in zijn hoofd.
20
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
Put of bron Vijftien jaar na dato had ik deze woorden nog precies in gedachten en daar staan ze: het is of ik ze in het Nederlands las. Dat zegt iets over de vertaling: een mix van gedragenheid, ironie en grappen (de oude Midjaniet die Jozef zelf uit de put hijst en dan een zogenaamd onnozel gesprek met de verderop zittende broers begint, p. 452). Eenvoudig kan het vertalen niet geweest zijn. De allereerste zin was al een probleem. Iedere Duitser op leeftijd laat dan met sonore stem horen: ‘Tief ist der Brunnen der Vergangenheit’. Maar ‘Brunnen’ betekent ‘put’, en dat kan hier niet, niet naar de klank en niet naar de associaties met stank en ziekte. Na rijp beraad is er voor ‘bron’ gekozen (in het Duits eigenlijk ‘Quelle’). Dit soort keuzes moest 1343 pagina’s lang gemaakt worden. Van de politieke achtergrond was ik me destijds nauwelijks bewust. Dat er hongerige vluchtelingen de grens over komen, daar lees ik nu extra lagen in: die van 1933 en die van nu. Het is een groots en ongelofelijk boek, de vertaling een prestatie. Een tip voor wie het boek gaat lezen: lees deel 1 (Hellevaart) na afloop (of als laatste). Anne Marijke Spijkerboer Thomas Mann, ‘Jozef en zijn broers’, vertaling Thijs Pollman. Amsterdam 2014. 1343 blz. ISBN 9028424008. Prijs: € 125,-.
Terug in Westerbork Mijn bureau thuis ligt vol met boeken, documenten en foto’s van en over de Joodse gemeenschap van Winterswijk. Een paar weken geleden was ik een hele dag in Herinneringscentrum Kamp Westerbork, waar een medewerkster mij tweeëneenhalf uur voortreffelijk hielp bij het speuren naar nog meer boeken, documenten en foto’s.
I
k word iedere keer weer stil van de enorme hoeveelheid aan gegevens die over de vermoorde Joodse Nederlanders opgeslagen ligt. Hoe kan het dan toch dat er over die mensen zoveel ‘vergeten’ is? Ik behoor tot het ‘tweede geslacht’ en ben van na de Tweede Wereldoorlog. De kinderen van het derde en vierde geslacht stellen de vragen naar het waarom van de vernietiging, de Sjoa. Die vragen zijn voor ouders, groot- en overgrootouders soms een bezoeking. Na het speurwerk in de archieven had ik nog tijd om naar het voormalige kampterrein te wandelen. Ik was daar eerder, in 1983, en werd toen getroffen door de leegte en door de grote schotelantennes van de radiotelescoop. In mijn dagboek staat daarover te lezen: ‘Wat moet er met die antennes worden op gevangen? Het wanhopige roepen van de mensen die in de trein moesten?!’ Mijn verontwaardiging was, blijkens die woorden, groot en is ook nooit meer weggegaan. Inmiddels krijgt het kampterrein wat tastbare herinneringen aan zijn geschiedenis: de contouren van barakken, een wachttoren, prikkeldraad. En verschillende monumenten: naast het monument met de naar de hemel priemende spoorrails, het sterrenmonument – kleine steentjes met een Davidsster, 102.000, voor ieder van de vermoorde Joodse burgers één – en met een vlam voor de – 213 – vermoorde Sinti en Roma.
Wereldwijd icoon Toen ik geknield bij dat monument zat en mij daarna wat moeizaam oprichtte, keek ik recht in de ogen van Settela (Anna Maria) Steinbach, geboren op 23 december 1934 in Buchten (Gemeente Sittard-Geleen), vermoord op 3 augustus 1944 in Auschwitz. Haar portret is een wereldwijd icoon geworden van de vernietiging van mensen door de nazi’s. Pas ruim vijftig jaar na de oorlog, ruim vijftig jaar na haar dood werd haar identiteit vastgesteld: het meisje met de hoofddoek, kijkend door de kier van de bijna gesloten wagondeur, is een meisje uit de Sinti- en Romagroep. Je kunt ook zeggen: ruim vijftig jaar na haar dood werd haar naam weer geroepen: Anna Maria Steinbach. Zij ging op vrijdag 19 mei 1944 met het 95e van de 102 transporten uit Westerbork naar Auschwitz, samen met 453 Joodse mensen, onder wie
41 kinderen en 246 Sinti en Roma, onder wie 123 kinderen. Het vertrek van deze trein werd in kamp Westerbork gefilmd, op last van de kampcommandant. Vierenzestig mensen overleefden, onder wie zeven kinderen.
