Kerk&Israël ONDERWEG Jaargang 15 nummer 2 december 2013
Interview met project medewerker Eeuwout van der Linden
• Jaarthema ‘Mens, waar ben jij?’ Verantwoordelijk voor wie na ons leven • Katern InZicht: De mens als beeld van God
Inhoud 03 De profeten een waagstuk?
14
08 Verslag jubileumviering Nes Ammim 11 Zo doen wij Kerk en Israël …
Rubrieken
Jaarthema: Geloofsopvoeding in de Joodse traditie, door rabbijn Raph Evers
07 Onopgeefbaar verbonden – Karin van den Broeke
15 Jaarthema:
in Doorn
erantwoordelijkheid en vertrouwen, V door Rineke de Bruin-Beneder
12 Gedicht door Rachel
10 Ga en Leer
16 Jaarthema: Jaarthema: Mens, waar ben jij? – Verantwoordelijk voor wie na ons leven
09 Column Reinier Gosker Lezersreacties
18 19 20
‘Chinoeg’ is niet genoeg, door Enis Odaci
17 Jaarthema:
ieuwe grond voor dialoog, door N Hans Schravesande
Te doen onderweg Synagoge in Breda Een echo uit de synagoge Boekbesprekingen
21 Het nieuwe Liedboek 22 Feesten met LEV
‘Logboek Galilea’: column Pieter Dronkers
23 Nieuws Protestantse Raad
Met ingang van dit nummer laat coördinator ds. Pieter Dronkers zijn licht schijnen over het dialoogwerk op Nes Ammim. De eerste aflevering van zijn column ‘Logboek Galilea’ staat op pagina 23.
24 Varia
De redactie
04
08
Interview met Eeuwout van der Linden
Viering 50 jaar Nes Ammim
Verbinding zoeken is de belangrijkste uitdaging voor de nieuwe project medewerker Kerk en Israël
De (ex-)burgemeesters Cohen en Aboutaleb waren er ook bij >
>
14 >
Jaarthema ‘Mens, waar ben jij?’ Rabbijn Raph Evers over geloofsopvoeding in de Joodse traditie
2
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
Katern >
InZicht De mens als beeld van God
De profeten een waagstuk? ‘Het wordt tijd dat in onze maatschappij de tegenstelling weer helder wordt die tot gerechtigheid en humaniteit oproept. Het religieuze in deze tijd is vooral gericht op het “dikke Ik”, in plaats van op bijbelse gerechtigheid.’
M
et deze woorden presenteerde emeritus predikant Sjirk van der Zee op donderdag 10 oktober de Nederlandse vertaling van het boek ‘The Prophets’ van Abraham Joshua Heschel. De presentatie vond plaats in de synagoge van Apeldoorn aan de Paslaan, waar eerder die ochtend de razzia’s op de Apeldoornse Joden in de Tweede Wereldoorlog werden herdacht. ‘Het onschuldige bloed roept eeuwig’, schreef Heschel zelf over de broedermoord. Volgens Van der Zee is zijn boek van onschatbare waarde voor het gesprek tussen Israël en de kerk. ‘Heschel helpt ons de Heilige Schrift van binnenuit te verstaan. Hij laat de profeten de heftige betrokkenheid van de Ene met de mensheid verwoorden.’
Diepe bijbelse visie Heschels beroemde boek, aanvankelijk in 1936 in Krakau uitgegeven onder de titel ‘Die Prophetie’, verscheen in 1962 in een bewerkte en uitgebreide versie in New York. Het werd meteen herkend als een meesterwerk dat getuigt van een diepe bijbelse visie. ‘De Profeten’ biedt lezers van het Eerste Testament, zowel christenen, Joden als geïnteresseerden in religie, de mogelijkheid om op diep niveau inzicht te krijgen in de stem van de profetie, stelt de uitgever, de stichting De Profeten NU. Ds. Sjirk van der Zee presenteerde ‘De Profeten’ in Apeldoorn.
Rabbijn Aschkenasy Het oorspronkelijke idee voor de vertaling ontstond in 2011, in een gesprek tussen Van der Zee en wijlen rabbijn professor Yehuda Aschkenasy. Kort na het overlijden van de rabbijn besloot Van der Zee de vertaling door te zetten. Het eerste exemplaar van ‘De Profeten’ werd dan ook aangeboden aan weduwe Jacqueline Aschkenasy-van Dam. Toeval of niet, 10 oktober was de verjaardag van wijlen haar man. ‘Ondanks alles wat hij had meegemaakt, gaf Yehuda nooit zijn vertrouwen op in de Allerhoogste en in de mensen’, zei Jacqueline. ‘Zienerschap is daar waar de mens beseft dat hij wordt gezien’, citeerde ze Aschkenasy over de profeten.
Geloven in wonderen ‘Een waagstuk’, noemde vertaler Hans van der Heide het project van de stichting De Profeten NU. Maar: ‘Wie niet in wonderen gelooft, is geen realist’, haalde hij vervolgens de eerste premier van de staat Israël, David Ben Gurion, aan. Heschel-kenner dr. Coen Constandse sprak over Heschels begrip van het Goddelijk Pathos. ‘Een profeet is iemand die God en
mens samen – bij elkaar – kan houden. Heschel heeft het over een nabije God, een God die kan lijden. Over de intimiteit van God en mens. De profeten kregen door’, zei Constandse, ‘hoe en hoezeer God wordt geraakt door het volk. Ze wijzen terug naar de ethiek van de Tora, maar wijzen er daarbij vooral op hoe belangrijk gerechtigheid en vrede zijn voor God.’ Heschel (1987-1972), geboren in Polen, was een Amerikaanse rabbijn en een van de belangrijkste theologen en filosofen van de twintigste eeuw. Hij was bevriend met Martin Luther King en Elie Wiesel. De stichting De profeten NU is zo’n twee jaar met de publicatie bezig geweest. Beatrice L. Jongkind A.J. Heschel: ‘De Profeten’. Vertaling: H. van der Heide. Uitgeverij Skandalon, Vught. ISBN 9789490708740, 706 pagina's. Prijs: € 50,-.
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
3
Door het Joodse denken beïnvloed benader ik teksten anders. Er zijn zeventig manieren van uitleg
Eeuwout van der Linden: ‘Verbinding zoeken zie ik als mijn belangrijkste uitdaging.’ • Foto’s: Rick Keus. Locatie: Synagoge van Middelburg.
4
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
interview
Interview met projectmedewerker Eeuwout van der Linden
Het hoofd koeler en het hart brandend Ds. Eeuwout van der Linden (51), predikant te Oost-Souburg, is sinds 1 juni parttime projectmedewerker Kerk en Israël van het Protestants Landelijk Dienstencentrum. Greetje van der Harst ontmoette hem in de synagoge van Middelburg. Had je altijd al belangstelling voor Israël?
Tijdens mijn studie had ik veel belangstelling voor andere godsdiensten. Mijn specialisaties waren godsdienstwetenschappen en missiologie. Ik nam deel aan een commissie die hielp het eredoctoraat van Stanley Samartha voor te bereiden1. Samartha had een dialoogprogramma opgezet voor de Wereldraad van Kerken. De nadruk op dialoog was nieuw voor die tijd; tot de jaren zeventig, tachtig was missiologie toch vooral evangeliserend. Samartha ging uit van wederkerigheid: hoe krijgt het geloof gestalte in je eigen context en wat kun je van elkaar leren? Mijn promotieonderzoek2 richtte zich daar op. Mijn belangstelling voor het Jodendom werd gewekt toen ik colleges volgde bij Yehuda Aschkenasy. Dat was een soort cultuurschok: mij was altijd geleerd wetenschappelijke distantie te betrachten en deze fascinerende man was juist zeer emotioneel betrokken. Als predikant in Goes ben ik meer gaan nadenken over de wortels van mijn persoonlijk geloof en die van de kerk. Dan kun je niet om de Joodse traditie heen. Met collegapredikant Piet van Midden ben ik in Israël geweest en ik heb een Jeruzalemseminar gevolgd met Douwe van der Sluis3. Ook heb ik verschillende studiereizen met Simon Schoon en Douwe meegemaakt.
Wat raakte je in Israël?
Dat ik in aanraking kwam met het land en de bevolking. De complexiteit van de situatie. En de – onder meer Joodse – gastsprekers: ik dook in de teksten, dat verdiepte mijn visie. Een feest waren de tochten door Jeruzalem en het land. Later kwam de Joods-Palestijnse problematiek meer in het vizier.
Hoe heeft dat je veranderd?
Beïnvloed door het Joodse denken ging ik teksten anders benaderen. De veelkleurigheid: er zijn zeventig manieren van uitleg. Eli Wiesel schreef een boek over de profeten en bij het beschrijven van de figuur van Jakob zet hij je eerst op het ene been, halverwege draait hij en dan later nog een keer, zodat je
aan het eind verward achterblijft: wie is dan Jakob? Er is niet één absolute visie, het is voortdurend in beweging, het brengt je in dynamiek met de tekst.
Kon je dat kwijt in jouw gemeente?
Toch wel, er was een openheid voor vrijere omgang met teksten.
Je hebt een boek geschreven over Joodse visies op Jezus4. Kan de figuur van Jezus een brugfunctie vervullen in de Joods-christelijke dialoog?
Waarom niet? In de Talmoed is er een impliciete verwijzing naar Jezus, hij wordt aangeduid met ‘die man’, vandaar de titel van het boek. In de schilderkunst (onder andere bij Chagall) en de literatuur (bijvoorbeeld bij Pinchas Lapide en David Flusser) vinden we Joodse uitspraken over Jezus. Het ligt gevoelig, je kunt het uit de weg gaan, maar je hoeft niet achter te houden wat in je eigen traditie belangrijk is. Er is in Joodse kring wel openheid voor, er zijn verschillen in visies maar ook overeenkomsten. Voor sommige Joden is Jezus een gerespecteerde wijze Joodse rabbi.
Merk je verandering in de houding van kerkgangers ten aanzien van Israël?
Heel sterk. In de jaren zeventig, begin tachtig bloeiden de leerhuizen. Israël werd heel positief ontvangen, de staat werd gezien als teken van het verbond. Het was ook een romantisch beeld dat door de politieke situatie is gecorrigeerd en tot verwarring heeft geleid. Wat moeten we nu met Israël als volk van God en de staat als teken van het verbond? Je wordt gedwongen tot een keus voor een partij. Kun je die polarisatie ombuigen? Religie en politiek zullen verstrengeld blijven. Je ziet het aan de ontwikkelingen in Nes Ammim waar nu trialoogprogramma’s zijn en waar men werkt vanuit het besef dat je teksten nooit kunt lezen los van je eigen context, je leven en de wereld waarin je leeft. We moeten proberen uit de polarisatie te komen. In onze Protestantse Kerk wordt er vaak heel verhit gespeeld, vergeleken met de RoomsKatholieke Kerk en de Katholieke Raad voor Kerk en Jodendom.
1 Stanley J. Samartha kreeg in 1986 een eredoctoraat aan de Universiteit Utrecht. 2 Titel van de dissertatie van Eeuwout van der Linden: ‘Commitment and Openness. The interreligious Dialogue and Theology of Religions in the Work of Stanley J. Samartha’. 3 Van de stichting C.O.M.E. (Communication Middle East), www.stichting-come.nl 4 Eeuwout van der Linden: ‘Wie is die man? Joodse visies op Jezus’. Ten Have, Baarn 2003
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
5
interview
We proberen uit de polarisatie te komen Probeer het hoofd koeler en het hart brandende te houden. Ga het gesprek aan vanuit een positieve houding, luister naar andere partijen zonder te snel te oordelen.
Ons gesprek vindt plaats hier in de synagoge van Middelburg. In Middelburg is een levende Joodse gemeenschap. Zijn er contacten tussen de kerken en deze gemeenschap?
