ENKA | Deelgebied J1 Ede
12 juni 2012
awg architecten
392. ENKA.Ede
00 Voorwoord.....................................................................................................
pg05
01 Inleiding..........................................................................................................
pg05
02 De architectonische compositieonderdelen...................................
pg 07
03 Ontsluitingsstructuur en parkeren......................................................
pg09
04 Regels voor de beeldkwaliteit..............................................................
pg17
05 De ontwerpclusters..................................................................................
pg29
awg architecten
4
392. ENKA. Ede
00 Voorwoord Voor de sfeer en beeldkwaliteit zijn als inspiratiebron een paar motieven te benoemen die als criteria bij de beoordeling van de toekomstige ontwikkeling betrokken zullen worden: - gevoel voor de kunst van de ‘nevenschikking’; - het tonen van de sporen van de tijd (‘patina’ niet wegpoetsen, materialen toepassen die mooi verouderen); - spelen met (on)regelmaat en (im)perfectie; - ‘sprezzatura’, een uniek Italiaans begrip dat ‘bestudeerde zorgeloosheid’ betekent: het spelen met formele en informele kenmerken; - ruimte bieden aan spontaan en alledaags gebruik; - de grote schaal en stoerheid niet schuwen.
01 Inleiding Het verkavelingsplan en beeldkwaliteitsplan voor de woningen aan de laan en de Bennekomseweg in deelgebied J geven richting aan de realisatie voor een nieuw deelgebied van het ENKA terrein te Ede. Het verkavelingsplan en beeldkwaliteitsplan vormt een uitwerking op het stedenbouwkundig plan voor het gehele ENKA terrein. Dit stedenbouwkundig plan is op zijn beurt een uitwerking van het masterplan Spoorzone, Ede-Oost, ontworpen door Palmbout Urban Landscapes. Zodoende is het deelgebied ontwikkeld van grof naar fijn en vormt het verkavelingsplan een uitwerking van de gestelde ambities in met masterplan, dan wel stedenbouwkundig plan. Beide documenten dienen dan ook als bijlage bij het verkavelingsplan bestudeerd te worden om te komen tot een afweging voor wat betreft de beoordeling van bouwplannen.
en beeldkwaliteitsplan is een toetsingskader te stellen voor de uitwerking tot bouwplannen van het stedenbouwkundig plan voor het ENKA terrein. De beoordeling van de architectonische compositie van de afzonderlijke bouwplannen is een verantwoordelijkheid die ligt bij de supervisor. Voor het ENKA terrein is gekozen een supervisor aan te stellen vanuit het stedenbouwkundig plan en een supervisor voor het masterplan Ede-Oost. Op deze wijze worden de bouwplannen onder supervisie van de opsteller van het stedenbouwkundig plan geplaatst en het stedenbouwkundig plan onder supervisie van de opsteller van het masterplan. Na goedkeuring van de wordt het reguliere vergunningentraject opgestart.
Een geheel binnen het geheel De woningen langs de laan en de Bennekomseweg uit deelgebied J vormt uiteraard geen op zichzelf staand project, het is een deel van een groter geheel, of beter gezegd een geheel binnen het geheel. Dit betekend dat het deelgebied, hoewel een geheel op zicht, onderdeel vormt van het stedenbouwkundig plan ENKA. Het is dan ook van belang dat de architectonische en landschappelijke compositieonderdelen van het plan, beschreven in het stedenbouwkundig plan ENKA, opgenomen worden in dit beeldkwaliteitsplan. Deze elementen bewaken de samenhang tussen de verschillende plandelen. In de bouwregels worden de ambities gesteld in het stedenbouwkundig plan verder uitgewerkt.
Het verkavelingsplan en beeldkwaliteitsplan zijn kaderstellend aan architecten die binnen het plan willen opereren. De doelstelling van het verkavelingsplan awg architecten
5
6 Aan de Bennekomseweg
De laan
392. ENKA. Ede
02 De architectonische compositieonderdelen Aan de Bennekomseweg De Bennekomseweg dient als statige bebouwingswand een gezicht te geven aan het ENKA terrein. Voor de gemiddelde Edenaar zal de bebouwing aan de Bennekomseweg/de Parklaan het beeld worden van de ENKA. De bebouwingswand ligt hoger dan de weg en wordt van de weg gebufferd door een groene parkachtige zone, waardoor de bebouwingswand reeds vanuit zijn stedenbouwkundige positie de kwaliteit van statigheid mee krijgt, passend binnen de monumentaliteit van de ENKA fabriek.
