Economisch hart van de Kempen *R2014.131*
Nummer : R2014.131/Z140002438 Onderwerp : Wijzigingen Minimabeleid 2015
Aan de raad Samenvatting De staatssecretaris van SZW vindt het belangrijk dat gemeenten meer doen om de participatie van kinderen uit gezinnen met een laag inkomen te bevorderen. Zij heeft hiervoor structureel geld beschikbaar gesteld aan de gemeenten. In dit voorstel is uitgewerkt hoe dat in de Kempengemeenten vormgegeven zou kunnen worden, door middel van het instellen van een extra bedrag per kind, gericht op participatie. Daarnaast heeft het rijk twee landelijke regelingen afgeschaft, te weten de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Compensatie Eigen Risico (CER). De gemeenten ontvangen geld om compensatie te bieden aan de mensen met een laag inkomen die deze tegemoetkomingen niet meer ontvangen. Er wordt een voorstel gedaan voor een compenserende regeling hiervoor. Voorgesteld besluit 1. De wijziging van Langdurigheidstoeslag naar Individuele inkomenstoeslag opnemen in de nieuwe Verordening Participatiewet 2015. 2. De Regeling Schoolkosten en de Regeling Computerkosten laten vervallen en vervangen door de Regeling Schoolkosten, Participatie en Computerkosten. a) Deze Regeling geldt voor gezinnen met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm. Boven deze inkomensgrens geldt de draagkrachtberekening. b) Deze Regeling geldt voor kinderen in de leeftijd van 4 t/m 18 jaar. c) Deze Regeling kent de volgende bedragen: - € 200 per kind per jaar voor schoolkosten - € 350 per kind per jaar voor participatie - € 600 per gezin per 5 jaar voor computerkosten d) De uitgaven uit deze Regeling worden door ISD de Kempen gecontroleerd middels een steekproef. 3. Deelnemen aan de gewijzigde CZM (collectieve zorgverzekering minima). a) Deelname aan de CZM is mogelijk voor inwoners met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm. b) De premie van de CZM wordt helemaal vergoed voor de goedkoopste variant en voor het pakket met dezelfde dekking als het huidige pakket, wordt de klant verplicht € 5,00 per maand zelf te betalen. Het college kan het bedrag dat de klant per maand zelf moet betalen per kalenderjaar aanpassen. c) Voor inwoners met aantoonbare structurele hoge zorgkosten kan de premie van het extra uitgebreide pakket vergoed worden. 4. De Regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen vervangen door een nieuwe “Regeling voor Medische meerkosten”. a) Deze Regeling geldt voor inwoners met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm. b) Deze Regeling vergoedt een vast bedrag van € 20 per maand per aannemelijk gemaakte kostensoort. c) Per aanvrager wordt een maximum van vijf kostensoorten vergoed, waarmee een plafond gesteld wordt van € 100 per persoon per maand. d) Een medisch advies, opgesteld door een onafhankelijke arts, bepaalt de hoeveelheid kostensoorten waarvoor een aanvrager in aanmerking komt. Team: Behandelend ambtenaar: Telefoonnummer: WZ Bart Spruijt 0497-361462