De Joodse gemeente is een kleine orthodoxe open gemeenschap. Regelmatig komen er groepen kinderen en volwassenen vanuit de kerken in de synagoge voor een rondleiding. Sommige leden vanuit de kerken leven intensief mee. De synagoge is herbouwd mede met steun van christelijke zijde. Vanuit de provinciale werkgroep Kerk en Israël, waarvan ik tot voor kort voorzitter was, zijn er altijd wel wat contacten geweest. Ook burgerlijk zijn er goede contacten: tijdens het Chanoekafeest wordt er op de Grote Markt een grote chanoekia (negenarmige kandelaar) aangestoken.
Vindt er ook een vorm van interreligieuze dialoog plaats?
Helaas, daar is de Joodse gemeenschap te klein en te kwetsbaar voor. Dat de synagoge er is en dat er activiteiten zijn, is al een lichtend teken in de Zeeuwse context.
Sinds kort ben je projectmedewerker Kerk en Israël voor de Protestantse Kerk. Wat zie je als je belangrijkste uitdaging?
Verbinding zoeken. In juni ben ik begonnen, maar in februari maakte ik deel uit van een delegatie die naar Nes Ammim reisde voor de viering van het vijftigjarig bestaan. Daarbij reisden we zelfs ook nog even samen met een delegatie van ICCO. Ik heb gemerkt dat je over muurtjes heen kunt springen, je staat niet geïsoleerd. Kerk en Israël en Kerk in Actie stonden vroeger tegenover elkaar, nu is de relatie heel goed. Daarnaast zoeken we verbinding met Joodse organisaties, zoals het Centraal Joods Overleg, en gaan we het gesprek met andere spelers in het complexe veld niet uit de weg. We proberen uit de polarisatie te komen. Vanuit de functie is het nog een zoektocht. Er verandert veel in de beleving van mensen: de romantische tijden zijn voorbij, er is minder tijd en geld beschikbaar. Het is een tour de force, daar hebben we elkaar voor nodig. Binnen de tradities is het belangrijk te zoeken naar gemeenschappelijke religieuze en spirituele bronnen. Om zo de maatschappelijke problemen aan te kunnen, zoals problemen rond vrede, recht en ecologie. Om samenleven mogelijk te maken. Hoe houd je je staande in de wereld, hoe kun je letterlijk adem blijven halen? Teksten dienen daarbij altijd in context begrepen te worden. Het gaat om onze situatie, onze wereld.
5 Genesis 18:1-15
6
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
'Binnen de tradities zoeken naar gemeenschappelijke bronnen om problemen rond vrede, recht en ecologie aan te kunnen.'
Ik bezocht met een groep jongeren Taizé. Op uitnodiging van broeder John was er een Amerikaans-Israëlische rabbijn, David Lazar, die het verhaal vertelde van de drie mannen/engelen die bij Abraham op bezoek kwamen5. Hij zei dat hij slechts zijn eigen visie gaf op het verhaal. Hij beschouwde deze tekst als kerntekst over gastvrijheid in het Jodendom. Hij betrok de tekst op de samenleving hier en nu en ook op het Palestijns-Joods conflict. Hij constateerde dat de jongeren daar in Taizé keurig netjes luisterden en hij alleen sprak. Dat er dus geen echte confrontatie plaatsvond. Hij zei dat Joden behalve dit verhaal ook altijd het hoofdstuk ervoor en erna lezen. Als je dat doet, lees je dat Abraham zojuist besneden was; de wond is waarschijnlijk nog pijnlijk. Bovendien vindt de ontmoeting plaats op het heetst van de dag. De mannen zijn volslagen vreemdelingen. Toch rent Abraham de benen uit het lijf om de gasten zo goed mogelijk te ontvangen. Het is dus geen goedkope gastvrijheid. Hij brengt een persoonlijk offer. Gastvrijheid is een mitswa, een gebod door God gegeven. Wat betekent dat? Wat kost het ons? Het snijdt in ons eigen vlees. Echte dialoog is gastvrijheid die in je eigen vlees snijdt. Eeuwout van der Linden is bereikbaar via het e-mailadres
[email protected] en telefoon: 06 15 13 99 67. Werkadres: Dienstenorganisatie Protestantse Kerk, Meiveld 1, 4388 MB Oost-Souburg.
De Protestantse Kerk in Nederland kent een veelheid aan meningen. Zo wordt er in onze kerk ook verschillend gedacht over kerk en Israël. In deze rubriek brengt een kerkelijk betrokken persoon de onopgeefbare verbondenheid van kerk en Israël onder woorden.
Onopgeefbaar verbonden, hoe zie je dat?
Eerlijke kritiek kán binnen goede familieverhouding Het is alweer bijna een half jaar geleden, maar in gedachten hoor ik de 67-jarige vrouw nog regelmatig vertellen. Zij werd geboren in Groot-Brittannië, net na de Tweede Wereldoorlog. Ze was Joods, maar groeide op in een seculier gezin en was zich dus aanvankelijk nauwelijks bewust van haar Joodse achtergrond. Haar omgeving zorgde er echter voor dat dat veranderde.
A
ls kind werd ze op school in de klas eens naar voren gehaald. Het lijdensverhaal van Jezus werd verteld. Zij werd aangesproken met de vraag: ‘Leg eens uit waarom jouw familie Christus heeft vermoord.’ Een paar jaar later, als jonge puber, solliciteerde ze op een weekendbaantje. Ze was in principe aangenomen en hoefde nog slechts de formulieren in te vullen. Op dat moment ging het echter mis. De man die haar baas zou worden zag haar naam en vroeg vol afschuw: ‘Are you Jewish?’ en verscheurde voor haar ogen de formulieren. Vanaf dat moment kreeg ze meer en meer oog voor plaatsen waar ze bordjes zag staan: ‘No dogs, no smoking, no Jews’.
Naamsverandering ‘Dat Joodse gedoe is lastig, daar wil ik vanaf’, besloot ze. Ze spaarde, wachtte tot ze zestien was, en veranderde haar naam. Maar dat begon te knagen. ‘Eigenlijk is het toch vreemd dat ik niet gewoon gezien en geaccepteerd kan worden zoals ik ben … Waarom zou je niet Joods mogen zijn?’ Haar eigen ervaringen openden haar ogen voor diepgeworteld onrecht. Ze betaalde nogmaals een fors bedrag, ditmaal om haar naam terug te laten veranderen in haar oorspronkelijke naam. En ze besloot naar Israël te emigreren omdat ze wilde meebouwen aan een veilig huis voor haar volk. In Israël maakte ze kennis met de geschiedenis van Arabische medeburgers, van Palestijnse families. Ze groeide uit tot vredesactiviste.
Geworteld in Israël Als ik voor mezelf moet verwoorden wat ‘onopgeefbaar verbonden’ betekent, dan kan ik niet om het verhaal van deze vrouw heen. Het lijkt wel of in haar verhaal alle lijnen samenkomen. Onopgeefbaar verbonden met het volk van Israël. We zijn ons als christelijke kerk bewust op welke bodem we staan. We realiseren ons dat we geworteld zijn in Israël. Dat schept een blijvende verbondenheid. We weten tegelijkertijd hoe wrang de verhouding christendom-Jodendom soms benoemd is en welke
consequenties dit in de geschiedenis gehad heeft. Het schept de verantwoordelijkheid om theologisch zorgvuldig te spreken.
Eerlijke kritiek De theologische verworteling en de beladen geschiedenis van antisemitisme betekenen daarentegen niet dat er geen kritiek op het handelen door de staat Israël mogelijk zou zijn. In het gewone pastoraat, zowel onder studenten als in plattelandsgemeenten, heb ik altijd veel baat gehad bij contextueel pastoraat. Een belangrijk gegeven dat ik daarin op het spoor gekomen ben, is dat goede familiale verhoudingen het mogelijk maken elkaar eerlijk te bekritiseren. Elkaar eerlijk durven bekritiseren is omgekeerd ook nodig voor open verhoudingen en kan – juist als er onderling vertrouwen is – een basis zijn waarop mensen aan elkaar groeien. Zoals die Joodse vrouw die uitgroeide tot vredesactiviste. Ze ervoer de pijn van haar eigen volk. Ze koos ervoor om in de staat Israël te gaan wonen. Daar wonend zag ze hoe Palestijnse christenen en moslims lijden aan de huidige politiek van de staat Israël. Dat was voor haar net zo min acceptabel als de pijn van haar eigen volk.
Grondtonen Onopgeefbaar verbonden. Dat betekent voor mij dat ik de ruimte en de plicht ervaar om bijbelse grondtonen – zoals barmhartigheid, gerechtigheid, genade, ‘vreemdelingen en bijwoners’, ‘feestmaal voor alle volken’ – die ik heb leren kennen en die een stuk van mezelf zijn geworden, in te brengen in het contact met Israël – volk en staat.
Karin van den Broeke Karin van den Broeke is voorzitter van de generale synode van de Protestantse Kerk.
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
7
De (ex-)burgemeesters Job Cohen en Ahmed Aboutaleb namen het herdenkingsboek in ontvangst.
Verslag jubileumviering Nes Ammim
Een dubbele verrassing Precies op tijd was ik in Amersfoort. Vrolijk stapte ik Leerhotel Het Klooster binnen, waar vijftig jaar Nes Ammim gevierd zou worden. De kerkzaal barstte uit zijn voegen. Er hing een verwachtingsvolle stemming.
I
k had nog maar net een plekje gevonden toen het feest begon. Even dacht ik terug aan twaalf jaar geleden. In het jaar van de Twin Towers ontmoette ik in Nes Ammim een groepje gedesillusioneerde vrijwilligers dat bij een houtvuurtje zijn frustraties over de gang van zaken luchtte. Was ik getuige van de ondergang van Nes Ammim? De jaren erna was het een dubbeltje op zijn kant. Maar allengs leek de feniks uit zijn as te herrijzen. Hier in Amersfoort zag ik hoe hij zijn vleugels breed uitsloeg en een hoge vlucht nam, terwijl een dikke vierhonderd gasten luid applaudisseerden.
Continuïteit? Wat is er tussen september 2001 en september 2013 veranderd? De titel van het boek dat naar aanleiding van vijftig jaar Nes Ammim gepresenteerd werd, zegt genoeg: ‘Van rozenkassen tot dialoog’1. De voorgeschiedenis van Nes Ammim wordt kort geschetst door kerkhistoricus Gert van Klinken. Boeiend. Toch is het geen jubileumboek geworden. Simon Schoon haalt nog wel een paar herinneringen op, maar ook zijn bijdrage loopt uit op een verantwoording van de keus die Nes Ammim gemaakt heeft om zich te richten op ontmoeting en dialoog, in solidariteit met lokale bevolkingsgroepen, Joden, Arabieren en anderen.
De vraag wordt gesteld of er nog enige continuïteit is tussen wat de pioniers in 1963 bezielde en wat de huidige betrokkenen in 2013 inspireert. Schoon antwoordt daarop dat sommige supporters van Nes Ammim in de loop van de tijd hebben afgehaakt, maar ‘voor vele anderen is de huidige koers een baken waarop zij zich kunnen oriënteren om hun solidariteit met het land en al zijn bewoners vorm te geven’ (68). Schoon noemt het een bemoedigend teken ‘dat er ook iets heel anders mogelijk is dan de onzalige polarisatie in Nederland rond deze thematiek’.
