De Werkplekregels van Electrolux Goedgekeurd, juni 2014

De Werkplekregels van Electrolux Goedgekeurd, juni 2014

Deze versie van de Werkplekregels van Electrolux is goedgekeurd in juni 2014 en vervangt eerdere versies. Vertaald vanuit het Engels.

Werkplekregels van Electrolux, juni 2014

Pagina 2

Inhoudsopgave 1. Verantwoordelijkheid ................................................................................................................ 6 2. Wetten en regelgeving .............................................................................................................. 8 3. Leveranciers............................................................................................................................... 9 4. Corruptie, omkoping en bedrijfsethiek ................................................................................... 13 5. Kinderarbeid ............................................................................................................................ 14 6. Dwangarbeid ........................................................................................................................... 16 7. Beveiligingsmaatregelen ......................................................................................................... 18 8. Gezondheid en veiligheid ........................................................................................................ 19 8.1 Veiligheid en gezondheid van werknemers ...................................................................... 19 8.2 Brandveiligheid .................................................................................................................. 25 9. Discriminatie ............................................................................................................................ 27 10. Pesterijen en belediging ........................................................................................................ 28 11. Disciplinaire maatregelen en klachten .................................................................................. 29 12. Werktijden ............................................................................................................................. 31 13. Salaris .................................................................................................................................... 33 14. Vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen .................................................... 36 15. Milieumanagement ............................................................................................................... 38 15.1 Milieubeheer en -procedures .......................................................................................... 38 15.2 Chemicaliën ..................................................................................................................... 41 15.3 Lijst van materialen met restricties ................................................................................. 43 15.4 Gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval ................................................................................... 44 15.5 Afvalwater ....................................................................................................................... 45 16. Controle en compliance ........................................................................................................ 46 17. Verwijzingen en meer informatie.......................................................................................... 47 17.1 Overig beleid van de Groep ............................................................................................. 47 17.2 Overige documenten ....................................................................................................... 47


Pagina 3

De Werkplekregels van Electrolux In deze Werkplekregels worden de minimumvereisten beschreven voor milieu- en werkomstandigheden voor Electrolux en leveranciers van (direct en indirect) ingekochte materialen, afgewerkte producten en diensten.

Beleidsverklaring van Electrolux Het streven van de Electrolux Groep is om de beste producent van apparaten ter wereld te zijn volgens onze klanten, onze werknemers en onze aandeelhouders. Een onderdeel van deze visie is om de leider te worden en te blijven in onze branche op het gebied van duurzaamheid. Dit betekent dat we duurzaam groeien met optimale integriteit en de beste milieuresultaten. Electrolux streeft ernaar een verantwoordelijke werkgever en een goede maatschappelijk verantwoorde onderneming te zijn die producten en oplossingen biedt die een bijdrage leveren aan het verbeteren van de levens van mensen over de hele wereld. Al onze activiteiten, inclusief het sourcen, produceren, distribueren en verkopen van onze producten, moeten worden uitgevoerd met respect en aandacht voor mensenrechten, voor de gezondheid en veiligheid van mensen en voor het milieu. Dit streven houdt ook in respect voor en naleving van arbeidsrechten zoals vastgelegd in de ILO-verklaring betreffende de fundamentele principes en rechten op het werk, evenals respect voor en naleving van bredere mensenrechten zoals vastgelegd in het Internationaal Statuut van de Rechten van de Mens. Wij streven naar een steeds betere duurzaamheid als kern van al onze activiteiten.

Over deze Werkplekregels De Werkplekregels van Electrolux verduidelijken en specificeren de vereisten in de Gedragscode van Electrolux. De Gedragscode voor de Werkplek van Electrolux (hierna genoemd ‘de Gedragscode’) en de Werkplekregels van Electrolux (hierna genoemd ‘de Werkplekregels’) zijn een afspiegeling van ons streven om een maatschappelijk verantwoorde onderneming te zijn en ze voldoen aan de verwachtingen van onze stakeholders. De Werkplekregels zijn verdeeld in secties die elk zijn gebaseerd op een bepaling in de Gedragscode. Elke sectie bevat de bepaling uit de Gedragscode samen met verklarende definities en de vereisten die nodig zijn om aan de bepaling te voldoen. De Werkplekregels bevatten daarnaast ‘Procedures voor goed management’ als inspiratie voor procedures die verdergaan dan de verplichte vereisten. Alle afdelingen wordt sterk aangeraden om deze aanbevelingen te implementeren in hun activiteiten. De Werkplekregels worden regelmatig herzien en bijgewerkt op basis van onze ervaring en informatie op het gebied van compliance. Feedback over hoe we dit document kunnen verbeteren of vragen over de Werkplekregels of de Gedragscode kunnen worden gestuurd naar Electrolux Sustainability Affairs ([email protected]). Ga naar www.electrolux.com/sustainability voor meer informatie over de prioriteiten en de aanpak van Electrolux met betrekking tot duurzaamheid.


Pagina 4

Toepassing en reikwijdte Bepaling uit de Gedragscode De Gedragscode geldt voor alle locaties en afdelingen binnen de Electrolux Groep en compliance is een vereiste voor leveranciers. Het staat afdelingen van Electrolux vrij om strengere regels te introduceren en te eisen dan de regels die zijn vastgelegd in deze Gedragscode en Werkplekregels. De eigen gedragscode van een leverancier kan worden gebruikt in plaats van de Gedragscode van Electrolux op voorwaarde dat deze volledig voldoet aan de Gedragscode en Werkplekregels van Electrolux.

Definities De term afdeling verwijst naar alle soorten activiteiten binnen de Electrolux Groep (bijvoorbeeld fabrieken, magazijnen en kantoren) evenals corresponderende activiteiten van leveranciers. De term locatie verwijst naar een fysieke locatie met een of meer activiteiten. De termen arbeiders en werknemers verwijzen zowel naar werknemers in vaste dienst als werknemers die tijdelijk op locatie werken, werknemers die op basis van stuktarief werken, contractors, stagiaires en werknemers in proeftijd. De term management verwijst naar het management van elke afdeling.

Opmerking De implementatie van de vereisten in dit document ontslaat de Electrolux-afdeling of de leverancier niet van het analyseren van eventuele risico’s die zijn gerelateerd aan de Gedragscode. Hiervoor kan het aannemen en implementeren van aanvullende beleidsmaatregelen en procedures vereist zijn.


Pagina 5

1. Verantwoordelijkheid Bepaling uit de Gedragscode Het is de verantwoordelijkheid van het management om deze Gedragscode te implementeren en compliance te garanderen. Deze verantwoordelijkheid bestaat onder andere uit regelmatige training van werknemers. Werknemers zijn verantwoordelijk voor naleving van de Gedragscode. Werknemers worden aangemoedigd om non-compliance te melden en dit wordt ook van hen verwacht. Er is geen sprake van vergelding of negatieve gevolgen voor het melden van dergelijke incidenten. Aan werknemers en managers die de Gedragscode schenden, kunnen disciplinaire maatregelen worden opgelegd, inclusief ontslag, afhankelijk van de feiten en omstandigheden.

Vereisten Algemene vereisten • •

• •

•

Het management is verantwoordelijk voor het informeren van werknemers over hun rechten, plichten en verantwoordelijkheden volgens deze Gedragscode. De afdeling moet één of meer personen aanstellen die verantwoordelijk zijn voor het ondersteunen van de implementatie van de Gedragscode en de Werkplekregels binnen hun vakgebied: Human Resources, Gezondheid en Veiligheid, Milieumanagement, enzovoort. Eén persoon wordt aangesteld om toezicht te houden op de compliance van de afdeling met de Gedragscode en de Werkplekregels. De afdeling moet de Gedragscode permanent publiceren op een plek waartoe alle werknemers toegang hebben. De afdeling moet de Gedragscode regelmatig communiceren aan alle werknemers, inclusief tijdelijke werknemers en werknemers die via externe bureaus zijn ingehuurd (zie opmerking 1.1). De afdeling moet de Gedragscode publiceren en communiceren in talen die worden begrepen door alle werknemers. In het geval van werknemers met speciale behoeften (bijvoorbeeld ongeletterde of dyslectische werknemers) moet de Gedragscode op een andere wijze worden gecommuniceerd.

Rapportagevereisten •

•

De afdeling moet over een formele procedure beschikken voor werknemers die strikt vertrouwelijk incidenten waarbij de Gedragscode niet wordt nageleefd willen melden aan de juiste manager of functie. De procedure moet aan alle werknemers worden gecommuniceerd. De procedure moet ook de mogelijkheid bieden om anoniem klachten in te dienen, voor zover wettelijk toegestaan. De afdeling moet garanderen dat er geen sprake zal zijn van vergelding of negatieve gevolgen als werknemers in goed vertrouwen incidenten melden waarbij de Gedragscode niet wordt nageleefd.


Pagina 6

Procedures voor goed management • • •

•

Management van de Gedragscode moet steeds opnieuw op de agenda staan tijdens managementvergaderingen van de afdeling. De afdeling beschikt over standaardprocedures waaronder regelmatige herinneringen aan de inhoud van de Gedragscode. De afdeling heeft een formeel communicatiesysteem opgezet, zoals een klachtencommissie voor werknemers of een klokkenluidersysteem, dat werknemers de mogelijkheid biedt om kwesties aan te kaarten over elke sectie van de Gedragscode en de Werkplekregels, of ander wangedrag. De afdeling introduceert en eist strengere regels dan de regels die zijn vastgelegd in deze Gedragscode.

Opmerking 1.1: Voorbeelden van communicatiemethoden a) b) c) d) e) f) g)

Publiceer de Gedragscode op het mededelingenbord in de werkplaats en/of op kantoor. Bespreek de Gedragscode tijdens personeelsvergaderingen. Neem de Gedragscode op in introductieprogramma’s voor nieuwe werknemers. Neem de Gedragscode op in trainingsprogramma’s voor werknemers. Publiceer de Gedragscode op het Intranet zodat deze eenvoudig toegankelijk is. Distribueer gedrukte exemplaren van de Gedragscode en de Werkplekregels. Vraag werknemers om een verklaring te tekenen dat ze de Gedragscode en de Werkplekregels hebben gelezen.


Pagina 7

2. Wetten en regelgeving Bepaling uit de Gedragscode Alle afdelingen, leveranciers en subcontractors van de Electrolux Groep moeten handelen in volledige compliance met relevante wetten en regelgeving die van toepassing zijn op hun activiteiten en tewerkstelling in de landen waarin ze actief zijn. Dit is een minimumvereiste die geldt voor alle secties van deze Gedragscode.

Vereisten Algemene vereisten •

• •

De afdeling moet zich houden aan alle van toepassingen zijnde wetten, regelgeving en cao’s met vakbonden in het land waarin de afdeling actief is. In gevallen waarin de vereisten van de Gedragscode strenger zijn dan de lokale wetgeving, moet de afdeling zich houden aan de Gedragscode. De afdeling moet documentatie over actuele en van toepassing zijnde wetten en regelgeving altijd paraat hebben, in de vereiste talen. De afdeling moet over een procedure beschikken om ervoor te zorgen dat de afdeling voortdurend op de hoogte wordt gehouden van wijzigingen in de van toepassing zijnde wetten en regelgeving. Nieuwe of gewijzigde wetgeving moet waar nodig aan de relevante werknemers worden gecommuniceerd.

