Hoe zal het in de hemel zijn?
Vijfendertig vragen en antwoorden over de eeuwigheid door Peter Kreeft, vertaling Anny Venmans Ik zou graag het onmogelijke willen proberen: het beantwoorden van de 35 meest gestelde vragen over de hemel. Het is voor de hand liggend dat er meer dan één artikel voor nodig is, meer dan één mensenleeftijd en meer dan menselijke wijsheid om elke van deze vragen bevredigend te beantwoorden. Maar soms kan een smaak de eetlust prikkelen. En misschien leiden deze vragen en antwoorden er toe meer over het onderwerp na te denken.
1. Hoe weten we in ieder geval iets over de hemel? Als we geen ‘vertrouwelijke informatie’ hadden, konden we slechts speculeren. Gelukkig hebben we enkele betrouwbare gegevens om op te bouwen: Goddelijke openbaring. Ik denk dat God wil dat wij ons verstand gebruiken en ook ons voorstellingsvermogen (want waarom zouden we enig door God gegeven vermogen negeren) om de schat aan uitdagende hints in de Bijbel te onderzoeken. Om hier onverschillig tegenover te staan lijkt op het zijn als de nutteloze knecht, die het talent van zijn meester in de grond verstopte. Door het hebben van deze gegevens zijn we in een geheel andere positie dan die van de ongelovige. Ofwel, het verschil ligt veeleer in ons geloof in de gegevens. Wij zijn de zienden in vergelijking met de blinden, die alleen over de zichtbare dingen kunnen speculeren. Wij kunnen meer dan speculeren over onzichtbare dingen. Wat weet je in ieder geval over de hemel? Ben je er ooit geweest? We kunnen deze uitdaging beantwoorden: ‘Nee, maar ik heb een zeer goede Vriend, die er wel is. Hij kwam hier en vertelde ons erover en toonde het aan ons. Hij is de Weg, de Waarheid en Het Leven’. 2. Waarom zullen we ons niet vervelen in de hemel? Ik denk dat deze vraag de meesten van ons in het onderbewuste meer hindert dan we willen toegeven. Ik kan me herinneren dat ik als kind zoiets had als een geloofscrisis: Ik wilde niet naar de hemel gaan omdat de populaire beelden ervan mij tamelijk vervelend leken.
Freud, die af en toe ter sprake komt met juweeltjes aan wijsheid geklemd tussen bergen aan onzin, zegt dat iedereen twee dingen nodig heeft om het leven de moeite waard te maken: liefde en werk. Eigenlijk zijn deze twee één, want liefde is een werk en werk is een liefde. Liefde is een werk, want het is iets dat je doet, niet iets dat je alleen maar voelt of wat je overkomt. Een werk moet een liefde zijn, want als het dat niet is, dan is het bedreigend en vervelend. Wat voor liefde-werk zullen we dan in de hemel doen? We zullen dezelfde liefde-werken afmaken waarvoor we bestemd zijn om die op aarde te doen. Er zijn slechts zes dingen die op aarde nooit zullen vervelen, zes dingen waar nooit een einde aan komt: jezelf, je buurman en God kennen en ervan houden. De twee grote geboden die de beschrijving van jouw werk voor het leven zijn, in zowel deze wereld als in de volgende, drukken dit plan uit: we moeten God volkomen liefhebben en onze naaste als onszelf. En teneinde lief te kunnen hebben moeten kennen, ervoor zorgen dat we kennen, zo oneindig als we oneindig liefhebben. Dit wordt nooit vervelend, zelfs niet op aarde: iemand die we al kennen en waar we van houden steeds beter leren kennen en er steeds meer van gaan houden. Het is onze vingerwijzing en onze voorbereiding voor onze eeuwige bestemming. 3. Zullen we onze geliefden in de hemel herkennen? George Macdonald beantwoordt deze vraag met een tegenvraag: ‘Zullen we daar grotere dwazen zijn dan hier?’ Natuurlijk zullen we onze geliefden kennen. Dit is een goddelijk ontworpen, essentieel onderdeel van onze vreugde. We zijn niet bedoeld om eenzame mystici te zijn, liefhebbers van God alleen, maar ook om als God zelf te zijn, liefhebbers van mannen en vrouwen. Net zoals Jezus op aarde van elke persoon op een andere en bijzondere manier hield – hij hield niet op dezelfde manier van Johannes als van Petrus, omdat Johannes niet Petrus was – zo zijn wij bedoeld om op een bijzondere manier van mensen te houden. Er is geen reden waarom deze bijzonderheid weggenomen zou worden, eerder nog zou het in de eeuwigheid toegevoegd worden. Onze familie en bijzondere vrienden zullen altijd onze familie en speciale vrienden zijn. In dit leven begint een kind te leren liefhebben door eerst van zijn moeder te houden, daarna van zijn vader, dan broertjes en zusjes en daarna huisdieren. De concentrische cirkels van liefde worden dan geleidelijk aan uitgebreid, maar de beginlessen worden nooit verlaten. Er is geen reden om te denken dat God dit plan na de dood aan stukken scheurt. 