DELTAKRANT
UITGAVE
april 2013 In deze uitgave: Brand basisschool de Kringloop blz.1 Personeel • Arbo dienstverleningsplan blz.3 • Gesprekscyclus IPB(herzien) blz.3 • Bewegingsonderwijs blz.4 Resultaten enquête EasySite CMS, websites en Deltakrant blz.7 Kwaliteit & scholing • Scholing en lerarenregister blz.12 • Johannesschool 3e plaats blz.12 Onderwijszorg • Ernstige Reken-Wiskunde problemen en Dyscalculie blz.14 ICT • 21st century skills blz.16 •
Wel & Wee blz.18
S K P C P O D E LTA
D E LTA S C H O L E N
Saamhorigheid (door Wim Folker)
Basisschool de Kringloop Nieuwjaarsnacht 2013……. “Ton je moet komen, de school in brand. Vreselijk.” Kort nadat de rust een klein beetje teruggekeerd was tijdens de afgelopen nieuwjaarsnacht kreeg Ton Meboer rond 1.35 uur bovenstaande melding van één van zijn medewerkers. Hij spoedde zich naar de school en trof daar, nu al van afstand, een warme gloed aan. De school stond in lichterlaaie. Veel buurtbewoners, ouders en leerlingen stonden zeer bewogen naar de uitslaande vlammen te kijken. Velen diep geraakt. Nadat in eerste instantie leek dat een groot deel van de school behouden kon blijven vond het vuur opeens de weg naar de nog in takt lijkende lokalen. Er bleef niets, maar dan ook helemaal niets over van de net opgepimpte school. De brandweer is tot ruim in de middag van 1 januari bezig geweest met het nablussen van de puinhopen. Niets over….nog geen paperclip. De emoties waren heftig. Leerlingen, ouders, leerkrachten, buurtbewoners, medewerkers van de gemeente en Deltamensen…..het was druk in Elderveld en héél betrokken. Met name de Kringloop was het slachtoffer van de brand. De overige basisscholen hadden met name roet- en waterschade. Deze schade bleek in de vakantieweek, met inzet van diverse bedrijven, behoorlijk te herstellen. En dan, de Kringloop heeft geen gebouw meer?! Zoals Ton in deze tijd herhaaldelijk aangaf: “We hebben geen gebouw meer maar de school is er nog steeds!” Vanaf 1 januari waren er diverse mensen actief om er voor te zorgen dat de leerlingen van de Kringloop weer zo snel mogelijk onderwijs konden krijgen. Waar moet je dan zoal aan denken? Gebouw… waar zijn, zo dichtbij mogelijk, 14 klaslokalen waar goed onderwijs gegeven kan worden. Maar ook: meubilair, boeken, schrijfmateriaal, borden, enz. enz. Die eerste week van het nieuwe jaar ging als in een roes voorbij. Al op 2 januari was er groot overleg en in die eerste week was er al vervangende ruimte geregeld. Deels in de bestaande scholen, deels in de sporthal en voor de groepen 1 t/m 4 in de Ontmoeting, een kerkgebouw van de Baptisten gemeente. Wat een gastvrijheid! Op de maandag dat de school zou starten zijn de groepen 8, na de vakantie, gewoon naar school gegaan. De overige groepen zijn gestart op de woensdag. Hulde voor een ieder die dit, bijna voor onmogelijk gehouden huzarenstukje, hebben gerealiseerd. Collegascholen (van alle denominaties), collega’s, ouders, diverse bedrijven, gemeente en bestuur hebben dit mogelijk gemaakt. Nu de noodhuisvesting geregeld was werd het zaak om onmiddellijk aan de slag te gaan met tijdelijke huisvesting. De leerlingen moesten zo snel als mogelijk weer samen in één gebouw. Door een geweldige medewerking van gemeente en bestuur is dit ook vrij snel gelukt. Op 13 maart j.l. werd de tijdelijke huisvesting geopend door de, vanaf het eerste moment, zeer betrokken burgemeester Paulien Krikke. Het gebouw mag er zijn, een prima tijdelijke huisvesting. Nu loopt
2
2 het overleg met betrekking tot de nieuwbouw. We hopen in augustus 2015 onze nieuwe school te mogen betrekken. Mede namens Ton Meboer wil het bestuur een ieder van harte bedanken voor de ondersteuning en alle hulp. Geweldig!
3
3
Personeel Arbo dienstverleningsplan (door Theo Kattenbelt - Bestuursconsulent Personeelszaken)
Vanaf 1 maart 2013 werkt Delta met een nieuw arbodienstverleningsplan, waarbij de arbodienstverlener dient als sparringpartner op te treden en de directeuren ondersteunt bij verzuimbegeleiding van de werknemer. Delta heeft gekozen voor een model waarbij de arbeidsdeskundige als inzetbaarheidscoach optreedt, die de leidinggevenden ondersteunt de regie te voeren. Voordeel van dit model is, dat het demedicaliserend werkt, de leidinggevenden leren zelf effectiever verzuimgesprekken te voeren en regie te nemen, waardoor expertise van een externe partij minder nodig is. Op termijn zal dit ook kostenefficiënter werken. Delta heeft de overtuiging dat verzuim niet hetzelfde is als ziekte: “Ziekte overkomt je, verzuim is een keuze na overleg”. Deze keuze heeft te maken met gedrag en gedrag kan positief beïnvloed worden. Bij verzuim gaat het om gedrag van mensen. Dat gedrag kan met ziekte te maken hebben, maar ook met problemen in de privé of werksfeer. Het is daarom belangrijk om verzuim in eerste instantie niet als een medisch probleem te zien. De leidinggevende is de eerstverantwoordelijke om met verzuim van zijn/haar werknemers aan de slag te gaan, waar nodig door professionals (PZ, inzetbaarheidscoach en bedrijfsarts). De eigen verantwoordelijkheid van de werknemer en zijn relatie met de leidinggevende staan hierbij centraal. De inzet van de inzetbaarheidscoach en de bedrijfsarts dient af te hangen van de mate waarin de leidinggevende hem/haar wil inzetten. De focus van de Arbo Unie is gericht op mogelijkheden in plaats van beperkingen. De drie pijlers van de Arbo Unie zijn: vitaliteit, risicomanagement en verzuim en re-integratie. Het streven van Delta is te komen tot een verzuimpercentage van 4,5%. Nu is dat 6,7%. Vanaf 1 januari 2013 werken we binnen Delta met het programma Raet Verzuim Manager (RVM). In dit programma worden per school alle ziekmeldingen van Dyade geregistreerd en de acties die daaraan verbonden zijn voor de leidinggevende, de inzetbaarheidscoach en de bedrijfsarts. De arbeidsdeskundige ( mw. Marja Wekking) wordt als inzetbaarheidscoach ingezet. Hierbij is de bedrijfsarts alleen nog in beeld bij dreigend langdurig en complexe medische problematiek. De arbeidsdeskundige is het eerste aanspreekpunt voor de leidinggevende. Tussen hen vindt afstemming plaats of een verwijzing naar de bedrijfsarts nodig is. De inzetbaarheidscoach is de poortwachter naar de bedrijfsarts. De focus van de inzetbaarheidscoach (IC) ligt op het effectief en efficiënt ondersteunen c.q. coachen van de leidinggevende om de eigen regierol op te pakken. In uitzonderlijke gevallen is er rechtstreeks contact met alleen de werknemer. De werkzaamheden van de IC zijn: • Het ondersteunen van de verzuimmanager (leidinggevende) en de werknemer met maatwerkaanpak. • Het voeren van drie-gesprekken met directeur en werknemer. Op deze wijze is er sprake van “coaching on the job”. • De IC coacht de leidinggevende in de afstemming met: bedrijfsarts, bedrijfsmaatschappelijk werker, psycholoog en andere deskundigen.