Rapportagevereisten •

Als een bepaling van de Gedragscode van Electrolux in strijd is met nationale of lokale wetgeving, dan vervangt de wetgeving de Gedragscode. De afdeling moet Electrolux Sustainability Affairs ([email protected]) direct op de hoogte stellen van een dergelijk conflict.


Pagina 8

3. Leveranciers Bepaling uit de Gedragscode Alle leveranciers gaan ermee akkoord dat ze zich houden aan de Gedragscode en de Werkplekregels van Electrolux. Het is de verantwoordelijkheid van de leveranciers om van hun leveranciers te eisen dat ze zich houden aan de bepalingen van de Gedragscode en de Werkplekregels. Op verzoek moeten Electrolux-leveranciers Electrolux kunnen informeren over welke leveranciers ze gebruiken en aantonen dat deze de bepalingen in de Gedragscode hebben ontvangen en begrepen. Leveranciers moeten garanderen dat de sourcing van materialen in producten, onderdelen of componenten die worden geleverd aan Electrolux niet direct of indirect bijdraagt aan mensenrechtenschendingen in conflict- of risicogebieden.

Definities De term leverancier heeft betrekking op, maar is niet beperkt tot: •

• •

•

•

•

Eerstelijnsleverancier: levert grondstoffen, goederen, producten of diensten aan de Electrolux-afdeling. Onder deze categorie vallen ook Electrolux-leveranciers van afgewerkte producten (zogenaamde OEM- of ODM-leveranciers). Tweedelijnsleverancier: leverancier die goederen of diensten levert aan eerstelijnsleveranciers. Subcontractor: een leverancier die door de afdeling wordt ingehuurd voor een specifiek productieproces, gedeeltelijke productie van afgewerkte producten of om de productiecapaciteit te verhogen. De subcontractor kan zowel op locatie bij Electrolux als op een eigen locatie (meest gebruikelijk) werken. Dienstverlener op locatie: een leverancier die diensten verleent op locatie van de afdeling, inclusief, maar niet beperkt tot, kantinediensten, onderhoudswerkzaamheden, bouwwerkzaamheden, renovatiewerkzaamheden of tuinonderhoud (met andere woorden, werkzaamheden die niet tot het productieproces behoren). Let op het verschil met een subcontractor. Extern bureau/contractor: een uitzendbureau of ander bedrijf dat personeel regelt dat op locatie werkzaam is in het productieproces. Let op het verschil met dienstverleners op locatie. Headhunter/wervingsbureau: een leverancier die wervingsdiensten levert aan de afdeling.

Conflictmineralen: op dit moment worden de mineralen colombiet-tantaliet, cassiteriet, wolframiet en goudertsen, en hun derivaten tantaal, tin, wolfraam en goud beschouwd als conflictmineralen. Conflict- en risicogebieden: op dit moment worden de Democratische Republiek Congo en buurlanden beschouwd als conflicten risicogebieden.


Pagina 9

Vereisten Algemene vereisten • • •

De vereisten van de Gedragscode en de Werkplekregels gelden voor alle categorieën werknemers (volgens de definitie in de Inleiding). Op verzoek zal de afdeling Electrolux voorzien van een lijst van de leveranciers van de afdeling. De afdeling voorkomt thuisproductie door werknemers of subcontractors.

Vereisten voor Electrolux-afdelingen •

•

De Electrolux-afdeling is verantwoordelijk voor de controle van compliance met de Gedragscode voor alle leveranciers die lokaal worden aangestuurd. Hieronder vallen ook leveranciers van indirect materiaal en dienstverleners.1 Bepalingen van de Gedragscode moeten worden geïntegreerd in zakelijke overeenkomsten en contracten en de vereisten van deze Werkplekregels moeten worden gecommuniceerd aan dienstverleners, subcontractors, externe bureaus/contractors en headhunters/wervingsbureaus.

Vereisten voor leveranciers •

•

• •

De afdeling moet de vereisten van de Gedragscode (de ongewijzigde Gedragscode van Electrolux of een vergelijkbare gedragscode, indien van toepassing) communiceren aan alle soorten leveranciers die betrokken zijn bij de productie van Electrolux-producten, inclusief dienstverleners op locatie. De afdeling moet de juiste maatregelen nemen om een geschreven verklaring van de leveranciers te ontvangen waarin staat dat ze de vereisten van de Gedragscode accepteren. Dit kan door middel van een aparte complianceverklaring en/of als onderdeel van een getekend inkoopcontract of andere formele documenten waarin de zakelijke relatie met de afdeling wordt beschreven. De afdeling moet alle productielocaties van onderdelen, producten en diensten die aan Electrolux worden geleverd, evenals van subcontracting, volledig bekendmaken. Corrigerende maatregelen die met Electrolux zijn overeengekomen of die door lokale autoriteiten zijn vereist worden gedocumenteerd en afgerond binnen het afgesproken tijdsbestek.

Bedrijfsethiek •

•

•

Leveranciers zijn verantwoordelijk voor de integriteit, transparantie en accuratesse van alle documenten over kwesties die te maken hebben met hun zakelijke relatie met Electrolux. Leveranciers mogen niet proberen om een partner, agent of vertegenwoordiger van Electrolux onrechtmatig te beïnvloeden of welke relatie dan ook aangaan die zou kunnen leiden tot belangenverstrengeling voor de vertegenwoordiger. Als leveranciers toegang hebben tot vertrouwelijke (niet openbare) informatie van Electrolux, dan moet deze informatie zeer vertrouwelijk worden behandeld.

1

Electrolux-leveranciers van direct materiaal en OEM-leveranciers worden gecontroleerd via het Electrolux Responsible Sourcing Program.


Pagina 10

Conflictmineralen •

•

Van leveranciers wordt verwacht dat ze garanderen dat de sourcing van conflictmineralen in producten, onderdelen en componenten die worden geleverd aan Electrolux niet direct of indirect ten goede komt aan of financieel voordeel oplevert voor de plegers van mensenrechtenschendingen in conflict- of risicogebieden. Leveranciers moeten over beleid en managementsystemen beschikken die overeenkomen met de OECD Due Diligence Guidance for Responsible Supply Chains of Minerals from Conflict-Affected and High-Risk Areas en die zijn ontworpen met het doel het hierboven beschrevene te bereiken.


Pagina 11

Rapportagevereisten • Van leveranciers wordt verwacht dat ze Electrolux direct op de hoogte stellen van vermeende schendingen van de Gedragscode of Werkplekregels via [email protected]. • Als de productielocatie van een leverancier of subcontractor verandert of verhuist, dan moet de desbetreffende vertegenwoordiger van Electrolux voorafgaand aan de verandering of verhuizing hiervan op de hoogte worden gesteld door de leverancier. • Leveranciers die producten, onderdelen of componenten aan Electrolux leveren die tantaal, tin, wolfraam of goud bevatten, moeten de aanwezigheid en de oorsprong van deze materialen op verzoek aan Electrolux melden. • Wanneer arbeid door gevangenen is gebruikt voor de productie van producten, onderdelen of componenten van Electrolux moet dit worden gemeld bij en goedgekeurd worden door Electrolux.

Procedures voor goed management • De leverancier beschikt over procedures voor het controleren van de compliance van zijn leveranciers met de Gedragscode en de Werkplekregels. • De controlemaatregelen van de leverancier worden gedocumenteerd en zijn op verzoek beschikbaar voor Electrolux. • De Gedragscode en de implementatie ervan vormt een integraal onderdeel van de agenda tijdens overleg met leveranciers of tijdens trainingen van leveranciers. • De afdeling voert regelmatig audits uit om er zeker van te zijn dat de leverancier zich houdt aan de Gedragscode. • Er is sprake van duidelijke contractuele strafmaatregelen in het geval de leverancier de Gedragscode of de Werkplekregels schendt.


Pagina 12

4. Corruptie, omkoping en bedrijfsethiek Bepaling uit de Gedragscode De Electrolux Groep tolereert geen enkele vorm van corruptie, omkoping en onethische bedrijfsactiviteiten. Alle afdelingen en leveranciers van Electrolux en hun werknemers zullen zich te allen tijde onthouden van het aanbieden, geven, eisen of ontvangen van steekpenningen of ongepaste beloningen in welke vorm dan ook.

Vereisten Algemene vereisten • De afdeling moet over passende maatregelen beschikken om corruptie te voorkomen en op te sporen. Dit is inclusief, maar niet beperkt tot: o Een beleidstoezegging2. o Communicatie en training. o Een formele procedure voor werknemers om vermoedens van overtredingen vertrouwelijk te melden.

2

Voor Electrolux-afdelingen vormt het beleid van de Electrolux Groep met betrekking tot corruptie en omkoperij een dergelijke toezegging.


Pagina 13

5. Kinderarbeid Bepaling uit de Gedragscode Kinderarbeid wordt in geen enkele vorm gedoogd. Tenzij de plaatselijke wetgeving een hogere leeftijd aangeeft, mogen mensen jonger dan de leerplichtleeftijd of jonger dan 15 jaar niet worden aangenomen. Voor kinderen die de wettelijke leeftijd om te mogen werken hebben bereikt, is het management verantwoordelijk voor het bieden van aangepaste werkomstandigheden, werktijden en salarissen, conform de van toepassing zijnde lokale wetgeving. Als blijkt dat er kinderen werken op een locatie waar producten of componenten voor Electrolux worden geproduceerd, moeten alle genomen maatregelen in het belang van het kind zijn en alle corrigerende maatregelen moeten worden genomen om de sociale situatie van het kind in stand te houden of te verbeteren.

Definities Kinderarbeid is werk uitgevoerd door een persoon jonger dan de leerplichtleeftijd of jonger dan 15 jaar. Kinderen die de wettelijke leeftijd om te mogen werken hebben bereikt zijn jonge, legale werknemers die de minimumleeftijd om te mogen werken hebben bereikt, maar jonger zijn dan 18 jaar. Deze werknemers worden ook vaak jeugdige of jonge werknemers genoemd. Er moet sprake zijn van speciale beschermingsmaatregelen om deze werknemers te beschermen (zie onder Vereisten).


De afdeling neemt alle redelijke maatregelen om te garanderen dat er geen sprake is van kinderarbeid.

Controle en bewijs van leeftijd • • •

Op het moment van indienstneming vraagt de afdeling om een officieel identiteitsbewijs en bewijs van leeftijd aan alle werknemers. De afdeling bewaart een kopie van het bewijs van leeftijd van alle werknemers. Opmerking: de afdeling mag het origineel niet bewaren, maar moet een kopie maken. Het bewijs van leeftijd moet tenminste de volledige naam, geboortedatum en een foto van de houder bevatten. Dit kan bijvoorbeeld een paspoort, rijbewijs of identiteitskaart zijn.


