JAARVERSLAG 2014
Goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de vzw Artveldehogeschool van 01 april 2015
MISSIE, VISIE EN STRATEGISCHE DOELEN MISSIE De Arteveldehogeschool is een expertisecentrum voor onderwijs, onderzoek en dienstverlening, waar studenten, medewerkers en strategische partners in een stimulerende omgeving samenwerken. De studenten en medewerkers ontwikkelen hun talenten tot competenties in een toekomstgerichte en internationaal georiënteerde hogeschool. De hogeschool leidt professionals op die door creativiteit, innoverend denken en ondernemingszin in staat zijn grenzen te verleggen. De Arteveldehogeschool streeft excellentie en duurzaamheid na, en wordt hierin gedragen door haar medewerkers. De Arteveldehogeschool neemt haar maatschappelijk engagement op, geïnspireerd vanuit het christelijk waardenkader.
VISIE De visie van de Arteveldehogeschool wordt geschreven vanuit de veranderingen en de uitdagingen die de toekomst brengt en de ambities die de Arteveldehogeschool, haar opleidingen en diensten, en haar medewerkers koesteren. De Arteveldehogeschool, verankerd in Gent, is een motor voor een innovatieve, dynamische, ondernemende en creatieve kennissamenleving in de regio Gent en Vlaanderen. De hogeschool vervult een belangrijke rol als maatschappelijke onderneming. Er studeren jaarlijks bijna 3 000 professionals af die de arbeidsmarkt in Vlaanderen versterken en tezelfdertijd is de hogeschool een belangrijke werkgever in de Gentse regio. De Arteveldehogeschool profileert zich in een steeds sneller wijzigend hoger onderwijslandschap, waarbij de grenzen van Vlaanderen vervagen en de Europese uitdagingen steeds groter worden. De Arteveldehogeschool wil een partner zijn in een groeiende Europese markt voor studenten en medewerkers met internationale ambities, en rekening houden met de maatschappelijke behoeften in een snel veranderende wereldeconomie. In 2013 zijn de academiserende opleidingen geïntegreerd in de universiteiten en de kunstopleidingen ondergebracht in Schools of Arts. De hogescholen bieden sindsdien hoofdzakelijk bacheloropleidingen met professionele gerichtheid aan, bachelor na bacheloropleidingen en postgraduaten. In uitvoering van het ‘Decreet van 12 juli 2013 betreffende de versterking van het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen’ is de Arteveldehogeschool betrokken bij het Arteveldeleernetwerk, een samenwerkingsverband met meerdere onderwijsinstellingen en CVO’s die een HBO5-opleiding aanbieden. Een beleidsgroep, voorgezeten door de algemeen directeur van de Arteveldehogeschool, staat in voor de realisatie van het samenwerkingsverband, conform de vigerende decretale en regelgevende bepalingen. De Arteveldehogeschool wil meer diverse doelgroepen bereiken. Ze wil haar didactische expertise inzetten, gecombineerd met persoonlijke coaching, om drempels weg te nemen en het beste te halen uit de talenten van al haar studenten. De Arteveldehogeschool investeert verder in de uitbouw van onderwijsvormen die de combinatie van werken en leren mogelijk maken.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
2
Onder meer dankzij de intense wisselwerking met het werkveld op vlak van onderwijs, onderzoek en dienstverlening wil de Arteveldehogeschool haar positie in de toekomst nog verder verstevigen. De Arteveldehogeschool focust op het stimuleren van creativiteit, innovatie en ondernemerschap bij haar studenten en medewerkers. In toenemende mate besteden opleidingen en diensten aandacht aan de integratie van de duurzame aspecten in hun beleid en in hun dagelijkse werking. De toekomstige regelgeving zal het hoger onderwijslandschap verder hertekenen. Elke nieuwe opportuniteit zal een strategische beslissing vergen.
STRATEGISCHE DOELEN ARTEVELDEHOGESCHOOL 2011-2015 1
Meer studenten opleiden
2
Onze studenten steeds beter opleiden
3
Excelleren in het Vlaams hoger onderwijslandschap
4
Creativiteit, innovatie en ondernemerschap stimuleren bij de studenten en de medewerkers
5
Het onderzoeksbeleid, de dienstverlening, de professionalisering van het werkveld en de valorisatie van onderzoek verder versterken
6
De talenten van onze medewerkers optimaal ontwikkelen en inzetten
7
Zich als dialooghogeschool profileren waar identiteit en diversiteit in de breedste zin aan bod komen vanuit een christelijke inspiratie
8
Een toekomstgerichte en efficiënte organisatie uitbouwen
9
Slagkrachtig en innovatief leiderschap stimuleren
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
3
COLOFON Uitgave Postadres
Telefoon Fax E-mail Website Verantwoordelijke uitgever Eindredactie Vormgeving omslag en fotografie
Arteveldehogeschool Campus Hoogpoort Hoogpoort 15 9000 Gent +32 (0)9 234 90 00 +32 (0)9 234 90 01
[email protected] www.arteveldehogeschool.be Johan Veeckman, algemeen directeur Algemeen secretariaat Dienst communicatie
Gent, april 2015
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
4
VOORWOORD ‘Een expertisecentrum voor onderwijs, praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek, dienstverlening en ondernemerschap zijn waar studenten, personeel en strategische partners in een stimulerende omgeving creatief en innovatief kunnen samenwerken’. Vanuit deze missie, geconcretiseerd in het Strategisch Instellingsplan 2010-2015, heeft de Arteveldehogeschool in 2014 de vooropgestelde doelen gerealiseerd, meer nog: bijzonder kwaliteitsvolle resultaten neergezet. De overheidsbesparingen treffen het hoger onderwijs in haar werkings- en expansiemogelijkheden, echter niet in de dynamiek van de gedreven docenten, begeleiders, leidinggevenden, administratieve en logistieke medewerkers. Daarom eerst en vooral: dank voor hun enthousiasme en grote inzet. Onze erkentelijkheid gaat ook uit naar de stakeholders met wie de Arteveldehogeschool samenwerkt en expertise uitwisselt: zij stimuleren in meerdere fora, in gezamenlijke projecten en op vele echelons het kwaliteitstreven, bevorderen – door de schaalvergroting - het noodzakelijk kostenefficiënt beleid, en dagen de Arteveldehogeschool uit verantwoord en proactief in te spelen op de maatschappelijke uitdagingen van vandaag en morgen. Niet in het minst gaat onze waardering uit naar de studenten voor hun vertrouwen in de Arteveldehogeschool, in het bijzonder naar de grote groep studentenvertegenwoordigers die door hun participatie in de medezeggenschapsorganen en raden actief bijdragen tot het democratisch overleg en de continue bijsturing van het toekomstgericht hoger onderwijs. Het Jaarverslag 2014 verleent aan de lezer inzage in de diverse beleidsdomeinen die de organisatie van een hoger onderwijsinstelling kenmerken. De meest opmerkelijke feiten en gegevens zijn opgenomen in het ‘Verkort Jaarverslag 2014’. In het volledige Jaarverslag 2014 wordt uitgebreid informatie verstrekt over de wijze waarop de vooropgestelde doelen gerealiseerd zijn; de bijlagen bevatten gedetailleerde toelichting. Een afzonderlijke bijdrage betreft het Financieel Jaarverslag 2014. Een greep uit de verwezenlijkingen 2014: Forse uitbreiding van samenwerkingsovereenkomsten en ‘memoranda of understanding’ met internationale hoger onderwijsinstellingen, bv. in Curaçao, Brazilië … Oprichten van een dynamisch Arteveldeleernetwerk voor HBO5, een samenwerkingsverband met sterke CVO’s en uitstekende scholen voor HBO5-Verpleegkunde Voorbereiden van de nieuwe opleiding Bachelor in de mondzorg Digitaliseren van de administratieve processen voor studenten en personeel, operationaliseren van het serverpark, de telefonie, het elektronisch leerplatform, het studentenvolgsysteem, DigitArte … Nieuwe opleiding International Business Management Hoge succesratio C1-Cambridgetest voor onze lesgevers van Engelstalige opleidingsonderdelen De Arteveldehogeschool bevindt zich op kruissnelheid: dat maakt het Jaarverslag 2014 duidelijk! Intussen staat het Strategisch Instellingsplan 2015-2020 in de steigers, want ook in de komende jaren wenst de Arteveldehogeschool zich strategisch, kwaliteitsvol en ondernemend te kunnen positioneren in het hoger onderwijslandschap.
Johan Veeckman Algemeen directeur Arteveldehogeschool
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
Tony Van Parys Voorzitter vzw Arteveldehogeschool
5
INHOUD MISSIE, VISIE EN STRATEGISCHE DOELEN ............................................................................................... 2 COLOFON ............................................................................................................................................... 4 VOORWOORD ......................................................................................................................................... 5 INHOUD .................................................................................................................................................. 6 1
ORGANISATIESTRUCTUUR ......................................................................................................... 12
1.1
Organisatiestructuur van de Arteveldehogeschool ......................................................................................... 12
1.2
Samenstelling en bevoegdheden van de centrale bestuurlijke organen ......................................................... 12 De Algemene Vergadering .................................................................................................................................... 12 De Raad van Bestuur ............................................................................................................................................. 12 Het Directieoverleg ............................................................................................................................................... 13 De Artevelderaad .................................................................................................................................................. 13
1.3
Samenstelling en bevoegdheden van de decentrale bestuurlijke organen ..................................................... 13
1.4
Bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende bestuurlijke organen ........................................................... 14
1.5
Samenstelling en bevoegdheden van de inspraak- en medezeggenschapsorganen ........................................ 14 De Academische Raad en het Participatieforum .................................................................................................. 14 De Studentenraad ................................................................................................................................................. 15 Het Hogeschoolonderhandelingscomité (HOC) .................................................................................................... 15
1.6
Het comité voor preventie en bescherming op het werk................................................................................ 16
1.7
Decentrale beleidsondersteunende organen ................................................................................................. 16
1.8
Beschrijving van de werking van de medezeggenschapsorganen - Lijst van adviezen en protocolakkoorden . 17
1.9
College van beroep inzake tucht .................................................................................................................... 17
1.10
College van beroep inzake evaluatie .............................................................................................................. 17
1.11
Participatie van de Arteveldehogeschool in de Associatie Universiteit Gent .................................................. 17
1.12
Arteveldeleernetwerk .................................................................................................................................... 18
2
ONDERWIJS ............................................................................................................................... 19
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3
Beleidslijn voor het hogeschoolonderwijs ...................................................................................................... 19 Beleidsdoelen onderwijs ....................................................................................................................................... 19 Mate waarin de beleidsdoelen onderwijs gehaald worden .................................................................................. 20 Beleidsdoelen onderwijs voor de komende academiejaren ................................................................................. 21
2.2
Kwaliteitszorg in het hogeschoolonderwijs .................................................................................................... 22 Omschrijving stelsel interne kwaliteitszorg .......................................................................................................... 22
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
6
Kwaliteitszorg in de opleidingen ........................................................................................................................... 26 Kwaliteitsplannen academiejaar 2014-2015 ......................................................................................................... 28 Omschrijving stelsel van externe kwaliteitszorg ................................................................................................... 30 2.3
Onderwijsontwikkeling en –innovatie in 2013-2014 ....................................................................................... 31 Opleidingsoverstijgende initiatieven .................................................................................................................... 31 Opleidingsspecifieke initiatieven .......................................................................................................................... 34 Digitaal leren ......................................................................................................................................................... 36
2.4
Opleidingsaanbod .......................................................................................................................................... 37 Bacheloropleidingen, bachelor na bacheloropleidingen 2013-2014 .................................................................... 37 Postgraduaten en permanente vorming ............................................................................................................... 38
2.4.1 2.5
Onderwijs- en examenregeling....................................................................................................................... 40 Onderwijsregeling ................................................................................................................................................. 40 Taalbeleid .............................................................................................................................................................. 40 ECTS–fiches ........................................................................................................................................................... 41 Examenregeling ..................................................................................................................................................... 41 Quoteringsafspraken en deliberatieregels ............................................................................................................ 42 Tuchtregeling ........................................................................................................................................................ 43 Ombudswerking .................................................................................................................................................... 43 Begeleidingsmaatregelen bij eerstejaarsstudenten.............................................................................................. 44
2.6
Gegevens over de studenten .......................................................................................................................... 44
2.7
Gegevens over de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap ............................................................ 45
2.8
Internationale relaties.................................................................................................................................... 45 Beleid inzake internationalisering ......................................................................................................................... 45 Overzicht internationaliseringsactiviteiten ........................................................................................................... 48 Internationale samenwerkingsverbanden ............................................................................................................ 52 Bidiplomering ........................................................................................................................................................ 53
2.9
Instroom-, doorstroom- en uitstroombegeleiding .......................................................................................... 54 Instroombegeleiding ............................................................................................................................................. 54 Doorstroombegeleiding ........................................................................................................................................ 57 Uitstroombegeleiding ........................................................................................................................................... 65 Evaluatie begeleidingsaanbod in de Arteveldehogeschool .................................................................................. 66 Studentenparticipatie ........................................................................................................................................... 67 Diversiteit en gelijke kansen ................................................................................................................................. 68
2.10
Mediatheek .................................................................................................................................................... 68 Personeel .............................................................................................................................................................. 68 Financiën ............................................................................................................................................................... 69 Collectie ................................................................................................................................................................ 69 Dienstverlening ..................................................................................................................................................... 70 Infrastructurele en facilitaire dienstverlening ...................................................................................................... 71 ICT ......................................................................................................................................................................... 71 Communicatie ....................................................................................................................................................... 72 Kwaliteitszorg ........................................................................................................................................................ 72 Samenwerking en internationalisering ................................................................................................................. 73 Terugblik en toekomstperspectieven ................................................................................................................... 73
3
ONDERZOEK .............................................................................................................................. 75
3.1
Beleid betreffende wetenschappelijk onderzoek ........................................................................................... 75
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
7
Missie .................................................................................................................................................................... 75 Visie op het beleidsdomein onderzoek en dienstverlening .................................................................................. 75 Strategische instellingsdoelen vanuit het beleidsdomein onderzoek en dienstverlening .................................... 75 Centrale aansturing en ondersteuning van onderzoek en dienstverlening .......................................................... 77 Valorisatie ............................................................................................................................................................. 78 Wetenschapscommunicatie .................................................................................................................................. 79 Onderzoek in de opleidingen van de Arteveldehogeschool ................................................................................. 80 Onderzoek aan de Associatie Universiteit Gent .................................................................................................... 81 Realisatie beoogde doelen 2014 ........................................................................................................................... 82 Beleidsdoelstellingen op korte en middellange termijn ....................................................................................... 82 3.2
Kwaliteitszorg in wetenschappelijk onderzoek ............................................................................................... 82
3.3
Financieringsbronnen voor wetenschappelijk onderzoek ............................................................................... 83 Personeelsomkadering en werkingsmiddelen aangeleverd door de Arteveldehogeschool ................................. 83 Aanwending PWO-middelen 2014 ........................................................................................................................ 83 Gesubsidieerde onderzoeksprojecten .................................................................................................................. 84 Rapportering verlaging van de bedrijfsvoorheffing op onderzoekslonen ............................................................ 84
3.4
Personeelsbestand in wetenschappelijk onderzoek ....................................................................................... 85 Algemene inzet voor onderzoek en ontwikkeling ................................................................................................. 85 Inzet in de opleidingen .......................................................................................................................................... 85
3.5
Doctoraat op proefschrift ............................................................................................................................... 85
3.6
Wetenschappelijke classificatie van de onderzoeksprojecten volgens de IWETO-codering ............................ 85
3.7
Wetenschappelijke output ............................................................................................................................. 85
4
PERSONEEL................................................................................................................................ 86
4.1
Globaal personeelsbestand 2014 ................................................................................................................... 86 Opsplitsing personeelsbestand in studiegebieden en Arteveldehogeschooldiensten ......................................... 86 Opsplitsing personeelsbestand naar financieringsbron ........................................................................................ 87 Opsplitsing personeelsbestand naar formatie ...................................................................................................... 87 Opsplitsing personeelsbestand in fysieke eenheden ............................................................................................ 88 Opsplitsing personeelsbestand naar geslacht ....................................................................................................... 88 Opsplitsing personeelsbestand naar ambt (OP) en naar niveau & graad (ATP) – zoals bedoeld in art.V.121 Codex hoger onderwijs .................................................................................................................................................... 89 Opsplitsing personeelsbestand OP en ATP naar statuut ....................................................................................... 90 Opsplitsing personeelsbestand naar voltijds en deeltijds (exclusief gastprofessoren) ........................................ 91 Opsplitsing personeelsbestand naar leeftijd en geslacht (exclusief gastprofessoren) ......................................... 92
4.2
Personeelsbeleid ............................................................................................................................................ 93 Beleidsdoelen ........................................................................................................................................................ 93 Mandaten: criteria en vergoedingen .................................................................................................................... 95 Premies: criteria .................................................................................................................................................... 95 Samenwerking met andere hogescholen, universiteiten, Associatie Universiteit Gent en derden, in toepassing van Codex HO art.v.223 ........................................................................................................................................ 96 Samenwerking met andere onderwijsinstellingen in toepassing van Codex HO art.v.223 .................................. 96 Personeelsverloop ................................................................................................................................................ 96 Opgenomen verlofstelsels .................................................................................................................................... 97
4.3
Ratioanalyse over de laatste drie boekjaren .................................................................................................. 99 Bezoldigingskost .................................................................................................................................................... 99 Personeelsbestand ................................................................................................................................................ 99
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
8
Staat van de personeelskosten ........................................................................................................................... 100 4.4
Professionalisering van de personeelsleden ................................................................................................. 100 Professionaliseringsbeleid van de Arteveldehogeschool .................................................................................... 100 Arteveldehogeschoolbrede professionaliseringsinitiatieven .............................................................................. 101 Professionaliseringsinitiatieven in samenwerking met anderen ........................................................................ 105 Opleidingsspecifiek professionaliseringsbeleid .................................................................................................. 105 Opleidingsspecifieke professionaliseringsinitiatieven in 2014 ........................................................................... 105
4.5
DigitArte ...................................................................................................................................................... 105
5
DIENSTVERLENING .................................................................................................................. 107
5.1
Beleidsdoelen op het gebied van maatschappelijke dienstverlening, deelname in spin-off bedrijven, en relaties met verenigingen zonder winstoogmerk en andere rechtspersonen ............................................... 107 Beoogde doelen en resultaten ............................................................................................................................ 107 Beleid inzake dienstverlening ............................................................................................................................. 108 Promotie ............................................................................................................................................................. 108 Beleidsdoelstellingen op korte en middellange termijn ..................................................................................... 109
5.2
Overzicht van de afgesloten overeenkomsten ............................................................................................. 109
5.3
Deelname in spin-off en spin-off ondersteunende bedrijven ....................................................................... 109
5.4
Besteding van de middelen .......................................................................................................................... 109
6
FINANCIEEL VERSLAG .............................................................................................................. 111
6.1
De opbrengsten in 2014 ............................................................................................................................... 111
6.2
De kosten in 2014......................................................................................................................................... 111
6.3
Het financiële resultaat in 2014.................................................................................................................... 112
6.4
Beleggingen en liquide middelen ................................................................................................................. 112
7
ADMINISTRATIEF BELEID ......................................................................................................... 113
7.1
Verzekeringen .............................................................................................................................................. 113 Samenstelling van de verzekeringsportefeuille .................................................................................................. 113 Beheer van de verzekeringsportefeuille ............................................................................................................. 113 Opvolging van de verzekeringscontracten .......................................................................................................... 114 Verzekeringen op vrijwillige basis ....................................................................................................................... 119
7.2
Juridische dienst........................................................................................................................................... 119 Ondersteuning van beleidsbeslissingen .............................................................................................................. 119 Samenwerking met externe organisaties ........................................................................................................... 120
7.3
Dienst financieel beheer .............................................................................................................................. 120 Verantwoordelijkheden van de dienst financieel beheer ................................................................................... 121 Belangrijke projecten van de dienst financieel beheer in 2014 .......................................................................... 121 Uitdagingen voor 2015 en 2016 .......................................................................................................................... 122
8
FACILITAIR BEHEER EN ICT....................................................................................................... 123
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
9
8.1
Visie
123
8.2
Infrastructuur ............................................................................................................................................... 123 Verantwoordelijkheden ...................................................................................................................................... 123 Realisaties 2014 .................................................................................................................................................. 123
8.3
Milieu- en preventiebeleid ........................................................................................................................... 124 Organisatie van het milieu- en preventiebeleid .................................................................................................. 124 Milieubeleid ........................................................................................................................................................ 124 Preventiebeleid ................................................................................................................................................... 124
8.4
Aankoopbeleid ............................................................................................................................................. 124 Verantwoordelijkheden ...................................................................................................................................... 125 Opdracht van de dienst aankoop ........................................................................................................................ 125 Realisaties 2014 .................................................................................................................................................. 126 Operationele doelstellingen 2015 ....................................................................................................................... 126
8.5
Facilitair beheer ........................................................................................................................................... 126 Kosten ................................................................................................................................................................. 126 Investeringen ...................................................................................................................................................... 127
8.6
ICT-beleid ..................................................................................................................................................... 128 Verantwoordelijkheidsdomeinen en beleid ........................................................................................................ 128 Economische, ecologische en ergonomische kwaliteitsprincipes ....................................................................... 129 Samenwerking met Associatie Universiteit Gent, de overheid, VLHORA ........................................................... 129 ICT-Projecten ....................................................................................................................................................... 130 ICT-Gebruikersondersteuning ............................................................................................................................. 130
9
COMMUNICATIEBELEID........................................................................................................... 131
9.1
Rol van de dienst communicatie .................................................................................................................. 131
9.2
Opvolging intranet (DINAR) .......................................................................................................................... 131
9.3
Communicatie met kandidaat-studenten: instroom ..................................................................................... 131 Communicatie via de SID-in ................................................................................................................................ 131 Proefstuderen, infodagen, infosessie voor ouders en begeleiders..................................................................... 131 Individueel oriëntatiegesprek, online beroepskeuzetest .................................................................................... 132 Infobrochures, webinfo, social media ................................................................................................................. 132 Rechtstreekse mailings ....................................................................................................................................... 132 Andere communicatiekanalen ............................................................................................................................ 132 Communicatie via intermediairen: secundaire scholen, CLB’s, documentatiecentra … ..................................... 132
9.4
Duurzamer maken van drukwerk en vereenvoudiging logistiek ................................................................... 133
9.5
Raakvlakken met andere diensten en opleidingen van de Arteveldehogeschool ......................................... 133
9.6
Crisiscommunicatie ...................................................................................................................................... 134
10
ACCIO ...................................................................................................................................... 135
10.1
Visie en doelstellingen ................................................................................................................................. 135
10.2
Doelgroepen ................................................................................................................................................ 135 ACCIO voor medewerkers ................................................................................................................................... 135 ACCIO voor studenten ......................................................................................................................................... 136
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
10
ACCIO voor beleidsmakers .................................................................................................................................. 137 ACCIO voor alumni en werkveld ......................................................................................................................... 137 10.3
ActivIteiten .................................................................................................................................................. 137
10.4
Netwerking en deelname aan externe activiteiten ....................................................................................... 137
11
SOCIALE VOORZIENINGEN VOOR DE STUDENTEN ................................................................... 138
11.1
Werkveld voeding ........................................................................................................................................ 138
11.2
Werkveld Huisvesting .................................................................................................................................. 138
11.3
Werkveld Sociale dienstverlening ................................................................................................................ 139 Studiefinanciering ............................................................................................................................................... 139 Sociaaljuridisch statuut ....................................................................................................................................... 139 Ondersteunen van netwerkvorming ................................................................................................................... 139
11.4
Werkveld Medische en psychologische dienstverlening ............................................................................... 140 Psychosociale dienstverlening ............................................................................................................................ 140 Medische dienstverlening ................................................................................................................................... 141
11.5
Werkveld Mobiliteit ..................................................................................................................................... 141
11.6
Werkveld Studentenwerking ........................................................................................................................ 141 Cultuur ................................................................................................................................................................ 141 Sport .................................................................................................................................................................... 141 Studentenverenigingen ....................................................................................................................................... 142 Netwerkvormende activiteiten ........................................................................................................................... 142
12
DUURZAAMHEIDSVERSLAG ARTEVELDEHOGESCHOOL 2014 ................................................... 143
LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN ................................................................................................. 144
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
11
1
ORGANISATIESTRUCTUUR
1.1
ORGANISATIESTRUCTUUR VAN DE ARTEVELDEHOGESCHOOL Van bij haar ontstaan heeft de Arteveldehogeschool gekozen voor een matrixstructuur van opleidingen, Arteveldehogeschooldiensten en -beleid en ‘Onderzoek en dienstverlening’. De opleidingen worden geleid door een opleidingsdirecteur, aangesteld door de Raad van Bestuur, met een - vernieuwbaar - mandaat van vier jaar. De opleidingsdirecteur rapporteert aan en wordt geëvalueerd door de algemeen directeur. De opleidingen ontwikkelen hun pedagogisch project binnen de contouren van het onderwijsconcept van de Arteveldehogeschool. Bij de opleidingen horen raden waarin alle belanghebbende partijen (stakeholders) vertegenwoordigd zijn. De diensten ondersteunen de opleidingen en werken mee het algemeen beleid uit. Ze worden geleid door een directeur (de directeur onderwijs en studentenbeleid, de administratief directeur en de directeur informatietechnologie en facilitair beheer); ook de algemeen directeur en de algemeen secretaris geven rechtstreeks leiding aan enkele diensten. De directeuren diensten en beleid worden aangesteld door de Raad van Bestuur, met een vernieuwbaar mandaat van vier jaar. Zij rapporteren aan de algemeen directeur, en worden geëvalueerd door de algemeen directeur als eerste evaluator en de voorzitter van de Raad van Bestuur als tweede evaluator. De algemeen directeur wordt aangesteld door de Raad van Bestuur, rapporteert aan de Raad van Bestuur, en wordt geëvalueerd door een commissie aangesteld door de Raad van Bestuur. De algemeen secretaris wordt aangesteld door de Raad van Bestuur, met een – vernieuwbaar – mandaat van vier jaar en staat de algemeen directeur bij. De algemeen secretaris rapporteert aan en wordt geëvalueerd door de algemeen directeur. De organisatiestructuur bevat naast de decretale organen en raden ook het directieoverleg (zie 1.2.3) en de Artevelderaad (zie 1.2.4 in dit Jaarverslag).
1.2
SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE CENTRALE BESTUURLIJKE ORGANEN De Algemene Vergadering De Algemene Vergadering is de vergadering van al de leden van de vzw Arteveldehogeschool. De samenstelling is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.1.1). De Algemene Vergadering is het hoogste gezag in de hogeschool en kan in alle ter bespreking voorgelegde kwesties een beslissing nemen. Artikel 11 van de statuten van de vzw Arteveldehogeschool bepaalt de bevoegdheden van de Algemene Vergadering. De statuten zijn opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.1.4). De algemeen secretaris van de Arteveldehogeschool is vast verslaggever van de Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering is gedurende het academiejaar 2013-2014 tweemaal samengekomen, namelijk op 28 oktober 2013 en op 10 april 2014. Naast de goedkeuring van het Jaarverslag 2013 en de Jaarrekening 2013, de begroting 2014 en de meerjarenbegroting 2015-2018, ging de aandacht vooral naar de positionering van de Arteveldehogeschool in de Associatie Universiteit Gent en naar de samenwerking met organisaties en CVO’s die HBO5-opleidingen aanbieden. Een gedetailleerd overzicht van de behandelde onderwerpen en genomen beslissingen is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.1.3).
De Raad van Bestuur De samenstelling van de Raad van Bestuur is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.2.1).
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
12
De Raad van Bestuur vertegenwoordigt alle bevoegdheden (met uitzondering van deze die de wet of de statuten uitdrukkelijk toekennen aan de Algemene Vergadering) en het gezag van de vzw Arteveldehogeschool. De Raad van Bestuur bepaalt tevens de algemene strategische beleidslijnen. De algemeen secretaris van de vzw Arteveldehogeschool is vast verslaggever van de Raad van Bestuur. In principe komt de Raad van Bestuur maandelijks samen. Tussen 14 oktober 2013 en 08 september 2014 is de Raad van Bestuur acht keer samengekomen. De vergaderdata, de behandelde onderwerpen en de door de Raad van Bestuur genomen beslissingen zijn opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.2.2 en 1.2.3).
Het Directieoverleg Het directieoverleg is het operationele orgaan dat, onder leiding van de algemeen directeur, belast is met de uitvoering van de beslissingen van de Raad van Bestuur en de voorbereiding van het beleid. Gedurende het academiejaar 2013-2014 vond het directieoverleg gemiddeld tweemaal per maand plaats, in aanwezigheid van: Johan Veeckman, algemeen directeur, voorzitter; Mia Van Coninckxloo, algemeen secretaris; Luc Smet, directeur informatietechnologie en facilitair beheer; Guido Galle, directeur onderwijs en studentenbeleid; Tomas Legrand, administratief directeur. De opdracht van het directieoverleg is: het uitwerken van het strategisch beleid op het operationele niveau; verrichten van beleidsvoorbereidend werk: voorbereiden van beleidsstandpunten voor de Raad van Bestuur; opvolgen van beslissingen genomen door de Raad van Bestuur; voorbereiden van onderwerpen die in de Artevelderaad en in het Forum Arteveldehogeschooldiensten behandeld worden; voorbereiden van onderwerpen die voor advies worden voorgelegd aan de Academische Raad, ter beslissing aan het Participatieforum, of die voor onderhandeling en protocollering aan het Hogeschoolonderhandelingscomité worden voorgelegd; voorbereiden standpunt Stuvoraad. De vergaderdata en de door het directieoverleg behandelde agendapunten zijn opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.3.2 en 1.3.3).
De Artevelderaad De Artevelderaad is het bestuurlijke orgaan waarvan de missie en de werking werden goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 26 april 2001 (RvB/2001/AB/10). De Artevelderaad bestaat uit de algemeen directeur, de algemeen secretaris, de directeuren diensten en beleid, de opleidingsdirecteuren en de directeur onderzoek en dienstverlening. De algemeen directeur zit de Artevelderaad voor. De Artevelderaad vergadert gemiddeld tweemaal per maand. De samenstelling van de Artevelderaad, de vergaderdata en de beslissingen genomen in het academiejaar 2013-2014, zijn opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.4.1, 1.4.2 en 1.4.3).
1.3
SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE DECENTRALE BESTUURLIJKE ORGANEN De Arteveldehogeschool beschikt niet over decentrale bestuurlijke organen.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
13
1.4
BEVOEGDHEIDSVERDELING TUSSEN DE VERSCHILLENDE BESTUURLIJKE ORGANEN De Algemene Vergadering is het hoogste beslissingsniveau van de hogeschool. De bevoegdheden van de Algemene Vergadering zijn statutair vastgelegd (artikel 11 van de statuten). De statuten zijn opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.1.4). De Raad van Bestuur is het tweede beslissingsniveau. Met uitzondering van de bevoegdheden die de wet of de statuten uitdrukkelijk toekennen aan de Algemene Vergadering wordt de algemene bevoegdheid van de Raad van Bestuur statutair vastgelegd (zie artikel 21 van de statuten). De statuten zijn opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.1.4). Het dagelijks bestuur van de Arteveldehogeschool werd op 21 februari 2005, in toepassing van de artikelen 40 tot 43 van de statuten, gedelegeerd aan de algemeen directeur. Het overzicht van de delegaties van bevoegdheid, verleend door de Raad van Bestuur aan de algemeen directeur, is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.2.4). In het directieoverleg vergadert de algemeen directeur met de directeuren diensten en beleid en met de algemeen secretaris, dit in opvolging van de beslissing van de Raad van Bestuur op 10 juni 2002 om – in een zuiver lijnmodel – de eindverantwoordelijkheid toe te kennen aan de algemeen directeur, bijgestaan door de leden van het directieoverleg. Aan de Artevelderaad is, ingevolge de goedkeuring van het document ‘Missie en werking van de Artevelderaad’ door de Raad van Bestuur, beslissingsbevoegdheid verleend over de materies met betrekking tot het opleidingsmanagement (zie 1.2.4 in dit Jaarverslag).
1.5
SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE INSPRAAK- EN MEDEZEGGENSCHAPSORGANEN De Academische Raad en het Participatieforum Aangezien de Arteveldehogeschool geen departementale structuur kent, en er bijgevolg geen departementale raden werkzaam zijn, worden de bevoegdheden van de Academische Raad beschreven in het huishoudelijk reglement van de Academische Raad, en dit in opvolging van de artikelen II.368 en II.372 van de Codex hoger onderwijs van 20 december 2013. Op 02 februari 2002 keurde de Academische Raad het huishoudelijk reglement goed. De geledingen in de Academische Raad verhouden zich als volgt: zes vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur (3/8); zes vertegenwoordigers van het personeel (3/8); vier vertegenwoordigers van de studenten (2/8). De samenstelling van de Academische Raad in het academiejaar 2013-2014 is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.5.1). In principe vergadert de Academische Raad om de twee maanden. De Academische Raad is gedurende het academiejaar 2013-2014 vijf keer samengekomen. De vergaderdata en de lijst van adviezen, uitgebracht door de Academische Raad gedurende het academiejaar 2013-2014, zijn opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.5.2 en 1.5.4). In opvolging van het ‘Decreet betreffende de rechtspositieregeling van de student’ van 19 maart 2004 werden door het hogeschoolbestuur, door de Academische Raad en door de Studentenraad (zie 1.5.2 in dit Jaarverslag) een aantal beslissingen genomen met betrekking tot de bevoegdheden inzake bepaalde materies. Dit heeft onder meer aanleiding gegeven tot het oprichten van het Participatieforum, en tot een wijziging van de bevoegdheden, opgenomen in het huishoudelijk reglement van de Academische Raad. Op 05 juli 2005 keurde de Academische Raad het gewijzigd huishoudelijk reglement goed. De samenstelling van het Participatieforum in het academiejaar 2013-2014 is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.5.1). Het Participatieforum is gedurende het academiejaar 2013-2014 vijfmaal samengekomen. Luc Faes, juridisch adviseur van de Arteveldehogeschool, treedt op als juridisch adviseur van het Participatieforum.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
14
De Studentenraad De Studentenraad wordt geïnformeerd over de materies die de studenten, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks, aanbelangen. Aan de Studentenraad wordt om advies verzocht over alle aangelegenheden die de studenten direct aanbelangen, in het bijzonder over: de onderwijs- en examenregeling; de kwaliteitsbewaking: de evaluatie van het onderwijzend personeel door de studenten. De Studentenraad is tevens bevoegd om uit eigen beweging advies uit te brengen. De samenstelling van de algemene Studentenraad academiejaar 2013-2014 is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.6.1).
Het Hogeschoolonderhandelingscomité (HOC) De bevoegdheden van het Hogeschoolonderhandelingscomité (HOC) zijn decretaal bepaald en opgenomen in het huishoudelijk reglement van het Hogeschoolonderhandelingscomité, goedgekeurd door het HOC op 15 oktober 2001 (HOC/2001/49). Het Hogeschoolbestuur informeert het Hogeschoolonderhandelingscomité via inlichtingen, verslagen en bescheiden, over materies opgesomd in art. V.244 van de Codex hoger onderwijs van 20 december 2013 en over de adviezen van de organen, eigen aan de hogeschool, zoals opleidingsraden en opleidingsadviesraden. In het HOC onderhandelen de gemandateerde vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur en de personeelsafgevaardigden: op basis van de artikelen 2 en 11 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; op basis van artikel V.244 van de Codex hoger onderwijs van 20 december 2013 over: de beschikkingen, voor zover niet wettelijk of decretaal vastgelegd, betreffende het administratief statuut, met inbegrip van de vakantie- en verlofregeling, de bezoldigingsregeling, de pensioenregeling, de betrekkingen met de vakorganisaties, de organisaties van de sociale diensten; de beschikkingen, algemene maatregelen van inwendige orde en algemene richtlijnen inzake het vaststellen van de personeelsformatie of de arbeidsduur en de werkorganisatie; bij consensus genomen besluiten van de Academische Raad voor zover ze consequenties hebben op de arbeidsomstandigheden van het personeel. De onderhandelingen, gevoerd tussen het hogeschoolbestuur en het Hogeschoolonderhandelingscomité, resulteren in een protocol. Dat kan zijn een: protocol van akkoord; protocol van gedeeltelijk akkoord; protocol van niet-akkoord; protocol van akkoord met opmerkingen. De algemeen secretaris van de Arteveldehogeschool is, in de functie van extern notulant, vast verslaggever van het Hogeschoolonderhandelingscomité. Een lid van de personeelsdelegatie treedt op als secretaris van het Hogeschoolonderhandelingscomité. Het Hogeschoolonderhandelingscomité vergadert in principe maandelijks. De samenstelling van het HOC, het overzicht van de vergaderdata gedurende het academiejaar 2013-2014 en de lijst van de afgesloten protocollen zijn opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.7).
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
15
1.6
HET COMITÉ VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK Een Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) is in Belgische ondernemingen met 50 of meer werknemers een vereist overlegorgaan. Het Comité, waarin vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers zetelen, speelt een rol in het beleid om het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk in de onderneming te bevorderen. De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk bevat in Hoofdstuk VIII de voorschriften met betrekking tot het toepassingsgebied, de oprichting, de samenstelling, de bevoegdheden, de werking en de overgang van onderneming en overname van activa. Het CPBW van de Arteveldehogeschool kwam negenmaal samen in 2013-2014. De samenstelling van het CPBW is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.8).
1.7
DECENTRALE BELEIDSONDERSTEUNENDE ORGANEN Van bij de oprichting van de Arteveldehogeschool werd voorzien dat in elke opleiding een opleidingsraad en een opleidingsadviesraad zouden functioneren. DE OPLEIDINGSRAAD
De opleidingsraad is paritair samengesteld uit verkozen vertegenwoordigers van het opleidingsteam en verkozen vertegenwoordigers van de studenten. Deze raad wordt voorgezeten door de opleidingsdirecteur. Elke geleding telt minimum drie en maximum acht leden. De werking van de opleidingsraad wordt als volgt omschreven: de opleidingsraad heeft recht op informatie over aangelegenheden met betrekking tot de opleiding en de opleidingscontext; de opleidingsraad neemt adviezen en vragen op vanuit de Artevelderaad, de Academische Raad, het directieoverleg, de Studentenraad, het opleidingsteam en het Comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW); de opleidingsraad neemt de adviezen van de opleidingsadviesraad op en toetst ze aan de opleiding; de opleidingsadviesraad informeert de Academische Raad, de Artevelderaad en het directieoverleg met betrekking tot opleidingsgebonden materies; de opleidingsraad kan overleggen en advies uitbrengen op niveau van de opleiding met betrekking tot: de algemene organisatie van de werk- en leefsfeer in de opleiding; de onderwijsregeling, het examenreglement en de tuchtregeling voor studenten; de organisatie van de examens; de organisatie van de opleiding en het opleidingstraject van studenten; de opleidingskalender; initiatieven in verband met de kwaliteitsbewaking en –verbetering. DE OPLEIDINGSADVIESRAAD
De opleidingsadviesraad bestaat uit afgevaardigden van het opleidingsteam en uit vertegenwoordigers en experts uit het werkveld. De opleidingsadviesraad heeft een dubbele functie: enerzijds zorgt de opleidingsadviesraad ervoor dat de studieprogramma’s die door de opleiding worden georganiseerd zo nauw mogelijk aansluiten bij de beroepspraktijk, waartoe zij opleiden; anderzijds zorgt de opleidingsadviesraad ervoor dat de opleiding het beoogde kwaliteitsniveau haalt bij de visitaties, voldoende de behoeften invult van de ondernemingen / overheden / afnemers en voldoende interesse opwekt bij potentiële studenten. Dit betekent dat de opleidingsadviesraad: de vergadering is waar de verschillende studie- of opleidingsprogramma’s getoetst worden aan de regelgeving en het werkveld;
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
16
advies geeft aan de opleidingsdirecteur met betrekking tot de samenstelling en het profiel van het opleidingsteam; de zorg heeft voor de kwaliteit van de opleiding; de opleiding adviseert over een toekomststrategie. Daarenboven: informeert de opleidingsadviesraad het directieoverleg over zijn werkzaamheden en bevindingen via de directeur onderwijs- en studentenbeleid; brengt de opleidingsadviesraad jaarlijks verslag uit van zijn werking en bezorgt hij een afschrift van het verslag aan de voorzitter van de Raad van Bestuur. De directeur onderwijsen studentenbeleid legt een synthese hiervan voor aan de Raad van Bestuur. De externe vertegenwoordiging van de opleidingsadviesraden wordt voorgelegd aan de Raad van Bestuur. Wijzigingen in de samenstelling van de geleding externe leden in de opleidingsadviesraden worden eveneens ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Bestuur.
1.8
BESCHRIJVING VAN DE WERKING VAN DE MEDEZEGGENSCHAPSORGANEN LIJST VAN ADVIEZEN EN PROTOCOLAKKOORDEN De werking van de Academische Raad, het Participatieforum, de Studentenraad en het Hogeschoolonderhandelingscomité is beschreven in 1.5.1, 1.5.2 en 1.5.3 in dit jaarverslag. De overzichten met adviezen, beslissingen en protocolakkoorden zijn, zoals vermeld, opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.5.4, 1.5.5 en 1.7.4).
1.9
COLLEGE VAN BEROEP INZAKE TUCHT De Raad van Bestuur richt in de vergadering van 25 januari 2001 een College van Beroep inzake tucht op. Op 26 april 2001 wordt de samenstelling van dit college, na onderhandeling in het Hogeschoolonderhandelingscomité, goedgekeurd door de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur besliste op 06 november 2006 om het College van Beroep inzake tucht de samenstelling te geven die door het VVKHO wordt aangeraden. Deze samenstelling van het College van Beroep inzake tucht wordt, na onderhandeling in het Hogeschoolonderhandelingscomité, goedgekeurd op 21 oktober 2002. De samenstelling van het College van Beroep inzake tucht is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.9). In het academiejaar 2013-2014 werd één casus behandeld.
1.10
COLLEGE VAN BEROEP INZAKE EVALUATIE De Raad van Bestuur richt in de vergadering van 25 januari 2001 een College van Beroep inzake evaluatie op. Op 26 april 2001 wordt de samenstelling van dit college, na onderhandeling in het Hogeschoolonderhandelingscomité, goedgekeurd door de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur besliste op 22 mei 2006 de samenstelling van het College van Beroep inzake evaluatie, na onderhandeling in het Hogeschoolonderhandelingscomité. De samenstelling van het College van Beroep inzake evaluatie is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.10). In het academiejaar 2013-2014 werden geen casussen behandeld.
1.11
PARTICIPATIE VAN DE ARTEVELDEHOGESCHOOL IN DE ASSOCIATIE UNIVERSITEIT GENT In het Jaarverslag 2001 van de Arteveldehogeschool is de beschrijving opgenomen van de voorbereidende gesprekken, de analyses, en het overleg die voorafgingen aan de beslissing van de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering van de Arteveldehogeschool van 20 september 2001 om een bestuurlijke associatie aan te gaan met de Universiteit Gent en om een intentieverklaring in die zin te ondertekenen. Gemandateerden van de Arteveldehogeschool, de Hogeschool Gent, de Hogeschool West-Vlaanderen en de Universiteit Gent ondertekenden op 18 februari 2002 de intentieverklaring om een bestuurlijke associatie voor te bereiden.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
17
Op 24 februari 2003 besliste de Raad van Bestuur van de Arteveldehogeschool voor te stellen aan de Algemene Vergadering van de Arteveldehogeschool om als stichtend lid van de vzw Associatie Universiteit Gent op te treden. De Algemene Vergadering van de Arteveldehogeschool bekrachtigde op 24 maart 2003 dit voorstel van de Raad van Bestuur. In de daaropvolgende maanden werden de afgevaardigden van het hogeschoolbestuur, van het personeel en van de studenten in de bestuursorganen van de Associatie Universiteit Gent aangesteld. De statuten van de Associatie Universiteit Gent werden op 29 april 2003 ondertekend. Daarmee was de vzw Associatie Universiteit Gent een feit. De statuten, de missie van de Associatie Universiteit Gent en de samenstelling van de bestuursorganen van de vzw Associatie Universiteit Gent, academiejaar 2013-2014 zijn opgenomen in de bijlagenbundel (zie Organisatiestructuur 1.11).
1.12
ARTEVELDELEERNETWERK De Vlaamse kwalificatiestructuur onderscheidt acht niveaus van beroeps- en onderwijskwalificaties: de professionele bachelorpleidingen (inclusief de BanaBa’s) van de Arteveldehogeschool leiden op tot een onderwijskwalificatieniveau 6, de masteropleidingen tot een niveau 7 en de opleidingen in het hoger beroepsonderwijs leiden op tot niveau 5. In opvolging van het ‘Decreet betreffende de versterking van het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen’ heeft de Arteveldehogeschool, vertegenwoordigd door haar algemeen directeur, onderhandeld met instellingen die HBO5-opleidingen aanbieden. Volgende onderwijsinstellingen en CVO’s die HBO5 aanbieden hebben voor een samenwerking met de Arteveldehogeschool gekozen: • CVO Vormingsleergang voor Sociaal Pedagogisch Werk, Gent (CVO VSPW) • vzw Instituut voor Verpleegkunde Sint-Vincentius, Gent (IVV) • vzw Hogere Beroepsopleiding voor Verpleegkunde Sint-Jan Sint-Jozef Brugge-Oostende (HBOV) • CVO Vrije Avondschool Zuid-Oost Vlaanderen (VAZOV) (vzw KISP), Mariakerke. Een beleidsgroep is opgericht en werkt de samenwerking ‘Arteveldehogeschool – HBO5’ uit; een aantal werkgroepen verkennen de mogelijkheden van de samenwerkingspartners rond bepaalde thema’s (bv. toelatingsbeleid, toetsbeleid, kwaliteitszorg). Er is een gezamenlijke visietekst uitgewerkt, en de intentieverklaringen tot samenwerken van de Arteveldehogeschool met de onderscheiden HBO5-partners is door de respectieve raden van bestuur goedgekeurd. De Arteveldehogeschool is de inhoudelijk coördinerende instelling van het samenwerkingsverband; een CVO zal de administratieve coördinatie op zich nemen. De samenwerking van de Arteveldehogeschool met HBO5-opleidingen opent perspectieven in twee richtingen: • mogelijkheden tot doorgroei van HBO5-afgestudeerden door het organiseren van verkorte trajecten en door het instroomprofiel van de professionele bacheloropleidingen (niveau 6) te laten aansluiten op het uitstroomprofiel van de HBO5-opleidingen (niveau 5); • mogelijkheden tot heroriëntering door studenten, die niet over het geschikte instroomprofiel beschikken of gaandeweg (in het eerste PBA-jaar) het niveau 6 niet aankunnen, te adviseren naar niveau 5 over te stappen (meer praktijk-georiënteerd). Op dinsdag 29 april 2014 vond de kick-off van het HBO5-samenwerkingsverband ‘Arteveldeleernetwerk’ plaats in de campus Kantienberg. De feestelijke zitting had als hoogtepunt: het plechtig ondertekenen van de samenwerkingsovereenkomst. Er werd een pagina op de website van de Arteveldehogeschool voorbereid met de voorstelling van de partners in het samenwerkingsverband en een toelichting van het opzet.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
18
2
ONDERWIJS
2.1
BELEIDSLIJN VOOR HET HOGESCHOOLONDERWIJS
2.1.1 Beleidsdoelen onderwijs Het onderwijsconcept bestaat uit drie delen: de zeven krachtlijnen met toelichting; het strategisch plan onderwijs- en studentenbeleid 2011-2015; de afgeleide operationele doelen voor diensten en opleidingen. Met de implementatie van het onderwijsconcept is vervolgens ook het strategisch plan onderwijs- en studentenbeleid geactualiseerd. De voorbereiding gebeurde al in de loop van het academiejaar 2010-2011, maar de finale afwerking werd in het voorjaar van 2012 gerealiseerd. Daarin werden de nieuwe strategische doelen geformuleerd over de periode 2011-2015. Het onderwijsconcept is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Onderwijs 2.1). Gedurende het academiejaar 2013-2014 werd het onderwijsconcept, inclusief het strategisch plan onderwijs- en studentenbeleid volop in praktijk gebracht. Tevens werd een ‘Beleidsplan 2011-2015’ ontwikkeld voor de dienst studentenadministratie, dienst studentenvoorzieningen, dienst studieadvies, dienst mediatheken en de dienst onderwijsontwikkeling & internationalisering. Er was een intense samenwerking bij het uitschrijven van het beleidsplan met de dienst professionalisering. Telkens werden strategische doelen, kritische succesfactoren, indicatoren en streefwaarden per strategisch doel vastgelegd. De Arteveldehogeschool heeft ervoor gekozen de krachtlijnen van het onderwijsconcept verder te verfijnen in functie van het profiel dat de Arteveldehogeschool zich wil aanmeten in het Vlaamse hoger onderwijslandschap. Er zijn nieuwe accenten gelegd en de sterktes worden verder uitgediept. De belangrijkste wijzigingen situeren zich voornamelijk op de meer prominente aanwezigheid van het werkveld, de expliciete vermelding van internationalisering en de verwijzing naar de aandacht die de Arteveldehogeschool wil besteden aan waardeoriëntatie en persoonlijke groei. De zeven krachtlijnen zijn de volgende: Het onderwijs is studentgeoriënteerd; de opleidingsprogramma’s zijn toegankelijk, flexibel, gedifferentieerd en gericht op levenslang leren. Het onderwijs is competentiegericht; de opleidingsprogramma’s faciliteren competentieverwerving en stimuleren actief, zelfstandig en samenwerkend leren. Het onderwijs is gericht op professionaliteit; de opleidingsprogramma’s zijn gericht op maatschappelijke ontwikkelingen en op de behoeften van het werkveld. Het onderwijs is inhoudelijk van goed niveau; de opleidingsprogramma’s hebben een wetenschappelijke en innovatieve onderbouw. Het onderwijs is didactisch en pedagogisch kwalitatief van goed niveau; de opleidingsprogramma’s zijn transparant en evenwichtig. Het onderwijs integreert een internationale dimensie; de opleidingsprogramma’s zijn gericht op internationale samenwerking en uitwisselbaarheid. Het onderwijs is waardegeoriënteerd en persoonsgericht; de persoonlijke en professionele groei van de student staat centraal. De onderstaande doelen bleven ook in het academiejaar 2013-2014 onze aandacht vragen: consolideren en garanderen van kwaliteitsvolle, competentiegerichte en studentgerichte opleidingsprogramma’s; uitbouwen van een gediversifieerd en flexibeler onderwijsaanbod voor studenten; realiseren van een kansrijke begeleiding bij instroom, doorstroom en uitstroom van studenten; streven naar excellentie door alle opleidingen. Er werd in de loop van het academiejaar 2013-2014 extra aandacht besteed aan onderwijsonderzoek: het instroomonderzoek, het doorstroomonderzoek en de zogenaamde speerpuntonderzoeken die de opleidingen in staat moeten stellen hun onderwijskundige innovaties af te toetsen
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
19
en bij te sturen. Daarnaast werd de onderwijsadministratie en studentenadministratie verder functioneel ontwikkeld en werd er gewerkt aan initiatieven die onder de noemer ‘onderwijskundige kwaliteitszorg’ ressorteren. Het trajectbeheer, de trajectcoaching, de leercoaching, de zorgcoaching voor doelgroepstudenten, de taalcoaching, de alumniwerking, de coaching van de studentenvertegenwoordigers en de ombudswerking voor studenten werden via structureel intern overleg en expertisedeling instellingsbreed versterkt. Het begeleidingskader voor studenten (begeleiding op maat) is uitgegroeid tot een sterk keurmerk van de Arteveldehogeschool. De fora, als overlegorgaan actief in de verschillende beleidsdomeinen die betrekking hebben op onderwijs en studenten (ombudswerking, trajectbeheer, trajectcoaching, leercoaching, zorgcoaching, studentenparticipatie, uitstroom en alumni, taalcoaching, onderwijsontwikkeling, professionalisering, digitaal leren & ICT, internationalisering), fungeren als belangrijke overlegstructuren aan de Arteveldehogeschool. Gezien de snelheid en de toenemende complexiteit waarmee het hoger onderwijs evolueert, vergt de nood aan bundeling van competenties en expertise, en aan uitwisseling van ervaringen en knelpunten, immers alle aandacht. Om de inzet van de betrokkenen zichtbaar te maken en het belang van hun opdracht in de verf te zetten werden door de dienst HRM, in samenwerking met deze fora, functieprofielen voor al deze opdrachthouders vastgelegd, zodat er een instellingsbrede consensus bestaat over het invullen van deze cruciale taken (zie bijlagenbundel Onderwijs 2.3). Deze fora hebben zowel een beleidsvoorbereidend als een beleidsuitvoerend karakter. De digitale leeromgeving Chamilo, de mediatheekwerking, maar ook de verruiming van het onderwijsaanbod en van de modeltrajecten, de instrumenten en hulpmiddelen voor onderwijsonderzoek en –ontwikkeling, de talrijke vormingsmomenten voor lesgevers en de voortdurende groei van het studentenaantal, geven dynamiek aan de onderwijsprocessen. In alle opleidingen en in nagenoeg alle opleidingsonderdelen vervult Chamilo als digitale leeromgeving een cruciale rol. De implementatie van Chamilo bij meer dan duizend medewerkers en meer dan twaalfduizend studenten wordt daarom ook sterk begeleid door de medewerkers van de dienst onderwijsontwikkeling & internationalisering.
2.1.2 Mate waarin de beleidsdoelen onderwijs gehaald worden Elke krachtlijn van het onderwijsconcept bestaat uit een korte toelichting en motivering, telkens gevolgd door concrete opdrachten die richtinggevend zijn voor de onderwijskwaliteit en de onderwijsontwikkeling in elk van de opleidingen. De opleidingen hebben hun afgeleide richtinggevende beleidsdoelen en hun concrete ijkpunten zo geformuleerd dat het mogelijk wordt om de realisatie van deze beleidsdoelen in de opleiding te toetsen aan het opleidingsprogramma, de opleidingsorganisatie en uiteindelijk de onderwijsuitvoering. Deze ijkpunten zijn een meetbare vertaling van de gekozen beleidsdoelen. De ijkpunten kunnen een weergave zijn van de kwaliteitsnormen die reeds aanwezig zijn en die de Arteveldehogeschool wenst te behouden, of concrete doelen die een opleiding op middellange termijn wenst te realiseren. In dat laatste geval is het belangrijk om aan te geven op welke termijn de ijkpunten bereikt moeten worden. Elke opleiding beschrijft daartoe de beginsituatie onder elke krachtlijn en tracht aan te geven welke randvoorwaarden noodzakelijk zijn voor de realisatie van haar opleidingsgebonden beleidsdoelen. Een concrete invulling van een actieplan per academiejaar geeft een belangrijke sturing aan de inzet van mensen en middelen. Terugkoppeling en evaluatie zijn essentieel voor een duurzaam verbetertraject. Hierbij biedt de medewerking van de studentenvertegenwoordigers in de Opleidingsraden (zie 1.6 in dit Jaarverslag) en in de Studentenraad Arteveldehogeschool (SRA, zie 1.5.2 in dit Jaarverslag) een belangrijke meerwaarde. Onder impuls van de dienst O&I werkte de Arteveldehogeschool tijdens het AJ 2013-2014 aan de volgende beleidsdoelen: de implementatie van een nieuwe digitale leer- en werkomgeving (Chamilo) voor studenten en lesgevers waarbij zij gebruik kunnen maken van ontwikkelingen in de digitale didactiek;
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
20
de ontwikkeling van een zorgvuldige intake van nieuwe studenten, bijvoorbeeld via een periode van proefstuderen of een screening van leerstijlen, taalvaardigheden, studievaardigheden en vakkennis bij instroom; steeds meer gebruiken de opleidingen (bv. vroedkunde, logopedie en audiologie, creatieve therapie, leraar lager onderwijs) een intakeprocedure ter ondersteuning van de oriëntatie van de studenten naar een passend opleidingstraject; de verdere ontwikkeling van een digitaal studentvolgsysteem (SVS); de permanente onderwijskundige professionalisering; een stimuleringsbeleid op het gebied van internationalisering zodat meer studenten en medewerkers een internationale ervaring kunnen inbrengen in hun competentieontwikkeling; het inzetten van speerpuntonderzoeken in diverse opleidingen teneinde de kwaliteit van onderwijsvernieuwingen te verhogen; de toepassing van mogelijkheden van ‘peer-assisted learning’; de toepassing van resultaten van het Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek (PWO) in de opleidingsprogramma’s; het versterken van de band met de alumni van de diverse opleidingen; het slagkrachtiger maken en valoriseren van studenteninspraak; het integreren van het aspect duurzame ontwikkeling in de opleidingsprogramma’s en competentieprofielen; het verhogen van het studierendement; de talentontwikkeling en profilering voor studenten; de ontwikkeling van Engelstalige opleidingsonderdelen; de versterking van het Leernetwerk met het secundair onderwijs; de vormingsinitiatieven voor studiekeuzebegeleiders a.d.h.v. www.klaarvoorhogeronderwijs.be; het verder implementeren van het diversiteitsbeleid voor studenten; de ontwikkeling van nieuwe studentenhuisvesting als cruciale factor in de internationale studentenmobiliteit; de verbinding en wederzijdse versterking van onderwijs, onderzoek en dienstverlening; de visieontwikkeling m.b.t. een institutional repository; de keuze van China als strategische partnerregio; de bundeling van expertise uit de domeinen internationalisering enerzijds en onderzoek en dienstverlening anderzijds; de verbetering van het begeleidingskader voor inkomende uitwisselingsstudenten; de verkenning van de mogelijkheden van zgn. blended learning.