4. Hoe kan ik in de hemel gelukkig zijn als iemand waar ik op aarde zielsveel van hield, niet in de hemel gekomen is? Dit brengt allerlei soorten andere vragen naar voren over emoties, relaties en lijden in de hemel. Deze zullen kort behandeld worden, maar het eenvoudigste en belangrijkste antwoord op deze vraag voor nu is dit: als er iemand is waar je van houdt en je je er zo sterk mee vereenzelvigt dat je je niet kunt voorstellen dat je in de eeuwigheid gelukkig zou kunnen zijn zonder hem of haar, en die persoon schijnt nu in gevaar te zijn of is niet verlost, gebruik dan die relatie om diegene tot Jezus te leiden! Vertel God dat Hij voor deze persoon redding moet regelen zoals Hij dat voor jou geregeld heeft, omdat deze persoon een wezenlijk deel van jou is, en voor jou om als geheel gered te zijn, moet deze persoon meekomen. Het hoeft geen ‘vleiend’ of ‘chanterend’ gebed te zijn; het kan een eenvoudig ‘aanbieden’ van de feiten zijn, zoals dat van Maria: ‘Ze hebben geen wijn meer’. Laat God dit doen: het is altijd meer lieflijk, meer genadig, en meer effectief dan wat wij doen, meer dan wat wij ons ooit kunnen voorstellen of wensen. Vertrouw Hem om onze aardse liefde te gebruiken als een kanaal, bovennatuurlijk en/of natuurlijk, van genade en redding voor je vriend. Je echte vraag, je werkelijke probleem is de aanwijzing voor dit antwoord. God legt die last op jouw hart met een reden: voor jou om die ten uitvoer te brengen. 5. Kunnen zelfmoordenaars gered worden? Zonder meer, ja. De meeste mensen die zelfmoord plegen zijn niet bij hun volle verstand en dus niet geheel verantwoordelijk. Zelfmoord is natuurlijk een vreselijke vergissing en een verschrikkelijke zonde. Maar zonde zonder berouw sluit de deur van de hemel en soms heeft men berouw over zonde op dezelfde tijd dat ze gedaan wordt of onmiddellijk erna. Het diepere deel van de ziel en de wil van een zelfdoder kan geloven en hopen op een liefhebbende God, zelfs terwijl het oppervlakkige deel hem tot wanhoop drijft. Of berouw kan komen in een ogenblik tussen de daad en het gevolg ervan, de dood, of zelfs op het moment
van de dood. We weten het niet. Alleen God ziet en beoordeelt harten, niet alleen handelingen, en God zal alle mogelijke middelen gebruiken om ons te redden. Misschien zijn veel van die middelen onbekend en onverwacht voor ons. Niemand waagt de genade, de verstandigheid of de kracht van God te beperken. Maar juist onze onzekerheid zou ons rennend van deze verschrikkelijke, gevaarlijke zonde moeten sturen. Degenen die zelfmoord plegen, verzekeren zich niet automatisch van hun verdoemenis, maar zij riskeren zeker hun redding. 6. Zullen we in de hemel emoties hebben? Deze vraag zet aan tot een serie vragen van de soort: Zullen we aardse dingen in de hemel hebben? Ik denk dat het antwoord op al dergelijke vragen is: Ja, maar niet in de huidige vorm. Niets wordt eenvoudigweg gecontinueerd, en niets is zomaar voor eeuwig verloren; alles wordt getransformeerd, zoals bij de geboorte. We kunnen natuurlijk maar erg weinig weten over deze transformatie, en onze antwoorden moeten voor het overgrote deel gedisciplineerd giswerk zijn. Maar ik vermoed sterk dat we in de hemel gevoelens zullen hebben, want ze zijn voor onze mensheid onderdeel van Gods ontwerp, en niet alleen een resultaat van de zondeval. Maar onze gevoelens zullen ons niet drijven of ons beheersen. Ze zullen niet minder hartstochtelijk zijn, maar ze zullen minder passief zijn. Thomas Aquinas is van mening dat het seksueel genot voor de zondeval groter was en niet minder (omdat de zonde elk goed ding altijd beschadigt), en Augustinus is van mening dat de vreugde die we van God in onze zielen zullen ontvangen in de hemel in onze verrezen lichamen zullen ‘overstromen’ in een ‘weelderige stroom’ van plezier. 7. Zullen we in de hemel allemaal gelijk zijn? We zullen zijn zoals we nu zijn: gelijk in waarde en waardigheid, gelijk in het geliefd zijn door God. Maar zullen we gelijk zijn in de zin van hetzelfde? Dat God dat verhoede! Een van de grootste genoegens in dit leven, net zoals in het volgende, is het gemeenschappelijk delen van verschillende interesses, het genoegen om tegen iemand op te kijken die in iets beter is dan wij zijn en van hem of haar te leren. 8. Als we in de hemel gevoelens hebben waarom zouden we dan niet verdrietig zijn over degenen van wie we houden en die in de hel zijn? We weten dat er geen verdriet is in de hemel. God ‘zal alle tranen van hun ogen afwissen’ (Openb. 