Pagina 14

Kinderen die de wettelijke leeftijd om te mogen werken hebben bereikt •

•

•

•

•

•

De bepalingen in deze sectie mogen niet worden toegepast op een manier die leidt tot discriminatie bij werving van kinderen die de wettelijke leeftijd om te mogen werken hebben bereikt. De afdeling moet minimaal voldoen aan alle wettelijke beperkingen die zijn opgelegd aan kinderen die de wettelijke leeftijd om te mogen werken hebben bereikt. In veel landen hebben deze beperkingen betrekking op: maximum aantal overuren, gevaarlijk werk, nachtdiensten of verplichte medische onderzoeken. Het management moet actief betrokken zijn bij het bepalen van het soort werk, de arbeidsomstandigheden, de werktijden en het salaris dat past bij de leeftijd en vaardigheden van de werknemer. De afdeling moet alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen om ervoor te zorgen dat werknemers jonger dan 18 jaar worden beschermd tegen arbeidsomstandigheden die hun gezondheid, veiligheid of welzijn zouden kunnen aantasten. De afdeling moet zich houden aan alle regelgeving en vereisten van stage- en beroepsonderwijsprogramma’s. De afdeling moet kunnen controleren of dit wettelijk erkende programma’s zijn en op verzoek de wettelijke regels en beperkingen van deze programma’s kunnen overleggen. Informele regelingen waarbij kinderen van leerplichtleeftijd bij een afdeling werken zijn onacceptabel.

Rapportagevereisten en interventiemaatregelen in geval van kinderarbeid • •

•

Als er sprake is van kinderarbeid, moet de afdeling direct contact opnemen met Electrolux ([email protected]). Er moet direct een actieplan worden opgesteld om de situatie van het kind te verbeteren. Acties moeten erop zijn gericht om een haalbare, langetermijnoplossing te vinden voor het kind en moeten worden goedgekeurd door Electrolux. De voortgang van het actieplan moet voortdurend worden gecontroleerd door het management en worden gerapporteerd aan Electrolux. De afdeling en Electrolux moeten contact houden en samenwerken tot de situatie van het kind is verbeterd.

Procedures voor goed management •

•

•

•

De afdeling moet contact opnemen met de wettelijke voogden (meestal de ouders) voordat kinderen die de wettelijke leeftijd om te mogen werken hebben bereikt, worden aangenomen. De afdeling houdt een lijst bij van kinderen die de wettelijke leeftijd om te mogen werken hebben bereikt en die op basis van hun leeftijd een beperkt aantal uren mogen werken en beperkte taken mogen uitvoeren. Bij avond- en nachtdiensten regelt de afdeling veilig vervoer voor kinderen die de wettelijke leeftijd om te mogen werken hebben bereikt en biedt voldoende mogelijkheden om uit te rusten. In landen waar er risico is op kinderarbeid worden gedocumenteerde procedures voor het aanpakken van kinderarbeid aanbevolen. Deze procedures moeten een directe verbetering van de situatie garanderen, waaronder het verwijderen van het kind uit zijn/haar situatie terwijl er wordt gewerkt aan een duurzame oplossing die bijdraagt aan de ontwikkeling van het kind.


Pagina 15

6. Dwangarbeid Bepaling uit de Gedragscode Gedwongen arbeid, onvrijwillige arbeid of arbeid als gevolg van mensenhandel wordt in geen enkele vorm gedoogd. Hiertoe behoren ook contractarbeid, slavenarbeid, niet goedgekeurde arbeid door gevangenen en andere vormen van arbeid die tegen de wil of keuze van de arbeider wordt uitgevoerd.

Definities Arbeid als gevolg van mensenhandel: werknemers die zijn onderworpen aan gebruik van geweld, fraude of dwang tijdens welke fase dan ook van het indienstnemingsproces (werving, huisvesting of vervoer). Arbeid door gevangen: arbeid die wordt uitgevoerd door een gevangene die is veroordeeld voor een strafbaar feit. Contractarbeid: iemand die wordt gedwongen om te werken op basis van een overeenkomst opgesteld door personen die macht uitoefenen over de werknemer en zonder toestemming van de werknemer. Slavenarbeid: een slavenarbeider werkt, meestal tegen weinig of geen vergoeding, om een aan de werkgever verschuldigde schuld of vooruitbetaling af te betalen. Gewetensgevangene: iemand die gevangen is gezet vanwege zijn of haar ras, religie of politieke opvattingen. Vereisten •

• •

• • • • •

•

Het is de afdeling niet toegestaan om gebruik te maken van gedwongen arbeid, slavenarbeid, contractarbeid, arbeid als gevolg van mensenhandel of elke andere vorm van onvrijwillige arbeid. Werk dat wordt uitgevoerd door gewetensgevangenen of onbetaald of onvrijwillig werk door gevangenen is nooit acceptabel. Vrijwillig werk door gevangenen moet altijd worden goedgekeurd door Electrolux en voortdurend worden gecontroleerd door relevante derde partijen, zoals ngo’s of overheidsorganisaties die verantwoordelijk zijn voor rehabilitatie. De afdeling mag geen beperkingen opleggen aan werknemers die de woonvoorzieningen willen verlaten in hun vrije tijd. De afdeling mag geen werkplekregels opleggen die de vrijheid van beweging van werknemers op onredelijke wijze beperkt. Ingangen mogen niet worden afgesloten om werknemers te beletten de werkplek te verlaten. Veiligheidspersoneel mag werknemers die de werkplek willen verlaten niet tegenhouden. De afdeling mag geen originele identificatiepapieren van werknemers, zoals paspoorten, geboortebewijzen, werkvergunningen, verblijfsvergunningen, reisdocumenten of andere documenten van werknemers bewaren die de legale status/compliance van de werknemer, zijn/haar vrijheid om te reizen of de mogelijkheid om zijn/haar werk tijdelijk of permanent te verlaten zouden kunnen beperken. De afdeling mag geen kosten in rekening brengen (bijvoorbeeld wervings- of trainingskosten) of enige aanbetalingen van de werknemer eisen (bijvoorbeeld voor


Pagina 16

•

•

werkkleding of gereedschap) met als doel te voorkomen dat werknemers uit dienst treden. De afdeling mag geen kosten of boetes of enige andere onwettige salarisinhoudingen doorvoeren voor werknemers die ontslag nemen, tenzij anders voorgeschreven in de wet. Afspraken over terugbetalingen (bijvoorbeeld van trainings- en verhuiskosten) moeten voorzienbaar, redelijk en beperkt in tijd zijn. Leningen aan werknemers mogen het equivalent van drie maanden salaris niet overschrijden, tenzij anders voorgeschreven in de wet.


Pagina 17

7. Beveiligingsmaatregelen Bepaling uit de Gedragscode Er moeten te allen tijde beveiligingsmaatregelen worden toegepast die in overeenstemming zijn met de mensenrechten en de van toepassing zijnde wetgeving. Het gebruik van geweld moet zo veel mogelijk worden vermeden.

Vereisten Algemene vereisten • • •

Het gebruik van geweld mag nooit het strikt noodzakelijke overschrijden. Het gebruik van geweld moet proportioneel zijn met de dreiging en aangepast zijn aan de situatie. De afdeling moet ervoor zorgen dat de beveiligingsmaatregelen voor haar locatie geen risico’s vormen op het schenden van mensenrechten. De afdeling moet contractuele overeenkomsten hebben met beveiligingsbedrijven. De contractuele overeenkomsten moeten vereisten bevatten dat de beveiligingsbedrijven due diligence uitvoeren in de selectie van personeel en subcontractors en het personeel regelmatig trainingen aanbieden.

Rapportagevereisten • •

Het bewakingsbedrijf moet over een formele procedure beschikken om relevante beveiligingsincidenten aan de afdeling te rapporteren. Het bewakingsbedrijf moet over een klachtenprocedure beschikken voor het afhandelen van klachten van hun werknemers of van derde partijen in het geval de principes in deze sectie van de Gedragscode en de Werkplekregels worden geschonden.


Pagina 18

8. Gezondheid en veiligheid Bepaling uit de Gedragscode Alle werknemers moet een veilige, gezonde werkomgeving worden geboden en, indien van toepassing, veilige, gezonde woonvoorzieningen die minimaal voldoen aan de lokale wetgeving. De afdeling moet de juiste actie ondernemen om potentiële ongelukken en ziekte op de werkplek te voorkomen en te beheersen.

8.1 Veiligheid en gezondheid van werknemers Definities Een incident is een aan het werk gerelateerde situatie waarbij een verwonding, gezondheidsprobleem of dodelijk ongeluk is opgetreden of had kunnen optreden. (Definitie van de OHSA.) Een ongeluk is een incident dat heeft geleid tot een verwonding, gezondheidsprobleem of dodelijk ongeluk. (Definitie van de OHSA.) Uitrusting voor persoonlijke bescherming: alle uitrustingen voor persoonlijke bescherming die zijn ontworpen en uitgereikt om werknemers te helpen zich te beschermen tegen gevaren in hun werkomgeving. Onder uitrustingen voor persoonlijke bescherming vallen kledingstukken en accessoires die brandvertragend of tegen chemicaliën bestand zijn, zoals handschoenen, helmen, maskers, veiligheidsbrillen en geluidsbeschermers.


De afdeling moet periodiek de risico’s voor gezondheid en veiligheid op de werkplek identificeren en beoordelen en eventueel aanpakken. Deze risicobeoordeling moet rekening houden met compliance met wetgeving op het gebied van gezondheid en veiligheid, inclusief inspectievereisten van instanties op het gebied van gezondheid, veiligheid en werkomstandigheden (bijvoorbeeld rapporten over de veiligheid van machines, speciale vergunningen voor de bediening van machines, hygiënecertificaten en gezondheidscertificaten voor kantinewerknemers). Risicobeoordelingen moeten: o worden uitgevoerd voorafgaand aan belangrijke wijzigingen in productie, processen en gebouwen. o worden uitgevoerd na ongelukken of incidenten. o tenminste één keer per jaar worden bijgewerkt. o worden gedocumenteerd.

Incidenten en ongelukken •

•

Ongelukken en incidenten moeten worden gedocumenteerd. De juiste corrigerende maatregelen moeten worden geïdentificeerd en direct worden uitgevoerd om toekomstige ongelukken en incidenten te voorkomen. Als dit wettelijk is vereist, moeten ongeluk-/incidentverslagen naar de autoriteiten worden gestuurd. De correspondentie met de autoriteiten moet op verzoek beschikbaar zijn voor Electrolux.


Pagina 19

•

•

Electrolux-afdelingen moeten maandelijks incidenten, ongelukken en het aantal gewerkte uren rapporteren in de EHS-database (GEARS) en jaarlijks aan Electrolux Sustainability Affairs volgens de instructies in het duurzaamheidsrapportagesysteem, het Electrolux Logboek. Leveranciers moeten gegevens over ongelukken, incidenten en gewerkte uren op verzoek beschikbaar maken voor Electrolux.

Gezondheid- en veiligheidcommissie (Preventiecommissie) •

•

•

•

•

De afdeling moet een Preventiecommissie opzetten die verantwoordelijk is voor het voorkomen van ongelukken en incidenten en het verbeteren van de gezondheids- en veiligheidsomstandigheden op de werkplek. De Preventiecommissie moet uit zowel management als werknemers bestaan en moet tenminste één keer per kwartaal vergaderen. In de Preventiecommissie moeten vertegenwoordigers zitten van alle relevante managementfuncties binnen de afdeling. De Preventiecommissie moet in een schriftelijk plan en vervolgacties identificeren hoe de afdeling gezondheids- en veiligheidskwesties aanpakt. Het plan moet rollen en verantwoordelijkheden van het personeel bevatten en acties die nodig zijn om de gezondheid en veiligheid op de werkplek te verbeteren, met speciale aandacht voor kinderen die de wettelijke leeftijd om te mogen werken hebben bereikt, zwangere werknemers en werknemers met speciale behoeften. De Preventiecommissie kan worden vervangen door een vergelijkbaar proces of vergelijkbare procedure die garandeert dat er een dialoog is tussen werknemers en management over de verbetering van gezondheids- en veiligheidsregels op de werkplek. Het plan en de resultaten van de Preventiecommissie moeten beschikbaar worden gemaakt voor alle werknemers.

