De impact van "Abenomics" op de internationale markten wordt op dit moment mogelijk nog onderschat. Het besluit van Japan om zijn deflatie met agressievere middelen te bestrijden, stelt de markten gerust dat er nog geruime tijd een overvloed aan liquiditeiten zal zijn … De Nikkei 225 is van alle aandelenbenchmarks van de ontwikkelde landen dit jaar het sterkst gestegen, omdat de markt ervan uitgaat dat het beleid van eerste minister Shinzo Abe en de gouverneur van de Japanse centrale bank, Haruhiko Kuroda, een einde zal maken aan 15 jaar van deflatie, de economie zal stimuleren en de bedrijfswinsten zal doen stijgen. De Nikkei 225 heeft het voorbije kwartaal ten opzichte van het voorgaande kwartaal de beste prestatie neergezet sinds 1972, terwijl de Japanse centrale bank beloofd heeft om de geldhoeveelheid van het land te verdubbelen en in twee jaar tijd de inflatie te doen oplopen tot 2%. De index, die de maand heeft afgesloten op het hoogste peil sinds juli 2008, zal volgens de mediaanverwachting van 16 door Bloomberg gepolste analisten in de rest van het jaar met nog eens 6,1% stijgen tot 14.400 punten. Volgens door Bloomberg verzamelde gegevens zullen de winsten van de bedrijven in de Nikkei 225 dit boekjaar met 34% stijgen. Nog volgens deze gegevens zitten zij al op een berg contanten van 75 biljoen yen (753 miljard USD). Bedrijven in de Nikkei 225 zullen dit jaar samen 205,67 yen per aandeel uitkeren aan dividenden. Dat is 1,2% meer dan in 2012. Hoewel het dividendrendement zal terugvallen tot 1,52% door de stijging van de Nikkei 225, is dat nog altijd meer dan het dubbele van de Japanse tienjaarsrente. Het rendement van de Standard & Poor's 500 beloopt 2,1%, zowat 25% meer dan de Amerikaanse tienjaarsrente. De Shanghai Composite-index, de belangrijkste index van het Chinese vasteland, biedt een rendement van 2,5%, tegenover een tienjaarse overheidsrente van 3,4%. De yen is in de afgelopen zes maanden met 20% gedaald tegenover de dollar, wat bijzonder gunstig is voor de overzeese winsten van exporteurs als Toyota Motor Corp., 's werelds grootste autofabrikant. Volgens door Bloomberg verzamelde gegevens zal zo'n 90% van de bedrijven in de Topix-index, de breedste aandelenindex van Japan, in de komende vier weken overgaan tot de publicatie van hun resultaten, die een ruime analyse mogelijk zullen maken van de manier waarop bedrijven zich aanpassen aan de zwakkere munt.
De economische vooruitzichten blijven somber ...: de samengestelde PMI van de eurozone is in april voor de 15e maand op rij onder de 50puntengrens gebleven, wat langer is dan de periode van 14 maanden van krimp in de recessie van 2008-2009. Dit wijst erop dat de economie mogelijk voor het zesde kwartaal op rij is gekrompen en de recessie aanhoudt; De chaos in verband met de redding van Cyprus heeft opnieuw een knauw gegeven aan het vertrouwen dat de markten hadden in het vermogen van de eurozone om uit de recessie en de economische crisis te komen. Het prijskaartje van de redding van Cyprus zal volgens een ontwerpdocument van de Eurogroep waarschijnlijk oplopen tot 23 miljard EUR in plaats van de aanvankelijk geraamde 17,5 miljard EUR. Dat betekent dat het land in de komende drie jaar zelf 13 miljard EUR of zowat 69% van het BBP zal moeten zien te vinden om voor een lening van 10 miljard EUR in aanmerking te komen; de Amerikaanse economie is in het eerste kwartaal met 2,5% gegroeid, terwijl analisten uitgingen van een groei van 3% en de economie in de laatste drie maanden van 2012 met 0,4% was gegroeid. Beleggers zijn nu bezorgd dat de positieve trend van het begin van het jaar omslaat door algemene bezuinigingen op de federale begroting (de zogenoemde