Meeslepend verhaal De rest van het boek cirkelt om de ervaringen die Joodse en Arabische Israeli’s inmiddels met het dialoogproject in Nes Ammim hebben opgedaan. Het is een meeslepend verhaal geworden. Waar de Nederlandse media Israël vaak niet in staat achten tot enig goed en geneigd tot alle kwaad, wordt hier een ander Israël zichtbaar. Een Israël dat boeit, waarvan je leren kunt, waarnaar je nieuwsgierig bent, en waaraan je hoop ontleent voor een toekomstige vrede. Een glasheldere bijdrage leverde Douwe van der Sluis over de vraag wat er in Israël te leren valt. Die zou zomaar kunnen dienen
1 Michael Elias en Simon Schoon (red.), ‘Van rozenkassen tot dialoog. 50 jaar Nes Ammim’. Narratio 2013, 178 blz. ISBN 978 90 5263 188 2. Prijs: € 19,-. 2 Het bijvoeglijk naamwoord mimetisch komt van het Griekse mimesis, wat 'nabootsing' of 'imitatie' betekent. Girard duidt er een mechanisme mee aan dat patronen van actie en interactie genereert.
8
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
column
Hier wordt een ander Israël zichtbaar dan in de Nederlandse media als voorbereiding op een reis van een groep gemeenteleden naar Israël en Palestina, onder auspiciën van Nes Ammim en het Arab Educational Institute. Hoogleraar Kerk en Jodendom Marcel Poorthuis schreef een mooi betoog, waarin hij pleit voor een ‘pluralisme zonder relativisme’. Ook constateert hij dat het eigenlijk onbegrijpelijk is dat de stichting PaRDes en Nes Ammim elkaar nog maar nauwelijks hebben gevonden (141). Dat belooft wat! Michael Elias laat aan de hand van de mimetische theorie2 van René Girard zien hoe subtiel het Israël-Palestinaconflict zich verhevigt. ‘Zijn er mogelijkheden om uit de verlammende impasse te komen?’, vraagt hij (161), om te antwoorden: ‘Een mooie spreuk uit de Joodse traditie die hierbij leidend kan zijn, luidt: “Wie is de machtigste der helden? – Hij die van zijn vijand een vriend maakt” (Avot de Rabbi Natan 23).’
Cohen en Aboutaleb Tijdens de feestelijke bijeenkomst in Het Klooster werd het boek aangeboden aan Job Cohen en Ahmed Aboutaleb, de (ex-)burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam. Dat beiden gekomen waren om het boek – onder luid applaus – in ontvangst te nemen, onderstreept het belang van de dag én van het boek. En nu maar hopen dat ook het Kerk en Israël-wereldje in Nederland zich laat uitdagen tot ontmoeting en dialoog, zoals Nes Ammim dat nota bene in Israël praktiseert! Reinier Gosker
De brief van Meijer Godschalk
‘B
ennie is Vroom en Meijer is Dreesmann’, zei hij. Ik keek hem niet-begrijpend aan en vroeg lachend: ‘Wat zegt u nu, Bennie is vroom en Meijer is … dreesman?’ ‘Zo is het’, beaamde hij. Bennie Samuels en Meijer Godschalk waren zwagers. Sallandse veehandelaren die eind jaren zestig naar Israël emigreerden. Bennie was orthodox. Hij wandelde ‘s zaterdags naar de synagoge in Deventer zonder van de weg af te wijken, zwarte hoed op het hoofd. Meijer was seculier. Op bezoek bij een ouder echtpaar ging het als vanzelf over vroeger. Zij schonk koffie, hij vertelde dat hij veehandelaar geweest was in Deventer, Doetinchem en Zwolle. Ik spitste mijn oren. Had ik als jongen niet op de veemarkt in Zwolle gelopen, koeien drijvend, om een stuiver te verdienen? En had ik mijn ogen niet uitgekeken bij het handjeklap om de prijs van een koe? Opeens stond hij op, rommelde wat en kwam terug met een dubbelgevouwen velletje luchtpostpapier uit Israël. Met vochtige ogen vouwde hij het open en begon te lezen. ‘Het gaat ons hier uitstekend en we zitten in een gemeenschap “Ulpan”1 met nieuwe emigranten uit de hele wereld’, schreef Meijer Godschalk hem in november 1970. Hij hoopte na de cursus weer in de veebranche te gaan. Bennie was inmiddels voor zichzelf begonnen. De brief bleek een condoléance te zijn: ‘De wereld draait door en men moet verder. Ik wens jou en jouw familie vanaf deze plaats sterkte!’ Dan volgen herinneringen. ‘Ik denk nog wel eens aan de verschillende babbels die we met elkaar hadden voor en na de markten. (…) De handel gaat wel door zonder Meijer Godschalk, maar voor mij was er toch een episode in mijn leven afgesloten.’
Lezersreactie Lezersreacties zijn welkom. Met ingang van het december- nummer plaatst de redactie echter alleen nog reacties van maximaal 100 woorden.
God bedenkt zich niet Drs. Vergunst legde onder bovenstaande titel in het juninummer de onopgeefbare verbondenheid met Israël uit. Ik begrijp echter uit de Bijbel dat de Eeuwige zijn plannen vaak herziet, als bijvoorbeeld Abraham en Mozes de zaak van Israël bepleiten, als Israël en Nineve (Jona) zich bekeren. Onopgeefbaar blijkt dan zijn trouw, ook als Israël, Kerk en wereld die beschamen. Is het dan niet noodzakelijk dat er voor het aanmatigende van Artikel 1 van de Kerkorde een andere verwoording wordt bedacht? Is de kerk, luisterend naar Dick Boer en het Kairos-document niet verplicht het antisemitische handelen van de staat Israël tegen zijn Palestijnse broedervolk daadwerkelijk te confronteren met Boycott, Divestment and Sanctions (B.D.S.)?
Midden in de brief staan de woorden: ‘Ik hoop jullie eens hier in Israël te ontvangen.’ Daar is het niet van gekomen. Kort nadat Meijer Godschalk de brief geschreven had, verongelukte hij in het altijd gevaarlijke verkeer op de autowegen in Israël. Of ik de brief gebruiken mocht voor een column. Dat mocht. Hij vouwde de brief dicht en zei: ‘Schrijf maar een mooie herinnering aan Vroom & Dreesmann.’
Reinier Gosker
Kees Thieme, Rotterdam 1 Ulpan: cursus Hebreeuws
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
9
Ga en Leer
Petje af voor Ben Azzai! Mijn oudste zus, ooit onderwijzeres in een dorp in de Alblasserwaard, vertelde eens dat op haar school de gewoonte bestond bij het vak nuttige handwerken de klas te splitsen. De jongens gingen naar gymnastiek, de meisjes kregen breien. Haar voorstel alle leerlingen te leren haken en breien haalde het niet. Ze kreeg wel gedaan dat de jongens met een draad van wol, een klosje met kopspijkertjes, en een haaknaald aan de slag gingen.
A
ls in een quiz aan een Joods iemand gevraagd zou worden de naam te noemen van een verre opvolger van Mozes die in liefde voor de Tora niet voor hem onderdeed, tien tegen een dat het antwoord zou luiden: rabbi Akiva (omstreeks 50-135). Zo betrekkelijk onbekend als hij is in niet-Joodse kring, zo vermaard is hij bij Joden zelf. Hij had de leiding over een eigen academie in Bnei Barak (vlakbij het huidige Tel Aviv). Hij bezocht echter ook vaak Javne om aan de beraadslagingen van het Sanhedrin deel te nemen. Hij kwam eens te laat. Hij wilde niet storen, maar iemand zag hem en riep uit: ‘De Tora staat buiten.’ Men stopte met het gesprek en verzocht hem binnen te komen.
Ben Azzai Ben Azzai (omstreeks 120), een leerling/jongere collega van rabbi Akiva, is minder bekend geworden dan zijn beroemde tijdgenoot, maar er is een oneliner van hem overgeleverd, waarin hij rabbi Akiva in wijsheid lijkt te overtreffen. Het gaat over de vraag wat het hoogtepunt van de ethiek van de Tora is. Rabbi Akiva wijst op het vers ‘Heb je naaste lief als jezelf’ (Leviticus 19:18). Ben Azzai, die veel belangstelling had voor het ontstaan van de wereld, legt de nadruk op een vers dat nog hoger staat:
‘Ze sefer toledot Adam’, ‘Dit is het boek over de oorsprong van de mens’ (Genesis 5:1). Waarom wint het vers uit Genesis – dat voluit luidt: ‘Dit is de lijst van Adams nakomelingen. Toen God Adam schiep, de mens, maakte hij hem zo dat hij leek op God’ (DNB) – het van het vers uit Leviticus? Ben Azzai legt dat uit: ‘Men moet nooit zeggen: “Omdat ik niet in tel ben, moet ik mijn naaste ook minachten.” Dat komt neer op een belediging van God die de mens naar zijn beeld heeft geschapen.’ De grote les van Ben Azzai is dat ieder mens een gemeenschappelijke oorsprong heeft. Dit besef moet het uitgangspunt zijn voor de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Ieder mens, of hij of zij nu zwart, wit, groot of klein is, is van een hoge komaf. Onze stamboom gaat terug op Adam, volgens een midrasj geschapen uit het stof van de vier hoeken van de aarde.
Een buitenbeentje? Ben Azzai woonde in Tiberias, in een tijd dat de Romeinse bezetting zwaar op het Joodse volk drukte. Hij kwam uit een arme familie, en hoewel hij jong stierf, had hij een reputatie opgebouwd van een zeer intelligente tanna, Schriftuitlegger. Bij zijn dood verklaarden de wijzen: ‘Met hem verdwijnt de laatste toegewijde geleerde.’ Toch schopte hij het nooit tot rabbijn. Was hij, als vrijgezel, voor een wijding tot rabbi te veel een buitenbeentje? Hij had veel respect voor vrouwen en verdedigde hun recht op studie. Zo verklaarde hij: ‘Een vader moet de Tora aan zijn dochter onderrichten.’
Kinderen van dezelfde vader De Bijbel beklemtoont, aan de kop van een ‘saai’ geslachtsregister (Genesis 5), dat we allemaal kinderen van dezelfde vader zijn. Als we voortborduren op Ben Azzai’s interpretatie van de Tora, dan is de gemeenschappelijke oorsprong van de mensheid niet vrijblijvend. Ben Azzai schiep ruimte voor meisjes om Tora te leren. Men mag vermoeden dat hij, levend in onze tijd, ook een open houding zou aannemen naar groepen die nu op het tweede of een nog lager plan staan. Misschien zou hij ons vragen: ‘Nemen jullie, vanuit die gemeenschappelijke oorsprong, iedereen werkelijk serieus?’ In die zin petje af voor Ben Azzai, die als een van de eersten in de geschiedenis de eenheid van alle mensenkinderen heeft benadrukt. Ben Azzai verdedigde het recht op Torastudie voor vrouwen. Op de foto: Women of the Wall in Jeruzalem.
10
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
Kees Schakel
Zo doen wij Kerk en Israël in ...
Doorn Het dorp Doorn aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug heeft geen synagoge, geen Joodse begraafplaats en geen monument voor Joodse dorpsgenoten die zijn omgekomen in de Sjoa. Wel ontving het ooit tijdens de bezetting zeventig Joodse medelanders die uit de kustgebieden verdreven waren. Ongeveer de helft van hen kon op een Doorns adres onderduiken.
D
it laatste is een klein stukje Joodse geschiedenis in Doorn, dat Miep Kooi en Dick van der Lugt vertellen. Zij zijn de drijvende kracht achter Kerk en Israël ter plaatse. ‘Want’, zegt Miep, ‘de Joodse wortels van ons geloof zijn zo belangrijk.’ Dick wordt gemotiveerd mede door zijn ervaringen in Nes Ammim toen hij daar als vrijwilliger werkte in de rozenkassen en de avocadoplantages. Hij kreeg daar naast het gewone gereedschap ook een karabijn in de handen gedrukt, voor als het nodig zou zijn. ‘Want Israël werd toen zo bedreigd’, zegt hij.
Vorming en Toerusting Oorspronkelijk bestond er binnen de protestantse gemeente Doorn nog een zelfstandige werkgroep Kerk en Israël met een eigen Leerhuis-programma. Maar vijf jaar geleden is de werkgroep opgenomen in het grotere geheel van Vorming en Toerusting binnen de gemeente. Dat bleek goed uit te pakken. Het draagvlak voor het Kerk en Israël-deel in het programma, de onderlinge inspiratie en de deelname werden door deze integratie vergroot. En daar zijn Miep en Dick best blij mee.
