Dag 1. Groessen - 's Hertogenbosch (84 km) Overnachting 1. B&B = €70 Eindelijk op weg. Dat wat in het vat zit verzuurt niet. Dat wat ik me jaren geleden had voorgenomen en wat ik mijzelf vaak had geïdealiseerd. Het is dan zover. Nog niet het gehele traject maar toch: tot de Spaanse grens, is ook niet verkeerd. Volgend jaar het tweede deel naar Santiago zelf. Ik voel me thrilled. Woelfie voelt het ook maar kan het niet plaatsen. Annemieke houdt het niet droog. Klokslag zeven uur stap ik op de fiets. Wim staat al met de vlag buiten en Marga geeft mij een Beschermengeltje mee voor onderweg. Nog iets verder kom ik Han tegen op zijn vaste ronde met zijn hond Aras en hij keurt de uitrusting waarmee ik op reis ga: "Goede reis, ik zal je missen." Even later sta ik alweer op de trappers. Door Groessen en naar Doornenburg. Er staat een flinke wind en het is zwaar peddelen geblazen. Ik ga met de pont over de rivier. Daar kijken de eerste mensen nieuwsgierig naar de Jacobsschelp die aan de zijkant van mijn fietstas hangt. Of ze het begrijpen weet ik niet. Het aan mij vragen durven ze niet. Ik ga door de dorpjes richting Nijmegen. Fietsen op de dijk wordt al snel een tandje bij schakelen. Ik hoop dat ik de energie in huis heb nu ik de ziekte van Pfeiffer onder de leden heb. Ganzen staan gras te eten en kijken op naar de eenzame fietser die voorbij zwoegt. De uiterwaarden zijn prachtig en de zon perst haar lichtbundels door de enkele gaten die in het grauwe wolkendek gevallen zijn. Er bekruipt me een gevoel van eenzaamheid. Gaan de komende weken er zo uitzien? Bij het Karel Keizer plein houd ik de eerste stop bij Bakker Bart met koffie en een tarwebol met oude kaas. Ik krijg het koud en trek het vest onder mijn regenjack aan. Het thermische ondergoed houdt wel alle vocht en warmte vast maar nu het gaat condenseren wordt het koud. Ik moet er van rillen. Het kan ook nog wat koorts zijn. Dat heb ik wel vaker de laatste tijd. Het blijkt nog lastig genoeg om uit Nijmegen te komen, maar na tien kilometer omrijden zit ik weer op de route naar het zonnige zuiden, zullen we maar hopen.
In een dorpje haal ik mijn lunch in de supermarkt. Buiten staat een vrouw bij mijn fiets te wachten en vraagt nieuwsgierig of ik naar Santiago ga. "Ik heb veel bewondering voor de reis die u onderneemt. Goede reis gewenst." De dag is me erg tegengevallen als ik in 's Hertogenbosch door een woonwijk fiets op zoek naar mijn bed & breakfast. De deurbel doet het niet of ze zijn nog niet thuis. Even later hoor ik wel wc geluiden naast de voordeur en bel nog maar eens wat krachtiger aan. De man doet open en vraagt of ik achterom kom met de fiets. Er is een nette kleine slaapkamer en beneden is er een keuken semi woonkamer beschikbaar. We babbelen samen over verleden, heden en toekomst en hij zal ervoor zorgen dat er om zeven uur ontbijt klaar staat. Later arriveert er nog een Pool die ook blijft slapen. Ik heb hem echter niet meer gezien. Ik neem een douche en ga even liggen. In de buurt ga ik later op zoek naar voedsel. Bij de viskraam haal ik een vers gebakken lekkerbek. Dan een patatje wat al veel te zwaar valt. In de supermarkt haal ik fruit, chocolade en yoghurt voor morgen. Ik kijk nog wat tv zonder echt te kijken. Ik ben moe en val in slaap. Dag 2. 's Hertogenbosch - Zoersel (87km, totaal 171 km) Overnachting 2. Jeugdherberg + ontbijt = €23 Wat is het rustig in 's Hertogenbosch zo ’s morgens vroeg op zaterdag. Vogels, ontzettend veel vogels laten horen dat ze wakker zijn. De stad wordt schoon gemaakt met wat grote stofzuigers en ik maak een foto van de Sint Jan. Buiten de stad hangt een laag mist over het landschap. Prachtig gewoon. Ik voel me beter en ondanks de wind die opnieuw tegen is, probeer ik me wat meer te ontspannen. Tilburg en dan het Beilse lijntje. Dit was een oude spoorbaan en is omgebouwd tot een eindeloos lang en recht fietspad. De zon is gaan schijnen en onderweg zoek ik een plekje gras en nuttig mijn lunch. Er fietsen twee jongens langs en ze hebben beide een aanhanger achter de fiets. Ik bedenk me de voor- en nadelen van een dergelijke constructie. Na de lunch probeer ik het ritme weer te vinden tegen de wind. Een stelletje fietst al enige tijd achter me en willen op een gegeven moment voorbij. De vrouw fietst moeilijk en boven haar krachten. Later stoppen ze en de vrouw loopt mank.
Even later stop ik bij een restaurant voor een kop groentesoep. Ik zit achter een windscherm van glas in de zon. Dubbel genieten zo! Het stelletje maakt dezelfde stop. Zij loopt nog steeds mank. De soep is heerlijk en bij het weggaan vraag ik aan de vrouw of het weer beter gaat. "Wat bedoelt u?" vraagt ze verrast. Ik verklaar me nader. "Wij fietsen voor MSresearch.nl weet u". Zij heeft MS en beide maken ze een ronde van drie maanden door Europa. Ze haalt kracht uit deze uitdaging om beter met haar ziekte om te kunnen gaan. "Ik heb respect voor jullie onderneming," zeg ik en ik verzeker haar dat zij nu meer beweegt dan de gemiddelde Nederlander in zijn hele leven doet. We praten nog even verder en dan schudden we elkaar de hand en ga ik verder op weg.
Dat zal het worden deze reis: ontmoeten en afscheid nemen! In België staat alles echt slecht aangegeven en wijk ik meermaals van de geplande route af. Ik bel naar de jeugdherberg in Zoersel. Ze hebben plek voor me. Als ik arriveer komt de bebaarde Belg naar buiten en kijkt naar mijn uitrusting. "Gaat u naar Santiago?" vraagt hij, zijn ogen schitteren gewoon. "Ik vermoede het al, dan is het eten, ontbijt en lunchpakket gratis voor u!" Wat aardig. Ik krijg lakens en een handdoek. Op de kamer staan vijf bedden en er is een wc en douche. Ik neem een douche en later kom ik in de ontmoetingsruimte. Oma is eten koken en de vier kleinkinderen spelen met elkaar. De bebaarde Belg begint opnieuw over Santiago en alles wat ik moet zien en doen en niet moet vergeten. Oma valt vaak bij en vult aan of corrigeert. Ze beleven beide hun avontuur opnieuw door het aan mij te vertellen. Hugo blijft ook slapen en is hier om wat te onthaasten. Hij is vrijgezel, heeft een erg dikke buik en maakt een wat simpele indruk. Hij heeft hout gehaald voor de open haard. Als we eten zit ik tegenover hem en vertelt Hugo over zijn brillenwinkels die hij enige tijd geleden heeft verkocht. Hij probeert zijn verkregen pensioen nu wat aan te vullen met aandelen op de beurs. Turbo's enzo... Misschien moet je ook niet teveel verstand hebben om met dit soort aandelen transacties succesvol te zijn. Hugo blijft maar opscheppen. Na het derde bord groentesoep begint de hoofdmaaltijd. Cordon blue, friet, sla en pudding als toetje. Alles smaakt heerlijk zoals Oma dat kan maken. Praten en eten gaan bij Hugo niet zo goed tegelijk. De spetters vliegen keer op keer over tafel. "Excuseer." Na het eten doen wij mannen de afwas en brengt Oma de kinderen naar bed. Er hangt een gemoedelijke sfeer. Ik steek de open haard aan en we zitten op de bank uit te buiken. Dan vertelt de bebaarde Belg over zijn leven. Ik kan het allemaal goed horen en hoef zelf niet zo nodig te vertellen. Het is gezellig en fijn. Ondanks mijn vermoeidheid voel ik me tof.