7: 17). Ik denk dat we niet verdrietig zullen zijn over de verdoemden om dezelfde reden waarom God dat niet is. Volgens de Bergrede zal Hij tot hen zeggen: ‘Ik heb u nooit gekend’ (Matth. 7: 23). God zal onze herinneringen schoonvegen. Dit zijn geen leugens of onwetendheid, maar waarheid, want in zekere zin bestaan de verdoemden niet meer, dat wil zeggen ze zijn niet meer in de meest echte plaats van alles, de hemel. Ze tellen niet meer mee. Ze zijn zoals as, niet zoals hout. Eens waren ze geheel mens, geheel levend, echte mannen en vrouwen. Maar de hel is een plaats niet van eeuwig leven maar van eeuwig dood. We houden niet van as en huilen er niet over; we houden alleen maar van of huilen over dingen die bestonden voordat ze verbrand werden. Maar in de hemel zullen we niet in het verleden leven – we zullen geen spijt hebben; noch zullen we in de toekomst leven – we zullen geen angsten kennen; maar zoals God zullen we in het eeuwige heden leven. Onze hemelse gevoelens zullen geschikt zijn voor de tegenwoordige realiteit, niet de realiteit uit het verleden. 9. Betekent dit dat de hel onwerkelijk is? Zeker niet. Jezus is erg duidelijk over de realiteit van de hel. Maar Hij is ook duidelijk dat het voor de ziel de dood is, niet het leven. In de Griekse filosofie kunnen zielen niet sterven. In het christendom kunnen ze dit wel – in de hel. Is dit vernietiging? Nee, het is dood. Vernietiging is het tegenovergestelde van schepping; dood is het tegenovergestelde van leven. 10. Wat gebeurt er in de hel? Niets. 11. Wat gebeurt er in de hemel? Alles.
12. Kunnen de gezegenden in de hemel ons nu zien? Laat me het op deze manier zeggen: Is er enige dwingende reden waarom ze dat niet zouden kunnen? Zou hun volmaaktheid hierdoor bedreigd worden? Kan de hemel alleen de hemel zijn door in quarantaine te zijn en de rolgordijnen neer te laten? Het is redelijk om ‘de wolk van getuigen’ in Hebr. 12: 1 te interpreteren niet alleen als getuigen van hun geloof tijdens hun eigen leven maar als getuigen voor ons, nu; niet alleen als de doden ‘getuigen van’ het leven door onze herinnering van hen maar als de levende getuige van het leven door hun levende bewustzijn. Is er iets verkeerds met jouw liefde voor jouw familie? Zal er dan iets verkeerds aan zijn in de hemel? Zal er iets verkeerds zijn met jouw verlangen om te zien hoe het met hen op aarde gesteld is? Ik zie geen dwingende reden om met nee te antwoorden. 13. Zullen we in de hemel alles weten? Ik denk het niet. Alleen God is alwetend. We zullen nooit ophouden met leren, maar we zullen ook nooit aan het einde komen. Alleen God kan het verdragen om alles te weten zonder verveeld te zijn. 14. Omvat verschillen ook seksuele verschillen? Is er seks in de hemel? Natuurlijk. Seks is een deel van onze goddelijk ontworpen mensheid. Het wordt in de hemel veranderd, maar niet weggenomen. We zullen ‘zoals de engelen’ zijn in ‘zij huwen niet en zij worden niet ten huwelijk genomen’ volgens het antwoord van Christus aan de Sadduceeën (Matth. 22: 30), maar niet in het geslachtsloos zijn. Sekse is op de eerste plaats iets dat we zijn, niet iets dat we doen. Ik denk niet dat we in de hemel geslachtsgemeenschap zullen hebben, maar we zullen het druk hebben met onszelf te zijn, en dat houdt in het man en vrouw zijn, niet geslachtsloze gecastreerden. Leve het verschil! 15. Wat voor soort lichaam zullen we in de hemel hebben? Allerlei soorten gnostici (platonisten, boeddhisten, hindoes, spiritisten, manicheïsmen) zeggen dat we pure geesten, engelen zullen worden, want zij kennen het leerstuk van de schepping niet. Heidenen en moslims zeggen dat we aardse lichamen en harems zullen hebben of gelukkige jachtvelden. Christenen daarentegen zeggen dat we veranderde lichamen zullen hebben, maar wel echte fysieke lichamen, zoals Christus had na Zijn opstanding. Zijn lichaam kon aangeraakt worden en Hij kon eten. Toch kon Hij komen en gaan zoals Hij wenste, zonder dat muren of afstanden obstakels waren. Het was hetzelfde lichaam dat Hij had voordat Hij stierf en Hij werd herkend door Zijn vrienden. Toch was het zo geheel anders zodat zij Hem eerst helemaal niet herkenden. Ik denk dat ons nieuwe verrezen lichaam een relatie zal hebben met het lichaam dat we nu hebben op dezelfde manier als ons huidige lichaam een relatie heeft met het lichaam dat we in de baarmoeder hadden. Als een foetus een portret van zichzelf zou zien op 20-jarige leeftijd, dan zou hij eerst zichzelf niet herkennen, zo totaal verrassend nieuw en anders zou het zijn. Toch is het dezelfde persoon, zelfs hetzelfde lichaam, nu echter gegroeid, meer volwassen. 