‘Dik tevreden’ Omgaan met overgewicht Werkboek voor cursisten
© Universiteit Maastricht / Capaciteitsgroep Experimentele Psychologie, Maastricht 2000 Sandra Mulkens, Hermien Elgersma, Marieke Werrij, Harm Hospers & Anita Jansen De inhoud van deze cursus is deels gebaseerd op de “cognitieve training voor obesitas”, zoals samengesteld door Helga Nauta / vakgroep GVO, Universiteit Maastricht, 1996 Dit werkboek mag niet door derden worden gekopieerd en/of gebruikt
Inleiding Voor u ligt het werkboek dat hoort bij de cursus “Dik Tevreden: Omgaan met overgewicht”. Dit werkboek vormt de leidraad gedurende de hele cursus. De cursus “Dik tevreden: Omgaan met overgewicht” is het eerste uur van een twee uur durend programma dat wekelijks (10 weken lang) plaatsvindt in een samenwerkingsprogramma van het Groene Kruis Domicura en de Riagg Maastricht. Doel van de cursus is u een gezonder eetpatroon aan te leren, u te stimuleren meer te bewegen en u beter in uw vel te laten voelen. Tevens wordt gestreefd naar een gewichtsverlies dat ook op de lange termijn te handhaven is. Om het bovenstaande te bereiken zal in het tweede uur, onder leiding van een diëtist, gewerkt worden aan het veranderen van het voedingspatroon en zult u informatie en adviezen over voeding krijgen. Het doel van dat uur is vooral om een ander eetpatroon aan te leren en het soms chaotische eetpatroon te doorbreken. In het eerste uur zal onder leiding van een psycholoog/ psychotherapeut aandacht gegeven worden aan denkpatronen rondom eten, uiterlijk en gewicht, en vervolgens aan eventuele gedachten rondom negatieve zelfevaluatie gekoppeld aan gewicht. Het doel van dat uur is om u een techniek aan te leren – het opsporen en veranderen van niet-realistische gedachten in realistische gedachten – waardoor u zich beter in uw vel zult gaan voelen. Er zal bijvoorbeeld aandacht gegeven worden aan wat het moeilijk maakt om een nieuw voedingspatroon in praktijk te brengen. Hierdoor zult u, ook op lange termijn, beter in staat zijn het gezonde voedingspatroon vol te houden. In de cursus wordt een tandemconstructie gehanteerd van enerzijds voedingsadviezen (diëtist) en anderzijds psychologische interventies (psycholoog/ psychotherapeut). De doelen van beide onderdelen zijn aanvullend en versterkend. In dit werkboek is voor u alles opgenomen wat u nodig heeft tijdens de cursus: het programma per bijeenkomst, relevante uitleg, huiswerkopdrachten enzovoorts.
2
Belangrijke afspraken Privacy Het is zeer belangrijk dat er in de groep een veilige sfeer bestaat, zodat u open kunt zijn over de dingen die u zoal bezighouden. Daarom is het belangrijk dat iedereen in de groep elkaars privacy respecteert. Dit betekent dat alles wat u vertelt in de groep vertrouwelijk is en tussen ons blijft. Het betekent ook dat u, buiten de groep, met niemand anders over uw groepsgenoten mag praten, behalve als u deze persoon TOTAAL ONHERKENBAAR maakt. Sta erbij stil dat u het zelf ook onprettig zou vinden als anderen over u zouden praten buiten de groep. Ook de psycholoog zal niet met buitenstaanders over u praten. Huishoudelijke mededelingen Hieronder volgt een aantal mededelingen die van belang zijn voor het slagen van de cursus voor u en de rest van de groep: -
Tien bijeenkomsten van 1 uur zijn erg snel om. Daarom werkt de cursus alleen als we het efficiënt aanpakken: bereid u voor elke bijeenkomst goed voor, kom steeds op tijd, maak steeds het huiswerk.
-
Iedere bijeenkomst moet bijgewoond worden tenzij er zeer dringende redenen zijn. Meldt u zich dan alstublieft af bij het Groene Kruis Domicura. Tel: 043-3690620 (mavrijdag 09.00-17.00 uur bereikbaar).
-
Mocht u onverhoopt een keer niet kunnen komen, zorg er dan voor dat u toch weet wat er besproken is en welk huiswerk er is. Lees het werkboek. Neem contact op met een medecursist. Zo kunt u toch optimaal van deze cursus profiteren.