5. ISD de Kempen belasten met de uitvoering van voorstellen 1 t/m 4 en de financiële middelen t.b.v. deze uitvoering beschikbaar te stellen. De verantwoording over de financiën geschiedt via de P&C cyclus, d.m.v. begroting, managementrapportages en jaarrekening. 6. De Kadernota Minimabeleid 2015 vaststellen, onder intrekking van: - Nota Minimabeleid 2004, vastgesteld bij raadsbesluit van 11-11-2004, nummer R 2004.096; - Kadernota Minimabeleid 2009, vastgesteld bij raadsbesluit van 23-04-2009, nummer R 2009.025. 1. Inleiding Het minimabeleid moet als gevolg van enkele landelijke ontwikkelingen aangepast worden. Dit is het gevolg van een wetswijziging van de WWB en het afschaffen van enkele landelijke regelingen waardoor financiële ondersteuning wegvalt voor mensen met meerkosten op medisch gebied. Deze regelingen zijn de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Compensatieregeling Eigen Risico (CER). De gemeenten krijgen vanaf 2015 opdracht en budget om compensatie te bieden aan inwoners met een laag inkomen die meerkosten hebben op medisch gebied. Ook krijgen de gemeenten extra middelen (met ingang van 2015) om het armoedebeleid te intensiveren. Hierbij heeft de staatssecretaris de uitdrukkelijke wens uitgesproken om de participatie van kinderen uit arme gezinnen te bevorderen. 2. Relevante (wettelijke) beleidskader Als gevolg van afschaffing landelijke regelingen zijn taken naar de gemeenten overgeheveld. 3. Relatie toekomstvisie, klimaatvisie en dorpsontwikkeling Toekomstvisie: het beleid van de Kempengemeenten (zoals geformuleerd in de Kadernota Minimabeleid van 2009) is gericht op het bevorderen van participatie, bevorderen van persoonlijke ontwikkeling, voorkomen van sociale uitsluiting en voorkomen van uitsluiting van gezondheidsvoorzieningen. Er wordt daarmee ook een link gelegd naar de Wmo-gedachte dat ieder mens vanuit zijn eigen mogelijkheden recht heeft op “meedoen”, ongeacht financiële, medische of psychische beperkingen. Klimaatvisie: geen relatie. Dorpsontwikkeling: geen relatie. 4. Doelstelling/effecten Deze voorstellen dienen een tweeledig doel. Ten eerste het stimuleren van de participatie van kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. Ten tweede het compenseren van inwoners met een laag inkomen die niet langer de landelijke tegemoetkomingen ontvangen uit de Wtcg en de CER. Het effect hiervan is dat kinderen beter kunnen meedoen in de maatschappij en daarmee sociale vaardigheden kunnen opdoen en het gevoel kunnen hebben er “gewoon” bij te horen. Daarnaast wordt beoogd een financiële compensatie te bieden aan de inwoners die financieel het wegvallen van de Wtcg en CER moeilijk kunnen dragen. De inwoners met aannemelijke meerkosten als gevolg van ziekte of beperking en een laag inkomen, kunnen dan voor deze meerkosten gecompenseerd worden. 5. Argumentatie college advies Op het gebied van het minimabeleid veranderen er meerdere zaken tegelijkertijd. Er is een wetswijziging aangenomen door de Tweede Kamer die voor het armoedebeleid twee zaken wijzigt. ~ De Langdurigheidstoeslag verandert in een Individuele inkomenstoeslag. ~ De categoriale regelingen worden afgeschaft. In de Kempen komt hierdoor te vervallen: Regeling ouderen, chronisch zieken en gehandicapten Voor drie regelingen heeft het andere gevolgen: Regeling schoolkosten en deelname sociaal/culturele activiteiten Regeling Computerkosten
behoort bij R2014.131
2