Vreugde en verdriet ‘Een naam – een gezicht’. Zo heet het grote project waar het Herinneringscentrum al jarenlang mee bezig is: het verzamelen van foto’s bij de namen van al die gedode mensen. Dat is ook de inzet van mijn werk in de Werkgroep ‘Leren van de oorlog’. Soms lukt het mij maar nauwelijks om dat werk vol te houden, want het is moeizaam speuren en elke vondst levert naast vreugde ook veel verdriet op. ‘Stop er dan mee’, zult u misschien zeggen. Maar dat kan ik niet, want van de radiotelescopen van Westerbork komen nog steeds geen signalen over al deze mensen. Vier dagen na het bezoek aan kamp Westerbork sta ik in de ‘Evensong’ achter de katheder van de Jacobskerk in Winterswijk. Ik mag de lezingen doen. Psalm 147:
‘De bouwer van Jeruzalem, dat is de HEER, hij brengt de ballingen van Israël bijeen. Hij geneest wie gebroken zijn en verzorgt hun diepe wonden. Hij bepaalt het getal van de sterren, hij roept ze alle bij hun naam.’
Als ik na de lezing weer ga zitten en mijn ogen sluit, zie ik de sterren van het monument. De woorden uit dat oude Joodse lied bepalen mijn plaats. Henk Vis Henk Vis is vrijwilliger voor Kerk & Israël in Winterswijk. Lees voor het project ‘Leren van de oorlog’ het artikel in Kerk & Israël Onderweg uit maart 2012 (p. 14) of surf naar http://www.werkgroeplvdo.com
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
21
In deze rubriek bespreken medewerkers van stichting LEV een aantal bekende Joodse gebeden.
Bidden met LEV
Afgezonderd en verbonden De kidoesj (heiliging) ter inwijding van de sjabbat vindt plaats voor de maaltijd op vrijdagavond. Na het zeggen van de kidoesj wordt wijn gedronken. De kern van de tekst is in het kader weergegeven.1 Drie delen Het kidoesj-gebed op sjabbatsavond bestaat uit drie delen: a. Genesis 1:31b - 2:3: de schepping van de sjabbat; b. de zegenspreuk bij het drinken van wijn; c. de zegenspreuk bij de heiliging van de dag. Door in het eerste deel de verzen over de schepping van de sjabbat te reciteren, word je als het ware deelgenoot in die schepping, je helpt God om ook deze sjabbat weer te scheppen. Je krijgt aandeel aan een nieuwe wereld, de wereld van de sjabbat, waar alle ongerechtigheden van de afgelopen week terugwijken en je de kans krijgt tot jezelf te komen en een nieuw begin te maken.Het tweede en derde deel zijn zegenspreuken: één bij de wijn en één bij de heiliging van de dag. In de Talmoed lezen we:
bestemming; hij wordt dus afgezonderd, apart gezet van alle anderen. Maar tegelijk wordt hij ook ergens toe bestemd. Aäron en zijn zonen worden afgezonderd van het volk om priesters te zijn voor en te midden van het volk. Martin Buber (1878-1965, Duitsland / Israël) zegt hierover: Heilig betekent [...] apart gesteld, maar niet gescheiden; apart gesteld en toch midden in het volk [...] apart gesteld en uitstralend naar buiten. Op deze tweeheid van afgezonderd en verbonden zijn berust de kenmerkende kracht die uit dit begrip spreekt. [M. Buber, ‘Der Glaube der Propheten’. In: Schriften zur Bibel, p. 370v] Kidoesj-gebed
Onze rabbijnen leerden: ‘gedenk de dag van de sjabbat om hem te heiligen’ (Exodus 20:8) Gedenk haar bij de wijn. [bPesachiem 106a]
[…] God zegende de zevende dag en heiligde hem. Want daarop hield Hij op met al Zijn werk dat God geschapen had om te maken/doen. (Gen. 1,31b - 2,3)
De sjabbat heilig je door haar te gedenken ‘bij de wijn’. Alleen als er wijn is – het symbool van de vreugde – kan de dag werkelijk geheiligd en gevierd worden. Daarmee wordt de sjabbat een dag van vreugde.
