De Winst van 2015
Toppers, Leermeesters en Internationale Projecten www.lflplatform.net
FESTIVAL DE WINST VAN HET VAN LEREN 2015
Stichting Learn for Life
Colofon
Learn for Life is een platform voor lokale, regionale en nationale organisaties die actief zijn op het gebied van non-formele educatie. Begin 2015 heeft Learn for Life bovendien de activiteiten van de Nieuwe BV overgenomen.
Uitgave:
Learn for Life opereert in verschillende landelijke en Europese netwerken zoals het European Basic Skills Network (EBSN), het Europees Netwerk voor Educatie en Training (EUNET), en de European Association for Education of Adults (EAEA), de European Civil Society & Lifelong Learning Platform (EUCIS -LLL). Daarnaast onderhoudt zij contacten met CINOP, het Programma Leren en Werken, de Nationale UNESCO-Commissie, de Koninklijke Bibliotheek en de Alumnikring Andragologie Amsterdam.
Learn for Life, september 2015
Bestuursleden: Henk Hijink, voorzitter Jumbo Klercq, secretaris/penningmeester Ina den Hollander Yvonne van der Heijden Norbert Kuijpers Jantsje van der Spoel Dennis Wacht
Staf: Lidwien Vos de Wael
Learn for Life komt voort uit de Stichting Volkshogeschoolwerk die zich via de internationale commissie jarenlang ingezet heeft voor de doelstellingen en uitgangspunten van het volkshogeschoolwerk in internationaal verband.
Contact:
[email protected]
Jury: Learn for Life bevordert regelmatige kennisuitwisseling tussen organisaties door discussie over het beleid met betrekking tot lifelong learning en het debat over professionaliteit. Bovendien organiseert Learn for Life sinds 2011 het Festival van het Leren en reikt zij sinds 2002 jaarlijks de Internationale Prijs uit. Learn for Life is initiatiefnemer en partner in diverse Grundtvig en Erasmus+ projecten. Ook houdt zij traditiegetrouw voorlichtingsbijeenkomsten over de Noorse volkshogescholen.
Marja van den Dungen Marianne Zoetmulder Ina den Hollander
Redactie: Jumbo Klercq, The Elephant Learning in Diversity
Vormgeving: Marcel te Pas, MTP Design
Learn for Life heeft een website http://www.lflplatform.net/ en geeft regelmatig een e-newsletter uit. Ook is zij op Facebook te volgen.
Met dank voor het meelezen en corrigeren: Riky Hijink, Franka van de Wijdeven en Marissa van der Valk
Druk: XDialogue, Lelystad
Toppers, 2
learn for life
Inleiding 4 Programma Leren en werken
5
Toppers 6 Fatuma Ahmed Ali, Lelystad, 29 november 1989 7 Jesper van Elzakker, Heerlen, 13 mei 1989 8 Leon Gjaltema, Drachten, 13 juli 1995 9 Linda Kuijpers, Wijchen, 3 december 1990 10 Ruth Rubin, Breda, 3 januari 1958 11 Maryam Ghassemi, Dronten, 21 maart 1989 12 Noora El Azzouzi, Roosendaal, 29 oktober 1990 13 Natasja Beun, Oudeschoot , 31 mei 1995 14 Badiaa Zinelaabidine, Urmond, 17 mei 1965 16 Angela Cooman, Zoetermeer, 1 september 1981 17
FESTIVAL DE WINST VAN HET VAN LEREN 2015
Inhoud
EPALE 18 Leermeesters 19 Jeffrey Velders, Den Haag, 1 mei 1989 20 Jo Consten, Geleen, 7 oktober 1933 21 Leny van Wieringen, Lelystad, 3 februari 1950 23 Dick van Zomeren, Heerlen, 29 juli 1961 25 Marc Frentrop, Den Helder, 30 april 1959 27 Margriet van der Werf, Rijswijk, 5 januari 1951 29 Marjohn van de Ven, Den Bosch, 26 juli 1954 31 Willeke van Heumen, Den Bosch, 2 oktober 1954 31 Marlies Zwanenburg, Dronten, 31 mei 1995 34 Peter Balk, Zoetermeer, 20 juli 1953 36 Stichting Piëzo, Zoetermeer 37 ERASMUS+ 39 Internationale Prijs 41 Web2Learn, Ezzev Foundation 42 Inwork Project, De Regenboog Groep / Correlation Network 44 Roads to Recognition, Steunpunt Scouting Gelderland 46 NDCE / NDZW, Anton-Heinen Volkshochschule 48 Perspectives on the Euro(pean) Crisis), Stichting Sharing Perspectives 50 Meer Europa - Meer Vrede, Stichting Learn for Life 52 ForAge, The Elephant Learning in Diversity 54 IROHLA, UMC Groningen 55 SEA, Bureau Lidwien Vos de Wael i.s.m. Learn for Life 56 Tel uit je winst, uitgeleide
58
Leermeesters en Internationale Projecten De winst van 2015 learn for life
3
FESTIVAL VAN HET LEREN
Inleiding
2014
V
2015
oor u ligt DE WINST VAN 2015. Is dat niet erg optimistisch geformuleerd, zult u zich misschien afvragen. Het is nog steeds crisis in Europa. Verkiezingen links en rechts leveren vooral meer euroscepticisme op. Nationale overheden bezuinigen nog steeds en geven de EU de schuld als dit uit komt. Of de Grieken. Of de vluchtelingen. Wat bedoelen we dan met de Winst van 2015?
De Winst van 2015 appelleert inderdaad aan dat er licht aan het eind van de tunnel komt. Dat komt er echter niet vanzelf. Daar moeten we ons zelf voor inspannen, daar moeten we aan werken. De winst zit misschien niet eens in wat behaald wordt, maar in wat beoogd wordt.
Winst is het dat Het Festival van het Leren nog steeds bestaat en dit jaar voor de vierde maal 16 in successie zonder overheidssubsidie tot stand komt. Ook dit jaar is dat weer de 20verdienste van de stichting Learn for Life. Winst is ook dat Learn for Life hiervoor een stevig samenwerkingsverband heeft opgebouwd met CINOP en het Programma Leren en Werken. Daarnaast zijn ook de Koninklijke Bibliotheek (voorheen SIOB) en de Nationale UNESCO Commissie traditiegetrouw partners.
16
In de Winst van 2015 vindt u ook dit jaar weer de verhalen van allen die genomineerd zijn als Topper of Leermeester. Daarnaast een overzicht van de spraakmakende internationale 2017 die in aanmerking komen of buiten mededinging vermeld worden voor de projecten Internationale Prijs die Learn for Life al sinds 2002 jaarlijks uitreikt. Al deze kandidaten hebben er hard voor gewerkt. Zij hebben een eervolle vermelding verdiend. Hun verhalen zijn de moeite van het lezen waard. Dat is de winst van 2015.
2017
2018 2018
2019 2019
4
learn for life
r delijk projec tleide
er, lan Marianne Zoetmuld Werken en Programma Leren
D
e missie van het Festival sluit naadloos aan bij de taakstelling van het Programma Leren en Werken. ‘Investeren in kennis loont’, is kort samengevat ons motto. De titel van deze brochure, De Winst van 2015, sluit daar uitstekend bij aan.
FESTIVAL VAN HET LEREN
Programma Leren en Werken
De doelstelling van het Programma Leren en Werken luidt: bijdragen aan een optimale werkzekerheid van zo veel mogelijk mensen. Het Programma Leren en Werken bestaat sinds eind 2009. Dit programma heeft als doel de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te versterken. Hiertoe zijn in alle arbeidsmarktregio’s een of meer Leerwerkloketten gevormd. Het Programma Leren en Werken wordt gefinancierd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarnaast dragen regionale partners bij aan het Leerwerkloket in hun regio. De aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt is niet altijd optimaal. Om te beginnen bestaat er dikwijls geen een-op-eenaansluiting tussen opleiding en beroep: een diploma garandeert nog geen baan. Verder is het voor bepaalde groepen lastig om toe te treden tot de arbeidsmarkt, omdat zij niet direct voldoen aan de eisen die werkgevers stellen. Door onvoldoende opleiding, of vanwege lichamelijke of psychosociale beperkingen. Langdurig werkloos zijn verlaagt eveneens de kans om opnieuw aan het werk te komen. Daar waar mensen niet in staat zijn hun eigen werkzekerheid te realiseren, moeten zij een beroep kunnen doen op advies en ondersteuning. De Leerwerkloketten vervullen een regierol op het terrein van Leren en Werken. Zij ‘makelen en schakelen’ de bestaande dienstverlening en middelen tot zinvolle en effectieve trajecten en arrangementen. Zo zijn de Leerwerkloketten in de verschillende regio’s onder meer partner bij de aanpak van jeugdwerkloosheid, laaggeletterdheid en arbeidsinpassing van vluchtelingen. Ook zijn de loketten actief betrokken bij sectorale scholingsplannen en bij het realiseren van een goed afgestemde dienstverlening aan werkgevers bij instroom, personeelsontwikkeling en bemiddeling van werk naar werk. Het Festival is ook voor de Leerwerkloketten een mooie aanleiding om extra aandacht te vragen voor het belang van ‘een leven lang leren’. De landelijke uitstraling van het festival biedt een kans om groepen te bereiken voor wie leren niet vanzelfsprekend is. Evenals voorgaande jaren zijn de Leerwerkloketten ook dit jaar weer zichtbaar tijdens het Festival. Als laagdrempelig, onafhankelijk informatiecentrum voor leren en werken bieden we deelnemers mogelijk een opstapje om hun leermogelijkheden verder te verkennen en hierin stappen te zetten. Het Programma Leren en Werken is betrokken bij de organisatie van het festival en bij de landelijke dag op 18 september 2015. In de maand september organiseren de regionale leerwerkloketten voor hun klanten een groot aantal activiteiten om hen te laten ervaren dat leren en werken kansen biedt, maar ook gewoon leuk, uitdagend en verrijkend kan zijn.
learn for life
5
FESTIVAL VAN HET LEREN
Een Topper is iemand die geen doorsnee leercarrière heeft doorlopen en die met creativiteit en doorzettingsvermogen barrières heeft overwonnen om zich zelf te ontwikkelen.
Toppers zijn volwassenen (18+) die: • met doorzettingsvermogen barrières overwonnen en zichzelf ontwikkelden • met wat zij leerden een stap verder kwamen op de persoonlijke educatieladder) • op diverse plekken aan hun eigen leercarrière werkten: zowel in onderwijsinstellingen als in andere leeromgevingen • een voorbeeld voor anderen zijn • bereid zijn om hun verhaal aan anderen te vertellen. Hieronder volgen de portretten van de kandidaten die allen een topprestatie leverden.
6
learn for life
FESTIVAL VAN HET LEREN
Toppers
Fatuma Ahmed Ali, Lelystad, 29 november 1989
Topper
door Genomineerd al Lely stad Ta Huis voor de -27 jarigen Categorie: 18
F
atuma is in 2010 als vluchteling vanuit Somalië naar Nederland gekomen. Ze vond het heel moeilijk als 20-jarige vrouw in een land te komen wonen dat haar nog vreemd was. Alles was nieuw voor haar tijdens de oriëntatietraining in het AZC Dronten en ze keek hier haar ogen uit. Ze voelde zich niet thuis, omdat ze niet goed met de mensen om haar heen kon communiceren. Ze kon zich handhaven door deel te nemen aan een inburgeringsprogramma bij het ROC Flevoland. Het scheelde dat ze goed Engels kon spreken. Het was voor haar noodzakelijk de taal zo snel mogelijk te leren en dat is haar in nauwelijks drie maanden tijd gelukt. Tegelijkertijd kreeg ze taalondersteuning via de Vereniging voor Vluchtelingen en nieuwkomers Lelystad (VVNL). Zij volgde groepslessen en had een taalcoach. Ze vond Nederlands moeilijk om te leren. In 2011 behaalde ze het Staatsexamen 1. Inmiddels spreekt ze de taal erg goed.
Ze vindt de manier waarop hier de lessen gegeven worden moeilijk. Ze was gewend dat docenten op school heel streng zijn. Leerlingen moesten hun huiswerk op tijd af hebben en ze kregen het te horen als het goed of niet goed ging. Hier is dat heel anders. Je moet zelfstandig werken, je moet het helemaal zelf doen, niemand die je duidelijke aanwijzingen of instructies geeft. Ze vertelt dat hier op haar eerste schooldag gezegd werd: ga achter de computer zitten en ga werken aan het programma taalklas. “Ik wist niet eens wat taalklas betekende en ik kende het alfabet niet. Dat vond ik niet goed en daarom heb ik later tegen mijn docent gezegd dat ik eerst het alfabet onder de knie wilde krijgen en daarna verder met taalklas.” Dat is een hele andere manier van leren dan ze gewend was. Ze moest leren LEREN. Fatuma is verder gaan leren bij Landstede in Zwolle. Eerst de opleiding Helpende Zorg en Welzijn niveau 2 en onlangs heeft ze de opleiding Verzorgende IG niveau 3 afgesloten. Het gaat zo goed dat ze nu begonnen is aan een tweejarige beroepsopleiding verpleegkundige niveau 4. Ze wil haar dromen waarmaken en realiseert zich, dat ze daarvoor haar best moet doen en dat ze het niet te snel moet opgeven. Sinds haar tiende wilde ze altijd al iets in de zorg doen. Het was haar droom om verpleegkundige of arts te worden. Later hoopt ze verder te gaan met HBO gynaecologie en wil ze daarnaast in het ziekenhuis werken als EHBO verpleegkundige. Fatuma zet zich ook in als vrijwilliger. Als ervaringsdeskundige weet ze als geen ander nieuwe vluchtelingen te stimuleren om Nederlands te leren. Fatuma heeft als vrijwilligster via VVNL en dit jaar ook via het Huis voor Taal mensen een-op-een begeleidt. Ze oefent met hen de Nederlandse taal, maar informeert hen ook over hoe het onderwijssysteem in Nederland in elkaar steekt. Veel nieuwkomers hebben hier weinig of zelfs geen ervaring mee. Fatuma geeft haar taalmaatjes mee wat er hier van hen verwacht wordt. Ze maakt hen duidelijk dat het van groot belang is om in Nederland serieus aan de slag te gaan met taal en studie. Bovendien probeert ze anderen ook te enthousiasmeren om net als zijzelf als vrijwilliger aan de slag te gaan. Fatuma is ook zeer actief van de Somalische gemeenschap in Lelystad. Regelmatig nodigt zij Somalische vrouwen uit voor een bijeenkomst bij haar thuis of elders. Zij probeert hen bewust te maken van hun eigen kwaliteiten en de mogelijkheden die er in Nederland zijn om je verder te ontwikkelen. Fatuma motiveert hen hun sociale redzaamheid te vergroten. Zij spreekt hen aan op hun rol als moeder en voorbeeld voor de kinderen. Door zelf de Nederlandse taal goed te leren, krijgen de kinderen ook betere kansen. Fatuma is een echte topper. Ze laat zien dat als je echt iets wilt bereiken, je er voor moet gaan en gebruikt moet maken van de hulp van anderen. Ze toont dat als je echt iets wilt, je het ook daadwerkelijk kan! learn for life
7
FESTIVAL VAN HET LEREN
Jesper van Elzakker, Heerlen, 13 mei 1989
Topper door Leer wer Genomineerd rabant West- Noord-B -27 jarigen Categorie: 18
kloket
J
esper was vroeger een jongen, die makkelijk kon leren, wanneer het ging om vakken waarin hij interesse in had. De vakken die hij niet leuk vond, waren voor hem ook lastiger. Op school probeerden ze hem te stimuleren het beste uit zichzelf te halen. Ze probeerden de “lastige” vakken toch weer leuk te maken. Jesper heeft ook van thuisveel hulp gehad. Jesper startte oorspronkelijk met een opleiding in de techniek, maar dat was het toch niet. Hij vertelt: “Techniek is een hele leuke kant om een beroep te leren maar het was niet mijn ding.” Zo is hij later overgestapt naar de zorg. De mensen en het gesprek met de mensen, dat trekt hem. Helaas moest hij voortijdig met zijn opleiding stoppen, omdat er voor hem geen leerbaan beschikbaar was.
Om zijn doel toch te kunnen verwezenlijken is hij met veel motivatie en inzet deelnemer geworden van het traject WelSlagen (http://www. welslagendiversiteit.nl/). Dit initiatief van Calibris is een krachtig instrument om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te winnen voor kansrijke beroepen in zorg en welzijn. Jongeren of werkzoekenden die wel willen en kunnen werken in de zorg, maar die tot nog toe geen startkwalificatie behaald hebben, worden via WelSlagen toegeleid naar een leerbaan. Gedurende 20 weken gaan deelnemers één dag in de week naar een ROC en lopen drie dagen stage bij een werkgever. Zo maken ze kennis met leren en werken in de zorg. Na een succesvol toeleidingstraject hebben deelnemers de garantie dat ze kunnen instromen in een erkende leerbaan. Dat is Jesper dus gelukt. Leren is nu ook makkelijker voor hem geworden, want hij is ouder en meer toekomstgericht. Bovendien heeft hij de wil om te leren en klasgenoten die hem stimuleren. Zelf ziet hij het zo: “Het leven geeft me voortdurend situaties die ervoor zorgen dat ik iets nieuws leer, daarbij is het in de zorg ook elke dag bij leren. Vandaag doe je bij een cliënt dit maar morgen is het weer wat anders.” Hij pakt nieuwe uitdagingen aan in plaats van ze uit de weg te gaan. Uitdagingen maken het leren ook leuker. Hij is resultaatgericht: “Als je met een 4 thuis kom dan geeft dat je een rot gevoel, kom je met een 8 thuis dan voel je je heel goed.” Hij kijkt nu nog niet verder dan de opleiding, maar in de privésfeer wil hij in de toekomst graag het huisje-boompjebeestje gevoel. In de toekomst wil hij blijven leren, want de zorg past zich elke keer weer aan, en “daaraan moeten wij als verzorgende ons ook aanpassen. En de cliënten veranderen ook per dag weer, daardoor leren wij ook elk moment van de dag weer bij. Maar in privé leer ik ook nog elke dag bij.” Jesper is een echte Topper, omdat hij een gedurfde keuze gemaakt heeft door vanuit de techniek over te stappen naar de zorg. Zijn doorzettingsvermogen heeft ervoor gezorgd dat hij uiteindelijk zijn doel heeft behaald. Hij heeft door zijn grote inzet en enthousiasme ervoor gezorgd geen voortijdig schoolverlater te blijven. Hij is bezig een succesvolle carrière op te bouwen.
8
learn for life
Topper College door Friesland Genomineerd nologie ch Te en Techniek School voor Heerenveen -27 jarigen Categorie: 18
L
eon heeft eerst de opleiding monteur voertuigentechniek niveau 2 gedaan, en is toen doorgestroomd naar niveau 4, in het tweede jaar. Hij maakte niet alleen een switch van MBO niveau 2 naar MBO niveau 4, maar stroomde hierbij ook nog in het tweede jaar in. Hij moest daardoor veel kennis ophalen en extra veel dingen bijwerken om met de rest van de klas bij te kunnen blijven. Leon volgt nu bij het ROC de opleiding voor Werkplaats Manager / Ondernemer (sector Autotechniek) en zit in het derde jaar. (niveau 4 MBO Bol). Hij gaat binnenkort stage lopen bij de receptie in een garagebedrijf, en is daar ook in zijn vrije tijd aan het sleutelen.
FESTIVAL VAN HET LEREN
Leon Gjaltema, Drachten, 13 juli 1995
Leren was niet makkelijk voor Leon, omdat hij erg onzeker van zichzelf was. Omdat hij een vaatziekte heeft, dacht hij - meestal onnodig - dat mensen hem hierom anders zouden behandelen. Daarbij komt dat hij vrij snel zijn concentratie verliest als iets hem niet interesseert. Het was hem op school ook niet altijd duidelijker wat hij er aan had en of hij er in de toekomst iets mee kon. Inmiddels is hij er achter dat hij wel degelijk kan leren en het ook leuker vind als hij weet dat hij het geleerde in de praktijk kan gebruiken. Hij ontdekte dat hij meer tot zijn recht zou komen als hij zich assertiever zou opstellen en meer van zichzelf zou laten zien. Tijdens zijn stage heeft hij zichzelf een spiegel voorgehouden en zijn collega’s lieten hem voorbeeldgedrag zien. Dit was voor Leon een doorbraak, en zo ging er bij hem een knop om. Dit inzicht gaf hem energie om te veranderen en zo beter in een team te functioneren. Dat is niet zonder slag of stoot gegaan, maar hij werkte samen in een leuk team en daardoor realiseerde hij zich dat hij best meer voor zichzelf op mag komen en niet zo onzeker hoef te zijn. Leon is hier blij mee, het heeft hem ook geholpen in de tegenslagen die hij tegenkwam met zijn gezondheid: “Ik sta nu meer mijn mannetje, mijn collega’s en klasgenoten hebben mij hierbij heel erg geholpen.” Leon ziet nieuwe uitdagingen als een nieuwe kans om verder te komen en probeert er altijd alles uit te halen wat erin zit. Hij hoopt in de toekomst een goede manager te worden of misschien wel een zelfstandig ondernemer die plezier in het leven heeft. Hij weet dat doorleren belangrijk is, ook in en voor de toekomst. Nieuwe innovaties in zijn vakgebied moet hij goed blijven bestuderen om met de tijd mee te gaan. Leon is een echte Topper. Hij heeft op tijd een beslissende switch gedaan van MBO2 naar MBO4. Hij kan reflecteren en leert graag van de mensen in zijn omgeving. Om zichzelf verder te ontwikkelen is hij gebaat bij het voorbeeldgedrag van anderen. Wat hij in zijn stage geleerd heeft - assertiever zijn - is nu verankerd in zichzelf. Zijn studiegenoten zien die verandering ook en hebben daar respect voor!
learn for life
9
FESTIVAL VAN HET LEREN
Linda Kuijpers, Wijchen, 3 december 1990
Topper
ineerd door
Genom ROC Nijmegen
-27 jarigen Categorie: 18
L
inda is moeder van twee jonge kinderen, in de leeftijd van twee en vijf jaar. Ze heeft slechte ervaringen met de lagere school, waardoor ze niet durft te lezen. Ze werd er veel gepest. Haar probleem is het begrijpend lezen, daar heeft ze altijd al moeite mee gehad. Ze is vervolgens VMBO gaan doen, eerst de basis, later Zorg en Welzijn , maar dat heeft ze niet afgemaakt. Vanwege de leerplicht geswitcht naar Detailhandel, maar deze heeft ze niet voltooid. Zo volgen diverse opleidingen zonder een diploma behaald te hebben. “De meeste mensen denken, als je net als ik gewoon VMBO hebt gehad dat je dan gewoon kunt lezen zoals ieder ander. Helaas is dat in de praktijk toch iets anders. Ik kan alleen al door het begrijpend lees probleem geen diploma’s halen omdat dat niveau te hoog is.” Ze leest voornamelijk door te raden hoe de zinnen aflopen. Als ze een brief van een instantie krijgt, leest ze het tegenovergestelde van wat er staat. Het papierwerk durft ze niet zelf te regelen en laat dat aan haar man over.
Door weer naar school te gaan probeert ze nu steeds meer dingen zelf te regelen. Ze is bij het ROC gekomen via een voorleesworkshop van haar oudste zoon, die toen nog op de peuterspeelzaal zat. “Ik vertelde dat ik graag zou willen dat ik beter kon lezen. Ze vroegen mij daar waarom, en mijn antwoord daarop was: Ik wil graag mijn kinderen kunnen voorlezen en wat ik lees ook kunnen begrijpen.” De vrouw die de workshop gaf, liet haar een folder zien van het ROC en vertelde dat ze zich daar in kon laten schrijven, als ze zou willen. “Ik had namelijk nooit begrepen dat ook jongeren zoals ik, hulp zouden kunnen krijgen bij het begrijpend lezen. Ik dacht eigenlijk dat je alleen als scholier of allochtoon hulp kon krijgen.” Ze is nu ambassadeur van het ROC Nijmegen, geeft voorlichting aan diverse instanties, organisaties en bedrijven. Ze ondersteunt hiermee het bondgenootschap laaggeletterdheid regio Nijmegen. Ze heeft de gemeenteraad van Wijchen toegesproken. Ze is op tv geweest bij “Hart van Nederland” in de week van de alfabetisering en spoort ouders aan om naar school te gaan voor zichzelf maar vooral voor de kinderen. Ze heeft het kinderboek van prinses Laurentien ontvangen in de Efteling, Linda is een echte Topper. Ze is een goed voorbeeld voor ouders en jongeren. Ze zet zich in voor laaggeletterden, plaatselijk, regionaal en landelijk. Ze heeft het coalitieakkoord van de gemeente Wijchen samen met de 3 coalitiepartijen herschreven in eenvoudig Nederlands. Ze was samen met een paar andere studenten gevraagd om het coalitieakkoord eens te bekijken op moeilijk te begrijpen of moeilijk te lezen passages. “Je zou misschien denken dat het goed te lezen is, maar uit ervaring weet ik dat het nog behoorlijk tegen valt. Ik heb het bekeken en gelezen,” vertelt ze, “Zo viel mij op dat ze er zelfs buitenlandse begrippen in hadden vermeld en de zinnen waren zo langdradig. Ik heb opgeschreven wat ik anders zou doen en waar ik op zou letten als ik zelf een akkoord zou moeten schrijven. Ze hebben toen het coalitieakkoord herschreven en ik heb daar ook een exemplaar van ontvangen. Ze hebben de les ter harte genomen, want de zinsopbouw is nu aanzienlijk duidelijker.” Ze werkt daarnaast ook nog gemiddeld drie dagen in de week in de tussenschoolse opvang als vrijwilliger. Daar leest ze ook voor. De kinderen zijn altijd zo gezellig Het is leuk als je ze aandachtig naar je ziet luisteren.
