… en de weg er naar toe
Bomennota voor Almeerse bomen
Visie op de toekomst…
Inleiding Aanleiding en werkwijze Reikwijdte Waarom deze Bomennota? Planhorizon Doelstelling Leeswijzer Het belang van bomen Algemene betekenis voor mens en milieu Sociale waarde Schoonheid Identiteit en structuur Gezonde leefomgeving Cultuurhistorisch Ecologische waarde Economische waarde Bomen in Almere De betekenis van bomen in Almere Waardering Lusten en lasten Ontwerpcultuur Aanlegcultuur Algemeen Bomen in verhardingen Bomen in gras Bomen in beplantingen Beheer en budgetten Bestaand beleid Samenstelling huidig bomenbestand Kwantiteit Kwaliteit
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 2.4 3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.4 3.5 3.6 3.6.1 3.6.2
Samenvatting
Inhoudsopgave
B omen n ota voor Alm eers e b om en 3
11
9
7
5
Visie en beleid
Conclusies
Aanbevelingen
5
6
7
4 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Bronvermelding Literatuurlijst
Bijlagen Almeers bomenbeleid in relatie tot de Bomenstichting Omgangsregels met betrekking tot bomen 1 Richtlijnen voor ontwerp aanleg en beheer 2 Wijker versus blijver 2.1 Bomen Effect Analyse 2.2 Verplanten 2.3 Voorbeelden C Begrippenlijst
A B
Analyse Inleiding Sterke kanten van de bomen van Almere Zwakke kanten van de bomen van Almere Kansen voor de bomen van Almere Bedreigingen voor de bomen van Almere
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3
50
31
29
27
21
19
Voor het huidige bomenbestand anno 2006 betekent deze visie dat de kwaliteit moet worden verhoogd. In een aantal gevallen betekent dit dat er bomen moeten wijken om andere bomen een betere overlevingskans te geven. De kwantiteit wordt dus verlaagd: niet als doel op zich, maar als consequentie van het streven naar een kwalitatief hoogwaardiger bomenbestand in Almere. Uit het jaarboek (2005), Almere blauw groene stad blijkt dat de bewoner het groen waardeert met een gemiddeld rapportcijfer tussen 6,8 en 7,6. Daar tegenover staat het groot aantal ‘boomklachten’; op jaarbasis gemiddeld 1800 stuks. Door op verschillende terreinen (inrichting, onderhoud, communicatie) verbeteringen aan te brengen kunnen naar verwachting veel klachten voorkomen worden en kan begrip worden gekweekt voor onvermijdelijke situaties.
Over 15 à 20 jaar is het bomenbestand van Almere vitaal, gevarieerd, en waar gewenst duurzaam. Daarmee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het welzijn van de burgers en het groene imago van de stad Almere.
Bij de aanleg van Almere zijn grote hoeveelheden snel groeiende bomen aangeplant om op korte termijn een groene, enigszins beschutte woonomgeving te creëren. De groene woonomgeving die hiermee in relatief korte tijd gerealiseerd is wordt over het algemeen goed gewaardeerd. De keuze voor snelgroeiende bomen leidt op steeds meer plaatsen tot overlast en maakt dat de kwaliteit van het bomenbestand te wensen overlaat. Om hier in de toekomst verbetering in aan te brengen is een heldere visie en daarvan afgeleid beleid en beheer noodzakelijk. Op basis van de uitkomsten van een SWOT-analyse is de volgende visie geformuleerd:
Samenvatting
B omen n ota voor Alm eers e b om en 5
Om op een juiste wijze met de bomen om te gaan krijgen alle bomen een label, te weten wijker, blijver of waardevolle boom. Ieder label heeft zijn eigen omgangsvorm. Op deze wijze kan er verantwoord en flexibel worden omgegaan met klachten, vragen, bouw-, beheer- andere plannen.
Om deze nota te kunnen realiseren zijn diverse beleidspunten geformuleerd met het daarbij behorende instrumentarium. Enerzijds betreft het algemene beleidsdoelstellingen die op organisatorisch vlak ervoor moeten zorgen dat de boom beter op de kaart komt te staan. Anderzijds gaat het om specifieke beleidsdoelstellingen gericht op ontwerp, aanleg, beheer en op bescherming van bestaande bomen bij bouw en aanleg werkzaamheden.
Voor nieuw aan te planten bomen in de nieuwe gebieden en als gevolg van inbreiding betekent deze visie dat, veel beter dan voorheen het geval was, gekeken moet worden naar ‘de juiste boom op de juiste plaats’. Daarbij is de absolute kwantiteit van het bomenbestand niet bepalend voor een groen imago, wel het beeld dat opgeroepen wordt.
