De Vaart er in! Op weg naar een duurzame gebiedsontwikkeling van de Almeerse bedrijventerreinen De Vaart en Buitenvaart
- Eindrapportage - 23 december 2013 -
Colofon
De Vaart er in!: op weg naar een duurzame gebiedsontwikkeling van de Almeerse bedrijventerreinen De Vaart en Buitenvaart. Remmers, G.G.A.1,3 M. Buiter2 en A. Dekking1,4, 2013 Contact:
[email protected] Opdrachtgevers: Gemeente Almere, Ondernemers Buitenvaart en De Vaart 1. OSA - Ontwikkelcentrum Stadslandbouw Almere. OSA is een samenwerkingverband tussen CAH Vilentum hogeschool Almere, WUR-PPO Lelystad, Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland (OMFL) en Witteveen+Bos. 2. Platform Duurzame GebiedsOntwikkeling / URGENDA. Marc Buiter is secretaris van het Platform DGO (www.patformdgo.nl) , een project van URGENDA 3. CAH Vilentum hogeschool Almere. Gaston Remmers is lector ‘Eco-effectief Ondernemen in een Stedelijke Omgeving’.
4. WUR-PPO Lelystad (Praktijk Onderzoek Plant en Omgeving). Arjan Dekking is onderzoeker bij het PPO onderdeel Stad, Groen en Landbouw.
De Vaart er in!
INHOUD 1. Inleiding ......................................................................................................................................... 3 1.1 Inleiding ................................................................................................................................... 3 1.2 Achtergrond ............................................................................................................................. 4 1.2.1 Tuinders staan voor urgente strategische keuze met bedrijfsperspectief ........................... 4 1.2.2 Industrieterrein De Vaart heeft duurzaamheidsambitie ..................................................... 4 1.2.3 Behoefte aan een gedeelde visie op de gewenste gebiedsontwikkeling ............................. 5 1.3 Organisatie, financiering en deelnemende ondernemers .......................................................... 5 1.4 Opbouw rapportage ................................................................................................................. 6 2. Aanpak en uitvoering ..................................................................................................................... 7 2.1 Aanpak ..................................................................................................................................... 7 2.2 Uitvoering ................................................................................................................................ 8 3. Businesscases................................................................................................................................11 3.1 Co-VergistingsInstallatie (CVI) De Vaarten ...............................................................................13 3.2 AGF De Buitenvaart .................................................................................................................17 3.3 Doorontwikkeling ONZE – Volkstuin onder glas .......................................................................20 3.4 Bodemenergie op De Vaarten .................................................................................................22 3.5 Neighbourfoods ......................................................................................................................26 3.6 Floriade belevingscentrum ......................................................................................................30 3.7 Algaspring ...............................................................................................................................32 3.8 Bloemisterij de Buitenvaart .....................................................................................................33 3.9 Pluktuin de Buitenvaart. ..........................................................................................................36 3.10 Almere Food Hub ..................................................................................................................40 3.11 Growing Medicine .................................................................................................................42 3.12 Biobased Bouwakker ............................................................................................................44 3.13 Floow2 en 4D-metamorfosesysteem .....................................................................................47 4. Is er een markt voor Local4Local voedsel? .....................................................................................49 4.1 De potentie van het Almere als afzetgebied voor regionale productie .....................................49 4.2 Bedrijfscatering de Vaart .........................................................................................................51 5. Het gebiedsverhaal van De Vaarten...............................................................................................53 5.1 De basis...................................................................................................................................53 5.2 Perspectief voor de toekomst ..................................................................................................55 5.3 Beelden bij De Vaarten in 2022 ...............................................................................................56 6. Duurzame doorontwikkeling van De Vaarten ................................................................................59 7. Conclusies en aanbevelingen.........................................................................................................61 7.1 Conclusies ...............................................................................................................................61 7.2 Aanbevelingen ........................................................................................................................61 Bijlagen.............................................................................................................................................63 Bijlage 1: Samenstelling Stuurgroep ‘De Vaart erin!’ ..................................................................63 Bijlage 2: Local4Local potentie van het voedselweb Almere: verkenning naar een lokaal afzetgebied voor groente & fruit. ..............................................................................................64
De Vaart er in!
De Vaart er in!
2
1. Inleiding 1.1 Inleiding Tussen maart en september 2013 is het plan van aanpak ‘De Vaart erin!’ uitgevoerd, waarvan deze rapportage de neerslag is. Het plan van aanpak is geformuleerd in de maanden daaraan voorafgaand, via intensieve voorbereidingssessies met tuinders van LTO Noord Glaskracht afdeling Almere, de bedrijfskring De Vaart, gemeente Almere, Rabobank Almere, Platform Duurzame GebiedsOntwikkeling (DGO) en Ontwikkelcentrum Stadslandbouw Almere (OSA, vertegenwoordigd door CAH Vilentum hogeschool van Almere en PPO-WUR Lelystad). Aanleiding was enerzijds de penibele situatie waarin veel Buitenvaart-tuinders verkeerden eind 2012, waardoor hun gebruikelijke bedrijfsvoering zeer kwetsbaar bleek, en anderzijds het verlangen van De Vaart naar een sterkere profilering als duurzaam bedrijventerrein. Beide bedrijventerreinen realiseerden zich dat een mogelijke oplossing zou kunnen liggen in ‘Local4Local’ als nieuwe bedrijfsoriëntatie: het creëren van stofkringlopen (CO2, energie, organisch restmateriaal) tussen de bedrijventerreinen, wellicht in combinatie met omliggende natuurgebieden en woonwijken, en afzet op de lokale / regionale markt (zie ook kader). Voor de gemeente Almere is een duurzame ontwikkeling van beide bedrijventerreinen niet alleen van belang uit het oogpunt van werkgelegenheid, maar ook met het oog op haar duurzaamheidsambities, waarvoor Floriade 2022 een logisch internationaal venster biedt. Box 1. Local 4 local Onder term ‘local 4 local’ wordt voortgebouwd op de Almere Principles, Cradle 2 Cradle en de Circulaire Economie. Het stuurt daarmee aan op een omslag van ketendenken naar kringloopdenken. In praktisch opzicht gaat het vooral over het beter benutten van de vele mogelijkheden dicht bij huis. Dat kan een lokale of regionale afzetmarkt zijn, ketenverkorting, technologische samenwerking met naburige ondernemers, hoogwaardig hergebruik van afval als grondstof, of het toevoegen van nieuwe functies aan het bedrijf, bijvoorbeeld in de recreatiesfeer. Niet iedereen doet alles, niet elk bedrijf is geschikt om alles uit te proberen. Er is geen ‘one size fits all’. Er zullen ondernemers zijn die voor de wereldmarkt willen blijven produceren en daarom de voorkeur geven aan een technologische verduurzaming van hun bedrijfsproces (bv energie, CO2). Tegelijkertijd zullen er andere ondernemers zijn die ervoor kiezen om voor lokale en regionale markten te gaan produceren met een (ver)breed assortiment aan producten (bv voedsel) en diensten (bv recreatie, beleving enz.). Beide opties kunnen economisch levensvatbaar zijn. Beide kunnen elkaars marktwaarde versterken. Het gaat vooral om het zien en benutten van de kansen die lokaal en in de regio voorhanden zijn, zowel in de vorm van nieuwe technieken als in de vorm van nieuwe markten en verdien-, bedrijfs- en samenwerkingsmodellen. Dit project is niet de enige poging om de ontwikkelingen op beide bedrijventerreinen te stimuleren. Zo loopt er momenteel een duurzaamheidspilot op De Vaart. Daarnaast is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in ontwikkelopties voor de Buitenvaart. Tot nu toe heeft dat onvoldoende soelaas geboden. Het huidige project verschilt van de vorige in die zin dat Local4Local een nieuw, tot nog toe onbekend vertrekpunt biedt, net zoals de expliciete koppeling met bedrijventerrein De Vaart.
De Vaart er in!
3
Het project ‘De Vaart erin!’ beoogt een stimulerend kader te scheppen voor samenwerking van alle partijen die belang hechten aan een duurzame gebiedsontwikkeling van De Vaart en De Buitenvaart in de context van de nabijgelegen natuurgebieden en woonwijken. Kernachtig samengevat is het uiteindelijke doel: economische vitalisering van de bedrijventerreinen door verduurzaming en door koppeling met de kansen aanwezig in aanpalende gebieden. De concrete producten die het project beoogt zijn de volgende: 1. Inzicht in mogelijkheden voor een duurzame toekomst voor de Buitenvaart, resulterend in een go – no go moment voor zowel ondernemers als gemeente 2. Definitie van een aantal (ca. 1 – 5) concrete en perspectiefvolle projecten / contouren van business cases voor vervolg, inclusief een globale route naar de toekomst (transitiepaden). 3. Commitment van meerdere (groepen van) ondernemers aan de doorontwikkeling van deze projecten / business concepten 4. Een gedeeld en inspirerend perspectief op een duurzame ontwikkeling van de twee bedrijventerreinen, op hoofdlijnen (‘gebiedsverhaal’).
1.2 Achtergrond 1.2.1 Tuinders staan voor urgente strategische keuze met bedrijfsperspectief De tuinders op De Buitenvaart, voornamelijk siertelers, staan voor een urgente strategische keuze voor wat betreft de ontwikkeling van hun bedrijven en het gebied als geheel. De urgentie van die keuze hangt nauw samen met twee ontwikkelingen in de markt. In de eerste plaats zijn de bedrijfskosten van de tuinders de afgelopen periode sterk gestegen, vooral als gevolg van de structureel stijgende aardgasprijzen. De hogere energieprijzen hebben een grote impact op de rentabiliteit van de tuinbouwbedrijven aangezien de energiekosten ongeveer 50 procent van de totale bedrijfskosten uitmaken. In de tweede plaats zijn de tuinders op De Buitenvaart afhankelijk van ontwikkelingen op de wereldmarkt voor sierbloemen. Het betreft een ‘kwetsbare afhankelijkheid’ omdat het grootste deel van de geproduceerde bloemen nu via de bloemenveiling in Aalsmeer wordt afgezet op de wereldmarkt, die zeer competitief is. Als zich ergens in de mondiale afzetketens rond Aalsmeer een kink in de kabel voordoet, kan dat dus grote negatieve gevolgen hebben voor de bedrijfsresultaten en overlevingskansen van de tuinbouwbedrijven op de Buitenvaart. Zo’n kink in de kabel kan allerlei oorzaken hebben, uiteenlopend van snel stijgende energieprijzen of nieuwe concurrentie uit andere delen van de wereld tot de uitbraak van een besmettelijke plaag of ziekte. De recente ervaringen van de komkommerkwekers met de gevolgen van de uitbraak van de EHEC-bacterie hebben geleerd waar dergelijke, oorspronkelijk kleine calamiteiten toe kunnen leiden. De noodzaak tot ingrijpende heroriëntatie van de bedrijfsmodellen van de tuinders is sinds de start van het project alleen maar urgenter geworden. Dit blijkt uit het feit dat twee grote, emblematische rozenkwekerijen in najaar van 2013 failliet zijn gegaan. 1.2.2 Industrieterrein De Vaart heeft duurzaamheidsambitie Met het oog op de toekomst van industrieterrein De Vaart oriënteren de lokale bedrijfskring en de gemeente zich al enige tijd op de gewenste ontwikkeling en profilering van het terrein. In onderling overleg is in 2012 besloten dat De Vaart zich zou moeten ontwikkelen tot ‘het meest aantrekkelijke
De Vaart er in!
4
en concurrerende bedrijventerrein van de Noordwestelijke Randstad’. Het duurzaamheidstreven past goed bij deze ambitie, zo werd duidelijk tijdens een inspiratiesessie op 27 september 2012 in de winkel DuurzaamAlmere.nl. De tijdens de sessie aangedragen praktische voorbeelden van duurzaamheidinvesteringen werden door de aanwezige ondernemers in het algemeen positief ontvangen. Of het nu ging om de collectieve inkoop en lokale productie van duurzame energie uit zon, wind en biomassa (o.a. wilgentenen), het meervoudig duurzaam gebruik van oppervlakten zoals daken en gevels, of de opzet van een flexibel systeem voor elektrisch vervoer van personen en goederen; het brede scala aan perspectiefrijke investeringsopties biedt voor de ondernemers op De Vaart (en De Buitenvaart) goede kansen voor verbetering van zowel de concurrentiekracht als de duurzaamheid van hun bedrijven en terreinen. De bijeenkomst van september 2012 vestigde daarmee ook de aandacht op de potentiële meerwaarde van meer samenwerking tussen de ondernemers op de beide bedrijventerreinen. Zo lijkt de ligging van De Vaart en De Buitenvaart, tussen de Oostvaardersplassen en de Lepelaarsplassen en Noorderplassen, goede mogelijkheden te bieden voor een ecologische profilering van het werklandschap als geheel. Het aanwezige warmteoverschot op De Vaart kan worden gezien als laaghangend fruit dat snel kan worden geplukt ten behoeve van de warmtevoorziening van de kassen op De Buitenvaart. Tegelijk werd opgemerkt dat er een trekkende partij nodig is om te komen tot benutting van al deze kansen voor meer duurzaamheid en concurrentiekracht. 1.2.3 Behoefte aan een gedeelde visie op de gewenste gebiedsontwikkeling De uitdagingen voor de ondernemers op De Buitenvaart zijn scherper en urgenter van karakter dan voor de ondernemers op De Vaart. Beide bedrijventerreinen herkennen de diverse strategische kansen die in samenwerking verscholen liggen, zoals m.b.t. de koppeling van CO2-overschot op De Vaart met CO2-behoefte op de Buitenvaart, rond de opwekking van energie uit biomassa met behulp van vergisting en door een verschuiving naar een meer op duurzaamheid en de lokale markt georiënteerde productie (‘Local 4 Local’). Wat echter ontbreekt is een overkoepelend, wenkend perspectief voor de gewenste ontwikkeling van zowel de individuele (tuinbouwbedrijven als het gebied als geheel. Er is met andere woorden behoefte aan een gedeelde visie op een duurzame bedrijfs- en gebiedsontwikkeling. 1.3 Organisatie, financiering en deelnemende ondernemers Het project ‘De Vaart erin!’ is aangestuurd door een Stuurgroep bestaande uit ondernemers uit Glastuinbouwgebied De Buitenvaart en bedrijfskring De Vaart, en de gemeente Almere (zie bijlage 1 voor leden Stuurgroep). De uitvoering lag in handen van het programmateam bestaande uit: Gaston Remmers (CAH Vilentum/OSA), Marc Buiter (Platform DGO) en Arjan Dekking (WUR-PPO/OSA). De Stuurgroep is gemiddeld elke maand bij elkaar geweest om voortgang te bespreken. De Stuurgroep kende ook agendaleden die zich in de aanloop van het project nauw betrokken hebben betoond: Rabobank Almere, LTO Noord Glaskracht, en enkele tuinders. Het project is gefinancierd door bijdragen van de gemeente Almere en de ondernemers. Platform DGO en CAH Vilentum hebben daarnaast in ruime mate in kind geïnvesteerd. In totaal hebben 18 ondernemers uit de Buitenvaart en 18 bedrijven van De Vaart zich gecommitteerd aan het plan van aanpak. De ondernemers van de Buitenvaart hebben ook financieel een bijdrage geleverd aan het mogelijk maken van het project.
De Vaart er in!
5
LTO Noord Glaskracht afdeling Almere is vanuit de Buitenvaart de drijvende kracht achter het voorstel geweest, en heeft ook de ondernemersavond georganiseerd in december 2012, waarin het concept Plan van Aanpak aan alle ondernemers van de Vaart is voorgelegd. Dat wil niet zeggen dat LTO Glaskracht Almere alle tuinders vertegenwoordigd. De ondernemers op de Buitenvaart zijn goed met elkaar en elkaars situatie bekend, maar er zijn ook verschillen in opvatting over hoe een uitweg uit de economische malaise te zoeken. Daarom is er in de samenstelling van de Stuurgroep ervoor gekozen dat tuinders op persoonlijk titel deelnemen, en er niet namens LTO Glaskracht afdeling Almere of namens Belangengroep Bedrijven Buitenvaart zitten. Er is in de maanden januari tot en met maart 2013 veel inspanning geleverd ten behoeve van een evenwichtige vertegenwoordiging van verschillende tuindersvisies in de Stuurgroep. 1.4 Opbouw rapportage Hoofdstuk 2 beschrijft de aanpak en concrete uitvoering van het project. Hoofdstuk 3 beschrijft de kansrijke en deels al actuele business cases die zijn geïdentificeerd. Hoofdstuk 4 vat de belangrijkste inzichten samen uit de studies die verricht zijn naar het voedselweb in Almere. Hoofdstuk 5 geeft woorden aan het gebiedsverhaal van De Vaarten, op basis van de huidige aanwijsbare assets, en schetst een attractief toekomstbeeld. Hoofdstuk 6 bediscussieert het ontwikkelperspectief, en hoofdstuk 7 bevat conclusies en aanbevelingen.
De Vaart er in!
6
2. Aanpak en uitvoering 2.1 Aanpak Dit project beoogt een stimulerend kader te scheppen voor samenwerking van alle partijen die belang hechten aan een duurzame gebiedsontwikkeling van De Vaart en De Buitenvaart in de context van de nabijgelegen natuurgebieden en woonwijken. Kernachtig samengevat is het uiteindelijke doel: economische vitalisering van de bedrijventerreinen door verduurzaming en door koppeling met de kansen aanwezig in aanpalende gebieden. Daartoe is het van belang te werken langs drie parallelle sporen: 1. Opbouw van een gedeelde langetermijnvisie op een duurzame ontwikkeling van het gebied 2. Ondernemerschapsontwikkeling, met daaruit voortvloeiend nieuwe bedrijfs- en verdienmodellen 3. Concrete deelprojecten die op korte termijn kunnen bijdragen aan versterking van de duurzaamheid en concurrentiekracht van de betrokken bedrijven(terreinen). Om deze sporen kans van slagen te geven, is het van belang gefaseerd te werk te gaan. Het is ook belangrijk dat partijen gaandeweg steeds meer gecommitteerd raken en nieuwe stappen (durven) zetten. Voor een volgende stap is het nodig om een zekere spanning op te lossen tussen enerzijds de wens van de gemeente, namelijk dat de ondernemers (met name die van de Buitenvaart) duidelijk kiezen voor een duurzame toekomst met dito doorontwikkeling van hun bedrijven, en anderzijds de wens van de ondernemers, die daartoe wel genegen zijn, maar nog handvatten ontberen om voor die toekomst te kunnen kiezen. Het project De Vaart erin! moet daarom gezien worden als een eerste fase in een langer ontwikkeltraject. In deze fase wordt met beperkte middelen toegewerkt naar een helder keuzemoment, waarop betrokken partijen hun commitment en inzet voor een duurzame toekomst van de bedrijven en het gebied tonen en bezegelen. Dit doen ze op basis van de in dit project verzamelde informatie en perspectieven op bedrijfs- en gebiedsontwikkeling, zodat een geïnformeerde, strategische keuze mogelijk is ten aanzien van de wijze waarop men in een volgende fase verder kan en wil werken (zie ook box 2). In het project De Vaart erin! is er voor gekozen concrete en tastbare activiteiten als vertrekpunt te nemen, en waar mogelijk de consequenties daarvan voor een bredere gebiedsvisie daar uit te destilleren. Dit heeft geleid tot drie actielijnen: Actielijn 1: (Beeld-)vorming duurzame bedrijfs- en verdienmodellen Actielijn 2: Aan de slag: actie(f)onderzoek naar mogelijkheden van ‘local 4 local’, zo concreet mogelijk Actielijn 2A Energie en biomassa Actielijn 2B Duurzame Oppervlakte Exploitatie Actielijn 2C Marktonderzoek Voedsel en Stadslandbouw Actielijn 2D Flexibel Vervoer Actielijn 3: Communicatie: duurzaamheidsstrategieën voor de toekomst
De Vaart er in!
