Een blik op 2013 VOORWOORD Marianne REGELBRUGGE - coördinator Beste lezer, Sta mij toe vooreerst jou alsook de auteurs van de bijdragen in deze derde uitgave van ons ‘jaarkrantje’ te bedanken. Samen met zovelen die zich blijven betrekken op de ontwikkeling van de bemiddelingspraktijk in Vlaanderen betekenen jullie een enorme steun voor onze medewerkers die zich elke dag opnieuw engageren in niet altijd even gemakkelijke omstandigheden. Zo stellen we vast dat, niettegenstaande de inspanningen op verschillende niveaus, de caseload voor wat ‘bemiddelingsdossiers’ betreft reeds enkele jaren stagneert. Nochtans stijgt het aantal aanmeldingen mede dank zij de systemen van lineair informeren die ondertussen in verschillende arrondissementen, op initiatief van de parketten, werden ingevoerd. De interesse van slachtoffers respectievelijk daders blijft verhoudingsgewijs nagenoeg constant en toch leidt dit niet tot meer ‘bemiddelingsdossiers’. Nader onderzoek moet uitwijzen waar oorzaken liggen om zodoende ook, indien nodig aanpassingen door te voeren aan onze eigen methodiek. Meer over de activiteiten van de bemiddelingsdiensten en van het centraal secretariaat kunt u lezen in het jaarverslag 2013 dat u terugvindt op onze website. Verder staat de organisatie voor een mogelijk ingrijpende verandering. In navolging van de uitvoering van het regeerakkoord van december 2011 wordt immers ook de bemiddelingspraktijk samen met de Justitiehuizen
en betoelaagde opdrachten overgeheveld naar de gemeenschappen. Hoe dit concreet vorm zal krijgen is vooralsnog onduidelijk. Dit creëert een zekere mate van onrust bij de medewerkers en voor sommigen is dit het moment om andere horizonten op te zoeken. Zo verlieten in 2013 bemiddelaars Tina Jammaers en Els Goossens de organisatie. Beiden waren meer dan 10 jaar geëngageerd als medewerker van Suggnomè en timmerden elk op hun eigen en eigenzinnige manier mee aan de weg. Ook aan hen een dikke merci! De nakende overheveling stelt ons voor de uitdaging (opnieuw) scherp te stellen waar we voor staan en wat we zeker willen gevrijwaard zien. Bovendien is het aandeel van onze werking tegenover het totaal pakket van wat wordt overgeheveld inzake Justitie gerelateerde werkingen bijzonder klein en, zo lijkt het, voor sommigen verwaarloosbaar klein. Zo blijkt dat in nagenoeg geen enkel document dat tot nu in het kader van de overheveling werd opgemaakt, een verwijzing terug te vinden is naar de Wet van 22 juni 2005 inzake de bemiddeling. Juist omdat deze wet zo duidelijk de onderlinge verhouding bepaalt tussen de bemiddelingspraktijk enerzijds en de gerechtelijke instanties anderzijds, lijkt ons dat deze wet bijzonder inspirerend kan zijn voor de betrokken beleidsverantwoordelijken. Met de overheveling van bepaalde bevoegdheden in het kader van de maatschappelijke benadering van criminaliteit worden immers ook de beleidsverantwoordelijken opnieuw uitgedaagd zich te buigen over hoe zich onderling te verhouden. Dit veronderstelt dat ook de gemeenschappen scherp stellen welke finaliteit zij nastreven in het kader van deze nieuwe bevoegdheden en hoe zij zich hiermee kunnen 1
verhouden t.a.v. de gerechtelijke instanties en hun finaliteit. Tot nu lijkt het beleid te opteren voor consolidatie van wat nu is om zodoende de continuering van de dienstverlening niet in het gedrang te brengen. Een begrijpelijke keuze maar mogelijk ook een valkuil voor de werkingen die worden overgeheveld. Indien immers niet ingeschreven in een duidelijke beleidslijn dreigen de verschillende werkvormen herleid tot interventiemethodieken met een zeer onduidelijk profiel t.a.v. de gebruikers van de ‘dienstverlening’. Bovendien blijven verschillende werkvormen ‘naast’ elkaar opereren wat, zo leert ons het verleden, leidt tot concurrentie op het terrein eerder dan tot samenwerking, met respect voor ieders identiteit, in een streven naar een gezamenlijk doel. Het mag duidelijk zijn dat wij hopen op meer dan enkel de ‘consolidatie’ van de dienstverlening en de werkvormen die hiervoor instaan. Wij zijn alvast bereid tot debat en menen hier ook iets te kunnen inbrengen. Hoe zat dat alweer met dat klein veloke en die grote bel!? Wordt zeker vervolgd! Tenslotte vooraleer jullie deze bladzijde omslaan: op 1 april 2014 is de organisatie 15 jaar operationeel. 2014 wordt dus opnieuw een feestjaar en dit willen we zeker niet ongemerkt laten voorbijgaan. Wordt ook vervolgd! Veel leesplezier!
Bemiddeling en herstelfonds, ervaring van een slachtoffer van diefstal HERSTELFONDS Annemie GAETHOFS - Bemiddelingsdienst Brugge - Suggnomè Forum voor herstelrecht en bemiddeling vzw
De omstandigheden waarin de diefstal gebeurde waren nogal complex omdat zowel de plaats van het gebeuren als de relaties van betrokken partijen hierin een bijzondere rol vervulden. Op de aanbodsbrief vanuit de bemiddelingsdienst naar het slachtoffer kwam snel reactie en er werd op korte termijn een afspraak vastgelegd. Van bij het eerste contact, na de gebruikelijke uitleg over bemiddeling en herstelfonds, waren de wensen en verwachtingen van het slachtoffer meteen duidelijk. ’In welke omstandigheden zijn de feiten gebeurd? Ik ben bestolen, ik heb schade geleden en ik wil terugbetaald worden. De dader moet beseffen dat zulke feiten niet kunnen en dat hij moet rechtzetten wat hij fout gedaan heeft. Ik wil hem alle kansen geven om dit te realiseren’. Het slachtoffer vindt het werken voor het herstelfonds een unie-
ke kans voor de dader om zowel op financieel als op moreel vlak te herstellen wat hij fout gedaan heeft. Het slachtoffer is heel principieel over het geldelijke aspect van de geleden schade. De inspanningen die de dader zal moeten doen om vanuit zijn onvermogende situatie toch tot vergoeding over te gaan zullen bijdragen tot moreel herstel van de schade geleden door het slachtoffer. Ook het krijgen van antwoorden op vragen zal in belangrijke mate bijdragen tot herstel. Met deze duidelijke en kordate boodschappen van het slachtoffer ging de bemiddelaar het gesprek aan met de dader. Deze wist niet goed wat hij hoorde! ‘Tof dat het slachtoffer zo positief reageert op het aanbod van te werken voor het herstelfonds maar dan ook nog al die vragen…’! Daar had hij zich niet aan verwacht… Het vroeg van de bemiddelaar enige inspanning en diplomatie om de dader uit te leggen welke betekenis die antwoorden wel zouden hebben voor het slachtoffer naast uiteraard de inspanning die hij zou leveren om het vrijwilligerswerk naar best vermogen te doen. De bemiddelaar kon de dader heel goed begrijpen waarom het zo moeilijk was om voluit te antwoorden op de vragen.
Er waren immers veel belangen mee gemoeid. Vertrouwen creëren in het bemiddelingsgebeuren was de opdracht. Geleidelijk aan lukte dit. Bij de terugkoppeling aan het slachtoffer van het gesprek met de dader was onmiddellijk de grote appreciatie van het slachtoffer voor de openheid van de dader duidelijk met als gevolg dat het slachtoffer de wens uitte een ontmoeting te hebben met de dader. Zijn motivatie was: ‘in een persoonlijk gesprek kan ik hem recht in de ogen kijken en zien en voelen hoe hij antwoordt op mijn vragen. Ik wil zelf kunnen inschatten hoe oprecht zijn intenties zijn. Ondertussen zijn er voor mij een aantal zaken opgehelderd en uitgeklaard in de individuele gesprekken maar een face to face gesprek zal mij naar alle waarschijnlijkheid toch nog meer opleveren. Ik ben blij dat de dader de moed heeft gevonden om zijn verantwoordelijkheid op te nemen en ik wil hem hier ten volle in ondersteunen. Dat brengt mij bij de tweede reden waarom ik met hem in gesprek wil gaan. Hopelijk kan ik hem motiveren om in de toekomst zijn leven terug in handen te nemen en op het rechte pad te blijven. Voor mij is dit belangrijk en het zou van grote betekenis zijn mocht ik mijn steentje kunnen bijdragen aan zijn reintegratie in de samenleving ‘. Dit aspect blijkt in het verdere verloop van de bemiddeling die uiteindelijk een tijdsperiode van ongeveer 8 maanden telde, van belang te zijn. De ontmoeting had plaats op de bemiddelingsdienst. De dader had uitgangsvergunning gevraagd en gekregen voor het gezamenlijk gesprek. Het gesprek te kunnen voeren op een andere locatie dan in de gevangenis was comfortabel voor
2
beide partijen. Met de nodige zenuwen van beide kanten bij de aanvang van het gesprek lukte het hen om op een volwassen manier met elkaar te praten. Alles waar partijen het over wilden hebben is aan bod kunnen komen. Er heerste een grote sfeer van vertrouwen en een positieve kijk naar de toekomst. Bei-
den hielden er een goed gevoel aan over. Er werden concrete afspraken gemaakt zowel over bepaalde aspecten van de gevolgen van het misdrijf als over het verdere verloop van het realiseren van het vrijwilligerswerk. Het slachtoffer nam op geregelde tijdstippen contact op met de bemiddelingsdienst om te
horen hoever dat het stond. Hij was benieuwd naar hoe dat nu allemaal in zijn werk ging en of het wel zo ver zou komen!
Herstelrecht en maatschappij: Een eeuwigdurend spanningsveld? STUURGROEP HERSTELRECHT EN BEMIDDELING Impressies na een gezamenlijke stuurgroep Lut DAUW - Bemiddelingsdienst Ieper, Veurne en Kortrijk - Suggnomè Forum voor herstelrecht en bemiddeling vzw
Jammer, de bijeenkomst is alweer voorbij. Er was nog zoveel niet uitgediept. Buitengekomen met meer vragen dan bij aanvang van deze gezamenlijke stuurgroep. De pijnpunten en discussies die reeds bij de start van vzw Suggnomè aanwezig waren omtrent herstel, herstelrecht, bemiddeling en aanverwante blijven bestaan. Dit werd duidelijk doorheen de presentaties en tijdens het aansluitende panelgesprek. Alsof onze opgebouwde expertise van circa 15 jaar zowel bij verwijzers, als bij de doorsnee burger en bij de overheid niet het minste verschil heeft gemaakt.