6 Bo mennota voor Almee rs e bo men
De Bomennota voor Almeerse bomen, met daarin een visie, diverse beleidsdoelen en een opname van bestaande en nieuwe instrumenten, zoals een omschrijving van de boomlabels en een toetsschema. Bomenplan op wijk- en buurtniveau, met daarin opgenomen het regulier onderhoudsprogramma.
1.3 Waarom deze Bomennota? Als eigenaar en beheerder van de bomen in Almere is de gemeente verantwoordelijk voor goed bomenbeleid. Dat beleid is gebaseerd op een visie, waarin een toekomstige rol aan de bomen
1.2 Reikwijdte Deze nota heeft betrekking op alle bomen binnen de gemeentegrenzen, waarvan de gemeente Almere eigenaar is, met uitzondering van: • Bomen in bossen. • Bomen die niet als boom zijn aangeplant én niet als boom in het Beheersysteem Bestaande Stad (BBS) zijn opgenomen. (Bijvoorbeeld uitgegroeid bosplantsoen).
Module II:
Module I:
1.1 Aanleiding en werkwijze In 2005 is aan de toenmalige Dienst Stadswerk Almere opdracht gegeven een bomenplan te maken op wijk- en buurtniveau. In het plan zouden als voornaamste ingrediënten een visie en een beheerplan moeten worden opgenomen. Het ‘Bomenplan op wijk- en buurtniveau’ zou het vervolg moeten worden op het rapport ’Bomenplan op stads- en kernniveau’ uit 2002. Begin 2006 is de Dienst Stadswerk samen met de Dienst Stedelijk Beheer opgegaan in Stadsbeheer en is de opdracht opnieuw tegen het licht gehouden. De conclusie was dat ook een algemene, overkoepelende bomenvisie wenselijk zou zijn als onderdeel van het bomenplan. Samen met de vakdienst en de toenmalige wethouder c.q. opdrachtgever is toen besloten om de verschillende onderwerpen in aparte modules vast te leggen, en deze vervolgens door het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad te laten vaststellen. Het gaat om onderstaande modules.
1 Inleiding
In de jaren 70 is men begonnen met de aanleg van Almere. Riet werd gemaaid, zand werd opgespoten, de eerste woningen verschenen. Gelijktijdig werden snelgroeiende bomen aangeplant om de eerste bewoners enige beschutting tegen de wind te geven en de nieuwe woonomgeving van groene allure te voorzien. Er werden veel bomen aangeplant, heel veel bomen. En met succes. De bewoners voelden zich snel thuis en raakten gehecht aan het groene beeld.
B omen n ota voor Alm eers e b om en 7
1.6 Leeswijzer Het eerste hoofdstuk gaat in op de aanleiding voor deze nota. Vervolgens wordt het belang van bomen besproken. In hoofdstuk drie wordt ingegaan op de specifieke kenmerken van het bomenbestand van Almere. Als hoofdstuk 4 is de SWOTanalyse opgenomen op basis waarvan de Visie en de daarvan afgeleide beleidsdoelstellingen en instrumenten van hoofdstuk 5 zijn gebaseerd. Tot slot zijn in de diverse bijlagen eisen, randvoorwaarden, omgangsregels en procedures opgenomen die ertoe moeten leiden dat de visie in de toekomst realiteit wordt.
1.5 Doelstelling Doelstelling van deze nota is het formuleren van tot standpunten over hoe de gemeente met haar bomenbestand om wil gaan en deze door het college en de raad vast te laten stellen. In het licht van deze doelstelling komen de volgende punten aan de orde: • Inzicht krijgen in de betekenis, waarden, sterke punten, zwakke punten, kansen en bedreigingen van bomen in Almere; • Opstellen en actualiseren van richtlijnen met betrekking tot ontwerp, aanleg en beheer; • Directe kennis- en beleidsoverdracht naar college, bestuur, andere diensten en, indirect, naar de burger; als communicatiemiddel.
1.4 Planhorizon Voor deze ‘Bomennota’ wordt het jaar 2016 als planhorizon gehanteerd. Drie jaar na vaststelling zal de nota worden geëvalueerd. Blijkt uit de evaluatie dat enige aanpassingen nodig zijn, dan wordt dit in een aanvulling opgenomen. Ook tussentijdse aanpassingen zijn mogelijk, de regie hierop wordt gevoerd door de vakdienst.
wordt toegekend; welke betekenis hebben bomen voor Almere en hoe wil de gemeente haar bomenbestand beheren. In Almere was die visie nog niet uitgekristalliseerd en was het beleid voor een groot deel van het bomenbestand nog niet geregeld.