10
learn for life
FESTIVAL VAN HET LEREN
Ruth Rubin, Breda, 3 januari 1958
Topper Genomin
eda bliotheek Br eerd door Bi
gi Categorie: di
ed tale vaardigh
en
R
uth is een vrouw afkomstig uit Argentinië. Op negenjarige leeftijd is ze naar Nederland gekomen en heef ze zich als kind de Nederlandse taal en cultuur eigen moeten maken. Vergeleken met andere leeftijdgenootjes ging haar dat redelijk goed af, al waren die natuurlijk vaak wat sneller met alles. De liefde bracht haar vervolgens naar Israël. Ze werkte daar als grafisch ontwerper op de universiteit in Tel Aviv. In 1988 kwamen op een zeker moment twee andere medewerkers naar haar toe om te vragen of ze mee wilde werken aan een experiment. Ze moest met een Apple MacinTosh zien te gaan werken om te kijken of dat een waardevolle aanvulling op haar werk zou kunnen zijn (desktop publishing). In die tijd was zo’n computer nog een vrij onbekend apparaat. Er waren weliswaar al de eerste homecumputers op de markt, maar die waren lang niet zo geavanceerd als de Apple MacIntosh. Er waren geen voorbeelden of instructies hoe met zo’n apparaat te werken, dus moest ze het zichzelf van meet af aan helemaal eigen maken. Dat lukte haar. Het experiment slaagde en de “Mac” zoals de naam van het apparaat liefkozend wordt afgekort is nog steeds een populaire computer, mede dankzij de uitstekende grafisch functies.
Uiteindelijk keerde ze weer terug naar Nederland, maar de fascinatie voor de computer heeft haar nooit losgelaten. Ze kwam er al snel achter dat mensen veel sneller goedkope PC’s gingen gebruiken dan de dure Apple machines, dus besloot ze, omdat ze bij wilde blijven, zich Windows en Office ook eigen te gaan maken. Vergeleken met de oorspronkelijk Apple software waren dat programma’s die heel makkelijk onder de knie te krijgen waren. Ze ging er zo in op en leerde er al doende zo veel van, dat ze zelfs systeemproblemen op kon lossen, ook al was ze geen ICT-er. Sinds Ruth deze vaardigheden zichzelf eigen heeft weten te maken zet ze zich in als vrijwilligster om anderen te begeleiden en helpt hen hun Nederlandse taal en digitale basisvaardigheden te verbeteren. Op deze manier zet ze zich al weer jaren in om mensen te ondersteunen naar een betere zelfredzaamheid. Eerst waren dat vooral migranten, tegenwoordig zijn het steeds vaker ook Nederlanders vanaf 45 jaar, die merken dat je tegenwoordig niet ver meer komt zonder digitale vaardigheden. En ouderen voor wie het allemaal nieuw is, maar die het leuk vinden om met hun kleinkinderen via Facebook te communiceren. “Tegenwoordig is er minder tijd en aandacht voor persoonlijk contact in onze samenleving”, zegt Ruth “Geld overmaken, een boek bestellen, een rijbewijs of paspoort aan vragen, aangifte doen van diefstal - alles gaat tegenwoordig in de eerste plaats digitaal. En de komst van de tablet en de smartphone met allerlei handige apps versnelt die ontwikkeling ook nog eens.” Ruth begeleidde afgelopen jaar vier groepen in digitale vaardigheden op de openbare bibliotheek. Ze is er met hart en ziel aan verknocht en houdt zelf alle nieuwe ontwikkelingen bij. Ze heeft enige tijd terug een auto-ongeluk gehad en is nog wel een jaar druk met revalideren. Ze krijgt het echter toch voor elkaar om daarnaast toch nog twee groepen te blijven begeleiden. Ruth is een echte Topper, omdat ze een doorzetter is, die ook gedreven is om anderen te ondersteunen. Ze is een “mensenmens”, een ervaringsdeskundige die mensen in hun eigen waarde en kracht wil laten staan. En bovenal iemand die zelf nooit van opgeven wil weten.
learn for life
11
FESTIVAL VAN HET LEREN
Maryam Ghassemi, Dronten, 21 maart 1989
Topper
door Genomineerd al Dronten Ta Huis voor de -27 jarigen Categorie: 18
M
aryam is op elfjarige leeftijd vanuit Afghanistan naar Nederland gekomen. Ze voelde zich meteen thuis, omdat ze meer vrijheid had, naar school mocht gaan en buiten spelen met vriendinnetjes. Ze werd meteen geaccepteerd. Iedereen was behulpzaam. Ze moest leren lezen en schrijven, alles was nieuw voor haar.
Zij heeft VMBO- tl gevolgd, is op 18-jarige leeftijd getrouwd en met haar echtgenoot naar Duitsland vertrokken. In 2012 besloot Maryam om een opleiding te gaan volgen richting detailhandel. Ze woonde inmiddels drie jaar in Duitsland. Haar echtgenoot wilde niet dat Maryam ging werken en/of leren. Toch heeft Maryam doorgezet en op een dag is ze winkels binnengestapt om te informeren of ze er stage kon lopen. Bij ‘Un deux trois’, een kledingwinkel, kon ze terecht. Na drie maanden wilde Maryam met de opleiding beginnen, maar daar kreeg ze geen gelegenheid voor. De bedrijfsleidster zegde echter haar baan op en nam Maryam mee naar een bedrijf waar ze wél de opleiding kon volgen en kon stage lopen. Dit was een winkel met hoogwaardige kwaliteitskleding, Daniels & Korff, gericht op de Engelse stijl. Maryam heeft daar erg veel geleerd: toen zes maanden later de bedrijfsleidster werd ontslagen, werd Maryam gevraagd deze taak over te nemen. Helaas moest Maryam door allerlei persoonlijke omstandigheden zowel haar opleiding als haar baan als bedrijfsleidster opzeggen. Maryam moest zich aan de nieuwe situatie aanpassen, omdat ze getrouwd was. Ze had de Duitse taal al in Nederland geleerd. Het woord ‘moeilijk ‘ bestaat niet voor haar; zij wil altijd leren.Zij is heel serieus en wil echt het beste uit zichzelf halen! Het zit haar echter niet mee, haar huwelijk loopt stuk en na de echtscheiding besluit ze in maart 2015 weer naar Nederland terug te komen. Daar moet ze weer opnieuw beginnen. Haar plan is nu de opleiding voor tandartsassistente afmaken, vervolgens naar de HBO-opleiding tot mondhygiëniste en uiteindelijk zelf tandarts worden. Vanaf haar kindertijd wilde Maryam al tandarts worden. Echter, door omstandigheden is dat niet gebeurd. Ze ziet de toekomst heel positief, nu ze gelukkig in de gelegenheid is haar droom stapje voor stapje te realiseren, Maryam is een echte Topper, omdat zij zich meteen bij terugkomst bij het ‘Huis voor Taal’ heeft gemeld. Zij is nu niet alleen bezig haar Nederlands op niveau te krijgen, maar volgt ook workshops bij de bibliotheek om leesgroepen te gaan begeleiden én is zelf workshops aan andere cursisten aan het geven! Zo kan ze niet alleen zelf haar Nederlands verbeteren, maar ook voor anderen iets positiefs te betekenen. Reden genoeg om haar als Topper voor te dragen!
12
learn for life
Topper
Leer werkl ineerd door
Genom t West- Braban
-27 jarigen Categorie: 18
oket
N
oora was een leerling die geen enkele moeite met leren had. Ze haalde met gemak een hoog cijfer voor bijna elk vak, behalve wiskunde. Daar was ze niet zo’n kei in, maar rekenen was geen probleem. Het ging echt om het wiskundige deel, daar snapte ze niet zoveel van. Noora heeft positieve ervaringen met naar school gaan. Ze werd altijd goed geholpen, had leuke en geduldige docenten die elke opdracht of vraag goed uitlegden wanneer ze er een keer niet uitkwam. Ze gaat nog altijd met plezier naar school.
FESTIVAL VAN HET LEREN
Noora El Azzouzi, Roosendaal, 29 oktober 1990
Momenteel is Noora leerling verzorgende IG MMZ Niveau 3, maar daarvoor heeft ze de MBO-opleiding Commercieel Bank- en Verzekeringswezen Niveau 4 gedaan en afgerond met een mooi diploma. Ze heeft twee jaar lang gesolliciteerd op vacatures bij verschillende werkgevers in deze tak, maar ze kreeg telkens nul op het rekest. Ze vertelt: “Telkens weer kreeg ik een teleurstelling waardoor ik bij mij zelf dacht, ik moet een keuze voor mij zelf maken. Of blijven solliciteren naar een ooit mogelijke kans en in die tussentijd blijven schoonmaken of mij laten omscholen in de zorg.” Omdat zij met haar huidig diploma geen kansen had op de arbeidsmarkt, is ze haar kwaliteiten gaan benutten in een andere sector, waar ze veel meer op haar plaats is. Met zeer veel passie en inzet heeft zij zich via project WelSlagen (www.welslagendiversiteit.nl/) omgeschoold binnen de zorg. Ze is een echte aanwinst voor de bewoners geworden. Ze is enthousiast, leergierig en nog lang niet klaar met haar carrière binnen de zorg. “Ik ben blij met deze baan waar ik iedere dag met plezier naar toe ga en ik ben van plan om nog veel verder te komen in dit vak!”. Hoewel haar ambitie oorspronkelijk anders was, is ze nu heel gelukkig met deze betaalde baan in de zorg. Ze vindt de zorg een mooi vak en wil niets anders meer. Wat wel veranderd is, is dat ze nu sterker in haar schoenen staat. Ze heeft de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan, is met veel soorten mensen omgegaan en heeft veel gezien in het leven. Daardoor weet ze nu wat ze wil. Ze wil verpleegkundige, teamleidster worden ergens in een groot ziekenhuis in Nederland of elders in Europa! Zodra zich een kans voordoet, waardoor ze weet dat ze hogerop kan komen, pakt ze die aan. In de toekomst zal ze ook blijven leren: “Ik denk dat je je kennis niet moet laten verouderen en cursussen moet blijven volgen, want in de zorg verandert veel, dus je moet bijblijven. Het gaat immers om mensenlevens!” Noora is een echte Topper. Ze wil graag maatschappelijk actief zijn en is een echte doorzetter. Ze is een voorbeeld voor hoe werken in de zorg kan en mag zijn. Met een goed diploma maar weinig kansen op de arbeidsmarkt heeft ze opengestaan voor alternatieven die meer mogelijkheden boden. Ze wil haar talenten graag gebruiken en heeft ervoor gezorgd dat ze via een andere weg deze ook kan inzetten. Ze blaakt van enthousiasme, heeft een zeer positieve instelling en een passie voor het vak waarvoor ze nu gekozen heeft. Wat ze zelf denkt van haar nominatie als Topper? “Ik hoop dat ik het word! Ik wil namelijk laten zien dat niets onmogelijk is in het leven! Zolang je maar in je zelf blijft geloven!”
learn for life
13
FESTIVAL VAN HET LEREN
Natasja Beun, Oudeschoot, 31 mei 1995
Topper
door Genomineerd College ions /Friesland ot Present Prom Leeuwarden -27 jarigen Categorie: 18
N
atasja heeft het als kind niet zo makkelijk gehad. Ze had geen normale jeugd, zegt ze zelf. Haar moeder was en is nog steeds zwaar verslaafd aan drugs (heroïne) en verwaarloosde haar regelmatig. Doordat haar moeder verslaafd is, heeft ze veel dingen meegemaakt, die je als jongere eigenlijk niet wilt zien en meemaken. Ze is door haar oma opgevangen en daar heeft zij vanaf haar twaalfde jaar gewoond. Ook de tijd daarvoor heeft ze zich veel om Natasja bekommerd.
Wat leren betreft heeft ze van thuis uit nooit de motivatie en ondersteuning gekregen die ze nodig had. Ze moest het helemaal alleen doen en vond het lastig om de motivatie te vinden om verder te komen. Op school praatte ze niet veel over haar thuissituatie. Pas later merkten ze dit op school en toen heeft ze meer steun van haar mentor gekregen. Dat was goed. Hierdoor werd ze opener. Zelf zegt ze hierover: “Door dit alles ben ik geworden wie ik ben. Ik wou gaan vechten voor een goede toekomst mijn diploma’s gaan behalen. En uiteindelijk het doel voor ogen zien dat ik alles voor elkaar heb in de toekomst, een goede baan. Waar ik voor gestreden heb. Doordat ik er vrijwel altijd alleen voor stond, kende ik mijzelf niet zo goed wist ik niet wie ik was.” Door het laatste jaar van haar opleiding, en het feit dat ze nu op zichzelf woont in een stabiele thuissituatie en rust om zich heen heeft, heeft ze zichzelf beter leren kennen. Natasja loopt stage bij Present Promotion, een leerwerkbedrijf voor en door jongeren. Alle functies binnen het leerbedrijf, zoals management, communicatie, dienstverlening, administratie, secretariaat, ontwikkeling, vormgeving en verkoop worden door de stagiaires uitgevoerd. Natasja heeft zich tijdens haar stage daar ontwikkeld tot een veelzijdige student. Door haar open mind en flexibele opstelling is ze in staat opdrachten zelfstandig aan te pakken. Haar leerdoel was ervaring opdoen met de werving en selectie van nieuwe stagiaires. Dit leerdoel heeft ze volledig bereikt. Daarnaast heeft ze ook veel andere talenten laten zien en/of ontwikkeld. Toen Natasja aan haar stage begon was ze enigszins introvert. Ze liet zich niet echt horen. Toch bleek ze wel een doorzetter en toen ze haar plaats eenmaal had gevonden, ging ze creatief om met haar werkprocessen en vertaalde deze naar werkzaamheden. Vanaf dat moment wist zij zich goed te presenteren in verschillende situaties zoals het voorzitten van de vergaderingen. Natasja is afgelopen juni geslaagd voorde opleiding juridisch medewerker personeel en arbeid aan het ROC. Ze heeft zich naast de gebruikelijke opdrachten en werkzaamheden op dit
14
learn for life
Op Natasja kun je rekenen. Geen enkele opdracht in en/of extern was te veel. Als er een tekort aan personeel was, kon men altijd bij haar aankloppen. Ook nu haar stageperiode afgelopen is, komt ze in haar vrije tijd nog langs om de overdracht van de Frontoffice te regelen. Een andere opdracht die ver buiten haar stageperiode lag, de organisatie van een fairtrade dag in de gemeente Tytsjerksteradiel heeft ze nog uitgevoerd. Dat is typisch Natasja: als ze ergens aan begint, maakt ze het ook af.
FESTIVAL VAN HET LEREN
terrein ook ingezet voor tal van andere projecten. Bijvoorbeeld voor het leerwerkloket. Ook was zij van meet af aan betrokken bij de Frontoffice van de Kanselarij, een historisch gebouw in Leeuwarden, dat zich ontwikkelt tot een plek waar onderwijs, bedrijfsleven en politiek bij elkaar komen. Natasja ontvangt daar met veel plezier verschillende gasten en is zo min of meer het gezicht van de Kanselarij geworden.
Ook door deze stage bij Present Promotions heeft ze zichzelf nog beter leren kennen. Ze heeft leren zien wat ze zelf kan, en heeft er veel aan gehad dat ze hier ook heel vaak op aangesproken is. Ze weet nu dat ze meer kan dan dat ze zelf denkt. Doordat ze zichzelf nu is gaan ontwikkelen, kan ze ook haar moeilijke jeugd een plekje geven. Ze heeft nu mensen die ervoor haar zijn en die haar “supergoede” steun geven. Ze steunen haar in wat ze wil bereiken. Ze geloven in haar en dat geeft haar ook heel veel kracht. Zelf zegt ze: “Ik weet dat ik het kan en dat ik door te studeren een goede baan kan krijgen in de toekomst, en kan leven zonder zorgen. Nieuwe uitdagingen grijp ik met beide handen aan, ik zie hier een nieuw leerproces in, nieuwe dingen om te leren en mijzelf verder ontwikkelen. Ik ga maatschappelijk werk en dienstverlening studeren op het HBO. Ik wil zo snel mogelijk mijn propadeuse behalen zodat ik psychologie kan studeren op de Universiteit. Daarna wil ik heel graag jongeren helpen op psychisch gebied”.
Natasja is een echte Topper, omdat ze haar moeilijke jeugd overwonnen heeft en zichzelf zo een nieuwe kans heeft gecreëerd. Ze is zich professioneel goed aan het ontwikkelen, gelooft weer in zichzelf en eigen kunnen en blaakt van ambitie voor de toekomst.
learn for life
15
FESTIVAL VAN HET LEREN
Badiaa Zinelaabidine, Urmond, 17 mei 1965
Topper
do Genomineerd Valt buiten de
or De Domijn
categorieën.
en
B
adiaa is een zeer enthousiaste persoonlijkheid. Dankzij haar heeft Stein nu een vrouwencentrum waar vrouwen twee keer per week terecht kunnen; eenmaal voor Nederlandse les en eenmaal voor Arabische les. Hoe is dit tot stand gekomen? Badiaa:” Via een advertentie in de krant ben ik in aanraking gekomen met het project ‘taalcoach’. Hier heb ik mijzelf voor opgegeven om mijn Nederlandse taalvaardigheden te verbeteren. Ik raakte aan de praat met de coördinator van het moedercentrum Sittard. Ik gaf aan dat ik een ondernemend persoon ben en graag actief bezig ben. Zij gaf mij het advies naar het moedercentrum te gaan en daar mee te doen aan de activiteiten. Daar ben ik begonnen als gastvrouw, daarna ging ik zelf lesgeven en uiteindelijk ben ik mee gaan doen met het project ‘Wegwijzer’.” Daar begeleidt ze allochtone vrouwen te participeren in de Nederlandse samenleving en stimuleert ze vrouwen ook in hun digitale ontwikkeling. Badiaa zegt zelf: “Internet en social media zijn niet meer weg te denken in deze tijd! We moeten allemaal zoveel mogelijk ons best doen mee te blijven gaan met alle nieuwe ontwikkelingen op het gebied van digitaal werken. Regelmatig probeer ik nieuwe dingen te ontdekken via de computer of mijn smartphone. Eerst zelf proberen natuurlijk en dan pas om hulp vragen!” In de loop van de tijd is zij vrijwilligster bij de werkgroepen organisatie en PR geworden. Eén van haar sterke kanten is het motiveren van vrouwen tot deelname aan activiteiten. Zelf is zij ook begonnen als deelnemer bij de taalontmoetingen, daarna is zij zelf taalcoach geworden voor een groep vrouwen in Stein waar zij nu nog actief in is. Voorheen kwamen ze met zes vrouwen in de bibliotheek waar bleek dat er geen taalactiviteiten waren in Stein. Na een tijdje ging ze denken dat er in haar eigen gemeente geen activiteiten voor allochtone vrouwen zijn. Waardoor zij geneigd zijn binnenshuis te blijven en in eigen kringen te vertoeven. Daardoor nemen ze niet tot nauwelijks deel aan de maatschappij. Toen bedacht ze dat er in haar woonplaats ook zo’n gelegenheid moest komen. Ze heeft met wat hulp het initiatief genomen om een aanvraag bij de gemeente te doen voor een vrouwencentrum in Stein. Tevens organiseerde zij een handtekeningenactie onder de dames die inderdaad erg uitkeken naar zo’n project. Uiteindelijk kregen ze toestemming en inmiddels bestaat het vrouwencentrum Stein twee jaar. In Stein is zij kartrekker, contactpersoon naar de gemeente en andere organisaties. Badiaa is vooral een doener. Soms waren zaken al in uitvoering, maar dan moest het nog wel geregeld worden. Hierdoor komt ze heel ver, maar moeten er ook stapjes terug gezet worden. Haar eigen onzekerheid over de Nederlandse taal heeft zij overwonnen. Het leren van de Nederlandse taal vond ze moeilijk omdat ze de grammatica niet begreep. In het begin werd ze niet goed geholpen. Doordat ze nog helemaal geen Nederlands sprak, kon ze niet goed met anderen communiceren. Na haar scheiding moest ze zelf ineens deelnemen aan de maatschappij waardoor ze gedwongen werd de taal te leren. Dit vond ze aanvankelijk erg confronterend. Door deel te nemen aan de taalontmoetingen en het Moedercentrum is zij achter haar kwaliteiten gekomen. Ze is nu zelfstandig en onafhankelijk en is het leren en ontdekken leuk gaan vinden. Ze volgt zelf nog steeds bijeenkomsten in Sittard bij het Moedercentrum om bij te blijven. Het brengt haar verder in het leven, ze blijft niet stilstaan. Ze heeft het gevoel mee te kunnen praten over allerlei zaken en hoeft zich niet meer dom te voelen. Deze persoon is een echte Topper, omdat dankzij haar Stein een belangrijke voorziening rijker is geworden, waar vrouwen elkaar laagdrempelig kunnen treffen en ook nog hun kennis van de Nederlandse en Arabische taal bij kunnen spijkeren.
16
learn for life
Topper
Genomineerd
do
ëzo or Stichting Pi
varingen lideren van er Categorie: va
A
ngela is in januari 2014 mee gaan doen bij Stichting Piëzo. Zij had op dat moment een baan op de Haagse markt (werkte daar een aantal dagen per week) en een aanvullende bijstandsuitkering. Angela is een alleenstaande moeder en heeft de zorg voor haar zoon die op de basisschool zit. Haar directe behoefte was, hoe kan ik snel weer helemaal voor mijn eigen inkomen zorgen? En hoe kan ik werk gaan doen waar mijn passie ligt? Angela realiseerde zich dat ze daar ook een opleiding voor nodig had.
FESTIVAL VAN HET LEREN
Angela Cooman, Zoetermeer, 1 september 1981
Toen ze jong was, heeft ze niet doorgezet om een opleiding te volgen en af te maken, omdat ze altijd dacht dat ze daarvoor niet de capaciteiten had. Ze had niet echt een moeilijke schooltijd, maar in maart 1996 kreeg ze met haar klas een busongeluk in Polen. Hierbij vallen twee dodelijke slachtoffers. Zelf heeft ze een aantal dagen in een Pools ziekenhuis gelegen voordat ze terug naar Nederland kon. Na het ongeluk kon ze het niet meer opbrengen om weer naar school te gaan. Ze is toen gaan werken. Helaas heeft ze altijd baantjes gehad die ze niet leuk vond en na een pijnlijk verleden is ze in een bijstandsuitkering beland. Op haar 25ste beviel ze van haar zoon. Ze wilde haar zoon het goede voorbeeld geven en toen ze in Zoetermeer kwam wonen, ging er bij haar een knopje om, ze wilde wat gaan doen. Via de Stichting Piëzo is gekeken wat Angela’s volgende logische stap zou kunnen zijn. Dat werd uiteindelijk een opleiding (MBO 1AKA) waarbij zij haar werk op de Haagse markt zou kunnen inzetten als stageplek. Dat bleek te kunnen met een aanvullende stage in een PiëzoCentrum. Leidend voor deze constructie was dat Angela voldoende competenties (passend bij MBO 1AKA) zou kunnen aanleren/ontwikkelen. Belangrijk was ook dat ze haar inkomen zou behouden en de uitkeringsinstantie (de gemeente) heeft hier volledig aan meegewerkt! Angela ging aan de slag met de opleiding en haar werk/stage. Wat bleek, het ging haar goed af! Rekenen vond ze wel moeilijk, maar hiervoor kreeg ze hulp van een vrijwilliger. Ze heeft heel hard gewerkt . School, werk, stage, huiswerk en de zorg voor haar zoon en eigen huishouden combineerde ze allemaal. Ze heeft de opleiding zelfs versneld gedaan en zo haalde zij glansrijk haar AKA-diploma . In september 2014 startte ze met MB02, werkte nog steeds op de markt en ging stage lopen bij Gemiva. Doordat ze ook een stagevergoeding kreeg, zag zij de mogelijkheid om een dag minder te gaan werken op de markt. Bij Gemiva deed ze het geweldig en waren haar leidinggevende, collega’s en cliënten erg enthousiast over haar. Angela is nu bezig met haar examen. Ze heeft dat diploma in juli gehaald. Inmiddels heeft ze ook een betaalde baan aangeboden gekregen bij Gemiva en gaat dan meteen door met haar MBO 3 opleiding. Het allermooiste van dit succesverhaal is dat Angela bij het begin van haar eerste contact met ons zei: “Mijn droom is om met mensen met een beperking te gaan werken”. Het is haar passie om te werken in de gehandicaptenzorg. Deze persoon is een echte Topper, omdat ze in staat is gebleken om haar zwakke positie op de arbeidsmarkt (met nog deels een uitkering) met creativiteit, hard werken en doorzettingsvermogen om te buigen naar een opleiding met diploma en een betaalde baan met verdere opleidingsmogelijkheden.
learn for life
17
FESTIVAL VAN HET LEREN
EPALE: Uw digitale platform voor alle aspecten van volwasseneneducatie
W
ilt u weten hoe ze taallessen geven aan immigranten in Ierland? Begrijpen wat onderzoekers vinden van validering in Finland? Benieuwd hoe gemeenten omgaan met hun beleid rondom volwasseneneducatie in Duitsland? Projectpartner nodig uit Frankrijk? Het zijn zomaar wat voorbeelden van de mogelijkheden die EPALE biedt. Het Electronic Platform for Adult Learning (EPALE) is hét online platform waar iedereen die zich bezighoudt met het leren van volwassenen in Europa, elkaar vindt, kennis deelt en ideeën opdoet voor zijn eigen dagelijkse praktijk. Het platform richt zich op professionals zoals docenten, beleidsmakers, leermateriaal ontwikkelaars en onderzoekers. Het platform ondersteunt hen in hun (verdere) professionalisering en helpt hen met elkaar in contact te komen. Hierdoor ontstaat meer structuur en kunnen duurzame initiatieven tot stand komen. Waarom het wiel opnieuw uitvinden als datgene wat u wilt misschien al bestaat in Nederland of een ander land? Op het platform vindt u een databank met lesmateriaal en onderzoeken, een nieuwssectie, praktijkvoorbeelden en een evenementenkalender. Dit alles in in 24 talen! Er is ook een ‘partnerzoekfunctie’ waarmee u op zoek kunt naar gelijkgestemde professionals in andere Europese landen. Halen én brengen Momenteel komt de (meeste) Nederlandse content van het platform van het National Support Service, onderdeel van CINOP. Daar zit de zogenoemde National Support Service. Maar wist u dat het platform vooral ook open staat voor uw bijdragen? Vertel over en deel nu uw inspirerende praktijkvoorbeelden in een blog, of deel resultaten via de website of onze sociale media. Het is úw platform! Meer info: https://ec.europa.eu/epale/nl/home-page of
[email protected] Vind ons ook hier: Facebook: EPALE.nl Twitter: @EPALE_NL
18
learn for life
Een Leermeester is iemand van wie anderen veel leren, een wijze man of vrouw, iemand die wat te zeggen en te vertellen heeft en daar gezag aan ontleent. Die daar misschien voor geleerd heeft, of juist niet, en die daar al dan niet voor betaald krijgt. Kortom, iemand die het vooral is door te zijn wie hij of zij is.