Frustrerend? Of juist hoopgevend? Frustrerend omdat onze ‘core business’ van communicatie op gang brengen tussen dader en slachtoffer nog niet meer wortel heeft geschoten? Frustrerend omdat herstel en herstelrecht nog niet meer ingang hebben gevonden? Of hoopgevend omdat we als kleine garnaal nog niet weggedrukt zijn door een klimaat dat op vele vlakken extremer wordt? En omdat er in elke nieuwe generatie telkens weer tegenkracht opborrelt, die zoekt naar een andere manier van omgaan met conflicten, anders dan enkel repressief en generaliserend? De bevlogenheid van heel wat aanwezigen betekent een hart onder de riem om verder te roeien. Interesse was er zeker en de sprekers en het panelgesprek nadien boden heel wat stof tot nadenken. De presentaties die werden gegeven omtrent meewerken aan herstel vanuit diverse invalshoeken zijn quasi een afspiegeling van wat zich soms voordoet in de loop van een bemiddelingsproces: door de verschillende puzzeldeeltjes van alle betrokkenen bij elkaar te leggen, verandert het totaalbeeld, worden meer facetten, gelijkenissen en verschillen zichtbaar.
3
Door meer input, meer overzicht, meer diepgang, verworven tijdens het bemiddelingsproces, kan men zich gaandeweg misschien anders positioneren tegenover wat er gebeurde (de zogenaamde ‘feiten’). Is dit beter of slechter dan zonder een bemiddeling? Misschien moeten we het er gewoon op houden dat het anders is. Het naast elkaar laten bestaan van het anders zijn en dat ook van elkaar weten, soms zelfs aanvaarden, biedt mogelijk een uitweg uit het dilemma. Misschien is het tijd om af te stappen van de idee dat we alle conflicten kunnen oplossen door er naar te kijken vanuit een veroordelende blik. Moge dit een pleidooi zijn voor de acceptatie van een andere weg als een volwaardig alternatief, ook al wordt die nog vaak als ongewoon bekeken. Uitdagingen genoeg om in de toekomst te werken aan een gemeenschappelijke visie van diverse samenwerkingspartners inzake herstel en herstelrecht, maar evengoed oog te hebben voor de manier waarop het onderliggend politiek bestel bezig is en waar ze met dit alles naar toe wil.
De bemiddelingsdienst Gent in beeld: 10 jaar wel en wee Bemiddelingsdienst GENT Dominique BATAILLIE - Bemiddelingsdienst Gent - Suggnomè Forum voor herstelrecht en bemiddeling vzw
Ons doel is sinds de opstart in Gent niet gewijzigd: de herstelbemiddeling zien floreren en katalysator zijn, niet louter van de interactie in de driehoek dader - slachtoffer - justitie, maar ook van de samenspraak tussen alle partners op het terrein in functie van een meer herstelgerichte aanpak van criminaliteit in het arrondissement.
De bemiddelingsdienst Gent staat aan de vooravond van haar 10-jarig bestaan. Een moment van reflectie is dus gepast. Al moeten we aan het net afgelopen jaar – zoals ze in het noorden van dit arrondissement zeggen – alvast niet te veel tantelafeirens verkopen. (Een bemiddelaar maakt geregeld kennis met de rijkdom der streektalen.)
2013 ging voor de Gentse bemiddelingsdienst voorbij zonder veel franje. Misschien de spreekwoordelijke stilte voor de verandering en vernieuwing, die zich toch aankondigt. Op het programma staat immers een nieuwe interne reorganisatie naar een dienst op provinciaal niveau. En, er is ook de nakende overheveling naar de Vlaamse Gemeenschap in het kader van de 6de staatshervorming. Waar zullen de herstelbemiddeling en de Suggnomèbemiddelingsdiensten hun plaats vinden? De opties waarvan sprake in het groenboek van de Vlaamse Gemeenschap, daar wordt Willem voorlopig niet echt veel wijzer van. Zeker is het een aartsmoeilijke oefening rond het efficiënt en effectief/ visionair inzetten van een massa mensen en middelen.
In afwachting kunnen we als speler op het terrein enkel ongedeerd doorwerken.
Gent startte in 2004 als een buitenbeentje bij de implementatieronde van de herstelbemiddeling in de verschillende gerechtelijke arrondissementen. Niet het parket, maar toenmalig correctioneel rechter Alain Bloch, effende het pad samen met Suggnomè-implementator Leo Van Garsse. De herstelbemiddeling experimenteerde voor het eerst in een nieuwe fase, het zgn. zittingsniveau. Vertrouwd met het wettelijke Bemiddeling in Strafzaken als afhandelingsmodaliteit op het niveau van het parket, zag de advocatuur zich plots geconfronteerd met een rechter die op de zitting over bemiddeling sprak. Hij legde partijen daarover een voorakkoord ter ondertekening voor. Iets ongewoons zonder wettelijke grond, dus verliep het allemaal niet zonder moeite. Het vroeg de nodige tijd om het scepti-
4
cisme te doen afnemen en het vertrouwen bij de samenwerkingspartners te winnen.
Toen rechter Bloch besloot om zijn kennis en inzichten te delen met het noodlijdende justitiële apparaat van het nieuwe Kosovo, kon hij daarvoor bij ons op veel respect rekenen. Toch zagen we uiteraard onze stuurgroepvoorzitter en bezieler van het Gentse project niet zo graag vertrekken.
Gelukkig had het verschijnen van de wet van 22 juni 2005, met een aanbod in alle fasen, de herstelbemiddeling in deze regio toch al wat meer zuurstof gegeven. Cijfermatig werkte de dienst met wisselend succes. In 2009 kon zelfs een uitbreiding naar anderhalve bemiddelaar worden gerealiseerd. Toen net 5 jaar bezig, kon de organisatie van de feestelijke open stuurgroep gedragen worden met z’n tweeën. Twee weten en kunnen meer dan één en het maakt het werk voor de helft draaglijker.
Net zoals de kwantiteit aan dossiers onvoorspelbaar kan pieken, zorgt het werk bij wijlen ook inhoudelijk voor serieuze energieboosts. Echter geen pieken zonder dalen. Er zijn ook van die momenten, waar we de confrontatie met ‘de zelfkant der dingen’ dienen te doorstaan.
Met genoegen kunnen we terugblikken op de vele inspirerende ontmoetingen met vertegenwoordigers uit het justitiële werkveld. Er is een gezonde nieuwsgierigheid naar hoe zo’n bemiddeling nu eigenlijk in zijn werk gaat, zonder dat alles kritiek-
loos wordt geaccepteerd. Er is de interesse hoe in het eigen werk de focus kan worden gelegd op of verlegd naar het interpersoonlijke. We zien het als een uitdrukkelijke erkenning wanneer we, net omwille van die expertise, worden uitgenodigd op het overleg ‘Herstel in detentie’ van de CAW’s, of ook bij de opstart van een nieuw project Burenbemiddeling (Stad Gent) of we kunnen meedenken aan het actie-
plan voor Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden (Vlaamse Gemeenschap - gevangenis Gent). We denken ook graag terug aan de fijne samenwerking met de collega’s van HCA-Oost-Vlaanderen n.a.v. de Open Monumentendag rond het thema conflict (2011). Waar konden we beter de geschiedenis van de verhouding tussen daders en slachtoffers in beeld brengen, dan in het Middeleeuwse Gravensteen. Of nog, hoe we samen met de collega’s van Bemiddeling in Strafzaken voor de advocatuur in een uitgebreid artikel de twee bemiddelingssporen hebben uitgetekend.
Heel wat dossiers die ons werden aangemeld, vroegen de nodige creativiteit en alertheid in uitvoering. Er zijn de vele persgevoelige zaken.
Actief in een stad met een grote diverse populatie zagen we ons gezamenlijke gesprekken voeren in vreemde talen met ondersteuning van tolken. We bewogen ons in schijnbaar uitzichtloze (wel eens ingebeelde) conflicten tussen partners, buren en buurten. Een verontwaardigde burger bezorgde ons ei zo na gehoorschade toen hij een uurlang door de telefoon fulmineerde over ‘zijne gebuur’ in zijn Romain De Coninck-Gents. We gingen langs bij mensen, wiens stoel tegelijk ook hun bed en eettafel is of waar verschillende generaties op een zakdoekgroot woonden. Of, we kwamen in huizen waar het gezelschap louter bestond uit een huisdier, wel eens exotisch van aard. We spraken mensen: rood, blauw, groen; ruimdenkend of ronduit racistisch; soms in lompen, soms met pluimen; met materiële rijkdom, hoog opgeleid of met maatschappelijk aanzien. Tegelijk zochten we hoe we de psychisch zieke of zwakbegaafde man, al dan niet in het statuut van geïnterneerde, het aanbod van bemiddeling diets konden maken (Is een gezamenlijk gesprek wel aangewezen tussen iemand met Tourette en iemand met zwaar autisme?). We spraken urenlang, begripsvol, temperend met maniakale stalkers. Engelengeduld en goede raad en vorming van andere professionelen op het terrein (zoals de mensen van OBRA, de TB-ers, justitieassistenten en gerechtspsychiaters) vormden de communicatiemix. Vaak stond de koffie klaar op tafel, maar wel eens werden we van het erf weggestuurd of werd de telefoon bruusk afge-
legd. Je kan geduld vragen van cliënten, maar niet verwachten. En vreemd of niet, er ging eigenlijk geen jaar voorbij of er kwam een telefoontje uit een oud bemiddelingsdossier: ken je me nog? Kan je me vooruithelpen? Kan ik het nog eens met jullie proberen?
Fijn is het dan dat we sinds half 2012 een onthaalmedewerker hebben die de telefoontjes wat kan sturen. Maar ook zij sakkert, als de telefoonmaatschappij of internetprovider moeilijk doet of het laat afweten en ‘Gent’ weer eens onbereikbaar blijkt. Voor een organisatie die communicatie in het vaandel draagt, is dat zelfs geen ironie, maar (net g)een doodsteek.
We zagen ons rushen om zittingdeadlines te halen. We reden van Pier naar Pol en terug op onmogelijke tijdstippen. We sleepten dossiers mee naar huis om van daaruit nog enkele telefoontjes te plegen (misschien soms meer bekommerd om de situatie dan de betrokkenen zelf…). Geblokt op kenmerken van persoonlijkheidsstoornissen of verzekering-technische kwesties, de sociale kaart en google-translate bij de hand.
Veel van deze dingen zullen niet veranderen. Ook niet nu Gent opgaat in een provinciale bemiddelingsdienst Oost-Vlaanderen. Rechter Bloch vroeg me bij de openingsreceptie van de dienst in 2004: wat iemand drijft om in deze sector te blijven werken. Wellicht is dat de onvoorwaardelijke gedachte dat elke mens ergens de wil en de capaciteiten heeft om tot een beter leven te komen. Waarom zouden we deze mensen dan geen zetje geven?
Er is, ondanks de figuurlijke blutsen en builen, o.i. geen reden om niet de komende 10 jaar verder te gaan op dit élan. Gelukkige verjaardag, Gent!