2.1.3 Beleidsdoelen onderwijs voor de komende academiejaren De realisatie van het onderwijsconcept en de afgeleide opleidingsconcepten blijft een prioritair doel van de Arteveldehogeschool. Deze opdracht is sterk verbonden met de uitvoering van het strategisch instellingsplan 2011-2015. Daarbij is vooral gefocust op drie beleidsdomeinen: onderwijs en studentenbeleid, beleid internationalisering en beleid netwerking en werkveld. Het instellingsbrede onderwijsconcept, de beleidsplannen van de diensten en de opleidingsplannen vormen voor de Arteveldehogeschool een leidraad doorheen de onderwijskundige ontwikkelingen. De komende jaren zullen ongetwijfeld sterk beïnvloed worden door de verdere herstructurering, de rationalisatie van het onderwijsaanbod in Vlaanderen en de toenemende dynamiek in de Europese ruimte voor hoger onderwijs. Deze wijzigingen zullen een grote impact uitoefenen op de beleidslijnen en de werking van de Arteveldehogeschool. Daarnaast zullen ook de evoluties met betrekking tot het hoger beroepsonderwijs (HBO5), de internationale samenwerking, de mogelijkheden van open en afstandsleren, de taalregeling in het hoger onderwijs, het Stuvodecreet en de Vlaamse kwalificatiestructuur een belangrijk effect hebben op de werking en de profilering van de Arteveldehogeschool. Ook de voorbereiding van de instellingsreview van de NVAO in september 2016 vergt een sterke focus van alle opleidingen en diensten.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
21
Los van deze ontwikkelingen blijft de Arteveldehogeschool zich tot doel stellen dat de studenten in hun studieloopbaan voldoende coaching verdienen ten einde hun studie succesvol en levensvormend te kunnen doorlopen. Deze doelstelling wordt door de visitatiecommissies doorgaans zeer positief beoordeeld. De Arteveldehogeschool blijft zich inspannen om aan specifieke doelgroepen van studenten maximale kansen te geven. Het beleid van diversiteit en gelijke kansen wordt weergegeven in het strategisch plan diversiteit en gelijke kansen 2010-2015 (zie bijlagenbundel Onderwijs 2.4). In dat kader werd, naar aanleiding van het Aanmoedigingsfonds, op 10 juni 2008 een beheersovereenkomst met de overheid afgesloten (zie bijlagenbundel Onderwijs 2.5). Deze beheersovereenkomst werd op 30 november 2011 geactualiseerd en geconcretiseerd in een operationeel actieplan voor het kalenderjaar 2012, 2013 en 2014. Via initiatieven als de EVC- en EVK-procedure, het bekwaamheidsonderzoek voor kandidaat-studenten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen, het tweede startmoment in februari en de studietrajecten voor werkstudenten wordt werk gemaakt van een flexibele toegang. De heroriënteringprocedure, trajecten op maat en faciliteiten voor ‘doelgroepstudenten’ bieden flexibiliteit aan bijvoorbeeld studenten met een functiebeperking, werkstudenten of studenten die topsport beoefenen. In het AJ 2013-2014 gaat het over ongeveer duizend doelgroepstudenten die via de zorgcoaches en docenten aandacht en begeleiding ontvangen. Op niveau van de Associatie Universiteit Gent bevorderen de Afstudeerbeurs en een opleidingsdatabank de doorstroommogelijkheden tussen de partnerinstellingen. Steeds meer gediplomeerden van de Arteveldehogeschool volgen een schakelprogramma met het oog op een aansluitend masterprogramma. De Arteveldehogeschool zal tijdens het AJ 2014-2015 proactief en doordacht verder werken aan de volgende beleidsdoelen: de ontwikkeling van een globaal toetsbeleid voor de hele Arteveldehogeschool; de ontwikkeling van een leidraad voor studiematerialen met een hoge studeerbaarheid; de samenwerking met Centra voor VolwassenenOnderwijs (CVO) bij het ontwerpen van doorstroommogelijkheden en leertrajecten op maat, ook in het kader van het HBO5-decreet; het realiseren van praktijkgericht onderwijsonderzoek; de communicatie van een instellingsbreed begeleidingskader voor studenten; het voorbereiden van internationale netwerken met instellingen hoger onderwijs; de verruiming van het aanbod postgraduaatopleidingen; de concrete voorbereiding van nieuwe criteria voor het toekennen van de graad van verdienste; de voorbereiding van een nieuw strategisch instellingsplan 2015-2019; de ontwikkeling van excellentietrajecten voor studenten; de vernieuwing van de academische kalender in het HO.
2.2
KWALITEITSZORG IN HET HOGESCHOOLONDERWIJS Omschrijving stelsel interne kwaliteitszorg De Arteveldehogeschool heeft een jarenlange traditie in het uitbouwen van een intern kwaliteitszorgsysteem in haar organisatie, zowel in de kernprocessen als in de ondersteunende processen, en zowel in de diensten als in de opleidingen. Van bij het ontstaan van de Arteveldehogeschool neemt kwaliteitszorg in de missie een prominente plaats in. Het kwaliteitsmodel is gestoeld op het EFQM-model, waarbij de belanghebbenden actief betrokken worden bij de uitbouw van het systeem. Als uitgangspunt geldt dat excellente resultaten boeken mogelijk wordt door het voortreffelijk beheren van de organisatie, door een sterk leiderschap dat het beleid en de strategie stuurt en medewerkers de mogelijkheid biedt tot participatie, door partnerschappen af te sluiten en door middelen en processen vakkundig te beheren. Dit uit zich in een diepgewortelde kwaliteitscultuur op alle echelons van de organisatie.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
22
Het doorlopen van de PDCA-cirkel in alle processen en op alle niveaus geeft aanleiding tot voortdurend verbeteren. Het intern kwaliteitszorgsysteem wordt opgebouwd rond de vier kerntaken van kwaliteitszorg namelijk: kwaliteitsbepaling, kwaliteitsborging, kwaliteitsverbetering en kwaliteitsverantwoording. Het kwaliteitsbeleid dat gevoerd wordt in de opleidingen en diensten dient bovendien te worden afgestemd op de externe ontwikkelingen m.b.t. het nieuwe accreditatiestelsel.
2.2.1.1
2.2.1.2
1
Kwaliteitsbepaling Alles start vanuit het strategisch plan van de instelling, gebaseerd op de missie, de visie en de waarden die de Arteveldehogeschool nastreeft. De meer concrete uitwerking van dit strategisch plan gebeurt door middel van de ‘strategische plannen beleidsdomeinen’. Deze 10 domeinen betreffen onderwijs- en studentenbeleid, organisatie- en personeelsbeleid, beleid onderzoek en dienstverlening, beleid ICT, beleid infrastructuur, middelenbeleid, beleid internationalisering, beleid werkveld en netwerking, communicatiebeleid en kwaliteitsbeleid. In de strategische plannen van de beleidsdomeinen wordt ook de kwaliteitsbepaling van de instelling uitgewerkt. Dit betekent dat er kritische succesfactoren en indicatoren met streefwaarden bepaald zijn, die inherent deel uitmaken van die strategie. Opleidingen en diensten hebben als taak in hun strategische plannen (opleidingsplannen/beleidsplannen), naast een afwikkeling van de ‘strategische plannen beleidsdomeinen’, ook een eigen kwaliteitsbepaling uit te werken. Deze is uiteraard afgestemd op de kwaliteitsbepaling van de instelling, maar opleidingen kunnen, in het kader van een eigen bijzonder kwaliteitskenmerk of van een specifieke opleidingsstrategie, kiezen deze streefwaarden strenger te maken en/of er een aantal criteria aan toe te voegen, afhankelijk van hun eigen strategie die in de lijn ligt van de strategie van de instelling. Jaarlijks worden uit deze beleidsplannen en opleidingsplannen kwaliteitsplannen afgeleid. De kritische succesfactoren, indicatoren en hun streefwaarde worden verder geoperationaliseerd (zie verder: 2.2.1.4 Kwaliteitsverantwoording). Kwaliteitsborging Kwaliteitsborging wordt verzekerd door op hogeschoolniveau te werken aan de ontwikkeling van procedures/instructies/handleidingen/gidsen, die alle goede werkpraktijken vastleggen die in de hogeschool (in de diensten en in de opleidingen) bestaan. Op deze manier kan de hogeschool continuïteit in het bereiken van de kwaliteit garanderen. Wanneer een bepaald proces eenmaal wordt aangepakt, wordt een KVT (kwaliteitverbeterteam) samengesteld waarbij alle belangrijke actoren voor dit proces vertegenwoordigd zijn. Het proces wordt geoptimaliseerd en daarna geëxpliciteerd in procedures en documenten. In de voorbereiding van de instellingsreview werd een lijst van processen opgesteld die op basis van een strikte planning systematisch worden gedocumenteerd. De procedures zullen een plaats krijgen in Dinar1, het documentmanagementsysteem, (zie verder 2.2.1.3 ‘Kwaliteitsverbetering’), dat de hogeschool momenteel uitwerkt. Een ERP-systeem wordt eveneens ontwikkeld om de digitale documentenstroom te faciliteren en te beheren. In de opleiding wordt de kwaliteitsborging vooral verzekerd door de ontwikkeling van gidsen, zoals de opleidingsgids, de gids voor de bachelorproef, de stagegids ... die de goede werkpraktijken voor studenten beschrijven. De voortdurende zorg die uitgaat naar de ontwikkeling van studentvriendelijk studiemateriaal garandeert eveneens de kwaliteitsborging van de opleidingsprogramma’s. De kwaliteit van de communicatie naar studenten wordt geborgd door de verslaggeving van opleidingsraden, participatieorganen en andere werkvergaderingen waarin studenten betrokken zijn. Alle documenten zijn raadpleegbaar op Dinar. De dienst IKZ heeft in academiejaar 2013-2014 de borging van de processen in het kader van de instellingsreview volgens planning verder uitgevoerd.
Dinar: digitaal geïntegreerd netwerk van de Arteveldehogeschool
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
23
2.2.1.3
2
Kwaliteitsverbetering Naast kwaliteitsbepaling en kwaliteitsborging heeft kwaliteitszorg een derde belangrijke kerntaak, namelijk instaan voor de kwaliteitsverbetering of de verbeterdynamiek van de hogeschool, de diensten en de opleidingen. Kwaliteitszorg moet structuren en systemen implementeren die de verbeterdynamiek initiëren en opvolgen met het doel verbetering en innovatie te realiseren. In deze verbeterdynamiek stelt de hogeschool twee grote bewegingen vast: de top-down verbeterdynamiek die ontstaat vanuit de ‘top’ (de directie, maar dat kan ook extern zijn bv. de overheid ... ), en de bottom-up beweging die ontstaat vanuit de vraag en de zorg van alle belanghebbenden. op niveau van de opleidingen De top-down beweging vertrekt van de missie, de visie en het onderwijsconcept van de Arteveldehogeschool. Het onderwijsconcept van de hogeschool wordt vertaald in het opleidingsconcept van de opleiding. Dit opleidingsconcept is toekomstgericht; bijgevolg is er nood aan planning om tot realisatie te komen. Op basis hiervan en vanuit de strategische doelen van de beleidsdomeinen, die geformuleerd zijn met het oog op de realisatie van het strategisch instellingsplan, wordt bottom-up een opleidingsplan opgesteld. Het opleidingsplan is het strategisch plan van de opleiding en geeft de middellange- en langetermijndoelen weer. Uit het opleidingsplan wordt jaarlijks een kwaliteitsplan opgesteld. De operationele doelen op korte termijn worden hierin opgesomd. Een medewerker, een bestaande werkgroep of een nieuw opgericht kwaliteitverbeterteam (KVT) krijgt de opdracht om één of meerdere van deze doelen te realiseren. Van de doelen in het kwaliteitsplan wordt verwacht dat ze binnen het academiejaar behaald worden. Op het einde van het academiejaar wordt het kwaliteitsplan geëvalueerd. op niveau van de diensten De kwaliteitsverbetering van de diensten wordt eveneens volop uitgebouwd. In de diensten groeit er een sterke kwaliteitscultuur, en net zoals in de opleidingen is ook hier zowel de topdown als de bottom-up beweging actief. De diensten hebben een beleidsplan uitgeschreven en hebben bepaald wat de langetermijndoelen zijn voor de dienst. Bij de jaarlijkse opmaak van de budgetten wordt door elk lid van het directieoverleg gepeild naar de doelstellingen van zijn/haar diensten voor het betreffende academiejaar. Bij deze doelstellingen worden prioriteiten gelegd i.f.v. de budgetmogelijkheden. Dit jaar en nog de komende jaren wordt gewerkt aan de verdere uitbouw van de operationalisering van het kwaliteitsbeleid. Diensten participeren actief in de KVT’s. De voorbije jaren werd steeds gebruik gemaakt van signaaldoelen om verbetervoorstellen vanuit de opleiding (bottom-up beweging) aan de diensten door te geven. Dit zijn verbeterdoelen die in de opleidingen als prioritair worden beschouwd, maar niet in de opleidingen kunnen uitgewerkt worden omdat deze buiten hun bevoegdheidsdomein liggen. Ook de fora spelen een belangrijke rol in het signaleren van verbeterinitiatieven naar de diensten. In de toekomst zal het verder operationaliseren van de verbeterdynamiek in de diensten nog meer expliciete aandacht krijgen. De opmaak, uitvoering en opvolging van kwaliteitsplannen zal ook in de werking van de diensten worden opgenomen. Bij de bottom-up verbeterdynamiek kiezen de Arteveldehogeschool, haar opleidingen en diensten ervoor om zich vooral op het intern onderzoek bij de belanghebbenden (studenten, medewerkers, afgestudeerden en werkveld) te baseren, en op het betrekken van de belanghebbenden bij IMPROVE om kwaliteitsverbetering te detecteren. Ook de interne verbeterdynamiek, die eigen is aan de organisatiecultuur, geldt als een belangrijke bron voor het genereren van verbeterprojecten. Naast het IMPROVE2-instrument worden andere resultaten van onderwijsevaluaties, tevredenheidsonderzoeken over studiebegeleiding of andere interne onderzoeken gebruikt om verbeterdoelen op te stellen, die eveneens in het opleidings- en kwaliteitsplan zijn opgenomen. De dienst integrale kwaliteitszorg heeft gewerkt aan een digitaal systeem voor het registreren, plannen en opvolgen van verbetersuggesties en verbeterdoelen, genaamd AKWARIS (Arteveldehogeschool KWAliteitszorg Registratie- en InformatieSysteem), dit ter ondersteuning van de kwa-
IMPROVE: EFQM-gebaseerd instrument voor kwaliteitsontwikkeling in het hoger onderwijs
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
24
liteitswerking. Met AKWARIS wordt de bestaande werkwijze gedigitaliseerd waardoor een accurate registratie van verbeterdoelen en opvolging van de realisatie ervan mogelijk wordt. Het systeem staat op het digitaal platform klaar om geïmplementeerd te worden. De dienst IKZ heeft in academiejaar 2013-2014 i.s.m. de opleidingen de geplande interne onderzoeken gerealiseerd, die in de langetermijnplanning tot 2019-2020 werden vastgelegd, zowel hogeschoolbreed als in de opleidingen.
2.2.1.4
Kwaliteitsverantwoording De vierde kerntaak van kwaliteitszorg is gericht op verantwoording en rapportering enerzijds intern naar de hogeschooldirectie en anderzijds naar de overheid over de kwaliteitsborging en de kwaliteitsverbetering. Er wordt een nieuw managementinformatiesysteem uitgebouwd. Deze in hoofdzaak interne kwaliteitsverantwoording zal zich vooral richten op de indicatoren in relatie tot hun streefwaarden die gerelateerd zijn aan de strategische doelstellingen van zowel de instelling in haar geheel als de opleidingen en de diensten. Meerdere ‘dashboards’ zullen worden opgesteld die snel een weergave geven van belangrijke, soms meermaals per jaar op te volgen kwantitatieve indicatoren. In verband met de kwaliteitsverantwoording naar de overheid is vooral de visitatieprocedure van kracht. De dienst integrale kwaliteitszorg (IKZ) begeleidt die visitatieprocedure in de opleidingen. Ze heeft daartoe een draaiboek ontwikkeld om de opleiding in raad en daad bij te staan. Ook een duidelijke timing en taakafbakening worden geëxpliciteerd voor alle betrokkenen. De visitatieprocedure wordt in verschillende procedures, documenten en formulieren geëxpliciteerd ter ondersteuning van de opleidingen en de diensten. Deze zullen ook ter beschikking staan op het Dinar-platform. Ter voorbereiding van de visitatie zullen de documenten (die hiervoor worden verzameld) op het Dinar-platform worden samengebracht en up-to-date gehouden, zodat dit steeds voorhanden is in elke opleiding en dienst. De follow-up van de aanbevelingen uit een vorig visitatierapport of van de instellingsaudit kan worden opgevolgd in AKWARIS. In de Raad van Bestuur van 15 maart 2010 is beslist om de accreditatiescan systematisch te gebruiken als startpunt bij het opmaken van het zelfevaluatierapport. De accreditatiescan van het PROSE-netwerk laat toe om na te gaan of een opleiding ‘accreditatiewaardig’ is. Het biedt een sterkte-zwakteanalyse op de belangrijkste beoordelingsaspecten bij de accreditatie van een opleiding volgens het beoordelingskader van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). De volgende domeinen zijn in de accreditatiescan opgenomen: afstemming opleidingsprogramma, studieomvang, studiemateriaal en onderwijsmiddelen, evaluatie, stage en praktijkleerervaring, eindwerken en masterproeven, onderwijsresultaten, personeel en voorzieningen, kwaliteitszorg. Dit wordt verder besproken in het hoofdstuk 2.2.3 in dit Jaarverslag. De opstart van de visitatie-accreditatiecyclus is een belangrijke mijlpaal in de opleiding. Iedere medewerker en student wordt hierover geïnformeerd. Het werkveld en de stageplaatsen worden betrokken. Het identificeren van de sterktes en zwaktes zijn een resultante van de vele evaluaties die via IMPROVE-sessies en interne onderzoeken gedetecteerd worden. De instroom-, doorstroom- en uitstroomindicatoren van studenten, en andere indicatoren die door diensten ter ondersteuning van de opleiding worden aangeleverd zoals bv. deelname aan professionaliseringsactiviteiten ... worden gescreend op tendensen. Het opstellen van de zelfevaluatie wordt, uit zorg voor het bewaken van de werkdruk bij het opleidingsteam, toevertrouwd aan de redacteur van het zelfevaluatierapport (ZER), maar alle medewerkers worden betrokken bij de definitieve inhoud en vormgeving van de zelfevaluatie. De dienst IKZ heeft de betrokken opleidingen ondersteund bij de voorbereiding van hun zelfevaluatierapport en van het visitatiebezoek en alle andere stappen die voorafgaand zijn aan de publicatie van het visitatierapport (zie 1.1.4).
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
25
Kwaliteitszorg in de opleidingen De opleidingen plannen de realisatie van de belangrijke componenten van hun beleid via hun operationele doelen. Een aantal van deze operationele doelen wordt door vrijwel alle opleidingen centraal geplaatst; daarnaast stellen de opleidingen een behoorlijk aantal opleidingseigen operationele doelen voorop. Hierbij laten de opleidingen zich inspireren door de krachtlijnen van het onderwijsconcept, door de objectieven van het strategisch instellingsplan en afgeleide strategische plannen van de beleidsdomeinen, door het opleidingsplan en door de grote veranderingen die zich in het landschap hoger onderwijs en bijgevolg in de evolutie van de opleiding, het curriculum, de onderwijsorganisatie … voordoen. Operationele doelen, afgeleid uit evaluaties en uit intern onderzoek, en in opvolging van de in de visitatierapporten geformuleerde aanbevelingen en suggesties, en heel opleidingsspecifieke doelen, vervolledigen het geheel. Per beleidsdomein worden - exemplarisch - enkele (realisaties van) relevante verbeterdoelen vermeld. Deze doelen worden gerealiseerd i.s.m. bestaande werkgroepen of nieuw opgezette KVT’s (kwaliteitverbeterteams). Een volledig overzicht van de verbeterdoelen, door diensten/opleidingen geselecteerd voor het academiejaar 2013-2014 is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Onderwijs 2.6.1). ALGEMEEN OPLEIDINGSBELEID
De opleidingsprogramma’s voor de afstudeerrichtingen versterken met toevoeging en verduidelijking van de afstudeerspecifieke leerresultaten In een opleiding een organisatiestructuur implementeren op maat van het nieuwe curriculum: per schijf is er een jaarverantwoordelijke die in onderlinge afstemming het beleid operationaliseert en de kwaliteit waarborgt binnen het betreffende opleidingsjaar. ONDERWIJSBELEID: ONDERWIJSONTWIKKELING EN ONDERWIJSAANBOD Een vernieuwd concept kunnen aanbieden bij de begeleiding van studenten op stage ter verhoging van de efficiëntie, zowel voor de student, de stagementor als de stagebegeleider. De curricula herzien en bijgewerken, aangepassen waar nodig, rekening houdend met de adviezen van de vakgroepen, OR [opleidingsraad] waar de studenten uit de verschillende richtingen zijn vertegenwoordigd, en de OAR [opleidingsadviesraad] waar het werkveld en alumni vertegenwoordigd zijn. BELEID INTERNATIONALISERING
De opleiding neemt initiatieven rond internationale benchmarking met wederzijdse uitwisseling van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. Staff Mobility in het kader van internationalisering verder ontwikkelen. Een paar docenten hebben zich kandidaat gesteld. Partnersinstituten zijn geïdentificeerd. PRAKTIJKGERICHT WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK (PWO) Op het intranet een vernieuwde rubriek ontwikkelen met informatie over onderzoek en dienstverlening. Via professionalisering van de bachelorproefbegeleiders en via een meer expliciete afstemming tussen het opleidingsonderdeel onderzoeksmethodologie en het proces van bachelorproef verder werken aan de optimalisering van de bachelorproef binnen het nieuwe curriculum. MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
Relaties op langere termijn opbouwen met het werkveld. Vraaggestuurde vormingstrajecten opnemen en procedure uitwerken.
STUDENTENBELEID
Instroombegeleiding ▫ Aan de kandidaat-studenten exploratiegesprekken aanbieden om te peilen naar hun talenten, met het oog op de job en de opleiding.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
26
▫
De mogelijke trajecten tussen HBO5-opleidingen en de eigen opleiding exploreren met het oog op de ontwikkeling van een matrix voor onderlinge doorstroom en het verder verkennen van samenwerkingsverbanden. Doorstroombegeleiding ▫ De studenten door middel van een volledig taakoverzicht per schijf tot een betere planning van hun studie laten evolueren. ▫ De nodige tools om de studeerbaarheid van zijn/haar studiemateriaal (digitaal) te screenen ter beschikking stellen van iedere docent. Uitstroombegeleiding ▫ Netwerkevent organiseren naar aanleiding van diplomering eerste groep afgestudeerden om het profiel te verduidelijken en zo werkgevers en koepels te informeren over tewerkstellingskansen. ▫ Naast de afstudeerbeurs een open aanbod aan sollicitatietraining voorzien.
PERSONEELSBELEID
-
Algemeen personeelsbeleid ▫ Verbeterdoel OMT: de organisatiestructuur van de groter wordende opleiding bijstellen zodat efficiënt kan worden samengewerkt met behoud van betrokkenheid. ▫ Het taakverdelingssysteem, dat tot doel heeft een transparante en billijke verdeling van de taken voor docenten en opdrachthouders te beschrijven, verder stroomlijnen. Professionalisering ▫ De kwaliteit van het cursusmateriaal laten controleren en beoordelen door de lesgevers zodat ze gerichte stappen kunnen ondernemen om de kwaliteit van het cursusmateriaal te verhogen. Verdere implementatie van de digitale tool ‘screenen studeerbaar cursusmateriaal’. ▫ Interne demo-sessies organiseren van apps die interessant kunnen zijn. Tijdens interne professionaliseringsmomenten verder werken rond digitalisering en het gebruik van de digitale leerplatformen, apps en tablets in en voor de lessen.
COMMUNICATIEBELEID
Interne communicatie ▫ Een visie over communicatie met studenten ontwikkelen n.a.v. de sociale media, de rol van de studentenvertegenwoordigers en het vernieuwde leerplatform. ▫ Systematische peilen naar de informatienoden van de student via ondermeer de participatiecoach, de jaarverantwoordelijken en via de formele werking van de opleidingsraad. Externe communicatie ▫ De opdrachthouder communicatie werkt verder aan het opzetten van externe communicatie via sociale netwerken, zoals o.a. Facebook, Twitter, en Linkdin, en ook de website van de Arteveldehogeschool. ▫ Optimaliseren van de infodagen op basis van de feedback van student en docent. Inhoudelijk wordt gewaarborgd dat alle facetten van de opleiding aan bod komen (zowel technische als sociale vaardigheden, het wetenschappelijk karakter, de internationaliseringskansen, …). Bijzondere aandacht wordt ook besteed aan ons begeleidingsaanbod. Vormelijk is het geheel aantrekkelijker, interactiever, er is een hogere inzet van (een diversiteit aan) studenten als actieve informatoren.
MIDDELENBELEID
Regelgeving rond de besteding van de saldi binnen de verschillende opleidingen actueel houden. Op Dinar zijn de regels rond saldi uitgeschreven. De opleidingen kunnen zelfgegenereerde middelen inzetten volgens eigen behoefte. Aankoopprocedures zodanig digitaliseren dat ze eenvoudiger en efficiënter zijn.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
27
BELEID INFRASTRUCTUUR
De procedure voor studenten voor het ontlenen van materiaal uit de vaardigheidslokalen verfijnen. Optimaliseren van hangout-plaatsen voor studenten: vervangen van bestaand meubilair op diverse plaatsen op de campus door nieuw, frisser ogend meubilair. BELEID ICT- EN AV-MATERIAAL Versterken van technische infrastructuur met 3D-printer. De efficiëntie in het stagebureau verder verhogen door gebruik te maken van een nieuw digitaal databasesysteem en evaluatiesysteem. BELEID WERKVELD EN NETWERKING
Het contact met de bedrijven en het werkveld verder versterken door stage, praktijkprojecten, bachelorproeven. De adviezen en evaluaties met verbeterpunten, worden meegenomen om intern te evalueren. Bekendmaken van de opleiding in het werkveld, representatie op fora en digitale media.
KWALITEITSBELEID
Interne kwaliteitszorg ▫ Op een systematische manier alle medewerkers betrekken bij het opstellen van het kwaliteitsplan. Het kwaliteitsplan is als werkdocument steeds actueel tijdens het academiejaar, alle medewerkers worden erbij betrokken. ▫ Er zijn verschillende KVTs [kwaliteitsverbeterteams] actief, o.a. duurzaamheid, leerresultaten, toetsbeleid, internationalisering, participatie, bachelorproeven, digitalisering, taakverdeling, IKZ @ kwaliteitscultuur. Externe kwaliteitszorg ▫ Na een intensieve voorbereiding, werd de opleiding gevisiteerd door een commissie die de kwaliteit van de opleiding beoordeelde. ▫ Kritische feedback op ‘het ontwerp visitatierapport’: opnemen van suggesties uit het visitatierapport in het kwaliteitsplan.
Kwaliteitsplannen academiejaar 2014-2015 Elke opleiding/dienst heeft de operationele doelen top-down en bottom-up voor het academiejaar 2014-2015 gedetailleerd geformuleerd in een kwaliteitsplan. Een aantal van die doelen bouwen verder op de operationele doelen en op de realisaties van het academiejaar 2013-2014. Bij wijze van voorbeeld worden per beleidsdomein twee verbeterdoelen opgesomd die in de opleidingen worden vooropgesteld; het volledig overzicht is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Onderwijs 2.6.2). ALGEMEEN OPLEIDINGSBELEID
Onder invloed van zowel interne als externe processen (o.a. de aanbevelingen vanuit het visitatierapport van de opleiding, het nieuwe instellingsplan en het nieuwe onderwijsconcept) zet de opleiding allerlei teambrede sessies op i.f.v. het ontwikkelen van een nieuw opleidingsplan. Omvorming van competentiegerichte opleiding naar leerresultaten gerichte opleiding. De basis is het gevalideerde Domeinspecifieke Leerresultatenkader Vlaanderen, aangevuld met het Arteveldehogeschool specifiek leerresultaat ‘ondernemen’. ONDERWIJSBELEID: ONDERWIJSONTWIKKELING EN ONDERWIJSAANBOD Speerpuntonderzoek en ontwikkelprojecten worden als basis gebruikt om de opleidingsprogramma’s te optimaliseren. Garanderen van de kwaliteitsbewaking van de toetsing door onder meer de installatie van een toetscommissie, professionalisering m.b.t. de analyse van examenresultaten, het ontwerp van een nieuw beoordelingssysteem voor bachelorproef (geënt op de leerresultaten en de gedragsindicatoren).
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
28
BELEID INTERNATIONALISERING
Interculturele competenties worden geïntegreerd in de curricula van alle afstudeerrichtingen. Er wordt gezocht om de studenten meer te betrekken bij kortlopende internationale initiatieven. PRAKTIJKGERICHT WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK (PWO) Een draaiboek of procedure ontwikkelen/verduidelijken voor opvolging van aanvragen voor onderzoeks- en dienstverleningsprojecten. Aanmoedigen van praktijkgebaseerd, creatief en innovatief projectmatig onderzoek waar mogelijk i.s.m. buitenlandse partners. MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
Onderzoeken hoe de opleiding blijvende aansluiting kan vinden bij alumni en hen dienstverlening kan bieden. Ontwikkelen van communicatieprocedure rond dienstverlening.
STUDENTENBELEID
Instroombegeleiding ▫ Het opleidingsonderdeel ‘Professionele Ontwikkeling’ helpt de studenten bij de overgang van secundair naar hoger onderwijs. De studenten reeds oriënteren in het projectmatig werken. ▫ Een filmpje over de opleiding wordt gemaakt om via de website te verspreiden. Doorstroombegeleiding ▫ Het maximaal en efficiënt aanwenden van doorstroombegeleiding door onder meer de implementatie van een digitaal studentvolgsysteem (pilootproject). ▫ Initiatieven t.a.v. docent en student om het wetenschappelijk karakter van de bachelorproef te maximaliseren en hierdoor ook de slaagkansen van de student te verhogen. Uitstroombegeleiding ▫ Contacten met UGent vernieuwen om doorstroming naar de, masteropleidingen gemakkelijker te maken. ▫ Opdrachthouder uitstroom- en alumnibeleid: evalueren en herdenken van de inhoud voor de afstudeerdag bij de laatstejaarsstudenten.
PERSONEELSBELEID
Algemeen personeelsbeleid ▫ Toezien op de werkdruk door een evenredige spreiding van de werkbelasting over de werkweken, door het werk billlijk te verdelen over alle personeelsleden middels de taakinvulling, en door waar mogelijk de arbeidsorganisatie te wijzigen of inefficienties weg te nemen. ▫ Het creëren van een instapmodule (zowel met een inhoudelijk als een praktisch luik) voor nieuwe medewerkers met inbegrip van een deel e-learning. Professionalisering ▫ De opleidingsplanning werd zo aangepast dat VTO en mogelijkheden voor internationalisering zijn gerealiseerd in een periode dat hierop geconcentreerd kan worden. ▫ Het versterken van de expertise, de onderwijs- en begeleidingsvaardigheid via professionalisering. Het aanbod omvat onder andere volgende speerpunten: open en afstandsleren, talentenbenadering, optimalisatie trajectcoaching, wetenschappelijk onderzoek.
COMMUNICATIEBELEID
Interne communicatie
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
29
▫
Dinar verder implementeren i.f.v. efficiënte doorstroom van informatie. Concreet: toepassing ‘dinar-samenwerken’ functioneert voor alle organen die in het organogram zijn opgenomen. ▫ Aanpassen van de overlegstructuren en communicatielijnen conform de structuur en de dynamiek van het nieuwe curriculum. Externe communicatie ▫ De communicatie naar kandidaat-studenten intensifiëren. De communicatie vanuit de opleiding moet daarbij aanvullend zijn bij de communicatie vanuit de centrale communicatiedienst. Organiseren van workshops voor kandidaat-studenten, een bladwijzer maken om de worskhops aan te kondigen op de SID-in en infodagen. De workshops worden opgenomen in het aanbod proefstuderen en staan ook op de website onder de opleiding. ▫ Naar afgestudeerden en werkveld: jobs en seminaries aankondigen via de Facebookpagina.
BELEID INFRASTRUCTUUR
Tot een uitleencentrum van therapeutisch en didactisch gebruiksmateriaal komen. Meer inzetten op duurzaamheid: waken over de klimaatregeling (verwarming) van de gebouwen. BELEID ICT- EN AV-MATERIAAL Opnemen, bewaren en kunnen aanbieden van gedigitaliseerde lesinhouden. Ontwikkelen van een digitaal inschrijvingssysteem voor de oefenmomenten in het technisch vaardigheidscentrum. BELEID WERKVELD EN NETWERKING
Verhogen van de betrokkenheid van alumni via de begeleiding van de bachelorproeven, de deelname aan de vergaderingen van de opleidingsadviesraad en activiteiten van de opleiding. Optimale afstemming en wederzijdse professionalisering tussen stagementoren en de opleiding via de organisatie van mentorendagen.
KWALITEITSZORG
Interne kwaliteitszorg ▫ Formeel definiëren van de kwaliteits- en selectiecriteria van stageplaatsen. ▫ De opleiding werkt mee en neemt deel aan de uitwerking en implementatie van een instellingsbreed digitaal studentenloket op Dinar. Externe kwaliteitszorg ▫ Zelfevaluatierapport werd ingediend. ▫ De aanbevelingen van de visitatie worden stapsgewijs meegenomen in de verbetertrajecten van de opleiding.
Omschrijving stelsel van externe kwaliteitszorg De gewijzigde structuur van het hoger onderwijs en de daarmee samenhangende accreditatie werden vastgelegd in het structuurdecreet dat door de Vlaamse overheid werd goedgekeurd op 04 april 2003. De goedkeuring van dit structuurdecreet heeft belangrijke implicaties voor het systeem van externe kwaliteitsbeoordeling. Om de transparantie en de gelijkwaardigheid te vergroten, was het noodzakelijk de visitatie aan te vullen met de uitbouw van een geschikt accreditatiesysteem. Ten aanzien van de externe kwaliteitszorg bepaalt de wet dat opleidingen gezamenlijk om de acht jaar voorzien in een externe beoordeling (visitatie). De coördinatie van de externe beoordelingen in het hoger onderwijs wordt bij decreet neergelegd door de VLUHR (VLaamse Universiteiten en Hogescholen Raad). Deze coördinatie omvat eveneens de ontwikkeling, vaststelling en openbare bekendmaking van de protocollen die de visitatiecommissies hanteren bij de beoordeling van de kwaliteit. In het visitatieprotocol dat door de VLUHR gezamenlijk is uitgewerkt met het oog op de accreditatieaanvragen van opleidingen, worden er vier fasen vooropgesteld:
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
30
1 het indienen van het zelfevaluatierapport 2 het visitatiebezoek 3 de publicatie van het visitatierapport 4 de accreditatie Dit laatste is het verlengstuk van de visitatie, in die zin dat het gepubliceerde visitatierapport, namelijk het finale document van het visitatieproces, de basis moet vormen voor de accreditatiebeslissing. Het begrip ‘accreditatie’ duidt op het verlenen van een ‘keurmerk’ dat aangeeft dat aan bepaalde kwalitatieve maatstaven is voldaan. Sinds 01 februari 2005 heeft de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) rechtspersoonlijkheid en accrediteert ze zowel Vlaamse als Nederlandse opleidingen binnen het hoger onderwijs. In het academiejaar 2013-2014 werden in de verschillende fasen van het visitatie-accreditatieproces volgende opleidingen betrokken: Indienen zelfevaluatierapport ▫ PBA in het secundair onderwijs (15 december 2013) ▫ PBA in het office management (15 december 2013) Het visitatiebezoek ▫ PBA in het onderwijs: kleuteronderwijs (20 en 21 november 2013) ▫ PBA in het onderwijs: lager onderwijs (9 en 10 december 2013) ▫ PBA in het onderwijs: secundair onderwijs (10 en 11 maart 2014) ▫ PBA in het office management (26 en 27 mei 2014) Publicatie van visitatierapport ▫ PBA in het communicatiemanagement: gepubliceerd op 9 januari 2014 ▫ PBA in de vroedkunde: gepubliceerd op 22 januari 2014 ▫ PBA in de journalistiek: gepubliceerd op 29 januari 2014 ▫ PBA in de verpleegkunde: gepubliceerd op 12 juni 2014 Toekenning van accreditatie ▫ /
2.3
ONDERWIJSONTWIKKELING EN –INNOVATIE IN 2013-2014 Opleidingsoverstijgende initiatieven De opdracht van de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering (O&I) in de Arteveldehogeschool bestrijkt het domein van onderwijsontwikkeling, onderwijsondersteuning, onderwijsonderzoek, onderwijsorganisatie, digitaal leren en internationalisering. Het beleidsplan van de dienst O&I heeft voor wat betreft onderwijsontwikkeling en -onderzoek zijn fundamenten in de eerste plaats in het strategisch plan onderwijs en studenten, dat gebaseerd is op de krachtlijnen van het onderwijsconcept en aansluit bij de missie van de Arteveldehogeschool.
2.3.1.1
Strategisch plan onderwijs- en studentenbeleid Tijdens het academiejaar 2013-2014 werd door de diensten en de opleidingen gewerkt aan het realiseren van de doelstellingen uit het strategisch plan onderwijs- en studenten 2011-2015. Vanuit de dienst O&I werd verder ingezet op het ‘consolideren en versterken van kwaliteitsvolle, competentiegerichte en studentgerichte opleidingsprogramma’s met het oog op het verhogen van het studierendement van de nieuwe studentengeneratie’, het ‘intern onderzoek als bron van kwaliteitsverbetering consolideren en verder uitbouwen’ en ‘het verwerken van voldoende differentiatiemogelijkheden in de curricula, de leertrajecten en de werkvormen met het oog op talentontwikkeling en profilering van studenten’. De focus lag in AJ 2013-2014 op instrumentontwikkeling en ondersteuning van de opleidingen met betrekking tot toetsbeleid, het vertalen van de Vlaamse kwalificatiestructuur naar het werken met leerresultaten aan de Arteveldehogeschool, het voorbereiden van digitaal toetsen en van lesopnames, en de verdere implementatie van de nieuwe digitale leeromgeving Chamilo.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
31
Daarnaast werd geïnvesteerd in het leveren van een bijdrage op Vlaams niveau aan onderwijsontwikkeling (via bv. de organisatie van het congres van het lerend netwerk voor onderwijsondersteuners, actieve bijdrage BV databank …).
2.3.1.2
Ondersteuning en begeleiding De dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering ondersteunde de opleidingen op een vraaggestuurde wijze via opleidingsspecifieke projecten zoals praktijkgericht onderwijsonderzoek en –ontwikkelwerk. Daarnaast werd de proactieve (beleids)ondersteuning en begeleiding gecontinueerd wat resulteerde in het ontwikkelen van tools, instrumenten, leidraden, quicksheets en vormingssessies. De ondersteuning op vlak van onderwijsontwikkeling wordt gestuurd door: decretale verplichtingen; strategische keuzes van de Arteveldehogeschool; gesignaleerde behoeften vanuit opleidingen (i.c. interactie met de opdrachthouders onderwijsontwikkeling en de opleidingsmanagementteams uit de opleidingen). Op maandelijkse basis komen de opdrachthouders onderwijsontwikkeling samen met de medewerkers van de dienst O&I in het ‘forum onderwijsontwikkeling’ (FOORUM), om onderwijsgerelateerde actuele en innovatieve topics te bespreken. Aan volgende topics werd in 2013-2014 in het FOORUM ruime aandacht besteed: Toetscommissies Actieplan ‘brain on the moves’ ECTS-fiches en de Engelstalige vertaling Doorstroomonderzoek: nieuw concept Onderzoek generatiestudenten/milleniumstudent Lesopnames en videoconferencing DISCO (DIgitaal SCOringssysteem), remark en klasmanagementsoftware Internationaliseren van het curriculum (samen met het forum internationalisering) Honoursonderwijs Vereenvoudigingsdecreet Studiecontract Docentenprofessionalisering Onderwijskundige netwerken … Tijdens het academiejaar 2013-2014 werden, al dan niet in samenwerking met een andere dienst, volgende acties ondernomen of instrumenten ontwikkeld: Talentontwikkeling: nota, quicksheet, publicatie in tijdschrift Thema” Implementatie motivatievragenlijst studenten gebaseerd op zelfdeterminatietheorie Opstart nieuwe speerpuntonderzoek (praktijkgericht onderzoek met oog op optimalisering van onderwijspraktijk): ▫ blended learning (lager onderwijs, pedagogie van het jonge kind) ▫ voorspellende factoren slaagkansen stage 1 (logopedie) ▫ internationalisering van het curriculum (verpleegkunde) ▫ geïntegreerd onderwijs en toetsing (ergotherapie) ▫ talentontwikkeling in de opleiding (kleuteronderwijs) Nota nexus onderwijs en onderzoek afgewerkt Ondernemingszin in het curriculum Handleiding Efficiënte en effectieve feedback Deelname externe congressen/stuurgroepen: aan Eden Iced, Study Visit, LNO², BV-databank, VLHORA (werkgroep onderwijs), Edushock HBO5 werkgroepen: toetsbeleid, OER, toelatingsonderzoek, internationalisering
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
32
Uitrol Engelstalige ECTS-fiches lexicon, studiecontract … in het Engels, introductie BTS (bologna translation system) Handleiding en quicksheet m.b.t. invullen van de ECTS-fiches: update en verspreiding Handleiding screening ECTS: update en verspreiding Vele opleidingsspecifieke en Arteveldebrede vormingen rond toetsbeleid in de ruime zin van het woord (toetscommissies, kwaliteitsvol toetsen, opstellen van correctiesleutels … ) en digitaal leren Doorstroomanalyse 2013-2014 Uitvoeren en rapporteren van studietijdmetingen Implementatie online tool voor criteriumgericht beoordelen Pilootproject DISCO in functie van criteriumgerichte peer assessment in de opleiding logopedie Afwerking nota rond digitaal toetsen Afwerking nota rond opname lesmateriaal, opstart aankoopprocedure opnamemateriaal Schrijven van een nota rond honoursprograms Organiseren van forumbijeenkomsten Assessment bij toelatingsonderzoek via AUGent (Internationale) professionalisering
2.3.1.3
Onderwijsonderzoek STUDIETIJDMETINGEN
De dienst O&I ondersteunt de opleidingen van de Arteveldehogeschool bij het uitvoeren van studietijdmetingen (zowel retrospectieve metingen, meting via tijdschrijven als metingen via relatieve positionering). De dienst ondersteunt zowel bij de methodologie, als bij de analyse en de rapportering. Tijdens het academiejaar 2013-2014 werden studietijdmetingen uitgevoerd in volgende opleidingen: Bachelor in: ▫ de grafische en digitale media ▫ de logopedie en de audiologie: audiologie ▫ het officemanagement ▫ de pedagogie van het jonge kind ▫ het sociaal werk ▫ de verpleegkunde Bachelor na bachelor in de creatieve therapie ONDERWIJSRENDEMENT EN DOORSTROOMANALYSE
De doorstroomanalyse brengt het onderwijsrendement in de Arteveldehogeschool in kaart. Bij het analyseren van het onderwijsrendement worden verschillende indicatoren in rekening gebracht: ▫ Rendement per opleidingsschijf ▫ Rendement per geslacht ▫ Rendement per studiepakket (voltijds/deeltijds) ▫ Rendement per vooropleiding ▫ Rendement per kansengroep (levenslang leren, functiebeperking, financieelsociaal-culturele armoede) Deze indicatoren worden zowel voor de hele hogeschool als per opleiding geanalyseerd en besproken. De gegevens en resultaten worden samengevoegd in een alomvattend rapport. De tabellen en grafieken maken ook deel uit van de zelfevaluatieverslagen van de opleidingen bij de onderwijsvisitaties. In sommige opleidingen wordt een analyse van het studierendement/studiesucces op microniveau uitgevoerd (analyse van de examenresultaten). De dienst O&I ondersteunt deze
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
33
initiatieven methodologisch. Zo werd er in de opleiding Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs, Bachelor in het communicatiemanagement en de opleiding Bachelor in het bedrijfsmanagement een analyse uitgevoerd op examenresultaten of slaagcijfers. Voor de lesgevers wordt een quicksheet ‘analyse van examenresultaten’ ter beschikking gesteld. MEDEWERKING AAN ONDERWIJSONDERZOEKSPROJECTEN EN BELEIDSONDERSTEUNENDE INITIATIEVEN IN DE OPLEIDINGEN
Uitwerken van een beleidsnota (inclusief handleiding voor docenten) rond de nexus onderwijs en onderzoek (integratie van onderwijs, onderzoek en dienstverlening) Uitwerken van een discussienota (inclusief contextanalyse) voor een nieuw Arteveldebreed beoordelingskader Opzetten en uitvoeren van een onderzoek rond het gebruik van Blended Learning binnen de Arteveldehogeschool (‘Towards an optimal blended teaching and learning environment’) Onderzoek met presentatie op het International Congres of Educational Development (ICED) m.b.t. ‘The tension between supervision and evaluation: are tutors able to evaluate an undergraduate dissertation?’ (Studie uitgevoerd op gegevens verzameld binnen de opleiding Bachelor in de vroedkunde) Actieve ondersteuning van de opleidingen Bachelor in de vroedkunde, Bachelor in het officemanagement en Bachelor in het bedrijfsmanagement bij de ontwikkeling van een gestandaardiseerde en objectieve beoordelingsprocedure van de bachelorproef. Centraal hierbij staat de ontwikkeling en optimalisatie van een criteriumgericht, werkbaar beoordelingsinstrument (o.a. het digitale evaluatie instrument ‘DISCO’). Actieve ondersteuning van de stagebeoordelingsprocedure en evaluatie van de stagepraktijk in de opleiding Bachelor in de pedagogie van het jonge kind en de opleiding Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. Bij de opleiding Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs werd een automatisch rekenblad voor stagebeoordeling verder ontwikkeld met als doel de criteriumgerichte stagequotering elektronisch te ondersteunen en te standaardiseren. Actieve ondersteuning van de opleiding Bachelor in de logopedie en audiologie: logopedie bij de uitvoering van een speerpuntonderzoek rond voorspellend kwalitatieve indicatoren (gedrag) en kwantitatieve indicatoren (examenresultaten) voor prestatie op stage. Onderzoek naar de organisatorische en didactische verwachtingen van studenten aan de Arteveldehogeschool: ’Innovatie op maat van een nieuwe generatie’ (Onderzoeksproject in samenwerking met stagestudent Ellen De Troyer van de VUB). Uitwerken van een motivatievragenlijst en berekening van normen voor de Arteveldehogeschool Deelname in de resonantiegroep van het EAR-open onderzoeksproject rond luistervaardigheid Actieve ondersteuning van de opleiding Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs bij de opstart van het speerpuntonderzoek talentgericht onderwijs. Actieve ondersteuning van de opleiding Bachelor in de ergotherapie bij de opstart van het speerpuntonderzoek geïntegreerd onderwijs. Actieve ondersteuning van de opleiding Bachelor in de logopedie bij het uitwerken van de criteriumgerichte peer assessment in het kader van begeleid samenwerkend leren.
Opleidingsspecifieke initiatieven Exemplarisch wordt één initiatief per opleiding vermeld. Een volledig overzicht is opgenomen in de bijlagenbundel (zie Onderwijs 2.6.3). BACHELOR IN HET BEDRIJFSMANAGEMENT
▫
Aanvragen en organiseren van equivalente opleiding: International Business Management
BACHELOR IN HET COMMUNICATIEMANAGEMENT
▫
Werken aan een overkoepelend taalbeleid voor het hele curriculum
BACHELOR IN DE ERGOTHERAPIE
▫
Het uitwerken van een kwaliteitsvol toetsbeleid
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
34
BACHELOR IN DE GRAFISCHE EN DIGITALE MEDIA
▫
Afname toetsscan bij alle docenten met verwerking en analyse van de resultaten
BACHELOR IN DE LOGOPEDIE EN AUDIOLOGIE
▫
Digitaliseren van studiemateriaal in de context van blended learning
BACHELOR IN HET ONDERWIJS: KLEUTERONDERWIJS
▫
Inhoudelijke accenten in 2014: ‘talentgericht werken met studenten’ en ‘de bijdrage van onze lerarenopleiding kleuteronderwijs aan een duurzame samenleving’ BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS ▫ Er werden 4 kwaliteitverbeteringsteams opgestart: toetsbeleid, didactische thema’s, onderzoeksvaardigheden en stage BACHELOR IN HET ONDERWIJS: SECUNDAIR ONDERWIJS ▫ De opleiding speelt een voortrekkersrol in het uitdenken van de masterclass 'Professionalisering van Lerarenopleiders via Praktijkonderzoek'. Deze masterclass wordt ondersteund door het Expertise Netwerk Lerarenopleidingen Associatie UGent. Lerarenopleiders binnen het ENW krijgen hierbij de kans om gedurende een volledig academiejaar (start vanaf 2013-2014) in kleine (acht deelnemers) en diverse leergroepen een aspect van hun eigen onderwijspraktijk te onderzoeken. BACHELOR IN DE JOURNALISTIEK
▫
Het uitwerken van een kwaliteitsvol toetsbeleid met extra aandacht voor de beoordeling van de bachelorproef
BACHELOR IN HET OFFICEMANAGEMENT
▫
Definiëren van (opleidingsspecifieke) leerresultaten en opstellen matrices per afstudeerrichting
BACHELOR IN DE PEDAGOGIE VAN HET JONGE KIND
▫
In 2013-2014 werd het PJK-programma (gestart in september 2011), voor het eerst volledig aangeboden: daardoor kon de opleiding de verticale en horizontale samenhang van het programma verder finaliseren via fine-tuning van doelstellingen, de beoordelingscriteria, de leerresultaten- en de programmagids
BACHELOR IN DE PODOLOGIE
▫
Uitbreiden aanbod blended learning door middel van digitale ondersteuning in verschillende opleidingsonderdelen
BACHELOR IN DE VROEDKUNDE
▫
Ontwikkeling nieuw curriculum met behulp van de systematiek van het creatief denken en bottom-up analyse
BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE
▫
Actief uitwerken van het benchmark-project met Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (Nederland) met focus op internationalisering en vaardigheidsonderwijs
BACHELOR IN HET SOCIAAL WERK
▫
Beoordeling en quotering bachelorproef: eenduidig, transparant in opzet en uitvoering
BACHELOR NA BACHELOR IN DE CREATIEVE THERAPIE
▫
Het nieuw curriculum van 90 studiepunten werd verder uitgewerkt
BACHELOR NA BACHELOR IN DE ONCOLOGISCHE VERPLEEGKUNDE
▫
Voorbereiding zelfevaluatierapport
BACHELOR NA BACHELOR BUITENGEWOON ONDERWIJS EN BACHELOR NA BACHELOR ZORGVERBREDING EN REMEDIEREND LEREN
▫
Verhogen van de eenvormigheid in toekenning van vrijstellingen aan instromende studenten via een visietekst met principes rond toekenning vrijstellingenbeleid BNB BUO en ZRL
BACHELOR NA BACHELOR SCHOOLONTWIKKELING
▫
Ontwikkeling van het opleidingsprogramma en de opleidingsgids
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
35
Digitaal leren 2.3.3.1 Digitaal score-instrument DISCO Het instrument DISCO, dat oorspronkelijk voor de opleiding Bachelor in de vroedkunde werd ontwikkeld, werd eveneens in enkele andere opleidingen geïmplementeerd. Op die manier kunnen meerdere opleidingen een objectieve beoordeling garanderen van bijvoorbeeld stages, bachelorproeven of andere opdrachten, en dat dankzij het gebruik van criteria, clusters en subclusters, elk met hun eigen weging. Door de verbreding van het gebruik van DISCO kwamen een aantal suggesties ter verbetering en uitbreiding van het systeem, die vervolgens werden doorgevoerd. Ook de lay-out van het instrument werd aangepast. 2.3.3.2 Digitaal toetsen Softwarematig gezien behelst deze toepassing de ingebruikname van twee softwarepakketten: een digitaal toetsyssteem en een klasmanagementsoftware. Beide pakketten werden in 2014 aangekocht. De klasmanagementsoftware werd voorbereid voor gebruik in de opleidingen Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, Bachelor in het bedrijfsmanagement en Bachelor in het officemanagement. Dankzij deze software wordt enerzijds de administratieve workflow geautomatiseerd bij toetsen over Office-pakketten (automatisch uitsturen en collecteren van bestanden), en anderzijds biedt de klasmanagementsoftware nieuwe mogelijkheden tijdens colleges, zoals het delen van schermen tussen studenten. Het digitaal toetssysteem zal in een pilootfase uitgerold worden in het academiejaar 2014-2015, en dat in de opleidingen Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, Bachelor in het bedrijfsmanagement, Bachelor in het officemanagement en Bachelor in de vroedkunde. Met het digitaal toetssysteem kunnen vragen en toetsen digitaal aangemaakt worden, zowel in het kader van formatief als summatief toetsen, kunnen studenten de toetsen digitaal afleggen en kunnen de toetsen nadien geanalyseerd worden met het oog op optimalisatie. 2.3.3.3 Lesopnames (weblectures) Een beleidsnota en een actieplan benadrukken de organisatorische en didactische meerwaarde van lesopnames. Bij de aankoop van de opnameset is gekozen voor een mobiele opstelling, opdat meerdere opleidingen/campussen er gebruik van kunnen maken. Met deze set zijn niet alleen integrale lesopnames mogelijk, maar ook instructievideo’s en kennisclips. Alle videomateriaal wordt online bewaard op een platform bij de leverancier van de soft- en hardware. 2.3.3.4 Blended learning In het kader van speerpuntonderzoeken werd een ontwikkelproject opgestart met de opleidingen Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs en Bachelor in de pedagogie van het jonge kind. Doel van het ontwikkelproject is om de opleiding ondersteuning te bieden bij het uitwerken van digitaal studiemateriaal en digitale werkvormen voor werkstudenten via blended learning. Bij de aanvangsfase van het project werden alle lesgevers van beide opleidingen bevraagd over hun kennis en gebruik van blended learning. Er werd gepeild naar motivatie, ICT-zelfredzaamheid, copingstijl en interesse. De eerste resultaten van het onderzoek werden voorgesteld op de internationale congressen EDEN (European Distance and E-learning Network) en ICED (The International Consortium for Educational Development). De resultaten van dit onderzoek worden nu gebruikt om de docenten een ondersteuning op maat aan te bieden bij de inzet van blended learning, gebaseerd op hun profiel. In navolging van deze ondersteuning werd een website ontwikkeld met een overzicht van allerlei handige tools, nl. www.onderwijstools.be. 2.3.3.5 Website http://www.onderwijstools.be Gezien de ondersteuningsvraag vanuit de opleidingen om een overzicht te bieden van interessante tools voor de aanmaak van digitaal studiemateriaal en voor het gebruik van digitale werkvormen algemeen werd een website ontwikkeld die een aantal handige tools groepeert.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
36
De website wordt door het team digitaal leren beheerd en wordt ook frequent bijgewerkt, aangezien binnen dit domein vaak nieuwe tools opduiken en verdwijnen. Deze website dient als uitgangspunt voor de workshops die het team digitaal leren in de opleidingen zal verzorgen.
2.3.3.6 Analyse elektronische leeromgeving De huidige elektronische leeromgeving Chamilo3 is een open source webapplicatie. De hosting4 gebeurt intern; voor het ontwikkelwerk wordt er vanuit de hogeschool input geleverd aan de community. Gezien de beperkte slagkracht van de community en het grote belang van de elektronische leeromgeving, wordt bekeken of er andere opties zijn dan de huidige werking. Er werd beslist om een analyse te maken van de noden en behoeften, vanuit diensten en opleidingen, waarna op basis van de conclusies in 2015 zal bepaald worden of de huidige leeromgeving voldoet (of het potentieel heeft om te voldoen) aan de noden van de organisatie. 2.3.3.7 Forum digitaal leren/ICT Het forum digitaal leren kwam in het academiejaar 2013-2014 zes keer samen. Het forum bestaat uit de opdrachthouders digitaal leren/ICT van alle opleidingen die, samen met de medewerkers van de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering, diverse topics met betrekking tot de implementatie van de digitale leeromgeving en de integratie van ICT in het onderwijs bespreken. Ook algemene ICT-topics komen tijdens het forum aan bod. De nadruk lag op de uitwisseling van ervaringen en expertise, en op de demonstratie van good practices uit verschillende opleidingen.
2.4
OPLEIDINGSAANBOD Bacheloropleidingen, bachelor na bacheloropleidingen 2013-2014 De Arteveldehogeschool biedt vijftien basisopleidingen aan, in vijf studiegebieden: STUDIEGEBIED GEZONDHEIDSZORG
Bachelor in de ergotherapie Bachelor in de logopedie en de audiologie ▫ Audiologie ▫ Logopedie Bachelor in de podologie Bachelor in de verpleegkunde Bachelor in de vroedkunde STUDIEGEBIED HANDELSWETENSCHAPPEN EN BEDRIJFSKUNDE
Bachelor in het bedrijfsmanagement ▫ Accountancy-fiscaliteit ▫ Financie- en verzekeringswezen ▫ Internationaal ondernemen ▫ KMO-management ▫ Logistiek management ▫ Marketing ▫ Rechtspraktijk Bachelor in het communicatiemanagement Bachelor in het office management ▫ Event- en projectmanagement ▫ Management assistent ▫ Medical management assistant Bachelor in de journalistiek STUDIEGEBIED ONDERWIJS
Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs 3 4
Chamilo is een internationaal project waaraan verschillende universiteiten , hogescholen en ander organisaties deelnemen Hosting betekent dat de website via een server in verbinding staat met het internet
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
37
Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Bachelor in de pedagogie van het jonge kind STUDIEGEBIED INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN EN TECHNOLOGIE
Bachelor in de grafische en digitale media ▫ Crossmedia-ontwerp ▫ Grafimediabeleid ▫ Grafimediatechnologie ▫ Multimediaproductie STUDIEGEBIED SOCIAAL-AGOGISCH WERK Bachelor in het sociaal werk ▫ Maatschappelijke advisering ▫ Maatschappelijk werk ▫ Personeelswerk ▫ Sociaal-cultureel werk ▫ Syndicaal werk Het opleidingsaanbod van de Arteveldehogeschool bevat vijf bachelor na bacheloropleidingen: STUDIEGEBIED GEZONDHEIDSZORG
Bachelor na bachelor in de creatieve therapie Bachelor in de oncologische verpleegkunde STUDIEGEBIED ONDERWIJS
Bachelor na bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Bachelor na bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren Bachelor na bachelor in het onderwijs: schoolontwikkeling
2.4.1
Postgraduaten en permanente vorming De postgraduaten leiden tot een postgraduaatgetuigschrift. Postgraduaten bestaan uit minstens 20 studiepunten. De programmatie ervan gebeurt na advies van de Academische Raad en na goedkeuring door het hogeschoolbestuur. De opleidingsonderdelen worden in het softwareprogramma BaMaFlex opgenomen, waardoor een globaal overzicht beschikbaar is van alle opleidingsonderdelen met bijhorend aantal studiepunten. Volgende postgraduaten worden ingeschreven in het Hoger Onderwijsregister: STUDIEGEBIED GEZONDHEIDSZORG
Postgraduaat advanced podiatry skills Postgraduaat fluency disorders Postgraduaat autismespectrumstoornissen Postgraduaat diabeteseducator Postgraduaat dysfagie Postgraduaat hippotherapie Postgraduaat lactatiekunde Postgraduaat mindfulness Postgraduaat neurologische taal- en spraakstoornissen Postgraduaat pediatrie en neonatologie Postgraduaat stomatherapie en wondzorg Postgraduaat vroegdetectie en vroegbegeleiding van ontwikkelingsstoornissen STUDIEGEBIED HANDELSWETENSCHAPPEN EN BEDRIJFSKUNDE
Postgraduaat Business Event Management Postgraduaat creativiteit & innovatie
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
38
STUDIEGEBIED ONDERWIJS
Postgraduaat professionele coach STUDIEGEBIED SOCIAAL-AGOGISCH WERK
Postgraduaat rouw- en verliesconsulent De korte opleidingstrajecten permanente vorming leiden, na evaluatie, tot een certificaat van bijscholing of een attest van deelname. In dit kader werden heel wat studiedagen, workshops en leerstoelen ingericht. Waar mogelijk worden ze ook in studiepunten uitgedrukt. Onderdelen van postgraduaten en BanaBa’s kunnen afzonderlijk als bijscholing worden aangeboden. Het aanbod ‘professionele ontwikkeling’ wordt aan de geïnteresseerden bekendgemaakt via de website. Per concreet initiatief worden vaak folders ontworpen met uitvoerige en zeer concrete informatie over het specifieke bijscholingsaanbod. De initiatieven permanente vorming spelen in op een behoefte op de arbeidsmarkt, en de curricula worden in de regel samen met vertegenwoordigers uit het werkveld opgesteld. Sommige initiatieven worden genomen in samenwerking met externe organisaties. Deskundigen uit de eigen hogeschool en externe gastsprekers worden aangezocht om het vormingsaanbod te realiseren. De Arteveldehogeschool organiseert heel wat ‘vormingen op maat’. Dit zijn vormingsinitiatieven op vraag van een organisatie (zie hoofdstuk 5 ‘dienstverlening’ in dit Jaarverslag). Een specifieke onderwijs- en examenregeling werd opgesteld voor de postgraduaten en bijscholingen van minstens 3 studiepunten (zie bijlagenbundel Onderwijs 2.8).