7
2.2 Uitvoering Om invulling te geven aan de in hoofdstuk 2.1 genoemde actielijnen zijn in de periode aprilseptember 2013 een groot aantal activiteiten ondernomen. Zie ook figuur 1. Actielijn 1: beeldvorming over duurzame bedrijfs- en verdienmodellen Om hier invulling aan te geven zijn volgens plan twee excursies georganiseerd naar bedrijven in het westen en zuiden/oosten van het land die hiermee al ervaring hebben opgebouwd. Deze excursies werden nabesproken tijdens reflectieavonden. Een derde geplande excursie (naar het duurzame bedrijventerrein Terneuzen) is afgelast en ingeruild voor een excursie die die goed past bij actielijn 2B, energie en biomassa. Door slim te koppelen met andere projecten konden hier bovenop nog een tweetal andere excursies worden aangeboden aan de tuinders, naar Brabant rondom het project ‘Beter leven Beter Eten’ (koppelen regionale voedselproductie aan zorginstellingen), en naar Lelystad, rondom de gebiedsontwikkeling van ‘De Groene Velden’. Op basis van alle informatie die alle activiteiten in het project opleverde is tot slot een slotreflectie met ondernemers georganiseerd, teneinde de business cases voor de toekomst zo scherp mogelijk te identificeren en te formuleren. Actielijn 2: actieonderzoek naar ‘local 4 local’ Voor actielijnen 2A en 2B zijn vooral vele interviews met ondernemers en andere mogelijke stakeholders gevoerd, soms één-op-één, maar meestal door enkele stakeholders tegelijk te bevragen en met elkaar in contact te brengen. Actielijn 2C is uitgevoerd middels twee onderzoeken vanuit CAH Vilentum. De eerste betreft een verkenning van de mogelijkheden voor afzet van Buitenvaartproductie in Almere; de tweede studie zoomt specifiek in op de mogelijkheden voor bedrijfscatering op De Vaart op basis van productie uit de Buitenvaart. Voor actielijn 2D zijn een aantal gesprekken gevoerd, waarna besloten is de beschikbare tijd en middelen in te zetten voor de overige actielijnen. Flexibel Vervoer blijft als thema relevant, maar in de context van De Vaart erin! is gekozen het accent eerst elders op te leggen. Actielijn 3: Communicatie: duurzaamheidsstrategieën voor de toekomst De bedoeling van deze actielijn was om de informatie die uit de actielijnen 1 en 2 verkregen werd te spiegelen aan externe deskundigheid – en zo niet alleen inhoudelijk gevoed te worden, maar tevens en passant een deel van de PR en communicatie naar buiten te verzorgen. Hoofdvraag was: ‘wat zijn, gelet op de verworven informatie vanuit het project De Vaart erin!, kansrijke verduurzamingsstrategieën voor zowel bedrijven als de bedrijventerreinen?’. Volgens plan zijn hier twee gethematiseerde workshops voor georganiseerd (zie overzicht); tegelijk is het ‘externe ogen principe’ ook toegepast bij andere activiteiten. Door slim te koppelen met andere projecten o.l.v. CAH Vilentum kon tevens een gebiedsschouw plaatsvinden, waarin de verbinding tussen de Oostvaarsersplassen, de beide bedrijventerreinen en de Almeerse woonwijken centraal stond. Een groot aantal externe partijen nam deel. Het project heeft vrij veel aandacht gekregen in de lokale en regionale media, met berichten in het Almere Magazine, Nieuwe Oogst, Vakblad Bloemisterij en een item in het nieuwsbulletin van Omroep Flevoland.
De Vaart er in!
8
Tabel 1. Overzicht activiteiten 2013 (exclusief de diverse interviews, projectteam- en Stuurgroepbijeenkomsten) Actielijn 1
2a
2b 2c
3
Activiteit Excursie naar drie glastuinbouwbedrijven
Datum 22 april
Reflectie-avond Excursie naar drie multifunctionele bedrijven
24 april 30 mei
Reflectie-avond Excursie Beter eten Beter leven Gebiedsschouw Lelystad Slotreflectie kansrijke business cases Excursie naar drie mestvergistingsinstallaties Workshop bodemenergie / WKO Workshop Floow2-concept
30 mei 17 juni 27 juni 24 oktober 12 september
Onderzoek bedrijfscatering De Vaart Onderzoek Potentie voor regionaal voedsel Almere Workshop covergisting Bijeenkomst Local4Local “Food”
Gebiedsschouw De Vaarten Slotbijeenkomst van het project
De Vaart er in!
Bezochte locaties Kwekerij Osdorp (Osdorp) Themapark de Westlandse druif (Monster) De kas zonder gas (Ter Aar) ONZE Volkstuin onder glas De groene schuur (Zevenaar) Hof van Twello (Twello) Fruitboerderij Vink (Luttelgeest) ONZE Volkstuin onder glas Brabant De Tuin van Lelystad ONZE Volkstuin onder glas Zeewolde en Lelystad
30 september 20 september (afgelast) Mei-sep Mei-sep
i.s.m. Duurzaamheidswinkel Almere
15 april 21 mei
De Vaart
11 juni 4 december
De Vaart Buitenvaart, Oostvaardersplassen De Buitenvaart
bijzonderheden
Opgezet rondom het Flevomarkt concept, i.sm. lectorenkring Urban Food en Green
9
Box 2. Doel en verwachte resultaten van het project De Vaart erin! Dit Plan van Aanpak is op 11 december 2012 gepresenteerd op een bijeenkomst voor alle ondernemers op de Buitenvaart, georganiseerd door LTO Noord Glaskracht afdeling Almere. Naar aanleiding van deze bijeenkomst is het, met name voor de ondernemers op de Buitenvaart, van belang het volgende te benadrukken. 1. Dit Plan van Aanpak heeft als doel de weg te bereiden voor een duurzame toekomst van De Buitenvaart en De Vaart op langere termijn. Het gaat ervan uit dat in verduurzaming van de bedrijvigheid op de beide terreinen de sleutel ligt voor economische overleving. Dit Plan van Aanpak stuurt dus niet aan op één specifiek verdien- of bedrijfsmodel (bv. een bepaalde vorm van glastuinbouw). Integendeel, het plan beoogt randvoorwaarden te scheppen voor een veelvoud van verdien- en bedrijfsmodellen waarmee een duurzame toekomst kan worden veilig gesteld (zie ook kader ‘local 4 local’). De ontwikkeling gaat stap voor stap. Daarmee biedt de voorgestelde aanpak dus ook ruimte voor iedere ondernemer om eigen keuzes te maken. 2. Het Plan van Aanpak biedt geen snelle oplossing voor acute problemen zoals een snel afnemende winstmarge op gangbare producten zoals sierbloemen. Verruiming van de horizon naar omliggende gebieden en een duurzame ontwikkeling van de beide terreinen op langere termijn, brengt echter nieuwe kansen in beeld die kunnen bijdragen tot een versnelde, structurele oplossing voor de problemen op de korte termijn. Parallel aan het spoor van visieontwikkeling wordt daarom ook een aantal concrete oplossingsrichtingen verkend zoals productie en uitwisseling van (duurzame) energie, materialen en (organische) reststromen en bediening van lokale afzetmarkten voor voedsel, grondstoffen en energie. Daarnaast trekt een positieve positionering in de media investeringen aan. 3. Er is veel onzeker op dit moment, niet alleen in de tuinbouwsector, maar ook in de economie in het algemeen. Dit Plan van Aanpak biedt ondernemers de gelegenheid om gedurende 6 maanden op een veilige manier te onderzoeken of bepaalde duurzame vormen van gebiedsontwikkeling en bedrijvigheid kansen bieden voor de toekomst. Het enige wat daarvoor nodig is, is een open nieuwsgierige houding. Zo kan een dergelijke verkenning ook de samenwerking tussen ondernemers in het gebied verbeteren. 4. Na afloop van dit traject kan elke ondernemer voor zichzelf de balans opmaken, net als de betrokken institutionele partijen. Respect voor ieders positie en keuze is belangrijk.
De Vaart er in!
10
3. Businesscases In de afgelopen maanden zijn diverse ideeën voor business cases boven komen drijven en onderzocht. Tabel 2 vat ze samen aan de hand van een aantal karakteristieken. Daarna worden ze per stuk toegelicht.
De Vaart er in!
11
Tabel 2. Overzicht potentiele business cases De Vaarten Titel BC
trekker(s)
Betrokken partijen
Wat is het?
1 CVI De Vaarten
De Vijfhoek / Van Werven
De Vijfhoek/Van Werven; Raedthuys; Bosland; CTH; Tuinders; Zuiderzeeland; Gemeente Almere
2 AGF De Buitenvaart
Groep van 5
Belangrijk voor
Kansrijkheid
Ontwikkelstadium
bijzonderheden
productie van duurzame energie en hoogwaardige De Vaart, Buitenvaart organische grondstoffen middels een covergistingsinstallatie die draait op organische reststromen van de bedrijven, GFT, mest enz.
redelijk
verkenning
Biovergisting heeft potentie spil te zijn in het gebiedsverhaal, als draaischijf van diverse stofstromen. Beschikbaarheid van Almeerse AGF is wel randvoorwaarde. Belangrijk om te blijven verkennen.
Groep van 5 (Goudriaan, Zwet, Vliet, Lammeren, Hoorn)
Gezamenlijke groenten- en fruitkwekerij
Buitenvaart
redelijk
idee verkenning
Onderzoek businessontwikkeling door CAH Vilentum studenten gaande
3 ONZE - 'plus' (volkstuin onder glas) Ron van Zwet
Van Zwet, stadsdeel Alm Buiten
Versterken/opplussen ONZE
Buitenvaart
groot
verkenning ontwikkeling
studentenonderzoek online marketing CAH gaande; workshop gepland ism gemeente
4 Bodemenergie De Vaarten
Hans Goudriaan / Dolf Luning
bedrijven van beide bedrijven terreinen
Ontwikkeling van warmte koude aopslag systeem
De Vaart, Buitenvaart
redelijk
idee
spanning tussen grote benodigde investering en investeringscapaciteit ondernemers
5 Neighbourfoods
MAC3Park, URGENDA
MAC3Park, Cuisine Mondiale, ENBIUN, URGENDA
Duurzame catering Mac3 park, belevering door buitenvaart, annex belevingscentrum
De vaart, Buitenvaart
redelijk
verkenning
mogelijk koppelbaar aan BC 3 en 6
6 Floriade belevingscentrum
nog geen trekker
gemeente, tuinders, ondernemers de vaart een bezoekerscentum waar aspecten van het Floriade thema in de making-of fase beleefd kunnen worden, en op korte afstand ook bezocht (in de vorm van de andere BC's hier genoemd).
Gemeente Almere, gebiedsverhaal
onbekend
idee
voorwaarde voor deze BC lijkt solide uitvalsbasis te zijn, bijvoorbeeld gekoppeld aan BC 3 en 5.
7 Algenkweek – Algaspring
Algaspring
Algaspring
productie van algenpoeder tbv o.a. diervoederindustrie, heeft wens tot (grote) uitbreiding
Buitenvaart
groot
lopend
Algaspring laat zien dat unieke kwaliteiten van de Buitenvaart economische potentie hebben: de hoge waterkwaliteit. Nader gesprek met Algaspring over haar ambities is wenselijk
8 Bloemisterij De Buitenvaart
nog geen trekker
tuinders Buitenvaart
Sierteeltgewassen als streekproduct
Buitenvaart
onbekend
idee
goed uit te werken middels studentenonderzoek
9 Pluktuin de Buitenvaart
nog geen trekker
Marc Buiter, De Waard Eetbaar Landschap e.a.
Pluktuin / Fruit-/notenteelt, eetbaar bos
De Vaart, Buitenvaart
onbekend
idee
Maakt onderdeel uit van groter projectvoorstel 'growing up in Almere'; onderwerp ook zeer geschikt voor studentenonderzoek
10 Almere Food Hub
nog geen trekker
tuinders, retail, horeca enz
Een regionaal overslag centrum voor regionale producten, gebiedsverhaal, logistiek knooppunt Buitenvaart, Almere, Flevoland
onbekend
idee
Amsterdam Food Centre is momenteel voor de meeste Almeerse retail de belangrijkste bron, er is geen Almeers overslagpunt. Deze 'Food Hubs' worden internationaal als heel belangrijk ingeschaald voor local4local ontwikkeling. Idee is koppelbaar aan BC 3, 5 en 6
11 Growing Medicine
nog geen trekker
mogelijke partijen: Green Health consortium, zorginstellingen
Teelt van specifieke plantinhoudstoffen tbv gebruik in pharmacie en dieten
Buitenvaart, gebiedsverhaal
onbekend
idee
nadere verkennig wenselijk, teelt van specifieke plantinhoudsstoffen zal in toekomst ws grote vlucht nemen. Kan interessant food health bedrijven cluster oplveren, met bv Yakult en Algaspring
12 Biobased bouwakker
Marc Buiter
productie van plantaardige bouwmaterialen op braakliggende stukken grond
Gebiedsverhaal
redelijk
idee
Maakt onderdeel uit van groter projectvoorstel 'growing up in Almere'
13 Floow2
geen trekker beschikbaar
Marktplaats voor bedrijven
De Vaart
redelijk
bevroren
idee leek aanvankelijk grote potentie te hebben, maar er heeft zich geen trekker aangediend
14 4-D Metamorfosesysteem
geen trekker beschikbaar
meervoudige benutting van verticale oppervlakten (bedrijfswanden) door technisch innovatie, levert energie, voedsel, PR
De Vaart
groot
bevroren
idee leek aanvankelijk grote potentie te hebben, maar er heeft zich geen trekker aangediend
kansrijk, heeft prioriteit in nadere uitwerking interessant, maar nog zonder trekker en/of nog erg pril voorlopig niet in beeld
De Vaart er in!
12
3.1 Co-VergistingsInstallatie (CVI) De Vaarten Businesscase Centrale co-vergisting van mest en organische reststromen Wie trekt dit? De Vijfhoek / Van Werven en Urgenda zijn samen trekker van dit initiatief. Waar gaat het over? Co-vergisting van mest en organische reststromen biedt diverse duurzaamheidkansen voor De Vaarten. Een uitgebreide verkenning heeft geleerd dat de meest reële kansen zich voordoen rond de opzet en exploitatie van een centrale vergistingsinstallatie (CVI) op het terrein van De Vijfhoek. In deze CVI kunnen mest en organische reststromen zoals GFT uit huishoudens en (tuinbouw)bedrijven worden vergist tot biogas, CO2 en hoogwaardige organische meststoffen (digestaatproducten). Het biogas kan met behulp van een WKK-installatie worden omgezet in warmte en elektriciteit dat kan worden afgezet bij bedrijven (w.o. tuinbouwbedrijven) en huishoudens in de buurt. Het koolzuurgas en de digestaatproducten kunnen worden afgezet bij met name de tuinders op De Buitenvaart, maar ook bij andere (stads)landbouwbedrijven in de stad en omgeving. Het kansrijk scenario rond deze business case voorziet tevens in de ontwikkeling van een integraal en dynamisch ketenkwaliteitszorgsysteem. Realisatie van deze business case kan bijdragen tot de volgende doelen: Duurzame kringloopsluiting en systeeminnovaties op lokale en regionale schaal via upcycling van mest en organische reststromen, met name GFT-afval uit Almeerse bedrijven en huishoudens, geheel conform de Almere Principles en doelen van Growing Green Cities. Reductie van broeikasgasemissies (= tevens bijdrage aan klimaatneutraal Almere) via: √ productie en lokaal gebruik van duurzame energie uit mest en organische reststromen (biogas) √ hergebruik van CO2 (=bijproduct van co-vergisting) voor agrarische productiedoelen (tuinbouw) √ vastlegging van CO2 in de bodem, doordat een verstandig gebruik van digestaatproducten bijdraagt tot een betere bodemvruchtbaarheid en een hoger organische stofgehalte in de bodem √ terugdringing van het gebruik van kunstmest en pesticiden Vermindering van de ziektedruk op land- en tuinbouwbedrijven die digestaatproducten gebruiken voor bemesting van vollegrondsteelten (in vergelijking met het gebruik van ruwe dierlijke mest), waardoor ook minder gewasbescherming nodig is.
De Vaart er in!
13
Diverse kostenbesparingen voor bedrijven (en huishoudens) die gebruik maken van duurzame energie (warmte en/of elektriciteit) en digestaatproducten uit de CVI Inkomsten uit een rendabele exploitatie van de CVI voor alle partijen die financieel participeren Versterking van de samenwerking en sociale cohesie tussen bedrijven en bewoners in Almere Verbetering van het externe (duurzaamheid)imago van De Vaarten Werkgelegenheid
Wat is het ontwikkelperspectief? Deze business case heeft een redelijke kans van slagen. Sterke punten • • • • •
Upcycling mest & organische reststromen en volgens C2C-principes Productie duurzame energie (biogas) en hoogwaardige organische meststoffen Integrale en dynamische ketenkwaliteitszorg Sectoroverstijgende samenwerking Modulair opschaalbaar
Kansen • • • •
Aanbesteding Groenafval Flevoland Ontheffing co-vergisting GFT Duurzaamheidambities & Ruimte Vijfhoek Synergetische koppelingen met bodemenergie, algenkweek, RWZI, stadsbeheer, Growing Green City / Floriade 2022
Beperkingen • • •
Organisatorisch en financieel complex Extra transportbewegingen vanwege aan- en afvoer biomassastromen Afstemming vraag/aanbod energie en digestaat
Bedreigingen • • • •
Rigide regelgeving (o.a. positieve lijst) Eenzijdige commerciële exploitatie CVI Negatief imago co-vergisting Er komen onvoldoende geschikte organische reststromen beschikbaar
De rentabiliteit van een CVI kan gunstig worden beïnvloed door co-vergisting van *GF(T)-afval uit huishoudens en/of bedrijven (o.a. gewasresten tuinders), maaisels uit groenbeheer en/of organische reststromen uit bedrijfsprocessen, omdat deze reststromen geld aan de poort mee kunnen brengen. Nadeel van co-vergisting van bovengenoemde reststromen is dat het gebruik van de daaruit voortvloeiende digestaatproducten in de land- en tuinbouw aan beperkende regels is gebonden vanwege de relatief grote risico’s op verspreiding van ziektekiemen, onkruidzaden en verontreinigingen. De voornoemde risico’s kunnen worden ondervangen met behulp van een integraal ketenkwaliteitszorgsysteem, in combinatie met een ontheffing van de verbodsbepaling uit de zogenoemde ‘Positieve Lijst’ met toegestane co-producten. Daarnaast kan afzet van digestaatproducten buiten de landbouw worden overwogen. Uit de excursie langs verschillende vergistingsinstallaties in Flevoland is naar voren gekomen dat de toepassing van integrale
De Vaart er in!
14
ketenkwaliteitszorg (of: ‘duurzaamheidzorg’) een cruciale randvoorwaarde voor succes is voor ieder co-vergistingsinitiatief. Dat heeft vooral te maken met de noodzaak om de diverse risico’s rond covergisting (o.a. besmetting en verontreiniging digestaat) niet alleen goed in beeld te krijgen, maar ook slim (en betaalbaar) te beheersen. Voor de opzet van een integraal ketenkwaliteitszorgsysteem rond een CVI is een plan van aanpak beschikbaar, dat met enige aanpassingen zo kan worden uitgevoerd in Almere. Een goede, sectoroverstijgende samenwerking tussen ketenpartijen is zowel randvoorwaarde voor, als potentieel toegevoegde waarde van een geslaagde business case rond een CVI op De Vaarten. Voor de economische levensvatbaarheid is het bijvoorbeeld van groot belang dat het aanbod en de afzet van de energie- en biomassastromen rond de CVI voor lange termijn (ca. 10 jaar) is zeker gesteld, bijvoorbeeld met behulp van langjarige leverings- en afnamecontracten. Daarnaast staat of valt de integrale ketenkwaliteitszorg met de mate waarin de betrokken ketenpartijen in staat en bereid zijn zich ‘netjes’ te gedragen, onder meer door een zorgvuldige scheiding van reststromen die als input voor de CVI dienen. Deze randvoorwaarden staan op gespannen voet met een eenzijdige commerciële exploitatie van een CVI op De Vaart door één bedrijf. De randvoorwaarden pleiten er eerder voor dat alle betrokken ketenpartijen, direct of indirect, (financiële) belangen krijgen en ervaren bij een succesvolle en duurzame exploitatie van de beoogde CVI, bijvoorbeeld via de oprichting van een (gebieds)coöperatie waarin de betrokken partijen (financieel) kunnen participeren. Rond een CVI op de Vaarten doen zich diverse win-win-kansen op synergie voor. Zo zijn er op De Vaart minimaal twee bedrijven die organische reststromen afvoeren die met een hoge biogasopbrengst vergist zouden kunnen worden in (een aparte module van) de beoogde CVI. Daarnaast dienen zich interessante afzetmogelijkheden aan voor de door de CVI te produceren warmte en digestaatproducten bij het bedrijf Algaspring, dat zich op De Buitenvaart heeft gevestigd. Een CVI kan uitstekend worden gecombineerd met de aanleg van collectieve voorzieningen voor transport en opslag van warmte (warmtenet) op De Vaarten. Dergelijke win-win-kansen verdienen nader onderzoek. Wat is het ontwikkelstadium? Deze business case bevindt zich nog in een pril ontwikkelingsstadium. Het bedrijf Raedthuys heeft inmiddels besloten af te zien van een subsidie-aanvraag in het kader van de SDE-regeling, omdat een dergelijke aanvraag vrijwel kansloos zou zijn. De Vijfhoek heeft serieuze belangstelling voor de opzet en exploitatie van een CVI, mede vanwege de beschikbare ruimte op het eigen bedrijfsterrein en de duurzaamheidambities van het bedrijf. Diverse tuinders zien waardevolle kansen in de afname van energie, CO2 en digestaatproducten van een CVI op De Vaart. Zij hebben echter weinig investeringsruimte. Hoe nu verder? Voor een succesvolle realisatie van deze business case moet het kansrijk scenario verder worden uitgewerkt tot een concreet bedrijfsplan voor een CVI op het bedrijfsterrein van De Vijfhoek op basis
De Vaart er in!