16. Hoe zit het met verwondingen en mismaaktheden? Zullen zij in het opstandingslichaam verwijderd zijn? Ik denk het niet. Christus had Zijn wonden nog. Maar dat waren merktekens van heerlijkheid, niet van lijden en droefheid. Ik denk dat alles – in het lichaam, in de ziel en in de wereld van de persoon – wat aan God geofferd was en in het eeuwige koninkrijk aanvaard werd, bewaard en veranderd en in de hemel verheerlijkt zal worden. Maar alles dat dit niet was – alles wat niet het werk van God of van de geheiligde ziel was, maar van de wereld, het vlees of van de duivel – zal buiten de poort van de hemel gelaten worden. De wonden van de martelaren zullen gloeien als goud, maar de geamputeerde ledematen zullen hersteld worden, en dat zal net zo zijn met de intelligentie van de persoon met hersenbeschadiging. De rechtvaardigheid en genade van God zijn volmaakt. 17. Zal er in de hemel natuur zijn? De Bijbel vertelt ons dat er ‘een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’ zal zijn (Openb. 21: 1). Als we een nieuw lichaam hebben, hebben we een nieuwe aarde nodig: de lichamen zijn er niet om in luchtledige ruimten rond te zwerven. En waarom zou die nieuwe aarde een dode aarde zijn, zoals de maan. Ik denk liever aan een wereld die overvloeit van leven, zoals de huidige aarde. Ik denk dat we een veel intiemere relatie met de natuur zullen hebben dan nu. Ik denk dat de beelden van de natuurlijke mystici en de pantheïstische dichters bijna juist zijn, maar als profetie: In de hemelse toekomst gaan we in het geheim
van het leven binnen, waar we nu als buitenstaanders tegenaan kijken. C.S. Lewis oppert in zijn grote preek ‘Het gewicht van Heerlijkheid’, dat de reden dat we de aarde bevolkt hebben met goden en godinnen is, dat projecties kunnen doen wat wij verlangen te doen, maar niet kunnen, of tenminste nu niet kunnen doen: raak het binnenste geheim van de schoonheid aan die we in de natuur zien. 18. Zullen we in staat zijn om wonderen te doen? Ik denk het wel. Krachten die ons nu voor het grootste deel onthouden worden, voor onze eigen veiligheid, zullen hersteld worden als wij geleerd hebben om ze goed te gebruiken. Als onze zielen de wil van God volgen zoals de orkestleden de dirigentstok van hun dirigent volgen, dan zullen we in harmonie spelen. Maar stel je eens voor wat een verwoesting God zou toelaten als Hij ons, in onze gevallen staat, bovennatuurlijke krachten zou geven over de natuur! 19. Zullen er dieren in de hemel zijn? Zal mijn dode kat (hond) daar zijn? Het eenvoudigste antwoord op deze vraag, die zo vaak door kinderen wordt gesteld, is: Waarom niet? De vragen van kinderen zijn meestal de beste, en we zouden ons er voor moeten hoeden om hen minder serieus te behandelen. Juist nu kunnen huisdieren, net zoals alle andere dingen in deze wereld, bemiddelen bij Gods liefde en goedheid aan ons en ons trainen voor onze vereniging met Hem, of zij kunnen ons van Hem afleiden. In de hemel bemiddelt alles en niets leidt af. 20. Zullen we eten in de hemel? We zullen lichamen hebben, dus zullen we in staat zijn om te eten, zoals Christus deed na Zijn opstanding. Maar ik denk dat we niet zullen hoeven te eten. Het verrezen lichaam zal leven van de ziel en de ziel van God. Zoals we nu zijn, zijn onze lichamen afhankelijk wat water en voedsel. Misschien zal de materie waaruit het verrezen lichaam samengesteld zal zijn zal geen aparte atomen en moleculen hebben (en zal zo onverwoestbaar zijn). Misschien zullen onze lichamen geen gescheiden organen en systemen hebben, maar het lichaam als één geheel, of de gehele ziel in een geheel lichaam, zal al zijn handelingen uitvoeren. Maar dit is natuurlijk puur beschouwing. 