-
Het huiswerk vormt een groot en belangrijk deel van de cursus. Alleen wanneer u steeds het huiswerk maakt, is er kans dat er iets voor u kan veranderen. Zie ook het eerste punt: 10 bijeenkomsten van 1 uur alleen zijn onvoldoende voor het bereiken van de doelen. De rode draad van het huiswerk vormen steeds de gedachtendagboekjes. Deze zullen vanaf bijeenkomst 3 ingevuld worden.
-
Iedereen draagt verantwoordelijkheid voor het slagen van de bijeenkomsten en is verantwoordelijk voor zijn/haar eigen bijdrage en het huiswerk.
-
Iedereen helpt en stimuleert elkaar.
-
Niets is goed of fout: het gaat om wat u zelf denkt. Iedereen mag vrijuit praten. Laat elkaar uitpraten, luister goed naar elkaar en heb respect voor elkaars mening.
3
Bijeenkomst 1 Programma 1 2 3 4
Informatie over de cursus “Dik Tevreden” Haalbare doelen stellen Nabespreken 1e bijeenkomst Huiswerk
Ad 1) De psycholoog zal informatie geven over dit onderdeel van de cursus en er zullen een aantal belangrijke afspraken gemaakt worden. Ad 2) Er zal uitgebreid bij het doel van de cursus worden stilgestaan. Wat zijn uw doelen en verwachtingen van deze cursus? Wat zijn onze doelen/verwachtingen? Het is belangrijk dat we met dezelfde ideeën aan deze cursus beginnen, alleen zo kan de cursus iets voor u betekenen. Wilt u de doelen die gezamenlijk geformuleerd zijn nog eens voor uzelf opschrijven? Gebruik hiervoor de volgende pagina. Ook staan we stil bij de vraag “Waarom een psycholoog in deze cursus?”. Ad 3) Wat heeft u van de eerste bijeenkomst gevonden? Wilt u proberen in één zin of één steekwoord uw mening te geven? Ad 4) Huiswerk: Formuleer de doelen van de cursus nog eens in uw eigen woorden. Gebruik hiervoor weer het aantekeningenvel op de volgende pagina. Komen de doelen overeen met uw eigen verwachtingen?
4
Notitieformulier “doelen van de cursus” De doelen van de cursus “Dik tevreden” zijn:
5
Bijeenkomst 2 Programma 1 2 3 4 5
Wat wilt u bereiken? Uitleg van de cursus “Dik Tevreden” Leren herkennen van verschil tussen situatie, gedachten, gevoelens en gedrag Terugblik Huiswerk
Ad 1) Wat waren ook alweer de doelen van dit onderdeel van de cursus? Hebt u in de afgelopen week nog nagedacht over deze doelen? En over uw eigen verwachtingen? Komen de doelen van de cursus en uw eigen verwachtingen overeen? Hebt u hierover nog vragen? Ad 2) Vandaag zal uitgelegd worden wat de cursus “dik tevreden” precies inhoudt. Een uitleg is ook te vinden in bijlage 1. Ad 3) Er is een verschil tussen situatie, gedachten, gevoelens en gedrag. Dit zal toegelicht worden aan de hand van voorbeelden. Ad 4) Wat hebt u van de 2e bijeenkomst gevonden? Ad 5) Huiswerk: - Lees de uitleg van de cursus nog eens door (bijlage 1) en maak de opdracht op blz. 11. - Lees en maak de opdrachten ter verduidelijking van de cursus ‘Dik Tevreden’ (bijlage 2).