Gesprekscyclus IPB (herzien) (door Theo Kattenbelt - Bestuursconsulent Personeelszaken)
Het College van Bestuur heeft het herziene beleid Integraal Personeelsbeleid vastgesteld. Hierover is een map verschenen. In deze map wordt het Deltabeleid inzake de gesprekscyclus IPB beschreven. Zo zijn de taakomschrijvingen, competentielijsten en beoordelingskaders per functie binnen het functiehuis Delta toegevoegd. Verder starten 5 scholen van Delta met de pilot bekwaamheidsdossier en digitaal portfolio.
4
4
Hiervoor gebruikt Delta het programma van Cupella, waar ook het taakbeleid in is ondergebracht. In het programma is ook een digitaal 360˚ feedback instrument toegevoegd. Dit instrument wordt in de vorm van een vragenlijst geautomatiseerd uitgezet onder collega’s en leidinggevenden (deels ad random). De uitslag komt binnen bij de betreffende leerkracht en deze gebruikt de uitslag om het gesprek met zijn/ haar leidinggevende in het kader van persoonlijke doorontwikkeling voor te bereiden. In de nieuwe gesprekscyclus IPB heeft Delta het functioneringsgesprek er, als apart gesprek, uitgehaald. Dit is conform het RPBO geen verplicht gesprek meer. In de nieuwe beleidsmap wordt ook de mogelijkheid aan scholen geboden om een deel van de gesprekken over te laten nemen door midden managers (bouwcoördinatoren) die gecertificeerd zijn en benoemd zijn in een LB functie. De beoordeling vindt altijd plaats door de schoolleider.
Contact met administratiekantoor Dyade. Contact opnemen met ons administratiekantoor Dyade kan alleen via de directeur. Personeelsleden die contact opnemen met Dyade zullen verwezen worden naar de directeur. Theo Kattenbelt, bestuursconsulent PZ
Bewegingsonderwijs in beweging (door René Rosalina: coördinator bewegingsonderwijs SKPCPO Delta / Docent CIOS Arnhem)
Het bewegingsonderwijs heeft zich de laatste jaren, vooral op de basisschool, enorm ontwikkeld. De tijd van tweemaal per week 45 minuten gymmen lijkt op steeds meer scholen voorgoed verleden tijd. We denken in dit verband aan BOS projecten, buitenschoolse “sport”opvang, clinics, inzet sportstudenten, schoolsporttoernooien, inrichting speelplaatsen etc. Mede doordat veel kinderen te weinig bewegen en opgroeien met een relatief ongezond eetpatroon, koos de overheid voor allerlei initiatieven om het aantal kinderen met overgewicht terug te dringen. Er kwamen gesubsidieerde banen voor combinatiefunctionarissen om scholen, sportverenigingen en gemeentes met elkaar te verbinden om het totale beweegklimaat een positieve impuls te geven. Door deze ontwikkeling kiezen steeds meer scholen voor investering in het bewegingsonderwijs in de breedste zin van het woord. Dus niet alleen vanwege het bewegen pur sang, maar ook omdat onderzoek duidelijk heeft gemaakt dat een kwalitatief goed beweegaanbod leidt tot een positieve invloed op de totale ontwikkeling van elk kind. Denk aan het verbeteren van het zelfbeeld, meer zelfvertrouwen krijgen, leren samenwerken, respect voor elkaar ontwikkelen, verantwoordelijkheid delen, accepteren van onderlinge verschillen, grenzen verleggen etc. In 2006 heeft een aantal Deltascholen met het CIOS een Convenant gesloten, waarbij afspraken werden gemaakt over inzet van studenten, invoering van een lesmethode en aanschaf en op peil houden van materialen voor het bewegingsonderwijs. Door uitgebreide evaluaties binnen het werkveld kunnen we vaststellen dat deze samenwerking heeft geleid tot een positieve impuls van het beweegklimaat op en rond deze stagescholen. De ene school kiest voor het aanstellen van de vakdocent, de andere school kiest voor een afgestudeerde Lobosser, weer een andere school kiest voor inzet van CIOS (LOBOS) studenten. Hieronder is te lezen wat de Margarethaschool (vakleerkracht Ivo Glaser) en de Gazelle in combinatie met de Arabesk (bewegingsspecialist Robert Ballast) voor keuzes hebben gemaakt om alle kinderen zo optimaal mogelijk te laten bewegen.