21. Zullen onze lichamen in de hemel bekleed zijn? Degenen die beweren dat ze enkele blikken van mensen in de hemel hebben opgevangen, ofwel in een visioen of in een bijna-dood ervaring, zeggen meestal dat de mensen in de hemel gekleed zijn, maar anders dan wij zijn. De kleding is niet gekunsteld en verborgen, maar natuurlijk en onthullend. Het bekleden kwam pas na de zondeval om te verbergen wat schandelijk was alleen maar omdat het gevallen was. Als eenmaal de verlossing voltooid is en de zondeval geheel omgekeerd is, is er niets meer schandelijk. Er zal geen schaamte meer zijn. Kleding zal dan een pure heerlijkheid zijn, niet half heerlijkheid en half schaamte zoals nu. Misschien zal het lijken alsof ze uit het verrezen lichaam zelf groeien in plaats van dat ze van buitenaf aangedaan worden. De kwestie is belangrijker dan het lijkt, omdat kleren de hele wereld symboliseren en onze relatie met onze wereld. We nemen delen van onze wereld op onszelf zoals kleren en maken hen tot intieme delen van onze levens. In de hemel zullen we onszelf kleden met de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, zoals de ‘vrouw met de zon bekleed’ in Openbaring 12:1. 22. Zal er in de hemel muziek zijn? Inderdaad. Zelfs nu lijken grote musici een echo van Eden te zijn, een souvenir, een herinnering aan het paradijs – iets wat niet alleen een plezier is – maar van diepe betekenis op een niet te begrijpen, niet te formuleren manier, een grote en heilige mysterie. Ik verwijs nog eens (alleen als een aanwijzing) naar een aantal zieners die gezegd hebben dat ze in de hemel muziek gehoord hebben, maar van zo’n verschillende kwaliteit van de aardse muziek dat het niet te vergelijken was – zoals het vergelijken van het slaan van en peuter op een speelgoed xylofoon met een symfonie orkest. Muziek was, volgens de wijdverspreide overlevering, de eerste taal, de taal die God sprak om het heelal te scheppen. Ik heb het sterke vermoeden dat er hier meer meespeelt dan we denken. We denken meestal aan muziek als versierde poëzie en van poëzie als versierde proza. Maar God is niet prozaïsch. Ik denk dat proza verminderde poëzie is en poëzie verminderde muziek is. In het begin was er de ‘muziek van de
sferen’, en zo zal het op het einde zijn. 23. Zal de hemel groot zijn? Ja, maar met een andere soort grootheid. Nu sluit de ruimte ons in, begrenst ons en omschrijft ons. Maar we kunnen de ruimte veranderen in een plaats door het te humaniseren en te vergeestelijken. Een huis wordt een thuis, een ruimte wordt een plaats doordat wij erin leven. De hemel zal beide zijn, zowel intiem als onbegrensd, net zoals onze geest wil. Niemand zat er te klein of te groot over denken. In een zekere zin zal het eerder in ons zijn dan wij erin – niet in de zin dat het subjectief zal zijn, maar in de zin waarin toneelachtergronden en rekwisieten in het spel zijn, of deel van het spel, in plaats van dat het spel in of deel van de achtergrond. 24. Is de hemel in dit heelal? Nee, als dat zo zou zijn, dan zou je daar kunnen komen met een ruimteschip. Het is een andere dimensie, geen andere wereld. Toch hangt het in een bepaald opzicht samen met deze wereld, net zoiets als dat deze wereld samenhangt met die van de baarmoeder. Vanuit het gezichtspunt van een ongeboren kind, is deze wereld ver weg en buiten de baarmoeder; maar vanuit het gezichtspunt van een geborene is de baarmoeder in de wereld, en het ongeboren kind is al in de wereld – het kind ziet dit pas na de geboorte. Ik vermoed dat vanuit het gezichtspunt van de hemel we oprecht kunnen zeggen dat de aarde een deel van de hemel was, van de baarmoeder van de hemel, Maar je kunt daar niet komen met een ruimteschip, alleen door geloof en de dood, net zoals de foetus niet in de wereld buiten de baarmoeder kan komen behalve door de geboorte. 25. Zal er in de hemel tijd bestaan? Eeuwigheid betekent eenvoudigweg niet een eindeloze tijd; dat zou vervelend zijn. Noch betekent het strikt genomen iets tijdloos; dat zou onmenselijk zijn. Tijd is een onderdeel van ons bewustzijn, en God verscheurt niet Zijn plan voor ons; veeleer vervult en verandert Hij het. Ik denk dat de eeuwigheid alle tijd zal omvatten, zoals de stervenden hun hele leven voorbij zien trekken in een perfecte tijdsvolgorde, geen verwarring, toch ogenblikkelijk – net zoiets als wat je nu kunt doen als je een verhaal, dat je gelezen hebt en goed kent in je herinnering oproept. Als je zegt: ‘David Copperfield’, dan bedoel je alle Davids in een volgorde, maar je ziet hen allemaal tegelijk, vanaf de jonge David tot de oude David, omdat je het verhaal uit hebt en je er buiten staat. Je kijkt naar David ‘na de dood’. Op een dag zul je naar jezelf kijken ‘na de dood’. Tijd begrenst ons nu. Er is er nooit genoeg van. Ik denk dat de hemelse tijd zal zijn als de hemelse ruimte; volledig vermenselijkt en onderworpen aan de ziel. Zelfs nu zijn er twee soorten tijd, net zoals er twee soorten ruimten zijn (ruimte en plaats): chronos, ofwel opeenvolgende tijd, stoffelijke tijd en kairos ofwel