6
Bijlage 1 Uitleg van de cursus “Dik Tevreden” De cursus “Dik tevreden: Omgaan met overgewicht” is gebaseerd op een bepaalde theorie. Die theorie zegt dat mensen met overgewicht teveel energie opnemen, in verhouding tot de energie die zij verbruiken. Ze eten dus teveel: bijvoorbeeld in hoeveelheid of in te vet voedsel. Die verstoring gebeurt niet zomaar. Een vicieuze cirkel kan ervoor zorgen dat dit gebeurt en blijft gebeuren. Laten we daar eens naar kijken. Het model op de volgende pagina verklaart het instandhouden van overgewicht als volgt. Hoe zit deze vicieuze cirkel in elkaar? Volgens het model is er altijd een situatie die automatische (ontremmende) gedachten over uiterlijk, eten en gewicht en bijbehorende gevoelens oproept (1). Van deze automatische gedachten hoef je je niet helemaal bewust te zijn. Een automatische gedachte over uiterlijk, eten en gewicht leidt tot pogingen om af te vallen die niet altijd lukken. We noemen dit inadequate pogingen tot afvallen (2). Inadequate pogingen tot afvallen resulteren per definitie in meer eten dan nodig is (teveel eten) (3). Onder inadequate pogingen tot afvallen vallen allerlei pogingen tot gewichtscontrole, die men op den duur niet volhoudt (zoals speciale diëten volgen, strenge eetregels hanteren, of veel/intensief bewegen). Meestal is het bijvoorbeeld zo dat strenge eetregels (zoals “Ik mag vandaag niet snoepen, geen ontbijt en geen lunch.”) de kans op teveel eten groter maken. Hoe strenger de regels, hoe eerder ze overschreden worden. Juist omdat deze pogingen tot afvallen inadequaat zijn, is het resultaat dat er teveel wordt gegeten. Teveel eten kan te grote hoeveelheden betekenen maar ook teveel energie zoals vet. Dit teveel eten nodigt weer uit tot automatische gedachten en gevoelens over eten, uiterlijk en gewicht en dan is de cirkel rond. Bijvoorbeeld: José eet 2 stukken vlaai op een dag (situatie/gebeurtenis). Na het tweede stuk voelt zij zich rot door de gedachte: “Eigenlijk had ik het bij 1 stuk willen houden. Nu word ik veel te dik (1).” Om haar gewicht toch stabiel te kunnen houden, probeert zij daarna extra mager en gezond te eten. Echter, diezelfde avond lukt haar dat niet meer; zij eet gewoon met haar gezin mee, schept zichzelf alle restjes uit de pannen op, en eet ’s avonds gezellig een bak chips leeg als iedereen t.v. kijkt (2). Uiteindelijk blijkt zij die week inderdaad 1 kilo te zijn aangekomen en nu 5 kilo boven haar normale gewicht te zitten (3). Als ze dit op de weegschaal ziet (situatie/gebeurtenis), wordt ze verdrietig: “Zie je wel, ik heb het niet onder controle. Over een jaar weeg ik 50 kilo extra. Behalve dat overgewicht ongezond is, zie ik er dan helemaal niet meer uit…(1).” Om haar verdriet wat minder te voelen, “troost” ze zichzelf met een rol koekjes….(3). Een speciale vorm van automatische gedachten over uiterlijk, eten en gewicht zijn de zogenaamde ontremmende gedachten. Kenmerkend voor ontremmende gedachten (1) is dat ze direct aanzetten tot teveel eten (3). Een voorbeeld van zo’n gedachte zou kunnen zijn: “Als ik me zo rot voel als nu, dan kan ik me niet beheersen.” Maar ook: “Wat een lekker stuk vlaai; ik heb nu toch al 1 stuk op, dan kan ik net zo goed nog een tweede stuk opeten.” Of: “Als ik een tweede taartje weiger zal mijn vriendin mij vast onaardig vinden, dus laat ik er nog maar één nemen.” Ontremmende gedachten kunnen zowel negatief als positief zijn; bijvoorbeeld: “Ik ben veel te zwaar, het is allemaal hopeloos, nu kan ik net zo goed gaan eten.” of “Wat gezellig en wat een lekkere bonbons, ik kan er niet vanaf blijven dus ik neem er nog maar één!” Sommige mensen met overgewicht komen in een tweede cirkel terecht. Het teveel eten (3) activeert bij deze mensen negatieve gedachten over hun zelfbeeld. Deze negatieve gedachten betreffen basale ideeën over het beeld dat mensen over zichzelf als persoon hebben, 7
NIS
2 1 Inadequate Automatische pogingen tot afvallen (ontremmende) gedachten eten en bijvoorbeeld: “Ikover heb uiterlijk, vandaag alweer teveel gegeten, zie je wel, ik ben ook als persoon een zwakkeling (4).” gewicht Dit verhoogt en bijbehorende weer de kans dat er in een nieuwe situatie automatische (ontremmende) gedachten rondom eten, uiterlijk en gewicht worden geactiveerd (1), die gevoelens
aanzetten tot teveel eten en zo een tweede cirkel rond maken. Ook kan een situatie direct negatieve gedachten over het zelfbeeld activeren. Bijvoorbeeld als iemand gezakt is voor zijn rijexamen (situatie/gebeurtenis): “Ik stel ook niets voor, ik ben nu al voor de derde keer gezakt voor mijn rijexamen (4).” Dit verhoogt weer de kans op het optreden van automatische, ontremmende gedachten als bijvoorbeeld: “Om mezelf te troosten mag ik nu die reep chocolade opeten.”