Gezondheids- en veiligheidstraining •

•

•

Alle werknemers moeten regelmatig opleiding en training krijgen over veiligheidsrisico’s op hun werkplek waaronder, maar niet beperkt tot: o Procedures voor evacuatie in noodgevallen. o Locatie en activering van het alarm. o Algemene informatie over eerste hulp (locatie van de EHBO-kist, personen die een EHBO-cursus hebben gevolgd, verpleegposten, enzovoort). o Veiligheidsrisico’s van hun afdeling en hun taken. o Veiligheidsinstructies. o Gebruik van uitrustingen voor persoonlijke bescherming. Alle werknemers moeten de nodige en voldoende veiligheidstraining krijgen voordat ze machines en apparatuur bedienen die gevaarlijk kan zijn of voordat ze potentieel gevaarlijke taken uitvoeren. De afdeling houdt de inhoud van de trainingen bij, inclusief de data en de namen van de deelnemers.

Veiligheidsapparatuur voor machines •

De afdeling moet ervoor zorgen dat alle machines en andere apparatuur die voor de productie wordt gebruikt over de nodige en vereiste veiligheidsapparatuur beschikt (noodstopknoppen, handgrepen voor twee handen, deuren, veiligheidshekken,


Pagina 20

•

enzovoort). De gebruikte veiligheidsapparatuur moet voldoen aan lokale vereisten en internationale regels (bijvoorbeeld vereisten volgens ISO/ANSI/CSA/OSHA). Alle machines die mogelijk een gevaar vormen als gevolg van bewegende onderdelen, zoals persen en stempel- en snijmachines, moeten worden uitgerust met de juiste machineafscherming. o Een of meer van de volgende methoden moet worden gebruikt als primaire beveiliging: - Vaste hekken. - Gekoppelde hekken. - Lichtschermen. o Als de primaire beveiliging het risico niet wegneemt, moeten de volgende methoden worden gebruikt als secundaire beveiliging, maar deze mogen niet als primaire beveiliging worden gebruikt: - Met twee handen te bedienen bedieningspanelen. - Veiligheidsmatten. o Op persen met een bedieningspaneel dat met twee handen moet worden bediend, moet dit altijd de secundaire beveiliging zijn. Het bedieningspaneel moet worden gebruikt in combinatie met lichtschermen of hekken. o Op persen/ apparatuur waarbij meerdere mensen in het matrijsgebied moeten werken, moet elk van hen het met twee handen te bedienen bedieningspaneel als secundaire bescherming gebruiken.

Veiligheidsinstructies •

•

•

Wanneer er sprake is van potentiële gezondheidsrisico’s of risico’s op verwondingen, dan moeten veiligheidsinstructies en waarschuwingsborden duidelijk zichtbaar op de werkplek worden opgehangen. Ze moeten duidelijk zichtbaar zijn in de buurt van machines en andere apparatuur en bij ingangen tot dergelijke werkplekken en ze moeten in de lokale taal/talen zijn geschreven. De borden kunnen symbolen of geschreven instructies of procedures bevatten die door alle werknemers worden begrepen. De borden moeten ook aangeven welke uitrusting voor persoonlijke bescherming moet worden gebruiken (bijvoorbeeld symbolen voor helm, oorbeschermers, handschoenen, masker, bril, laarzen). De afdeling moet over procedures beschikken om aan alle bezoekers een verantwoordelijke gastheer of -vrouw toe te wijzen en de bezoeker op de hoogte te stellen van de juiste veiligheidsinformatie en andere regels voor de werkplek, afhankelijk van het doel en de aard van het bezoek. Dergelijke informatie kan onder andere bestaan uit de locatie van de nooduitgangen, het verzamelpunt in geval van evacuatie, speciale kleding of benodigde uitrusting voor persoonlijke bescherming die moet worden gebruikt voor bepaalde werkplekken binnen de afdeling, enzovoort.

Veiligheidsrisico’s •

•

De afdeling moet ervoor zorgen dat directe beroepsrisico’s worden vermeden en direct worden verholpen, bijvoorbeeld: o Beschadigde trappen. o Gevaarlijke elektriciteitsdraden in de buurt van werknemers. o Onveilige elektrische installaties zonder passende isolatie. o Gaten in de vloer. o Onveilige opslag van gasflessen of brandbare producten. o Onveilige opslag van goederen. De afdeling moet ervoor zorgen dat de juiste kleding wordt gedragen in de productieomgeving om zo het risico op verwondingen als gevolg van het verstrikt raken van kleding te voorkomen.


Pagina 21

Veiligheidsinspecties •

De afdeling moet regelmatig veiligheidsinspecties houden op de werkplek, inclusief veiligheidsinspecties van machines en andere apparatuur. De veiligheidsinspecties moeten worden vastgelegd en gedocumenteerd. Er moet direct actie worden ondernomen als tijdens een inspectie een geval van non-compliance wordt geïdentificeerd.

Uitrusting voor persoonlijke bescherming •

• •

De afdeling moet minimaal de eerste, juiste uitrusting voor persoonlijke bescherming kosteloos verstrekken aan alle werknemers die in een potentieel gevaarlijke werkomgeving werken, en vervolgens elke uitrusting wanneer de eerste uitrusting is versleten of wanneer er een aangepaste uitrusting is vereist. De uitrusting voor persoonlijke bescherming moet altijd beschikbaar zijn en goed worden onderhouden. Voorbeelden van benodigde uitrustingen voor persoonlijke bescherming zijn: o Schokbestendige brillen of andere oogbescherming op werkplekken met aanhoudend fel licht, rondvliegend puin of stof, spatten van verf of schoonmaakmiddelen. o Handschoenen voor werknemers die werken met chemicaliën als oplosmiddelen, kleefstoffen en afwerkingsstoffen. De handschoenen moeten bestand zijn tegen deze chemicaliën. o Metalen handschoenen voor werknemers die met scherpe voorwerpen of snijinstrumenten werken. o De juiste maskers voor werkplekken waar dampen hangen die niet voldoende kunnen worden verminderd door andere middelen zoals ventilatie. o Het juiste schoeisel voor werknemers die op natte oppervlakken werken. Veiligheidsschoenen voor werknemers die zware apparatuur bedienen of verplaatsen. o Stofmaskers om blootstelling aan fijnstof zoals stof of textieldeeltjes tot een minimum te beperken. o Oordopjes voor werknemers die in een werkomgeving met veel geluid werken. De afdeling neemt alle redelijke maatregelen om te garanderen dat werknemers de juiste uitrusting voor persoonlijke bescherming gebruiken. De uitrusting voor persoonlijke bescherming moet worden gedragen door alle personen op de werkplekken waarvoor de uitrusting verplicht is gesteld. Deze vereiste moet worden gerespecteerd door alle personen op de werkplek, ongeacht of ze werknemer, manager, contractor of bezoeker zijn.

Eerstehulpuitrusting •

• • •

De eerstehulpuitrusting moet goed bevoorraad zijn en toegankelijk zijn voor alle werknemers. De inhoud van de eerstehulpuitrusting moet zijn afgestemd op het aantal werknemers, het soort activiteiten dat in het gebouw wordt uitgevoerd en het potentiële risico op verwondingen. De eerstehulpuitrusting moet regelmatig worden gecontroleerd door de hiervoor aangewezen werknemers. De eerstehulpuitrusting en eerstehulpsets moeten aanwezig zijn op locaties waar ze altijd snel en eenvoudig toegankelijk zijn. Elke verdieping en elk gebouw moet minimaal over één eerstehulpset beschikken die op een vaste locatie wordt bewaard.


Pagina 22

Eerstehulptraining •

De afdeling moet ervoor zorgen dat voldoende werknemers een eerstehulptraining krijgen, met een minimum van één getrainde werknemer per fabrieksafdeling tijdens elke productiedienst. De eerstehulptraining moet regelmatig worden gegeven door gekwalificeerde trainers, artsen of verpleegkundigen. Er moet een administratie van de trainingen worden bijgehouden die op verzoek beschikbaar moet zijn.

Werkomstandigheden •

• •

De afdeling moet voldoen aan alle relevante en van toepassing zijnde regels en wetgeving op het gebied van: o Luchtkwaliteit binnen (dampen, oplosmiddelen, stofdeeltjes en ventilatie). o Temperatuur op de werkplek. o Geluidsniveau op de werkplek. o Licht op de werkplek. o Ergonomie. o Aanpassing van de werkomgeving aan werknemers met een handicap. Als er onzekerheid bestaat over de luchtkwaliteit binnen, de temperatuur, het geluidsniveau en het licht op de werkplek moeten tests worden uitgevoerd. Er moet regelmatig toezicht zijn op de gezondheid van werknemers die (kunnen) worden blootgesteld aan beroepsrisico’s als gevolg van luchtvervuiling, geluid of trillingen op de werkplek. Dit toezicht kan onder andere bestaan uit regelmatige medische onderzoeken.

Drinkwater •

De afdeling moet ervoor zorgen dat er schoon drinkwater beschikbaar is voor alle werknemers die op het fabrieksterrein werken. Water moet kosteloos beschikbaar zijn op een redelijke afstand van de werkplekken. De waterbronnen moeten op de juiste manier worden onderhouden.

Hygiëne •

De afdeling moet ervoor zorgen dat er voldoende wasgelegenheden en toiletten zijn voor zowel mannen als vrouwen en dat deze juist worden schoongemaakt en onderhouden. De afdeling mag geen onredelijke beperkingen of controles opleggen aan het toiletgebruik van werknemers.

Kantines en voedselvoorziening •

Kantines en plekken waar voedsel wordt verstrekt of geconsumeerd moeten voldoen aan alle gezondheids- en hygiënevoorschriften en moeten juist worden schoongemaakt en onderhouden.


Pagina 23

Woonvoorzieningen • • • •

•

Alle van toepassing zijnde vereisten uit sectie 8.1 en 8.2 zijn verplicht voor woonvoorzieningen en slaapzalen als deze door de afdeling worden geboden. Slaapzalen moeten in een ander gebouw dan de productieafdeling zijn gevestigd. Ingangen tot de slaapzalen en deuren mogen nooit worden afgesloten met als doel om te voorkomen dat de werknemers de slaapzaal verlaten. Werknemers die in afdelingsslaapzalen verblijven moeten een eigen ruimte toegewezen krijgen, inclusief een bed en matras. Er moeten aparte slaapzalen zijn voor mannen en vrouwen. Werknemers die verblijven in afdelingsslaapzalen moeten onbeperkte toegang hebben tot aparte wasgelegenheden voor mannen en vrouwen.