sekwester). De Fed zal de rest van het jaar naar verwachting een recordhoeveelheid geld in de economie blijven pompen; de voorlopige Chinese PMI kwam de voorbije maand lager uit dan verwacht (50,5 tegenover een mediaanraming van 51,5) door een zwakke internationale en binnenlandse vraag, wat beleggers doet vrezen dat de motor van de op één na grootste economie ter wereld sputtert; het groeiverhaal van de opkomende markten komt in het gedrang, omdat de opvering van de Amerikaanse industrie door het vooruitzicht van lagere loonkosten en goedkope energie en het herstel van de Japanse economie dankzij een zwakkere yen ten koste van de opkomende landen zou kunnen gaan; … maar centrale bankiers, de bewaarders van de wereldwijde deviezenreserves ten belope van ca. 11 biljoen USD, kopen in een recordtempo aandelen, aangezien de lage rente op obligaties zelfs zeer voorzichtige beleggers in de richting van aandelen duwt. Van 60 centrale bankiers die in april door Central Banking Publications en Royal Bank of Scotland Group werden gepeild, verklaarde 23% aandelen te bezitten of van plan te zijn er te kopen. De Japanse centrale bank, die op één andere centrale bank na de grootste reserves heeft, heeft op 4 april verklaard dat zij haar beleggingen in ETF's tegen 2014 ruim zal verdubbelen tot 3,5 biljoen yen (35,2 miljard USD). Beheerders van activa van banken zijn op zoek naar alternatieven voor staatsobligaties nadat groeistimulerende maatregelen van de Federal Reserve en de Japanse en de Engelse centrale banken de rente naar een dieptepunt brachten. De buitenlandse deviezen van centrale banken zijn in de afgelopen tien jaar wereldwijd met ongeveer 8,5 biljoen USD toegenomen, wat meer is dan zij nodig hebben voor het dagelijkse muntbeheer. De deviezenreserves van de centrale banken wereldwijd zijn in 2012 met 734 USD gestegen tot een recordbedrag
van 10,9 biljoen USD, zo blijkt uit gegevens van het in Washington gevestigde Internationaal Monetair Fonds. Dat is ongeveer 20% van de totale marktwaarde van alle aandelen ter wereld (55 biljoen USD). Wanneer dividenden meer rendement bieden dan obligaties, is het niet meer dan logisch dat beleggers aandelen kopen. Bedrijven in de Standard & Poor's 500-index betalen 2,2% van hun gezamenlijke aandelenkoers uit aan dividenden, terwijl tienjarige staatsobligaties een rente van 1,69% opleveren. Aandelen zijn ook goedkoop ten opzichte van staatsobligaties wanneer we de winsten met de rentebetalingen vergelijken om de waarderingen te bepalen (de favoriete waarderingsmethode van voormalig Fed-voorzitter Alan Greenspan). Bedrijven in de S&P 500 genereren een winst ten belope van 6,4% van hun aandelenkoers, ofwel ca. 4,7% meer dan de Amerikaanse tienjaarsrente. => We herhalen ons thema van 2013: tegenwoordig worden binnenlandse markten gestuurd door lokale risico's en waardefactoren, die ook bepalend zijn voor de relatieve prestaties, aangezien rendementscorrelaties tussen aandelen en grondstoffen en doorheen het universum van risicovolle activa over het geheel genomen zijn teruggekeerd naar hun niveau van vóór de crisis. => Hoewel we overwogen zijn in Japanse aandelen tegenover aandelen van de eurozone, hebben we onze weging van cyclische sectoren over het geheel genomen verminderd door een onderweging van cyclische aandelen tegenover defensieve aandelen (verlaging van de weging van luxeconsumptiegoederen en industrie en verhoging van die van telecommunicatie en nutsdiensten). 1.1 Regionale aanbevelingen 1.1.1 Perifere landen vs. kernlanden in Europa (IBEX vs. DAX): overweging Aandelen van de perifere landen zullen hun achterstand ten opzichte van obligaties van deze landen naar verwachting goedmaken.