15
van een participatieve haalbaarheidsanalyse met bijbehorende kosten-batenanalyse. Daarbij kunnen de trekkers, De Vijfhoek/Van Werven en Urgenda, in overleg en samenwerking met de andere ketenpartijen – o.a. andere belanghebbende bedrijven op De Vaarten, gemeente en bewonersgroepen –antwoord gaan geven op de volgende vragen. • Kan De Vijfhoek direct of indirect beschikking krijgen over een substantiële hoeveelheid GFT-afval? En zo ja, onder welke (financiële) voorwaarden? • Wat zijn, vanuit financieel, organisatorisch en duurzaamheidoogpunt, de meest aantrekkelijke scenario’s voor aanbod en afzet van de energie- en biomassastromen rond de beoogde CVI? • Wat zijn hierbij de meest aantrekkelijke en kansrijke win-win-opties in relatie tot de andere lopende en voorgenomen activiteiten op De Vaarten (o.a. vestiging Algaspring, warmtenet)? • Kunnen er met de betrokken belanghebbende partijen zodanige afspraken worden gemaakt dat √ er tegelijk met de realisatie van een CVI ook een integraal ketenkwaliteitszorgsysteem kan worden ontwikkeld dat is toegesneden op de specifieke omstandigheden op en rond de beoogde CVI √ het aanbod en de afzet van de energie- en biomassastromen rond de beoogde CVI voor lange termijn (ca. 10 jaar) kan worden zeker gesteld? • Is de inspectie bereid om, mede op basis van het beoogde ketenkwaliteitszorgsysteem, ontheffing te verlenen voor het verbod op de toepassing in de land- en tuinbouw van digestaatproducten die voortkomen uit co-vergisting van met name GFT-afval? • Wat is, mede gelet op de financiële belangen en gewenste betrokkenheid van belanghebbende ketenpartijen, de meest geëigende organisatievorm voor opzet en exploitatie van een (collectieve) CVI op het terrein van De Vijfhoek? • Onder welke voorwaarden zijn de betrokken ketenpartijen ook bereid met elkaar in zee te gaan in het kader van deze nieuwe organisatievorm? • Kunnen de betrokken ketenpartijen, mede op basis van de kosten-batenanalyse in het bedrijfsplan, een geïnformeerd en positief go-besluit nemen ten aanzien van de realisatie van de beoogde CVI en het bijbehorende ketenkwaliteitszorgsysteem? • Zijn de beoogde investeerders, gelet op de antwoorden op de bovengenoemde vragen, bereid en in staat om tot de benodigde investeringen over te gaan? Het moge duidelijk zijn dat er voor beantwoording van de hiervoor gestelde vragen nog diverse gesprekken, bijeenkomsten, berekeningen en teksten (o.a. voor bedrijfsplan en ketenkwaliteitszorg) nodig zijn. Voor deze activiteiten moet eerst financiering worden gevonden, zowel bij de beoogde belanghebbende partijen als bij de overheid (voor co-financiering). Daartoe kunnen De Vijfhoek en Urgenda samen een financierbaar projectvoorstel uitwerken.
De Vaart er in!
16
3.2 AGF De Buitenvaart Businesscase Gezamenlijke groenten en fruitkwekerij Wie trekt dit? Er zijn vijf ondernemers die momenteel interesse hebben voor dit concept: Van Zwet, Goudriaan, van Lammeren, van Hoorn en van Vliet. Waar gaat het over? Er is momenteel veel belangstelling voor lokaal geproduceerd voedsel. Deze belangstelling vind je niet alleen bij consumenten, maar ook bij de horeca, retail, catering en instellingen. Voor deze afnemers is leveringsgarantie, een ruim sortiment en een goede logistiek van groot belang. Op de Buitenvaart worden momenteel vooral sierteeltgewassen geteeld, voedsel nauwelijks. Er staan echter nog een aantal kassen leeg. Misschien dat één van deze zich goed kan lenen voor het telen van groente onder glas. Een nu nog leeg staand bedrijf op de Buitenvaart wordt geschikt gemaakt voor het telen van groentegewassen. Hierin gaan een aantal telers op de Buitenvaart samenwerken in de teelt, de marketing, de verwerking en de afzet. Op dit bedrijf wordt een breed scala van groentegewassen geteeld. Eventueel kan dit ook worden gecombineerd met teelt in de vollegrond op één van de nu nog niet gebruikte percelen grond die nog her en der op de Buitenvaart beschikbaar zijn. Er wordt geteeld op contract en bestelling. Potentiële klanten zijn: Gemeente Almere Flevoziekenhuis Zorggroep Almere Schoolkantines RABObank Plaatselijke cateraars Plaatselijke horeca Grotere Almeerse bedrijven (Athlon, Car Lease, Yakult) Dit nieuwe bedrijf kan eventueel aanhaken bij het Almeerse praktijknetwerk “lokaal voedsel Almere” www.lokaalvoedselalmere.nl waarin een aantal producenten samenwerken aan het vergroten van de afzet van lokaal geproduceerde producten. Wellicht dat hier ook logistieke voordelen te behalen zijn. Door hier met meerdere ondernemers aan te werken kunnen de taken (marketing, teelt, logistiek en administratie) worden verdeeld. Voor de keuze voor een logisch organisatiemodel moet er eerst nader onderzoek worden gedaan naar de manier waarop het bedrijf vorm gaat krijgen. Er zijn al enkele bedrijven die op beperkte schaal telen voor derden: www.weethoejeleeft.nu bijvoorbeeld, aan de Linnaeusweg, het bedrijf van Jolanda eb Peet van Adrichem, teelt voor PDX-
De Vaart er in!
17
services, een cateraar; ONZE teelts voor het restaurant Brasserie bakboord; en een Turkse ondernemer huurt een kas voor de teelt van groente voor een aantal Turkse groentewinkels. In het boek “Proef de smaak van Flevoland”1 zijn nog meer inspirerende voorbeelden beschreven. Realisatie van deze business case kan bijdragen aan de volgende doelen: Het ontwikkelen van een nieuwe afzetmarkt voor producten van de Buitenvaart Het verkleinen van de afhankelijkheid van de reguliere markt van sierteeltgewassen Meer samenwerking tussen de bedrijven op de Buitenvaart Het vergroten van de naamsbekendheid van de Buitenvaart Werkgelegenheid Door op één bedrijf een breed pakket van groente te gaan telen en deze lokaal af te zetten ontstaat een nieuwe product markt combinatie. Als bedrijven onderling producten gaan uitwisselen en ook gezamenlijk in zaken gaan versterkt dit de samenwerking en saamhorigheid. Producten lokaal afzetten onder een gezamenlijk merk vergroten de plaatselijke bekendheid van de Buitenvaart. Hierdoor worden mensen wellicht eerder geprikkeld om het gebied te bezoeken. Lokaal afzetten is ook extra arbeid, als dit werk betaald word genereer je dus ook extra werkgelegenheid. Wat is het ontwikkelperspectief? De kans rijkheid van deze buisiness case is redelijk. Sterk 1. Draagvlak bij telers; 5 telers willen hier samen mee aan de slag 2. Hoge toegevoegde waarde 3. Teeltkennis is ruimschoots aanwezig 4. Meer samenwerking in het gebied 5. Vergroten naamsbekendheid Buitenvaart 6. Transparantie in de keten 7. Veel afnemers zorgen voor stabiliteit 8. Combinatie met zorg en recreatie mogelijk Kans 1. Verkleinen afhankelijkheid reguliere afzetketens 2. Werkgelegenheid 3. Vraag naar regionale producten 4. Vraag ‘etnische producten’ 5. Vraag naar herkenbaarheid en beleving 6. Floriade 2022
1
Beperkingen 1. Lange aanlooptijd om tot een rendabel concept te komen 2. Kleine volumes 3. Veel afstemming nodig tussen vraag en teelt 4. Beperkte houdbaarheid van de product
Bedreiging 1. Concept moet concurreren tegen zeer efficiënt opererende toeleveranciers
Cremer, I., 2011: De smaak van Flevoland: van kavel tot keuken en lekker lokaal. Centrum Biologische Landbouw, Lelystad.
De Vaart er in!
18
Wat is het ontwikkelstadium? Een aantal ondernemers op de Buitenvaart heeft belangstelling om met dit plan aan de slag te gaan. Bij onder meer Vitam en Zorggroep Almere is beginnende belangstelling voor het gebruiken van regionaal geteelde producten. Hoe nu verder? Om deze business case te gaan realiseren zijn er nog een heel aantal vervolgstappen noodzakelijk: Haalbaarheidsonderzoek en kostprijsberekening Marktonderzoek + verkenning houding potentiële afnemers Testen commitment op de Buitenvaart; het vinden van een trekker voor deze business case Organisatiemodel en contracten Marketing, ontwikkeling huisstijl en logo Ontwikkelen van een teeltplan met de voldoende flexibiliteit In het najaar van 2013 wordt door studenten van CAH Vilentum, in het kader van de onderwijsmodule ‘strategisch ondernemerschap’, een verkenning uitgevoerd naar de haalbaarheid van deze business case, waarbij vooral wordt ingezoomd op de marktpotentie. De winterperiode van 2013-2014 kan benut worden voor bijvoorbeeld klantenwerving. Op basis van afspraken over product, kwantiteit en levertijd, kan dan een teeltplan opgesteld worden. Door hier met meerdere ondernemers aan te werken kunnen de taken (marketing, teelt, logistiek en administratie) worden verdeeld.
De Vaart er in!
19
3.3 Doorontwikkeling ONZE – Volkstuin onder glas Business case Versterking bedrijfsconcept ONZE Wie trekt dit? ONZE is een gezamenlijke onderneming van Ron van Zwet en Joop van der Wurff. Waar gaat het over? Sinds voorjaar 2012 is het bedrijf “ONZE Volkstuin onder glas” actief op de Buitenvaart. Momenteel bestaat het bedrijf uit de volgende onderdelen: De verhuur van volkstuinen aan particulieren Het telen van groente voor restaurants (Brasserie Bakboord) en winkels (slagerij Almere Haven) Een streekwinkel De verkoop en distributie van groentepakketten (deels eigen teelt, deels Bio Romeo) Realisatie van deze business case kan bijdragen aan de volgende doelen: Voor een verdere ontwikkeling op het gebied van Local4Local op de Buitenvaart is het belangrijk dat één van de eerste pionier-bedrijven blijft bestaan. Tevens kan het bedrijf fungeren als een kraamkamer voor ideeën voor nieuwe product-markt combinaties. Met deze business case worden een aantal doelen bereikt: Het versterken van het economisch perspectief van ONZE Het versterken van de voorbeeldfunctie van ONZE Het ontwikkelen van nieuwe Product-Markt combinaties (proeftuin/proefkwekerij) Momenteel is het bedrijf onvoldoende rendabel om het voortbestaan op de lange termijn te garanderen. Het is wel één van de eerste local4local concepten die op de Buitenvaart actief is. Voor een verdere ontwikkeling van local4local op de Buitenvaart is het voortbestaan van dit bedrijf zeer belangrijk. Voorlopig kan de huidige bedrijfsvorm gehandhaafd blijven. Deze kan, afhankelijk van de toekomstige bedrijfsontwikkeling, eventueel bijgesteld worden. Wat is het ontwikkelperspectief? De kans rijkheid van deze buisiness case is groot. Sterk Uniek concept Locatie dicht bij de stad Mogelijkheid om nieuwe bedrijfsonderdelen toe te voegen
De Vaart er in!
Beperkingen Onvoldoende tuinen verhuurd Beperkte investeringsruimte Nieuwe bedrijfsonderdelen onvoldoende ontwikkeld Faciliteiten voor vergaderen, sanitair etc. 20
Kans Ligging nabij de stad Ruimte in bestemmingsplan
Bedreiging Lage prijzen reguliere producten Groot aantal aanbieders vergelijkbare groentepakketten
Wat is het ontwikkelstadium? Ron van Zwet, de huidige ondernemer van ONZE is voor dit project de aangewezen trekker. Vanuit de gemeente Almere is bovendien het initiatief genomen om een bijeenkomst te organiseren waarbij met een aantal stakeholders nagedacht wordt over mogelijkheden om het bedrijfsconcept van ONZE te versterken. Hoe nu verder? In kader van het project “De Vaart er in” zijn een aantal inspirerende voorbeelden bezocht: Kwekerij Osdorp Themapark de Westlandse druif De Groene Schuur Hof van Twello Fruitboerderij Vink Deze bedrijven hebben activiteiten ontwikkeld die mogelijk ook voor ONZE interessant zijn. Denk hierbij aan: zorglandbouw, vergaderlocatie, kookworkshops, recreatie, zelfpluk etc. In deze business case gaat het om het zodanig versterken van het bedrijfsconcept dat het voortbestaan gegarandeerd is. Hierbij gaat het om de ondernemer (b.v. het versterken van de ondernemersvaardigheden), het bedrijf (b.v. het 0ptimaliseren van de huidige bedrijfsonderdelen en het ontwikkelen van nieuwe bedrijfsonderdelen) en de omgeving (b.v. het versterken van de communicatie en zichtbaarheid van het bedrijf). Voorgesteld wordt om eerst de bijeenkomst met stakeholders af te wachten. Wellicht dat tijdens deze bijeenkomst een aantal potentiële ontwikkelingsmogelijkheden benoemd worden. Deze kunnen vervolgens verder worden uitgewerkt. In het najaar van 2013 werken studenten van CAH Vilentum delen van de online marketing strategie van ONZE uit.
De Vaart er in!
21
3.4 Bodemenergie op De Vaarten Businesscase rond de ontwikkeling en exploitatie van een collectief bodemenergiesystem voor De Vaart en De Buitenvaart Wie trekt dit? Er is tot dusver geen trekker voor dit initiatief, maar mogelijke trekkers zijn LTO Glas, VBA De Vaart, de gemeente Almere, of een nieuw op te richten werkgroep met vertegenwoordigers van deze partijen. Waar gaat het over? Uit de in het voorjaar gehouden enquête blijkt dat diverse bedrijven op De Vaart en De Buitenvaart hoogwaardige en laagwaardige warmte ‘over’ hebben, In de huidige praktijk wordt deze overtollige warmte ‘geloosd’ in de atmosfeer terwijl deze warmte, in theorie althans, ook nuttig hergebruikt zou kunnen worden door andere bedrijven op De Vaart en/of De Buitenvaart. Daarnaast hebben alle bedrijven op beide terreinen behoefte aan verwarming (’s winters) en verkoeling (’s zomers) van bedrijfsruimtes. Bodemenergiesystemen met bijbehorende infrastructurele voorzieningen voor transport van warmte en koude (bv. een warmtenet) vertegenwoordigen tezamen een kansrijke zoekrichting om te komen tot een kostenefficiënte en duurzame warmte- en koudevoorziening op De Vaart en De Buitenvaart. Deze systemen kunnen in het algemeen niet voorzien in de behoefte aan proceswarmte van industriële bedrijven waarvoor temperaturen van meer dan 200 °C nodig zijn. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen de volgende soorten bodemenergiesystemen. • Energieopslagsystemen – open systemen: Warmte Koude Opslag (WKO) – gesloten systemen: WKO en Hoge Temperatuur Warmte-Opslag (HTO) • Geothermiesystemen – diepe geothermie (1.500 – 5.000 m-mv2) – ondiepe geothermie (500 – 1.500 m-mv) Bovendien kan nog onderscheid worden gemaakt tussen individuele (voor 1 bedrijf) en collectieve (voor meer bedrijven) systemen. In samenwerking met IF-technology zijn de mogelijkheden verkend voor toepassing van bodemenergie op Vaart en de Buitenvaart. Hierbij zijn de verschillende bodemenergiesystemen beoordeeld op: *het energiebesparingspotentieel, *de toekomstbestendigheid, *de kostprijs van de technologie, *de technische risico’s, *de inpasbaarheid in het gebied en *de vergunbaarheid. Een systeem is positief beoordeeld op ‘toekomstbestendigheid’ als het flexibel kan worden aangepast aan veranderingen in vraag naar en aanbod van warmte en koude, bijvoorbeeld als gevolg van 2
m-mv: beneden maaiveld.
De Vaart er in!
22
faillissementen of de komst van nieuwe bedrijven op De Vaarten. In dit verband is met name rekening gehouden met de (mogelijke) komst van een vergistingsinstallatie, een Datacentre en een algenproductiebedrijf op De Vaarten. Op basis van de resultaten van deze eerste verkenning lijken de collectieve systemen voor diepe geothermie en Hoge Temperatuur Warmte-Opslag (HTO), inclusief bijbehorende infrastructuur voor transport van warmte en koude, op dit moment het meest kansrijk. Nader haalbaarheidsonderzoek zal moeten uitwijzen welke van deze opties, vanuit organisatorisch, financieel, juridisch en technisch oogpunt, het meest kansrijk en duurzaam is. Wat is het ontwikkelperspectief? Het ontwikkelingsperspectief voor realisatie en exploitatie van zowel diepe geothermie als Hoge Temperatuur Warmte-Opslag (HTO) met bijbehorende infrastructuur op De Vaarten lijkt redelijk kansrijk. Hieronder wordt voor beide bodemenergiesystemen een SWOT-analyse geschetst. SWOT Diepe Geothermie met warmte-/koudenet
Sterke punten • • • •
Groot energiebesparingspotentieel Biedt prijs- en leveringszekerheid voor lange termijn Diepe geothermie is goed inpasbaar en vergunbaar op De Vaarten Andere warmte- en koudebronnen kunnen worden aangetakt op infrastructuur geothermie
Beperkingen • • • • •
•
Kansen •
• •
SDE+-subsidie + SEI-garantieregeling tegen risico misboring kunnen tezamen een gedegen en haalbare business case opleveren met een: Concurrerende kostprijs warmte/koude Provincie wil graag ondersteuning geven aan een pilot-project rond bodemenergie
Geologisch vooronderzoek nodig Hoge investeringskosten Alleen geschikt v. verwarming ruimtes/tapwater Serieuze technische risico’s (o.a. misboring) Clustering van bedrijven nodig en dus ook goede samenwerking tussen deelnemende partijen Vereist aantoonbare expertise operator
Bedreigingen • •
Onvoldoende samenwerking ondernemers De Vaart – Buitenvaart en gemeente Er is nog geen financieel draagkrachtige investeerder in beeld
Toelichting: Het gebied De Vaart / Buitenvaart is gelegen boven de zogenoemde Slochterenformatie, een bodemlaag die bekend staat als geschikt voor geothermie (watertemperatuur 85-95 °C). Er is onzekerheid over de vraag of deze formatie voldoende doorlatend is. Diepe geothermie is vergunbaar onder de mijnbouwwet.
De Vaart er in!
23
De SDE+-subsidieregeling is in 2013 aantrekkelijk gemaakt voor diepe geothermie. Indien het project subsidiabel wordt geacht, compenseert de regeling het kostenverschil tussen groene stroom uit geothermie en grijze stroom uit het net. Daarnaast kan een beroep worden gedaan op de SEIgarantieregeling om het risico op een misboring af te dekken. Voorwaarde daarbij is dat de kans op een succesvolle boring groter dan 90 procent moet zijn. Om aan die voorwaarde te kunnen voldoen is een geologisch onderzoek noodzakelijk. Bij een misboring wordt maximaal 85% van de investeringskosten vergoed met een maximum van €7.225.000. De premie bedraagt 7% van de subsidiabele kosten. Mede vanwege de hoge investeringskosten vereist een geothermieproject goede samenwerking tussen belanghebbende partijen, in deze: ondernemers De Vaart, tuinders Buitenvaart, gemeente en provincie. SWOT Hoge Temperatuur Warmte-Opslag (HTO)
Sterke punten • • • • •
Maximale benutting beschikbare restwarmte door opslag overschotten in de zomer In de winter meer warmte beschikbaar voor warmtelevering HTO biedt back-up capaciteit bij tijdelijke onderbreking warmtelevering HTO is goed inpasbaar op De Vaarten Andere warmte- en koudebronnen kunnen worden aangetakt op infrastructuur HTO, bv. (bio-)WKK’s tuinders, datacentre, geothermie
Kansen • •
Provincie wil graag ondersteuning geven aan een pilot-project rond bodemenergie De aanleg van een HTO-infrastructuur kan de haalbaarheid/duurzaamheid van andere projecten vergroten, bv. co-vergisting, algenkweek, datacentre, geothermie
Beperkingen • •
• • •
Hoge investeringskosten Clustering van bedrijven nodig en dus ook goede samenwerking tussen deelnemende partijen HTO vereist aansluiting op lage temperatuur verwarmingsystemen Restwarmtestromen van circa 90 °C interessant voor opslag Retourtemperatuur liefst zo laag mogelijk (3540 °C)
Bedreigingen •
• •
Voor ondiepe warmteopslag (< 500m-mv) is een provinciale vergunning onder Waterwet nodig; Flevoland kent stringent Waterwetregime Onvoldoende samenwerking ondernemers De Vaart – Buitenvaart en gemeente Er is nog geen financieel draagkrachtige investeerder in beeld
Toelichting: Onder De Vaarten kunnen de opslagtanks van een HTO-systeem goed worden aangelegd op een diepte van circa 250-350 meter beneden het maaiveld in de zogenoemde Formatie van Maassluis. Hiervoor is een provinciale vergunning nodig onder de Waterwet. De provincie Flevoland voert tot dusver een stringent toelatingsbeleid in het kader van de Waterwet. Tegelijk wil de provincie graag
De Vaart er in!
