DYSLEXIEPROTOCOL (wordt op dit moment geupdate!)
Dyslexie wordt gedefinieerd als "een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau" (brochure van de Stichting Dyslexie Nederland, herziene versie 2008). Men spreekt van dyslexie als er – onverwacht – grote problemen zijn met lezen en/of spellen, er een verschil bestaat tussen verwachtingen en prestaties en er problemen zijn in de ontwikkeling van de taal. Vaak zijn er ook aanwijzingen dat dyslexie in de familie voorkomt. Bij een groot deel van de leerlingen is de dyslexie al op de basisschool vastgesteld. Daarnaast is er een groep leerlingen bij wie pas in het voortgezet onderwijs echt duidelijk wordt dat er sprake is van dyslexie. In veel gevallen hebben kinderen strategieën ontwikkeld om met hun leerstoornis om te gaan, maar schieten die tekort zodra de Moderne Vreemde Talen (Engels, Frans en Duits) aan bod komen. Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie. Dyslexie is wel een leerstoornis waar leerlingen behoorlijk veel last van kunnen hebben, niet alleen wat betreft leren, maar ook wat betreft zelfvertrouwen en zelfbeeld. Het Meander College wil een school zijn die kinderen in staat stelt hun talenten te ontwikkelen en dat type onderwijs te volgen dat aansluit bij hun intellectuele capaciteiten. Dat is ook het doel van het dyslexiebeleid. Het dyslexieprotocol zal aan het begin van elk schooljaar onder leiding van de zorgcoördinator worden bijgesteld en geëvalueerd, vervolgens zal het bijgestelde dyslexieprotocol in het MT worden ingebracht door de zorgcoördinator. Hieronder staat beschreven hoe het dyslexiebeleid op het Meander wordt vormgegeven.
I.
Achterhalen welke leerlingen dyslectisch zijn
In de brugklas proberen we al zoveel mogelijk te achterhalen welke leerlingen dyslectisch zijn. Daarom wordt van alle leerlingen in de maanden september/oktober het spellings- en stilleesniveau in kaart gebracht. Dit wordt gedaan d.m.v. een zinnendictee en een stilleestoets conform het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs (Henneman, Kleijnen & Smits, herziene versie 2005). Op basis van deze toetsgegevens in combinatie met gegevens uit het dossier, wordt gekeken welke leerlingen in aanmerking komen voor extra lessen spelling. Deze verplichte spellinglessen worden gevolgd door alle leerlingen die op het dictee onder de norm scoorden. Voor ouders die besluiten hier geen gebruik van te maken worden de kosten voor een eventueel later onderzoek volledig in rekening gebracht. Voor een leerling met een dyslexieverklaring zijn de lessen facultatief.
1
Na deze spellinglessen wordt een zinnendictee en/of een woorddictee afgenomen om te kijken of en in hoeverre de spellinglessen geholpen hebben. Als er voldoende vooruitgang is geboekt, eindigt hier het traject. Als er geen of te weinig verbetering heeft plaatsgevonden, volgt een tweede ronde spellinglessen en toetsing. Wanneer er tijdens dit traject aanleiding voor is, worden er extra individuele toetsen afgenomen. Wanneer er aanleiding is om een dyslexieonderzoek te adviseren wordt er contact gezocht met ouder(s)/verzorger(s), leerling en mentor. Het kan voorkomen dat er aan het einde van het eerste schooljaar nog geen conclusie kan worden getrokken of er wel of niet sprake is van dyslexie. Dit is voor de school aanleiding om een leerling extra in de gaten te houden. Ouder(s)/verzorger(s), mentor, zorgcoördinator, afdelingsleider en leerling bewaken dit proces. Ondanks dit screeningsproces is het niet uit te sluiten dat in de hogere leerjaren leerlingen voor onderzoek in aanmerking komen. De procedure rondom screening en onderzoek wordt besproken met de ouder(s)/verzorger(s): zij worden gedurende het hele proces zoveel mogelijk op de hoogte gehouden. Als uit de screening naar voren komt dat dyslexieonderzoek geïndiceerd is, is de toestemming van beide ouder(s)/verzorger(s) een noodzakelijke voorwaarde om het onderzoekstraject in te kunnen zetten. Het Meander College betaalt een kwart van de onderzoekskosten. De overige kosten zijn voor rekening van de ouder(s)/verzorger(s) zelf. Indien dyslexieonderzoek niet geïndiceerd is, maar ouder(s)/verzorger(s) toch besluiten om dyslexieonderzoek te laten doen bij hun kind, dan zijn de kosten van het gehele dyslexieonderzoek voor rekening van henzelf. (In het schooljaar 2015-2016 bedragen de totale kosten van een groepsgewijs afgenomen dyslexieonderzoek € 350,=).