FESTIVAL VAN HET LEREN
Leermeesters
Een Leermeester is iemand die anderen aanzet en aanspoort • • • •
tot leren, tot zelfstandig zoeken, tot het toetsen van kennis en informatie, tot het ontwikkelen van hun kwaliteiten en talenten.
Tevens is een leermeester iemand die: - - - - - - - - - - - -
anderen stimuleert en helpt om barrières te overwinnen, anderen plezier bezorgt in het leren, anderen helpt kritisch en onderzoekend om zich heen te kijken, anderen helpt om adequaat met overeenkomsten en verschillen om te gaan, anderen helpt doelen te formuleren, anderen aanspoort tot kritische zelfreflectie, anderen helpt hun talenten, vaardigheden en competenties te ontwikkelen, anderen helpt gebeurtenissen en processen te analyseren, zelf een voorbeeld voor anderen is, anderen meer zelfvertrouwen geeft, anderen iets te vertellen en te zeggen heeft, van gewone alledaagse situatie een leeromgeving maakt.
Hier volgen de portretten van de genomineerde Leermeesters: acht individuen, een duo en een instelling.
learn for life
19
FESTIVAL VAN HET LEREN
Jeffrey Velders, Den Haag, 1 mei 1989
Leermeester door Genomineerd Haaglanden et ok Leer werkl
J
effrey is leermeester bij Schroeder van der Kolk, afdeling techniek. Hij begeleidt met hart en ziel mensen, jong en oud, met verschillende achtergronden en afkomstig uit verschillende doelgroepen. Bij de afdeling Bouwtechniek maken ze nu bijvoorbeeld prachtige steigerhouten meubels. Zelf is Jeffrey er ooit begonnen als stagiair. “In het jaar dat ik daar stage heb gelopen, heb ik een goede indruk achter gelaten waarna ze mij na mijn studie een baan hebben aangeboden”. Hij vindt het leuk om er nu als werkbegeleider aan het werk te zijn. Het is een mensontwikkelbedrijf waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt weer aan het werk kunnen. Hij houdt ervan in aanraking te komen met verschillende doelgroepen: (oudere) jongeren, (ex-) gedetineerden, (ex-) drugsverslaafden, stagiaires van ROC Mondriaan, mensen in de Wet Werk en Bijstand en dak- en thuislozen.
Een aantal jaren geleden werd dit project voornamelijk opgericht voor dak- en thuislozen die zo een arbeidsmatige dagbesteding konden volgen bij Schroeder van der Kolk. Voor Jeffrey was niets meer moeilijk in dit werk op de afdeling techniek. Voordat hij bij Schroeder kwam, was hij als timmerman al een aantal jaren in de bouw werkzaam geweest. Daarna is hij de studie Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening gaan volgen, maar toen hij hier als stagiair begon, koste het hem wel veel energie om met zoveel verschillende mensen met verschillende achtergronden om te gaan. Dit werk is voor hem juist de perfecte combinatie. Zijn ervaring als timmerman kon hij toepassen op de afdeling techniek en met zijn studie sociaal maatschappelijk dienstverlener is hij in staat de mensen op de juiste manier te begeleiden. Wat boeit hem in het werken aan de ontwikkeling van anderen? “De mensen die hier komen werken noemen wij passanten. Het is de bedoeling dat ze doorstromen naar een baan. Je ziet die passanten veranderen in hun ontwikkeling. Ze bouwen weer dagelijkse structuur op zodat het doorstomen naar een baan makkelijker wordt. Tegelijkertijd doen ze ook werkervaring op in techniek. Sommige passanten komen zo gezegd met twee linkerhanden en zetten nu een hele kast in elkaar. Passanten die bij ons komen hebben heel wat bagage bij zich, maar sommige zien ook totaal geen toekomst meer. Als ik zoveel vooruitgang zie bij deze mensen, leer ik dat je de hoop nooit moet opgeven. Het komt altijd wel goed op de een of andere manier.” Jeffrey vindt het belangrijk om zijn leerlingen discipline en zelfreflectie mee te geven. “Door goed naar jezelf te kunnen kijken kun je pas veranderen.” Door niet meer te leren sta je stil, vindt hij. Het is belangrijk om verder te groeien. Daarmee bedoelt hij niet dat mensen perse een studie moeten gaan volgen, je kan ook leren op verschillende andere manieren. Jeffrey doet dit door hen naar zichzelf te laten kijken: wat wil ik, wat kan ik, hoe zie ik mezelf over tien jaar. “Daarmee kan je ze laten zien wat ze eigenlijk graag willen doen en door een arbeidsmatige dagbesteding te volgen, kunnen ze hun eerste stappen naar dat doel zetten door weer een dagelijkse structuur weer op te bouwen.” Als hij aan het einde van elke werkdag de passanten met een voldaan gevoel weer naar huis of hun opvang ziet gaan, geeft hem dat voldoening, want ze hebben een leuke dag gehad.
20
learn for life
FESTIVAL VAN HET LEREN
Jeffrey is bij Schroeder van der Kolk met zijn 26 jaar één van de jongste leermeesters. Hij is een prachtig rolmodel voor met name jongeren die het op dit moment heel moeilijk hebben om hun leven weer op de rails te zetten. Hij verkeerde jaren geleden zelf ook in een situatie, die zo’n impact op hem heeft gehad, dat zijn horizon hierdoor is verbreed. “Ik kon heel goed naar mijzelf kijken en wist heel goed wat ik wilde. Er gingen opeens duizenden deuren voor me open. Doordat ik dat heb ervaren, wil ik dat graag aan anderen doorgeven”. Juist deze ervaringsdeskundigheid maakt hem zo bijzonder omdat hij in staat is mensen te motiveren weer wat van hun leven te maken en weet waar hij het over heeft!
Jo Consten, Geleen, 7 oktober 1933
Leermeester door Genomineerd elingenwerk ht uc Vl g in ht Stic
J
o is een betrokken, intelligent en vastberaden man die ook nog eens prettig in de omgang is. Hij is ontzettend begaan met en betrokken bij het leerproces van vluchtelingen. Hij is geboren in Kerkrade en sinds 1972 woonachtig in Geleen. Hij trouwde in 1960 en sinds eind 2008 is hij weduwnaar. “Een jaar na het overlijden van mijn vrouw was ik toe aan een nieuwe stap in mijn leven. Bij oriëntatie op diverse soorten vrijwilligerswerk werd mijn aandacht getrokken door een advertentie van Vluchtelingenwerk locatie Sittard-Geleen voor taalcoach. Na gesprekken met coördinator en medewerker heb ik toegezegd. Natuurlijk was er een persoonlijk belang bij aanwezig: weer zinvol bezig te zijn, iets om handen te hebben; benieuwd naar andere culturen. Aan de andere kant had ik de indruk en de hoop wel iets voor vluchtelingen te kunnen betekenen.” Vluchtelingenwerk zorgde voor de startcursus ‘methodisch handelen als taalcoach’.
Jo heeft een achtergrond in de chemische technologie gecombineerd met SIOO Organisatiekunde. Hij is zes jaar productieleider geweest in een kunststoffenfabriek in Noord- Limburg en daarna werkzaam bij DSM Chemie Geleen: product- en procesontwikkeling in proeffabrieken, planning en scholing, de opstart van nieuwe fabrieken, opdrachtleider organisatie- en efficiencyprojecten, management consultant, leider werving en selectie van personeel, leider marketing/PR en energieadviezen bij EZ. Jo is de laatste jaren op veel vlakken actief geweest binnen het vluchtelingenwerk. Van voorlichting tot draagvlakverbreding. Uiteindelijk ligt zijn passie bij taal. Sinds enkele jaren is hij actief als taalcoach en geeft hij taalles ondersteuning voor vluchtelingen en anderstaligen in Casa Mamalisi en op de basisschool De Reuzepas. ” Daarnaast was en is er inzet als ‘taaldocent’ bij onze lokale taallesgroepniet gecertificeerd), die zich bezig hield en houdt met ondersteuning aan diverse categorieën cliënten. Hij onderhoudt sociaal contact met mensen die op de wachtlijst staan voor een inburgeringscursus of herexamen, vrijgestelden, Chinezen werkzaam in de horeca, UAF-studenten bij andere scholen of ISK, analfabeten, partners van vreemdelingen met learn for life
21
FESTIVAL VAN HET LEREN
werkvergunning, vluchtelingen die op buitenlandse ambassade inburgeringsexamen moeten doen, etc. Het niveau varieert van niveau A-1 tot staatsexamen NT2-I (= B1) (internationaal referentiekader). Deze ‘services’ worden op verschillende locaties in de gemeente aangeboden. Het werken als taalcoach met vluchtelingen - hetzij asiel, hetzij uitgenodigd - is altijd additioneel aan een leertraject bij een taalaanbieder. Je moet de ambities, de vooropleiding in het land van herkomst de prestaties, de voortgang, de sterke en zwakke plekken goed kennen. Daarvoor is contact en afstemming met de taalaanbieder noodzakelijk. In tegenstelling tot het groepswerk bij de taalaanbieder werkt de taalcoach een-op-een, en dat voor een lange periode (minimaal een jaar), minimaal drie tot vier uur per week. Je moet de ‘leerstrategie’ van de inburgeraar zoeken en daar op inspelen bij het aanbieden van geschikte opdrachten; vaak zelf bedenken. Je geeft voorbeelden uit je eigen praktijk; ook dingen die fout zijn gegaan. Je stimuleert leren je taalmaat uitdagingen voor te houden: stappen die gezet moeten worden om iets te bereiken (een sollicitatie gesprek voorbereiden, een Nederlandse vrouw aanspreken, een subsidie aanvragen, minder schulden maken, een stapje terug zetten). “Belangrijk is dat vluchtelingen voelen dat jij er echt voor hen bent; letterlijk ook ’s avonds of ‘s nachts. De taalcoach is zeer vaak de enige persoon waar zij Nederlands mee praten buiten het leslokaal; ook na de opleiding! Er ontstaat een vertrouwensrelatie, die - cultuur gevoelig - beide partijen kwetsbaar kan maken. Afstemming met de maatschappelijk begeleider is noodzakelijk.” De kwaliteit van de match die gemaakt moet worden is belangrijk: “In mijn situatie functioneer ik toch vaak als oudere man, als opa tegenover een jong volwassenen. Men accepteert dan soms makkelijker wat vervelende boodschappen van mij. Maar het blijft altijd: het respect dat je geeft krijg je ook terug.” Bij al deze activiteiten heeft Jo veel steun gehad aan de cursus ‘scholingsanalyse’ van Bureau Berenschot die hij destijds bij DSM heeft gehad t.b.v. het selecteren en opleiden van bemensing van nieuwe fabrieken. Verder heeft hij in de loop van zijn carrière aan vele andere cursussen en seminars deelgenomen. Inmiddels heeft hij gewerkt met cliënten uit Irak, Iran, Cuba, Eritrea, Myamar, Kosovo, Nepal, Sri Lanka, Albanië, Somalië en Cambodja , met als NT2-taalaanbieder ROC Arcus, ROC Leeuwenborg, het Centrum voor Beroep en Bedrijf (CBB) en sinds kort het eigen opleidingsbedrijf van Vluchtelingenwerk zelf. Vluchtelingen willen uiteindelijk in Nederland leven, wonen, werken omdat zij hier veiligheid en zekerheid (hopen) te vinden. Zij willen dus naturaliseren, wat vijf jaar na het behalen van hun inburgeringsdiploma mogelijk is. Zij weten ook dat dat diploma pas een eerste stap is. Want dan komt de volgende stap: verder gaan met een opleiding of betaald werk zoeken. Dat is in de huidige situatie ‘a hell of a job’. Het grote aantal asielzoekers, het verhogen van het vereiste taalniveau voor opleidingen, het verminderen van mogelijke jobs voor deze mensen en het moeten concurreren met een groter bestand Nederlandse werklozen maakt het allemaal niet makkelijker. “Dat roept onzekerheid op die je moet proberen te handelen ,”zegt Jo, “Want wegnemen kun je dat niet. Het zicht op dat diploma - die voorwaarde voor verder leven - die uitdagingmoet gedurende die studie jaren manifest blijven. Dat vind ik een belangrijk aspect in ons werk. Het kiezen van een mogelijke vervolgopleiding is heel vaak een moeizaam proces van zelfreflectie, van overschatting van eigen kunnen of overdreven verwachtingen. Ook daar zal de taalcoach een verantwoorde bijdrage aan moeten leveren.” Klaarmaken voor de landing in de maatschappij. “Maar wat is dat dan? Samen zien, samen proeven, samen opzoeken, samen lachen, maar soms ook samen natte ogen krijgen. Onze
22
learn for life
FESTIVAL VAN HET LEREN
cultuur, onze sporten, onze gezondheidszorg, onze bureaucratie ….…. Samen dus. Nodig ook uit om hun cultuur te proeven. Zet stappen in de maatschappij; dat begint al in de wijk. Stap voor stap; laat voortgang zien en dat ook ervaren. Dat stimuleert en er ontstaat energie voor eigen aansturing van het inburgeringstraject”. Hij lacht om zijn eigen gedrevenheid: “Ik zou het bijna vergeten. Het gaat natuurlijk ook om TAAL. Luisteren naar uitspraak en zinsvorming. Volgen van schoolprestaties, contact houden met zijn/haar docent. Ook werken ook aan grammatica, als dat nodig is. Want bij het examen voor B1 en hoger gaat het ook om de ‘kleintjes’, ook bij de werkgevers bij de selectie voor jobs. Maar corrigeren met mate; men moet durven praten en dat vraagt om vertrouwen in de relatie taalcoach-taalmaat.” Wat schenkt hem de grootste voldoening? “Ik hoop en denk dat door mijn werk met deze nieuwe generatie allochtone Nederlanders een multiculturele Nederlandse maatschappij ontstaat waarin hun en onze (klein)kinderen op een harmonieuzere manier met elkaar kunnen leven dan dat ik op dit moment beleef. I have a dream.”
Leny van Wieringen, Lelystad, 3 februari 1950
L
Leermeester door Stichtin Genomineerd ad Welzijn Lely st
g
eny is één van de eerste pioniers in Lelystad die op vrijwillige basis taalles in de wijk ging geven aan een groep allochtone vrouwen. Door haar warme en sterke persoonlijkheid, met een hartelijk welkom voor iedereen, is in de groep een zeer positieve sfeer ontstaan. Mede daardoor zijn de vrouwen elkaar gaan helpen en ontstaan er sociale contacten, ongeacht het opleidingsniveau of de taalvaardigheid van de deelneemsters. Sinds 2009 heeft ze veel vrouwen op weg geholpen naar vrijwilligerswerk, een opleiding en/of betaald werk. Ook toen Leny gedurende een lange periode in het ziekenhuis lag en daarna thuis moest revalideren hield ze contact met de dames en de dames met haar. Vanaf het moment dat het mogelijk was, stond ze zelf weer voor de groep.
Leny is in 1969 geslaagd voor het diploma onderwijzeres op de Kweekschool De Voorzienigheid te Amsterdam. als onderwijzeres op een basisschool. Met haar 19 jaar stond ze voor een klas van meer dan 40 zevenjarige leerlingen, die nu inmiddels al 53 jaar zijn. Leny vertelt: “Ik heb gewerkt in het onderwijs tot ik zelf kinderen kreeg.” Daarna is ze een periode thuis geweest en heeft ze als invalster gewerkt o.a. op basisschool De Finnjol in Lelystad, maar dat vond ze erg moeilijk te combineren met haar jonge kinderen. Vervolgens heeft ze bij het IVIO (Instituut Voor Individueel Onderwijs) een opleiding gevolgd en daarna is ze tot 2009 werkzaam geweest als secretaresse en notarieel medewerkster. In september 2009 is Leny op zoek gegaan naar vrijwilligerswerk om ook nadat ze gestopt was met werken, actief te blijven in de samenleving. Haar voorkeur ging uit naar “iets met taal” en moest in verband staan met haar oorspronkelijke beroep. Ze kwam terecht bij de Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland Lelystad (VVNL) in verband met het project Taal Thuis. Het werd uiteindelijk geen Taal Thuis, maar Taal in de Wijk. Leny zegt zelf: “Toen ik stopte met werken wilde ik naast bridgen, zingen in een koor, lezen en tijd besteden aan mijn vriendinnengroep, graag ook vrijwilligerswerk doen. Via de vacaturebank van Pluspunt bleek de mogelijkheid om weer iets te doen met mijn oude liefde: het onderwijs. In januari 2010 ben ik gestart voor de VVNL met het geven van Nederlandse taalles aan een groep allochtone vrouwen. Ik ben begonnen met een kleine groep, die zich snel uitbreidde, doordat de deelneemsters vriendin, buurvrouw of familie meenamen. Iedereen was welkom, waardoor al gauw grote diversiteit aan nationaliteiten (ongeveer twaalf) en niveaus ontstond. learn for life
23
FESTIVAL VAN HET LEREN
Om zoveel mogelijk in ieders behoefte te kunnen voorzien, kreeg ik hulp van twee assistentes. De groep kan nu, na het gezamenlijke praat-halfuurtje, opgedeeld worden in drie niveaugroepen. Het is fantastisch leuk en mooi werk om kennis en ervaring over te brengen op anderen. Dit geldt voor kinderen, maar zeker ook voor volwassenen. De dames van mijn groep (nu Taal in de Wijk genoemd) zijn zeer gemotiveerd. Zij ondervinden zelf hoe belangrijk het is om de taal te begrijpen en te spreken van het land waar je woont.” Het doel van Taal in de Wijk is om allochtone vrouwen uit de buurt te helpen Nederlands te leren spreken, lezen en schrijven. Tussendoor heeft ze, naast haar werk in De Dukdalf, gedurende een langere periode ook lesgegeven in buurthuis De Joon aan een groep oudere Marokkaanse dames die nergens anders terecht kon. Deze groep werd later overgenomen door andere docenten. In 2015 is de taalgroep van De Dukdalf verhuisd naar basisschool De Finnjol. Een bekend terrein voor Leny. Leny vertelt over haar passie voor haar nieuwe werk: “Naast de soms negatieve berichten over allochtonen in onze samenleving is het goed om te ervaren hoe leergierig en gedreven ‘mijn’ cursisten zijn. Ik vind het heel belangrijk om dit te stimuleren onder andere omdat de taalbeheersing van de moeder ten goede komt aan haar kinderen. Ik spreek over ‘mijn’ dames omdat ik echt het gevoel heb dat ze bij mij horen. In de groep heeft zich een geweldige saamhorigheid ontwikkeld. Dat uit zich door onderling uitwisselen van telefoonnummers, het bij elkaar en bij mij op bezoek gaan bij ziekte, geboorte, huwelijk enz. Het is verbazingwekkend om te zien hoe geanimeerd de dames, met zoveel verschillende achtergronden en culturen, in het Nederlands met elkaar praten. Door de omgang met hun en door het vertrouwen dat ze mij geven, leer ik ook nog steeds en dat maakt dit werk zo boeiend.” En wat vindt ze er van dat ze genomineerd is als Leermeester? “Ik vind de nominatie een blijk van waardering, maar de meeste waardering krijg ik van de cursisten zelf als ik opmerkingen hoor als: ‘Ik ben blij als het vrijdag is, want dan kan ik weer naar de les’ of: ’Nu lachen mijn kinderen me niet meer uit’. En helemaal geweldig is het als iemand, die ooit heel bedeesd en een beetje angstig binnenkwam, me nu vertelt niet meer bij de les te komen omdat ze vrijwilligerswerk gaat doen. Kortom: het is dankbaar werk, waar ik veel voldoening uit haal en wat ik daarom nog lang hoop te mogen doen.”
24
learn for life
Leermeester Genomineerd door Cubiss
D
ick is docent Nederlands bij het Arcus College Unit Educatie. Hij geeft vooral les aan volwassenen die moeite hebben met lezen en schrijven. Daarnaast is Dick ook zeer betrokken geraakt bij de taalambassadeurs vanwege de persoonlijke wijze waarop hij zijn werk benadert. Hij leidt voormalig laaggeletterden op tot taalambassadeur en als zij in die functie een bijdrage leveren aan (externe) activiteiten en interviews, bereidt hij dat met hen voor. Met de juiste opleiding en begeleiding zijn zij bij uitstek in staat om andere laaggeletterden aan te spreken en tal van instanties de ernst van laaggeletterdheid en haar omvang te laten weten en vooral in te laten voelen. Het verschil tussen het lesdeel en het opleiden/begeleiden van taalambassadeurs is dat dit werk meer direct naar buiten gericht is. Na de mensen eerst uitgebreid naar binnen te laten kijken om de impact van laaggeletterd-zijn op veel momenten in hun leven duidelijk te krijgen, werk je toe naar een persoonlijk verhaal. Een vaak verborgen verhaal dat naar buiten mag, de wereld in.
FESTIVAL VAN HET LEREN
Dick van Zomeren, Heerlen, 29 juli 1961
Dick is in 1961 in Heerlen geboren en ruim dertig jaar werkzaam in de basiseducatie. Hij heeft daar met veel verschillende doelgroepen gewerkt en veel verschillende lessen gegeven. Hij is niet in het MBO-deel werkzaam, maar heeft bewust gekozen voor deze doelgroep omdat het deels een vergeten en verborgen groep is met een vaak gedeukt verleden. Werken met deze volwassenen is een kwestie van invoelen, meedenken, geduldwerk, maatwerk. In het basisonderwijs is elk kind al anders. De volwassenen hebben ieder een nog uitgebreider eigen verhaal. Dick vindt het fijn om hen een flink stuk op weg te helpen naar een prettiger, waardevoller, completer leven. Hij zet zich er voor in opdat zij zich volwaardiger voelen en op deze wijze aan onze maatschappij deelnemen. Dick is ook buiten zijn taken als begeleider en docent betrokken geraakt bij het ontwikkelen van aanvullend aanbod voor deze doelgroep. Hierdoor worden de taalcursisten na hun Arcus-schooltijd verder gestimuleerd om naar eigen inzicht gebruik te maken van het aanbod van andere organisaties bijv. bibliotheken. Zo is Dick betrokken bij laaggeletterden en het (nascholings)programma Boek & Bieb, dat de bibliotheken in de regio Parkstad samen met het Arcuscollege uitvoeren. Dick is hierbij de schakel tussen bibliotheken, school en deelnemers.