Dag 3. Zoersel - Geraardsbergen (106 km, totaal 278 km) Overnachting 3. Jeugdherberg + ontbijt = €30 Na het ontbijt kom ik maar niet weg bij de Belgen. Ze blijven maar praten over de reis en wat ik zeker niet moet vergeten. Dan kap ik het wat af en sta op met een lichaamstaal dat op het punt staat om te vertrekken. Ik fiets weer naar de oorspronkelijke route en hoop dat deze vandaag beter klopt met de kaart. De route voert langs de ‘Kleine Nete’, een rood gekleurde stroom. In Lier drink ik koffie en bekijk het astronomische uurwerk. Ik snap er niet teveel van, maar het is wel kunstig. De route volgt opnieuw de Nete. In Mechelen is het een lange weg door de binnenstad. Een prachtig plein en een mooie grote kerk met Vrouwe beeld. Ik koop wat fruit voor onderweg. Na Mechelen gaat het door dorpen naar steden als Aalst, Ninove en dan langs de rivier de ‘Dender’ naar de jeugdherberg in Geraardsbergen. Ik moet omrijden i.v.m. de wielerronde van Vlaanderen. Het laatste deel langs de Dender is werkelijk prachtig. Geweldig mooie natuur. Nooit gedacht dat in deze omgeving te vinden. Geraardsbergen is eigenlijk te ver, maar op mijn tandvlees haal ik het. Ik loop op de binnenplaats van de jeugdherberg en een jonge ‘puur natuur’ type vrouw komt naar buiten. "Ben jij Peter?" vraagt ze. Ik krijg een hand en we gaan betalen, lakens verzamelen en ik krijg verdere uitleg van haar over van alles. Ik lig samen met twee Hollandse jongens op een kamer. Verder zijn er Finnen en Noren aanwezig i.v.m. het wielrennen. Ik ga douchen en eten. De vrouw heeft tomatensoep, stoofvlees, friet, sla met tomaten klaar gemaakt. Haar man zit met de kinderen te eten. Hij heeft lang haar, maar is bovenop helemaal kaal. Het eten is lekker. Ik heb honger. De vrouw komt even tegenover me zitten om te vragen of alles genoeg is en om een praatje te maken. Haar man is wat stil, maar luistert. Hij organiseert fietsreizen.
Zij zit in de proeftijd voor deze baan in de jeugdherberg . Ze komen net uit Chili. Een soortgelijk avontuur was daar mislukt en nu proberen ze het hier opnieuw. De directie kan het allemaal nog niet zo goed loslaten en bemoeien zich met alles. Ik kan zien dat ze onzeker en bang is. Ik geef haar een paar tips voor zover dat mogelijk is. Om vijftig cent uit te sparen moet ik zelf afwassen. Ik loop met de spullen naar de keuken en de Hollanders komen binnen. "Da’s jullie kamergenoot," roept de vrouw naar de jongens. We geven elkaar de hand. Het zijn leuke nette knapen. Na de afwas ga ik bij ze zitten en bespreken we elkaars reis. Even later blijken het de jongens met de aanhangers te zijn die ik op het Beilse lijntje heb gezien. Het zijn zwagers van elkaar. De een is waterbouwkundige en de ander journalist met als specialiteit dameshockey. Da’s natuurlijk meteen leuk om even over te praten. De journalist rijdt mee tot Parijs en gaat dan terug met de trein. De ander gaat verder en onderweg komen eerst zijn vriendin en dan schoonvader om de beurt aanhaken om een stuk mee te fietsen door Europa. Ik ga als eerste naar bed. De jongens doen later zo zacht mogelijk om me niet wakker te maken. De Finnen maken veel lawaai omdat ze dronken zijn. Uiteindelijk wordt alles stil en gaan ook zij slapen.
Dag 4. Geraardsbergen - Tournai (56 km, totaal 334 km) overnachting 4. Jeugdherberg + ontbijt = €30 Het landschap is nu glooiend geworden. Mijn benen willen nog niet echt en de wind is nu helemaal erg geworden. Het fluit rond mijn oren. Op een hek langs de weg staat de afstand naar Santiago aangegeven: 1789 km. Even later halen de Hollanders me in. Ik krijg van de een zijn hand op mijn schouder en ze wensen me beide goede reis. Ze kunnen sneller fietsen dan ik, maar dat geeft niet. Ik voel me even slap maar hervind mezelf en pak het ritme weer op. Na ongeveer vijftig kilometer kom ik in Tournai aan. Opeens verstaan de mensen me niet meer en kan ik hen ook niet meer verstaan. De wegen zijn geplaveid met kasseien. Onmogelijk om overheen te fietsen. Alles aan de fiets schudt hevig en als het dan nog berg op gaat en de snelheid langzamer wordt, is het helemaal niet meer te doen. In het centrum staat een enorme kerk. Er vlak naast is een enorm plein met veel restaurants en kroegen. De gevels zijn mooi en hier en daar met goud beschilderd. Op het plein staat een standbeeld. De persoon heeft een carnavalsmuts opgezet en een mantel omgeslagen gekregen. Het is hier op een en twee april carnaval. Ik wandel met de fiets door de binnenstad. Het is een verademing voor de beenspieren. In een van de restaurantjes bestel ik een dagmenu. Geitenkaas op toast, tagliatelle carbonada, chocolade mousse. Ik drink er veel cola light bij. Dan nog twee lekkere espresso. Ik knap er helemaal van op. Ik ga op zoek naar de jeugdherberg. Een alleraardigste verstrooide man wijst me de weg. Ik heb inmiddels twee sleutels maar nog steeds mijn paspoort niet terug gekregen. Voor de derde keer gaat de man het kantoor binnen. Hij brengt me even later naar de kamer. Ik haal later de lakens op en maak alvast mijn bed op. Dan komt Thomas de Belg binnen. Hij slaapt vannacht ook op de kamer. Het is een wat teruggetrokken jongen. Hij wandelt naar Santiago en is een paar dagen geleden begonnen. Ik ga een tukkie doen. Later vraag ik hem mee te gaan eten, maar dat had hij al gedaan. Vannacht logeert er ook een klas met kinderen. Ik betwijfel of het rustig zal zijn. Ik wandel op mijn slippers door het centrum en ga binnen bij een Italiaans restaurant. De uitgesproken chef kok komt me persoonlijk begroeten. Fles water, glas wijn, steak stroganoff, friet, sla. Heerlijk!
In de herberg slaapt de Belg als ik terug kom. Ik kruip in het donker in mijn stapelbed en val ook snel in slaap. Dag 5. Tournai - Cambrai (67 km, totaal 401 km) Overnachting 5. Hotel + ontbijt = €65 De kinderen zijn vannacht rustig gebleven. Tijdens het ontbijt met Thomas stel ik vast dat als de kinderen (nu ongeveer tien jaar oud) drie of vier jaar ouder zouden zijn geweest, wij veel slechter geslapen zouden hebben. Thomas vertelt dat hij niet goed met mensen om kan gaan. Hij begrijpt ze vaak niet. Hij heeft in een fabriek gewerkt. Als hij collega's over zijn reizen vertelde, kwamen zij met een stom verhaal over center parcs. Dat kon hij niet begrijpen. Ik zeg hem: “Niet iedereen is, doet of durft wat jij doet. Ieder is anders. Respecteer ook hoe de ander zijn leven inricht ook al is dat voor jou onbegrijpelijk.” Na het ontbijt wensen wij elkaar het beste.
Ik klim Tournai uit door de smalle straatjes. Er is opnieuw veel tegenwind. Nu vallen er ook af en toe wat druppels regen. Het traject gaat opnieuw langs kanalen, beekjes en stroompjes. Van dorp naar dorp ploeter ik tegen de wind. Op een gegeven moment ben ik zover uitgeteld dat ik in een bushokje op de bank ga liggen. Een wielrenner stopt en vraagt of het goed met me gaat. Ik verzeker hem dat het prima gaat. Elk dorp heeft hier wel een monument bij de kerk voor de gesneuvelde zonen soldaten uit de eerste wereldoorlog. Het is een dag afzien en mezelf tegen komen. Af en toe ben ik boos op mezelf, dan voel ik me weer fijn en vrij. Eindelijk rijd ik uitgeput Cambrai binnen. Een schip is aan het schutten en ik blijf even kijken om meteen wat uit te rusten.
De stad is grijs van de kou en de regen. Het is even zoeken naar het hotel, maar uiteindelijk vind ik Hotel Le Mouton Blanc (het witte schaap). Ik wordt geregistreerd als mr. Peter. De fiets kan op de binnenplaats achter het hotel. Op de eenvoudige kamer ga ik eerst de was doen. T-shirts en onderbroeken kunnen wel een ander luchtje gebruiken. Daarna doe ik een tukkie en ga dan op zoek naar voedsel. Ik loop door het centrum en ga naar een van de grote kerken. Er staan twee bijna identieke knotsen tegenover elkaar, aan iedere kant van de weg een. Bij het betreden komt er een mevrouw naar me toe: "ferme!" "A short look around, please?" vraag ik. Ze kijkt me nog eens aan en wijst me de weg door de kerk. Ik krijg uitleg in gebrekkig Engels. Er blijkt hier de meest gelijkende icoon van Maria te zijn. Nadat Bernadette van Lourdes de heilige maagd had gezien zijn kunstenaars bezig geweest om Maria na te schilderen. Uiteindelijk met wat aanwijzingen van Bernadette was deze hier de best gelukte icoon. Als we de ronde hebben gemaakt krijg ik nog een folder en wat ansichtkaarten mee. Of ik een stempel nodig heb voor mijn Santiagopaspoort? Ik eet lasagne in een kleine pizzeria. Daarna loop ik terug naar het hotel en ga slapen.