Gezegend U, Eeuwige, onze God, Koning der wereld, schepper van de vrucht van de wijnstok.
Tweeheid Daarna volgt de zegenspreuk bij de heiliging van de dag. Hierin klinkt het woord ‘heilig’: driemaal als werkwoord (heiligen) en driemaal als zelfstandig naamwoord (heiliging). ‘Heiligen’ heeft twee kanten. Zo lezen we in Exodus 30:30: ‘Zalf Aäron en zijn zonen en heilig hen om voor Mij priester te zijn.’ Aäron en zijn zonen worden ‘geheiligd’ tot priester. Iemand die, of iets dat, wordt geheiligd, krijgt een bijzondere, speciale taak of
Gezegend U, Eeuwige, onze God, Koning der wereld, die ons heeft geheiligd door Zijn geboden, ons welwillend is en de sjabbat van Zijn heiliging ons in liefde en welwillendheid tot erfdeel heeft gegeven, ter gedachtenis aan het scheppingswerk. Want deze dag is van het begin af een oproep tot heiliging, ter gedachtenis aan de Uittocht uit Egypte. Want U hebt ons gekozen en U hebt ons geheiligd uit alle volken en de sjabbat van Uw heiliging hebt U ons in liefde en welwillendheid tot erfdeel gegeven. Gezegend U, Eeuwige, die de sjabbat heiligt.
1 Voor de volledige tekst van de Kidoesj zie www.stichtinglev.nl
22
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
De kracht van het heiligen zit in de tweeheid: apart zetten én verbinden. Voor het heiligen van de sjabbat geldt die tweeheid. In het afzonderen van de sjabbat van de andere dagen krijgt de dag een bijzondere bestemming. En daarin zit nu juist de mogelijkheid om de dag te verbinden met de andere dagen, om uit te stralen op de andere dagen. De opdracht ‘de sjabbat te heiligen’ betekent: de zevende dag díe bijzondere inhoud en kleur te geven, dat hij zich van de rest van de week onderscheidt en tegelijk positief op de rest van de week inwerkt. Deze tweeheid van het begrip ‘heiligen’ zit ook in de kidoesj-gebed zelf: ‘Want U hebt ons gekozen en U hebt ons geheiligd uit alle volken’. Dat is de kant van de afzondering. Maar tegelijk: ‘Hij heeft ons geheiligd door Zijn geboden’. Want daar gaat het om. De afzondering is geen doel in zichzelf, maar dient om Israël de ruimte te geven een bestaan op te bouwen in overeenstemming met Zijn geboden, in overeenstemming met Zijn bedoelingen. Om op die manier ‘uitstralend op de wereld in te werken’. Om te benadrukken dat er geen sprake is van een exclusieve ‘uitverkiezing’ maar van een functionele ‘verkiezing’, begint de kidoesj met de ‘uitstralende kant’ en noemt pas in het tweede deel de ‘afzonderende kant’. Bij de keuze van God voor Israël staat de functie voor de wereld centraal. Israël is afgezonderd om verbonden te zijn met de wereld. Vraag: Wat vindt u van de gedachte om een deel van de tijd apart te zetten om uit te stralen op de rest van de tijd? Douwe van der Sluis Voor een uitgebreide bespreking: Van Uden e.a., 'Sjabbat, een dag apart' (zie: www.stichtinglev.nl)
Logboekcolumn Galilea
Predikantenreis naar Israël in november
P
redikanten in de Protestantse Kerk kunnen een deel van hun permanente educatie invullen door deel te nemen aan een veertiendaagse studie- en reflectiereis naar Israël en Palestina die plaatsvindt van 9 t/m 23 november 2015. Aan de reis gaan drie voorbereidende studiedagen vooraf op 31 augustus, 28 september en 26 oktober, en na afloop is er een terugkomdag gepland op 1 februari 2016. Organisatoren zijn de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) en het Centrum voor Israëlstudies, verbonden aan de Christelijke Hogeschool Ede. Docenten en reisleiders zijn prof.dr. Dineke Houtman (PThU) en dr. Michael Mulder (CIS).