Hij is zeer gedreven om iets te doen aan de problematiek van de ongeletterdheid: “Het is de bedoeling om als mens te kunnen groeien, dat te worden wat je wilt, dat te kunnen zijn wat je in wezen bent. Moeite hebben met lezen en schrijven werkt dan erg belemmerend. Het is mooi als je mensen meer handvatten kunt geven om hun doelen te bereiken. Ze te leren hoe met dingen om te gaan, zaken anders aan te pakken. Daardoor prettiger en stabieler in het leven komen te staan. Prachtig om mensen te zien groeien. Angst en schaamte te zien veranderen in een houding van kijk mij nu eens, dit doe ik nu en dat durf ik nu allemaal zelf te brengen.” Dick is ook betrokken bij de “workshops herkennen en doorverwijzen van laaggeletterden” die Cubiss, een instelling ter ondersteuning van bibliotheken en andere maatschappelijke learn for life
25
FESTIVAL VAN HET LEREN
instellingen, organiseert voor o.a. overheid, maatschappelijke organisaties en bedrijven. “In een samenleving en wereld die zo in ontwikkeling is, betekent niet leren nog meer achterstand oplopen.” zegt Dick, “De verbinding verliezen. Geïsoleerd raken. Dat is nu al voor grote groepen mensen het geval verdere dreiging moeten we zien te voorkomen. Samenleving zonder Samen Leven, dat kan toch niet! Van elkaar leren werkt verbindend.” Daarom stimuleert Dick zijn cursisten altijd mee te doen aan activiteiten, zoals het bijwonen van schrijversbezoeken en projecten bij de plaatselijke bibliotheek. Lid te worden van organisaties, vrijwilligerswerk te gaan doen, elkaar op te zoeken, maatschappelijk actief te zijn. “Dingen doen, je bijdrage aan iets te leveren, deel te nemen aan iets dat er ook voor jou is!” Zo leert de laaggeletterde meer deel van de samenleving te worden en leert de samenleving dat er laaggeletterden zijn waar we best rekening mee mogen houden. Dick verbindt op creatieve wijze mensen die een bijdrage kunnen leveren aan de aanpak van laaggeletterdheid. Hij is gedreven en daadkrachtig en werkt gepassioneerd aan het voorkomen en verminderen van laaggeletterden door met veel doorzettingsvermogen taalcursisten te stimuleren en te ondersteunen bij hun leeractiviteiten. Dat geeft hem veel voldoening. Hij leert er van hun vaak boeiende levensverhalen. Dat er altijd van alles mogelijk is. “Soms zijn er dingen te verliezen, maar ook vaak te winnen. Mensen zijn complex, omstandigheden zijn complex en onze taal en maatschappij evenzeer. Daar voor jezelf het beste uit te halen, dat blijft boeiend en leerzaam. Ik leer ook dat het belangrijk is dat ieder zijn ding doet. Elke schakel is belangrijk, elk radertje telt mee en is waardevol om de maatschappij naar wens te laten lopen.” Hij vindt het vooral belangrijk dat er meer respect ontstaat voor de inspanning en moeite die taalambassadeurs en laaggeletterden zich getroosten, “want wie in Nederland wil en public gaan vertellen waar die het slechtst in is of was? Terwijl het gaat over iets is dat heel Nederland geacht wordt te beheersen, woordjes lezen en woordjes schrijven!” Erkenning is belangrijk voor mensen die zich vaak vernederd voelen en daar dan toch voor uit durven te komen. Daar help je ook andere laaggeletterden mee. “En hoogopgeleide ambtenaren leren er van niet alleen met hun hoofd maar ook met hun hart en buik te oordelen.” Juist door de persoonlijke verhalen wordt duidelijk waar het echt over gaat. De taalcursisten en taalambassadeurs beschouwen Dick als hun Leermeester, omdat hij een goede inspiratiebron en motivator voor hen is. Hij ondersteunt en helpt cursisten ook bij problemen die zij tegenkomen door hun laaggeletterdheid. Hij draagt bij aan de toename van sociale inclusief van taalcursisten en taalambassadeurs. Hij laat mensen in hun waarde en biedt een luisterend oor. Voor Dick is het belangrijkste dat ieder individu zo veel mogelijk tot zijn recht komt. De leervraag kan beter leren lezen zijn. Achterliggend doel is dat iemand zijn eigen kinderen wil kunnen voorlezen. Dat betekent een goed vader willen zijn en daarachter zit weer het idee dat jouw kind niet hoeft mee te maken wat jij meemaakte. “Dat geheel mag mee de klas in. Niet om er elke les mee aan de slag te gaan. Maar wel als rode draad tussen al die d of t vragen, lange ij/korte ei, korte briefjes schrijven en het begrijpend leren lezen.” Merken dat iemand vaardiger wordt, de dingen kan doen die belangrijk, leuk of gewenst zijn, dat geeft Dick de boost om al meer dan 30 jaar door te gaan. “Ik had in al die jaren massa’s mensen die dankzij de lessen een prettiger, bevredigender leven konden gaan leven. Er ontstond nieuw perspectief, hun zelfredzaamheid nam toe. De wereld ging voor hen open. Die successen gebruik ik, wanneer passend, als voorbeeld voor nieuwe mensen. Leren mag leuk zijn! Leren mag in maakbare stappen. Fouten maken mag. Leren kan op papier, leren kan digitaal, individueel en met en via de groep. Lekker afwisselend. Duidelijk maken dat ze kansen moeten benutten, soms een tandje meer, soms een pas op de plaats. Hen ook inzicht geven in hun leren en visie op hun doelen. Door maatwerk te leveren met een persoonlijke noot, wordt het leren concreet en zinvol. En daarmee zo veel mogelijk een succes”.
26
learn for life
FESTIVAL VAN HET LEREN
Marc Frentrop, Den Helder, 30 april 1959
Leermeester ionaal door Internat Genomineerd r de el H ntrum Den Vrouwen Ce
T
rainer, begeleider en coach op het gebied van competentiemanagement, begeleiding en loopbaanontwikkeling. Als trainer van de CH-Q methode al meerdere jaren werkzaam op het gebied van zelfbewustwording, competentiemanagement, portfoliobegeleiding en het coachen in loopbaanontwikkeling.
Marc is een gepensioneerd marineman die na meer dan 36 dienstjaren bij de Koninklijke Marine, nog wat wil bijdragen aan de samenleving. Hij wilde wat gaan doen met zijn trainerschap van CH-Q, een loopbaanmethode waarin mensen in groepsverband hun persoonlijke ondernemerschap versterken. Naast trainingen neemt hij ook assessments af in technische vakgebieden om mensen door middel van een ervaringscertificaat (EVC) erkenning te geven van wat ze doen door een diploma, een ontwikkeltraject of een branche erkend niveau. Daarnaast werkt hij ook nog enkele dagen als senior technicus binnen een bedrijf. Hoe is hij ertoe gekomen om vrijwilligerswerk bij het Internationaal Vrouwen Centrum (IVC) te gaan doen? Marc vertelt: “Via de vriendin van mijn echtgenote kwam ik in contact met het IVC. Zij is daar directeur. Ik had haar verteld over de CH-Q training die ik geef en hoe die training is opgezet om mensen bewust te maken van wat ze kunnen en hoe dat duurzaam in te kunnen zetten. Ik gaf deze trainingen binnen de defensieorganisatie maar ook daarbuiten. In deze training proberen we mensen door middel van oefeningen zelf te laten inzien wat ze kunnen. Wat hun competenties zijn en wat hun kwaliteiten zijn die ze dagelijks inzetten om keuzes te maken waar ze verder mee komen. Ik zag een mogelijkheid om deze training binnen het IVC op te zetten om allochtone en autochtone vrouwen bewust te maken van hun kwaliteiten en deze in te zetten.” De training is een basis om leerlingen, studenten, werkzoekenden en werknemers te helpen om aan hun eigen toekomstperspectief te werken. Het geeft een basis voor een individuele ontwikkeling en loopbaanplanning. De training: • bevordert de persoonlijke ontwikkeling en het bewustzijn en geeft ondersteuning bij zelfsturend leren en handelen, • leert eigen sterktes en zwaktes te verwoorden en competenties te gebruiken voor toekomstige loopbaanstappen of vervolgonderwijs, • stimuleert om beroeps en persoonlijke ontwikkeling te documenteren, • geeft handvatten in hoe je bewust, verantwoord en duurzaam omgaat met eigen competenties en kwalificaties, • helpt om je loopbaanstappen of ideeën in overeenstemming te brengen met de eigen mogelijkheden en gestelde doelen en deze zo te plannen en uit te voeren dat ze realistisch zijn. De training is bedoeld voor iedereen die wil ontdekken welke kwaliteiten of competenties hij/ zij bezit en die wil weten hoe deze in te zetten voor loopbaanstappen of -ontwikkelingen. Het ontdekken van deze kwaliteiten en competenties gebeurt in groepsverband waarbij je elkaar helpt. Het beheersen van de Nederlandse taal (spreken, luisteren, schrijven) is noodzakelijk. In de training brengt de deelnemer aan de hand van diverse oefeningen haar levensfasen in beeld om zo een goed beeld van zichzelf te krijgen. De deelnemer gaat op zoek naar haar sterke en minder sterke kwaliteiten. Zij presenteert waar ze trots op is en koppelt daar competenties aan. Zij stelt een eigen reclamespot op en presenteert deze. De deelnemer gaat beginnen met het maken van een portfolio waarin haar persoonlijk profiel en het actieplan voor haar toekomst verwerkt worden. Marc gebruikt veel van wat hij bij de Marine geleerd heeft, aangepast aan de nieuwe groepen en omgeving. “Binnen de marineorganisatie ben ik naast eerst zelf lerende te zijn, steeds learn for life
27
FESTIVAL VAN HET LEREN
bezig geweest mensen te coachen, begeleiden, motiveren en stimuleren om zich verder te ontwikkelen. Zowel op individueel gebied als ook in teamverband. Het begeleiden van mensen is wat ik mijn hele werkbare leven al heb gedaan binnen de Marine. Mensen aangeven wat ze moeten uitvoeren, dus duidelijk benoemen wat hun taak is. Hoe die taak uit te voeren en de mensen daarin laten ontwikkelen. Daarbij vind ik het belangrijk dat je mensen positieve complimenten maakt. Laat mensen voelen en weten dat ze er toe doen en dat ze hun plaats hebben. Ik vind daarnaast ook dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun ontwikkeling, maar waar nodig ondersteund moeten worden.” Hij heeft geleerd dat niet iedereen hetzelfde is en dat er ook geen generieke aanpak is om mensen te begeleiden. Iedereen is anders en daar dient tijd voor genomen te worden. In het geval van participatie in het werk van alle doelgroepen, man of vrouw zijn er nog heel wat slagen te maken. Werken binnen het IVC heeft voor hem een bijzondere waarde, “omdat ik daar geleerd heb dat de dilemma’s waar vrouwen in zowel allochtone als autochtone gezinnen voor staan, bijzonder en complex zijn.” Hij vindt het belangrijk om zijn deelnemers mee te geven dat iedereen projectleider is van zijn eigen ontwikkeling. Dat je zelf de stappen moet maken en dat iedereen al veel kwaliteiten in huis heeft. Leren doe je altijd. Meekomen in huidige ontwikkelingen is van belang om lang te kunnen genieten van de samenleving. Veranderingen gaan op het ogenblik snel en daarop moet je inspelen. Door steeds te leren kun je die veranderingen bijhouden. Kijk alleen al naar bijvoorbeeld een pinautomaat of computer. Die veranderingen gaan snel en iedereen maakt zijn leerstappen daar in. Door dit meer te ordenen krijg je zelf de mogelijkheid verder te komen. Dat stimuleert jezelf en daar word je trots op. En trots zijn op jezelf om wat je gedaan hebt of geleerd hebt, is iets wat fijn is en uitdaagt om meer trotse dingen te doen. Dat ziet hij binnen de trainingen van het IVC erg veel. “Trotse vrouwen die iets gedaan hebben wat er toe doet. Daar groei je van.” Marc stimuleert anderen tot leren door hen te begeleiden en te coachen en mensen mee te geven dat ze waardevol zijn en er toe doen. Hij laat het merken als iemand iets goeds gedaan heeft. Hij beoordeelt mensen op wat ze goed doen en niet op wat ze niet goed doen. Marc toont begrip voor zijn deelnemers, maar is wel duidelijk in zijn verhaal. Hij vraagt door. Omdat de training in een veilige omgeving met vaste afspraken wordt gegeven, laten de vrouwen ook het achterste van hun tong zien. Dat is erg belangrijk, omdat ze met een specifieke doelgroep werken. De deelnemers hebben doorgaans veel mee gemaakt. Marc maakt het de deelnemers niet makkelijk. Steeds weer geldt: je doet het voor je zelf. Wat wil je? Hoe ga je dit bereiken? En wat heb je daar voor nodig? Hierdoor gaan de vrouwen zelf aan het werk en raken, als zij dit nog niet zijn, steeds geïnspireerder door de trainer én door elkaar. Mensen beschouwen Marc als hun Leermeester, omdat hij respect voor hen heeft, doorvraagt, handvatten geeft waar nodig en hen zelf het antwoord laat vinden. Marc zegt het zelf zo: “Ik wil graag een bijdrage leveren aan het bewustwordingsproces van mensen. Zo wil ik graag bijdragen aan dat mensen bewuster keuzes kunnen maken over de invulling van hun leven. Of dit nu is naar thuis blijven, een opleiding volgen of naar werk. Verder vind ik het belangrijk mensen te beoordelen op de goede dingen. Dat zijn dan aandachtspunten waaraan gewerkt gaat worden.”
28
learn for life
Leermeester
M
argriet komt uit het onderwijs en heeft Nederlands als tweede taal gedoceerd. Ze had als onderwijzeres meer dan 25 jaar in het basisonderwijs en er ud gewerkt en vond het een uitdaging in de volwasseneneducatie les te gaan O g in door Sticht Genomineerd geven. Eind 2001 solliciteerde ze bij het ROC Mondriaan en werd aangenomen School Plus als docente NT2 en ingezet in de wijkeducatie (Schilderswijk en Centrum) in Den Haag. Daarnaast werd ze verplicht in 2002 de post-hbo NT2 opleiding te doen bij de Transfergroep Rotterdam. Langs deze weg heeft zij zich gespecialiseerd in het geven van lessen oudereducatie op basisscholen in migrantenwijken. Ze besefte wat allochtone moeders in de samenleving nodig hebben en dat hun functioneren als moeder een grote invloed heeft op de ontwikkeling van hun kinderen. Margriet: “Er was vanaf het begin een klik tussen deze vrouwen en mij. Ik heb hen in al die jaren dat ik lesgaf als echte “harte“ vrouwen ervaren. Ik kreeg een goed en wederzijds warm contact met hen. Zij waardeerden de lessen en bloeiden op! Wij maakten excursies, zij gingen mee naar informatiebijeenkomsten van de betreffende scholen en nodigden mij uit bij hen thuis voor een maaltijd. Ik ging standaard op kraambezoek. Dat was altijd ontzettend leuk! Ik genoot van hun vriendelijkheid, hun maaltijden. Wederzijds betekenden wij veel voor elkaar. Als ik nu door de wijken fiets waar ik heb lesgegeven, ontmoet ik altijd wel vrouwen, die ik uit mijn lestijd ken. Men zwaait enthousiast en soms stap ik af voor een praatje”.
FESTIVAL VAN HET LEREN
Margriet van der Werf, Rijswijk, 5 januari 1951
Tegenwoordig is Margriet projectleider van de Stichting Ouder en School Plus. Ze vertelt hoe dit zo gekomen is: “Als NT2-docente in Den Haag heb ik, in de acht jaar dat ik daar lesgaf, mijn methodiek Ouder en school Plus ontwikkeld. Daar ik, na een grootscheepse reorganisatie bij het ROC, samen met 70 andere docenten mijn congé kreeg, ben ik voor mijzelf begonnen mijn formule ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid vorm te geven in “het Haagse”. Dit i.s.m. Stichting Jeugdwerk Den Haag, die de financiële afwikkeling deed en nog doet.” Ouder en School Plus omvat opvoeding, gezondheid en voeding, ouderparticipatie, NT2 en sinds twee jaar ook budgettering. De Haagse gemeenteraad heeft deze aanpak uiteindelijk als zinvol ervaren en 350.000 euro ingezet voor taal-en opvoedingsondersteuning voor ouders van voorschool- en basisschoolleerlingen. De scholen, die deze formule wensen, schrijven daarop in. Zij ontvangen van de gemeente de subsidiegelden en de Stichting Ouder en School Plus stuurt hen de rekening voor de uitvoering van de cursus. Het programma wordt inmiddels al op 23 scholen in Den Haag gegeven door 15 docenten! Margriet laat geen kans voorbij gaan om aandacht te vragen voor haar doelgroep. Door haar inzet zijn al honderden moeders bereikt en hebben vele volwassenen en kinderen een betere kans op een succesvolle toekomst gekregen Wat boeit haar aan het begeleiden van anderen in hun ontwikkeling? “Ik heb ervoor gekozen in het onderwijs werkzaam te zijn. Ik kom uit een familie van o.a. leraren. Ik kan erg genieten van het overbrengen van kennis, die ik zelf verzameld heb. Vooral ook als ik zie dat er wat met mijn kennis wordt gedaan. Eén van mijn taken op mijn laatste basisschool was het coachen van jonge leraren. Ik kan dat goed. Ik kan mijn eigen enthousiasme overbrengen op anderen. Ik kan anderen inspireren. Mensen komen in beweging en gaan zelf aan de slag met wat ze daarin hebben opgemerkt. Dat boeit mij!” Ouders en School Plus opereert vanuit een dienend leiderschap met een sterk commitment met de doelgroep migrantenmoeders. Vanuit dat commitment bouwen de docenten vertrouwen en respect in de groep op. Daardoor stijgen deelnemers uit boven de vernederende vooroordelen, die in de hedendaagse samenleving leven. Het is een cursus voor moeders, die aan hun eigen ontwikkeling willen werken; tegelijk bouwen zij aan een goede toekomst van hun kinderen. Zoals Margriet zegt: “Tegenslagen learn for life
29
FESTIVAL VAN HET LEREN
maken je sterk. Ik weet dat niet iedereen dat zo ziet. Toch denk ik dat je met geloof in jezelf je kunt ontwikkelen tot een zinvol lid van onze maatschappij, op welke plaats je ook gezet bent. In de slachtofferrol bereik je niets.” Het schenkt haar voldoening dat ze weet dat ieder schooljaar weer ruim 300 migrantenmoeders van kleine kindjes lessen kunnen volgen. In opdracht van de gemeente Den Haag heeft de Stichting Lezen en Schrijven de Universiteit van Maastricht gevraagd onderzoek te doen naar het effect van taaltrajecten in Den Haag, waaronder het aanbod Ouder en School Plus. In Den Haag heeft de cursus Ouder en School Plus een zeer hoge score behaald. En landelijk scoort Ouder en School Plus boven het gemiddelde. “Dat de gemeente Den Haag daar de financiële armslag voor geeft, maakt mij zeer blij. Dat zoveel cursisten bij ons aan hun toekomst werken en 15 docenten bij ons werk vinden en het leuk vinden ook! ” Margriet vindt leren belangrijk omdat het je verder brengt. “Onze moeders voelen zich ook gezien en gehoord. De sfeer in de lessen is goed en gezellig. Het contact met cursisten onder elkaar wordt ook gestimuleerd. Het resultaat is een heel positieve effectmeting. Rolmodellen stimuleren anderen tot leren. Er is goed contact met opleidingen o.a. in de zorg. Wij vragen cursisten van deze instellingen in onze lessen te komen vertellen over wat zij daar doen. Deze acties brengen toekomstdromen in dit opzicht dichterbij!” Het scheppen van de juiste voorwaarden ziet ze als zeer belangrijk om tot leren te kunnen komen. “In ons geval: onze doelgroep was zeer gebaat bij kinderoppas. Wij hebben zo meer dan 80 cursisten meer in onze lessen gekregen.” Verder door goed naar anderen en hun mogelijkheden en behoeften te luisteren en daarop in te spelen met een open en positieve mind. Zij geeft nu leiding en ondersteuning aan het team van docenten, acquireert nieuwe scholen, houdt contact met de scholen, helpt de docenten mee om ouders te werven, regelt ziektevervanging, regelt de kinderoppas, neemt taalvrijwilligers aan en plaatst ze bij een passende docent, is troubleshooter en heeft contact met Stichting Jeugdwerk die de administratieve kant doet van het project. Margriet heeft een energieke uitstraling, de cursisten en hun docenten staan centraal. Ze beschikt over doorzettingsvermogen, overtuigingskracht, groot optimisme, positiviteit en vrolijkheid en ze kent de doelgroep. Mensen beschouwen haar als hun Leermeester, omdat zij hun inspiratiebron is. Dat heeft docente Marie-José haar onlangs zo letterlijk in een mailtje geschreven en dat is zij altijd geweest, zowel voor de docenten als voor de cursisten in de tijd dat ze nog les gaf. Zelf zegt ze: “Het belangrijkste voor mij is dat anderen er wat mee opschieten…. Dat ze zich door mijn toedoen gaan ontwikkelen en zelf op weg gaan.”
30
learn for life
Genomineerd abcTaal.nl en ABC leer mee
door
W
ie zijn Marjohn en Willeke? Marjohn werkt al sinds jaar en dag op het Maurick College, een school voor voortgezet onderwijs. Daar geeft zij Nederlands en verzorgt de lessen remedial teaching aan leerlingen met dyslexie en taalachterstand. Willeke heeft sinds 2003 een eigen praktijk voor leerlingen met taal- en rekenproblemen. Verder heeft zij ervaring in het lesgeven aan doven, omdat zij jarenlang op het Instituut voor Doven werkte.
FESTIVAL VAN HET LEREN
Leermeester
Marjohn van de Ven, Den Bosch, 28 juli 1954 Willeke van Heumen, Den Bosch, 2 oktober 1954
Marjohn en Willeke zetten zich beiden gedurende een reeks van jaren in om naast hun middelbare en lagere schoolbaan de laaggeletterdheid met name in Den Bosch terug te dringen. Wat begon in 2007 met lesgeven op zondagmorgen aan een kleine groep buitenlanders, liep uit op een groot project met inmiddels jaarlijks zo’n 450 tot 500 deelnemers op vijf leslocaties. De groep beperkt zich niet meer alleen tot de buitenlanders, ook de autochtone Bosschenaren weten de weg naar de gratis taalles te vinden. Hoe is dit zo gekomen? “We zijn hiermee gestart in 2007 op verzoek van een Afghaanse vrouw die we al eerder geholpen hadden met haar Nederlandse taal. Zij vroeg ons om eens naar de Afghaanse vereniging te komen. Daar kwam iedere zondag een groep vrouwen samen om thee te drinken. Omdat Marjohn en ik als sinds 1998 samenwerken om leerlingen met dyslexie te helpen, leek het ons een mooie uitdaging om onze methode ook te gaan inzetten voor deze groep vrouwen. We namen de uitnodiging dan ook graag aan en gingen iedere zondag naar de vereniging van Afghaanse vrouwen. Het bleek direct een succes want waar we begonnen met negen vrouwen, waren er na één maand al 24.” Marjohn werd voorzitter van Stichting ABC leer mee, een stichting die zich ten doel stelt om het Nederlands toegankelijk te maken voor iedereen. “De groep breidde zich alsmaar uit. Daarop nodigden we de wethouder van Den Bosch uit, Jetty Eugster. Die was zo enthousiast over hetgeen zij zag dat ze spontaan besloot om subsidie te geven, zodat we materialen en boeken konden kopen, ook konden we de vrijwilligers een kleine vergoeding geven. Verdere vergoeding c.q. subsidie ontvangen, was alleen mogelijk indien er sprake was van een vereniging of stichting. De uitdaging was te mooi om hier niet meer mee te doen en dus richtten wij de stichting ABC leer mee op.” Willeke werd secretaris en penningmeester van Stichting ABC leer mee. Beiden hebben enorm veel extra werkzaamheden maar ze deinzen er niet voor terug. Op de taalles proberen ze iedereen te helpen en op maat les te geven. Is het niet direct voorhanden dan gaan ze op zoek of maken het werk zelf. Dit werk zetten ze op de site en zo komt het weer voor anderen beschikbaar. Daarnaast vangt Marjohn alle vrijwilligers op van de middelbare scholen die bij het taalproject stage komen lopen. “Natuurlijk kunnen we deze grote groep deelnemers niet alleen lesgeven, we hebben het voorrecht om met heel veel vrijwilligers van alle leeftijden de lessen te verzorgen. Leerlingen van de maatschappelijke stage komen ons veelvuldig helpen. Het is heel bijzonder deze jonge mensen met kleine groepjes deelnemers te zien werken. De deelnemers leren veel en het geeft deze jonge mensen het gevoel echt iets te kunnen betekenen voor deze kwetsbare groep. Verder zijn er ook veel ouderen die ons spontaan komen helpen, soms meerdere keren per week. Wat we niet verwacht hadden maar wat een belangrijke toegevoegde waarde blijkt te zijn, is de social return die de taalles biedt aan vrijwilligers. De oudere en soms eenzame vrijwilliger komt in een andere wereld terecht en dat geeft hun nieuwe energie en een herwonnen levensdoel. Reacties die we na de vakanties horen: “Blij dat we weer starten; dan heb ik weer een reden om mijn bed uit te komen,” doen ons rillen, maar zijn echt gemeend. We zien mensen soms klein en onzeker binnenkomen met de vraag of ze kunnen helpen en binnen korte tijd zien we de vrijwilliger opfleuren en hebben ze voldoening van hun goede werk. Wij zijn blij met de vrijwilligers maar zij zijn ons ook heel dankbaar dat ze deel kunnen uitmaken van het taalnetwerk bij ABC leer mee. Zij vormen inmiddels een hechte learn for life
31
FESTIVAL VAN HET LEREN
enthousiaste groep vaste vrijwilligers in de leeftijd tussen 55 en 92 jaar!” Veel jongeren blijven na hun stageperiode vaak nog het hele jaar, omdat ze het werk met de cursisten en de sfeer zo prettig vinden. Willeke vangt weer de docenten op die zijn verbonden aan ABC leer mee. “De grote toestroom vrijwilligers noopte ons om actief te scholen. Individueel uitleg geven aan de vrijwilligers ging niet meer en de vraag naar uitleg van spelling en grammatica groeide en groeit nog steeds bij de vrijwilligers. Zij willen meer kennis van zaken om de taalvraag goed te kunnen beantwoorden. Daarvoor hebben we instructiefilms gemaakt die we via My-TPE (digitaal communicatiesysteem) aan hen verzenden. Dit maakt het voor de vrijwilliger ook eenvoudiger om te helpen en zo kunnen weggezakte taalonderdelen weer worden opgefrist. Dat maakt dat het voor hen ook uitdagender wordt. Samen worden we beter!” Deze filmpjes zorgen ervoor dat de vrijwilligers op het gebied van de Nederlandse taal bijgeschoold worden, zodat ook zij de leerlingen op één en dezelfde manier les kunnen geven.