De regering vindt het belangrijk dat de gemeenten de bijzondere bijstand heel gericht inzetten voor vergoeding van de daadwerkelijke kosten van mensen die het echt niet zelf kunnen betalen. Individueel maatwerk geldt bij de bijzondere bijstand dan ook als belangrijkste uitgangspunt. Een aanpak op individueel niveau is naar de mening van de regering niet alleen nodig om de financiële ondersteuning gericht in te kunnen zetten, maar ook om een brede integrale aanpak mogelijk te maken. De gemeenten moeten daarom zowel financieel als beleidsmatig eigen keuzes kunnen maken. Hiervoor wordt extra geld beschikbaar gesteld. Het rijk heeft besloten om twee compenserende tegemoetkomingen voor mensen met meerkosten als gevolg van een chronische ziekte of beperking af te schaffen. Dit betreft: ~ Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) - Jaarlijks vast bedrag (minimaal € 342) - 33% korting op de eigen bijdrage Wmo ~ Compensatie Eigen Risico (CER) - Jaarlijks vast bedrag (€ 99) Deze tegemoetkomingen werden inkomensonafhankelijk verstrekt en landelijk uitgevoerd door het CAK in opdracht van het ministerie van VWS. Door de inkomensonafhankelijkheid werd in de ogen van het ministerie teveel geld besteed aan mensen met een hoog inkomen die deze financiële bijdrage niet nodig hebben. Met de afschaffing van de regelingen wordt een deel van het bespaarde budget overgeheveld naar de gemeenten. Van de gemeenten wordt verwacht dat zij compensatie zullen bieden aan de inwoners met een laag inkomen die de gevolgen van deze afschaffing merken. De hierboven beschreven wijzigingen leiden tot drie onderwerpen die aan wijzigingen onderhevig zijn: 1) Wijziging Langdurigheidstoeslag 2) Intensiveren van het armoedebeleid (stimuleren van participatie door kinderen) 3) Compensatie bieden aan chronisch zieken, gehandicapten en ouderen met meerkosten op medisch gebied. Deze drie onderwerpen worden hieronder opeenvolgend uitgewerkt. 1) Wijziging Langdurigheidstoeslag De Langdurigheidstoeslag heet m.i.v. 1 januari 2015 Individuele inkomenstoeslag. Bij de beoordeling of een klant in aanmerking komt voor de individuele inkomenstoeslag moeten behalve 1 een langdurig laag inkomen ook worden beoordeeld: - de “krachten en bekwaamheden” van de individuele persoon, en - de “inspanningen om tot inkomensverbetering te komen” In de huidige verordening Langdurigheidstoeslag en de uitvoering hiervan door ISD de Kempen wordt hier al aan voldaan. Door de indeling van de klanten in groepen (afhankelijk van de afstand tot de arbeidsmarkt) wordt al rekening gehouden met de krachten en bekwaamheden. Door te kijken naar een opgelegde maatregel (sanctie) i.v.m. re-integratie activiteiten wordt ook rekening gehouden met voldoende inspanning om tot inkomensverbetering te komen. Op dit moment geldt een inkomensgrens van 105% van de toepasselijke WWB norm, om voor langdurigheidstoeslag in aanmerking te komen. Vanuit de gedachte dat de individuele inkomenstoeslag alleen bedoeld is voor mensen die leven op bijstandsniveau, gedurende langere tijd, is het voorstel om de deze inkomensnorm te verlagen naar 100%. Dit sluit ook aan bij het advies van de Raad van State, dat de aanbeveling geeft om regionaal identieke normeringen aan te houden. In de gemeenten binnen het SRE verband wordt overwegend de norm van 100% aangehouden. Met de wijziging van de tenaamstelling van de Verordening (Langdurigheidstoeslag => Individuele inkomenstoeslag) wordt derhalve ook voorgesteld om de definitie van een laag inkomen te veranderen van 105% in 100% van de toepasselijke bijstandsnorm.
1
In de huidige verordening is gedefinieerd: Langdurig = 36 maanden, Laag = 105% bijstandsnorm.