2.4.3
Open onderwijs en afstandsonderwijs In het academiejaar 2013-2015 bieden volgende opleidingen een SWITCH-traject aan (SWITCH staat voor de combinatie van werk/gezin en studeren): Bachelor in het officemanagement Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Bachelor in de pedagogie van het jonge kind Bachelor in de verpleegkunde Bachelor in de vroedkunde Ook heel wat andere opleidingen bieden faciliteiten op maat aan, waardoor een student werk en/of gezin beter kan combineren met studeren aan de hogeschool.
2.4.4
Samenwerking in het kader van professionele ontwikkeling In uitvoering van de ‘decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs, gecodificeerd op 11 oktober 2013’ [voorheen artikel 63 van het decreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap (13 juli 1994)] werden in 2013-2014 door de vzw Arteveldehogeschool volgende overeenkomsten gesloten, met: het Algemeen Ziekenhuis (AZ) Maria Middelares Gent voor de postgraduaatopleiding Neurologische Taal- en Spraakstoornissen (NTSS); UGent, HoGent, HoWest en het Universitair Ziekenhuis Gent voor de postgraduaatopleiding Stomatherapie en Wondzorg; Hogeschool Gent voor de postgraduaatopleiding Pediatrie en Neonatologie de Katholieke Universiteit Leuven, de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende, Trinity College Dublin (Ierland), University of Malta, Göteborg University (Zweden), Rheinisch Westfälische Technische Hochschule und Universitätsklinikum Aachen (Duitsland), Hogeschool Utrecht (Nederland), Universiteit Oulu (Finland) en Thomas More Hogeschool Antwerpen voor de postgraduaatopleiding European Fluency Specialist; de Belgische Vereniging voor Neuro-Verpleegkunde vzw voor de bijscholing Neurologische Zorg; de Katholieke Hogeschool Limburg voor de postgraduaatopleiding Lactatiekunde; de Universiteit Gent, faculteit geneeskunde, voor de bijscholing ‘Diabetes, gedeelde zorg’; VCOK, VBJK en Kind en Gezin vzw in het kader van het maken en verspreiden van het pakket Wanda (Waarderen, ANalyseren en Daden) voor de sector van de kinderopvang; in Europa i.s.m. ISSA (International Step by Step Association);
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
39
de Hogeschool Gent, de Hogeschool West-Vlaanderen en het CVO KISP in het kader van mentorenvormingen voor de decretale mentor, de vakmentor en de klasmentor in opdracht van het Expertisenetwerk Lerarenopleiding van de Associatie Universiteit Gent; de Pedagogische Begeleidingsdienst Katholiek Onderwijs – Bisdom Gent en de pedagogische begeleidingsdienst van de Stad Gent in verband met diverse nascholingsinitiatieven; het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Nascholing, in het kader van de gesubsidieerde nascholingsprioriteiten; het Europees Fonds (ESF) voor diverse projecten; de VZW Tabor en de pedagogische begeleidingsdienst van het Katholiek Onderwijs - Bisdom Gent in het kader van Human Resources Beleid in Onderwijs; de afstudeerrichting Management Assistant werkt samen met rekruteringsbureaus zoals Secretary Plus en Team Office, (internationale) verenigingen zoals EUMA en het management consultancybureau Amelior.
2.5
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Zie bijlagenbundel - Studiecontracten Academiejaar 2013-2014: Onderwijs-, examen-, tuchtregeling en rechtspositie van de student (zie bijlagenbundel Onderwijs 2.7); Onderwijsregeling, examenregeling en rechtspositieregeling van de cursist postgraduaat en permanente vorming (zie bijlagenbundel Onderwijs 2.8).
Onderwijsregeling De onderwijsregeling vertaalt de wettelijke regelgeving voor de studenten. Zij regelt de organisatie van de studie en van het academiejaar. Zij formuleert het toelatingsbeleid en bepaalt de verschillende wegen voor flexibele leertrajecten en mogelijkheden voor bijzondere groepen van studenten. Zij schetst het kader voor de onderwijsactiviteiten, bepaalt de sancties van de studies en besluit met de mogelijkheid tot het aantekenen van beroep tegen beslissingen inzake studievoortgang. De directeur onderwijs- en studentenbeleid en de dienst studentenadministratie en studieprogramma’s ontvingen bij de inschrijvingen en vanuit alle opleidingen vragen omtrent de implementatie of toepassing van de toelatingsvoorwaarden op het gebied van onderwijsregeling. De voornaamste en vandaar ook meest gestelde vragen hadden betrekking op volgende onderwerpen: Inschrijving van studenten met een diploma behaald buiten België (art. 28, § 1, 4°) Voldoende kennis van het Nederlands als voorwaarde tot inschrijven (art. 28, § 2) Afwijkende voorwaarden tot inschrijven (art. 31) Inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen (art. 32) Daarnaast waren er nog verschillende minder principiële, maar concrete vragen vanuit de opleidingen. Om op al deze vragen te anticiperen en de dienstverlening in de opleidingen te versterken nam het diensthoofd van de dienst studentenadministratie en studieprogramma’s deel aan het forum van de trajectbeheerders.
Taalbeleid Wat de onderwijstaal betreft, stipuleert het studiecontract van de Arteveldehogeschool in deel 1, Onderwijsregeling, artikel 15, het volgende: ‘De onderwijstaal van de Arteveldehogeschool is in principe het Nederlands’. In de Arteveldehogeschool kunnen de volgende onderwijsactiviteiten in elke initiële bacheloropleiding in een andere taal georganiseerd en geëvalueerd worden: de opleidingsonderdelen die een vreemde taal tot onderwerp hebben en die in die taal worden gedoceerd; de opleidingsonderdelen die gedoceerd worden door anderstalige gastdocenten;
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
40
de anderstalige opleidingsonderdelen, die op initiatief van de student en met instemming van de instelling, worden gevolgd aan een andere instelling voor hoger onderwijs; de opleidingsonderdelen waar uit de expliciet gemotiveerde beslissing de meerwaarde voor de studenten en het afnemende veld en de functionaliteit van de opleiding blijkt; de opleidingsonderdelen die met betrekking tot opleidingsprogramma’s specifiek ten behoeve van buitenlandse studenten opgesteld zijn. De omvang van anderstalige opleidingsonderdelen in het modeltraject van elke initiële bacheloropleiding aan de Arteveldehogeschool bedraagt maximaal 18,33% (d.i. 33 studiepunten) van de totale omvang. Voor de berekening van deze omvang worden de opleidingsonderdelen die een vreemde taal tot voorwerp hebben en in die taal worden gedoceerd en de anderstalige opleidingsonderdelen gevolgd aan een andere instelling voor hoger onderwijs niet meegerekend. Indien het studiemateriaal van een opleidingsonderdeel geheel of gedeeltelijk in een andere taal dan het Nederlands is, dan wordt dit vermeld op de ECTS-fiche. Voor anderstalige opleidingsonderdelen wordt steeds, naast een Nederlandstalige, een Engelstalige ECTS-fiche voorzien. De studenten behouden ten allen tijde het recht om een volledige bacheloropleiding in het Nederlands te volgen en om van een in een vreemde taal gevolgde onderwijsactiviteit examen in het Nederlands af te leggen, de onderwijsactiviteiten die een vreemde taal tot onderwerp hebben uitgezonderd. In dit laatste geval mag enkel geëvalueerd worden in de onderwezen vreemde taal. Titularissen van anderstalige opleidingsonderdelen beheersen voor de desbetreffende onderwijstaal het taalvaardigheidsniveau C1 van het Gemeenschappelijke Europees Referentiekader voor Talen. De kennis van het Nederlands als toelatingsvoorwaarde wordt bepaald in het studiecontract van de Arteveldehogeschool in deel 1, Onderwijsregeling, artikel 30, § 2 van de toelatingsvoorwaarden: ‘Voor de inschrijving voor een bacheloropleiding geldt als tweede algemene toelatingsvoorwaarde het bewijs van een voldoende kennis van het Nederlands. Als afdoend bewijs wordt aanvaard: een bewijs dat ten minste één voltijds studiejaar van een Nederlandstalige opleiding in het secundair of hoger onderwijs met succes gevolgd werd of een attest van CEF-niveau B2 Nederlands (of hoger), zijnde ten minste gelijkwaardig aan de eisen gesteld in het Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs van de Nederlandse Taalunie.’
ECTS–fiches De ECTS-fiches maken deel uit van de toetredingsovereenkomst. Voor het schrijven van de fiches is er een inhoudelijke en technische handleiding uitgewerkt door de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering en de dienst studentenadministratie en studieprogramma’s. Deze handleiding stelt de lesgever in staat de ECTS-fiches op een kwaliteitsvolle wijze in te vullen, en helpt de opleidingen bij het invoeren van de informatie in de centrale databank (Bamaflex). Op die manier wordt gelijkvormigheid en dus vergelijkbaarheid beoogd. Alle fiches worden digitaal gescreend door middel van een applicatie ontwikkeld en aangeboden door de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering. Op basis van de screening kunnen de opleidingen de nodige aanpassingen doorvoeren. De ECTS-fiches worden op het internet en het intranet geplaatst. Via verschillende zoekmodaliteiten kunnen (kandidaat-)studenten relevante informatie met betrekking tot alle opleidingsonderdelen uit het volledige opleidingsprogramma raadplegen. Het biedt hen een houvast en helpt hen bij het bepalen van een studierichting en/of bij de voorbereiding op de opleiding van hun keuze.
Examenregeling De directeur onderwijs- en studentenbeleid, de juridische dienst en het diensthoofd studentenadministratie ontvingen vanuit alle opleidingen vragen omtrent de toepassing van het examenreglement. De voornaamste en meest gestelde vragen hadden betrekking op: de examenperiodes en examenkansen (art. 68); de deliberatieregels (art. 88); onregelmatigheden (art.93-96);
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
41
de studievoortgangsbewaking (art. 99); de interne beroepsprocedure (art. 110-114). Verschillende vragen zijn terug te voeren tot het gegeven dat de decreetgever verschillende systemen met elkaar vermengd heeft, zoals het credit- en puntensysteem, een jaar- en semestersysteem. Zo interfereerde het artikel met betrekking tot de creditbewijzen uit de onderwijsregeling (art. 52) met vragen met betrekking tot de examenregeling. De Interne BeroepsCommissie (IBC), waar een student bezwaar kan aantekenen ten aanzien van een voor hem onterecht genomen examenbeslissing, behandelde 91 klachten, waarvan 12 onontvankelijk, 66 ongegrond en 13 gegrond waren. Tien klachten werden na bemiddeling opgelost. Zeventien klachten werden nadien ook extern behandeld door de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, al deze klachten werden ongegrond verklaard.
Quoteringsafspraken en deliberatieregels De Arteveldehogeschool heeft er expliciet voor gekozen om alle beoordelingen in een numerieke quotering vast te leggen met als minimum nul en maximum twintig. Deze quoteringen worden gekoppeld aan de overeenkomstige ECTS-graden en –omschrijving. Dit geeft aanleiding tot het formuleren van minimale beoordelingscriteria, extra beoordelingscriteria en criteria afgeleid uit een meer persoonlijke, creatieve en/of kritische benadering van de leerinhoud. Deze ‘numerieke quoteringsvorken’ bieden de lesgever de mogelijkheid om gedifferentieerd (doch verantwoord) te beoordelen. Zij erkennen de examinatoren in hun autonomie op het vlak van quoteren en faciliteren gelijktijdig het gebruik van het deliberatievenster, doordat helder en eenduidig de betekenis van de quoteringen vastligt. Om verschillende redenen is het noodzakelijk om deze quoteringsafspraken te maken: de toegenomen flexibilisering van opleidingstrajecten vraagt duidelijke kaders; met het oog op de (inter-)nationale mobiliteit zal het belangrijk zijn dat de quoteringsregels gekoppeld worden aan internationale kaders zoals de ‘ECTS-gradingscale’; het feit dat alle Arteveldehogeschoolstudenten opleidingsonderdelen kunnen volgen in andere opleidingen verantwoordt het Arteveldehogeschoolbrede karakter van de quoteringsen deliberatieafspraken. Ondanks de introductie van een accumulerend creditsysteem blijven deliberaties toch behouden voor een student die zich tijdens de evaluatieactiviteiten in uitzonderlijke omstandigheden bevond. Daar komt nog bij dat: de studenten een creditbewijs ontvangen voor elk opleidingsonderdeel waarvoor ze slagen (ten minste 10 behalen); een dergelijk creditbewijs heeft een minimale geldigheidsduur van vijf jaar; voor elk opleidingsonderdeel waarvoor ze niet slagen (minder dan 10 behalen) de studenten geen creditbewijs krijgen, zelfs als ze hiervoor gedelibereerd worden. De cesuur 10 krijgt op die manier een andere (belangrijke) invulling. Het toekennen van graden van verdienste blijft mogelijk op het einde van het traject van studenten met een diplomatraject of met een examencontract met het oog op het behalen van een diploma. Daarnaast spelen de behaalde creditbewijzen en de numerieke quoteringen hun rol bij het doorstromen van studenten naar mogelijke vervolgtrajecten.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
42
14-15
A
Uitstekend
B
Zeer goed
12-13
C
Goed
11
D
Bevredigend
10
E
Voldoende
9
FX
7-8
FX
2-6
F
Code 1
F
Code 0
F
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria. Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria. Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria. Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
CreditBewijs
Aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud
Extra beoordelingscriteria
Minimale beoordelingsCriteria
ECTSomschr.
Numerieke quotering hogeschool ECTS Grade 16-20
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
EN
Geeft blijk van een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud en buitengewone diepgang en is extra gedocumenteerd
+
EN
Geeft blijk van een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud
+
OF
Geeft blijk van een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud, maar niet consistent
+
Voldoet in beperkte mate aan extra beoordelingscriteria
OF
Geeft enkele aanzetten tot een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud
+
Voldoet niet aan extra beoordelingscriteria
EN
Geeft geen aanvullende blijk van persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud
+
Voldoet in ruime mate aan extra beoordelingscriteria Voldoet aan extra beoordelingscriteria
Voldoet aan extra beoordelingscriteria
Niet geslaagd (beperkte tekorten) Niet geslaagd (beperkte tekorten)
Voldoet net niet aan de minimale beoordelingscriteria (minimaal 90% maar geen 100% bereikt) Voldoet niet aan de minimale beoordelingscriteria (70-90% bereikt) Voldoet niet aan de minimale beoordelingscriteria Niet geslaagd (minder dan 70% bereikt) De student heeft deelgenomen aan het examen Deelgenomen zonder de en/of de praktijk, zonder de intentie aan te geven Niet geslaagd intentie aan de aan beoordelingscriteria te voldoen beoordelingscriteria te voldoen (zgn. ‘pro-forma’ of blanco evaluatie) De student heeft niet deelgenomen Niet geslaagd Niet deelgenomen aan het examen en/of de praktijk
-
-
-
Tabel 1 - Beoordelingskader Arteveldehogeschool (Studiecontract AJ 2013 - 2014)
Tuchtregeling De tuchtcommissie, ingesteld bij artikel 141 van de toetredingsovereenkomst, behandelde dit academiejaar twee dossiers.
Ombudswerking In uitvoering van (artikel 56, punt 6 van het hogeschooldecreet; artikel 78, 5° van het herstructureringsdecreet) voorziet de Arteveldehogeschool in de aanstelling en de functieomschrijving van de ombudsmedewerker. Dit wordt beschreven in titel 8 van de examenregeling en wordt geoperationaliseerd in de opleidingen en voor het geheel van de hogeschool. In het totaal stelden 221 studenten met een modeltraject en 251 studenten met een geïndividualiseerd traject een vraag over de onderwijsregeling aan de ombudsmedewerkers. Daarnaast waren er ook 124 medewerkers en 54 ouders die een vraag hadden over de onderwijsregeling. 699 studenten met een modeltraject, 979 met een geïndividualiseerd traject en 153 ouders stelden aan de ombudsmedewerkers een vraag over de examenregeling. Daar horen de vele vragen bij in verband met het inhalen van examens, daar deze procedure meestal via de ombudsmedewerkers loopt. Vragen bij de deliberatie illustreren hoe de nazorg bij deliberaties zoals verduidelijken, informeren of een luisterend oor bieden, tot de kerntaken van de ombudsmedewerker behoren.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
43
Studenten stellen ook vragen omtrent de interne beroepsprocedure. Uit alle contacten met ombudsmedewerkers blijkt hoe zinvol hun preventieve en bemiddelende rol is om de belangen van examinandi en indirect ook deze van de examinatoren te verdedigen. Uit dit alles kan geconcludeerd worden dat in alle opleidingen wordt gekozen voor het overlegmodel wanneer het gaat over de toepassing van de toetredingsovereenkomst. Om de ombudsmedewerkers deskundig te ondersteunen, neemt de dienst studentenadministratie en studieprogramma’s deel aan het forum van de ombudsmedewerkers dat samenkwam op 8 oktober 2013, 25 februari en 20 mei 2014. Dit interne forum biedt effectief ondersteuning aan de ombudsmedewerkers bij de toepassing en interpretatie van de toetredingsovereenkomst. Uiteraard blijft de toetredingsovereenkomst de enige rechtsbron voor allen: examinandi, examinatoren en voorzitters van examencommissies.
Begeleidingsmaatregelen bij eerstejaarsstudenten De begeleidingsmaatregelen voor de eerstejaarsstudenten zijn opgenomen in hoofdstuk 2.9 van dit Jaarverslag.
2.6
GEGEVENS OVER DE STUDENTEN In het kader van de administratieve lastenverlaging wordt door de stuurgroep DHO (Databank Hoger Onderwijs) aanbevolen om voor alle ‘gegevens over de studenten’ te verwijzen naar de databank hoger onderwijs, met uitzondering van de uitkomsten van het onderzoek van de hoger onderwijsinstelling naar de inschakeling van de afgestudeerden in het beroepsleven, en het rendement van de toelatingsproeven. Voor het academiejaar 2013-14 waren er 11 496 studenten met diplomacontract ingeschreven in de basisopleidingen. Van de 5 747 ‘eerste inschrijvingen aan de Arteveldehogeschool’ zijn er 2 790 generatiestudenten. Belg
Bachelor in
Europeaan
Andere
Totaal
M
V
M
V
M
V
1 133
756
12
3
11
7
1 922
196
517
1
2
0
5
721
86
562
0
6
0
0
654
de grafische en digitale media
394
308
11
2
2
0
717
de journalistiek
272
274
1
2
0
0
549
27
554
1
5
0
0
587
196
395
2
3
0
4
600
10
601
0
3
0
1
615
het onderwijs: lager onderwijs
127
615
0
0
0
0
742
het onderwijs: secundair onderwijs
769 1 024
6
8
3
3
1 813
het bedrijfsmanagement het communicatiemanagement de ergotherapie
de logopedie en de audiologie het office management het onderwijs: kleuteronderwijs
pedagogie van het jonge kind
13
316
0
4
0
2
335
de podologie
101
189
0
0
0
1
291
het sociaal werk
239
767
1
8
1
6
1 022
de verpleegkunde
137
514
3
11
2
7
674
2
247
0
4
0
1
254
3 898 8 156
39
63
19
42
11 496
de vroedkunde TOTAAL
Tabel 2 - Aantal ingeschreven studenten met diplomacontract per opleiding
In de Arteveldehogeschool wordt driejaarlijks een grondig uitstroomonderzoek uitgevoerd. De dienst studentenbegeleiding en studieadvies organiseert jaarlijks screenings rond studiehouding,
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
44
2012-2013
% verschil tussen 2013-2014 en 2012-2013
2011-2012
743
981
1 228
1 523
1 746
1 922
9, 16 %
677
668
701
721
731
780
721
-8,18%
journalistiek
495
600
612
575
608
646
688
628
549
-14,39%
ergotherapie
331
329
345
318
361
447
527
568
654
13,15%
grafische en digitale media
461
464
486
474
464
571
628
669
717
6,69%
onderwijs: kleuteronderwijs
492
482
440
406
494
610
647
642
615
-4,39%
onderwijs: lager onderwijs
605
534
507
506
625
658
680
668
742
9,97%
1 559
1 514
1 586
1 626
1 727
1 999
1 921
1 898
1 813
-4,69%
249
199
267
280
380
459 127
231
335
31,04%
2013-14
2010-2011
656
676
logopedie & audiologie
2009-2010
601
785
revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie pedagogie van het jonge kind
2008-2009
580
communicatiemanagement
onderwijs: secundair onderwijs
2007-2008
bedrijfsmanagement
Bachelor in het / de
2006-2007
2005-2006
leerstrategie en taal, met de bedoeling dat de instromende studenten meer inzicht verwerven in hun beginsituatie (zie 2.9 Instroom-, doorstroom- en uitstroombegeleiding in dit Jaarverslag). Toelatingsproeven die de toegang tot een opleiding van de Arteveldehogeschool reguleren zijn niet van toepassing.
386
431
464
431
448
540
572
543
587
7,50%
84
78
83
94
107
170
193
238
291
18,21%
108
115
109
106
151
303
428
539
600
10,17%
1 163
1 134
1 128
1 064
1 058
1 108
1 092
986
1 022
3,5%
verpleegkunde
354
367
389
413
530
604
631
668
674
0,89%
vroedkunde
169
212
243
263
278
265
287
293
254
-15,35%
7 821
7 736
7 992
7 967
8 913 10 329 10 675 11 097 11 496
3,47%
podologie officemanagement sociaal werk
EINDTOTAAL
Tabel 3 - Vergelijkend overzicht van de inschrijvingen in de basisopleidingen sinds 2005-2006
2.7
GEGEVENS OVER DE EXAMENCOMMISSIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Nihil
2.8
INTERNATIONALE RELATIES Beleid inzake internationalisering
2.8.1.1 Duiding Tijdens het academiejaar 2013-2014 wordt gewerkt aan de doelen van het strategisch plan 20112015, meer in het bijzonder aan deze voor het beleidsdomein internationalisering: het optimaliseren van de procedures rond en de communicatie over internationale mobiliteit, en het sensibiliseren voor internationalisering (cf. 2020-doelstelling m.b.t. de hogere onderwijsmobiliteit);
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
45
het voeren van een instellingsbreed beleid m.b.t. anderstalige opleidingsonderdelen en anderstalige opleidingsprogramma’s; het stimuleren van de integratie van internationalisering binnen het kader van studieprogramma’s, studentenbegeleiding en onderzoek; uitwisselen van expertise en samenwerken met gelijkaardige diensten in buitenlandse onderwijsinstellingen om zich internationaal te benchmarken; werken aan de internationale uitstraling van de Arteveldehogeschool in Europees en mondiaal verband; het versterken van de strategische allianties en bilaterale akkoorden. Volgende kerndoelen dienen hierbij te worden vermeld: meer internationale studenten laten studeren aan de Arteveldehogeschool; onze studenten opleiden tot internationaal/intercultureel competente burgers; de internationale en interculturele competenties en talenten van medewerkers ontwikkelen en inzetten; een organisatie uitbouwen die efficiënt haar data m.b.t. internationalisering beheert; zich als dialooghogeschool profileren waar identiteit en diversiteit binnen een internationale context aan bod komen. De realisatie van deze doelen vraagt het structureel inbouwen van een draagvlak voor internationalisering in de opleidingen, en het gericht coachen en ondersteunen vanuit de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering. De vertaling naar concrete acties gebeurde in de samenwerking tussen de opdrachthouders internationalisering (zie 2.8.1.2 Forum internationalisering in dit Jaarverslag) en de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering. De contacten van de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering met de Stad Gent in het kader van inkomende studentenmobiliteit betekenen op het vlak van internationalisering een meerwaarde.
2.8.1.2 Forum internationalisering (ForInt) Elke maand komt het forum internationalisering samen, met als doel het creëren van een platform voor structureel overleg tussen de medewerkers van de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering en de opdrachthouders internationalisering uit de opleidingen. Op dit forum worden zowel praktische als inhoudelijke agendapunten behandeld. De vaste leden van het forum internationalisering voor het academiejaar 2013-2014 waren de opdrachthouders internationalisering uit de opleidingen en de medewerkers van het domein internationalisering van de dienst O&I (samenstelling ForInt: zie bijlagen 2.3.5 bij dit Jaarverslag). In het academiejaar 2013-2014 werden door ForInt voor de eerste keer twee gemeenschappelijke fora ingelegd: in november 2013 met de onderzoeksraad rond het thema ‘Hoe kunnen we bestaande middelen vorm geven i.f.v. onderzoek en dienstverlening internationaal?’ en in maart 2014 met het forum onderwijsontwikkeling rond Internationale/interculturele leerresultaten en Mobility Windows. 2.8.1.3 Academische erkenning studentenmobiliteit De academische erkenning van de buitenlandse studie- en stageperiodes is een realiteit in de Arteveldehogeschool: conform de diverse internationaliseringsprocedures wordt het ECTS-systeem in alle opleidingen toegepast. Dit Europese systeem voor de overdracht van studiepunten biedt de studenten de formele garantie op erkenning van de in het buitenland gevolgde opleidingsonderdelen. Dit contract laat toe dat de hogeschool haar inhoudelijke en organisatorische autonomie behoudt, de basisvoorwaarde voor het kwaliteitsgehalte van de internationaliseringactiviteiten. Deze overeenkomst wordt afgesloten tussen de student, de opdrachthouder internationalisering en de betrokken opleidingsdirecteur, en legt de betekenis van de internationaliseringactiviteit vast in relatie tot het eigen curriculum van de opleiding. Belangrijk is dat deze praktijk niet enkel voor Erasmus- of andere uitwisselingsstudenten wordt toegepast, maar voor alle internationaliseringactiviteiten, zelfs die ‘at home’.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
46
2.8.1.4 Strategische allianties Zeven jaar na oprichting werden de strategische allianties in 2013-2014 geëvalueerd, en zijn er krijtlijnen uitgetekend voor de toekomst 2015-2020. Op vlak van studentenmobiliteit was bij aanvang de activiteit het hoogst naar de hoger onderwijsinstellingen in de partnerlanden, en naar de stageorganisaties. Daarnaast werd de uitwisselingscontext verkend: de kwaliteit van het onderwijs, de onderwijsstructuren, specifieke expertises, cultuur en dergelijke meer. Zo ontstond een betrouwbaar netwerk dat resulteerde in een meer structurele en duurzame samenwerking op vlak van onderzoek en dienstverlening. De mondialisering van onze maatschappij en het gebrek aan externe middelen om aan prospectie te doen buiten Europa maakt de strategische allianties een uniek en waardevol project. Zo is er bij studenten een toenemende interesse om op stage te gaan buiten Europa. Dankzij de partnerschappen die bijvoorbeeld in Canada werden afgesloten is er een duidelijke stijging in het aantal studenten dat kiest voor een studietraject buiten Europa. Tijdens de evaluatie van de strategische allianties werd ervoor gekozen om de financiering van Turkije als strategische alliantie stop te zetten wegens de beschikbaarheid van Europese middelen via het Erasmus+ programma. Er werd gekozen om in te zetten op China, als nieuwe strategische alliantie. Dit resulteert in volgend overzicht: Ecuador, Canada, Vietnam, China en ZuidAfrika,. In de periode 2015-2020 zal de nadruk liggen op het oogsten van wat er in de voorbije zeven jaar gezaaid werd. Per strategische alliantie zal gefocust worden op volgende punten: 1 Verfijnen van het netwerk in overleg met de opleidingen en ODC’s 2 Verdiepen van de samenwerking met andere hoger onderwijspartners door de realisatie van wederzijdse studentenmobiliteit, de realisatie van wederzijdse stafmobiliteit de samenwerking op het vlak van onderzoek, en het ontwikkelen van joint programs in de verkenning van de mogelijkheden tot benchmarking voor de opleidingen en diensten 3 Opportuniteiten voor de Arteveldediensten binnen het netwerk van de strategische allianties 4 Inzetten op een speerpunt per strategische alliantie. 2.8.1.5 Van Lifelong Learning Programme (2007-2013) naar Erasmus+ (2014-2020) Sinds 1 januari 2007 zijn een groot deel door de EU-gefinancierde projecten ondergebracht in het Lifelong Learning Programme (LLP). Dit is een overkoepelend Europees programma specifiek voor onderwijs en opleiding, bestaande uit vier sectorale programma’s Comenius (voor scholen), Erasmus (voor hoger onderwijs), Leonardo da Vinci (voor beroepsonderwijs en -opleiding) en Grundtvig (voor volwasseneneducatie). Daarnaast zijn er ook nog de transversale programma’s en het Jean Monnet- programma. De transversale programma’s vervolledigen de vier sectorale programma's, opdat deze de beste resultaten zouden opleveren. Het Jean Monnet-programma stimuleert het onderwijs, reflectie en debat over het Europese integratieproces in instellingen voor hoger onderwijs, verspreid over de hele wereld. Voor het dagelijks beheer van de gedecentraliseerde acties van het LLP doet de Europese Commissie een beroep op Nationale Agentschappen. Voor Vlaanderen is dit EPOS vzw. Voor het dagelijks beheer van de gecentraliseerde acties van het LLP doet zij een beroep op EACEA, het Education Audiovisual and Culture Executive Agency in Brussel. Op 1 januari 2014 gaat een nieuw programma met de naam Erasmus+ van start, dat de Europese subsidieprogramma’s voor onderwijs en opleiding, jeugd en sport verenigt. Erasmus+ is het vervolg op het ‘Lifelong Learning Programme’ (onderwijs en opleiding) en het ‘Youth in action’-programma (jeugd) die liepen van 2007 tot 2013. Erasmus+ loopt van 2014 tot 2020. De overgang van LLP naar Erasmus+ (dat bovendien van start gaat middenin het academiejaar) heeft een enorme impact op organisatorisch, administratief en beleidsmatig vlak. Tijdens het academiejaar 2013-2014 wordt veel overlegd over de aanpassing van de procedurele aspecten in de overgang naar het Erasmus+ programma. De Arteveldehogeschool probeert van bij de start aanwezig te zijn in verschillende acties van het Erasmus+ programma. Om te kunnen deelnemen aan het Erasmus+ programma, heeft de Arteveldehogeschool het Erasmus Charter for Higher Education (ECHE) ontvangen, dat geldig is van 2014 tot 2020.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
47
Figuur 1 – Programma een Leven Lang Leren
In het kader van het Leonardo Da Vinci-programma ging het mobiliteitsproject ‘Professional Bachelors at Work (ProBa@Work)’ zijn tweede en laatste projectjaar in. Dit project richt zich tot afgestudeerden/werkzoekenden. Vier afgestudeerden liepen in dit kader stage in Parijs (FR), Oulu (FI), Helsinki (FI) en Lissabon (Portugal).
Overzicht internationaliseringsactiviteiten 2.8.2.1 Mobiliteit van studenten Het aanbieden van een ruime waaier van mogelijkheden aan studenten om deel te nemen aan internationale programma’s en om een kwaliteitsvolle studie- en/of stageperiode in het buitenland door te brengen, versterkt de internationale dimensie van de opleidingen. UITGAANDE STUDENTENMOBILITEIT BINNEN EUROPA: ERASMUS+ ACTIE ‘LEERMOBILITEIT’ Leermobiliteit is nog steeds een belangrijke motor in de internationale activiteiten van de Arteveldehogeschool. Studenten kunnen in het kader van Erasmus+ studeren of stage lopen in een Europees land, en dit voor minimaal twee (stage) of drie (studie) maanden. Tijdens het academiejaar 2013-2014 zet de Arteveldehogeschool dan ook volop in op leermobiliteit voor studenten. Erasmus-studie Principe: een student gaat voor een periode van minstens drie maanden studeren aan een buitenlandse onderwijsinstelling waarmee de Arteveldehogeschool een bilateraal akkoord afsloot. Tijdens het academiejaar 2013-2014 gingen 187 studenten naar 17 verschillende landen onder de Erasmus-vlag, dit ten opzichte van 182 studenten vorig academiejaar (Overzicht van het aantal uitgaande studenten per opleiding en per bestemming: zie bijlagenbundel 2.9.2.1). Erasmus-stage Principe: een student gaat voor een periode van minstens twee maanden voltijds stage lopen aan een buitenlandse organisatie waarmee de Arteveldehogeschool vooraf schriftelijke afspraken maakte betreffende de stage-inhoud. Tijdens het academiejaar 2013-2014 liepen 68 studenten in 17 verschillende landen een Erasmusstage, dit ten opzichte van 70 studenten vorig academiejaar die stage liepen in 10 verschillende landen (Overzicht van het aantal uitgaande studenten per opleiding en per bestemming: zie bijlagenbundel 2.9.2.1).
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
48
Erasmus-Belgica Tenslotte is er de uitwisseling van studenten binnen de drie Gemeenschappen in België. Tijdens het academiejaar 2013-2014 vertrokken uit PBA OLO en PBA OSO in totaal 5 studenten naar Brussel en Namen voor een studieperiode van drie of vier maanden. UITGAANDE STUDENTENMOBILITEIT BINNEN EUROPA: NIET-ERASMUS Sommige studenten kiezen voor een korter traject dan twee maanden binnen Europa, waardoor zij buiten de Erasmuscriteria vallen. In 2013-2014 gingen 24 studenten voor een korte stage naar een Europese bestemming. Vorig academiejaar bevonden zich 15 studenten in deze categorie (Overzicht van het aantal uitgaande studenten per opleiding en per bestemming: zie bijlagenbundel 2.9.2.1). UITGAANDE STUDENTENMOBILITEIT BUITEN EUROPA
Studietraject buiten Europa Steeds meer studenten kiezen voor een studietraject buiten Europa. Deze uitwisselingen verlopen via bilaterale akkoorden die de Arteveldehogeschool afsluit met partnerinstellingen in onder andere Canada, China, Vietnam, de Verenigde Staten en Curaçao. Ondanks het feit dat voor deze uitwisselingen buiten Europa momenteel geen structurele mobiliteitsbeurzen voorzien zijn, zoals dit in het Erasmus + programma wel het geval is, is er een toenemende interesse van studenten in deze bestemmingen. Hierin kan verandering komen tijdens het academiejaar 2014-2015 waarin gekozen zal worden om de middelen van de generieke beurzen (Vlaamse overheid) strategisch in te zetten voor studieverblijven aan Canadese partnerinstellingen. Voor Vietnam zijn er elk academiejaar een aantal studenten die een beurs verkrijgen via het ASEM DUO5programma. Voor het academiejaar 2013-2014 waren dat 4 studenten vanuit de Arteveldehogeschool. De interesse van studenten om buiten Europa op uitwisseling te gaan concentreert zich momenteel bij de opleidingen communicatiemanagement en International Business Management. In 2013-2014 werd de Arteveldehogeschool lid van ISEP (International Student Exchange Program), dat samen met het Vesalius College in Brussel, als enige het Belgische lidmaatschap aangaat. ISEP laat toe om studentenuitwisseling tussen hoger onderwijsinstellingen in de Verenigde Staten en de Arteveldehogeschool te realiseren aan betaalbare Vlaamse tarieven. De eerste uitwisselingen via het ISEP-programma zullen doorgaan vanaf het najaar 2014. Stagetraject buiten Europa Het aantal studenten dat kiest voor een studie- of stageperiode buiten Europa (meer bepaald in landen die ook wel eens onder de noemer ‘Zuiden’ worden geplaatst), daalt. Tijdens academiejaar 2012-2013 liepen 205 studenten op stage buiten Europa, ten opzichte van 153 studenten in academiejaar 2013-2014 (Overzicht van het aantal uitgaande studenten per opleiding en per bestemming: zie bijlagenbundel 2.9.2.1). Sinds het academiejaar 2010-2011 wordt er in samenwerking met de Universiteit Gent, Hogeschool Gent en Howest tweejaarlijks een ‘NoordzUITwisseling’ georganiseerd. Deze dag wordt telkens ingeleid door Gie Goris van mo*magazine en een aantal studenten die aan de hand van een Pecha Kucha-presentatie hun ‘Zuid’-ervaring delen met de medestudenten. De studenten krijgen een infozak mee met daarin onder andere een infoboekje in reisformaat. Tijdens deze voorbereidingsdag worden er workshops aangeboden aan de studenten van de verschillende instellingen. Deze workshops brengen getuigenissen en thema’s als ‘gezond op reis’, ‘projectmanagement’, ‘interculturaliteit’. Tijdens het academiejaar 2013-2014 konden 26 studenten rekenen op een financiële tussenkomst van 1000 euro voor hun stage in het Zuiden. Deze beurzen worden toegekend in het kader van het beurzenprogramma van de VLIR-UOS (Vlaamse Interuniversitaire Raad – Universitaire Ontwikkelingssamenwerking). Dit zijn er 5 meer dan in het voorgaande academiejaar. Opvallend daarbij blijft de grote discrepantie tussen het aantal studenten dat vertrekt en het aantal beschikbare beurzen. 5
ASEM DUO: een ‘Fellowship Programme’, ‘supporting exchanges of professors and students in tertiary education field between Asia and Europe’.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
49
Studiereizen Een aanzienlijk aantal opleidingen organiseert voor de studenten in de loop van hun opleiding internationale studiereizen. Op die manier zetten de betreffende opleidingen de visie, dat elke student tijdens zijn opleiding van een ‘internationale ervaring’ dient te genieten, duidelijk kracht bij. De studiereizen stimuleren zowel de internationaliseringservaring voor de individuele studenten en medewerkers als de internationaliseringsdimensie in de opleiding. Ze worden door de opleidingen zelf en in eigen beheer georganiseerd. MOBILITEIT IN HET KADER VAN LEONARDO DA VINCI (STAGE VOOR PAS AFGESTUDEERDEN) In het kader van het Leonardo Da Vinci-programma ging het mobiliteitsproject ‘Professional Bachelors at Work (ProBa@Work)’ zijn tweede en laatste projectjaar in. Dit project richt zich tot afgestudeerden/werkzoekenden. Vier afgestudeerden liepen in dit kader stage in Parijs (FR), Oulu (FI), Helsinki (FI) en Lissabon (Portugal). De deelnemende studenten kregen een ‘Europass-mobiliteitscertificaat’ als bewijs van hun Europese leerervaring. Bovendien kreeg elke student die geselecteerd werd voor het programma, de kans om vóór zijn vertrek en na terugkeer bij de dienst studieadvies een persoonlijke profielanalyse te laten afnemen. Op die manier krijgt de student inzicht in de ontwikkeling van zijn vaardigheden na afloop van zijn buitenlandse werkervaring. INKOMENDE BUITENLANDSE STUDENTENMOBILITEIT
De groep inkomende studenten bestaat grotendeels uit Erasmus-studenten, maar daarnaast zijn ook een aantal studenten opgenomen die niet via het Erasmus-programma naar de Arteveldehogeschool komen. Alle buitenlandse studenten worden door de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering onthaald: na aanmelding krijgen de studenten een infopakket opgestuurd, en bij aankomst in België krijgen ze bij het afhalen van hun studentenkaart een welkomstpakket mee. In 2013-2014 bezochten 191 inkomende Erasmus-studenten de Arteveldehogeschool; in 20122013 waren dit er 147. Het aantal landen van waaruit de inkomende Erasmus-studenten komen is momenteel 25. De grote stijging van inkomende Erasmusstudenten is het gevolg van het inrichten van anderstalige semesterprogramma’s aan de Arteveldehogeschool. In 2011-2012 besliste de Arteveldehogeschool om anderstalige leertrajecten van 30 studiepunten te ontwikkelen teneinde het aanbod voor inkomende studenten (en lesgevers) te verruimen en eigen studenten de kans te geven aan de eigen hogeschool van een internationaliseringervaring te genieten. De anderstalige leertrajecten gingen van start in 2012-2013. In 2013-2014 verwelkomde de Arteveldehogeschool 23 niet-Erasmus studenten uit Canada, Viëtnam, Zuid-Korea, Indië en Ethiopië (Overzicht van het aantal uitgaande studenten per opleiding en per bestemming: zie bijlagenbundel 2.9.2). Opmerkelijk is de stijging van het aantal inkomende Erasmusstudenten ten opzichte van vorig academiejaar in de opleidingen PBA OKO, PBA OLO en PBA SOW. PBA PJK mocht voor het eerst een inkomende student ontvangen. Dat de opleidingen PBA BEM, PBA COM, de lerarenopleidingen PBA OKO, PBA OLO, PBA OSO en PBA PJK de hoogste aantallen vertonen is te verklaren door het grote aantal inkomende studenten dat zich respectievelijk inschrijft voor de internationale modules ‘Artevelde Business School’, MOCOMA (Module in Communication Management) en ‘Bridges in Education’. Tenslotte trekt de nieuwe module ‘Healthcare Studies’ een groot aandeel inkomende studenten aan naar de opleidingen van het studiegebied gezondheidszorg. Deze module is opgebouwd als interdisciplinair programma waaraan telkens een stagecomponent is gekoppeld. Naast de Interdisciplinary course on Health Issues: Health 2020 die alle inkomende gezondheidszorgstudenten volgen kunnen zij hun programma verder op maat maken door de keuze uit volgende professioneel gerichte modules: de ‘International module on paediatric rehabilitation’, en het ‘Intensive programme on audiology accross borders’ (zie ook 2.9.2.5 in dit Jaarverslag).
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
50
2.8.2.2 Medewerkersmobiliteit6 ERASMUS STA/STT/IP/OM7 Lesgevers die naar het buitenland gaan en buitenlandse docenten die door de Arteveldehogeschool ontvangen worden, vormen een steeds belangrijker onderdeel van de internationale activiteiten. In het academiejaar 2013-2014 gingen er in totaal 126 medewerkers in het kader van het Erasmus-programma (STA/STT/IP/OM) naar het buitenland (t.o.v. 132 vorig academiejaar). Er werd ook gebruikt gemaakt van de mogelijkheid om als ATP-lid een bezoek te brengen aan een buitenlandse partnerinstelling in het kader van de eigen werking (Overzicht van het aantal uitgaande medewerkers per opleiding en per Erasmus-formule: zie bijlagenbundel 2.9.2). De inkomende stafmobiliteit wordt het meest succesvol ingepland in de internationale modules. Opleidingen die meer aandacht aan stafmobiliteit besteden, onderscheiden zich door hun (hogere) mobiliteitscijfers en in het effect op de internationalisering in de eigen opleiding, doordat thuisblijvende studenten en lesgevers intens worden betrokken bij de ‘internationale activiteiten’ in de opleiding. NIET-ERASMUS (STA) In de enge betekenis van het woord wordt met ‘Teaching Staff Mobility’ lesgeven bedoeld. De mobiliteit van lesgevers kan echter breder bekeken worden, bv. het participeren aan projecten in het buitenland, het deelnemen aan congressen, het verstevigen van de relaties met de buitenlandse partner(s), de mobiliteit van studenten duidelijk kaderen in de opleiding …. Daarnaast wordt verder werk gemaakt van de bestendiging van de bestaande partnerschappen en gerichte prospectie-acties voor het aangaan van nieuwe kwalitatieve partnerschappen wereldwijd (Overzicht van het aantal uitgaande medewerkers ‘niet-Erasmus’ per opleiding: zie bijlagenbundel 2.9.2.1). Vergeleken met het academiejaar 2012-2013 (249 uitgaande medewerkers) is in 2013-2014 is er opnieuw een stijging in het aantal ‘niet Erasmus’-stafmobiliteit merkbaar: 264 uitgaande medewerkers. 2.8.2.3 Lifelong Learning Programma (LLP) ERASMUS INTENSIEVE PROGRAMMA’S EN INTERNATIONALE MODULES Naast de blijvende inspanningen op het vlak van mobiliteit van studenten en lesgevers leverde de Arteveldehogeschool tijdens het academiejaar 2013-2014 verder inspanningen op het vlak van Erasmus Intensieve Programma’s en internationale modules, gericht op de gezamenlijke ontwikkeling van curricula. Daarnaast participeerde de Arteveldehogeschool in diverse internationale verenigingen en netwerken (zie 2.8.3 in dit Jaarverslag). De Arteveldehogeschool coördineerde afgelopen academiejaar twee Erasmus-Intensieve Programma’s, waaraan een groot aantal eigen en buitenlandse studenten en lesgevers deelnam. Het ‘Intensive Progamme in Audiology across Borders’ (IPAB) ging het tweede projectjaar in en verwelkomde tijdens het academiejaar 2013-2014 naast 48 studenten 14 lesgevers en gastsprekers van partnerhogescholen uit België, Zweden en Turkije. In academiejaar 2013-2014 ging een nieuw intensief programma van start: ‘Interdisciplinary Programme Living Ageing’ (IPLA). Aan dit IP participeerden 43 studenten uit partnerhogescholen uit België, Nederland, Griekenland, Estland, Litouwen, Noorwegen, Portugal en Tsjechië. 12 lesgevers aan dit IP werden in de partnerinstellingen onthaald. De Arteveldehogeschool participeert zelf in diverse Intensieve Programma’s, waaronder ‘Public Relations: Government Relations and Lobbying in a European Perspective’, ‘Active Ageing en Sustainable Well-being’ georganiseerd door respectievelijk Université Catholique de Louvain (UCL), Rotterdam University of Applied Sciences en Complutense University of Madrid. OVERIGE LLP-PROJECTEN De opleiding Bachelor in de ergotherapie is partner in het Leonardo da Vinci Transfer of Innovation project ‘I-VET - Fostering Intercultural Competences of VET Teachers and Trainers’. Dit pro-
6
Medewerkersmobiliteit: OP (onderwijzend personeel) en ATP (administratief en technisch personeel) STA: Erasmus Staff Teaching Assignments, STT: MobIlity of staff training, IP: Intensive Programmes, OM: Organizing Mobility 7
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
51
ject wordt gecoördineerd door het IUFFP Istituto Universitario Federale per la Formazione Professionale in Lugano Massagno – Zwitserland. In dit project werken zij samen met hoger onderwijsinstellingen uit Zwitserland, Italië, Duitsland, Finland, Turkije en Hongarije. Het project eindigde op 31/12/2013. Daarnaast is de opleiding Bachelor in de ergotherapie ook partner in het Leonardo da Vinci Transfer of Innovation project ‘ICT-Innovative Caregivers’ Training’. Dit project wordt gecoördineerd door de Scuola Universitaria della Svizzera Italiana in Zwitserland. In dit project wordt samengewerkt met hoger onderwijsinstellingen uit o.a. Zwitserland, Italië, Polen en Finland. Het project ging van start op 1/10/2013. De opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs is partner in het Leonardo da Vinci Transfer of Innovation Study Support Project ‘Life Lift Off’, met ROC Zeeland als coördinator. Dit project richt zich op ondersteuningsinitiatieven voor jongeren tussen 14 en 23 jaar, met als doel de schooluitval zoveel mogelijk te voorkomen. Dit project zit in het tweede projectjaar. 2.8.2.4 VLIR UOS-projecten VLIR UOS, de verantwoordelijke actor bij de Belgische overheid voor het geheel van de universitaire ontwikkelingssamenwerking in Vlaanderen, biedt een aantal programma’s aan die hoger onderwijsinstellingen het mogelijk maken om actief te zijn in de sector van ontwikkelingssamenwerking. In academiejaar 2013-2014 participeerde de Arteveldehogeschool, naast het VLIR UOS reisbeurzenprogramma (zie 2.9.2.1 in dit Jaarverslag), aan volgende programma’s: ZUIDINITIATIEF
In 2012-2013 werd het Zuidinitiatief ‘Care@com: Exploratory research into sustainability on supporting self-reliance of community dwelling elderly’ opgestart. De kick-off meeting ging door aan Stellenbosch University (Zuid-Afrika). In 2013-2014 ging het project haar tweede werkjaar in. Daarnaast werd een nieuw Zuidinitiatief ingediend en goedgekeurd: ‘Quality management in teacher education with focus on science education’ in samenwerking met Universidad Técnica Particular de Loja (UTPL), Universidad Técnica del Norte (UTN) en de VVOB in Ecuador. Dit project ging van start in december 2013. KORT OPLEIDINGSINITIATIEF (KOI) Vanuit de opleiding Bachelor in de pedagogie van het jonge kind werd er een KOI ingediend en goedgekeurd rond het thema ‘From minus 6 months up to 6 years of age: Fostering child development’ die georganiseerd zal worden in samenwerking met de opleiding Bachelor in het sociaal werk en Bachelor in de vroedkunde. Dit is het derde Kort Opleidingsinitiatief dat zal doorgaan aan de Arteveldehogeschool en is gepland in het najaar 2015.
2.8.2.5 Institutionalisering van de internationaliseringsinitiatieven Naast de door Erasmus gefinancierde intensieve programma’s, biedt de Arteveldehogeschool een waaier aan van internationale modules waarin zowel eigen als buitenlandse studenten en lesgevers betrokken zijn. Door middel van deze internationale modules verankert de Arteveldehogeschool internationalisering in het curriculum van haar opleidingen. De internationale modules die aan de Arteveldehogeschool worden georganiseerd zijn in 2013-2014: de ‘international module on paediatric rehabilitation’, het ‘International programme on the use of creativity and occupational therapy (COCAO) en het IP-light Speech Therapy: Systems/models of Service Delivery. Tijdens het academiejaar 2013-2014 werden vijf Engelstalige semesterprogramma’s aangeboden aan zowel buitenlandse als Arteveldehogeschoolstudenten: Social Work from a Global Perspective, Artevelde Business School, Health Care Studies, Module in Communication Management en Bridges in Education.
Internationale samenwerkingsverbanden De Arteveldehogeschool is lid van verschillende internationale verenigingen en netwerken, wat kansen biedt om de bestaande relaties verder uit te bouwen en toekomstgericht nieuwe contacten aan te gaan met buitenlandse instellingen. Aan de jaarlijkse vergaderingen en congressen van – onder meer - volgende verenigingen en netwerken nemen medewerkers en studenten deel: de EAIE (European Association for International Education), BUSINET (Network for the Development of Business Education Programmes),
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
52
Comenius Association (Europe in the intercultural education of teachers), ATEE (Association for Teacher Education in Europe), COHEHRE (Consortium of Institutes of Higher Education in Health en Rehabilitation in Europe) en haar Amerikaanse zusterorganisaties NACNAH en ASAHP, de Association of European Schools of Social Work, EUPRERA (European Public Relations Education & Research Association), ACA (Academic Cooperation Association) en NAFSA (Association of International Educators). De Arteveldehogeschool participeert in externe organisaties zoals ADINSA (Adviesgroep Internationale Samenwerking van VLHORA), het Erasmuscomité, VLIR-UOS en Flanders Knowledge Area vzw. De hogeschool neemt deel aan werkgroepen, adviesraden en conferenties in binnen- en buitenland. Vanuit de Arteveldehogeschool worden regelmatig symposia en studiedagen bijgewoond of actieve bijdragen geleverd aan onder meer studiedagen van het Departement Onderwijs, EPOS, VVKHO, VLHORA, VLOR …. De opleidingen van de Arteveldehogeschool hebben ook contacten met verschillende opleidingsspecifieke verenigingen, gericht op internationalisering. Zo participeert de opleiding Bachelor in de ergotherapie in het Erasmus thematisch netwerk ENOTHE (European Network of Occupational Therapy Institutes). De Arteveldehogeschool is vertegenwoordigd op de jaarlijkse conferentie van EURASHE (European Association of Institutes in Higher Education), EAIE, NAFSA, ACA, Cohehre en Businet. Voorts zet de Arteveldehogeschool sinds 2013-2014 in op een structurele samenwerking met de VVOB in rond de thema’s mentoring en stagebegeleiding in volgende landen: Zambia, Zimbabwe en Vietnam vanuit de opleiding Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Cambodja vanuit de opleiding Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Suriname en Ecuador vanuit de opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs De structurele samenwerking uit zich in dienstverleningsopdrachten tussen de Arteveldehogeschool en VVOB8 toe rond de voorgestelde landen en thema’s, en daarnaast een engagement op vlak van de Noord-Zuidwerking.
Bidiplomering De samenwerking rond het project ‘bidiplomering’ tussen de Hogeschool Zuyd te Heerlen (Nederlands Limburg) en de Arteveldehogeschool, opleiding Bachelor in de logopedie en de audiologie: optie logopedie, wordt voortgezet. Met een bidiploma wordt de grensoverstijgende inzet van logopedisten expliciet mogelijk in de grensstreek tussen Vlaanderen en Nederland. Naast voordelen die relevant zijn voor de afgestudeerde logopedist is er de meerwaarde voor de betrokken hoger onderwijsinstellingen. Enerzijds wordt op deze wijze actief meegewerkt aan het internationaal karakter van de opleiding; anderzijds kan het aanbieden van een bidiploma de opleidingskeuze bepalen van de kandidaat-student. De opleidingen Bachelor in het bedrijfsmanagement en Bachelor in het office management werken samen met de Waalse hogeschool Haute Ecole Libre Mosane (HELMO), en bieden de studenten die de laatste 60 studiepunten afwerken bij de partnerinstelling ook bidiplomering aan. Die studenten krijgen een diploma van de Arteveldehogeschool en van HELMO.