4 atie van gedachten Mensen kunnen dus op twee manieren in dit schema instromen: 1. via een situatie die automatische gedachten oproept zelf als persoon en 2. via een situatie die direct negatieve gedachten over hun zelfbeeld activeert horende gevoelens
NIS
Daarbij is van belang op te merken dat niet iedereen die tweede cirkel ook doorloopt.
Model voortbestaan overgewicht 3 Teveel eten
8
Niet-realistische gedachten In de loop van de tijd kan het een gewoonte worden om op een bepaalde manier te denken; een soort automatisme. Daardoor kan het lijken, dat bepaalde gevoelens (bijv. zich rot voelen) direct tot het gedrag leiden (bijv. teveel eten), terwijl er nog een schakel aan het gevoel vooraf gaat, namelijk automatische gedachten (bijvoorbeeld ontremmende gedachten en zorgen over eten, uiterlijk en gewicht). Vaak vraagt men zich dan niet meer af of deze manier van denken, die zo’n gewoonte is geworden, nog klopt met de werkelijkheid. Belangrijk is om deze automatische gedachten dan te toetsen aan de realiteit. Wanneer deze automatische gedachten een overschatting of een onderschatting van de werkelijkheid zijn, worden ze niet-realistische gedachten genoemd. Doel Het doel van de cursus “Dik tevreden: Omgaan met overgewicht” is dat u leert om uw eigen gedachten over eten, uiterlijk en gewicht en eventueel over zelfevaluatie en zelfwaardering op te sporen, dat u nagaat welke niet-realistische gedachten u er mogelijk op na houdt, en dat u deze gaat uitdagen en verandert in meer realistische gedachten. Daarnaast wordt, aan het einde van de cursus, aandacht besteed aan gedachten over terugval. Zo zult u beter in staat zijn uit de vicieuze cirkel van pogingen om minder te eten en teveel eten te blijven en zal het patroon van teveel en soms chaotisch eten doorbroken kunnen worden. Realistische gedachten zorgen er verder voor dat u zich beter in uw vel gaat voelen en dat het makkelijker voor u is een normaal eetpatroon ook op langere termijn vol te houden. Juist omdat u zelf deze vaardigheid aanleert, kunt u dit ook op lange termijn blijven toepassen. Methode In deze cursus gaat u letten op allerlei situaties die te maken hebben met de problemen rondom het overgewicht. Deze gaat u ook opschrijven. Dat kunt u doen aan de hand van voorbeelden van situaties die u pas geleden heeft meegemaakt of nog gaat meemaken. Vervolgens wordt nagegaan welke gedachten u in die bepaalde situatie heeft. U wordt gestimuleerd om te onderzoeken of uw gedachten kloppen, en of u ook anders tegen de situatie aan kunt kijken. Dit gebeurt aan de hand van uitdagingen en experimenten. Aangezien het doel van deze cursus is om u een vaardigheid aan te leren, wordt in het laatste gedeelte aandacht besteed aan hoe u zelf kunt omgaan met terugval als de cursus is afgelopen. Een voorbeeld ter verduidelijking: Stel u ligt ‘s nachts in bed en u hoort plotseling een geluid. U denkt: “Een inbreker in huis.” Wat zou u dan voelen en doen? Waarschijnlijk voelt u zich angstig en doet u de rest van de nacht geen oog meer dicht. Stel nu dat u denkt: “De kat heeft een vaas omgegooid.” Wat zou u dan voelen en doen? Waarschijnlijk voelt u zich dan ontspannen en slaapt u rustig door. Eén en hetzelfde geluid kan dus, via gedachten, leiden tot verschillende gevoelens en gedrag. In dit voorbeeld kijkt u op twee verschillende manieren tegen een gebeurtenis aan. Meestal is het zo, dat u op meerdere manieren tegen een gebeurtenis aan kunt kijken. Situatie
Gedachten
Gevoelens
9
Gedrag
Nog een voorbeeld: Stel u eet één volkorenkoekje bij de koffie. U denkt: “Mijn hele dieet is vandaag weer verpest, ik kan net zo goed doorgaan met eten.” Vervolgens voelt u zich rot. U pakt de rol koekjes en gaat door met eten tot die op is. Uw negatieve stemming maakt het u dus moeilijk om het eten te weerstaan. De negatieve stemming wordt veroorzaakt door een niet-realistische gedachte. U kunt ook realistisch denken: “Ik mag van mijzelf dit koekje eten.” U geniet van het koekje, uw stemming is positief. De kans is groot dat u vervolgens niet doorgaat met eten tot de rol koekjes op is. De situatie is in beide gevallen gelijk: u drinkt koffie en eet een volkorenkoekje. Maar uw manier van tegen de situatie aankijken is verschillend. Uw manier van denken heeft dus invloed op uw stemming en uw gedrag. Fasen in de cursus De cursus bestaat uit 3 fasen. De eerste fase (bijeenkomst 1 en 2) besteedt aandacht aan haalbare doelen en aan de motivatie om deel te nemen en door te zetten. De tweede fase (bijeenkomst 3 t/m 8) is gericht op het ontdekken en uitdagen van automatische gedachten over eten, gewicht, lichaam en uiterlijk. Ook kan in deze tweede fase aandacht worden besteed aan de eventuele gedachten met betrekking tot negatieve zelfevaluatie en eventueel zelfwaardering. In fase 3, de laatste 2 bijeenkomsten, wordt terugval behandeld.