gedeelde tijd, menselijke tijd, tijd voor een bepaald doel door het verstand en de wil gemeten. Welnu kairos wordt gebonden en begrensd door chronos; er is zelden genoeg tijd om recht te doen aan iets. In de Hemel zal deze binnenbuiten situatie omgekeerd worden, en de chronologische tijd zal gebonden en bestuurd worden door kairos, net zoiets als dat zelfs nu toneelschrijvers en romanschrijvers de tijd in hun verhalen beheersen. Overigens is onze ontevredenheid met de tijd een krachtig bewijsstuk dat we voor de eeuwigheid geschapen zijn. Er is niets natuurlijker en zo geheel doordringend in deze wereld dan de tijd. Niet alleen onze lichamen maar onze zielen zijn net zo goed verdiept in tijd. Toch klagen we erover. C.S. Lewis vraagt: ‘Klagen vissen de zee aan omdat ze nat zijn? Of als ze dat zouden doen, zou dat feit niet sterk doen vermoeden dat zij niet geweest zijn of niet altijd bestemd waren om waterschepselen te zijn?’ We verlangen er naar om uit de zee te stappen op het land van de eeuwigheid, zelfs ofschoon we niet echt begrijpen wat eeuwigheid is! 26. Welke leeftijd zullen we in de hemel hebben? De filosofen uit de middeleeuwen dachten over het algemeen dat we allemaal 33 jaar zouden zijn, de ideale leeftijd, de leeftijd van de volwassenheid, als van de aardse volwassenheid van Christus. Ik beschouw dit als een symbolische nauwkeurigheid; we zullen allemaal volledig volwassen zijn. Aan kinderen, die voor hun tijd sterven, zal door God (misschien door de bemiddeling van hun eigen ouders) alle volwassenheid die ze op aarde misten, gegeven worden.
Genetici zeggen dat het veranderingsproces niet onomkeerbaar is, dat wil zeggen dat een levend organisme theoretisch onsterfelijk zou kunnen zijn, nooit ouder wordt, nooit sterft. Kankercellen sterven niet tenzij ze gedood worden of dat hun gastheer sterft. Het ouder worden en het stervensproces begon op een bepaalde tijd in onze geschiedenis, na de zondeval. God maakte de dood niet, maar Hij doet die teniet. In de hemel zal er niemand oud zijn. Toch zal iedereen in een bepaald opzicht zowel oud als jong zijn, als een weerspiegeling van God die de Alfa en de Omega is, de eerste en de laatste, de jongste en de oudste: ‘oude schoonheid en toch altijd nieuw’. Zelfs nu zien we soms de wijsheid van de ouderdom in het peinzende gezicht van een baby of de eeuwige frisheid van de jeugd in de twinkelende ogen van de zeer ouden. Dit zijn de aanduidingen van de hemel. 27. Welke taal zullen we in de hemel spreken? Mijn voorvaderen verdedigen kloek dat het natuurlijk Nederlands zal zijn. Een rabbijn die ik ken heeft me vertelt dat het Hebreeuws zal zijn; hij zegt dat elke baby nog de taal herinnert die in de hemel hersteld zal zijn: de taal van Eden, zoals bewezen is door het feit dat het eerste woord van een kind vaak ‘Abba’ is (‘vader’ in het Hebreeuws). Het zal geen van de talen zijn die ons nu verdeelt. Die verdeling begon in Babel. Dat zal omgekeerd worden. De voorbode hiervan was op Pinksteren, waar onderscheidende talen in stand werden gehouden, niet verward werden, toch begreep elke persoon de ander. Misschien zullen er net zoveel talen zijn als er individuen zijn. Taal, net zoals kleding, onthult zowel als dat het verhult, ontsluiert en omsluiert de betekenis. In de hemel zal de taal, evenals de kleding alleen onthullen. 28. Zal er in de hemel privacy zijn? Ik denk het niet. Niemand zal iets achter willen houden, want niemand zal beschaamd of bang of verkeerd begrepen of ongeliefd zijn. Privacy is net zoals kleding en net zoals wetten: alleen nodig omdat we gevallen zijn. Als de zonde weg is, zal al het verstoppen weg zijn. Er zal zeker geen privé eigendom meer zijn; gen ‘dit is van mij en niet van jou’. 29. Zullen we in de hemel vrij zijn? (en zo ja, zijn we dan vrij om te zondigen? En zal dan niet iedereen die vrijheid ooit willen gebruiken?) ‘Vrijheid om te zondigen’ is een contradictio in terminus (tegenstrijdigheid), net zoals ‘vrijheid om geknecht te zijn’. De vrije keuze is slechts het middel tot ware vrijheid, de vrijheid van de Zonen van God. In de hemel zullen we niet zondigen, omdat we dit niet zullen willen doen. We zullen er nooit graag voor kiezen om te zondigen, net zoals nu grote wiskundigen geen elementaire fouten maken, ofschoon ze de macht hebben om dat te doen. In de hemel zullen we de aantrekkelijkheid en de goedheid van God, en de lelijkheid en de domheid van de zonde zo duidelijk zien dat er geen enkel motief zal zijn om te zondigen. Nu