5
“Verrast door het respect”
“Ik ben heel blij dat ze dit smsje niet tijdig gelezen heeft” Getuigenis
Getuigenis Griet COOL Attaché - Psychologe Gevangenis Gent
Wat mijn ervaring met slachtofferdader bemiddeling betreft, kan ik niet anders dan lovend zijn. Vanuit mijn functie werk ik doorgaans vanuit de daderpositie en tracht mensen enige voeling te laten krijgen met wat ze teweeg hebben gebracht bij hun slachtoffers. Ik ben echter nooit actief betrokken geweest bij een dergelijke bemiddeling. Doorgaans tracht men dit ver van ons weg te houden en komt men na afloop een attest afleveren dat men hieraan heeft meegewerkt. In dit geval was het anders en ben ik van bij aanvang door de dader actief betrokken geweest. Ik heb het met enige angst zien gebeuren, niet wetende
wat dit bij haar zou teweegbrengen en me zeer bewust zijnde van haar kwetsbaarheid, in het algemeen en vooral met betrekking tot de feiten. Doorheen het hele gebeuren ben ik aangenaam verrast geweest door het respect waarmee, weliswaar beide partijen, maar toch in het bijzonder mijn cliënt benaderd is geweest. Het is een erg arbeidsintensief gebeuren geweest waarbij zorgvuldig werd afgetoetst wat enerzijds de verwachtingen waren, maar anderzijds ook de knelpunten. Mijn cliënt had van bij aanvang het gevoel dat ze niets kon vragen/verwachten precies omwille van wat ze gedaan had, geleidelijk aan bleek dat ze ook vragen mocht hebben en grenzen kon trekken. Voor haar is dit zeer belangrijk geweest naar haar zelfwaardegevoel toe. Ondanks alle angsten en de moeilijke momenten heb ik het gevoel dat
ze gegroeid is door deze bemiddeling en dat bepaalde zaken voor haar eindelijk een plaats hebben kunnen krijgen. Het bijwonen van het gezamenlijk gesprek heeft een diepe indruk op me nagelaten, vooral de sereniteit en het wederzijdse respect dat mogelijk was ondanks de extreem zware feiten die deze mensen uit elkaar hebben getrokken. Ik had nooit verwacht dat mensen zo ver konden gaan. Mijn respect voor de bemiddeling is enkel gegroeid. Ik ben ervan overtuigd dat velen deelnemen vanuit opportunistische overwegingen maar voor anderen, zoals voor mijn cliënt, kan het een keerpunt betekenen op hun verdere weg. Ik ben blij dat het slachtoffer deze stap heeft gezet, ik was verrast dat zij erop in gegaan is maar had het resultaat nooit mogelijk geacht!
Ongeveer anderhalf jaar geleden zijn we te weten gekomen dat ons dochtertje, van toen 7 jaar, door onze vriend aan huis en vaste babysit meer dan een jaar seksueel misbruikt werd. Dat nieuws sloeg in als een bom. Na een aantal bezoeken aan de politie, belde iemand van slachtofferhulp me op. In een van de gesprekken lieten ze me weten dat ik beroep kon doen op SUGGNOME, me tot toen totaal onbekend. En we hadden zoiets van, nee dank u, we doen het wel zelf. De avond voordat onze contactpersoon, Evelyn Goeman zou langs komen voor de eerste keer had ik een smsje gestuurd met daarin: Beste Evelyn, hartelijk bedankt, maar je hoeft toch niet te komen. Ik kan je verzekeren, ik ben heel blij dat ze dit smsje niet tijdig gelezen heeft want nu zal ik ze nooit meer vergeten!!! Evelyn heeft naar ons geluisterd, heeft ons inlichtingen gegeven, heeft ons geholpen, heeft ons gesteund, heeft……. Het is zelfs zo dat ik door haar een gesprek ben kunnen aangaan met de dader om alles een beetje van mijn schouders te kunnen laten vallen. En ook toen was de steun van haar onontbeerlijk!!!
Aan iedereen die ook zoiets heeft meegemaakt of nu meemaakt, echt niet twijfelen, ze betekenen (althans voor mij) het verschil!!!!
Heel erg bedankt ! 6
‘Muren vertellen’ Samenwerkingspartner: Vzw Within-Without-Walls Hilde VANGEEL
In de zomer van 2013 ging in de gevangenis van Dendermonde een uniek project door. Een project waarbij slachtoffers, daders en burgers samen werkten in workshops rond woord en beeld. Een project gerealiseerd door Creatief Schrijven vzw, in samenwerking met WithinWithout-Walls vzw, Centrum Algemeen Welzijnswerk regio Dendermonde, de gevangenis en Suggnomè vzw. Dit initiatief kaderde in het Europees project Parol!, waaraan 13 Europese gevangenissen, deelnemen. In Dendermonde gingen 5 slachtoffers, 5 daders en 5 burgers gedurende 10 intensieve dagen aan de slag. Als eindresultaat zouden er muurtekeningen aan de binnen én de buitenmuur van de gevangenis aangebracht worden. Op die manier wilde men de hele maatschappij betrekken en een dialoog op gang brengen. Jammer genoeg staan praktische bezwaren onze dromen soms in de weg en is er nog geen toestemming gekregen om de werken op te hangen aan de buitenmuur van de gevangenis. De beoogde dialoog met de hele maatschappij heeft hierdoor minder effect gehad maar uiteindelijk mogen we wel terugkijken op een mooi resultaat: burgers, slachtoffers en daders die een week lang samen werken aan herstel en via woord en beeld een dialoog willen aangaan met de maatschappij. Een terugblik van enkele deelnemers is veelzeggend:
Hilde, slachtoffer: Ik werd met veel warmte opgenomen in de groep en dat was ik niet gewend, maar vond dit bijzonder. Het binnenkomen in een gevangenis is een heel aparte ervaring want je moet je paspoort en je persoonlijke spullen afgeven, een heel raar gevoel, want ineens heb je niets meer. Dan ga je door een detector, onder begeleiding van een cipier ga je verder, deur open en wachten, eerst weer deur dicht voor er weer een volgende deur open mag. Eens boven in de tekenzaal werden de gedetineerden naar ons gebracht om samen met ons aan dit project te werken. ‘s Morgens begon gewoonlijk met een persoonlijke toets van Jan De Cock, door gesprekken te voeren en met kaarten te werken, wat soms tot hele emotionele momenten heeft geleid en iedereen soms een traantje liet. De samenwerking is mij tot op heden nog bijgebleven omdat er geen verschil was tussen de gedetineerden en wij. Het geeft voor mij ook een andere kijk op het menselijke van de gedetineerde zelf, want achter hun misstap die ze gedaan hebben, blijven het nog altijd mensen en moeders kinderen. Op het einde kwamen verscheidene diensten ons werk inhuldigen, ook de directeur kwam ons bedanken, want wij waren de pioniers die dit verwezenlijkt hebben. Een intens moment van vreugde dat door me heen ging, dat ik dit heb mogen beleven. Het afscheid was voor mij heel zwaar, zowel als voor de anderen een moeilijk moment, want de gedetineerden moesten terug naar hun cel terwijl wij huiswaarts gingen. Ik heb het toch nog enkele da7
gen moeilijk gehad om deze intense dagen te verwerken, maar voor mij blijft het tot op heden een mooie en dankbare herinnering waar ik nog dikwijls aan denk.
Bart, dader: Toen ik de eerste keer binnenkwam in het lokaal dat ons toegewezen was, had ik toch maar een klein hartje. Ik wist helemaal niet wat ik moest verwachten. Gelukkig werd het ijs snel gebroken door de openheid van de deelnemers en de kennismakingsspelletjes. Na de eerste dag wist ik dat dit echt iets voor mij was. Ik zou zelfs durven zeggen dat er die dag iets positiefs veranderd is in mij. Al kan ik niet goed zeggen wat, ik draag nog steeds die gevoelens mee. Wat we samen bereikt hebben - op zo een korte tijd - is niet te beschrijven met woorden. Dan heb ik het niet enkel over onze kunstwerken, maar evenzeer over
‘de kunst’ om drie totaal verschillende en volgens sommige zelfs ‘vijandige’ groepen te laten samenwerken. Tijdens het project hebben we niet enkel samengewerkt maar hebben we onze intense emoties, verhalen, lief en leed gedeeld op een prachtige manier. Dit heeft zich geuit in emotionele teksten, verhalen en beelden waar iedereen, iedereen begreep of toch probeerde te begrijpen. Het eindresultaat was dan ook zeer mooi. Op de receptie viel er bij velen een traan, ook bij mezelf. We waren al aan elkaar gehecht geraakt en dan is het steeds moeilijk om afscheid te nemen. Gelukkig is er nog steeds schriftelijk contact en leeft zo de groep toch voort... Bedankt aan alle deelnemers en de organisatie. Dit project is zeker iets dat op ieders to-do list moet komen!
Marianne, burger: Ik kreeg een mail van mijn oudste dochter waarin het project “muren vertellen” werd voorgesteld met daaraan toegevoegd een oproep om als burger deel te nemen aan de workshop en met de persoonlijke vermelding van ons Lies: “echt iets voor jou mama”! Ik was vooral geïnteresseerd omdat ik van nature heel graag contacten leg met mensen en al dikwijls heb geleerd van mensen die het om één of andere reden moeilijk hebben in onze maatschappij. Wat mij ook enorm boeide, was dat er in groep ging gewerkt worden rond poëzie en… met een kleiner hartje nam ik het beeld erbij, onder het motto: een mens leert altijd wel iets bij!
spreid over de ganse wereld. Toen hij vertelde dat de gevangenis met de minste recidivisten er eentje was waar de gevangenen zelf de deur voor hem opendeden, geen cipiers te bespeuren vielen maar waar ze werkten voor hun eigen onderhoud, was de toon gezet! Ook het verhaal van Hilde maakte enorm veel indruk. Ze vertelde hoe ze koos voor mededogen voor de dader en dialoog met hem! Een verhaal dat lijnrecht ingaat tegen alle agressie en haatgevoelens in onze maatschappij. Het leek alsof er een warme hand werd gelegd op mijn hart… ik kreeg een stootje in de rug om tegen de stroom in met haar mee te gaan! “Alle” toehoorders waren geroerd en aan het eind van de eerste bijeenkomst was er geen sprake meer van slachtoffers, daders en burgers maar van een groep mensen die zich openstelden en in hun ziel lieten kijken, ook al was dat niet altijd even gemakkelijk en kwamen er veel emoties en tranen aan te pas maar… dat werkte bevrijdend!Hilde en Jan hadden voor serieuze ijsbrekers gezorgd! En dan was er Lotte, onze piepjonge woordkunstenares. Zij gaf elk van ons een gevoel van eigenwaarde. We schreven poëzie in groep en er gebeurde telkens een klein wonder! Ik zag de mensen achter de feiten, die waren op dat moment minder belangrijk, en ik werd terug bevestigd in mijn overtuiging dat elk mens in oorsprong goed is en geliefd wil worden en ik voelde mij dankbaar in het gezelschap van al die straffe madammen en mijnheren; profeten van onze tijd die onze wereld kunnen genezen omdat ze zichzelf overstijgen!
vol zon en kleuren voelde de vrijheid nog vrijer en waren de kleuren nog intenser. Ik dacht aan de rest van de groep; sommigen nog gevangen in hun verdriet, anderen letterlijk gevangen tussen de vier muren van hun veel te kleine, snikhete cel in een kleurloos gebouw! De receptie op ’t einde van het project was de kers op de taart. Elke deelnemer bracht een aantal personen mee naar het toonmoment van “muren vertellen”. Ik loodste fier mijn echtgenoot en ons Lies mee naar binnen en ze begrepen nu waarom ik elke dag naar huis kwam als een spraakwaterval: waar het hart van vol is… juist ja… ook zij waren onder de indruk van het resultaat van ons samenwerkingsverbond“. En toen kwam er een gevoel van gemis want ons project zat er op .Nu blijft er een enorm fijn gevoel van dankbaarheid voor alle deelnemers. Ik ben jullie allemaal dankbaar voor deze super-warme dagen vol creativiteit en mededogen . Het kunstig resultaat kan nog bewonderd worden maar het echte wonder zit van binnen in elk van ons !