Foto’s van periode deel 1: img_0300.jpg tm img_0370.jpg
Dag 6. Cambrai - Noyon (97 km, totaal 498 km) Overnachting 6. Camping - ontbijt = €6,50 Fietsen en nog meer fietsen. De eerste zes dagen waren koud, grauw en met veel tegenwind. Je gaat dan langzaam dood op zo'n fiets terwijl je niet het gevoel hebt dat je vooruit komt. Eindelijk is de wind vandaag ten gunste gedraaid en is de zon gaan schijnen (24 graden). Natuurlijk mijn knar en knieën helemaal verbrand. De route is vandaag prachtig. Veel natuur en met dat zonlicht erbij ziet alles er veel vrolijker uit. Ook mijn benen zijn vandaag wat gewilliger. Elke nacht doen ze pijn omdat ze zoveel hebben moeten werken. Elke dag hebben ze wat meer spierkracht ontwikkeld. Ik zorg er wel voor dat ik niet ‘verzuur’ tijdens het fietsen. Ik ben me bewust van de aanslag op mijn lichaam! Mijn kont blijft elke dag na zo’n veertig kilometer fietsen pijn doen. Elke tien minuten moet ik dan verzitten of op de pedalen gaan staan om het bloed door mijn bilspieren te laten stromen. Onderweg koop ik weer brood, fruit en yoghurt. Zwaar eten verdraag ik niet bij de inspanning. Ik had meer honger verwacht met al dat fietsen, maar dat valt juist reuze mee. Mijn buik zit er ook nog steeds. Ik vraag me af waar al die energie vandaan komt. De route is glooiend en ik passeer enkele oude half ingestorte abdijen. De tijd van de kerk en de abdijen is voorbij maar Frankrijk staat er nog vol mee. Dat de kerk zo vervalt geeft toch aan dat de boodschap die ze uitdragen niet meer aankomt bij de mensen van tegenwoordig.
Weer fiets ik vaak langs water met zwanen en ganzen. Ik stop en voer ze wat brood. Bij een grasveld ga ik even rusten en laat me helemaal warmen door de zon. Als ik mijn lunch eet roepen voorbijgaande fietsers: “Bon appetit!”
bij me en het is mooi weer vandaag.
Bij Noyon bel ik enkele adressen om te overnachten maar alles zit vol. Bij de toeristoffice in het centrum vraag ik naar hotels maar die zijn meteen heel erg duur of weer verder weg. Ik besluit een camping te nemen. Ik heb tenslotte niet voor niks die tent
Bij de camping vraag ik in het bijgebouw, waar het een grote bende is, of er plaats is voor een tent. Ik moet meteen afrekenen. De slaapplaats kost 6,50 en een douchemunt 2,00. Ik vraag twee munten. Da’s niet nodig verzekert de man: "Sept minutes!" Het blijkt een echte ‘aso’ camping te zijn. Ik verbeeld me niks maar zoveel ‘ma Flodders’ heb ik nog nooit bij elkaar gezien en het is echt teveel voor mij. Alles op de camping is te vies om aan te pakken. Elke caravan zit vol algen en de voortenten zijn aan flarden gescheurd en echt helemaal vergaan. Iedereen heeft natuurlijk wel minstens twee niet opgevoede blaffende honden bij de hut. Ze laten allemaal vriendelijk hun tanden zien als ik langs loop. En echt alles blaft naar elkaar. Honden, mannen, vrouwen, kinderen. Dan ook nog een overdosis aan geile katten die een plek zoeken om tegenaan te pissen. Niet mijn tent dus! Het is voor de eerste keer dat ik de tent opzet. Ik pas er precies in. Onder de douche gooi ik het munt in het kastje. Een soort gazonsproeier gaat aan en het duurt wel drie minuten voordat het water een beetje op temperatuur gaat komen. Van de zeven minuten blijft zo niet veel meer over. Ik fiets vier kilometer terug naar de stad om te eten maar dat valt niet mee. Drinken kan wel, maar eten niet meer. Dat schijnt alleen tijdens de lunch te kunnen. Ik fiets weer terug en ga zonder eten slapen. Enorme herrie 's nachts op de camping. Mensen komen laat thuis en maken met ALLES lawaai, ongelofeloos. Een auto met behoorlijke gang en vol licht rijdt huppa naar de caravan. Weer laten alle honden van zich horen. Ze gooien de autodeuren krachtig in het slot en vergeten wel vier tot vijf keer wat uit de auto te halen. Uiteindelijk wordt alles stil. Echt veel meer dan €6,50 is het ook niet waard. Mijn hoofd is te warm van de zon. Ik ga zelfs 'n keer de tent uit om het te koelen met koud water. Ik hoop niet dat ik een zonnesteek heb opgelopen.
Dag 7. Noyon - Plailly (78 km, totaal 576 km) Overnachting 7. B&B = €55 Ik word vroeg wakker van de vogels. Mijn hoofd is weer afgekoeld. Ik pak alles nat in en ben weg voordat iedereen wakker wordt. Ik zwaai nog in het voorbij rijden naar de eigenaar in het gebouwtje. Deze had zich al ingericht voor precies eenzelfde dag als gisteren. Op de eerste bergtop tussen de camping en het beginpunt van de route staat een bakkersbus te wachten. De bakker heeft pauze en rookt een sigaret. Ik bestel een pain de chocolat. Ik eet het broodje al fietsend op. Het is gewoon weer te machtig en halverwege gooi ik het weg voor de vogels. In de middag op een grasveld bij een parkeerplaats leg ik de tent, slaapzak en luchtbed over vier banken te drogen. Ik neem zo de hele parkeerplaats in beslag. Een jonge Fransman komt bij me zitten en begint spontaan te vertellen over het en zijn leven. Hij heeft interesse in mensen zoals ik die eens wat heel anders doen. Ik verzeker hem dat ik maar een gewone man ben op zoek naar zichzelf. Aan het einde van ons gesprek wensen wij elkaar het beste. Compeigne ten noorden van Parijs is erg druk. Hier is het ook gevaarlijk fietsen tussen de automobilisten door die geen fietsers gewend zijn. Ik stop voor een versnapering. Ten zuiden van de stad gaat de bebouwing over in bossen. Dat fietst heel wat rustiger. Er staan veel auto’s langs de paden in het bos geparkeerd. Ik bedenk me dat ze wel lunchpauze zullen hebben. Halverwege het bos neem ook ik pauze en eet ik gedroogd fruit met vruchtensap. Auto’s blijven maar stoppen, wachten even en rijden dan weer verder. Verder naar het zuiden is het meer klimmen en kan ik een kleine omweg rijden langs een groot klooster. Ik volg de weg en kom uit bij oude ruïnes met een prachtige tuin eromheen. Er staan enkele bussen met toeristen die een kijkje nemen in de tuin. Naast de ruïnes staat het oude klooster dat nog intact en bewoond is. Aan de poort is een restaurant. De zon schijnt en ik ga op het terras zitten en bestel een hartige groentetaart met zalm. Ik geniet van de rust en de energie die hier hangt. Het is wat meer klimmen nu door de laatste stukken bos. Ik zit ongeveer 45 km voor Parijs. Vannacht slaap ik in een prachtig gasthuis bij een familie. Ik heb gebeld om te reserveren.
Het blijkt een alleraardigste vrouw te zijn. Ze spreekt goed Engels omdat ze in Parijs voor een Duitse firma gewerkt heeft. Ik krijg een biertje aangeboden. Ze merkt op dat ik de eerste ‘vogel’ van dit jaar ben en dat ik het mooie weer meebreng. Ze laat me alles zien en ik mag kiezen uit een aantal werkelijk prachtige Frans ingerichte kamers. In het dorp eet ik ’s avonds een broodje bij een shoarmatentje. Verder is er niks te doen in het dorp. Morgen met de fiets door Parijs. Het advies voor een fietser is te doen alsof je een auto bent! Dag 8. Plailly - Parijs (53 km, totaal 629 km) Overnachting 8. Hotel + ontbijt = €75 Ik krijg een simpel ontbijt in een prachtige Frans ingerichte ontbijtkamer. Ik reken het geld af en neem afscheid.