De eerste fase van de schuldencrisis in de eurozone — de betalingsbalanscrisis — lijkt ten einde te lopen. De behoefte aan externe financiering is in vele perifere landen fors verminderd. Ook de stabilisering van de bankdeposito's in verschillende perifere landen van de eurozone toont aan dat Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), de financiële versnippering van de monetaire unie op zijn minst tijdelijk een halt heeft kunnen toeroepen. Met zijn maatregelen heeft hij politici in de regio tijd gegeven om veranderingen door te voeren, al vormen zij geen oplossing voor de schuldencrisis. Als de Europese schuldencrisis niet verder escaleert, is een hedge op de perifere landen in een aandelenportefeuille minder noodzakelijk. Kortom: beleggers zullen nu minder geneigd zijn om de DAX te overwegen ten opzichte van de perifere landen; Vooral in de wetenschap dat een zwakkere yen de Duitse export schaadt. Bovendien zijn aandelen in de perifere landen goedkoop, zowel absoluut als relatief gezien. Op basis van de koers-boekwaardeverhouding noteren aandelen in Italië en Spanje met een korting van 20% ten opzichte van
Duitse aandelen.
1.1.2 Aandelen in opkomende landen: overweging => neutraal Sinds het begin van het jaar hebben aandelen in de opkomende landen minder goed gepresteerd dan die in de ontwikkelde landen (bèta van minder dan 1), ondanks een sterke kapitaalinstroom: de opkomende markten zijn gedaald, omdat beleggers zich zorgen maakten dat het herstructureringsplan voor de banken in Cyprus gebruikt zal worden als een testcase voor andere Europese landen, waarbij obligatie- en depositohouders mee in het bad worden getrokken; kwetsbare groei door prijzen van zachte grondstoffen zoals koffie en cacao. de opwaartse tendens van de valuta's van de opkomende landen is gestopt in 2011; het cyclische herstel in de opkomende landen is vertraagd: het herstel wordt gehinderd door goede vooruitzichten voor de Amerikaanse industrie (lagere loonkosten en goedkope energie) en het economische herstel in Japan, dat gevoed wordt door een zwakkere yen en (vooral in Azië) ten koste van de opkomende landen zou kunnen gaan; in China wordt de vraag op korte termijn gedrukt door zorgen over vastgoedzeepbellen en een buitensporige groei van de kredietverstrekking; aantrekkelijk gewaardeerde aandelen zijn schaars in de opkomende landen (aandelen in verschillende grondstoffen exporterende landen als Mexico, Chili, Indonesië, Maleisië en Zuid-Afrika zijn duurder dan in de VS). In de voorbije 12 maanden hebben analisten hun verwachtingen voor de WPA van de MSCI Emerging Markets in 2013 gemiddeld met ongeveer 13% verlaagd; beleggers zetten liever op dit thema in door beleggingen in bedrijven in ontwikkelde landen die actief zijn in opkomende landen; portefeuillebeheerders over de hele wereld vragen zich af hoe zij hun onderweging van de Japanse markt kunnen terugschroeven: het zijn vooral de zwak presterende opkomende markten die als financieringsbron worden gebruikt en niet Amerikaanse aandelen, die ondersteund worden door fusies en overnames, noch Europese aandelen, die geholpen worden door betere financiële voorwaarden en een lagere belastingsdruk. Nadat inwoners van de zogenoemde BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) een recordvermogen hebben vergaard gedurende 14 jaar van economische groei die boven het internationale gemiddelde lag, beginnen zij hun interesse voor aandelen te verliezen, ook al beleggen de Amerikaanse huishoudens weer meer in aandelen. Terwijl de Dow Jones Industrial Average-index in de buurt van zijn record komt, noteert de MSCI BRIC-index nog altijd 37% onder de piek van 2007, omdat beleggers teleurgesteld zijn over de economische groei en beleidsmakers weinig doen om minderheidsaandeelhouders beter te beschermen.
Bedrijven in de opkomende landen moeten winstgevender worden (het kapitaalrendement in de meeste opkomende landen die in de MSCI-index zijn opgenomen is sinds 2007 gedaald) teneinde buitenlands kapitaal aan te trekken, dat nodig is voor een stijging van hun aandelen. De onderstaande grafiek toont het verschil tussen het kapitaalrendement - eigen vermogen en schuld - van bedrijven in de MSCI Emerging Markets-index en die in de MSCI World-index, die de opkomende markten volgt. Het rendement bedroeg vorig jaar in de opkomende landen slechts 0,7% meer, volgens door Bloomberg verzamelde gegevens. Dat is het kleinste verschil sinds 2000. De kloof bedraagt nu 1,24%, wat nog altijd heel wat lager is dan de recordhoge 4,8% van mei 2002. De vergoeding voor het hogere risico van beleggingen in opkomende landen is minimaal.
