Draaiboek: Hoe organiseer ik een Fundag Inleiding: Kinderen zijn geen kleine volwassenen en dit uit zich op verschillende vlakken. Enerzijds zijn ze nog volop in de groei, alles aan het ontdekken, kunnen ze nog niet alles wat voor volwassenen een evidentie is, enz. Het is evident dat dit nog extra tot uiting komt in de sport, aangezien hun lichaamsbouw en hun motorische eigenschappen zichtbaar anders zijn dan bij volwassenen. Het zou dan ook verkeerd zijn om van kinderen hetzelfde te verwachten als volwassenen. Een kind is vooral op zoek naar uitdagingen, een leerrijke omgeving en vooral veel sociale contacten met vriendjes. De initiatorcursus speelt perfect in op deze context en leert trainers allerlei knepen aan om de kinderen op een verantwoorde, aangepaste, uitdagende en vooral leerrijke manier kennis te laten maken met atletiek. In een maatschappij waarin kinderen niet meer in bomen klimmen, niet meer over prikkeldraden springen en niet meer op straat spelen, is het meer en meer een taak geworden van de sportclubs om eenvoudige basisbewegingen aan te leren. Een benjamin laten kogelstoten terwijl die motorisch nog niet volledig in staat is om een bal te vangen en te werpen, laat staan te stoten, is dan ook volledig verkeerd. Meer dan ooit zijn WIJ, als sportfederatie en sportclub verantwoordelijk voor een correcte en gezonde motorische (en ook sociale) ontwikkeling van de kinderen. Een taak die wij met de grootste zorg en motivatie op ons willen nemen. Het hele concept Funatletiek gaat niet alleen over het organiseren van een leuke randactiviteit. Het gaat om een concept en visie op jeugdatletiek waardoor we een goede en verantwoorde ontwikkeling van het kind kunnen garanderen met respect voor de motorische en geestelijke ontwikkeling van het kind. Deze filosofie wordt reeds door vele trainers en bestuurders gesteund en uitgedragen in de club. Zij zullen dan ook volmondig toegeven dat dit de enige juiste aanpak is, niet alleen in functie van een gezonde ontwikkeling van het kind, maar ook als basis voor de latere talentontwikkeling. Deze filosofie werd echter nog niet volledig doorgetrokken tot in het competitiesysteem. Uitgezonderd de kortere afstanden, lichtere kogels, grotere afstootzones (een kopie van de volwassen wedstrijden dus) zijn deze proeven niet in lijn met de filosofie van de jeugdatletiek bij benjamins en pupillen. Het huidige competitiesysteem bij de jeugd wekt veel frustratie op bij trainers, kinderen en ouders. Verenigingen die goed werken, krijgen de kans niet om de aangeleerde vaardigheden op wedstrijden te tonen. Verenigingen die te jong specifiek trainen krijgen deze kans daarentegen wel. Ouders trekken dan al snel de conclusie dat een goede club verkeerd werkt, en deze moeten zich dan ook constant verantwoorden. Met Fundagen willen we hierin verandering brengen. Draaiboek: organiseren van een Fundag
-1–
Stap 1: wie zet de eerste stap om een Fundag te organiseren? Je bent een enthousiaste jeugdtrainer van benjamins en pupillen. Je bent in de eerste plaats bekommerd om de jongeren allerlei vaardigheden aan te leren en je hoopt dat ze breed lachend naar huis staan. Het feit dat ze er 3 dagen later terug staan met evenveel zin en training per training vaardigheden bijleren, doet je sterk vermoeden dat je goed bezig bent. Maar wat op wedstrijden? En wat met het commentaar van ouders en bestuurders dat er teveel gespeeld wordt en er niet serieus gewerkt wordt? Er is toch nog tijd genoeg? Hoe houd je atletiek in godsnaam 10 jaar uitdagend als je de kinderen enkel rondjes laat lopen en de technieken er nu al gaat indrillen? Je bent een toegewijde bestuurder of vrijwilliger in een atletiekclub. Als je ziet hoeveel plezier kinderen hebben tijdens trainingen smelt je hart en je bent blij dat je je voor zo’n mooie sport geëngageerd