‘Veel sjtreimels gezien in Antwerpen’. • Foto: Piet Verra
Antwerpen Per seizoen zijn er drie à vier Kerk en Israël-activiteiten. Als één van de mooiste activiteiten herinneren Miep en Dick zich de excursie in 2010 naar de Joodse wijk in Antwerpen. Ze troffen het, want het was Loofhuttenfeest en dat was te zien aan de kleding van de inwoners. ‘Tijdens onze stadswandeling hebben we veel sjtreimels gezien’, de brede bontmutsen die op sabbat en gedenkdagen door orthodox-Joodse mannen worden gedragen.
Drie activiteiten Voor het seizoen 2013-2014 staan er drie activiteiten op het programma. Dr. Peter van ’t Riet kwam op 15 oktober spreken over ‘Het mensbeeld ‘De binding van Izaäk’, raam van de Tora’. De mens is volgens in de Maartenskerk te Doorn. de Tora de partner van God in het scheppingsproces en hij heeft daarbij ook het klankbord van de Tora nodig om zijn eigen weg in deze wereld te vinden. Op een andere avond gaat het over ‘De Bijbel in de Israëlische politiek’ met dr. Bart Wallet, docent Jodendom aan de Universiteit van Amsterdam. En ten slotte wordt er de speelfilm ‘Va, vis et deviens’ (2005) vertoond. Het verhaal van dat zwarte jongetje, dat tijdens de grote uittocht van Ethiopische Joden naar Israël in 1984, door zijn christelijke moeder wordt meegegeven onder het voorwendsel dat het een Joods-Ethiopisch kind is. Een ontroerende film, die iets laat zien van de integratieproblematiek van Joden die, afkomstig uit zeer verschillende landen en culturen, komen wonen in Israël. Dat beloven in Doorn mooie avonden te worden.
Fred Meijnhardt
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
11
12
Mijn kracht neemt steeds meer af Mijn kracht neemt steeds meer af – Wees toch goed voor mij, wees toch goed voor mij! Wees mij een smalle brug boven een afgrond van verdriet, boven het verdriet van mijn dagen. Wees toch goed voor mij, wees toch goed voor mij! Wees mij een levensgeest, wees een steun voor het hart, wees een schaduwgevende boom over een dorre vlakte van een woestijn. Wees toch goed voor mij! Deze nacht is zo lang, de morgen zo ver. Wees een weinig licht voor mij, wees een onverwachte vreugde, wees mij mijn dagelijks brood! Tekst: Rachel, Israëlisch dichteres (1890-1931) Foto: www.lifetimeexpeditions.nl
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
jaarthema ‘Verantwoordelijkheid?’ is een kernbegrip in Jodendom, christendom en islam. In deze jaargang komen telkens een Joodse, een christelijke en een moslimauteur aan het woord over een aspect van dit begrip. Centraal staat in dit nummer: ‘Verantwoordelijkheid voor wie na ons leven’.
Mens, waar ben jij? Verantwoordelijk voor wie na ons leven
Geloofsopvoeding in de Joodse traditie
W
at geven wij onze kinderen mee? Wat is de plaats, de inhoud en vorm van godsdienstonderwijs binnen een religieuze traditie? Omdat onze kinderen onze toekomst vormen, heeft een goede religieuze educatie (in het Hebreeuws: chinoeg) binnen traditionele kring absolute topprioriteit. Daarmee is ook de vraag naar de vorm grotendeels beantwoord: iedere vorm van onderwijs die de religieuze beleving van het kind bevordert, is acceptabel.
Ouders en docenten zijn rolmodellen voor het nageslacht. Wij kunnen ons verbond met G’d alleen via onze kinderen voortzetten. Religieuze kernbegrippen uit het Hebreeuws worden in het Nederlands meestal verkeerd vertaald. Ook het woord chinoeg vertalen als ‘religieuze opvoeding’ doet absoluut onrecht aan de diepgang van het bijbelse ideaal van chinoeg. Het betekent namelijk eigenlijk ‘inwijding’: de inwijding in het bijbelse cultuurgoed, de tradities, levensbeschouwelijke aspecten, de praktijk en de religieuze beleving. Het verschil tussen chinoeg en maatschappelijke opvoeding is groot. Zo groot zelfs, dat ik er elke keer weer over verbaasd sta hoe beide vormen van doorgeven van tradities schijnbaar zo naadloos in elkaar overlopen.
Principiële inhoudelijke verschillen Chinoeg en profane opvoeding zijn twee principieel verschillende bezigheden. Bij dit onderscheid maak ik mij schuldig aan oversimplificatie. Ik doe dit echter bewust, om de tegenstellingen zo duidelijk mogelijk aan te geven. Opvoeding in de seculiere wereld is maatschappijgericht. De belangrijkste opdracht hierbij luidt: ‘Hoe zorgen we ervoor, dat ons kind een gerespecteerde plaats in de maatschappij verovert?’ Kinderen moeten goede manieren leren, met mes en vork eten, niet vloeken, met twee woorden spreken, zich
14
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
niet vies maken, zich netjes gedragen tegenover ouderen, sociaal kunnen omgaan met hun leeftijdgenootjes en goede cijfers halen op school. Later moeten de kinderen een goede en bij voorkeur lucratieve baan kunnen krijgen en zo veel sociale vaardigheden hebben verworven, dat ze gerespecteerd zullen worden door hun medemensen. Chinoeg daarentegen is in eerste instantie theocentrisch, religieus getint en op G’d gericht, hoewel het intermenselijke aspect zeker niet verwaarloosd wordt. Het is in onze on-bijbelse omgeving eerder gericht tegen de maatschappij dan op de maatschappij. Voor onze omgeving zijn de meeste riten, symbolen en waarden, die wij onze kinderen bij willen brengen, vreemd en vaak volstrekt onbegrijpelijk. Chinoeg richt zich voornamelijk op ons wezen, onze individuele religieuze ontplooiing en is niet gericht op maatschappelijk succes.
Geloofsopvoeding Waarom leeft binnen religieuze kring het gevoel dat de religieuze opvoeding in het slop is geraakt? Onze mentale assimilatie aan onze seculiere omgeving speelt hierbij een belangrijke rol. Nog nooit heeft de mens zo dicht bij de vervulling van zijn dierbaarste wensen gestaan als vandaag. Onze wetenschappelijke ontdekkingen en technische verworvenheden stellen ons de dag in het vooruitzicht, waarop voor allen die willen eten de tafel gedekt zal staan. De mens heeft een nieuwe wereld geschapen. Maar naar zichzelf kijkend, wat kan hij dan zeggen? Hebben we gerealiseerd wat we in aanleg zijn – een ’beeld van G’d’? Het stellen van de vraag brengt ons in verlegenheid ... Daarom is geloofsopvoeding zo belangrijk. Resumerend zet ik de verschillen op een rijtje: • Seculiere opvoeding is maatschappij gericht, wordt bepaald door de gegeven omstandigheden van de moderne aardse realiteit en bereidt voor op de grote maat-
schappij van sociaal aanzien en financieel succes. De zingeving van het individuele bestaan en de omgang met de wezenlijke waarden van het leven komen niet of slechts marginaal aan de orde. • Chinoeg is wijding en levensheiliging. Chinoeg betekent kinderen inwijden in het culturele erfgoed van de Bijbel. Chinoeg is nauwelijks gericht op het nut en de noodzaak van de seculiere praktijk. Chinoeg wil onze kinderen tijdloze en bovenaardse idealen bijbrengen. Wij nemen aan dat ieder mens gevoel voor het G’ddelijke in de wereld heeft. Chinoeg wil bij dit mens-aspect aansluiten, dit ontplooien en zingeven. • Chinoeg moet leiden tot duidelijke antwoorden – subjectief en objectief – op wezensvragen naar de zin van het bijbelse bestaan en moet de kinderen inwijden in de essentiële waarden van het religieusmaatschappelijk leven, die vaak strijden met de waarden van de ons omringende wereld. In chinoeg tonen we onze kinderen, dat de Bijbel voor ons een levenszaak en -taak is. Het gaat om de communicatie van het enthousiasme, liefde voor en gehechtheid aan de religie. • In dit opvoedingsproces is een eenheid in denken, voelen en praktiseren een conditio sine qua non.
Rabbijn mr.drs. R. Evers Raphael Evers (1954) studeerde psychologie en fiscaal recht. Hij hoort als rabbijn bij het NederlandsIsraëlitisch Kerkgenootschap thuis sinds 1990. Ook is hij rector van het Nederlands-Israëlitisch Seminarium. Hij doceert daar onder andere de Joodse vakken. Verder bekleedt Evers de rabbinaatszetel van Rotterdam. Als lid is hij sinds 2008 betrokken bij het Europese Rabbinale gerechtshof. Hij heeft boeken geschreven over ethische en talmoedische onderwerpen. • Foto: Dirk P.H. Spits
jaarthema
Mens, waar ben jij? Verantwoordelijk voor wie na ons leven
Verantwoordelijkheid en vertrouwen Zelden zijn mensen zo diep doordrongen van een besef van verantwoordelijkheid als wanneer ze kinderen krijgen. In hun dankbaarheid en verwondering over het nieuwe leven wekt het onvoorwaardelijk vertrouwen van de pasgeborene de bereidheid op tot zorg, bescherming en aansprakelijkheid voor iemand anders dan zichzelf.
B
ij het opgroeien neemt die verantwoordelijkheid steeds meer de vorm aan van begeleiding en steun bij het zelfstandig worden en het leren samenleven met anderen, binnen en buiten het gezin. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. De meeste ouders ervaren vroeg of laat dat er geen kant-en-klare richtlijnen zijn voor het gestalte geven aan die verantwoordelijkheid. Al denken we, bewust of onbewust, dat het in onze handen ligt dat onze kinderen gelukkig, succesvol of gelovig worden. Ondanks goede en oprechte bedoelingen gaan ze vaak een andere weg dan ouders voor ogen hebben, of er doen zich onverwachte en onvermoede situaties voor, waar niet zomaar een antwoord voor klaarligt.
Oefenen In het gezin, als plaats waar je kunt vallen en opstaan en iedere dag opnieuw beginnen, wordt het leven in verbondenheid en menselijkheid geoefend. Misschien is het wel de eerste verantwoordelijkheid van ouders om daar de voorwaarden voor te scheppen, en er in voor te leven. Als christen kan ik dat niet zonder samen met de kinderen te horen bij een gemeenschap die de bijbelverhalen en de geloofstraditie bewaart, viert en doorgeeft, en vertaalt naar ons leven hier en nu. Waar we steeds opnieuw leren wat het betekent om mens te zijn met het oog op Gods toekomst. Maar ik kan niet bepalen dat mijn kinderen, die nu al lang volwassen zijn, ook die keus maken.
Anachronisme Ze zijn groot geworden met kinderbijbel, kinderdienst en catechisatie, maar nu speelt alles wat met geloof en kerk te maken heeft voor hen geen merkbare rol meer. Met verbaasde welwillendheid realiseren ze zich van tijd tot tijd dat wij nog steeds naar de kerk gaan. Ze willen hun eigen kinderen wel leren dat je op bezoek bij opa en oma even stil bent voor het eten. Ze nemen de kinderbijbel
die ze cadeau krijgen, en waar ze ooit zelf uit voorgelezen zijn, met enige nostalgie in ontvangst, maar zetten hem achter in de kast. Met hun vrienden, die de kerk beschouwen als een anachronisme, praten ze over boeddhisme en meditatie. Ze leven bewust en nemen hun verantwoordelijkheid in werk en gezin. Ze zijn trouw aan mensen om zich heen, denken na over levensvragen en gaan moeilijke dingen niet uit de weg. Ik houd van hen en leer van hen en ben dankbaar dat zij mij laten delen in hun bestaan.