II.
De dyslexieverklaring
Een dyslexieverklaring is onbeperkt geldig en moet op school aanwezig zijn om gebruik te kunnen maken van faciliteiten. Het Meander College wil ook graag het onderzoeksrapport (van ouder(s)/verzorger(s)) ontvangen, zodat deze in het leerlingdossier kunnen worden bewaard en kennis kan worden genomen van de gegeven adviezen. In de dyslexieverklaring worden maatregelen en faciliteiten aanbevolen. Deze helpen de leerling om op een passend niveau te kunnen presteren. Bij het bepalen van de faciliteiten wordt uitgegaan van de onderwijsbehoefte van de leerling en de mogelijkheden die de school heeft om de begeleiding te bieden. Deze faciliteiten worden vastgelegd in Magister. Sommige maatregelen vallen onder de verantwoordelijkheid van de school (zie punt 4), andere onder verantwoordelijkheid van ouder(s)/verzorger(s) en leerling. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen, indien ze daar prijs op stellen, een gesprek aanvragen bij de zorgcoördinator om het onderzoeksrapport en de verklaring te bespreken. Een dyslexieverklaring moet ondertekend zijn door een bevoegd deskundige (GZ-psycholoog of orthopedagoog-generalist).
2
Wanneer er bij een leerling sprake is van dyslexie, wordt dit vermeld onder kenmerken in Magister. Zo kan elke docent zien bij welke leerling dyslexie is vastgesteld. Tevens is er een overzichtslijst die de docenten digitaal kunnen raadplegen.
III.
Begeleiding
Voor dyslectische leerlingen bestaat de mogelijkheid om gedurende een bepaalde periode te worden begeleid door de remedial teacher, aanmelding gaat via de mentor en zorgcoördinator. Het doel van de begeleiding is om leerlingen gereedschap in handen te geven om beter of anders met hun dyslexie om te gaan. Dit vergt van de leerlingen een actieve rol. De frequentie van de begeleiding varieert per leerling en wordt zoveel mogelijk afgestemd op de behoefte van de leerling. Alle brugklasleerlingen die per 1 augustus een dyslexieverklaring hebben, krijgen in de eerste schoolweken een uitnodiging om deel te nemen aan de training Dyslexie Vaardig (DyVa). Aan deze training is een informatiemoment voor ouders gekoppeld. De doelstellingen van de training zijn beter leren omgaan met dyslexie in het voortgezet onderwijs, o.a. tips en trucs aanleren om effectiever te leren. Bij de start van de bovenbouw wordt opnieuw een DyVa training georganiseerd, inclusief een informatiemoment voor ouders. Als tijdens de schoolloopbaan op het Meander College dyslexie wordt vastgesteld, wordt remedial teaching ingezet. Ook hier wordt gekeken wat de specifieke behoefte van de leerling is. IV.