24
een of meer pilot-projecten rond bodemenergie stimuleren. Dat biedt een goede opening voor een gesprek over een pilot rond HTO op De Vaarten, temeer omdat de provincie Zuid-Holland momenteel praktijkervaring opdoet met een soortgelijk pilot-project in de Vierpolders. Mede vanwege de hoge investeringskosten vereist een HTO-project goede samenwerking tussen belanghebbende partijen, in deze: ondernemers De Vaart, tuinders Buitenvaart, gemeente en provincie. Wat is het ontwikkelstadium? Bodemenergie op De Vaarten bevindt zich nog in een pril ontwikkelingsstadium. Nader onderzoek is nodig om de economische, technische, juridische en organisatorische haalbaarheid van een of meer bodemenergiesystemen goed te kunnen beoordelen. Hoe nu verder? Via verschillende informatiebijeenkomsten hebben de ondernemers op De Vaart en De Buitenvaart nader kennis kunnen nemen van de mogelijkheden en beperkingen van bodemenergie. Binnenkort (in december of januari) organiseert IF-technology nog een workshop voor een beperkt aantal geïnteresseerde bedrijven op De Vaart. Voor deze workshop zullen ook twee tuinders worden uitgenodigd die mede namens hun collega’s mee kunnen denken met name over de opties voor collectieve bodemenergiesystemen en infrastructuur. Vanwege de noodzakelijke samenwerking tussen bedrijven in beide gebieden en de betrokken overheden zouden deze partijen samen een trekker kunnen aanwijzen die de randvoorwaarden kan scheppen voor de realisatie van een of meer business cases rond bodemenergie. Inspirerende voorbeelden • Greenhouse Geopower: samenwerking rond diepe geothermie tussen provincie, gemeente en tuinders in de Koekoekspolder • Pilotproject Multi Energy Concept/GEOMEC: Geothermie op 2.200 m-mv in combinatie met Warmteopslag op 200 m-mv voor 70 ha glastuinbouw in Vierpolders
De Vaart er in!
25
3.5 Neighbourfoods
Businesscase rond de verduurzaming en uitbouw van de bedrijfscatering voor de Creative Campus van MAC3PARK en bedrijventerrein De Vaart Wie trekt dit? MAC3PARK, Cuisine Mondiale en Urgenda zijn samen trekker van dit initiatief. Waar gaat het over? Het idee is om het bedrijfsrestaurant aan de Bolderweg 2 om te vormen tot een hippe faciliteit waar functies als horeca, ontmoeten en het nieuwe werken op creatieve en duurzame wijze worden gecombineerd. Het fundament voor deze duurzame transformatie wordt gelegd door in het restaurant creatieve koppelingen te maken tussen: • enerzijds de (latente) vraag naar betaalbaar en kwalitatief hoogwaardig voedsel vanuit werknemers, inwoners en (zakelijke) bezoekers van de Creative Campus, De Vaart en Almere (Buiten) • en anderzijds het aanbod van duurzaam voedsel uit de regio – in deze: Flevoland, Gooiland, het nationaal landschap Arkemheen / Eemland, De Krommerijstreek en de Gelderse en Utrechtse Vallei. ‘Neighbourfoods’ kan worden opgebouwd met (onder meer!) de volgende bouwstenen: • Realisatie van een substantieel aandeel (minimaal 50%) in het assortiment van de Neighbourfoods -catering van duurzaam (minimaal 80% biologisch) voedsel uit de regio. • De Creative Campus Almere en Neighbourfoods ontwikkelen zich samen tot een aantrekkelijke, fysieke afzetlocatie voor de duurzame (voedsel)producten van tuinders, akkerbouwers en veehouders uit de stad en regio (bv. voor voedselkratten). Daarnaast kunnen op de Creative Campus buiten en binnen (in de fabriekshal) allerlei voedselevenementen worden georganiseerd zoals boerenmarkten en kookworkshops. Zakelijk bezoek van bedrijven op De Vaart kan in Neighbourfoods worden gefêteerd met gastronomische lekkernijen op basis van bijzondere ingrediënten uit de regio. • Op het buitenterrein van de Creative Campus kan een gevarieerde en aantrekkelijke voedseltuin worden aangelegd met onder meer noten- en fruitbomen, vergeten groenten en peulvruchten. In deze tuin zouden bezoekers desgewenst zelf ingrediënten voor hun maaltijd kunnen plukken. • Op de gevels en daken van de Creative Campus kunnen zichtbaar groenelementen (klimplanten) en duurzame energievoorzieningen zoals PV-panelen en zonnecollectoren worden aangelegd. • De grote, oude fabriekshal van Beiersdorf op het terrein is een landmark die kan worden gebruikt voor creatieve communicatie van het bijzondere karakter van Neighbourfoods, de Creative Campus en De Vaarten als een duurzaam werklandschap dat de natuurlijke verbinding vormt
De Vaart er in!
26
tussen de natuurgebieden aan de noord- en zuidkant en het stadsdeel Almere Buiten aan de oostkant. Onder de naam Neighbourfoods kan aldus in Almere een multifunctionele locatie worden gecreëerd waar boeren, burgers, werknemers en ondernemers uit stad en ommeland elkaar niet alleen kunnen ontmoeten in een inspirerende omgeving, maar ook direct (duurzame) zaken met elkaar kunnen doen, al dan niet onder het genot van een (h)eerlijke streekmaaltijd. De ontwikkeling en implementatie van het Neighbourfoods-concept rond de catering op de Creative Campus draagt bij aan de volgende doelen: √ verduurzaming van de voedselvoorziening in Almere Buiten (meer uit regio, veel meer biologisch) √ uitbreiding en verduurzaming van de facilitaire dienstverlening voor bedrijven op De Vaart √ verbetering van de bedrijfseconomische randvoorwaarden (vooral via ketenverkorting) voor met name primaire producenten uit de regio die duurzaam voedsel produceren √ hoogwaardig hergebruik van bestaand bedrijfsvastgoed op de Creative Campus van MAC 3PARK √ de sociale en ruimtelijke samenhang tussen industrieterrein De Vaart, tuinbouwgebied De Buitenvaart en Almere Buiten √ duurzame identiteitsvorming op en rond De Vaarten en Almere Buiten Wat is het ontwikkelperspectief? Deze business case heeft een redelijke kans van slagen. Sterke punten
Beperkingen
•
•
• •
Oude fabrieksterrein Beiersdorf biedt een authentieke omgeving voor ontwikkeling hippe, multifunctionele ontmoetings- en werkplek Campus is goed bereikbaar en biedt voldoende (parkeer)ruimte voor beoogde activiteiten Er is in potentie een ruime afzetmarkt voor duurzame voedselproducten uit de stad en regio
• •
Voor succes BC is een substantiële investering nodig in o.a. entree restaurant en terrein, herinrichting restaurant en (gevel)communicatie De in potentie grote afzetmarkt voor duurzaam voedsel uit stad/streek moet ‘veroverd’ worden Voor deze BC is sector- en gebiedsoverstijgende samenwerking noodzakelijk
Kansen
Bedreigingen
• Via Neighbourfoods kunnen sterke verbindingen worden
•
•
• • •
gelegd met omliggende gebieden. Neighbourfoods en de Creative Campus kunnen mede daardoor uitgroeien tot een gebiedsicoon waarmee De Vaarten zich kunnen profileren als duurzaam werklandschap en verbindingsschakel tussen de natuurgebieden en Almere Buiten Veel kansen voor synergie met Growing Green Cities en de Almere Principles Initiatiefnemers vormen samen sterke alliantie Perceel van 3 ha naast MAC3Park benutbaar voor teelt evt in combinatie met de BC’s Pluktuin, AGF Buitenvaart, en ONZE
De Vaart er in!
• •
Gemeente en VBA De Vaart hebben voor Facility Point andere locatie op het oog (Brugpark) Beperkingen in bestemmingsplan De Vaart Behoudend duurzaamheidbeleid gemeente en ondernemerskring VBA De Vaart; – duurzaamheid wordt nog steeds vaak behandeld als ‘luxe aspect’ – ontwikkelingen op De Vaart, Buitenvaart e.o. worden nog teveel sectoraal en geografisch van elkaar gescheiden
27
De Creative Campus is goed ontsloten voor het ommeland waar relatief veel akkerbouwers, tuinders en veehouders duurzaam voedsel produceren. De Creative Campus aan de Bolderweg 2 is een oud fabrieksterrein dat is omgevormd tot een bedrijfsverzamellocatie voor creatieve ondernemingen uit de wereld van mode en ontwerpen, media, entertainment en ICT. Op de Creative Campus Almere zijn ongeveer 350 mensen werkzaam. Het industrieterrein De Vaart biedt met circa 8000 arbeidsplaatsen de meeste werkgelegenheid in de gemeente Almere. Een belangrijk pluspunt is dat er op de locatie voldoende parkeerplekken beschikbaar zijn. De locatie heeft derhalve voldoende potentie – o.a. bereikbaarheid, authenticiteit, afzetmogelijkheden, parkeerruimte - om uit te kunnen groeien tot de beoogde aantrekkelijke, moderne en multifunctionele ontmoetingslocatie voor stad en ommeland. Om die potentie te kunnen benutten zijn echter investeringen nodig, onder meer in verbetering van de entree en herinrichting van het restaurant en in (gevel)communicatie. Via Neighbourfoods kunnen sterke verbindingen worden gelegd met de rest van De Vaart, De Buitenvaart, de omliggende natuurgebieden en Almere Buiten. Zakelijke bezoekers van De Vaart kunnen bijvoorbeeld in Neighbourfoods uitstekend worden gefêteerd. Tegelijk kunnen ze worden geïnformeerd over de duurzame activiteiten die op en rond De Vaarten worden ontplooid en over de ontwikkelingsmogelijkheden die dat biedt voor het eigen bedrijf. Tuinders op De Buitenvaart kunnen via Neighbourfoods een aantrekkelijk kanaal aanboren voor afzet van de duurzame (voedsel)producten die ze (gaan) produceren. Bezoekers van Neighbourfoods kunnen met behulp van aantrekkelijke, recreatieve en zakelijke arrangementen tegelijk worden verleid om ook eens een bezoek te brengen aan De Buitenvaart (bv. aan ONZE) en de omliggende natuurgebieden. De mogelijkheden zijn talrijk, maar om die kansen te kunnen benutten, is het wel zaak dat ondernemers en gemeente veel integraler gaan samenwerken dan nu het geval is. Beide bedrijventerreinen ondervinden momenteel negatieve impacts van de economische crisis; zowel op De Vaart als De Buitenvaart gaan bedrijven failliet met onder meer verlies van werkgelegenheid en leegstand als gevolg. Verpaupering van het gebied is daardoor een reëel risico. Integrale verduurzaming van zowel individuele bedrijven als het gebied als geheel, biedt vele kansen om de crisis het hoofd te bieden en er beter – d.w.z. meer concurrerend, rendabel, schokbestendig – uit te komen. Maar zolang duurzaamheid vooral als een ‘luxe aspect’ wordt behandeld en zolang de ontwikkelingen op de beide bedrijventerreinen sectoraal en geografisch van elkaar gescheiden worden aangevlogen, zullen deze kansen blijven liggen. Vanwege de grote publieke belangen die hier in het geding zijn, ligt er in deze context niet alleen een faciliterende maar ook een sturende en aanjagende rol voor de gemeente en provincie weggelegd. Wat is het ontwikkelstadium? Deze business case bevindt zich in het prille ontwikkelingsstadium van een goed idee, dat in september, op uitnodiging van de ASN-bank, is voorgelegd aan het investeringsfonds voor sociale ondernemingen van de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij (KNHM). Omdat dit fonds meer is gericht op het financieren van sociale ondernemingen in woonwijken en -buurten, is het idee helaas niet verder in behandeling genomen met het oog op een eventuele co-financiering door het
De Vaart er in!
28
KNHM-fonds. Dat neemt niet weg dat de initiatiefnemers – MAC3PARK, Cuisine Mondiale, Enbiun3 en Urgenda – nog steeds belangrijke ontwikkelingskansen zien in de verduurzaming en multifunctionele uitbouw van de catering voor de Creative Campus en omgeving: het industrieterrein De Vaart, De Buitenvaart en Almere Buiten. Hoe nu verder? Met het nodige procesgeld kunnen MAC3PARK, Cuisine Mondiale, Enbiun en Urgenda deze ontwikkelingskansen, in overleg en samenwerking met potentieel belanghebbende partijen (o.a. VBA De Vaart, tuinders Buitenvaart, gemeente), omzetten in een concreet en financierbaar bedrijfsplan. De initiatiefnemers zijn bereid daartoe de nodige eigen investeringen te doen (in geld en tijd), maar kunnen en willen deze investeringen niet alleen opbrengen, vooral met het oog op de diverse collectieve belangen die hiermee gediend kunnen worden. Andere partijen die potentieel belang hebben Inspirerend voorbeeld Een voorbeeld van een multifunctionele ontmoetingslocatie voor stad en ommeland is Vroeg, een oude boerderij van meer dan 350 jaar oud die gelegen is op een plek die je echt moet kennen langs een doorgaande weg in Bunnik. Enbiun heeft daar samen met de ondernemer in 2010 het concept Vroeg geopend. Het was de eerste keer dat er horeca kwam en het concept speelt in op meerdere, maar wel gelijkgestemde doelgroepen (zakelijk publiek en mensen uit de omgeving). Het is een groot succes. Dit succes staat dwars op de trend van economische recessie en afnemende omzet in de horeca. Zie: www.vroeg.nl en http://www.enbiun.nl/projects/vroeg-branding/
3
Enbiun is een gerenommeerd bureau dat onder meer duurzame bedrijfsconcepten ontwikkelt voor horeca- en cateringbedrijven. Zie: http://www.enbiun.nl/over-ons/
De Vaart er in!
29
3.6 Floriade belevingscentrum Businesscase Ontwikkeling Floriade Belevingscentrum Wie trekt dit? Er is nog geen trekker. Waar gaat het over? Beide bedrijventerreinen samen vormen een potentieel aan (toekomstige) bedrijven en (fysieke) ruimten die heel goed de Growing Green Cities gedachte van Floriade 2022 tastbaar kunnen maken, in alle vier de werklijnen van de Floriade: feeding, greening, healthying en energizing the city. Dit geldt niet alleen voor de eindmanifestatie in 2022, maar juist ook voor de ‘Making of….’ van de Floriade: stap voor stap wordt tussen nu en dan een dimensie en een betekenis toegevoegd aan wat de werklijnen voorstellen. Een aantal van de huidige bestaande bedrijven, plus de in het kader van dit project geformuleerde businesscases, kunnen daarvoor het vertrekpunt zijn. Vanuit dat perspectief is het Floriade belevingscentrum al operationeel – alleen het label en de organisatie daarachter ontbreekt. Willen De Vaarten inhoud geven aan een Floriade belevingscentrum, dan is het nodig dat bedrijven van beide bedrijventerreinen zich hierop gaan organiseren, vanuit het besef dat alleen in gezamenlijkheid deze ambitie werkelijkheid wordt. Zo kan bijvoorbeeld een gebiedscooperatie ontstaan. Wat is het ontwikkelperspectief? Deze business case heeft een gerede kans van slagen.
De Vaart er in!
30
Sterke punten • • •
• •
Meerdere gebiedskwaliteiten voorhanden (zie ook hoofdstuk 5) Combinatie van businesscases maakt gelaagde profilering mogelijk De Vaarten kunnen zowel de economische als ecologische en sociale doelstellingen van de Floriade belichamen op één en dezelfde plek. Zie verder SWOT Doorontwikkeling Duurzame Gebiedsontwikkeling De Vaarten hoofdstuk 6 Floriade Almere 2022 heeft behoefte aan toonbare uithangborden van enig formaat
Kansen •
•
•
•
Floriade biedt Almere kans om haar eigen kwijnende tuinbouwgebied naar een nieuw duurzame standaard te tillen (en voorkomt daarmee dat het internationaal een flater slaat als Floriade gastheer) Floriade Belevingscentrum De Vaarten kan laagdrempelig opgestart worden, vanuit bestaande kwaliteiten en businesscases in spé. Juist het feit dat nog veel ontwikkeld en verbonden moet worden, geeft unieke kans om het leerproces richting een duurzame, biobased gebiedsontwikkeling te monitoren Er is niet veel startfinanciering voor nodig.
Beperkingen • •
•
Floriade Making of… is nog maar net gestart Het besef dat Floriade 2022 een krachtige paraplu kan zijn, niet alleen voor bedrijven van de Buitenvaart maar uit ook van de Vaart, is nog zwak Er is nog geen eigenaar van de businesscase
Bedreigingen •
• •
•
Gemeente Almere / provincie Flevoland talmen te lang met het inzetten op ambitieuze, innovatieve en op de Growing Green Cities filosofie gebaseerde doorontwikkeling van De Vaarten Regelgeving en beleidscontext om de juiste bedrijven naar het gebied te halen blijven uit Ondernemers gaan wachten op de gemeente en ontwikkelen zelf te weinig ambitieuze businesscases Gezamenlijk organisatievermogen ondernemers van beide bedrijventerreinen blijft achter.
Wat is het ontwikkelstadium? Deze BC is nog niet verder dan het ideeën stadium. Hoe nu verder? Het vervolg hangt af van de ambitie waarmee ondernemers en gemeente zich uitspreken om voor duurzame, geintegreerde doorontwikkeling van de Vaarten te gaan. De kwaliteit van het Floriade belevingscentrum staat of valt met succes van de business cases en bedrijven die daarvan de stut vormen. Meest logisch zou zijn dat ondernemers en gemeente zich eerst verenigen onder het motto: ‘Hier werken we aan de Making of… van Floriade 2022’. Nadere conceptualisering, organisatie en financiering van het belevingscentrum is uiteraard stap twee.
De Vaart er in!
31
3.7 Algaspring Businesscase van het huidige bedrijf Algaspring Wie trekt dit? Algaspring Waar gaat het over? Algaspring is een bestaand bedrijf, dat zich onlangs (2013) heeft gevestigd in een kas op de Buitenvaart. Het bedrijf heeft plannen tot (mogelijke forse) uitbreiding. Het specialiseert zich in de kweek van algen voor de diervoedermarkt, maar wil ook voor de markt van food/neutraceuticals, personal care en pharma produceren, een markt die strenge kwaliteitseisen stelt. Ondermeer vanwege de hoge waterkwaliteit heeft het bedrijf gekozen voor de Buitenvaart als vestigingsplaats . Wat is het ontwikkelperspectief? Deze business case loopt, de opstellers van deze eindrapportage hebben geen inzicht in het succes tot dusver, maar zien wel de potentie die het bedrijf biedt. Sterke punten • • •
Vernieuwend bedrijf met groeiambities Bewuste keuze voor de Buitenvaart Brengt met haar recente vestiging op de Buitenvaart dynamiek en elán
Kansen •
• •
Synergie mogelijk met Covergisting installatie, ivm gebruik van hoogwaardige digestaat producten Algaspring kan deel uitmaken van profilering van de Vaarten op Gezondheid Groeiambities Algaspring bieden een kans voor tuinders wier bedrijf (bijna) failliet is om via verhuur van de ruimte een doorstart te maken.
Beperkingen •
Bedreigingen •
•
•
Te hoge verwachtingen dat Algaspring de duurzame doorontwikkeling van de Buitenvaart zal kickstarten Algaspring kan minder geinteresseerd blijken in synergie met andere bedrijven / het gebied dan wordt verondersteld Algaspring produceert ook afvalwater. Dat is van mindere kwaliteit dan het inneemt. Waterzuivering op gebiedsniveau verdient dus aandacht
Wat is het ontwikkelstadium? Deze BC loopt. Hoe nu verder? Dit is afhankelijk van de ambities van Algaspring. Nadere verkenning is wenselijk. De Vaart er in!