5
5 Margarethaschool (Ivo Glaser: vakleerkracht bewegingsonderwijs)
Samen leren, samen spelen, samen sporten. Zo’n twee jaar geleden ontvingen wij een uitnodiging om deel te nemen aan de wedstrijd de sportiefste school van Nederland. Vanuit de Margarethaschool was al langer de behoefte aanwezig ons bewegingsonderwijs te toetsen aan het aanbod van andere scholen. Vanwaar deze behoefte? Sinds 2004 werken we vanuit de gedachte dat extra bewegingonderwijs kan bijdragen tot een verbetering van de leerresultaten in het klaslokaal. Onze opvatting is dat een gezond lichaam dat voldoende beweegt, leidt tot een geest die zich geconcentreerder en taakgerichter kan bezighouden met het schoolwerk. Er is daarom gekozen voor een vakleerkracht bewegingsonderwijs (Ivo Glaser) die de kinderen van de groepen 1 t/m 8 drie keer in de week bewegingsonderwijs geeft. Daarnaast zijn we samenwerkingsverbanden aangegaan met Sportbedrijf Arnhem, de turnafdeling van AAC 1899, SKAR, Brede School De Malburcht en de Stichting Rijnstad, verenigd in het BOS-team. Het team heeft als doel het naschoolse sportaanbod, sportdagen, de sportweek en andere sportgerelateerde evenementen in en om “De Malburcht” en in de wijk Malburgen te coördineren, waarborgen en organiseren. Dit alles zijn we aangegaan om het beweegaanbod in en om De Malburcht, waar wij gehuisvest zijn, op een hoger sportief niveau te krijgen. Huidige situatie De kinderen van de Margarethaschool krijgen 3 keer per week gymonderwijs van een vakleerkracht. De groepen 4 en 5 gymmen 1 keer minder, maar krijgen i.p.v. gym zwemles op de woensdag. De kleuters gymmen twee keer in de week. Aankomend schooljaar zal dit uitgebreid worden naar drie keer. Daarnaast is er een naschools sportaanbod op de maandag, dinsdag, woensdag en donderdag, bestaande uit Gymplus, kleutergym, judo, voetbal en een sport- en spelinstuif. Er worden twee sportdagen, meerdere clinics, waarin sportclubs uit de wijk Malburgen en omstreken zich kunnen profileren, georganiseerd en er wordt deelgenomen aan de Nationale Sportweek. De Margarethaschool onderhoudt warme contacten met de CIOS-opleiding. Twee dagen per week krijgen de studenten de mogelijkheid hun stage te lopen. Dit gebeurt onder begeleiding van de vakleerkracht. De reden voor deze keuze van de school is tweeledig; de school fungeert als opleidingsschool voor aankomende gymspecialisten en het bewegingsonderwijs krijgt een kwaliteitsimpuls door de aanwezigheid van meerdere sportbegeleiders en een vakleerkracht. Genoeg redenen dus om onszelf eens te toetsen aan andere sportieve scholen. De KVLO (Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding) organiseert jaarlijks een wedstrijd met als doel te bepalen welke school geldt als de Sportiefste School van Nederland. Niet alleen de beweegvisie, het bewegingsonderwijs, het naschools sportaanbod en uitstroom naar verenigingen, maar ook de uitwerking van het beweegaanbod op de leerresultaten worden getoetst door een deskundige KVLO-jury onder leiding van Henk Gemser. In 2010 zijn we getoetst op bovenstaande onderdelen, na een, voor zowel leerkrachten en kinderen, leuke en intensieve dag zijn we uiteindelijk tweede geworden van Nederland. Voor ons een bevestiging van het vermoeden, dat we op de juiste weg zijn om ons bewegingsonderwijs naar een hoger niveau te brengen. Arabesk/Gazelle (Robert Ballast: bewegingsspecialist)
Het bewegingsonderwijs bij ons op school is een belangrijk onderdeel van het totale
6
6
onderwijsprogramma. Naast de motorische ontwikkeling van de kinderen, wordt veel aandacht besteed aan de sociaal, emotionele ontwikkeling. Dit zien de leraren ook terug in de klas. Dit komt o.a. naar voren bij het samenwerken voor werkstukken, het samen opruimen, omgaan met winst en verlies op het schoolplein, elkaar helpen en het accepteren van beslissingen. Vooral op motorisch vlak leren de kinderen ontzettend veel. De bewegingsspecialist werkt met een leerlingvolgsysteem. Hierbij krijgen de kinderen 5 tot 8 weken een opbouw in 1 van de 12 leerlijnen van het bewegingsonderwijs. Bijv. trampoline springen. Elke week wordt bijgehouden hoe de kinderen zich ontwikkelen. Het verschil met week 1 en week 5/8 is groot. Met veel inzet worden de kinderen naar een hoger niveau gebracht, maar natuurlijk iedereen op zijn eigen niveau. Tijdens de lessen wordt meestal gewerkt in een drievakken systeem, waarbij in elk vak een andere activiteit wordt aangeboden. Uiteraard begint elke les met een intensieve warming up, waarbij de kinderen in de sfeer van de les komen en de spieren worden opgewarmd. De groepen 3 tot en met 8 hebben twee keer in de week bewegingsonderwijs. Hierbij werkt de bewegingsspecialist op de maandag samen met een paar enthousiaste C.I.O.S studenten. De andere dagen geeft de bewegingsspecialist les in samenwerking met een bevoegde leerkracht. De gymlessen worden gegeven in twee moderne, goed ingerichte gymzalen in de brede school “De Salamander”. Er is voldoende geschikt materiaal aanwezig om alle activiteiten aan te kunnen bieden. De kleuters hebben dagelijks bewegingsonderwijs en maken dan gebruik van de speelzaal of de speelplaats. Door verschillende sportverenigingen worden clinics verzorgd die georganiseerd worden door de bewegingsspecialist. Al een aantal jaren hebben wij goede ervaringen met deze clinics. Ook is een jaarlijks terugkomende activiteit het schoolvoetbaltoernooi. Voorafgaand aan dit toernooi wordt uiteraard tijdens de gymlessen aandacht besteed aan voetbal. Ook hebben wij twee sportdagen per jaar die worden georganiseerd door 1e en 2e jaars CIOS studenten en door onze eigen bewegingsspecialist in combinatie met 3e jaars LOBOS studenten van het CIOS. Na schooltijd wordt door kinderopvang SKAR opnieuw in de gymzaal bij de twee basisscholen aan sport gedaan. Hierbij wordt de bewegingsspecialist ingezet om kinderen nog een extra uurtje te laten sporten. Alle betrokkenen zijn blij met het concept dat gekozen is en zien de positieve effecten hiervan terug in de totale ontwikkeling van de kinderen.