8 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Foto 1: Bomen kunnen gebouwen vervolmaken
In 1994 begroette Almere haar honderdduizendste inwoner. Ter gelegenheid daarvan werd op twintig locaties een groep van vijf bomen van dezelfde soort geplant. Ze herinneren komende generaties aan de onstuimige groei van Almere. Bij elke boomgroep staat een herinneringsteken met daarop de reden van de aanplant.
B omen n ota voor Alm eers e b om en 9
Foto 3: Bomen met een (cultuur)historische waarde
2.2.4 Cultuurhistorisch Van een cultuurhistorische waarde is sprake wanneer bomen een rol van betekenis spelen in de geschiedenis van hun omgeving. Dergelijke bomen herinneren aan een bepaalde culturele of historische gebeurtenis of mijlpaal, ter gelegenheid waarvan of in welke nabijheid of tijd bewust bomen zijn geplant.
2.2.3 Gezonde leefomgeving Bomen dragen bij aan een gezond leefmilieu in de stad en dus het welzijn van de mens. Ze zorgen voor een eigen microklimaat: ze breken de wind, vangen fijn stof op en, vooral grotere bomen en aaneengesloten beplantingen, matigen temperatuurextremen. Door bomen wordt lawaaioverlast marginaal beperkt, maar ze hebben een hoog psychologische effect; wanneer een lawaaibron aan het oog onttrokken wordt, onttrekt het lawaai zich gemakkelijker aan de waarneming.
structureren. Daarmee creëren ze een herkenbare samenhang tussen de stedelijke ruimten waaruit de stad is opgebouwd. Ze bepalen in belangrijke mate de identiteit en het imago van de stad.
Foto 2: Bomen structureren de ruimte
2.2.2 Identiteit en structuur Bomen zijn onderdeel van het groene raamwerk en het beeldbepalende groene aanzicht van de stad. In rijen of groepen aangeplant kunnen ze worden gebruikt om ruimten te
2.2 Sociale waarde 2.2.1 Schoonheid Een kwaliteit van bomen vormt hun esthetiek, hun schoonheid. Bomen op de voor- of achtergrond kunnen de aandacht trekken. Vaak wordt bomen een architectonische functie toegekend vanwege die schoonheid, bijvoorbeeld ter vervolmaking van een gebouw of kunstobject. Bomen met een lange levensduur zijn hiervoor uitermate geschikt. Door hun vorm, kleur en omvang voegen bomen een esthetische, decoratieve waarde toe aan de stad, waardoor deze aantrekkelijker kan worden.
2.1 Algemene betekenis voor mens en milieu Bomen zijn levende organismen die om diverse redenen belangrijk zijn voor de mens. Bomen vertegenwoordigen grote sociale, ecologische en economische waarden, afhankelijk van de schaal, mate en wijze waarop men ze benut.
2 Het belang van bomen
10 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Foto 4 en 5: Een omgeving met bomen verhoogt de marktwaarde van woningen
2.3 Ecologische waarde In ecologisch opzicht spelen bomen een grote rol, een rol die veelzijdiger en belangrijker wordt naarmate de grootte van het bomenbestand en de diversiteit daarbinnen toeneemt. Groene kwaliteit draagt bij aan de biodiversiteit. Bomen kunnen kleine zoogdieren, vogels en insecten een schuil-, slaap, foerageer - of broedplaats en oriënteringsmogelijkheid bieden. Voor bepaalde planten, bijvoorbeeld mossen, kunnen bomen als groeiplaats fungeren.
2.4 Economische waarde Wat is een boom waard in geld uitgedrukt? De economische waarde die bomen vertegenwoordigen is moeilijk te meten. We weten exact hoeveel een boom kost bij de kweker. Een boom wordt per jaar groter en daarmee meer waard. Door het wegvallen van bomen wordt er kapitaal vernietigd. Bij kap levert een boom geen of nauwelijks geld op, maar het verwijderen van een boom kost wel geld. Echter, de aanwezigheid van bomen kan voor de directe omgeving positieve financiële consequenties hebben. Woningen in een omgeving met bomen liggen vaak beter in de markt. Daarnaast heeft een aantrekkelijke stad aantrekkingskracht voor dagbezoekers, winkelend publiek, recreanten en toeristen, wat de economie weer stimuleert. Omgekeerd wordt geschat, dat in de gezondheidszorg miljarden euro’s worden bespaard, door de positieve gevolgen van groen in de nabije leefomgeving op de gezondheid. De aanplant van bomen moet dus worden gezien als een investering!