32
3.8 Bloemisterij de Buitenvaart Businesscase Sierteeltgewassen als streekproduct Wie trekt dit? Voor deze business case is wel belangstelling, maar nog geen trekker. Waar gaat het over? Op de Buitenvaart wordt een heel scala aan sierteeltgewassen geteeld. Deze producten gaan nagenoeg allemaal het reguliere handelscircuit in. Slechts een miniem deel wordt lokaal afgezet. De bedrijven op de Buitenvaart zijn vergaand gespecialiseerd zijn leveren per bedrijf vaak slechts 1 soort in een beperkt aantal variëteiten. Er is momenteel veel belangstelling voor lokaal geproduceerd voedsel. Of dit zelfde geldt voor sierteeltproducten is niet bekend. Door het aanbod aan bloemisterijgewassen te combineren ontstaat er een breed sortiment. Misschien wel voldoende om Buitenvaart boeketten te maken of een Buitenvaart bloemisterij te beginnen of bevoorraden. Hiermee zou de lokale markt bediend kunnen worden. Een logisch organisatiemodel voor deze business case is een coöperatie. Hierbij worden de deelnemers ook eigenaar. Dit vergroot de gezamenlijke verantwoordelijkheid. Onderling worden afspraken gemaakt over het aanleveren van de producten, producten over datum, investering qua tijd etc. De producten moeten ergens op de Buitenvaart bij elkaar komen en gereed gemaakt worden voor verkoop en aflevering. Mogelijke afnemers zijn: Instellingen en bedrijven. Denk hierbij vooral aan gemeentehuis, ziekenhuis, zorginstellingen etc. Hierbij gaat het veelal om bedrijven met een maatschappelijke functie waarbij een stuk regionale identiteit heel belangrijk is. Verkooppunten op de Buitenvaart. Hierbij gaat het om de bestaande verkooppunten als ONZE, Huyskweker en Almere Plant Bloemenzaken in Almere. Er zijn nog een aantal zelfstandige bloemenzaken in Almere. Deze zullen wellicht als eerste belangstelling hebben voor een lokaal product. Benzinestations. Dit is dé plek voor impulsaankopen en het zondagse cadeautje. Een eigen verkooppunt in het centrum van één van de stadsdelen. Dit nieuwe bedrijf kan aanhaken bij het Almeerse praktijknetwerk waarin een aantal producenten samenwerken aan het vergroten van de afzet van lokaal geproduceerde producten. Wellicht dat hier ook logistieke voordelen te behalen zijn. Realisatie van deze business case kan bijdragen aan de volgende doelen: Het vergroten van de toegevoegde waarde van het product Het verkleinen van de afhankelijkheid van het reguliere afzetkanaal De Vaart er in!
33
Meer samenwerking tussen de bedrijven op de Buitenvaart Het vergroten van de naamsbekendheid van de Buitenvaart Extra werkgelegenheid Er zitten vele schakels in het handelskanaal tussen producent van sierteeltproducten en de uiteindelijke consument. Denk hierbij aan collecterende handel-veiling-groothandel-winkel. Al deze schakels nemen een bepaalde marge voor kosten en rendement. Door deze schakels over te slaan ontstaat er een korte keten met een hogere toegevoegde waarde. Meer lokale afzet verkleint de afhankelijkheid van de reguliere markt. Lokale producten zijn bovendien minder gevoelig voor prijsschommelingen. Als bedrijven onderling producten gaan uitwisselen en ook gezamenlijk in zaken gaan versterkt dit de samenwerking en saamhorigheid. Producten lokaal afzetten onder een gezamenlijk merk vergroot de regionale bekendheid van de Buitenvaart. Hierdoor worden mensen wellicht eerder geprikkeld om het gebied te bezoeken. Lokaal afzetten is ook extra werk, als dit werk betaald word genereer je dus ook extra werkgelegenheid. Wat is het ontwikkelperspectief? De kans rijkheid van deze buisiness case is onbekend. Er moet nog veel aanvullend onderzoek gedaan worden. Sterk Geringe investering nodig Vergroten naamsbekendheid Buitenvaart Hogere toegevoegde waarde Meer samenwerking in het gebied Transparantie in de keten Kans Verkleinen afhankelijkheid reguliere afzetketens Werkgelegenheid Vraag naar regionale producten Vraag naar herkenbaarheid en beleving Floriade 2022
Zwak Nog geen duidelijke trekker Logistiek Kleine volumes Onvoldoende breed aanbod Beperkte houdbaarheid van het product Bedreiging Lage prijzen reguliere producten Lange ontwikkeltijd naar grotere volumes
Wat is het ontwikkelstadium? In het Vechtdal bundelen een aantal groepen ondernemers hun krachten in een gezamenlijke winkel voor streekproducten. Het gaat hier om de Baander, http://www.streekproductendebaander.nl/ en de Groene Marke, http://www.degroenemarke.nl/. Een aantal ondernemers op de Buitenvaart heeft enige belangstelling om met dit plan aan de slag te gaan. Hiervoor moet echter nog wel het nodige uitgezocht worden. Hoe nu verder? Om deze business case te gaan realiseren zijn er nog een heel aantal vervolgstappen noodzakelijk:
De Vaart er in!
34
Analyse van het huidige aanbod Inventarisatie van leemtes in het sortiment Marktonderzoek + verkenning houding potentiële afnemers Testen commitment op de Buitenvaart; het vinden van een trekker voor deze business case Organisatiemodel en contracten Marketing, ontwikkeling huisstijl en logo De producten die op de verschillende bedrijven op de buitenvaart geteeld worden, worden geïnventariseerd. Als proef worden hiermee een aantal boeketten en bloemstukken gemaakt. Met dit aanbod wordt een rondje gemaakt naar potentiële afnemers. Met hen worden waar mogelijk afspraken gemaakt over te leveren product. Vervolgens gaan één of enkele mensen aan de slag om dit product te verzamelen, te verwerken en af te leveren bij de klanten. Door hier met meerdere ondernemers aan te werken kunnen de taken (marketing, teelt, logistiek en administratie) worden verdeeld. De investeringsbehoefte is beperkt. Dit zou goed opgebracht kunnen worden door een gezamenlijke investering van de telers zelf.
De Vaart er in!
35
3.9 Pluktuin de Buitenvaart. Businesscase Zelfpluktuin, productietuin op verspreid liggende kavels Wie trekt dit? Voor deze business case is nog geen trekker. Wanneer de deelnemende tuinders echter serieuze belangstelling hebben, kan de rol van trekker worden vervuld door een alliantie van Urgenda, De Waard Eetbaar Landschap, Duurzaam Almere en OSA. Deze partijen gaan samenwerken aan de voorbereiding van een innovatieprogramma Growing up in Almere, waarmee praktische invulling kan worden gegeven aan het streven naar een Growing Green City in het kader van de Floriade.4 De opzet en exploitatie van een Pluktuin past goed bij een van de drie werksporen uit dit innovatieprogramma: Eetbaar Landschap.5 Waar gaat het over? Op de Vaart en de Buitenvaart liggen veel ‘braakliggende’ gronden. Hierbij gaat het niet alleen om de grote percelen bij de Vaart 4, maar ook om de kleinere percelen langs en tussen de bedrijven, waaronder veel percelen van 1-3 ha bij de kwekerijen op De Buitenvaart. Deze percelen worden momenteel niet gebruikt of verhuurd aan een veehouder. Met deze braakliggende percelen kan worden ingespeeld op de groeiende (maatschappelijke) belangstelling voor het zelf verbouwen van voedsel, zelf oogsten en wildplukken. In Nederland, maar vooral ook in de omliggende landen (Duitsland, groot Brittannië) zijn er de afgelopen jaren talrijke zelfplukbedrijven gestart. Een zelfplukbedrijf op de Buitenvaart is wellicht een perspectiefvolle business case. Bij de opzet en exploitatie van een zelfplukbedrijf kan gebruik worden gemaakt van de kennis en ervaring rond twee relatief nieuwe concepten voor (stads-)landbouw: SPIN-farming en Voedselbossen. SPIN-farming, ofwel Small Plot Intensive farming, is een bestaand bedrijfs- en verdienmodel voor een kennisintensieve productie en verkoop van aardappelen, groenten en fruit op kleine percelen grond (<3ha). Met dit concept kan op een klein oppervlak met een hoge productiviteit een breed palet aan producten geteeld worden. Een voedselbos is een eetbaar landschap, afkomstig uit de permacultuur, voor de productie van voedsel (groenten, fruit, noten, honing enz.) en andere nuttige grondstoffen zoals hout en vezels voor de bouw. In een voedselbos worden bomen, struiken, bodembedekkers, kruiden, één- en meerjarige gewassen, paddestoelen, klimplanten en landbouwhuisdieren slim met elkaar geïntegreerd tot de biodiverse structuur van een bosrand met bijbehorend dierlijk leven. Belangrijk voordeel van een voedselbos is dat het relatief weinig arbeidsinput vergt om het te beheren en te onderhouden. Omdat voedselbossen 4
Met het innovatieprogramma ‘Growing up in Almere’ willen de initiatiefnemende partijen – Urgenda, Aldus Bouwinnovatie, De Waard Eetbaar Landschap en Duurzaam Almere – de verduurzaming van Almere verdiepen en verbreden via de ontwikkeling en realisatie van integrale projecten en business cases rond de productie en het hoogwaardig (her-)gebruik van (groene) grondstoffen en gewassen voor de bouw en voedselvoorziening. 5 Naast Eetbaar landschap zal het beoogde innovatieprogramma ook een werkspoor Biobased Bouwmaterialen, en een werkspoor Hernieuwbare Energie en Reststromen omvatten.
De Vaart er in!
36
aantrekkelijke cultuurlandschappen vormen, kunnen ze ook worden gebruikt voor ecologische (natuur), recreatieve (bv. als pluktuin) en educatieve (bv. voor excursies) doelen bijvoorbeeld in het kader van de Almeerse Floriade Op één of meer ‘braakliggende’ percelen op de Buitenvaart (en evt. De Vaart) kan een zelfpluktuin worden opgezet. Op deze zelfpluktuin worden de gewassen door de ondernemers geteeld. Het plukken gebeurt door de bezoekers zelf. Voor een pluktuin kan worden gedacht aan producten zoals Grootfruit (o.a. appels en peren), Noten (walnoten, kastanjes) Steenfruit (o.a. pruim en kers), Kleinfruit (o.a. aardbei, rode bes, zwarte bes, kruisbes, braam en framboos), Groenten (o.a. sla, bosbietjes, pastinaak), Kruiden (o.a. basilicum, tijm, salie) en Bloemen. Het assortiment kan verder worden uitgebreid met behulp van teelt onder glas. Producten als tomaat, paprika en komkommer komen hierbij in beeld. De opzet en exploitatie van de pluktuin wordt gericht op duurzame waardecreatie op basis van innovatieve functiecombinaties. Zo kan de stadslandbouw-/voedselproductiefunctie van een pluktuin heel goed worden gecombineerd met functies zoals horeca, educatie, natuurrecreatie, welzijn, gezondheid en zelfs met het klimaatneutraal en klimaatbestendig maken van Almere. Na een onderhoudend en leerzaam bezoek aan de Oostvaardersplassen en de pluktuin willen mensen immers graag genieten van hun zelfgeplukte fruit, bijvoorbeeld bij een high tea met verse munt en bosbessenmuffins. De strategie is er in dit verband steeds op gericht om de duurzame waarden, die met de activiteiten in en rond de pluktuin worden gecreëerd, op meerdere fronten tegelijk te verzilveren met behulp van meervoudige verdienmodellen. Door uit meerdere activiteiten tegelijk inkomsten te genereren kan de Pluktuin uitgroeien tot een economisch duurzaam bedrijfsmodel dat een rendabele exploitatie van braakliggende gronden mogelijk maakt. Belangrijk aandachtspunt is dat deze business case het gebied als geheel moet versterken. Daarom is het van groot belang dat de business case wordt uitgewerkt in nauw overleg en samenwerking met de huidige ondernemers. Concurrentie binnen het gebied moet worden voorkomen. Wat is het ontwikkelperspectief? De kansrijkheid van deze business case is onbekend.
De Vaart er in!
37
Sterke punten • • •
• •
Beperkte investering nodig Onderhoud en beheer voedselbos vergt relatief weinig arbeidsinput Versterking profilering, identiteit en naamsbekendheid gebied (Buitenvaart & Vaart) De combinatie vollegrond en glas maakt een lang groeiseizoen mogelijk Vele functiecombinaties mogelijk, o.a. met horeca, educatie, natuurrecreatie, welzijn, gezondheid, klimaatadaptatie en -mitigatie
Kansen • • •
•
Rendabele exploitatie van braakliggende gronden met meervoudige verdienmodellen Werkgelegenheid Innovaties rond lokale productie en consumptie van lekkere en gezonde voeding en beleving Floriade 2022
Beperkingen • •
• •
Nog geen duidelijke trekker Vraagt goede, multidisciplinaire samenwerking tussen belanghebbende partijen op bedrijfsen gebiedsniveau Concepten SPIN-Farming en Voedselbossen zijn nog weinig bekend Training van aspirant beheerders nodig
Bedreigingen •
• •
Behoudende (agrarische) bedrijfscultuur, o.a. gericht op maximalisering productie en minimalisering kosten binnen monoculturen Beperkingen functies vanuit bestemmingsplan Onvoldoende samenwerking belanghebbende partijen – o.a. ondernemers Buitenvaart & Vaart, gemeente, staatsbosbeheer – op gebiedsniveau
Wat is het ontwikkelstadium? Het gaat hier om een sluimerende business case die alleen in cocreatie met succes ontwikkeld kan worden. Voor een succesvolle realisatie is een geïnspireerde, gemotiveerde en multidisciplinaire samenwerking nodig tussen belanghebbende partijen die een wervend, gemeenschappelijk doel voor ogen hebben. Hoe nu verder? Allereerst is het van belang de ondernemers met braakliggende gronden verder te informeren over de mogelijkheden, beperkingen en meerwaarden van SPIN-farming en Voedselbossen, mede in relatie tot het Almeerse streven naar een circulaire stedelijke economie in het kader van de Growing Green City. Hiervoor kan op De Buitenvaart een inspiratiedag worden georganiseerd aan de hand van documentaires, ander beeldmateriaal en inleidingen van (ervarings-)deskundigen. Vervolgens kan een werkgroep van geïnspireerde en gemotiveerde ondernemers worden geformeerd die met deskundige ondersteuning aan de slag gaan met onder meer: Het vinden van een passende locatie De uitwerking van een creatief bedrijfsconcept en bijbehorend, meervoudig verdienmodel dat de profilering, identiteit en naamsbekendheid van het gebied als geheel versterkt De Vaart er in!
38
De vorming van een ‘dreamteam’ dat professioneel invulling kan geven aan de verschillende functies van het bedrijfsconcept (o.a. ontwerp en beheer pluktuin, horeca, educatie/recreatie) Benodigde training en educatie aspirant-beheerders (leden dreamteam) Ontwerp pluktuin en selectie van de te telen gewassen Marketing, ontwikkeling huisstijl en logo
Deze activiteiten kunnen desgewenst worden opgenomen in een voorbereidingstraject voor het werkspoor Eetbaar Landschap in het kader van het innovatieprogramma Growing up in Almere. Inspirerende voorbeelden Op verschillende plaatsen in Nederland zijn inspirerende voorbeelden. 1. Eten per meter, een concept waarbij de klanten een meter aardappel rug, uienbed, peen rug etc. kunnen oogsten. www.etenpermeter.nl 2. Fruitboerderij VINK, een fruitbedrijf met een zelfpluktuin. www.vinkfruitboerderij.nl 3. De Boerenshop, op dit bedrijf is ook een grote tulpenpluktuin. www.boerenshop.nl 4. Van Reeuwijk, op dit bedrijf is een zelfpluktuin met een zeer ruim sortiment fruit, groente en bloemen te plukken. www.zelfplukken.nl
De Vaart er in!
39
3.10 Almere Food Hub Businesscase voor een Almeerse variant op het Amsterdamse Food Centre Wie trekt dit? Er is nog geen trekker. Waar gaat het over? Uit onderzoek uitgevoerd in het kader van het project De Vaart erin! blijkt dat het gros van het zogeheten “out of home” voedselkanaal (horeca, catering en gemak) hun producten betrekken van diverse groothandels uit voornamelijk de randstad of het Food Centre Amsterdam. Tegelijk bestaat er onder deze bedrijven wel degelijk interesse regionaal voedsel te betrekken. Een logistiek concept, mits transparant georganiseerd, waar regionale producten bijeenkomen en weer naar detailhandel kan gaan kan een uitkomst bieden. Het kan ook de B2B handel in regionale voedsel producten stimuleren. Een Almeers Food Centre kan een uitkomst bieden. Wat is het ontwikkelperspectief? Deze business case heeft een onbekende kans van slagen. Sterke punten •
•
Interesse bij breed spectrum van voedsel gerelateerde bedrijven in Almere (at home foodservice, out of home foodservice, groothandels en levensmiddelenbedrijven) om te werken met regionale producten Food Hub kan impuls geven aan regionale productie en consumptie en verdichting van Almeers Voedselweb
Kansen •
•
Concept is eenvoudig koppelbaar met diverse andere functies, zoals educatie, beleving enzovoort. Een Food Hub kan onderdeel uitmaken van een palet aan businesscases die elkaar versterken: BC ONZE, BC Neighbourfoods, BC (A)GF De Buitenvaart en BC Floriade Belevingscentrum
Beperkingen • •
Netwerk van partijen is onvoldoende in beeld Haalbaarheid en concept is onvoldoende scherp
Bedreigingen •
• •
Onbekend is of er planologische bezwaren zijn tegen een groothandelsfunctie op bedrijventerrein Onvoldoende aanbod regionaal product Routines van huidige Almeerse foodservicebedrijven drijft hen uiteindelijk toch weer richting Amsterdam e.o.
Wat is het ontwikkelstadium? Deze BC is nog niet verder dan het ideeen stadium. De Vaart er in!
40
Hoe nu verder? Er is meer onderzoek nodig naar de wenselijkheid, conceptualisering en haalbaarheid van een Food Hub. Dit onderzoek moet vanuit een breed perspectief worden aangevlogen, waardoor de toegevoegde waarde van een Food Hub, ten opzichte van andere manieren om het marktaandeel van regionale productie en consumptie te vergroten, helder wordt.
De Vaart er in!
41
3.11 Growing Medicine Businesscase rondom de teelt van (para-) medicinale gewassen Wie trekt dit? Er is nog geen trekker. Waar gaat het over? Er bestaat een toenemende vraag onder consumenten naar voedselproducten die de gezondheid ondersteunen, een vraag die veel verder gaat dan het eten van meer groenten en fruit. Met name vanuit patiëntenverenigingen is er groeiende druk om voedsel als een erkende medische preventieen interventiestrategie erkend te krijgen. Vanuit de gezondheidszorg groeit langzaam het besef dat dit inderdaad belangrijk is, onder andere obesitas is een belangrijk aandachtsgebied. Daarvoor is het uiteraard ook nodig dat er voedselproducten komen die een bewezen krachtiger werking hebben. Dit nodigt uit tot de gespecialiseerde teelt van gewassen met specifieke plantinhoudstoffen. Langzaam aan ontgroeit de sector van voedingssupplementen en fytotherapieën het hoekje van de kneusjes en geitenwollensokken, maar wordt serieuze business, onder de noemer Personalized Food. Personalized Food is de tuinbouw-tegenhanger van Personalized Medicine, de ontwikkeling met name in de medische wereld om niet meer te zoeken naar geneesmiddelen die voor iedereen werken, maar juist zoeken naar maatwerk voor elke patiënt en elk individu. Momenteel ontwikkelt een consortium van MKB –bedrijven en kennisinstellingen onder de naam Green Health teeltprotocollen voor de tuinbouwsector (o.a. venkel). In de eerste helft van 2013 vind een verkenning plaats naar het business potentieel van Personalized Food, onder de vlag van de Amsterdam Economic Board. Bij beide is CAH Vilentum betrokken Deze context biedt de kans voor de ontwikkeling, op De Buitenvaart, van gespecialiseerde tuinbouwbedrijven die werken voor specifieke (gezondheids-)sectoren, en de vestiging, op De Vaart van gespecialiseerde biomedische (onderzoeks-)industrie.
De Vaart er in!
42
Wat is het ontwikkelperspectief? Deze business case heeft een onbekende kans van slagen. Sterke punten • Toenemende vraag naar tuinbouwproducten met hogere voedingswaarde • De markt is nog onontgonnen • Er is groeiend enthousiasme onder overheden en bedrijfsleven (lees: Amsterdam Economic Board) om ‘Personalized Food’ te verkennen en tot doorbraakthema te benoemen. • Hoge waterkwaliteit De Vaarten is mogelijk een plus voor de vestiging van gespecialiseerde teeltbedrijven • De Vaarten herbergen reeds twee bedrijven (Yakult en Algaspring) die inspelen op natuurlijke voedingsmiddelen van hoge kwaliteit Kansen •
•
•
Thema geeft nadrukkelijk invulling aan Floriade werklijnen healthying en feeding the city De Vaarten kunnen eerste wereldwijde serieuze ‘test-laboratorium’ zijn voor gespecialiseerde teelt Cross-overs met veevoeder industrie zijn mogelijk
Beperkingen • • •
Ontwikkeling van Personalized Food staat nog in het beginstadium Vereiste productie technologieën moeten nog ontwikkeld worden Veel ontwikkelkapitaal is vereist
Bedreigingen •
Nog geen
Wat is het ontwikkelstadium? Deze BC is nog niet verder dan het ideeen stadium. Hoe nu verder? Kennisontwikkeling wordt momenteel langzaam vormgegeven. Kennisdeling over de potenties en verwachtingen rondom Growing Medicine zijn nodig. Cruciaal is te werken aan business coalities waarin een directe relatie ontstaat tussen medische aandoeningen, biomedische analyse, plantinhoudstoffen en tuinbouwproducten, en vertrouwen tussen de partijen die deze elementen belichamen: patiënten, biomedische kennis- en zorginstellingen, tuinbouworganisaties.
De Vaart er in!