1.1.3 Regionale spreiding: Japan (overweging) vs. EMU (onderweging) We zijn momenteel “long” gepositioneerd in Japanse aandelen (wisselkoersrisico gehedged) tegenover aandelen van de EMU gezien het animo op die markt. Beleggers verwachten namelijk dat de Japanse groei zal aantrekken, omdat de Japanse centrale bank tijdens één enkele bijeenkomst de meest ingrijpende versoepelingsmaatregelen heeft genomen van alle centrale banken van de G-4 (verhoging van de aankopen van Japans staatspapier: 7 biljoen yen / maand = 1,3% van het BBP en verdubbeling van de balans in 2 jaar tot 60% van het BBP). Japan inspireert zich op het succes van de onconventionele monetaire beleidsmaatregelen in de VS om een einde te maken aan de deflatie. De Japanse aandelenmarkt doet het al zeven maanden beter dan de internationale markt (+40% in JPY voor de MSCI Japan, tegenover een gemiddelde winst in USD van 11% voor de MSCI World) en dat zal waarschijnlijk zo blijven, aangezien de Japanse centrale bank (BoJ) haar effecteninkoopprogramma ter ondersteuning van de economie heeft uitgebreid. De balans van de BoJ is gestegen tot 175 biljoen yen als gevolg van aankopen van staatsobligaties, aandelen en vastgoedfondsen. De Japanse schuld is intussen opgelopen tot meer dan het dubbele van de economische productie van het land.
De daling van de effecten van de BoJ (-21%) is wellicht ook het gevolg van bezorgdheid dat de balans van de bank verder zal aandikken. De stimuli van de BoJ zijn immers nauwelijks effectief gebleken in het bestrijden van de deflatie, aangezien de economie krimpt en in de buurt komt van het niveau van 1993. De Japanse centrale bank zal volgend jaar meer geld bijdrukken dan de Amerikaanse Federal Reserve. Hoewel in de VS 2,64 biljoen USD aan effecten zijn opgekocht, ongeveer het dubbele van de 124,4 biljoen yen (1,44 biljoen USD) van Japan, is het tempo van de aankopen in het afgelopen jaar veranderd. Zo is de BoJ is de context van een recessie meer staats- en bedrijfsobligaties beginnen kopen. De Japanse centrale bank heeft op 20 december een uitbreiding van haar effecteninkoopprogramma met 10 biljoen yen tot 76 biljoen yen goedgekeurd nadat Shinzo Abe voordat hij eerste minister was een oproep had gelanceerd voor onbeperkte monetaire stimuli (en een inflatiedoelstelling van 2%, tegenover de vroegere 1%). Bovendien begint de Japanse aandelenmarkt sterker te presteren dan de overige markten als gevolg van de overgang van een economie in crisis naar een meer normale situatie, zoals werd bevestigd door de recente daling van de volatiliteit (VIX-index) tot onder het langetermijngemiddelde. Aangezien buitenlandse beleggers goed zijn voor twee derde of meer van de dagelijkse handel op de beurs van Tokio, zou een fundamentele allocatieverschuiving tientallen miljarden dollars naar Japanse aandelen kunnen doen stromen. De koers-boekwaardeverhoudingen in Japan zijn momenteel minder aantrekkelijk, maar het gemiddelde dividendrendement bedraagt meer dan het dubbele van de rente op tienjarig staatspapier.
Aangezien de verdere forse stijging van Japanse aandelen wellicht gepaard zal gaan met een verdere terugval van de yen (een opluchting voor de exporteurs van het land), zijn hedges voor het wisselkoersrisico van
cruciaal belang ... 1.2 Stijlaanbevelingen 1.2.1 Cyclisch vs. defensief: overweging => onderweging Cyclische sectoren zijn altijd zeer sterk gecorreleerd geweest met de ontwikkeling van de wereldwijde activiteit van de maakindustrie en de verhouding bestellingen/voorraden. De meest recente cijfers wijzen op een verzwakking van het macro-economische momentum in China, Azië, de eurozone en andere delen van de wereld. Aangezien we een daling van de wereldwijde industriële activiteit verwachten na de recente golf van teleurstellende groeicijfers, hebben we beslist om onze weging van cyclische aandelen in het algemeen terug te brengen tot een onderweging. Hoewel de aandelenmarkten sinds het begin van het jaar zijn gestegen, doen defensieve aandelen het beter dan cyclische. Dit is geen typische "risk-on" markt. In het verleden zijn cyclische aandelen nogal achtergebleven bij defensieve aandelen, meer nog dan nu, maar dat gebeurde doorgaans op dalende aandelenmarkten. 1998 was een uitzondering, aangezien de markten stegen. De prestatiekloof tussen de winnaars en de verliezers is enorm: in de DJ Stoxx 600 is de gezondheidszorg dit jaar al met 15,2% gestegen, terwijl de grondstoffensector met 18,3% is teruggevallen. De waardering van cyclische aandelen is recent verbeterd, maar zij noteren nog altijd slechts tegen een gemiddelde koers-winstverhouding ten opzichte van defensieve aandelen.