Marjohn en Willeke zijn beide echte duizendpoten en de mensen komen erg graag naar de lessen die ze geven en niet alleen vanwege hun kennis maar ook vanwege de goede sfeer die ze samen uitstralen. Naast de lesuren op haar school en de uren die Marjohn zich inzet voor het Taalproject, komt er nog veel, heel veel ander werk op haar pad voor de laaggeletterden, dat doet Marjohn er tussendoor gewoon bij, zoals leerlingen werven bij de stagemarkt, activiteiten mee organiseren en het begeleiden van activiteiten die het bedrijfsleven mede organiseert voor de laaggeletterden. Marjohn maakt geweldige taalwerkbladen, dat maakt dat de deelnemers aan de taallles ieder op hun eigen niveau kunnen werken aan hun taalonderdelen. Ook de vrijwilliger die helpt, kan op deze wijze heel gestructureerd en prettig helpen. Marjohn zorgt niet alleen voor de gewone lessen maar houdt ook in de gaten welke gratis activiteiten er in de stad zijn die laagdrempelig zijn en waar ook laaggeletterden naar toe kunnen gaan. Dit initiatief is nu al omgezet naar een nieuwsbrief voor alle vrijwilligers en deelnemers waar alle gratis activiteiten en ook gratis websites met oefeningen op worden vermeld. Ook Willeke die overdag in een speciale hulpklas op de lagere school werkzaam is, krijgt heel veel werk op haar pad. Naast de lessen die ze verzorgt voor ABC leer mee, probeert ze van alle allochtonen ook echte Bosschenaren te maken. Ze gaat hier voor op pad om contacten te leggen met bedrijven die iets voor die groep mensen kan betekenen en zorgt er dan weer voor dat de allochtone Bosschenaar weer een tegenprestatie verzorgt. Dit gebeurt uiteraard allemaal naast de Nederlandse lessen. “Omdat wij beiden een Bossch hart hebben, doen we er alles aan om de deelnemers ook dat gevoel te geven en werken we samen met het bedrijfsleven. Mensen van verschillende bedrijven verzorgen leuke activiteiten voor onze deelnemers. Zo leren onze deelnemers de stad beter kennen. De bedrijven zijn alle enthousiast en doen in eerste instantie mee in het kader van bijvoorbeeld de ‘Beursvloer’ of in het kader van WMO om vervolgens helemaal enthousiast te worden voor de gratis taallessen die we in de stad geven. Ze willen ons a.h.w. adopteren voor jaarlijks terugkerende activiteiten. De dankbaarheid die de deelnemers aan de taallessen tonen aan de bedrijven en aan ons is enorm en soms ontroerend om te zien. Deelnemers voelen zich echt gezien en een stukje meer 32
learn for life
FESTIVAL VAN HET LEREN
Bosschenaar. Dat geeft de ondernemer ook weer een goed gevoel.” Ook leiden Willeke en Marjohn leraren, logopedisten en ook ouders op tot remedial teacher, dit alles in het teken om de kinderen die leerproblemen hebben weer verder te helpen met hun schoolprestaties. Kortom beiden zijn duizendpoten, die heel wat uren bergen met werk verzetten om de laaggeletterheid terug te dringen. Heel bijzonder dat deze twee vriendinnen zich zo inzetten voor de samenleving op het gebied van de Nederlands taal. Voor hen heel gewoon, voor de deelnemers aan de taalles en alle hulpverleners, docenten etc. heel bijzonder. De passie die deze twee bijzondere mensen hebben voor de Nederlandse taal is enorm. In hun vak zijn ze gepassioneerd en erg bedreven en dit willen ze erg graag overbrengen. De positiviteit die ze beiden uitstralen is erg hartverwarmend voor veel leerlingen die de taallessen bezoeken. Dit merk je al heel snel als je ze bezig ziet met hun manier van lesgeven.
De leerlingen hangen aan hun lippen. Wanneer het te moeilijk wordt voor een leerling dan krijgen ze extra begeleiding en hulp aangeboden, niets is hen teveel. “Het is mooi als je het zelfvertrouwen ziet groeien en de eigenwaarde terug ziet keren bij zowel allochtone als autochtone deelnemers. De verhalen die de mensen je vertellen en de daaruit voortkomende vertrouwensband is zeer waardevol. We doen het voor de deelnemers maar verrassend is ook dat blijkt dat het project zo waardevol is voor onze vrijwilligers. We worden bekender in de stad en het aanbod van vrijwilligers blijft groot. Van alle kanten krijgen we hulp aangeboden van mensen die ons willen helpen bij de taallessen.” Wekelijks komen er ongeveer 500 mensen naar de taallessen. De deelnemers mogen meerder keren per week les volgen. De lessen zijn niet verplicht, zijn gratis en toegankelijk voor alle inwoners, zowel autochtoon als allochtoon. Eén ervan is op zondagochtend van half 11 tot 12 uur. Dit is een enorm druk bezochte ochtend. Allemaal staan ze in de rij om door Willeke en Marjohn samen met hun team onderwezen te worden. Dit is erg bijzonder omdat het hier toch voor de meeste om een vrije ochtend gaat. Het blijkt uit alles dat de leerlingen heel graag terugkomen omdat ze naast de Nederlandse lessen ook in een hartverwarmend bad terecht zijn gekomen. Marjohn zegt: “Wat ik terugkrijg van de mensen geeft zo’n warm gevoel, vaak is het gewoonweg kippenvel.” Marjohn en Willeke ontvangen vanuit het Bossche leven enthousiasme voor het werk dat zij doen. Enige tijd geleden waren ze op de regionale radio om te vertellen over het gratis taalproject van ABC leer mee, dat niet onopgemerkt was gebleven. In het novembernummer van 2014 stonden ze nog samen op de cover van de Zelfkrant met als ondertitel: Weg met het taboe van laaggeletterdheid. In hun eigen woorden: “Het is heerlijk om mensen die eerder vast liepen binnen het onderwijs een tweede of soms ‘vijfde’ kans te kunnen geven. Het blijkt dat we steeds weer mensen de Nederlandse taal kunnen leren, terwijl dat voorheen niet lukte en hen te helpen tot ieders gewenste niveau. Dat maakt hun trots en geeft ons energie. De reacties van de deelnemers en de vrijwilligers zijn een drijfveer om er tot ons ‘85ste’ mee door te gaan.” learn for life
33
FESTIVAL VAN HET LEREN
Marlies Zwanenburg, Dronten, 31 mei 1995
Leermeester
M
arlies was de inspirator en stuwende kracht achter de oprichting van het Huis voor Taal in Dronten in samenwerking met de organisaties de en l Flevomeer Bibliotheek en de Meerpaal met ondersteuning van een aantal aa rp ee door De M Genomineerd vrijwilligersorganisaties waaronder het Maatjesproject. Inmiddels is zij de ‘vrijwillige’ k bliothee Flevomeer bi coördinator geworden. Zelf zegt ze hierover: “Het is een uitdaging om in ieder mens juist dat stukje vuur te vinden waarmee ze de energie krijgen om te groeien en een stapje verder te komen. Je hele leven is een pad waarbij je ervaringen op doet. Dat kleurt je leven en deze ervaringen maken dat je nieuwe initiatieven aan kan. Het is een grote stimulans om te zien hoe mensen elkaar kunnen helpen met een goed woord of een gebaar. Heel bijzonder om te ervaren is ook de spontane hulp die vrijwilligers aanbieden om andere inwoners die het moeilijk hebben te helpen. We zien heel veel ellende in onze wereld en we horen dat er veel mis is. Gelukkig blijkt op lokaal niveau dat we er voor elkaar kunnen zijn en iets kunnen betekenen. Erg belangrijk vind ik dat we zoeken naar iemands talenten. Aansluiten bij wat iemand juist goed kan en dat inzetten op een manier waardoor het eigenlijk als vanzelf gaat. Dat is de uitdaging van het vrijwilligerswerk. Daarbij is aandacht voor elkaar hebben een belangrijke factor. Maar daarnaast ook een organisatie vormen waarbij iemand zich thuis voelt. Daarom sprak mij het Huis voor Taal ook aan. Het bieden van een plek waar mensen terecht kunnen. Waar even tijd is voor een praatje, een gesprek zoals je dat thuis ook graag zou willen.” In Flevoland zijn steeds meer vluchtelingen komen wonen. Het is soms voor hen moeilijk om contact te leggen met Nederlandse mensen in hun omgeving. Het integreren gaat dan erg langzaam. Het Maatjesproject in Dronten wil hierin bemiddelen. Zij bieden de mogelijkheid om met een Nederlands maatje gewone dingen te doen zoals een kopje koffie drinken, te winkelen, wandelen of fietsen. Marlies was al enkele jaren vrijwilliger bij Stichting Maatjes in Dronten. Als maatje begeleidde ze een moeder met vier kleine kinderen. De moeder kwam uit Soedan en moest inburgeren. Eerst spraken we veel Engels. In de gesprekken leer je veel over de achtergrond van de cultuur. Als maatje ervaar je dan pas echt hoe moeilijk het is om in de Nederlandse maatschappij een plek te vinden. Alles is nieuw; van nationale feestdagen tot inentingen van de kinderen. Je gaat met hele andere ogen naar de Nederlandse samenleving kijken. Het is bijzonder waardevol om een maatje te zijn voor iemand die nog niet goed Nederlands kan spreken en lezen. Soms spreken we een speciale dag af om iets te doen zoals een bezoek aan een winkel of een museum. Marlies wil graag mensen verder helpen. Zelf is Marlies van huis uit creatief en leergierig. Vanuit haar christelijke achtergrond is behulpzaamheid voor je medemens een belangrijke levensfilosofie. Vanuit Stichting Maatjes is Marlies gevraagd om mee te helpen bij het opzetten van een Huis voor Taal in de bibliotheek in Dronten. Gedurende de proefperiode is dit uitgegroeid tot een belangrijke coördinerende taak voor dit project. Het werk sluit ook heel goed aan bij de studie Toegepaste Psychologie (HBO) die Marlies in 2013 heeft afgerond. Binnen deze studie heeft
34
learn for life
FESTIVAL VAN HET LEREN
Marlies de specialisatie onderwijs gekozen. De interesse voor het helpen van kinderen met een taal-en/of leerprobleem lag hieraan ten grondslag. Ze houdt zich bezig met het meedenken bij het vormgeven van het Huis voor Taal: de werving en selectie van deelnemers en vrijwilligers van het Huis voor Taal, de begeleiding, materiaalverzameling en inventarisatie van leermiddelen op basis van de vragen van de deelnemers. Zij legt ook verbanden met andere organisaties die actief zijn binnen de bibliotheek en de Meerpaal, om op deze manier de cursisten van Huis voor Taal meer producten te bieden dan gebruikelijk (denk bv. aan de contacten met de ComputerClub Dronten). Marlies straalt precies de rust uit die dit hectische werk nodig heeft. Ze houdt het hoofd koel ondanks de vele vragen die op haar afgevuurd worden. Ze weet de werkzaamheden in juiste banen te leiden, mensen te motiveren en te stimuleren. Ook in het verleden heeft educatie als een rode draad door haar leven gelopen. Na het voortgezet onderwijs volgde Marlies de studie HBO-Milieukunde. Met name natuureducatie en milieuvoorlichting waren onderwerpen die haar het meeste aanspraken. Na deze studie pakte ze de universitaire opleiding Onderwijskunde op maar kon dit niet afmaken. Een baan bij de overheid in de natuur-en milieusector eisten alle aandacht. Dat het onderwijs en educatie steeds bleef boeien blijkt wel wanneer Marlies naast het opvoeden van haar eigen kinderen een lerarenopleiding voor de groene vakken gaat volgen. Hierdoor behaalde ze de bevoegdheid om les te geven in het VMBO. “Door mijn andere passies als vrijwilliger bij een natuurorganisatie en een sportvereniging probeer ik anderen te stimuleren verder te leren. Ons lijf kan niet zonder beweging. Worden spieren niet gestimuleerd dan verliezen die hun functie. Als tiener was ik ook erg begaan met het voorkomen van vernieling van onze planeet. Al jong realiseerde ik mij dat wij als Nederlanders steeds verder weg komen te staan van de natuur. Natuureducatie blijft noodzakelijk om de banden met onze aarde niet te verliezen. Mijn ouders hebben ook altijd een brede belangstelling gehad. Zij zette zich ook altijd in voor mensen met een beperking. Dat heeft mij denk ik wel gevormd. Wat mij voldoening geeft is die lach of een dankbare handdruk als je iets voor een ander hebt kunnen doen.” Mensen beschouwen haar als hun Leermeester, omdat zij de brug weet te slaan tussen organisatie en uitvoering, deelnemer en vrijwilliger, ons állemaal weet te inspireren.
Peter Balk, Zoetermeer, 20 juli 1953
Leermeester
P
eter zet zich al ruim drie jaar vrijwillig en met veel enthousiasme, passie en betrokkenheid in om inwoners van Zoetermeer te ondersteunen bij hun ontwikkeling. Peter vertelt hoe dat kwam: “Ik had het geluk om op een Jenaplanschool te o g Piëz door Stichtin Genomineerd werken. Het Jenaplan is een prachtig onderwijsconcept dat de hele mens ziet in zijn sociale samenhang met anderen. Kinderen verwonderen zich over alles wat ze om zich heen zien en willen veel dingen weten. Hun nieuwsgierigheid wordt daardoor geprikkeld en het Jenaplanconcept daagt kinderen uit om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun werk en hun ontwikkeling. Ik heb daar meer dan 30 jaar met heel veel plezier gewerkt. Het verder helpen van kinderen past bij mij. Het werk van een leraar is niet altijd eenvoudig en je komt soms voor grote uitdagingen te staan, maar het is heel mooi om kinderen iets mee te geven dat ze later in hun leven kunnen gebruiken” Toen hij stopte met lesgeven, ging hij zich verder oriënteren. ”Ik werd van verschillende kanten getipt dat Piëzo precies iets voor mij zou zijn. Kort daarna werd ik op een informatiemarkt door twee Piëzomedewerkers aangesproken. Ik las de website en werd enthousiast. Mijn besluit stond vast: ik ga iets doen voor Piëzo.” Voordat hij bij Piëzo kwam, werkte hij als leraar op een Jenaplan basisschool. “ Zo begon Peter met het ondersteunen van volwassen deelnemers bij hun (Nederlandse taal) ontwikkeling. “Ik heb hierbij heel veel profijt van mijn ervaringen in het basisonderwijs”, zegt Peter, “Het werken met volwassenen of kinderen is niet wezenlijk anders; je helpt ze verder op hun eigen niveau.” learn for life
35
FESTIVAL VAN HET LEREN
Door zijn inzet bij diverse projecten en wekelijkse activiteiten voelen mensen zich vertrouwd, bouwen zij zelfvertrouwen op en maken zij grote stappen richting (volledige) participatie. Dit kunnen zij doordat zij bij Peter in de lessen hun vaardigheden (verder) kunnen trainen en oefenen. En daarnaast hebben zij vooral ook veel plezier. Peter zorgt ervoor dat de deelnemers boven zichzelf uitstijgen en weer durven mee te doen. Hij heeft er zelf ook veel plezier in: “Het is geweldig om mensen te zien groeien. Als je de gereedschappen, zoals bijvoorbeeld de taal, kunt hanteren en je de weg steeds beter leert kennen in de maatschappij, ligt de toekomst voor je open. Mensen met een doel voor ogen krijgen dan vleugels en gaan ervoor om hun doel te bereiken.” Peter geeft wekelijks meerdere Nederlandse taallessen aan groepen deelnemers op de PiëzoCentra in Zoetermeer. Ook heeft hij deelnemers persoonlijk begeleid, letterlijk in kleine stapjes, met heel veel geduld, naar maatschappelijke participatie. Daarnaast is hij ambassadeur van de PiëzoMethodiek. Dat houdt in dat hij na het volgen van een train-de-trainer cursus PiëzoMethodiek presentaties over deze aanpak verzorgt voor nieuwe vrijwilligers, deelnemers en samenwerkingspartners van Piëzo en ook bij gemeenten en organisaties op andere plekken in Nederland. Als hij de presentatie geeft doet hij dat door zijn persoonlijke verhaal te vertellen. Juist door bij zichzelf te blijven en zijn enthousiasme inspireert hij andere mensen om zichzelf te (blijven) ontwikkelen. Hij probeert anderen geloof in eigen kracht en mogelijkheden mee te geven: “Je kunt veel meer dan je nu denkt. Niet alles kan meteen; geef jezelf de tijd om je te ontwikkelen. Vraag hulp als je dat nodig hebt, want bijna iedereen wil je helpen. Samen sterk! Werk samen, daar leer je veel van. Denk aan je toekomst, maar vergeet niet om nu te leven en te genieten van de mooie dingen en de mensen om je heen.” Vanaf deze maand gaat Peter starten met het lesgeven over didactische vaardigheden en ondersteunen van nieuwe taalvrijwilligers die zich gaan inzetten bij diverse taalaanbieders in Zoetermeer. Waarom vindt hij leren belangrijk? “De wereld om ons heen verandert snel. Wat verandert er en waardoor komt dat? Wat betekenen die veranderingen voor mij? Bedreiging of kans? De wereld begrijpen en weten hoe dingen werken maakt dat je grip krijgt op je leven. Dan sta je er heel anders in! Ik ben zelf nieuwsgierig van aard; ik wil graag dingen weten, kunnen en ik wil meedoen! Dat is voor elk mens essentieel. Niet voor niets zeggen kleine kinderen al trots: ‘Ik kan zelf!’ ”En wat leert hij er zelf van? “Veel! Het is wederkerig. We zijn gelijkwaardige partners in een leersituatie: we worden er allebei beter van. We praten over Nederland en ik geef ze mijn taalkennis door; zij leren mij iets over hun achtergrond dat ik nog niet eerder wist of begreep. Piëzo geeft mij mogelijkheden me te ontwikkelen: ik krijg een bredere kijk op de wereld, leer anders te kijken naar ogenschijnlijk eenvoudige dingen. Het werken met volwassenen geeft een andere dimensie aan het leraar zijn.” Peter is met grote regelmaat een klankbord voor diverse vrijwilligers, deelnemers én medewerkers. Met een kritische, positieve blik en veel ervaring in zijn rugzak, denkt hij mee over nieuwe mogelijkheden en ontwikkelingen en zoekt naar oplossingen. Voor hem is nieuwsgierig durven zijn, gedachten delen, een onderzoekende houding aannemen, je open stellen voor andere mensen en andere werelden belangrijk: “Van elk mens en elke situatie kun je iets leren. Hij vindt het wezenlijk dat mensen hun eigen kracht gaan ontdekken en erin geloven om die te gebruiken. “Zelfvertrouwen krijgen en weten dat je het waard bent om
36
learn for life
FESTIVAL VAN HET LEREN
je eigen leven ter hand nemen. Daar is niks wolligs of vaags aan. Het is mooi om mensen die zich willen ontwikkelen de ‘gereedschappen’ te geven waarmee ze zelf verder kunnen komen in het leven. Als je belangstelling hebt voor elkaar ontstaat er op een ontspannen manier contact in de groep. Dan leer je elkaar kennen en waarderen en kun je samen aan het werk. Dan krijgen mensen zelfvertrouwen en voelen zich gezien en geaccepteerd. Dat spreekt hun eigen kracht aan. Daardoor voelen ze zich sterker worden. Ze gaan hun eigen mogelijkheden zien en raken overtuigd dat er veel meer bereikbaar is dan ze eerst voor mogelijk hielden. De PiëzoMethodiek is hierbij een mooi en krachtig hulpmiddel.” Peter is enthousiast, flexibel, zeer betrokken, respectvol, betrouwbaar en staat altijd klaar voor een ander. Hij luistert goed naar de behoefte en vragen van anderen en vertaalt dit heel mooi naar een passende aanpak. Door zijn betrokkenheid en leergierigheid blijft hij zichzelf verder ontwikkelen, waardoor hij een voorbeeld is voor anderen. Mensen beschouwen Peter als hun Leermeester, omdat hij ze op een open en vriendelijke manier tegemoet treedt, zijn eigen verhaal met hen deelt en door zijn ervaring in staat is om mensen in ontwikkeling te zetten.
Stichting Piëzo, Zoetermeer
Leermeester
H
et is niet gebruikelijk dat een instelling genomineerd wordt als Leermeester, maar in dit geval werd dit ingegeven door het feit dat deze instelling over een eigen succesvolle methodiek beschikt en dat eigenlijk iedereen die er werkt een door Genomineerd goede Leermeester is, aldus de voordracht. Centraal Zuid-Holland et ok kl er Leer w Dus laten we om te beginnen eens bekijken wat Piëzo voor een instelling is. Piëzo is een stichting opgericht in 2006 en uitgegroeid tot een laagdrempelige sociaal maatschappelijke organisatie die mensen in de gelegenheid stelt om hun talenten en vaardigheden te ontdekken en verder te ontwikkelen. Dit kan door deel te nemen aan trainingen en activiteiten, door ‘lerend vrijwilligerswerk’ binnen de PiëzoCentra, of bij één van de vele partnerorganisaties in Zoetermeer. Piëzo slaagt er mede dankzij de enthousiaste inzet van een kleine staf en ruim 70 vrijwilligers in om veel mensen, die in een kwetsbare positie verkeren een juiste snaar te raken en hen een succesvolle steun in de rug te geven bij hun ontwikkeling richting participatie, integratie en/of emancipatie binnen de samenleving. Op de website lezen we: “Er staan heden ten dage veel medemensen - om uiteenlopende redenen - geheel of gedeeltelijk ‘buiten’ de samenleving of dreigen in een dergelijke situatie te geraken. Toen wij de ervaring kregen dat er veel losse trajecten voor mensen werden georganiseerd maar dat die niet echt aansloten op de individuele behoefte van mensen (en al die trajecten de niet de gewenste resultaten hadden) hebben wij in Zoetermeer het initiatief genomen om samen met het maatschappelijk middenveld, vrijwilligers en de mensen zelf een nieuwe, duurzame en flexibele manier van werken te ontwikkelen.” Piëzo voert jaarlijks tal van cursussen uit in de zes PiëzoCentra, de PiëzoSteunpunten en in EpiCentrum Slaaghwijk in Leiden. Ook werden samen met onze partners en de gemeentebesturen van Zoetermeer en Leiden tal van activiteiten georganiseerd. Het betrekken van partners en participatie in (wijkgerichte) netwerken is voor Piëzo een belangrijke manier om outreachend nieuwe deelnemers en vrijwilligers te vinden. Partners worden zo meer betrokken bij de maatschappelijke rol die Piezo vervult en krijgen op die manier direct te maken met de deelnemers van Piëzo aan de PiëzoMethodiek. In 2015 was de PiëzoMethodiek één van de genomineerden voor een Appeltje van Oranje 2015! De PiëzoMethodiek is een gefaseerd stappenplan bestaande uit vijf fases. Het biedt mensen als einddoel een zo volledig mogelijke participatie,integratie en emancipatie binnen de samenleving. Aan het einde van iedere fase hebben de mensen iets nieuws geleerd. learn for life
37
FESTIVAL VAN HET LEREN
Met een bottom-up benadering waarbij mensen individueel worden benaderd en waar ieder individu wordt gestimuleerd zijn eigen ‘oplossing’ te vinden of te bedenken. De oplossing is gericht op meer zelfwerkzaamheid,uitgaan van talent en vaardigheden,wederkerigheid en zelfcontrole. De participatiefasen zijn als volgt opgebouwd.
Binnen de methodiek voeren we cursussen en activiteiten uit binnen de verschillende participatiefasen. Zoals bijvoorbeeld in de startfase (0) vinden er taalontmoetingen door vrijwilligers thuis plaats of worden er bezoekvrouwen en -mannen ingezet om op huisbezoek te gaan. In de eerste fase doen mensen educatieve en recreatieve activiteiten binnen de Piëzocentra. In de tweede fase doen mensen lerend vrijwlligerswerk zoals gastheer, cursusadministratie, baliemedewerker, binnen de PiëzoCentra. Er wordt binnen de PiëzoCentra gewerkt met een leerwerkprincipe. Belangrijke basisvoorwaarde voor een centrum is een kinderoppasvoorziening. In de derde fase doen mensen doen lerend vrijwilligerswerk bij partnerorganisaties binnen het maatschappelijke middenveld. Er worden binnen deze fase vraaggerichte trainingen op het gebied van beroepsoriëntatie en werknemersvaardigheden ingezet. In de vierde fase worden er samen met stageaanbieders (de partners van het maatschappelijk middenveld) en het ROC onder andere op maat MBO 1 en 2 opleidingen uitgevoerd. Mensen krijgen een leerwerkplek en volgen de opleiding. Vrijwilligers geven gerichte individuele begeleiding. De kracht van deze methodiek is dat de individuele vraag en behoefte centraal staan. Door zich als het ware In de huid van de ander te verplaatsen brengen medewerkers en vrijwilligers van Piëzo een verbinding tot stand, die gebaseerd is op begrip, respect, geduld, talent en wederkerigheid. Een verbinding die sterk genoeg is voor het daadwerkelijk realiseren van belangrijke stappen in de richting van een volwaardige deelname aan de samenleving. Registratie in het digitale deelnemersvolgsysteem, een belangrijke basis is voor de PiëzoMethodiek, voorziet in een passende en optimale begeleiding en inzicht in de door de deelnemer doorlopen stappen. In 2014 hebben 247 deelnemers zich wederkerig ingezet als lerende vrijwilliger (deelnemers in fase 2), 118 lerende vrijwilligers (deelnemers in fase 3) en zijn 124 deelnemers doorgestroomd naar fase 4, opleiding en/of een reguliere baan. Er wordt inmiddels op tien locaties in Nederland volgens de PiëzoMethodiek gewerkt. De PiëzoMethodiek wordt verder uitgerold in het kader van deelname aan het groeiprogramma van het Oranje Fonds. De PiëzoMethodiek zorgt ervoor dat er vanuit de vraag naar mensen gekeken wordt - in een totaal aanpak en niet vanuit het aanbod. Mensen bepalen zelf hun ontwikkelingsproces en worden hiermee geholpen door anderen (veel al vrijwilligers). Zodra mensen in ontwikkeling zijn, gaan zij ook weer andere mensen helpen, zij worden dus wederkerig aan wat zij zelf gekregen hebben!