De bovenvermelde Deltascholen hebben elk op hun eigen wijze gekozen voor investering in het beweegklimaat op en rond de school. Hopelijk worden andere Deltascholen hierdoor geïnspireerd om afhankelijk van de wensen, mogelijkheden en visie te bepalen hoe zij in de (nabije) toekomst hiermee om willen gaan. Hierbij wens ik, mede namens de collega’s Ivo Glaser en Robert Ballast, iedereen veel wijsheid om tot een goede afweging te komen. Voor informatie, advies of begeleiding kan elke school uiteraard een beroep op mij doen. René Rosalina Coördinator Bewegingsonderwijs SKPCPO Delta / Docent CIOS Arnhem (Tel: 06-36263700)
7
7
Enquête
(Website/Deltakrant/CMS EasySite)
(door Michel Habraken - Coördinator Internet & Multimedia Deltascholen / CLC Arnhem)
Om de informatievoorziening meer aan te laten sluiten bij de ontwikkelingen van dit moment, heeft de Stichting mij gevraagd het bestaande Content Management Systeem (EasySite) te herzien en te heroverwegen alsmede het bekijken van alternatieven die hetzelfde of meer kunnen bieden dan het huidige systeem. Hiervoor zal ik een (voorlopig)advies uit gaan brengen aan het College van Bestuur of we het huidige CMS moeten voortzetten, eventueel met aanpassingen, of dat het beter is naar een nieuwe aanbieder over te stappen. Daarnaast wil de Stichting weten in hoeverre het mogelijk is om de website, maar ook de Deltakrant voor nieuwe media zoals een tablet of smartphone beschikbaar te maken. Bovenstaande opdracht is mijn afstudeeropdracht geworden voor mijn opleiding Communication Multimedia Design aan de Informatie Communicatie Academie in Arnhem. Voor mijn onderzoek heb ik onder alle personeelsleden van Delta afgelopen maart een enquête uitgezet. Hier hebben 185 mensen op gereageerd, waarvoor mijn hartelijke dank! Voor een betrouwbaarheid van 90% voor de gehele doelgroep had ik 187 mensen nodig. Op 2 mensen na is dat niet gelukt, nu ligt het betrouwbaarheidspercentage op 89,7% wat voor mijn onderzoek acceptabel is. Wat betreft de resultaten uit de enquête heb ik er per onderdeel een paar hele interessante uitgehaald: De schoolwebsite
• • • • •
Bezoekfrequentie: het merendeel 39% bezoekt de website wekelijks. Reden van bezoek: het merendeel 31% bezoekt de site vooral voor het bekijken van de groepspagina’s. Inhoud: 45% is tevreden en vindt de schoolsite actueel, 28% is ontevreden. Vormgeving: 63% is tevreden, 20% is ontevreden. Cijfer: 79% van de respondenten geeft hun eigen website van de school een voldoende, waarbij het merendeel een 7.
8
8
Open vraag: Voor de websites van de school heb ik de vraag gesteld: ‘Als je iets zou mogen veranderen aan de website van de school, wat zou je dan veranderen?’. De uitkomsten hiervan zijn per school verschillend en te uitgebreid om hier nu te bespreken. Deze punten zullen met de school zelf nog besproken worden en bij het aanpassen van de website zal er zoveel mogelijk rekening worden gehouden met deze wensen en/of opmerkingen. De stichtingswebsite www.deltascholen.org
• • • • •
Bezoekfrequentie: het merendeel 57% bezoekt de website alleen als het nodig is. Reden van bezoek: het merendeel bezoekt de site vanwege algemene informatie (26%), gevolgd door het downloaden of gebruik van formulieren (24%). Inhoud: bijna de helft (48%) van de respondenten vindt de site actueel. 11% is ontevreden hierover. Vormgeving: het merendeel (58%) is tevreden over de vormgeving en vindt hem visueel aantrekkelijk. Cijfer: 88% van de respondenten geeft de bovenschoolse website een voldoende, waarbij het merendeel een 7.
Open vraag: Voor deze websites heb ik ook de vraag gesteld: ‘Als je iets zou mogen veranderen aan de website, wat zou je dan veranderen?’ • Vormgeving: moderner, dynamischer, foto van onderwijshuis op de site, kleurencombinatie • Actueel: mag actueler, onderdeel ouders leeg, pagina onderwijszorg niet actueel, meer schoolgericht. • Zoekfunctie: betere verwijzingen en zoekfunctie, zoeken biedt vaak geen uitkomst • Indeling/lay-out: beter overzicht, community voor vervanging, centrale informatie plaatsen voor verwijzing in schoolgids zoals naar bv. veiligheidsplan, eenvoudiger in structuur, niet opnieuw inloggen als ik van community wissel. • Scholenpagina: foto’s en informatie van de school • Navigatie: minder klikken, meer duidelijkheid en overzicht • Formulieren: meer formulieren online kunnen invullen en via site versturen. • Diversen: duidelijker wat je op deze site zoal kunt vinden, bouwcoördinatoren/IB deel toevoegen, koppeling maken met DeltaDesk, kennisdeling, grotere letters.
9
9 De Deltakrant
• • • •
Wel of niet lezen: het overgrote deel leest de Deltakrant (92%). Manier van lezen: 82% van de respondenten leest de Deltakrant digitaal. Welk onderdeel spreekt het meeste aan: informatie over en voor het personeel alsmede de gehele Deltakrant scoren het hoogste en gelijk (22%). Wil je Deltakrant ook lezen op tablet of smartphone: het merendeel (59%) zou de Deltakrant graag op een tablet of smartphone willen lezen.
Open vraag: Vind je dat er iets ontbreekt in de Deltakrant / suggesties: • Informatie vanuit actualiteit welke betrekking heeft op scholen, zoals maatregelen overheid, consequenties, belangrijke publicaties, persberichten m.b.t onderwijsontwikkelingen. • Gebeurtenissen/activiteiten van scholen • School in beeld die centraal staat • Meer stukjes op schoolniveau over activiteiten, onderwijsaanbod, een persoon • Leerkracht/collega of team van de maand • Gangbare ontwikkelingen, passend onderwijs • Informatie over en voor onderwijs ondersteunend personeel • Kritische beschouwing van... • Column van een leerkracht • Interview mensen op de werkvloer • Geef de pen door ..... • Beschikbaar op nieuwe media • Social media inzetten voor actualiteiten en nieuwtjes CMS EasySite
10
• • •
• •
10
Wijzig je wel eens iets op de site: maar liefst 66% van de respondenten wijzigt wel eens iets op de website van de school en maakt dus gebruik van het CMS. Frequentie van wijzigen: de hoogste percentages liggen dicht bij elkaar. 34% wanneer het nodig is, 29% wekelijks en 28% maandelijks. Werkbaarheid: • Tekst toevoegen: het overgrote deel (64%) vindt dit makkelijk. • Invoegen afbeeldingen: meer dan de helft (67%) vindt dit lastig, moeilijk of begint er niet eens aan. • Uitlijnen op pagina: meer dan de helft (74%) vindt dit lastig, moeilijk of begint er niet eens aan. • Toevoegen hyperlinks: meer dan de helft (58%) vindt dit lastig, moeilijk of begint er niet eens aan. • Resizen afbeeldingen: meer dan de helft (66%) vindt dit lastig, moeilijk of begint er niet eens aan. • Werken met tabellen: meer dan de helft (63%) vindt dit lastig, moeilijk of begint er niet eens aan. Cijfer: voor gebruikersvriendelijkheid geeft meer dan de helft (55%) een onvoldoende, 45% geeft een voldoende. Keuze met bestaande CMS: het merendeel (46%) wil andere aanbieders vergelijken en overstappen wanneer het beter kan.