Procedures voor goed management • • •

• •

De afdeling heeft de werkplekken geïdentificeerd die niet geschikt zijn voor zwangere vrouwen of waar ze maar een beperkte tijd mogen werken. Alle werknemers in de fabriek krijgen eerstehulptraining. Als er een wettelijke verplichting is tot inspectie door de autoriteiten en er heeft geen inspectie plaatsgevonden, dan verzoekt de afdeling de autoriteiten om de inspectie uit te voeren. De afdeling beschikt over OHSAS 18001-certificering. De afdeling beschikt over kledingvoorschriften voor werknemers in de productieomgeving.


Pagina 24

8.2 Brandveiligheid Vereisten Algemene vereisten •

•

Elke afdeling moet alle van toepassing zijnde wettelijke vereisten met betrekking tot brandveiligheid identificeren en hieraan voldoen, inclusief inspecties door de brandweer. De afdeling moet alle brandgevallen en serieuze incidenten die tot brand zouden kunnen hebben geleid bijhouden, inclusief de genomen corrigerende en preventieve maatregelen.

Training •

•

•

Alle werknemers moeten worden getraind in het gebruik van blusapparatuur (bijvoorbeeld door midden van folders of demonstraties) en worden geïnformeerd over basisveiligheidsvoorschriften zoals het vrijhouden van blusapparatuur en een veilige evacuatie in noodgevallen. Basisveiligheidsvoorschriften moeten worden gecommuniceerd aan werknemers voordat ze op de afdeling aan het werk gaan. De afdeling moet ervoor zorgen dat voldoende werknemers regelmatig praktische training krijgen in het gebruik van blusapparatuur, met een minimum van één getrainde werknemer per fabrieksafdeling tijdens elke productiedienst. De afdeling houdt de inhoud van de trainingen bij, inclusief de data en de namen van de deelnemers.

Blusapparatuur •

•

•

•

De afdeling moet beschikken over de juiste blusapparatuur. Het aantal apparaten en hun locatie moet voldoen aan de van toepassing zijnde regels en wetgeving en/of specifieke vereisten van de brandweer. Als er geen andere voorschriften gelden, moet er minimaal 25 meter afstand zijn tussen individuele blusapparaten. Blusapparaten en andere brandblusapparatuur moeten juist zijn gemarkeerd, toegankelijk zijn en duidelijk zichtbaar zijn, ook van een afstand. De apparatuur moet binnen handbereik beschikbaar zijn en mag niet achter slot en grendel worden bewaard. Blusapparatuur moeten tenminste één keer per twaalf maanden worden onderhouden en gecontroleerd als onderdeel van het gezondheids- en veiligheidsplan. Het onderhoud moet worden gedocumenteerd. Eventuele brandkranen moeten elke zes maanden worden gespoeld en de brandslangen, standpijpen en alle waterbronnen moet tijdens brandoefeningen worden geïnspecteerd. Blusapparatuur is verplicht op alle verdiepingen in slaapzalen.

Nooduitgangen en vluchtwegen •

Alle werkplekken moeten op elk moment veilig en direct kunnen worden geëvacueerd. De afdeling moet ervoor zorgen dat er voldoende nooduitgangen zijn van de juiste afmetingen en op de juiste locaties. Elke werk-, opslag- en woonruimte moet tenminste twee onafhankelijke nooduitgangen hebben. Elke ruimte met meer dan 1000 werknemers moet tenminste drie onafhankelijke nooduitgangen hebben.


Pagina 25

•

•

Alle nooduitgangen moeten worden gemarkeerd met lichtgevende of verlichte borden. Borden bij nooduitgangen en vluchtwegen moeten uit alle richtingen zichtbaar zijn, zelfs als de stroom uitvalt. De afdeling moet ervoor zorgen dat nooduitgangen, vluchtwegen en blusapparatuur altijd vrij toegankelijk zijn. Nooduitgangen moeten naar buiten openen en mogen nooit worden afgesloten. Schuifdeuren die als nooduitgangen worden gebruikt moeten altijd open zijn of zijn uitgerust met een ingebouwde nooddeur.

Noodalarm en -verlichting •

•

•

De afdeling moet zorgen voor een werkend noodalarm met een ononderbroken geluid (en verlichting op werkplekken met een hoog geluidsniveau) om een directe, veilige evacuatie mogelijk te maken in geval van rook en/of vuur. Het alarm moet zowel handmatig als automatisch kunnen worden geactiveerd. Na activatie moet het alarm automatisch een luid signaal laten horen. Noodverlichting moet worden aangebracht waar nodig, bijvoorbeeld in werkplaatsen en trappenhuizen. Het alarm en de noodverlichting moeten blijven werken als de stroom uitvalt. De werking van het alarm en de noodverlichting moet tenminste één keer per zes maanden worden gecontroleerd als onderdeel van het veiligheidsplan.

Evacuatieplan •

Alle werkplekken op de afdeling moeten zijn opgenomen in het evacuatieplan, inclusief een plattegrond met daarop de huidige locatie, de dichtstbijzijnde nooduitgang, verzamelpunten buiten, de locatie van brandalarmen en blusapparaten en manieren om de brandweer te waarschuwen.

Brandoefeningen •

•

•

•

De afdeling moet regelmatig brandoefeningen houden, tenminste één keer elke twaalf maanden. Bij de brandoefeningen moeten alle werkplekken en werkploegen zijn betrokken. De resultaten van de brandoefening worden gedocumenteerd door de afdeling en op verzoek getoond. De documentatie over een brandoefening bevat minimaal: datum en tijd van de oefening, benodigde tijd voor de volledige evacuatie, resultaten van de oefening en benodigde verbeteringen (bijvoorbeeld percentage van het aantal werknemers dat is geëvacueerd en de reden waarom mensen het gebouw niet hebben verlaten). De afdeling moet personen aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor het tellen van mensen tijdens een evacuatie om er zeker van te zijn dat alle werknemers het gebouw/de gebouwen hebben verlaten. Informatie over evacuatieplannen moet deel uitmaken van de introductietraining.


Pagina 26

9. Discriminatie Bepaling uit de Gedragscode De Electrolux Groep erkent en respecteert diversiteit en culturele verschillen. Alle werknemers worden enkel en alleen op basis van hun vaardigheden en opleiding beoordeeld bij beslissingen met betrekking tot hun dienstverband, inclusief en niet beperkt tot indienstneming, promotie, salaris, arbeidsvoorwaarden, training, ontslagen en beëindiging van het dienstverband.

Vereisten •

• •

• •

De afdeling mag werknemers niet discrimineren of discriminatie van werknemers steunen of tolereren, inclusief werving, indienstneming, training, werkomstandigheden, toewijzing van taken, salaris, arbeidsvoorwaarden, promotie, disciplinaire maatregelen, beëindiging van het contract of pensionering op basis van geslacht, leeftijd, religie, huwelijkse staat, ras, kaste, sociale achtergrond, gezondheid, handicap, zwangerschap, etnische en nationale afkomst, nationaliteit, lidmaatschap van werknemersorganisaties inclusief vakbonden, politieke voorkeur, seksuele voorkeur of andere kenmerken. De afdeling mag sollicitanten geen vragen stellen die discriminerend zijn of die niet relevant zijn voor het uitvoeren van de functie. De afdeling mag sollicitanten geen vragen stellen die bedoeld zijn om informatie te verkrijgen over eventuele zwangerschappen of het gebruik van voorbehoedmiddelen of sollicitanten onderwerpen aan een zwangerschapstest. De afdeling mag het gebruik van voorbehoedmiddelen nooit als voorwaarde stellen voor indienstneming. De afdeling moet voldoen aan alle voorschriften voor de werkomgeving met betrekking tot de gezondheid en veiligheid van zwangere vrouwen en vrouwen die net zijn bevallen en/of borstvoeding geven.

Procedures voor goed management • • • •

De afdeling verzorgt trainingsprogramma’s over culturele gevoeligheid/diversiteit. De afdeling verzorgt programma’s op het gebied van gelijke kansen. De afdeling beoordeelt regelmatig het indienstnemingsbeleid om ervoor te zorgen dat eventueel discriminerend gedrag wordt aangepakt. Vrouwen die terugkeren van zwangerschapsverlof krijgen een vergelijkbare functie en hetzelfde salaris als hun vorige functie/salaris.


Pagina 27

10. Pesterijen en belediging Bepaling uit de Gedragscode Geen enkele werknemer mag worden onderworpen aan fysieke, seksuele, psychologische of verbale pesterijen, intimidatie of belediging.

Vereisten •

• •

De afdeling mag niet betrokken zijn bij of helpen bij psychologische, fysieke, seksuele of verbale pesterijen, intimidatie of belediging zoals: o Fysiek contact met de bedoeling een werknemer pijn te doen, te kwetsen of te intimideren. o Bedreigingen om de fysieke of mentale gezondheid van een werknemer te schaden. o Discriminerende of denigrerende opmerkingen. o Managers of werknemers die andere werknemers aanraken of gebaren maken die zouden kunnen worden geïnterpreteerd als seksueel. o Seksueel getinte opmerkingen. o Verzoeken om enige vorm van seksuele gunsten in ruil voor een betere behandeling op de werkvloer of als voorwaarde om in dienst te mogen blijven. Alle werknemers moeten op de hoogte worden gesteld van gedrag dat niet wordt getolereerd op de werkplek. De afdeling mag onder geen enkele omstandigheden werknemers dwingen om bij indienstneming ontslagpapieren te ondertekenen zodat de werknemer eenvoudiger kan worden ontslagen.

Procedures voor goed management • •

De afdeling beschikt over een formele managementtraining over werknemersrelaties en de juiste managementprocedures met betrekking tot pesterijen en belediging. De afdeling biedt alle werknemers training over welk gedrag wel en niet wordt getolereerd op de werkplek.


Pagina 28

11. Disciplinaire maatregelen en klachten Bepaling uit de Gedragscode Disciplinaire maatregelen worden uitgevoerd op een manier waarbij de eerlijke en menswaardige behandeling van werknemers is gewaarborgd. Geen enkele werknemer mag worden onderworpen aan lijfstraffen. Er mogen alleen progressieve disciplinaire maatregelen worden genomen. Werknemers worden aangemoedigd om problemen en vermeende schendingen van deze Gedragscode te melden en dit wordt ook van hen verwacht. Ze moeten er zeker van zijn dat er geen sprake zal zijn van vergelding of andere negatieve gevolgen. Definities Een lijfstraf is de opzettelijke toediening van fysieke pijn met als doel een persoon te straffen of zijn/haar gedrag te veranderen.