Toen ik naar huis fietste door de dag
De eerste voorzichtige contacten werden gelegd buiten de gevangenismuren en het binnenkomen in het kille gebouw verliep elke dag wat stroef en nam veel tijd in beslag. Eens we voltallig waren in de recreatiezaal, zo noemde die ruimte blijkbaar, werden we de eerste dag opgevangen door Hilde en Jan De Cock, schrijver van “hotel prison“. Hij liet zich vrijwillig opsluiten in alle mogelijke gevangenissen zowat verJan De Cock en Hilde Van Geel
8
“Ik voelde me bedrogen door mijn eigen waarneming” BEMIDDELING EN VERKEER
Betrokkenen bij een verkeersongeval getuigen over bemiddeling Slachtoffer-dader bemiddeling, dat is gewoonlijk bemiddelen tussen twee of meer partijen die bij een zelfde feit betrokken zijn. We trachten om communicatie tussen hen mogelijk te maken of op te starten en beogen daarmee dat het hen beiden iets kan opleveren (win-win situatie). Maar wat als deze poging niet lukt en één partij blijft met veel vragen en noden achter? Je kan die partij dan verwijzen naar de hulpverlening. Je kan ook nagaan of er geen match mogelijk is tussen twee partijen die niet in eenzelfde dossier betrokken zijn, maar die wel iets aan mekaar te bieden hebben en die mogelijks aan mekaars noden tegemoet kunnen komen. Is dit nog herstelrecht? Daar kan je over debatteren. We laten hier de betrokken partijen zelf aan het woord. Ze kregen fictieve namen. Dirk bemiddelde in het verleden met het slachtoffer van het ongeval waar hij zelf bij betrokken was. De eerste twee vragen beantwoordt hij vanuit die eerste bemiddeling. Daarna reageert hij vanuit de tweede ervaring, namelijk de ontmoeting met Jakob, betrokken bij een ander verkeersongeval. Jakob (7 jaar) en zijn moeder Erika deden eerst een poging om te communiceren met de chauffeur betrok-
ken bij hun ongeval. Bij het afsluiten van die bemiddeling waren heel wat vragen en noden niet beantwoord. Ze spraken nadien met Dirk, een veroorzaker betrokken bij een ander ongeval.
spreken: constructief praten – niet elkaar uitschelden.
Wat verwachtte je van de bemiddeling bij de opstart ervan?
Die welwillendheid was er aan beide kanten. Bij het gesprek heeft de bemiddelaar zich op de achtergrond gehouden. Mijn slachtoffer en ik hebben een goed en open gesprek gehad – zonder elkaar te verwijten. We hebben getracht ons in de plaats van de ander te stellen, om beter te begrijpen wat er nu juist gebeurd was, en hoe dit ongeval eventueel vermeden had kunnen worden.
Ik zag in de bemiddeling de mogelijkheid om mijn excuses aan te bieden tegenover het slachtoffer. Ik had de aanrijding helemaal niet gewild. Ik was me van geen kwaad bewust – had helemaal niet gezien dat er een voetganger het zebrapad opkwam.
En we hebben elkaar aangemoedigd om de draad weer op te pakken. En afgesproken elkaar nog een paar keer te mogen ontmoeten, tot we zeker waren dat elk van ons de draad effectief terug had opgenomen.
Dirk
Ik wou eigenlijk van het slachtoffer weten of hij iets had zien aankomen. Of dit ongeval eigenlijk vermeden had kunnen worden. Wat ik had kunnen doen om deze chaos te vermijden. Ik voelde me bedrogen door mijn eigen waarneming (had helemaal niets zien aankomen), kon moeilijk slapen, voelde me schuldig over wat ik ongewild had aangericht. Ik voelde zelfs kwaadheid: waarom moest mij dit nu overkomen? Dat wou ik allemaal vertellen aan het slachtoffer. En verder wou ik van mijn slachtoffer vernemen hoe het nu met hem was, welke schade ik had aangericht, of hij me dit kon vergeven, en of ik hem ergens mee kon helpen.
Op welke wijze is de bemiddeling wel en niet aan je verwachtingen tegemoet gekomen? De bemiddelaar heeft vooraf goed afgetast of we elkaar echt wilden 9
Wat was voor jou de betekenis van het contact met de andere partij buiten je dossier (andere veroorzaker vs. ander slachtoffer)? Ik kon niet begrijpen dat een veroorzaker zijn slachtoffer niet kon of wou of durfde zien en spreken. Ik kon me wel inbeelden hoe moeilijk dit kon zijn. Natuurlijk kon ik niet de schuld voor dit ongeval op mij nemen. Ik kon alleen vertellen dat de veroorzaker vermoedelijk niet de juiste woorden kon vinden om haar spijt te betuigen tegenover het slachtoffer. Maar ik wou niet dat het slachtoffer met een hoop onbeantwoorde vragen moest blijven zitten. Ik wou het slachtoffer laten aanvoelen hoe het in mijn geval geweest was: welke emoties er toen door me heen gingen, hoe ik wel de moed gevonden had om mijn slachtoffer te spreken, en hoeveel deugd dit heeft gedaan bij ons beiden. En ik wou ook luisteren naar het
verhaal van dit slachtoffer, en ook de emoties erachter: pijn, boosheid, verdriet. En proberen analogie te zoeken met mijn situatie: mijn slachtoffer had die emoties ook doorworsteld. Ik hoopte van harte dat ook dit slachtoffer er deugd aan zou hebben dat er iemand wou luisteren naar zijn verhaal, zijn pijn, zijn angst voor het onbekende dat nog komen moest.
Wat was er positief of negatief? Praten over de reële situatie van ons beider ongeval was een eerste stap in het gesprek, een mogelijkheid om ons in te leven in de situatie van de ander. Inleven niet enkel in de concrete feiten, doch eerder in de emoties die ermee gepaard gingen. We konden makkelijke afstand nemen van de reële situatie, en sneller praten over de emoties erachter. We hadden geen reden om elkaar iets te verwijten: we waren immers niet betrokken in hetzelfde ongeval. En we waren vrijwillig met elkaar in gesprek gegaan. Ik kon vanuit mijn ongeval en leefwereld wel beschrijven hoe de veroorzaker zich vermoedelijk voelde, en mogelijk niet de juiste woorden vond om effectief tot een ontmoeting te komen. Maar ik kon natuurlijk niet echt praten in naam van de veroorzaker: die pijn en dat verdriet kon ik niet wegnemen – hopelijk wel een tipje van die sluier van gevoelens optillen bij het slachtoffer, zodat die zich ook iets beter kon inwerken in de leefwereld van de veroorzaker.
Zou je het anderen aanraden? Waarom wel/niet? Ik wist vooraf niet of dit wel zou lukken, maar had er van bij het begin oprecht een goed gevoel bij. Ik wou dit doen om het slachtoffer woorden aan te reiken die de echte veroorzaker blijkbaar zo moeilijk kon vinden. Ik heb er veel voor teruggekregen: de woorden van dank, enkele weken na de ontmoeting waren overweldi-
gend: het gesprek was gelukt, het slachtoffer was terug in staat met zijn omgeving te praten over zijn gevoelens en emoties met betrekking tot het ongeval.
Heb je andere ideeën of tips voor Suggnomè en haar bemiddelaars naar de toekomst toe? Dit gesprek was vooraf goed voorbereid. Vooreerst werd er zorgzaam afgetoetst of slachtoffer en plaatsvervangend veroorzaker een onderling gesprek wel zagen zitten. Vervolgens werd het eigenlijke gesprek zeer goed voorbereid: slachtoffer met professionele trauma therapeute, ikzelf met zowel Suggnomè medewerkster als trauma therapeute van het slachtoffer. Op die manier wist ik vrij goed wat er emotioneel speelde aan de slachtoffer zijde. En ik kreeg ook tips om hier op in te gaan. Voor het eigenlijke gesprek zat iedere partij nog even samen met zijn «coach», werd de bereidwilligheid nogmaals afgetoetst, en werd ook de impact van mogelijk negatieve reacties besproken. Tijdens het eigenlijke gesprek was de trauma therapeute constant aanwezig. Waar nodig kon ze tussenkomen, dingen hertalen, gericht reflecterende vragen stellen om na te gaan of beide partijen elkaars emoties goed begrepen hadden. Na het gesprek en een hartelijk afscheid, volgde een debriefing, ieder opnieuw met zijn «coach». En na enkele weken de boodschap dat het beter ging met het slachtoffer. En daar vooral was het me om te doen: dat helpen bewerkstellingen. Dat gaf me een warm gevoel. Ik zou het zeker opnieuw doen, moest de kans zich voordoen.
10
Deze tekening is hoe Jakob zich voelde voor het gesprek met de veroorzaker. Hij had veel opgekropte woede en voelde zich slecht.
Tekening 2 is het gesprek met de veroorzaker zelf waarop Jakob het centrale mannetje is en de veroorzaker aan de zijkant staat. Het gesprek had hem veel deugd gedaan.
Jakob en Erika (mama van Jakob) Wat verwachtte je van de bemiddeling bij de opstart ervan? Jakob: Ik dacht dat het misschien niet zou lukken om de mevrouw van het ongeval te zien, maar ik wou het toch proberen (via Suggnomè). Ik had wel schrik dat Hilde ruzie zou krijgen met de mevrouw als ze de vraag zou stellen. Erika: Ik verwachtte dat de bemiddeling vlot zou verlopen. Althans toch voor het gedeelte “contact maken met de veroorzaker”. Ik nam aan dat er sowieso een ontmoeting met de veroorzaker zou kunnen vastgelegd worden door de inschakeling van Suggnomè. Dit was wat Jakob heel erg wilde en dacht nodig te hebben om het ongeval achter zich te laten. Wel had ik een bang hartje voor wat zo’n ontmoeting teweeg kon brengen, in de eerste plaats bij Jakob
maar ook bij mezelf. Ik hield er wel rekening mee dat een ontmoeting met de veroorzaker niet noodzakelijk een positieve ervaring zou zijn, en dat heeft me lang weerhouden om effectief de stap tot Suggnomè te zetten. Maar aangezien Jakob de veroorzaker zo graag wilde ontmoeten, heb ik de stap naar Suggnomè toch gezet. Achteraf gezien vind ik het een beetje dwaas van mezelf dat ik er initieel nooit echt bij heb stilgestaan dat de veroorzaker ons niet zou willen ontmoeten. Ik had steeds meer schrik voor de reactie tijdens een ontmoeting, niet voor de onmogelijkheid tot ontmoeting.
ke vrouw verwacht. Ik dacht dat ze weinig tijd voor mij zou hebben omdat ze zoveel werk heeft met alle verkeersslachtoffers maar dit was niet zo. De babbeltjes met Hilde hebben me wel geholpen.