Het is mistig. Ik fiets door dorpen en over uitgestrekte landbouwvelden. De route gaat om het noordelijke vliegveld ‘Charles de Gaulle’. Het een na het andere vliegtuig stijgt met luid gebrul op. Ik moet even zoeken op de kaart en heb daardoor te weinig snelheid en aandacht om te rijden. Dan krijg ik de stugge clips op de trapper ook niet los en ik val met fiets en al op de grond. Gelukkig niks beschadigd of gebroken. Het valt me op dat de natuur rond Parijs best wel mooi is. Ik fiets langs kanalen en zelfs door mooie parken. Onder bruggen door en langs kleine voorsteden. Eerst een espresso in een café. Een paar tafels verderop begint een oude bibberende man aan z'n eerste biertje van vandaag. Hij zal er wel een paar nodig hebben om z’n handen weer stil te krijgen. Buiten is een kleine markt met vooral kleding. Het is leuk om mensen zo gade te slaan bij hun doen en laten van alledag.
Dan komt langzaam maar zeker Parijs dichterbij. Ik fiets langs een oneindig lang en recht kanaal. De bebouwing wordt dichter. Onder een viaduct ligt de achtergelaten rommel van zwervers: matrassen, stoelen, afval. Zelfs een paar Fransen staan verbijsterd te kijken. Ze betrekken me in hun verbijstering als ik een foto maak. Ik versta niet precies wat ze tegen me zeggen maar ik kan het wel raden. Wat een verschrikkelijke puinhoop. De kanalen worden breder en ik passeer enkele sluizen. De weg is eindeloos. Ik stop voor een appel en twee trimmers stoppen bij de fiets. (Patrick & Bertrand). Ze vragen waar ik heen ga. Na een korte uitleg willen ze het boekje zien en vragen van alles. Hoeveel dagen, vanwaar af, waarom? enz.
De een legt uit dat het niet makkelijk zal worden om een hotel te vinden. Er is namelijk een marathon in de binnenstad gaande en veel hotels zullen daarom vol zijn. "Ik zie wel," zeg ik. Dan pakt hij zijn mobieltje en begint te bellen voor een hotel. Vlakbij de plek waar zij wonen is nog een hotel en zijn er nog kamers vrij. De fiets kan daar binnen staan. Ik stem in. Helaas is het niet uit te leggen waar het hotel zich bevindt. Dus is het voorstel van Patrick dat zij voorop trimmen en ik volg met de fiets. Onderweg leggen ze uit wat elk gebouw voorstelt of waar het voor dient. Bij een park drinken we water uit de kraan. Ze vertellen meteen aan omstanders dat ik naar Santiago ga. "Courage et bon voyage." De mannen trimmen nu door een woonwijk en daarna door een park met veel hoogteverschil en trappen. Ze helpen me met de fiets de trappen op en in ‘no time’ sta ik voor een hotel. Patrick gaat mee naar binnen om verder alles aan details te regelen. Ik nodig ze uit om vanavond wat met mij te drinken maar ze hebben al wat anders. We nemen afscheid en ik moet bellen als er wat aan de hand was. Wat een geweldig aardige kerels. Nooit gedacht van Parijs.
's middags neem ik een heerlijke zalmsalade met water op een terras. Daarna maak ik een ronde door het park. Veel mensen liggen in het gras te genieten van de zon. Veel stelletjes of meisjes en jongens die gezien willen worden. Aan de rand van het park staat een draaimolen voor de kinderen. Dan zie ik de Fransmannen in het gras liggen met een derde man. Ik zeg gedag en moet meteen bij hen komen zitten. De vriend heet Michèl en is een werkloze architect. Patrick en Bertrand blijken host te zijn in diverse hotels in de binnenstad. Daar zijn deze charmeurs ook helemaal geschikt voor. Ik haal bier en we hebben een leuke middag samen met veel mannenverhalen. Ik vertel over Compeigne boven Parijs. "Compeigne?" “Ja, Compeigne." De Fransen hebben er nog nooit van gehoord. "Compeigne a big city!" zeg ik. “Oh Compeigne!” Ik spreek het echt bijna hetzelfde uit en toch verstaan ze het niet. Ik vraag wat al die auto's daar in het bos deden. Eerst had ik gedacht dat ze daar hun lunch nuttigden maar al gauw bekroop me het gevoel dat er iets anders gaande was. De Fransmannen moeten nu hartelijk lachen. Het blijken mannen te zijn die anoniem seks willen hebben. Ze rijden vanuit Parijs naar Compeigne om anoniem te kunnen blijven. Ik bedacht me dat ik daar in mijn strakke pakkie op een bankje heb gelegen met de benen omhoog om het bloed te laten stromen en de afvalstoffen goed af te voeren. Tja die Fransen hebben natuurlijk gedacht dat ik er al voor was gaan liggen…
We drinken nog een biertje en twee vriendinnen schuiven aan. Als Fransen elkaar begroeten kussen ze twee keer op de wang. Vandaag ben ik onder Fransen en dus begroet ik hen net zo. Ze leggen uit wie ik ben en de dames proberen in het Engels wat te zeggen. Het is te gebrekkig om het te verstaan. Ze hebben veel te vertellen. Ik praat met de architect over z’n toekomst. Het valt niet mee in deze tijd werk te vinden voor een architect. Aan het einde van de middag gaan we uit elkaar en omhelzen we elkaar. Echt nooit gedacht van Parijs! Ik eet een hamburger bij de Mc en loop terug naar het hotel om te gaan slapen. Ik loop langs het park en alle poorten zijn al gesloten terwijl er nog mensen proberen uit te komen. Waarschijnlijk zal er nog wel ergens een poort open zijn. Op de hotelkamer kom ik tot de ontdekking dat ik mijn oplaadstekker van de telefoon in het vorige bed & breakfast heb laten liggen. “Kut”. Ik ga naar beneden en vraag aan de portier of en waar er Apple stores in Parijs zijn. De Chinees snapt er niks van. Ik moet lang praten om hem ervan te overtuigen om voor mij te googlen naar Apple stores. In het Louvre is er één. Ik bedenk om morgen op de fiets zonder bagage naar het centrum te rijden en daarna weer de bagage op te halen om vervolgens de stad uit te rijden.
Dag 9. Paris - Sauix-les-Chartreux (29 km, totaal 658 km) Overnachting 9. Hotel + ontbijt = €112 Het ontbijt is niet te vreten. Een vieze oude kleffe croissant en een droog zacht broodje. Na vijf minuten ben ik uitgegeten. Ik maak me klaar om naar het centrum te gaan. Eerst berg af en dan de drukte in. Fietsers moeten op de busbaan. Dat is een mooi compromis als er geen bus achter je zit te drukken. Parijs is groot en erg druk. Ik nader de Seine en sla rechts af richting Louvre, Place du Concorde, Arc de Triomphe en de Eiffeltoren. Alle bezienswaardigheden zijn dicht bij elkaar. Ik stal mijn fiets bij een koffietent en vraag de eigenaar of hij er een oogje op wil houden. Een jong stel maakt in het voorbijgaan een opmerking over mijn fietszadel. “This hole is very big,” zegt de jongen lachend. Z’n vriendin giechelt over de seksistisch bedoelde opmerking. “It’s not what you think it is. Because of this hole I can feel at the end of the day that I am still a boy.” Lachend gaan ze naar binnen. De winkel gaat pas om tien uur open zodat ik nog tijd heb om door het centrum te fietsen en door een beeldenpark bij het Louvre te lopen.