38
learn for life
I
n deze publicatie staan een aantal inspirerende verhalen van internationale projecten in de volwasseneneducatie. Ze illustreren het doel van het Festival van het Leren: het stimuleren van volwassenen te blijven leren en om zich verder te ontwikkelen. Dit is een streven dat het Europese subsidieprogramma Erasmus+ ook van harte ondersteunt. Erasmus+ is sinds 2014 het programma voor onderwijs, opleidingen, jeugdzaken en sport. Aan de basis staat de gedachte dat investeringen in onderwijs, opleidingen en niet-formeel leren van cruciaal belang zijn om mensen de kans te geven zich te ontwikkelen oftewel: een leven lang te leren. De educatieve opbrengst, die kan bestaan uit kennis of vaardigheden, maakt uiteindelijk de Europese economie sterker. Europa moet slimmer worden om een aantrekkelijke kenniseconomie te zijn en te blijven en te kunnen concurreren met andere kennisregio’s, waar ook ter wereld. Erasmus+ is een middel om dat doel te bereiken. Voor de Nederlandse ‘call’ van 2015 was 1,5 miljoen gereserveerd voor projecten op het gebied van volwasseneneducatie waarmee uiteindelijk tien projecten werden gefinancierd.
FESTIVAL VAN HET LEREN
Erasmus+: Europees subsidieprogramma, (ook) voor volwassenen
Beleidsrelevante projecten Eén van de belangrijkste gegevens waarop projectaanvragen worden beoordeeld is relevantie. Het is van belang dat projecten binnen Erasmus+ aansluiting vinden bij nationale én Europese beleidsthema’s. Die thema’s liggen vooral op het gebied van arbeidsmarkttoeleiding of upskilling (bijleren) van laagopgeleide werknemers. Maar ook projectideeën op het gebied van participatie en meer zelfredzaamheid van burgers maken een kans. Het Nationaal Agentschap Erasmus+, uitgevoerd door CINOP, maakte samen met belanghebbenden uit de sector volwasseneneducatie een analyse op basis van de nationale en Europese agenda’s. Dit om houvast te bieden in het grote aantal mogelijkheden: hieruit rolden vijf thema’s die de basis vormen voor de zogenoemde ‘beleidsrijke invulling’: 1. Scholing van basisvaardigheden en transversale vaardigheden: Denk hierbij aan het versterken van vaardigheden van laagopgeleiden en migranten op het terrein van lezen, schrijven en rekenen. Maar ook activiteiten die gericht zijn op digitale vaardigheden, vreemde talen, sleutelvaardigheden (basisvaardigheden) en algemene werknemersvaardigheden vallen hieronder. 2. Scholing van specifieke groepen: Dit zijn activiteiten voor specifieke groepen als zieken, mensen met een arbeidsbeperking of gevangenen. De context voor het scholen en ontwikkelen van vaardigheden voor deelnemers uit deze doelgroep is vaak anders dan voor andere groepen. 3. Scholing van beroepsvaardigheden: Activiteiten gericht op het halen van een startkwalificatie, of het bereiken van beroeps- of functiegerichte kwalificaties onder het niveau MBO-2. 4. Waarderen en valideren van leeropbrengsten: Hierbij kan gedacht worden aan het in beeld brengen van de reeds aanwezige kennis, vaardigheden en eigenschappen van laagopgeleiden en / of migranten. Het gaat dan niet alleen om opbrengsten die via formele leerrouten zijn verworven, maar ook via non-formeel en informeel leren. 5. Professionalisering van docenten en vrijwilligers: Hierbij kan gedacht worden aan de bevordering van deskundigheid van docenten voor het leren van specifieke doelgroepen, maar ook aan deskundigheidsbevordering van vrijwilligers in educatieve programma’s. Het ontwikkelen van en werken met standaarden of richtlijnen en het certificeren van vrijwilligers of professionals kunnen hier aan bijdragen. Overigens, deze thema’s kunnen wijzigen als uit nieuwe gesprekken met belanghebbenden blijkt dat er behoefte is aan een nieuwe invulling. Voorbeelden Hierboven heeft u al kunnen lezen wat voor soort projecten in aanmerking komen voor subsidie van Erasmus+. Ter illustratie nog een beschrijving van een aantal projecten die het National learn for life
39
FESTIVAL VAN HET LEREN
Agentschap in 2015 toekende: Eén van de projecten wil met behulp van real life gaming de basis- en beroepsvaardigheden van gevangenen verbeteren. Een ander project focus op de inzet van vrijwilligers en wil hen ondersteunen de informeel opgedane competenties te gebruiken en te valideren voor de arbeidsmarkt. Een derde toegekende aanvraag ging over de kwaliteitsborging van validering van informeel en non-formeel leren door middel van peer review. Het vierde toegekende project richt zich op migranten - en het faciliteren van migranten naar de arbeidsmarkt door hen te ondersteunen van het leren van de taal van de arbeidsmarkt.
Als u meer wilt weten of het indienen van een aanvraag overweegt, dan kunt u vanaf oktober 2015 contact met ons opnemen, alsmede voor advies over uw projectidee voor 2016. Via de website blijft u op de hoogte van voorlichtingsbijeenkomsten en andere activiteiten van het Agentschap. U kunt zich op de website inschrijven voor de gratis nieuwsbrief, dan blijft u automatisch op de hoogte van alle ontwikkelingen. Nationaal Agentschap Erasmus+ (volwasseneneducatie) CINOP telefoon: 073-6800762 •
[email protected] • http://www.erasmusplus.nl
40
learn for life
LEARN FOR LIFE kent jaarlijks een Internationale Prijs toe aan een Nederlandse organisatie of instelling, die haar eigen expertise inzet ten behoeve van vernieuwende en overdraagbare projecten op het gebied van volwasseneneducatie, die zowel in Nederland als in één of meer landen aantoonbaar impact hebben. Het project betreft bovendien geen incidentele activiteit. Deze prijs wordt op 18 september tijdens het Festival van het Leren uitgereikt en bestaat uit een kunstwerk, een oorkonde en publiciteit.
FESTIVAL VAN HET LEREN
Internationale Prijs
Naast de vijf genomineerde projecten volgen hier korte beschrijvingen van enkel interessante projecten buiten mededinging.
learn for life
41
FESTIVAL VAN HET LEREN
Web2Learn, Ezzev Foundation
roject Internationaal P
E
zzev Foundation is een kleine netwerkstichting. Het wil jongeren bewust maken van hun online rechten, en de effecten van online aanwezigheid en de consequenties van het feit dat ze (veel) online zijn; de consequenties voor henzelf, maar ook voor anderen. Ezzev is een voorloper in het creëren en implementeren van een didactiek van constructieve confrontatie, ondersteund door nieuwe technologie. Een goed voorbeeld hiervan is “augmented reality” (AR), ook wel toegevoegde realiteit genoemd: een live beeld van de werkelijkheid waaraan digitale elementen worden toegevoegd. AR werkt nooit direct in de werkelijkheid. Er is altijd een scherm voor nodig - of dat nu een smartphonescherm, een computerscherm of een bril is. Zo wordt toegevoegde realiteit sinds de opkomst van de smartphone ook vaak gebruikt om gps-gegevens over de werkelijkheid te plaatsen of op digitale wijze informatie tegeven bij bekende gebouwen of producten (denk aan de app Layer). Ezzev wil jongeren helpen om met gebruik van deze middelen automatisch handelen te veranderen in bewust gedrag, dat is ontstaan vanuit een persoonlijk ontwikkelde ethiek. Ezzev is partner in verschillende Europese projecten met tot de verbeelding sprekende namen als Dynamic Identity, Web2Learn, IdentifEYE ToI and Talking about Taboos. Web2Learn is een Europees project met als doel volwassenen (ouders, maar ook anderen) bekender te maken met bestaande web 2.0 instrumenten en deze te leren gebruiken. Zo kunnen zij op hun beurt weer bijdragen aan betere leerervaringen voor hun kinderen en voor henzelf. In dit project worden good practices verzameld op het gebied van leermethoden en web 2.0 instrumenten. Bij web 2.0 instrumenten gaat het om interactieve social media, die iedereen in staat stellen om online informatie te verzamelen of te delen, het gesprek aan te gaan met anderen, samen te werken, etc. De aanleiding voor Ezzev om dit project te beginnen, is drievoudig, vertelt de Nederlandse projectleider Onno Hansen: “In een eerder Europees project (CDEI, medegefinancierd door het EU Fundamental Rights and Citizenship Programme) vonden wij dat ouders een zeer belangrijke factor zijn in het niveau van internetveiligheid van hun kinderen. Gebaseerd op uitkomsten van het onderzoek EU Kids Online II begonnen wij in te zien dat het onvoldoende was alleen leraren in online onderwerpen te betrekken”. Een tweede reden was dat men reeds bezig was een hechte relatie op te bouwen met een innovatieve school in Utrecht en daarbij kwam de vraag naar voren hoe ouders bij de werkzaamheden te betrekken. En tenslotte was er een bevriende oudervereniging in Athene, PAEPSM, met een uitnodiging om als partner deel te nemen aan dit project. Het project is tot stand gekomen op initiatief van PAEPSM. De partners zijn verder Taalschool Pelikan (Brno), Vereniging Seed (Lugano), de lokale overheid Konak (Izmir), adviesorganisatie GHEA (Vittorio Veneto), een combinatie van een oudervereniging, een taalschool en reintegratiecentrum. Onno: “Wij hadden aanvankelijk het gevoel dat wij kennis zouden gaan
42
learn for life
Web2Learn heeft als doel ouders - met name werkzoekende ouders - over hun angst en afkeer voor web 2.0 applicaties te helpen en hen praktische aanwendingen te tonen van web 2.0 apps voor henzelf en voor hun kinderen. Het project wil ouders meer leren over de voordelen en risico’s van web 2.0. Te vaak gaat men er vanuit dat social media en interactieve communicatiekanalen voor een ieder gesneden koek zijn. Web2Learn leert ons dat dit niet zo is. “Tijdens de ouderavonden die georganiseerd werden op de bevriende school werd duidelijk hoe relevant het project ook in Nederland was. Wij werden er hard mee geconfronteerd dat wij in een wereld leefden die niet breed gedeeld werd door ouders. Waar wij al bezig waren met internet 3.0 toepassingen en moderne technologieën, worstelen nog veel Nederlanders met angst en schaamte rond het gebruik van web 2.0. ”Internationaal waren de projectontmoetingen van belang omdat gedurende deze ontmoetingen de best practices en lessons learned van alle partners werden besproken.
FESTIVAL VAN HET LEREN
exporteren vanuit Nederland - een land met een hoge internetpenetratie en een intensief internetgebruik- naar landen als Griekenland en Turkije. Dat zou anders uitpakken.”
Er is dus nog een hele grote groep die angst heeft voor web 2.0 applicaties. Velen hebben weliswaar een smartphone en glasvezel maar dat wil niet zeggen dat zij zich thuis voelen in de wereld van web 2.0. Zij schamen zich een beetje voor hun technisch onvermogen en laten de technologie liever over aan hun kinderen. Voor deze verborgen groep was en is het project Web2Learn. Het project heeft voor deze doelgroep een handig engelstalig overzicht opgesteld van de 34 nuttigste web 2.0 instrumenten. Daarnaast is er een handboek van web 2.0 good practices, een web 2.0 verklarende woordenlijst en enkele inleidende video’s. De kwaliteit van deze producten is goed tot zeer goed Knelpunten waren er natuurlijk eveneens. Hier in Nederland was een knelpunt dat de school nog geen contact onderhield met de ouders van hun leerlingen - buiten ouderavonden waarin de prestaties en het gedrag van hun kinderen besproken werden. Het schoolmanagement stond aanvankelijk huiverig tegenover het organiseren van ontmoetingen met ouders over web 2.0, maar nadat een eerste bijeenkomst goed was verlopen, verminderde de huiver van de schoolleiding. Een ander knelpunt was dat het moeilijk bleek experts die in hun denken reeds verder waren dan 2.0 te overtuigen van het nut om vakmatige inleidingen te schrijven voor relatieve beginners. Dit knelpunt is niet opgelost. Internationaal was het contact tussen de partners aanvankelijk een knelpunt. Waar vertegenwoordigers van sommige partners zeer dominant waren, warenandere partners met veel expertise juist zeer stil. Deze uitdaging werd getrotseerd met aandacht voor interculturele communicatie waardoor de verhoudingen een steeds betere afspiegeling werden van het niveau van expertise en inzet. Door alle partners wordt het overzicht van de best practices nu als standaard handout gebruikt voor informatie en voorlichting aan volwassenen. De lijst wordt ook gebruikt in een ander EU-project IDentifEYE. EZZEV gebruikt het overzicht tijdens haar Poolse activiteiten met hun partner Fundacja Citizen project. De Tjechische partner gebruikt het handboek bij zijn re-integratieprojecten voor werkzoekende volwassenen en in Turkije wordt het handboek gebruikt voor interne scholing van de lokale overheid. Dit Grundtvig Lerend Partnerschap project is inmiddels beëindigd is. Het project had hele goede resultaten en een grote impact, met name op de doelgroep van werkloze ouders. Enkelen hiervan hebben tijdens het project een baan gevonden. De partners zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de opbrengsten. Het aandeel van EZZEV is tijdens de duur van het project, maar ook daarna heel actief en stimulerend geweest. • http://www.ezzev.eu • http://www.web2learn.info
learn for life
43
FESTIVAL VAN HET LEREN
Inwork Project, De Regenboog Groep/Correlation Network
roject Internationaal P
D
e Regenboog Groep werkt al 40 jaar met de meest kwetsbare mensen in Amsterdam. Het gaat om mensen die door een opeenstapeling van problemen, zoals schulden, dakloosheid, verslaving en psychiatrie, tussen wal en schip dreigen te vallen en daardoor moeilijk bereikbaar zijn voor hulp. Veel van hen leven in een sociaal isolement. De stichting runt negen inloophuizen en heeft als hoofdaannemer van Hi5 ook verschillende sociale ondernemingen opgezet. Hi5 is een samenwerkingsverband van De Regenboog Groep, HvO-Querido en SCIP, Arkin, de Waterheuvel en SNWA/Pantar Amsterdam, dat projecten aanbiedt die sociale activering en arbeidsmatige dagbesteding voor dakloze, psychiatrische en verslaafde cliënten realiseren. Zo’n 950 vrijwilligers zetten zich in voor mensen met financiële problemen, vereenzaamde mensen of mensen met drugsproblemen. Voorop staat de zelfredzaamheid van de klanten: zelf leren vissen in plaats van hen een vis te geven. De Regenboog Groep is coördinator van Correlation Network. Dit Europese Netwerk Social Inclusion & Health met 180 lidorganisaties heeft als doel om het leven van mensen uit kwetsbare groepen kwalitatief te verbeteren: druggebruikers, prostituees, migranten, jongeren in risicosituaties, mensen met hiv & aids. Het netwerk heeft als doel de toegang en kwaliteit van medische en sociale diensten te verbeteren, te werken aan een socialer Europa waar kwetsbare groepen dezelfde permanente status hebben als anderen. De samenwerkingspartners in andere landen hebben herhaaldelijk aangegeven dat er grote behoefte is om meer te leren over werk integratie en activering. Dit was één van de redenen voor De Regenboog om de kennis uit eigen land te willen delen. Daarnaast is het ook zo, dat de Regenboog graag meer wilde leren uit de ervaringen in andere landen. Het netwerk werkt hierin samen met onderzoekers, beleidsmakers, politici, belangenorganisaties en iedereen die gezondheidszorg levert aan kwetsbare groepen. Het netwerk is betrokken bij diverse internationale projecten op het gebied van hepatitis, social intervention, social enterprises, en is in Nederland ook betrokken bij de participatiemarkt in Amsterdam. In het project “Inwork: Make it work - meaningful work and reintegration programmes for marginalised and vulnerable groups” hebben organisaties uit vijf verschillende landen (Nederland, Switzerland, UK, Tsjechië, Portugal) ervaringen uitgewisseld en een praktische handleiding ontwikkeld. Het was een Grundtvig Lerend Partnerschap project gefinancierd door de Europese Commissie. Inwork had tot doel het welzijn en de lichamelijke en psychische gezondheid van gemarginaliseerde en kwetsbare mensen te combineren met actieve participatie in de maatschappij. Ondersteuning van duurzame persoonlijke ontwikkelingen en het benutten van individuele vaardigheden en competenties zijn daarbij de voornaamste middelen. Ook was het de bedoeling hulpverleners die met gemarginaliseerde en kwetsbare mensen werken, ondersteuning te bieden bij het ontwikkelen en implementeren van duurzame re-integratieprogramma’s voor de arbeidsmarkt. Er werd verder intensief samengewerkt met lokale partners in de verschillende partnerlanden. In Amsterdam bijvoorbeeld met de Hogeschool van Amsterdam, Stichting De Omslag en het Amsterdam Center for Entrepreneurship. Op Europees niveau werd intensief samengewerkt met de European Network of Social Integration Enterprises (ENSIE) De aanleiding voor het Inwork project is de wetenschap dat werk en activering een aanzienlijke bijdrage kan leveren aan het sociale en mentale welzijn en de gezondheid van mensen (Mary Law c.s.: Occupation, health and well-being, 1998). Bovendien zijn arbeids- en activeringsprogrammas kosteneffectief omdat ze sociaal kapitaal creëren en behouden. Voor de doelgroepen waarmee De Regenboog en het netwerk Correlation werkt zijn er echter weinig kansen om te deel te nemen aan scholing en werkgelegenheid. Hun opleidingsniveau is vaak laag en ze hebben een scala aan problemen: ze hebben vaak moeite hun dagelijks leven te structureren en zijn zich niet bewust van hun individuele vaardigheden en competenties. Gezondheids- en welzijnsorganisaties zijn veelal gericht op het oplossen van praktische problemen. En ook al is de hulpverlening geïnteresseerd in innovatieve programma’s met
44
learn for life
De samenstelling van de online toolbox (http://inworkproject.eu/toolbox/index.php/goodpractice-collection/good-practice-european-wips) en het verzamelen van relevante informatie was een cruciaal moment binnen het project. Er zijn verschillende realiteiten in de diverse Europese landen. Kritische factoren verschillen. De situatie in het Verenigd Koninkrijk is op politiek niveau totaal anders dan die in Portugal of Tsjechië. Het was daarom van belang om een goede balans te vinden en de diversiteit van realiteiten ook in zijn totaal te beschrijven. Dat was niet altijd makkelijk, maar is goed gelukt. In hun eigen woorden: “a toolbox to stimulate, boost and support the project methodology for (re) integration and participation throughout Europe.” De toolbox (maar ook de werkwijze van de verschillende organisaties) kenmerkt zich doordat initiatieven met de doelgroep worden vormgegeven en niet alleen voor de doelgroep.
FESTIVAL VAN HET LEREN
betrekking tot participatie en (re)integratie: vaak missen ze de expertise en de knowhow om deze om te zetten in effectieve interventie.
Om een oplossing te vinden voor dit vraagstuk van de diversiteit in Europa is er een breed scala aan good practice examples uit tien verschillende landen verzameld en beschreven. In totaal meer dan 40 in plaats van de geplande tien. De toolbox is onderverdeeld in een theoretisch (negen hoofdstukken) en praktisch gedeelte (vier hoofdstukken). Het theoretisch gedeelte gaat uitgebreid in op de verschillende realiteiten. Hoewel niet van te voren gepland is er ook een printversie gemaakt van de toolbox. Een ander knelpunt was een verandering in het programma, waardoor het niet meer mogelijk was om een voorziene Grundtvig Training aan te bieden. Er is toen uiteindelijk voor gekozen om de laatste meeting te veranderen in een Europese Conferentie (http://www.inworkproject. eu/conference_amsterdam/). Bij die conferentie in november 2014 waren meer dan 100 mensen aanwezig. Het thema was sociale inclusie, werk integratie en sociaal ondernemerschap. In een zeer uitgebreid programma konden sociale ondernemers o.a. meer informatie opdoen over hoe zij naast een sociale ook een ‘gezonde bedrijfsvoering’ konden voeren. Zeker in deze tijd waarin sociale werkplaatsen het steeds moeilijker krijgen en kwetsbaren in de samenleving meer op zichzelf zijn aangewezen een belangrijk onderwerp. De conferentie sloot aan bij de participatiebeurs, een jaarlijks terugkerend evenement in Amsterdam Meervaart. Tijdens de conferentie vertelden diverse organisaties over hun successen. De gemeente Amsterdam (tevens één van de gastheren van de conferentie) was ook nadrukkelijk aanwezig. Het organiseren van de conferentie was enorm veel werk, maar heeft ook heel veel betekent in het kader van disseminatie. De projectresultaten konden breed worden gedeeld en er was veel uitwisseling. Het project is genomineerd vanwege de hoge relevantie. Dit soort goed georganiseerde Europese netwerken kunnen daarnaast het verschil maken in het huidige politieke klimaat waarin we moeten oppassen dat kwetsbare groepen niet alleen genoeg kansen krijgen op fysieke en geestelijke gezondheid, maar ook op werkgelegenheid. Complimenten ook voor de uitgebreide samenwerking met vele belangrijke sociaal maatschappelijke organisaties in de Nederlandse hoofdstad. Dit zorgt voor consistentie, gedragenheid van de resultaten en dus voor meer kans van slagen. • http://www.inworkproject.eu/
learn for life
45
FESTIVAL VAN HET LEREN
roject Internationaal P
Roads to Recognition, Steunpunt Scouting Gelderland / Huis van de Jeugd
H
et Steunpunt Scouting Gelderland was verantwoordelijk voor training en ondersteuning van scoutingvrijwilligers in de provincie Gelderland. Dit zijn (jong)volwassenen die op lokaal en regionaal niveau activiteiten aanbieden voor kinderen in diverse leeftijdscategorieën. Het is te vermelden waard dat het Steunpunt zich al sinds 2003 bezig hield met projecten en activiteiten m.b.t. erkenning en validering van competenties binnen het vrijwilligerswerk. Deze projecten hebben zich afgespeeld op provinciaal, landelijk, en Europees niveau.
Inmiddels is het Steunpunt gefuseerd met andere jeugd- en jongerenorganisaties in een nieuwe instelling het Huis van de Jeugd, waardoor de doelgroep verbreed is naar jongvolwassenen die binnen alle vormen van jeugd- en jongerenwerk in Gelderland actief zijn als vrijwilliger. Door de fusie is het takenpakket van het voormalige Steunpunt aanzienlijk verbreed. Roads to Recognition is een Grundtvig Learning Partnership, gestart in september 2013 en beëindigd op 31 juli 2015. Er wordt samengewerkt met partners uit Tsjechië (Czech Council of Children and Youth), Ierland (National University of Ireland, Galway), Cyprus (Pan Cyprian Volunteerism Coordinative Council) en Polen (Education and Social Research Centre).Het project wordt ondersteund door twee associate project partners, het European Volunteer Centre en Nationaal Europass Centrum. In de periode voorafgaande aan de start van het project heeft Steunpunt Scouting Gelderland / Huis van de Jeugd, in samenwerking met het Nationaal Europass Centrum, samen met een aantal Gelderse vrijwilligerscentrales geëxperimenteerd met het ‘’Europass certificate for volunteers’’, een nieuw document dat op een gestandaardiseerde en onafhankelijke manier de competenties vast legt die zijn verworven binnen het vrijwilligerswerk. Met het Roads to Recognition project worden de ervaringen rond de ontwikkelingen van het nieuwe certificaat gedeeld met de partners, en is een handleiding ontwikkeld voor vrijwilligersorganisaties die het ‘’Europass certificate for volunteers’’ willen gaan uitreiken aan hun vrijwilligers.