Op welke wijze is de bemiddeling wel en niet aan je verwachtingen tegemoet gekomen?
Wel werden Jakob en ik in het bemiddelingsproces erg goed begeleid. Er werd uitgebreid tijd genomen voor het verhaal en de vraag van Jakob. Hij heeft duidelijk kunnen aangeven wat zijn wensen/vragen waren, en hij heeft ook antwoorden
Jakob: Ik had het (de bemiddeling) anders verwacht. Hilde was heel rustig en lief en ik had een erg druk11
Erika: De bemiddeling heeft uiteindelijk niet geleid tot een ontmoeting. Dit is iets waar Jakob het nu soms nog moeilijk mee heeft. En ook voor mezelf was het niet gemakkelijk om te accepteren dat een ontmoeting niet mogelijk was. Het voelde aan alsof de bemiddeling eindigde nog voor de opstart. Jakob keek zo uit naar een ontmoeting en het deed me veel verdriet om de teleurstelling en onmacht bij Jakob te zien.
gekregen. Ook al was dit niet in de vorm (ontmoeting) die hij zo had gehoopt. Het heeft ons enorm geholpen om deze tegenslag samen met Suggnomè te kunnen opvangen en kaderen. Ook in de nazorg werd er veel tijd genomen voor persoonlijke begeleiding. Dit was eigenlijk meer dan ik had verwacht.
Wat was voor jou de betekenis van het contact met de andere partij buiten je dossier (andere veroorzaker vs. ander slachtoffer)? Jakob: Ik vond het leuk om met de andere veroorzaker te praten. Het deed goed om met hem over elkaars gevoelens te praten. Omdat hij ook een ongeval heeft meegemaakt, begreep hij me beter dan andere mensen. Erika: Toen vanuit Suggnomè de vraag werd gesteld of Jakob contact wilde met een andere veroorzaker, wist ik niet of dit voor ons iets kon betekenen. Hoe kon nu een andere veroorzaker het verdriet van Jakob verzachten? Maar Jakob was meteen enthousiast over het voorstel én wilde absoluut de ontmoeting met de andere veroorzaker aangaan.
Wat was er positief of negatief? Jakob: Ik weet nu ook hoe het ongeval bij de andere veroorzaker is gebeurd. En dus kunnen we nu samen praten over elkaars ongeval. Ik vond het speciaal om zijn verhaal te horen. Onze verhalen leken eigenlijk op elkaar. Dit vond ik leuk om horen. Er waren voor mij geen negatieve dingen aan de ontmoeting met de andere veroorzaker. Erika: Het contact met de andere veroorzaker werd onmiddellijk als erg positief ervaren door Jakob. Voor mij persoonlijk heeft het wat meer tijd gekost om te voelen dat het ook voor mezelf een verschil heeft gemaakt. Ik was uiteraard blij dat een andere veroorzaker zich
mee wilde inzetten om de wens van mijn zoon te vervullen, maar zelf wist ik niet wat ermee te doen. De ontmoeting verliep erg gemoedelijk. De andere veroorzaker bleek een erg warm en integer persoon te zijn. Toch werd de impact van de ontmoeting voor mij pas achteraf duidelijk. Ik heb er nog vaak aan terug gedacht en als ik aan ons ongeval terugdenk, dan denk ik nu ook steeds aan dat van de andere veroorzaker. Soms denk ik zelf: had hij ons maar aangereden. Het had de verwerking een pak versimpeld…
Zou je het anderen aanraden? Waarom wel/niet? Jakob: Ja! Omdat ik vond dat het gesprek heeft geholpen. Je merkt dan dat je niet de enige bent die in de put zit! Dat maakt je terug een beetje blij. (Jakob heeft erg enthousiast gereageerd op deze vraag) Erika: Zeker wel. Ook als je twijfels hebt, is het aan te raden om toch op zo’n voorstel in te gaan. Mijn zoon heeft heel veel troost uit het contact gehaald en er zijn ook voordelen verbonden aan het feit dat de andere veroorzaker niet jouw ongeval heeft veroorzaakt. Je kan daardoor een heel open gesprek aangaan over alle aspecten van het ongeval zonder dat de partijen zich aangevallen voelen. Er kan vermoedelijk meer uitgesproken worden dan dat je zou doen naar de echte veroorzaker.
Heb je andere ideeën of tips voor Suggnomè en haar bemiddelaars naar de toekomst toe? Jakob: Ja, mijn tip is om je aan te passen aan het kind. Je moet kijken wie het kind is en hoe het ongeval is gebeurd. Dan zal je instinct je wel zeggen hoe je het moet aanpakken. Iedereen is anders dus je moet goed naar de persoon luisteren en dan gaat het (de bemiddeling) vanzelf. Erika: Het kan zeker geen kwaad om 12
meer naamsbekendheid te verwerven. Het zou fijn zijn om de informatie over de mogelijkheid tot bemiddeling al mee te krijgen vlak na het ongeval door bv. de hulp- of politiediensten. Nu krijg je vanuit deze hoek eigenlijk bitter weinig info.
Ontmoeting is vaak helend Samenwerkingspartner: Rondpunt vzw
Congres RONDPUNT Congres Rondpunt Naar aanleiding van het 5-jarig bestaan van vzw Rondpunt, het Vlaams expertisecentrum dat ijvert voor een betere opvang van verkeersslachtoffers, vond op 21 november 2013 het congres 197.000 verkeersslachtoffers later. 5 jaar aandacht voor verkeersslachtoffers plaats in het Vlaams Parlement. Zowel verkeersslachtoffers en nabestaanden als professionals uit diverse contexten waren aanwezig. Mede dankzij Suggnomè werd het een inspirerend congres voor alle deelnemers. In de voormiddag was Joke De Clercq van Suggnomè als gastspreker op het podium aanwezig in een ontmoetingsgesprek met Peter Van Thienen (dienst Dringende Geneeskundige Hulp, PIVO). Ze spraken over elkaars werkwijze en het belang van verwijzing naar Suggnomè in de acute fase om een eventuele ontmoeting op langere termijn mogelijk te maken. In de namiddag kreeg het deelnemerspubliek de kans om mee de toekomstige acties te bepalen van Rondpunt. Ook kon het publiek boodschappen neerschrijven voor de verschillende actoren die werken met verkeersslachtoffers. Voor Suggnomè werden volgende boodschappen genoteerd: Prachtig initiatief! De slachtoffers de mogelijkheid bieden alleen al is waarschijnlijk al een immense hulp voor alle betrokken partijen! Samenwerking binnen politie kan beter. Momenteel nog te
onbekend en dus onbemind binnen politiemiddens. Het zou zeker zijn nut hebben om de doelen & werking te communiceren. De dienst Suggnomè heeft ons samen gebracht met de veroorzaker van het verkeersongeluk van onze zoon en dit op onze vraag en eerst met tegenzin van hem, maar met zeer goede resultaten.
Ontmoeting is vaak helend De verhalen die Rondpunt hoort in haar dagelijkse contact met betrokkenen bij een verkeersongeval, beklemtonen het belang van contact tussen slachtoffer en veroorzaker in de verwerking van het ongeval en de gevolgen. Het contact kan helend werken voor zowel slachtoffer, nabestaanden én veroorzaker. De inhoud van het contact hangt af van de ernst van de gevolgen. Gewonde slachtoffers willen vaak weten waarom het is gebeurd en hoe het kon gebeuren. Nabestaanden willen informatie over de laatste momenten van het overleden slachtoffer. De veroorzaker kan die informatie vaak bieden. Vragen zoals ‘Heb je hem/haar gezien?’, ‘Ben je er naar-
13
toe gegaan?’, en ‘Heeft hij/zij nog iets gezegd?’ komen aan bod. Veroorzakers willen anderzijds graag weten hoe het gaat met het slachtoffer. Ze kampen met schaamtegevoelens en vragen zich af wat ze kunnen doen voor het slachtoffer of de nabestaande, zonder dat dit verkeerd overkomt. ‘Kan ik een kaartje schrijven? Kan ik langsgaan?’. Bemiddeling blijft echter gevoelig. Slachtoffers willen of kunnen (nog) niet ‘vergeven’. Veroorzakers schamen zich en durven geen hulp te vragen. Duidelijk uitleggen dat bemiddeling in eerste instantie praten met elkaar is, en niet gaat over vergeven of verzoenen, zorgt voor openheid om de stap te zetten. Met ondersteuning van een Suggnomèmedewerker en rekening houdend met het tempo van elke partij, kan contact tot een helende ontmoeting leiden, zelfs wanneer één partij niet meewil... Rondpunt vzw - President Building - Franklin Rooseveltplaats 12 - 6de verdieping - 2060 Antwerpen Tel.: 03 205 74 80 - Fax: 03 707 26 99
[email protected] www.rondpunt.be www.watnaeenverkeersongeval.b e
Vragen zoals ‘Heb je hem/ haar gezien?’, ‘Ben je er naartoe gegaan?’, en ‘Heeft hij/zij nog iets gezegd?’ komen aan bod.
© André Franquin - Guust Flater
14
“Er is bij een bemiddelingsgesprek een immens verschil tussen de bemiddelaar en de aanwezige ondersteunende hulpverlener(s)” Samenwerkingspartner: CAW
Mijn ervaringen met slachtofferdadergesprekken Slachtofferhulp Ronse
Als hulpverlener binnen de dienst slachtofferhulp werd mij het afgelopen jaar 2 keer gevraagd om bijstand te verlenen bij een bemiddelingsgesprek. Met graagte ben ik op die vraag ingegaan, omdat ik me heel goed kan inbeelden dat een confrontatie tussen twee partijen die, al dan niet toevallig door een ingrijpende gebeurtenis met elkaar verbonden zijn, heel emotioneel kan zijn voor de betrokkenen. Net zoals iemand bij een ingrijpende gebeurtenis niet op voorhand kon voorspellen hoe die daarmee zou omgaan, zo moet het ook zijn bij een bemiddelingsgesprek. Eerlijkheidshalve moet ik daaraan toevoegen dat ook mijn nieuwsgierigheid naar het concept ‘bemiddelen’ extra geprikkeld werd. ‘Bemiddelen’ stond in mijn beleving haast synoniem voor ‘tot een akkoord komen over iets wat daarvoor bij beide betrokken partijen ter dis-
cussie stond’, maar door mijn ervaring heb ik gezien dat het veel verder reikt dan dat. Het gaat erom dat mensen, zowel slachtoffers als daders als andere betrokkenen, een forum en de kans krijgen om elkaar dingen te vertellen en te vragen waar ze lang hebben over nagedacht, waar ze dikwijls een hele tijd mee gelopen hebben en waar er bv. in de rechtbank geen tijd en ruimte is/was om die uit te spreken. Het gaat om een diep intermenselijk contact en het vergt van alle betrokkenen veel moed om daaraan deel te nemen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat bemiddelen een specialiteit en een ‘kunst’ is binnen de hulpverlening die de noodzakelijke maturiteit vraagt en die niet voor iedereen is weggelegd. Als hulpverlener worden we veelal verondersteld onze meerzijdige partijdigheid te bewaken, ook binnen slachtofferhulp. Ik wil alvast eerlijk toegeven dat mij dit niet steeds lukt en ik denk niet dat ik daarin de uitzondering ben. Een bemiddelaar kan zich deze ‘luxe’ niet permitteren. Er is bij een bemiddelingsgesprek een immens verschil tussen de bemiddelaar en de aanwezige ondersteunende hulpverlener(s). Toch zat ik er als hulpverlener wat onwennig en onzeker bij, misschien door een gebrek aan ervaring bij dit soort gesprekken, maar ik werd geconfronteerd met een aantal vragen die misschien eens met de dienst Suggnomè opgenomen kunnen worden: Wat is de waarde van mijn inbreng voor de betrokkenen?, Moet die beperkt blijven tot praktische aanvullingen 15
Het gaat erom dat mensen, zowel slachtoffers als daders als andere betrokkenen, een forum en de kans krijgen om elkaar dingen te vertellen en te vragen waar ze lang hebben over nagedacht, waar ze dikwijls een hele tijd mee gelopen hebben en waar er bvb. in de rechtbank geen tijd en ruimte is/was om die uit te spreken. of kan dat verder gaan?, Heb ik wel het recht om tussen te komen in dit contact?, Wie ben ik om mijn mening in dit verhaal te geven?, ... In elk geval, ik ben blij dat ik van dichtbij getuige en betrokken geweest ben bij die verschillende bemiddelingsgesprekken. Mocht ik daarvoor al enige twijfel gehad hebben aan het nut van bemiddelen voor een slachtoffer, dan zou die nu alvast volledig verdwenen zijn!