43
3.12 Biobased Bouwakker Businesscase rondom de productie van plantaardige bouwmaterialen Wie trekt dit? Voor deze business case is nog geen trekker. Wanneer de deelnemende tuinders echter serieuze belangstelling hebben, kan de rol van trekker worden vervuld door een alliantie van Urgenda, Aldus Bouwinnovatie, Natuur en Milieufederatie Flevoland (NMFF) en OSA. Deze partijen gaan samenwerken aan de voorbereiding van een innovatieprogramma Growing up in Almere, waarmee praktische invulling kan worden gegeven aan het streven naar een Growing Green City in het kader van de Floriade. De opzet en exploitatie van een Bouwakker past goed bij een van de drie werksporen uit dit innovatieprogramma: Biobased Bouwmaterialen. Waar gaat het over? Op de Vaart en de Buitenvaart liggen veel ‘braakliggende’ gronden. Dat zijn in principe alle publieke en private gronden waar extra duurzame functies aan toegevoegd kunnen worden. De beoogde gronden liggen meestal dus niet echt ‘braak’; ze kunnen gewoon duurzamer worden benut dan nu het geval is. Voor deze business case gaat de belangstelling primair uit naar de braakliggende gronden op De Vaart IV. Deze uitleglocatie van De Vaart omvat een totaal oppervlak van netto 75 hectare. Daarvan is reeds 23 hectare uitgegeven. Momenteel worden er geen kavels uitgegeven op De Vaart IV en de gemeente is op zoek naar nieuwe verdienmogelijkheden, vooral om de rentelasten voor het gebied te drukken. De aanleg van een aantal bouwakkers op basis van een meervoudig verdienmodel kan de basis vormen voor een kansrijke business case voor een duurzame en rendabele exploitatie van de braakliggende gronden op De Vaart IV. Hierbij kan worden gedacht aan de teelt van gewassen zoals hennep, vlas, miscanthus en brandnetels. Aan deze teelten moet een meervoudig verdienmodel worden gekoppeld, omdat ze plaatsvinden op relatief dure gronden. Alleen met verkoop van geoogste gewassen, als grondstof voor biobased bouwmaterialen, kunnen met andere woorden onvoldoende inkomsten worden gegenereerd om te komen tot een rendabele business case. Er zijn dus meerdere bronnen van inkomsten nodig. Met behulp van landschapsarchitectuur en natuurvriendelijke landbouwmethoden kunnen de bouwakkers op een esthetisch en ecologisch verantwoorde wijze worden aangelegd. Zodoende kan een aantrekkelijk landschapspark worden ontworpen dat een natuurlijke en geleidelijke overgang vormt tussen de Lepelaarsplassen, het wilgenbos en industrieterrein De Vaart. Aan dit landschapspark kunnen diverse andere functies worden gekoppeld waaruit de exploitant van de bouwakkers additionele inkomsten kan genereren. Te denken valt aan (natuur-)recreatie, educatie, horeca, bijenteelt, natuurontwikkeling (bv. via aanleg van houtwallen, heggen en wilde akkerbloemen tussen en rond de akkers) en CO2-reductie . Omdat er in de bouw nog relatief weinig wordt gewerkt met biobased bouwmaterialen is het verstandig om vooraf zoveel mogelijk afzetgaranties te verwerven voor de te telen bouwgewassen en bouwgrondstoffen. Nauwe samenwerking met een of meer potentiële afnemers (bv. bouwbedrijven, projectontwikkelaar, vastgoedondernemers, woningcorporaties) en een producent van biobased bouwmaterialen verdient daarom aanbeveling. De realisatie van een of meer icoonprojecten rond ‘biobased bouwen’ kan hierbij behulpzaam zijn. Met het oog op de huidige leegstand op De Vaart I t/m III verdient het bovendien aanbeveling om bij de verdere ontwikkeling van deze business case actief op zoek te gaan naar een producent van biobased bouwmaterialen die zich wil vestigen op De Vaart. In samenwerking met recyclingbedrijf De Vijfhoek zou deze producent
De Vaart er in!
44
kunnen gaan werken aan de ontwikkeling en marketing van innovatieve bouwmaterialen die zijn samengesteld uit mengsels van gebruikte en maagdelijke, groene bouwgrondstoffen. Op deze manier kan in Almere (Buiten) worden gewerkt aan de opbouw van een innovatief biobased bouwcluster, dat nieuwe duurzame standaards zet voor de Nederlandse bouwsector, die bekend staat als de minst innovatieve sector van dit moment! Wat is het ontwikkelperspectief? De kansrijkheid van deze business case is onbekend.
Sterke punten • •
• • •
Past goed bij ontwikkeling biobased economy op basis van C2C-principes Kan goed worden gecombineerd met recycling (bouw-)grondstoffen; vruchtbaar innovatiespoor Draagt bij aan realisatie Almeerse energie- en klimaatdoelen Creëert werkgelegenheid Versterkt identiteit en profilering De Vaarten als ‘natuurlijk bedrijventerrein’
Kansen • • • •
Kansrijk als meervoudig verdienmodel en potentiële oplossing wachtlanden Past goed bij Almeerse ambities rond Growing Green City / Floriade 2022 Kan worden ingepast in innovatie-programma Growing up in Almere O.a. Almere en het Rijk werken op dit moment aan een Green Deal ‘Biobased bouwmaterialen’
Beperkingen •
• •
Organisatorisch en financieel complex; vraagt om vorming nieuwe bouwketen; bij start moet er zicht zijn op afzet grondstoffen Er zijn in Almere nog geen productiebedrijven groene bouwmaterialen Bedrijfs-en verdienmodel moet verder ontwikkeld worden
Bedreigingen • •
Bestemmingsplan De Vaart Onvoldoende gebieds- en sectoroverstijgende samenwerking ondernemers en gemeente
Wat is het ontwikkelstadium? Het gaat hier om een sluimerende business case die alleen in cocreatie met succes ontwikkeld kan worden. Voor een succesvolle realisatie is een geïnspireerde, gemotiveerde en multidisciplinaire samenwerking nodig tussen belanghebbende partijen die een wervend, gemeenschappelijk doel voor ogen hebben, bijvoorbeeld: de ontwikkeling van een mooi landschapspark rond natuurvriendelijke bouwakkers in combinatie met de opbouw van een innovatief biobased bouwcluster, dat nieuwe duurzame bouwmaterialen ontwikkelt, produceert en verkoopt. Hoe nu verder? Allereerst is het van belang de belanghebbende partijen verder te informeren over de mogelijkheden, beperkingen en meerwaarden van biobased bouwmaterialen, mede in relatie tot het
De Vaart er in!
45
Almeerse streven naar een circulaire stedelijke economie in het kader van de Growing Green City. Hiervoor kan op De Vaart een inspirerend evenement worden georganiseerd in de vorm van bijvoorbeeld een Biobased Bouwmarkt waar producenten hun biobased bouwproducten kunnen tonen en de duurzame meerwaarden daarvan kunnen toelichten aan potentiële afnemers en andere belanghebbende partijen. De gebiedsspelers rond De Vaarten (o.a. tuinders, ondernemers, VBA De Vaart, gemeente, provincie) zouden die gelegenheid te baat kunnen nemen om het gebied met het bijbehorende gebiedsverhaal in de etalage te zetten als mogelijke vestigingsplaats voor bedrijven die duurzame bouwmaterialen produceren en ontwikkelen. Een prospectus met een wervend overzicht van de ontwikkelingsmogelijkheden voor duurzame ondernemingen op De Vaarten, mede in het licht van de Floriade, kan hierbij behulpzaam zijn. Vervolgens kan een werkgroep van geïnspireerde en gemotiveerde ondernemers worden geformeerd die met deskundige ondersteuning aan de slag gaan met onder meer: De uitwerking van een creatief bedrijfsconcept en bijbehorend, meervoudig verdienmodel dat de profilering, identiteit en naamsbekendheid van het gebied als geheel versterkt De vorming van een projectteam dat professioneel invulling kan geven aan de verschillende functies van het bedrijfsconcept: bv. selectie van gewassen, invulling teeltplan, ontwerp en beheer landschapspark rond bouwakkers, horeca, educatie/recreatie, productie, verkoop en distributie biobased bouwmaterialen, organisatorische en financiële randvoorwaarden scheppen voor beoogde bedrijfsactiviteiten (o.a. oprichting geschikte juridische rechtspersoon) Ontwikkeling innovatieve, duurzame bouwmaterialen Deze activiteiten kunnen desgewenst worden opgenomen in een voorbereidingstraject voor het werkspoor Biobased Bouwmaterialen in het kader van het innovatieprogramma Growing up in Almere, dat momenteel in voorbereiding is.
De Vaart er in!
46
3.13 Floow2 en 4D-metamorfosesysteem Twee business cases: Floow2 en 4D-metamorfosesysteem Wie trekt dit? Deze business cases werden tot dusver getrokken door Urgenda, Floow2 en Cablean, en werden bij aanvang van het project als kansrijk in geschaald. Waar gaat het over? Floow2 is de eerste Business-to-Business marktplaats voor bedrijven om stilstaande ‘assets’ te delen. Via de digitale marktplaats van Floow2 kunnen bedrijven additionele inkomsten genereren door hun (tijdelijke) overcapaciteit aan goederen, vastgoed, mensen en diensten te gaan delen via huur of verhuur. Op De Vaarten werden bijvoorbeeld mogelijkheden gesignaleerd voor het (ver)huren van tijdelijke werkplekken, van betrouwbare waakhonden van het hondenasiel (voor de bewaking van waardevolle bedrijfsobjecten), van A0-printers, van een controller die tijdelijk weinig te doen had, van een voorraad timmer- en bouwgereedschap van een oud-aannemer en nog diverse andere zaken. Ondanks de talrijke mogelijkheden en de getoonde belangstelling, bleek de interesse onder de geïnterviewde ondernemers uiteindelijk niet groot genoeg om een pilot-project te kunnen starten. Het door Cablean ontwikkelde 4D-metamorfosesysteem bestaat uit ronddraaiende cassettes die op muren en daken van gebouwen bevestigd kunnen worden. Elke cassette heeft 3 of 4 zijden die belegd kunnen worden met duurzame materialen zoals zonnecellen, vegetatie en NOx-absorberend materiaal. Een zijde van de cassette kan ook worden gebruikt voor communicatiedoelen zoals reclame en voorlichting. Door de cassettes te integreren in de grond kunnen ze bijvoorbeeld worden gebruikt voor een voetbalveld, dat op tijden dat er niet gevoetbald wordt duurzame energie opwekt en hemelwater opvangt. Naast de buitenkant kan ook de binnenkant van de cassettes een functie vervullen voor bijvoorbeeld waterberging en algenkweek. Het idee is dat de oppervlakten in de publieke en private ruimte, zowel in ruimte als in tijd (4D), meervoudig benut worden voor duurzame waardecreatie. Per locatie moeten de optimale condities (o.a. tijd van de dag, weersomstandigheden) voor de verschillende functies (energieopwekking, waterberging, reclame, etc.) van de cassettes worden bepaald om het systeem met behulp van ICT in te kunnen regelen voor een maximaal rendement gedurende 7 dagen per week en 24 uur per dag. Als dat gedaan is, ontstaat een meervoudig verdienmodel waarmee aan bestaande oppervlakten (gevels, daken, opslagterreinen, etc.) meerdere inkomstenbronnen kunnen worden verbonden. Met deze inkomsten kan de investering in het systeem snel worden terugverdiend. Praktijkproeven in het ‘living lab’ voor de Amsterdam Arena hebben uitgewezen dat het systeem zich in 3 tot 4 jaar kan terugverdienen, uitsluitend op basis van gangbare inkomsten uit bewezen technieken zoals PV en reclame. Wanneer ook andere, minder gangbare inkomstenbronnen kunnen worden aangeboord, bijvoorbeeld voor zuivering van vervuilde lucht en waterberging, kan het systeem nog sneller duurzaam rendement opleveren. Wat is het ontwikkelperspectief? Beide business cases hebben momenteel weinig kans van slagen op De Vaarten, wegens onvoldoende belangstelling bij de ondernemers. De verdere ontwikkeling van beide business cases is daarom bevroren.
De Vaart er in!
47
Hoe nu verder? Momenteel worden geen activiteiten meer ontplooid ter stimulering van deze business cases, maar als er vanuit de ondernemers op De Vaarten hernieuwde belangstelling kan opnieuw worden bekeken of het de moeite waard is om hier opnieuw tijd en energie te investeren.
De Vaart er in!
48
4. Is er een markt voor Local4Local voedsel? Een van de prangende vragen die bepalend zijn voor een heroriëntatie van de Buitenvaart tuinders op de lokale markt voor groenten en tuinderijproducten, is de omvang van de behoefte aan regionaal geproduceerd voedsel van die markt. Daartoe zijn twee onderzoeken uitgevoerd. Het eerste onderzoek heeft als hoofdvraag : “Welke potentie biedt de stad Almere (inwoners, bedrijven en instellingen) voor het tuinbouw gebied “de buitenvaart” als mogelijk afzetgebied voor groenten & fruit?”. Het tweede onderzoek is te beschouwen als een toespitsing van het eerste, en richt zich op de mogelijkheden rondom bedrijfscatering op De Vaart voor regionaal geteelde producten. 4.1 De potentie van het Almere als afzetgebied voor regionale productie De hoofdvraag voor dit onderzoek luidde: ‘Welke potentie biedt de stad Almere (inwoners, bedrijven en instellingen) voor het tuinbouw gebied “de buitenvaart” als mogelijk afzetgebied voor groenten & fruit?”. Deze vraag is beantwoord via drie deelvragen: 1. Wat is de groente en fruitconsumptie van de inwoners van Almere? 2. Welke voedselkanalen en in welke omvang kent Almere? 3. Welke voedselkanalen in Almere, hebben de potentie voor regionale afzet van groente & fruit? In deze eindrapportage worden alleen de belangrijkste conclusies en de aanbevelingen genoemd. In de bijlage is de samenvatting van het rapport opgenomen. Het volledige rapport, waarin ook de gevolgde methodiek is beschreven, is apart verkrijgbaar. Het onderzoek is uitgevoerd oor Willieanne van der Heijden, docent/onderzoeker CAH Vilentum Almere. De belangrijkste conclusies zijn: a. De stad Almere biedt qua omvang van de groente- en fruitconsumptie (ca. 7.566 ton/jr en ca. 6.622 ton/jr) voldoende potentie als mogelijk afzetgebied voor groente en fruit voor Buitenvaart. .Groente afzet lijkt kansrijker dan fruit. b. Bestaande voedselkanalen zijn niet georganiseerd binnen de gemeentegrenzen van Almere, maar leiden al snel naar toeleverende bedrijven buiten de provincie Flevoland. Er kan dus zeker niet gesproken worden van een regionaal voedselweb. Business tot business in food komt nauwelijks voor in Almere. c. Voedsel gerelateerde bedrijven in Almere (at home foodservice, out of home foodservice, groothandels en levensmiddelenbedrijven) zeggen te willen werken met regionale producten of doen dit reeds. Dit is echter erg kleinschalig en nauwelijks georganiseerd. d. Afzetkansen voor de Buitenvaart, in volgorde van belangrijkheid, liggen binnen de volgende voedselkanalen: Het “out of home” voedselkanaal (horeca, catering en gemak). Diverse groothandels uit voornamelijk de randstad of het Food Centre Amsterdam, zijn de belangrijkste toeleveranciers van deze bedrijven. Dit voedselkanaal bestaat uit veel potentiele afnemers en staat open voor regionale producten waaronder specifieke etnische groenten en fruitsoorten. Deze categorie bedrijven vindt het aanbod niet transparant georganiseerd. De institutionele zorgkeukens (een specifiek segment van het “out of home voedselkanaal”). Zorginstellingen denken met ”regionaal voedsel met een verhaal” beter
De Vaart er in!
49
tegemoet te kunnen komen aan de wensen van bewoners. Zorginstellingen willen volledig ”ontzorgd” worden, waarbij een totaal assortiment wordt aangeboden tegen een goede prijs met een gegarandeerde aanvoer vanwege vooraf geplande menucycli. Het levensmiddelenbedrijf uit dit onderzoek. Dit bedrijf opereert in een groeiende markt, heeft wekelijks een grote groente omzet en staat open voor regionale producten. Het “at home” voedselkanaal bestaande uit markthandel en supermarktkanaal. Dit voedselkanaal is groot qua omvang van groente- en fruitstromen. Echter, het supermarktkanaal is erg gesloten wat betreft informatie over toelevering en zeggen reeds te werken met bestaande netwerken. Een aandeel krijgen binnen dit foodservicesegment zal mogelijk lastig zijn. De markthandel is opener, echter het gaat hier maar om enkele bedrijven.
Het onderzoek leidt tot de volgende aanbevelingen. Aanbevelingen voor de tuinders van Buitenvaart: Sorteer voor op de behoefte aan regionale geproduceerde (etnische) groente- en fruit. Onderzoek de volgende afzetmogelijkheden, inclusief bijkomende randvoorwaarden: Afzet via een nieuw op te richten groothandel/Food Center Almere Afzet via het Foodcentre Amsterdam Tailor made afzet via efficiënte distributie richting o zorginstellingen binnen Almere o een specifiek regionaal voedingsmiddelenbedrijf o het supermarktkanaal of markthandel binnen Almere Breng de consequenties voor het technische productieproces en de productiecapaciteit richting groente en fruit voor Buitenvaart in kaart Aanbevelingen voor regionale kennisinstellingen Versterk kennisdeling en kennisontwikkeling rond regionaal voedsel Onderzoek de kennisbehoefte bij de verschillende partijen en ontwikkel bijpassende kennisarrangementen Aanbevelingen voor de lokale overheid (gemeente en Kamer van Koophandel) Organiseer en ondersteun het ontstaan van business netwerken in regionaal voedsel binnen Almere Faciliteer het ontstaan van nieuwe lokale voedseleconomie
De Vaart er in!
50
4.2 Bedrijfscatering de Vaart De onderzoeksvraag is als volgt geformuleerd: “wat is de potentie van een nieuwe vorm van bedrijfscatering op bedrijventerrein De Vaart, vanuit een local for local perspectief?”. De behoeften van de bedrijven op De Vaart zijn als uitgangspunt genomen. Deze onderzoeksvraag valt uiteen in de volgende deelvragen: 1. Randvoorwaarden vanuit de klanten: welke behoeften, eisen, wensen, faciliteiten t.a.v. catering hebben bedrijven op De Vaart? 2. Opinie klanten t.a.v. local for local: zien bedrijven op De Vaart meerwaarde in catering met biologisch, lokaal geproduceerd voedsel, al of niet vanuit bestaande voorzieningen op De Vaart zoals de bedrijfscatering op Mac3Park? Zo ja, welke? 3. Wat zijn, gelet op de antwoorden op de deelvragen 1 t/m2, kansrijke business scenario’s voor de opzet en exploitatie van een bedrijfscatering voor de hele Vaart? Het onderzoek betreft een eerste verkenning. Ook voor dit onderzoek geldt dat in deze eindrapportage alleen de belangrijkste conclusies en aanbevelingen worden vermeld. Het volledige rapport, waarin ook de gevolgde methodiek is beschreven, is apart verkrijgbaar. Het onderzoek is uitgevoerd door Liesbeth Meijer, docent onderzoeker CAH Vilentum Dronten. De conclusies en aanbevelingen luiden als volgt. 1. Randvoorwaarden vanuit de klanten 1.1. De bedrijven die voor dit onderzoek zijn geïnterviewd, hebben ofwel hun bedrijfscatering geregeld, door eigen catering, ingehuurde catering of levering van maaltijden door externe leveranciers, ofwel ze hebben geen cateringvoorzieningen en hebben enkel een kantineruimte met basisvoorzieningen in het bedrijf. Iedereen heeft zijn vaste leveranciers voor maaltijden voor bezoek of extra’s voor personeel. 1.2. Er is wel interesse in catering of voorzieningen op De Vaart, randvoorwaarden hiervoor zijn: snel, goedkoop, beter dan wat er nu is of georganiseerd wordt. 1.3. Er worden wel een aantal specifieke problemen gesignaleerd, zoals voorzieningen voor de vrachtwagenchauffeurs op het terrein en andere vormen van dienstverlening. 2. Opinie klanten t.a.v. local for local 2.1. Er is een milde belangstelling voor local-for-local op De Vaart, het zou kunnen passen in de bedrijfsfilosofie van een aantal bedrijven. Echter, men stelt vraagtekens bij de (economische) haalbaarheid. Ook moet er een volledig pakket dienstverlening worden geleverd, met andere woorden: men moet de concurrentie met de huidige leveranciers aankunnen. 3. Mogelijke business cases 3.1. Er zijn mogelijkheden om in samenwerking met diverse (externe) partijen op het Mc3 Park een nieuw Local4Local catering-, restaurant- en belevingsconcept in één te realiseren. Dit voorstel is nader uitgewerkt in de Businesscase Neighbourfoods (zie hoofdstuk 3). Het
De Vaart er in!
51
verdient aanbeveling om dit concept nader uit te werken en te toetsen op haalbaarheid en wenselijkheid.
De Vaart er in!
