(Deel van) Zijn Lichaam 1 December 2013
I.
“Wedergeboren Leven”
II.
Levende stenen 1 Petrus 2:4-5 Voeg u bij hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, 5 en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn
“Voeg je bij Hem” = Leven met Jezus als middelpunt “Laat je als Levende Stenen gebruiken” = discipelschap & deel zijn van gemeenschap van gelovigen als lichtbaken voor de wereld Door je bij de Levende Steen te voegen, mag je zelf een Levende Steen worden. Discipelschap = deel zijn van het wonder van Jezus’ bediening aan Zijn Lichaam en aan de wereld (vb. Wonderbare spijziging)
III. Deel van Zijn Lichaam Door Zijn Lichaam te erkennen, mag je zelf deel van Zijn lichaam worden.
Lezen 1 Corinthiërs 11:17 – 12:27
De viering van de maaltijd van de Heer 17 Nu ik u toch aanwijzingen geef: ik kan u niet prijzen om uw samenkomsten. Die doen meer kwaad dan goed. 18 Om te beginnen:ik hoor dat u bij uw samenkomsten in de gemeente partijen vormt. Tot op zekere hoogte geloof ik dat ook. 19 Het is onvermijdelijk dat er partijvorming onder u is, zodat duidelijk wordt wie van u betrouwbaar is. 20 Alleen, u komt niet samen om de maaltijd van de Heer te vieren. 21 Van wat u hebt meegebracht eet u alleen zelf, zodat de een honger heeft en de ander dronken is. 22 Hebt u soms geen eigen huis waar u kunt eten en drinken? Of veracht u de gemeente van God en wilt u de armen onder u vernederen? Wat moet ik hierover zeggen? Moet ik u soms prijzen? Dat doe ik in geen geval. 23 Want wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat terug op de Heer zelf. In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd nam hij een brood, 24 sprak het dankgebed uit …
Joods gebruik: Brood: “Gezegend bent U, onze God, Koning van het heelal, die brood uit de aarde voortbrengt” Wijn: “ Gezegend is onze God, de Koning van het heelal, de Schepper van de vrucht van de wijnstok.”
, brak het brood en zei:'Dit is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.' 25 Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en hij zei: 'Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om mij te gedenken.' 26 Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat hij komt. 27 Daarom maakt iemand die op onwaardige wijze van het brood eet en uit de beker van de Heer drinkt, zich schuldig tegenover het lichaam en het bloed van de Heer. 28 Laat daarom iedereen zichzelf eerst toetsen voordat hij van het brood eet en uit de beker drinkt, 29 want wie eet en drinkt maar niet beseft dat het om het lichaam van de Heer gaat, roept zijn veroordeling af over zichzelf. 30 Daarom zijn er onder u veel zwakke en zieke mensen en zijn er al velen onder u gestorven. 31 Als we onszelf zouden toetsen, zouden we niet worden veroordeeld. 32 Maar nu velt de Heer zijn oordeel over ons en wijst hij ons terecht, opdat we niet samen met de wereld zullen worden veroordeeld. 33 Daarom, broeders en zusters, wees gastvrij voor elkaar wanneer u samenkomt voor de maaltijd. 34 Wie honger heeft kan beter thuis eten. Dan leiden uw samenkomsten tenminste niet tot uw veroordeling. De overige zaken zal ik regelen wanneer ik kom.