Foto 6: Het groene karakter in het stedelijk gebied
3.1 De betekenis van bomen in Almere 3.1.1 Waardering Bomen bepalen voor een belangrijk deel de kwaliteit van onze stedelijke leefomgeving en leveren een aanzienlijke bijdrage aan de leefbaarheid in Almere. Bomen in bebouwd gebied vormen groen en natuur dicht bij huis, de burgers kunnen er direct van genieten. Bomen roepen een sfeer van rust op, kleuren de omgeving, tonen seizoenswisselingen, groeiprocessen en de samenhang tussen flora en fauna. Bovendien zijn bomen medebepalend voor herkenbaarheid, sfeer, gevoel van welbehagen en imago van Almere. Volgens het jaarboek ‘Almere blauw groene stad 2005’, waardeert de Almeerder de aantrekkelijkheid van het groen en het blauw in zijn stad met een gemiddeld rapportcijfer tussen de 6,8 en 7,6. Dit is een redelijk tot goede beoordeling. Uit de enquête kwamen geen zeer lage, maar ook geen zeer hoge waarderingen naar voren. Bomen maken deel uit van het Almeerse groen en worden daarom evengoed positief gewaardeerd.
3 Bomen in Almere
B omen n ota voor Alm eers e b om en 11
3.2 Ontwerpcultuur Almere is ontstaan op een kale, winderige poldervlakte. Om luwte en een aangenaam leefmilieu te creëren zijn voor de bouwwerkzaamheden de stadsbossen aangelegd, met als eerste het Beginbos en het Waterlandsebos. Vanwege de omstandigheden van destijds (wind, verse kleigrond) zijn massaal pioniersoorten gebruikt, zoals populier, els en wilg. In de woonwijken van Almere Haven en de eerste wijken in Almere Stad en Almere Buiten, zijn volop snelgroeiende pioniersbomen geplant, waarvan een groot aantal in de verharding. Het voordeel was dat er snel een beschut en groen woonmilieu ontstond. Almere Haven is nog steeds de meest groene woonkern van Almere. De keerzijde van de medaille is echter dat veel bomen tegen de huizen aan groeien, zich in de tuinen wringen of de bestrating opdrukken.
3.1.2 Lusten en lasten Tegenover het belang en de betekenis van bomen, de lusten, staat de overlast die mensen van bomen kunnen ondervinden. Dit is persoonsafhankelijk. De één ondervindt overlast van de boom, terwijl de ander de boom ervaart als een verhoging van de leefbaarheid. Een goed functionerend bomenbestand kan Almere in economisch en ecologisch opzicht verrijken en de leefbaarheid, het natuurbesef, de veiligheid en het cultuurhistorisch besef bevorderen. Een goed beheer van bomen in Almere kan de overlast van bomen tot een minimum beperken. Als een boom wordt geplant met de bedoeling één of meer van bovenstaande functies te vervullen, dan moeten de omstandigheden daartoe geoptimaliseerd worden. Dat begint bij een goede voorbereiding, gevolgd door een doordacht ontwerp, heeft betrekking op de inrichting van de plantplaats, keuze van de boomsoort, aanleg, bescherming tegen schade en schadelijke invloeden, en eindigt met het juiste beheer. In het beleid moet ook geregeld zijn hoe boom en plantplaats beschermd worden tegen schadelijke invloeden.
12 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Foto 7: In onder meer Almere Haven zijn volop pioniersoorten aangeplant
Foto 9 en 10: Lange boomstructuren zoals de Evenaar in Almere Buiten en de linden langs Parkwetering in Almere Stad
bomen in het straatbeeld toegepast
In de ontwikkelingsplanfase wordt meestal besloten waar welke bomen van welke grootte worden geplant (zie de begrippenlijst, bijlage E voor uitleg over bomen van de 1e, 2e en 3e grootte). Bomen ondersteunen de ruimtelijke en functionele structuur van een woonwijk/stadsdeel. Daarom staan de grootste bomen (van de 1e grootte) langs de hoofdinfrastructuur en waterwegen en in de hoofdgroenstructuur. Op deze plekken is meestal voldoende bovengrondse en ondergrondse ruimte voor grote bomen, waardoor er een duurzame structuur kan ontstaan. Hoe smaller de profielen worden, hoe kleiner de bomen.