10
Bijlage 2 Opdrachten ter verduidelijking van de cursus Om de uitleg van de cursus “Dik tevreden” verder te verduidelijken vindt u hieronder nog enkele kleine opdrachten die u thuis kunt doen. 1) “Is het eten al klaar?” Bedenk wie dat zou roepen en tegen wie .......................................................................................................................................................
2) Noem 1 vooroordeel over mannen en 1 over vrouwen: Mannen.......................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................... Vrouwen........................................................................................................................................ ....................................................................................................................................................... Vraag over 1 en 2: Hoe zouden we aan dit soort vooroordelen komen? Als we eenmaal een vooroordeel hebben, hoe denkt u dat dit blijft bestaan? (u vindt het antwoord op de volgende pagina). ....................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................
11
Uitleg bij de opdrachten Deze opdrachten gaan over vooroordelen. Vooroordelen zijn vergelijkbaar met automatische, niet-realistische gedachten. Als je een vooroordeel hebt, kijk je met een bepaalde bril naar een situatie. Niet-realistische gedachten bepalen ook de wijze waarop je naar de wereld om je heen kijkt. Antwoorden: Hoe zouden we aan dit vooroordeel komen? Het kan zijn dat we het hebben geleerd/overgenomen van andere mensen of uit de media. Hoe blijft het in stand? Als we het vooroordeel eenmaal hebben wordt met dit filter de wereld bekeken. Dingen die wél bij het vooroordeel passen vallen extra goed op, en worden gemakkelijker onthouden. Dingen die niet bij het vooroordeel passen vallen niet op en worden gemakkelijker genegeerd dan onthouden.
12
Bijeenkomst 3 Programma 1 2 3 4 5
Wat houdt de cursus “Dik Tevreden” ook alweer in? Leren herkennen van verschil tussen situatie, gedachten, gevoelens en gedrag Dagboek leren invullen Nabespreken 3e bijeenkomst Huiswerk
Ad 1) De afgelopen week heeft u de uitleg nog eens kunnen doorlezen en de gelegenheid gehad alle nieuwe informatie te laten bezinken. Mogelijk heeft u nog vragen of zijn er nog dingen onduidelijk. Daarom wordt er nogmaals aandacht besteed aan de uitleg van de cursus. Ad 2) Er is een verschil tussen situatie, gedachten, gevoelens en gedrag. Weet u het verschil nog? Kunt u een situatie vertellen die u heeft meegemaakt met betrekking tot eten, uiterlijk en gewicht? In de groep wordt geprobeerd alle elementen van dit voorbeeld op te splitsen in Situatie, Gedachten, Gevoel, en Gedrag. * Een ezelsbrug voor Situatie is dat hier alleen dingen bij staan die een camera zou kunnen zien. Dus gedachten en gevoelens staan er niet bij. * Gedachten kunnen heel snel gaan: “Automatische gedachten”. Kunt u proberen de vinger te leggen op die snelle gedachten? * Een ezelsbrug voor het onthouden van welke gevoelens er allemaal bestaan is “De 4 B’s”. Er zijn namelijk 4 basisemoties: Boos, Blij, Bang, en Bedroefd. * Gedrag is wat u heeft gedaan in die situatie Ad 3) Waarom is het nuttig om een gedachtendagboekje bij te houden? Helpt u en de psycholoog te bekijken in welke situaties er zich problematische gedachten voordoen Helpt u om problematische gedachten te wijzigen. Registreren is een hoofdbestanddeel van de cursus en is essentieel voor vooruitgang. Richtlijnen voor invullen De bedoeling is om alleen situatie, gevoel en gedachten in te vullen. De rest nog niet. Het moet om een concreet moment gaan. Bijv. “Toen ik me woog vanochtend.” of “Zaterdag in het pashok van de winkel. Ik ben een broek aan het passen.” Verder is het een oefening in het leren onderscheid maken tussen gevoelens en gedachten. Noteer zoveel mogelijk situaties die te maken hebben met het eetprobleem. Schrijf vervolgens de gedachten op die in de specifieke situatie worden opgeroepen en u een niet prettig gevoel bezorgen. Bijv. gedachten die neerslachtig maken, verdrietig, kwaad, geërgerd, geïrriteerd, angstig, gespannen, nerveus, jaloers, enz.