hebt. Tegelijkertijd vind je het enorm jammer dat het zo moeilijk is om kinderen te overtuigen om deel te nemen aan een jeugdwedstrijd, om deel te nemen aan een Beker Van Vlaanderen, dat het zo moeilijk is om te vragen aan ouders om wat van hun kostbare tijd te besteden aan de atletiek. Hoe overtuig je ouders en kinderen om toch een deel van hun drukke bestaan toe te wijden aan atletiek. Je bent een trainer met een jarenlange ervaring. Daarom ook ben je door de club aangewezen als jeugdcoördinator of trainerscoördinator. Al te vaak komt het voor dat kinderen waar je jarenlang energie hebt ingestoken, kinderen met veel talent, rond de leeftijd van 15, 16 jaar afhaken. Al die medailles en podiumplaatsen, alles voor niets! De reden? Ze zijn het beu, hebben alles al gezien. Medailles, podiumplaatsen, kampioenschappen,… de beteren hebben het allemaal al meegemaakt. En dan de druk om steeds opnieuw te winnen en zich verdrietig voelen na een slechte dag… Wat kun je doen zodat atletiek uitdagend en leuk blijft tijdens de puberteit, hoe kun je ze op die leeftijd nog iets geven om naar uit te kijken? Je bent een provinciale of federale trainer en er wordt regelmatig bij je aangeklopt voor raad over zeer getalenteerde jongeren. Vaak blijkt er nog heel wat werk aan de winkel is aan de basis. Zaken waaraan men al als benjamin of pupil aan had moeten werken. Jou moeten we dan ook niet overtuigen van het belang van een brede motorisch verantwoorde opleiding van jong talent. Beter andere motorische vaardigheden aanleren, dan verkeerde dingen aanleren. De weg naar de top is lang, en er is tijd genoeg. Je ben ouder van een kind en je wilt dat je kind sport doet. Om het even welke sport, als het maar dicht bij huis is, veilig is en een goede sociale en motorische ontwikkeling garandeert. Atletiek is, als moeder van de sport, hiervoor perfect. Het feit dat atletiek zowel lopen, springen, werpen en nog veel meer is vind je zeker een voordeel. En een uitstekende basis voor een andere sporttak. Maar waarom duren die wedstrijden zo lang? Je wil gerust je kind komen aanmoedigen maar er zijn ook boodschappen die moeten gedaan worden, huishoudelijk werk. Een cross gaat nog, 1 wedstrijd van enkele minuten, maar eigenlijk is atletiek toch veel mooier. Maar kan het niet wat korter en aantrekkelijker voor ouders? Draaiboek: organiseren van een Fundag
-2–
Stap 2: Overtuig je bestuur om een Fundag op de kalender te zetten: Jij bent misschien overtuigd van het nut van een ander competitiesysteem, maar daarom is iemand anders dat niet. Verandering is altijd moeilijk. Bij het verlagen van de leefijdsgrens waarop een kind mag aansluiten heeft men er nooit bij stilgestaan dat de gewone atletiekdisciplines misschien niet geschikt zijn voor 6jarigen, of dat er ooit een tijd zou komen dat een kind meer tijd zou doorbrengen op een stoel dan op straat of op de fiets. Telkens er een jaartje werd afgeknepen van de minimumleeftijd werd de afstand een aantal meter verkort, de kogel wat lichter gemaakt, de afstootzone wat ruimer gemaakt. Jammer dat de horden niet lager kunnen dan 76cm, dus hindernissenlopen moet je gelukkig pas leren eens je groter bent dan 1m40… Iedereen die regelmatig met kinderen omgaat of hen observeert valt gemakkelijk te overtuigen van het principe van Funatletiek (of atletiek al spelend) en zul je dan ook kunnen overtuigen om een Fundag te organiseren. Bovendien moeten ze op dit moment geen keuze maken, want gewone wedstrijden organiseren mag ook. Of je kan tijdens een gewone wedstrijd de proeven voor benjamins vervangen door Funatletiekproeven. Eens proberen kan dus geen kwaad. Heb je een terrein of een sporthal, enkele helpende handen (het moeten zelfs geen juryleden zijn) en een beetje organisatiezin, dan is er zeker geen probleem om een Fundag te organiseren.