Burgers ondersteunen in actieve communicatie en participatie over al wat kan bijdragen tot herstel van het geleden leed Getuigenis
Beste, Wij namen met u contact op in het kader van een slachtoffer – daderbemiddeling na een dodelijk verkeersongeval, in uw hoedanigheid van dienstkringingenieur bij de Vlaamse Overheid voor het Agentschap Wegen en Verkeer. De betrokken partijen hadden naast de vragen en boodschappen aan elkaar ook veel vragen en bedenkingen over de verkeerssituatie die sinds het ongeval onveranderd en dus even gevaarlijk was gebleven. Beiden waren vragende partij om dit persoonlijk te kunnen bespreken met een persoon die bevoegd is om de situatie te verbeteren. Voor ons leek het logisch om dit te ondersteunen en mee te begeleiden. Dit past in onze filosofie om burgers te ondersteunen in actieve communicatie en participatie over al wat kan bijdragen tot herstel van het geleden leed. Vermits iemand gestorven is door deze situatie kan dit nooit hersteld worden. Toch vonden de betrokkenen de energie en de kracht om te pleiten voor verandering zodat dit anderen niet meer kon overkomen. Dit lijkt toch iets wat hen helpt om te leven met dit verlies. Met volgende vragen willen wij graag horen hoe het voor u was om hieraan deel te nemen.
© Inside the distance—Sharon Daniel
Kende je slachtofferdaderbemiddeling voor je met onze vraag in contact kwam? Neen, ik had er nog nooit van gehoord. Ook mensen in mijn omgeving kenden het niet.
Wat heeft je gemotiveerd om positief op onze vraag in te gaan? Ik begrijp heel goed dat mensen die betrokken zijn bij een dergelijk ongeval de behoefte hebben om hun vragen beantwoord te zien en graag iets aan de situatie verbeterd willen zien. Het is ook niet altijd makkelijk om je weg te vinden naar de juiste overheidsinstantie, dus als je die dan gevonden hebt, zou het erg zijn als men niet op deze vraag zou willen ingaan. Door zo’n gesprek aan te gaan, kon ik hen misschien een uit-
16
laatklep bieden en het waarom van een aantal zaken uitleggen. Daarnaast gaat men er vaak ten onrechte van uit dat ambtenaren per definitie niet gemotiveerd zijn en daarom vond ik dit een mooie kans om dat beeld bij te stellen.
Hoe heb je je voorbereid op de ontmoeting met de betrokkenen van het verkeersongeval? Wat heb je nodig van de bemiddelaar voor dergelijk gesprek? Het lag voor de hand dat ik in eerste instantie graag wat gegevens had over het ongeval zelf, of als dat niet mogelijk was wegens te vertrouwelijk, gewoon een aantal suggesties om de situatie te verbeteren. Op die manier kon ik binnen de eigen organisatie alle nodige informatie verzamelen om op de te verwach-
ten vragen te kunnen antwoorden. Ik wou absoluut vermijden dat ik te dikwijls zou moeten zeggen dat ik dat of dat nog zou moeten navragen of onderzoeken. Pas tijdens de voorbereiding drong het pas goed tot mij door dat de ontmoeting ook zeer confronterend zou kunnen zijn. Daarover heb ik vooraf met de bemiddelaar kunnen spreken en het gaf mij al een geruster gevoel dat zij hier er bij was om het gesprek in goede banen te leiden.
Welke betekenis heeft het persoonlijk contact met de betrokkenen gehad? Heeft het impact op uw manier van werken, op uw persoonlijke kijk op de dingen? Zou je het nog doen? Ik was persoonlijk erg geraakt door de kracht van de jonge weduwe van het slachtoffer van het ongeval. Ze heeft ook het belang van het vooraf met de familie bespreken van orgaantransplantatie aangehaald en ik heb daar ook onmiddellijk bij thuiskomst werk van gemaakt en heb dit ook in mijn omgeving besproken. Het gesprek met de andere betrokken partij was bij momenten zeer heftig. Maar ik begreep dat het gesprek met mij hier als uitlaatklep diende. Ik was diep onder de indruk van de tijd die zij in de analyse van het kruispunt gestoken hadden en was aangenaam verrast door de zeer goede suggesties en opmerkingen die naar boven kwamen. Je hebt zelf immers de tijd niet om zo sterk te focussen op één ongeval of één
M aat s c h a p p el i j k draagvlak
Expo: Convictions
specifiek kruispunt. Onmiddellijk na het gesprek was ik totaal uitgeput. De eerstvolgende dagen heb ik er nog veel over nagedacht. Uiteraard ben je nog meer dan anders gemotiveerd om de situatie te verbeteren en heb je een enorme “drive” om achter alle personen binnen je organisatie aan te zitten die hier een bijdrage in kunnen hebben. Je kan onmogelijk onverschillig blijven voor het verhaal van de betrokkenen als je persoonlijk met hen geconfronteerd wordt. Je verantwoordelijkheid wordt nog veel meer in de verf gezet. Je moet er wel over waken dat dit niet ten koste mag gaan van de maatregelen voor andere locaties met zware ongevallen. Ik wil ook af en toe info geven over de stand van zaken van de maatregelen die op die locatie getroffen werden of gaan worden via email aan de betrokkenen tot alles wat als haalbaar besproken werd afgerond is, zodat ze weten dat hun zaak niet vergeten is. Het gesprek vraagt wel een grote tijdsinvestering. Het zou niet haalbaar zijn dit meermaals per jaar te doen. Ik zou het nog doen, na een voldoende groot tijdsinterval.
Wat is uw mening, visie over het betrekken van diensten van de gemeenschap en/of overheidsdiensten bij zo’n persoonlijke bemiddeling? Zou u het anderen aan- of afraden?
betrokkenen bij een ongeval als voor de ambtenaar werkzaam bij de overheidsdienst. Basis dient wel respect van beide zijden te zijn. Ik zou het anderen zeker aanraden. Ik wil wel waarschuwen voor de tijdsinvestering en het feit dat de gesprekken zeer zwaar kunnen wegen. Je moet open kunnen staan om naar het verhaal van de betrokkenen te luisteren zonder je onmiddellijk aangevallen te voelen en eerlijke informatie geven. Heb je ideeën, tips voor de bemiddelaars van Suggnomè? Check vooraf of de betrokken ambtenaar voldoende open staat voor dergelijke gesprekken en bereid hem voldoende voor op het feit dat hij met vaak kritische mensen geconfronteerd zal worden. Er moet vanuit de overheidsdienst een voldoende bereidheid zijn de zaak goed voor te bereiden en zich voor een stukje bloot te geven, er kan altijd voorgesteld worden om indien nodig de gegeven informatie vertrouwelijk te behandelen. En tot slot nog dit: het feit dat ik ook naar de bemiddelaar kon terugbellen om eventueel mijn verhaal kwijt te kunnen naar aanleiding van de gesprekken, vond ik geruststellend. Ook al heb ik hier geen gebruik van gemaakt, toch kon ik dit enorm appreciëren.
Het betrekken van overheidsdiensten heeft zeker een meerwaarde voor beide partijen, zowel voor de
Convictions – tentoonstelling STUK (Leuven) van Sharon Daniël
een aspect van criminaliteit en de strafrechtelijke reactie hierop onder de loep. Public Secrets biedt een blik op een vrouwengevangenis, vanuit het perspectief van de gevangenen zelf. Blood Sugar focust op verslaving; Undoing Time op het gevangeniswezen en de economie die hierachter schuilt. In elk van deze drie pro-
Deze tentoonstelling bracht 4 projecten samen van de Amerikaanse kunstenares Sharon Daniel, nl. Public Secrets, Blood Sugar, Undoing Time en Inside The Distance. In elk van deze projecten neemt ze 17
jecten schuilt een duidelijke kritiek op het huidige strafrechtelijke systeem. Met haar laatste project, Inside the Distance, wou ze een alternatief aanbieden voor het systeem dat ze bekritiseert. Hierbij kwam ze terecht bij het herstelrecht en specifiek bemiddeling. Voor haar
project interviewde ze verschillende bemiddelaars, slachtoffers en daders over hun ervaring met bemiddeling.
Tot zover de theorie; nu de impressies. De tentoonstelling zelf voelde, bij binnenkomst in de zaal, leeg aan; ontdaan van alle franjes. Op een groot wit scherm werden vormen geprojecteerd, terwijl Sharon Daniels stem de ruimte vulde met een monoloog over de eerste keer dat ze een vrouwengevangenis bezocht. Achter het scherm stond een interactieve display, met alle getuigenissen van de gedetineerden die ze had geïnterviewd. Dit alleen al bevatte een aantal uren audio. Ook haar andere projecten waren ontdaan van al te veel visueel vertoon. De nadruk ligt op de boodschap die verteld wordt, het visuele is beperkt tot een minimale symboliek (bv. het interactieve scherm met de interviews van slachtoffers, daders en bemiddelaars was geïnte-
greerd in een tafel, die symbool stond voor de tafel waarrond partijen zitten voor het gezamenlijke gesprek; de interviews met verslaafden werden in een donkere kamer afgespeeld; waarbij je kon inzoomen op bepaalde kernwoorden van hun verhaal zoals de naald inzoomt op de huid; etc.). Hierdoor lijkt de tentoonstelling vrij ontoegankelijk, wat werd bevestigd door onze gids: de meeste toevallige voorbijgangers verlieten de tentoonstelling al na een paar minuten. De soberheid droeg echter toe aan de centrale boodschap: kritisch stilstaan bij de manier waarop wij als samenleving naar criminaliteit en strafrecht kijken; of juist proberen te negeren hoe met criminelen wordt omgegaan. Sharon Daniel verwoordt het in “Public secrets” o.a. als volgt: de vrouwengevangenis ziet er aan de buitenkant vrij aantrekkelijk uit: er is zelfs een tuintje aangelegd. Dit is echter enkel toegankelijk voor de bezoekers, eens binnen in de gevangenis is alles grijs en kaal. De realiteit wordt
m.a.w. afgeschermd van de buitenwereld. De vraag is of deze boodschap het best via een tentoonstelling wordt overgemaakt. Het risico bestaat immers dat, doordat deze vrij ontoegankelijk is, enkel de gelijkgestemden zullen worden bereikt. En ook voor hen is het een tentoonstelling die tijd en aandacht vraagt: er is te veel informatie om vlug doorheen te gaan. In die zin is het interessant dat Sharon Daniel reeds twee projecten (Public Secrets & Blood Sugar) ook via een website heeft ter beschikking gesteld; en plannen heeft om dit ook voor “Inside the distance” te doen.