8
De Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand (VVOB) ontvangt jaarlijks een werkingssubsidie en een projectsubsidie. De werkingssubsidie heeft als doel de expertise van VVOB structureel te ondersteunen. Daarnaast wordt het project “scholenbanden” ondersteund. Dit project heeft tot doel leerlingen en lesgevers te betrekken bij ontwikkelingssamenwerking via netwerken tussen scholen in Noord en Zuid.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
53
2.9
INSTROOM-, DOORSTROOM- EN UITSTROOMBEGELEIDING Instroombegeleiding
2.9.1.1 Instroombegeleiding voor kandidaat-studenten OPLEIDINGSFOLDERS
Voor elke opleiding wordt een specifieke opleidingsfolder ontwikkeld om abituriënten een correct en volledig beeld te geven van het opleidingsaanbod van de Arteveldehogeschool. Daarnaast is er een algemene informatiebrochure met informatie over ‘Studeren aan de Arteveldehogeschool’. STUDIE-INFORMATIEDAGEN (SID-IN’S) Voorafgaand aan de SID-IN’S krijgen alle informanten een overzichtelijke bundel met een overzicht van de belangrijkste wijzigingen in het hoger onderwijslandschap, informatie over de algemene dienstverlening van de Arteveldehogeschool en praktische afspraken. Ter voorbereiding van deze studie-informatiedagen komen alle opleidingen kort hun opleiding voorstellen. Op die manier kunnen de medewerkers van de dienst studieadvies met up-to-date-informatie de beursstand bemannen. In het totaal vinden er in Vlaanderen vijf SID-IN’S plaats, verspreid over vijf provincies. De SID-IN’S in Oost- en West-Vlaanderen zijn voor de Arteveldehogeschool de belangrijkste. Uit deze twee provincies komt immers de meerderheid van de studentenpopulatie van de Arteveldehogeschool. De Arteveldehogeschool is op beide SID-IN’S sterk vertegenwoordigd, met uit elke opleiding minstens één informant en twee medewerkers uit de dienst studieadvies. De Arteveldehogeschool gaat met een beperkte equipe - twee medewerkers van de dienst studieadvies - naar de SID-IN’S in de provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant. INDIVIDUELE AANVRAGEN VAN STUDIE-INFORMATIE BIJ DE DIENST STUDIEADVIES Kandidaat-studenten met vragen kunnen op de dienst studieadvies terecht via telefoon, e-mail en op afspraak. Het aantal studie-informatievragen stijgt elk academiejaar. In 2014 voerde de dienst studieadvies 336 keuze- of heroriënteringsgesprekken of gesprekken rond het toelatingsonderzoek. Het valt op dat er meer en meer vragen gesteld worden rond ‘verder studeren’ en werktrajecten. Frequent terugkerend is de vraag naar EVC’s, EVK’s en studieduurverkorting. Hierbij wordt steeds doorverwezen naar de trajectbeheerders in de betreffende opleidingen. Kandidaat-studenten die de dienst studieadvies contacteren voor een eerste oriëntering of een heroriëntering in het hoger onderwijs, kunnen een ‘beroepskeuzetest’ afleggen. Via de website www.arteveldehs.be is een gelijkaardige ‘studiekeuzetest’ beschikbaar. Ruim 99 (kandidaat-)studenten vulden de beroepskeuzetest in, 1902 (kandidaat-)studenten maakten gebruik van de studiekeuzetest. INFODAGEN
Contacten met professionelen, die op gedreven wijze hun job uitoefenen, kunnen zorgen voor een positieve identificatie. De infodagen spelen hierbij een cruciale rol. Kandidaat-studenten kunnen op de infodagen spreken met docenten, trajectbeheerders, leer-, zorg- en taalcoaches, en studenten. Ze kunnen cursussen inkijken, informatie vergelijken, practica volgen en de sfeer op de campus opsnuiven. In de Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs wordt bijkomend een talentendag ingericht waarop studenten zicht krijgen op hun startcompetenties en hun talenten. Data infodagen 2014: zaterdagen 15 februari, 26 april, 28 juni en 30 augustus. Deze infomomenten worden op dezelfde data gehouden over de opleidingen heen, zodat kandidaat-studenten gemakkelijk verschillende opleidingen op één dag kunnen verkennen. Tijdens deze infodagen is de dienst studieadvies aanwezig op een centrale campus om studiekeuzegesprekken te voeren met kandidaat-studenten. PROEFSTUDEREN
Voor het zevende jaar wordt de mogelijkheid tot proefstuderen voor kandidaat-studenten aangeboden. Hierbij komen individuele leerlingen uit het laatste jaar secundair onderwijs naar de hogeschool om de onderwijsactiviteiten bij te wonen en op die manier te ‘proeven’ van de opleiding en de hogeschool.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
54
Alle opleidingen werkten hier aan mee. In totaal gingen 695 kandidaat-studenten in op dit aanbod, dit is een stijging van 61% ten opzichte van 2012-2013. INFOSESSIES OVER STUDEREN HET HOGER ONDERWIJS
In 2013-2014 gaf de dienst studieadvies voor tien secundaire scholen of scholengemeenschappen info rond ‘Studeren in het hoger onderwijs’ of is aanwezig op mini-SID-IN’S voor leerlingen en hun ouders. Voor de zesde maal biedt de dienst studieadvies een infosessie ‘in eigen huis’ aan voor ouders en begeleiders. Op zaterdagvoormiddag 1 februari 2014 werden 180 geïnteresseerden in de Arteveldehogeschool ontvangen. Tijdens een dergelijke sessie wordt het hoger onderwijs in het algemeen toegelicht, worden de studentenvoorzieningen voorgesteld en is er een getuigenis van een ouder. Diverse opleidingen nodigen ook bij de start van het academiejaar de ouders van nieuwe studenten uit. ONDERSTEUNING OPLEIDINGEN BIJ INSTROOMBELEID
De verantwoordelijken instroombegeleiding van de dienst studieadvies zijn beschikbaar voor de opleidingen die advies wensen over instroomvraagstukken. Dit jaar werden voor de opleidingen podologie, audiologie, logopedie, ergotherapie en pedagogie van het jonge kind ‘instroomchecklists’ opgesteld, waarbij kandidaat-studenten kunnen checken of de opleiding bij hen past of niet. COMMUNITY OF PRACTICE INSTROOM
In 2013-2014 organiseerde de dienst studieadvies viermaal een Community of Practice, afgekort CoP. Volgende thema’s komen aan bod: Instroom en sociale media Begeleiding Op Maat op de infodagen Kennisdeling omtrent: instroomprocedures, instapprofielen … Samenwerking met secundaire scholen Uitwisseling over de start van het academiejaar, introductiedagen, SID-ins en proefstuderen LEERNETWERK EN KLAAR VOOR HOGER ONDERWIJS
In 2011 ontwikkelde de dienst studieadvies de webtoepassing ‘Klaar voor hoger onderwijs’, www.klaarvoorhogeronderwijs.be om de aansluiting tussen het secundair en het hoger onderwijs te verbeteren. Via deze website kunnen leerlingen, onder begeleiding van een leerkracht, een aantal van hun startcompetenties voor het hoger onderwijs in kaart brengen. Het gaat concreet om keuze-, leer-, ICT- en taalvaardigheden. De tabel hieronder geeft de gebruikersaantallen weer sinds het academiejaar 2010-2011. In 2013-2014 gebruikten minder CLB-medewerkers en leerkrachten de webtoepassing. Een mogelijke oorzaak is hier dat veel leerkrachten of CLB-begeleiders tijdens een plenaire vorming een login aanmaken om het project te leren kennen. Sinds AJ 2012-2013 zijn de effectieve gebruikers gekend, wat zich positief vertaalt in meer leerlingen die het instrument gebruiken en vaak door een vast team van leerkrachten hierin worden begeleid. Gebruikers www.klaarvoorhogeronderwijs.be CLB-medewerkers Leerkrachten Leerlingen
AJ 20102011
AJ 20112012
AJ 20122013
AJ 20132014
180 380 2 600
200 807 7 989
108 795 10 171
43 755 11 609
Tabel 4 - Gebruikersaantallen www.klaarvoorhogeronderwijs.be
In totaal zijn de gebruikers verbonden aan 263 verschillende scholen. Naast het vormingsaanbod voor nieuwe gebruikers startte de dienst studieadvies in 2013 met coaching rond het ontwikkelen van een duurzaam OLB-beleid op de secundaire scholen; in 2014 stapten drie secundaire scholen in dit traject.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
55
2.9.1.2 Instroombegeleiding voor nieuwe studenten INSTAPCURSUSSEN
Instromende studenten krijgen de kans om zich in te schrijven voor opleidingsoverstijgende en opleidingsspecifieke instapcursussen. Alle cursussen vinden plaats in campus Kattenberg en worden uitsluitend gegeven door studenten uit de opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs in het kader van een stageopdracht. Er werden 383 inschrijvingen voor de instapcursussen geregistreerd in 2013-2014. OPLEIDINGSGIDS
Alle opleidingen beschikken over een (digitale) opleidingsgids en ECTS-fiches (zie ook 2.6.3 in dit Jaarverslag) waarin de verschillende opleidingsonderdelen per opleidingsjaar in detail worden beschreven: aantal studiepunten, contacturen, doelstellingen, inhoud, manier van evalueren, cursusmateriaal … STUDENTENAGENDA
De dienst studieadvies werkte in samenwerking met de dienst studentenvoorzieningen een studentenagenda 2013-2014 uit voor alle studenten van de Arteveldehogeschool. Naast de nodige witruimte voor planning, bevat de agenda ook nuttige informatie over de hogeschool en het begeleidingsaanbod. Deze agenda wordt meegegeven bij inschrijving. INTRODUCTIEMOMENTEN
In alle opleidingen worden introductiesessies gegeven waarbij studenten algemene informatie krijgen over het studiecontract, de jaarindeling, het lessenrooster, het studiemateriaal, de werking van de digitale leeromgeving, de werking van de mediatheek, de absentieregeling …. De eerstejaarsstudenten maken tevens kennis met het begeleidingsaanbod van de opleiding: trajectbeheerders, trajectcoaching, leercoaching, taalcoaching, zorgcoaching en de werking van de studentenraad. In elke opleiding vinden er rondleidingen en groepsvormende activiteiten plaats. INTAKEGESPREKKEN EN FOLLOW-UP In de opleidingen Bachelor in het bedrijfsmanagement en Bachelor in het officemanagement organiseren de trajectcoaches van de eerste schijf intakegesprekken die de basis vormen voor een intensieve follow-up gedurende het academiejaar. Studenten uit de opleidingen Bachelor in het communicatiemanagement en Bachelor in de journalistiek kunnen bij de start van het academiejaar een gesprek aanvragen met een trajectcoach. Van de kandidaat-studenten voor de Bachelor of International Business Management wordt verwacht dat zij minimaal over een B2-niveau Engels beschikken. Elke student die zich wil inschrijven voor deze opleiding is daarom verplicht om deel te nemen aan een gratis Engelse taalscreening. Als de testresultaten niet aan de eisen voldoen, mag de kandidaat-student één keer herkansen. De test bestaat uit een schriftelijk onderdeel dat peilt naar de woordenschatkennis, de luistervaardigheid en de leesvaardigheid. Daarna volgt een spreekvaardigheidsproef. De screening is niet noodzakelijk als kandidaat-studenten hun Engelse taalbeheersing kunnen bewijzen aan de hand van de volgende certificaten: TOEFL (score: minimum 87) IELTS (score: minimum 6) UCT (niveau B2) Bewijs van slagen in het Engelstalig hoger onderwijs De trajectcoaches uit de opleiding International Business Management organiseren in de eerste schijf ook intakegesprekken met de studenten. Langs deze weg wordt er gewerkt aan de talentontwikkeling en de professionele groei van de studenten. Dit wordt tijdens het academiejaar ook verder worden opgevolgd. De opleiding Bachelor in de logopedie en de audiologie organiseert screeningsmomenten voorafgaand aan de inschrijving. In een open ontmoeting wordt gepeild naar het stem- en spraakgedrag. De gegeven adviezen hebben geen bindend karakter. In de opleiding Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs en Bachelor in de pedagogie van het jonge kind wordt een intakegesprek georganiseerd waarin de procesbegeleiders de studenten leren kennen. Er wordt gereflecteerd op de studiekeuze en op de studievaardigheden. Indien nodig, worden studenten gericht doorverwezen naar de ondersteunende diensten in de opleiding.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
56
Het is meteen ook de start voor een intensieve opvolging van de student doorheen zijn/haar traject in de opleiding. De studenten kleuteronderwijs leggen in de eerste weken een taalscreening af onder begeleiding van de docent van ‘Nederlands’ en ‘Taalvaardigheden’. Dit is de start van het taaldossier dat verder opgevolgd wordt. In de opleiding Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs worden startassessments georganiseerd op het vlak van wiskunde, muziek en Frans met het oog op gedifferentieerde trajecten. Alle studenten hebben in de maand oktober een individueel intakegesprek met hun trajectcoach. De bedoeling is enerzijds de beginsituatie van de student beter te leren kennen en anderzijds vroegtijdig problemen op te sporen en aan te pakken. Er is ook een groepsintake met de praktijkbegeleider. In de opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs organiseren de vakgroepen intakegesprekken op infodagen, met de bedoeling de studenten te ondersteunen bij het zich correct oriënteren. De opleiding Bachelor in de vroedkunde organiseert een screeningsgesprek voorafgaand aan de inschrijving. In deze gesprekken wordt gepeild naar de startcompetenties, de motivatie, de studieloopbaan en de verwachtingen van de student. Adviezen naar de ondersteunende diensten kunnen de student aanzetten tot verdere reflectie en opvolging. Het document, dat ingevuld wordt als voorbereiding op het instroomgesprek, is digitaal beschikbaar en wordt meteen als startinformatie in het portfolio gebruikt. Dit gesprek wordt aangevuld met een instroomtoets waarin de kennis van het Engels, van wiskunde en de opvattingen van de kandidaat over het beroep worden gescreend. De resultaten leiden tot niet- bindende adviezen. In de opleiding Bachelor in de verpleegkunde heeft iedere student bij aanvang van het academiejaar een gesprek met de trajectcoach. In dit eerste verkennende gesprek wordt gepeild naar de beginsituatie en naar mogelijke probleemgebieden, zodat tijdig gericht kan verwezen worden naar de ondersteunende diensten. Ook in 2013-2014 organiseerde de opleiding Bachelor in de podologie verplichte screeningsgesprekken voorafgaand aan de inschrijving. De startcompetenties, de motivatie, de studieloopbaan en de verwachtingen van de student worden in kaart gebracht. Daarnaast legden de studenten een toets af waarin gepeild wordt naar de talenkennis (Nederlands, Frans en Engels), elementaire wiskundige berekeningen en de kennis van het beroep. De resultaten leiden tot een niet-bindend advies. De opleiding Bachelor in de ergotherapie startte in 2013-2014 met de uitwerking van een nieuwe instroomprocedure.
Doorstroombegeleiding 2.9.2.1 Trajectbeheer FORUM TRAJECTBEHEER
Voor de samenstelling van hun traject kunnen studenten in elke opleiding terecht bij een trajectbeheerder. In het forum trajectbeheer komen trajectbeheerders uit de diverse opleidingen zes keer per jaar samen om hun expertise te delen. Het forum trajectbeheer spitste in 2013-2014 zijn aandacht toe op: onderwijs- en examenreglement digitale module herinschrijvingsaanvragen - iBamaflex zorg voor PDT-studenten TRAJECTBEHEERDER
Iedere student die zijn of haar leertraject wijzigt (verandering van type of van inhoud van contract, stopzetting van studies) heeft een gesprek met de trajectbeheerder van de opleiding, die het gesprek registreert. De doelstelling is: gepaste acties ondernemen wanneer de beslissing van de student te impulsief genomen of niet gegrond blijkt te zijn. Dat aanbod kan bestaan uit: trajectwijzigingen of extra begeleiding de student informeren over de gevolgen van trajectwijzigingen structurele knelpunten in de opleidingen opsporen
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
57
In alle opleidingen worden in deze context plenaire infosessies omtrent flexibele individuele leertrajecten georganiseerd. Dat gebeurt eind juni en begin september, telkens na de bekendmaking van de rapporten en de feedbacksessies. INSCHRIJVINGSPROCEDURE
De Arteveldehogeschool volgt sinds het academiejaar 2005-2006 een aangepaste inschrijvingsprocedure. Deze procedure houdt in dat het traject van een student volledig gekend moet zijn voor die zich administratief kan inschrijven. Trajectbeheerders worden ingeschakeld tijdens het gehele inschrijvingsproces, vooral als begeleider bij het bepalen van de elementen van het toetredingscontract. Medewerkers van de diensten studieadvies en studentenvoorzieningen zijn aanwezig om vragen rond studiekeuze, bijzondere statuten, instapvoorwaarden, studiefinanciering, huisvesting enz. te beantwoorden. Indien bij inschrijving kan worden aangetoond dat de student beursgerechtigd is, wordt het studiegeld onmiddellijk aan een verminderd inschrijvingstarief berekend. HERINSCHRIJVINGSMODULE
Nieuw in 2014 is dat alle opleidingen van de hogeschool werken met een digitale module voor herinschrijvers: de ‘HA/SPA’ module. Studenten kunnen zelf hun studietraject voorbereiden. FEBRUARITRAJECTEN
In diverse opleidingen worden zogenaamde ‘februaritrajecten’ georganiseerd: dat zijn studietrajecten waarbij de student kan instappen in februari om zes of zeven semesters later af te studeren. Om de februaritrajecten in de verf te zetten, werden ze expliciet toegelicht op een bijeenkomst van de trajectbegeleiders van het adviescentrum voor studenten van Universiteit Gent.
2.9.2.2 Trajectcoaching TRAJECTCOACH
De trajectcoach volgt het traject van de student van nabij op. Concreet gaat het om de begeleiding van studenten bij het kiezen van een leertraject, alsook bij het systematisch en op actieve wijze reflecteren op trajectkeuzes en op het eigen trajectverloop. FORUM TRAJECTCOACHING
In 2013-2014 werd de ‘community of practice trajectcoaching’ omgevormd tot een forum trajectcoaching. Trajectcoaches van alle opleidingen kwamen drie keer per jaar samen om hun expertise te delen. Belangrijkste topics: wat zijn de effecten van trajectcoaching? de zorg voor PDT-studenten OPLEIDINGSSPECIFIEKE INVULLING TRAJECTCOACHING
In de opleidingen van het studiegebied gezondheidszorg en de opleiding Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs wordt met een vaste trajectcoach gewerkt die een groep eerstejaarsstudenten begeleidt. Deze trajectcoach volgt de studenten op en vervult een signaal- en doorverwijsfunctie doorheen het academiejaar. De trajectcoaches vervullen ook een belangrijke rol bij de screening van leerstijl en studiestrategie. In de opleidingen Bachelor in het communicatiemanagement, Bachelor in het bedrijfsmanagement, Bachelor in het officemanagement en Bachelor in de journalistiek wordt met een gelijkaardig systeem gewerkt, waarbij traject- en leercoaches één of meerdere groepen eerstejaarsstudenten begeleiden. Studenten kunnen er terecht voor allerlei soorten problemen enerzijds en voor begeleiding bij het verwerven van algemene competenties anderzijds. De trajectcoach maakt tevens werk van studievoortgangsgesprekken die bestaan uit: een reflectie op het eerste semester in februari/maart, een kort advies over de beste aanpak van de tweede zittijd na de rapportuitdeling in juni, én een verplicht gesprek voor elke PDT-student alvorens hun contract wordt behandeld in september. Daarnaast kan worden vermeld dat de opleidingen Bachelor in het communicatiemanagement en Bachelor in de journalistiek de resultaten per examenperiode persoonlijk aan de studenten overhandigen, en dat op diezelfde dag alle docenten aanwezig zijn voor vakfeedback. De studenten uit de lerarenopleidingen worden voornamelijk begeleid door praktijkbegeleiders. In de opleiding Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs wordt de term ‘procesbegeleider’
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
58
gebruikt. Deze term omvat er zowel trajectcoaching als praktijkbegeleiding. Deze docenten volgen het leertraject (in de opleiding Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs gebeurt dit door de trajectcoaches) en de praktijkvorderingen van de student, en houden regelmatig begeleidings- en evaluatiegesprekken. In december en april organiseert de opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs een bevraging via het studentvolgsysteem CEGO. Door deze bevraging reflecteert de student over zijn welbevinden en studievoortgang in de opleiding. Als de student een hulpvraag heeft op studievlak of op psychosociaal terrein kan een beroep gedaan worden op interne en op aan de opleiding gekoppelde externe begeleidingsdiensten. In de opleiding Bachelor in de pedagogie van het jonge kind volgt de trajectcoach de studievorderingen van de student op via regelmatige begeleidings- en evaluatiegesprekken en via het opleidingsonderdeel ‘Onderzoeken en innoveren’. De student is ook verplicht aanwezig te zijn tijdens de feedbackgesprekken bij het rapport in functie van de begeleiding van de studievoortgang. In de opleiding Bachelor in de vroedkunde volgt de trajectcoach de student gedurende het volledig opleidingstraject op. Eén trajectcoach, de SWITCH-coach, begeleidt alle studenten die studie met werk en/of gezin combineren, en begeleidt tevens het differentiatietraject voor SWITCHstudenten en studenten met een persoonlijk traject. Ook in de opleiding Bachelor in de verpleegkunde volgt de trajectcoach een groep studenten op gedurende het volledige traject, voor zover dit organisatorisch haalbaar is doorheen de keuzetrajecten. Deze trajectcoaching wordt geïntegreerd in het opleidingsonderdeel ‘Beroepsbekwaamheid’. Voor de SWITCH-studenten en de ‘februaristudenten’ wordt een afzonderlijke trajectcoach vrijgesteld. In de opleiding Bachelor in het sociaal werk ten slotte is trajectcoaching gekoppeld aan het opleidingsonderdeel ‘Basisvaardigheden’ in de eerste schijf, dit werd in 2013-2014 ook in de tweede en derde schijf geïmplementeerd.
2.9.2.3 Leercoaching Leercoaching is de begeleiding van de studenten bij het verwerven van vakoverschrijdende en/of vakspecifieke studievaardigheden. In elke opleiding kunnen de studenten terecht voor individuele of collectieve leercoaching. In het academiejaar 2013-2014 kwam het forum leercoaching drie keer samen. Volgende topics komen aan bod: Verkenning digitale leeromgeving www.studietips.be Ontwerptekst: ‘iedereen leercoacht’ of hoe leercompetenties stimuleren in onderwijsactiviteiten en studiemateriaal Afname start-screenings: motivatievragenlijst & Lassi Analyse behoeften afsprakensysteem Medewerking oriënteringsinstrument SIMON van de Universiteit Gent Communicatie: begeleiding op maat LASSI-SCREENING STUDIEHOUDING EN LEERSTRATEGIE BIJ EERSTEJAARSSTUDENTEN Studenten van de Arteveldehogeschool kunnen bij de start van het academiejaar deelnemen aan een digitale screening van hun leer- en studiestrategie aan de hand van het instrument LASSI (Learning and Study Strategies Inventory). De studenten kunnen de vragenlijst via de elektronische leeromgeving invullen. Alle studenten krijgen achteraf via hun leer- en/of trajectcoach hun resultaten op papier. Tijdens een feedbackgesprek worden de verschillende schalen van de LASSI-test overlopen en worden remediëringsmogelijkheden besproken en (interne en/of externe) doorverwijsinstanties aangegeven. SCREENING VAN MOTIVATIE BIJ EERSTEJAARSSTUDENTEN
Voor het eerst werd bij alle eerstejaarsstudenten een motivatievragenlijst (Sierens & Van Steenkiste, 2009)9 afgenomen. Deze vragenlijst peilt diepgaand naar de soort en de hoeveelheid moti-
9
Sierens, E., & Van Steenkiste, M. (2009). Wanneer “ meer minder betekent ”: motivatieprofielen van leerlingen in kaart gebracht. Begeleid Zelfstandig Leren, 24(December), 17-36.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
59
vatie die de kandidaat-student ervaart voor zijn studies. Motivatie is een belangrijke voorspellende succesfactor voor studiesucces. De bedoeling van deze eerste afname is om de vragenlijst te normeren voor het hoger onderwijs. In 2013-2014 werd deze vragenlijst gekoppeld worden aan tips voor studenten en docenten, en werden alle items studentvriendelijker geformuleerd. OPLEIDINGSSPECIFIEKE LEERCOACHING
In de opleidingen Bachelor in het bedrijfsmanagement, Bachelor in het officemanagement, Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs wordt gewerkt met leergroepen. Leercoaching krijgt aldus een plaats in het curriculum, en via de methodiek van peer-teaching worden leercompetenties aangescherpt. De leer- en trajectcoach in de opleidingen Bachelor in het communicatiemanagement en Bachelor in de journalistiek begeleidt de student op vlak van studievaardigheden. In de opleiding Bachelor in het communicatiemanagement is er een vast moment voorzien waarop studenten terecht kunnen bij de leer- en/of trajectcoach voor een gesprek of leercoaching. Daarnaast worden er collectieve begeleidingssessies voorzien over planning, noteren, structureren en examen afleggen tijdens het eerste semester. Bij deze laatste worden ouderejaarsstudenten betrokken. Er is een LeerWijzer voor de studenten opgemaakt. In deze LeerWijzer handelt een eerste deel over algemene studietips en de notities van elke sessie. Een tweede deel biedt studeertips aan en voorbeeldexamenvragen met goede en foute antwoorden. In de opleiding Bachelor in de grafische en digitale media is leercoaching ingebed in het curriculum in het vak ‘Professionele communicatie 1’. Studenten werken er in kleine leergroepen aan hun leercompetenties en bouwen een portfolio op. Daarnaast worden er vooruitgeschoven examens ingericht voor ‘Mediatechnologie’, ‘Besturingssystemen’, ‘Visuele communicatie’, en ‘Fotoen colorimetrie’. In de leergroepen reflecteren de studenten over de proefexamens en krijgen ze tips van hogerejaarsstudenten. Studenten kunnen ook een beroep doen op extra individuele leercoaching. Na elke examenperiode worden examenbesprekingen gehouden. In de opleiding Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs zijn studievaardigheden ingebed in het curriculum. Als onderdeel van een opleidingsonderdeel ‘Algemene vaardigheden’ krijgen de studenten drie lessen studeervaardigheden. In gesprek met de procesbegeleider wordt individueel teruggeblikt op resultaten van de LASSI-test en de activiteiten die de student hierna uitvoerde om zijn beginsituatie te verbeteren. Na elk examen is er een feedbackgesprek met de verschillende docenten en de procesbegeleider. Als studenten na de eerste examenperiode nood hebben aan meer oefeningen in studievaardigheden, is er de leerkring waarin ze in kleine groep dezelfde principes uit de lessen van het eerste semester toepassen op het lesmateriaal van het tweede semester. Op vraag of bij specifieke studieproblemen kunnen studenten individueel terecht bij de leercoach van de opleiding. Voor taal- en muzikale vaardigheden zijn er het hele jaar door monitoraten voorzien (differentiatielessen) en dit in het lesprogramma. Begeleiding in expressie kan in elke periode, individueel of in groep. Ook in de opleiding Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs komt studeren, organiseren en plannen aan bod in het opleidingsonderdeel ’Professionalisering 1’ en is er daarnaast de mogelijkheid om individuele leercoaching te volgen bij de leercoach. In de opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs worden sessies ‘Stop met blokken, leer studeren’ (leren noteren, plannen en studeren: structuren en schematiseren) georganiseerd. Daarnaast bieden de leercoaches individuele leercoaching aan op vraag. De vakgroepen organiseren vakinhoudelijke leercoaching onder de vorm van vakgebonden monitoraten en proefevaluatie. Na elke examenperiode kunnen studenten bij de vakdocent terecht voor een feedbackgesprek. Daarnaast worden er, volgend op de screening, remedieersessies taal en ICT aangeboden. Ook studenten die één of meerdere opleidingsonderdelen trissen, studenten die niet voldoen aan de 50%-normen en studenten met onvoldoende leerkrediet worden doelgericht opgevolgd. Studenten uit de opleiding Bachelor in de pedagogie van het jonge kind kunnen, op eigen initiatief of op basis van de LASSI-score, een sessie rond ‘leerstof verwerken’ en ‘plannen’ volgen. In gesprek met de trajectcoach wordt individueel teruggeblikt op de resultaten van de LASSI-test en de activiteiten die de student hierna ondernam. Na elk examen is er een feedbackgesprek met de verschillende docenten en de trajectcoach. Als studenten, na de eerste examenperiode, nood
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
60
hebben aan meer oefeningen in studievaardigheden, kunnen zij individueel terecht bij de leercoach van de opleiding. Studenten uit al de opleidingen gezondheidszorg kunnen hun studievaardigheden ontwikkelen of optimaliseren in groepssessies rond studiemethode (noteren, structureren, schematiseren, memoriseren, mindmapping, timemanagement en examenvoorbereiding). Deze sessies starten telkens bij de aanvang van ieder semester en worden zodanig ingeroosterd dat de student geen lessen mist. Daarnaast is er steeds de mogelijkheid tot individuele begeleiding rond studievaardigheden bij de leercoach en studievoortgang van de student (inclusief de bespreking van niet– bindende studieadviezen) bij de trajectcoaches. Feedback op het examen is mogelijk bij de desbetreffende lesgever. In de opleiding Bachelor in de vroedkunde kunnen studenten inhoudelijke ondersteuning vragen aan de lesgever via gerichte begeleidingssessies. In de opleiding Bachelor in de verpleegkunde worden ook sessies vakkenmonitoraat en themagroepen georganiseerd waarbij laatstejaarsstudenten betrokken worden. Studenten uit de opleiding Bachelor in het sociaal werk kunnen op individuele basis terecht bij de leercoaches. Verder worden verschillende workshops in studievaardigheden aangeboden. Deze workshops (studieplanning, studiemethode en mindmapping) worden gedurende het ganse academiejaar ingelegd. Verder worden voor geïnteresseerde studenten examenbesprekingen georganiseerd, volgend op iedere examenzittijd. EHB-SESSIES Op vraag van het forum leercoaching en in samenwerking met de dienst studentenvoorzieningen worden er sessies georganiseerd, getiteld EHBF (eerste hulp bij faalangst) en EHBU (eerste hulp bij uitstelgedrag). Elke sessies vindt éénmaal plaats op een centrale campus. Er waren respectievelijk 42 en 33 deelnemers uit verschillende opleidingen.
2.9.2.4 Taalcoaching FORUM TAAL
Om het taalbeleid vorm te geven, komen de taalcoaches driemaal per academiejaar samen in het Forum Taal, en dat onder leiding van de verantwoordelijken taalbeleid van de dienst studieadvies. De belangrijkste terugkerende thema’s van het Forum Taal 2013-2014 waren: Screening – Test je taal: de screening wordt klaargezet en geëvalueerd. Begeleiding: het taalbegeleidingsaanbod voor 2013-2014 wordt geïnventariseerd en er worden afspraken gemaakt over de bekendmaking. Professionalisering: de visietekst wordt besproken, elk forum wordt een taalbeleidsplan voorgesteld. Preventie: De week van de netiquette wordt samen met de taalcoaches voorbereid. Elke taalcoach probeert een event te plannen in de eigen opleiding. Evaluatie van het forum zelf. De werking van het forum wordt in 2014 expliciet besproken. VISIETEKST EN VOORBEREIDING TAALBELEIDSPLAN 2014-2019 De visie van de Arteveldehogeschool op taalbeleid voor de periode 2014-2019 werd in een tekst vastgelegd. Er wordt gestreefd naar een duurzaam, breed, gedifferentieerd en expliciet taalbeleid. Deze visietekst dient 2 doelen. Enerzijds dient de tekst als kader en inspiratiebron voor beleidsmakers, taalcoaches en andere beleidsvoerders in de opleidingen en de diensten van de Arteveldehogeschool. Anderzijds is het de bedoeling dat de uitgezette beleidslijnen inkantelen in het nieuwe strategisch plan onderwijs- en studentenbeleid 2014-2019, in de opleidingsplannen 2014-2019 en in opleidingsspecifieke taalbeleidsplannen. In deze plannen worden strategische en operationele doelstellingen geformuleerd, gekoppeld aan acties en de evaluatie daarvan. Zie ook hoofdstuk 13 ‘Taalrapportering’ in de bijlagenbundel Jaarverslag 2014. SCREENING ‘TEST JE TAAL’ In de Arteveldehogeschool leggen alle instromende studenten een screening ‘Test je taal’ af om het niveau van hun taalcompetenties in te schatten. Bij deze screening behalen studenten een score op de onderdelen ‘academische woordenschat’, ‘spelling’, ‘grammatica’, ‘zakelijk schrijven’ en ‘leesvaardigheid’. Tijdens het academiejaar 2013-2014 legden 3645 instromende studenten ‘Test je taal’ af. TAALWORKSHOPS NEDERLANDS
Studenten van de Arteveldehogeschool kunnen zich tijdens het academiejaar inschrijven voor
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
61
hogeschoolbrede taalworkshops die door de dienst studieadvies georganiseerd worden. Het aanbod omvat vier taalworkshops: Spelling Zakelijk schrijven Uitspraak en articulatie Cursussen lezen, begrijpen en samenvatten Elke workshop bestaat uit vier sessies van anderhalf uur. Voor de workshop uitspraak en articulatie is er tevens een korte screening. De begeleiding wordt verzorgd door studenten uit de lerarenopleiding van de Universiteit Gent en de opleidingen PBA OSO (Nederlands) en PBA L&A van de Arteveldehogeschool. De studenten nemen de begeleiding op in het kader van hun stage. In 2013-2014 schreven 120 studenten zich in voor een taalworkshop. Dit cijfer ligt iets hoger dan het vorige academiejaar.
Academiejaar
Aantal studenten TAALWORKSHOPS
2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014
87 173 152 113 110 95 120 Tabel 5 - Aantal inschrijvingen taalworkshops Nederlands
TAALWORKSHOPS ENGELS
De dienst studieadvies organiseerde in 2013-2014 voor het eerst een Engelstalig begeleidingsaanbod. - Crash Course English: deze intensieve cursus van 15 uur (3 uur x 5 dagen) wordt georganiseerd in de week voor elk semester (in september en februari). - English@home: Deze cursus van 6 uur (1,5 uur x 4 dagen) wordt georganiseerd, parallel met de taalworkshops Nederlands. De begeleiding werd verzorgd door studenten Engels van PBA OSO. In totaal schreven zich 42 studenten in voor beide initiatieven. TAALCOACHING IN DE OPLEIDINGEN
De Arteveldehogeschool streeft naar een breed taalbeleid dat zo dicht mogelijk bij de student staat. In 2011-2012 is het opleidingsspecifieke aanbod sterk toegenomen, in 2013-2014 werd dit grote aanbod verder georganiseerd. In totaal maken bij benadering een 500-tal studenten gebruik van deze opleidingsspecifieke taalondersteuning. Sommige initiatieven zijn verplicht voor alle studenten, andere worden vrijblijvend georganiseerd. De begeleiding vindt plaats over de middag of ’s avonds op de eigen campus. NT2-TAALCOACHING In 2013-2014 werd de samenwerking met de beleidscel Diversiteit en Gender van de Universiteit Gent verdergezet. Zo kunnen studenten van de Arteveldehogeschool met een anderstalige achtergrond kosteloos een wekelijkse workshop Nederlands van twee uur volgen. Er is ruimte voor individuele begeleiding rond realistische taken en authentieke oefeningen. Zeven studenten volgden het hele academiejaar de lessen; zeven andere studenten namen sporadisch deel. In 2013-2014 werd een samenwerking opgezet met de lerarenopleiding NT2 van het CVO Het Perspectief. Vier studenten van die lerarenopleiding kunnen bij de Arteveldehogeschool een deel van hun stage opnemen (mesostage). Samen begeleidden zij zes anderstalige studenten van de Arteveldehogeschool.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
62
SOFTWARE NEDERLANDSE SPELLING (SNS)
In 2013-2014 voorzag de dienst studieadvies budget voor maximum 1000 accounts ‘Software Nederlandse Spelling’, kortweg SNS. Dit is een oefensoftware voor gevorderde spellers. Met deze onlineoefeningen kunnen studenten zelf onderzoeken welke fouten ze maken tegen de Nederlandse spelling en kunnen ze gericht oefenen. Deze vorm van ondersteuning wordt door verschillende opleidingen intensief gebruikt. In 2013-2014 werden 1157 accounts uitgereikt waarvan 770 intensief gebruikt en uiteindelijk betaald worden. VORMINGEN
De taalbeleidsmedewerkers van de dienst studieadvies gaven verschillende vormingen, zowel intern als extern. In de opleidingen PBA POD, PBA BEM en PBA GDM werd het taalbeleidsmodel toegelicht aan het hele opleidingsteam. Het model werd eveneens voorgesteld op de EFYE-conference in Nottingham Trent University (UK) in juni 2014. studenten
NL/EN
+
professionalisering preventie
schrijven screening remediëring
lezen
spreken
luisteren
docenten (teams) Figuur 2 - Taalbeleidsmodel Arteveldehogeschool
VLAAMS FORUM TAALBELEID EN TAALONDERSTEUNING HOGER ONDERWIJS
De dienst studieadvies organiseerde mee het Vlaams Forum voor Taalbeleid en Taalondersteuning Hoger Onderwijs. Op 20 mei 2014 vond in Brugge de zesde forumdag plaats rond het thema ‘Woordenschat’. De deelnemers konden drie workshops volgen: 1 Hoe kan je studenten stimuleren om vakjargon te verwerven? 2 Screen je eigen studiemateriaal 3 Examenvragen formuleren zonder taaldrempels NEDERLANDS-VLAAMS PLATFORM TAALBELEID HOGER ONDERWIJS Het Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs is een platform voor ontmoeting en uitwisseling van kennis en ervaringen. Door middel van kennisdeling en kennisvorming wil het Platform bijdragen aan de initiëring en de verdere ontwikkeling van het instellingsbreed taalbeleid in het hoger onderwijs. Het doel van een instellingsbreed taalbeleid is vergroting van het studiesucces en de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs. De Arteveldehogeschool is sinds 2008 lid van het Platform. In 2014 werd een taalbeleidsmedewerker van de Arteveldehogeschool bestuurslid van het Platform. PROJECT TAALONTWIKKELEND LESGEVEN, HOE DOE JE DAT IN HET HOGER ONDERWIJS? In 2013-2014 startte het project ‘Taalontwikkelend Lesgeven II: hoe doe je dat in het hoger onderwijs?’ In een eerste fase werden enkele docenten verpleegkunde en de taalcoach van de opleiding in de didactiek onderlegd. In de tweede fase werd een filmpje opgenomen en een publicatie verzorgd, die als vormingsmateriaal kunnen gebruikt worden in het hoger onderwijs.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
63
Resultaten van deel één werden voorgesteld op het Onderwijsseminarie van de AUGent op 27 februari 2014 waar de doelen, de algemene structuur en de planning van het project werden toegelicht. Daarna volgden de getuigenissen en ervaringen van de taalcoaches en de docenten. PROJECT EAR OPENERS VOOR LERARENOPLEIDERS EN HUN STUDENTEN
De dienst studieadvies diende bij het ENW AUGent in 2013 samen met de lerarenopleidingen Bachelor in het onderwijs: lager en kleuteronderwijs een project in over luistervaardigheid. Het project werd goedgekeurd voor één werkjaar, nl. in de periode van 1 september 2013 tot 31 augustus 2014. Het project wil tegemoetkomen aan een veelgehoorde bezorgdheid van lerarenopleiders: ‘Mijn studenten schrijven niets meer op. Als zij het niet doen, hoe kunnen ze dan verwachten dat hun leerlingen dat later wel zullen doen?’ Het project werd in augustus 2014 afgerond. De resultaten: zie bijlagen 13 bij dit Jaarverslag.
Figuur 3 - Notitiewijzer voor studenten van de lerarenopleidingen (project 2013-2014)
2.9.2.5 Zorgcoaching FORUM ZORGCOACHING
Het forum zorgcoaching brengt zorgcoaches uit de diverse opleidingen samen, en verdiepte zich in 2013-2014 voornamelijk in volgende thema’s: - studie en topsport - studie en ondernemen - dienstverlening voor studenten met een functiebeperking - aanmoedigingsfonds - registratie kansengroepen - studeren met autisme>> BIJZONDER STATUUT
Studenten kunnen om welomschreven redenen faciliteiten aanvragen. Studenten die behoren tot bepaalde doelgroepen volgen daarbij een procedure met gestandaardiseerde formulieren. In 2013-2014 werd aan 1067 studenten een bijzonder statuut toegekend: 663 op basis van een functiebeperking, 320 op basis van individuele omstandigheden (werk, gezin, …) en 76 op basis van topsportbeoefening; aan 8 studenten werd het statuut student-ondernemer toegekend.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
64
Aantal studenten
Bijzonder statuut
663
ten gevolge van een functiebeperking
320
ten gevolge van individuele omstandigheiden
76
omwille van topsport
8
student-ondernemer
1 067
Totaal aantal studenten met een bijzonder statuut
Tabel 6 - Aantal studenten met een bijzonder statuut Arteveldehogeschoolbreed
DIENSTVERLENING STUDENT EN FUNCTIEBEPERKING
In 2013-2014 bouwde de dienst studieadvies de dienstverlening voor studenten met een functiebeperking verder uit. Deze kunnen er terecht voor een advies over haalbaarheid studies, advies voor attestering, advies voor aangepaste huisvesting, organisatie vervoer van en naar de les, advies voor onderwijs- en examenfaciliteiten, aanvraag aangepaste onderwijsleermiddelen, compenserende software, pedagogische begeleiding en informatiesessies. De dienstverlening werd uitgebreid met praatavonden voor studenten met autisme. EDUCATIEF PAKKET ‘GEPRIKKELD OM TE WETEN – STUDEREN MET AUTISME De dienst studieadvies ontwikkelde het educatief pakket ‘Geprikkeld om te weten – studeren met autisme’. Het educatief pakket bevat een documentaire en een boekje dat wordt uitgegeven door Academia Press. In de documentaire getuigen zes (oud-)studenten met autisme over de moeilijkheden die ze ervaren in hun schoolloopbaan. Ook een ouder en werkgever getuigen over hun ervaringen. Deze ervaringen worden gekoppeld aan wetenschappelijke inzichten die in het boek verder worden uitgewerkt. Het pakket werd op 3 februari 2014 gelanceerd op een studienamiddag met 350 aanwezigen, en wordt intussen ingezet voor vormingen voor scholen. Het pakket werd eveneens gepresenteerd op de European First Year Experience EFYE-Conference in Nottingham (UK) in juni 2014 en op het 4th IASSID Europe Conference Congres in Wenen (Oostenrijk) in juli 2014. BEGELEIDING BACHELORPROEF DYSLEXIESTUDENTEN
Een bachelorproef schrijven is een complexe opdracht, zeker voor studenten met dyslexie. Zij kunnen extra ondersteuning krijgen. De begeleiding wordt verzorgd door studenten Nederlands van de opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, die dit opnemen in het kader van hun stage. Stagiairs worden voorbereid en ontvangen een leidraad om de begeleiding vorm te geven. De zorgcoaches staan in voor de selectie van de studenten met een bijzonder statuut die hiervoor in aanmerking komen. In 2013-2014 werden vijf studenten met dyslexie begeleid.
Uitstroombegeleiding Het uitstroombeleid kent drie pijlers: verder studeren, werken en alumniwerking. Om dat beleid vorm te geven, komen opdrachthouders uitstroom en alumni uit elke opleiding viermaal samen in het gelijknamige forum, dat fungeert als klankbord voor de werking van het uitstroombeleid in de dienst studieadvies. Daarnaast is er via dat overlegorgaan een onderlinge afstemming van de alumniacties in de verschillende opleidingen mogelijk.
2.9.3.1 Verder studeren AFSTUDEERBEURS
In samenwerking met de partners van de Associatie Universiteit Gent wordt een afstudeerbeurs georganiseerd. Laatstejaarsstudenten kunnen niet alleen kennismaken met werkgevers maar ook informatie verzamelen over solliciteren en verder studeren. De publiciteitsstand van de Arteveldehogeschool wordt aangepast in functie van deze doelgroep. Zo worden de postgraduaten en bachelor na bacheloropleidingen uitdrukkelijk vermeld, naast het basisopleidingsaanbod van de Arteveldehogeschool. BROCHURE VERDER STUDEREN
De dienst studieadvies maakte, in samenwerking met de dienst communicatie, in 2013-2014 opnieuw een uitgebreide brochure ‘Verder studeren na je bachelordiploma’ met informatie over de
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
65
vervolgmogelijkheden aan de Arteveldehogeschool. Daarnaast is er ook een flyer (A5-kaart) met het aanbod uitstroombegeleiding ter gelegenheid van de afstudeerbeurs. INFOSESSIES VERDER STUDEREN
De dienst studieadvies verzorgde in het academiejaar 2013-2014 een opleidingsoverstijgende sessie EHBV: ‘Eerste hulp bij verder studeren’. Er worden twee sessies voorzien, één in januari en één in juni. In totaal waren er 20 deelnemers. INDIVIDUELE GESPREKKEN VERDER STUDEREN
De student kan bij de dienst studieadvies terecht voor een individueel gesprek over verder studeren: er wordt gekeken naar de opties op maat van zijn/haar wensen. Niet enkel het aanbod aan de Arteveldehogeschool wordt bekeken, maar ook daarbuiten (cfr. studiekeuzegesrek): van aansluitende masters via een schakelprogramma tot en met banaba’s, verkorte bachelors of postgraduaten.
2.9.3.2 Werken EXPLORE YOUR TALENT
In 2014 verzorgde de dienst studieadvies een reeks van drie sessies, genaamd ‘Explore your talent’. Tijdens deze sessies leren studenten hun talenten te ontdekken, te benoemen en zichzelf te profileren aan de hand van hun talenten. Er waren 18 deelnemers uit verschillende opleidingen, maar het merendeel uit de opleiding PBA COM. Ook in de vormingsweek voor nieuwe medewerkers in augustus werd een sessie gegeven. Voor de laatstejaarsstudenten Officemanagement werd een workshop op maat uitgewerkt die werd aangeboden tijdens hun afstudeerdagen. SOLLICITATIETRAINING
Laatstejaars kunnen terecht bij een medewerker van de dienst studieadvies voor de bespreking van hun cv en sollicitatiebrief. De dienst studieadvies verzorgt daarnaast een drietal sollicitatietrainingen in samenwerking met een extern uitzendbureau, voor alle laatstejaarsstudenten. Dat aanbod is opleidingsoverstijgend en wordt jaarlijks zeer positief geëvalueerd door de studenten. NETWERKEN
Er werden drie trainingen gegeven rond netwerken, één aan laatstejaars Journalistiek, één aan laatstejaars Communicatiemanagement, en één aan de rolmodellen van de UGent (zie ook onder diversiteit 2.9.6).
2.9.3.3 Alumniwerking JOBSITE
Via het oud-studentenportaal op de website kunnen oud-studenten gebruik maken van de vacaturedatabank. In samenwerking met Jobat werd de vacaturebank in januari 2014 volledig vernieuwd, ter gelegenheid van het lanceren van de nieuwe website. De dienst studieadvies voorziet in de dagelijkse opvolging en de goedkeuring van de op te nemen vacatures. Betrokken werkgevers kunnen zelf vacatures aanbieden, archiveren en verwijderen. KEEP IN TOUCH
Tijdens de promotieviering ontvangt elke afstuderende student een afscheidsgadget ‘keep in touch’ met een link naar het oud-studentenportaal. Dat was in 2014 een beschrijfbare koffiemok. E-LEARNINGCURSUSSEN Zowel laatstejaars- als oud-studenten kunnen gebruik maken van een uitgebreid aanbod e-learningcursussen, in samenwerking met de VDAB. SOCIALE MEDIA
Tijdens het academiejaar 2013-2014 werd verder ingezet op de sociale media om de oud-studenten te bereiken. Iedere opleiding maakte een groep aan voor oud-studenten op Facebook en gebruikt dit kanaal ondertussen actief. Veel opleidingen schakelden over op Facebook om contacten met alumni te onderhouden. Sommige opleidingen behielden de digitale nieuwsbrief die een mix van opleidingsspecifieke en algemene informatie bevat.
Evaluatie begeleidingsaanbod in de Arteveldehogeschool Zie 2.2.2 Kwaliteitszorg in de opleidingen in dit Jaarverslag.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
66
Studentenparticipatie 2.9.5.1 Structuur
Figuur 4 - Overzicht studentenparticipatie Arteveldehogeschool
2.9.5.2 Coaching studentenparticipatie De ‘Gids Studentenparticipatie’ wordt digitaal en op papier verspreid onder de leden van de Arteveldestudentenraad, bezorgd aan de participatiecoach van de opleidingen en aan de leden van de Artevelderaad. Een medewerker van de dienst studentenvoorzieningen neemt de begeleiding van de Arteveldestudentenraad (ASR) op zich. Deze coaching bestaat uit ondersteuning bij vergaderen en verslaggeving (Arteveldestudentenraad), communicatie rond studentenparticipatie, advies bij opvolging dossiers, organiseren van vormingen, ondersteunen van projecten, begeleiden van activiteiten (bv. opstartactiviteit, ontmoetingsmoment, ondersteuning van de communicatie over evenementen bedoeld voor alle studenten in samenwerking met de dienst studentenvoorzieningen). In de opleidingen is er een participatiecoach aanwezig bij de opstart van de studentenraad en tijdens het academiejaar (bv. voorbereiding van de opleidingsraad, ondersteuning van activiteiten). Deze lokale studentenbegeleiders worden eveneens ondersteund door de medewerker van de dienst studentenvoorzieningen. In de opleiding Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs is een koppeling gemaakt tussen de opleidingsonderdelen ‘Agogische vaardigheden 1 en 2’, en ‘Afstudeerstage’, en de studentenparticipatie. Studentenvertegenwoordigers (stuvers) die (een van) voorgaande opleidingsonderdelen in hun programma volgen, kunnen de competenties die ze verwerven bij het uitoefenen van hun mandaat als studentenvertegenwoordiger valoriseren bij de evaluatie van (een van) deze opleidingsonderdelen. 2.9.5.3 Faciliteiten Naast de faciliteiten, vermeld in de toetredingsovereenkomst (studiecontract), wordt op het diplomasupplement van de studentenvertegenwoordigers vermeld: ‘Studentenvertegenwoordiger van de Arteveldehogeschool, het academiejaar en een beschrijving van de mandaten die deze student in dat academiejaar opnam’. Ook krijgt elke stuver op zijn studentenkaart een ‘stuver-
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
67
sticker’ gekleefd. Hiermee wordt de student bij het tonen van zijn studentenkaart meteen herkend als stuver. Per opleiding kunnen bepaalde voordelen aangeboden worden aan studentenvertegenwoordigers (bv. deelname aan interne vormingen voor medewerkers, de mogelijkheid om op vertoon van de studentenkaart de les vroegtijdig te verlaten). Aan de laatstejaars studentenvertegenwoordiger wordt de kans geboden om de persoonlijkheidsprofielanalyse te laten afnemen door een medewerker van de dienst studieadvies. Zo krijgen de bijna afgestudeerden een beter inzicht in de eigen talenten en werkpunten.
Diversiteit en gelijke kansen 2.9.6.1 Project Rolmodellen De Arteveldehogeschool organiseert samen met de beleidscel Diversiteit en Gender van de Universiteit Gent groepsgesprekken met rolmodellen in secundaire scholen. Tijdens de groepsgesprekken vertellen ouderejaarsstudenten van de Universiteit Gent en de Arteveldehogeschool over hun ervaringen in het hoger onderwijs. Negen studenten waren enthousiast om het hele jaar mee te werken. Om hun engagement te belonen, organiseerde de dienst studieadvies voor alle rolmodellen een sessie rond netwerken met het oog op een job. 2.9.6.2 Diversiteitslezingen De dienst studieadvies bouwt in samenwerking met de diensten professionalisering en HRM een reeks diversiteitslezingen uit. De bedoeling is de expertise van gerenommeerde onderzoeks-, onderwijs-, en beleidsmedewerkers op het vlak van diversiteit en gelijke kansen tot bij de medewerkers te brengen. Bij de keuze van de sprekers wordt geopteerd om thema’s te selecteren die nauw aansluiten bij het diversiteitsplan van de Arteveldehogeschool. In 2014 werden medewerkers vrijwillig gevormd in ‘Studeren met Autisme’. 2.9.6.3 Commissie diversiteit Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) Een medewerker van de dienst studieadvies heeft vanuit de VLHORA een mandaat in de commissie diversiteit van de VLOR. In 2014 kwam de commissie intensief samen om advies te formuleren over het Aanmoedigingsfonds en over de registratie van kansengroepen.
2.10
MEDIATHEEK10 In haar beleidsplan 2011-2015 profileren de mediatheken zich als kenniscentra met een hoge referentiewaarde voor opleidingen en werkveld. Zij willen krachtige leeromgevingen aanbieden die kansen creëren tot zelfontplooiing en die het levenslang leren in een professionele context blijvend ondersteunen. De dienst mediatheken is actief op vijf vestigingsplaatsen: Mediatheek Kantienberg – domein gezondheidszorg, handelswetenschappen en bedrijfskunde Mediatheek Kattenberg – domein onderwijs Mediatheek Mariakerke – domein grafische en digitale media Mediatheek Sint-Amandsberg – domein opvoeding en onderwijs van het jonge kind Mediatheek Sint-Annaplein – domein sociaal werk
Personeel PERSONEELSOMKADERING
De vaste personeelsomkadering bestaat uit 15,9 VTE + 0,10 VTE buiten formatie. Zoals vorige jaren werd bijkomend een beroep gedaan op jobstudenten, vrijwilligers, studenten en stagiaires. BELEIDSTEAM
Onder leiding van het diensthoofd mediatheken staan vijf verantwoordelijken in voor de domeinen ‘Personeel en professionalisering’ – ‘Financiën, collectie en aankoop’ – ‘ICT en facilitair beheer’ – ‘Communicatie en dienstverlening’ en ‘Kwaliteitszorg en verslaggeving’. Samen vormen 10
Het uitgebreide mediatheekverslag is opgenomen in de Bijlagenbundel bij dit Jaarverslag 2014 in hoofdstuk …
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
68
zij het beleidsteam mediatheken en stippelen ze de strategische krijtlijnen uit. Vergaderfrequentie: ongeveer vijf keer per jaar. MEDIATHEKENOVERLEG
Vertegenwoordigers van de vijf mediatheken komen ongeveer vijf maal per jaar samen om te overleggen over operationele werkpunten. De twee grote vestigingsplaatsen organiseren maandelijks intern overleg met alle mediatheekmedewerkers; medewerkers van de andere campus zorgen voor de permanentie. DE ALGEMENE TEAMVERGADERING
Alle mediatheekmedewerkers komen twee keer per jaar samen om het afgelopen jaar te evalueren, de actiepunten voor het volgende jaar te bespreken, en om op dit gemeenschappelijk leermoment expertise uit te wisselen. SPECIFIEKE WERKGROEPEN
Thematische besprekingen (BIDOC, communicatie …) worden in kleine groepen gepland. Ook veranderingsteams werken kleinschalig. PROFESSIONALISERING
Het overzicht van alle gevolgde bijscholingen, werkbezoeken en studiedagen is te raadplegen op Dinar. In de bijlagenbundel (…) van dit Jaarverslag zijn de publicaties en presentaties door mediatheekmedewerkers opgenomen. Vanaf september 2013 verschijnen de aankondigingen en verslagen van interessante vormingen op de interne blog: arteveldemediatheek.wordpress.com. Deze blog wordt meer en meer het belangrijkste medium tot informeel leren.
Financiën Het mediatheekbudget (zie bijlage 2.10.2 bij dit Jaarverslag) wordt hoofdzakelijk besteed aan collectievorming en aan materiaal dat direct verbonden is met de collectie (boekverzorging, beveiliging, inbinden …). Het uitgavenpatroon is vergelijkbaar met vorig jaar. De inkomsten van de mediatheken worden voornamelijk gegenereerd door het innen van boetegelden, maningskosten en vergoedingen voor verloren of beschadigd materiaal. Andere inkomsten komen van lidgeld en vergoedingen voor interbibliothecair leenverkeer. De mediatheken staan in voor de aankoop van de personeelscollectie van de opleidingen. Deze uitgaven vallen onder het professionaliseringsbudget (VTO). De opleidingsdirecties zijn verantwoordelijk voor dit budget.
Collectie De Arteveldehogeschoolmediatheken willen een actuele, relevante en gedifferentieerde collectie aanbieden. Collectievorming gebeurt in nauwe samenwerking met de betrokken opleidingen en lesgevers. Het informatieaanbod in collectie en catalogus bestaat uit: Fysieke collectie: ▫ gedrukte materialen: boeken, tijdschriften, losbladige naslagwerken ▫ media: audiovisueel materiaal: cd, audiocassettes, dvd, video, cd-rom, diskettes ▫ andere materialen: spelmateriaal, didactisch materiaal, posters Diepteontsluiting: deelwerken en tijdschriftartikels Digitale collectie: databanken, e-tijdschriften, e-boeken en websites In de collectie worden ook de bachelorproeven opgenomen en het cursusmateriaal van de opleidingen, evenals andere opleidingsgebonden informatie, zoals casestudies, stageverslagen… De mediatheek Mariakerke beheert een erfgoedcollectie met historisch-interessant, grafisch materiaal. Deze collectie wordt gebruikt om de mediatheek en de opleiding in de kijker te plaatsen, o.a. door deelname aan tentoonstellingen. In het afgelopen jaar waren er contacten met het MIAT met het oog op een meer structurele samenwerking. Digitale informatiebronnen, zoals databanken en elektronische tijdschriften, zijn toegankelijk via de informatieplatformen van de mediatheek. Hun aandeel in de collectie en het gebruik ervan
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
69
nemen toe. Daarnaast wordt aandacht besteed aan diepteontsluiting. Ontsluiting van tijdschriftartikels gebeurt gedeeltelijk via samenwerkingsverbanden met andere hogescholen. CATALOGUS
De collectie is ontsloten via BIDOC, een geïntegreerd automatiseringsprogramma voor de mediatheek met een catalogus-, uitleen- en bestelmodule. De catalogus is beschikbaar op de website en raadpleegbaar via de collecties van de vijf vestigingsplaatsen of via de collectie van alle vestigingsplaatsen samen. De web-versie van de catalogus wordt dagelijks geactualiseerd; de uitleenstatus van de materialen is zichtbaar (aanwezig – uitgeleend – pas binnen). Leners kunnen hun materiaal online verlengen. In 2014 kreeg de volledige fysieke collectie van de mediatheken een nieuw plaatsnummer. Dit gigantische werk was nodig om de integratie mogelijk te maken van vijf afzonderlijke catalogusbestanden tot één (gepland voor 2015). ELEKTRONISCHE COLLECTIE
Ook in 2013-2014 werden de databanken van het Elektronproject aangeboden. Naast de Elektrondatabanken hebben de mediatheken toegang tot specifieke databanken in functie van hun doelgroep. Deze worden met de werkingsmiddelen van de dienst mediatheek gefinancierd. Via de databanken worden de artikelen van ruim 40 000 tijdschriften ontsloten. Daarnaast wordt toegang geboden tot de elektronische versie van ongeveer 165 individuele, meestal Nederlandstalige, tijdschriften. De meeste daarvan zijn toegankelijk na login met gebruikersnaam en wachtwoord. Het aantal e-boeken blijft toenemen. Het aanbod van e-boeken en e-tijdschriften wordt in een geïntegreerd bestand op Dinar beschikbaar gesteld.
Dienstverlening DOELPUBLIEK
Alle Arteveldehogeschoolmediatheken zijn vrij toegankelijk. De dienstverlening is in eerste instantie gericht op studenten en personeel van de eigen opleidingen, maar er zijn ook Arteveldehogeschoolbrede afspraken gemaakt voor de dienstverlening aan andere groepen. Alle studenten en medewerkers van de Arteveldehogeschool, van het Arteveldeleernetwerk en van de Associatie UGent kunnen gebruik maken van de dienstverlening van elke Arteveldehogeschoolmediatheek. Andere externe gebruikers (uit het werkveld, oud-studenten, bezoekers) kunnen voor € 5,- een lenerspas aankopen. Daarmee kunnen ze gedurende één jaar in alle Arteveldehogeschoolmediatheken materialen uitlenen. De regeling voor ‘Partners van de hogeschool’ blijft behouden: mentoren, stagebegeleiders, medewerkers van instellingen waarmee de Arteveldehogeschool een samenwerkingsverband heeft, kunnen een gratis lenerskaart aanvragen waarmee ze gedurende 1 jaar materialen kunnen uitlenen in de Arteveldehogeschoolmediatheken. Pas afgestudeerde studenten kunnen met hun laatste studentenkaart nog één jaar gratis gebruik maken van de dienstverlening van de mediatheek, inclusief de uitleenrechten als ‘externe gebruiker’. OPENINGSTIJDEN
De mediatheken realiseren ruime openingstijden, zowel tijdens lesdagen als in de vakantieperioden. De openingstijden variëren tussen 40 en 48 uur per week. De twee grote vestigingsplaatsen, mediatheek Kantienberg en mediatheek Kattenberg, hebben hun openingstijden op elkaar afgestemd. UITLENINGEN
UITLENINGEN TOTAAL
In aantal
2010 71 457
2011 69 856
2012 65 429
2013 58 247
2014 48 882
Tabel 7 - Uitleenstatistieken mediatheken
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
70
De sterk dalende trend van de vorige jaren wordt bevestigd en mogelijk veroorzaakt door de toename van elektronische informatiebronnen, de faciliteit van het gratis scannen, minder behoefte aan fysieke informatiebronnen … De uitleencijfers geven slechts een beperkte indicatie van het mediatheekgebruik. In toenemende mate gebruiken de studenten de mediatheken als studie- en werkplaats tijdens de lesuren. De tijdschriftencollectie van alle Arteveldehogeschoolmediatheken is opgenomen in Antilope, het tijdschriftenbestand van de Belgische wetenschappelijke bibliotheken. Langs deze weg, of via informele collegiale contacten, kunnen de mediathecarissen bij andere bibliotheken aanvragen doen tot InterBibliothecair Leenverkeer (IBL). Omgekeerd ontvangt de Arteveldehogeschool zelf ook aanvragen. De aanvragen worden gecentraliseerd in de mediatheek Kantienberg. INTERBIBLIOTHECAIR LEENVERKEER In aantal Verstuurde aanvragen Binnenkomende aanvragen
2010
2011
2012
2013
2014
152 137
166 82
97 96
62 140
111 108
Tabel 8 - Interbibliothecair leenverkeer
ACTIEVE PROFESSIONALISERING VAN MEDEWERKERS EN STUDENTEN
De dienst mediatheken draagt in belangrijke mate bij tot het actief professionaliseren van de medewerkers van de Arteveldehogeschool en biedt ondersteuning bij hun professionaliseringsinitiatieven: De dienst mediatheken staat in voor de lectorencollectie, die met het professionaliseringsbudget worden aangeschaft. De dienst mediatheken maakt literatuuroverzichten en themabrochures aan, en verzorgt infostands bij diverse vormingen en studiedagen. De dienst mediatheken staat in voor talrijke introducties en instructielessen in de mediatheken voor studenten en docenten. De studiedag in samenwerking met uitgeverij Politeia: ‘Interactieve dienstverlening via sociale media - #IMGent’ (31 januari 2014) kende een overdonderend succes. MEDIATHEEKINSTRUCTIE
Elke mediatheek organiseert een vorm van mediatheekinstructie: zie bijlagenbundel hoofdstuk 2.10.4 in dit Jaarverslag.
Infrastructurele en facilitaire dienstverlening Realisaties in het mediatheekpunt Brusselsepoortstraat en de campusmediatheken: zie bijlagen hoofdstuk 2.10.5 in dit Jaarverslag).
ICT Alle locaties beschikken over computerwerkplekken die geïntegreerd zijn in de mediatheek of er op aansluiten. De software die de studenten nodig hebben, is op alle studentencomputers beschikbaar.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
71
Computers in de mediatheken Academiejaar 2013-2014
Studentencomputers In aantal
Mediatheek Kantienberg
70
Mediatheek Kattenberg
74
Mediatheek Mariakerke
30
Mediatheek Sint-Amandsberg
27
Mediatheek Sint-Annaplein
20 TOTAAL
221
Tabel 9 - Overzicht computerfaciliteiten voor studenten in de mediatheken van de Arteveldehogeschool
Communicatie Het mediatheekreglement is opgenomen als bijlage bij het studiecontract dat elke student bij inschrijving ontvangt en ondertekent. De informatie wordt uitsluitend op de website en op Dinar aangeboden, zoveel mogelijk campusmediatheekoverstijgend. De meeste informatie is bereikbaar via de startpagina: http://www.arteveldehogeschool.be/studeren/mediatheken. De facebookpagina van de mediatheek Kantienberg werd vervangen door een facebookpagina voor de hele dienst. Daarnaast is een interne blog in gebruik, arteveldemediatheek.wordpress.com, met informatie over gevolgde bijscholingen, de stand van zaken in de diverse werkgroepen, good practices, personalia, nieuwe documenten op de homefolder, enz .. Ten slotte worden lokale initiatieven (boekenbeurs, demosessies, infostands, tentoonstellingen, opendeurdagen …) georganiseerd of ondersteund. Naar jaarlijkse gewoonte organiseerde de mediatheek Kantienberg een boekenbeurs. Dit biedt lectoren de kans om nieuwe uitgaven in te kijken en contacten te leggen met de uitgeverijen. Op andere campussen kregen relevante uitgeverijen de kans om een tijdelijke stand te plaatsen.