Open vragen: Wat vind je goed aan het bestaande CMS? • Editor lijkt veel op die van Word • Teksten zijn makkelijk toe te voegen • Delen zijn af te schermen a.d.h.v. een inlognaam en wachtwoord • Overzichtelijk
11
11
Wat vind je niet goed aan het CMS, wat mis je of wat zou je graag anders willen zien? Deze lijst is behoorlijk lang, maar we hebben er duidelijk een aantal belangrijke dingen uit kunnen halen die steeds weer terugkwamen: Editor • de editor geeft te weinig vrijheid om creatief te zijn. Vrijheid in keuze van lettertype, kleuren en grootte zou erg fijn zijn Foto’s plaatsen/schalen • het systeem is erg omslachtig, traag en je hebt teveel stappen nodig om iets simpels te kunnen doen zoals het plaatsen van foto’s. Schalen van foto’s moet ook makkelijker kunnen en niet eerst via apart programma. WYSIWYG • het ziet er in werkelijkheid vaak anders uit dan in de editor. Tabellen, uitlijning, het is niet WYSIWYG (What You See Is What You Get). Nieuwe media (Smartphones/tablets)
• •
Ben je in het bezit van een tablet en/of smartphone: het merendeel (43%) heeft zowel een tablet en een smartphone. Daarnaast heeft 25% alleen een smartphone en 14% alleen een tablet. 82% maakt gebruik van een vorm van nieuwe media. Welke media zou je het liefst gebruiken om de website te bekijken: meer dan de helft (54%) zou gebruik willen maken van nieuwe media, 12% gewoon op de pc of laptop en 32% maakt het niet uit.
Voorlopige conclusie Als we in het geheel kijken naar de resultaten, dan zijn de meeste mensen wel tevreden als het gaat om de vormgeving of de inhoud van de website van de scholen en de bovenschoolse website. De ‘negatieve’ signalen die we vanuit het werkveld krijgen zijn vooral gerelateerd aan het gebruik van het CMS EasySite om de website te kunnen beheren. Dit verklaart ook wel waarom het overgrote deel voor de site qua vormgeving en inhoud een voldoende geeft. De opmerkingen en suggesties die worden gegeven zijn reëel en geven de mogelijkheid om de site en Deltakrant visueel en inhoudelijk aantrekkelijker te maken. De antwoorden bij de open vragen geven tot dusver een goed beeld van waar de problemen vooral liggen bij het werken met het bestaande CMS. De nadruk ligt vooral op de vrijheid in het werken met lettertypen, kleuren en de grootte, de handelingen die men moet uitvoeren bij het werken met foto’s en het niet overeenkomen van het werkgebied en het definitieve resultaat (WYSIWYG). Vervolg van het onderzoek De enquête is voorbij en alle feedback is bekeken en wordt bewaard. Voor het onderzoek naar het Content Management Systeem zijn er nog een aantal interviews geweest met mensen uit het werkveld, waar wat meer is doorgevraagd over het CMS en het gebruik ervan. Alle input wordt meegenomen in het vervolgonderzoek. Via deze weg zal ik jullie op de hoogte houden van het verloop van het onderzoek. Ik wil jullie nogmaals hartelijk danken voor jullie medewerking! Michel Habraken (Coördinator Internet & Multimedia)
12
12
Kwaliteit & scholing (door Wim Folker - Bestuursconsulent Onderwijs / Directeur Bestuursbureau)
Scholing en lerarenregister We zijn alweer volop bezig met de planningen voor het komende schooljaar. De lerarenbeurs kan aangevraagd worden voor bachelor- en masteropleidingen. (zie de site van de lerarenbeurs). Zoals waarschijnlijk bekend is zijn er twee registers geopend. Eén voor schoolleiders en één voor leerkrachten. Beide beroepsgroepen dienen, zo geven het ministerie van OC&W en de vakbonden aan, in 2016 ingeschreven te staan in het betreffende register. De schoolleiders hebben in april een schrijven gehad waarin het nieuwe register bekend gemaakt werd. Voor leerkrachten is het register al geopend vanaf vorig kalenderjaar. Schrijf u in svp. op de site www.registerleraar.nl Komend jaar starten we, de gezamenlijke besturen in de regio, mogelijk weer met een aantal opleidingen. Indien u belangstelling heeft dan graag zo spoedig mogelijk overleggen met uw schoolleider. De opleiding dient passend te zijn in uw POP.
• Opleiding middenmanagement. Dit betreft een Magistrum opleiding en leidt op tot het certificaat •
•
midden management. De studiebelasting is 224 uur. Er zijn 18 bijeenkomsten (woensdagmiddagen) en een startbijeenkomst. Locatie Arnhem, het onderwijshuis. Schakelopleiding. Degenen die de afgelopen vier jaar in Arnhem de midden managementopleiding van Magistrum gevolgd hebben kunnen deze opleiding uitbreiden met de opleiding Basisbekwaam schoolleider. Dit betekent dat u in 18 woensdagmiddagen uw certificaat middenmanager kunt omzetten in een diploma basisbekwaam schoolleider. De opleiding is op maat en er gaat een informatie c.q. startbijeenkomst aan vooraf. Studiebelasting ca 224 uur. Basisbekwaam schoolleider. Deze opleiding kan bij voldoende deelname in Arnhem/Nijmegen georganiseerd worden. Deze opleiding kent een studiebelasting van 18 lesdagen (hele dagen) en beslaat 420 uur.