Het is mooi weer en ik geniet van enkele espresso’s op een terrasje. In Parijs is alles duur. Nadat ik een nieuwe oplaadstekker heb gekocht, ga ik terug naar het hotel om de spullen op te halen. Bij binnenkomst vertelt de eigenaar dat ik voor 12 uur het hotel moet verlaten. Dat lukt me net en met volle bepakking rij ik opnieuw door Parijs naar het zuiden. Ditmaal steek ik de Seine over. Pompidou, Notre Dame, etc. Het is druk met toeristen. Onderweg stop ik bij een groenteboer voor fruit en sap. Een eindje verder is een poelier met vers gegrilde kippetjes. Daar neem ik er ook eentje van mee. Dan nog brood en een mooi park om het allemaal te nuttigen. Ik word op mijn wenken bediend. Een eind verder is een rustig park en stal ik de fiets bij een boom en ga ik in de schaduw zitten. Het voelt vrij, fijn, opgeruimd. Ik voel mezelf steeds sterker worden. De weg Parijs uit is niet zo simpel. Opnieuw zijn verkeerssituaties veranderd en moet ik weer ernstig improviseren. Ik passeer weer een vliegveld. Ditmaal Orly. Eenmaal de stad uit wordt het al gauw wat meer landelijk en komen de kanaaltjes en bossen weer terug. In de namiddag stop ik in een park met
veel recreatiewater. Ik heb waarschijnlijk opnieuw een verkeerde afslag genomen, maar het dorp waar ik een hotel op de lijst heb staan is al in zicht. Bij een kapper vraag ik naar het adres. Het is een knappe man en ik kan me voorstellen dat de dames elke week hun haar laten doen. Met handen en voeten wordt richting gegeven en enkele straten en heuvels verder kom ik bij een wat luxe hotel. Op de kamer is een bad wat ik meteen vol laat lopen. Dit wordt een feest voor mijn spieren. Bij het restaurant is een bruiloft aan de gang. Ik doe de was en hang alles buiten over de stoelen. s’ Avonds als ik lig te slapen hoor ik de buren de slaapkamer binnen komen. Zo te horen bespreken ze de avond. De man blijft aan het woord met z’n monotone gedreun. Het duurt zo lang dat er waarschijnlijk nog wat gesekst moet worden. Ach ja, de Fransen met hun liefde. De man stopt met praten en nog geen halve minuut later hoor ik de vrouw drie keer kreunen in gelijk ritme met de man die zijn laatste stoten afgeeft. Dat is wel heel erg snel denk ik. Ik hoor nu de vrouw nog even napraten. Waarschijnlijk zegt ze dat dit de beste en mooiste ervaring in haar seksleven tot nu toe is geweest. Dag 10. Sauix-les-Chartreux - Santilly (77 km, totaal 735 km) Overnachting 10. B&B = €35 Het ontbijt is prima. Gekookte eieren, toast, brood, kaas, ham… Ik vul mijn bidons met mineraalwater en na het afrekenen pak ik de fiets en verlaat het terrein. Ik zit in no time weer op
de route en geniet van de zon die mijn rug lekker verwarmt. De omgeving wordt weer landelijk en de dorpen worden kleiner en kleiner. Onderweg zijn er veel boomgaarden met fruit en het landschap wordt wat heuvelachtig. In een dorp bij de plaatselijke supermarkt koop ik mijn proviand voor de dag. Buiten eet ik alles op bij een park naast de kerk. Mensen groeten en roepen ‘bon appetit’ als ze langs komen. Later rust ik nog wat onder een grote boom waarbij ik prachtig uitzicht heb over bloeiende appelbomen. In het laatste dorp voor mijn slaapbestemming probeer ik nog wat voedsel en water te bemachtigen. Het water is al enige tijd op en ik heb een droge mond en honger. In het dorp is een lokale markt voor tweede hands spullen. Er zal vast wel wat te eten zijn. Helaas het is al vier uur en dan is er alleen nog drank. Bij een kraampje koop ik een paar flessen sap en de vrouw verwijst me naar een andere kraam waar misschien nog wat te eten is. De man naast me legt uit hoe en wanneer de Fransen eten en drinken: tussen 12:00 en 14:00 u. eten ze uitgebreid warm en daarna bijna niets meer. Bij de andere kraam zijn er nog een paar koude pasteitjes die achteraf niet lekker zijn. Dan maar weer zonder eten naar bed. Het bed & breakfast adres ligt een dorpje verderop. Ik fiets de laatste 3 kilometer van de route en op een boerderij maak ik mijn entree. Een grote waakhond ligt voor de deur en gaat mij er echt niet langs laten. De vrouw komt naar buiten en wijst naar de fietsstalling en laat me de kamer zien. Alles ziet er keurig uit. Ik neem een douche en val al gauw in slaap op mijn bed.
Ik ben op de helft. De conditie is al een stuk beter dan aan het begin van de fietstocht. Ik zit helemaal in het ritme van de dagen, eten, rusten en voel me er goed bij. Ik weet zeker dat ik de Spaanse grens ga halen.
Dag 11. Santilly - Courbouzon (77 km, totaal 812 km), B&B = €50 De vrouw is naar de bakker geweest en heeft vers brood gehaald. Op tafel staat een lekker ontbijt. Ik neem afscheid en fiets over een glooiend landschap door ontelbare kleine dorpen. Soms moet ik over een viaduct waarbij de hoofdweg niet eens op de kaart staat. De weg ziet er relatief nieuw uit zodat ik me realiseer dat het kort geleden is aangelegd. Het routeboekje moet echter wel flink gedateerd zijn. De dorpen zien er verlaten uit en er is niks te koop. Ik fiets nog enkele viaducten over en ga onder een oude monorail door. Nu wordt het weer landbouw: akkers met koolzaad.
Op de kaart staat een groene vlakte aangegeven. Het duurt niet lang en ik fiets door bossen. De eerst volgende grotere stad is Orléans. Het is een grote stad en ik moet goed op de aangegeven route letten want vaak gaat het mis bij grotere steden. De enorme kerktorens steken hoog boven de bebouwing uit. Ik wijk van de route af om dichterbij te komen. Als ik voor de kerk sta, lijken de torens kolossaal te zijn. Er zijn veel bouwactiviteiten in de stad gaande waardoor het er allemaal extra rommelig uitziet. Ik pik de route weer op en kom uit bij de Loire. Langs de rivier is een prachtige boulevard met mooie grote bomen. Even verderop is een grote lange brug. Ik ga echter eerst nog het centrum in om
stokbrood met kip en een paar blikken vruchtensap te halen. Op het plein staat een groot standbeeld van Jeanne ‘d Arc. Ik steek de brug over en volg de rivier stroomafwaarts. Er is veel wind maar ook een lekkere warme zon. Ik fiets nu op de lange rivierdijk. In het water bevinden zich kleine eilanden met veel bomen en vogels. De wind is vandaag weer tegen. Na wat ploeteren op de dijk stop ik bij een bankje en bel mijn moeder. Ze is blij om van me te horen en kwebbelt er aardig wat euro’s op los. Na het lange gesprek volg ik de rivier verder. Het drinkwater raakt op en ik krijg een droge mond. Zonder voldoende water vloeien de krachten snel uit mijn benen. Ik fiets langs grote graansilo’s. Volgens het boekje moet ik links langs een silo. Het zijn er zoveel, dat ik niet weet welke en waar verder. Een arbeider is aan het werk in een van de silo’s. Ik wil hem net vragen waar en hoe, maar voordat ik wat kan zeggen wijst hij in de richting waar ik heen moet. Ik zwaai vriendelijk met een “Merci” er achteraan. Opnieuw veel vlak land met veel tegenwind en opnieuw een grote lange brug te nemen. Het stadje ligt tegen een steile helling en het is een flinke klim. Ik ga eerst naar het centrum om water te kopen. Bijna alles is weer gesloten en zelfs de supermarkt die volgens het opschrift al lang weer open had moeten zijn zit dicht. Even
verderop is een café. Dat is wel open (hoe kan het ook anders). Ik bestel koffie en op de wc vul ik mijn waterflessen. Uit het oude stadje volg ik opnieuw de rivier maar nu vanaf de andere zijde. In de verte is een grote kerncentrale zichtbaar. De betonnen doos ziet er dreigend uit en past echt niet in dit mooie landschap. Het heeft iets ‘science fiction-achtigs’. Na de ramp in Rusland en Japan hebben deze centrales een heel andere beleving gekregen. Als er vannacht een ramp gebeurt hoef ik geen haast te maken want dat ga ik zeker niet overleven. Nog zo’n vijftien kilometer klimmen en dalen langs de rivier en dan kom ik bij het gasthuis in een piepklein dorpje uit. “You are Peter?” vraagt de vrouw des huizes. Ik krijg opnieuw een prachtige kamer, een eigen tuin met een Blauwe Regen en veel zon. Het ziet er werkelijk prachtig uit. Na een lekkere douche ga ik buiten aan de eethoek zitten. Ik krijg een thermoskan met juice de pommes aangeboden. Heerlijk! Tegen de avond fiets ik naar het dorp in de buurt en eet ik entrecote, friet, salade en een lekkere sterke espresso na. Dag 12. Courbouzon - Tours (84,5 km, totaal 896,5 km) Overnachting 12. B&B = €55 Ik krijg ontbijt in de eetkamer van de mensen. De vrouw blijft in de deuropening staan en kijkt hoe ik alles opeet. Op de fiets kijk zie ik de kerncentrale nogmaals opdoemen. Ik probeer de route van het boekje te vinden. Eerst maar in de richting van de Loire en dan de dijk op richting zuiden.