1.2.2 'Waardeaandelen' (aandelen met de laagste verhouding koers-boekwaarde) vs. 'groeiaandelen': overweging Op lange termijn presteren waardeaandelen beter dan groeiaandelen. Het is weliswaar net omgekeerd in tijden van economische krimp, maar groeiperioden houden doorgaans langer aan. Beleggers kunnen zich dan ook passief opstellen door bijvoorbeeld enkel te beleggen in waardeaandelen en toch winst maken. 'Waardeaandelen' zijn bijzonder goedkoop gewaardeerd: de mediane koers-winstverhouding (K/W) van het kwintiel aandelen met het laagste rendement op het eigen vermogen (ROE) is momenteel lager dan op de vorige twee keerpunten (maart 2003 en maart 2009). De achterstand van waardeaandelen op groeiaandelen is enorm: de MSCI World Value-index is voor het zesde jaar op rij bij de MSCI World Growth-index achtergebleven, maar waardeaandelen staan weer aan de leiding sinds eind 2012.
1.2.3 Smallcaps vs. largecaps: overweging De waardestrategie houdt een overweging in van activa die uitzicht geven op een hoger rendement dan andere aandelen met eenzelfde risiconiveau. 'Risk-on/risk-off' is in wezen een rendementsaanjager op korte termijn, terwijl de 'waardestrategie' en smallcaps beter werken op middellange tot lange termijn. Terwijl de EU verstrekkende beleidsmaatregelen neemt, zullen smallcaps in Europa beter presteren dan largecaps, wat trouwens al het geval is op wereldniveau (MSCI World-index). De verwachte stabilisering van de wereldwijde PMI-index van de industrie pleit eveneens voor een overweging van smallcaps. Europese smallcaps zijn niet duur (een koers-winstverhouding op grond van de voor dit jaar verwachte winst van 15,2x, tegenover een vijfjarig gemiddelde van 24x).
1.2.4 Focus op hoge dividenden en dividendgroei De zoektocht naar rendement is alleen maar gunstig voor aandelen die hun dividendrendement op peil kunnen houden. Dividendrendement en dividendgroei zijn op lange termijn de voornaamste rendementsbronnen van aandelen: Europese aandelen bieden een hoger dividendrendement dan aandelen in andere regio's.
Aandelen met een hoog dividendrendement doen het op lange termijn beter dan de markt en dan aandelen met een laag dividendrendement. Bedrijven hebben nog altijd een recordhoeveelheid cash op hun balans door de macro-economische onzekerheid. De efficiënte verdeling van die cash over dividenden, aandeleninkoopprogramma's, fusies en overnames en kapitaaluitgaven zal volgens ons in heel 2013 voor bedrijven een belangrijke onderscheidende factor zijn. Goed beschermde posities in aandelen met een aantrekkelijk dividend bieden beleggers een duidelijk rendement op volatiele markten. We raden aan te beleggen in bedrijven die aangenaam kunnen verrassen met overtollige cash. De marktschommelingen en twijfels over de richting van de markt rechtvaardigen een focus op hoge dividenden en inkomsten. Uit het percentage van de nettowinst dat bedrijven uitkeren, blijkt dat zij nog heel wat meer geld naar hun aandeelhouders kunnen laten terugvloeien. De bedrijven in de S&P 500-index keren 27% van hun winst uit als dividend. Dat is het laagste cijfer in meer dan 100 jaar, zo blijkt uit gegevens van Pr. Robert Shiller van Yale University. Het is dus mogelijk dat bedrijven nog maar pas beginnen te beseffen dat beleggers bijzonder veel belangstelling hebben voor aandelen die een dividend uitkeren. De vraag naar dividenden zou in de komende jaren vrij groot kunnen zijn, aangezien inspanningen om de schuldenlast te verminderen tot een kleinere winstgroei leiden en de vergrijzende bevolking de voorkeur geeft aan beleggingen die inkomsten genereren. Op dividendstijging toegespitste strategieën hebben recent sterk gepresteerd (in de VS, maar nog niet in Europa) en zullen dat naar verwachting blijven doen, niet in het minst wegens de enorme kloof tussen het dividendrendement (gemiddeld 3,6% in Europa) en de tienjaarsrente op obligaties (minder dan 1,2% in Duitsland).