Deze groep predikanten maakte de studiereis in 2014.
Het studieprogramma helpt de deelnemers zich te bezinnen op de verbondenheid met het Joodse volk zoals vermeld in de Protestantse Kerkorde. Deze verbondenheid lijkt soms op gespannen voet te staan met de oecumenische band met de Palestijnse christenen. In het programma krijgt ook de oecumenische verbondenheid met Palestijnse christenen ruime aandacht. Het is de bedoeling dat deelnemers zich op vastgestelde dagdelen in groepsverband verdiepen in een zelfgekozen thema. De reis wordt gesubsidieerd door verschillende partners (onder wie de GZB en Kerk in Actie), waardoor de (richt)prijs relatief laag is: € 2.050. Het aantal deelnemers is minimaal 18, maximaal 25. Meer informatie: http://www.pthu.nl/PAO/Cursussen2015_2016/ Onopgeefbaar_verbonden/ Een blog van de reis die in 2014 plaatsvond is hier te vinden: http://predikantennaarisrael2014.waarbenjij.nu/
Afscheid valt zwaar
E
igenlijk is dit geen logboek Galilea, maar een logboek Utrecht. Na bijna drie jaar Nes Ammim ben ik net terugverhuisd naar Nederland. Het besluit van die verhuizing was al lang geleden genomen, maar het afscheid valt nu zwaarder dan toen gedacht. Na me lang een buitenstaander gevoeld te hebben, vond ik uiteindelijk toch mijn weg in de Israëlische samenleving. Een paar weken geleden werd ik me daar nog eens extra van bewust. Het was tijdens het Galilea-seminar dat Nes Ammim had georganiseerd: een ontmoetingsconferentie voor Joodse en christelijke (theologie)studenten. Gedurende de zomeroorlog in en om Gaza hebben we ons afgevraagd of mensen nog wel op zo’n seminar zaten te wachten. Ja dus. Uiteindelijk zijn vijftig deelnemers twee intensieve dagen met elkaar in gesprek geweest over hun tradities en de onderlinge verhoudingen. Het was bijzonder hoe studenten, ondanks de spanningen, in de ‘veilige’ omgeving van Nes Ammim naar elkaar durfden te luisteren, maar ook vragen stelden over de situatie in de Westbank en Gaza. De afsluiter van het seminar was een workshop bibliodrama, waarbij Joodse, christelijke en ook een aantal islamitische deelnemers samen het verhaal van Jakob en Esau binnenstebuiten keerden. Na het seminar ging het gesprek door. Een student uit een nederzetting bezocht samen met een christelijke deelnemer de Tent of Nations: een Palestijns project van geweldloos verzet. Een predikant werd uitgenodigd om tijdens Chanoeka in de synagoge iets over de rol van het licht in zijn traditie te komen vertellen. Om de ontmoeting gaande te houden proberen we een jaarlijkse uitwisseling op te zetten tussen de studenten van een jesjiva en een theologisch seminarie. Nou ja ‘we’, mijn opvolger gaat dat doen, en ik van de zijlijn. Uiteraard moet je blijven vermelden dat dit soort bewegingen weinig impact hebben op het grote politieke spel. Maar voor de mensen die erbij waren was het hoopgevend en inspirerend. En ik was blij dat ik er even deel van mocht uitmaken. Wie weet krijg ik nog eens zo’n kans. Voor nu kan ik u alleen maar bedanken voor uw interesse en steun aan het werk van Nes Ammim. Dat gaat gelukkig door. Pieter Dronkers Ds. Pieter Dronkers was manager van het Centrum voor studie en dialoog in Nes Ammim.
De redactie bedankt Pieter Dronkers voor zijn uit het leven gegrepen columns. In het volgende nummer verschijnt hier de eerste column van Ruth de Jong-Hotze (zie pagina 9)
Kerk & Israël Onderweg
| maart 2015
23
Varia
Ontmoet Israëlische en Palestijnse dialoogdeelnemers
Samen met een comité van Israëlische en Palestijnse oud-deelnemers organiseert COME-projectleider Maaike Hoffer deze ontmoetingen. De zeven comitéleden komen in april op bezoek in Nederland om over hun ervaringen, dialoogactiviteiten, motivatie en hoop te vertellen.