52
5. Het gebiedsverhaal van De Vaarten 5.1 De basis Het duurzame, op Local 4 local geïnspireerde gebiedsverhaal van De Vaarten heeft als basis de meerdere eenvoudig waarneembare kwaliteiten van beide gebieden, en een aantal maatschappelijke tendensen. De huidige gebiedskwaliteiten Opvallende algemene gebiedskwaliteiten betreffen de volgende: Ten eerste betreft dit de nabijheid van twee complementaire bedrijventerreinen, een glastuinbouwgebied en een categorie 4 bedrijventerrein. Deze combinatie komt in Nederland zelden voor. De bedrijfsdiversiteit die hierin besloten ligt is, vanuit het perspectief van kringloopcreatie, een kans. Ten tweede ligt het glastuinbouwgebied naast de stedelijke kernen van Almere, binnen de gemeentegrenzen, ook een situatie die uniek is in Nederland, en waardoor stadse belevering van ‘voedsel uit de eigen achtertuin’ heel tastbaar wordt. Ten derde worden de bedrijventerreinen omsloten door natuurgebieden, waarvan één zelfs van wereldallure, de Oostvaardersplassen. Ten vierde herbergen De Vaarten diverse relatief onbekende, en soms ook ondergewaardeerde natuur- en cultuurparels. Dit betreft onder meer het Wilgenbos en de beverpopulatie. Daarnaast is er een grote archeologische vindplaats op het perceel De Vaart 4 van ca. 10.000 jaar oud (voormalig stroomgebied van de Eem), en ligt er een middeleeuws scheepswrak aan de Groene Kadeweg. Bovenstaande punten leveren een grote omgevingskwaliteit op en een unieke gradiënt in dynamiek en natuurbeleving. Daarmee vertegenwoordigen De Vaarten in potentie een hot spot van L4L productie en beleving. Specifieke, meer bedrijfsgerelateerde gebiedskwaliteiten, zijn de volgende: Op de Buitenvaart bevindt zich een hoog niveau van teeltkennis. Dat is uiteraard niet vreemd voor een glastuinbouwgebied, maar is tegelijk een niet te onderschatten factor van belang voor een doorontwikkeling op basis van tuinbouw. Ten tweede blijkt de waterkwaliteit op de bedrijventerreinen een vestigingsfactor voor bedrijven wier productieproces daarvoor gevoelig is. Dit geldt bijvoorbeeld voor Algaspring (op de Buitenvaart) en Yakult (op De Vaart). Op de derde plaats zijn met name de ondernemers op de Buitenvaart goed georganiseerd. Ze weten elkaar snel te vinden, kennen elkaars sector, bezigheden en uitdagingen vrij goed, er wordt vrij veel en gemakkelijk materiaal en zelf personeel ‘uitgeleend’. Deze organisatiegraad betekent niet dat ze het overal en altijd met elkaar eens zijn overigens. Daarnaast zijn op beide terreinen bedrijven aanwezig die mogelijk als 'eye-catchers' aandacht kunnen genereren voor een nieuwe generatie van bedrijfs- en gebiedsontwikkeling.
De Vaart er in!
53
Tot slot is er vanuit technisch oogpunt veel potentie voor een innovatief warmtenet onder beide bedrijventerreinen, waardoor aanzienlijke besparingen op energiekosten op termijn mogelijk is. Maatschappelijke tendensen Het begin van de 21ste eeuw staat in het teken van diverse, en elkaar versterkende, wereldwijde ontwikkelingen, die nopen tot andere manieren van produceren. Enerzijds is dit de voortgaande klimaatverandering, met een toenemende waarschijnlijkheid van overstromingen, weersextremen en het versneld uitsterven van planten-en diersoorten (biodiversiteitscrisis). Anderzijds gaat het om de voortdurende stijging van de kosten van energiewinning uit fossiele brandstoffen. Waar in de jaren ’30 van de vorige eeuw met de inzet van één energie-eenheid er 100 gewonnen werden, was deze verhouding in 1990 opgeschoven naar 1:40, en in 2010 bedroeg hij 1:17. Kortom: de prijs van fossiele brandstoffen escaleert, waarmee ook de prijs van alles wat met die energie geproduceerd wordt stijgt. Meer in algemene zullen een aantal niet hernieuwbare grondstoffen (bv koper, zink, zilver, kwik) binnen 10-50 jaar uitgeput zijn. Tot slot houdt de financiële crisis Europa sinds 2008 in haar greep, de economische ontwikkeling stagneert en dwingt bedrijven om hun bedrijfs- en verdienmodellen te herzien6. Ondanks de malaise is er een aantal bedrijven dat het wel goed doet: dat zijn de bedrijven die duurzaamheid tot uitgangspunt nemen van hun bedrijfsmodel. Volgens Marga Hoek, directeur van De Groene Zaak, spelen daarbij tenminste de volgende 7 factoren een sleutelrol7: a) gerichtheid op de klant, niet alleen als afnemer, maar als mede-bedenker en zelfs als financier van het bedrijf; b) voortdurend op zoek zijn naar nieuwe verbindingen en functiecombinaties tussen spelers; c) het omzetten van die netwerken in gedeelde business cases; d) open innovatieprocessen waarbij niet alles wordt afgeschermd maar juist wordt gedeeld en daardoor waarde wordt toegevoegd door de hele keten heen; e) het creëren van sluitende kringlopen van grondstoffen zodat geen waarde verloren gaat maar juist wordt vermeerderd; f) nieuwe vormen van financiering; de bank is niet langer de enige bron hiervan, ook crowdfunding, financiering via consortia en financiering door het verbinden van commerciële en maatschappelijke business cases wordt mogelijk; en g) leiderschap, om in een onzekere wereld toch met vertrouwen te opereren, en dat vertrouwen aan anderen te gunnen. Binnen deze globale context spelen nog een aantal andere ontwikkelingen die van belang zijn voor De Buitenvaart. Het vertrouwen van burgers in het voedselsysteem is danig geslonken door diverse uitbraken van dierziekten, besmette komkommers, rundvlees dat paardenvlees bleek te bevatten enz. Er is een steeds manifestere wens van burgers om voedsel te eten dat daadwerkelijk bijdraagt aan de gezondheid. De markt voor biologische producten groeit, in weerwil van het economisch tij, nog steeds. Er wordt toenemend belang gehecht door overheden en burgers aan natuur in de (woon)omgeving. Het besef groeit dat niet alleen ziekenhuizen, maar ook woningen, bedrijven, wijken en hele steden gezien moeten worden als ‘helende omgevingen’. Deze helende omgevingen maken mensen gezonder, productiever, creatiever en socialer. Natuur en voedsel en de beleving daarvan in sociaal verband worden daarom steeds belangrijker gevonden. Burgers hebben in toenemende mate ook behoefte om invloed te kunnen uitoefenen op deze omgeving, wat zich uit in talloze initiatieven
6
Zie o.a. Roger Cox, Revolutie met Recht. Stichting Planet Prosperity Foundation, 2011. Tim Morgan, Perfect storm; energy, finance and the end of growth. Tullett Prebon Group Ltd, London, 2013. Richard Heinberg, Einde aan de groei; ons aanpassen aan de nieuwe economische realiteit. Uitgeverij Jan van Arkel, Utrecht 2011. 7 Marga Hoek (ed), 2013: Zakendoen in de Nieuwe Economie: zeven vensters op succes. Kluwer. 350 pp.
De Vaart er in!
54
op gebied van buurtmoestuinieren, energie co-operaties enzovoort. De wens om betrokken en gezien te worden is groot.
5.2 Perspectief voor de toekomst Doorontwikkeling van de huidige kwaliteiten, en het slim inspelen op maatschappelijke tendensen, kan het volgende opleveren: De Vaarten zijn parel op Floriade 2022, en zijn toonbeeld van: • slimme koppelingen van mensen en stofstromen • duurzame energie, korte voedselketens, slimme logistiek en mobiliteitsoplossingen enz. • Innovatiekracht en organisatievermogen • Samengaan van natuur, industrie, recreatie • Meervoudige inkomstenbronnen, bedrijfsdiversiteit • Meerwaarde voor woongebieden • Arbeidsomstandigheden Kortom: ‘De Vaarten’ zouden een Flevolands ‘silicon valley’ van een local4local en biobased economie kunnen zijn, aantrekkelijk voor investeerders en bedrijven. Productie kan er als het ware ingebed in de natuur plaatsvinden. Dit kan leiden tot een motto als: ‘De Vaarten: productie in natuur’. Daarbinnen zijn verschillende inhoudelijke accenten mogelijk. Een aantal daarvan tekenen zich voorzichtig af. Mogelijke thema’s en bedrijven: a) Duurzame energie en reststromen Bedrijven verbonden aan BC biovergisting en WKO, bv Vijfhoek b) Green Health (Quality food) Algaspring, Yakult c) Local Food Bedrijfscatering de Vaart, ONZE, AGF De buitenvaart, Buitenvaart bloemisterij, Neighbourfoods…. d) Educatieve recreatie Floriade belevingscentrum, ONZE, SBB, Pluktuin, Neighbourfoods, Weethoejeleeft.… Het lijkt nu nog te vroeg om voor een nauwere profilering van L4L te kiezen. Ze sluiten elkaar ook niet uit. Toch is het goed om elk van deze accenten te doordenken; het kan immers aan de basis staan van specifieke werving van nieuwe bedrijvigheid, met bijpassend beleid. Naast deze inhoudelijke profilering is het zaak te komen tot een organisatorische profilering. De levensvatbare business cases die passen bij een L4L toekomst bestaan immers bij de gratie van bedrijfsoverstijgende functionele verbindingen en waarde creatie door samenwerking. Dit betekent
De Vaart er in!
55
dat in de toekomst voortdurende aandacht nodig is voor:
identificatie van kansrijke functiecombinaties, bv. tussen voedselproductie, educatieve recreatie en productie van duurzame energie multidisciplinaire samenwerking die vaak een sector-, bedrijfs- en gebiedsoverstijgend karakter heeft, bv. samenwerking tussen tuinders, recyclingbedrijf, gemeente (o.a. EZ, stadsbeheer), natuurbeheerder, bewoners (juridische) verankering van het samenwerkingsverband, bijvoorbeeld in de vorm van een (gebieds-)coöperatie een meervoudig verdienmodel waarmee inkomsten kunnen worden geput uit meerdere bronnen tegelijk (bv. verkoop voedsel, parafernalia, horeca, rondleidingen, duurzame energie, recycling).
Het moge duidelijk zijn dat dergelijke randvoorwaarden niet ‘vanzelf’ worden vervuld. Daarin moet worden geïnvesteerd in termen van tijd, geld, energie en betrokkenheid. Voor de korte termijn is de vorming wenselijk van een ‘Samenwerkingsverband voor de Duurzame Doorontwikkeling van De Vaarten’. De samenstelling is nader te bepalen, maar logischerwijs valt te denken aan ondernemers De Vaart/Buitenvaart, gemeente, provincie, natuurbeheerders, bewoners(organisaties)/ ondernemers Almere Buiten , kennisinstellingen. Samen leveren ze doe-, denk-, beleids-, participatieverbindings- en verrassingskracht. Het samenwerkingsverband behoort de duurzame bedrijfs- en gebiedsontwikkeling van De Vaarten aan te jagen, met nadruk op kringloopsluiting, innovatie, duurzaamheid en Local4Local – met als doel de economische vitaliteit van de gebieden te versterken. De eerste opdracht van zo’n samenwerkingsverband zou zijn het gebiedsverhaal uit te werken, een bedrijfsacquisitieplan op te stellen en uit te voeren, een gezamenlijk communicatieplan op te zetten, en bij voorkeur een of meerdere gebiedsmakelaars te benoemen. Deze perso(o)n(en) krijgen de specifieke opdracht mee om in het gebied kansen voor duurzame business cases te identificeren en randvoorwaarden te scheppen voor realisatie ervan. De missie van zo’n samenwerkingsverband en de gebiedsmakelaar(s) staat of valt vanzelfsprekend met de persoonlijke, inhoudelijke en organisatorische betrokkenheid van de individuele leden. 5.3 Beelden bij De Vaarten in 2022 Om een beeld te krijgen van hoe een combinatie van bovengenoemde gebieds- en bedrijfskwaliteiten, maatschappelijke tendensen en thematische ontwikkelrichtingen zou kunnen uitpakken, dienen de volgende visualisaties. De eerste betreft het week fictieve logboek van de gebiedsmakelaar voor de Vaarten, die als taak heeft namens de Gebiedscoöperatie de Vaarten intern en extern verbindingen te leggen (zie box 3). De tweede betreft een rondleiding door een oudtuinder door de Vaarten, gesitueerd tijdens de Floriade 2022 (zie box 4). Box 3. Uit het denkbare logboek van Theo Arnoldus, gebiedsmakelaar voor De Vaarten te Almere Buiten. Datum, Lopende Zaken Maandag, 23 mei 2022 • 10-12 u: Wekelijks werkoverleg gebiedsteam – Voorbereiding werkbezoek Duitse delegatie (München e.o.) a.s. donderdag besproken. Men is vooral geïnteresseerd in onze innovatieve samenwerkingsverbanden rond Food & Health. Ze willen Yakult, Algaspring, en de medicinale voedseltuin op de Buitenvaart bezoeken. – plus afspraak bij onze partner Flevoziekenhuis. Afgesproken dat we ze ter ontspanning ook even door de pluktuin laten lopen. Verder afspraken gemaakt over programma en begeleiding workshops ’s middags op de Creatieve
De Vaart er in!
Follow-up? – Infomappen klaarleggen met gebiedsverhaal en relevante bedrijfsinfo – Stageplannen van
56
•
Campus. ’s Middags met stagiaires CAH Vilentum gewerkt in het kader van het nieuwe leerwerkprogramma rond Neighbourfoods. Stagiair permacultuur gaat ontwerp maken voor uitbreiding plukroute langs een paar verloren groenstroken op De Vaart. Stagiair agrorecreatie gaat de route van verhalen en bewegwijzering voorzien met ondersteuning van beheerders Pluktuin en ONZE.
Dinsdag, 24 mei 2022 • 9-11 u: ondernemersloket; er hebben zich twee nieuwe foodbedrijven gemeld die interesse hebben in vestiging op De Vaart. Samenwerking met Centrale Vergistings Installatie (CVI), Algaspring, Lokaal Duurzaam Energiebedrijf en medicinale voedseltuin wordt op prijs gesteld. • 15-17 u: Tijdens werkoverleg DKB-team (Dynamisch Kringloop Beheer = ketenkwaliteitszorg rond CVI) integrale risicoanalyse uitgevoerd rond nieuw aanbod van organische reststromen uit restaurant Blaauw voor CVI. Tegelijk kritische controlepunten en beheer- en correctiemaatregelen vastgesteld, zodat deze ter bekrachtiging kunnen worden voorgelegd aan de ketenautoriteit. Woensdag, 25 mei 2022 • 10-12 u: brainstorm stakeholders Neighbourfoods, AGF Buitenvaart, Pluktuin, Staatsbosbeheer, zorgkwekerij Weethoejeleeft, ondernemers en burgers Almere Buiten over nieuwe recreatieve, educatieve en zorg arrangementen op en rond De Vaarten. • 13-17 u: Werkbezoek Chinese delegatie (Shenzhen) aan Lokaal Duurzaam Energiebedrijf met bezichtiging bodemenergie-installaties en warmtenet, energiewinning gemaal De Blocq van Kuffeler, Oostvaardersplassen MarshEnergyPlant technology en partner De Groene Reus in Almere Buiten Donderdag, 26 mei 2022 • 09-11 preview met het gebiedsteam van mini-docu ‘Productie in Natuur’, die ingezet gaat worden bij de pitch voor de New York Dynamic City Masters eind juni. Doel: prijs winnen voor het meest stadsvriendelijke high-throughput bedrijventerrein! • 14-16 Op het Food Centre Almere met cateraars afspraken gemaakt met betrekking tot aanbod van ethnic food products uit de regio Vrijdag, 27 mei 2022 • 11-13 afspraak met directeur Hortus Botanicus Leiden – zoekt nieuwe plek om catalogus ‘polderplanten met economische waarde’ in beheer te geven. Is vooral geboeid door manier waarop we hier grond, water en andere resources niet alleen gebruiken maar ook verbeteren, en door de gestage stroom bezoekers die we ontvangen. Mogelijk nieuwe bedrijfsaanwinst. • 15-17 ruimtelijke inpassing nieuw e-bike en e-taxi systeem voor bezoekers en werknemers doorgesproken met gemeente Zaterdag, 28 mei 2022 • 11-20 u: grote groep bezoekers Floriade begeleid tijdens excursie Almere Buitengewoon langs trekpleisters Oostvaardersplassen (wild plukken en natuurkijken), Pluktuinen en Onze (High Tea), AGF De Buitenvaart en Neighbourfoods (afsluitend diner met streekproducten op Creative Campus). Drukke dag! Gelukkig waren ook vandaag weer veel inwoners van Almere Buiten (vrijwilligers uit de club van ‘Liefhebbers van De Vaarten’) aanwezig om met trots over het gebied te vertellen. • …
Zondag, 29 mei 2022 •
De Vaart er in!
commentaar voorzien – Buitenvaart boeketten klaarmaken
– Contactgegevens doorgeven aan Algaspring – Overleg met EZ en Lokaal Duurzaam Energiebedrijf over evt. komst nieuwe bedrijven – Oogst ideeën vastleggen.
– Tickets laten boeken voor ondernemers delegatie naar NY – Hortus ontwikkeling agenderen in volgende bestuursoverleg Gebiedscoöperatie – PR materiaal nabestellen – De livesynchronisatie met de online rondleiding en reportage kan beter, afspraak met afd. communicatie –
57
Box 4. Nieuwsbericht op Flevoland digitaal, 22 augustus 2022 Een korte stop tijdens de Floriade-rondleiding over De Groene Vaarten op 21 augustus 2022, door Jos de Vlieger, gepensioneerde oud-tuinder en ambassadeur voor De Vaarten “En als u goed kijkt dames en heren, ziet u hier de contouren van de tanks van de collectieve vergistingsinstallatie die de gebiedscoöperatie De Groene Vaarten in 2014 heeft gerealiseerd.” Met deze woorden opent Jos de Vlieger, oud-tuinder en natuurliefhebber, zijn rondleiding voor de Floriadebezoekers van vandaag over De Groene Vaarten, het Cradle to Cradle bedrijventerrein dat is ontstaan uit een fusie van de voormalige bedrijventerreinen De Vaart en de Buitenvaart. Hij vervolgt: “De installatie draait op natte organische reststromen die hier in het gebied beschikbaar komen, waaronder GFT-afval van de huishoudens uit de Molenbuurt, oogstresten van de tuinders en maaisels uit de nabijgelegen natuurgebieden. De warmte, CO2 en organische meststoffen die de installatie produceert, worden gebruikt door de tuinders hier in het gebied. De elektriciteit gaat voornamelijk naar een paar grote bedrijven verderop en naar de twee laadpalen voor elektrische voertuigen die op het parkeerterrein staan. De revenuen van de installatie worden gedeeld door de aandeelhouders van de gebiedscoöperatie De Groene Vaarten, waaronder diverse ondernemers uit het werkgebied en particulieren uit Almere.” “De tanks zelf zijn minder goed zichtbaar omdat ze geheel worden omhuld door bloeiende klimplanten die huisvesting en schuilmogelijkheden bieden aan allerlei dieren die in dit gebied voorkomen. Zo vormen de tanks, net als vele andere gebouwen en objecten op het terrein, tevens belangrijke stapstenen voor de natuur in de nabijgelegen Oostvaardersplassen, Lepelaarsplassen en Noorderplassen. De stapeling van sociale, economische en ecologische waarden rond de vergistingsinstallatie is kenmerkend voor de duurzaamheidsvisie die in 2013 voor het gebied is ontwikkeld door enkele koplopers uit het gebied en later omarmd door alle belanghebbende partijen. De vergistingsinstallatie vervult vele functies tegelijk, die allemaal duurzame waarden toevoegen aan het gebied als geheel. Dat varieert van de productie van duurzame energie voor de bedrijven in het gebied tot het sluiten van biologische kringlopen rond de organische reststromen die in de omgeving beschikbaar komen en van verschaffing van werkgelegenheid voor de Almeerders tot verrijking van de natuur en het werklandschap voor alle bezoekers van het gebied, waaronder uzelf.” Nadat De Vlieger alle vragen over de vergistingsinstallatie heeft beantwoord, vervolgt de groep Floriadebezoekers zijn weg in het elektrische busje naar de volgende stop van de rondleiding: Pluk en proef de vruchten van de Duurzaamheid in de energieleverende kassen van het Almeerse tuinderscollectief op de Groene Vaarten. Jos de Vlieger wandelt naar huis: hij woont in het nieuwe verzorgingstehuis aan de rand van het gebied. Als tuinder is hij ooit eens weggesaneerd uit het Westland, hier kan hij toch nog dichtbij de kassen wonen – en af en toe meewerken…
De Vaart er in!