De laan De bebouwingskorrel vormt in het begin van de laan een vrij aaneengesloten statige wand, maar eens voorbij het carré wordt de korrel dunner. Lange rijen woningen worden korte rijtjes, tweekappers en richting het bos vrijstaande toch nog steeds statige woningen. In het eerste deelgebied, voor de fabriek, wordt de laan als aaneengesloten statige wand gekenmerkt.
awg architecten
7
8
392. ENKA. Ede
03 Ontsluitingsstructuur en parkeren
9
De ontsluiting van het deelgebied gebeurt via de zuidelijke entree van het ENKA terrein. Een aansluiting in het noorden zou het noordelijke kruispunt te sterk belasten. Vanuit het zuiden wordt een ring rondom het deelgebied ontworpen. De ring vormt de verzamelweg voor het interne verkeer. Via de ringweg worden de parkeerhoven ontsloten waardoor een ontspannen woonsfeer in het gebied kan ontwikkeld worden. In het beeldkwaliteitsplan zijn de hoofdprofielen van deelgebied J opgenomen en de relevante profielen voor de woningen langs de laan en de Bennekomseweg.
awg architecten
10
392. ENKA. Ede
11
Profiel 01 - Hoofdroute 50 km/uur Vanaf de Bennekomseweg ontvouwt de hoofdroute zich als één groene doorlopende ruimte rondom het carré. Lommerrijk, herkenbaar, representatief en een contrast vormend met het carré dat zich als een enclave presenteert en het historische hart van ENKA vormt. De groene middenbermen zijn begroeid met bloemrijk gras en meerstammige bomen. Dit ruiger ogende groen is representatief, maar past bij het imago van een oud industrieel complex en sluit aan bij het ‘Veluwse gevoel’. Het eerste gedeelte van de hoofdroute is vormgegeven als 50 km/h weg om zo aan te sluiten bij het aantal voertuigen dat hiervan gebruik maakt. Nabij het Carré wordt deze weg voortgezet als een 30 km/h weg. Waar vanaf de Bennekomseweg het ENKA-terrein wordt binnen getreden is de entree vrij van auto’s. Aan deze 50 km/h weg zal niet geparkeerd worden. Hiervoor ontsluit een parallelle ‘dorpsweg’ de gevels aan beide zijden, waaraan langs geparkeerd kan worden. Dit parallelle profiel is zo vormgegeven dat het de auto dicteert om rustig te rijden. Het is een ruimte waar voetgangers de belangrijkste beweging vormen. Aan de noordzijde zal de inrichting van de spoorzone bepalend zijn of in dat gebied naast de 50 km/uur weg ook parallelwegen worden toegepast.
awg architecten
12
392. ENKA. Ede
13
Profiel 02 - Bennekomse parallelweg Het hoogteverschil tussen het ENKA terrein en de Bennekomseweg wordt deels opgevangen met een laag muurtje. Dit begeleid enerzijds de Bennekomseweg en past binnen de uitstraling van de Edese tuinwijk. Door het talud te beplanten met boomgroepen wordt het lommerrijke beeld van de bosroute doorgetrokken en ontstaan er afwisselende zichten vanaf de Bennekomseweg op de bebouwing. Aan de binnenzijde is het profiel ordelijk met gemaaide bermen en opgaande bomen. Aan de buitenzijde sluit het talud veel meer aan bij de bosbeplanting door een kruidlaag toe te passen. Door deze onderbeplanting worden de geparkeerde auto's vanaf de Bennekomseweg aan het zicht onttrokken. De doorsnede is op het punt met het kortste talud langs de Bennekomseweg genomen. het talud heeft daarbij een minimale lengte van 8 meter en een helling die flauwer is dan 1:3. In het verlengde van dit profiel loopt het talud uit.
awg architecten
14
392. ENKA. Ede
15
Programma en parkeerbalans Het parkeren vormt altijd een belangrijk onderdeel van de openbare ruimte. Te weinig parkeerplaatsen kunnen leiden tot “wildparkeren” en een rommelig beeld van de openbare ruimte. Voor het verkavelingsplan is een parkeertoets gedaan om na te gaan of het aantal getekende parkeerplaatsen voldoende is.