Vereisten • •

•

•

•

•

• •

Disciplinaire maatregelen moeten in verhouding staan tot het wangedrag. Er moeten duidelijke, eerlijke, schriftelijke procedures zijn voor disciplinaire maatregelen. Elke afdeling moet ervoor zorgen dat deze procedures bekend zijn bij en worden begrepen door zowel managers als werknemers. De afdeling mag niet gebruikmaken van openbare waarschuwings- en strafsystemen. Berispingen voor plichtsverzuim of wangedrag zijn een privézaak tussen de werkgever en de werknemer en/of zijn/haar vertegenwoordiger. De werknemer heeft het recht om in beroep te gaan tegen disciplinaire maatregelen en ontslag, conform de van toepassing zijnde wetgeving. Dit beroep moet worden vastgelegd. Met uitzondering van gevallen van ernstig wangedrag dat leidt tot ontslag op staande voet, moet de afdeling gebruikmaken van progressieve disciplinaire maatregelen, bijvoorbeeld het escaleren van de disciplinaire maatregelen in stappen zoals een mondelinge waarschuwing, een schriftelijke waarschuwing, schorsing, ontslag. De afdeling houdt schriftelijke verslagen bij van alle genomen disciplinaire maatregelen. Als inhoudingen op het salaris worden gebruikt als disciplinaire maatregel, dan mag de inhouding niet hoger zijn dan de wettelijke vereisten en moet deze conform cao zijn. Het nettosalaris na inhouding moet voldoende zijn voor de basisbehoeften van de werknemer. Alle relevante informatie over de redenen waarom en de mate waarin bedragen worden ingehouden op het salaris moet vooraf aan de betrokken werknemers worden gecommuniceerd. De afdeling mag geen disciplinaire maatregelen nemen die leiden tot het intrekken van fundamentele fysieke voorzieningen voor andere werknemers. Er moet sprake zijn van een klachtenprocedure conform de rapportagevereisten in sectie 1 van deze Werkplekregels.


De afdeling heeft de details van de progressieve disciplinaire procedures geformaliseerd en aan de werknemers gecommuniceerd.


Pagina 29

•

Escalerende disciplinaire maatregelen bestaan uit de volgende opeenvolgende stappen, voor zover passend bij de omstandigheden: o Mondelinge waarschuwing. o Schriftelijke waarschuwing. o Herscholing. o Toewijzen van andere plichten/taken. o Schorsing met behoud van salaris. o Schorsing met inhouding van salaris. o Ontslag.


Pagina 30

12. Werktijden Bepaling uit de Gedragscode Electrolux erkent dat een gezonde balans tussen werk en privé heel belangrijk is voor alle werknemers. Van werknemers mag niet worden verwacht dat ze regelmatig een standaardwerkweek van meer dan 48 uur per week of een totale werkweek van meer dan 60 uur (inclusief overwerk) werken. Met uitzondering van uitzonderlijke bedrijfsomstandigheden hebben alle werknemers recht op tenminste één vrije dag per zeven dagen.

Definities Uitzonderlijke bedrijfsomstandigheden zijn omstandigheden die niet konden worden voorzien, zoals natuurrampen, politieke omwentelingen en machinestoringen. Een gewone productiedeadline of fouten in de productieplanning worden niet gezien als uitzonderlijke bedrijfsomstandigheden. Eén dag per zeven dagen bestaat uit 24 opeenvolgende uren, niet één kalenderdag.

Vereisten Werktijden •

• • •

•

Met uitzondering van uitzonderlijke bedrijfsomstandigheden hebben alle werknemers recht op tenminste één vrije dag per zeven dagen. De afdeling moet dit op verzoek kunnen aantonen. De standaardwerkweek mag niet meer dan 48 uur bedragen, of 60 uur inclusief overuren. Productiepieken moeten binnen de limiet van 60 uur worden afgehandeld. Overuren zijn vrijwillig en hiervoor moet een hoger tarief worden betaald, conform lokale wetgeving. Onder bepaalde omstandigheden, die duidelijk zijn omschreven in de wet of in de cao, kan Electrolux accepteren dat het management van de afdeling besluit tot verplichte overuren. De afdeling moet dit op verzoek kunnen aantonen. Een werkdag inclusief overuren mag nooit langer zijn dan twaalf uur, zelfs als aan de vereiste voor een werkweek van 48/60 uur is voldaan.

Pauzes •

De afdeling moet werknemers voldoende tijd bieden voor maaltijden en pauzes. Eén pauze per dienst moet minimaal 30 minuten bedragen, tenzij anders schriftelijk overeengekomen tussen de werkgever en de werknemer (bijvoorbeeld in een overeenkomst met een plaatselijke vakbond of vertegenwoordiger van de werknemers) of zoals wettelijk voorgeschreven.


Pagina 31

Werktijdenadministratie •

• •

De afdeling moet (tenminste een jaar lang) een werktijdenadministratie bijhouden voor elke werknemer, inclusief werknemers die op basis van stuktarief werken, tijdelijke werknemers en contractors. De afdeling moet de werktijdenadministratie op verzoek beschikbaar stellen tijdens een Electrolux-audit. De afdeling moet, voorafgaand aan indienstneming, schriftelijke informatie verstrekken aan de werknemer over het werktijdenbeleid van het bedrijf (eveneens verplicht voor tijdelijke werknemers).

Procedures voor goed management • • • • •

•

•

De standaardwerkweek op de afdeling mag niet meer dan 40 uur bedragen. De afdeling zorgt voor een handboek of werkregels voor de werknemers waarin pauzes, rusttijden en vrije dagen zijn vastgelegd. De afdeling zorgt ervoor dat de werkweek niet elke week anders is en dat alle werknemers op de hoogte zijn van het werkschema. Werknemers die langer dan acht uur per dag werken, hebben recht op meer dan één lange pauze voor een maaltijd. De afdeling gaat op zoek naar goede managementoplossingen, zoals het inhuren van extra mensen tijdens piektijden, om ervoor te zorgen dat overuren voldoen aan de hierboven genoemde regels. De afdeling implementeert een systeem, bijvoorbeeld in de vorm van een intekenformulier, om werknemers de mogelijkheid te bieden zich vrijwillig beschikbaar te stellen voor overuren. De afdeling maakt gebruik van tijdklokken of een ander automatisch systeem om het gewerkte aantal uren bij te houden en de betaling te berekenen.


Pagina 32

13. Salaris Bepaling uit de Gedragscode Het salaris, inclusief vergoeding voor overuren en secundaire arbeidsvoorwaarden, moet minimaal gelijk zijn aan het minimumloon volgens de van toepassing zijnde wetgeving. Electrolux adviseert om het salaris onder andere te baseren op de kosten van basisbehoeften van de werknemers en hun gezin.

Vereisten Minimumloon en andere salariscompensaties • •

•

De afdeling mag haar werknemers niet minder betalen dan het lokale, wettelijke minimumloon op basis van wettelijk vastgestelde werktijden. Werknemers moeten worden betaald voor alle gewerkte uren (inclusief opstarttijd en alle overuren) conform de wettelijke vereisten of het contractueel overeengekomen salaris als dit hoger is. Tijdens productieonderbrekingen ontvangen werknemers een salariscompensatie van minimaal het wettelijke minimumloon.

Loonlijst en presentielijsten •

•

De afdeling moet (tenminste een jaar lang) een loonlijst en presentielijsten bijhouden met betrekking tot de gedocumenteerde betaling van salarissen aan elke werknemer, inclusief werknemers die op basis van stuktarief werken en tijdelijke werknemers. Deze administratie moet op verzoek beschikbaar worden gesteld tijdens een Electrolux-audit. De afdeling moet, voorafgaand aan indienstneming, schriftelijke en begrijpelijke informatie verstrekken aan de werknemer over het salaris en de arbeidsvoorwaarden (eveneens van toepassing voor tijdelijke werknemers).

Betaling van salaris • • •

•

Salarissen worden direct aan de werknemer betaald in contant geld, per cheque of per bankoverschrijving. Salarissen moeten regelmatig worden betaald, tenminste één keer per maand. Voor elke salarisbetaling ontvangt de werknemer een loonstrook met daarop het juiste bedrag dat is betaald. Loonstroken moeten minimaal de volgende informatie bevatten: o Betalingsdatum. o Salarisbedrag. o Sociale premies. o Belasting. o Gewerkte uren, inclusief standaarduren en overuren. o Betalingsmethode (contant, bankoverschrijving, cheque, enzovoort). o Overeengekomen inhoudingen. o Toeslagen, bijvoorbeeld voor overuren. De afdeling mag geen salarissen van werknemers inhouden.


Pagina 33

Verlof •

•

Werknemers krijgen verlof op basis van de van toepassing zijnde wetgeving, lokale tradities, regels binnen de branche en cao (jaarlijkse/opgespaarde vakantiedagen, ziekteverlof, ouderschapsverlof, nationale feestdagen, enzovoort). Alle werknemers worden betaald conform de van toepassing zijnde wetgeving en contractuele voorwaarden.

Secundaire arbeidsvoorwaarden •

•

•

•

De afdeling biedt haar werknemers alle wettelijk verplichte secundaire arbeidsvoorwaarden waarop ze recht hebben (bijvoorbeeld ziektekostenverzekering, sociale premies, pensioen). De afdeling biedt haar werknemers een ongevallenverzekering die medische behandeling dekt die het gevolg is van beroepsongevallen. De verzekering moet ook gerelateerd ziekteverlof en compensatie voor arbeidsongeschiktheid dekken. Als een specifiek uniform of andere werkkleding verplicht is op de werkplek, dan wordt dit kosteloos aan de werknemers verstrekt, tenzij anders voorgeschreven door wetgeving of overeengekomen in de cao. Andere noodzakelijke accessoires die nodig zijn om werktaken uit te voeren, zoals gereedschap, badges en kluisjes, worden kosteloos aan de werknemers verstrekt, tenzij anders voorgeschreven door wetgeving of overeengekomen in de cao.

Stageprogramma’s •

• •

•

Voor stageprogramma’s moet de afdeling zich houden aan alle wettelijke vereisten met betrekking tot specifieke beperkingen op werktijden, taken, duur van de stageperiode en het aantal keren dat dezelfde werknemer mag worden geclassificeerd als stagiair. Alle vereisten in deze regels gelden voor zowel stagiaires als voor gewone werknemers van de afdeling. In sommige gevallen bieden stageprogramma’s de mogelijkheid om gedurende de stageperiode een salaris onder het minimumloon te betalen. Beperkingen op de duur van de stageperiode moeten strikt worden nageleefd en aan het einde van de stageperiode moet het salaris worden verhoogd naar het reguliere niveau. Salarissen en andere compensaties moeten direct aan de stagiair worden betaald, niet aan docenten of andere personen die de stagiair vertegenwoordigen.

Arbeidscontracten •

De afdeling moet ervoor zorgen dat werknemers hun arbeidsvoorwaarden goed begrijpen en beschikken over schriftelijke bewijzen van tewerkstelling, salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden. In lijn hiermee moet de afdeling elke werknemer een schriftelijk, geldig arbeidscontract, indienstnemingsbrief of vergelijkbaar document verstrekken. Informatie over werktijden, compensatie voor overuren, secundaire arbeidsvoorwaarden en opzegtermijn moet in dit document staan of in een handboek voor werknemers of vergelijkbaar document. Dit geldt voor alle werknemers, inclusief tijdelijke werknemers en contractors.


Pagina 34

•

De afdeling mag werknemers niet inhuren op basis van herhaalde of langlopende tijdelijke contracten, direct of via externe bureaus of stageprogramma’s, om zo niet de salarissen en secundaire arbeidsvoorwaarden te hoeven betalen waar vaste werknemers recht op hebben of om te voorkomen dat werknemers hun wettelijke recht kunnen uitoefenen op collectieve organisatie of onderhandeling.