Komend schooljaar gaan we ook van start met het organiseren, samen met Marant, van een viertal themaavonden. Dat zijn avonden waar u geïnspireerd kunt worden en op basis daarvan wellicht een verdieping wil. Wij hebben inmiddels diverse thema’s verzameld maar houden ons zeer aanbevolen om thema’s vanaf de werkvloer te horen. Graag naar
[email protected] Hierover melden wij indien er meer over bekend is. Het Ixperium heeft ook weer hele interessante trajecten. Kijk binnenkort naar het nieuwe aanbod en bepaal of u individueel, met een groepje collega’s of wellicht als gehele team in wil tekenen voor één of meer activiteiten. www.ixperium.nl
Johannesschool 3e van Gelderland Donderdag 29 december vond de uitreiking van de Onderwijsprijs Gelderland 2011-2013 plaats. De Johannesschool was een van de genomineerde scholen. Hieronder leest u een stukje van het juryrapport. Kinderen uit de wijk Immerloo komen in hun thuissituatie niet of nauwelijks in aanraking met kunst en cultuur. Kunst is niet alleen verrijkend, maar is ook van belang in het leerproces van kinderen. De school heeft contact gelegd met kunstenaars en andere professionals. Men wilde de reeds gestarte activiteiten verder uitbreiden en een structureel aanbod creëren voor de leerlingen. Iedere week vinden er gratis ‘workshops’ plaats. De kinderen kunnen zich opgeven voor beeldende vorming, theater of dans. Er wordt
13
13
gedifferentieerd op leeftijd en vaardigheden. Het jaar is verdeeld in drie perioden. Aan het eind van een periode vindt er een afsluiting plaats in de aula waarbij alle lessen en disciplines samenkomen. De jury is zeer gecharmeerd van dit project. Veel scholen sturen een project in op het gebied van kunst en cultuur, maar zelden van dit gehalte. Men is uitgegaan van de bestaande situatie en heeft van daaruit een indrukwekkend proces op gang gebracht. Er is een aantrekkelijke samenwerking ontstaan tussen de school en externe instellingen teneinde onderwijs en opvoeding te intensiveren, maar ook te verlengen. Men wilde een doorgaande lijn creëren tussen lestijd en buitenschooltijd. De school is erin geslaagd die koppeling tot stand te brengen en dat is een kunst op zich. Op deze wijze voorkom je dat alles onder schooltijd moet gebeuren en het reguliere onderwijs in de knel komt. Iets wat je zeker bij deze groep kinderen niet wilt. Alles vloeit ineen. Kunst, cultuur en creativiteit worden op een hanteerbare wijze bij elkaar gebracht – drempelloos en dicht bij het kind. Het geheel is veel meer dan een aardigheidje voor de leerlingen. Alle activiteiten passen helemaal in de visie van de school. De jury kent aan deze inzending de derde prijs toe in de categorie primair onderwijs! En tja op dit juryrapport kunnen wij alleen maar trots zijn! De Johannesschool is in de lift!
14
14
Onderwijszorg (door Henriëtte Valk - Onderwijszorg Delta)
Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie Dyscalculie is een andere benaming voor een rekenstoornis. Een rekenprobleem is nog geen rekenstoornis. Rekenproblemen horen bij het leren rekenen en kunnen in de loop van de tijd (met goede begeleiding!) opgelost worden, dit in tegenstelling tot een rekenstoornis. Verwacht wordt dat 2-3% van de kinderen dyscalculie heeft, 7-8% van de kinderen een ernstig rekenprobleem en 15% van de kinderen een rekenprobleem. Wij spreken van dyscalculie als ernstige rekenwiskunde-problemen ontstaan ondanks tijdig ingrijpen, deskundige begeleiding en zorgvuldige pogingen tot afstemming. De problemen blijken hardnekkig te zijn en de rekenontwikkeling van de leerling wordt waarschijnlijk belemmerd door kindfactoren. In de praktijk is de grens tussen ernstige rekenproblemen en dyscalculie moeilijk te trekken. Alleen met extern diagnostisch onderzoek en (vervolgens) een periode van intensieve, deskundige begeleiding kan worden vastgesteld of het gaat om ernstige rekenwiskunde-problemen of om dyscalculie. Het landelijk protocol voor leerlingen van 4 tot 12 jaar met Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie (ERWD) verscheen in 2011. Het biedt de school richtlijnen en handvatten doormiddel van een stappenplan om het rekenonderwijs optimaal af te stemmen op de (specifieke) onderwijsbehoeften van de leerlingen. In het onderwijs hebben we te maken met gradaties van stagnatie in de rekenwiskundige ontwikkeling van individuele leerlingen. De leerlingen die vooruit lopen op de groep worden in dit protocol buiten beschouwing gelaten. In het protocol worden de volgende gradaties gebruikt: • De normale, vrijwel ongestoorde ontwikkeling, waarbij de leerling voldoende baat heeft bij het standaard onderwijsaanbod. • Een ontwikkeling met geringe rekenproblemen, op te lossen binnen de school met gerichte begeleiding • Een ontwikkeling met ernstige rekenproblemen die in principe op te lossen zijn met intensieve begeleiding binnen de school. • Een ontwikkeling met ernstige en hardnekkige rekenproblemen die in principe te begeleiden zijn binnen de school, eventueel met externe ondersteuning. Alleen in dit geval spreken wij van dyscalculie. Het eerste doel van het protocol is rekenproblemen te voorkomen (preventie). Het tweede doel is het bieden van passende en effectieve begeleiding in situaties waar toch problemen ontstaan (interventie). Door in het onderwijs de optimale afstemming van het onderwijsaanbod op onderwijsbehoeften van alle leerlingen na te streven, krijgen zowel preventie als interventie een handelingsgericht karakter. Het doel van het protocol is: • het bieden van passend rekenonderwijs aan alle leerlingen; • het bieden van handreikingen voor de preventie van rekenproblemen; • het bieden van handreikingen en richtlijnen om problemen in de rekenwiskundige ontwikkeling vroegtijdig te signaleren en te verhelpen; • het verhogen van de kwaliteit van de begeleiding van leerlingen met (ernstige) rekenproblemen of dyscalculie; • iedere leerling te brengen tot een passend, acceptabel niveau van functionele gecijferdheid. De rekenontwikkeling van leerlingen wordt in vier fasen onderscheiden. Elke fase heeft een eigen kleurcode. In de volgorde van fase groen naar fase rood neemt de zorg en dus ook de specifieke afstemming toe. De leerling kan tijdens een bepaalde periode tot de ene fase behoren en op een ander moment tot een andere fase.