behoort bij R2014.131
3
2) Intensiveren van het armoedebeleid (stimuleren van participatie door kinderen) De Regeling voor Schoolkosten en deelname aan sociaal culturele activiteiten, de Regeling Computerkosten, zoals deze in de Kempengemeenten worden uitgevoerd, vallen niet onder de Categoriale Regelingen die wettelijk komen te vervallen. De Regelingen worden door ISD de Kempen namelijk uitgevoerd onder de Individuele Bijzondere Bijstand. De uitgaven vanuit deze Regelingen worden steekproefsgewijs gecontroleerd door ISD de Kempen. Vanuit de Regeling Schoolkosten ontvangen ouders per kind van 4 tot 12 jaar een bedrag van € 125 en voor kinderen van 12 tot 18 jaar een bedrag van € 249. In de gemeente Eersel geldt een bedrag van € 284, ongeacht de leeftijd. De Regeling Computerkosten betreft een maximaal bedrag van € 565 per 5 jaar, voor gezinnen met een kind vanaf groep 7 van de basisschool. In de Kempengemeenten is stichting Leergeld actief. Leergeld stimuleert de deelname van kinderen aan sportieve of culturele activiteiten. Voor kinderen uit gezinnen die buiten de reikwijdte van de bovengenoemde regelingen vallen, maar door omstandigheden weinig bestedingsruimte hebben, vervult Stichting Leergeld een belangrijke ondersteunende functie. In het kader van de intensivering armoedebeleid, ten behoeve van de participatie van kinderen, is het mogelijk om de huidige Regeling schoolkosten en de Computerregeling uit te breiden. Naar het idee van het college zijn schoolkosten, computerkosten en uitgaven t.b.v. participatie wezenlijk andere uitgaven. Het voorstel is dan ook om hier drie aparte bedragen voor te verstrekken. De uitgaven moeten dan ook separaat verantwoord worden door de ouders die de financiële ondersteuning ontvangen. Om de uitvoerbaarheid te bevorderen is het voorstel om voor de leeftijd van 4 t/m 18 jaar gelijke bedragen te hanteren. Dit voorstel is hieronder in de tabel weergegeven.
Huidig Schoolkosten 4 t/m 12 jaar Schoolkosten 12 t/m 18 jaar Computerkosten vanaf groep 7 per 5 jaar Nieuw (altijd 4 t/m 18 jaar) Schoolkosten Participatie Computer per 5 jaar
Bergeijk
Bladel
Eersel
Oirschot
€ 125
€ 125
€ 284
€ 125
Reusel-De Mierden € 125
€ 249
€ 249
€ 284
€ 249
€ 249
€ 565
€ 565
€ 565
€ 565
€ 565 (vanaf groep 3)
€ 200 € 350 € 600
€ 200 € 350 € 600
€ 200 € 350 € 600
€ 200 € 350 € 600
€ 200 € 350 € 600
Op deze wijze worden ouders ruimer in de gelegenheid gesteld om hun kinderen deel te laten nemen aan activiteiten op school (bijvoorbeeld schoolreisjes) en te participeren in sportverenigingen (of zwemles) of culturele activiteiten (bijvoorbeeld muziekles). Daarnaast blijft het voor elk gezin mogelijk om te beschikken over een computer. Regeling naar draagkracht Deze regeling is ook beschikbaar voor inwoners wiens inkomen iets hoger is dan 120% van de bijstandsnorm. Bij een hoger inkomen gaat de zogenaamde draagkrachtregeling gelden. Van elke euro inkomen boven de 120% bijstandsnorm op jaarbasis wordt 65 cent ongemoeid gelaten en 35 cent afgetrokken van het bedrag uit de regeling. Dus als een inwoner € 500 per jaar meer verdient dan 120% van de bijstandsnorm, ontvangt hij € 175,- (35% van € 500) minder uit deze regelingen per jaar. Stel dat eerst schoolkosten worden gevraagd: Dan ontvangt hij nog € 25 (€ 200 min € 175). Voor de volgende aanvraag voor bijvoorbeeld participatie ontvangt hij wel het gehele bedrag van € 350, want de draagkracht van € 175 per jaar is al met de eerste regeling verrekend.