33 sociale woningen langs de laan x 1,45 24 woningen aan de Bennekomseweg x 1,8
48 parkeerplaatsen 43 parkeerplaatsen
Totaal:
91 parkeerplaatsen
awg architecten
16
392. ENKA. Ede
04 Regels voor de beeldkwaliteit.
17
Beeldkwaliteit gaat niet over het beeld maar wel over de kwaliteit. Hoewel (beeld)kwaliteit zich niet kan en mag laten vangen in vooringenomen beelden, kan een poging ondernomen worden om – ter illustratie van een welbepaalde ambitie – (altijd tekort schietende) referenties aan te leveren. De beelden uit het beeldkwaliteitplan zijn dan ook geen letterlijke voorafspiegeling van het uiteindelijke ‘beeld’, ze geven de ambitie weer.
awg architecten
18
04.1 De ENKA-laan De ENKA-Laan vormt het eerste onderdeel van één architectonisch compositieelement binnen het stedenbouwkundig plan voor de hele ENKA-wijk. De sfeer van statigheid en rust dient over de gehele lengte van de laan bewaakt te worden. De opbouw van het eerste deel van de ENKA-Laan bestaat in stedenbouwkundige zin uit drie delen. - De kop van de laan, de zuidelijke entree van het ENKA-plan vormt het eerste deel van de laan. Dit deel is een overlap tussen de Bennekomseweg en de ENKAlaan en wordt gevormd door een stedenbouwkundige verbijzondering in de bebouwing. - Het tweede deel van de laan wordt gevormd door het lijf, een aaneengesloten wand van grondgebonden woningen. De woningen hebben twee bouwlagen en een kap. De rijwoningen worden door kleine nuances als eenheid binnen het geheel leesbaar. Perceellering wordt verkregen door middel van de positie van de voordeuren, regenwaterafvoer, genuanceerde kleur en formaatverschillen van de bakstenen en/of baksteendetails. - Op het einde van de ENKA-laan wordt de aansluiting gemaakt tussen de laan en de bitterzoutloods.
392. ENKA. Ede
19
04.2 De Bennekomseweg De Bennekomseweg dient als statige bebouwingswand een gezicht te geven aan het ENKA terrein. Voor de gemiddelde Edenaar zal de bebouwing aan de Bennekomseweg het beeld worden van de ENKA. De bebouwingswand ligt hoger dan de weg en wordt van de weg gebufferd door een groene zone (passend bij het idee van de Parklaan), waardoor de bebouwingswand reeds vanuit zijn stedenbouwkundige positie de kwaliteit van statigheid mee krijgt, passend binnen de monumentaliteit van de ENKA fabriek. De bebouwingswand wordt gevormd door rijwoningen. De woningen hebben twee bouwlagen en een kap. De rijwoningen worden weliswaar door kleine nuances als eenheid binnen het geheel leesbaar. Perceellering wordt verkeren door middel van de positie van de voordeuren, regenwaterafvoer, genuanceerde kleur en formaatverschillen van de bakstenen en/of baksteendetails. Bij de noordelijke entree wordt in de laan een stedenbouwkundige verbijzondering opgenomen door middel van bijvoorbeeld een extra verdieping, een plat dak, een dakverdraaiing,… De bebouwing op de kop markeert de noordelijke ontsluiting.
awg architecten
20
04.3 Bouwhoogte In het eerste deelplan komen geen grote verschillen in bouwhoogte voor. De basishoogte van de fabriek, het ordende monument, wordt als referentiehoogte aangehouden. Om de perceellering binnen het plan te ondersteunen worden op strategische plekken nuances is de bouwhoogte gezocht, doch deze verschillen zijn eerder gering van omvang. De basishoogte wordt gevormd door middel van twee bouwlagen en een kap, met een derde halve bouwlaag met kap of een derde volledige bouwlaag met plat dak op de strategische plekken, de stedenbouwkundige verbijzonderingen. De nokhoogte, goothoogte en rooilijnen van de bebouwing is eenvoudig en eenduidig er wordt gestreefd naar een eenduidige goothoogte en rooilijn. om de architecturale kwaliteit van de fabriek te evenaren, waarin voornamelijk rust, eenvoud en ritme de boventoon voeren. De gedetailleerdheid van de fabrieksgevel bevind zich op een tweede schaalniveau. Stoer, maar toch verfijnd. Door het rustige ritme kunnen afwijkingen zorgeloos (toch evenwichtig bestudeert) aanwezig zijn.