Stap 3: Het officieel aanvragen van een Fundag Een Fundag is leuk, maar moet nog steeds goed georganiseerd worden en de keuze hiervoor moet weloverwogen worden. Je beslist niet plotseling om een Fundag te organiseren, maar je geeft deze dag een plaats in de wedstrijd- en activiteiten kalender van je club. Dan zijn de kinderen, ouders, bestuur, trainers medewerkers tijdig op de hoogte en kan het terrein op tijd aangevraagd worden,enz. Voor de organisatie van je Funhappening kan je kiezen tussen ofwel een promotionele of een officiële Funhappening: • • •
• •
Promotionele Fundag Kan 1 maand op voorhand aangevraagd worden via formulier Jeugdsportfonds Promotie VAL-website Keuze tussen gesloten (eigen club en/of niet-aangesloten), half-open (enkele clubs samen en/of nietaangesloten) of open (alle atleten en/of niet-aangesloten) Samenstelling proeven vrij Ploegenklassement niet verplicht
• • • • •
Officiële Fundag Officiële wedstrijdaanvraag via Extranet Opname in wedstrijdenkalender + website Open voor alle atleten (ook nietaangesloten) Samenstelling proeven gereglementeerd Ploegenklassement
Draaiboek: organiseren van een Fundag
-3–
Bescherming: Er mag maximum 1 officiële Fundag georganiseerd worden per weekend en per provincie (Uitz. Verlengde weekends) Bij gewone jeugdmeetings mogen proeven voor benjamins vervangen worden door Funatletiek proeven. Deze volledige wedstrijd telt dus mee als slechts 1 wedstrijd in het quotum. Bij de aanvraag van een Fundag dienen nog geen disciplines of proeven gegeven worden, enkel het beginuur, het terrein, de contactgegevens en een eventuele deelnameprijs moeten vermeld worden. Bij Fundagen werk je best met voorinschrijving. Een website of contactadres vermelden waar men terecht kan voor meer info is dus zeker een aanrader. Deze aanvragen moeten net zoals alle andere aanvragen tijdig doorgegeven worden om in de wedstrijdkalender te kunnen verschijnen. Op het principe van het aanvragen en de quota zijn er 2 uitzonderingen. Tijdens het laatste weekend van maart en het eerste weekend van april, de zogenaamde Funatletiek-promotieweekends mogen onbeperkt Fundagen georganiseerd worden.
Stap 4: De praktische organisatie van een Fundag 1. Leg een datum vast: Het zoeken naar een geschikte datum in een overvolle atletiekkalender is steeds de moeilijkste opdracht. Aangezien het merendeel van de deelnemers uit de eigen omgeving zal komen, dien je ook rekening te houden met plaatselijke activiteiten zoals een kermis, een wijkfeest,… tenzij je ze kan combineren natuurlijk en je op die manier extra kinderen naar je Fundag wil lokken. Je moet er ook rekening mee houden dat er op die dag voldoende medewerkers beschikbaar moeten zijn. In volle vakantieperiode zal dat misschien meer problemen geven dan midden in het jaar. Denk dus goed na over een goede datum. 2. Bespreek de locatie: Als atletiekclub kun je voor je organisaties meestal beroep doen op je vaste locatie. Het voordeel aan een Fundag is dat dit niet noodzakelijk een atletiekpiste moet zijn. Een voetbalveld, sintelbaan of sporthal is reeds ruimschoots voldoende. Let er wel op dat er naast de locatie waar de sportactiviteit doorgaat ook kleedkamers, toiletten zijn en denk na waar je de prijsuitreiking zou kunnen doen. 3. Zoek medewerkers: De zoektocht naar medewerkers kan niet vroeg genoeg beginnen. Die zoektocht kan iets gemakkelijker verlopen aangezien je medewerkers niet noodzakelijk juryleden moeten zijn. Ouders van kinderen, andere clubmedewerkers, oudere atleten kunnen dus allemaal perfect ingeschakeld worden. Voor volgende zaken heb je medewerkers nodig: o De proeven: min 2 medewerkers per proef en per stand Draaiboek: organiseren van een Fundag
-4–
Groepsbegeleiders: Per groepje zorg je voor 1 medewerker die het groepje van proef naar proef begeleid. Als er andere verenigingen meedoen kun je vragen dat deze club zelf voor groepsbegeleiders zorgt o Secretariaat: enkele personen die de inschrijvingen coördineren, startnummers uitdelen, medewerkers de nodige documenten geven en tijdens de Fundag de scores bijhouden zodat het resultaat na afloop snel bekend is o Cafetaria: Enkele personen om nieuwsgierige toeschouwers te voorzien van een hapje en een drankje. Maak een duidelijke taakverdeling op. Wie doet wat, wanneer moet iedereen aanwezig zijn, moet er op voorhand nog iets gebeuren,… o