behoort bij R2014.131
4
3) Compensatie bieden aan chronisch zieken, gehandicapten en ouderen met meerkosten op medisch gebied. De meerkosten die mensen als gevolg van een chronische ziekte en/of beperking ervaren, kunnen sterk in aard en omvang variëren. Er kan sprake zijn van directe meerkosten zoals kosten of eigen bijdragen voor medische hulp, verzorging en hulpmiddelen. Daarnaast kunnen er zogenaamde verborgen meerkosten zijn. Dit zijn noodzakelijke kosten, zoals stookkosten, waskosten of kosten door kledingslijtage die hoger zijn als gevolg van een chronische ziekte of beperking. De gemeenten zullen moeten nagaan of meerkosten niet gedekt worden uit andere (voorliggende) regelingen zoals de zorgverzekering op grond van de Zvw of aanvullende verzekeringen. Er kan ook sprake zijn van compensatie via de werkgever of reeds via de gemeenten op grond van de Wmo of de bijzondere bijstand. De categoriale regeling voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen moet worden beëindigd, omdat de wettelijke basis hiervoor vervalt. Deze regeling kent een bedrag toe aan ouderen, chronisch zieken of gehandicapten ter hoogte van € 249 voor één persoon en maximaal € 374 bij meerdere personen binnen één huishouden, die vallen binnen de doelgroep. Er geldt een inkomensgrens van 110% van de bijstandsnorm. De meerkosten hoeven niet aannemelijk gemaakt te worden, bij deze regeling. Daarnaast zijn de landelijke regelingen die compensatie boden voor de verschillende meerkosten afgeschaft, de eerder genoemde Wtcg en CER. Gemeenten krijgen de taak om compensatie te bieden aan de personen met een laag inkomen die te maken hebben met deze meerkosten op medisch gebied. Hiervoor zal een nieuwe regeling vastgesteld moeten worden. Er zijn verschillende mogelijkheden om compensatie te bieden voor deze meerkosten aan inwoners met een laag inkomen. Deze worden hieronder kort genoemd: a) de individuele bijzondere bijstand; Hierbij wordt iedere inwoner met extra kosten verwezen naar de individuele bijzondere bijstand voor ondersteuning. Dit heeft als voordeel dat alleen werkelijk gemaakte kosten vergoed worden. Het nadeel is dat indirecte meerkosten, die niet feitelijk bewijsbaar zijn, niet vergoed kunnen worden. Dit brengt hoge uitvoeringskosten voor de gemeente en hoge administratieve lasten voor de cliënten met zich mee. b) een collectieve (aanvullende) zorgverzekering; De Kempengemeenten bieden nu een Collectieve Ziektekostenverzekering voor Minima (CZM) aan haar klanten. De CZM vergoedt een breed scala aan ziektekosten en heeft een premie van € 35,per maand. De premie voor deze aanvullende verzekering wordt volledig via de bijzondere bijstand vergoed. De premie van de basisverzekering komt voor rekening van de klant zelf. Er is een ontwikkeling gaande om de huidige CZM uit te breiden naar 3 varianten. Budgetvariant, met een beperkte dekking. Huidige variant, met redelijk uitgebreide dekking Extra uitgebreide variant, met zeer brede dekking Via de laatste variant kunnen veel meerkosten vergoed worden aan de klanten, zonder veel administratieve last voor de gemeente en de klanten zelf. Nadeel is dat niet alle meerkosten vergoed worden via de verzekering. De indirecte meerkosten, bijvoorbeeld extra reiskosten en energiekosten, worden hierbij niet vergoed. c) een financiële tegemoetkoming vanuit de Wmo; De nieuwe Wmo 2015 heeft de mogelijkheid om de afgeschafte Categoriale regeling voor mensen met een chronische ziekte of beperking op een andere manier vorm te geven. Hierbij is het noodzakelijk om goed vast te leggen hoe de toelating (indicatie) tot deze regeling wordt vormgegeven. Er moeten regels worden gesteld over het aantonen van (de aannemelijkheid van) de meerkosten en de inkomensgrens die wordt gehanteerd. Dit moet dan in het Wmo beleidsplan en de Wmo verordening gebeuren. Middels deze tegemoetkoming kunnen niet alleen daadwerkelijk gemaakte kosten, maar ook aannemelijk gemaakte kosten (indirecte kosten) worden vergoed. Hierbij gelden wel hoge uitvoeringskosten voor de gemeente, vooral als gekozen wordt voor de indicatiestelling door een medisch adviseur.