De weg slingert op en neer langs de rivier. Er doemen steile wanden van gesteente op die steeds hoger worden. Woningen zijn er strak tegen aan gebouwd. In het gesteente zijn allerlei openingen uitgehouwen voor opslag en andere toepassingen. Het doet me denken aan de stad Petra in Jordanië. In een van de dorpjes haal ik fruit bij een groenteboer die ook vele soorten kaas verkoopt. De route is erg mooi vandaag. Ik passeer de eerste wijnvelden die terrasvormig tegen de stenen heuvels zijn aangelegd. In een kroeg drink ik koffie en bekijk de krant voor de verwachte windrichting en overige weersvoorspellingen. De bezoekers zitten gezellig aan de sterke drank en aan het lawaai te horen
zitten ze er al enige tijd. Als vreemde eend in de bijt zit ik aan de zijkant en luister ik naar het rappe Frans waar geen touw aan vast te knopen is.
Bij Tours is het dan flink klimmen en dalen. Ik raak al gauw de weg kwijt en volg daarna de weg op gevoel richting centrum. In het boekje staat het adres van een jeugdherberg. Na wat zoekwerk ga ik over een enorm lange fietsbrug richting centrum. Na even zoeken vind ik de herberg en krijg ik een kamer. De fiets kan binnen staan. Men vraagt naar de stempelkaart die ik niet heb. Ik krijg een nieuwe met een dikke stempel erin. Meteen afrekenen en mee-eten kan niet. Buiten het kantoor staat opnieuw een zwetende fietser met bepakking. Het is ook een Nederlander en we beginnen meteen informatie uit te wisselen. “Zullen we vanavond samen eten?” Tjulk vindt het een strak plan.
Ik krijg wat lakens en een kussensloop mee en ga op zoek naar mijn kamer. De herberg is donker en de kamer is zeer primitief met bed en wastafel. Het is een eenpersoonskamer en dat is wel weer veel luxe. Op de gang hoor ik jongeren die lawaai maken en op zoek zijn naar hun kamers. Als eerste zoek ik de douche op voordat het drukker wordt. Na de douche was ik mijn
onderbroek, fietsbroek en t-shirt. Op het balkon hang ik alles te drogen. Ik maak het bed op en doe een tukkie. Mijn linkerbeen is verbrand door de zon. Komt omdat ik de hele dag langs de rechter oever heb gefietst. Met Tjulk ga ik op zoek naar een restaurant. Eerst bezoeken we nog een botanische tuin met een enorme boom die aan alle kanten ondersteund moest worden. Naast de tuin staat de grote kerk die we ook even aandoen. Binnen is het vrij simpel en grauw. De kerk maakt van de buitenkant meer indruk. We zoeken verder naar een restaurant. Dat valt opnieuw niet mee maar we eindigen na een ronde door het centrum in een visrestaurant waar we biefstuk gaan eten. Een fles rode wijn en water moet het vocht aanvullen. Tjulk is een echter ‘einzelgänger’. Hij is niet gewend om veel te praten. Een man van twaalf ongelukken en dertien ambachten. Hij is met z’n derde vrouw bezig en is ook zwerver geweest. In Engeland heeft hij na de scheiding van z’n eerste Engelse vrouw en twee zoons in een tent in het bos gewoond. Doordat hij geen huur betaalde, hoefde hij ook niet zo hard te werken. Stromend water was er genoeg in de beek die langs de tent stroomde. ”Ik was er gelukkig,” vertelt hij. Later is hij met een Portugese schone getrouwd geweest en heeft van haar ook twee zonen gekregen. Hij was nu op de fiets naar Portugal om ze te bezoeken. We babbelen over van alles en nog wat. Het leuke is dat je van alles kan vertellen want je ziet elkaar daarna toch nooit meer. We delen de kosten van het eten en lopen terug naar de herberg.
Dag 13. Tours - Chatellerault (78 km, totaal 975) Overnachting 13. Jeugdherberg + ontbijt = €30 Ik ontbijt met Tjulk. Ik heb hem de titel van het boek van Walsh gegeven: Een Ongewoon Gesprek Met God. We hadden er gisteren over gesproken. Een veel te dik meisje verzorgt het ontbijt. Tjulk heeft zijn praatangsten overwonnen en blijft maar eten en praten tegelijk. Op een gegeven moment duurt het me allemaal wat te lang en neem ik afscheid. Ik pak m’n spullen en stap op om te fietsen. Het is heerlijk om op de fiets wakker te worden. Eén met de natuur of met een andere omgeving. Ik fiets door een drukke stad zo 's morgens in de spits. Een fietsbrug die ik over moet is afgesloten. Eigenlijk moet ik een eind omrijden. Ik maak het hek open en ga toch over de brug. Aan de overzijde is het wat behelpen met het vinden van de aansluitende route. Het is koud en ik trek mijn lange fietsbroek aan. Dat betekend dat het eerst nog kouder wordt omdat ik mijn jas ent-shirt uit moet trekken. Ik sta natuurlijk ook behoorlijk voor lul zo midden op straat half uitgekleed. In het volgende dorp zitten de bakker, de slager en de groenteboer naast elkaar. Ham, kippenpootjes, stokbrood, mandarijnen, bananen en nougat sla ik in. Dat moet genoeg zijn voor de lunch.
De route is verder redelijk makkelijk. Bij een kruispunt weet ik de richting niet meer en ik stap af om nog eens goed te kijken. Aan de overkant van de weg stopt een auto. Het echtpaar draait het raam los en beide wijzen ze naar de richting die ik nemen moet. Ik zwaai, ze zwaaien terug en ik ga fietsen. Ik fiets ook nog door een bos maar meestal zijn het wegen van dorp naar dorp met aan beide kanten akkerbouw. Af en toe fietst een wielrenner met me op en vraagt van alles over de reis. De mensen zijn aardiger dan ik had verwacht. Ik heb last van mijn nieren. Elke beweging doet pijn. Ik voel eens, maar dat doet helemaal pijn. Ik drink meer en moet ook steeds vaker plassen onderweg. Wel tien keer. Ik heb het gevoel dat mijn lichaam ontgift. Al het gif van de laatste jaren moet eruit. Het geeft een goed gevoel. Na de brug over de rivier volg ik de rivier aan de andere kant. In Chatellerault is het weer even zoeken. Bij elke grotere stad klopt het boek niet meer omdat er zoveel veranderd is. Eenmaal in het centrum zie ik de Jacobsschelp in de straat verankerd. Een eind verder is een mooie kerk. Er staan enkele mannen die een praatje beginnen. Ze maken opnames voor een film. Het gaat met name over de 52 klokken die in de torens hangen.
In het centrum is kermis. Het pension ligt ver buiten het centrum dus ik besluit eerst nog iets kleins te eten. De eigenaren van de mooie woning zijn Schotten die acht jaar geleden in Frankrijk zijn gaan wonen. Ik spreek de vrouw des huizes. Ze vertelt dat ze helaas weer terug moeten omdat haar man pijn heeft en weer naar Schotland terug wil. Twee van haar kinderen zijn al weer terug in Schotland. De vrouw kijkt erg teleurgesteld bij de woorden. Ik ga douchen en ben moe in de benen. Ze voelen als lood. Ik maak een rondje door de tuin. Er staan twee ezels. De schapen hebben gejongd en er lopen kippen over het veld. Een Bordercollie volgt mij met een frisbee in de bek. Hij legt hem elke keer neer of ik hem a.u.b. wil weggooien. Het is een mooi huis. Ik eet op mijn kamer de laatste resten van de lunch en ga dan slapen. Dag 14. Chatellerault - Lezay (90 km, totaal 1065 km) Overnachting 14. B&B = €50
In de ochtend kom ik naar beneden voor het ontbijt. Ik ontmoet nu de heer des huizes. Hij bakt een omelet voor me en heeft voortreffelijke sterke koffie gezet. Hij heeft moeite met de Franse taal en kan zich moeilijk redden hier. Daarom wil hij terug naar Schotland. Het echtpaar geeft Engelse les aan Franse kinderen die in de zomer komen logeren.
Onderweg kom ik nu het eerste Franse kasteel tegen. Het landschap wordt steeds meer vakantieland met water en campings. Vandaag staat er vis uit blik op het lunchmenu. Natuurlijk aangevuld met allerlei gezonde spullen. Ook neem ik bij de bakker vers appelgebak mee. Buiten staat een mooie oldtimer geparkeerd. Ik ga even kijken en de eigenaar laat me de hele auto van binnen en buiten zien. Hij is zichtbaar trots en ik kan het waarderen dat mensen zoveel tijd en energie in zo’n wagen stoppen. Na Pointiers splitst de route zich. In het boek staan twee verschillende routes naar het zuiden aangegeven. Ik kies voor de route die langs de Atlantische kust gaat. Het is wel wat verder fietsen maar ook minder heuvelachtig. Voorlopig blijft naar zeggen ‘glooiend’ landschap toch erg heuvelachtig en komen er talloze steile klimmetjes. In het boekje wordt wel elke klim aangekondigd zodat ik me er mentaal op voor kan bereiden. Naar de dorpen toe gaat het steevast naar beneden toe omdat ze altijd in het dal liggen. Van de dorpen af gaat altijd klimmend over de volgende heuvelrug.