1.3 Sectorale aanbevelingen
1.3.1 Niet-cyclische consumptiegoederen: overweging Deze defensieve sector zou wel eens een van de winnaars kunnen worden op lange termijn, met name door de grote vrije kasstroom, het prijsstellingsvermogen, de blootstelling aan de opkomende landen, het hoge dividendrendement en de gezonde balansen van de bedrijven. Heel wat waarnemers vinden de waarderingen in de sector te duur, maar dat vormt geen belemmering voor fusies en overnames. In de sector niet-cyclische consumptiegoederen bedroeg de voortschrijdende K/W voor de MSCI World Food-index begin februari 16x, zowat 10% meer dan het driejarige gemiddelde en 25% meer dan de voortschrijdende K/W van de MSCI World-index (13x). Deze premie van de voedselindex ten opzichte van de brede index is echter gedaald. In september 2011 bedroeg deze nog 45%. Sindsdien is de MSCI World-index met 27% opgeveerd, terwijl de stijging van de voedselindex beperkt is gebleven tot 22%. Analisten die de voedingsdistributiesector volgen, blijven pessimistisch over aandelen in de sector. Sinds eind vorig jaar bedraagt het mediaanadvies van analisten volgens de analistenadviesschaal van Bloomberg minder dan 3,5, dicht bij een over het geheel genomen neutraal cijfer waar analisten maar zelden onder gaan. De verlaging van de adviezen suggereert evenwel dat al heel wat verwachtingen van slecht nieuws over de voedingsdistributie in de huidige koersen verwerkt zitten.
Veel voedingsdistributeurs hebben hun schuldenlast afgebouwd. Zo was de mediaanverhouding nettoschuld/EBITDA eind 2011 teruggevallen tot 1,2x. Deze verhouding is in 2012 mogelijk nog verder gedaald door de verdere verkoop van activa, waardoor bedrijven meer speelruimte hebben om een evenwicht te zoeken tussen groei en de beloning van hun aandeelhouders. Stieren gaan ervan uit dat managers voorzichtiger zullen omspringen met hun kapitaal na de waaghalzerij van de jaren 2000.
1.3.2 Gezondheidszorg: overweging Grote farmaceutische bedrijven, de meest succesvolle defensieve aandelen van het jaar (+15,2% in de eurozone), zullen normaal gezien ondersteund worden door hun stevige kasstroom en hun toenemende blootstelling aan de opkomende markten. Bovendien beginnen zij zich te herstellen van de octrooiafgrond. De K/W zou dan ook verder kunnen stijgen. Een sterke Amerikaanse dollar is in het verleden doorgaans gunstig gebleken voor de relatieve prestaties van de farmaceutische industrie, die meer dan 50% van haar omzet buiten Europa realiseert.
1.3.3 Telecommunicatie: onderweging => overweging Aangezien we in het algemeen niet langer aanbevelen om cyclische sectoren te verkiezen boven defensieve sectoren, hebben we onze sectorallocatie aangepast door twee defensieve sectoren te overwegen die bij de brede markt zijn achtergebleven (telecommunicatie en nutsdiensten). Cisco verwacht dat draadloos gegevensverkeer tussen 2012 en 2017 in West-Europa een jaarlijkse samengestelde groei van 50% zal kennen. Stieren zijn van mening dat operatoren hun kapitaaluitgaven binnen de historische bandbreedte van 14 tot 16% van hun omzet zullen houden. Door efficiëntere nieuwe technologie en het gebruik van kleine cellen zullen operatoren hun dienstverlening doeltreffender kunnen beheren, terwijl het prijsstellingsvermogen intact zal blijven. Geïntegreerde Europese telecomoperatoren verbeteren hun positionering in het aanbod van
complementaire diensten en concurreren steeds meer met kabelexploitanten. Dat is te danken aan een gunstiger Europees regelgevingskader voor breedbandinternet via de telefoonkabel, de uitbreiding van hogesnelheidsvezel- en 4G-netwerken en investeringen in inhoud tegen betaling om het aanbod van betaal-tv (IPTV) een duw in de rug te geven. Stieren stellen dat geïntegreerde operatoren hierdoor klanten zullen aantrekken die meer spenderen en deze aan zich zullen binden. Steun voor grensoverschrijdende consolidatie in het draadloze segment en grensoverschrijdend gedeeld gebruik van netwerken en een minder strikte regelgeving voor toegang op intermediair niveau zijn factoren die operatoren naar verwachting zullen aanzetten om in infrastructuur te investeren.