behoort bij R2014.131
5
d) Een regeling op individuele beoordeling binnen de bijzondere bijstand; Amsterdam heeft een systematiek voor tegemoetkoming in de meerkosten opgezet binnen de bijzondere bijstand. In Amsterdam zijn er 8 kostensoorten vastgesteld waar meerkosten kunnen gelden i.v.m. chronische ziekte of beperking. Dit zijn: - dieetkosten - wettelijke eigen bijdragen - telecommunicatie - waskosten
- kledingslijtage - energiekosten - maaltijdvergoeding - pedicure/manicure
Per soort wordt een vastgesteld bedrag van € 20,- per maand uitgekeerd. Bij iedere aanvraag wordt een medisch advies gevraagd om de aannemelijkheid van meerkosten per kostensoort vast te stellen. De afgegeven indicatie is 5 jaar geldig. Deze regeling kan uitgevoerd worden binnen de mogelijkheden van de bijzondere bijstand, vergelijkbaar met de Regeling voor schoolkosten en participatie. Hierbij is het mogelijk om aannemelijke kosten te vergoeden, waaronder ook verborgen kosten, zonder dat deze kosten daadwerkelijk aangetoond hoeven te worden. Ook deze regeling kent hoge uitvoeringskosten. Een medisch adviseur beoordeelt de aannemelijkheid van meerkosten. Een objectieve beoordeling zorgt voor grotere acceptatie van een (gedeeltelijke) afwijzing van de regeling, blijkt uit ervaring van de gemeente Amsterdam. Mogelijk scenario Het bovenstaande afwegend is het voorstel van het college om door middel van een combinatie van twee maatregelen compensatie te bieden aan de inwoners die als gevolg van een chronische ziekte of beperking meerkosten hebben. Hierbij is de afweging geweest dat de individuele bijzondere bijstand enkel feitelijke en aantoonbare kosten kan vergoeden, waardoor dit niet voldoende compensatie kan bieden voor de meerkosten van inwoners met een chronische ziekte of beperking. Een financiële tegemoetkoming op basis van de Wmo houdt in dat binnen de Wmo een regeling moet worden vastgesteld die inkomensgrenzen nodig maakt. Dit is uitvoeringstechnisch gemakkelijker vorm te geven binnen de bijzondere bijstand. Vandaar dat wordt voorgesteld om de mogelijkheden b) en d) uit de opsomming op de vorige bladzijde verder uit te werken. - Uitgebreide CZM Het voorstel is om aan te sluiten bij de uitgebreide systematiek van de CZM. De drie varianten vragen wel om een heroverweging van de bijdrage door de gemeente in de premie van de aanvullende verzekering. De wettelijke grens van 110% vervalt, waardoor wordt voorgesteld om weer aan te sluiten bij de inkomensgrens van de individuele bijzondere bijstand, namelijk 120% van de bijstandsnorm. Het is voor de uitvoering van de bijzondere bijstand gunstig als zoveel mogelijk ziektekosten via de zorgverzekering worden vergoed. Maar voor klanten die zelden zorgkosten hebben is het niet noodzakelijk om meer kosten te vergoeden dan strikt noodzakelijk. Daarom wordt voorgesteld de bijzondere bijstand € 5,00 onder de maandpremie van de middelste variant (overeenkomend met de huidige CZM) vast te stellen. De klanten moeten dan bewust kiezen of zij tegen geringe kosten gelijkblijvend verzekerd willen zijn. Uiteraard hebben klanten de vrijheid om de Budgetvariant af te sluiten, als zij het idee hebben dat deze variant het beste aansluit bij hun behoefte. De premie hiervan wordt volledig via de bijzondere bijstand vergoed. Voor de klanten die meer medische kosten maken is er de mogelijkheid om de extra uitgebreide variant te kiezen. Wanneer deze kosten structureel en aantoonbaar zijn, kan ISD de Kempen de voorwaarde opleggen dat klanten deze extra uitgebreide variant afsluiten. Er wordt dan eenmalig bijzondere bijstand voor deze kosten verstrekt, maar vervolgens vallen die kosten binnen de CZM. ISD de Kempen kan dan besluiten om de premie van de extra uitgebreide variant te vergoeden aan de klant. De vergoeding van deze extra premiekosten wordt geregeld via de tweede maatregel, de Regeling Medische meerkosten, die hieronder wordt beschreven. - Regeling Medische meerkosten Als tweede maatregel de categoriale regeling voor chronisch zieken en ouderen omvormen, zodat deze binnen de regels van de individuele bijzondere bijstand past, conform de regeling van Amsterdam. Deze kan “Regeling voor Medische meerkosten” genoemd worden.