15
15
Fasen-indeling rekenwiskunde-problemen: • Fase groen: een normale rekenontwikkeling. De onderwijsbehoeften zijn niet specifiek. • Fase geel: er doen zich in de ontwikkeling geringe rekenproblemen voor op deelgebieden. Op die deelgebieden ontstaan specifieke onderwijsbehoeften. • Fase oranje: er doen zich ernstige rekenproblemen voor, die door deskundige begeleiding oplosbaar zijn binnen de school. Er is sprake van specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van rekenen. • Fase rood: er doen zich ernstige en hardnekkige rekenproblemen voor, die in principe zijn te begeleiden binnen de school, maar waarbij mogelijk externe ondersteuning gewenst is. De specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van rekenen zijn structureel. De leerling gaat naar fase rood als blijkt dat de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling dreigt vast te lopen of te stagneren. Externe deskundige hulp is noodzakelijk. De leerling krijgt een verwijzing voor extern diagnostisch onderzoek. De school en de ouders/verzorgers melden de leerling aan voor een extern onderzoek. De school doet in het aanvraagformulier verslag van de maatregelen die zij heeft getroffen. Hierin staan ook de hulpvragen. De school beschrijft de specifieke hulp die geboden is aan de leerling en de bereikte resultaten daarvan. Het diagnostisch onderzoek wordt uitgevoerd door de externe onderzoeker volgens de uitgangspunten en de fasen van HGD (handelingsgerichte diagnostiek). De externe onderzoeker kijkt met een andere professionele blik naar de rekenontwikkeling van de leerling. Zij betrekt daarbij de totale situatie van de leerling: de totale ontwikkeling van de leerling, de kindkenmerken inclusief intelligentie, de onderwijskenmerken en de opvoedingssituatie. De opbrengsten van de externe diagnostiek zijn uiteindelijk: 1. Een beeld van de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling bij rekenen. 2. Een beschrijving van het perspectief op lange termijn (koersbepaling). 3. Handelingsadviezen en concrete aanknopingspunten voor de begeleiding. De externe onderzoeker schrijft een inhoudelijk verslag van zijn onderzoek met een handelingsadvies voor de begeleiding van de leerling. Indien van toepassing geeft de onderzoeker een ERWD-indicatie voor de leerling af. De leerling houdt gedurende een half jaar intensieve, individuele begeleiding. De verantwoordelijkheid om het handelingsadvies voor de intensieve begeleiding optimaal uit te voeren ligt bij de school. Na een periode van maximaal een half jaar vindt de evaluatie plaats en worden afspraken gemaakt voor vervolg. Bij een goede, intensieve begeleiding, eventueel met externe ondersteuning, en bij aantoonbaar effect heeft de leerling zicht op terugkeer in fase oranje. Blijkt echter dat de ernstige problemen hardnekkig blijven en dat de leerling aantoonbaar (LOVS) niet of onvoldoende vooruit gaat, dan kan de externe onderzoeker een dyscalculieverklaring verlenen. Deze verklaring is geldig voor de hele verdere schoolcarrière van de leerling. Bij deze verklaring geeft de externe onderzoeker aan welke faciliteiten en begeleiding de leerling nodig heeft. Deze verklaring kan in principe alleen worden afgegeven voor leerlingen vanaf groep 6 en bij voldoende intelligentie. Om dus in aanmerking te komen voor een dyscalculieverklaring wordt gekeken naar drie toetsbare criteria: • De ernst van de problemen • Hoe groot is de daadwerkelijke achterstand van het kind. • Hoe groot is de didactische resistentie (hardnekkigheid)*. *
Bij criterium 3 (didactische resistentie) volstaat uitsluitend reguliere remedial teaching niet. Belangrijk is dat is aangetoond dat er gedurende minimaal zes onderwijsmaanden twee keer per week, gedurende minimaal een half uur per keer, planmatige en gespecialiseerde RT heeft plaatsgevonden. Het protocol ERWD biedt een stappenplan om aan deze voorwaarde te kunnen voldoen.
Heb je nog vragen naar aanleiding van dit verhaal dan kun je contact opnemen met onderwijszorg onder nummer 026 - 389 10 46 of mail naar
[email protected]
16
16
CLC Arnhem (door Gerwin Boevink - Bestuursconsulent Materiële zaken)
21st century skills in het onderwijs Onderwijs in een kennissamenleving In de nieuwe kennissamenleving zijn scholen geen exclusieve leeromgevingen meer. Leerlingen en studenten leren ook buiten school. Denk bijvoorbeeld aan het volgen van een talencursus via het internet, informatiebronnen als Twitter, maar ook via de vele instructiefilmpjes die op YouTube te vinden zijn. Daarnaast is een zich ontwikkelende kennissamenleving gebaseerd op een leven lang leren. Van burgers wordt verwacht dat ze zich flexibel kunnen opstellen en aanpassen aan de veranderende omstandigheden in leven, leren en werken. Waar in een industriële samenleving in het onderwijs de nadruk ligt op kennisoverdracht, is dat in een kennissamenleving op het ontwikkelen van 21st century skills. De kennissamenleving De samenleving waarin we leven ondergaat een transformatie. Niets nieuws onder de zon als we terugkijken in de tijd. Het dichtstbij op de tijdlijn liggen verschuivingen van landbouw- naar de industriële samenleving en vervolgens naar de huidige kennis- of informatiesamenleving. Deze maatschappelijke veranderingen hebben in elk geval één gemeenschappelijk kenmerk: ze hebben enorme invloed op de manier waarop we leven, leren en werken. Vanwege de impact worden deze overgangsperioden ‘industriële revolutie’ en ‘digitale revolutie’ genoemd. Vooral door de opkomst van informatie- en communicatietechnologie (ict) krijgt de huidige kennissamenleving meer en meer vorm. De term kennissamenleving heeft enerzijds betrekking op het feit dat kennis altijd en overal voorhanden is. Dagelijks worden grote hoeveelheden informatie aan het internet toegevoegd, een ontwikkeling die de komende jaren exponentieel door zal zetten. Anderzijds verwijst de term kennissamenleving naar kennisbegrip en –constructie (leren door nieuwe informatie en inzichten te combineren met wat je al weet). Waar de samenleving in het verleden economisch gezien vooral gericht was op industrie en productie, verandert dat in de kennissamenleving richting diensten en innovatie. Voor de kennissamenleving zijn kennisontwikkeling, -constructie of -creatie van groot belang als individuele vaardigheden en als kansen voor economische ontwikkeling. Daarom wordt bij een kennissamenleving ook vaak gesproken over kenniseconomie. Nu de kennissamenleving steeds meer vorm en inhoud krijgt, wacht ook het onderwijs een transformatie. Een toenemend aantal scholen en onderwijsinstellingen in Nederland heeft kennis genomen van de nieuwe term 21st century skills. In de zoektocht naar hoe 21st century skills in het onderwijs te verweven zijn, rijst voor scholen een aantal vragen. De meest cruciale daarbij is of de vaardigheden kunnen worden geïntegreerd in het huidige onderwijs of dat een innovatie naar een nieuw onderwijsparadigma (het geheel van opvattingen die ten grondslag liggen aan de onderwijskundige visie van scholen) gewenst is. Het lijkt evident dat scholen, of nu gekozen wordt voor integratie of innovatie, veranderprocessen moeten doormaken. Daarbij dient allereerst aandacht besteed te worden aan visieontwikkeling om de te volgen koers te kunnen bepalen. Aan de hand daarvan kan het curriculum worden aangepast of worden herontworpen. Vervolgens is het van belang te werken aan de deskundigheid van leerkrachten en/of docenten. In het onderwijs waarin 21stcentury skills een belangrijke rol hebben, besteden ze minder tijd aan frontale kennisoverdracht en krijgen ze een meer coachende functie.