Alles wat met geloof en kerk te maken heeft, speelt voor mijn kinderen geen merkbare rol meer Dopen Na de geboorte van een van de kleinkinderen dringen haar andere grootouders erop aan dat zij gedoopt zal worden. De jonge ouders voelen zich voor een dilemma geplaatst. Zij willen zelf kunnen bepalen wat er met hun kind gebeurt! Toch voelen ze iets aan van het verlangen van de grootouders om hun kleinkind te laten delen in een verband, groter dan de eigen kring. Maar het advies van vrienden: ‘doe het maar voor je ouders; baat het niet, het schaadt ook niet’, vinden ze te gemakkelijk. Ze beseffen dat ze een verantwoordelijkheid op zich nemen als ze hun kindje laten dopen. Kunnen ze die wel dragen als ze niet van plan zijn om naar de kerk te gaan?
Wij denken aan onze eigen aarzeling voordat we onze kinderen indertijd lieten dopen. Zouden we dat niet aan henzelf moeten overlaten als ze volwassen werden? We hebben het toch gedaan, vanuit het verlangen hun levensweg in Gods handen te leggen, wat ze daar later zelf ook van zouden vinden. We wisten toen evenmin wat dat betekent. We vertellen onze dochter en schoonzoon dat we pas door wat we met elkaar doorleefd hebben daar iets van zijn gaan begrijpen.
Vermoeden van gedragen worden Ze hebben zelf een periode van grote moeilijkheden achter de rug, en hebben ervaren hoe kwetsbaar een mensenleven kan zijn. Ze beleven de geboorte van hun dochtertje als een geschenk en een nieuw begin. Ze weten niet of ze geloven, maar voelen zich wel aangesproken door het vermoeden dat we door alles heen gedragen worden. Verantwoordelijkheid voor de volgende generatie veronderstelt een dialoog. In wat we doen en zeggen, geven we antwoord op de behoeften, de uitgesproken en verhulde vragen, de aard en mogelijkheden van onze kinderen. In dat proces moet verantwoordelijkheid steeds meer plaatsmaken voor vertrouwen. Vertrouwen dat ze, waar ze ook gaan, deel hebben aan het geheim van het leven. En laten we vooral het gesprek voortzetten, om elkaars taal te verstaan en als partners in het leven verantwoordelijkheid te dragen voor de toekomst.
Rineke de Bruin-Beneder Rineke de Bruin-Beneder (1946) is lid van een protestantse gemeente en ouderling voor het pastoraat. Tot enkele jaren geleden was zij werkzaam als psychologe en psychotherapeute voor kinderen en ouders.
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
15
jaarthema
Mens, waar ben jij? Verantwoordelijk voor wie na ons leven
‘Chinoeg’ is niet genoeg Na de Joodse bijdrage over het jaarthema volgt telkens een reactie van christelijke en islamitische zijde. De humanistische moslim Enis Odaci reageert op de voorzet van rabbijn Evers.
H
et Hebreeuwse begrip chinoeg, vrij vertaald ‘religieuze educatie’, kent een innerlijke en diepere dimensie die rabbijn Evers voor de duidelijkheid beter zichtbaar maakt door het af te zetten tegen de seculiere, maatschappelijke opvoeding. Kortweg: chinoeg richt zich op God en de seculiere opvoeding richt zich op de maatschappij met alle geldings- en prestatiedrang die daarbij hoort.
‘Meetlat-methode’ Ik zou eenzelfde vergelijking kunnen maken door at-tarbiyyah al-islamiyyah, de islamitische opvoeding, op enkele punten naast de Joodse, Tenach-gebonden, opvoeding te zetten. Hoezeer ik ook in het vervolg context en nuance toevoeg, de suggestie ontstaat dat we hier met twee verschillende opvoedingspraktijken te maken hebben. Het zal altijd leiden tot het uitlichten en vergroten van de verschillen, waarbij het waardeoordeel op de loer ligt. Ik noem het de ‘meetlat-methode’. Daarbij vindt er in een discours iets wonder lijks plaats. De ene gesprekspartner formuleert op basis van zijn wereldbeeld en levensovertuiging een maatschappelijk-theologisch referentiekader dat het begin- en eindpunt vormt voor het gesprek. Geen wonder dat andere zienswijzen zullen afwijken. Door de chinoeg te gebruiken als referentiekader voor opvoeding en deze in te kleuren met persoonlijke observatie, aangevuld met theologische ideeën en rituelen uit de Joodse traditie, zal de seculiere samenleving er bij rabbijn Evers bijvoorbeeld niet al te rooskleurig van afkomen.
Gulden middenweg Een rangorde en waardeoordeel is bij de meetlatmethode het onvermijdelijke gevolg. De profane, seculiere opvoeding zal als vanzelf een lagere (morele?) score hebben omdát die niet helemaal aan het religieuze referentiekader voldoet. Jazeker, streven naar Gods instemming zal immers eervoller en waardevoller zijn dan het streven naar een succesvolle carrière zonder God. En zo zijn er wel meer verschillen. Deze manier van denken zal, zeker in een
16
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
open en pluriform Nederland, vrijwel altijd tot een van twee mogelijke uitkomsten leiden: het afzetten tegen de eigen traditie of juist het terugtrekken in de eigen traditie met een stevige herbevestiging van de eigen theologische realiteit. De gulden middenweg, het mixen van traditie en de huidige tijdgeest, vergeten we maar al te vaak. Net zoals seculieren kunnen leren van de morele en normatieve principes van gelovigen, kunnen gelovigen iets opsteken van de seculiere levensovertuiging wanneer het de inrichting van de maatschappij en de opvoeding van kinderen betreft. Het is cliché, maar daarom niet minder waar: in de mens komen alle levensovertuigingen samen, religieus en niet-religieus.
De gulden middenweg is de traditie mixen met de huidige tijdgeest Twee stellingen Het lijkt zo voor de hand te liggen, maar de tegenstellingen gaan diep. Ter illustratie leg ik de volgende stellingen voor: 1. Theologische waarheden en de daarvan afgeleide culturele verschijningsvormen zijn slechts gebaseerd op boeken die voor gelovigen een heilige status hebben, niet op wetenschappelijk bewijs. 2. Wetenschappelijke waarheden zijn slechts gebaseerd op een select stukje data en informatie, met een beperkte scope vergeleken met de alomvattende morele leer van godsdiensten. Welke is de betere? U begrijpt: die is er niet. Daarom ben ik voorstander van het mixen van de twee stellingen, dat levert in elk geval een completer beeld op.
Universele waarden zijn in te kleuren vanuit zowel religieuze als seculiere traditie. Ze overstijgen tijd, cultuur en dogma. Elk weldenkend mens, Jood, moslim, christen of atheïst, wil morgen beter maken dan vandaag. Hoe wij dat doen, hangt vooral af van waar onze wieg gestaan heeft en welke opvoeding en opleiding we genoten hebben.
Pluriforme opvoeding Te abstract, hoor ik u denken. Laat ik het dan concreet maken. Voor mij als moslim betekent het heel concreet dat ik zeg dat God groter is dan de Koran, Tora en het Evangelie bij elkaar. Hij is groter dan elke godsdienst en levensovertuiging. Waarom? Omdat liefde, barmhartigheid, vergeving, menselijk welzijn, kennis en ontwikkeling, en veel meer van dit soort universele concepten niet gebonden kúnnen zijn aan een enkele traditie. Het betekent dat de samenleving van morgen, de samenleving die wij onze kinderen meegeven, bij voorkeur bestaat uit een pluriforme opvoeding. De grootste uitdaging is het opvoeden van kinderen voor hún tijd, niet de onze.
Ir. Enis Odaci Ir. Enis Odaci (1975) is voorzitter van de stichting Humanislam en staat een meer Nederlandse en humanistische toepassing van de islam voor. Hij zoekt het verbindende humanum tussen levensovertuigingen, en streeft naar een kritische beschouwing op de religieuze tradities, waarbij de eigen theologie en cultuur vooral ingezet worden voor gedeelde waarden. In het dagelijks leven is Enis projectmanager voor verkeer en infrastructuur. Hij adviseert overheden over de aanleg van grootschalige wegenprojecten. Twitter: @Humanislam
jaarthema
Mens, waar ben jij? Verantwoordelijk voor wie na ons leven
Nieuwe grond voor dialoog (1) Hans Schravesande voelt zich vooral betrokken bij twee thema’s: het Jodendom en ecotheologie. In drie bijdragen geeft hij verrassende ontdekkingen weer bij het verbinden van deze thema's. Deze eerste bijdrage gaat over de plaats van de mens. De volgende twee gaan over de plaats van de dieren en de overige natuur binnen het geheel van de schepping.
I
n de tweede helft van de vorige eeuw kwamen Joden en christenen samen in het beklaagdenbankje terecht. Delen van de milieubeweging gaven de Joods-christelijke traditie de schuld van de milieucrisis. Het gebod om de aarde te onderwerpen en erover te heersen (Genesis 1:28) zou de oorzaak zijn van de vervreemding van mens en natuur, met noodlottige gevolgen. Beide godsdiensten zouden te antropocentrisch zijn. De verdediging tegen deze aanklacht, met erkenning van waarheidselementen erin, kwam vooral van christelijke kant. De Joodse reactie was afstandelijker: vooral de manier waarop christenen de Schrift gelezen hadden had de crisis veroorzaakt.
‘Bebouwen én bewaren’ In de jaren daarna ontwikkelde zich een christelijke eco-theologie, en in bescheidener vorm, ook een Joodse. Opvallend genoeg bijna geheel los van elkaar, terwijl ze veel van elkaar kunnen leren vanuit de Schrift, hun gezamenlijke spirituele grondslag. Maar ook vanuit de waardering voor de materiële grond die met de schepping gegeven is. Samen erkennen ze de nauwe verbondenheid van adam (de mens) en adamah (de grond). Beide weten dat het om ‘bebouwen én bewaren’ gaat. Dat klinkt al bijna als ‘duurzame ont wikkeling’. Beide beseffen dat de milieucrisis eigenlijk meer een crisis van de mens is, een spirituele crisis waarin en waarop godsdiensten worden aangesproken. Daarbij worden ze gevraagd om hun sterke punten, die kunnen bijdragen aan een oplossing, actueel vorm te geven en hun zwakke punten kritisch onder ogen te zien. Dat vraagt om dialoog en gezamenlijke actie.