Het project heeft een Engelstalige handleiding ‘’Europass certificate for volunteers’’ opgeleverd en een Nederlandstalige versie van deze handleiding, aangepast aan de Nederlandse situatie, opgesteld in samenwerking met enkele vrijwilligerscentrales. Daarnaast is een overzicht samengesteld van andere bestaande methoden om vrijwilligerscompetenties vast te leggen en zijn er aanbevelingen voor vrijwilligers-organisaties en andere betrokkenen. Terwijl het project nog in de afrondende fase verkeert zijn er al drie National Europass Centres die belangstelling hebben getoond om met het projectmateriaal te gaan werken (Oostenrijk, Tsjechië, Vlaanderen). Een publicatie in het Europass Magazine is in voorbereiding. Voor Gelderse vrijwilligerscentrales was er een bijeenkomst om de projectresultaten te presenteren. Daar is door de Vrijwilligerscentrale Nijmegen een indrukwekkende presentatie 46
learn for life
Veel van de vrijwilligers binnen deze doelgroep hebben weinig of geen arbeidsverleden, opleiding en diploma’s, of hebben, vaak samenhangend met hun indicatie, een erg laag zelfbeeld. Door de Europass te combineren met een competentietraject heeft de Europass binnen dit project een dubbele functie; door het krijgen van een tastbaar document met een handtekening heeft men aan de ene kant het gevoel iets te hebben bereikt/behaald. Aan de andere kant heeft het competentietraject een positieve invloed op de deelnemer. Er is namelijk ruimte en tijd om te praten over het werk, over hun rol binnen de organisatie, over prestaties en valkuilen; er is aandacht voor het individu en deze keer niet vanuit de gedachte dat ze moeten veranderen of ‘ziek’ zijn. Ze mogen er zijn als vrijwilliger en verdienen deze waardering! De kracht van het project ligt bij de persoonlijke groei van de deelnemer door trajectbegeleiding. Bij het gebruik van Europass in deze context ligt de nadruk dus vooral op het proces. De Vrijwilligerscentrale Nijmegen neemt hierbij de trajectbegeleiding voor het grootste deel voor haar rekening. Dit neemt maatschappelijke organisaties werk uit handen waardoor zij met een minimale inspanning Europass kunnen aanbieden aan hun vrijwilligers. Het begint met de introductie van de Europass; competentieontwikkeling
binnen het vrijwilligerswerk is nog een onbekend fenomeen bij veel vrijwilligers en organisaties. De Vrijwilligerscentrale Nijmegen presenteert het dan ook als een cadeautje; in overleg met de vrijwilligerscoördinator of trajectbegeleider wordt er contact opgenomen met de kandidaten en wordt hen verteld dat ze als blijk van waardering aan de slag kunnen met Europass. In een kennismakingsgesprek wordt de werkwijze en toegevoegde waarde uitgelegd.
FESTIVAL VAN HET LEREN
De Europass bleek in het bijzonder geschikt voor deelnemers van het project ‘Bijzonder Werkt’ waarbij vrijwilligers met een achtergrond in de psychiatrie en/of verslavingszorg op maat worden bemiddeld naar vrijwilligerswerk. Eén van de deelnemers van de pilot, een jongen met een fysieke beperking en veel angsten, kreeg zelfs een betaalde baan bij zijn vrijwilligersplek na het behalen van de Europass.
In de gesprekken die daarna volgen, wordt er samen met de deelnemer inzichtelijk gemaakt welke competenties hij/zij bezit, door aandacht te besteden aan de inhoud van het werk, de handelingen die worden verricht en de vaardigheden die je daarvoor nodig hebt. Hiervoor wordt tevens gebruik gemaakt van competentiemodellen en gesprekken met de begeleiders op de werkvloer. Dit laatste dient ook als toetsing; welke competenties ziet de begeleider/coördinator en in hoeverre komt dat overeen met de competenties die de deelnemer zelf in samenwerking met de vrijwilligerscentrale heeft geformuleerd? De duur van het traject is vervolgens minimaal drie maanden, waarbij er een aantal tussentijdse evaluatiegesprekken worden gevoerd met de deelnemer en de begeleider. Voor het afronden van het traject wordt er veel aandacht besteed aan de uitreiking. Dat gebeurt op de werkplek, met daarbij aanwezig de vrijwilligerscoördinator, de medewerker van de Vrijwilligerscentrale Nijmegen en een eventuele trajectbegeleider van de betrokken instelling. De vrijwilligerscentrale zorgt voor een mooi verpakte Europass en een persoonlijke referentiebrief, de werkplek zorgt voor gebak en eventueel een bloemetje. Dit geeft nog een extra gevoel van waardering.
verzorgd die laat zien welke waarde het ‘’Europass certificate for volunteers’’ kan hebben voor een specifieke doelgroep (kwetsbare vrijwilligers). Gedurende het eerste projectjaar vond op initiatief van de Europese Commissie de ‘’Public consultation on a European area of life long learning’’ plaats. De uitkomsten van deze consultatie zouden van invloed kunnen zijn op de verdere ontwikkeling en verspreiding van het ‘’Europass certificate for volunteers’’. Het projectteam heeft deze consultatie, en de presentatie van de uitkomsten er van, nauwgezet gevolgd. Waar nodig en mogelijk zijn de ambities van het projet aangepast. Tijdens het tweede projectjaar ging de herziening van de ‘’European guidelines for validation of nonformal and informal learning’’ van start. In de eerste ‘’draft version’’ werd de waarde en de kracht van het vrijwilligerswerk onderschat. In overleg met de European Alliance for Volunteering heeft het projectteam een tekstbijdrage geleverd, om op die manier het vrijwilligerswerk binnen het kader van erkenning en validering beter op de kaart te zetten. Daarmee zijn ook de resultaten van het project versterkt. In de meest recente ‘’draft version’’ (mei 2015) zijn al enige aanpassingen overgenomen. De nominatie voor de Internationale Prijs is gebaseerd op de toegevoegde waarde van de projectresultaten waardevol voor het vrijwilligerswerk in Nederland en in andere EU-lidstaten. Erkenning en validering worden beter en breder op de kaart gezet en toegankelijker gemaakt, en vrijwilligersorganisaties beschikken over een onafhankelijk instrument om de competenties van hun vrijwilligers zichtbaar en bruikbaar te maken. Europees gezien is het voor het eerst dat er een valideringsinstrument voor vrijwilligers beschikbaar komt dat verder reikt dan een tijdelijk project. De resultaten komen beschikbaar voor alle National Europass Centres in de lidstaten, en via de European Alliance for Volunteering worden de resultaten breed verspreid bij de Europese vrijwilligersorganisaties. Er is geen projectwebsite. De projectresultaten worden beschikbaar gesteld via de website van de European Alliance for Volunteering, de European Shared Treasure en EPALE. • https://www.huisvandejeugd.nl learn for life
47
FESTIVAL VAN HET LEREN
NDCE / NDZW, Anton-Heinen Volkshochschule
roject Internationaal P
D
e Anton-Heinen Volkshochschule is te vergelijken met een volksuniversiteit in Nederland. Ze verzorgt een uitgebreid aanbod aan cursussen, bijscholingen, studiereizen en interculturele euregionale activiteiten voor inwoners van de Kreis Heinsberg, waaraan ook inwoners van de Limburgse buurgemeenten deel kunnen nemen. Voorbeelden hiervan zijn integratiecursussen met aangepaste alfabetiseringstrajecten, kookcursussen voor deelnemers met meervoudige handicaps, oefencursussen voor deelname aan het Groot Nederlands dictee, EVCchecks en sollicitatietrainingen.
Hoe is het project NDCE/NDZW eigenlijk tot stand gekomen? Het gebied van de Duitse Kreis Heinsberg en de Nederlandse buurgemeenten Parkstad Limburg, Sittard en Roermond heeft een gemeenschappelijk grens met een lengte van 78 kilometer. In deze regio vindt van oudsher grensoverschrijdende uitwisseling plaats. Er zijn veel contacten tussen de bevolking. Vaak spreken zij bijna hetzelfde dialect en hebben dezelfde tradities (carnaval, fanfares enz.), maar op het gebied van de educatie en in het bijzonder de volwasseneneducatie waren er niet veel contacten. Het is echter van groot belang om deze uitwisseling betreffende Duitse en Nederlandse taal en arbeidsparticipatie te intensiveren en te institutionaliseren. Dus had de directeur van de Anton-Heinen Volkshochschule (VHS), Franz Josef Dahlmanns het idee voor een grensoverschrijdend project. Sinds 1974 bestaat de werkgemeenschap grensland op bestuurlijk niveau. Hier werd het idee met enthousiasme ontvangen en in Parkstad Limburg werd een goede partner gevonden (oudburgemeester Bert Janssen uit Landgraaf was een van de grootste voorstanders). Het gemeenschappelijke doel was altijd een nauwere kennismaking en samenwerking tussen Duitsland en Nederland en de vorming van een ontmoetings- en opleidingscentrum voor Duitsers én Nederlanders als ook te stimuleren dat mensen werk zoeken en vinden in het buurland. Zo startte de Anton-Heinen Volkshochschule samen met Regio Parkstad Limburg in 2006 het tweejarig binationaal project NDCE/NDZW ‘Nederlands - Duits Centrum voor Educatie/ Niederländisch Deutsches Zentrum für Weiterbildung‘ gesubsidieerd door het Europese Interreg Programma en middelen van het Bundesland Nordrhein-Westfalen. Doel van het project was de opzet en inrichting van een multi-functioneel studiecentrum voor de regio Kreis Heinsberg en de Nederlandse buurgemeenten. Partners waren scholen in de regio, werkgevers, die stageplaatsen aanboden en gemeenten in de grensregio, waarvan medewerkers elkaar vaak ontmoetten en praatten over de verschillende structuren en de verbetering van de communicatie. Als projectleidster werd de Nederlandse Yvette Sprooten benaderd. Zij is een near-native speaker Duits en goed bekend met Euregionale ontwikkelingen en problemen. Bovendien heeft ze een groot en breed grensoverschrijdend netwerk dat van essentieel belang bleek bij de uitwerking, opzet, inrichting en promotie van het NDCE/NDZW.
48
learn for life
FESTIVAL VAN HET LEREN
De openingsceremonie met veel deelnemers was een bijzonder leuk moment. Er zijn geen echte knelpunten. Het duurde natuurlijk al een tijdje, tot dat het centrum bekend was Het centrum ging binationale bijscholingscursussen met grensoverschrijdende stagemogelijkheden organiseren voor alle inwoners van Kreis Heinsberg en de Nederlandse buurgemeenten: - Openbaar bestuur in Duitsland: taal en cultuur - Openbaar bestuur in Nederland: taal en cultuur - Verzorgende in Duitsland voor Nederlanders: beroepstaal en beroepscultuur - Verzorgende in Nederland voor Duitsers: beroepstaal en beroepscultuur - Nederlandse kantoorcommunicatie: beroepstaal en beroepscultuur - Duitse kantoorcommunicatie: beroepstaal en beroepscultuur - Duits voor Nederlanders - Nederlands voor Duitsers - Solliciteren in Nederland voor Duitsers - Solliciteren in Duitsland voor Nederlanders Bij alle cursussen was uitgebreid aandacht voor euregionale interculturele competenties. Het centrum was ook een Duits-Nederlands trefpunt voor interculturele activiteiten, lezingen en tentoonstellingen rond de thema’s: Grenzeloze literatuur (o.a. leeskringen begeleid door Nederlandse bibliotheekmedewerkers en leeskringen begeleid door Duitse docent), Ditjes en Datjes (gewoontes en omgangsvormen in beide landen) en Onbegrensde regio (o.a. Nederlandse kok kookt Nederlandse specialiteiten). Daarnaast was het centrum vraagbaak en doorverwijzer voor vragen over grensoverschrijdend onderwijs en werken. Het centrum werd een platform voor Nederlanders en Duitsers om voor de grensoverschrijdende arbeidsmarkt relevante kennis te verwerven en uit te wisselen en om gemeenschappelijke grensoverschrijdende activiteiten en thema’s te bundelen en te initiëren. Van belang was verbetering van de interregionale samenwerking en bevordering van de maatschappelijke integratie. Rode draad hierbij was dat kennis van taal en cultuur de belangrijkste voorwaarden zijn om te participeren in de interculturele en grensoverschrijdende arbeidsmarkt. In alle functies - interculturele ontmoeting, informatie en educatie - was het centrum zeer succesvol. De Volkshochschule Heinsberg was met dit project laureaat van de NRW-Preis für innovatieve Kommunen van Land Nordrhein-Westfalen . Er is in de lokale pers veel over het centrum gepubliceerd. Het jaarprogramma van de VHS bereikt veel mensen en ook in Nederland werden en worden veel folders verspreid. Inmiddels is het NDCE/NDZW geen zelfstandig centrum meer, maar veel van de activiteiten zijn goed geïntegreerd in het brede activiteiten- en onderwijsprogramma van de Volkshochschule. Voor de identiteit van de VHS is het van belang altijd contacten met Nederland te onderhouden en veel grensoverschreidende cursussen aan te bieden. Veel van de ontwikkelde cursussen hebben een vaste plek gevonden in het aanbod van de Volkshochschule. De rijkdom aan ervaringen werkt ook door als een onuitputtelijke inspiratiebron zijn voor Yvette Sprooten in haar huidige functie als adviseur en specialist laaggeletterdheid bij Cubiss. Spin-offs die door! haar zijn geïnitieerd, en die hun oorsprong hebben in het NDCE/NDZW-project, zijn o.a. het Project Taal & Werkplein, de leeskringen voor laaggeletterden bij Limburgse bibliotheken en de samenwerkingsprojecten met ROC’s, penitentiaire inrichtingen en sociale werkbedrijven. De contacten van Ivette Sprooten met de VHS worden intensief voortgezet; in 2015 werd samen met andere partners in Europa een aanvraag ingediend voor een Erasmus+ project “Best practise in het bestrijden van de laaggelettertheid”. Het project heeft geen website, het programma van de VHS is te vinden onder: • http://www.vhs-kreis-heinsberg.de • http://www.interregemr.eu/oldde/projekte/91DE.pdf learn for life
49
FESTIVAL VAN HET LEREN
roject Internationaal P
Perspectives on the Euro(pean) Crisis, Sharing Perspectives Foundation
D
e Sharing Perspectives Foundation is een non-gouvernementele non-profit organisatie die zich er op toelegt om studenten en academici uit de hele wereld de gelegenheid te bieden om samen hedendaagse thema’s te bestuderen. Virtuele uitwisselingsprogramma’s van de Sharing Perspectives Foundation stimuleren studenten en academici om effectief samen te werken door middel van nieuwe media technologie en sociale netwerken. De Sharing Perspectives Foundation biedt online klaslokalen om direct de theorie en praktijk te verbinden door van de klas zelf een locatie voor cross-culturele uitwisseling te maken. Virtuele uitwisseling wordt gedefinieerd als door technologie mogelijk gemaakte, duurzame, mens-tot-mensgerichte, cross-culturele onderwijsprogramma’s. Hoewel de methodologie, onderwerpen en omvang kunnen verschillen, hebben virtuele uitwisselingsprogramma’s een duurzame pedagogie, gericht op het wederkerig delen en leren van persoonlijke ervaringen en perspectieven van de deelnemers. De Sharing Perspectives Foundation heeft een format voor virtuele uitwisselingsprogramma’s ontwikkeld over onderwerpen die een internationale en cross-culturele impact hebben. Deze programma’s zijn bedoeld voor instellingen voor hoger onderwijs om culturele en/of nationale grenzen voorbij samen te werken, om hun leerlingen één online curriculum te bieden waarin zij samen met collega’s van over de hele wereld relevante onderwerpen kunnen bestuderen. De methodiek is gebaseerd op drie pijlers: studenten een internationale en interdisciplinaire academische inhoud aan te bieden; hen in staat te stellen om samen in een online klaslokaal samen over de inhoud hiervan na te denken vanuit een persoonlijk perspectief; gezamenlijk onderzoek naar de maatschappelijke impact van de onderzochte onderwerpen te vergemakkelijken. Tussen 1 oktober 2013 en 15 februari 2014 organiseerde de Sharing Perspectives Foundation, samen met acht partneruniversiteiten het virtuele uitwisselingsprogramma ‘Perspectieven op de Euro(pean) crisis’. Dit programma was een selectieve opleiding op academisch niveau voor 90 studenten die meer willen weten en leren over de diepe oorzaken van en mogelijke oplossingen voor de Euro(pean) crisis. De cursus is opgebouwd rond de belangrijkste economische, politieke en sociaal-culturele uitdagingen die momenteel in de Europese Unie op het spel staan. De evaluatie was erop gericht om de impact te begrijpen die dit virtuele uitwisselingsprogramma had op de deelnemers. Impact wordt hier opgevat als een langetermijnverandering in de perceptie en de houding als gevolg van deelname aan het programma. Bovendien is de ontwikkeling van vaardigheden onder de deelnemers gemeten. Uit de evaluatie bleek dat de deelnemers van het programma zogenaamde 21th century skills ontwikkeld hebben, zoals kritisch denken, interculturele communicatie en samenwerking en ITgeletterdheid. Bovendien hebben de deelnemers aan het programma wederzijds meer begrip gekregen voor de standpunten van hun collega’s in andere Europese landen. Ook signaleerden we dat er na afloop van het programma door de deelnemers meer positieve eigenschappen worden toegekend aan de landen waarvan jongeren aan dit programma deelnamen. Al deze resultaten suggereren een toegenomen Europese solidariteit onder de deelnemers van het programma. Ten slotte werd de virtuele uitwisseling, waarbij de nadruk lag op de interactie tussen de deelnemers over de nationale en culturele grenzen heen door de deelnemers beoordeeld als innovatief en belangrijk om de gevolgen van de Europese crisis op de jeugd in heel Europa te begrijpen. Dit was een proefproject, dat in dit formaat en deze omvang niet eerder is uitgevoerd door de Sharing Perspectives Foundation. In feite is de stichting opgericht om dit project te starten en wordt de pilot gebruikt als kans om verder te groeien en het leren en ontwikkelen via virtuele uitwisselingsprogramma’s verder te stimuleren. Bovendien was het project learning by doing, we waren een fiets aan het construeren, terwijl we er tegelijkertijd op moesten rijden.
50
learn for life
Studenten kijken gewoon niet tot het einde naar 45 minuten durende videolezingen, dus ze moest worden ingekort en beter gestructureerd in een uniform format. Daarom is ervoor gekozen om met nieuwe programma’s te werken met 15 minuten durende videolezingen waarin hoogleraren drie vragen beantwoorden, vijf minuten voor elke vraag. De online dialogen waren bedoeld om de studenten hun persoonlijke ervaringen te laten bespreken als reflectie op de inhoudelijke behandeling door de hoogleraren. De inbreng van studenten was cruciaal en het combineren van de academische content met het uitwisselen van persoonlijke ervaringen was een uitdaging voor onze begeleiders. We werken nu met persoonlijke pitches: twee studenten moeten een tien minuten durende presentatie geven over het onderwerp waarbij ze expliciet één persoonlijke ervaring met betrekking tot het onderwerp van die week ‘tot uitdrukking brengen. We gebruiken deze pitches als uitgangspunt voor verdere discussie.
EEN SCHAT AAN PROJECTEN
Binnen alle drie de onderdelen van het programma, de videolezingen, de online dialogen en het onderzoek is het format getest en op alle drie terreinen is daarvan geleerd.
Ten aanzien van het onderzoeksdeel hebben we geleerd dat het teveel is om de studenten te vragen drie verschillenden vragenlijsten uit te zetten in hun netwerken. In het nieuwe toekomstige programma hebben wij het ontwerp en de opzet van het onderzoek veranderd, zodat er slechts sprake is van één vragenlijst. Ook wordt het nieuwe onderzoeksproject strenger beheerd door ons onderzoeksteam in plaats van de studenten meer vrijheid te laten in de soorten vragen die het onderzoek bevat. Hierbij is de intentie om de waarde van het onderzoek te verhogen en daardoor een beter gebruik te maken van de unieke kans die we hebben om met meer dan 200 studenten in twaalf verschillende landen ons komende onderzoeksproject te realiseren. Dit project is genomineerd omdat de Sharing Perspectives Foundation zowel de initiërende, de ontwikkelende en de uitvoerende organisatie was. Initiërend, want er moesten fondsen aangeboord worden en universitaire en technologiepartners gevonden worden. Ontwikkelend, want er moest een curriculum ontworpen worden, online lesplannen ontwikkeld en een onderzoeksopzet worden uitgedacht. En uitvoerend: een studentenadministratie bijhouden, online coaching faciliteren, onderoek en de wekelijkse videolezingen coördineren. Sharing Perspectives Foundation is hierbij ondersteund door de universitaire partners en Soliya en voor financiering door de Europese Commissie, maar heeft zelf in de verschillende fasen van het project een leidende rol op zich genomen.
Overzicht van het project, inclusief alle video lezingen: • http://www.sharingperspectivesfoundation.com/eu-crisis • drie minuten durende video uitleggen van het programma: https://www.youtube.com/ watch?v=MnwVPrwSLxw • Onderzoek samenvatting: http://www.sharingperspectivesfoundation.com/wp-content/ uploads/spf_policyreport-def.pdf • Onderzoeksrapport: http://sharingperspectivesfoundation.com/research/eu-crisis/ • Evaluatie Programma: http://www.sharingperspectivesfoundation.com/wp-content/ uploads/PEC-Evaluation.pdf • Selectie van student papers: http://www.sharingperspectivesfoundation.com/eu-crisis/ papers/ learn for life
51
FESTIVAL VAN HET LEREN
Meer Europa - Meer Vrede, Stichting Learn for Life
roject Internationaal P Buiten meded
inging
H
et Europese programma voor de burger (Europe for Citizens 2014 - 2020) stimuleert initiatieven van burgers om aan Europees burgerschap te werken en het Europese Netwerk for Education and Training (EUNET) heeft met een aantal van haar 97 leden het project “Meer Europa - Meer Vrede” gestart om voor Bosnië en in het bijzonder Srebrenica de Europese dimensie (meer) zichtbaar te maken
In 2014 is in en door diverse landen en door verschillende organisaties uitgebreid stilgestaan bij de start van de eerste Wereld Oorlog die in feite begon met de aanslag in Sarajevo op Kroonprins Ferdinand van Oostenrijk - Hongarije en zijn vrouw Sophie op 28 juni 1914. Veel aandacht is daarbij ook uitgegaan naar de rol en betekenis van de Europese Unie in de handhaving en ontwikkeling van vreedzaam leven in Europa. De gevolgen van de oorlogen in voormalig Joegoslavië en de nog steeds labiele situatie in Bosnië Herzegovina vragen in Europees verband voortdurend om inzet en aandacht om de spanningen te verminderen en aan wederopbouw te kunnen denken. In het voorjaar 2014 is in alle zeven deelnemende landen een seminar georganiseerd voor belangstellenden waarin uitgebreid aandacht is besteed aan de rol van EU, geschiedenis van de regio en aan ontwikkelingen en initiatieven van de laatste jaren. De stichting Learn for Life is de Nederlandse partner van EUNET en zij organiseerde de bijeenkomst in Nederland. Daarbij is uiteraard uitgebreid stilgestaan bij de bijzondere positie en relatie van Nederland met Srebrenica. De inleiders waren daar ook op geselecteerd. In september 2014 heeft in Srebrenica een conferentie plaatsgevonden waaraan delegaties vanuit alle deelnemende landen participeerden (tien personen per land). In het programma was ruimte voor onderlinge uitwisseling, kennismaking met initiatieven ter plekke en indrukwekkende bezoeken aan de begraafplaats, het memorial en gesprekken met bewoners. Ook gaven vertegenwoordigers van de EU, regering en betrokken organisaties hun visie op de toekomstige ontwikkelingen. Van de bijeenkomst is een videofilm (https://youtu.be/WJS5PYPrpWo) gemaakt en is er een gezamenlijk verklaring van Srebrenica opgesteld waarin afspraken zijn gemaakt voor verdere ondersteuning en het aangaan van samenwerking – ook in de vorm van het stichten van een Europahuis in Srebrenica. Uit de gezamenlijke verklaring: “De deelnemers van de conferentie wensen/vragen/eisen ondersteuning van de samenwerking van NGO’s in de onderwijssector in Bosnië-Herzegovina en in de Europese Unie: Van elkaar leren moet op de voorgrond staan. Deze netwerken moeten beginnen op lokaal niveau. Zo zou een Huis van Europa in Srebrenica de noodzakelijke basis voor Europese Onderwijs in Bosnië-Herzegovina kunnen creëren. Bosnische burgers moeten in de gelegenheid gesteld te worden deel te nemen aan Europese uitwisselingsprogramma’s met burgers uit andere lidstaten. Er moet een netwerk opgebouwd worden van organisaties die in dit verband willen samenwerken, zo nodig met steun van een internationale koepelorganisatie zoals EUNET. Het moet aangemoedigd en bevorderd worden om gezamenlijke projecten op te zetten om ervaring op te doen en om de NGO-sector in Bosnië te versterken en niet in het minst om de kloof tussen beleidsmakers en het publiek te overbruggen.”
52
learn for life
FESTIVAL VAN HET LEREN
Men hoopt hiermee de civiele samenleving te versterken en de burgers duidelijk te maken hoe belangrijk het is om betrokken te blijven bij de ontwikkeling van de samenleving, niet door slechts deel te nemen aan de verkiezingen. Men hoopt ook op een verbeterde relatie tussen de etnische groepen in Bosnië en Herzegovina. Men wil een goed nabuurschap vestigen of verdiepen en een veilig leven in Bosnië-Herzegovina als basis voor de toetredingsonderhandelingen van Bosnië en Herzegovina met de Europese Unie. Het bezoek heeft op de meeste deelnemers heel veel indruk gemaakt. Vooral de verhalen van inwoners en het gevoel van machteloosheid bij zoveel leed en nog veel onopgeloste zaken. Maar de contacten met mensen, jongeren die naar de toekomst kijken en weer een bestaan willen opbouwen en contacten willen hebben met de buitenwereld, Europa, waren bemoedigend. Uiteraard was de tijd te kort, hadden deelnemers graag meer contacten willen hebben met mensen in Srebrenica en omgeving. Stichting Learn for Life heeft n.a.v. het verschijnen van de film en de verklaring van Srebrenica nog een bijeenkomst georganiseerd, waarbij ook is geïnventariseerd wat mogelijkheden zijn voor vervolgactiviteiten zoals het organiseren van een scholierenconferentie over Srebrenican (Scholengemeenschap Pantarijn), een uitwisseling tussen jongerenwerkers, en een Grannies for Grannies project in de regio. Learn for Life denkt aan samenwerkingsactiviteiten in het kader van de Rural Academie.
learn for life
53
FESTIVAL VAN HET LEREN
ForAge, The Elephant Learning in Diversity
roject Internationaal P Buiten meded
inging
T
he Elephant Learning in Diversity is een klein Nederlands adviesbureau. Directeur/eigenaar is Jumbo Klercq, die vele jaren in dienst werkte van toonaangevende scholingsaanbieders, zoals Volkshogeschool Ons Erf, Driekant, Odyssee en Stavoor. Jumbo is tevens bestuurslid van Learn for Life. The Elephant adviseert en ondersteunt tal van maatschappelijke en educatieve organisaties rond vraagstukken van strategisch beleid en innovatie. Daarnaast is The Elephant de afgelopen jaren partner geweest in diverse Europese projecten. Zo liep dit voorjaar het ForAge-project af, een driejarig Grundtvig netwerk rond leren op latere leeftijd.