Faciliteiten
In de toewijzing van faciliteiten maakt het Meander College de keuze om na 1 oktober van het eindexamenjaar geen wijzigingen meer toe te staan op het gebied van dispenserende en compenserende maatregelen. Op deze manier hebben de leerlingen nagenoeg het gehele examenjaar de tijd om te (leren) werken met de faciliteiten die ze ook bij het eindexamen zullen gebruiken. De examenleerlingen en hun ouders worden in september uitgenodigd voor een informatie moment rondom dyslexie en de mogelijke examenfaciliteiten. Op het gebied van compensaties en dispensaties gelden voor alle dyslectische leerlingen de volgende maatregelen:
In de onderbouw: bij overhoringen en repetities worden toetsen verkort. Op de toetsen staat aangegeven welke opgaven bij tijdgebrek niet gemaakt hoeven te worden. In de bovenbouw: extra tijd voor toetsen: - bij een toets van 50 minuten: 10 minuten extra tijd - bij een toets van 75 minuten: 15 minuten extra tijd - extra tijd bij examens (ten hoogste 30 minuten). (Deze leerlingen maken de toets in een ander lokaal dan hun klasgenoten; het faciliteitenlokaal)
3
Aangepaste spellingbeoordeling bij de talen; - spelfouten worden niet gerekend. - fouten tegen grammaticale regels (b.v. werkwoordtijden, naamvallen etc.) worden wel beoordeeld. Deze aangepaste beoordeling voor spelling geldt niet bij de examens. Er mag dan wel gebruik worden gemaakt van de spellingcontrole. Spelfouten worden niet meegerekend als dit niet getoetst wordt. Toetsen worden aangeboden in tenminste Arial puntgrootte 12. Geen handgeschreven of gedicteerde toetsen (dit geldt niet voor een dictee) of toetsen die vanaf het bord worden gegeven. Toetsen hebben een duidelijke en overzichtelijke lay-out. In overleg met de docent: terughoudendheid bij het geven van leesbeurten. Gebruik van luisterboeken (niet schoolboeken). Ouders en/of leerling vragen deze boeken zelf aan (via aangepast lezen). Leerling stelt de desbetreffende docent hiervan op de hoogte. Afspraken t.a.v. het aantal af te nemen toetsen per dag/week: Onderbouw: toetsen worden afgenomen op vastgestelde toetsmomenten. Er wordt maximaal 1 voorbereid proefwerk per dag afgenomen (Schriftelijke overhoringen vallen hier niet onder). Bovenbouw: Toetsen worden voornamelijk in toetsweken afgenomen. Aantekeningen: op papier meegeven / laten kopiëren van een andere leerling / foto nemen.
Eventueel, en altijd in overleg met een deskundige:
Aangepaste luistertoetsen. Voor leerlingen die gebruik maken van tekst-naar-spraaksoftware worden de toetsen digitaal in Word aangeleverd door de docenten aan de onderwijsassistent van het Zorglokaal. Hier maken de onderbouw leerlingen de toets. Voor de bovenbouw leerling staat de toets klaar in het faciliteitenlokaal. De leerlingen die tekst-naar-spraaksoftware gebruiken bij toetsen, gebruiken een laptop met Sprint of Kurzweil van school. Wil een leerling tekst-naarspraaksoftware thuis of in de les gebruiken dan is dit mogelijk met eigen device en eigen software of via school gehuurde software. Het is mogelijk om gebruik te maken van tekst-naar-spraaksoftware (Sprint Plus) van de school. Bij thuisgebruik dient €50,- per schooljaar betaald te worden. Indien het handschrift een complicerende factor is, is het gebruik van een door de school beschikbaar gestelde toetslaptop met tekstverwerker en spellingcontrole toegestaan bij toetsen en het examen. Toekenning hiervan gebeurt op basis van extra onderzoek door een door de school aangewezen deskundige. Bij examens wordt de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van computers. Bij examens wordt de mogelijkheid geboden om gebruik te maken van Daisy of tekst-naar-spraaksoftware.
4
V.