392. ENKA. Ede
21
04.4 Voorgevel/zijgevel De voorgevels en zijgevels vormen de belangrijkste gevels naar de openbare ruimte. De vormgeving en functionaliteit van deze gevels hebben een bijzondere relatie met de openbare ruimte. In het verkavelingsplan hebben een aantal woningen meerdere voorgevels, en dus meerdere belangrijke gevels. Deze verschillende voorgevels dienen ieder met hetzelfde gevoel voor detaillering uitgewerkt te worden. De voordeur dient in één der voorgevels opgenomen te worden. Een aantal zijgevels grenzen dermate duidelijk aan de openbare ruimte dat de gevels eigenlijk dezelfde vormgeving als een voorgevel behoeven. Voor deze gevels wordt in het plan extra aandacht gevraagd aan de ontwerpers.
awg architecten
22
04.5 Stedenbouwkundige verbijzonderingen Zoals reeds eerder beschreven kunnen hoogte en laagte elkaar onderlijnen|versterken. Binnen de marges van het stedenbouwkundig plan wordt de vrijheid aan de ontwerper geboden om de stedenbouwkundige verbijzondering in te vullen. Mogelijke verbijzonderingen zijn: een ander gevelritme, kleurnuances, bouwhoogte, kaprichting, kapvorm, …
392. ENKA. Ede
23
04.6 Perceellering In het plan wordt gezocht naar een perceellering van verschillende schaal, te verstaan: 1. de architectonische compositieonderdelen binnen het gehele stedenbouwkundige plan voor ENKA. In dit deelgebied: de laan, de Bennekomseweg 2. de korte rijtjes uit de laan en de Bennekomseweg met een eigen logische stedenbouwkundige opbouw. 3. de woningen die binnen het geheel een genuanceerd herkenbaar onderdeel vormen. Binnen deze logica wordt elk stedenbouwkundig geheel op een eigen manier gepercelleerd.
awg architecten
24
04.7 Dakkapellen Dakkapellen worden waar mogelijk op de achtergevel toegepast. In de voorgevel kunnen dakkapellen ten behoeve van de perceellering van de gevels en bruikbaarheid van het volume onder de dakkap opgenomen worden. Als de dakkapellen aan de openbare ruimte grenzen vormen ze een onderdeel van de gevel en zijn opgetrokken uit het gevelmateriaal. Dakkapellen worden in het ritme van de ramen opgenomen. De positie van de dakkapellen wordt gewogen binnen het beeld van de totale rij.
392. ENKA. Ede
25
04.8 Erfafscheiding Erfafscheidingen zijn bouwkundig daar waar ze openbare ruimte afscheiden van de tuinen op belangrijke plekken in het plan. Hier bestaat de erfscheiding uit een combinatie van metselwerk, hekwerk en klimplanten. Daar waar de tuinen aan de openbare ruimte grenzen bij minder belangrijke straten kan een combinatie gezocht worden tussen hekwerk met klimplanten en hagen. De erfafscheiding heeft een hoogte van 1m80.