’s Middags heb ik een gesprek in het Frans met een winkelier. De man begint een gesprek en weet nog niet dat ik bijna geen Frans spreek. Ik denk bij mezelf dat het nu maar eens in het Frans moet. Met handen en voeten houden we het gesprek gaande en ik kan aan de man zien dat hij erg waarderen kan dat ik zo mijn best doe. We spraken over de economische situatie van Europa. Da’s toch niet het minst eenvoudige gesprek om in het Frans te beginnen. De ‘PIGS’ (Portugal, Italië,
Griekenland en Spanje) zorgen voor financiële problemen in Europa: overheidstekort en een te lage pensioensleeftijd. Te kort werken tijdens je arbeidsperiode genereert te weinig geld dat je bij elkaar had moeten verdienen voor je eigen pensioen en/of aanvullende uitkeringopbouw. Je kunt dan snel uitrekenen dat je geld tekort gaat komen. Daar zijn we dan nu. En wie gaat dat betalen, welke controle is er op de PIGS? enz. Ik ben best wel trots op mezelf na het gesprek en we geven elkaar een hand bij het afscheid.
Buiten op de stoep drink ik eerst een blikje sap en wat water. Tijdens het fietsen voel ik stekende pijnen in mijn zij. Ik merk het op als mijn T-shirt er aan raakt. Nu voel ik met mijn hand en het doet nog veel meer pijn. Misschien moeten mijn nieren of lever wel harder werken dan normaal of heb ik te weinig water gedronken. Tegen vier uur fiets ik het erf op van een enorme boerderij. Slechts een klein stuk blijkt bewoond te zijn door een man en een vrouw. Ze zijn weggetrokken uit Parijs naar het zuiden om van hun oude dag te genieten. De boerderij moet een walhalla zijn voor muizen en ander ongedierte. De woonkamer staat vol met prullaria en in het midden staat een enorme eethoek: de leeftafel. De rode slaapkamer voor mij ruikt een beetje muf. Het is wel een mooie kamer en ik gooi de ramen los om te luchten. Overal liggen vloerkleden in het oude huis. De vloeren lopen scheef. Het doet me denken aan de Ganzemaat van voor de verbouwing.
Dag 15. Lezay - Saintes (90 km, totaal 1155 km) Overnachting 15. Jeugdherberg + ontbijt + avondeten = €33 Ontbijt aan de grote leeftafel (koffie, 2 stukjes stokbrood met jam, jus). Fransen drinken hier koffie uit een soepkom. Dit is niet de eerste keer dat ik het meemaak, maar het valt wel op. Zonder oortje! De inhoud is ook echt net zoveel als bij een soepkom, maar dan zonder ballen. Je kunt lekker je tengels verbranden aan zo'n kom. Je ontkomt ook niet aan slurpen. In Nederland mag dat niet maar hier doen ze het allemaal. Om het op smaak te krijgen heb je echt serieus wat suiker nodig. In het eerstvolgende stadje fiets ik op een plein waar een markt is met van alles en nog wat. Ik koop een klein stokbrood, twee plakken beenham, een blikje appelsap, twee bananen, twee kiwi’s, tien dadels en yoghurt. Dat is meteen zo ongeveer mijn hele rantsoen voor de dag. Ik peuzel de helft onderweg op bij een picknickplaats langs de weg. Vandaag veel berg op en af en op en af.
In Saintes is het druk en stap ik af om even goed te kijken waar ik zijn moet. Achter mij doet een mooie sexy vrouw de deuren van haar restaurant los. "Vous avez de surprise de jour!" zeg ik. De vrouw moeten lachen en gaat er nog even extra als model voor staan. In de jeugdherberg kan ik mijn fiets stallen, krijg ik lakens mee en mag ik ook nog mee-eten: baby inktvis, brood, grapefruit, kaas, banaan en water. Jeugdherbergen worden door de overheid gesubsidieerd waardoor er een ‘easy’ mentaliteit aanwezig is. Een van de werknemers zit al zolang ik hem zie te eten. Als ik dan aan tafel ga, zit ‘ie alleen nog maar te bellen. Er is een groep asielzoekers in de jeugdherberg neergestreken. De oudste heeft de leiding en negeert mij geheel. Het is een echt haantje en wacht op het eerste contact dat blijkbaar van mij moet komen. De andere jongens kijken en lachen. Ik lach terug maar op een of andere manier mogen ze niet contact maken van de leider. Op de kamer krijg ik dikke lippen van mijn allergische reactie op de inktvis, maar ik ben er niet ziek van.
Dag 16. Saintes - Montalivet-les-bains (71 km, 1226 totaal km) Overnachting 16. Hotel(zicht op zee) + ontbijt = €65 Vannacht heb ik 53 hartslagen per minuut geteld en in rust 10 ademhalingen per minuut. Dat lijkt me een goede conditie. De dag begint mooi en langzaam berg af naar Royan. Veel wijnvelden langs de weg. De weg laat
zich eenvoudig vinden. Alleen zijn de borden met de straatnamen vaak verdwenen. Aan het einde van de straat kun je vaststellen dat het de goede straat was. In Royan stop ik bij de bakker en bestel een panini met kaas en gedroogde tomaten. "Une dessert?" vraagt het meisje. "Suggestion?" geef ik als antwoord. Ze wijst naar een gebakje met fraise (aardbeien). "Specialité Royan." Nou vooruit dan maar. Ze kijkt me vragend aan. "Oui." Ik neem het en ook nog een blikje sap en zeg dat ik buiten op de panini wacht. "Dix minutes!" Ik geniet van de zon en van een voorbij komende Française in doorkijkbroek. Na tien minuten zie ik binnen de rook uit het tosti apparaat komen. Het meisje ziet me binnenkomen en rent naar de verbrande panini. "I will wait ìnside, so you won't forget me!” Dan is „ie gelukt en krijg ik hem mee.
Ik rij door en aan het einde van de boulevard zie ik het bordje „port‟(haven). Ik mag alle auto's voorbij en stop vooraan bij het hek om te wachten op de veerpont. Ik vraag nog even naar de juiste boot. Het blijken Duitsers. "Aber dann können Sie auch Deutsch", zegt de dikke vrouw. Ik begin in het Duits te vertellen. "Na siehst du, das ist immer so gut an die Hollander." De Duitsers maken ook een ronde maar dan met de auto. Ik vertel over mijn fietsronde en het verlies van kilogrammen. De dikke vrouw wilde nu ook wel een fietstocht, maar dan met een elektrische fiets. "Nein, das wird dann leider nicht klappen mit die Kilogrammen". Ik wens ze een goede reis. Tijdens het wachten op de veerboot eet ik mijn Panini met gebak op. Even later legt de veerboot aan en al het verkeer mag eraf en ook erop. Dit geeft meteen opstoppingen. Ik moet met de fiets dezelfde route nemen als de auto's. In het ruim krijg ik aanwijzingen waar ik de fiets moet parkeren. Ik haal geld uit de tas en ga boven op het dek zitten. De tocht duurt een half uur. Ik fiets even later op een mooi fietspad door de duinen. Veel natuur om me heen. Een paar fietsers laten me voorbij. De snelheid van de eerste fietsdagen lag tussen de twaalf en vijftien kilometer per uur. Nu met mijn fietsbenen tussen de twintig en vijfentwintig kilometer per uur. Ik moet veel drinken want ik voel mijn lippen droog worden. Ik trap nog ff 30 kilometer weg en dan stop ik in een klein badplaatsje. Het hotel is betaalbaar. De vrouw brengt me naar mijn kamer. Of ik koud water in mijn bidons wil? Graag. Even later staat ze met ijskoud gevulde bidons op mijn kamerdeur te kloppen.
Na het douchen loop ik een rondje door het dorp. Italiaans ijs, fruit, yoghurt met citroen, kiwi, bananen, sinaasappels en een friet met mayonaise gekocht. Later op de kamer schuif ik het bed voor de openslaande deuren en kan ik al liggend op mijn bed zonnen en van de zee en wind genieten. Langzaam gaat de zon onder en worden de golven kleiner en kleiner. Dag 17. Montalivet-les-bains - Salles (120 km, 1346 totaal km) Overnachting 17. B&B = €65 Ik ontbijt vroeger dan gebruikelijk. Ik was vergeten te vragen hoe laat ik kon eten. De man zorgt voor een extra snel ontbijt. De eerste surfers komen naar het water. De meeste hebben een busje of bestelwagen en kleden zich snel om. De sleutels worden op het achterwiel van de auto gelegd. Het fietspad voert over eindeloos lange paden door duinen met dennenbos. Af en toe raakt het fietspad de kustlijn en zie ik de grote blauwe golven met veel gebrul op de kust afkomen. Het seizoen is nog niet begonnen en dat zal best een verschil zijn langs de kust. Nu is alles nog relatief rustig. Enkele fietspaden zijn van beton gemaakt en verkeren in zeer slechte staat. Het pad is dan ook zo smal dat tegenliggers of ikzelf af moeten stappen om elkaar te kunnen passeren. Het bos is kurk droog. Het fietspad is eigenlijk een 3-dimensionaal kunstwerk. Een kunstenaar zou nogal wat inspiratie nodig hebben om zowat moois te creëren.