Omgang met voedsel De Joodse traditie biedt veel waarin ze over betere kaarten beschikt dan de christelijke traditie. Vanuit een theocentrisme (God
centraal stellen) is er meer aandacht voor een bescheiden plaats voor de mens binnen het geheel van de schepping: ‘Waarom werd de mens als laatste geschapen? Omdat wanneer de mens te hoog van zichzelf zou denken je tegen hem kunt zeggen: zelfs de mug ging je voor in het werk Voorschrift uit Deuteronomium: wil je eieren of jongen van van de schepping.’ In de christelijke eco- een broedende vogel weghalen, laat dan de moeder gaan. theologie wordt ook om het te herstellen.’ Er zijn rabbijnen die hierbij veel waarde gehecht aan het ecologische verwijzen naar het gebruik van kernwapens. belang van sabbat, sabbatsjaar en jubeljaar. Maar vanuit het geheel van de Tora en de Verrassend is ook het rabbijnse commentaar rabbijnse omgang daarmee is er verrassend bij Deuteronomium 22:6-7. Daar staat het veel meer dat actuele betekenis kan krijgen, voorschrift dat als je eieren of jongen van een zoals de omgang met voedsel (spijswetten), broedende vogel wilt weghalen, je in ieder zorg voor dieren, gezondheid, geluidsoverlast, geval de moeder moet laten gaan. Zo blijft er (lucht)vervuiling, verspilling, energiegebruik toekomst. Er staat bij: ‘U zult er wel bij varen, en ruimtelijke ordening (bijvoorbeeld de groen een lang leven zal u beschoren zijn.’ Die voorziening rond steden). Met name het contact met liberale stromingen binnen het Jodendom belofte staat er ook bij: ‘Eert uw vader en uw – die minder hechten aan een letterlijke moeder.’ De rabbijnen vroegen zich af: Hoe vervulling van de Tora, maar vragen naar de kun je nu de eerbied voor vader en moeder actuele betekenis en vormgeving – kan voor op één lijn zetten met eerbied voor een vogelchristelijk geloof en praktijk verrijkend zijn. moeder? Zij konden alleen maar antwoorden met een tegenvraag: Hoe weet je dat een De Joodse benadering van de Schrift en de vogelmoeder minder lijdt bij wat haar jongen Talmoed bevatten verrassende teksten als het wordt aangedaan, dan een moeder die het gaat om de plaats van de mens en zijn verlijden van haar kinderen ziet? antwoordelijkheid voor de toekomst van het geheel van de schepping: Hans Schravesande
‘God zei tot Adam: Kijk naar mijn werken, hoe mooi en prijzenswaardig zij zijn! Alles wat ik gemaakt heb schiep ik voor jou. Maar let er op dat je mijn wereld niet plundert en vernielt omdat als jij het vernielt er niemand na jou is
Hans Schravesande is lid van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël. Hij promoveerde in 2009 op ‘Jichud. Eenheid in het werk van Martin Buber.’
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
17
Te doen onderweg
Volgende uitgave: maart 2014 Activiteiten vóór 20 december opgeven bij de redactie. E-mail:
[email protected] Vermeld tevens datum, plaats en telefoonnummer.
Activiteiten waaraan lezers kunnen deelnemen. Voor meer informatie zie de website: www.pkn.nl/kerkenisrael
In de provincie friesland Beetsterzwaag. ‘Buorskip’, Vlaslaan 26. 50 jaar Fries Leerhuis Olterterperkring. A-cursus: Wonen in het verhaal van God. 20-1 Prof.dr. R.S. Benjamins: Ontologisch denken: Tillich en Caputo. 3-2 Prof.dr. R.H. Reeling Brouwer: Het eigene van de stem. 3-3 Prof.dr. E.P.N.M. Borgman: God is een ambt waarmee we bekleed worden. B-cursus: Olterterperkring heeft Abraham gezien. 27-1 Rabbijn mw. T. Benima: Hagar en Ismaël. 17-2 Drs. A.C. Grandia: De zonde van Sodom en Gomorra. 17-3 Dr. G.J. Venema: Het offer van Abraham – De binding van Isaäk. D-cursus: ‘Tora, Evangelie en Koran: 3 boeken, 2 steden, 1 verhaal’. 26-2, 12-3, 26-3, 9-4 Prof.dr. A. Wessels. Inlichtingen: (0512) 51 51 28. Drachten. Karmelklooster, Burg. Wuiteweg 162. 50 jaar Fries Leerhuis Olterterperkring. Mw. E. Plomp-den Uijl: Joodse literatuur. 13-1 ‘De Thuiskomst van Jossel Wassermann’, Edgar Hilsenrat. 10-2 ‘Huize Rajani’, Alon Hilu. 10-3 ‘Terugkeer ongewenst’, Charles Lewinsky. Inlichtingen: (0512) 38 26 90.
Zwolle. Synagoge Samuel Hirschstraat 8. Stichting Judaica Zwolle. 8-1, 22-1, 5-2, 19-2, 5-3 Dr. S.P. van ’t Riet: Het mensbeeld van de Tora. 11-2, 25-2, 11-3 Prof.dr. P.W. van der Horst: Joodse cultuur tussen Bijbel en Misjna: de eerste 500 jaar. 18-3, 25-3 Dr. E. van den Berg: Introductie Bijbels-Hebreeuws. Inlichtingen: (038) 465 13 47.
In de provincie Gelderland
Sneek. Zuiderkerk, Rienck Bockemakade 7. Cie. Kerk en Israël Protestantse Gemeente Sneek. 4-2 A. van Ligten: De eeuwige vraag. 4-3 W. Minnaard: Israël en Palestina. Inlichtingen: (0515) 41 71 22.
In de provincie Overijssel
Oosterbeek. Leiderschap en bestuur vanuit het perspectief van de boeken van Samuël. 14-1 Drs. T. Sip. pr.: De Eeuwige kijkt naar het ‘hart’ van de koning. 28-1 Mw. R. Mendel-Volgers: Goddelijke onschendbaarheid van de koning? 11-2 Prof.dr. P.C. Beentjes: Als de leider onvergeeflijk de fout in gaat. 25-2 J.C. Belinfante: De dwaling van de koning afgewenteld op het volk. 11-3 Em. deken H.M.J. Janssen, ofm: Het eeuwige koningschap van David en het perspectief van de Messias. Inlichtingen: (026) 333 57 70.
In de provincie Utrecht Doorn. Koningshof, Kerkplein 1. Kerk en Israël, Utrechtse Heuvelrug. 25-2 Dr. B. Wallet: De Bijbel in de Israëlische politiek. 28-3 Film 'Va, vis et deviens' (2005). Inlichtingen: (0343) 41 61 18 of (0343) 41 44 53. Houten. Opstandingskerk, het Kant 1. 30-1 Ds. Sj. van der Zee: Wat hebben Israëls profeten ons te zeggen? A.J. Heschel wijst een spoor. Inlichtingen: (030) 637 72 66.
Dedemsvaart. Kerk & Israel Dedemsvaart.
Woerden. Maranathakerk, Molenvlietbaan 10.
8-1 Kid Lev-Ary: Joodse feestdagen in het algemeen en de positie van messiasbelijdende Joden binnen de kerk. Hoofdvaart 5. 4-3 Rabbijn Tzvi Marx: Poerim. Wilhelminastraat 3. Inlichtingen: (0524) 22 25 79.
23-1 Ds. G.C. Vreugdenhil: Psalm 91. 27-3 Rabbijn Tzvi Marx Inlichtingen: (0348) 41 04 66 of 41 29 33.
18
Kerk & Israël Onderweg
Hoofddorp. Marktpleinkerk, Marktplein 96. Leerhuis Haarlemmermeer. 16-1 Dr. B. Wallet: Joden en het koningshuis. 20-2 Ds. A. van der Wal: Landbelofte Israël. 20-3 Rabbijn L.B. van de Kamp: Messiaanse verwachtingen in het Jodendom. Inlichtingen: (023) 563 09 97 of 564 23 23.
In de provincie Zuid-Holland Den Haag. Triumfatorkerk, Juliana van
Oosterbeek. Vredebergkerk. Leerhuis
Dokkum. Remonstrants-Doopsgezinde kerk, Legeweg 14. Leerhuis Dokkum. 11-2, 25-2, 11-3, 25-3 A. van Ligten: God in Nederland, Israël, de wereld en de hemel. Inlichtingen: (0512) 38 26 90.
In de provincie Noord-Holland
| december 2013
Stolberglaan 154. Genootschap Nederland Israël. 8-1 Rabbijn J.J.P. Boosman: Terrorisme. 19-3 Mr.dr. M. Blois: De staat Israël en het internationaal recht. Inlichtingen: (070) 385 86 11 of 360 42 94.
Dordrecht. De Rank, Dubbelsteynlaan West 70. Gen. Nederland Israël afd. Drechtsteden. 20-1 Rabbijn S. Katz: Het mystieke Tsefat. 10-3 Drs. C. Weltevrede: De Joodse gemeente van Dordrecht tussen 1933 en heden. Inlichtingen: (078) 616 67 91.
Leiden. Synagoge, Levendaal 14. Gen. Nederland-Israël, afdeling Leiden. 22-1 R. Vis: De veranderende aard van de relatie tussen Jodendom en christendom in Nederland. 26-2: Rabbijn S. Katz: De plaats van het Nederlandse Jodendom in de wereld. Inlichtingen: (023) 564 23 23. Voorhout. De Verdieping, A. Jacobslaan 1. Commissie Kerk & Israël Voorhout. Thema: De woestijn als plaats van openbaring. 20-1 Ds. R. van Zwieten: Waar staat het volk Israël voor en waar Mozes? 10-2 Rabbijn M. van Praag: Elia in de woestijn. 3-3 Dr. E. Ottenheim: Jezus en de andere Joden in de woestijn. Inlichtingen: (0252) 23 03 63.
In de provincie Zuid-Holland Eindhoven. Werkgroep Kerk & Israël Noord-Brabant Limburg. 14-1, 25-2, 18-3 Rabbijn Tzvi Marx: Leerhuis voor pastores en belangstellenden. Inlichtingen:
[email protected]
Synagogen in nederland
Breda A
Een echo uit de synagoge
an het begin van de achttiende eeuw werden de eerste Joden aarzelend in Breda toegelaten. Voor die tijd waren ze niet erg welkom en mochten ze er alleen tijdens de kermissen en jaarmarkten verblijven. Maar de gelijkberechtiging van de Nederlandse Joden in 1796 veranderde het toelatingsbeleid van de stad. Langzaam groeide er een Joodse gemeente, die vanaf 1803 in een gehuurd lokaal synagogediensten kon houden. Omstreeks 1840 woonden er in het Bredase 230 Joden. Op vrijdag 27 juni 1845 werd de nieuwgebouwde synagoge ingewijd, aan de Schoolstraat 16. Ook kwamen er andere voorzieningen zoals een kleine school, een mikwe (ritueel bad) en een slachtplaats voor kosjer slachten.
Schriftlezingen op Sabbat en feest- en treurdagen in de synagoge
Onder zorgelijke omstandigheden werd op Jom Kippoer 5703 (21 september 1942) de laatste dienst in de synagoge gehouden. Een monument op de Joodse begraafplaats in Oosterhout (Pannenhuisstraat 21) houdt de gedachtenis levend aan de namen van 118 Joodse gemeenteleden die nooit terugkeerden uit de vernietigingskampen in de periode 1940-1945.
18 januari Jitro - Jetro. Exodus 18:1 - 20:23; Jesaja 6:1 - 7:6; 9:5-6
Pas in 1992 werd in Breda opnieuw op Jom Kippoer een sjoeldienst gehouden. De synagoge was ingrijpend gerestaureerd, en kort daarvoor plechtig ingewijd. Om dit mede mogelijk te maken werd de Vereniging van Vrienden van de Synagoge te Breda opgericht. Nu is er regelmatig een sjoeldienst en op de feestdagen bezoekt een behoorlijk aantal leden de bijeenkomsten.