In overleg met leerling en/of ouders bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van Daisy cd’s (gesproken schoolboeken) of bestanden t.b.v.. tekstnaar-spraaksoftware. Deze kunnen aangevraagd worden bij de zorgcoördinator en worden betaald door school. Bovenbouw: Gebruik van een laptop van de school met spellingcontrole bij proefwerken en overhoringen in het faciliteitenlokaal. Faciliteit wordt toegekend door orthopedagoog. Onderbouw: Gebruik van een eigen device met spellingcontrole bij proefwerken en overhoringen in de klas. Faciliteit wordt toegekend door orthopedagoog. Ontheffingen of verlicht programma voor de tweede Moderne Vreemde Taal
Ontheffingen en een verlicht programma voor Frans óf Duits worden toegekend door de directie, met inachtneming van de regels van het ministerie. Deze houden o.a. in dat er in de onderbouw van de havo en het vwo géén ontheffingen voor de talen gegeven mogen worden. Om in aanmerking te komen voor een verlicht programma zijn de volgende voorwaarden gesteld: de leerling toont goede inzet voor de talen en de andere vakken de inzet voor de talen werkt belemmerend voor de resultaten op de andere vakken ontheffing is alleen mogelijk wanneer er sprake is van dyslexie en niet van een capaciteiten- of motivatieprobleem een verlicht programma wordt alleen opgesteld in overleg met de betreffende vakdocent er is altijd eerst een periode van remedial teaching geweest waaruit blijkt dat een verlicht programma noodzakelijk is alle andere beschikbare hulpmiddelen zijn geprobeerd en hebben onvoldoende effect gehad A
Vmbo: Voor de Theoretische Leerweg geldt dat ontheffing van Frans/Duits (TL2) wettelijk gezien toegestaan is. Het is echter aan de directeur van de school om te beoordelen of een leerling hiervoor in aanmerking komt. In plaats van dispensatie kan ook de keuze gemaakt worden om te werken met aangepaste programma’s voor een Moderne Vreemde Taal.
B
Onderbouw havo: een verlicht programma voor Frans óf Duits onder bepaalde strikte voorwaarden vanaf de 3e klas. Er kan in de Tweede Fase niet voor dat vak gekozen worden. Voor een verlicht programma Frans en Duits veroorzaakt dit beperkingen in de mogelijkheden die er zijn binnen de profielkeuze. Er zijn 3 profielen te kiezen zonder 2e Moderne Vreemde Taal (MVT). Alleen het profiel Cultuur & Maatschappij is niet meer mogelijk i.v.m. verplichte 2e MVT. Bij een overstap naar het atheneum is naast Engels, óf Frans óf Duits verplicht. Het verlicht programma voor Frans én Duits veroorzaakt beperkingen in de mogelijkheden die er zijn binnen de profielen Cultuur & Maatschappij en 5
Economie & Maatschappij. C
Onderbouw atheneum: een verlicht programma voor Frans of Duits, onder bepaalde strikte voorwaarden. Het betreffende vak mag dan niet meer in de Tweede Fase gekozen worden en dat beperkt de profielkeuze mogelijkheden. Een verlicht programma voor Frans sluit geen profielen uit, maar beperkt wel de keuzemogelijkheden binnen de Maatschappij profielen. Het verlicht programma voor Duits beperkt de keuzemogelijkheden binnen de twee Maatschappij profielen en sluit de twee Natuurprofielen uit.
D
Bovenbouw/Tweede Fase atheneum: ontheffing voor de tweede Moderne Vreemde Taal is mogelijk. Hiervoor gelden vanuit het ministerie van onderwijs strenge criteria en in plaats van het vak Duits of Frans moet een ander vak gekozen worden met een minimale studielast van 440 uur.
VI.
Doorstroming/bevordering
Tijdens de overgangsvergaderingen aan het eind van het jaar, waarin bepaald wordt naar welke klas een leerling bevorderd wordt, kan dyslexie vallen onder de categorie "bijzondere omstandigheden". Dat wil zeggen dat we bij dyslectische leerlingen die in de bespreekzone vallen bij het eindrapport een zorgvuldige afweging maken tussen behaalde resultaten en overgangsnormen.
6