Vele gaven, één Geest 1 Broeders en zusters, over de gaven van de Geest wil ik u het volgende zeggen. 2 Zoals u weet was u in de tijd dat u nog heidenen was volledig in de ban van goden die taal noch teken geven. 3 Daarom zeg ik u nadrukkelijk: niemand kan ooit door toedoen van de Geest van God zeggen:' Vervloekt is Jezus,' en niemand kan ooit zeggen: 'Jezus is de Heer,' behalve door toedoen van de heilige Geest. 4 Er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest; 5 er zijn verschillende dienende taken, maar er is één Heer; 6 er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt. 7 In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente. 8 Aan de een wordt door de Geest het verkondigen van wijsheid geschonken, aan de ander door diezelfde Geest het overdragen van kennis; 9 de een ontvangt van de Geest een groot geloof, de ander de gave om te genezen. 10 En weer anderen de kracht om wonderen te verrichten, om te profeteren, om te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is, om in klanktaal te spreken of om uit te leggen wat daar de betekenis van is. 11 Al deze gaven worden geschonken door een en dezelfde Geest, die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals hij wil. 12 Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus. 13 Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu uit het Joodse volk of uit een ander volk afkomstig zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn. 14 Immers, een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit vele. 15 Als de voet zou zeggen: 'Ik ben geen hand, dus ik hoor niet bij het lichaam,' hoort hij er dan werkelijk niet bij? 16 En als het oor zou zeggen: 'Ik ben geen oog, dus ik hoor niet bij het lichaam,' hoort het er dan werkelijk niet bij? 17 Als het hele lichaam oog zou zijn, waarmee zou het dan kunnen horen? Als het hele lichaam oor zou zijn, waarmee zou het dan kunnen ruiken? 18 God heeft nu eenmaal alle lichaamsdelen hun eigen plaats gegeven, precies zoals hij dat wilde. 19 Als ze met elkaar slechts één lichaamsdeel zouden vormen, zou dat dan een lichaam zijn? 20 Het is juist zo dat er een groot aantal delen is en dat die met elkaar één lichaam vormen. 21 Het oog kan niet tegen de hand zeggen: 'Ik heb je niet nodig,' en het hoofd kan dat evenmin tegen de voeten zeggen. 22 Integendeel, juist die delen van het lichaam die het zwakst lijken zijn het meest noodzakelijk. 23 De delen van ons lichaam waarvoor we ons schamen en die we liever bedekken, behandelen we zorgvuldiger en met meer respect 24 dan die waarvoor we ons niet schamen. Die hebben dat niet nodig. God heeft ons lichaam zo samengesteld dat de delen die het nodig hebben ook zorgvuldiger behandeld worden, 25 zodat het lichaam niet zijn samenhang verliest, maar alle delen elkaar met dezelfde zorg omringen. 26 Wanneer één lichaamsdeel pijn lijdt, lijden alle andere mee; wanneer één lichaamsdeel met respect behandeld wordt, delen alle andere in die vreugde. 27 Welnu, u bent het lichaam van Christus en ieder van u maakt daar deel van uit
V.
Zijn Lichaam Erkennen 1 Corinthiërs 11:27 27 Daarom maakt iemand die op onwaardige wijze van het brood eet en uit de beker van de Heer drinkt, zich schuldig tegenover het lichaam en het bloed van de Heer.
“Op onwaardige wijze” ! wat wordt daar mee bedoeld? Als je deelneemt aan het avondmaal met onbeleden zonden in je leven, maakt God je dan ziek of dood Hij je zelfs??? Er zijn maar weinig termen in de Bijbel die zo veel mensen heb afgehouden om deel te nemen aan het avondmaal (of als excuus gebruikt zijn om niet deel te nemen). “Ik ben onwaardig en zal mezelf alleen maar ten prooi maken aan het oordeel. Ik moet daarom wachten (harder mijn best doen) tot ik waardiger en beter voorbereid ben om deel te mogen nemen.”
Verwarring tussen ‘onwaardig’ en ‘ onwaardige wijze.’ A. “Onwaardig” ! uit onszelf is niemand waardig. Daar gaat het avondmaal juist over!!! Een nieuw verbond. B. “Onwaardige wijze” ! onjuiste manier "
Op een onfatsoenlijke wijze deelnemen (zoals in de kerk van Corinthiërs het geval was) (1 Cor. 11:21) - Vraatzucht, gulzig, egoïstisch
"
Op oneerbiedige wijze deelnemen - Geen verschil tussen een ‘normale maaltijd’ en de ‘maaltijd des Heren’ (1 Cor. 11:29) ! - Geen oog hebben voor Degene die het avondmaal heeft ingesteld en waarom.
C. “Waardige wijze” ! “om Mij te gedenken” (1 Cor. 11:24b) 24 ….. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.'
zie ook Lukas 24:30-31a Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. 31 Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem
VI. Deel van Zijn Lichaam (1 Cor. 12) 1 Cor 12:12 12 Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus
1 Cor. 12:20 20 Het is juist zo dat er een groot aantal delen is en dat die met elkaar één lichaam vormen.
1 Cor. 12:27 27 Welnu, u bent het lichaam van Christus en ieder van u maakt daar deel van uit