Kwaliteitszorg VERANDERINGSTRAJECTEN
De dienst mediatheken zette vier veranderingstrajecten (VT) verder (gestart in 2013): 1 Veranderingstraject dienstverlening 2 Veranderingstraject catalogus en digitale diensten 3 Veranderingstraject werkefficiëntie 4 Veranderingstraject professionalisering
Figuur 5 - Tijdspad veranderingstrajecten mediatheek
INDICATOREN EN BENCHMARK
Kengetallen worden in een indicatorenbestand bijgehouden. De gegevens worden aangewend als informatiebron voor rapportering in de ZER-rapporten van de opleidingen, bij de voorbereiding van de instellingsaccreditatie, bij benchmarking en bieden ondersteuning bij het uittekenen van het mediatheekbeleid. Een beknopte versie van het indicatorenbestand is beschikbaar op Dinar.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
72
In 2014 heeft de dienst mediatheken meegewerkt aan de bevraging ‘OK!PI2’. Dit is een samenwerkingsverband van hogescholen en universiteiten die niet tot de associatie KULeuven behoren. Bedoeling is om op een uniforme manier indicatoren te verzamelen. Daartoe wordt de originele OK!PI-vragenlijst gebruikt die door de associatie KU Leuven werd ontwikkeld. Er is nog geen actuele rapportering beschikbaar.
Samenwerking en internationalisering SAMENWERKINGSVERBANDEN BINNEN DE ARTEVELDEHOGESCHOOL
De mediatheken werken op diverse manieren samen met de opleidingen. Dit gebeurt doorgaans door participatie aan opleidingsgebonden vergaderingen. In de mediatheek Kantienberg is een mediatheekcommissie actief. De dienst mediatheken zorgde op diverse studiedagen voor informatiemateriaal en advies. Zo was er onder meer ondersteuning bij de productendag van LONT, de Loopbaankerstmarkt, Generation Mix en Het Nieuwe Team Werken. Heel wat opleidingen nemen initiatieven om informatievaardigheden te integreren in het curriculum. De mediatheken worden hierbij betrokken. De mediatheek is vertegenwoordigd in het Forum Arteveldehogeschooldiensten (FA) en in het ManagementTeam Onderwijs- en Studentenbeleid (MTOS). Via de dienst studentenadministratie ontvangt de dienst mediatheken een dagelijkse update van de studenten- en lectorengegevens, zodat steeds een actueel lenersbestand in BIDOC beschikbaar is. Voor de samenwerking met de dienst logistiek en de dienst ICT: zie 2.10.5 en 2.10.6 in dit Jaarverslag. SAMENWERKINGSVERBANDEN IN ASSOCIATIEVERBAND
Occasioneel wordt samengewerkt rond concrete projecten (indicatoren, informatievaardigheden, gemeenschappelijke studienamiddag). SAMENWERKINGSVERBANDEN BUITEN DE ARTEVELDEHOGESCHOOL
De Arteveldehogeschoolmediatheek is vertegenwoordigd in: het bestuur, sectie hogeschoolbibliotheken, van de VVBAD (Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief- en Documentatiewezen) en in meerdere werkgroepen; de VLHORA (werkgroep en forum elektronische databanken); in de algemene vergadering en de raad van bestuur van het VOWB (Vlaams Overlegorgaan inzake Wetenschappelijk Bibliotheekwerk); HET WERKVELD
In de verschillende mediatheken worden vertegenwoordigers uit het werkveld ontvangen, vaak om de collectie te raadplegen, maar ook voor werksessies. INTERNATIONALISERING
- Een mediatheekmedewerker woonde het IFLA-congres in Lyon (16-22 augustus 2014) bij. - Een medewerker nam deel aan Cycling for Libraries in Montpellier-Lyon (augustus 2014) en bezocht de mediatheken in meerdere instellingen. - De campusmediatheken werden regelmatig bezocht door internationale delegaties, uitgenodigd door de opleidingen.
Terugblik en toekomstperspectieven Realisaties 2014 op basis van de indicatoren gekoppeld aan de negen strategische doelen uit het beleidsplan 2011-2015 (zie blz. 3 in dit Jaarverslag): zie bijlagenbundel hoofdstuk 2.10.10 bij dit Jaarverslag). Andere realisaties: - het aanbieden van een discovery service - samen met de dienst ICT de bereikbaarheid van de databanken verbeteren TOEKOMST
Voor 2014-2015 worden enkele grote stappen gepland in de verdere digitalisering van de mediatheekcollectie en –diensten en het performanter maken van de dienstverlening: Afronden veranderingstrajecten Gemeenschappelijke catalogus Het implementeren van de institutional repository
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
73
Het groeiend aanbod e-books op een gebruiksvriendelijke manier beschikbaar stellen De erfgoedcollectie Campus Mariakerke laten inventariseren en deels digitaliseren, en een meer structurele samenwerking met het MIAT voorbereiden Een visie ontwikkelen rond archiveren binnen de hogeschool De werkefficiëntie verder verhogen Leertraject informatievaardigheden verder vorm geven Een geavanceerde Google-maps voor internationalisering uitwerken Vanaf 2014-2015 wordt ook een aanvang genomen met de opmaak van een ‘collectieplan’, waarbij aan de hand van profielen beleidsmatige beslissingen kunnen worden genomen op vlak van collectie, content en licenties.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
74
3
ONDERZOEK
3.1
BELEID BETREFFENDE WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK Missie De Arteveldehogeschool profileert zich als een expertisecentrum voor onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Hoewel deze kernopdrachten als dusdanig een eigen beleid en ontwikkeling kennen, streeft de Arteveldehogeschool vooral naar verbinding tussen de drie opdrachten.
Visie op het beleidsdomein onderzoek en dienstverlening Onderzoek aan de Arteveldehogeschool is gericht op de creatie van toepasbare kennis en expertise. De creatie van kennis is wat activiteiten van onderzoek fundamenteel onderscheidt van andere projectmatige activiteiten. De kennis en expertise die worden ontwikkeld zijn praktijkgericht en staan in functie van maatschappelijke en technologische doelen. Onderzoek en ontwikkeling zijn inherent verbonden en het onderzoek heeft een maatschappelijke impact. Concrete toepassingen zoals nieuwe producten, diensten, methodieken, (beleids)maatregelen en structuren worden ontwikkeld, evenals kennis in functie van het bijdragen tot sociale en technologische innovatie, reflectie en vernieuwing van werkveld en samenleving. Door onderzoek worden de eigen onderwijspraktijk en -expertise, de werkveldpraktijk en het beroep en maatschappelijke visies en – praktijken geïnnoveerd.
Strategische instellingsdoelen vanuit het beleidsdomein onderzoek en dienstverlening Eén van de instellingsdoelen van de Arteveldehogeschool is het onderzoeksbeleid, de dienstverlening, de professionalisering van het werkveld en de valorisatie van onderzoek verder te versterken. Het strategisch instellingsplan 2010-2015 vermeldt specifiek voor het domein onderzoek en dienstverlening vier strategische doelen. De overige strategische instellingsdoelen vervullen een instrumentele, soms zelfs conditionele rol, bij het bereiken van deze vier kernpunten en worden in die zin zowel de inzet als het resultaat van het beleid voor onderzoek en dienstverlening. De vier hoofddoelen voor onderzoek en dienstverlening luiden: meer onderzoek en dienstverlening: het potentieel aan maatschappelijk relevant(e) onderzoek en diensten aan de Arteveldehogeschool moet toenemen. Het potentieel, aanwezig in de hogeschool, zal nog beter benut en uitgebreid worden; beter onderzoek en betere dienstverlening: niet alle opleidingen hebben een even lange traditie in onderzoek en dienstverlening. Dat betekent dat in sommige opleidingen nood is aan een verdere opbouw van capaciteit en expertise. In het algemeen wordt gewerkt aan het verhogen van de kwaliteit van onderzoek en dienstverlening; een toekomstgerichte organisatie: hogescholen, en hoger onderwijsinstellingen in het algemeen, moeten evolueren tot expertisecentra die zich gedragen als 'maatschappelijke ondernemingen', ten einde hun maatschappelijke rol en betekenis ten volle waar te maken, in hun regio en daarbuiten; versterkte dialoog met stakeholders: de Arteveldehogeschool als moderne organisatie maakt deel uit van een netwerkeconomie waarin hoogwaardige specialisatie en bereidheid tot samenwerking voorwaarden zijn voor succes. In 2014 werd een aanvang gemaakt met de voorbereiding van de nieuwe beleidsperiode 20152020. Een algemene visietekst over onderzoek aan de hogeschool werd aan de Artevelderaad voorgelegd. Vanuit deze kernachtige visie op onderzoek zullen vier deelbeleidsteksten kernaspecten van onderzoek belichten: kwaliteit van onderzoek, valorisatie, internationalisering van onderzoek en de verbinding tussen onderzoek en onderwijs. Het nieuwe beleid rond onderzoek in de Arteveldehogeschool steunt op volgende doelen:
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
75
3.1.3.1 Kenniscreatie Het onderzoek aan de Arteveldehogeschool staat in het teken van het creëren van kennis en het vergroten van de expertise. Dit is waar onderzoek zich onderscheidt van valorisatie en dienstverlening, en waar onderzoek het onderwijs overstijgt: onderzoek en dienstverlening aan de Arteveldehogeschool zijn praktijkgericht én praktijkgebaseerd. 3.1.3.2 Duurzaam onderzoek Duurzaamheid is een uitgangspunt in het algemeen beleid van de Arteveldehogeschool. Ook in de co-creatie en valorisatie van expertise staat duurzaamheid centraal. Duurzaam onderzoek wordt gerealiseerd door de maatschappelijke impact te vergroten, de focus en massa te versterken, in netwerken samen te werken, multidisciplinair te werken, een ondersteunend medewerkersbeleid te voeren, de juiste organisatiestructuren uit te werken en te streven naar een solide financiële basis. Focus en massa worden nagestreefd door onderzoek en valorisatie uit te tekenen rond 4 thematische speerpunten : - Zorg, welzijn en zelfredzaamheid - Onderwijs, opvoeding en jongerencultuur - Ondernemerschap, organisatie en competenties - Communicatie, perceptie en beeldvorming. 3.1.3.3 Internationaal onderzoek Internationalisering is een sterk uitgewerkt beleidspunt in de Arteveldehogeschool. In de onderwijscontext is internationalisering een gegeven, en jaarlijks begeven enkele honderden studenten en docenten zich in internationale contacten in het kader van de onderwijsopdracht. Ook op vlak van onderzoek wordt een internationaliseringsbeleid ontwikkeld. Niet alleen is internationale benchmarking een middel om de kwaliteit van ons onderzoeks- en valorisatiebeleid te stimuleren, samenwerking in onderzoeksprojecten met internationale partners is nu eenmaal common practice in de onderzoekswereld. Een kennisinstelling die onderzoek als kernopdracht ernstig neemt verlegt ook hier de grenzen. 3.1.3.4 Nexus onderwijs & onderzoek Er is een groeiende maatschappelijke behoefte aan professionals die kunnen omgaan met ‘supercomplexe’ kennis, kunnen reflecteren op hun handelen en kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van toepasbare kennis voor het werkveld. Het onderwijs aan de hogescholen heeft dus een stevige kennisbasis in het toepassingsgericht onderzoek nodig om te kunnen voldoen aan de hedendaagse eisen. Precies door het verbinden van onderzoeks-, dienstverlenings- en onderwijsactiviteiten wordt het onderwijs via de resultaten uit onderzoek verrijkt, de kennis- en expertiseopbouw in de hogeschool gevaloriseerd voor de eigen onderwijspraktijk, en het onderzoek via het onderwijs verbreed en geïnnoveerd. De verwevenheid van onderzoek, dienstverlening en onderwijs draagt substantieel bij tot het bereiken van de kwalificatie op niveau zes, door in te zetten op de integratie van onderzoeksresultaten in onderwijsinhouden, het betrekken van studenten bij activiteiten van onderzoek en dienstverlening, het integreren van onderzoeksactiviteiten en onderwijsactiviteiten, en het stimuleren van een onderzoekende, innovatieve, en ondernemende houding bij studenten en docenten. De Arteveldehogeschool besteedt bijzondere aandacht aan de algemene onderzoekende, oplossingsgerichte houding van de student. Hiertoe worden de curricula en het op onderzoek gebaseerd onderwijs verder vormgegeven. 3.1.3.5 Kwaliteitszorg van onderzoek Het ‘kwaliteitskader onderzoek’ in de Arteveldehogeschool dient een dubbel doel: enerzijds de inherente kwaliteit van het onderzoek bepalen en borgen in het kader van het kwaliteitsstreven dat onze instelling kenmerkt; anderzijds tegemoet komen aan de eisen van het kader van visitatie en accreditatie. De Arteveldehogeschool stelt voorop dat de noodzakelijke voorwaarde voor een goede integratie van onderzoek in onderwijs, het streven naar kwaliteitsvol onderzoek is en het ontwikkelen van indicatoren die toelaten de kwaliteit te borgen en te verbeteren.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
76
3.1.3.6 Co-creatie in netwerken De kernopdrachten onderzoek en dienstverlening vervullen een essentiële rol in het profiel/rol/identiteit van de Arteveldehogeschool als maatschappelijk(e) (verantwoorde) onderneming. Onderzoek, ontwikkeling en dienstverlening betreffen een intens samenspel tussen meerdere betrokkenen (opdrachtgevers, studiesubjecten, andere belanghebbenden). Alle partners worden actief en volwaardig betrokken bij het opzetten, het uitvoeren, het valoriseren en het evalueren van onderzoek.
Centrale aansturing en ondersteuning van onderzoek en dienstverlening De dienst onderzoek en dienstverlening (OED) heeft een beleidsvoorbereidende, -uitvoerende en -opvolgende taak. Zij werkt hiervoor nauw samen met de opleidingen. Als expertisecentrum wil OED de hogeschool helpen uitbouwen door het draagvlak voor activiteiten van onderzoek en dienstverlening te vergroten, door het beleid terzake voor te bereiden en de implementatie ervan te ondersteunen en op te volgen. De dienst onderzoek en dienstverlening focust op volgende taken: - voorbereiden en uitvoeren van het onderzoeks- en valorisatiebeleid - monitoring van het onderzoeksbeleid en beheren van het onderzoeksinformatiesysteem - coaching, adviesverlening en begeleiding projectmanagement van onderzoeksprojecten - professionalisering van medewerkers - onderzoeksadministratie - ondersteunen bij het opstellen van overeenkomsten en contractonderhandelingen - ondersteunen wetenschapscommunicatie - profilering van de hogeschool als expertisecentrum - vertegenwoordiging in nationale en internationale organisaties en netwerken.
3.1.4.1 Onderzoeksraad Het onderzoeksbeleid wordt ondersteund door de onderzoeksraad die beleidsadviezen formuleert. De onderzoeksraad is samengesteld uit de algemeen directeur, de directeur onderzoek en dienstverlening (voorzitter), coördinator en stafmedewerkers OED, de opdrachthouders onderzoek en dienstverlening van de opleidingen en de (hoofd)promotoren van de ODC’s (zie hierna, 3.1.4.2). OED brengt rechtstreeks of onrechtstreeks het beleid inzake onderzoek en dienstverlening aan bod op het niveau van het hogeschoolbestuur, het directieoverleg, de Artevelderaad, de werkgroepen, velerlei raden en fora. 3.1.4.2 Onderzoeks- en dienstverleningscentra (ODC’s) Door de oprichting van opleidingsoverstijgende kenniscentra worden de focus en massa van het op de speerpunten gebaseerd onderzoeksbeleid verhoogd, wordt bijgedragen tot de zichtbaarheid en herkenbaarheid van het onderzoek en de dienstverlening voor betrokkenen en belanghebbenden, wordt de capaciteitsopbouw tussen medewerkers in de hogeschool bevorderd en worden de investeringsmiddelen doelgericht ingezet. Een ODC bundelt de expertise uit meerdere opleidingen rond een welbepaalde thematiek, en ontvangt personele, inhoudelijke en praktische ondersteuning van OED. Begin 2014 waren er drie ODC’s actief rond onderstaande thema’s: - ‘Quest’: onderzoekend en ontdekkend leren - ‘Core’: kenniskruispunt voor het ontwikkelen van gebruikersgerichte communicatie en de inplanting daarvan in organisaties - ‘Tacoo’: talent en competentieontwikkeling in organisaties en KMO’s In september 2014 werden drie nieuwe ODC’s goedgekeurd, wat het totaal ODC’s aan de Arteveldehogeschool op zes brengt: - ‘Zorginnovatie’: focust op ouderenzorg en Active Ageing, de chronische zorgen en de revalidatiesector bij volwassenen. Het bio-psycho-sociaal model staat hierin centraal. - ‘Leer+’: het ‘bevorderen van leerkansen door het gedifferentieerd omgaan met atypisch/anders leren. - ‘GezinsKracht’: Gezinnen en instituties, kansen in een diverse samenleving
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
77
De ODC’s trekken interne (PWO) en externe middelen aan voor onderzoek en ontwikkeling. Valorisatie wordt bewerkstelligd via kruisbestuiving naar onderwijs, initiatieven dienstverlening, publicaties, ontwikkelen van (didactische) pakketten en applicaties, websites, lezingen, wetenschapscommunicatie en netwerking. De ontwikkelde initiatieven richten zich tot diverse doelgroepen: gaande van collega’s en studenten van de eigen hogeschool, over regionale tot internationale stakeholders.
3.1.4.3 Laagdrempelige Expertise- en Dienstverleningsentra (LED’s) Via een netwerk van Laagdrempelige Expertise- en Dienstverleningscentra (LED’s) wil de Vlaamse overheid de kennis, expertise en creativiteit van hogescholen vlot ter beschikking stellen van kleine en middelgrote ondernemingen. De ODC’s Core en Tacoo huisvesten er elk één, respectievelijk : LED ‘Online en offline communicatie’ LED ‘Personeels- en organisatieontwikkeling’ OED centraliseert de administratie, communicatie, monitoring en rapportering inzake de LEDactiviteiten.
Valorisatie Innovatie en valorisatie zijn geen holle begrippen maar uitgangspunten in het onderzoek. Ontwikkeling en dienstverlening komen tot stand op basis van onderzoek, maar onderzoek krijgt ook gestalte doorheen ontwikkeling en dienstverlening. In valorisatie wordt expertise in dienstverlening aan het werkveld en de samenleving (vorming, bijscholing, …) ontsloten via ontwikkeling van nieuwe producten, disseminatie van expertise, wetenschapscommunicatie en participatie aan het maatschappelijk debat. Mogelijkheden tot valoriseren worden in het onderzoek ingebouwd. Het is de onvermijdelijke uitkomst van elke vorm van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. De expertiseopbouw uit onderzoek en dienstverlening inspireert vernieuwing van onderwijsinhoud, aan studenten worden onderzoekscompetenties bijgebracht zoals het onderzoekend leren en de onderzoekende houding, het werkveld(beroep) wordt geprofessionaliseerd en geïnnoveerd, en onderwijs verbreedt de focus op het eigen onderzoek. OED stelt zich informerend, sensibiliserend, stimulerend en faciliterend op, en werkt nauw samen met de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering en de juridische dienst en verzekeringen van de Arteveldehogeschool, en met de afdeling Technologietransfer UGent. Beleidsafspraken inzake valorisatie in de Arteveldehogeschool zijn in procedures vastgelegd. Verder steunt OED de medewerkers bij het verwerken van de uit onderzoek gegenereerde nieuwe kennis: kruisbestuiving naar onderwijs, dienstverlening, contractonderzoek; publicaties in wetenschappelijke tijdschriften, vaktijdschriften, boeken; realisatie van praktijkrelevante (didactische) pakketten en instrumenten; lezingen, workshops, initiatieven voor professionele ontwikkeling; intellectuele eigendom, contracten met externen, contacten met commerciële instanties omtrent het verspreiden en vermarkten van wetenschappelijke output. Op vlak van valorisatie werden in 2014 volgende inspanningen geleverd: de opmerkelijke inzet van VTE door OED voor netwerking, prospectie van externe (tevens internationale) financieringsbronnen, fondsen en partners voor (contract)onderzoek; het voor het eerst toekennen van PWO-projecten met co-financiering: medewerkers van de Arteveldehogeschool werken samen met partners uit het werkveld aan projectvoorstellen en voeren ze uit in co-creatie; het verder financieren van een PWO-valorisatiefonds evenals een ‘Fonds Internationale Papers’, opgenomen in het PWO-reglement, opdat resultaten van voorgaand onderzoek maximaal zouden leiden tot praktijkrelevante output; de ‘Prijs Bachelorproef’ werd uitgereikt toegekend: in iedere bacheloropleiding werd de bachelorproef met de beste score op vlak van onderzoek/ontwikkeling/creativiteit/innovatie geselecteerd;
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
78
de tweede Onderzoeksdag werd georganiseerd, op initiatief van OED en ondersteund door de dienst professionalisering. De studiedag werd bijgewoond door 110 deelnemers en positief geëvalueerd. Deze studiedag richtte zich: ▫ tot hogeschoolmedewerkers via informatieve sessies en vormingen, ervaringsuitwisseling en netwerking. Het evenement sprak zowel (toekomstige) onderzoekers, bachelorproefbegeleiders als andere geïnteresseerden aan; ▫ voor het eerst ook tot externen via een interactieve onderzoeksmarkt, gevolgd door netwerkgelegenheid: geïnteresseerden uit andere instellingen hoger onderwijs, overheden, allerhande bedrijven en organisaties kwamen kennis maken met de onderzoekers, hun projecten en de resultaten van onderzoek en ontwikkeling; onderzoek en dienstverlening werkte samen met ACCIO: het Arteveldehogeschool Centrum voor Creativiteit, Innovatie en Ondernemingszin. Deze samenwerking heeft zich in 2014 duidelijker afgetekend aangezien ACCIO aan de bevoegdheid van de directeur OED werd toegewezen; de directeur OED en de coördinator onderzoek zijn actief als lid van de IOF-raad (Industrieel OnderzoeksFonds) van de Associatie Universiteit Gent; de Arteveldehogeschool is lid van Gent BC: Gent Big in Creativity, dat als kennisplatform de Gentse kenniseconomie wenst te bundelen en te versterken, het technologische ondernemerschap in de Gentse kennisregio wil stimuleren en beoogt de Gentse kennisregio te promoten in Vlaanderen en in het buitenland; de Arteveldehogeschool werd in 2014 lid van VOKA Health Community, een platform voor open innovatie in de ruime gezondheidszorg. Hier werken ondernemingen, zorgactoren, patiëntengroepen en kenniscentra uit gans Vlaanderen en Brussel samen om vernieuwingen in de witte economie te realiseren. Zie ook 3.7. in dit jaarverslag voor output uit onderzoek.
Wetenschapscommunicatie In 2006 werden expertisecellen voor wetenschapscommunicatie opgericht in elke hoger onderwijsinstelling. Sinds 2008 worden deze structuren op associatieniveau georganiseerd. In 2013 werd het ‘Convenant 2013 – 2017’ afgesloten tussen de associaties en de Vlaamse Overheid, waarin volgende zes strategische doelstellingen werden opgenomen: Creëren en onderhouden van een cultuur van wetenschap, technologie en innovatie bij alle lagen van de bevolking en bijdragen tot het verhogen van het innovatieve potentieel. Verhogen van de participatie van brede lagen van de bevolking aan (het maatschappelijk debat rond) wetenschap en innovatie en verhogen van de impact van wetenschap en innovatie op de samenleving. Het verhogen van de betrokkenheid van kansengroepen en het verhogen van de kansen voor toptalent. Stimuleren van de instroom van jongeren in STEM-studierichtingen in secundair en hoger onderwijs. Internationale uitstraling van de kwaliteit van het onderzoek en de kwaliteit van onderzoekers in Vlaanderen versterken. Creëren van randvoorwaarden voor efficiënte en impactgerichte wetenschapscommunicatie binnen het hoger onderwijs, zoals creëren van een cultuur van wetenschapscommunicatie bij zowel onderzoekers als beleidsmakers binnen de associaties. Elk van deze strategische doelstellingen is in operationele doelstellingen vertaald. Via associatiebrede en instellingsspecifieke initiatieven dragen de leden van de AUGent bij tot de realisatie ervan. In 2014 werden, naast tal van andere kleine initiatieven, de hiernavolgende verwezenlijkingen opgetekend.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
79
3.1.6.1
3.1.6.2
Realisaties op niveau van de AUGent Wetenschapscafés In 2014 organiseerde de Cel Wetenschapscommunicatie van de AUGent 16 Wetenschapscafés voor het grote publiek, in Gent, Kortrijk en (voor het eerst) Brugge. De thema’s waren Kinderrechten; Welzijn op het werk; Muziek en ons brein; Seks en relaties; Synthetische biologie; Geloof; Werkloosheid; Wetenschappelijke fraude; Kanker; Europa; Mantelzorg; Darmflora; Sociale psychologie; Dyscalculie; Financiële planning en Cryptografie. Vernieuwing website Wetenschapscafés De website www.wetenschapscafe.be werd volledig vernieuwd, mét uitgebreid archief. Realisaties met de Arteveldehogeschool als drijvende kracht Dag van de Wetenschap De zes Gentse instellingen voor hoger onderwijs (Universiteit Gent, Hogeschool Gent, Arteveldehogeschool, Odisee, LUCA en KULeuven) organiseerden voor de derde keer gezamenlijk het wetenschapsfestival ‘Waar of niet waar’ voor het grote publiek in Gent. Meer dan 2000 bezoekers kwamen over de vloer. Wetenschap in de Kijker De Arteveldehogeschool bood 30 workshops aan voor zo’n 800 leerlingen. Kinderuniversiteiten Aan de Arteveldehogeschool vonden er in 2014 twee Kinderuniversiteiten plaats, telkens voor een honderdtal kinderen tussen 5 en 12 jaar, met aandacht voor de toegankelijkheid voor kansarme kinderen. De titels waren ‘Fantasie en wetenschap’ en ‘Fysica in levende lijve’. Kinderkamp ‘Handen uit de mouwen, wij gaan bouwen’ In de paasvakantie vond voor de eerste keer dit wetenschaps- en techniekkamp plaats. Doelpubliek waren kinderen van 5 t.e.m. 7 jaar. Twintig kinderen participeerden vijf volle dagen, van maandag tot vrijdag. Kinderlabo’s In augustus 2014 organiseerde de Arteveldehogeschool voor de tweede keer Kinderlabo’s voor kinderen van 5 tot 7 jaar. De 200 plaatsen werden allen ingevuld. Onderzoekend leren stond centraal. Techniekclub Gent In 2014 organiseerde de Arteveldehogeschool opnieuw een ‘Techniekclub voor jongens en meisjes van het vijfde en zesde leerjaar'. Zestig participanten proefden op vier woensdagnamiddagen van techniek. Er werden voor het eerst workshops verzorgd op het Jeugdboekenfeest van de Gentse bibliotheek en in het Beroepenhuis in Gent. De Nieuwsbrief Onderzoek en Dienstverlening Arteveldehogeschool werd 7 maal verstuurd naar externe contacten en geïnteresseerden. De Webpagina’s Onderzoek en Dienstverlening Arteveldehogeschool werden volledig vernieuwd, met een online projectenzoeker; een Twitter-account werd gelanceerd en onderhouden.
Onderzoek in de opleidingen van de Arteveldehogeschool Onderzoek in de professioneel gerichte bacheloropleidingen heeft als hoofdkenmerk dat het thematisch en praktijkgebaseerd is. Het draagt bij tot de kwaliteitsbevordering van het professioneel handelen en de verwetenschappelijking in het algemeen van de beroepen waartoe de hogeschool opleidt. De Arteveldehogeschool profileert zich als een expertisecentrum op de verschillende domeinen die aansluiten bij de basisopleidingen.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
80
In uitvoering van het structuurdecreet van 04 april 200311 werden door de overheid in 2013 middelen voor praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (PWO) voorzien, waardoor de Arteveldehogeschool haar onderzoeksbeleid in de bacheloropleidingen met professionele gerichtheid kon uitbreiden. De beleidsnota ‘Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek aan de Arteveldehogeschool’ werd geactualiseerd in 2014. Deze situeert de visie op en het beleid inzake praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek aan de Arteveldehogeschool en werkt dit beleid uit voor de onderzoeks- en valorisatieactiviteiten die gedragen worden door de PWO-middelen. De inzet van PWO-middelen ondersteunt het speerpuntenprogramma voor onderzoek door het financieren van onderzoek en/of ontwikkeling, gebaseerd op een concrete nood of vraag uit het werkveld. PWO-initiatieven dragen aldus bij tot innovatie en valorisatie van het werkveld, maar tevens tot expertiseopbouw en professionalisering van de medewerkers, en ze stimuleren onderwijs- en curriculumvernieuwing. De hogeschool differentieert de besteding van de middelen om beter tegemoet te komen aan de noden en om maximale output te realiseren: er is de financiering voor PWO-onderzoeksprojecten, voor verkennende onderzoeksprojecten en voor het eerst in 2014 eveneens voor onderzoeksprojecten met cofinanciering door externe partners. Valorisatie wordt bijkomend ondersteund door ‘PWO-valorisatieprojecten’ en het ‘PWO-fonds internationale papers’. De PWO-middelen werden in 2014 ingezet voor het uitvoeren en afwerken een aantal onderzoeken ontwikkelingsprojecten. Maatschappelijke relevantie, verwevenheid met het onderwijs, kans tot bijkomende subsidiëring, keuze van onderzoekslijnen waarrond de opleidingen zich wensen te profileren, aansluiting bij bestaande onderzoekslijnen, eigen identiteit en missie, aansluiting op beleidslijnen van de overheid zijn belangrijke criteria bij de selectie van de betreffende onderzoeksvoorstellen. Er zijn in totaal 11,5 VTE – vermeerderd met werkings- en uitrustingsmiddelen - toegekend voor het uitvoeren van een veelheid aan PWO-projecten (zie bijlagenbundel hoofdstuk 3.1). Elk PWO-projectteam wordt ondersteund door een begeleidingscommissie, samengesteld uit relevante partners uit het werkveld en de wetenschappelijke wereld. Anderzijds worden hun werkzaamheden inhoudelijk en administratief ondersteund door OED. Aan elk PWO-project is één onderzoeksbegeleider uit OED toegewezen als aanspreekpunt en als begeleider inzake projectaanpak en onderzoeksmethodologie. De directeur OED en de coördinator onderzoek volgen de begeleidingscommissies van nabij op. De projectteams worden aangezet tot en ondersteund bij het publiceren, ontwikkelen van praktijkrelevant materiaal en andere vormen van valorisatie, waaronder innovatie van het eigen hogeschoolonderwijs.
Onderzoek aan de Associatie Universiteit Gent 3.1.8.1 Werkgroep onderzoek en dienstverlening De partners van de Associatie Universiteit Gent (AUGent) bespreken aspecten inzake onderzoek en dienstverlening in de Werkgroep Onderzoek en Dienstverlening. De directeur OED en de coordinator onderzoek van de Arteveldehogeschool maken deel uit van deze werkgroep. De directeur OED en de coördinator onderzoek (OED) zijn stemgerechtigd lid in de IOF-raad (Industrieel Onderzoeksfonds) van de Associatie Universiteit Gent en participeren respectievelijk in de werkgroepen Physical Sciences en Life Sciences. De coördinator onderzoek (OED) participeert in de Herculesexpertkamer. 3.1.8.2 Associatieonderzoeksplatformen De Raad van Bestuur van de AUGent heeft in 2013 besloten om vanaf 1 oktober 2013 de associatieonderzoeksgroepen - in eerste instantie in het leven geroepen om het academiseringsproces van de 2 cycli-opleidingen te bevorderen - te laten opvolgen door associatieonderzoeksplatformen (AOP). Een AOP verenigt onderzoekers uit de professionele bachelor- en academische opleidingen die actief zijn in een gemeenschappelijk thematisch afgebakend onderzoeksgebied. Een
11
Vervangen door het ‘Decreet tot bekrachtiging van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs’, gecodificeerd op 11 oktober 2013
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
81
AOP heeft tot doel de samenwerking op het vlak van onderzoek en dienstverlening tussen meerdere associatiepartners uit te bouwen en zichtbaar te maken, het beschikbare onderzoekspotentieel te bundelen en zich gemeenschappelijk naar buiten toe te profileren (zie bijlagenbundel hoofdstuk 3).
Realisatie beoogde doelen 2014 In 2014 werd aan de korte en middellange termijndoelen, afgeleid uit het strategische instellingsplan en vooropgesteld voor 2014, gewerkt. Conform de hoger beschreven visie en strategie betrof dit hoofdzakelijk: - medewerkers vormen en begeleiden inzake procedures, methoden, projectmanagement; - projectwerking stimuleren door het aantrekken van fondsen, het realiseren van kwaliteitsvol onderzoek, het optimaliseren en intensifiëren van de valorisatie in de breedste zin; - samenwerking met stakeholders en partners aanmoedigen en faciliteren; - interne en externe communicatie verbeteren.
Beleidsdoelstellingen op korte en middellange termijn De belangrijkste beleidsdoelstelling bestaat er in een nieuw onderzoeksbeleid uit te schrijven op basis van de boven vermelde uitgangspunten om zodoende het onderzoeksbeleid in de Arteveldehogeschool optimaal te kunnen uitwerken. Voor de korte termijn wordt dit de centrale beleidsdoelstelling: beleid en organisatie van onderzoek en dienstverlening actualiseren in het licht van het nieuwe instellingsplan voor de periode van 2015-2020. Daarnaast zal in 2015 gewerkt worden aan het optimaal afsluiten van de vorige beleidsperiode en aan een vlotte overgang naar volgende. Daartoe zullen de instellingsdoelen uit het instellingsplan 2010-2015 verder worden opgevolgd en de operationele doelstellingen worden overgenomen, voor zover zij ook van invloed zijn op de nieuwe beleidsperiode. Er zal dus verder worden ingezet op: - Aanbrengen van focus en massa bij het uitbouwen van solide en substantiële financiering ▫ Strategische inzet van middelen en expertise ▫ Aantrekken van externe fondsen en zodoende expertise uitbreiden - Kwalificeren van personeel, door ontwikkelen van kwaliteit ▫ Intern opleiden gekwalificeerde medewerkers ▫ Aantrekken van competente medewerkers ▫ Retentie van gekwalificeerde medewerkers - Verhogen van de maatschappelijke relevantie en zichtbaarheid ▫ Vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid ▫ Verhogen van ondernemings- en vernieuwingsdrang - Efficiënte (administratieve) ondersteuning geven aan onderzoekers - Verhogen van participatie in nationale en internationale samenwerkingsverbanden inzake onderzoek ▫ Externe gerichtheid en bereidheid tot samenwerken cultiveren ▫ Effectief kennisdelen met andere (kennis)instellingen ▫ Effectief betrekken van opdrachtgevers en stakeholders in onderzoek en dienstverlening 3.2
KWALITEITSZORG IN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK Kwaliteit is het handelsmerk van de Arteveldehogeschool. In alle kerndomeinen wordt in beleid en praktijk gestreefd naar een hoge standaard. Het kader van kwaliteitszorg voor de hogeschool steunt op twee pijlers. Enerzijds worden de standaarden van kwaliteit bepaald: wat is kwaliteitsvol onderzoek en valorisatie? Hoe meten we dit? Anderzijds wordt een instrumentarium ontwikkeld ter ondersteuning van de kwaliteitsbepaling, kwaliteitsborging, remediëring en verantwoording van onderzoeks- en valorisatiebeleid. Voor onderzoek wordt vooreerst de inherente kwaliteit van het onderzoek bepaald en geborgd in het kader van het kwaliteitsstreven dat de Arteveldehogeschool kenmerkt. Ten tweede wordt tegemoet gekomen aan de eisen van het kader van visitatie en accreditatie. Dit kader plaatst
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
82
onderzoek louter in functie van het onderwijs. De instellingsreview betreft alle beleidsterreinen ter ondersteuning van het onderwijs. De klemtoon ligt op de kwaliteit van het onderwijsbeleid en de door de instelling zelf geformuleerde banden met onderzoek en dienstverlening. De Arteveldehogeschool stelt voorop dat de noodzakelijke voorwaarde voor een goede integratie van onderzoek in onderwijs, het streven naar kwaliteitsvol onderzoek is. Kwaliteitszorg in het onderzoek en de dienstverlening is in de verschillende opleidingen een integraal onderdeel van de globale kwaliteitszorg. In de zelfevaluaties die in de opleidingen van start gaan, wordt telkens het aandachtsgebied onderzoek en dienstverlening in kaart gebracht. Hiervoor wordt onder meer een beroep gedaan op de teamleden OED. Naast de rol van ondersteunen, informeren, stimuleren en faciliteren van en voor onderzoek, heeft OED een kwaliteitsbewakingsfunctie. Nieuwe projectvoorstellen worden gescreend op inhoudelijke, methodologische, ethisch-juridische aspecten en op het vlak van haalbaarheid qua personele inzet en financiering. De slaagkansen voor een projectsubsidiëring worden zo goed mogelijk ingeschat. OED begeleidt de projectindieners bij de technische aspecten en de redactie van de projectaanvragen. De dienstverleningsprojecten zijn doorgaans dusdanig uitgewerkt dat ze voldoen aan de kwaliteitseisen die in de projectoproepen staan beschreven. In 2011 werd, in samenwerking met de dienst kwaliteitszorg van de Arteveldehogeschool, het strategisch plan voor de beleidsdoelen onderzoek en dienstverlening voor de periode 2011-2015, als onderdeel van het strategisch plan van de hogeschool, uitgewerkt. Onder andere via de participatie van OED in de Artevelderaad, het Forum Arteveldediensten en het Forum IKZ, werd 2014 gekenmerkt door een continue aandacht voor het verbeteren, actualiseren en vereenvoudigen van procedures en documenten die betrekking hebben op onderzoek en dienstverlening.
3.3
FINANCIERINGSBRONNEN VOOR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK Personeelsomkadering en werkingsmiddelen aangeleverd door de Arteveldehogeschool De decretale opdracht ‘onderzoek’ wordt in de Arteveldehogeschool deels gerealiseerd door de medewerkers OED i.s.m. onderzoekers verbonden aan de opleidingen (zie hoofdstuk 3.4 in dit Jaarverslag). Voor de werking en de uitrusting wordt onder andere gerekend op de middelen van de opleidingen. Administratieve en logistieke ondersteuning wordt door de opleidingen, in samenwerking met de diensten en OED, waargenomen. Door de Arteveldehogeschool worden voorzien: 8,7 VTE om initiatieven wetenschappelijk onderzoek te stimuleren in de basisopleidingen en voor het werven van fondsen wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening; de coördinatie wetenschappelijk onderzoek; de inzet van onderzoeksbegeleiders en projectondersteuning die advies verlenen tijdens het uitwerken van projectvoorstellen, het uitvoeren van onderzoeksprojecten (onder andere de PWO-projecten), instaan voor specifieke vorming in onderzoeksmethodologie van de hogeschoolmedewerkers (in samenwerking met de dienst professionalisering) en het begeleiden van valorisatie van onderzoek; administratieve ondersteuning.
Aanwending PWO-middelen 2014 De PWO-middelen worden gedeeltelijk structureel en gedeeltelijk praktijkgericht besteed.
3.3.2.1 Structurele besteding Structurele PWO-middelen ondersteunen de uitwerking van het onderzoeksbeleid, zowel wat loon- als werkingskosten betreft, en dragen bij tot het vrijstellen van voltijdse equivalenten zodat aan de opleidingen de mogelijkheid wordt geboden om projectvoorstellen voor te bereiden, uit te schrijven en met succes uit te voeren en te valoriseren (zie 3.3.1. in dit Jaarverslag).
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
83
3.3.2.2 Praktijkgerichte besteding Het uitvoeren van PWO-projecten in de bacheloropleidingen: 80 % van de middelen wordt ingezet voor een totaal van 11,5 VTE (personeelsinzet) en 20 % is bestemd voor werking en uitrusting ten behoeve van deze projecten (zie Bijlagenbundel hoofdstuk 3).
Gesubsidieerde onderzoeksprojecten De extern gefinancierde projecten zijn gedetailleerd opgenomen in de bijlagenbundel (zie 3.1). Het betreft onder andere volgende fondsen: Europees Zevende Kaderprogramma, Europees Sociaal Fonds (ESF), Vlaamse Overheid, Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT), Cera Foundation, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, Koning Boudewijnstichting, Expertisecentrum Lerarenopleiding AUGent, Herculesprogramma, Flanders’ Care …
Rapportering verlaging van de bedrijfsvoorheffing op onderzoekslonen Tabel 10 bevat een overzicht van het aantal onderzoekers (VTE) in 2014 waarvoor de Arteveldehogeschool een verminderde bedrijfsvoorheffing betaalde: Voltijdse equivalenten
2014
Predoctorandi (assistent)
--
Postdoctorandi (doctor-assistent)
26,64
Tabel 10 - Verminderde bedrijfsvoorheffing in VTE
Het in 2014 door de toepassing van de maatregel vrijgekomen budget bedraagt € 353 528,-. Het aantal bijkomende onderzoekers (VTE), aangeworven met het vrijgekomen budget en tewerkgesteld op 31 december 2014, wordt vermeld in tabel 11. Bijkomende onderzoekers op 31 december 2014 Predoctorandi Postdoctorandi
1,68 3,56
Tabel 11 - Bijkomende onderzoekers t.g.v. de verminderde bedrijfsvoorheffing in VTE
Tabel 12 geeft de repartitie van het vrijgekomen budget weer in 2014. 2014 Voor de aanwerving van bijkomende onderzoekers Voor de aanwerving van personeel niet belast met onderzoek
In € 118 963,234 565,-
Tabel 12 - Repartitie van het vrijgekomen budget in 2014
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
84
3.4
PERSONEELSBESTAND IN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK Algemene inzet voor onderzoek en ontwikkeling ONDERZOEK EN ONTWIKKELING
% VTE
Directeur Coördinator onderzoek Stafmedewerkers onderzoeks-, project- en valorisatiebegeleiding Hoofdpromotoren ODC Stafmedewerker wetenschapscommunicatie Medewerkers administratie
70 90 280 90 100 30
Totaal Dienst financien, budgettering en projecten
660 50
Tabel 13 - Algemene personeelsinzet voor onderzoek en ontwikkeling in 2014
Inzet in de opleidingen In de opleidingen werden PWO-middelen (professioneel gerichte bacheloropleidingen) en middelen verworven uit externe financiering ingezet ten behoeve van personeelsinzet voor onderzoek.
3.5
DOCTORAAT OP PROEFSCHRIFT Werkten in 2014 aan een doctoraat: in de opleiding Bachelor in de Logopedie en Audiologie: 1 medewerker Bachelor in de Podologie: 1 medewerker Bachelor in Ergotherapie: 1 medewerker Bachelor in de Verpleegkunde: 3 medewerkers Bachelor in de Vroedkunde: 4 medewerkers Bachelor in de Pedagogie van het Jonge Kind: 1 medewerker
3.6
WETENSCHAPPELIJKE CLASSIFICATIE VAN DE ONDERZOEKSPROJECTEN VOLGENS DE IWETO-CODERING Zie bijlagenbundel 3.1
3.7
WETENSCHAPPELIJKE OUTPUT Praktijkgericht wetenschappelijke output van de professioneel gerichte bacheloropleidingen: zie bijlagenbundel 3.2
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
85
4
PERSONEEL
4.1
GLOBAAL PERSONEELSBESTAND 2014 Opsplitsing personeelsbestand in studiegebieden en Arteveldehogeschooldiensten De Arteveldehogeschool is een multisectorale hogeschool met zestien basisopleidingen, gespreid over vijf studiegebieden, en stelt 850,93 VTE personeelsleden te werk12. Dit is 3,34 VTE minder dan in 2013. Voor het eerst in het bestaan van de Arteveldehogeschool is het personeelsbestand gedaald. Dat komt door het wegvallen van de masteropleiding Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie vanaf 1 januari 2014, wegens integratie bij onze associatiepartner Universiteit Gent. In het studiegebied Gezondheidszorg is het personeelsbestand daardoor verminderd. De andere studiegebieden, behalve het studiegebied Sociaal-Agogisch Werk, stijgen. Van de vijf studiegebieden die in de Arteveldehogeschool vertegenwoordigd zijn, blijft het studiegebied onderwijs met 236,27 VTE het grootst. 2013
PERSONEELSBESTAND
2014
VTE
%
VTE
%
PER STUDIEGEBIED
652,76
76,4
647,54
76,1
Gezondheidszorg
177,42
20,8
161,00
18,9
Handelswetenschappen en Bedrijfskunde
138,33
16,2
149,46
17,6
32,51
3,8
32,55
3,8
234,42
27,4
236,27
27,8
70,08
8,2
68,26
8,0
201,51
23,6
203,39
23,9
854,27
100,0
850,93
100,0
Industriële Wetenschappen en Technologie Onderwijs Sociaal-Agogisch Werk ARTEVELDEHOGESCHOOLDIENSTEN
TOTAAL
Tabel 14 - Personeelsbestand 2013 en 2014: opsplitsing naar studiegebied en Arteveldehogeschooldiensten
Personeel 2014 per studiegebied en Arteveldediensten 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Gez 18,9%
HWB 17,6%
IWT 3,8%
Ond 27,8%
SAW 8,0%
AD 23,9%
Grafiek 1 - Personeelsbestand 2014: opsplitsing naar studiegebied en Arteveldehogeschooldiensten
Studiegebieden: Gez: gezondheidszorg; HWB: handelswetenschappen en bedrijfskunde; IWT: industriële wetenschappen en technologie; Ond: onderwijs; SAW: sociaal-agogisch werk; AD: Arteveldehogeschooldiensten
Grafiek 1 maakt duidelijk dat 76,1 % van de personeelsleden in de opleidingen, en 23,9 % in de Arteveldehogeschooldiensten werkzaam is. Het aandeel personeel werkzaam in de overkoepelende Arteveldediensten blijft ongeveer constant.
12
In 850,93 VTE zitten ook 15,41 VTE ambtswijzigingen vervat. Dit zijn VTE’s die dubbel worden geteld.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
86
Opsplitsing personeelsbestand naar financieringsbron In 2014 wordt 88% van de personeelsleden vergoed ten laste van de werkingsuitkeringen van de hogeschool, betaald door het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen (AHOVOS). Het percentage personeelsleden dat betaald wordt door AHOVOS is hetzelfde als in 2013. 12% van de personeelsleden blijft, net zoals in 2013, betaald uit andere financieringsbronnen. Hierbij gaat het vooral om contractuelen, betaald op eigen middelen van de hogeschool. Het aantal personeelsleden betaald op het ‘centraal fonds’ blijft afnemen door het uitdovend karakter ervan. 2013
PERSONEELSBESTAND OPGESPLITST NAAR FINANCIERINGSBRON
2014
VTE
VTE
VTE
%
751,88
88,0
748,77
88,0
6,73
0,8
5,58
0,7
Andere
95,66
11,2
96,58
11,3
TOTAAL
854,27
100,0
850,93
100,0
Ten laste van de werkingsuitkeringen van de hogeschool, betaald door het AHOVOS Centraal betaalde personeelsleden
Tabel 15 - Personeelsbestand 2013 en 2014: opsplitsing naar financieringsbron
Opsplitsing personeelsbestand naar formatie Onderstaande tabel maakt duidelijk dat 86,7% van de personeelsleden zich binnen de formatie bevindt en 13,3% buiten de formatie. Dit zijn bijna dezelfde verhoudingen als in 2013. PERSONEELSBESTAND OPGESPLITST NAAR FORMATIE
2013
2014
VTE
%
VTE
%
Binnen de formatie
738,68
86,5
737,48
86,7
Buiten de formatie
115,59
13,5
113,45
13,3
854,27
100,0
850,93
100,0
TOTAAL
Tabel 16 - Personeelsbestand 2013 en 2014: opsplitsing naar formatie
Binnen de formatie behoort 26,1% van de personeelsleden tot het administratief en technisch personeel (ATP). Dit is een stijging van 1% in vergelijking met 2013. Dit ATP-cijfer gaat al enkele jaren in stijgende lijn. De reden daarvoor is dat OP-leden die geen lesopdracht hebben een aanstelling in een ATP-ambt krijgen, al dan niet via ambtswijziging. Deze trend doet zich meer specifiek voor in de opleidingen. PERSONEELSBESTAND BINNEN DE FORMATIE PER CATEGORIE
2013
2014
VTE
%
VTE
%
Onderwijzend personeel (OP)
553,43
74,9
545,24
73,9
Administratief en Technisch Personeel (ATP)
185,25
25,1
192,24
26,1
738,68
100,0
737,48
100,0
TOTAAL
Tabel 17 - Personeelsbestand binnen de formatie 2013 en 2014: opsplitsing naar categorie
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
87
2013
PERSONEELSBESTAND BUITEN DE FORMATIE PER CATEGORIE
VTE
%
VTE
%
10,75
9,3
9,83
8,7
5,03
4,4
3,11
2,7
93,08
80,5
94,93
83,7
6,73
5,8
5,58
4,9
115,59
100,0
113,45
100,0
OHP-TPT Gastprofessoren Contractuele personeelsleden Centraal Fonds / Kinefonds
TOTAAL
2014
Tabel 18 - Personeelsbestand buiten de formatie 2013 en 2014: opsplitsing naar categorie
De grootste groep medewerkers buiten de formatie is de groep van de contractuele personeelsleden (bedienden, onderhoudspersoneel, jobstudenten). Die groep blijft jaar na jaar stijgen: + 3,2% t.a.v. 2013. De redenen daarvoor zijn vooral het dalen van de andere personeelscategorieën buiten de formatie, maar ook het meer en meer aanstellen van nieuwe personeelsleden als contractueel bediende omdat er steeds meer personeel op projecten werkt en omdat de financiering door de overheid vaak niet volstaat om extra statutaire medewerkers aan te stellen in de opleidingen. De groep van het opvoedend hulppersoneel ten persoonlijke titel en de personeelsleden betaald door het Centraal Fonds daalt jaarlijks doordat deze personeelsleden op pensioen gaan, of kiezen voor een terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen, en door het uitdovend karakter van deze ambten. Ook de groep gastprofessoren is met 1,7% gedaald t.a.v. 2013. Dit heeft vooral te maken met de curriculum wijziging bij de opleiding verpleegkunde.
Opsplitsing personeelsbestand in fysieke eenheden Doordat een aantal personeelsleden uitsluitend in het eerste semester een opdracht opneemt (einde aanstelling: 31 januari) ligt de telling op 01 december traditioneel hoger dan op 01 maart. Enkel bij de gastproffen is er een grote daling vanaf september 2014. Er zijn 2 Kinefondsers op 01.03.2014 en op 01.12.2014, maar die hebben daarnaast ook een gewone opdracht in de hogeschool, waardoor ze al verrekend zijn in de gewone totalen. PERSONEELSBESTAND IN AANTALLEN
01.12.2013
01.03.2014
01.12.2014
1 077
1 038
1 070
77
74
54
0
0
0
1 154
1 112
1 124
Totaal, exclusief gastprofessoren en Kinefondsers Gastprofessoren (GP) Kinefondsers (KF)
TOTAAL
Tabel 19 - Personeelsbestand in fysieke eenheden: vergelijking tussen 01.12.2013, 01.03.2014 en 01.12.2014
Opsplitsing personeelsbestand naar geslacht PERSONEELSBESTAND OPGESPLITST NAAR GESLACHT
2013
2014
VTE
%
VTE
%
Mannen
264,06
30,9
256,27
30,1
Vrouwen
590,21
69,1
594,66
69,9
TOTAAL
854,27
100,0
850,93
100,0
Tabel 20 - Personeelsbestand 2013 en 2014: opsplitsing naar geslacht
(Tabel 20) Ten opzichte van 2013 is het % vrouwen opnieuw gestegen. Het grootste deel van onze opleidingen behoort tot de ‘zachte’ sector (gezondheidszorg, sociaal werk, onderwijs, …) waar traditioneel meer vrouwen actief zijn.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
88
PERSONEEL OPGESPLITST NAAR GESLACHT
OP 01.12.2013
OP 01.03.2014
OP 01.12.2014
AANTAL
%
AANTAL
%
AANTAL
%
Mannen
(incl. 46 GP) 358
30,9
(incl. 48 GP) 358
32,2
(incl. 35 GP) 349
31,0
Vrouwen
(incl. 31 GP) 796
69,1
(incl. 26 GP) 754
67,8
(incl. 19 GP) 775
69,0
TOTAAL
(incl. 77 GP) 1 154
100,0
(incl. 75 GP) 1 112
100,0
(incl. 54 GP) 1 124
100,0
Tabel 21 - Personeelsbestand: opsplitsing naar geslacht. Vergelijking tussen 01.12.2013, 01.03.2014 en 01.12.2014
Opsplitsing personeelsbestand naar ambt (OP) en naar niveau & graad (ATP) – zoals bedoeld in art.V.121 Codex hoger onderwijs 4.1.6.1 Onderwijzend Personeel Zoals uit onderstaande tabel blijkt, bevindt bijna al het onderwijzend personeel zich in groep 1, waarvan de lectoren de grootste groep vormen. T.a.v. 2013 is de volledige groep 2 weggevallen door integratie van de masteropleiding Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie in de Universiteit Gent. In groep 3 zijn geen hoofddocenten meer en is het aantal docenten flink gedaald omwille van bovenvermelde reden. PERSONEELSBESTAND ONDERWIJZEND PERSONEEL NAAR AMBT
Groep 1
%
VTE
%
praktijklector
140,83
25,4
145,75
26,7
lector
384,64
69,5
392,64
72,0
hoofdpraktijklector
2,00
0,4
2,00
0,4
hoofdlector
3,21
0,6
4,00
0,7
530,68
95,9
544,39
99,8
assistent
10,59
1,9
0,00
0,0
praktijk-assistent
2,63
0,5
0,00
0,0
doctor-assistent
3,37
0,6
0,00
0,0
werkleider
0,00
0,0
0,00
0,0
16,59
3,0
0,00
0,0
docent
2,38
0,4
0,85
0,2
hoofddocent
3,78
0,7
0,00
0,0
hoogleraar
0,00
0,0
0,00
0,0
gewoon hoogleraar
0,00
0,0
0,00
0,0
6,16
1,1
0,85
0,2
553,43
100,0
545,24
100,0
Totaal Groep 2
Groep 3
2014
VTE
Totaal Groep 1
Groep 2
2013
Totaal Groep 3
TOTAAL
Tabel 22 - Personeelsbestand 2013 en 2014: opsplitsing onderwijzend personeel (OP) naar ambt
4.1.6.2 Administratief en Technisch Personeel Onderstaande cijfers tonen aan dat in het A-niveau de meeste personeelsleden ingeschaald zijn in graad 2 omdat er, sinds het nieuwe loopbaanbeleid voor het ATP dat op 15.09.2009 in werking trad, geen aanwervingen meer gebeuren in graad 1 van het A-niveau. Uitzondering: voor één medewerker, die in graad A1 meer dan 10 jaar is aangesteld met een niet-verworven salarisschaal, wordt die salarisschaal beschouwd als verworven. Niveau B blijft status quo t.a.v. 2013. In niveau C en D werden minder personeelsleden tewerkgesteld dan in 2013. Voor de meeste functies van het ATP is steeds meer een diploma op bachelor- of masterniveau vereist.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
89
In de niveaus B, C en D gebeuren aanstellingen altijd in graad 1, zolang geen 10 jaar geldelijke anciënniteit bij de indiensttreding kan worden aangetoond. De stijging in de graden B2, C2 en D2 is eveneens het gevolg van het loopbaanbeleid ATP (d.d. 15.09.2009), waarbij naar de tweede graad van een niveau wordt overgegaan bij het bereiken van 10 jaar geldelijke anciënniteit.
Het ATP per niveau in VTE 50% 40% 30% 20% 10% 0% niveau A 36,4%
niveau B 47,6%
niveau C 13,7%
niveau D 2,3%
Grafiek 2 - Personeelsbestand 2014: opsplitsing administratief en technisch personeel (ATP) naar niveau
2013
PERSONEELSBESTAND ATP PER NIVEAU EN GRAAD
Niveau A
VTE
5,00
Graad A3
18,57
21,40
Graad A2
41,10
42,38
Graad A1
1,00
1,00
65,67
Totaal niveau D
TOTAAL
35,4
69,78
Graad B3
2,05
2,05
Graad B2
58,55
61,71
Graad B1
27,60
28,03
88,20
47,6
91,79
Graad C2
21,39
21,92
Graad C1
5,58
4,40
Totaal niveau C Niveau D
VTE
5,00
Totaal niveau B Niveau C
%
Graad A4
Totaal niveau A Niveau B
2014
26,97 Graad D2
3,23
Graad D1
1,18
14,6
26,32
%
36,4
47,6
13,7
3,43 0,92
4,41
2,4
4,35
2,3
185,25
100,0
192,24
100,0
Tabel 23 - Personeelsbestand 2013 en 2014: opsplitsing administratief en technisch personeel naar niveau en graad
Opsplitsing personeelsbestand OP en ATP naar statuut Onderstaande tabel en grafiek geven een overzicht van het aantal vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden (in VTE), opgesplitst naar OP en ATP. Het percentage benoemde OP-leden bedraagt 69,2%, wat onder de decretaal opgelegde maximumgrens van 72% blijft. Het hogeschoolbestuur legt voor de OP-benoemden de toegestane grens op 70%. Het percentage benoemde ATP-leden bedraagt 73,6%, wat ook onder de door het hogeschoolbestuur vastgelegde maximumgrens van 75% benoemde ATP-ers ligt.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
90
PERSONEELSBESTAND STATUUT
OP
ATP
VTE
%
VTE
%
Vast
377,08
69,2
141,54
73,6
Tijdelijk
168,16
30,8
50,70
26,4
545,24
100,0
192,24
100,0
TOTAAL 2014
Tabel 24 - Personeelsbestand 2014: opsplitsing naar statuut
Verhouding benoemden-tijdelijken ATP en OP in VTE 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
vast tijdelijk
ATP
OP
Totaal OP + ATP
Grafiek 3 - Personeelsbestand 2014: opsplitsing naar statuut
Opsplitsing personeelsbestand naar voltijds en deeltijds (exclusief gastprofessoren) Gastprofessoren hebben doorgaans een heel kleine opdracht en zijn slechts een gedeelte van het academiejaar actief. Kinefondsers zijn personeelsleden die geen actieve opdracht meer hebben in de hogeschool. De cijfers in tabel 25 geven het personeelsbestand weer zonder de gastprofessoren en zonder de personeelsleden die betaald worden uit het Kinefonds. Door deze beide categorieën niet op te nemen in het overzicht wordt een correcter beeld bekomen van het aantal deeltijds en voltijds werkende personeelsleden. Het aantal deeltijds werkende personeelsleden neemt jaar na jaar toe. Een reden daarvoor is dat meer en meer leden van het onderwijzend personeel naast hun lesopdracht ook nog in het werkveld staan, wat interessant is om voeling te houden met hun werkveld. Ook het 1/5 ouderschapsverlof en de 1/5 loopbaanonderbreking zijn heel succesvolle verlofstelsels waardoor er meer deeltijdsen zijn. PERSONEELSBESTAND VOLTIJDS-DEELTIJDS OP 01.03.2014 (excl. gastprofessoren)
MANNEN
VROUWEN
TOTAAL
aantal
%
aantal
%
aantal
%
Deeltijds
127
41,0
449
61,7
576
55,5
Voltijds
183
59,0
279
38,3
462
44,5
TOTAAL
310
100,0
728
100,0
1 038
100,0
Tabel 25 - Personeelsbestand 01.03.2014 (excl. GP): opsplitsing naar voltijds en deeltijds, en naar geslacht
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
91
PERSONEELSBESTAND VOLTIJDS-DEELTIJDS OP 01.12.2014 (excl. gastprofessoren)
MANNEN
VROUWEN
TOTAAL
aantal
%
aantal
%
aantal
%
Deeltijds
138
43,9
460
60,8
598
55,9
Voltijds
176
56,1
296
39,2
472
44,1
TOTAAL
314
100,0
756
100,0
1 070
100,0
Tabel 26 - Personeelsbestand 01.12.2014 (excl. GP): opsplitsing naar voltijds en deeltijds, en naar geslacht
Verhouding voltijds-deeltijds op 01.12.2014 in fysieke eenheden
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
voltijds deeltijds
mannen
vrouwen
totaal
Grafiek 4 - Personeelsbestand: verhouding voltijdse-deeltijdse personeelsleden op 01.12.2014
Opsplitsing personeelsbestand naar leeftijd en geslacht (exclusief gastprofessoren) In 2014 bevindt de grootste groep personeelsleden zich in de leeftijdscategorieën tussen de 30 en 39 jaar. Het aandeel van deze groep is bijna hetzelfde als in 2013. De groep 55-plussers is gelijk gebleven t.a.v. 2013. De groep <35 jaar is ook exact hetzelfde gebleven als in 2013 en is samengesteld uit 70,8% vrouwen en 29,2% mannen. In 2012 en in 2013 waren er in diezelfde leeftijdsgroep resp. 74,3% en 72,6% vrouwen en 25,7% en 27,4% mannen. PERSONEELSBESTAND LEEFTIJD op 01.12.2014
MAN
VROUW
MAN
Aantal
20-24 j.