zijn we geknecht door onwetendheid, want we zondigen allen omdat we de zonde als iets aantrekkelijks zien, wat het niet is; en goedheid als iets dat in de aantrekkelijkheid ontbreekt. Er is een onwetendheid waar we verantwoordelijk voor zijn, maar het is onwetendheid en zonder die onwetendheid zouden we niet zondigen. In de hemel, in de ‘prachtige visie’ van God, overweldigend en gevuld met de algehele vreugde van de goedheid, gedoopt met de goedheid als een gezonken schip dat gevuld is met water, is het niet mogelijk dat iemand ooit wil weggaan van deze ontvangen heerlijkheid. Want ‘wandelen we in geloof, niet in aanschouwen’ (2 Korintiërs 5:7). Het hemelse zien zal onze vrijheid niet wegnemen. Vraag de blinden of het zien hun vrijheid zal wegnemen. 30. Is niet de bezorgdheid over de hemel escapistisch? Ik beantwoord de vraag met een andere vraag van C. S. Lewis: Wie spreekt het meest tegen ‘escapisme? Gevangenisbewaarders. Is het escapistisch voor een baby om zich te verbazen over de wereld buiten de baarmoeder? Is het escapistisch voor iemand op een lange oceaanreis om zich te verbazen over land dat in zicht is? Is het escapistisch voor het zaad om over de bloem te dromen? Het is alleen maar escapistisch als de hemel een leugen is. Degenen die der Hemel ‘escapistisch’ noemen veronderstellen atheïsme. 31. Vermindert de bezorgdheid om de hemel niet de bezorgdheid om de aarde? Nee, juist het tegenovergestelde. Vermindert de bezorgdheid van een zwangere vrouw voor de toekomst
van haar baby haar bezorgdheid voor haar baby nu? Als ze gelooft dat haar baby dood geboren zal worden dan zal ze ermee ophouden om ervoor te zorgen, en als we geloven dat leven eindigt met een wereldse abortus, dan zullen we ophouden om er veel zorg aan te besteden. Maar als we geloven dat dit leven de voorbereiding voor de eeuwigheid is, dan maakt alles een eeuwig verschil. Als de aarde de weg naar de hemel is, dan zullen we ervoor zorgen. Als het nergens toe leidt dan doen we dat niet. Historisch gezien is het zo dat degenen die het sterkst in de hemel geloofden het grootste verschil op aarde gemaakt hebben, te beginnen met Christus Zelf. 32. Hoe intiem is het verband tussen de hemel en de aarde? Begint de hemel nu? De vreugde van de hemel doet dat, omdat Christus onze vreugde is, Die ons vertelt: ‘Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld’ (Matth. 28:20). Nu waarderen we die vreugde niet volledig, maar het is hier, omdat het echte leven van de hemel; het echte leven dat stroomt van de Wijnstok in de takken, hier is. Als het nu hier niet in ons, dan zal het daar niet in ons zijn. Als de hemel nu niet in ons is, zullen we niet voor eeuwig in de hemel zijn. Want de hemel is waar God is. God bepaalt waar de hemel is; de hemel bepaalt niet waar God is. God bedwingt de hemel, de hemel bedwingt God niet. Als God nu door het geloof in onze zielen is, dan is juist het hemelse leven hier in ons nu, in de vorm van zaad. Daar kwam Jezus over prediken en te geven, de focus van al zijn preken, ‘het Koninkrijk van de Hemel’. Het is de ‘parel van grote waarde’, het ding waarvoor de hele wereld een veel te kleine is om een prijs te betalen. En het is gratis. 33. Hoe verdien je de hemel? Dit is de belangrijkste vraag die iemand kan stellen. Het antwoord is al gegeven: Het is gratis. ‘En wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water om niet’ (Openb. 22:17). Geloof is de handeling voor het verdienen. Het klinkt krankzinnig, te goed om waar te zijn. Maar het is volkomen zinnig. Want God is liefde. Liefde geeft geschenken, geeft zichzelf. God geeft Zichzelf. Zijn eigen leven, lidmaatschap in Zijn gezin. We zijn gemaakt als ‘deelhebbers aan de goddelijke natuur’ (2 Petr. 1:4). Want God is pure liefde, en pure liefde heeft geen vermenging van gemeenheid in zich. 34. Is Jezus de enige weg? (Of kunnen goede heidenen, hindoes, etc. ook de hemel verdienen?) Het eerste deel van de vraag is duidelijk en het antwoord is ook duidelijk: Tenzij Jezus het slachtoffer is van een grandioos zelfbedrog of een opzettelijke lasterlijke leugen, is Hij de enige weg, want dat zegt Hij precies zo (Joh. 14:6). Maar het tweede deel van de vraag is niet duidelijk. Mensen die nooit van Christus gehoord hebben en Hem dus noch bewust geaccepteerd, noch bewust verworpen hebben, moeten ook de hemel verdienen door Christus, omdat er geen andere manier is. Tot zover is het duidelijk door de eigen woorden van Christus. Maar het is niet duidelijk