13
Tip: draag het dagboek altijd bij u (mocht zich een situatie voordoen dan kunnen meteen aantekeningen worden gemaakt. Zo wordt voorkomen dat u belangrijke gedachten vergeet). Niets is fout. Ben niet bang om iets op te schrijven. Alle pogingen zijn goed. Later zullen we op de inhoud van de dagboeken ingaan. Het is beter om iets op te schrijven waarover u nog twijfelt dan om niets in te vullen. Leren bijhouden van gedachten is namelijk vergelijkbaar met andere vaardigheden aanleren, zoals leren lopen of leren autorijden. Het vereist training en oefening en kan in het begin vreemd overkomen, zoals alle nieuwe vaardigheden. In het begin zal het invullen dan ook veel tijd kosten. Maar als het eenmaal een gewoonte is, zal het een stuk sneller gaan. Het kan zijn dat u meerdere dagen dezelfde situaties meemaakt. U mag uiteraard meerdere dagboeken van ongeveer dezelfde situaties maken. Ga niet “zoeken” naar een nieuwe situatie, alleen maar om verschillende dagboeken te hebben. Lees bijlage 3 nog eens door voor instructies bij het invullen. Ad 4) Wat heeft u van de 3e bijeenkomst gevonden? Ad 5) Huiswerk voor de volgende keer: Vul eens één of meerdere dagboekformulieren in. Achterin uw werkboek (bijlage 18) zijn 15 formulieren afgedrukt. Voor meer lege formulieren kunt u bij de psycholoog terecht, maar u mag ze natuurlijk ook zelf kopiëren. Lees de uitleg bij het invullen van het dagboek nog eens door (bijlage 3) en bekijk de voorbeelddagboeken (bijlage 4a en 4b).
14
Bijlage 3 Uitleg bij het invullen van het gedachtendagboek Vul het gedachtendagboek in allerlei situaties in, waarin problemen rondom uw overgewicht de kop opsteken. Enkele voorbeelden van dergelijke situaties: - Bij het zien van uw eigen lichaam, bijvoorbeeld in een spiegel, tijdens het vrijen, of onder de douche. - Vlak voor en nadat u zich weegt. - Als andere mensen grote delen van uw lichaam kunnen zien, bijvoorbeeld in het zwembad of tijdens het vrijen. - Als u bij anderen op bezoek gaat of naar een feestje gaat. - Als u samen met anderen moet eten, bijvoorbeeld in een restaurant. - Als u kleding moet gaan kopen. - Als de zomer er weer aankomt. - Als u een sterke drang ervaart om te eten. - Als u in een eetbui zit of vlak na een eetbui. - Als u alleen bent. - Als u zich verveelt, of niets te doen heeft. - Bij het zien van lekker eten, bijv. op een feestje. Hoe moet het dagboek worden ingevuld? - Er wordt begonnen uw naam, dag en datum in te vullen. Dit staat bovenaan op het formulier. -
Dan wordt de Situatie/Gebeurtenis genoteerd die te maken heeft met het eetprobleem. Beschrijf de situatie zo nauwkeurig mogelijk. Schrijf op wat een camera zou kunnen zien (dus geen gevoelens of gedachten).
-
In de volgende kolom beschrijft u de (automatische) gedachte(n) die in de specifieke situatie worden opgeroepen en u een niet prettig gevoel bezorgen. U noteert ook de geloofwaardigheid van deze gedachte(n) (0=helemaal niet geloofwaardig, 100=heel erg geloofwaardig).
-
Vervolgens noteert u welk gevoel u ervaart en de sterkte van het gevoel (0=helemaal niet sterk, 100= heel erg sterk).
De volgende kolommen komen later in de cursus pas aan bod.
15