4
25-29 j. 30-34 j.
VROUW %
TOTAAL Aantal
%
21
1,3
2,8
25
2,3
44
76
14,0
10,1
120
11,2
44
126
14,0
16,7
170
15,9
35-39 j.
42
149
13,4
19,7
191
17,8
40-44 j.
45
111
14,3
14,7
156
14,6
45-49 j.
32
79
10,2
10,4
111
10,4
50-54 j.
37
91
11,8
12,0
128
12,0
55-59 j.
51
84
16,2
11,1
135
12,6
60-64 j.
15
19
4,8
2,5
34
3,2
≤ 65 j
0
0
0,0
0,0
0
0,0
314
756
100,0
100,0
1 070
100,0
TOTAAL
Tabel 27 - Personeelsbestand op 01.12.2014: opsplitsing naar leeftijd en geslacht (excl. GP)
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
92
Het is het tweede jaar op rij dat er in die leeftijdscategorie meer mannen in dienst gekomen zijn. In de leeftijdscategorie boven de 50 jaar zijn er procentueel meer mannen dan in de leeftijdscategorie <35 jaar (34,7% tegenover 29,2%).
Verdeling naar leeftijd op 01.12.2014 in fysieke eenheden 20% 18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
mannen vrouwen totaal
20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 ≤ 65 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar Grafiek 5 - Personeelsbestand: opgesplitst naar leeftijd en geslacht (excl. GP)
4.2
PERSONEELSBELEID Beleidsdoelen
4.2.1.1 Algemeen Hoger onderwijs is ‘mensen’-werk. Dat geldt zowel voor het onderwijs, het onderzoek, de dienstverlening, als voor de ondersteunende processen. Als kennisorganisatie verleent de Arteveldehogeschool aan haar medewerkers de ruimte voor initiatief. Het personeelsbeleid is er op gericht de organisatiedoelen en de talenten op elkaar afgestemd te houden. Binnen de contouren van het organisatiebreed personeelsbeleid draagt het lijnmanagement van de opleidingen en de diensten de verantwoordelijkheid over het personeel en het personeelsbeleid in hun entiteit. Directie en middenkader vervullen een belangrijke rol in de personeelsplanning, de aanwerving, het onthaal, de coaching, de professionalisering, het loopbaanbeleid, de evaluatie en de uitstroom, en voeren een personeelsbeleid aangepast aan de dienst-/ opleidingsstructuur, –cultuur en –historiek, maar steeds kaderend in het globale personeelsbeleid van de Arteveldehogeschool. In dit managementmodel wordt aan de personeelsbeleid-gerelateerde hogeschooldiensten zoals personeelsbeheer, HRM en professionalisering een in hoofdzaak faciliterende en adviserende rol toegekend. Deze diensten werken zowel beleidsvoorbereidend als –ondersteunend. 4.2.1.2 Hogeschoolonderhandelingscomité In 2014 werden 10 protocollen afgesloten. Naast terugkerende onderwerpen zoals de vakantiekalender, de loonopvolging en de begroting kwamen in het Hogeschoolonderhandelingscomité volgende personeelsgerelateerde onderwerpen aan bod: Het verder zetten van de activiteiten tijdens ‘terbeschikkingstelling (TBS) voorafgaand aan het rustpensioen’ (protocol 251). Deze regeling is complementair aan het protocol 241 over het verder zetten van de activiteiten in de Arteveldehogeschool na pensionering, dat in 2013 werd behandeld. Het protocol 251 beschrijft de aanvraag- en beslissingsprocedure m.b.t. prestaties in de hogeschool tijdens de TBS voorafgaand aan het rustpensioen. De looptijd bedraagt maximaal één jaar. Het loopbaanbeleid van de leden van de opleidingsmanagementteams (OMT) van de Arteveldehogeschool, mandaatperiode 01.09.2014 t.e.m. 31.08.2018 (protocol 252).
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
93
Een nieuwe vierjarige mandaatsperiode startte op 01.09.2014. Meteen werd het mandaatsbedrag geïndexeerd. Omdat het aantal medewerkers t.o.v. het begin van de vorige mandaatsperiode is toegenomen, is ook het aantal OMT-mandaten verhoogd. Tevens werden beleidsdocumenten besproken met betrekking tot verlofstelsels (aanpassing aan gewijzigde wetgeving) en werving en selectie.
4.2.1.3 Loopbaanbeleid Met de focus op talenten in het personeelsbeleid komt ook het thema loopbaanbeleid nadrukkelijker in de aandacht. Het op de lange termijn afgestemd houden van talenten, opdrachten en doelen veronderstelt immers dat er ook over loopbaanontwikkeling gesproken wordt. In 2014 werd er vooral beleidsvoorbereidend gewerkt rond het thema loopbanen. Zowel intern als extern vond er regelmatig overleg plaats over dit thema. Vormingstrajecten ‘Vitamines voor je loopbaan’ werden aangeboden. Plannings-, functionerings- en evaluatiegesprekken kunnen geregistreerd en opgevolgd worden in Microsoft AX. De veralgemeende ingebruikname is voorzien in 2015. Met diverse medewerkers vonden gesprekken plaats of was er contact in het kader van loopbaanontwikkeling. Deze contacten hadden betrekking op een vraag naar uitbreiding of naar een nieuwe opdracht, loopbaanheroriëntering, feedback na interne deelname aan selectieprocedures, e.d. Voor medewerkers van wie de opdracht afloopt, worden inspanningen geleverd om hen elders in de hogeschool te behouden. 4.2.1.4 Selectie De inspanningen om potentiële kandidaten aan te trekken werden voortgezet waarbij zowel gebruik werd gemaakt van de eigen website, VDAB, social media, rekruteringssites, vakdomeinspecifieke sites, mailings en sites voor alumni van hoger onderwijsinstellingen. Algemene (betalende) vacature-inlassingen maken plaats voor een rekruteringsaanpak-op-maat voor moeilijk in te vullen vacatures. De social media spelen daarin een vooraanstaande rol. Op 23 juni 2014 vond voor de zesde keer een jobevent van de Arteveldehogeschool plaats. In 2014 werden 121 vacatures extern vacant verklaard. Dat is ruimschoots meer dan de voorgaande jaren: 80 (2013), 102 (2012), 84 (2011) en 92 (2010). In deze aantallen zijn reeds lopende selectieopdrachten, de interne vacatures en een aantal kortdurende vervangingsopdrachten niet meegerekend. Het merendeel van de vacatures betrof onderwijzend personeel (73%). Een beperkt aantal vacatures kon niet ingevuld worden na de eerste bekendmaking en werd opnieuw gepubliceerd. Knelpuntvacatures situeren zich in het domein van ICT en verpleegkunde. In 2014 werden volgende directie- en middenkaderfuncties intern of extern vacant verklaard. Er werd telkens een interne of externe assessmentprocedure georganiseerd. ▫ Opleidingscoördinator opleiding Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs ▫ Coördinator opleiding Bachelor in de grafische en digitale media ▫ Opleidingscoördinator Bachelor in het bedrijfsmanagement ▫ Coördinator onderwijsbeleid opleiding Bachelor in de journalistiek ▫ Diensthoofd studieadvies ▫ Diensthoofd onderwijsontwikkeling & internationalisering ▫ Directeur onderwijs en studentenbeleid ▫ Opleidingsdirecteur Bachelor in het bedrijfsmanagement, Bachelor of International Businessmanagement, Bachelor officemanagement Het beleid en afsprakenkader met betrekking tot het aanstellen van personeelsleden werd verduidelijkt, samen met de domeinen taakinvulling en interne mobiliteit. 4.2.1.5 Onthaalbeleid De jaarlijkse onthaalactiviteit voor nieuwe medewerkers wordt opgevat als een gelegenheid tot ontmoeting en netwerking. Op hogeschoolniveau werd opnieuw een vorming voor beginnende lesgevers georganiseerd (zie ook 4.4.2.1 in dit Jaarverslag). De nadruk in het onthaalbeleid ligt bij de aankomst van de nieuwe medewerker - op het onthaal en de begeleiding op de werkplek.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
94
4.2.1.6 Organisatieontwikkeling 2014 werd voor wat personeelsbeleid aangaat in belangrijke mate gekenmerkt door de implementatie van het ERP-softwarepakket Microsoft AX, waarin een aantal HRM-functionaliteiten zijn opgenomen. Deze zijn de vakantieaanvraag en –registratie, het ontsluiten van personeelsgegevens naar leidinggevenden, de personeelsplanning (contingentering), het beheer van HRM-gesprekken en de professionalisering. Diverse vormingen voor verschillende groepen gebruikers werden opgezet. 4.2.1.7 Personeelszorg In het kader van personeelszorg biedt de Arteveldehogeschool aan medewerkers de mogelijkheid om een beroep te doen op een ombudsmedewerker voor overleg, begeleiding of bemiddeling bij probleemsituaties op de werkvloer. De ombudsmedewerker neemt tevens de wettelijk voorziene rol van vertrouwenspersoon op. Over de werkzaamheden van de ombudsmedewerker wordt jaarlijks gerapporteerd in het CPBW. De implementatie van de wijziging van de regelgeving m.b.t. psychosociale risico’s werd aangevat (Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, gewijzigd door de wet van 28 februari 2014 en de wet van 28 maart 2014, en het KB van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico’s op het werk.). 4.2.1.8 Diversiteit De Arteveldehogeschool wil haar personeelsbeleid blijven versterken op het vlak van diversiteit. Daarom baseerde de hogeschool haar diversiteitsplan op het eerder gerealiseerd gesubsidieerd instapdiversiteitsplan en op het project ‘groeidiversiteitsplan’. Een nieuw diversiteits- en loopbaanplan werd voorbereid. Daarin ligt het accent op het verder uitbouwen van een loopbaanbeleid, met aandacht voor kansengroepen. Daarnaast werden een aantal lopende initiatieven op vlak van diversiteit geconsolideerd: De Arteveldehogeschool startte in samenwerking met het dienstencentrum Mozaïek in november 2010 met een enclavewerking, een arbeidszorginitiatief waarbij mensen met een verstandelijke beperking onder begeleiding ingeschakeld worden in arbeidssituaties.. Dit initiatief werd verder ondersteund in 2014. De Arteveldehogeschool biedt jaarlijks aan een aanzienlijk aantal stagiairs uit arbeidstrajectbegeleiding en beroepsopleidingen leerkansen om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. De Arteveldehogeschool wil haar visie op diversiteit en haar maatschappelijk engagement uitdragen naar externen en het intern beleid rond diversiteit verder verankeren en levend houden in de organisatie. Om dit doel te bereiken werd een websitepagina met de reeds ondernomen en lopende acties opgemaakt.
Mandaten: criteria en vergoedingen Het beleid inzake mandaten werd geactualiseerd in 2014. Op 1 september 2014 ging een nieuwe mandaatsperiode in van vier jaar. Het aantal mandaten nam licht toe. De mandaatsvergoedingen werd geïndexeerd.
Premies: criteria In 2014 werden er door de Arteveldehogeschool geen premies uitgekeerd aan de personeelsleden.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
95
Samenwerking met andere hogescholen, universiteiten, Associatie Universiteit Gent en derden, in toepassing van Codex HO art.v.223 SAMENWERKINGSOVEREENKOMSTEN 2014 met andere hogescholen, universiteiten en Associatie Universiteit Gent SAMENWERKING MET
VTE
VANUIT OPLEIDING ARTEVELDEHOGESCHOOL
Hogeschool Gent
0,26
PBA in het sociaal werk
Universiteit Gent Universiteit Gent Associatie Universiteit Gent TOTAAL
0,53 0,40 0,75 1,94
PBA in het onderwijs: secundair onderwijs PBA in het onderwijs: kleuteronderwijs Arteveldediensten
SAMENWERKINGSOVEREENKOMSTEN 2014 naar derden SAMENWERKING MET
VTE
VANUIT OPLEIDING ARTEVELDEHOGESCHOOL
AKOV (departement onderwijs v.d. Vlaamse Gemeenschap: agentschap voor kwaliteitszorg in onderwijs en vorming) Stad Gent
0.67
PBA in het onderwijs: secundair onderwijs
0,67
PBA in het sociaal werk
VVKSO
0,33
PBA in het onderwijs: secundair onderwijs
Kabinet van Vlaams minister Hilde Crevits
1,37
Arteveldediensten
VZW KWB/Centravoc – cultuurkoepel ACW NVKVV Regeringscommissariaat bij de hogescholen Vlaamse overheid: departement leefmilieu, natuur en energie Pedagogische begeleidingsdienst van het Katholiek Onderwijs TOTAAL
0,50 0,18 1,00 0,33
PBA in het sociaal werk PBA in de verpleegkunde Arteveldediensten PBA in het sociaal werk
0.46
BNB BuO-ZRL
5,51
Tabel 28 - Samenwerkingsovereenkomsten 2014 met andere hogescholen, universiteiten en Associatie Universiteit Gent en derden
Samenwerking met andere onderwijsinstellingen in toepassing van Codex HO art.v.223 SAMENWERKINGSOVEREENKOMSTEN 2014 met andere onderwijsinstellingen IN TOEPASSING VAN CODEX HO ART.V.224 SAMENWERKING MET
VTE
VANUIT OPLEIDING ARTEVELDEHOGESCHOOL
CVO KISP TOTAAL
0,10 0,10
PBA in de vroedkunde
Tabel 29 - Samenwerkingsovereenkomsten 2014 met andere onderwijsinstellingen
Personeelsverloop Uit tabel 30 blijkt dat in totaal 21 personeelsleden in de loop van 2014 op eigen verzoek ontslag namen (14,30 VTE). Vooral bij het ATP en bij de contractuelen was er een toename. In 2014 stapten 19 personeelsleden (17,30 VTE) in het volledige stelsel van TBS-58+. Daarbij waren 2 personeelsleden ( 1,00 VTE) die al in het deeltijds stelsel van TBS58+ zaten en in 2014 overstapten naar het volledig stelsel. Dat is een forse toename t.a.v. 2013. Als gevolg van de nieuwe pensioenregelgeving zal het systeem van TBS voorafgaand aan het rustpensioen volledig uitdoven in 2018. Er gebeurden voor het OP 32,80 VTE en voor het ATP 12,30 VTE externe wervingen. Dat waren er meer dan in 2013. Bij het contractueel OP en ATP waren er 13,50 VTE nieuwe aanstellingen, wat minder was dan in 2013. Eigenlijk geeft dit een vertekend beeld, want er worden bij aanvang van de tewerkstelling veel personeelsleden statutair aangesteld voor het 1ste semester, die vanaf het 2de semester contractueel worden. Dit wordt zo in de externe vacatures vermeld.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
96
In 2014 werden 48 medewerkers (30,60 VTE) van het OP benoemd, wat flink meer is dan in 2013. Er werden daarentegen minder ATP-ers benoemd dan in 2013. PERSONEELSVERLOOP Ontslag op eigen verzoek
Ontslag door de hogeschool
Pensioen
Pensioen na TBS wegens ziekte Opdrachtvermindering op eigen verzoek
TBS voorafgaand aan het rustpensioen: 58+ voltijds Externe wervingen Aanstellingen
Benoemingen Benoemingen
2013
2014
OP ATP Contractuele bediende Contractuele arbeider OP ATP Contractuele bediende Contractuele arbeider
VTE 8,15 1,00 0,60 -
AANTAL 13 1 1 -
VTE 5,90 4,80 2,70 0,90 6,05 1,20 3,00 -
AANTAL 9 6 5 1 8 2 4 -
OP ATP OHP-TPT Contractuele bediende Contractuele arbeider OP
26,30 3,00 0,79 1,00
28 3 1 1
17,05 1,20 0,50 1,00
18 2 1 1
OP ATP Contractuele bediende Contractuele arbeider OP OHP-TPT OP ATP Contractuele arbeiders Contractueel OP Contractueel ATP OP ATP
0,60 0,20 4,00 27,25 5,00 1,10 11,30 5,20 18,75 12,05
3 2 4 44 8 2 16 8 36 18
1,80 15,30 2,00 32,80 12,30 3,35 8,15 5,35 30,60 10,40
8 17 2 61 18 4 17 8 48 15
Tabel 30 - Personeelsverloop 2013 en 2014 - deel 1
Opgenomen verlofstelsels In tabel 31 worden de verloven, afwezigheden, loopbaanonderbrekingen en terbeschikkingstellingen ingedeeld volgens stelsel. In 2014 maakten 430 medewerkers (totaal: 81,88 VTE) gebruik van een verlof, een afwezigheid, een loopbaanonderbreking, een terbeschikkingstelling of een adoptieverlof. Dit is een forse toename t.a.v. 2013 : toen namen 363 medewerkers een verlofstelsel voor een totaal van 78,36 VTE. Vooral het 1/5 ouderschapsverlof zorgt voor deze toename.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
97
VERLOVEN, AFWEZIGHEDEN, LOOPBAANONDERBREKINGEN, TERBESCHIKKINGSTELLINGEN EN ADOPTIEVERLOF
2013
2014
OP ATP OHP-TPT Contractuelen OP ATP OP ATP OHP-TPT Contractuelen
VTE 7,57 1,42 0,30 0,09 4,08 1,17 3,03 2,25 -
AANTAL 39 9 1 3 15 3 22 15 -
VTE 8,19 1,81 0,23 0,35 3,33 1,5 3,65 2,19 -
AANTAL 37 13 1 4 11 3 24 19 -
OP ATP OHP-TPT Contractuelen OP ATP OHP-TPT Contractuelen OP ATP Contractuelen
6,25 1,50 0,63 1,01 0,86 0,16 1,88 0,08
14 3 2 8 6 1 6 1
4,77 1 0,50 0,78 1,49 0,90 0,35 2,69 -
11 2 1 2 10 6 2 8 -
Gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 jaar – 1/5
OP ATP OHP-TPT
0,60 0,20 -
3 1 -
0,60 0,27 -
3 2 -
Gedeeltelijke loopbaanonderbreking voor het volgen van een beroepsopleiding
OP ATP Contractuelen
0,14 -
1 -
0,06 0,44 -
1 1 -
Gedeeltelijke loopbaanonderbreking wegens medische bijstand – 1/2 en 1/5
OP ATP Contractuelen OP ATP Contractuelen
1,90 0,37 -
_ _ 10 3 -
0,4 0,03 1,20 0,42 0,17
3 1 9 4 1
OP Contractuelen ATP OP ATP Contractuelen OP ATP OHP-TPT Contractuelen OP OP ATP OHP-TPT OP ATP OP ATP OHP-TPT OP OP ATP OHP-TPT
1,19 0,07 1,14 2,54 0,58 0,25 12,81 0,04 0,59 7,51 2,91 0,05 0,17 0,52 0,11 1,95 7,79 1 -
13 1 9 18 7 2 28 1 2 37 23 1 2 7 3 2 12 1 -
2,89 0,23 1,61 3,28 0,65 0,39 13,67 2,21 0,22 0,66 7,42 2,73 0,21 0,15 0,28 0,02 1,61 3,75 0,93
29 4 19 22 7 3 31 6 3 1 42 23 1 2 5 1 2 6 2
Deeltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden
Gedeeltelijke loopbaanonderbreking Gedeeltelijke loopbaanonderbreking - 1/5
Tijdskrediet Gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 jaar Gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 55 jaar – 1/5
Gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 55 jaar – halftijds
1/2 ouderschapsverlof
1/5 ouderschapsverlof
Volledig ouderschapsverlof
Volledige terbeschikkingstelling persoonlijke aangelegenheden
Ambtshalve deeltijds Verlof verminderde prestaties
Verlof verminderde prestaties na arbeidsongeval (halvedagprestaties) Verlof verminderde prestaties na ziekte (halvedagprestaties) Syndicaal verlof Volledige loopbaanonderbreking
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
98
VERLOVEN, AFWEZIGHEDEN, LOOPBAANONDERBREKINGEN, TERBESCHIKKINGSTELLINGEN EN ADOPTIEVERLOF
2013
2014
Volledige loopbaanonderbreking wegens medische bijstand
OP ATP Contractuelen
VTE -
AANTAL -
VTE 0,68 -
AANTAL 3 -
Volledige loopbaanonderbreking voor het volgen van een beroepsopleiding
OP ATP OHP-TPT Contractuelen
0,50 -
1 -
-
-
Borstvoedingsverlof
OP ATP Contractuelen OP OP ATP CON
0,59 0,03 0,05 0,09 0,20 0,14 0,05
10 2 2 1 6 4 2
0,54 0,25 0,21 0,06 -
9 2 9 2 -
Adoptieverlof Omstandigheidsverlof n.a.v. bevalling partner
Tabel 31 - Personeelsverkoop 2013-2014 - deel 2
4.3
RATIOANALYSE OVER DE LAATSTE DRIE BOEKJAREN Bezoldigingskost Indien de totale bezoldigingskost wordt betrokken op het totaal aan werkingsopbrengsten (zie tabel 32) dan scoort de Arteveldehogeschool 72,78 % tegen 72,54 % in 2013. In 2014 steeg de totale bezoldigingskost met 0,34 % t.a.v. 2013. Het percentage bezoldigingskost, betaald via het AHOVOS, t.a.v. de totale bezoldigingskost is in 2014 met 0,32 % gestegen. De bezoldigingskost van het ATP is met 0,75 % gestegen t.a.v. 2013. Meer info in het financieel verslag. 2012
Totale bezoldigingskost Werkingsopbrengsten
46 266 695 60 921 863
Bezoldigingskost betaald via AHOVOS Totale bezoldigingskost
2013 75,94 %
49 147 709 67 753 215
42 166 417 46 266 695
91,14 %
Bezoldigingskost OP (incl. gastproffen) Totale bezoldigingskost
34 422 522 46 266 695
Bezoldigingskost ATP Totale bezoldigingskost
8 119 069 46 266 695
2014 72,54 %
49 774 732 68 388 221
72,78 %
44 282 236 49 147 709
90,10 %
45 004 504 49 774 732
90,42 %
74,40 %
35 438 426 49 147 709
72,11 %
36 124 203 49 774 732
72,58 %
17,55 %
9 507 863 49 147 709
19,35 %
9 959 691 49 774 732
20,10 %
Tabel 32 - Bezoldigingskost: ratioanalyse 2012, 2013 en 2014
Personeelsbestand Ratio 1 is gedaald met 0,84 % t.a.v. 2013. De cijfers in ratio 1 geven enkel de statutair aangestelde OP-ers en de centraal betaalde OP-ers weer. Ratio 3 in tabel 33 neemt t.a.v. 2013 met 0,90% toe. Deze ratio geeft enkel de statutair aangestelde ATP-ers weer t.a.v. het totale personeelsbestand. Als echter alle medewerkers met een ATP-functionaliteit (ratio 4) in rekening worden gebracht (o.a. ook contractueel ATP, arbeiders, …) is bij het ATP een stijging met 0,35% t.a.v. 2013 merkbaar.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
99
2012
2012
2013
1 Totaal OP (incl. centraal betaald OP, excl. gastproffen, excl. contractueel OP) Totaal personeelsbestand
548,03 820,64
2 Totaal OP (incl. centraal betaald OP, incl. gastproffen, incl. contractueel OP) Totaal personeelsbestand
552,16 820,64
67,28 %
562,19 854,27
65,81 %
550,00 850,93
64,74 %
3 Totaal ATP (excl. centraal betaald AP-OHP-MVD, excl. personeel TPT, excl. contractuelen) Totaal personeelsbestand
168,26 820,64
20,50 %
185,25 854,27
21,69 %
192,24 850,93
22,59 %
253,12 820,64
30,84 %
275,51 854,27
32,25 %
277,37 850,93
32,60 %
4 Totaal ATP (incl. centraal betaald AP-OHP-MVD, incl. personeel TPT, incl. contractuele bedienden en arbeiders) Totaal personeelsbestand
66,78 %
65,22 %
557,16 854,27
547,82 850,93
64,38 %
Tabel 33 - Personeelsbestand: ratioanalyse 2012, 2013 en 2014
Staat van de personeelskosten Ten overstaan van 2013 is de 80/20-norm in 2014 met 0.42 % gestegen. Het begrote percentage van 83,53 % werd niet bereikt. In 2012 was de 80/20 –norm van 84,16% een uitzondering. Controle art.IV.32 van codex hoger onderwijs exclusief bedrijfsvoorheffing Controle art.IV.32 van codex hoger onderwijs inclusief bedrijfsvoorheffing
2012
2013
2014
84,16 %
82,13 %
82,55 %
83,58 %
81,63 %
82,00 %
Tabel 34 - 80/20-norm in 2012, 2013 en 2014
4.4
PROFESSIONALISERING VAN DE PERSONEELSLEDEN Professionaliseringsbeleid van de Arteveldehogeschool Het professionaliseringsbeleid van de hogeschool vertrekt vanuit twee basisprincipes. Enerzijds de idee dat het professionaliseringsbeleid zich richt op behoeften (die het personeelslid zelf aangeeft) en noden (eventueel door externen vastgesteld) van zowel het individu als de organisatie (hogeschool, opleidingen, diensten …), anderzijds de visie dat professionalisering op zich heel ruim kan geïnterpreteerd worden en verder reikt dan ‘vorming, training en opleiding’. Te vaak wordt professionalisering uitsluitend gezien in het kader van persoonlijke ontwikkeling en groei van medewerkers. Professionalisering kan ook een belangrijke hefboom zijn voor de organisatieontwikkeling. In de Arteveldehogeschool wordt al verschillende jaren een beleid gevoerd dat beide accenten tot hun recht laat komen, zowel in het Arteveldehogeschoolbrede als het opleidingsspecifieke professionaliseringsbeleid en –aanbod (zie bijlagenbundel B 4.01). De term professionalisering bevat naast ‘vorming, training en opleiding’ heel wat andere acties die kunnen bijdragen tot de professionalisering van medewerkers, zoals: - deelname aan interne netwerken in de opleidingen, diensten, hogeschool, o.a. vakgroepwerking, werkgroepen, discussiegroepen, intervisie en supervisie; - deelname aan externe netwerken door lidmaatschap van verenigingen, o.a. vakverenigingen; - zelfstudie via (vak)literatuur, digitale zelfstudiepakketten, afstandsleren; - geven van lezingen tijdens nationale en internationale congressen of symposia; - uitwerken en realiseren van een posthogeschoolvorming; - uitwerken van opdrachten in het werkveld in het kader van maatschappelijke dienstverlening … De dienst professionalisering heeft tot doel een evenwichtig professionaliseringsbeleid in de hogeschool te voeren en neemt hiertoe volgende acties: - informeren van personeelsleden over interne en externe vormingsinitiatieven;
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
100
- organiseren van professionaliseringsinitiatieven ten behoeve van het algemeen strategisch beleid van de hogeschool en in het kader van het strategisch beleid van diensten; - organiseren van professionaliseringsinitiatieven die beantwoorden aan een reële behoefte van medewerkers; - ondersteunen van opleidingen en diensten bij de realisatie van een opleidingsspecifiek professionaliseringsbeleid; - adviseren van individuele medewerkers bij vragen op het gebied van persoonlijke professionalisering, o.a. zoeken van geschikte vormingsorganisaties, vormingstrajecten en –initiatieven; - registreren van deelname aan vorming bij externe organisaties (studiedagen, congressen …), dit ten behoeve van het personeelsbeleid van opleidingen en diensten (informatie voor functioneringsgesprek) en met het oog op het jaarverslag; - organiseren van vormingsinitiatieven samen met externe partners (o.a. associatiepartners); - afstemmen van het professionaliseringsbeleid van opleidingen en diensten via intens overleg tijdens de fora professionalisering; - stimuleren van het uitwisselen van ervaring en leren van elkaar tijdens de fora professionalisering …
Arteveldehogeschoolbrede professionaliseringsinitiatieven Tijdens het kalenderjaar 2014 werden verschillende Arteveldehogeschoolbrede initiatieven genomen ter ondersteuning van het strategisch beleid van de hogeschool en van het beleid van de Arteveldehogeschooldiensten. Heel wat initiatieven werden ook in nauwe samenwerking met betrokken diensten georganiseerd. De Arteveldehogeschoolbrede professionaliseringsinitiatieven kunnen ingedeeld worden in drie grote categorieën: vormingstrajecten, evenementen en losse initiatieven.
4.4.2.1 Vormingstrajecten en meerdaagse programma’s Vormingsinitiatieven waarbij van de deelnemers de integratie van een nieuwe vaardigheid wordt verwacht worden meestal in een vormingstraject geplaatst. Door te kiezen voor meerdere contactmomenten met de begeleiders kan - tussen twee sessies door - aandacht worden besteed aan praktijkgerichte oefenmomenten, reflectiemomenten of specifieke taken. Dit maakt het leren meer toegespitst op de praktijk en ook diepgaander, wat de kans op implementatie en reële innovatie doet toenemen. Dergelijke trajecten hebben een hoge ‘return on investment’. Volgende vormingen werden als traject aangeboden: OPLEIDING SUPERVISOR – VERVOLMAKING Sinds 2004 organiseert de Arteveldehogeschool een eigen opleiding tot supervisor. Deze opleiding is vrij intensief en omvat 12 contactmomenten van telkens 3 uur. Door deze opleiding hogeschoolbreed aan te pakken en dit steeds voor nieuwe groepen te herhalen wordt er een gestroomlijnde aanpak rond supervisie uitgebouwd. Dergelijk initiatief biedt de mogelijkheid om medewerkers over opleidingen heen inzetbaar te maken. Om de implementatie van deze vaardigheid verder te ondersteunen werden in 2014 opnieuw vervolmakingsreeksen voorzien voor medewerkers die de basissessies al hadden gevolgd. COMMUNITY OF PRACTICE
In 2006 werd voor het eerst geëxperimenteerd met Communities of Practice (CoP’s). Een CoP is een groep van medewerkers die samenkomt om te leren van elkaar. Het is een tijdelijk samenwerkingsverband. Van zodra medewerkers van de werkgroep het gevoel hebben dat er nog weinig gemeenschappelijk kan geleerd worden rond het thema, beslist de groep om te ontbinden. De deelnemers van een CoP komen meestal uit verschillende opleidingen. Om praktische redenen komen de groepen samen tijdens de middagpauze en vergaderen ze steeds op een andere campus. Zo vraagt het van elke deelnemer ongeveer evenveel inspanning om aanwezig te zijn. De kennis die tijdens deze CoP’s wordt opgebouwd wordt via de digitale leeromgeving gedeeld met elkaar. Ook informatie-uitwisseling tussen de contactmomenten door
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
101
verloopt via de digitale leeromgeving. In 2014 was de CoP ‘Instroom’ actief. Deze CoP werd begeleid door collega’s die expertise hebben opgebouwd rond dit thema. INSPIREREND COACHEN
In 2009 werd voor het eerst een vormingstraject rond ‘inspirerend coachen’ opgestart. Door het grote succes, werd deze vorming ook in 2014 aangeboden. De vaardigheid van het coachen kan zowel ingezet worden bij het begeleiden van studenten als bij het begeleiden van eigen medewerkers. Daarom staan deze vormingstrajecten open voor alle medewerkers van de hogeschool. In 2014 werden ook een aantal terugkomdagen inspirerend coachen georganiseerd voor medewerkers. GROEIEN ALS LEIDINGGEVENDE
Jaarlijks kunnen medewerkers uit het middenkader en medewerkers die collega’s aansturen als vakgroepverantwoordelijke of als projectleider zich inschrijven voor een cursus ‘mensmanagement’. Om de link tussen theorie en praktijk te versterken worden in het traject intervisiemomenten onder begeleiding voorzien. Door deze vorming jaarlijks te organiseren wordt ervoor gezorgd dat er een bepaalde managementlijn ontwikkeld wordt in de organisatie. Ook in 2014 werd deze vorming georganiseerd voortaan onder de titel ‘Groeien als leidinggevende’. ONTHAAL- EN INGROEIBEGELEIDING
Jaarlijks organiseert de hogeschool in september een onthaalmoment voor nieuwe medewerkers. Omdat de nieuwkomers zich in deze startperiode vooral focussen op hun nieuwe taak in de opleiding of dienst, wordt op dit onthaalmoment vooral de nadruk gelegd op verwelkoming van de nieuwe medewerkers in de hogeschool. PROFESSIONALISERINGSDAG VOOR STARTENDE LESGEVERS
Voor startende lesgevers werd in 2014 een professionaliseringsdag georganiseerd, gebaseerd op het competentieprofiel van een lesgever hoger onderwijs. Omdat de startcompetenties van startende lesgevers zo uiteenlopend zijn, wordt een modulair samengesteld programma aangeboden. Dit geeft medewerkers de kans om een vormingsprogramma op hun maat samen te stellen. CREATIEF DENKEN
Medewerkers stimuleren in het creatief denken en hen handvatten aanbieden om deze vaardigheid op bescheiden schaal toe te passen in hun dagelijkse praktijk is een belangrijk doel van deze vorming. Al zes jaar lang organiseert de dienst professionalisering Arteveldehogeschoolbreed een tweedaagse ‘Creatief denken’. Ondertussen kregen twee medewerkers die zich verder professionaliseerden in dit domein extra tijd om ‘creativiteit en creatief denken’ te stimuleren in de hogeschool. Diensten en opleidingen kunnen voor hun managementteams een vormingsmoment op maat aanvragen. Creatief denken is niet alleen belangrijk in onderwijs, ook in onderzoek, maatschappelijke dienstverlening en bij beleidsvoering in de hogeschool komt deze vaardigheid zeker van pas. ENGELS C1 Vanaf academiejaar 2014-2015 dienen de docenten die titularis zijn van anderstalige opleidingsonderdelen te beschikken over een C1-niveau in de vreemde taal. Arteveldehogeschool organiseert een intensief vormingstraject Engels dat voorbereidt op het behalen van een C1-niveau in Engels. Het traject loopt over een volledig academiejaar. COMMUNICEER MEER EN BETER IN HET ENGELS
Naast de aandacht voor Engels op niveau C1 organiseert de Arteveldehogeschool sessies die zich richten tot collega’s - in hoofdzaak docenten – die hun spreekvaardigheid in het Engels willen versterken. Het durven spreken staat voorop. Werkvormen zoals discussies en rollenspel worden gebruikt. Deze sessie worden op een vaste namiddag in de week aangeboden. TALENTEN
De Arteveldehogeschool ging in 2014 verder op de ingeslagen weg m.b.t. het thema ‘talentontwikkeling’. Diverse eendaagse vormingen rond dit thema werden aangeboden zowel op maat van opleidingen en teams als in open aanbod.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
102
VORMINGSINITIATIEVEN ARTEVELDERAAD (DIRECTIE)
Elk jaar wordt er een afzonderlijk vormingstraject op maat georganiseerd voor de leden van de Artevelderaad. In 2014 werden er een groot aantal vormingen georganiseerd m.b.t. ERP (AX). Ook op de jaarlijkse strategische driedaagse werden diverse thema’s behandeld. VORMINGSINITIATIEVEN MIDDENKADER
Het professionaliseringstraject ‘groeien als leidinggevende’ werd ingericht voor medewerkers die nieuw zijn in de rol van leidinggevende. De jaarlijkse strategische denkdag van de Arteveldediensten vond plaats. Centrale thema’s waren kwaliteitszorg en innovatie. Zowel in opleidingen als in diensten waren er diverse professionaliseringsinitiatieven op maat van (opleidings)managementteams. Andere vormen van professionalisering: COMPETENTIEGERICHTE ONDERWIJS- EN EVALUATIEVORMEN
Medewerkers van de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering (O&I) bieden de opleidingen ondersteuning op maat aan, en ontwikkelden een online-instrument ‘COWEB’ dat lesgevers helpt om hun leeromgeving meer competentiegericht uit te werken. De kracht van een dergelijk online-instrument is dat het tijdsonafhankelijk kan geraadpleegd worden en op elk moment ondersteuning kan bieden aan de individuele lesgever. Ook de BV-databank is een online-tool die medewerkers ondersteunt in hun onderwijspraktijk (zie verder: 4.4.3.2 in dit Jaarverslag). De Arteveldehogeschool werkt al verschillende jaren samen met andere hogescholen en universiteiten aan de verdere uitbouw van deze databank. VORMINGEN DINAR
Dinar is een digitaal platform dat kan gebruikt worden voor communicatie (nieuwsberichten), documentenbeheer, samenwerken, enz. Alle medewerkers en studenten van de Arteveldehogeschool hebben toegang tot Dinar, via het portaal ‘Mijn Dinar’. De informatie op Dinar wordt beheerd door zogenaamde ‘contributors’ (zij hebben schrijfrechten op het systeem). Voor hen organiseerde de dienst professionalisering, samen met dienst ICT, in 2014 een specifieke opleiding. INTEGRATIE AX + OPLEIDINGEN
In januari 2014 werd Microsoft Dynamics AX in gebruik genomen. Dit nieuwe administratieve systeem maakt het mogelijk om administratieve processen geïntegreerd en gedigitaliseerd te laten verlopen. Alle 1 100 medewerkers werden uitgenodigd om deel te nemen aan één van de ‘AX-roadshows’. Gedurende zo’n infosessie van 1,5 uur werden zij op de hoogte gebracht van de belangrijkste principes en concepten van AX. De directieleden, de diensthoofden en hun ‘ERP-assistenten’ (die de administratieve processen van hun leidinggevenden mee ondersteunen) volgden een intensief opleidingsparcours: budgetteren, aankoop, vakantiebeheer, professionalisering, projecten, contingentering en personeelsdata kwamen achtereenvolgens aan bod. Dit programma startte in november 2013 en liep verder in het voorjaar van 2014. De implementatie van AX zal ook nadien blijvende vorming vereisen, in functie van jobrotatie en aanwerving van nieuwe medewerkers. Daarom werden in de loop van 2014 nog bijkomende vormingen georganiseerd.
4.4.2.2 Evenementen Met evenementen worden de eenmalige, Arteveldehogeschoolbrede initiatieven bedoeld voor een vrij grote doelgroep. Elk academiejaar organiseert de hogeschool een ‘Onderwijsdag’, een interne vormingsdag voor alle medewerkers van de Arteveldehogeschool. Deze dag is lesvrij voor studenten zodat alle medewerkers kunnen deelnemen. De Onderwijsdag 2014 had als thema: ‘De duurzame hogeschool’. Medewerkers kregen de kans om tijdens drie tijdsblokken een keuze te maken uit verschillende sessies. In totaal werden meer dan 50 verschillende sessies aangeboden. Een tweede jaarlijks evenement is de ‘Vormingsweek voor medewerkers’: jaarlijks wordt in de
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
103
Arteveldehogeschool de laatste week van augustus gereserveerd voor vorming. Het vormingsaanbod is een combinatie van ICT-gerichte vorming, sessies rond onderwijskundige thema’s en onderzoek, en ook meer algemene thema’s in het domein van de zelfzorg. Er wordt ook vorming aangeboden met als doel de implementatie van het strategisch beleid in de hogeschool te faciliteren. Volgende thema’s kwamen aan bod tijdens de vormingsweek 2014: Waarvoor staat ‘mijn Dinar’ binnen onze organisatie? Eenvoudige, handige en praktische ICT-tools Apps voor IOS Apps voor Android Apps voor Windows Wat zijn mijn talenten? Ethisch comité: wegwijs in de procedure Vlot, juist en aantrekkelijk schrijven. Hoe studenten begeleiden bij schrijfopdrachten Word 2013 De ‘ik’ in AX: eerste hulp bij aanvragen Creatief denken Blijven werken met elan. Focus op zelfzorg Overtuig je publiek met de presentatietool ‘Prezi’ Demo Office 2013 Visueel scoren met PowerPoint Netwerken, iedereen kan het! Feedback als motor voor taalontwikkeling Excel 2013 Hoe schrijf je tekst voor een website? Tien-vinger-typen Aan de slag met uitstelgedrag Lesgeven aan grote groepen: activerende werkvormen Eerste hulp bij faalangst voor studenten PowerPoint 2013 Timemanagement via Outlook Zittend rechtop Tablets, een meerwaarde in mijn les Outlook 365
4.4.2.3 Losstaande initiatieven - Onthaalnamiddag voor nieuwe medewerkers - Professionaliseringsdag voor startende lesgevers - AKWARIS - Algemene kennis van het projectbeheer - AX infosessie – roadshows - Dinar 2.0-opleiding voor de contributors in de opleidingen - Docent zkt. talent - ERP-infosessie voor adviseurs - Het aanmaken van een nieuw project in AX - Het opvolgen van een reeds geopend project in AX - Infosessie: toepassing van de wet op de privacy - Introductie - Tips & Tricks in AX - Introductiesessie BTS (Bologna Translation System) - Ontdek de ODC’s - Rapportering in AX - Remark – DISCO - Training voor ERP-assistenten - Vitamines voor je loopbaan: Talenten – Netwerken – Actie - Wat zijn mijn talenten?
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
104
Professionaliseringsinitiatieven in samenwerking met anderen 4.4.3.1 Met de partners van de Associatie Universiteit Gent In samenwerking met de partners van de Associatie Universiteit Gent werden ook in 2013-2014 ‘Seminaries onderwijskunde voor lesgevers hoger onderwijs’ gerealiseerd. De sessies vonden plaats tussen januari en mei. Volgende thema’s kwamen aan bod: - Seminarie 1: Begeleiding – coaching - feedback - Seminarie 2: Taal – taaltips - taalontwikkeling - Seminarie 3: Docenten – studenten – in team - Seminarie 4: Internationaal – ver – dicht - Seminarie 5: Media – nieuwer – nieuwst - Seminarie 6: Kan je ondernemerschap (aan)leren? Meten is weten! 4.4.3.2 Met de BV-werkgroep De Arteveldehogeschool werkt al enkele jaren mee aan de verdere uitbouw van de ‘Bij Voorbeeld’-databank, samen met enkele externe partners zoals de Katholieke Universiteit Leuven, KATHO, Universiteit Antwerpen, Lessiushogeschool, Universiteit Gent, Hogeschool Gent en KaHo Sint-Lieven. De ‘Bij Voorbeeld’-databank is een online gegevensbank waarin concrete, herkenbare en systematisch beschreven voorbeelden van innovatief én student-gecentreerd hoger onderwijs zijn opgenomen. De ‘Bij Voorbeeld’-databank’ kan enerzijds door de individuele docent tijdsonafhankelijk geraadpleegd worden ter inspiratie van de eigen onderwijspraktijk, anderzijds kan deze actief worden gebruikt tijdens professionaliseringsactiviteiten.
Opleidingsspecifiek professionaliseringsbeleid Naast het uitwerken van een Arteveldehogeschoolbreed vormingsaanbod stimuleert de dienst professionalisering elke opleiding tot het voeren van een eigen opleidingsspecifiek professionaliseringsbeleid op maat. Dit heeft niet alleen als voordeel dat de vormingsinhoud kan afgestemd worden op de vraag van de opleiding, het laat ook toe om rekening te houden met de meest geschikte timing voor de opleiding en de specifieke opleidingscultuur en -context. Door een aantal prioriteiten vast te leggen kan de opleiding naast professionaliseringsinitiatieven heel wat implementatiebevorderende strategieën uitwerken ter ondersteuning van de geselecteerde beleidsopties. In elke opleiding is een ‘opdrachthouder professionalisering’ het aanspreekpunt voor professionalisering. Samen met de opleidingsdirecteur werkt de opdrachthouder professionalisering een opleidingsspecifiek professionaliseringsbeleid uit. De opdrachthouders professionalisering van alle opleidingen zijn verenigd in een Arteveldehogeschoolbreed forum waar ‘leren van elkaar’ en afstemming van het Arteveldehogeschoolbreed professionaliseringsbeleid op het opleidingsspecifiek beleid centraal staat. Ook in 2014 namen opleidingsvergaderingen en teamdagen in de opleidingsspecifieke professionalisering van de medewerkers een belangrijke plaats in. Heel wat opleidingen verzorgen intensief de interne netwerking als belangrijke bron van professionalisering. De participatie aan verschillende externe netwerken is eveneens een belangrijke troef binnen het opleidingsspecifiek professionaliseringsbeleid.
Opleidingsspecifieke professionaliseringsinitiatieven in 2014 Zie bijlagenbundel hoofdstuk 4.5.
4.5
DIGITARTE In haar missie beschrijft de Arteveldehogeschool ‘dat ze een digitale hogeschool wenst te worden die innoverende digitale technologie in het onderwijs introduceert, die haar processen verregaand digitaliseert en die informatie ter beschikking stelt via een aantal nieuwe digitale platformen. Tevens wil ze hiermee de interactie tussen de medewerkers onderling en ook de studenten bevorderen’.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
105
De Arteveldehogeschool wil elke medewerker in staat stellen om, voor professioneel gebruik in de hogeschool, de voor hem/haar best geschikte IT-middelen aan te schaffen en daarbij tegelijk te voldoen aan de fiscale regels. Daartoe is DigitArte uitgewerkt. DigitArte gaat uit van een eenvoudige principe: de hogeschool voorziet in de nodige ‘vaste’ ICTuitrusting (desktops) in kantoren, op flexplekken, aan onthaalbalies, in klaslokalen, in vergaderzalen (beperkt voor projectie), in mediatheken … Voor de ‘mobiele’ ICT-uitrusting (laptops en/of tablets) zorgt de medewerker zelf. Gebruikt het personeelslid dat materiaal ook actief in de context van het werk bij de hogeschool, dan komt de hogeschool tussen in de aankoopprijs tot 5/7, gespreid over vier jaartussenkomsten, met een maximum van 125 euro per jaar. In maart 2014 ontvingen 212 medewerkers een eerste jaartussenkomst via Digitarte.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
106
5
DIENSTVERLENING
5.1
BELEIDSDOELEN OP HET GEBIED VAN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING, DEELNAME IN SPIN-OFF BEDRIJVEN, EN RELATIES MET VERENIGINGEN ZONDER WINSTOOGMERK EN ANDERE RECHTSPERSONEN Beoogde doelen en resultaten
5.1.1.1 De opdracht van de Arteveldehogeschool Het ‘decreet van 04 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen’13 en het ‘decreet van 22 februari 1995 betreffende de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening door de universiteiten of de hogescholen en betreffende de relaties van de universiteiten en de hogescholen met andere rechtspersonen, zoals gewijzigd door het decreet betreffende het onderwijs’1 geven aan de hogeschool de opdracht tot het uitvoeren van wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening. Het hogescholendecreet (Artikel 2, 51°) definieert helder wat onder maatschappelijke dienstverlening moet worden verstaan: ‘Alle prestaties ten behoeve van derden, tegen vergoeding geleverd door diensten van een hogeschool of hieraan verbonden personen, en die voortvloeien uit aan de hogeschool aanwezige kennis, resultaten van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek of technologie’. Het is duidelijk dat de decreetgever de hogeschool ziet als een expertisecentrum waar kennis circuleert die beroepsgericht wordt vertaald, en ten dienste staat van de maatschappij. Daarom is het dienstverleningsbeleid van een hogeschool gericht op het leveren van maatwerk voor organisaties en bedrijven die er een beroep op doen. Vorming op maat organiseren, onderzoeksinstrumenten of praktijkmethodieken ontwikkelen, een onderzoeksvraag beantwoorden, studiewerk opzetten, processen begeleiden, zicht krijgen op profielen en meningen, de noden en verwachtingen kennen van doelgroepen, weten wat de effecten zijn van het aanbod van een initiatief, naar de tevredenheid van medewerkers peilen: dit is allesbehalve evident om als organisatie of instelling zonder deskundige ondersteuning uit te werken. Precies hier kan de expertise van een hogeschool uitstekende diensten bewijzen. 5.1.1.2 De wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening De visie van de Arteveldehogeschool ten aanzien van onderzoek en dienstverlening is beschreven in hoofdstuk 3.1.2 in dit Jaarverslag. De Arteveldehogeschool is een breed georiënteerde hogeschool. Als expertisecentrum werkt zij samen met de dienstensector en met ondernemingen, social-profitorganisaties, onderzoekscentra en andere onderwijsinstellingen in binnen- en buitenland. Door maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening kunnen opleidingen en diensten van de Arteveldehogeschool hun expertise in realiteit omzetten en ter beschikking stellen van tal van organisaties in de maatschappij. De Arteveldehogeschool profileert zich als een expertisecentrum op de relevante domeinen die aansluiten bij het aangeboden hoger onderwijs. Op die wijze tracht ze de decretale opdracht ‘dienstverlening’ te realiseren. De deskundigheden die in de hogeschool worden opgebouwd staan daardoor niet alleen ten dienste van de opleiding, maar genereren ook een breder maatschappelijk benefiet. De ervaring vanuit de maatschappelijke dienstverlening verhoogt de betrokkenheid met het werkveld en met de reële maatschappelijke en professionele noden. Hierdoor creëert de dienstverlening een vruchtbare voedingsbodem voor de kwaliteit en de actualisatie van het onderwijs in de hogeschool. De terugkoppeling van ervaringen, opgedaan via dienstverleningsactiviteiten, naar de opleidingen geeft de garantie dat leerinhouden en werkvormen op de beroepsrealiteit afgestemd blijven. Maatschappelijke dienstverlening bouwt dus een brug tussen opleiding en beroepspraktijk.
Vervangen door het ‘Decreet tot bekrachtiging van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs’, gecodificeerd op 11 oktober 2013 13
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
107
Voor de hogeschool bestaat het werkveld zowel uit (beleid)organisaties en hun medewerkers waarmee de hogeschool een werkrelatie heeft, als uit het hele praktijkveld dat effectieve of potentiële klant is voor dienstverlening. In die zin onderhoudt de hogeschool een nauwe samenwerking met het werkveld en exploreert het ‘win-win’-situaties waar de hogeschool als kenniscentrum een rol kan spelen, vanuit het oogpunt van wederzijdse verrijking. De maatschappelijke dienstverlening verruimt de tewerkstellingsmogelijkheden van de medewerkers, en kan bovendien tot extra inkomsten leiden die opnieuw zinvol geïnvesteerd kunnen worden in functie van de hogeschoolopdrachten. In uitvoering van het dienstverleningsdecreet werden de interne regels vastgelegd in het ‘Intern reglement wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening’, opgenomen in de bijlagenbundel (zie 5.2).
Beleid inzake dienstverlening Zowel het onderwijs als het onderzoek aan de hogeschool is 'praktijkgericht'; bijgevolg is de scheidingslijn tussen onderwijs, onderzoek en dienstverlening erg dun. Onderzoek en dienstverlening dragen substantieel bij tot het versterken en vernieuwen van het onderwijs. Doorstroming van onderzoek- en dienstverleningsresultaten zorgt voor het actualiseren van de onderwijsinhoud, het opmaken van nieuwe opleidingsonderdelen, bijscholings- en professionaliseringstrajecten. Dienstverlening zorgt voor een permanente en heel concrete aansluiting bij het werkveld. Bovendien stelt de Arteveldehogeschool kwaliteit voorop en gaat er van uit dat alle dienstverlening wetenschappelijk verantwoord is, en zo veel mogelijk onderbouwd wordt met onderzoeksresulaten. Onderzoek en dienstverlening worden waar zinvol op elkaar afgestemd; onderzoeksresultaten stromen waar mogelijk door in de dienstverlening. Om deze complementariteit beter uit te baten wordt het beleid betreffende onderzoek en dienstverlening vanuit een gemeenschappelijke beleidsvisie ontwikkeld (zie hoofdstuk 3 in dit Jaarverslag). De beleidsdoelstellingen voor onderzoek en dienstverlening lopen nagenoeg parallel. De aansturing en ondersteuning van dienstverlening aan de Arteveldehogeschool was gecentraliseerd in de staf ‘onderzoek en dienstverlening’ tot en met academiejaar 2012-2013. Vanaf academiejaar 2013-2014 ligt de ontwikkeling van initiatieven van levenslang leren op niveau van de opleidingen. De personeelsinzet van 1,2 VTE die tot dan ging naar domeinspecifieke coördinatoren werd verdeeld over alle opleidingen die daardoor elk 0,8 VTE toegevoegd kregen. Per opleiding wordt minimum 0,50 VTE aan het personeelscontingent toegevoegd, te besteden aan het genereren van nieuwe initiatieven onderzoek en dienstverlening. Zij worden hierbij ondersteund door de staf onderzoek en dienstverlening. Elke dienstverleningsactiviteit is gekoppeld aan een eigenaar (opleiding of dienst), een budgethouder (verantwoordelijk voor de financiële opvolging) en een projectleider (inhoudelijk verantwoordelijk). ‘Onderzoek en dienstverlening’ wordt financieel-administratief ondersteund door de dienst projecten, budgetbeheer en financiering. De partners van de Associatie Universiteit Gent (AUGent) bespreken aspecten inzake onderzoek en dienstverlening in de Werkgroep Onderzoek en Dienstverlening. Deze werkgroep gaat op zoek naar elke opportuniteit die door de associatie voor de partners kan worden benut, en werkt aan de beleidsvoorbereiding voor tal van decretale verplichtingen die omtrent onderzoek en dienstverlening aan de associaties worden opgelegd. De directeur onderzoek en dienstverlening en de coördinator projectmatig wetenschappelijk onderzoek maken er deel van uit.
Promotie De opleidingen en de staf onderzoek en dienstverlening zorgen voor promotie en bekendmaking van de dienstverleningsactiviteiten en voeren een actief PR-beleid naar allerlei externe organisaties. Door middel van infosessies, brochures, en de website www.arteveldehogeschool.be worden de mogelijkheden van en de deskundigheden voor dienstverlening ruim bekendgemaakt. Waar wenselijk worden specifieke doelgroepen selectief geïnformeerd. Aan welomschreven vormingsbehoeften wordt tegemoet gekomen met ‘vorming op maat’ die door de hogeschool kan worden gecertificeerd in het kader van de permanente vorming.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
108
Beleidsdoelstellingen op korte en middellange termijn Conform de visie en de strategie lopen deze parallel aan deze, geformuleerd voor onderzoek (zie hoofdstuk 3 in dit Jaarverslag). Het betreft de volgende punten: - medewerkers vormen en begeleiden inzake procedures, methoden, projectmanagement; - de projectwerking stimuleren door het aantrekken van fondsen, het realiseren van kwaliteitsvolle dienstverlening, het optimaliseren en intensifiëren van de valorisatie in de breedste zin; - de samenwerking met stakeholders en partners aanmoedigen en faciliteren; - de interne en externe communicatie verbeteren. In functie van het realiseren van de strategische doelen wil de Arteveldehogeschool preferentieel inzetten op onderstaande doelen. Over vijf jaar wil de hogeschool hierop significante verbeteringen noteren: - Aanbrengen van focus en massa bij het uitbouwen van solide en substantiële financiering van de dienstverlening · Strategische inzet van middelen en expertise · Aantrekken van externe fondsen en zodoende expertise uitbreiden - Kwalificeren van personeel, door het ontwikkelen van de kwaliteit voor de dienstverlening · Intern opleiden van gekwalificeerde dienstverleners · Aantrekken van competente dienstverleners · Retentie van gekwalificeerde dienstverleners - Verhogen van de maatschappelijke relevantie en de zichtbaarheid van de dienstverlening · Vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid · Verhogen van ondernemings- en vernieuwingsdrang - Efficiënte (administratieve) ondersteuning geven aan dienstverleners. Hiertoe wordt op korte termijn ingezet op: · Meer inzet van VTE’s voor dienstverlening · Meer extern aantrekken van VTE’s voor onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening · Meer acties ter ondersteuning van expertise en projectmanagement · Een betere interne en externe communicatie · Het verhogen van de klanttevredenheid · Een hoger aantal samenwerkende partners · Een hoger aantal terugkerende partners
5.2
OVERZICHT VAN DE AFGESLOTEN OVEREENKOMSTEN In 2014 werd aan 217 contracten wetenschappelijke en/of maatschappelijke dienstverlening uitvoering gegeven. Hierbij waren 279 medewerkers rechtstreeks betrokken. De projecten betreffende de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening door de Arteveldehogeschool uitgevoerd in 2014, in uitvoering van het hogeschooldecreet en het dienstverleningsdecreet van 22 februari 1995, zijn opgenomen in de bijlagenbundel (zie 5.3).
5.3
DEELNAME IN SPIN-OFF EN SPIN-OFF ONDERSTEUNENDE BEDRIJVEN De deelname van de Arteveldehogeschool in twee spin-offs en in een spin-off ondersteunend bedrijf, in opvolging van het decreet van 22 februari 1995, is opgenomen in de bijlagebundel (zie Dienstverlening 5.4 en 5.5).