1 februari Troema - Heffing. Exodus 25:1 - 27:19; Numeri 28:9-15; Jesaja 66:1-24
De synagoge van Breda wil een Joods cultureel centrum zijn voor heel West-Brabant, met een veelkleurig palet van activiteiten (excursies, tentoonstellingen en koffieochtenden), en is ook gericht op ontmoeting met andere religies. Daarvoor worden lezingen georganiseerd. Sjirk van der Zee Sjirk van der Zee is emeritus predikant van de Protestantse Kerk en voorzitter van de Vereniging van Vrienden van de Synagoge te Breda. Meer informatie: www.joodsbreda.nl, of per e-mail:
[email protected]
Januari 2014 4 januari Bo - Kom. Exodus 10:1 - 13:16; Jeremia 46:13-28 11 januari Besjalach - En hij had laten gaan. Exodus 13:17 - 17:16; Rechters 4:4 - 5:31
25 januari Misjpatiem - Rechtsregels. Exodus 21:1 - 24:18; Jeremia 34:8-22; 33:25-26
Februari 2014
8 februari Tetsavee - Je zult gebieden. Exodus 27:20 - 30:10; Ezechiël 43:10-27 15 februari Ki Tisa - Wanneer je opneemt. Exodus 30:11 - 34:35; 1 Koningen 18:1-39 22 februari Wajakheel - En hij liet samenkomen. Exodus 35:1 - 38:20; 1 Koningen 7:40-50
Maart 2014 1 maart Pekoedee - De berekeningen. Exodus 38:21 - 40:38; Exodus 30:11-16; 2 Koningen 12:1-17 8 maart Wajikra - En Hij riep. Leviticus 1:1 - 5:26; Jesaja 43:21 - 44:23 15 maart Tsav - Gebied. Leviticus 6:1 - 8:36; Deuteronomium 25:17-19; 1 Samuël 15:2-34 16 maart Poeriem - Lotenfeest. Exodus 17:8-16 22 maart Sjemini - Achtste. Leviticus 9:1 - 11:47; Numeri 19:1-22; Ezechiël 36:16-38 29 maart Tazria - Zij geeft zaad. Leviticus 12:1 - 13:59; Exodus 12:1-20; Ezechiël 45:16 - 46:18 Kees Schakel
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
19
boekbesprekingen
De vier hoeken van de aarde
W
ie een spannend geschiedenisboek wil lezen, wijs ik op een boek over kinderen in de Joodse geschiedenis. Geschiedenislerares Shoshanna Haas neemt ons mee naar Babylonië, Jeruzalem, Mainz, Venetië, Amsterdam, New York, en veel andere plaatsen waar Joodse kinderen hebben gewoond en soms nog wonen. We horen over Alexandrië met een synagoge die zo groot was dat niet iedereen de woorden van de chazzan kon volgen. Dan stond er iemand met een vlag. Wanneer de vlag omhoog ging, wisten alle aanwezigen dat er een nieuw gebed begon.
We krijgen een inkijkje in het Venetië van 1516, waar twee duizend Joden in een aparte wijk moesten wonen. Ghetto Nuevo, letterlijk: Nieuwe Gieterij, heette de wijk, genoemd naar een kanonnenfabriek die er vlak bij stond. De wijk had twee poorten en bruggen die in de nacht op slot gingen. De zes wachters, die in bootjes rond het getto voeren, moesten de Joden zelf betalen! Deze flitsen uit achttien verhalen mogen volstaan om het duidelijk met nesjomme (hart en ziel) vormgegeven boek, bedoeld voor Joodse kinderen van 10-14 jaar, ook bij anderen aan te bevelen. Kees Schakel Shoshanna Haas, ‘De vier hoeken van de aarde. Kinderen in de Joodse geschiedenis’. Het tekst- en werkboek is een uitgave van het NederlandsIsraëlitisch Kerkgenootschap 2013 / 5773, 167+67 blz. ISBN 978 90 71727 00 9. Prijs: € 19,95.
Qumran Tegelijk met de Qumran-tentoonstelling in het Drents Museum in Assen verschijnt deze artikelenbundel over de vondsten die tussen 1947 en 1956 te Qumran werden gedaan. Het boek is voor een breed publiek geschreven en aantrekkelijk geprijsd. In een tiental bijdragen geven deskundigen hun visie op de Qumran-vondsten. De auteurs benadrukken het grote belang van deze vondsten: zij hebben de kennis van het Jodendom in Palestina vergroot, vertellen veel over de voedingsbodem van het christendom, en geven inzicht in de wording van de oudtestamentische canon en de tekstoverlevering van oudtestamentische teksten. De plaats werd bewoond van de tweede eeuw v.Chr tot 68 n.Chr. Duidelijk is geworden dat er in Qumran geen geïsoleerde gemeenschap heeft geleefd, zoals oorspronkelijk werd gedacht. De ongeveer duizend gevonden handschriften (uit de derde eeuw v.Chr. – eerste eeuw n.Chr.) zijn voor het overgrote deel niet-sektarische documenten. Tegenwoordig veronderstelt men een gemeenschap die op allerlei manieren in interactie stond met de omgeving. De nederzetting zou hebben gefungeerd als landbouwdomein en pottenbakkerij. Het leven van de gemeenschap werd getekend door conflicten met andere Joodse gemeenschappen en door de dreiging van Romeinse overheersing. Vijfenzestig jaar na de vondsten zijn er nog vele vragen open. Zoals: wat is de precieze relatie geweest tussen nederzetting en teksten? Vormen de teksten één samenhangende bibliotheek of zijn er ook teksten van anderen in de grotten ondergebracht? Hoeveel mensen woonden er? Auteurs in de bundel verschillen hierover in visie. De bundel levert veel informatie, de teksten zijn helder geschreven. Er zijn prachtige illustraties. De redactie had mijns inziens een
20
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
aantal herhalingen van informatie kunnen voorkomen. Ook ontdekte ik nog een onjuistheid: op pagina 26 wordt gezegd dat de onafhankelijkheid van Juda duurde van 134-63 v.Chr. Dat was van 164-63 v.Chr. Adri van der Wal M. de Jong en J. van Dorp (red.), ‘Qumran en de Bijbel. Over ontstaan, overlevering en vertaling van de Bijbel’. Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen 2013. 162 blz. ISBN 978-90-8912-061-8. Prijs: € 14,95.
Het nieuwe Liedboek Sinds het Liedboek op 25 mei in Monnickendam werd gepresenteerd, zijn gemeenten bezig om onbekende liederen in te studeren en Liedboekavonden te beleggen. Er wordt inmiddels volop uit het Liedboek gezongen. Hoe kijkt de redactie van Kerk & Israël Onderweg, die enkele jaren geleden bezwaren inbracht tegen een aantal liederen uit het Liedboek 1973, tegen het Liedboek 2013 aan?
W
ie het nieuwe Liedboek openslaat, ziet in één oogopslag dat de psalmen er weer in staan. Alle honderdvijftig, een groter aantal dan in menig Joods gebedenboek, waar de teller, al naar gelang de gemeente orthodoxJoods of liberaal-Joods is, uitkomt op 66 of 51 ‘Psalmen van David’. Het Liedboek telt bovendien onberijmde psalmen, vaak met de toevoeging van het Klein Gloria, en andere vormen van psalmzingen. Een rijke oogst, al past daarbij een kanttekening.
en de synagoge: Even maäsoe habonim hajeta lerosj pina De steen die de bouwers versmaad hebben is een hoeksteen geworden (Psalm 118:22 / Dasberg, pagina 251)? Het probleem zit in de vraag wie de bouwers zijn en wie de hoeksteen is. De primaire uitleg stelt dat het Hebreeuwse zinnetje een spreekwoord is. De verachte komt tot eer. Een afgekeurde steen wordt een steunpilaar. De Psalmberijming van 1967, die net als in 1973 integraal in het Liedboek 2013 is overgenomen, lengt ‘de bouwers’ aan tot ‘de tempelbouwers’. Vanwaar dit ‘vulsel’? Jan Wit, de berijmer van Psalm 118, kon alles met taal, maar was gebonden aan de wens van de Commissie Psalmberijming bepaalde dierbare psalmen uit de berijming van 1773 zo veel mogelijk in tact te laten. Zo kon het gebeuren dat over vrijwel elke regel van iedere psalm stevig is gestoeid, maar nagenoeg geen woord is gewijd aan de regels over ‘de tempelbouwers’.
Beveiliging
Wie zijn de bouwers en wie is de hoeksteen?
Psalmen gemeenschappelijk? Bij een rondleiding in een synagoge wordt van christelijke zijde soms de opmerking gemaakt dat we de psalmen gemeenschappelijk hebben. Een rabbijn zal dan niet nalaten fijntjes op te merken dat christenen de psalmen niet in de oorspronkelijke taal lezen of zingen. Het lijkt een klein verschil.
Het resultaat is dat de gemeente in 2013 nog steeds een berijming van Psalm 118 zingt die niet bij de grondtekst blijft, maar ooit gemaakt lijkt te zijn met de uitleg van het Nieuwe Testament in het achterhoofd (Matteüs 21:42, Marcus 12:10-12, Lucas 20:17, Handelingen 4:11, 1 Petrus 2:4,7). David Kimchi (1160-1235), uit het Franse Narbonne, die meermalen het Jodendom ten overstaan van vijandige kerkleiders moest verdedigen, vat ‘de bouwers’ op als de regeerders van de volkeren die keihard ‘nee’ zeiden tegen Israël, de rots van de wereld. Verleden tijd? In en om de Amsterdamse Joodse basisschool Rosj Pina, letterlijk: Hoeksteen, is nog steeds beveiliging nodig! Kees Schakel
Maakt het wat uit of de kerk zingt: De steen, die door de tempelbouwers veracht’lijk was een plaats ontzegd, werd tot verbazing der beschouwers ten hoeksteen door God zelf gelegd (Psalm 118:8a, berijmd)
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
21
In deze rubriek bespreken medewerkers van stichting LEV een aantal minder bekende Joodse feesten.
Feesten met lev
Toe Bisjvat Toe Bisjvat – 15e van [de maand] Sjevat – is het ‘Nieuwjaar van de bomen’ en valt meestal in januari/februari. Dit na-bijbelse feest werd ingesteld in de tijd van de Misjna (2e eeuw c.j.).
I
n de Bijbel wordt de boom gebruikt als beeld voor de mens: ‘Want de mens is [als] een boom van het veld’ (Deuteronomium 20:19). Geworteld in de aarde (adama) rijst de mens (adam) op en richt hij zijn takken hemelwaarts. Daarnaast gebruikt de Bijbel de boom ook als beeld voor de Tora. In de midrasj lezen we: Een ‘boom des levens’ is slechts [een andere naam voor] Tora, zoals gezegd is (Spreuken 3:18): ‘Zij [de Tora] is een boom des levens voor wie haar aangrijpen’. [Deuteronomium Raba 1,1]
In Israël geldt Toe Bisjvat als boomplantdag.
De Tora wordt de ‘boom des levens’ genoemd. De Tora is ‘geworteld’ in de hemel, en krijgt op aarde pas betekenis in de daden van de mens. Want ‘aan de vruchten kent men de boom’: ‘De vrucht van de rechtvaardige is de boom des levens’ (Spreuken 11:30). En wat zijn de vruchten van een rechtvaardige? Mitswot (geboden) en goede daden. [Genesis Raba 30,6] Door het doen van geboden en goede daden komt de Tora tot leven op aarde. Over de boom als beeld van de mens en van de Tora zegt rabbi Yehuda Aschkenasy († 2011): De Tora en de mens. Ze lijken twee in elkaar gestrengelde bomen, de een met zijn wortels in de aarde, omhoog strevend naar zijn bron; de ander ver-
22
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
worteld in de hemel en strevend naar de aarde. Maar is er in feite niet sprake van één enkele boom? De boom van het leven, in het midden van de tuin? Zijn wortels en takken niet elkaars spiegelbeeld, verbonden door een gemeenschappelijke stam? Zoals de Tora vanuit de hemel zijn takken naar de aarde strekt, zo zoekt de mens vanuit de aarde zijn wortels in de hemel. [Tenachon, Over de joodse feesten, 162] De mens en de Tora vormen in feite samen één enkele boom: de boom van het leven! Met wortels in de aarde en wortels in de hemel. De Maharal (Praag, 1512-1609) legt een ander accent: ‘Want de mens is een boom van het veld’ (Deuteronomium 20:19) – Alleen is hij een omgekeerde boom. Want de wortel van een boom steekt naar beneden, de aarde in en vindt daar de bron van zijn leven, terwijl de mens zijn wortel in de hemel heeft; want de ziel is zijn wortel en die krijgt hij uit de hemel. [Netsach Jisrael, 47b] De mens is een omgekeerde boom. Met zijn wortels in de hemel. Want de ziel (nesjomme) van de mens is ‘geworteld in de hemel’. Enerzijds is de mens geworteld in aarde, anderzijds ontwikkelt de mens zich in omgekeerde richting: vanuit de hemel!