4. Maak promotie: Een wedstrijd zonder deelnemers is maar een saaie bedoening dus ook op een Fundag heb je nood aan een aantal deelnemers. Bedenk vooraf goed hoeveel deelnemers je aankan naargelang de locatie, het aantal medewerkers,… Op basis daarvan kun je beslissen hoe ruim je je promotie gaat voeren. Enkel voor eigen leden en de naburige club, nodig je scholen uit, jeugdbewegingen, maar je promotie in de volledige provincie? Promotie kun je voeren door een flyer te maken en uit te delen aan de leden of tijdens wedstrijden. Je kunt ouders persoonlijk aanspreken en op de hoogte brengen van het concept van de Fundag (en dat ze maar maximum 3u “kwijt” zullen zijn). Maak promotie op de homepage van je website, zodat zeker iedereen ervan op de hoogte is, en dat niet-clubleden in 1 oogopslag alle informatie kunnen terugvinden. Je kunt dit zo ruim aanpakken als je wil. Contacteer bijvoorbeeld de sportdienst, en vraag of zij dit uitgebreid promoten voor alle kinderen uit de gemeente, schrijf de plaatselijke krant aan,… 5. Materiaal en programma: Wanneer je het programma met de proeven opmaakt dien je natuurlijk na te denken over welk materiaal je ter beschikking hebt en waar je extra materiaal kunt halen. Maak per proef een lijst op met welk materiaal je ervoor nodig hebt, waar het materiaal beschikbaar is en wie ervoor moet zorgen dat het materiaal ter plaatse geraakt. Materiaal voor een Fundag kan ook eenvoudig zelf gemaakt worden, je kan gebruik maken van eenvoudige dingen zoals fietsbanden, ballen, kegels, matjes,… Je kunt ook beslissen om materiaal aan te kopen (vb. klaphorden, turbosperen, slalompalen,…). Dit is zeker geen overbodige investering aangezien dit materiaal nog veel dienst zal kunnen bewijzen tijdens trainingen. Via de uitleendiensten van BLOSO kan je ook gratis sport- en spelmateriaal verkrijgen. 6. Denk na over de extra’s: Uiteraard wil je van deze Fundag een leuke dag maken. Afhankelijk van hoe groots je het wil aanpakken kun je steeds voor nog wat extra’s zorgen. Bijv. een Draaiboek: organiseren van een Fundag
-5–
springkasteel of gewoon een cd met leuke muziek maken. Een speaker die het geheel wat kan opfleuren en de toeschouwers op de hoogte kan houden van de tussenstand. Misschien wil je de kinderen nadien iets meegeven naar huis. Bijv. een diploma, een medaille, een gadget,… De hoofdsponsor van de club of de plaatselijke bank stelt misschien met plezier een aantal gadgets en verrassingen ter beschikking van de deelnemers? Met een klein beetje moeite en enkele goede contacten raak je al snel aan verschillende gadgets (zeker als het aantal deelnemers beperkt zijn) 7. De documenten Volgende documenten heb je nodig om een vlotte organisatie de dag zelf te garanderen: o Inschrijvingsformulieren o Scorebladen o Tijdsschema met doorschuifsysteem. o Plattegrond o Startnummers Voorbeelden van deze formulieren zullen aangemaakt worden. 8. De inschrijvingen: Om niet voor verassingen te staan op de dag zelf is het beter om met voorinschrijvingen te werken. Het is steeds moeilijk om op voorhand een exact deelnemersaantal te geven, dus indien er met voorinschrijvingen gewerkt wordt op voorhand best alleen het aantal groepjes gevraagd, bij benadering dan nog. Op de dag zelf moet je er rekening mee houden dat je je wel licht flexibel moet opstellen om er toch nog eventueel een groepje bij te nemen, of een groepje voorzien dat kan gebruikt worden om deelnemers aan te vullen. 9. De opwarming: Kinderen kunnen niet onopgewarmd aan een Fundag beginnen. Elk kind kan individueel of in clubverband opwarmen. Je kunt ook een gezamenlijke opwarmingssessie op muziek uitvoeren, of een half uurtje voor aanvang laat je de kinderen een opwarmingsspel spelen binnen hun team, of tussen de teams onderling, zodat de kinderen opgewarmd aan de Fundag kunnen beginnen. 10.