wat er aan de gang is in de onbewuste diepten van de zielen van deze mensen. Alleen God weet het. Misschien kennen ze Hem en houden ze van Hem in de vage vorm van een diep, onbewust verlangen en liefde. Christus ontmoedigde zijn discipelen om het spel van de hemelse bevolkingsstatistiek te spelen. Toen ze Hem vroegen: ‘Here, zijn het weinigen, die behouden worden?’, antwoordde hij noch met ja, noch met nee, maar zei: ‘strijdt om in te gaan’ (Lukas 13:24). Met andere woorden: bemoei je met je eigen zaken, met je eigen redding, in plaats van het speculeren over anderen en statistieken. God heeft ons het antwoord op deze vraag niet gegeven vanwege Zijn eigen goede redenen, net zoals Hij ons niet verteld heeft wanneer het einde van de wereld komt, een andere vraag waarover we graag speculeren. Ik denk dat we in beide gevallen de wijsheid kunnen zien van het niet aan ons te vertellen. Als we wisten wanneer de wereld zou eindigen, dan zouden we niet altijd gereed zijn voor de dief die onverwacht in de nacht komt. Als we wisten dat de meesten niet gered zouden worden, dan zouden we geneigd zijn tot wanhopen; als we wisten dat de meesten gered zouden worden, dan zouden we geneigd zijn tot arrogantie. Wat we wel weten is dat Christus de Verlosser is en niet alleen een 33-jarige Joodse man, maar ook de eeuwige God, de Logos, die elk individu verlicht (Joh. 1:9). Dus heeft iedereen een eerlijke kans om Hem te accepteren of te verwerpen, ofwel impliciet (want alle licht van de waarheid en goedheid komt van Hem), ofwel expliciet. We zijn niet gered door hoe duidelijk onze kennis is; we zijn door Hem gered. Geloof is de lijm die Hem vasthoudt (of meer accuraat: de lijm waarmee Hij ons vasthoudt, want geloof is ook Zijn geschenk).
Dit is een traditiegetrouwe hoofdlijn van de christelijke houding, vanuit de tijd van Justin Martyr en Clement van Alexandrië tot de tijd van C.S. Lewis. Het zit halverwege tussen de liberale visie dat men gered kan worden op andere manieren dan Christus (bijvoorbeeld door goede voornemens) en de veelvuldige fundamentalistische visie die vereist dat er een expliciete kennis van Christus voor nodig is om gered te zijn. De visie in het midden doet geen afbreuk aan de oneindige ernst van het zendingswerk, zoals de liberale visie doet. Want als we niet weten hoeveel kinderen door een gast in het ijs zullen vallen en verdrinken zouden we dan net zoveel dringende noodzakelijkheid voelen in waarschuwingen uit te roepen (en onze woorden in handelingen om te zetten) als wanneer we exact zouden weten wie zou sterven en wie niet. 35. Hoe denk je dat al deze vragen en antwoorden er voor jou uit zouden zien in de hemel? Ik denk dat ze erg veel zullen lijken op de eerste klomp klei van Michelangelo waaraan hij op 2-jarige leeftijd werkte – en ernaar keek nadat hij de Pieta had gebeeldhouwd. Ik denk dat we dit kinderlijke gebabbel over ‘wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen’( 1 Kor. 2:9) zoals we al het andere in onze huidige levens zullen zien: overdekt met het licht en de liefde van God. En zo zullen we deze kinderlijke speeltjes koesteren, zelfs als we erom lachen. God zien en van Hem houden in alle goede dingen, inclusief onszelf, is waar we voor gemaakt zijn, en wat we voor eeuwig zonder verveling zullen gaan doen. We kunnen beter nu maar wat oefening krijgen. In het licht van de hemel krijgt alles wat we doen en alles dat we ervaren twee nieuwe betekenissen. Aan de ene kant wordt alles eindeloos belangrijker, ernstiger, gewichtiger met heerlijkheid dan daarvoor. Als we alleen maar oefenen voor een toevallig tijdverdrijf, is ons oefenen niet erg belangrijk, maar als we oefenen voor het wereldkampioenschap dan wel. Aan de andere kant maakt de hemel dat al het aardse door de vergelijking licht en onbeduidend lijkt. Het mest verschrikkelijke met lijden gevulde leven op aarde is, bekeken vanuit de hemel, niet meer dan een nacht in een onprettig hotel. Heiligen en martelaren kennen de waarde van dit leven en deze wereld; ze houden ervan omdat God ervan houdt. Maar ze geven alles gemakkelijk op voor de hemel. (De auteur is professor in de filosofie aan het Boston College en schrijver van meer dan 40 boeken. Zijn visie op de hemel, die uit deze 35 vragen en antwoorden blijkt, komt uiteraard geheel voor eigen rekening. Als Manna-vandaag publiceren we deze om jou ertoe aan te zetten deze zaken zelf te onderzoeken – en het goede te behouden. Het is een onderwerp met eeuwigheidswaarde.)