17
17
Ook de rol van andere betrokkenen is aan verandering onderhevig. Genoemd is al dat leerlingen bij het leren meer eigen verantwoordelijkheid dragen en er zelf meer sturing aan geven. Dat vergt onder andere van ouders een andere betrokkenheid bij het leren. Leren vindt niet alleen op school plaats, maar ook daarbuiten. Bron: Whitepaper ‘21st Century Skills in het onderwijs’ http://www.21stcenturyskills.nl
18
18
Wel & Wee (door Arna Wijnakker - Secretariaat bestuursconsulenten)
Geboorten: • 6 december 2012 is Novy Tigchelaar geboren, dochter van Jorien Abbenhuis en Thijs Tigchelaar. Jorien is leerkracht voor groep 4 op de Pastoor van Arsschool. • 24 december 2012 is Fenna geboren, dochter van Jacqueline en Marcel van Limbeek, zusje van Kyra. Jacqueline is poolleerkracht voor Delta. • 28 December 2012 is Ties Clappers geboren, zoon van Anouschka en Bas Clappers. Jip en Siem zijn trotse broers geworden. Anouschka is leerkracht voor groep 7 op de Johannesschool. • 8 januari 2013 is Noud geboren, zoon van Kim en Marijn Voortman- Lenderink. Kim is leerkracht op de Pieter de Jongschool, locatie Pythagoras. • 28 februari 2013 is Puck de Boer geboren, dochter van Inge Kamerling en Michel de Boer. Inge is leerkracht op De Ommelander groep 5 • 19 maart 2013 is Mijs Groenevelt geboren. Dochter van Vera Eysink en Menno Groenevelt. Vera is leerkracht voor groep 6-7 op de Arabesk. • 1 april 2013 is Lucas Marinus Frederikus geboren, zoon van Monique van Duivenbode en Nicolai Lourens. Monique is leerkracht in de vervangingspool van Delta. • 8 april 2013 is Ilian geboren, zoon van Krystle en Kevin de Gram en broertje van Hannah. Krystle is onderwijsassistent voor de onderbouw op de Arabesk. Delta wenst alle ouders heel veel geluk met de geboorte van hun baby! Huwelijk: Miranda van Reij en Jelle Labrie trouwen op 26 april 2013. Miranda is leerkracht van groep 3 op de Ommelander. Van harte gefeliciteerd met jullie huwelijk! Jubilea: 25 jaar ambtsjubileum: • Marianne Heezen, 22 augustus 2012. Leerkracht en intern begeleider op de Pieter de Jong locatie Kempenaer. • Mariël veraart, 12 januari 2013. Leerkracht op De Arabesk,. • Marit Leferink-Heinneman,4 februari 2013. Leerkracht op De Schakel. • Nico Mesrits, 12 januari 2013. Leerkrachtondersteuner op de Pastoor van Arsschool. • Jacqueline Leeflang, 2 november 2012. Leerkracht op de kringloop. Van harte gefeliciteerd! Afscheid: • Op 1 april 2013 is Anita Peters-van Dongeren gaan genieten van haar vervroegd pensioen. Anita heeft als kind basisonderwijs genoten op de Fredericusschool. Op het moment dat zij wist dat zij juf wilde worden, werd zij in de gelegenheid gesteld om stage te lopen op haar oude school. Na haar studie kreeg ze vervolgens de gelegenheid om als juf voor de klas te gaan staan. Maar liefst 32 jaar heeft ze de kinderen op de Fredericusschool onderwezen! De school heeft op grootse wijze afscheid van haar genomen. Anita, bedankt voor je inzet en geniet van de tijd die nu voor je is aangebroken!
• Roncalli: Met ingang van 1 februari 2013 heeft Judith Diepenbrock- Backers ontslag genomen
bij Delta. Ze werkte ruim 11 jaar op de Roncallischool en verrichtte daar RT werkzaamheden. Judith heeft per 1 februari een nieuwe uitdaging gevonden als ambulant begeleider bij
19
19 Kentalis. Wij danken Judith voor haar inzet en betrokkenheid en wensen haar veel succes.
• Arabesk: Vanaf 1 februari heeft Ernst Verdurmen als hulp conciërge, de Arabesk verlaten in verband met het aanvaarden van een baan buiten Delta. Wij bedanken Ernst voor zijn inzet en betrokkenheid en wensen hem veel succes.
• Nije Veste Wheme: Per 1 januari 2013 is mevrouw Khaddouj Chakir met welverdiend pensioen
gegaan. Mevrouw Chakir heeft als interieurverzorgster 27 jaar op de Nije Veste de gymzaal goed onderhouden. Wij danken haar voor haar jarenlange trouwe dienst.
20
20
FIJNE MEIVAKANTIE!! De Deltakrant is een uitgave van SKPCPO Delta, organisatie voor Katholiek en Protestants-Christelijk Primair Onderwijs. Redactie: Gerwin Boevink, Wim Folker, Henriëtte Valk, Lisette Weeda, Joost Adema, Ard op de Weegh. Eindredactie: Wim Folker Kopij inleveren: Artikelen:
[email protected] Wel & Wee:
[email protected] Adres: Koningstraat 27 6811 DG Arnhem Internet: www.deltascholen.org Vormgeving en druk: Michel Habraken Oplage: Digitale uitgave via www.deltascholen.org