Stichting COME organiseert jaarlijks een elfdaags ontmoetingsseminar voor dertig Israëlische en Palestijnse jongeren van 20 tot 35 jaar oud. Op neutraal terrein in Cyprus ontmoeten zij elkaar en leren zij ‘de vijand’ kennen. Deelnemers noemen het ‘een ervaring die mijn leven veranderd heeft’, en ‘COME zou voor alle twaalf miljoen Palestijnen en Israëli’s zo’n seminar moeten organiseren, dan zou er al een oplossing zijn!’
U kunt hen ontmoeten op: - maandag 6 april in Leiden - dinsdag 7 april in Maastricht - woensdag 8 april in Didam - donderdagavond 9 april in Utrecht. Meer informatie op www.stichting-come.nl, of per e-mail:
[email protected]
Jongerenreis naar Israël/Palestina Van 19 juli t/m 1 augustus vindt de jongerenreis plaats naar Israël/Palestina, georganiseerd door Holy Switch, een initiatief van onder andere de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. Er is plaats voor acht tot twaalf jongeren van 16 t/m 24 jaar. Aanmelden tot uiterlijk 15 mei. Meer informatie op www.kerkinactie.nl/reizen
volgend nummer • Interview met Hedy d’Ancona • Onopgeefbaar verbonden door Herman Koetsveld • Nieuw jaarthema: Afscheid nemen van degenen die je ontvallen zijn
Colofon Kerk & Israël Onderweg is een uitgave van de Protestantse Kerk in Nederland en verschijnt viermaal per jaar. Doelstelling van het blad is: de Joodse wortels van het christelijk geloof theologisch doordenken, en allen die geïnteresseerd zijn in of zich verantwoordelijk weten voor de verhouding van Kerk en Israël informeren, inspireren en meningen bieden. De basis hiervoor is artikel I van de Kerkorde:
24
1. De Protestantse Kerk in Nederland is overeenkomstig haar belijden gestalte van de ene heilige apostolische en katholieke of algemene christelijke Kerk die zich, delend in de aan Israël geschonken verwachting, uitstrekt naar de komst van het Koninkrijk van God. (…) 7. De kerk is geroepen gestalte te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.
Kerk & Israël Onderweg
Als Christus-belijdende geloofsgemeenschap zoekt zij het gesprek met Israël inzake het verstaan van de Heilige Schrift, in het bijzonder betreffende de komst van het Koninkrijk van God. Onder ’Israël’ wordt verstaan: het Israël dat wij ontmoeten in de Bijbel en van daaruit in de geschiedenis tot op vandaag.
Uitgever: Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in Nederland Joseph Haydnlaan 2a, 3533 AE Utrecht Postbus 8504, 3503 RM Utrecht telefoon (030) 880 18 80 e-mailadres
[email protected] website www.protestantsekerk.nl/kerkenisrael
| maart 2015
Hoofdredacteur: Floor Barnhoorn Redactie: Reinier Gosker, Greetje van der Harstde Leeuwe, Beatrice L. Jongkind, Fred Meijnhardt, Rijk Roelofse, Kees Schakel, Anne Marijke Spijkerboer. Eindredacteur: Anja de Zeeuw
VORMGEVING EN DRUK Opmaak: Ladenius Communicatie, Utrecht Ontwerp: Reprovinci, Schoonhoven Druk: De Groot Drukkerij, Goudriaan
Abonnementen Particulier abonnement € 9,- per jaar (vier nummers) Pakketabonnement € 4,- per jaar (vier nummers, vanaf 10 exemplaren). Vraag via het mailadres van de redactie een gratis proefnummer aan. Kerk & Israël Onderweg is voor (visueel)
gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm op cd-rom (voor de daisyspeler). Nadere informatie hierover is te krijgen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB) te Ermelo, telefoon (0341) 56 54 99. Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden in andere uitgaven. Neem voor een Wordbestand van de artikelen contact op met de redactie:
[email protected]. De redactie ontvangt graag een exemplaar van deze uitgaven. Het verpakkingsfolie is milieuvriendelijk en kan weggegooid worden in de biobak. ISSN 1566-9033