De prijsuitreiking:
Hoe ga je de prijsuitreiking aanpakken. Wordt iedereen naar voor geroepen, of enkel de winnaars? Wat doe je om de winnaars in de bloemetjes te zetten (want kinderen doen steeds mee om te winnen en verwachten natuurlijk dat er daar iets aan vasthangt, al is het maar de eer). Doe je de prijsuitreiking op een podium, heb je een micro nodig, staat je publiek achter de omheining of komen ze dichtbij staan. Wie leidt de prijsuitreiking, wie reikt de prijzen uit?
Draaiboek: organiseren van een Fundag
-6–
Stap 5: Werk het programma van de Fundag uit Stap 5 loopt uiteraard parallel met stap 4 en maakt deel uit van de praktische organisatie van de Fundag. Hieronder vind je meer info over de aspecten waaraan een Fundag moet voldoen. Qua invulling van de proeven worden wel een aantal basisprincipes opgelegd, maar de organisator is voor de rest redelijk vrij. Op basis van de initiatorcursus, trainingsvormen en eigen creativiteit kunnen naar hartelust nieuwe proeven uitgevonden worden. Er moet enkel een atletiekbasis zijn en de proeven moeten veilig uitgevoerd kunnen worden. Voor de rest kan de verbeelding de vrije loop gaan. Basisprincipes Fundagen: a) Een Fundag bestaat uit 8 proeven: i) 1 sprintproef (vb. aflossing, estafette, zig-zag) ii) 1 hindernisproef) (formule 1, hindernissenloop,…) iii) 1 uithoudingsproef (uithoudingsloop, zoektocht,…) iv) 2 werpproeven met 2 verschillende bewegingen (slingeren, stoten, bovenhandse worp) v) 2 springproeven met 2 verschillende bewegingen (hoogte, verte, hinken) vi) 1 coördinatie- en behendigheidsproef (hinken, evenwichtsparcours, ladderloop,…) Voor elke proef krijgt men 15min de tijd, zodat het programma na 2u afgelopen is. De maximum tijdsduur van een Fundag bedraagt dus 2u. Het volledige programma inclusief opwarming en prijsuitreiking dient voorbij te zijn na 3u. Als er voor elke proef 1 stand aanwezig is, kunnen 16 ploegen tegelijkertijd aan het werk zijn. Het ideale deelnemersaantal is dus 128 (16 X 8 kinderen). Met meer deelnemers kunnen de standen ontdubbeld worden, vergroot de wachttijd, kunnen drie teams tegen elkaar strijden,… Er zijn steeds minimum 2 teams die tegen elkaar strijden. Het is aan te raden om niet telkens dezelfde teams tegen elkaar te laten uitkomen. Hiervoor bestaan diverse doorschuifsschema’s. b) Deelnemers: i) Fundagen staan open voor aangeslotenen en niet-aangeslotenen o Aangeslotenen: benjamins, pupillen (Fundagen zijn specifiek bedoeld voor benjamins en pupillen maar ook miniemen kunnen deelnemen). o Bij jeugdmeetings waarbij de proeven voor benjamins vervangen werden door Funatletiek kunnen enkel benjamins hieraan deelnemen. o Niet-aangeslotenen: Kinderen van 6 tot 13 jaar kunnen deelnemen.