Vertrouwen In Israël geldt Toe Bisjvat vrij algemeen als boomplantdag. Wat is het belang van het planten van bomen? In de Talmoed lezen we: Op een dag kwam Choni de Cirkelmaker langs een weg en zag een man die een Johannesbroodboom plantte. Hij vroeg hem: Na hoeveel jaar zal hij vrucht dragen? Hij antwoordde: Over zeventig jaar. Ben je er dan zeker van dat je na zeventig jaar nog in leven bent? De man
antwoordde hem: Ik trof de wereld aan met Johannesbroodbomen. Zoals mijn vaderen [die] voor mij hebben geplant, zo zal ik [ze] ook planten voor mijn kinderen. [Babylonische Talmoed, Taäniet 23a] Zelfs als je niet direct profijt hebt van het planten van bomen, plant je ze. Het planten van bomen is een verantwoordelijkheid die verder reikt dan het eigen belang en vormt een wezenlijk onderdeel van het leven in een land (zie Leviticus 19:23). Toe Bisjvat symboliseert de verbondenheid van de mens met de aarde. De bomen zijn belangrijk voor het leven dat na jou komt. Het planten van bomen is daarmee een teken van vertrouwen: E en mens mag niet ophouden te planten. Maar zoals hij het aantreft, zal hij daaraan nog toevoegen en blijven planten. [Tanchoema, Kedosjiem, par. 8] Door bomen te planten probeer je de wereld beter te maken. Het planten van bomen is daarom tevens een daad van tikoen olam (letterlijk: ‘het verbeteren/ herstellen van de wereld’) en krijgt zo een messiaanse klank. En zelfs wanneer de Messias in aantocht is, ga je door met het planten van bomen: Rabbi Jochanan ben Zakkai zei: Als je een jonge boom in je hand hebt en men zegt tegen je: Daar komt de Messias, kom dan en plant [eerst] de jonge boom en ga hem daarna [pas] tegemoet. [Avot deRabbi Natan 31 (B) 34a]
Vraag: Wat vindt u van de uitspraak dat de mens geworteld is in de hemel? Wat roept dat bij u op?
Henk Scholder Voor informatie: tel. 06-40 22 89 23 of e-mail:
[email protected] / www.stichtinglev.nl
Logboekcolumn Galilea
Nieuws van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël
Studiereis nu al succes De voorbereidingsbijeenkomst voor de predikantenstudiereis naar Israël en Palestina in Amsterdam was zo goed dat de reis al bij voorbaat geslaagd te noemen is.
I
n het kader van de nascholing voor predikanten zal van 6 tot en met 20 januari 2014 een studiereis naar Israël en Palestina plaatsvinden. De Protestantse Raad behoort, naast Kerk in Actie en de Gereformeerde Zendingsbond, tot de initiatiefnemers van deze reis. Prof.dr. Dineke Houtman (PThU) en dr. Michael Mulder, directeur van het Centrum voor Israëlstudies en adviseur van de Protestantse Raad, leiden de studiereis. Maandag 30 september kwamen de deelnemers ter voorbereiding bijeen in de Kehilas Ja’akow-synagoge ‘van’ rabbijn Raph Evers, die de deelnemers toesprak en zijn ervaringen over de Joods-christelijke ontmoeting deelde.
Tweesporenbeleid Dineke Houtman schetste bondig de verhouding tussen de Protestantse Kerk en Israël. Vroeger was er een deputaatschap voor de zending onder Joden. Nu is er het gesprek met Israël en staat de ‘onopgeefbare verbondenheid’ met Israël in de Kerkorde. In de laatste decennia werd de geschiedenis van het ontstaan van de staat Israël ontmythologiseerd. Met de nota over het Israëlisch-Palestijns conflict ontstond ruimte voor een tweesporenbeleid: ‘Onopgeefbare verbondenheid’ met Israël én oog voor de Palestijnen.
Drie thema’s De deelnemers aan de studiereis gaan in groepen aan de slag met drie thema’s: - De Schrift lezen met Israël, toegespitst op de landbelofte; - Messiasbelijdende Joden en hun relatie tot andere groepen; - Vragen rondom conflict en verzoening. In een volgend nummer hoop ik te melden hoe deze reis de deelnemers heeft verrijkt. Ds. Derk F. Blom
Bouwen aan vertrouwen
H
et leek een simpel idee. Een christelijke Arabische Israëli stelde Nes Ammim voor een conferentie te organiseren voor Joodse en christelijke theologiestudenten. Het doel: studenten in gesprek brengen over hun eigen geloofstraditie en zo een band creëren waar ze tijdens hun professionele carrières verder op zouden kunnen bouwen. In Nes Ammim ondersteunen we dit soort initiatieven graag en al snel hadden ook andere theologische seminaries en dialoogorganisaties medewerking toegezegd.
Voldoende draagvlak dus, maar toen kwam de uitdaging: hoe geef je zo’n conferentie eigenlijk vorm? In Israël is de Joodschristelijke ontmoeting er een tussen leden van de veelkleurige Joodse meerderheidscultuur en vertegenwoordigers van een christelijke minderheid binnen een Arabische minderheid. Arabische christenen zijn zich bewust van hun verbondenheid aan de Joodse traditie en willen leren van het Joods-christelijke gesprek in Europa. Maar hun belang is ook om verandering te brengen in de verhouding met Joodse medeburgers door wie zij zich vaak buitengesloten voelen. De betrokken Joodse organisaties zien de conferentie als een kans om vooroordelen te bestrijden en om hun Arabische medeburgers als gelijkwaardig te erkennen. Al met al zal het tijdens de conferentie zeker gaan over theologie en Bijbel, maar belangrijker wordt het proces daaronder: het bouwen aan onderling vertrouwen en aan relaties die ook na de conferentie standhouden. En dan die andere uitdaging: hoe vinden we genoeg deel nemers? Arabische christenen met interesse in dit thema hebben in hun eigen gemeenschap te maken met een groeiend wantrouwen tegen dialoogactiviteiten. Ook is het afwachten of er aan Joods-Israëlische kant voldoende belangstelling zal zijn. Er is veel scepsis over en desinteresse voor het gesprek met de Arabische medeburgers. Kortom, het idee blijkt verre van simpel, maar wel erg relevant.
Pieter Dronkers Ds. Pieter Dronkers is manager van het Centrum voor studie en dialoog in Nes Ammim.
Derk Blom is voorzitter van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël van de Protestantse Kerk. Meer informatie: www.pkn.nl > Actief in de kerk > Werkvelden > Kerk en Israël > Protestantse Raad
Kerk & Israël Onderweg
| december 2013
23
Varia Conferentie Westmalle De Provinciale Werkgroep Kerk en Israël voor NoordBrabant en Limburg en de Antwerpse Contactgroep voor Joods-Christelijke betrekkingen organiseren een theologische conferentie te Westmalle, België, die op 11 en 12 maart 2014 gehouden wordt. Het thema is ‘Profetisch spreken toen en nu, naar aanleiding van het denken van Abraham Joshua Heschel’. Sprekers zijn onder andere prof.dr. Rinse Reeling Brouwer (PThU), rabbijn Menno ten Brink, prof.dr. Klaas Spronk, prof.dr. Peter Tomson en ds. Sjirk van der Zee. Opgave en inlichtingen: D.K. Wielenga, Hofmeierstraat 8, 5663 CK Geldrop, telefoon (040) 286 30 09, e-mail:
[email protected]
Symposium over lastige Bijbelteksten Kerk in Actie organiseert een symposium over contextueel Bijbellezen: ‘Waar is de moraal van het verhaal? Lastige Bijbelteksten en hun invloed.’ De vraag staat centraal hoe gelovige lezers omgaan met lastige teksten, aan de hand van Jeremia 32. Sprekers: Janneke Stegeman, Mark Braverman (directeur Kairos USA), Mitri Raheb (pastor in de Lutherse kerk in Bethlehem, co-auteur van het Kairos-document), Eeuwout van der Linden (predikant en projectmedewerker Kerk en Israël) en Hans de Wit (universitair docent contextuele theologie, VU Universiteit). Voertaal: Engels Datum: maandag 13 januari 2014, 14.00 - 17.00 uur. Locatie: Protestants Landelijk Dienstencentrum, Joseph Haydnlaan 2a, Utrecht Aanmelden bij Tineke van der Stok,
[email protected]
Dag van het Jodendom
Op vrijdag 17 januari 2014 wordt de jaarlijkse ‘Dag van het Jodendom’ gehouden. Het thema is: ‘Uitweg uit de crisis?’ De Dag van het Jodendom is een initiatief van de Nederlandse Bisschoppenconferentie, vertegenwoordigd door het Secretariaat RK Kerkprovincie (SRKK). De Dag van het Jodendom wordt uitgevoerd met inhoudelijke ondersteuning vanuit de KRI Katholieke Raad voor Kerk en Jodendom. De Dag heeft als doel kennis over het Jodendom onder christenen te bevorderen en de actieve dialoog tussen Joden en christenen stimuleren. Meer informatie: www.dagvanhetjodendom.nl
volgend nummer • Interview met Ronny Naftaniel, oud-directeur van CIDI • Rabbijn Ten Brink over onze verantwoordelijkheid voor de dieren • Katern over de historicus Shlomo Sand
Meer informatie: www.pkn.nl/actueel/agenda
Colofon Kerk & Israël Onderweg is een uitgave van de Protestantse Kerk in Nederland en verschijnt viermaal per jaar. Doelstelling van het blad is: de Joodse wortels van het christelijk geloof theologisch doordenken, en allen die geïnteresseerd zijn in of zich verantwoordelijk weten voor de verhouding van Kerk en Israël informeren, inspireren en meningen bieden. De basis hiervoor is artikel I van de Kerkorde:
24
1. De Protestantse Kerk in Nederland is overeenkomstig haar belijden gestalte van de ene heilige apostolische en katholieke of algemene christelijke Kerk die zich, delend in de aan Israël geschonken verwachting, uitstrekt naar de komst van het Koninkrijk van God. (…) 7. De kerk is geroepen gestalte te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.
Kerk & Israël Onderweg
Als Christus-belijdende geloofsgemeenschap zoekt zij het gesprek met Israël inzake het verstaan van de Heilige Schrift, in het bijzonder betreffende de komst van het Koninkrijk van God. Onder ’Israël’ wordt verstaan: het Israël dat wij ontmoeten in de Bijbel en van daaruit in de geschiedenis tot op vandaag.
Uitgever: Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in Nederland Joseph Haydnlaan 2a, 3533 AE Utrecht Postbus 8504, 3503 RM Utrecht telefoon (030) 880 18 80 e-mailadres
[email protected] website www.pkn.nl/kerkenisrael
| december 2013
Hoofdredacteur: Floor Barnhoorn Redactie: Reinier Gosker, Greetje van der Harst-de Leeuwe, Beatrice L. Jongkind, Fred Meijnhardt, Rijk Roelofse, Kees Schakel, Adri van der Wal. Eindredacteur: Anja de Zeeuw
VORMGEVING EN DRUK Opmaak: Ladenius Communicatie, Houten Ontwerp: Reprovinci, Schoonhoven Druk: De Groot Drukkerij, Goudriaan
Abonnementen Particulier abonnement € 9,- per jaar (vier nummers) Pakketabonnement € 4,- per jaar (vier nummers, vanaf 10 exemplaren). Vraag via het mailadres van de redactie een gratis proefnummer aan. Kerk & Israël Onderweg is voor (visueel)
gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm op cd-rom (voor de daisyspeler). Nadere informatie hierover is te krijgen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB) te Ermelo, telefoon (0341) 56 54 99. Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden in andere uitgaven. Neem voor een Wordbestand van de artikelen contact op met de redactie:
[email protected]. De redactie ontvangt graag een exemplaar van deze uitgaven. Het verpakkingsfolie is milieuvriendelijk en kan weggegooid worden in de biobak. ISSN 1566-9033