Voor meer informatie: zie http:// www.courtisane.be/nl/event/ sharon-daniel
© Inside the distance—Sharon Daniel
18
“De vrijwilligerswerking past helemaal in de visie van herstelrecht om het conflict terug te geven aan de samenleving om samen op zoek te gaan naar herstel” Bemiddelingsdienst Leuven
Vrijwilligersproject BAL Philippe Jacobs
Ik wil vandaag graag met jullie een aantal van mijn ervaringen delen vanuit mijn werk als vrijwilligerbemiddelaar. Ik bemiddel sinds drie jaar als vrijwilliger bij Bal (bemiddelingsdienst arrondissement Leuven). Het gaat hier om bemiddelingen op doorverwijzing van het parket in misdrijven tussen minderjarige daders en slachtoffers binnen de context van herstelrecht. Sinds 2005 werd er binnen BAL de keuze gemaakt om samen te werken met vrijwillige bemiddelaars. We zijn ongeveer met een twaalftal vrijwillige bemiddelaars actief met allemaal een verschillende professionele achtergrond verpleegkundigen, journalist, sociale sector, bedrijfsleven, psychotherapeut). Sinds één jaar werd er ook een project opgestart binnen Suggnomè om te onderzoeken of vrijwilligers ook kunnen geïntegreerd worden in het
bemiddelen tussen volwassen daders en slachtoffers. Ik maak deel uit van de stuurgroep die dit experiment begeleidt en bemiddel ook tussen meerderjarige daders en slachtoffers (2 dossiers meegelopen met coach en ondertussen 2 dossiers zelf behandeld). BAL als organisatie investeert sterk in zijn vrijwilligerswerking. De vrijwilligerswerking past helemaal in de visie van herstelrecht om het conflict terug te geven aan de samenleving om samen op zoek te gaan naar herstel.
Als vrijwilliger krijg je een doorgedreven opleiding en word je gecoacht door een professionele medewerker: elk onderdeel van het bemiddelingsproces leer je stap voor stap ontdekken en oefenen. Te beginnen met het theoretisch kader, oefenen in rollenspelen, meelopen met een coach en stelselmatig meer en meer het bemiddelen zelfstandig opnemen, intervisie en op regelmatige basis terugkommomenten. Elke vrijwilliger heeft een coach (professionele bemiddelaar) waar je voor opvolging, vragen terecht kan vrijwilligers doen hetzelfde werk dan de professionele krachten op vlak van bemid19
delen maar ook op andere domeinen is er ruimte om taken op te nemen naar wens, bvb. ik zit mee in de stuurgroep rond de introductie van vrijwilligers bij meerderjarige daders, schrijf af en toe een tekst voor een nieuwsbrief, … als vrijwilliger krijg je ruimte en vertrouwen om verantwoordelijkheid op te nemen in je dossiers en de nodige ondersteuning als je dat wenst of nodig acht. Ik heb bvb. heel weinig juridische achtergrond of bagage. Daarvoor kan ik terecht bij mijn coach of andere teamleden.
Wat heeft mij aangesproken om dit werk op te nemen: Drie jaar geleden ging ik naar een infoavond over bemiddelen als vrij-
williger en ik voelde me toen naast mijn interesse voor het bemiddelen zelf het sterkst aangesproken door het mandaat dat je krijgt of opneemt als bemiddelaar vanuit de samenleving om aan de slag te gaan. Vanuit de samenleving waar het conflict heeft plaats gevonden, ga je als vertegenwoordiger van die samenleving met beide partijen op zoek naar herstel. Ik voel me in deze positie als bemiddelaar partner van beide partijen, alle drie maken we deel uit van deze samenleving. Ik voel me in deze rol vrij comfortabel. Ik hoef me helemaal niet te beroepen op een gespecialiseerde kennis of op een subsidiërende overheid of op de rol van degene die op zoek is naar de waarheid, je hebt ook niet de verantwoordelijkheid om op zoek te gaan naar een oplossing voor een probleem. Het belangrijkste wat mij in dit werk drijft, is de betrokkenheid bij deze mensen die net als ikzelf deel uitmaken van deze samenleving en hen bij te staan in hun proces van zoeken naar herstel van de schade die werd aangericht. Het is die betrokkenheid die ik telkens scherp moet weten te houden. Wat mij helpt om deze invalshoek duidelijk voor ogen te blijven houden, is het gegeven dat ik op dat moment ook in beide andere posities van dader of slachtoffer had kunnen zitten, afhankelijk van de omstandigheden. Een collega van Erik sprak in een interview over the community of those who have nothing in common (Levinas). Je ontmoet mensen waar je weinig mee gemeen hebt, die niet je vrienden zijn, andere waarden/interesses hebben en die je anders waarschijnlijk nooit zou ontmoet hebben en toch vormen we gemeenschap. Zij had een heel treffende benaming gevonden die recht deed aan die vorm van aanwezigheid waar je als bemiddelaar naar streeft: w(h)itnessing: je bent enerzijds getuige en dus op een afstandje maar anderzijds ben je ook bij hen, verbind je je en deze beiden tegelijk. Ik maak me van in het begin als ik contact neem met beide partijen onmiddellijk bekend als vrijwilliger. Ik heb dat ook geleerd. Het is zel-
den duidelijk om in te schatten wat dit betekent bij de beide partijen (kan de drempel verlagen maar kan evengoed twijfels doen rijzen over de deskundigheid, … mensen laten daar niet zo snel iets van blijken) maar voor mezelf is het een manier om mijn plek vorm te geven in het geheel. Ikzelf heb geen zicht wat de impact
over hetgeen hij gedaan heeft en waar hij zelf aan denkt om deze daad terug te herstellen. Op basis van deze brieven beslist het slachtoffer om met één van de daders verder direct te bemiddelen in een gemeenschappelijk gesprek (het gegeven dat hem gemotiveerd had om met deze dader wel verder te bemiddelen was het feit dat hij in zijn brief bekommerd was met be-
© Inside the distance—Sharon Daniel
is van het statuut van vrijwilliger op de bemiddeling zelf. Ik kan ook niet inschatten of en waar er specifieke verschillen liggen tussen bemiddelaars in een professioneel en in een vrijwillig statuut. Ik kan wel iets vertellen over hoe het voor mij aanvoelt om als vrijwilliger dit werk/ engagement op te nemen. In de praktijk nu: Voorbeeld: van een overval op straat waar een jonge man (20j.) met geweer en messen bedreigd wordt door 4 jongeren, waarvan 2 meerderjarigen, om zijn bezittingen af te geven. Slachtoffer geeft onmiddellijk alles af en de daders verdwijnen zonder verder geweld te gebruiken. Ik bemiddel tussen het slachtoffer en de twee meerderjarige daders. Tijdens de individuele gesprekken was het voor het slachtoffer een voorwaarde om verder te bemiddelen dat de daders oprecht inzicht hadden in hun daden en daarover berouw hadden. Hij vroeg hen een brief te schrijven met daarin twee vragen: hoe hij nu denkt 20
trekking tot de impact van de daad (er was een vorm van empathie, betrokkenheid bij deze dader aanwezig). Mijn rol in de voorbereidende gesprekken is vooral aanwezig zijn, luisteren, betrokken zijn op hun verhaal, horen wat voor hen belangrijk is naar de andere partij, waarin ze beschadigd zijn. Je zou als bemiddelaar kunnen blijven hangen aan het gegeven dat het allemaal nog wel goed afgelopen is, maar dan doe je tekort aan de kern van bedreiging waaraan het slachtoffer werd bloot gesteld. Het slachtoffer hier was geschokt in zijn vertrouwen, dat hij zomaar wandelend op straat bedreigd werd, zijn leven was in gevaar en hij was in shock. Dit wantrouwen bleef maanden na het misdrijf. De dader had oprecht berouw en was bezig om heel zijn leven terug op spoor te krijgen. In het gemeenschappelijk gesprek zag ik de positie van beide partijen verschuiven. De dader toont berouw, spijt en neemt verantwoordelijkheid op voor hetgeen hij gedaan heeft. Hij staat zijn machtspositie
af. Hij toont zich letterlijk ook kleitieve karakter van de eerste ontmoener doorheen zijn gestalte en zijn ting als beide partijen dit ook opstem. Het slachtoffer eist terug zijn recht kunnen en wensen. Ik verplek op, hij dwingt respect af, neemt moed door hetgeen ik zie dat het als bij wijze van spreken opnieuw zijn vrijwillige bemiddelaar op zijn minst plek in. Je ziet dit ook gebeuren tijeven belangrijk is dat je als afgevaardens het gesprek: hij gaat rechter digde van de samenleving getuige zitten en zijn stem wordt krachtiger. bent, aanwezig bent, betrokken bent Er is een grote bewustwording tijbij deze poging tot herstel dan dat er dens dit gesprek van de impact van beroep gedaan wordt op jouw poside daad langs beide kanten. De datie als deskundig bemiddelaar. Dit der kan laten zien dat hij schuld proces om mekaar terug onder ogen draagt en berouw heeft en dat hij te zien, was veel belangrijker dan de bezig is om zijn leven terug in hanuiteindelijke overeenkomst op paden te nemen (terug bij zijn moeder pier tussen beide partijen. Het gegaan wonen, verhuizen, geen convoel van integriteit-waardigheidtact meer met bepaalde vrienden, vertrouwen kan zich terug herstelstoppen met blowen, vast werk gelen, zowel bij de dader die de macht vonden). Hij had een week in voornam en nu zijn schaamte en schuld hechtenis gezeten en dat had toch kan beleven zonder daarin vastgeook wel zijn werk gedaan als afpind te worden. Het slachtoffer kan schrikking. vanuit het ontnemen van Het slachtzijn waardigheid (shock, “The community of those who offer kan leven in gevaar) terug laten zien vertrouwen winnen in de have nothing in common welke imsamenleving. Het geza(Levinas). Je ontmoet mensen menlijk gesprek tussen pact deze overval op beiden bood de mogelijkwaar je weinig mee gemeen hem gehad heid om elkaars kwetsheeft baarheid als mens terug hebt, die niet je vrienden zijn, (shock), hij te zien en te voelen. De andere waarden/interesses kan zijn wonde en daarmee het kwaadheid vertrouwen in de samenhebben en die je anders daarover leving kan terug helen; waarschijnlijk nooit zou ontmoet laten zien. de kans op verzuring, Beiden gewantrouwen, verbittehebben en toch vormen we ven aan dat ring kan keren. dit gesprek gemeenschap.” Het voorbeeld van hierhen helpt in boven is een ideale situahet verwerken van wat er gebeurd is. tie waar je te maken hebt met 2 parPas na dit gesprek worden er ook tijen die snel een oprechte wens heel gemakkelijk afspraken gemaakt uitspreken naar bemiddeling. Dikrond het financiële luik (morele schawijls heb je te kampen met heel veel devergoeding). vooroordelen en wordt je geconfronDeze bemiddeling is een mooie illuteerd met heel wat onbegrip, onverstratie hoe het conflict terug geschilligheid of kwaadheid op zoek bracht wordt naar de samenleving naar de betekenis van impact. In die waar het ook ontstaan is. En je kan zin vraagt een bemiddeling ook tijd zien dat in sommige gevallen beide zodat ieder op zijn/haar tempo stappartijen zelf kunnen instaan voor het jes kan zetten. Ik ervaar dat dit heel werken aan en verwerken van de belangrijk is om die tijd te nemen en schade die is aangericht. Het zou op zoek te gaan naar wat wel op dat waarschijnlijk moeilijker geweest zijn moment kan bewegen. Tijd is iets en langer geduurd hebben voor het wat je als vrijwilliger misschien meer slachtoffer om deze verwerking te ter beschikking hebt, je voelt minder doorlopen zonder inzet van de dade druk van het aantal dossiers. De der. Een gezamenlijke ontmoeting stappen die beide partijen (kunnen) tussen dader en slachtoffer is een zetten zijn in mijn ogen belangrijker krachtig instrument en kan een tedan het feit of er tot een overeengengewicht bieden aan het destruckomst gekomen wordt. 21
Samenwerkingspartner: parket
Gerechtelijke stage Lien BOVEN
Hoe ben je op het idee gekomen om te kiezen voor een week stage op een bemiddelingsdienst? Ik kwam op het idee nadat ik, in het kader van mijn opleiding als gerechtelijk stagiair, op het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding een uiteenzetting had gekregen over herstelbemiddeling, bemiddeling in strafzaken en andere alternatieve maatregelen, waarbij ook kort Suggnomè werd voorgesteld. Er werd toen een filmpje getoond (in het Frans) over een specifieke herstelbemiddeling tussen een dader van een gewapende overval en zijn slachtoffer en ik was hier sterk door geïnteresseerd.