Draaiboek: organiseren van een Fundag
-7–
ii) Deelname gebeurt in teamverband. Het teamresultaat is bepalend voor het eindklassement. Individuele resultaten mogen wel vermeld worden, maar dit is zeker geen vereiste. iii) De grootte van de groepjes kan de organisator zelf bepalen. Een maximum van 8 kinderen per groepje is aan te raden zodat de activiteitsgraad van de kinderen zo hoog mogelijk blijft en alles snel vooruit blijft gaan. Wanneer er 1 kind minder in een groepje zit, voert iemand de proef 2 keer uit (niet altijd dezelfde). Wanneer er 1 kind te veel in het groepje zit, kun je het middelste resultaat laten wegvallen voor het teamresultaat. iv) De groepjes zijn gemengd (jongens en meisjes door elkaar). Vanaf het moment dat er 4 groepjes zijn van dezelfde categorie kan een apart klassement worden opgemaakt. Wanneer per categorie gewerkt wordt heeft de groep de categorie van het oudste groepslid. De organisator kan dit reglement aanpassen naargelang de situatie. Het is belangrijker om gelijkwaardige groepen te hebben dan om strikt dit reglement na te leven. Het is aan te raden om per groepje een groepsbegeleider te hebben. c) Uitslagenverwerking: i) De organisator is zelf verantwoordelijk voor een snelle en efficiënte uitslagenverwerking. De manier waarop dit gebeurd is de keuze van de organisator. (voorbeelden te vinden in de brochure). Het teamresultaat moet onmiddellijk en zo niet, zo snel mogelijk na afloop bekend gemaakt worden. ii) Ook al gaat het hier om een alternatieve wedstrijdvorm, kinderen hechten veel belang aan een juist en eerlijk resultaat. Er moet dus altijd zo correct en eerlijk mogelijk gemeten en beoordeeld worden. d) Startnummers: Men dient niet deel te nemen met het officiële startnummer. De organisator kan zelf voor een nummer of herkenning zorgen voor de deelnemers. (individueel of per groep). e) Inschrijvingen: i) Inschrijvingsgeld: Men kan inschrijvingsgeld vragen maar dit mag maximum 3 Euro bedragen. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen individuele inschrijvingen (bv. 3 Euro) en inschrijvingen in groep (bv. 2 Euro). Zo stimuleer je om volledige groepjes in te schrijven. ii) Voorinschrijvingen: Voorinschrijvingen zijn aan te raden. Zo kun je voldoende standen en medewerkers voorzien zodat de tijdslimiet van 2u kan gerespecteerd worden. Het exacte aantal deelnemers dient niet gekend te zijn, wel een benaderend aantal deelnemers. Er moet ruimte zijn voor kleine aanpassingen. Draaiboek: organiseren van een Fundag
-8–
iii) Maximum aantal deelnemers: Afhankelijk van de locatie, het materiaal en het aantal medewerkers mag de organisator een maximum opleggen. f) Locatie: Er zijn geen specifieke vereisten voor terreinen waarop Fundagen georganiseerd kunnen worden. Dit kan op een voetbalveld, in een sporthal, een sintelbaan, een tartanbaan, enz. Het terrein moet een veilige sportomgeving zijn en beschikt over sanitair en kleedkamers in de nabije omgeving. De grootte van het terrein moet in evenredig zijn met het vermoedelijk aantal deelnemers of het toegelaten aantal deelnemers. g) Materiaal: Er worden geen specifieke vereisten gesteld naar materialen. Er mag gebruik gemaakt worden van aangekochte en/of zelfgemaakte materialen. De organisator dient er echter op toe te zien dat het materiaal veilig is en kindvriendelijk. Ook dient het gebruik van “volwassen” materiaal zoveel mogelijk vermeden (verboden?) te worden (speren, kogels, discussen, horden,…) maar dient gezocht te worden naar kindvriendelijke varianten op deze materialen. h) Medewerkers: Voor de fundagen zijn geen juryleden vereist. Dit mogen dus gewone clubmedewerkers en trainers zijn. Een kindvriendelijke benadering staat centraal. De organisator kan ervoor kiezen om zelf groepsbegeleiders ter beschikking te stellen, of te vragen om per deelnemend groepje of club een begeleider te voorzien. i) Proeven: Er bestaat een brochure met allerlei proeven die kunnen georganiseerd worden op een Fundag. De organisator kan zelf proeven uitvinden, zolang het atletiekdidactisch verantwoord en veilig blijft. Trainers die de initiatorcursus gevolgd hebben zijn perfect in staat om dergelijke proeven op te stellen. Wanneer je niet zeker bent over de proeven kun je deze altijd doorsturen naar één van de leden van de jeugdcel om ze na te kijken. Wanneer je met vragen zit rond de organisatie kun je ook één van onderstaande mensen contacteren. Daarnaast kun je ook heel wat inspiratie vinden in de initiatorcursus en de documenten die de IAAF ter beschikking stelt ivm Kids’ Athletics. Betty Autrique –
[email protected] – lid Commissie Jeugd Katinka Pottie –
[email protected] - lid Commissie Jeugd Ine Plovie - lid Commissie Jeugd Owen Malone –
[email protected] – 02/4747236 – Vlaamse Atletiekliga
Draaiboek: organiseren van een Fundag
-9–