ForAge is ontstaan, omdat er in de periode 2000 - 2013 dankzij het Grundtvig programma tal van projecten rond intergenerationeel leren, levensloopeducatie en leren op latere leeftijd van de grond gekomen zijn. Het Grundtvig programma heeft Europawijd voor een enorme boost gezorgd aan aandacht voor het belang van leren en actief ouder worden. Dat had ook een nadeel, namelijk dat velen van elkaar niet wisten wat ze deden. Zo werd er vaak steeds hetzelfde wiel uitgevonden, maar dan weer een paar jaar later. Ook bleven tal van producten na afloop van de projecttijd in de kast liggen in plaats van dat er sprake was van verspreiding en uitwisseling van opgedane kennis. ForAge is ontstaan uit onvrede met die situatie en had als doel een Europees multilateraal netwerk voor kennisuitwisseling te organiseren. ForAge was en is een consortium van 15 organisaties en drie geassocieerde organisaties uit 15 Europese lidstaten. Iedere organisatie brengt zijn eigen netwerken mee en zo is een wijd vertakt Europees netwerk ontstaan. ForAge wil de “one stop shop” worden voor oudereneducatie in heel Europa. Tijdens de projectperiode zijn er een drietal pan-Europese conferenties gehouden (achtereenvolgens in Cyprus, Hongarije en Portugal) waar tal van projecten zich konden presenteren. Daarnaast is de ForAge website ingericht met pagina’s informatie in vele talen en centraal een database gevuld met onderzoeksrapporten, beleidsnota’s, projectverslagen, literatuur en educatief materiaal rond leren op latere leeftijd. Ook in de toekomst zal daar informatie kunnen worden gebracht en gehaald. Tenslotte is er het ForAge lexicon, een uitgelezen verzameling van definities van kernbegrippen op het gebied van ouder worden en leren. ForAge is makkelijk toegankelijk via http://www.foragenetwork.eu Hoewel door bezuinigingen in verschillende landen links en rechts organisaties ophouden te bestaan, zal ForAge ook in de toekomst actief blijven. The Association of Eduation and Ageing neemt de coördinatie van de website en database over van de University of Leicester, voormalig projectcoördinator. Andere partners blijven bijdragen leveren, nieuwsbrieven uitgeven en actief op het digitale discussieforum. CAEA, de vroegere Cypriotische partner, blijft in samenwerking met Jim Soulsby en Jumbo Klercq internationale training seminars Learning in Later Life organiseren. ForAge wordt in Nederland ondersteund door ActivAge, Demin, Unie KBO, Pluspunt, Learn for Life, Stichting Participatie in Diversiteiten The Elephant Learning in Diversity. • http://www.foragenetwork.eu • http://www.the-elephant.nl
54
learn for life
roject Internationaal P Buiten meded
inging
H
et project “Intervention Research On Health Literacy among Ageing population” richt zich op het verbeteren van de gezondheidsgeletterdheid voor ouderen in Europa. Het doel is om de balans op te maken van de lopende gezondheidalfabetiseringsprogramma’s en projecten. IROHLA maakt gebruik van de kennis en ervaring van de programma’s in particuliere en sociale sector en door deze toe te passen op de gezondheidssector.
FESTIVAL VAN HET LEREN
IROHLA, UMC Groningen
De term geletterdheid is gekoppeld aan het vermogen om te lezen en te schrijven, maar ook gekoppeld aan rekenen en de bekwaamheid in wiskunde. Het begrip wordt ook gebruikt in een bredere zin: op de hoogte zijn van, bekend zijn met een bepaald onderwerp of op een bepaald gebied. Daarom kennen we verschillende soorten of variëteiten geletterdheid, bijvoorbeeld digitale en culturele geletterdheid. Gezondheidsgeletterdheid verwijst naar capaciteiten van mensen die nodig zijn om beslissingen te nemen over hun eigen gezondheid. Gezondheidsgeletterdheid omvat ook basiskennis over de biologie, chemie, psychologie en geneeskunde. Gezondheidsgeletterdheid bestaat uit menselijke kennis, motivatie en competenties om toegang tot en inzicht in informatie over de gezondheid te krijgen, te begrijpen, te beoordelen en toe te passen bij het nemen van beslissingen. Gezondheidsgeletterdheid helpt mensen in het dagelijks leven in de gezondheidszorg, ziektepreventie en gezondheidsbevordering de kwaliteit van leven tijdens de levensloop te handhaven of verbeteren. De capaciteiten voor gezondheidsgeletterdheid kunnen verbeteren door ouderen te empoweren en hen meer kennis, vaardigheden en zelfvertrouwen aan te leren bij het maken van beslissingen over hun eigen gezondheid. Werkers in de gezondheidszorg kunnen een bijdrage leveren door duidelijker en eenvoudiger te communiceren over gezondheidskwesties. Het project zal een reeks van maximaal 20 interventies identificeren, valideren en presenteren, die samen een alomvattende aanpak voor de aanpak van de behoeften van de gezondheid van geletterdheid van de vergrijzing in Europa vormen. Deze ingrepen zullen deel uitmaken van een evidence-based richtlijn voor het beleid en de praktijk van lokale, regionale en nationale overheden om actie te ondernemen. Het project richt zich op vertegenwoordigers van de vergrijzing van de bevolking, de academische wereld, op alle niveaus van de overheid, het bedrijfsleven en andere belanghebbenden die de haalbaarheid, het nut en de effectiviteit van de gekozen interventies kunnen en willen waarborgen. IROHLA is een consortium van 21 Europese en nationale partners. Projectcoördinator is het University Medical Center Groningen (UMCG), Department of Health Sciences. Dit project verdient een eervolle vermelding, omdat zij dit jaar één van de winnaars waren van de Europese Grundtvig Award 2015, die jaarlijks uitgereikt wordt door de Europese Associatie voor Volwasseneneducatie (EAEA). • http://www.irohla.eu
learn for life
55
FESTIVAL VAN HET LEREN
SEA, Bureau Lidwien Vos de Wael ism Learn for Life
roject Internationaal P Buiten meded
inging
V
olwassenen die hun basisvaardigheden willen verbeteren hebben goed gekwalificeerde trainers nodig. Partners in het Grundtvig Lerend Partnerschap SEA, Specialization for European Teachers of Basic Skills for Adults (2013 - 2015) maakten een aantal handreikingen die nuttig zijn bij het ontwikkelen van de training van trainers van basisvaardigheden.
Om volledig deel te nemen in de moderne samenleving is het van belang om een aantal minimale basisvaardigheden te beheersen: taal, rekenen en digitale vaardigheden. Dit is nodig om te participeren op de arbeidsmarkt, je persoonlijke leven te beheren, je rol als ouder of als vrijwilliger te vervullen en om verder onderwijs te kunnen volgen. Laaggeletterden worden daarom gestimuleerd om zichzelf te ontwikkelen en aan taalactiviteiten mee te doen. Veel laag opgeleide mensen hebben echter slechte ervaringen met leren toen zij als kind of jongere op school zaten. Daarom is het essentieel dat, áls een volwassene de stap zet om alsnog te gaan leren, deze nieuwe ervaring positief is en tot goede resultaten leidt. De cursus of training dient dan ook van hoge kwaliteit te zijn, ongeacht of deze door een professional of door een vrijwilliger gegeven wordt. In de meeste Europese landen bestaan geen gedegen lerarenopleidingen die zich specifiek richten op volwasseneneducatie. Goede opleidingen voor leraren in alfabetisering en basisvaardigheden zijn nog dunner gezaaid. Veel leraren in de volwasseneneducatie werden geschoold in het lesgeven van kinderen. Maar het is echter bekend dat volwassenen op een totaal andere manier leren dan kinderen. Een laaggeletterde of laagopgeleide volwassene heeft immers al veel initiële kennis en beheerst reeds allerlei essentiële vaardigheden in andere domeinen. Trainers moeten weten hoe ze kunnen inspelen op en aansluiten bij de volwassen cursist. In het SEA project werkten partners uit Duitsland, Nederland, Noorwegen, Turkije en Spanje samen. In deze landen worden trainingen in basisvaardigheden door diverse soorten trainers uitgevoerd: alleen door professionals, alleen door vrijwilligers of door een combinatie van beiden. Om meer recht te doen aan de praktijk in de verschillende landen én om passende handreikingen te kunnen ontwikkelen, besloten de SEA-partners al snel om andere definities te hanteren. • professionals: betaalde en onbetaalde trainers met een professionele achtergrond (in het volwassenenonderwijs) en opgeleid als een professionele docent • non-professionals: mensen die geen professionele achtergrond in het (volwassenen) onderwijs hebben. De SEA partners ontmoetten elkaar tijdens zes werkbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten gaven experts presentaties over project-gerelateerde thema’s en werden studiebezoeken aan relevante projecten afgelegd, zoals een Huis voor Taal, een centrum voor volwasseneneducatie
56
learn for life
Dit Compendium bestaat uit de volgende documenten: - Definities van professionals en niet-professionals in het volwassenenonderwijs, - Een overzicht van competenties van professionele en niet-professionele trainers in basisvaardigheden, - Een overzicht van competenties van trainers die trainers basisvaardigheden opleiden, - Criteria voor een samenhangend geheel van materialen voor de training van trainers, - Aanbevelingen naar aanleiding van het SEA-project.
FESTIVAL VAN HET LEREN
en een multifunctioneel centrum. Het grootste deel van de beschikbare tijd werd echter besteed aan het ontwikkelen van handreikingen die nuttig zijn bij het ontwikkelen van trainingen voor trainers van basisvaardigheden. De eindproducten zijn gebundeld in een Compendium, dat beschouwd kan worden als het belangrijkste projectresultaat van het lerend partnerschap.
In steeds meer landen worden de cursussen basisvaardigheden door non-professionals gegeven. De SEA partners pleiten voor het definiëren van Europese standaarden omtrent de rol, de taken en de benodigde competenties van deze non-professionals. Hierdoor kan de kwaliteit van de trainingen beter gewaarborgd worden. Daarnaast zijn SEA partners van mening dat meerdere ministeries verantwoordelijk zouden moeten zijn voor de training (van trainers) van basisvaardigheden. Een bevolking met voldoende beheersing van basisvaardigheden is immers ook van belang bij de portefeuilles Onderwijs, Sociale Zaken, Welzijn en Gezondheid, alsmede Justitie en Binnenlandse Zaken. De training van trainers basisvaardigheden zou erkend moeten worden en daarbij zou een passend systeem voor validering moeten worden ontwikkeld. Alle materialen zijn te vinden op de projectwebsite en op de EPALE-website. Het Compendium is bovendien overgedragen aan het Europese Basic Skills Netwerk (EBSN), ten behoeve van gebruik en verdere ontwikkeling/aanpassing door haar leden. De SEA resultaten worden in Nederland reeds toegepast: het document over de competenties van trainers in basisvaardigheden werd gebruikt bij het maken van het Raamwerk Docent Basisvaardigheden. Het overzicht van competenties van niet-professionals wordt gebruikt bij de ontwikkeling van de training voor taalvrijwilligers van Taal voor het Leven, onderdeel van het landelijke programma Tel mee met Taal van de Nederlandse overheid voor de periode 2016-2018. Partners in dit project waren: - Duitsland: Deutsches Institut für Erwachsenenbildung (DIE) - Nederland: Bureau Lidwien Vos de Wael i.s.m. Learn for Life - Noorwegen: Norwegian Agency for Lifelong Learning (VOX) - Spanje: Catalan Association for Education, Training and Research (ACEFIR) - Turkije: Mother and Child Education Foundation (ACEF) Verdere informatie: • https://seabasicskills.wordpress.com •
[email protected]
learn for life
57
FESTIVAL VAN HET LEREN
Uitgeleide door Jumbo
Klercq
Tel uit je winst
De winnaars: Toppers, digitale vaardigheden: 1. Ruth Rubin Toppers, erkenning/validering: 1. Angela Cooman Toppers, breder toekomstperspectief: 1. Maryan Ghassemi 2. Fatuma Ahmed Ali 3. Natasja Beun
H
ierboven zie je de uitslag van de verkiezing door de jury. Wat betekent dat eigenlijk winnaar zijn? Het is immers al een prestatie van formaat om genomineerd te zijn. De erkenning en de publieke waardering die je ten deel valt is er niet minder om. Toch staat winnen ergens voor. Gerbrands (2008)1 beschrijft de lerende winnaar als een nieuw menstype. Iemand die altijd onderweg is en daarbij voortdurend zoekt naar het betere. Vol met twijfels en dus kwetsbaar, maar met de instelling om ten koste van alles te willen slagen door zich te blijven ontwikkelen. Dat is de 21st century man! Het mooie is dat dit eigenlijk is wat alle genomineerden in deze brochure doen: winnen. In alle verhalen kom je tegen hoe belangrijk leren in ieders ontwikkeling is. Het besef dat je een leven lang moet blijven leren lijkt inmiddels stevig postgevat te hebben in de algemene opinie. Blijven leren is belangrijk, zegt Jesper. Leren moet je leren, zegt Fatuma. Kennis moet je niet laten verouderen, zegt Noora. Niet leren betekent achterstand oplopen, zegt Dick. Margriet voegt toe: leren brengt je verder. Tel uit je winst! Leren moet…. maar je moet het zelf doen, het gaat niet vanzelf en het is zeker ook niet altijd leuk. Switchen en passanten, dat zijn twee opvallende woorden in deze brochure. Switchen, veel Toppers hadden er mee te maken: een nieuwe studiekeuze (Leon); omscholing (Maryam); veranderende loopbaan- en levensperspectieven (Badiaa); veranderende omstandigheden (Natasja). Switchen hoort er gewoon bij. Wie wil werken, moet vaker omscholen. De arbeidsmarkt vraagt steeds meer om specifieke beroepsgerichte vaardigheden. Tegelijkertijd moet men ook vooral de algemene sleutelcompetenties ontwikkelen die je in staat stellen ook op langere termijn inzetbaar te blijven: basisvaardigheden als lezen, schrijven en rekenen, vreemde talen en digitale vaardigheden, maar ook transversale competenties als leren leren, sociale en culturele vaardigheden, initiërend vermogen en ondernemerschap, cultureel bewustzijn en creativiteit. Linda, die niet goed begrijpend kon lezen, wijst nu de gemeenteraad van Wychen de weg. Dat is een goed voorbeeld. 58
learn for life
Leermeesters: 1. Margriet van de Werf 2. Jo Consten 3. Willeke van Heumen en Marjohn van de Ven Aanmoedigingsprijs: Jeffrey Velders Internationale prijs: 1. Web2Learn, Stichting Ezzev 2. Inwork Project 3. Nederlands-Duits Centrum voor Educatie
Jongeren hebben vaker een baan dan een jaar geleden. In juni 2015 waren er 63.000 mensen van 15 tot 25 jaar meer aan het werk het jaar daarvoor2. Ze blijken vooral deeltijdbanen tot twaalf uur per week te hebben. Jongeren gaan echter ook steeds vaker gebukt onder faalangst en keuzestress en dat is weinig bevorderlijk voor verder leren. Vier op de tien jongeren die geen onderwijs volgen en geen werk hebben blijken niet naar werk te zoeken en zijn ook niet direct beschikbaar voor werk (75.000). Aandacht voor de 18 - 27 jarigen is daarom nog steeds belangrijk en het is verheugend dat dat er dit jaar zoveel Toppernominaties in deze categorie waren. Passanten: zo noemt Jeffrey de mensen met een maatschappelijke achterstand, die bij hem op het leerwerkbedrijf komen werken, passanten. Het is de bedoeling dat ze doorstromen naar een baan. Je ziet ze veranderen tijdens hun ontwikkeling. Ze doen weer dagritme op. Ze krijgen weer structuur in hun leven. En tegelijk leren ze ook specifieke beroepsvaardigheden en doen ze werkervaring op. De Leermeesters zien ze dagelijks voorbijkomen, leren hun achtergronden beter kennen en lopen een tijdje met ze mee. Passanten die zelf ook heel wat bagage bij zich hebben. Dit beeld doet me denken aan wat Michielse en Vertegaal (1997) schreven over de moderne nomade als nieuw menstype3: “De moderne mens is een nomade in de zin dat hij/zij minder dan voorheen aan een vaste plek is gebonden: in ruimtelijk, sociaal, mentaal en ideologisch opzicht.” De volwassen leerders anno 2015 zijn allen passanten. Nu eens hier, dan weer daar wat nieuws leren. Ze zijn steeds bezig zich te oriënteren en bij te sturen om te voorkomen dat ze uit balans raken. De vorming van de eigen identiteit en de bepaling van de eigen levensloop zijn opgaven voor het zelfverantwoordelijke en zelf-reflexieve individu. Of zoals Marlies het zegt: het leven is een pad waarop je ervaringen opdoet die je leven kleuren. Het informele en non-formele leren - in al zijn verschijningsvormen - levert daar een belangrijke bijdrage aan. Validering en certificering van de opgedane kennis en Toon Gerbrands, De Lerende Winnaar, Utrecht 2008 Persbericht CBS, maandag 20 juli 2015; bron: StatLine: Cijfers over eerste kwartaal van het jaar: 2005Q1-2015Q1 3 H. Michielse en H. Vertegaal, De moderne nomade en zijn bagage, vormingswerk in een geïndividualiseerde samenleving, NIVON, Amsterdam 1997 1 2
Opmerkelijk, maar ook verheugend daarentegen is de aandacht voor de ontwikkeling van de digitale competentie. Hoewel ook hier slechts één persoon als Topper genomineerd was (Ruth), zien we dat veel internationale projecten in deze brochure juist de digitale dimensie als kern hebben: Web2Learn - de titel zegt het al. Er worden online cursussen over ontwikkeld (Perspectives on the Eurocrisis) of een online toolbox beschikbaar gesteld (Inwork), een digitale database (ForAge) of een online compendium (SEA). Educatie zonder digitale component lijkt steeds minder aan de eisen van deze tijd te voldoen. Dat brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, zoals het vinden van een goede combinatie tussen digitaal en face-to-face leren. Kennis en informatie is overal op internet te vinden, indrukken en ervaringen worden tegenwoordig pijlsnel uitgewisseld via social media. De maatschappelijke discussie vindt meer en meer via de nieuwe media plaats. Hoe gaan educatieve instellingen hier mee om? Het roept ook nieuwe vragen op, bijvoorbeeld wat is de invloed van deze nieuwe media op het informele leren en hoe leer je wegwijs worden in de veelheid van informatieve en kennisbronnen. Gaat er een digitale kloof ontstaan? De verschillen in digitale vaardigheden tussen jongeren en ouderen zijn groot, en dit geldt ook voor de verschillen tussen lager en hoger opgeleiden. Regelmatig zijn verschillen in digitale vaardigheden besproken als een kloof tussen have’s en have-not’s. Een dergelijke versimpeling doet geen recht aan de verschillen. Het is meer een kwestie van meer of minder vaardigheden6 in plaats van wel of geen vaardigheden . Het blijkt dat het aantal mensen
dat minimaal een jaar geen internet heeft gebruikt, de zogenoemde digibeten, ook in 2012 verder is afgenomen (nu 6%)7. Opvallend is dat deze groep een negatieve houding heeft ten opzicht van internet. Als reden om zelf geen internet te gebruiken noemt men: nietgeïnteresseerd (44%), niet nodig (22%) en te oud (20%). Beschikken over onvoldoende vaardigheden noemt slechts 22%. Genoeg stof tot nadenken dus nog. Gelukkig blijft er ook plek voor projecten die focussen op internationale ontmoeting en uitwisseling van geschiedenis en cultuur, zoals NDCE en Meer Europa, Meer Vrede. Belangrijk omdat ook alle ervaringen, die met digitaal leren opgedaan worden uitwijzen dat deze aanpak juist effect sorteert in de combinatie met ontmoeting, uitwisseling en van elkaar leren.
FESTIVAL VAN HET LEREN
inzichten is steeds belangrijker geworden. Dat gaat verder dan even je diploma halen. Mensen moeten van de gelegenheid gebruik (leren) maken om hun bagage in de vorm van eerder en elders opgedane ervaringen te laten erkennen en valideren, zoals bij Angela gebeurd is. Zij kon via de PiëzoMethode haar werk op de Haagse markt als stageplek inzetten, haalde haar AKA-diploma en volgt nu zelfs een MBO3 opleiding. Marc laat zijn deelnemers zelf hun eigen portfolio samenstellen. Ook het project Roads to Recognition werkt met Europass 4. Erkenning van verworven competenties (EVC) brengt precies in kaart wat iemand aan kennis en vaardigheden in huis heeft. Er wordt gekeken naar wat iemand in de praktijk heeft (bij)geleerd en dit wordt vastgelegd in een ervaringscertificaat. Een ervaringscertificaat is dus, naast eventuele diploma’s, een bewijs van iemands kwaliteiten. EVC-trajecten lijken bij te dragen aan het verkrijgen van een beter zelfbeeld, meer zelfvertrouwen en beter inzicht in eigen competenties, hoewel harde landelijke cijfers daarover ontbreken5. Het is jammer dat in deze categorie slechts één persoon genomineerd was. In 2014 zijn er 70 EVC-aanbieders erkend voor in totaal 1.598 standaarden. Jaarlijks worden er ongeveer 17.000 EVC-procedures gerealiseerd en daar mag best meer aandacht voor zijn.
Bij dit alles is de rol van de begeleider cruciaal door zijn vermogen steeds op professionele wijze te kunnen schakelen tussen een rol als expert, ingenieur profeet en communicator8. Ze spelen in op, sluiten aan bij en leveren commentaar op de leerbehoeften van de deelnemers. Dagelijks ervaren ze, zoals Leny, hoe leergierig hun deelnemers kunnen zijn. Ze stimuleren hen, zoals Jo, door hen uitdagingen voor te houden. Ze helpen hen, zoals Peter doet, hun eigen kracht ontdekken en die leren te gebruiken. En ze leiden ze op, zoals Willeke en Marjohn doen, tot educatievrijwilligers. In het Europees beleid is lifelong learning ondertussen steviger verankerd in het sociaal beleid. Er is een Commissioner for Skills, Marianne Thyssen, en educatie is verplaatst naar DG Employment, Social Affairs and Inclusion. Daarmee staat de noodzaak van een leven lang leren onbetwist op de beleidsagenda. Het gevaar is wellicht dat educatie nog meer arbeidsmarktgericht, functioneel en instrumenteel wordt. De roep om een terugkeer naar “Bildung” neemt echter eveneens toe en het is aan de educatieve aanbieders om te bewijzen hoe belangrijk non-formeel niet-kwalificatiegericht leren is. Hoe dan ook: er zal meer geld in educatie geïnvesteerd worden en er kunnen makkelijker nieuwe waardevolle kennisallianties met het bedrijfsleven ontstaan. Tegelijkertijd zal dit beleid meer dan ooit regionaal vorm gegeven moeten worden en daarmee zijn de leerwerkloketten, openbare bibliotheken, ROC’s en andere educatieve instellingen weer aan zet. Samenwerking wordt cruciaal. Het gaat erom win-win situaties te creëren. Daar ligt de winst.
http://www.europass.nl/ ECORYS, EVC gemeten 2011 Erik van Ingen, Jos de Haan, Marion Duimel, Achterstand en afstand, SCP 2007 7 A.J.A.M van Deursen & J.A.G.M. van Dijk. Trendrapport internetgebruik 2012. Een Nederlands en Europees perspectief. Enschede: Universiteit Twente, 2012. 8 Walter Leirman, Vier culturen van educatie: Expert, Ingenieur, Profeet, Communicator; Leuven 1993 4 5 6
learn for life
59
Slogans uit andere landen rond het Festival van het Leren: Belgium (Flanders) My playing is learning, my learning is playing; It’s wisdom, it’s virtue, which I crave for.
Bulgaria One learns as one lives.
Cyprus I live and learn.
Estonia Learn to live and live to learn.
Finland Learning is for everyone, no matter what their age!
Hungary You have to learn in Hungarian and World, you have to learn all things unfold on earth.
Iceland Sense is needed for the one who travels widely.
Lithuania The roots of learning are bitter, but the fruits are sweet.
The Netherlands You are more capable than you think you are.
Norway Lifelong learning in an inclusive society.
Romania Learning is not worth a penny, if the courage and the joy are lost on the way.
Slovenia Only that culture do I count as true. Which concerns the will, heart and head - all three!
Switzerland Learning is like paddling against the current - as soon as you stop you go backwards.
United Kingdom Learning isn´t a solitary road... there are always others to travel with.
[email protected] www.lflplatform.net
Toppers, Leermeesters en Internationale Projecten: De winst van 2015