Het fietstempo ligt hoog vandaag en de weg is recht. Het lange fietspad was vroeger een spoorlijn, deze is opgeheven en heeft een nieuwe bestemming gekregen. Ik passeer nog enkele omgebouwde stations waar mensen hun woonhuis van hebben gemaakt. Aan het einde van de dag kom ik uit in Salles. Het is nog zo‟n vijftien kilometer naar het B&B huisje. Het ligt achteraf en maakt deel uit van een grotere boerderij.
Dag 18. Salles – Gamarde-les-bains (116 km, 1462 totaal km) Overnachting 18. B&B €45 Dag 19. Gamarde-les-bains. Rust Overnachting 19. B&B = €45 Vandaag breng ik eerst mijn uitrusting op orde. Ik poets mijn fiets even op. Deze heeft me niet in de steek gelaten en voldoet prima aan de eisen van de tocht. + De voorvering is ideaal voor bergaf maar verder niet in de bergen te gebruiken. Bij het trekken aan het stuur verlies je energie in de vering. + Het prostaatzadel was ook goed. Ik heb het gevoel in mijn piemel behouden. Wel last van het zitvlak gehad. Hier heb ik duidelijk te weinig spieren ontwikkeld. + Het frame is stabiel ook bij hoge snelheden. + Geen drukpunten in de handpalm. Misschien wordt het tijd om een palmvat uit te vinden voor lange afstandsreizen. + Misschien koehoorn monteren i.v.m. het verzitten maar dit is niet echt noodzakelijk. + Bagagedrager zeer stabiel ondanks het grote gewicht. + Fietstassen oké - Bidons zijn niet echt fijn. Hard zuigen en weinig water. Klepje is erg onhandig tijdens het fietsen. + Standaard oké ondanks het grote gewicht. - Bij groot en klein blad tegelijk schakelen wil er nog wel eens een schokkende overgang zijn. + Schijfremmen uitstekend! Ik had ook voldoende en de juiste bagage bij me. Eigenlijk had ik alleen zonder thermosondergoed gekund maar dat was ook sterk weersafhankelijk. Ook de regenjas had ik beter kunnen ruilen tegen een windstopper en een dun regenjack.
Aan het einde van de dag een paar spullen wassen is een must en alles is de volgende morgen weer droog. Het vest dat ik onderweg steeds heb aangehad is vies en versleten. Alle overtollige kleding gooi ik weg in een container.
Onderweg nog wel zonnebrand gekocht met een hoge beschermingsfactor en dat was geen overbodige luxe. Vandaag even niet fietsen. In de buurt is een zwembad en dat lijkt me prima voor de spieren. Bij aankomst blijkt dat ik niet mag zwemmen met een boxer zwembroek maar dat moet met een dun zwembroekje i.v.m. de hygiëne. In een sportwinkel koop ik een nieuwe zwembroek, een mooi vest voor ‟s avonds en een mooi T-shirt. Het zwemmen is heerlijk. Het water is lekker warm en ik voel alle spieren ontspannen. Een genot. Op de terugweg stop ik bij de lokale markt voor ham en fruit voor morgen.
Nu heb ik wel tijd om ‟s middags te eten en in het dorp bestel ik bij het hotel/restaurant een „plate de jour‟. Da‟s niet alleen goedkoop maar ook erg lekker en veel. Het is druk. De Fransen doen erg hun best om Engels te spreken. Fransen eten 's middags warm op het platte land. Na vijf uur geen eten meer. Ik krijg: tomatensoep, een met kaas gevulde saucijs, salade, vis met gekookte aardappels, kaas en als toetje een puddingbroodje!!! Dit alles voor €12,50. Ik zit bomvol met eten en het is tijd om uit te buiken.
In de namiddag fiets ik naar Dax om het te bezichtigen. Alles is oud en het barst van de spa baden. Ik vond het zwembad echter voldoende. Bij de Mc hier is er zelfs geen ijs te krijgen???? Als je toch ergens verwacht dat ze altijd alles hebben dan is dat toch wel bij de Mc, of niet soms. ‟s Avonds is het buiten heerlijk genieten van een wandeling met de geluiden van stilte. Dag 20. Gamarde-les-bains - Pau(80km, 1592 totaal km) Overnachting 20. B&B = €40
Dag 21. Pau - Lourdes (50 km, 1512 totaal km) Overnachting 21. B&B = €80
Na al het fietsen komen de Pyreneeën in zicht. Het einde van de eerste reis nadert. Frankrijk is groot, dat heb ik aan den lijve ondervonden. Het fietsen heeft me erg goed gedaan. Ik ben fitter, helderder, alles voelt beter. Misschien moet ik toch eens rond de aarde fietsen: lijkt me geweldig. Dan eindig ik vast als superman. Enkele dingen in Frankrijk zijn anders dan bij ons. In elk dorp in Frankrijk is wel een café Lotto, kapper en een pharmacy. Verder kan ik verklappen dat ze hier schitterende fijn gebouwde vrouwen hebben. Wat me wel opvalt is dat als ze kinderen krijgen de stress schijnbaar toeneemt omdat ik zoveel moeders met kinderwagen en een sigaret op de lippen heb zien rondlopen. Wat me ook is opgevallen is dat jonge stelletjes rustig staan te tongen op straat. In Nederland is dat „not done‟ maar in Frankrijk schijnt het normaal te zijn. In hotels is er altijd lawaai. Niks kan rustig of zachtjes. Dan komt Lourdes. De weg gaat langs het kerkencomplex en de drukte valt mee. In het dorpje zijn veel winkels met relikwieën, restaurants en hotels. Naast een hotel staan wel dertig rolstoelen ingeklapt te wachten op klandizie. In een restaurant neem ik eerst een lunch met friet, sla, steak en water. Een toren reikt boven de bebouwing van het stadje uit. Dat moet dan de toren zijn geweest die mijn moeder enkele maanden geleden heeft beklommen.
Ik wandel over de rechte weg naar het complex. In de verte staat de kerk met aan beide kanten een steile oprijlaan. Op het veld direct voor me staan allerlei kruizen van verschillende herkomst ter herinnering. De kerk is mooi van binnen. Het is een echte vrouwenkerk met vrolijke kleuren en mooi schilderingen. Ik bel Ma om te vragen waar Bernadette ligt opgebaard. “Dat was een dorpje verderop, jongen.” Later krijg ik een berichtje van Ineke dat ze in Nevers ligt opgebaard. Ik vraag even na bij een info balie waar dat ligt. Nevers is geen dorpje verderop maar ligt 1000 km ten noorden van Lourdes. Da‟s weer erg ver fietsen dan dus. Achter de kerk kan men bronwater aftappen. Veel mensen staan met meerdere jerrycans en flessen te tanken. Ik vraag me af waar ze het voor gaan gebruiken. Weer verderop is het bekende Mariabeeld en de plek waar de verschijning van Maria is geweest. Ik sluit achteraan in de rij en bid met de mensen in stilte mee. Lange banken staan tegenover het beeld en men kan hier een moment voor zichzelf vinden. Het is een kwestie van respect hebben voor de mensen die hier wat mee hebben. Op sommige gezichten straalt het geloof, vertrouwen of juist de wanhoop. Mensen komen met veel vragen hier naartoe. Ik ga in de banken zitten en laat alles op me inwerken. Wat verderop worden de bezoekers in groepen verdeeld en kan men pootje baden in het bronwater. Later loop ik verder langs brandende kaarsen en dan door een park. Er komen wel duizend jongeren aangelopen. Ik vraag me af wat jongeren van 15 jaar hiermee hebben. Ze praten druk, maar er is ook bij hen respect voor deze plek. Daar ben ik dan op de eindbestemming van het eerste deel van de route. Het was prachtig. Wat een vrijheid, wat een heerlijk gevoel om bij mezelf te komen, om nergens verantwoordelijk voor te zijn, om gewoon te doen waar ik op het moment zin in heb. Volgend jaar het tweede gedeelte van de reis… Lourdes > Santiago ca. 1400 km Algemeen: Afgelegde afstand 1592 km, Afgevallen gewicht 5 kg