5.4
BESTEDING VAN DE MIDDELEN Een dienstverleningscontract met een opbrengst < € 750,- wordt door de eigenaar van het initiatief (opleiding/dienst) opgesteld en beheerd. In functie van de inventarisatie van de dienstverleningsactiviteiten worden deze initiatieven door de administratieve medewerker van onderzoek en dienstverlening geregistreerd. Alle initiatieven maatschappelijke dienstverlening verlopen volgens ‘de interne procedure derde geldstroom’. Deze procedure houdt in dat elk project (met een opbrengst ≥ € 750,-) een PID-code krijgt en dat de registratie van de projecten, inclusief de begroting, actueel en volledig verloopt door middel van een elektronisch dossier.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
109
Dienstverleningsactiviteiten met een opbrengst ≥ € 750,- worden vanuit de opleiding / dienst / onderzoek en dienstverlening na ondertekening door de eigenaar, de budgethouder en de projectleider ter ondertekening voorgelegd aan de directeur onderzoek en dienstverlening. Na ondertekening geeft de dienst onderzoek en dienstverlening het dossier aan de dienst financiën, budgettering en projecten. Na visering door dienst financiën, budgettering en projecten wordt het contract door dienst onderzoek en dienstverlening ter ondertekening voorgelegd aan de algemeen directeur. Deze procedure laat de eigenaar(s) toe om op vrij transparante wijze een dienstverleningsbeleid te voeren en de nodige personeelsinzet te voorzien. Tevens kan de projecteigenaar, aan de hand van een jaarlijkse saldering, de boni herinvesteren vanuit een houding van ondernemerschap. Zo komen de saldi, voortspruitend uit de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening, na aftrek van de decretaal verplichte 10 % overhead, ten goede aan de opleiding of dienst waartoe het dienstverlenend personeelslid behoort. Op basis van de hierboven beschreven projectregistratie wordt de verslaggeving naar het Commissariaat van de Vlaamse regering bij de Hogescholen voorbereid. Het rapport bevat personeelsoverzichten, financieel overzicht, kosten-/batenanalyse, analyse van gerealiseerde marge (= opbrengsten verminderd met de directe kosten) en resultaattoewijzing naar diensten en opleidingen (volgens vaste afspraken). De inbreng van de dienst projecten, budgetbeheer en financiering wordt beschreven in hoofdstuk 7.3 in dit Jaarverslag. MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING 2014 DIENSTEN EN OPLEIDINGEN Algemene diensten (opleidingsoverschrijdend) Onderzoek & dienstverlening Onderwijs & internationalisering Dienst studentenbegeleiding en studieadvies Dienst studentenvoorzieningen PBA communicatiemanagement / PBA journalistiek PBA bedrijfsmanagement / PBA officemanagement PBA ergotherapie PBA audiologie/logopedie PBA podologie PBA grafische en digitale media PBA leraar kleuteronderwijs PBA leraar lager onderwijs PBA pedagogie van het jonge kind PBA leraar secundair onderwijs PBA sociaal werk PBA verpleegkunde PBA vroedkunde
TOTAAL
INITIATIEVEN
BETROKKEN MEDEWERKERS MINIMUM INZET
AANTAL
%
AANTAL
%
6 3 2 10 3 6 26 7 51 4 19 12 19 6 20 12 8 3
2,76 1,38 0,92 4,61 1,38 2,76 11,98 3,23 23,50 1,84 8,76 5,53 8,76 2,76 9,22 5,53 3,70 1,38
13 8 2 12 3 6 30 8 55 6 21 22 24 7 24 22 10 6
4,66 2,87 0,72 4,30 1,08 2,15 10,75 2,87 19,71 2,15 7,52 7,89 8,60 2,51 8,60 7,89 3,58 2,15
217
100
279
100
Tabel 35 - Medewerkers, in 2014 betrokken bij initiatieven maatschppelijke dienstverlening, per opleiding/dienst
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
110
6
FINANCIEEL VERSLAG De jaarrekening is een onderdeel van het jaarverslag 2014 van de Arteveldehogeschool. Omwille van de leesbaarheid is het financieel verslag ondergebracht in een afzonderlijk boekdeel. Dit financieel rapport bevat vier luiken: commentaar bij de jaarrekening; de jaarrekening + analyse in het model commissariaat hogescholen; de jaarrekening + toelichting in het model voor neerlegging bij de balanscentrale; de ESR-rapportering en de aansluiting met het bedrijfseconomisch resultaat. De Arteveldehogeschool sluit het boekjaar 2014 af met een winst van € 2 612 574. Naast de implementatie van het nieuwe ERP-systeem dat sinds 1 januari 2014 in gebruik werd genomen, waren er een reeks decretale omstandigheden die een aantal bijzondere werkzaamheden en ook een aantal onvoorspelbare feiten inhielden: de sinds vorig jaar met zes weken vervroegde rapporteringsdeadline i.f.v. ESR (decretaal voorzien), met een rapportering en controle die jaar na jaar in omvang toenemen, de verhoging van de eindejaarstoelage, na het opmaken van de initiële begroting (CAO III), drie herberekeningen van de enveloppe, gespreid over het jaar, met fluctuaties in plus en in min. Het globale eindresultaat is beter dan begroot.
6.1
DE OPBRENGSTEN IN 2014 Uit de enveloppeberekening 2014, die de Arteveldehogeschool van AHOVOS ontving, is gebleken dat de overheid een lineaire besparing heeft toegepast van 1,27 %. Concreet betekent dit dat de enveloppe 2014 € 595 631 lager uitvalt dan oorspronkelijk verwacht. Enerzijds: door het toenemend studentenaantal, gebruikt in het voortschrijdend gemiddelde (t-7 – t-2) voor het berekenen van de hogeschoolfinanciering, werd een toename van het marktaandeel in het financieringsmechanisme gerealiseerd. Daar staat tegenover dat 2014 het eerste boekjaar was waarin de hogeschool niet meer werd gefinancierd voor de opleiding Bachelor en Master in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie (REVAKI). Deze opleiding werd in oktober 2013 overgedragen aan de Universiteit Gent, en op het einde van het boekjaar 2013 werd een slotverrekening gemaakt voor deze opleiding. Samen met het provisioneel krediet voor de eindejaarstoelage en met de gebruikelijke indexering maakten deze in richting tegenovergestelde evoluties dat onze enveloppe globaal met ongeveer 2,7 % toenam. In 2010 werd 13,5 % meer studiegeld geboekt dan in 2009. In 2011 werd opnieuw een toename van het studiegeld vastgesteld, ditmaal met 12 %. In 2012 nam het studiegeld toe met 9,81 %. In 2013 nam het studiegeld opnieuw toe, ditmaal ‘slechts’ met 1,5 %. In 2014 nam het geboekte studiegeld van de bacheloropleidingen toe met 6 %. Dit is gedeeltelijk het gevolg van indexering, maar vooral van de toegenomen studentenaantallen. Cumulatief over de jaren heen liep onze enveloppe door haar trage evolutie een forse achterstand op ten opzichte van de werkelijke evolutie van de studentenpopulatie. Het studiegeld van de postgraduaten liep in 2014 wat terug (-25 % in vergelijking met 2013). De projectsubsidies en de dienstverleningsopbrengsten vielen (gezamenlijk bekeken) iets lager uit dan in 2013 (- € 211 000). Dit is echter uitsluitend te wijten aan het toepassen van een nieuwe boekhoudkundige benadering, waarbij de subsidies van de projecten waarvoor de Arteveldehogeschool penvoerend is en worden doorgestort naar de projectpartners, niet meer in opbrengst (en evenmin in kost) genomen worden. Dit gebeurde voor het eerst in 2014.
6.2
DE KOSTEN IN 2014 De kosten voor diensten en diverse daalden met € 1 094 251. De belangrijkste verklaring is terug te vinden in: het wegvallen van de kosten van de opleiding REVAKI, na de integratie in de UGent;
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
111
-
sterk gedaalde kosten voor nutsvoorzieningen; de kosten van de studentenvoorzieningen die ruim onder begroting bleven; de kosten facilitair beheer die ruim onder begroting bleven; de nieuwe techniek voor het boeken van doorstorting van subsidies naar projectpartners (niet meer in resultaat). De globale loonkost nam toe met 1 %, niet tegenstaande het vertrek van het REVAKI-team naar de UGent. De afschrijvingen nemen toe met € 320 000. Deze toename is echter € 300 000 lager dan begroot. Dit heeft te maken met het inplannen van grote werven, die in de loop van hun uitvoering – meestal door externe factoren – vertraging oplopen.
6.3
HET FINANCIËLE RESULTAAT IN 2014 De financiële opbrengsten uit de beleggingen namen af in vergelijking met voorgaand jaar omwille van de historisch lage rendementen op spaarrekeningen en op schatkistcertificaten van de Belgische staat, of op ‘commercial paper’ van diverse overheden. Anderzijds laat het krediet Kantienberg/Mariakerke toe om aanzienlijke intrestsubsidies van AGION in resultaat te nemen.
6.4
BELEGGINGEN EN LIQUIDE MIDDELEN De beleggingen en liquide middelen namen toe in vergelijking met voorgaand jaar. Dit is mede het gevolg van het positief resultaat einde boekjaar. Deze middelen staan ter beschikking voor het uitvoeren van de werf ‘sporthal watersportbaan’, die de komende twee jaar heel wat financiële middelen zal vergen.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
112
7
ADMINISTRATIEF BELEID
7.1
VERZEKERINGEN De verzekeringen maken integraal deel uit van het dynamische risicobeheersingssysteem van de Arteveldehogeschool. Zij vormen de resultante van een procesmatig en gestructureerd preventie- en veiligheidsbeleid. Het beheer van de portefeuille verloopt in samenwerking met de verzekeringsmakelaar: IC verzekeringen nv, Handelsstraat 72, 1040 Brussel. De arbeidsongevallen van de statutaire personeelsleden worden geregeld via het Departement Onderwijs. Naast het beheer van de verzekeringsportefeuille heeft de dienst verzekeringen een dienstverlenende functie voor alle Arteveldehogeschoolactoren: het informeren, adviseren en rapporteren betreffende de verzekeringstechnische problematiek in relatie tot o.a. de toetredings-overeenkomst (studiecontract), de binnenlandse en buitenlandse stage, de raamakkoorden, de huurcontracten, de gebruiksovereenkomsten, de hospitalisatieverzekering, e.a.
Samenstelling van de verzekeringsportefeuille De Arteveldehogeschool heeft volgende contracten afgesloten bij de verzekeringsmaatschappijen: VERZEKERINGSCONTRACT
VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ
Polis Onderwijsinstelling Polis BA Bestuurders Polis BA-Groeperingen Polis Arbeidsongevallen + Veiligheidspolis Polis Reisbijstand Brandpolis - globale polis Brandpolis Kantienberg Brandpolis Mariakerke Brandpolis Hoogpoort Brandpolis Sint-Amandsberg Brandpolis Leeuwstraat Brandpolis Kazerne Brandpolis Brusselsepoortstraat Brandpolis Kortijksepoortstraat Brandpolis Bagattenstraat Brandpolis Savaanstraat Brandpolis Sint-Lievenslaan Polis Omnium Opdrachten Polis Multirisico Auto Polis BA-auto – 2 Citroën Berlingo Polis BA-auto – Renault Trafic Polis Alle risico’s elektronica Polis Alle Risico’s Fietsen Polis ABR – Hoogpoort
MSCA (Mutuelle St.-Christophe Assurance) MSCA (Mutuelle St.-Christophe Assurance) AXA Belgium AXA Belgium MSCA – Intern Partners Assistance Belfius Insurance NV – AXA – MSCA - KBC Belfius Insurance NV – AXA – MSCA - KBC KBC verzekeringen Nv AG Insurance Belfius Insurance NV Belfius Insurance NV - MSCA Belfius Insurance NV - MSCA Belfius Insurance NV - MSCA Belfius Insurance NV Fidea Nv KBC Verzekeringen Nv KBC Verzekeringen Nv AXA Belgium AXA Belgium AXA Belgium AXA Belgium Belfius Insurance NV MSCA (Mutuelle St.-Christophe Assurance) Amlin Corporate Insurance
Tabel 36 - Overzicht verzekeringscontracten
Uiteraard worden deze jaarlijks verlengbare contracten aangevuld met tijdelijke verzekeringen in functie van specifieke evenementen, tentoonstellingen, grote renovaties e.a.
Beheer van de verzekeringsportefeuille In 2014 wordt het ‘duale model’ behouden: een combinatie van centraal en lokaal beheer. Deze dubbele structuur laat toe om enerzijds de studentgeoriënteerde dienstverlening te optimaliseren (lokaal niveau) en anderzijds de voordelen van de grootschaligheid te benutten (centraal niveau).
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
113
SAMENSTELLING VERZEKERINGSPORTEFEUILLE Polis BA Bestuurders Polis Onderwijsinstelling Waarborg lichamelijke ongevallen - studenten Waarborg burgerlijke aansprakelijkheid Waarborg objectieve aansprakelijkheid Waarborg rechtsbijstand Polis Arbeidsongevallen + veiligheidspolis studenten Polis BA Groeperingen Polis Reisbijstand Brandpolis (gebouwen + inhoud) Polis Alle Risico’s Elektronica Polis Omniumopdrachten Polis BA Auto Polis Alle Bouwplaats Risico’s (ABR) Tijdelijke verzekeringen
BEVOEGDHEIDSNIVEAU CENTRAAL LOKAAL X X X X X X X X X X X X X X
X
X
Tabel 37 - De verzekeringsportefeuille in relatie tot het bevoegdheidsniveau
Opvolging van de verzekeringscontracten 7.1.3.1 Polis BA Bestuurders Deze polis dekt de burgerlijke aansprakelijkheid van de bestuurders ingevolge een beroepsfout, gemaakt tijdens de uitvoering van hun bestuurdersmandaat in de hogeschool, of tijdens de uitvoering van een extern mandaat in een andere vzw op uitdrukkelijk verzoek van de verzekeringsnemer, de Arteveldehogeschool. Deze polis is in 2014 vrij van schadeclaims. In het jaar 2014 werd het dossier Soep.kom binnen deze polis verwerkt voor 4 000 € - franchise van 620 €. BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID BESTUURDERS Verzekerd bedrag per schadegeval Verzekerd bedrag per verzekeringsjaar Vrijstelling per schadegeval
VERZEKERD BEDRAG € 2 478 935,25 € 4 957 870,50 € 247,89
Tabel 38 - Burgerlijke aansprakelijkheid bestuurders
7.1.3.2 Hogeschoolpolis Deze geïntegreerde polis dekt volgende waarborgen: de burgerlijke aansprakelijkheid, de lichamelijke ongevallen van studenten, de objectieve aansprakelijkheid, de rechtsbijstand. De waarborg burgerlijke aansprakelijkheid is van toepassing indien de schade aan derden zich voordoet tijdens de organisatie van of de deelname aan de hogeschoolactiviteiten in binnen- en buitenland. Binnen de waarborg burgerlijke aansprakelijkheid werden in het jaar 2014 totaal 16 dossiers behandeld met een totale schadevergoeding van 3 460 € VERZEKERDE RISICO’S Lichamelijke schade Materiële schade Schade aan toevertrouwde voorwerpen aan stagiairs
VERZEKERD BEDRAG € 22 884 356 € 3 814 059 € 95 351
Tabel 39 - Waarborg burgerlijke aansprakelijkheid
De waarborg lichamelijke ongevallen studenten dekt de ongevallen met lichamelijk letsel die zich voordoen tijdens het hogeschoolleven (met uitzondering op de stageplaats) of op de weg naar en van de hogeschool, de stageplaats of een andere locatie waar de onderwijsactiviteiten plaatsvinden.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
114
De lichamelijke ongevallen van de studenten kunnen enerzijds ten laste gelegd worden van de hogeschoolpolis (waarborg lichamelijke ongevallen) en anderzijds van de polis arbeidsongevallen indien het ongeval zich voordoet op de stageplaats en er een duidelijk aanwijsbare externe oorzaak aanwezig is. Hierna volgt een overzicht. MEDISCHE KOSTEN en FORFAITAIRE PRESTATIES Medische en diverse kosten: maximumbedrag Prestatie in geval van blijvende invaliditeit Prestatie ten gevolge van overlijden
VERGOEDING PER PERSOON € 38 141 € 19 070 € 3 814
Tabel 40 - Waarborg lichamelijke ongevallen studenten
TOTAAL AANTAL LICHAMELIJKE ONGEVALLEN 2014 – STUDENTEN Lichamelijke ongevallen gedekt door de hogeschoolpolis (waarborg lichamelijke ongevallen) Ongevallen ten laste van de arbeidsongevallenverzekering TOTAAL
77 27 104
Tabel 41 - Lichamelijke ongevallen studenten - hogeschoolpolis
AANTAL LICHAMELIJKE ONGEVALLEN AARD VAN HET ONGEVAL
ABSOLUTE CIJFERS
VERKEERSONGEVALLEN
PROCENTUEEL AANDEEL 51
66%
9
12%
32
42%
Met de wagen
7
9%
Met openbaar vervoer
0
0%
andere
3
4%
Te voet Per fiets/motorfiets
ONGEVALLEN TIJDENS HOGESCHOOLACTIVITEITEN In de hogeschool
26
34%
8
10%
16
21%
tijdens project
0
0%
Op stageplaats (niet aanvaard als arbeidsongeval)
2
3%
Tijdens sport, bewegingsagogiek
TOTAAL AANTAL LICHAMELIJKE ONGEVALLEN STUDENTEN
77
100%
Tabel 42 - Lichamelijke ongevallen studenten per soort ongeval
7.1.3.3 Polis Arbeidsongevallen Op basis van het KB van 13 juni 2007 worden de lichamelijke ongevallen op de stageplaats van de student-stagiairs vanaf 1 januari 2008 gedekt door de arbeidsongevallenverzekering. De risico’s op weg naar en van de stageplaats vallen ten laste van de hogeschoolpolis.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
115
EVOLUTIE AANTAL LICHAMELIJKE ONGEVALLEN IN RELATIE TOT AANTAL STUDENTEN AANTAL
PROCENTUEEL AANTAL LICHAMELIJKE STUDENTEN STUDENTEN MET ONGEVAL ONGEVALLEN 94 7 869 1,19%
JAAR 2006 2007
90
7 825
1,15%
2008
90
8 484
1,06%
2009
89
9 075
0,98%
2010
99
9 490
1,04%
2011
108
10 682
1,01%
2012
123
11.075
1,11%
2013
120
11.519
1,04%
2014
104
12.624
0,82%
Tabel 43 - Aantal lichamelijke ongevallen 2006-2014 in verhouding tot studentenaantal
TOTAAL AANTAL LICHAMELIJKE ONGEVALLEN – STUDENTEN 2014 Lichamelijke ongevallen gedekt door de hogeschoolpolis (waarborg lichamelijke ongevallen) Ongevallen ten laste van de arbeidsongevallenverzekering Prik-, snij- en spatongevallen 14 Andere accidentele ongevallen 13 TOTAAL
77 27
104
Tabel 44 - Lichamelijke ongevallen studenten - polis arbeidsongevallen
TOTAAL AANTAL LICHAMELIJKE ONGEVALLEN 2014 - PER OPLEIDING OPLEIDING
AANTAL LICHAMELIJKE ONGEVALLEN LICHAMELIJKE ARBEIDSABSOLUTE 1
17
RELATIEVE CIJFERS 16%
7
2
9
8%
5
2
7
7%
pedagogie van het jonge kind
2
0
2
2%
BEM
het bedrijfsmanagement
7
0
7
7%
OFM
het office management
2
0
2
2%
COM
het communicatiemanagement
0
0
0
0%
JOU
de journalistiek
3
0
3
3%
GDM
de grafische en digitale media
6
0
6
6%
SOW
het sociaal werk
4
1
5
5%
VPK
de verpleegkunde
7
14
21
20%
VRK
de vroedkunde
3
6
9
8%
ERG
de ergotherapie
7
0
7
7%
L&A
de logopedie & de audiologie
2
0
2
2%
POD
de podologie
5 1
0
5
5%
1
77
27
2 104
100%
BACHELOR IN OSO
het onderwijs: secundair onderwijs
OLO
het onderwijs: lager onderwijs
OKO
het onderwijs: kleuteronderwijs
PJK
BACHELOR NA BACHELOR
TOTAAL
ONGEVALLEN 16
ONGEVALLEN
CIJFERS
2%
Tabel 45 - Lichamelijke ongevallen studenten per opleiding
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
116
EVOLUTIE VAN DE LICHAMELIJKE ONGEVALLEN – STUDENTEN (2010 – 2014) TOTAAL AANTAL LICHAMELIJKE ONGEVALLEN HOGESCHOOLONGEVALLEN
2010
2011
2012
2013
2014
99
108
123
120
104
66
65
66
71
Tijdens sportactiviteiten
53
21
24
10
21
16
In de hogeschool
9
9
13
16
8
Op de stageplaats
36
32
41
34
29
0
0
2
0
0
Extra muros, projecten VERKEERSONGEVALLEN
33
43
57
49
51
Te voet
10
8
10
16
9
Met de fiets/motorfiets
17
29
32
21
32
Met de wagen
4
4
7
9
7
Met het openbaar vervoer
2
2
5
2
0
Andere
0
0
3
1
3
Tabel 46 - Evolutie aantal lichamelijke ongevallen studenten 2010-2014
7.1.3.4 Polis Reisbijstand De Arteveldehogeschool heeft voor haar studenten en personeelsleden een collectieve reisbijstand verzekering afgesloten die van toepassing is in het kader van de hogeschoolactiviteiten. Tijdens het kalenderjaar 2014 wordt de verzekering van de Arteveldehogeschoolstudenten die opteren voor een Erasmusproject of een ander internationaal programma verwerkt langs het programma Mobility Online. Voor 2014 zijn 498 studenten naar het buitenland vertrokken waarvan er 92 ingetekend hebben op het SIP Student Insurance Program via tussenkomst van de dienst verzekeringen. 7.1.3.5 Polis Omnium opdrachten Deze polis dekt de eigen schade aan het gewaarborgde voertuig dat gebruikt wordt tijdens verplaatsingen in dienstverband, in opdracht van de hogeschool, met uitsluiting van elke verplaatsing op de weg van en naar de hogeschool (woon-werkverkeer). Het voertuig is verzekerd tegen de volgende risico’s: brand, glasschade, diefstal, natuurkrachten en botsing met dieren, accidentele schade. De polis omniumopdrachten heeft een aanvullend karakter. Dit impliceert dat de persoonlijke omniumverzekering steeds voorrang heeft. Conform de beslissing van de Raad van Bestuur van 25 juni 2007, komt de hogeschool onder bepaalde voorwaarden tussen in de vrijstelling of franchise. De volgende tabel bevat een overzicht.
SCHADEGEVAL MET VRIJSTELLING 1ste schadegeval 2de schadegeval binnen 5 jaar Vanaf 3de schadegeval binnen 5 jaar
VRIJSTELLING TEN LASTE VAN HOGESCHOOL PERSONEELSLID 100 % 0% 50 % 50 % 0% 100 %
Tabel 47 - Regeling vrijstelling omnium opdrachten
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
117
JAAR 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
AANTAL
SCHADECLAIM 10 6 8 9 13 2 8 7 8
SCHADEVERGOEDING
€ 11 859 € 3 843 € 8 135 € 14 758 € 12 160 € 8 414 € 4 598 € 8 908 € 8 444
FRANCHISE
€ 10 995 € 3 595 € 7 238 € 11 331 € 11 374 € 8 166 € 4 023 € 6 922 € 6 552
€ 864 € 248 € 898 € 519 € 787 € 248 € 395 € 1 986 € 2 200
Tabel 48 - Overzicht aantal schadegevallen omnium opdrachten 2006-2014
7.1.3.6 Brandpolis De verzekerde waarde van de gebouwen in 2014 waarvan de vzw Arteveldehogeschool of de vzw Frey eigenaar zijn bedraagt € 172 194 722. De onroerende goederen zijn verzekerd op basis van de nieuwwaarde tegen brand en aanverwante gevaren, storm en hagel, waterschade, glasbraak, bijstand gebouw en natuurrampen. De conventionele bedingen van de Interdiocesane Federatie van Verzekeringsdiensten maken integraal deel uit van de verzekeringspolis. De globale inhoud wordt verzekerd voor een bedrag van € 16 482 859. In het jaar 2014 werden 15 dossiers behandeld en een totale schadevergoeding geïnd van € 23 121. 7.1.3.7 Polis Alle Risico’s Elektronica De polis alle risico’s elektronica dekt de verzekerde apparatuur tegen diefstal en tegen alle onvoorziene en plotse materiële schade, onder voorbehoud van de vermelde uitsluitingen. Zo zijn de toestellen onder meer verzekerd tegen brand, kortsluiting, waterschade en beschadiging door onervarenheid, nalatigheid of opzet van personeel of derden. Deze waarborg heeft betrekking op: laptops, vast opgestelde informaticatoestellen voor administratieve en didactische doeleinden, audiovisueel en didactisch materiaal, medische toestellen, muziekinstrumenten, communicatieapparatuur, kopieertoestellen. In 2014 werden 10 dossiers behandeld waarbij een totale schadevergoeding werd ontvangen van € 14 187. Sommige dossiers werden niet aanvaard zoals diefstal zonder sporen van inbraak. 7.1.3.8 Tijdelijke verzekeringen In het boekjaar 2014 worden volgende tijdelijke polissen afgesloten: AFGESLOTEN TIJDELIJKE POLISSEN Verzekering Alle risico’s elektronica
3
Reisbijstandsverzekeringen SIP (Student Insurance Program) - personeel
17
Reisbijstandsverzekeringen SIP (Student Insurance Program) - studenten
92
Tabel 49 - Overzicht van de afgesloten tijdelijke polissen
7.1.3.9 Polis Alle Bouwplaats Risico’s (ABR) In 2014 werd een ABR Alle Bouwplaatsen Risico’s afgesloten voor de renovatie van het klooster op de campus Hoogpoort. VERZEKERINGSPERIODE Renovatietermijn Onderhoudstermijn
30 maanden 12 maanden
Einde op 31/12/2016 Einde op 31/12/2017
Tabel 50 - ABR-polis vervaltermijnen
In 2014 werden geen schadedossiers op deze polis behandeld.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
118
Verzekeringen op vrijwillige basis Aan de personeelsleden van de Arteveldehogeschool wordt de gelegenheid geboden de volgende verzekeringscontracten – op vrijwillige basis – te onderschrijven: de verzekering lichamelijke ongevallen – privaat leven; de collectieve verzekering der gezondheidszorg – hospitalisatieverzekering Ethias; de VTB-VAB-reisbijstand en het VAB-lidmaatschap; de fietsverzekering.
7.2
JURIDISCHE DIENST De juridische dienst is dienstverlenend aan alle participanten van de Arteveldehogeschool. Dit geldt zowel bij de totstandkoming van overeenkomsten met derden als bij geschillenbeslechting. Ze ondersteunt de algemene directie in de interpretaties van wettelijke en decretale wijzigingen en heeft een signaalfunctie op vlak van aanpassing van interne reglementen en overeenkomsten.
Ondersteuning van beleidsbeslissingen 7.2.1.1 Voor de diensten van de algemeen directeur - ondersteuning bieden in de opvolging van concrete beleidsvragen van de algemeen directeur - opvolgen verkiezingen Academische Raad - up-to-date houden van de vzw-gegevens (publicatie benoeming revisor) bij de dienst vzw van de Rechtbank van Koophandel - voorbereidingen aangiftes voor de privacycommissie - vertegenwoordigen van de algemeen directeur bij het Baekeland Fonds II - de vereffening van de vzw SOVOARTE werd afgerond, na publicatie van de sluiting van de vzw op 5 mei 2014 in de bijlagen tot het Belgisch Staat 7.2.1.2 Voor de diensten van de directeur onderwijs- en studentenbeleid WERKGROEP TOETREDINGSOVEREENKOMST
-
jaarlijkse aanpassing van de toetredingsovereenkomst aan de nieuwe regelgeving in samenwerking met de collega’s uit de betrokken diensten en opleidingen
DIENST STUDIEADVIES EN STUDENTENADMINISTRATIE
-
forum ombudsmedewerkers: rapportage omtrent de behandelde zaken voor de interne beroepscommissie en de Raad; beantwoorden vragen betreffende het toetredingscontract lid werkgroep studentvolgsysteem lid forum zorgcoaching lid van de adviesgroep ‘Studie– en functiebeperking’ juridisch advies bij vraagstelling rond de toetredingsovereenkomst
DIENST ONDERWIJSONTWIKKELING EN INTERNATIONALISERING
-
nakijken internationale overeenkomsten nakijken van een overeenkomst rond antiplagiaatsoftware, bestuderen problematiek e-learning en auteursrechten problematiek noodtelefoon bij mogelijke problemen rond de internationale stage
DIENST STUDENTENVOORZIENINGEN
-
opvolgen casussen beroepsgeheim bijscholen stuvomedewerkers rond de problematiek beroepsgeheim, discretie en privacy
INTERNE BEROEPSCOMMISSIE
-
zie 2.6.4 in dit Jaarverslag
7.2.1.3 Voor de diensten van de administratief directeur - overleg met het diensthoofd van de personeelsdienst en de adviseur van de dienst HRM: ondersteuning bij vragen rond arbeidswetgeving contractuelen, juridische interpretaties van HOC-protocollen, decreten en besluiten ... - opmaken document eenheidsstatuut - vergaderingen rond opvolging HOC
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
119
-
volgen van de OMT vergaderingen
7.2.1.4 Voor de diensten van de directeur informatietechnologie & ICT DIENST AANKOOP
-
opvolgen en corrigeren van enkele raamovereenkomsten afsluiten van dadingsovereenkomsten met een leverancier, respectievelijk met een bouwer van de nieuwe website nakijken ontwerpovereenkomsten die door externen aan deze dienst worden aangeboden (zoals huur gebouwen, lokalen)
DIENST INFRASTRUCTUUR
-
ondersteuning bij verschillende lopende rechtszaken infrastructuur (Serck, Greisch, Kinepolis, Besix) nakijken akten rond aan- en verkoop gebouwen (o.m. Alides), vestigen van erfpachten en erfdienstbaarheden
7.2.1.5 Voor de diensten van de directeur onderzoek en dienstverlening - ondersteunen bij het tot stand komen van overeenkomsten maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening - behandelen van vraagstukken rond intellectuele eigendom, geheimhoudingsclausules, auteursrechten 7.2.1.6 Voor de opleidingsdirecteuren - ondersteunen van de opleidingsdirecteuren en hun OMT’s bij juridische vragen, samenwerkingsovereenkomsten ... - aanwezigheid op examencommissies om toelichting te verstrekken rond eerdere beslissingen van de interne beroepscommissie en de Raad - aanwezigheid op verschillende vergaderingen van het OMT rond gevolgen van beslissingen van de interne beroepscommissie en de Raad op het onderwijsbeleid - onderzoeken van de mogelijkheid om een derde examenkans te organiseren in de bachelor Vroedkunde - bijscholing rond discretie en privacy ten behoeve van de docenten bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs
Samenwerking met externe organisaties 7.2.2.1 Lezingen voor externe organisaties Thema: ‘Hoe om te gaan met informatie, verkregen in een student-relatie? Wat mag, moet, of mag zeker niet gezegd worden…’ - VIVES, campus Kortrijk: 27 maart 2014 - Arteveldehogeschool, campus Kantienberg: 2 april 2014 - Erasmushogeschool, campus Dansaert: 4 april 2014 7.2.2.2 Netwerking via professionalisering - Vorming eenheidsstatuut, 23 januari 2014, VVKHO - Vazov, module multimedia 7.2.2.3 Overleg met / adviesverlening aan externe partners - personeelsvergaderingen VVKHO - auteursrechtelijk advies aan vzw CoHEHRE - studentenbetwistingen: procedure VSPW
7.3
DIENST FINANCIEEL BEHEER De dienst financieel beheer ressorteert onder de verantwoordelijkheid van de administratief directeur.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
120
Verantwoordelijkheden van de dienst financieel beheer De dienst financieel beheer speelt een belangrijke rol in het tot stand komen van financiële beleidsinformatie waarop het hogeschoolbestuur zich baseert voor het nemen van beslissingen met een financiële impact. Als gevolg van de vertraagde aanpassing van de werkingsuitkering aan de forse toename van het aantal studenten is de Arteveldehogeschool genoodzaakt een kritisch en spaarzaam beleid te voeren. De meerjarenbegroting is een belangrijk beleidsinstrument van het hogeschoolbestuur. Naast de financiële gegevens wordt hierin de toekomstvisie van de hogeschool omstandig toegelicht. Jaarlijks wordt de begroting vertaald in gedetailleerde deelbudgetten (opleidingen, diensten en projecten) waarbij de budgetverantwoordelijken de bevoegdheid krijgen om binnen het vastgestelde budget bepaalde financiële beslissingen te nemen, conform beleidsafspraken en procedures. Dankzij een accurate registratie van de financiële stromen door de dienst financieel beheer en de constante link met de begrote financiële stromen, is het hogeschoolbestuur in staat om de huidige financiële situatie op te volgen en toekomstgericht de financiële mogelijkheden van de hogeschool te monitoren. De dienst financieel beheer staat in voor het ontwikkelen, borgen en verbeteren van bepaalde administratieve procedures ten dienste van de opleidingen en diensten. Hierbij gaat de dienst continu op zoek naar tools die de administratieve processen efficiënter maken waardoor de dienst bijdraagt tot een efficiënter onderwijsproces en de creativiteit, innovatie en ondernemerschap ondersteunt van de medewerkers en studenten van de hogeschool. Voor de dienst financieel beheer is het van bijzonder groot belang dat procedures en processen tot stand komen met en gedragen worden door de betrokken medewerkers van de diverse diensten en opleidingen. Processen worden steeds kritisch in vraag gesteld en waar nodig in overleg met de betrokken diensten en opleidingen bijgestuurd. Onder begeleiding van de dienst IKZ worden procedures opgesteld die een eenduidig kader schetsen. Deze procedures worden gedragen door het beleid van de Arteveldehogeschool (na goedkeuring door het directieoverleg en de Artevelderaad worden de procedures verspreid binnen de diensten en de opleidingen). De dienst financieel beheer draagt interne controle hoog in het vaandel door een doorgedreven functiesplitsing en door het uitvoeren van interne controle programma’s. De dienst financieel beheer maakt zich sterk dat alle geregistreerde financiële verrichtingen grondig worden gedocumenteerd en zijn gemachtigd door de verantwoordelijke budgetverantwoordelijke. Medewerkers van de dienst financieel beheer stemmen de financiële verrichtingen steeds af met het afsprakenkader beschreven in de overeenkomstige procedures. De dienst financieel beheer heeft zowel een interne als een externe rapporteringstaak. Intern betreft het voornamelijk de opvolging van de begroting, de rapportering omtrent de opvolging van diverse geldstromen en het ad hoc rapporteren van financiële effecten van en op lange termijn beslissingen. Extern rapporteert de dienst financieel beheer naar diverse overheidsinstanties en betrokken derden. Sinds 2012 wordt een ESR (Europees Systeem van Rekeningen)-rapportering opgemaakt. Daarmee worden de cijfers van de hogeschool geconsolideerd met de Vlaamse en de Federale financiële rapportering.
Belangrijke projecten van de dienst financieel beheer in 2014 Op 1 oktober 2013 is de Masteropleiding in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie van de Arteveldehogeschool geïntegreerd in de Universiteit Gent. Deze operatie is voor de Arteveldehogeschool zeer goed verlopen, na de noodzakelijke aanpassing in de financiële stromen en het personeelsbeleid. In de eerste helft van 2014 is de integratie met succes afgerond met een slotafrekening.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
121
Dit jaar lag de focus voornamelijk op het invoeren en verder uitbouwen van het nieuwe performante management systeem. De go-live van dit ERP-systeem vergde een grote inzet van alle medewerkers van de dienst financieel beheer. Voor het eerst verliep een volledig boekjaar volgens het nieuwe systeem, hetgeen de nodige gewenning vergde. Gaandeweg werden een aantal optimalisaties aangebracht.
Uitdagingen voor 2015 en 2016 Ook de komende jaren staat de dienst financieel beheer voor de uitdaging om het ERP-systeem verder uit te bouwen ten behoeve van de opleidingen, de diensten, het management, het hogeschoolbestuur en de overheid. Dit zal bijdragen tot een efficiëntere manier van werken, een betere communicatie, een reductie van inconsistente databases en een daling van de kosten. De dienst zal zich ook toeleggen op het analyseren en verbeteren van de processen met betrekking tot het inschrijven en dit voor zowel de basisopleidingen als de studiedagen. Daarnaast zal ze ook de bestaande en nieuwe betalingsmogelijkheden inventariseren, exploreren en eventueel implementeren.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
122
8
FACILITAIR BEHEER EN ICT
8.1
VISIE Dit beleid wordt als volgt omschreven: ‘Het inzetten van de (beschikbare) middelen op de meest duurzame wijze, zowel op korte, middellange als lange termijn, voor de ondersteuning van de kernprocessen van de Arteveldehogeschool’. Operationeel wordt er een onderscheid gemaakt tussen vijf pijlers, namelijk: - Beleid infrastructuur - Beleid preventie en milieu - Aankoopbeleid - Beleid facilitair beheer - ICT-beleid Vanzelfsprekend kenmerkt een nauwe samenwerking de afstemming tussen deze verschillende verantwoordelijkheidsdomeinen.
8.2
INFRASTRUCTUUR Verantwoordelijkheden In grote lijnen kan gesteld worden dat de dienst infrastructuur verantwoordelijk is voor het bouwen, renoveren en technisch onderhouden van de gebouwen en hun technische installaties en voor de aanleg en het onderhoud van de buitenruimtes. De facilitaire dienst is verantwoordelijk voor het beheer en de uitrusting van de gebouwen (meubilair, audiovisuele middelen, e.d.).
Realisaties 2014 Hieronder worden per campus de belangrijkste realisaties weergegeven: Campus Watersportbaan: · Voor deze nieuwe campus, die naast een sportzaal ook een oefenzaal, fitnessruimte, dansen leslokalen zal bevatten, werd gestart met de opmaak van het ontwerp. · De realisatie van het project wordt voorzien voor 2015-2016, met een ingebruikname van de campus begin 2017. · De totale investering zal ca. € 9 000 000 bedragen. Campus Mariakerke: · Bouwen van een overdekte fietsenstalling en afvalcontainerruimte. · Inrichten van nieuwe werkplekken en overlegruimte voor medewerkers. · Vervangen van de zonwering van blok A. · De totale investering bedroeg ca. € 75 000. Campus Hoogpoort: · In 2013 werd een masterplan opgesteld voor deze campus met als doel de beschikbare ruimte te herverdelen volgens de noden, het aantal vergaderruimtes te verhogen, tegemoet te komen aan de hedendaagse eisen m.b.t. werkcomfort… · In 2014 werd gestart met de concrete uitvoering van dit masterplan. De renovatie van de gelijkvloerse verdiepingen van blokken B en D komt het eerst aan bod. In blok B wordt een nieuwe centrale studentenbalie voorzien (Student InformatiePunt, of STIP). In blok D worden op de gelijkvloerse verdieping een pauzeruimte voor medewerkers en een aantal vergaderzalen voorzien. Het gehele renovatieproject zal gespreid worden over meerdere jaren. Campus Brusselsepoortstraat: · Om tegemoet te komen aan een beter thermisch comfort en de toetreding van de zonnewarmte te beperken, werd overgegaan tot de vervanging van al de beglazing van het buitenschrijnwerk. · De totale investering bedroeg ca. € 70.000. Campus Sint Annaplein:
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
123
· Er werden voor de medewerkers een nieuwe pauzeruimte en flexplekkenruimte voorzien. · De totale investering bedroeg ca. € 50 000. Naast de bovenstaande projecten werd op verschillende andere campussen nog een aantal kleinere werken uitgevoerd. Alles samen voor ca. € 500 000.
8.3
MILIEU- EN PREVENTIEBELEID Organisatie van het milieu- en preventiebeleid Het milieu- en preventiebeleid wordt in de Arteveldehogeschool centraal georganiseerd. Aan het hoofd van de dienst staat de preventieadviseur-milieucoördinator. Deze wordt bijgestaan door een halftijdse medewerker. Vanuit deze centrale coördinatie worden een nauw contact en regelmatig overleg met de verschillende opleidingen gerealiseerd.
Milieubeleid In 2014 nam de Arteveldehogeschool opnieuw deel aan zowel de ‘Dikke Truiendag’ als aan de actie ‘Ik Kyoto’. Beide acties hebben als voornaamste doel de CO2-uitstoot terug te dringen.
Preventiebeleid Naast de talrijke ‘vaste’ taken van de interne dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (administratieve taken, opvolgen wettelijke periodieke controles, evacuatieoefeningen … ), worden heel wat tijd en aandacht besteed aan het uitvoeren van rondgangen op de campussen, en aan het organiseren van evacuatieoefeningen. Een aantal vormingen werd georganiseerd: opleidingen zoals ‘Werken aan elektrische installaties voor medewerkers technisch onderhoud’, ‘Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen voor medewerkers schoonmaak’ … Voor het werken met aannemers (en onderaannemers) werd een document opgesteld m.b.t. de (al dan niet) te volgen interne richtlijnen aangaande welzijn en preventie.
8.4
AANKOOPBELEID De aankoopprocedure van de Arteveldehogeschool is geënt op de algemene principes en de procedures die door Europese Unie en door de Belgische Overheid worden vastgelegd in de Wetgeving op Overheidsopdrachten. - Het KB Plaatsing van 15 juli 2011 (regelen de aanbestedingsprocedures én dit onder het strengste regime) - Het KB Uitvoering van 14 januari 2013: Algemene UitvoeringsRegels (AUR) In de Wetgeving op Overheidsopdrachten bepalen de drempelbedragen (totaal bedrag over een periode van max. 4 jaar) welke aankoopprocedure in onze organisatie dient te worden toegepast: - ≤ € 8 500 excl. BTW => mededinging en op factuur - ≥ € 8 500 en ≤ € 30 000 excl. BTW => mededinging via prijsaanvraag - ≥ € 30 000 en ≤ € 85 000 excl. BTW => mededinging via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking - ≥ € 85 000 en ≤ € 207 000 excl. BTW => mededinging via onderhandelingsprocedure met bekendmaking (Belgische Publicatie) voor diensten en leveringen - bijkomende beperking: is geraamde waarde ≤ € 600 000 excl. BTW => mededinging via onderhandelingsprocedure met bekendmaking (Belgische Publicatie) voor werken - voor werken tussen € 600 000 en € 5 186 000 geldt ‘Belgische publicatie in een verplichte open of beperkte procedure’ - ≥ € 207 000 excl. BTW => mededinging via open of beperkte procedure in Belgische en Europese Publicatie - ≥ € 5 186 000 excl. BTW => mededinging via open of beperkte procedure voor werken in Belgische en Europese Publicatie Door de continue verfijning van de interne procedures, het maximaal toepassen van bedrijfseconomische en efficiënte processen en het gebruik van ERP-software met het oog op kwaliteit en
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
124
innovatie is ‘dienst aankoop’ voortdurend in ontwikkeling. Door middel van betrouwbare en performante software wordt getracht een goed evenwicht te zoeken tussen enerzijds de controle op het aankoopproces en anderzijds de flexibiliteit die moet garanderen dat de kernprocessen van de Arteveldehogeschool zo vlot mogelijk kunnen verlopen.
Verantwoordelijkheden Het aankoopbeleid wordt Arteveldehogeschoolbreed gevoerd onder de verantwoordelijkheid van de directeur informatietechnologie en facilitair beheer, in samenwerking met het diensthoofd aankoop, de verantwoordelijke medewerkers overheidsopdrachten, de verantwoordelijke medewerker voor de ICT-aankopen, de verantwoordelijke medewerker voor contractbeheer en de medewerkers van de dienst aankoop, met elk hun specifieke ondersteunende dienstverlening voor de verschillende opleidingen en diensten van de Arteveldehogeschool. Deze werking biedt het voordeel dat de specifieke opleidingsgebonden aankopen gecombineerd worden met de voordelen van de schaalgrootte van de Arteveldehogeschool. Enerzijds kunnen de inkoopprijzen naar een lager niveau worden gebracht, door de volledige schaalgrootte te benutten voor de generieke materialen en diensten voor de instelling. Anderzijds wordt het lenigen van de opleidingsspecifieke noden gewaarborgd, dankzij de verantwoordelijke medewerker aankoop per opleiding/dienst. Door het strikt opvolgen van de Wetgeving op Overheidsopdrachten en de wettelijke eisen inzake het milieubeleid wordt het accuraat aankopen binnen de Arteveldehogeschool gegarandeerd. Secundaire voordelen van dit concept zijn: - de mogelijke synergie die ontwikkeld wordt tussen verschillende opleidingen; - het beheersbaar maken van het risico dat (een) wanprestatie(s) van (een) leverancier(s), het functioneren van de hogeschool in het gedrang zou brengen; - expertisebundeling rond ‘aankopen’, onderhevig aan de Wetgeving op Overheidsopdrachten, ook in Europese context; - het verminderen van fraudegevoeligheid dankzij transparante procedures; - de mogelijkheid tot het uitbouwen van duurzame leveranciersrelaties; - duidelijkheid met betrekking tot aanspreekpunten in de hogeschool; - efficiënte dienstverlening naar de opleidingen en de diensten van de Arteveldehogeschool.
Opdracht van de dienst aankoop De dienst aankoop staat in voor de administratieve uitwerking van alle aankoopdossiers volgens de drempelbedragen binnen de Wetgeving op Overheidsopdrachten. De technische specificaties van een opdracht worden door de aanvrager(s) van de opdracht onderzocht en aangereikt en door de dienst aankoop in het aankoopdossier verwerkt. Bij elk aankoopdossier voor werken, leveringen of diensten wordt er nauw samengewerkt met de aanvrager(s) van de opdracht. De concrete aankoopfuncties in de Arteveldehogeschool kunnen worden samengevat in vijf domeinen: 1 het efficiënt en economisch aankopen binnen het wettelijke kader - maximaal gebruik van de schaalgrootte; - portfolio van raamcontracten; - maximale concurrentie laten spelen binnen de wettelijke kaders; - deelnemen aan seminaries; 2 het beheren van duurzame relaties met de leveranciers; - afbreukrisico maximaal beperken; - duurzaam partnership opbouwen. 3 het beheren van het Arteveldehogeschoolbrede aankoopproces; - optimaliseren van het proces (zowel procesmatig als door middel van informatisering); mede door de implementatie van ERP-software wordt getracht om het artikelenbestand tot een minimum te beperken; - controle op het correct gebruik van de procedure; - stimuleren van mogelijke synergie tussen verschillende opleidingen en diensten.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
125
4 het uitvoeren van de aankopen en het in ontvangst nemen van de leveringen - genereren van de aankooporders; - ontvangen aan de hand van leveringsdocumenten. 5 het administreren van de aankopen - correcte informatie naar de dienst financieel beheer; - archiveren van de dossiers voor eventuele controles door revisoren en overheid; - centrale archivering van de aankoopdossiers.
Realisaties 2014 Zie gedetailleerd overzicht in bijlagenbundel 8.4.3.
Operationele doelstellingen 2015 - de implementatie van een geïntegreerd informatiesysteem Dinar als ondersteuning voor de bedrijfsvoering en haar processen; - ‘duurzaamheid, kwaliteit en efficiëntie’ in de aankoopprocessen verder nastreven; - evalueren en bijsturen van de aankoopprocessen; - beheren en opvolgen van de huidige raamovereenkomsten; - ondersteunen van kernprocessen door de informatiestroom naar opleidingen en diensten verder te optimaliseren; - nastreven van ‘digitale’ archivering van de centrale aankoopdossiers; - opvolgen van markttrends en evoluties betreffende aankoopartikelen; - evalueren van de personeelsstructuur en -taakinhouden van de dienst aankoop; - verder professionaliseren van de medewerkers dienst aankoop; - realiseren meerjarige overeenkomsten; - administratieve uitwerking dossiers infrastructuur; - administratieve uitwerking dossiers ICT; - administratieve uitwerking dossiers facilitair beheer. Voor een gedetailleerd overzicht: zie bijlagenbundel 8.4.4.
8.5
FACILITAIR BEHEER Kosten Net zoals de voorbije jaren kende de Arteveldehogeschool een significante groei in studentenaantallen. Ondanks die groei bleven de kosten in 2014 onder controle, en kon er op bepaalde posten zelfs worden bespaard. Deze daling valt deels te verklaren door een zachte winter, een heel bewuste bestelpolitiek en tal van andere factoren. De kostencategorieën waarop in 2014 meest kon worden bespaard zijn de volgende:
8.5.1.1 Kosten energie De uitgaven voor energie vertegenwoordigden 35% van de totale facilitaire uitgaven in 2014. Met een kostendaling van bijna 25% t.o.v. 2013 werd hier veruit de belangrijkste besparing gerealiseerd, goed voor meer dan € 200 000. Lagere stookkosten als gevolg van de vrij warme wintermaanden in 2014 verklaren deze sterke daling. 8.5.1.2 Kosten telefonie De telefoniekosten daalden met € 50 000, en dit als gevolg van het feit dat alle campussen van de hogeschool in 2014 volledig waren overgeschakeld op VoIP en er ook een sterke rationalisatie van het aantal lijnen werd doorgevoerd. Hiertegenover staat wel een verhoogde licentiekost voor VoIP op het budget van ICT, maar in de kering is VoIP een kostenbesparende vernieuwing. 8.5.1.3 Kosten verhuisbewegingen Hier werd een besparing van € 30 000 gerealiseerd t.o.v. het jaar 2013. Reden hiervoor is een daling van het aantal interne verhuisbewegingen omwille van het feit dat er in 2014 geen bijkomende sites in gebruik genomen werden.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
126
8.5.1.4 Kosten papier en kosten externe kopies Samen goed voor een kostendaling van € 25 000, hoofdzakelijk als gevolg van het beter ingeburgerd raken van het papierloos werken.
Investeringen De voornaamste investeringsuitgaven in 2014 in de facilitaire dienst situeren zich binnen drie domeinen: audiovisueel materiaal, didactisch materiaal voor de opleidingen en meubilair.
8.5.2.1 Audiovisueel materiaal De vraag naar interactieve whiteboards (ook wel smartboards genoemd) binnen het hoger onderwijs neemt jaar na jaar toe. Om aan die vraag te voldoen werden in 2014 vier extra smartboards aangekocht: 2 mobiele systemen voor campus Brusselsepoortstraat, 1 vast voor campus Kattenberg en 1 vast voor campus Kantienberg. Dit brengt het totale aantal actieve borden binnen de Arteveldehogeschool op een 15-tal stuks. Daarnaast werd er ook op alle campussen verder geïnvesteerd in de vernieuwing van oude, energieverslindende beamers, waarbij rekening werd gehouden met de nieuwste technologische evoluties op dat vlak. Naast de aankoop van audiovisueel materiaal, dat wordt ingezet voor zuivere onderwijsdoeleinden, gebeurden er ook een aantal belangrijke aankopen om de vergaderzalen op diverse campussen beter uit te rusten. Op campus Kantienberg werd de projectie in één zaal op de tiende verdieping volledig vernieuwd en kreeg de grote vergaderzaal in de docentenzone een mobiel LCDscherm en een draadloos presentatiesysteem. Ook de nieuwe Raadzaal in Blok D (het voormalig kloostergebouw) van campus Hoogpoort werd uitgerust met een hypermodern touchscreen en een draadloos presentatie-systeem. 8.5.2.2 Didactisch materiaal Bij de professionele bacheloropleidingen die de Arteveldehogeschool aanbiedt gaat er heel wat aandacht naar het inoefenen van vaardigheden ter voorbereiding op reële beroepssituaties. Hiervoor moeten de opleidingen niet alleen beschikken over de nodige praktijklokalen, maar dient er ook te worden geïnvesteerd in vernieuwing en uitbreiding van het didactisch materiaal. In 2014 waren dit de belangrijkste investeringen: - PBA Podologie: loopband en hoog-laag behandelingstafels t.w.v. € 27 000 - PBA Verpleegkunde en PBA Vroedkunde: oefenpoppen, voedingspomp, prikarmen … t.w.v. € 20 000 - PBA Grafische en Digitale Media: densiteits- en kleurenmeettoestel en professioneel beelden geluidsmateriaal t.w.v. € 12 000 - PBA Secundair Onderwijs: extra wastafels voor het kapsalon en een sterilisatieapparaat voor bio-esthetiek t.w.v. € 10 000 - PBA Audiologie en Logopedie: meetapparatuur t.w.v. € 9 000 8.5.2.3 Meubilair Een belangrijk deel van het geïnvesteerde bedrag in meubilair ging naar studentenmeubilair. Op campus Sint-Annaplein werd het Scheldeauditorium volledig nieuw ingericht alsook de studentencafetaria. Op campus Sint-Amandsberg kwam er aangepast materiaal in het vernieuwde lokaal ‘Beeldende Kunsten’, en op campus Kantienberg kreeg de nieuwe redactieruimte van de opleiding Journalistiek een professionele uitstraling door een volledig nieuwe inrichting. Voor de medewerkers van de Arteveldehogeschool ging er zowel aandacht naar ergonomie als naar welbevinden. Zo werden er in 2014 een 60-tal nieuwe ergonomisch verantwoorde bureaustoelen aangekocht en zal deze vernieuwingsoperatie worden verdergezet in de loop van 2015. Daarnaast werden in de campussen Mariakerke, Sint-Amandsberg en Sint-Annaplein nieuwe flexwerkplekken voor docenten ingericht en werden de medewerkerscafetaria’s volledig vernieuwd op de campussen Hoogpoort, Sint-Amandsberg en Sint-Annaplein.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
127
8.6
ICT-BELEID Verantwoordelijkheidsdomeinen en beleid De dienst ICT ondersteunt de werking van de Arteveldehogeschool op het vlak van de informatieen communicatietechnologie (ICT) en dit voor alle activiteiten, zowel op het vlak van onderwijs, als voor de ondersteunende diensten en het wetenschappelijk onderzoek en de maatschappelijke dienstverlening. De dienst wordt centraal gestuurd en wil al zijn gebruikers op de meest efficiënte manier een hoogtechnologisch en uniform platform aanbieden. Dit gebeurt met ‘proven technology’, omkaderd door een professionele implementatiemethodologie voor nieuwe concepten en hoogstaande operationele kwaliteitsstandaarden in het dagelijkse beheer. De ICT-dienst beheert de ICT-investeringen – in nauwe samenwerking met de dienst facilitair beheer, de dienst infrastructuur, preventie en milieu en de dienst aankoop – en de kennisopbouw bij de medewerkers. Het ICT-team investeert in de middelen en de kennis van de technologieën waarin zij zich kan onderscheiden bij de partners in het onderwijslandschap en/of in die technische ontwikkelingen die een hoge bedrijfskritische factor hebben voor de goede werking van de hogeschool. Voor eerder generalistische technologieën die breed in de ICT-markt worden gebruikt en een minder hoge prioriteit hebben in de werking van de Arteveldehogeschool en zijn kernprocessen worden bepaalde diensten en competenties ingekocht. Zodoende kunnen de competenties voor de kerntaken nog sterker worden verbreed en uitgediept. De dienst ICT biedt aan alle personeelsleden, studenten, gastprofessoren en bezoekers van de Arteveldehogeschool op de beste manier een hoogtechnologisch en uniform platform. Daarbij wordt rekening gehouden met de verscheidenheid van de diensten en opleidingen en met hun wensen qua timing en planning. De competenties van de ICT-medewerkers worden hiertoe adequaat ingezet. Om die deskundigheid op peil te houden en verder te ontwikkelen wordt voorzien in interne en externe opleiding. Waar de eigen competentie ontoereikend is, wordt gebruik gemaakt van externe expertise. Voor de dienst ICT was 2014 opnieuw een jaar met veel realisaties, verbeteringen, prangende problemen en nieuwe uitdagingen. Om - ondanks de beperkte middelen - hieraan het hoofd te bieden zowel op professioneel vlak als op vlak van deskundigheid, is de organisatie van de dienst grondig gewijzigd (zie bijlagenbundel 8.6). Met ingang van 1 september 2014 zijn de medewerkers van de dienst ICT ondergebracht in drie teams, waarbij telkens één medewerker is aangesteld als teamverantwoordelijke: - ICT-GO: Gebruikersondersteuning - ICT-SYSNET: Systeem- en Netwerkbeheer - ICT-ABSO: Applicatiebeheer en softwareontwikkeling In team ICT-GO staat een klantvriendelijke en professionele dienstverlening voor de eindgebruiker centraal. Tot de kerntaken behoren de eerstelijnshulp (telefonisch en remote), de installaties en interventies van hard- en software op eindgebruikersapparatuur, het geven van hands-on trainingen en beheer van assets. Op het centrale servicepunt kunnen storingen worden gemeld en informatie (handleidingen en procedures) geraadpleegd. Een van de doelstellingen is het ontwikkelen en aanbieden van een diensten overstijgende tool waarbij gebruikers enerzijds snel geïnformeerd kunnen worden over een bepaalde problematiek of veel voorkomende vragen, anderzijds een storing kunnen registreren. De tool moet toelaten de voortgang van het ‘ticket’ zelfstandig op te volgen. Het team ICT-SYSNET staat in voor het installeren en dagelijks beheer en onderhoud van alle servers en systeemcomponenten en alle netwerkcomponenten. Tot dit domein horen ook bepaalde systeemapplicaties. In het team ICT-ABSO zijn de taken ondergebracht die te maken hebben met het ontwikkelen van bepaalde softwareoplossingen, het koppelen van databanken en het functioneel beheren van de applicaties. De werking binnen de dienst ICT wordt gestuurd vanuit Change-management. Dit betekent dat
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
128
alle veranderingen, ongeacht of die betrekking hebben op applicaties, ontwikkeling, systemen of hardware na onderzoek uitmonden in: - een project (indien het om ingrijpende en complexe veranderingen gaat) - een klus (hiermee wordt verondersteld een kleine aanpassing met gering effect op de werking en uitvoering) - een afkeuring Een project wordt geleid door een projectleider (kan ook iemand buiten de dienst ICT zijn). De uitwerking is in handen van één of meerdere projectteams, naar gelang de betrokkenheid van medewerkers uit de dienst ICT. Eens het project opgeleverd, neemt ICT het functioneel beheer op zich. In elk van de drie teams wordt naast de operationele taken aandacht besteed voor deelname aan ICT-gerelateerde projecten, onderzoek en beleidsvoorbereidend werk. De tijd die aan deze laatste twee onderwerpen besteed zou moeten worden, is helaas niet altijd beschikbaar omdat die vaak wordt opgeëist door het dagelijks operationele werk. Aankoop van materialen, beheer van contracten en licenties, inventariseren van assets en ondersteunen bij contractonderhandelingen en raamakkoorden gebeuren in zeer nauw overleg met de dienst aankoop en voor sommige dossiers met de partners van de associatie AUGent. Het opstellen van de IT-gerelateerde beleidsvoorbereidende documenten (begroting, budgetbeheer, jaarverslag, IT-governance, KPI’s) en de directe leiding vallen onder de bevoegdheid van het diensthoofd.
Economische, ecologische en ergonomische kwaliteitsprincipes De Arteveldehogeschool blijft haar middelen inzetten voor: - investeringen in nieuwe en vernieuwende technologieën en applicaties; - een performant, robuust, snel en redundant netwerk en systemen; - een grote beschikbaarheid, zowel in dienstverlening als op vlak van informatiesystemen; - een proactief beheer; - ‘green’ IT; - klantvriendelijke en professionele servicedesk. In overleg met de gebruikers en stakeholders ijvert ICT voor aankoop van economisch verantwoorde toestellen die voldoen aan de ecologische vereisten en die inspelen op de ergonomische noden. Daarbij wordt rekening gehouden met energiezuinige factoren en duurzaamheid. Bovendien streeft men naar uniformiteit in onderhoud en beheer van haar infrastructuur en systemen. Veel aandacht wordt besteed aan: - het opvolgen van nieuwe tendensen; - het onderzoeken van nieuwe technologieën; - de kwaliteitsbewaking; - het zoeken naar evenwicht van kosten/baten; - het op elkaar afstemmen van de middelen; - het op elkaar afstemmen van de diverse aanvragen bij investering en aankoop; - het afsluiten van raamakkoorden; - het professioneel implementeren van de nieuwe concepten; - hoogstaande kwaliteitsstandaarden in het operationeel beheer.