1.3.4 Nutsdiensten: onderweging => overweging De vooruitgang die in december werd geboekt tijdens de onderhandelingen te Doha over een nieuw internationaal klimaatverdrag werd nog niet omgezet in concrete Europese beleidsmaatregelen. Stieren verwachten dat de EU haar doelstellingen voor koolstofemissies voor 2020 en later strenger zal maken. Daardoor zouden koolstofemissies duurder kunnen worden, wat op zijn beurt zou kunnen leiden tot duurdere elektriciteit en ruimere marges voor producenten met een lage uitstoot, inclusief kern- en waterkrachtcentrales. De kostenvoet van het eigen vermogen van Europese producenten is sinds 2004 met 4,6% gestegen en heeft in 2011 een piek bereikt van 12%. Deze stijging werd veroorzaakt door de financiële crisis, volatielere elektriciteitsprijzen en overheidsmaatregelen. Volgens het stierenkamp zullen nieuwe-capaciteitsmarkten, die zowel beschikbaarheid als geproduceerde elektriciteit belonen, het verliesrisico en de kapitaalkosten voor producenten verminderen. De gebruiksdoeleinden van elektriciteit zijn in de afgelopen 20 jaar nauwelijks veranderd. De vraag werd in die periode vooral gestuurd door veranderingen in de economische activiteit en energie-efficiëntieplannen. In het gunstige toekomstscenario voor de elektriciteitsproducenten wordt ervan uitgegaan dat snel nieuwe technologieën op de markt zullen komen die energie verbruiken. Met name warmtepompen voor bodemwarmte en elektrische auto's, die van elektriciteit kunnen worden voorzien via slimme netwerken, zouden de vraag naar elektriciteit kunnen doen toenemen.
1.3.5 Financiële diensten: neutraal => onderweging De redding van Cyprus zou bijna dubbel zo duur kunnen uitvallen als aanvankelijk gedacht. De economische vooruitzichten van het land blijven verslechteren en de vereiste bijdrage van het eiland zou kunnen oplopen tot 13 miljard EUR. Indien in het kader van de reddingsoperatie een herschikking wordt doorgevoerd en vooral indien depositohouders meer moeten betalen, moet Europa dringend duidelijkheid scheppen over de waarborgen voor obligatie- en depositohouders. Het vermogen van kredietverstrekkers om de winst op peil te houden door provisies voor verliezen op leningen aan te spreken, neemt af, waardoor de winst onder druk zou kunnen komen. Europese banken zullen door de financiële crisis in Cyprus mogelijk een hogere rente moeten betalen om deposito's aan te trekken, wat de sector volgens analisten van Barclays 8 miljard EUR per jaar zou kosten. De kosten voor de sector zouden kunnen oplopen tot 15 miljard EUR of 11% van de totale jaarwinst in een context waarin landen depositogarantiestelsels en resolutiefondsen opzetten. Om de prijsstabiliteit te vrijwaren en enkele van de biljoenen dollars die sinds 2007 door kwantitatieveversoepelingsprogramma's in de internationale economie werden gepompt terug te trekken, zal de rente moeten worden verhoogd en zullen de centrale banken mogelijk ook activa moeten verkopen, zo staat te lezen in het stabiliteitsverslag van het IMF van april. Grotere verliezen op kredieten en beleggingen vormen het grootste gevaar voor banken in een context van stijgende rentevoeten. De financiering van banken zou ook een probleem kunnen worden indien de centrale banken daadwerkelijk activa verkopen.
ING Belgium NV, Sint Michielswarande 60 - 1040 Brussels © 2013 ING Belgium SA, all rights reserved.