• • • • •

De afdeling beschikt over een proces om ervoor te zorgen dat het laagste salarisniveau tenminste voldoende is voor de basisbehoeften van werknemers en hun gezinnen, waarbij rekening wordt gehouden met: o Algemeen salarisniveau in het land en de regio. o Kosten van levensonderhoud. o Sociale premies. o Relatieve levensstandaard. De afdeling biedt werknemers een overzicht van de beschikbare secundaire arbeidsvoorwaarden, inclusief instructies over hoe ze hiervan gebruik kunnen maken. De afdeling biedt werknemers informatie over hun salaris, productiebonussen en welke bedragen worden ingehouden op het salaris. De afdeling beschikt over een overzicht van salarisverhogingen op basis van competentie, werkervaring en productiviteit. De afdeling maakt gebruik van tijdklokken of een ander automatisch systeem om het gewerkte aantal uren bij te houden en de betaling te berekenen. Arbeidscontracten of vergelijkbare documenten bevatten de volgende informatie: o Naam en adres van de werknemer. o Geboortedatum van de werknemer. o Werktijden. o Salarisniveau, bonussen en andere secundaire arbeidsvoorwaarden. o Compensatie voor overuren. o Betaalwijze en moment van betaling van het salaris. o Proeftijd, indien van toepassing. o Voorwaarden voor beëindiging van het contract. o Verwijzing naar de van toepassing zijnde cao en/of wetgeving. o Verwijzing naar een handboek voor werknemers waarin verdere details worden beschreven.


Pagina 35

14. Vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen Bepaling uit de Gedragscode Alle werknemers zijn vrij om hun wettelijk recht uit te oefenen op het vormen, lid worden van of juist niet lid worden van organisaties die hun werknemersbelangen vertegenwoordigen. Geen enkele werknemer mag worden blootgesteld aan intimidatie of pesterijen bij het vreedzaam uitoefenen van deze rechten. Het recht op collectieve onderhandelingen van de werknemers wordt gerespecteerd.

Definities Een bedrijfsvakbond of ‘gele vakbond’ is een onafhankelijke vakbond die direct of indirect onder de verantwoordelijkheid van het bedrijf valt met als doel alle mogelijkheden te blokkeren om een legitieme vakbond te vormen of hiervan lid te worden.

Vereisten •

• • •

• •

•

•

De afdeling moet beleid implementeren om ervoor te zorgen dat werknemers die een werknemersorganisatie willen vormen of hier al lid van zijn, of werknemers die geen lid willen worden van een dergelijke organisatie, niet worden gediscrimineerd of op andere wijze worden ontmoedigd om gebruik te maken van hun recht om al dan niet lid te worden. De afdelingen mogen geen bedrijfsvakbonden of ‘gele vakbonden’ vormen of financieren, geen vakbonden onderdrukken of het onderdrukken van vakbonden steunen en geen initiatieven ontwikkelen om werknemers te ontmoedigen om legitieme vakbonden te vormen. De afdeling mag werknemers er niet van weerhouden om hun recht op collectieve onderhandelingen uit te oefenen. De afdeling biedt mogelijkheden voor overleg en samenwerking tussen management en werknemers en hun vertegenwoordigers over zaken die voor beiden van belang zijn. De afdeling biedt werknemersvertegenwoordigers de voorzieningen die ze nodig hebben om hun vertegenwoordigende functie uit te voeren en om werknemers bij te staan bij het opzetten van effectieve collectieve onderhandelingen. De afdeling biedt werknemersvertegenwoordigers de informatie die ze nodig hebben voor zinvolle onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden. De afdeling zorgt ervoor dat werknemers niet worden gediscrimineerd (bijvoorbeeld worden ontslagen of enige andere vorm van straf krijgen) op basis van activiteiten voor of lidmaatschap van een vakbond. In afwezigheid van werknemersorganisaties zorgt de afdeling voor passende en wettelijke middelen voor werknemers om effectief kwesties over de werkplek aan te kaarten bij het management en invloed uit te oefenen op activiteiten die aan de Gedragscode gerelateerde aspecten op de werkplek verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld door middel van commissies bestaande uit management en werknemers. Er worden verslagen bijgehouden van dit geformaliseerde overleg die op verzoek beschikbaar zijn.


Pagina 36


•

•

Middelen voor afdelingsoverleg bestaan onder andere uit het opzetten van arbeidsmanagementcommissies en het houden van betrokkenheidsonderzoek onder werknemers. De afdeling biedt de werknemers en hun vertegenwoordigers informatie die een juist en eerlijk beeld geeft van de resultaten van de afdeling of, indien van toepassing, het bedrijf als geheel. Deze informatie mag niet worden gebruikt als een dreiging om te verhuizen of de afdeling te sluiten. De cao bevat bepalingen voor het oplossen van conflicten die het gevolg zijn van de interpretatie en toepassing van de cao en om wederzijds gerespecteerde rechten en verantwoordelijkheden te garanderen.


Pagina 37

15. Milieumanagement Bepaling uit de Gedragscode Alle afdelingen handelen in volledige compliance met van toepassing zijnde milieuwetgeving en specifieke vereisten van Electrolux. Er moet sprake zijn van een managementsysteem dat tot doel heeft de milieuregels- en prestaties van de afdeling voortdurend te verbeteren. Elke afdeling moet alle relevante milieuaspecten identificeren en passende maatregelen nemen om deze aan te pakken, inclusief grondstoffengebruik, uitstoot, chemicaliën en afval.

15.1 Milieubeheer en -procedures

Definities Een Milieumanager heeft de verantwoordelijkheid en de autoriteit om milieukwesties te managen en te coördineren binnen de afdeling, inclusief de implementatie van en vervolgacties naar aanleiding van milieuwetgeving, -principes en -vereisten zoals beschreven in dit document.

Vereisten •

•

•

•

• • •

Deze sectie (Milieumanagement) is verplicht voor alle afdelingen. Afdelingen zoals magazijnen, kantoren en andere locaties moeten de relevantie van de vereisten in deze sectie individueel beoordelen en eraan voldoen indien van toepassing. Deze beoordeling moet worden gedocumenteerd. Alle productieafdelingen van Electrolux moeten worden gecertificeerd volgens de ISO 14001-standaard. Leveranciersafdelingen moeten beschikken over een milieumanagementsysteem. De afdeling moet een Milieumanager benoemen. De Milieumanager doet verslag over de milieuprestaties van de afdeling aan het lokale management ter beoordeling en als basis voor verbeteringen. Deze beoordeling en verslaglegging moet tenminste één keer per jaar plaatsvinden. De afdeling moet alle wettelijke milieuvereisten identificeren en hieraan voldoen, inclusief maar niet beperkt tot: o Luchtuitstoot. o Wateruitstoot. o Vervuiling van grond en grondwater. o Geluid. o Aankoop, werken met en gebruik van chemicaliën. o Gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval. Alle vergunningen en documenten met betrekking tot wettelijke milieuvereisten moeten binnen de afdeling worden bewaard en beschikbaar zijn. De afdeling controleert wettelijke en milieugevolgen alvorens belangrijke wijzigingen in de productie, processen en gebouwen door te voeren. Electrolux-afdelingen moeten één keer per jaar alle milieuboetes en -klachten melden aan Electrolux Sustainability Affairs via het duurzaamheidsrapportagesysteem, het Electrolux Logboek. Leveranciers van Electrolux moeten op verzoek kunnen beschikken over informatie over milieuboetes en -klachten.


Pagina 38

Beoordeling van milieuaspecten en -processen •

•

•

•

•

•

De afdeling moet belangrijke milieuaspecten identificeren en beoordelen die onder de controle en invloed van de afdeling vallen met betrekking tot productie, producten, processen en diensten. De beoordeling moet minimaal betrekking hebben op het gebruik van grondstoffen, luchtuitstoot, wateruitstoot, vervuiling van grond, vervuiling van grondwater, omgaan met chemicaliën, geluidsoverlast en gevaarlijk en nietgevaarlijk afval. De beoordeling moet worden gedocumenteerd en tenminste één keer per jaar worden bijgewerkt. Er moeten specifieke procedures zijn voor processen en activiteiten die significante gevolgen hebben op het milieu. Dit is inclusief, maar niet beperkt tot: o Het aankopen, verwerken, werken met en verwijderen van chemicaliën. o Het werken met en verwijderen van gevaarlijk afval. In het geval van geïdentificeerde grote milieurisico’s, zoals overschrijding van wettelijke limieten of vervuiling van grond of grondwater, moet de geïdentificeerde bron van de uitstoot/vervuiling direct worden stopgezet en moeten er corrigerende maatregelen worden genomen. De afdeling moet een noodprocedure voor paraatheid en reactie opzetten, implementeren en onderhouden. De procedure moet bestaan uit identificatie van potentiële noodsituaties en ongelukken die zouden kunnen leiden tot negatieve milieugevolgen en manieren waarop afdelingen hierop moeten reageren. De afdeling moet alle documenten en plannen die kunnen helpen bij het identificeren/kwantificeren van historische milieugevolgen voor de grond veilig opbergen. De afdeling moet bovendien beoordelen of activiteiten in het verleden mogelijk gevolgen hebben gehad voor de grond en/of het grondwater door de beschikbare informatie te beoordelen. Indien er een onderzoek, inspectie of andere actie door een milieuwetgever wordt uitgevoerd naar aanleiding van een vervuilingskwestie of een kwestie van noncompliance, dan moet de afdeling de lokale wettelijke vereisten met betrekking tot de kwestie volgen.3

Controle en verslaglegging over significante milieugevolgen •

3

De afdeling moet significante milieugevolgen kwantificeren en vastleggen. Electroluxafdelingen moeten dit tenminste één keer elke twaalf maanden rapporteren4. Leveranciers van Electrolux moeten op verzoek kunnen beschikken over deze informatie. De informatie in de verslagen bestaat uit, maar is niet beperkt tot: o Van toepassing zijnde milieuvergunningen en -wetgeving. o Energieverbruik (soort en volume van elke energiebron). o Waterverbruik en waterlozingen (soort en hoeveelheid). o Lucht- en wateruitstoot. o Gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval (soort en hoeveelheid).

Electrolux-afdelingen moeten Corporate Legal betrekken bij het managementproces, conform het Beleid van de Electrolux Groep met

betrekking tot algemene juridische zaken. 4

Via het Electrolux Logboek.


Pagina 39

Doelstellingen en targets •

•

De afdeling moet milieudoelstellingen en -targets opstellen op basis van geïdentificeerde significante milieuaspecten en een actieplan opstellen. Een van de targets moet in ieder geval vermindering van het energieverbruik zijn. De doelstellingen en targets en het actieplan moeten tenminste één keer per jaar worden gedocumenteerd, geëvalueerd en bijgewerkt. Het afdelingsmanagement moet acties implementeren om de vastgestelde doelstellingen en targets te behalen, evenals corrigerende maatregelen voor noncompliance met wetgeving.

Training en onderhoud •

•

• •

Werknemers die actief betrokken zijn bij activiteiten en procedures met betrekking tot milieurisico’s moeten over de juiste kennis en knowhow beschikken en de benodigde training hierover krijgen. Training moet minimaal worden aangeboden aan: o Werknemers die installaties voor afvalwaterbehandeling bedienen. o Werknemers die chemicaliën inkopen, opslaan, hanteren en gebruiken. o Werknemers die werken met gevaarlijk afval. o Milieumanagers. De training moet worden gedocumenteerd en het trainingsmateriaal moet regelmatig worden herzien. Processen en apparatuur die gerelateerd zijn aan significante milieurisico’s en -gevolgen (bijvoorbeeld installaties voor afvalwaterbehandeling) moeten op de juiste manier worden onderhouden en geïnspecteerd. Onderhoud en inspecties moeten worden gedocumenteerd.