awg architecten
26
04.9 Materiaal en detail Het algemeen motto ten aanzien van materiaalgebruik is ‘hoe minder verschillende materialen, hoe beter’. Baksteen is een dragend thema met betrekking tot het materialiseren van het plan. Dit in de eerste plaats om aan te sluiten bij de historische context van het plan, de ENKA fabriek. De keuze voor één gevelmateriaal versterkt de eenheid binnen de gehele planopzet, onderstreept de continuïteit van het verleden in het heden. Hierdoor kunnen weloverwogen kleur, textuur en formaatverschillen, verschillen in metselwerk, de genuanceerde differentiatie tussen de gebouwen tewerkstellen. De kleurkeuze van de steen moet in relatie zijn (tonsuurton) met de kleur van de steen van de historische fabriek. Op deze wijze ontstaat tussen de wijk en de fabriek een verwantschap die noodzakelijk is om de continuïteit in tussen heden en verleden te bewerkstellen. In afwijking op het thema ‘baksteen’ kan op bepaalde punten in het plangebied alternatief gevelmateriaal worden toegepast. Alternatieve gevelmaterialen zijn bijvoorbeeld pleisterwerk (witte en grijze tinten), beton en natuursteen. De gevels kunnen op bepaalde plekken gekeimd of gekalleid worden. Deze materialen kunnen slechts in ondergeschikte mate worden toegepast en dienen steeds specifiek beargumenteerd te worden aan de supervisor. Plinten,
392. ENKA. Ede
omlijstingen en muurafdekkers dienen in metselwerk, natuursteen of gepolijst beton te worden vervaardigd. De dakbedekking bestaat uit pannen, zink of leien. Voor de raamkozijnen kunnen hout, staal, aluminium en/of een combinatie worden toegepast. De totale detaillering van het vensterraam behoeft echter bijzondere aandacht, te beginnen met de detaillering van het metselwerk rondom, de aansluiting van het kozijn op het metselwerk, de positionering, de montage van de doorvalbeveiliging en de profielmaat van de kozijnen. Baksteendetails door middel van terugliggend metselwerk, baksteen kroonlijsten en/of raamomlijstingen worden als onderdeel van de architecturale kwaliteiten van de historische ENKA fabriek gewaardeerd. Deze kunnen een positief effect hebben op de “taal” van de architectuur. Door middel van de schaduwwerking van terugliggend metselwerk wordt de plasticiteit van de gevels versterkt, een gedetailleerdheid die ook in de historische fabrieksmuur terug te vinden is. In het plan komen geen overstekende daken voor. In de gevelopbouw van de historische fabriek is de gevel primair aan het dak. In de architectuur dient deze waardering over genomen te worden, waardoor het dak niet voorbij de gevel komt. De kroonlijst en/of bakgoot is de beëindiging van de gevel, niet het dak. Schotelantennes, zonnepanelen, dakdoorvoeren of andere dakopbouwen anders dan de reeds genoemde dakkapellen dienen vanuit de openbare ruimte zo min mogelijk zichtbaar te zijn.
27
04.10 Ritme In relatie tot de opbouw van de fabrieksmuur is de verhouding van de ramen in de laan verticaal. In de overige delen kan de raamverhouding ook horizontaal zijn. Maar op het moment een keuze gemaakt is in verhouding van de ramen dient deze over de gehele wand doorgezet te worden. De ramen zijn ontworpen in het gevelvlak volgens een rustig en eenvoudig ritme over de gehele breedte van de rijen. De ramen verspringen niet in de gevel en worden niet over twee verdiepingen door getrokken. Het rustig en ritmisch omgaan met gevelopeningen vormt een belangrijk onderdeel van de architecturale vertaling van de statigheid.
awg architecten
28
392. ENKA. Ede
05 Ontwerpclusters
29
Het verkavelingsplan kan onderverdeeld worden in een aantal logische ontwerpclusters. Bij de uitwerking van het verkavelingsplan kunnen verschillende architecten geselecteerd worden voor de verschillende ontwerpclusters. Belangrijk bij de selectie van de architecten is de affiniteit met de kunst der nevenschikking. Voor de sfeer en beeldkwaliteit zijn samenvattend nogmaals een paar motieven te benoemen die als criteria bij de toekomstige keuze van architecten betrokken zullen worden: - gevoel voor de kunst van de ‘nevenschikking’; - het tonen van de sporen van de tijd (‘patina’ niet wegpoetsen, materialen toepassen die mooi verouderen); - spelen met (on)regelmaat en (im)perfectie; - ‘sprezzatura’, een uniek Italiaans begrip dat ‘bestudeerde zorgeloosheid’ betekent: het spelen met formele en informele kenmerken; - ruimte bieden aan spontaan en alledaags gebruik; - de grote schaal en stoerheid niet schuwen.
awg architecten
PROJECTNAAM ENKA Ede
OPDRACHTGEVER Grondbank Bennekomseweg Ede cv een samenwerking tussen AM en ASR Vastgoedontwikkeling
PROJECTTEAM awg architecten: Filip Delanghe Raven Rumes lodewijk baljon landschapsarchitecten:
DATUM 12 juni 2012