Hoe heb je die stage ervaren? Strookte de ervaring met je verwachtingen? Ik heb een periode van 6 maanden buitenstage achter de rug bij allerlei partners van justitie, waarbij de week bij Suggnomè één van de meest interessante was. Ik had de kans om verschillende gesprekken bij te wonen, zowel met daders als met slachtoffers. Daarnaast kreeg ik door de gesprekken met de verschillende bemiddelaars ook een goed zicht op de werking van Suggnomè.
Is een week voldoende om indrukken en/of beklijvende
ervaringen op te doen? Een week was voldoende, doordat de bemiddelaars ervoor zorgden dat er heel veel gesprekken met verschillende partijen gepland stonden. Daarnaast had ik het geluk om een zeer aangrijpend en beklijvend gesprek tussen een dader van een gewapende overval en zijn slachtoffer te kunnen bijwonen.
Heb je als magistraat in je opleiding kennis gemaakt met de principes van Herstelrecht en de mogelijkheden van slachtofferdaderbemiddeling? Zijn deze principes te rijmen met de principes van het Klassieke Strafrecht? Ik heb tijdens mijn opleiding kennis gemaakt met de principes van Herstelrecht in de uiteenzetting over herstelbemiddeling, bemiddeling in strafzaken en andere alternatieve maatregelen. Magistraten die niet via de gerechtelijke stage maar rechtstreeks tot de magistratuur zijn toegetreden, kunnen deze opleiding ook volgen maar voor hen is het niet verplicht. De principes zijn zeker te rijmen met het klassiek strafrecht, maar het zal uiteraard van zaak tot zaak afhangen of herstelbemiddeling aangewezen is.
Wat heeft de stage u bij gebracht, betekend? Is dat relevant in uw loopbaan als rechter?
Suggnomè internationaal
De stage heeft mij zeer veel bijgebracht, omdat ik aan den lijve heb kunnen ondervinden hoe zinvol een geslaagde herstelbemiddeling kan zijn, zowel voor de dader als voor het slachtoffer. Ik ben er van overtuigd dat mensen op de mogelijkheid van herstelbemiddeling moeten gewezen worden. Als rechter vind ik het belangrijk om te weten wat herstelbemiddeling is zodat als herstelbemiddeling heeft plaatsgevonden, hier op de juiste manier rekening mee gehouden kan worden.
Suggnomè wordt jaarlijks meermaals uitgenodigd om ook internationaal haar expertise te delen. Bemiddelaars nemen deel aan internationale ontmoetingsmomenten en ook in België ontvangen we regelmatig geïnteresseerde buitenlandse studenten, wetenschappers en bemiddelaars.
Hoe reageren uw collega's op deze ervaring? En zou u het anderen aanraden? Mijn collega’s reageerden positief en ik zou het zeker anderen aanraden. Het is een unieke gelegenheid om aanwezig te kunnen zijn bij herstelbemiddelingsgesprekken en zicht te krijgen op hoe een bemiddeling werkt en welke impact ze heeft op de betrokken partijen.
Bemiddelingsdienst Antwerpen Bemiddelingsdienst Antwerpen 2013: 10 cijfers om trots op te zijn:
1551 mensen kregen een brief over bemiddeling,
670 gerechtelijke dossiers werden aangemeld, 506 mensen reageerden op de info-
298
brief, dossiers waarin minstens één partij wilde bemiddelen, 233 lopende én nieuwe effectieve bemiddelingen, 201 nieuwe dossiers
Voor een uitgebreid jaarverslag met cijfermateriaal en inhoudelijke reflecties van de arrondissementele diensten:
www.suggnome.be www.facebook.com/ Suggnomebemiddelingenherstelrecht 22
waarin twee partijen met interesse reageerden,
133 nieu-
we effectieve bemiddelingen,
48 ontmoetingen tussen
slachtoffer en dader, 35 bemiddelingsovereenkomsten, 2 man en een paardenkop die dit alles waarmaakten!
FORUM in beeld
23
aanvragen tellen we 3684 mogelijke bemiddelingsrelaties (zogenaamde potentiële bemiddelingsdossiers).
Jaarcijfers 2013 Suggnomè kort samengevat DE BEMIDDELINGSACTIVITEITEN IN VLAANDEREN IN 2013
Gedurende 2013 ontvingen onze bemiddelingsdiensten in totaal 3035 aanmeldingen. Dit zijn alle vragen van daders en slachtoffers zelf maar ook aanmeldingen van andere diensten (slachtofferhulp, psd, trajectbegeleider, ...) en informatie- en aanbodsbrieven van het parket/ onderzoeksrechter. Suggnomè werkt enkel in strafrechtelijke dossiers. De buitenstrafrechtelijke aanmeldingen worden niet opgenomen en in de mate van het mogelijke doorverwezen (bv. burgerrechtelijke materies, schuldbemiddeling, huurgeschillen, ...). Dit alles resulteerde in 2001 aanvragen, zijnde aanmeldingen waarin minstens één van de partijen, al dan niet via derden, de bemiddelaar heeft gecontacteerd. Hiervan konden 1838 aanvragen opgenomen worden. Reden van niet opname kan zijn: de dader ontkent, de zittingsdatum is te dichtbij, de andere partij kan niet gecontacteerd worden,… In de opgenomen
Het merendeel van de opgenomen aanvragen, goed voor 70%, bevindt zich in de fase van het opsporingsonderzoek, bijna 14% zit in de fase gerechtelijk onderzoek en 16% in de fase strafuitvoering. De instroom is ongelijk verdeeld over de arrondissementen. Meteen springt bijvoorbeeld Antwerpen in het oog, waar de hoge instroom alles te maken heeft met een systeem van automatisch en lineair informeren door het parket in dossiers met specifieke kwalificaties. Aan de andere zijde van het spectrum vallen bijvoorbeeld Hasselt en Veurne op. Dit beeld illustreert opnieuw de afhankelijkheid van externe partners die onze diensten ervaren op vlak van informatiebeleid (of helaas het ontbreken ervan), een kwetsbaar punt voor onze dienstverlening. Parketten spelen hier een grote rol. Hoewel steeds meer parketten interesse tonen om burgers meer systematisch te informeren en ook inspanningen in die richting leveren, blijven vaak praktische beslommeringen in de weg staan. Wij hopen dat de op til zijnde omzendbrief inzake informatie-opdracht in hoofde van de parketten samen met de gerechtelijke hervorming in 2014 een stap vooruit zullen betekenen. Zo ontwikkelden we afgelopen jaren in een aantal arrondissementen op vlak van samenwerking met gerechtelijke actoren ‘good practices’ die hopelijk kunnen inspireren. Tegelijk blijft het een uitdaging om ook andere partners op hun verantwoordelijkheid ter zake aan te spreken, want hoewel de samenwerking op het terrein vaak niet slecht loopt, krijgen we globaal beschouwd relatief weinig doorverwijzingen via hulpverleners, advocaten, … en dit terwijl doorverwijzingen die kaderen binnen een individueel traject dat slachtoffer en/of dader doorlopen, misschien wel de meeste kans op ‘slagen’ hebben. 3090 slachtoffers werden geïnformeerd over het aanbod bemiddeling. Van hen namen 1767 slachtoffers contact met de bemiddelingsdienst om meer te weten over dit 24
aanbod. Uiteindelijk wilden 1507 slachtoffers graag meer informatie krijgen (49% van het aantal geïnformeerde slachtoffers). Aan daderkant werden 2226 verdachten of daders geïnformeerd. Van hen namen 1601 contact met de bemiddelingsdienst, en betoonden 1467 uiteindelijk interesse om verder te worden geïnformeerd (66% van het aantal geïnformeerde daders). We stellen vast dat deze verhoudingen, waarbij interesse aan daderkant merkelijk hoger ligt, doorheen de jaren min of meer stabiel blijven. We noteren 1198 bemiddelingsdossiers, dit zijn dossiers waarin de bemiddelaar minstens één keer contact had met zowel dader als slachtoffer en hen de introductie uitleg kon geven. Uiteindelijk kon in 923 dossiers ook verder worden gegaan en kon effectieve informatie uitwisseling opgestart worden (923 effectieve bemiddelingsdossiers). Hoewel het aantal potentiële bemiddelingsdossiers over afgelopen 6 jaren met 28% is gestegen, volgen de bemiddelingsdossiers niet in dezelfde mate, met name zijn deze met 11% gestegen. Meer algemeen stellen we vast dat de verhouding effectief/ potentieel gestaag gedaald is van 32% in 2008 tot 25% in 2013. Een vaststelling die nader reflectie- en onderzoek vraagt. We tellen voor 2013 1292 afgesloten dossiers en 1001 afgesloten effectieve bemiddelingsdossiers waarvan 782 op indirecte wijze hebben plaats gevonden en 219 op directe wijze (soms meerdere gesprekken in één directe bemiddeling, in totaal 226 gesprekken). Op datum van 31 december 2013 zijn nog 255 dossiers hangende.