Samenwerking met Associatie Universiteit Gent, de overheid, VLHORA Leidinggevenden van de ICT-diensten van de associatiepartners en daarbuiten overleggen regelmatig: - om bepaalde aspecten van het ICT-landschap beter op elkaar af te stemmen; - om dankzij de schaalgrootte een sterkere onderhandelingspositie te verwerven t.o.v. de ICTmarkt. Tastbare resultaten zijn de gezamenlijke gunningen voor hardware (PC’s, servers, laptops en PDA’s), netwerk componenten (FW, IPS, routers, switchen en hubs), VoIP, WiFi en storage.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
129
Op gebied van softwareontwikkeling en -implementatie bestaat deze samenwerking uit: - opvolging aanlevering info voor gemeenschappelijke LDAP; - aanlevering info voor Identity Management binnen Associatie AUGent. Daarnaast is de hogeschool ook nauw betrokken bij ICT-overleg en -initiatieven vanuit de overheid en VLHORA.
ICT-Projecten Noden tot verandering in systemen en automatisering worden na aanvraag in de ICT-dienst geëvalueerd en bij goedkeuring voor realisatie in de juiste planning opgenomen. Daarbij wordt nagegaan wat de eigen dienst kan realiseren en wat de markt aan inzetbare en betaalbare oplossingen biedt. De technische standaardisatie heeft tot gevolg dat hierbij vooral de kaart van Cisco en Microsoft technologieën getrokken wordt.
8.6.4.1 Belangrijkste realisaties in 2014 Voor een gedetailleerd overzicht: zie bijlagenbundel 8.6.2.1. - Realisaties ICT - ABSO - Realisaties ICT - SYSNET - Realisaties ICT - GO 8.6.4.2 Operationele doelen 2015 Voor een gedetailleerd overzicht: zie bijlagenbundel 8.6.2.2. - Operationele doelen ICT - ABSO - Operationele doelen ICT - SYSNET - Operationele doelen ICT - GO
ICT-Gebruikersondersteuning De dienstverlening vanuit de dienst ICT krijgt een andere invulling. Immers, door de steeds snellere veranderingen op de IT- en gebruikersmarkt is het gebruik van eigen ‘slimme’ toestellen niet meer weg te denken in de hogeschoolomgeving. Door de ‘humanisering’ van ICT bij de particuliere gebruiker en ‘thuis’-omgeving, verbeterde en nieuwe technologieën, dalende prijzen en vooral met de aankomende generaties Y en Z verwacht die gebruiker meer dan ooit het ‘anywhere, anytime, any device’-principe. En gecombineerd met het gebruikscomfort dat hij/zij thuis ook beleeft. Dat creëert niet alleen andere verwachtingen van de ICT-dienstverlening, het zet de dienst terzelfdertijd aan om de systemen aan een zelfde tempo en met gelijke mogelijkheden uit te rusten. Dit vergt van de hogeschool meer en andere middelen op vlak van personeel, het op peil houden van de nodige kennis en inzichten... Het gebruik van eigen apparatuur dwingt tot een andere aanpak om een minimale ondersteuning van de eindgebruiker te kunnen garanderen. In 2014 trok de Arteveldehogeschool voluit de kaart van BYOD vanuit het programma DigitArte. Vanuit deze filosofie wordt de medewerker sterk gestimuleerd om zelf te voorzien in zijn apparatuur zodat die niet alleen thuis, maar ook voor het werk ingezet kan worden. Om hieraan de nodige ondersteuning te kunnen geven, is het belangrijk dat de dienst ICT zich nog meer focust op de zelfredzaamheid van de gebruiker, daarbij geholpen door kennisdatabanken, FAQ’s en andere instrumenten. In 2014 is daar via bepaalde verbeteracties en nieuwe projecten hard op ingezet. Verder beoogt ICT-GO een betere en professionelere werking door het vergroten van de technische kennis en door het aanbieden van gerichte opleidingen en hands-on trainingen op de werkvloer.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
130
9
COMMUNICATIEBELEID
9.1
ROL VAN DE DIENST COMMUNICATIE De ontwikkeling en uitvoering van het communicatiebeleid van de Arteveldehogeschool is de opdracht van de dienst communicatie. Dit omvat het uitwerken en implementeren van het strategisch en het operationeel communicatieplan voor de hogeschool als geheel. Vertrekkende van het gewenste imago van de hogeschool zijn in het communicatieplan de doelgroepen, de doelstellingen, en de communicatiemiddelen t.a.v. de diverse doelgroepen uitgewerkt. De dienst communicatie bewaakt de uitvoering van het communicatieplan naar de diverse doelgroepen zoals de kandidaat-studenten, de huidige studenten, het werkveld, de secundaire scholen, de alumni, de eigen medewerkers … Daartoe werkt de dienst intensief samen met het merendeel van de andere diensten en de opleidingen binnen de Arteveldehogeschool. Het communicatieplan heeft immers raakvlakken met nagenoeg alle kernactiviteiten van de hogeschool, van onderwijsontwikkeling over studieadvies tot kwaliteitszorg. De dienst communicatie realiseert de corporate communicatie en de externe of marketingcommunicatie (naar kandidaat-studenten) van de hogeschool als geheel; perscommunicatie en PR zijn hiervan onderdeel. Ook de algemene interne communicatie en deskundigheidsbevordering bij medewerkers inzake communicatie behoren tot het takenpakket. Vervolgens biedt de dienst communicatie ondersteuning aan opleidingen en diensten. Voor de promotie van een specifieke opleiding (n.a.v. nieuwe afstudeerrichtingen, bij terugvallende inschrijvingscijfers in een bepaalde opleiding …) stelt de dienst communicatie in overleg met de betrokken opleiding een communicatieplan op. Ook voor specifieke opleidingsinitiatieven, zoals de communicatie m.b.t. studiedagen, evenementen …. geeft de dienst communicatie op vraag advies over de meest geschikte communicatieaanpak, bewaakt de inpassing in de globale communicatiestrategie, zorgt voor perscommunicatie en ondersteunt waar mogelijk de uitvoering (grafische opmaak, fotografie ...). Bewaking van de huisstijl behoort eveneens tot het takenpakket van de dienst communicatie.
9.2
OPVOLGING INTRANET (DINAR) De dienst communicatie volgt in samenwerking met de dienst ICT de inhoudelijke en communicatieve invulling van het intranet (Dinar) op: vindbaarheid van de informatie, structurering, invulling newsfeed …
9.3
COMMUNICATIE MET KANDIDAAT-STUDENTEN: INSTROOM De communicatie met kandidaat-studenten richt zich niet enkel op de ‘klassieke’ laatstejaars uit het secundair onderwijs, maar in toenemende mate ook op wie zich wenst te heroriënteren, werk of gezin wil combineren met het verwerven van een (bijkomend) diploma, ‘levenslang’ wil leren … . In de communicatie met kandidaat-studenten worden ook de HBO5-opleidingen van de partners binnen het Arteveldeleernetwerk vermeld. Volgende middelen worden hiervoor ingezet (zie ook 2.10.1.1 in dit Jaarverslag):
Communicatie via de SID-in De Arteveldehogeschool is vertegenwoordigd op alle SID-in beurzen die de Vlaamse overheid organiseert. De dienst communicatie zorgt voor de opstelling van een aantrekkelijke stand, realisatie van informatiefolders …
Proefstuderen, infodagen, infosessie voor ouders en begeleiders Diepgaande informatie en proeven van het hogeschoolleven is mogelijk via: Proefstuderen: de mogelijkheid om, samen met de huidige studenten, een aantal lessen bij te wonen. De meeste proefstudeeractiviteiten vonden plaats tijdens de krokusvakantie.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
131
Infodagen: gesprekken met lesgevers, studenten, ontdekken van de campussen … tijdens vier infodagen. Bevraging van de bezoekers wijst uit dat de verstrekte informatie sterk op prijs wordt gesteld. Infosessie voor ouders en begeleiders rond studeren in het hoger onderwijs. De dienst communicatie ondersteunt deze initiatieven op communicatief vlak: vermelding in alle informatiekanalen van de hogeschool, via mailings, communicatie met de secundaire scholen…
Individueel oriëntatiegesprek, online beroepskeuzetest Kandidaat-studenten kunnen vrijblijvend een individueel oriëntatiegesprek met een medewerker van de dienst studieadvies aanvragen of een online beroepskeuzetest afleggen. Dit individuele gesprek kan eveneens plaatsvinden tijdens de infodagen. Het aantal aanvragen voor deze gesprekken stijgt voortdurend.
Infobrochures, webinfo, social media Van elke opleiding is een gedrukte brochure ter beschikking. De algemene brochure biedt een kort overzicht van de diverse opleidingen en de voornaamste faciliteiten van de Arteveldehogeschool. Deze infobrochures worden toegestuurd aan scholen en documentatiecentra, kunnen aangevraagd worden, en zijn ter beschikking op iedere SID-in, tijdens infodagen … De website biedt uitgebreide informatie over alle opleidingen. In toenemende mate wordt ook via social media informatie verschaft aan (kandidaat-)studenten: - Via de corporate Facebookpagina - Via de Facebookpagina ‘Straks studeren aan de Arteveldehogeschool’ specifiek gericht op uitwisseling met kandidaat-studenten - Via Twitter, Linked In, Instagram …
Rechtstreekse mailings De Arteveldehogeschool kiest voor een beperking van haar direct mailings, zowel in aantal als in volume. De mailings hebben in de eerste plaats een attenderende functie (essentie van het opleidingsaanbod en aankondiging infodagen); voor uitgebreide informatie wordt verwezen naar de website. Er wordt selectief gemaild, naar de kernregio’s van waaruit de studenten van de Arteveldehogeschool afkomstig zijn (Oost- en West-Vlaanderen). Een eerste mailing wordt verstuurd in december (in de aanloop naar de SID-ins), een tweede eind januari (studiekiezerkrant in aanloop naar de infodagen) en een derde in juni (eenvoudige kaart, in aanloop naar de inschrijvingen). Door intensieve opvolging naar de secundaire scholen is het aantal scholen dat adressen van hun laatstejaars verstrekt opnieuw toegenomen.
Andere communicatiekanalen Naast rechtstreekse mailings (zie 9.3.5 in dit Jaarverslag) werden de laatstejaarsstudenten geïnformeerd via: banners op voertuigen van De Lijn; betalende affichekaders op publieke plaatsen; lichtkranten aan de NMBS-stations en op diverse plaatsen in Gent; advertenties in printmedia (beperkt); advertenties op Google (Google AdWords) en social media (Facebook).
Communicatie via intermediairen: secundaire scholen, CLB’s, documentatiecentra … Aangezien de secundaire scholen een steeds belangrijkere rol spelen in het begeleiden van laatstejaars bij hun studiekeuze, wordt veel aandacht besteed aan het informatieaanbod naar de scholen.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
132
Er is een actueel bestand van secundaire scholen, met de gegevens van de studiekeuzebegeleiders voor de derde graad, en gegevens over de richtingen die scholen aanbieden. Het informatieaanbod aan de secundaire scholen gebeurt zoveel mogelijk op maat. In september wordt een pakket met brochures toegestuurd aan de secundaire scholen en een affiche met de infodagen. Dit gebeurt zoveel mogelijk op maat. Scholen worden vooraf bevraagd over het gewenste aantal brochures en de samenstelling van het pakket (bv. meer brochures voor een specifieke richting). Scholen uit de kernregio’s ontvangen meer info dan scholen uit de overige provincies. Secundaire scholen ontvangen geregeld e-mailings met interessante informatie: materialen voor ondersteuning van de studiekeuzebegeleiding, info over nieuwe opleidingen of onderwijsvormen, data van infodagen … De dienst studieadvies van de Arteveldehogeschool ontwikkelde ook een aanbod met ondersteuning van de studiekeuzebegeleiding voor secundaire scholen, waaronder de online tool ‘Klaar voor hoger onderwijs’ waarmee laatstejaars, onder begeleiding van hun leerkracht, hun instapcompetenties kunnen testen (zie ook hoofdstuk 2.9.1.1 in dit Jaarverslag). Verder kunnen scholen infosessies ter plaatse aanvragen, zowel voor leerkrachten als leerlingen, zijn er studiedagen op de Arteveldehogeschool zelf, … (voor het volledige aanbod: zie http://www.arteveldehogeschool.be/aanbod-voor-scholen/studiekeuzebegeleiding CLB’s en documentatiecentra ontvingen pakketten met infobrochures of, indien ze dit verkozen, uitsluitend informatie via mail. Ook via opleidingscentra, tweedekansonderwijs … werd informatie verspreid, in het bijzonder rond de februaritrajecten, de SWITCH-trajecten (studeren en werken combineren), verkorte trajecten voor wie reeds een diploma behaalde, postgraduaten en bijscholingen …
9.4
DUURZAMER MAKEN VAN DRUKWERK EN VEREENVOUDIGING LOGISTIEK De Arteveldehogeschool streeft er voortdurend naar om de communicatie nog duurzamer te maken door te kiezen voor zo ecologisch mogelijk drukwerk en zo min mogelijk transportbewegingen. Het aantal mailings wordt beperkt in frequentie en volume, via een verschuiving naar digitale communicatie (web, social media). Inzake drukwerk geldt duurzaamheid als criterium bij de keuze van de drukkers. Er wordt gestreefd naar CO2-neutraal drukwerk. Inzake huisstijlpapieren wordt consequent gebruik gemaakt van de meest duurzame papiersoorten op de markt. Voor marketingtoepassingen wordt Cocoon gebruikt: een volledig gerecycleerde papiersoort, met FSC-keurmerk. Voor kantoortoepassingen wordt gebruik gemaakt van Cyclus, dat eveneens voldoet aan de strengste milieueisen. Inzake verpakking of wikkels voor magazines, folders … werd stapsgewijs overgeschakeld naar papieren wikkels of biofolie, in plaats van PVC-folie. Om het aantal transportbewegingen tussen de campussen te verminderen, werd gekozen voor een decentraal model voor levering van drukwerk: de leveringen gebeuren rechtstreeks op de campus, er is slechts één transportronde door de leverancier nodig.
9.5
RAAKVLAKKEN MET ANDERE DIENSTEN EN OPLEIDINGEN VAN DE ARTEVELDEHOGESCHOOL De communicatie van de Arteveldehogeschool heeft raakvlakken met het merendeel van de diensten en beleidsdomeinen. Heel wat diensten communiceren immers op één of andere wijze met de diverse doelgroepen en stakeholders van de hogeschool. Het is een opdracht voor de dienst communicatie om al deze communicatie-uitingen te laten sporen met de uitgezette lijnen in het communicatieplan en de gewenste profilering van de hogeschool. Er is vooreerst een intensieve wisselwerking tussen de dienst communicatie en de dienst studieadvies. Er is steeds intensere samenwerking tussen het domein ‘onderzoek en dienstverlening’
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
133
en de dienst communicatie: bijsturen van de communicatieaanpak inzake bijscholing en opleiding, samenwerking rond persaandacht en verdere integratie van de communicatie rond onderzoek en dienstverlening in de algemene communicatie … (zie ook 3.1.6 Wetenschapscommunicatie in dit Jaarverslag). Ook met de dienst internationalisering is er toenemende interactie, aangezien de internationale profilering van de hogeschool steeds aan belang wint. Met de dienst kwaliteitszorg is er doelgericht interactie: - de ZER’s bevatten steevast een onderdeel communicatie dat vanuit het communicatieplan kan ingevuld worden; - de KVT’s ‘studententevredenheid’ en ‘informatie rond het begeleidingsaanbod’ bevatten een sterke communicatiecomponent. Ook met andere diensten zoals de dienst ICT (samenwerking rond website), de dienst infrastructuur, preventie en milieubeleid (communicatie in zake duurzaamheid en milieu … ), de dienst administratie studenten en studieprogramma’s (bv. correcte communicatie rond inschrijvingsprocedures … ) enz. wordt samengewerkt. Tot slot ondersteunt de dienst communicatie in toenemende mate de opleidingen, zowel met advies (communicatieaanpak evenementen, promotie nieuwe initiatieven, reageren op negatieve communicatie door stakeholders, stroomlijnen van communicatie op bv. infodagen …) als met technische ondersteuning (lay-out en fotografie).
9.6
CRISISCOMMUNICATIE Er is een crisiscommunicatieplan in ontwikkeling, waarin de voornaamste procedures rond crisiscommunicatie en –afhandeling worden gebundeld. In 2014 werden diverse initiatieven genomen voor de implementatie van dit plan: training van de Artevelderaad m.b.t. crisiscommunicatie, systematische evaluatie van de afhandeling van voorbije crisissen, opstellen van een quicksheet voor medewerkers, aanmaak van een digitale ‘crisisbox’ voor het management met adreslijsten, perslijst …, overleg met de andere Gentse onderwijsinstellingen en het stadsbestuur rond de aanpak van gemeenschappelijke crisissen …
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
134
10
ACCIO
10.1
VISIE EN DOELSTELLINGEN In de missie van de Arteveldehogeschool is volgende ambitie opgenomen: ‘De hogeschool leidt professionals op die door creativiteit, innoverend denken en ondernemingszin in staat zijn om grenzen te verleggen.’ In het strategisch instellingsplan wordt dit vertaald als volgt: ‘Creativiteit, innovatie en ondernemerschap stimuleren bij studenten en medewerkers’. Dat is exact wat ACCIO, het Arteveldehogeschool Centrum voor Creativiteit, Innovatie en Ondernemingszin, beoogt te bereiken: studenten en medewerkers ondernemender maken en hen buiten de gebaande paden laten denken, iedereen stimuleren om iets te ondernemen met een wild idee of een gekke droom, en ondersteuning bieden waar nodig. Anders gezegd: ACCIO laat het ‘denk-doe-word’-virus los! Sinds september 2013 coördineert ACCIO het brugproject ‘Student Ghentrepreneur STEMT’. Dit project wordt gerealiseerd met de steun van het Agentschap Ondernemen binnen ViA (Vlaanderen in Actie). Samen met de UGent, HoGent, Stad Gent, Unizo en iMinds wenst de Arteveldehogeschool ondernemingszin te zaaien onder de volledige Gentse studentenpopulatie, over de grenzen van de onderwijsinstellingen heen. ACCIO speelt in op de nationale en internationale agenda, waar sterker ondernemerschap en een meer innovatieve en kennisintensieve economie belangrijke doelen vormen voor de politiek, het beleid en de overheden. ACCIO identificeert vier doelgroepen: medewerkers, studenten, beleidsmakers en externen (alumni & werkveld). De ACCIO-activiteiten situeren zich op vier kerndomeinen: onderwijs, onderzoek, dienstverlening en internationalisering.
10.2
DOELGROEPEN ACCIO voor medewerkers
10.2.1.1 Kerndomein onderwijs In elke opleiding is er een ACCIO-opdrachthouder die fungeert als klankbord en als ambassadeur. Hij/zij vertaalt de ACCIO-pijlers naar de specifieke opleiding en initieert creativiteit, innovatie en ondernemingszin, ondersteunt hieromtrent de opleiding, medewerkers en studenten, deelt expertise … Doorheen het jaar organiseert ACCIO voor het personeel van de Arteveldehogeschool inspiratiesessies rond creativiteit, innovatie en ondernemingszin. Daarnaast worden - op aanvraag - train-de-trainer sessies ‘Creativiteit’ georganiseerd. 10.2.1.2 Kerndomein onderzoek ACCIO wordt betrokken in brainstormsessies rond PWO-topics, en verbindt het werkveld met de opleiding(en) voor de uitwerking van specifieke projecten, tools … ACCIO wordt mee betrokken bij de valorisatie van het project. 10.2.1.3 Kerndomein dienstverlening Alle medewerkers kunnen een basistraining creatieve denktechnieken, brainstorming, Business Model Canvas … volgen. Teams kunnen een beroep doen op coaching om specifieke projecten op een creatieve manier aan te pakken, door te denken en te handelen vanuit nieuwe invalshoeken. Daarnaast organiseert ACCIO vanuit Student Ghentrepreneur een docententraject met als doel de docenten tools aan te reiken die onmiddellijk inzetbaar zijn in het lesgebeuren, en best practices uit te wisselen rond de ACCIO-pijlers. 10.2.1.4 Kerndomein internationalisering ACCIO wil medewerkers stimuleren om een initiatief van stafmobiliteit op te nemen om zo expertise te kunnen delen en best practices uit te wisselen. ACCIO organiseert bovendien externe creativiteitstrainingen voor en samen met partners waarmee de Arteveldehogeschool bilaterale akkoorden heeft.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
135
ACCIO voor studenten 10.2.2.1 Kerndomein onderwijs In de curricula worden creativiteit, innovatie en ondernemingszin gestimuleerd via de competentiematrix die vertaald wordt naar iedere specifieke opleiding. ACCIO faciliteert de student bij de combinatie ‘studeren en ondernemen’ door mee te zoeken naar mogelijkheden om binnen het curriculum aan het eigen project, de eigen onderneming te werken bv. in de vorm van een bachelorproef, of door stage te lopen in het eigen bedrijf. In dergelijk traject kan ACCIO fungeren als mentor en de student-ondernemer coachen. Ondernemende studenten kunnen (sinds het academiejaar 2011-2012) het bijzonder statuut van studentondernemer of kandidaat-ondernemer aanvragen, waarbij ze faciliteiten krijgen die de combinatie studeren en ondernemen beter haalbaar maken. 10.2.2.2 Kerndomein onderzoek In sommige opleidingen maakt ACCIO deel uit van de jury die de bachelorproeven beoordeelt, die een thema uitdiepen dat de eigen onderneming van de student-ondernemer betreft of de ondernemende projecten die het ACCIO-label dragen evalueert. ACCIO adviseert de studenten tijdens de uitwerking van hun bachelorproef rond de ACCIO-pijlers en/of verwijst hen door naar het ACCIO-netwerk en Student Ghentrepreneur. ACCIO zoekt naar mogelijkheden om een ‘living lab’ aan te bieden voor de ondernemende studenten, waar ze kunnen ‘co-worken’ tijdens de uitwerking van hun project, of prototypes maken en uittesten, experimenteren … 10.2.2.3 Kerndomein dienstverlening De studenten kunnen training volgen in creatieve denktechnieken. Ze worden aangezet tot het denken met een open geest: onbevooroordeeld een piste of idee verkennen, de moeite doen om vaste patronen te verlaten en bestaande processen te verbeteren. Studenten kunnen ook een beroep doen op een brainstorm-facilitator die hen meehelpt om hun idee vorm te geven. De studenten worden aangemoedigd om hun ideeën in daden om te zetten. Wie een idee heeft, wordt ondersteund bij de ontwikkeling van zijn/haar project en wordt in contact gebracht met geïnteresseerde studenten en/of met partners uit het werkveld. ACCIO begeleidt de ondernemende student en fungeert als wegwijzer doorheen de volledige flow van idee tot het vermarkten ervan. In 2014 organiseerde ACCIO vanuit Student Ghentrepreneur 30 evenementen rond ondernemingszin: ondernemende studenten werden met mekaar in contact gebracht om op een laagdrempelige manier ideeën te delen en ervaringen uit te wisselen, en werden begeleid bij de uitwerking van hun project. Vanaf september 2014 is de Arteveldehogeschool gestart met de voorbereiding van een brugproject rond de uitwerking van een studentencoöperatieve. Het opzet beoogt een veilig kader te bieden waarbinnen ondernemende studenten hun eigen project vorm kunnen geven. In oktober 2014 werkten de Arteveldehogeschool, de Universiteit Gent en de Hogeschool Gent het dienstverleningsinitiatief ‘de Startersportefeuille’ uit waarbij student-ondernemers een virtuele portefeuille ontvangen van € 500 tot € 3 000 (afhankelijk of ze kandidaat-ondernemer of student-ondernemer zijn), waarmee de student consultancy op maat kan vragen aan een expert om zo het eigen project vorm te geven. 10.2.2.4 Kerndomein internationalisering ACCIO stimuleert de studenten tot het deelnemen aan initiatieven van studentenmobiliteit, rond het thema ‘ondernemerschap’, zoals via Erasmus + waarbij student-ondernemers individueel een stageplaats kunnen aanvragen bij een buitenlandse ondernemer en zo van coaching en begeleiding kunnen genieten.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
136
ACCIO voor beleidsmakers 10.2.3.1 Kerndomein onderwijs ACCIO organiseerde een ‘roadtour’ bij de opleidingsdirecteuren van de Arteveldehogeschool: de visie van ACCIO werd toegelicht en de noden van de beleidsmakers op vlak van de ACCIO-pijlers werden beluisterd. 10.2.3.2 Kerndomein onderzoek ACCIO ressorteert onder de bevoegdheid van de directeur onderzoek en dienstverlening, en is betrokken bij het exploreren van de valorisatiemogelijkheden voor projecten. ACCIO reikt ASTEE (Assessment Tools and Indicators for Entrepreneurship Education) aan, een wetenschappelijk Europees instrument dat ontwikkeld is om de impact te meten van ondernemend onderwijs op de bereikte eindcompetenties bij de studenten. Deze ‘tool’ kan ingezet worden om bij het uitstroomonderzoek na te gaan in welke mate de afstuderenden de ondernemerscompetenties hebben verworven. 10.2.3.3 Kerndomein dienstverlening ACCIO begeleidde brainstormprocessen bij de Artevelderaad. 10.2.3.4 Kerndomein internationalisering ACCIO voerde een internationale benchmark uit waarbij gelijkgestemde partners, waarmee kan worden samengewerkt, worden opgezocht.
ACCIO voor alumni en werkveld 10.2.4.1 Kerndomein onderwijs ACCIO richtte in het academiejaar 2013-2014 een postgraduaat ‘Creativiteit en Innovatie’ in. 10.2.4.2 Kerndomein onderzoek ACCIO zoekt naar samenwerkingsmogelijkheden met het werkveld via Europese projecten, zoals Interreg, EFRO … 10.2.4.3 Kerndomein dienstverlening ACCIO faciliteert creatieve processen bij externen. 10.2.4.4 Kerndomein internationalisering In voorbereiding.
10.3
ACTIVITEITEN Met het doel het uitgetekend beleidsplan te realiseren organiseert ACCIO doorheen het ganse academiejaar inspiratie- & informatiesessies, en netwerkevenementen. Gedurende het academiejaar 2013-2014 heeft ACCIO zich als (pro)actief centrum geprofileerd. Voor een gedetailleerde opgave van activiteiten: zie bijlagenbundel hoofdstuk 10. Een overzicht: - promotie: ACCIO kenbaar maken - opmaak van conceptnota’s, presentaties … - ondersteunen van opleidingen - ACCIO-activiteiten voor studenten van de Arteveldehogeschool - ACCIO-activiteiten voor opleidingen / lectoren - ACCIO-activiteiten voor / met externen
10.4
NETWERKING EN DEELNAME AAN EXTERNE ACTIVITEITEN Op veelzijdige wijze wordt gewerkt aan het verruimen en versterken van het ACCIO-gerelateerd netwerk. Een greep uit de vele netwerkactiviteiten van de ACCIO-betrokkenen: zie bijlagenbundel hoofdstuk 10.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
137
11
SOCIALE VOORZIENINGEN VOOR DE STUDENTEN Na het eerste actieve werkjaar van de dienst Studentenvoorzieningen, als ‘dienst Stuvo’ deel uitmakend van de structuur van de Arteveldehogeschool, volgt in 2014 de consolidering. Dat betekent dat de werking van de dienst Stuvo volledig geïntegreerd is in die van de hogeschool. Door de inzet en constructieve opstelling van beide partners verloopt die integratie vlot, en worden processen en procedures verder uitgewerkt en beter op elkaar afgestemd. De studentenvoorzieningen hebben tot doel de gelijkwaardige toegang tot en de deelname van alle studenten aan het hoger onderwijs te bevorderen, door de basisvoorwaarden voor de studie hoger onderwijs te verbeteren. Ze streven dat doel na door materiële en immateriële hulp- en dienstverlening te bieden en door studiebelemmerende factoren weg te nemen. Aan de hand van de zes decretale werkvelden wordt beschreven hoe de dienst Stuvo in 2014 invulling geeft aan deze doelstellingen.
11.1
WERKVELD VOEDING De dienst Stuvo kiest voor een collectief en veelzijdig beleid, en wil via het aanbieden van gezonde, kwalitatieve en betaalbare maaltijden bijdragen tot een gezond studentenleven. Deze doelstelling vertaalt zich ook in de gunningscriteria die werden gehanteerd bij de toewijzing aan de externe exploitant van het restaurant de Kantiene: aandacht voor seizoensgebonden groenten, bio- en fairtradeproducten, geen gefrituurde maaltijdcomponenten, vegetarische alternatieven, voldoende fruitaanbod, prijsonderscheid tussen gezonde en minder gezonde producten ... Naast het aanbod in ons restaurant de Kantiene zorgt de dienst Stuvo in 2014 voor een soepaanbod op alle overige campussen. Ook via de automaten worden alle campussen bediend. Tenslotte wordt voortdurend gewerkt aan gerichte acties, zoals de gezonde ontbijten, de 'moedmomenten' tijdens de examenperiodes, het verstrekken van info over gezonde voedingspatronen, een gezonde levensstijl, voldoende water drinken ...
11.2
WERKVELD HUISVESTING De dienst Stuvo biedt kwalitatief hoogstaande en goed gelegen kamers aan een marktconforme prijs aan. Ook in 2014 zijn alle kamers die de Artveldehogeschool in eigen beheer heeft, quasi fulltime bezet. De leegstand is verwaarloosbaar. Via de kottoelage is bovendien nog een sociale correctie mogelijk: naast de algemene voorwaarden (inschrijving met diplomacontract en nationaliteitsvoorwaarden) worden bijkomende criteria gehanteerd om in aanmerking te komen voor een kottoelage: - ingeschreven zijn aan de Arteveldehogeschool - een reisduur van thuis tot op de campus met het openbaar vervoer van meer dan 60 minuten - specifieke sociale omstandigheden die het huren van een kot verantwoorden - voorwaarden betreffende het referentie-inkomen - een huurcontract van minstens acht maanden - geen leefloonstudent zijn ... Om het bedrag van de kottoelage te bepalen wordt gebruik gemaakt van het vigerende beurssysteem. De aanvraag gebeurt digitaal en is bijzonder laagdrempelig. Daarnaast past de dienst Stuvo een systeem van wisselkamers toe: onze studenten die zelf in het buitenland gaan studeren of op stage gaan, kunnen hun kamer of studio via de website van de Arteveldehogeschool aan een andere student doorverhuren. Op die manier wordt leegstand vermeden en kunnen aan de buitenlandse studenten, voor wie het niet altijd gemakkelijk is om huisvesting te vinden voor een beperkte periode, extra kamers worden aangeboden. De huisvestingsdienst tenslotte heeft in de loop der jaren een expertise opgebouwd in huuradvies: bv. bemiddeling in huurconflicten tussen huurder-student en huisbaas. Meestal gaat dit over conflicten rond waarborg, defecten die niet opgelost geraken, contractverbreking … De huisvestingsdienst participeert ook in overlegplatformen als Kot@Gent en de werkgroep Buitenlandse Studenten.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
138
11.3
WERKVELD SOCIALE DIENSTVERLENING De dienst Stuvo streeft er naar financiële en sociale moeilijkheden weg te werken of hanteerbaar te maken, zodat die voor studenten geen belemmering vormen om te starten én te slagen in het hoger onderwijs. Een veelzijdig pakket van dienstverlening is ontwikkeld, waaronder studiefinanciering. Daarbij is gekozen voor een laagdrempelige aanpak en maatwerk. Het is de bedoeling naast de concrete hulpverlening de rechtszekerheid van de student te versterken: - door actief te participeren aan beleidsbepalend overleg; - door een heldere en correcte vertaalslag van het beschikbaar wetgevend materiaal te voorzien; - door te investeren in netwerkvorming voor studenten; - door consequent te kiezen voor een decentrale werking: aan elke opleiding is een Stuvomedewerker verbonden, als aanspreekpunt voor alle werkvelden.
Studiefinanciering De dienst Stuvo voorziet in verschillende financieringsvormen, die desgevallend onderling cumuleerbaar zijn: voorschot op studietoelage, toelage, lening lange en korte termijn .... STUDIETOELAGE VAN DE VLAAMSE OVERHEID
Studenten en hun ouders worden geïnformeerd over de regelgeving en de voorwaarden, wegwijs gemaakt in de aanvraagprocedure en wordt het eventueel te verwachten beursbedrag gesimuleerd. De dienst Stuvo vervult een intermediaire rol tussen de studenten en de afdeling studietoelagen van de Vlaamse Overheid. STUDIEGELD
De dienst Stuvo staat in voor de informatie over de tariefbepaling en het verstrekken van advies over een mogelijke vermindering van het studiegeld. De dienst Stuvo verstrekt, meteen bij de inschrijvingsprocedure, basisinformatie aan studenten (en hun ouders), en verwijst - waar nodig - voor opvolging door naar de Stuvomedewerker op de campus. Zo kunnen eventuele moeilijkheden vroegtijdig worden gedetecteerd en ondervangen. Op die manier kan de Arteveldehogeschool ook meteen het correcte studiegeld innen en wordt het aantal verrichtingen nadien (bijkomende facturen, creditnota’s) tot een minimum beperkt.
Sociaaljuridisch statuut De Stuvomedewerkers streven er dagelijks naar om, naast advies en bemiddeling, de complexe informatie omtrent het studentenstatuut 'op mensenmaat' aan te bieden, zowel in de geschreven informatie als in de gesprekken met studenten. Concreet gaat het over thema’s als: onderhoudsplicht door de ouders, kinderbijslag (bedragen, voorwaarden, procedure, zelf kinderbijslag ontvangen als student), werken en studeren (arbeidsovereenkomst, belastingen, kinderbijslag, ziekteverzekering), stoppen met studeren tijdens en na het academiejaar: gevolgen en overbruggingsmogelijkheden, sociale gevolgen bij het wijzigen van het aantal studiepunten, leefloon en studeren, studeren als zelfstandige … De dienst Stuvo participeert in de Werkgroep Centen voor Studenten, de Overleggroep Studentenstatuut Vlhora, en de Technische werkgroep Studietoelagen.
Ondersteunen van netwerkvorming Een goed sociaal bindweefsel biedt preventieve en motiverende kracht. Vanuit die overtuiging investeert de dienst Stuvo in een aangename campussfeer, en worden talrijke ontmoetingsmogelijkheden voorzien. De Stuvomedewerker van elke campus kan zelf initiatieven nemen of de initiatieven van de studenten organisatorisch en financieel ondersteunen, en beschikt daartoe over een werkingsbudget. Enkele voorbeelden: teambuildingsactiviteiten tijdens de introductieweek, een gezond ontbijt of gezonde lunch, een filmavond, comedy at lunchtime, een complimentendag, een kerstfeestje, een 'moedmoment' tijdens de juni-examens, het organiseren van een galabal …
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
139
11.4
WERKVELD MEDISCHE EN PSYCHOLOGISCHE DIENSTVERLENING Steeds meer studenten kloppen in de loop van hun studies aan bij de dienst Stuvo omdat zij nood hebben aan een goed gesprek of een intensievere begeleiding. Het hulpverleningsaanbod bestaat uit individuele gesprekken, laagdrempelige infosessies en studententrainingen. De campusmedewerkers van de dienst Stuvo fungeren als eerste aanspreekpunt voor studenten met psychosociale vragen. De hulpvraag wordt uitgezuiverd en indien het volgen van een training of therapie zinvol is, wordt de student doorverwezen. De collega’s van het team therapie verzorgen de psychotherapeutische begeleiding, aangevuld met een netwerk van externe therapeuten. Door dit goed uitgewerkte model worden studenten efficiënt en snel geholpen. Deze manier van werken is drempelverlagend, creëert een vlotte toegankelijkheid en voorziet in een doorverwijzing op maat. Daarnaast werkt de dienst Stuvo preventief, zowel op vlak van vroegdetectie als met het oog op het optimaliseren van de slaagkansen. Begeleiding is altijd vrijwillig en wordt opgestart op vraag van de student, of na een doorverwijzing van een zorg- of leercoach, trajectbeheerder of docent.
Psychosociale dienstverlening EEN LUISTEREND OOR
Er is niet direct een vraag naar begeleiding. Het gaat eerder over ventileren, op adem komen, ondersteunen en motiveren tijdens de duur van de studies. EERSTELIJNSGESPREKKEN
De stuvomedewerker verkent de situatie, verheldert samen met de student de hulpvraag, zoekt naar onbenutte krachten en hulpbronnen om zo inzicht te geven en verandering op gang te brengen. Er wordt gezocht naar passende oplossingen. De studenten kunnen geïnformeerd worden over de begeleidingsmogelijkheden bij de interne of externe therapeuten. DOORVERWIJZEN
Wanneer therapeutische begeleiding aangewezen is kan worden doorverwezen: dit gebeurt na een verkenningsfase, in overleg met de student en indien deze daartoe gemotiveerd is. De stuvomedewerker volgt verder op. Bij doorverwijzing is er steeds overleg tussen de campusmedewerker van de dienst Stuvo en de therapeut. Als begeleiding nuttig of nodig wordt geacht, zonder dat de student hier open voor staat, wordt geopteerd voor een open communicatie en het opbouwen van een vertrouwensrelatie. INTAKEGESPREK VOOR DE TRAININGEN
Het doel is om de student te oriënteren naar de gepaste training. Indien er veel verhaal of emotie is, kan er gekozen worden om eerst individueel te werken. PSYCHOTHERAPEUTISCHE BEGELEIDING
De student wordt begeleid in zijn proces van inzicht verwerven en het gezond leren omgaan met moeilijkheden. Er is een gespecialiseerde aanpak van studiegebonden problematieken zoals faalangst, uitstelgedrag en sub-assertiviteit. Maar ook leeftijdsgebonden thema’s, relationele moeilijkheden, een negatief zelfbeeld, stress, piekeren … worden begeleid. CRISISSITUATIES
De dienst Stuvo ontwikkelde voor de collega’s van de hogeschool een leidraad bij het omgaan met studenten in een psychosociale crisis. De dienst Stuvo fungeert als eerste aanspreekpunt en doet voor verdere begeleiding een beroep op de bestaande gespecialiseerde crisishulpverlening in Gent. Na het aanpakken van het urgente van de crisis, worden duurzame oplossingen gezocht. Daarnaast wordt geïnvesteerd in het versterken van de sociale weefsels en vangnetten tussen studenten onderling: een positief klimaat op de campus werkt preventief. Om het onderlinge contact en het welbevinden van de studenten te verhogen, worden sportieve, netwerkvormende en culturele activiteiten georganiseerd, op initiatief van de dienst Stuvo of in de vorm van ondersteuning van studenteninitiatieven.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
140
In 2014 werd gestart met de ontwikkeling van een digitaal hulpverleningspakket: als een student niet meteen op een individueel gesprek kan of wil komen, bestaat de mogelijkheid om autonoom een pakket te doorlopen rond faalangst, assertiviteit of uitstelgedrag. Ook studenten die op locatie zitten door stageopdrachten of buitenlandse studies, kunnen op die manier bereikt worden. Het pakket laat ook een ‘blended’ vorm van begeleiding toe waarbij het online pakket kan geïntegreerd worden in een individuele begeleiding.
Medische dienstverlening Studenten met medische problemen worden doorverwezen naar de studentenartsen van de Universiteit Gent, waar zij aan dezelfde voorwaarden als de UGent-studenten terecht kunnen (terugbetaaltarief). Verder worden verschillende preventieve en ludieke gezondheidsacties opgezet: gezonde ontbijten, bloedinzamelacties, 'moedmomenten' in de examenperiodes ...
11.5
WERKVELD MOBILITEIT Vzw Studentenmobiliteit, waarin de dienst Stuvo participeert, verhuurt studentenfietsen aan democratische prijzen, biedt fietsdiefstalverzekeringen en ook fietsherstelmogelijkheden aan. In 2014 ijvert de dienst Stuvo verder om de kostenstructuur van dit samenwerkingsverband efficiënter te maken om zo de eigen bijdrage te kunnen reduceren. Op die manier komen middelen vrij om alternatieve acties op te zetten rond mobiliteit, waarbij het accent steeds ligt op gezonde en gebruiksvriendelijke studentenmobiliteit.
11.6
WERKVELD STUDENTENWERKING Cultuur Het hoger onderwijs beperkt zich niet alleen tot de cognitieve ontwikkeling van de student, maar kan ook bijdragen tot de vorming van de jongere als individu in de maatschappij. Vanuit dit standpunt geeft de dienst Stuvo graag stimulansen om de cultuurparticipatie van studenten te verhogen. Op verschillende manieren tracht de dienst Stuvo positief gebruik te maken van de netwerkvormende en preventieve kracht van haar gevarieerd cultuuraanbod: - studenten informeren en stimuleren via de het multimediale cultuurplatform Tumult FM (alle Gentse cultuurinfo online) - het initiatief ‘C’ARTE Blanche’ (tickets voor een eigen selectie uit het aanbod), en via eigen communicatiekanalen - zelf culturele activiteiten organiseren - culturele studentenactiviteiten op de campus ondersteunen
Sport Een gezonde geest in een gezond lichaam: welk middel heiligt dan beter dit doel dan sport? Met haar eigen sportdienst organiseert de dienst Stuvo zowel recreatieve als competitiesporten. De Stuvomedewerkers van de sportdienst zijn lid van de Vlaamse Studentensportfederatie, van de ‘Commissie Topsport’ van de Arteveldehogeschool en van de Werkgroep sport in de AUGent. Het studentenaanbod bevat o.a.: - via de sportsticker op de studentenkaart deelnemen aan recreatieve sportactiviteiten (zumba, power sculpt, calorie cruch, clipdance, bootcamp, basketbal,…); - participeren aan enkele losstaande sportactiviteiten, zoals een jaarlijkse ijsschaatsavond, de trappenloop, stuvo-home-activiteit, snow-event; - deelnemen aan de sportactiviteiten die op associatieniveau worden ingericht; - intekenen op de competities van de Vlaamse Studentensportfederatie die worden voorbereid door de Stuvo-sportdienst (oefenwedstrijden, kledij, etc.); - deelname van de studenten aan enkele eigen initiatieven.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
141
Studentenverenigingen Naast de campusgebonden netwerkvorming worden ook de studentenclubs ondersteund. Sinds 2008 krijgen de studentenverenigingen van de Arteveldehogeschool een sponsorcontract. Om enig overzicht te behouden en om de verenigingen in kwestie zelf ook verantwoordelijkheid te laten nemen, worden aan de sponsoring verschillende voorwaarden gekoppeld: - verbondenheid aan de Arteveldehogeschool; - vertegenwoordigers die op een democratische manier verkozen zijn; - de vereniging moet twee keer per academiejaar zijn boekhouding voorleggen; - de activiteiten waarvoor de dienst Stuvo sponsoring toekent moeten toegankelijk zijn voor álle studenten van de Arteveldehogeschool; - Onderschrijven van het Gentse doopdecreet; Het contract zorgt er voor dat studentenvertegenwoordigers de uitgaven voor de organisatie van de activiteiten van hun vereniging (bv. affiches, zaalhuur, treintickets) niet zelf moeten voorschieten. De activiteiten van de studentenclubs zijn sinds 2010 ook verzekerd via een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen.
Netwerkvormende activiteiten De sociale cohesie tussen de studenten vormt voor de dienst Stuvo een belangrijke prioriteit. Zoveel mogelijk zullen de initiatieven die de studenten zelf nemen worden ondersteund en gecatalogeerd onder de noemer ‘netwerkvorming’. Sociale contacten, vriendschappen en solidaire initiatieven zijn op zich al belangrijk, maar hebben ook een positieve invloed op de studieresultaten van de student. Een goed sociaal bindweefsel is de beste preventie voor sociale problemen. Studeren is ook samenleven, afspraken nakomen en zelfstandiger worden. Groepsvormende activiteiten tussen studenten verrichten wonderen en realiseren veel onderling vertrouwen. De Stuvomedewerker kan mee ondersteunen in de organisatie van netwerkvormende initiatieven of zelf een en ander opzetten. Een goede en leuke introductie voor de eerstejaars opent vele deuren en neemt drempels weg. De dienst Stuvo participeert tot slot in de vzw Student Kick Off, het grootste gratis 'student welcome event' in Vlaanderen.
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
142
12
DUURZAAMHEIDSVERSLAG ARTEVELDEHOGESCHOOL 2014 Duurzaamheid is een thema dat al geruime tijd leeft in de Arteveldehogeschool. Het ‘Duurzaamheidsverslag 2014’ heeft de bedoeling aan te tonen hoever de Arteveldehogeschool inzake duurzame ontwikkeling en duurzaamheid staat, en bevat een inventaris van vele duurzame initiatieven: op ecologisch, economisch, sociaal en participatief vlak. Er wordt aandacht besteed aan de realisaties en acties, zoals duurzame (ver)bouwprojecten, digitaliseringsprojecten, aankoop- en afvalbeleid, papier- en energiebesparingen… Duurzame ontwikkeling is een dynamisch gebeuren en beoogt alle actoren in de hogeschool actief in dit streven te betrekken. In juli 2010 werden in het document ‘Duurzaam Hoger Onderwijs in de Arteveldehogeschool’ het beleid en de werking i.v.m. duurzaamheid in opleidingen en diensten uitgetekend, en in vormingsdagen toegelicht. Het ‘Duurzaamheidsverslag 2014’ is daarom meer dan een inventaris van initiatieven; het brengt de concrete inspanningen en vorderingen op vlak van duurzaamheid aan het licht en verbindt het beleid met de realiteit. Bovendien worden in het rapport perspectieven, ideeën en aandachtpunten voor de toekomst aangereikt. Het volledige ‘Duurzaamheidsverslag 2014’ is opgenomen in de bijlagenbundel …
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
143
LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN A ABR
Alle Bouwplaats Risico’s
ACA
Academic Cooperation Association
ACCIO AD ADINSA AGION AHOVOS
Arteveldehogeschool Centrum voor Creativiteit, Innovatie en Ondernemingszin ArteveldehogeschoolDiensten // Active Directory ADviesgroep INternationale SAmenwerking (VLHORA) Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs Agentschap voor Hoger Onderwijs, VolwassenenOnderwijs en Studietoelagen
AHS
ArteveldeHogeSchool
AJ AKWARIS AOP APA
AcademieJaar Arteveldehogeschool KWAliteitszorg Registratie- en InformatieSysteem AssociatieOnderzoeksPlatform Richtlijnen voor referenties en verwijzingen gepubliceerd door de American Psychology Association
APP ASAHP ASR ASTEE ATEE ATP
APPlicatie Association of Schools of Allied Health Professions ArteveldeStudentenRaad ASsessment Tools and indicators for Entrepreneurship Education Association for Teacher Education in Europe Administratief en Technisch Personeel
AUD AUG(ent) AVM AX
AUDiologie (PBA in de logopedie en de ~) Associatie Universiteit Gent AudioVisueel Materiaal Onderdeel van Microsoft Dynamics (voorheen Axapta) (zie ERP)
AZ
Algemeen Ziekenhuis
BAP BaMaFlex BanaBa BEM BIDOC BNB BNBBUO BNBCRT
BAchelorProef Bachelor Master Flexibilisering Bachelor na Bachelor (BNB) BEdrijfsManagement (PBA in het ~) BIbliotheken en DOCumentatiecentra (geïntegreerd softwarepakket voor bibliotheekautomatisering) Bachelor Na Bachelor (BanaBa) BanaBa in het onderwijs: buitengewoon onderwijs BanaBa in de creatieve therapie
BNBSON BNBZRL BPS BuO BTS BUSINET BV-databank
BanaBa in het onderwijs: schoolontwikkeling BanaBa in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren Brusselsepoortstraat Buitengewoon Onderwijs (BNB in de ~) Bologna Translation System Network for the Development of Business Education Programmes BijVoorbeeld databank
B
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
144
BYOD
Bring Your Own Device
BZL
Begeleid Zelfstandig Leren
CADCAM CAO CEGO CF
Computergesteund ontwerpen in 3D (computer-aided drafting) (computer-aided manufacturing) Collectieve ArbeidsOvereenkomst Centrum ErvaringsGericht Onderwijs Centraal Fonds
CISCO CLB
Netwerkapparatuur (bedrijfsnaam afgeleid van San Francisco) Centrum voor LeerlingenBegeleiding
CMO CMS COCAO
CrossMedia-Ontwerp Content Management System COurse on the use of Creative Arts within Occupational therapy
COHEHRE
COnsortium of institutes of Higher Education in Health and Rehabilitation in Europe
COM
COMmunicatiemanagement (PBA in het ~)
CoP COWEB
Community of Practice Competentiegerichte OnderWijsvormen En Beoordelingsvormen
CPBW CRT
Comité ter Preventie en Bescherming op het Werk CReatieve Therapie (BNB in de ~)
CVO
Centrum voor VolwassenenOnderwijs
DHO DiLeAhs DINAR
Databank Hoger Onderwijs Digitale Leeromgeving Arteveldehogeschool Digitaal geïntegreerd platform Arteveldehogeschool
DISCO DMS
DIgitaal SCOresysteem Document Management System
DNS
Domain Name System
EACEA EAIE EBSCO EBSCO EHIS ECHE ECTS EDEN EFYE
Education Audiovisual and Culture Executive Agency European Association for International Education Bedrijf dat een groot aantal full text- en referentiedatabanken groepeert Ebsco Host Integrated Search Erasmus Charter for Higher Education European Credit Transfer System European Distance and E-learning Network European First Year Experience
EFQM EHB EHBA EHBF EHBU EHBV ENOTHE
European Foundation for Quality Management Eerste Hulp Bij … Eerste Hulp Bij Assertiviteit Eerste Hulp Bij Faalangst Eerste Hulp Bij Uitstelgedrag Eerste Hulp Bij Verder studeren European Network of Occupational THErapy institutes
C
D
E
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
145
ENW
ExpertiseNetWerk
EPHEC EPOS
Haute Ecole Economique et Technique Europese Programma’s voor Onderwijs, opleiding en Samenwerking
ERASMUS
European Region Action Scheme for the Mobility of University Students
ERG
ERGotherapie (PBA in de ~)
ERP ESB
Enterprise Resource Planning Enterprise Service Bus
ESF ESR
Europees Sociaal Fonds Europees Systeem van Rekeningen
EU EUC
Europese Unie Erasmus University Charter
EUMA
EUropean Management Assistants
EUPRERA EURASHE EvaS
EUropean Public Relations Education & Research Association EURopean ASsociation of institutions in Higher Education Evaluatie-instrument voor Stage (gedigitaliseerd competentiegericht instrument voor ~)
EVC EVK ExArte
Eerder Verworven Competentie Eerder Verworven Kwalificatie vzw voor Ex-medewerkers Arteveldehogeschool
FA FAQ
Forum Arteveldediensten Frequently Asked Questions
FOORUM FORINT
Forum onderwijsontwikkeling FOrum INTernationalisering
FSC
Forest Stewardship Council (label)
FW
FirmWare (software die in hardware is ingeprogrammeerd)
GAST GDM GENT BC GON GP GRAFOC GZZ
Gentse Associatie STudentenraad Grafische en Digitale Media (PBA in de ~) GENT Big in Creativity Geïntegreerd ONderwijs GastProfessoren Printmedia opleidngscentrum GeZondheidsZorg (Gez)
HA
Herinschrijving Aanvraag (BaMaFlex)
HAN HBO5 HBOV HELMO HIV HO HOC
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (Nederland) Hoger BeroepsOnderwijs (Niveau 5) Hogere Beroepsopleiding voor Verpleegkunde Haute Ecole Libre MOsane Human Immunodeficiency Virus Hoger Onderwijs HogeschoolOnderhandelingsComité
F
G
H
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
146
HoGent
Hogeschool Gent
HoWest HRM
Hogeschool West-Vlaanderen Human Resource Management
IBC IBL ICED ICT
Interne BeroepsCommissie InterBibliothecair Leenverkeer International Consortium for Educational Development Informatie- en CommunicatieTechnologie
IELTS-Certificaat IKZ
International English Language Testing System Integrale KwaliteitsZorg
iMINDS IMPROVE
Vlaamse onderzoeksinstelling, opvolger van IBBT Instrument voor Mindmapping, om PRestaties/performantie Op te lijsten en VErbetertrajecten te etaleren
IOF
Industrieel OnderzoeksFonds
IP
Intensieve Programma’s // Internet Protocol (Voice over IP)
IPAB
Intensive Programme in Audiology across Borders
IPLA IPS
Interdisciplinary Programme Living Ageing In Plane Switching (betreft de display van een tablet)
ISSA
International Step by Step Association
ISEP IUFFP
International Student Exchange Programs Istituto Universitario Federale per la Formazione Professionale
IVV IWT
Instituut voor Verpleegkunde Instituut voor de aanmoediging van innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen
JOU
JOUrnalistiek (PBA in de ~)
KF KISP KMO KNT KOI KPI KVHO KVT
KineFonds Katholiek Instituut voor Sociale Promotie Kleine of Middelgrote Onderneming Kantienberg Kort OpleidingsInitiatief Key Performance Indicator Klaar Voor Hoger Onderwijs KwaliteitsVerbeterTeam
LAN LASSI LDAP LED LLP LNO2
Local Area Network Learning And Study Strategies Inventory Lightweight Directory Access Protocol Laagdrempelig Expertise- en Dienstverleningscentrum Lifelong Learning Programme Lerend Netwerk OnderwijsOndersteuners
I
J K
L
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
147
LOG(O)
LOG(O)pedie (PBA in de ~ en de audiologie)
L&A
Logopedie en Audiologie (PBA in de ~)
MIAT MO* MOCOMA MS MTOS
Museum over Industrie, Arbeid en Textiel MOndiaal Nieuws MOdule in COmmunication MAnagement MicroSoft windows besturingsysteem ManagementTeam Onderwijs- en Studentenbeleid
NACNAH
North American Consortium of Nursing and Allied Health
NAFSA NAS NGO
National Association for Foreign Student Affairs Nieuw AccreditatieStelsel Niet-Gouvernementele Organisatie
NMBS NT2
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen Nederlands als tweede Taal (Nederlands voor anderstaligen)
NTSS NVAO
Neurologische Taal- en SpraakStoornissen Nederlands-Vlaamse AccreditatieOrganisatie
O365
Microsoft Office 365. Programmapakket via cloudcomputing
O&I OAR OC ODC OED
Onderwijsontwikkeling en Internationalisering OpleidingsAdviesRaad OpleidingsCommissie Onderzoeks- en DienstverleningsCentrum Onderzoek en Dienstverlening (O&D)
OER OFM
Onderwijs- en ExamenReglement OFfice Management (PBA in het ~)
OHP OK!PI OKO OLB OLO OM OMT OP OR OSR
Onderwijzend Hulpopvoedend Personeel Overzicht Kwantitatieve Performantie-Indicatoren Onderwijs: KleuterOnderwijs (PBA in het ~) OnderwijsLoopbaanBegeleiding Onderwijs: Lager Onderwijs (PBA in het ~) Organising Mobility OpleidingsManagementTeam Onderwijzend Personeel OpleidingsRaad OpleidingsStudentenRaad
OSO
Onderwijs: Secundair Onderwijs (PBA in het ~)
PBA PDA PDCA PDT PJK
Professioneel gerichte BAchelor Personal Digital Agenda Plan – Do – Check – Act Persoonlijk DeelTraject Pedagogie van het Jonge Kind (PBA in de ~)
M
N
O
P
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
148
POD
PODologie (PBA in de ~)
PPP PROZA
PowerPoint Presentatie PROject ZelfevAluatie (PROSE)
PVC
PolyVinylChloride
PWO
Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek
PWP
PraktijkWerkPlaats
RIBA
Raising International Business Awareness
RSZ
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
SAB SID-in
Sint-AmandsBerg Studie-InformatieDagen
SMART
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden
SNS SON SOVO(ARTE) SOW
Software Nederlandse Spelling SchoolONtwikkeling (BNB in de ~) SOciale VOorzieningen (in de ARTEveldehogeschool) SOciaal Werk (PBA in het ~)
SPA STA STEM STT STUVER
StudiePuntenAanvraag (BaMaFlex) Staff Teaching Assignment (Erasmus) Science Technology, Engineering en Mathematics Staff Teacher Training STUdentenVERtegenwoordiger
STUVO SVS
STUdentenVOorzieningen StudentVolgSysteem
SWOT
Strengths, Weakness, Opportunities and Threats
TBS TOEFL-Certificaat TPT
TerBeschikkingStelling Test of English as a Foreign Language Te Persoonlijke Titel
UCL UGent UK UNIZO
Université Catholique de Louvain Universiteit Gent United Kingdom (=VK) UNIe van Zelfstandige Onderneming
UOS UTN UTPL
Universitaire OntwikkelingsSamenwerking Universidad Técnica del Norte Universidad Técnica Particular de Loja
VAZOV VBJK
Vrije Avondschool Zuid-Oost Vlaanderen (Centrum voor) Vernieuwing in de Basisvoorzieningen voor Jonge Kinderen
Q R
S
T
U
V
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
149
VCLB
Vrij Centrum voor LeerlingBegeleiding
VCOK VDAB
VormingsCentrum Opvoeding en Kinderopvang Vlaamse Dienst voor ArbeidsBemiddeling
VET
Vocational Education and Training
VIA
Vlaanderen In Actie
VK VLAJO
Verenigd Koninkrijk (=UK) VLAamse Jonge Ondernemingen
VLHORA VLIR
VLaamse HOgescholenRAad VLaamse Interuniversitaire Raad
VLOR VLOV
VLaamse OnderwijsRaad VLaamse Organisatie van Vroedvrouwen
VLUHR
VLaamse Universiteiten en Hogescholen Raad
VN VoIP VOKA
Verenigde Naties Voice over IP (telefoneren via internet) Vlaams netwerk van Ondernemingen – KAmers van Koophandel
VOWB
Vlaams Overlegorgaan inzake Wetenschappelijk Bibliotheekwerk
VPK VRK VSPW VTE
VerPleegKunde (PBA in de ~) VRoedKunde (PBA in de ~) Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk VolTijdse Eenheid (eenheden)
VTO VUB VVBAD VVKHO VVOB
Vorming, Training, Ontwikkeling Vrije Universiteit Brussel Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief en Documentatie Vlaams Verbond van het Katholiek Hoger Onderwijs Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en technische Bij-stand
VZW
Vereniging Zonder Winstoogmerk
WANDA
Waarderen, ANalyseren, DAden (benaming ESF-project)
WG WiFi
WerkGroep Wireless Fidelity
Y-generatie
Groep geboren na 1980
ZER ZRL Z-generatie
ZElfevaluatieRapport Zorgverbreding en het Remediërend Leren (BNB in de -) Groep geboren tussen de jaren 1992 en heden
W
X Y Z
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
150
Jaarverslag 2014 - Arteveldehogeschool
151