•

•

De beoordeling van relevante milieuaspecten wordt uitgevoerd volgens een methodologie waarbij relevante risicogebieden worden geïdentificeerd in combinatie met een analyse van de waarschijnlijkheid en de omvang van verschillende scenario’s en gevolgen. Als er een wettelijke verplichting is tot inspectie door de autoriteiten en er heeft geen inspectie plaatsgevonden, dan verzoekt de afdeling de autoriteiten om de inspectie uit te voeren. Leveranciers van Electrolux wordt geadviseerd om certificering volgens de ISO 14001standaard te behalen.


Pagina 40

15.2 Chemicaliën Definities Het Material Safety Data Sheet (MSDS of SDS) is een document met informatie over de kenmerken van een bepaalde substantie. Het MSDS moet door de leverancier van de chemicaliën worden geleverd. Het bevat alle informatie die wettelijk vereist is, zoals: fysieke gegevens (smeltpunt, kookpunt, ontvlammingspunt, enzovoort), giftigheid, gezondheidsgevolgen, eerstehulpmaatregelen, reactiviteit, opslag, verwijdering, beschermende uitrusting en procedures in het geval van morsen.

Vereisten •

•

•

De afdeling creëert en onderhoudt een lijst op van chemicaliën die op haar locatie worden gebruikt en/of opgeslagen, inclusief de naam, MSDS, doel/toepassing en toepassingsgebied. De informatie moet in de lokale taal/talen zijn. De afdeling moet over een procedure beschikken om de juiste aankoop, opslag, hantering en transport van de chemicaliën te garanderen om milieuschade of schade aan mensen en levende organismen te voorkomen. De procedure moet worden gedocumenteerd en moet de verantwoordelijke persoon/personen en richtlijnen bevatten voor veilig werken met chemicaliën. Veilig werken met chemicaliën bestaat uit, maar is niet beperkt tot: o Opslagruimten voor chemicaliën moeten zich bevinden op verdiepingen zonder vloerafvoer of met verzegelde vloerafvoer. De vloeren moeten hard en eenvoudig schoon te maken zijn en mogen geen chemicaliën doorlaten. o Containers voor gelekte en gemorste chemicaliën moeten groot genoeg zijn om het volume van de grootste tonnen/tanks met chemicaliën te bevatten. o De ventilatie in opslagruimten moet voldoende zijn om explosierisico of andere mogelijke gevaren te voorkomen. o Opslag van en werken met chemicaliën in de nabijheid van productielijnen moet op gepaste wijze plaatsvinden om risico’s van lekken of gevaren voor werknemers of het milieu te voorkomen. o Containers met chemicaliën die buiten worden opgeslagen moeten worden beschermd tegen regen, sneeuw en zonlicht. Ongeopende containers met chemicaliën kunnen zonder regenbescherming buiten worden opgeslagen als de containers niet onderhevig zijn aan corrosie. o Bovengrondse of ondergrondse opslagtanks (Underground Storage Tanks, UST) moeten regelmatig, maar tenminste één keer per twee jaar, worden geïnspecteerd volgens de wettelijke voorschriften. Waar van toepassing moet zowel de buitenkant als de binnenkant van de tanks worden geïnspecteerd, inclusief een druktest voor ondergrondse opslagtanks. o Containers met chemicaliën moeten de juiste etiketten bevatten in de lokale taal en moeten de juiste risicosymbolen bevatten. o Informatie over risico’s en veilig werken met chemicaliën moet worden opgehangen in de omgeving waar de chemicaliën zijn opgeslagen en waar ze (moeten) worden gebruikt. Deze informatie moet in de lokale taal/talen zijn en de volgende gegevens bevatten: gevaren, te gebruiken uitrusting voor persoonlijke bescherming, werken met de chemicaliën, maatregelen in geval van lekken van/contact met de chemicaliën en van toepassing zijnde eerstehulpmaatregelen.


Pagina 41


De afdeling past het ‘vervangingsbeginsel’ toe: gevaarlijke chemicaliën moeten stelselmatig worden vervangen door minder gevaarlijke alternatieven of bij voorkeur door alternatieven waarvoor geen gevaren zijn geïdentificeerd.


Pagina 42

15.3 Lijst van materialen met restricties

Definities Lijst van materialen met restricties van Electrolux (RML): de lijst van materialen met restricties is ontwikkeld door Electrolux en wordt gebruikt om leveranciers en afdelingen van Electrolux te informeren over verboden chemicaliën, chemicaliën met restricties en stoffen die mogelijk gevaren kunnen opleveren. De meest recente lijst van materialen met restricties is te vinden op www.electrolux.com/RML.

Vereisten • •

•

•

De afdeling moet over een procedure beschikken om ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan de vereisten van de meest recente lijst van materialen met restricties. De lijst van materialen met restricties moet worden gecommuniceerd aan alle leveranciers van producten, componenten, materialen en stoffen die worden gebruikt in producten van Electrolux. De meest recente versie van de lijst van materialen met restricties moet beschikbaar zijn voor alle werknemers die zich bezighouden met het inkopen van materialen en componenten. De afdeling moet de MSDS van gebruikte materialen en chemicaliën controleren aan de hand van de vereisten van de lijst van materialen met restricties van Electrolux.


De afdeling voert spottests uit op essentiële componenten om te controleren of ze voldoen aan de vereisten van de lijst van materialen met restricties.


Pagina 43

15.4 Gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval

Vereisten •

•

•

• •

• •

De afdeling neemt alle redelijke maatregelen om milieurisico’s en risico’s voor de gezondheid en veiligheid te voorkomen met betrekking tot het werken met, de opslag van en de verwijdering van gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval. De afdeling moet over een procedure beschikken voor het identificeren van afvalcategorieën en zorgen voor de juiste methoden voor het werken met, de opslag van en de verwijdering van gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval. De procedure moet worden gedocumenteerd. Waar wettelijk vereist moeten contractors die zich bezighouden met opslag, transport en verwijdering van gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval over de juiste vergunningen beschikken en de afdeling moet beschikken over kopieën van deze vergunningen. De afdeling moet een lijst van gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval opstellen en onderhouden. De lijst moet informatie bevatten over de hoeveelheid afval en de classificatie van het afval. De lijst moet tenminste één keer per jaar worden bijgewerkt. Gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval moet apart en op hiervoor aangewezen locaties worden opgeslagen. Gevaarlijk afval moet in speciale opslagruimten worden opgeslagen. De opslagruimte moet speciaal zijn ingericht en onderhouden om gezondheidsrisico’s en uitstoot in lucht, water en grond te voorkomen. Dezelfde preventieve maatregelen als voor de opslag van en het werken met chemicaliën moeten worden toegepast. De eindbehandeling van het afval moet worden gedocumenteerd conform van toepassing zijnde wetgeving. Dit geldt in ieder geval voor alle gevaarlijk afval. Gevaarlijk afval mag niet als gewoon afval worden gestort of op locatie worden verbrand.


De opslagruimten voor gevaarlijk afval moeten tenminste één keer per week worden geïnspecteerd om ervoor te zorgen dat containers met gevaarlijk afval in goede staat zijn en niet lekken.


Pagina 44

15.5 Afvalwater

Vereisten • •

•

De afdeling moet processen of activiteiten identificeren die ertoe leiden dat afvalwater speciaal moet worden behandeld. De afdeling moet ervoor zorgen dat afvalwater op de juiste manier wordt behandeld op de locatie, conform wettelijke vereisten zoals omstandigheden voor milieuvergunningen, of wordt doorgesluisd naar een geautoriseerde externe installatie voor de behandeling van afvalwater. De afdeling moet alle waterlozingspunten identificeren en de kwaliteit van het geloosde afvalwater analyseren.


Pagina 45

16. Controle en compliance Bepaling uit de Gedragscode Het management is verantwoordelijk voor regelmatige en gedocumenteerde controle en beoordeling van de compliance met deze Gedragscode door de afdeling. Het management is bovendien verantwoordelijk voor het bijhouden van de juiste documentatie om aan te tonen dat leveranciers zich aan de Gedragscode houden. Als voorwaarde om zaken te doen met de Electrolux Groep moeten leveranciers Electrolux en zijn aangewezen vertegenwoordigers (inclusief derde partijen) toestemming verlenen om audits uit te voeren, inclusief vertrouwelijke gesprekken met werknemers.

Vereisten • •

•

•

•

De afdeling is verantwoordelijk voor compliance met de Gedragscode en de Werkplekregels. Om compliance te garanderen, moet de afdeling tenminste één keer per twaalf maanden een interne beoordeling van de Gedragscode en de Werkplekregels houden. Interne beoordelingen en corrigerende maatregelen die worden genomen als gevolg van deze beoordelingen moeten worden gedocumenteerd en gemeld aan het management. Deze informatie moet op verzoek beschikbaar zijn voor Electrolux. De interne beoordeling van de Gedragscode en de Werkplekregels kan worden opgenomen in andere interne beoordelingsprocessen, op voorwaarde dat aan alle vereisten van de Gedragscode wordt voldaan. In het geval er non-compliance wordt vastgesteld, moet de afdeling de redenen van non-compliance identificeren, aanpakken en een plan implementeren voor toekomstige compliance. De Electrolux-afdeling is verantwoordelijk voor de controle van compliance met de Gedragscode voor alle leveranciers die lokaal worden aangestuurd. Hieronder vallen ook leveranciers van indirect materiaal en dienstverleners.5

5

Electrolux-leveranciers van direct materiaal en OEM-leveranciers worden gecontroleerd via het Electrolux Responsible Sourcing Program.


Pagina 46

17. Verwijzingen en meer informatie

17.1 Overig beleid van de Groep Electrolux Groep Beleid op E-gate Gedragscode van de Electrolux Groep Milieubeleid van de Electrolux Groep Beleid van de Electrolux Groep met betrekking tot corruptie en omkoperij Beleid van de Electrolux Groep met betrekking tot algemene juridische zaken Lijst van materialen met restricties van Electrolux

17.2 Overige documenten De OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen ISO14001 ISO26000 BS OHSAS 18001 SA8000 Internationaal Statuut van de Rechten van de Mens VN Global Compact Leidende Beginselen van de VN inzake Bedrijven en Mensenrechten Kinderrechten en Zakelijke Principes ILO-verklaring betreffende de fundamentele principes en rechten op het werk ILO-conventies: C1, Conventie over werktijden (industrie), 1919 C29, Conventie over dwangarbeid, 1930 C87, Conventie over vrijheid van vereniging en het recht om zich te organiseren, 1948 C98, Conventie over het recht om zich te organiseren en collectieve onderhandelingen, 1949 C100, Conventie over gelijke beloning, 1951 C105, Conventie over de afschaffing van dwangarbeid, 1957 C111, Conventie over discriminatie (beroep en beroepsuitoefening), 1958 C131, Conventie over vaststelling van minimumloon, 1970 C138, Conventie over minimumleeftijd, 1973 C182, Conventie over de ergste vormen van kinderarbeid, 1999


Pagina 47

De Werkplekregels van Electrolux Goedgekeurd, juni 2014

Recommend Documents