behoort bij R2014.131
6
Deze Regeling zorgt ervoor dat inwoners die medische meerkosten hebben een tegemoetkoming kunnen ontvangen van de gemeente. Hierbij wordt een vergoeding verstrekt voor aannemelijk gemaakte kosten. Hiermee is het een goede aanvulling op de CZM. Het voorstel is om voor alle huidige klanten een nieuwe indicatie te stellen om de aannemelijkheid van meerkosten aan te tonen. Op dit moment komen inwoners namelijk enkel om het feit dat ze een Wmo voorziening hebben, of ouder dan 65 jaar zijn, in aanmerking voor de Categoriale Regeling voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Het hebben van een Wmo voorziening, of ouder zijn dan 65 jaar, betekent echter niet dat er daadwerkelijk meerkosten zijn. Het voorstel is de inkomensgrens gelijk te stellen aan de individuele bijzondere bijstand (120% van de bijstandsnorm). Dit is ruimhartiger dan de huidige grens voor de categoriale regelingen (110% van de bijstandsnorm). Wanneer inwoners een inkomen hebben dat iets boven de grens ligt, kan nog een deel van het bedrag worden toegekend, conform de draagkrachtregels die ervan uitgaan dat een cliënt 35% van het inkomen boven de grens in mindering gebracht krijgt op het bedrag uit de regeling. Met behulp van een medisch advies kan per persoon bepaald worden welke meerkosten aannemelijk zijn. Voor de “geïndiceerde” meerkosten ontvangt de klant een vast bedrag. Een medisch advies geldt voor vijf jaar, zodat niet elk jaar opnieuw een aanvraag gedaan hoeft te worden. Het voorstel is om een maximum van 5 kostensoorten per klant in te stellen, dus maximaal € 100,- per maand, om de uitgaven te bewaken. De verwachting is dat gemiddeld per klant 4 kostensoorten geïndiceerd zullen worden door de medisch adviseur. 6. Alternatieven Niet instemmen met de wijzigingen Minimabeleid 2015. 7. Financiën Zie bijlage 1. Financiële uitwerking per gemeente. 8. Risico’s Er zijn geen risico´s verbonden aan het aannemen van dit voorstel. 9. Communicatie en participatie Na vaststelling van de wijzigingen door de gemeenteraad zullen de burgers uitgebreid geïnformeerd moeten worden. Het cliëntenplatform ISD heeft in de vergadering van 26 juni 2014 een advies uitgebracht. Het schriftelijk advies is aan dit voorstel bijgevoegd. Ook het Platform Ondersteuning en Participatie (POP) heeft in de vergadering van 15 oktober 2014 een advies uitgebracht. Het schriftelijk advies inclusief reactie van de ISD is aan dit voorstel bijgevoegd. 10. Planning Niet van toepassing.
Bladel, 28 oktober 2014.
Burgemeester en wethouders van Bladel, de secretaris, de burgemeester,
Bijlage(n) a. Ontwerp-besluit . b. Financiële uitwerking per gemeente . c. Concept Kadernota Minimabeleid 2015 . d. Advies cliëntenplatform ISD . e. Advies POP . f. brief van de Staatssecretaris van SZW aan de Tweede Kamer . behoort bij R2014.131
7