58
6. Duurzame doorontwikkeling van De Vaarten Op grond van de in het project kennis en inzicht, kan de volgende sterkte-zwakte analyse gemaakt worden van de duurzame doorontwikkeling van De Vaarten vanuit een Local 4 Local profilering. STERKTEN
BEPERKINGEN
veel losse 'assets' aanwezig voor L4L verhaal (op bedrijfs- en gebiedsniveau)
weinig tot geen lokale investeringscapaciteit (buitenvaart), toekomstinvesteringen met lange terugverdientijd worden hierdoor bemoeilijkt
geografische locatie nabij stad
ondernemerschap van de Buitenvaart bedrijven sterk georiënteerd op anonieme of wereldmarkt
Twee complementaire bedrijventerreinen (bedrijfsdiversiteit)
vooral sierteelt op Buitenvaart
nabijheid natuur van grote kwaliteit (omgevingskwaliteit)
belangstelling voor L4L bij beperkte groep ondernemers
aanwezigheid teeltkennis Buitenvaart
collectieve urgentie voor verandering richting duurzaamheid op De Vaart nog niet groot
waterkwaliteit
Er is onvoldoende functionele en ervaarbare samenhang tussen de huidige gebiedskwaliteiten
organisatiegraad Buitenvaart enkele bedrijven op beide terreinen die als 'eyecatchers' aandacht kunnen genereren technische potentie voor innovatief warmtenet onder beide bedrijventerreinen KANSEN
BEDREIGINGEN
maatschappelijke vraag naar lokaal voedsel
onenigheid tussen groepen ondernemers Buitenvaart
maatschappelijke vraag naar voedsel van hoge kwaliteit
oplossingsrichtingen worden te behoudend gekozen (kostenreductie ipv systeemverandering)
Floriade Almere 2022 als stimulerende context
gemeentelijk beleid nog onvoldoende toegesneden op de ontwikkelpotentie van De Vaarten (vb gftaanbesteding)
veel ondernemers zitten erg moeilijk en moeten een nieuwe start maken Groeiend besef bij (klein groepje) buitenvaart ondernemers dat radicale verandering nodig is
De Sterkten en kansen voor doorontwikkeling zijn voldoende aan bod geweest bij het gebiedsverhaal. De beperkingen en bedreigingen uiten zich vooral in het beperkte lokale vermogen
De Vaart er in!
59
om een draai richting L4L te maken. Enerzijds is het aantal ondernemers dat hun bedrijf richting L4L wil organiseren beperkt, anderzijds is er, in het geval van de Buitenvaart, nauwelijks financieel vermogen aanwezig om te investeren en nieuwe ontwikkelingen een kans te geven. Daarmee is de mentale ruimte om rustig en weloverwogen nieuwe stappen te ondernemen niet groot, en is er een neiging om elke strohalm aan te grijpen, zelfs al lijkt die strohalm niet echt een wezenlijke duurzame heroriëntatie op te leveren. Een andere beperking uit zich in het gebrek aan functionele en ervaarbare samenhang tussen de bestaande gebieden (Buitenvaart, Vaart, natuurgebieden en Almere buiten). De Buitenvaart, en in iets mindere mate de Vaart, lijken daarmee op een cruciaal moment aangekomen. Het wordt steeds duidelijker dat doorgaan op de oude weg geen perspectief meer heeft. Enkele ondernemingen daargelaten, lijkt de toekomst van het gebied daarmee in handen te komen van externe partijen. Willen de ondernemers een rol blijven spelen in het gebied, en wil de gemeente Almere de Vaarten als duurzaam bedrijventerreinen behouden die het Growing Green Cities label waardig zijn, dan is het nodig op basis van een krachtig duurzaam gebiedsverhaal nieuwe investeringen en bedrijven naar het gebied te halen, en duurzame functiecombinaties tot stand te brengen. Het creëren van een gemeenschappelijk samenwerkingsverband (zie paragraaf 5.2) is daarvoor van belang.
De Vaart er in!
60
7. Conclusies en aanbevelingen 7.1 Conclusies De potentie voor een Local 4 Local profilering blijft onverminderd aanwezig. Die potentie is vooral gebaseerd op de waargenomen sterkten van beide gebieden. Ook zijn er diverse business cases-in-wording aan te wijzen die die potentie inhoud kunnen geven. Het L4L gebiedsverhaal moet gebouwd worden op de lokale sterkten, met een nadrukkelijke koppeling met maatschappelijke tendensen. Daarnaast zou een investering in een WKO/Warmtenet een belangrijke impuls geven voor een duurzame profilering van beide bedrijventerreinen, en het vestigingsklimaat voor bedrijven sterk verbeteren. Tegelijk moet geconstateerd worden dat vrijwel alle bedrijven op de Buitenvaart over onvoldoende vermogen beschikken om in innovatie te investeren, zeker gezien het feit dat het rendement daarvan pas over 5 a 10 jaar verwacht mag worden. Deze overwegingen leiden tot de volgende karakteristieken voor de doorontwikkeling van de De Vaarten: a) Zoek het midden tussen groot- en kleinschalig b) Benut lokale assets / slapend kapitaal en vent het uit c) Werk vanuit een groot vergezicht, maak kleine behapbare stappen d) Benut en creëer lokale ambassadeurs van het gebied e) Benut het landschap waarin de bedrijventerreinen liggen niet alleen als decor, maar ook als productie- en vestigingsfactor voor bedrijven f) Trek investeerders van buiten het gebied aan om de ontwikkeling richting L4L te katalyseren Om de doorontwikkeling richting Local4Local mogelijk te maken moet voorts aan de volgende randvoorwaarden voldaan worden: a) Goede branding, PR, gebieds-promotie b) Ontwikkeling van de Almeerse markt voor lokaal en regionaal voedsel c) Versterking natuurontwikkeling op bedrijventerrein d) Focus houden op integrale ketenkwaliteitszorg rond vergisting e) Ontwikkelen van een duurzame oplossing voor het bedrijfsafvalwater f) Ontwikkelen van samenwerkingsvormen op gebiedsniveau (bv gebiedscoöperatie) g) Aantrekken van extern kapitaal
7.2 Aanbevelingen Aan ondernemers: a) zet beloftevolle business cases door b) benut studenten voor onderzoek naar prille business cases c) versterk organisatie op gebiedsniveau, bv door de huidige Stuurgroep een permanent karakter te geven d) ga op zoek naar investeringen en ondernemers van buiten het gebied
De Vaart er in!
61
e) maak het gebied aantrekkelijk, door o.a.: a. versterken van landschappelijke kwaliteiten (o.a. gebiedsentree) b. versterken van positieve sfeer van gastvrijheid voor bezoekers c. benut en investeer in relaties met partijen in de (directe) omgeving (o.a. SBB, Oostvaardersplassen), zoek naar wederzijds en overstijgend voordeel ten behoeve van business-ontwikkeling en uitstraling Aan gemeente: a) zorg voor gastvrij ondernemers- en vestigingsklimaat, gebaseerd op het gebiedsverhaal b) Werf actief externe investeerders en bedrijven, op basis van het gebiedsverhaal c) Stem regelgeving en beleid af op innoverende ondernemers en grensverschuivende business cases, niet op gemene deler d) Zet de potentie van De Vaarten breed uit binnen het gemeentelijk apparaat, zodat inspanningen van de verschillende diensten daarop afgestemd kunnen worden (bv rondom GFT-stromen) e) Label ‘De Vaarten’ officieel als een van de ‘brandpunten’ waar de ‘Making of..’ van de Floriade 2022 gestalte krijgt: ‘Hier wordt gewerkt aan de Making of.. van de Floriade 2022’ f) Ondersteun met gerichte acties de emergente business cases Aan ondernemers en gemeente: a) Zet een gebiedsverhaal neer, dat de contouren weergeeft van de toekomstige ontwikkeling, gebaseerd op wat het project heeft opgeleverd, aangevuld met manieren waarop externe investeerders kunnen participeren in het gebied (om te voorkomen dat de huidige ondernemers worden weggevaagd en er een ongerichte ontwikkeling plaats vind). Zet de ontwikkelmogelijkheden neer in de vorm van een soort ‘prospectus’, schaar je als ondernemers daarachter. b) Trek m.b.v. deze prospectus investeringen en investeerders aan. c) Besluit samen voor de ontwikkeling van Bodemenergie onder De Vaarten te gaan, en zet een ontwikkelpad uit d) Onderzoek en versterk de potentie voor L4L voedselproductie en consumptie, inclusief de potentie voor een Almeerse voedselcentrum (‘Food Hub’) voor lokale en regionale producten e) Zet gebiedsorganisatie neer die als verbinder en aanjager bovenstaande ontwikkelingen in gang zet en duurzame business cases aanjaagt.
De Vaart er in!
62
Bijlagen Bijlage 1: Samenstelling Stuurgroep ‘De Vaart erin!’ Bedrijventerrein Buitenvaart Hans van Lammeren, eigenaar Kwekerij Paridans Louis van der Hoorn, tuinder Buitenvaart Bedrijventerrein De Vaart Dolf Luning, voorzitter bedrijfskring De Vaart, vestigingsmanager Yakult Gemeente Almere Anton Bokkers, beleidsadviseur Economische Zaken Monique van der Plas, programmamanager Almere Buiten Ben Scholten, wethouder Economische Ontwikkeling Ondersteuning van Stuurgroep door: Ontwikkelcentrum Stadslandbouw Almere Gaston Remmers, lector CAH Vilentum Almere (tevens voorzitter van de Stuurgroep) Arjan Dekking, WUR-PPO Lelystad Urgenda/Platform Duurzame GebiedsOntwikkeling Marc Buiter Agendaleden: Jasper van de Horst, beleidsmedewerker LTO Noord Gabino Dorigo, adviseur Rabobank Almere Arend van Vliet, eigenaar kwekerij Alland Hans Goudriaan, eigenaar Trosrozenkwekerij Goudriaan
De Vaart er in!
63
Bijlage 2: Local4Local potentie van het voedselweb Almere: verkenning naar een lokaal afzetgebied voor groente & fruit. Onderzoek uitgevoerd door Drs. Willieanne van der Heijden, CAH Vilentum Hogeschool Almere, onderzoeker bij het lectoraat Eco-effectief ondernemen in een stedelijke omgeving. Samenvatting Dit onderzoek, met de hoofdvraag ”Welke potentie biedt de stad Almere (inwoners, bedrijven en instellingen) voor het tuinbouw gebied “de buitenvaart” als mogelijk afzetgebied voor groenten & fruit?” is onderdeel van een groter plan van aanpak voor een gezamenlijke duurzame doorontwikkeling van glastuinbouwgebied ”de Buitenvaart” en bedrijventerrein “De Vaart”. Met behulp van literatuur,- webbased-onderzoek en het uitzetten van een kwalitatieve enquête onder food-gerelateerde bedrijven in Almere, is informatie verzameld om drie deelvragen te beantwoorden. De eerste vraag is beantwoord middels deskresearch. Voor de deelvragen 2 en 3 is gebruikt gemaakt van de gegevens van de Kamer van Koophandel Almere. Op basis daarvan is vastgesteld dat er circa 460 food-gerelateerde bedrijven gevestigd zijn in Almere. Van 63 daarvan kon vastgesteld worden dat zij groente en / of fruit verhandelen of verwerken. Bijna een derde van deze groep (n=19) heeft meegewerkt aan een kwalitatieve enquête ter beantwoording van deelvragen 2 en 3. Het onderzoek is uitgevoerd tussen mei en september 2013. De eerste deelvraag “Wat is de groente en fruitconsumptie van de inwoners van Almere?” resulteert in een theoretische berekening dat in de gemeente Almere de groenteconsumptie ligt rond de 7.566 ton per jaar. De fruitconsumptie ligt met 6.662 ton per jaar iets lager. Kijkend naar het gedrag van de gemiddelde Nederlander, dan worden de meeste groenten (89%) tijdens het diner geconsumeerd. Dit diner vindt in 85% van de gevallen thuis plaats. Fruit wordt het vaakst tussendoor gegeten (55%) waarbij niet bekend is of dit thuis of buitenshuis plaatsvindt. Het bij de lunch geconsumeerde fruit (17%) wordt in 33% van de gevallen buitenshuis geconsumeerd. Het bij het diner geconsumeerde fruit (19%) wordt in 85% van de gevallen thuis gegeten. De drie meest favoriete groentesoorten bij het diner zijn respectievelijk ui, tomaat en paprika. De top drie van favorieten fruitsoorten om tussendoor te consumeren zijn appel, banaan en mandarijn. Uit de tweede deelvraag “Welke voedselkanalen en in welke omvang kent Almere?” komt naar voren dat Almere de volgende voedselkanalen voor groente- en fruit kent, in volgorde van de grootte van de volumestromen weergegeven. Als eerste kunnen genoemd worden het supermarktkanaal en de markthandel (“at home foodservicekanaal”). Vertegenwoordigende bedrijven uit deze kanalen kennen een volumestroom in groente en fruit die gekenmerkt wordt door “een pallet of vrachtwagen per week”. De verhandelde groente- en fruitsoorten beslaan een breed assortiment.
De Vaart er in!
64
Het reguliere supermarktkanaal is gesloten, blijkt uit het onderzoek. Er worden geen namen genoemd van toeleveranciers/distributiecentra. De reguliere markthandel presenteert zich binnen dit onderzoek als een afzetkanaal met meer openheid. Namen van groothandel en toeleverancier worden openlijk genoemd. Deze zijn voornamelijk gepositioneerd buiten Almere, waarbij de Randstad en met name het Food Centre Amsterdam vaak wordt genoemd. Het “out of home foodservicekanaal” (klassieke horeca, catering en het gemak segment) in Almere kent kleinere volumestromen in groente & fruit per bedrijf. De groottes variëren van een kist tot een pallet per week. Echter, het totale “out of home foodservicekanaal” in Almere wordt vertegenwoordigd door veel bedrijven (n=73). Er kan verwacht worden dat de totale volumestroom een redelijke omvang zal hebben. De vraag naar groente en fruit is ook hier divers, waarbij bedrijven met een etnische keuken specifieke voorkeuren hebben. Klassieke horeca, gemak en catering hebben veel verschillende toeleverde bedrijven, voornamelijk bestaande uit groothandels. Deze groothandels liggen bijna allemaal buiten Almere. Ook hier word de Randstad en Amsterdam (Food Centre Amsterdam) vaak genoemd als vestigingsplek van de toeleverende bedrijven. Binnen de “out of home foodservice” neemt de catering voor zorginstellingen binnen Almere een aparte plaats in. De voedselstromen naar deze zorginstellingen lijken iets groter (pallet per week) dan naar andere bedrijven uit het segment “out of home”. Deze zorginstellingen werken met vaste cateraars gespecialiseerd in de institutionele zorgkeuken. Deze bedrijven zijn gevestigd buiten Almere. Het geleverde assortiment aan groente en fruit is divers, waarbij gehanteerde menucycli een gegarandeerde aanvoer noodzakelijk maakt. Een aparte categorie wordt gevormd door groothandel en levensmiddelenindustrie. Deze categorie bedrijven behoren niet tot het officiële foodservice kanaal, maar vertegenwoordigd de tussenhandel. Ondanks het feit dat Almere een zeer groot aantal bedrijven kent die staan geregistreerd als ‘groothandel in voedingsmiddelen’ (n=64), handelen deze zelden in versproducten, maar veelal in voorverpakte, langhoudbare levensmiddelen. Als er al verse groente en fruit worden verhandeld, dan zijn de volumestromen per week te duiden als “kist/pallet” met een divers pallet aan soorten. De levensmiddelenindustrie, in dit onderzoek vertegenwoordigd door één bedrijf gelegen buiten Almere, kent zeer grote volumestromen (45 ton per week) in voornamelijk groente, bestaande uit een breed assortiment. Business-to-Business handel in groente en fruit tussen de verschillende voedselkanalen lijkt nauwelijks plaats te vinden binnen Almere. Uit de derde deelvraag “Welke voedselkanalen in Almere hebben de potentie voor regionale afzet van groente & fruit?” komt naar voren dat er potentie is voor regionaal voedsel in regio Flevoland/Almere via diverse voedselkanalen, aangezien 89% van de respondenten aangeeft hiermee te willen werken of reeds werkt. Food-gerelateerde bedrijven die openstaan voor het werken met regionale groente en fruit (89% van de respondenten in dit onderzoek), geven aan dat de volgende randvoorwaarden (in volgorde van belangrijkheid) aandacht behoeven: 1) kwaliteit, 2) prijs, 3) beschikbaarheid, 4) gegarandeerde aanvoer 5) herkomst traceerbaar.
De Vaart er in!
65
Daarnaast wordt een slim distributiesysteem als noodzakelijk gezien (kleinschalig met een zeker mate van centralisatie) zodat er een gegarandeerde levertijd is, alle producten in één levering komen en dat leveringen gebracht kunnen worden. De partij die wordt gezien als diegene die de grootste impuls kan geven aan de handel in regionaal voedsel, lijkt de groothandel/ toeleverend bedrijf te zijn. Het feit dat deze partij het beste zicht heeft op de logistieke processen, wordt als reden aangeven. Opvallend is dat ook de overheid (rijksoverheid, gemeente en Kamer van Koophandel) genoemd wordt als een partij die regionaal voedsel verder kan brengen door strategisch beleid en het faciliteren van initiatieven. Om de omschakeling naar werken met regionale producten mogelijk te maken, vinden de bedrijven kennis het belangrijkst, gevolgd door het hebben van een relevant business netwerk. Geld wordt het minst belangrijk gevonden. De hoofdvraag “welke potentie biedt de stad Almere (inwoners, bedrijven en instellingen) voor het tuinbouw gebied “de buitenvaart” als mogelijk afzetgebied voor groenten & fruit?” kan als volgt worden beantwoord: De stad Almere biedt qua omvang van de groent- en fruitconsumptie voldoende potentie als mogelijk afzetgebied voor groente en fruit voor Buitenvaart. Groente afzet lijkt kansrijker dan fruit. Bestaande voedselkanalen zijn niet georganiseerd binnen de gemeentegrenzen van Almere, maar leiden al snel naar toeleverende bedrijven buiten de provincie Flevoland. Het regionale voedselweb is dus zwak ontwikkeld. Business to Business in food komt nauwelijks voor binnen Almere. Voedsel gerelateerde bedrijven in Almere (at home foodservice, out of home foodservice, groothandels en levensmiddelenbedrijven) zeggen te willen werken met regionale producten of doen dit reeds. Dit is echter erg kleinschalig en nauwelijks georganiseerd. Afzetkansen voor de Buitenvaart, in volgorde van belangrijkheid, liggen binnen de volgende voedselkanalen: Het “out of home” voedselkanaal (horeca, catering en gemak). Diverse groothandels uit voornamelijk de randstad of het Food Centre Amsterdam, zijn de belangrijkste toeleveranciers van deze bedrijven. Dit voedselkanaal bestaat uit veel potentiele afnemers en staat open voor regionale producten waaronder specifieke etnische groenten en fruitsoorten. Deze categorie bedrijven vindt het aanbod niet transparant georganiseerd. De institutionele zorgkeukens (een specifiek segment van het “out of home” voedselkanaal”). Zorginstellingen denken met ”regionaal voedsel met een verhaal” beter tegemoet te kunnen komen aan de wensen van bewoners. Zorginstellingen willen volledig ”ontzorgd” worden, waarbij een totaal assortiment wordt aangeboden tegen een goede prijs met een gegarandeerde aanvoer vanwege vooraf geplande menucycli. Het levensmiddelenbedrijf uit dit onderzoek. Dit bedrijf opereert in een groeiende markt, heeft wekelijks een grote groente omzet en staat open voor regionale producten.
De Vaart er in!
66
Het “at home” voedselkanaal bestaande uit markthandel en supermarktkanaal. Dit voedselkanaal is groot qua omvang van groente- en fruitstromen. Echter, het supermarktkanaal is erg gesloten wat betreft informatie over toelevering en zeggen reeds te werken met bestaande netwerken. Een aandeel krijgen binnen dit foodservicesegment zal mogelijk lastig zijn. De markthandel is opener, echter het gaat hier maar om enkele bedrijven. Aanbevelingen voor de tuinders van Buitenvaart: Sorteer voor op de behoefte aan regionale geproduceerde (etnische) groente- en fruit. Onderzoek de volgende afzetmogelijkheden, inclusief bijkomende randvoorwaarden: Afzet via een nieuw op te richten groothandel/Food Center Almere Afzet via het Food Centre Amsterdam Tailor made afzet, via efficiënte distributie, richting zorginstellingen binnen Almere een specifiek regionaal voedingsmiddelenbedrijf het supermarktkanaal of markthandel binnen Almere Breng de consequenties voor het technische productieproces en de productiecapaciteit richting groente en fruit voor Buitenvaart in kaart Aanbevelingen voor regionale kennisinstellingen Versterk kennisdeling en kennisontwikkeling rond regionaal voedsel Onderzoek de kennisbehoefte bij de verschillende partijen en ontwikkel bijpassende kennisarrangementen Aanbevelingen voor de lokale overheid (gemeente en Kamer van Koophandel) Organiseer en ondersteun het ontstaan van business netwerken in regionaal voedsel binnen Almere Faciliteer het ontstaan van nieuwe lokale voedseleconomie
De Vaart er in!
67