Almere Stad wordt gekenmerkt door een veelheid aan boomsoorten, terwijl in Almere Buiten het polderkarakter tot uitdrukking komt in de sortimentskeuze. Uit deze periode stammen lange boomstructuren, zoals de Evenaar in Almere Buiten en de ‘lindelaan’ aan de Coevordensingel in Almere Stad. Verder werden bomen en bomenlanen massaal ingezet bij het begeleiden van dreven, busbanen, fietsroutes en stadsgrachten, waardoor lange groene linten de diverse wijken aan elkaar verbonden zijn.
Foto 8: In nieuwe wijken worden relatief weinig
Naarmate Almere en de stadsbossen groeiden, werd de functie als windbreker minder noodzakelijk voor de bomen en kwam de nadruk meer te liggen op functies als begeleiding, oriëntatie en esthetiek. Eind jaren ’80 van de vorige eeuw kwam er meer aandacht voor diversiteit en duurzaamheid in boomsoorten en werden meer bomen gekozen op basis van hun grootte in volwassen toestand. Woonwijken in Almere Stad en Almere Buiten die eind jaren ´80 en ´90 van de vorige eeuw opgeleverd zijn, hebben per inwoner minder bomen dan in Almere Haven. Ook zijn de bomen op een andere manier gebruikt: door meer variatie en differentiatie van het bomenbestand kregen de woonwijken een eigen herkenbaarheid, die ten goede kwam aan de oriëntatie. Daarnaast zijn vanwege voortdurende bezuinigingen op het groen en het terugdringen van de groei van de oppervlakte openbare ruimte, in de jongste woonwijken (bijvoorbeeld Oostvaardersbuurt, Eilandenbuurt, Stripheldenbuurt en Tussen de Vaarten Zuid) relatief weinig bomen in het straatbeeld toegepast. De bomen concentreren zich daar op oevers aan het water, langs ontsluitingswegen (lanen) en in parkjes/groenstructuren.
Foto 11: Bomen van de 1e grootte
Foto 12: Boom van de 2e grootte
In de nieuw te bouwen woongebieden staan soms al bomen die in een eerder stadium zijn aangelegd (bijvoorbeeld lanen). Het uitgangspunt is om deze bomen zoveel mogelijk in te passen in het ontwerp en op deze manier identiteit mee te geven aan de nieuwe wijk.
In de woonstraten worden vaak kleine bomen (van de 3e grootte) geplant. Dergelijke bomen hebben over het algemeen geen lange levensduur, maar kunnen wel prima hun functie vervullen.
Foto 13: Boom van de 3e grootte
B omen n ota voor Alm eers e b om en 13
3.3 Aanlegcultuur 3.3.1 Algemeen De bodem van de voormalige Zuiderzee waar Almere op is gebouwd, is buitengewoon vruchtbaar. De bomen in de polder zijn zeer vitaal en groeien uitbundig, ruim tweemaal sneller dan elders in ons land. Dit geldt niet voor de bomen in de stedelijke omgeving van Almere. Almere is gebouwd op een laag steriel, uiterst onvruchtbaar zand van ongeveer een meter dikte. Geen enkele boom kan hier, zonder het nemen van extra maatregelen gezond in groeien. Om die reden wordt tot op heden bij iedere boom een groeiplaatsverbetering toegepast door het graven van een plantgat met een oppervlakte van 4 m2, tot een diepte van ongeveer 1 meter. Dit plantgat wordt opgevuld met gerijpte klei. Bomen in beplantingen en gras treffen het beter. Om de beplantingen en het gras goed te laten groeien, wordt een toplaag van zestig centimeter gerijpte klei aangebracht. Hier kan de boom van profiteren. Om de boom voor om- of scheef waaien te behoeden worden, ter ondersteuning, twee of drie forse kastanjehouten palen met boomband neergezet. De laatste tijd krijgen bomen steeds vaker een beluchtings- en watergeef-
tijdstip aangeplant, maar dan met een betere
tot 30 jaar oud
14 Bo mennota voor Almee rs e bo men
bodemopbouw
Foto 15: Dezelfde soort boom op hetzelfde
Foto 14: Slechte groei: deze boom is ongeveer 25
gemaaid gras
Foto 17: Boom zonder boomspiegel in extensief
3.4 Beheer en budgetten In Almere wordt voor het beheer van bomen van de volgende budgetten gebruik gemaakt, soms als onderdeel van andersoortig beheer en onderhoud. Er is geen vastomlijnd plan dat aangeeft wanneer welke boom welk onderhoud behoeft. Dit zal in het bomenplan op wijk- en buurtniveau nader worden uitgewerkt.
3.3.4 Bomen in beplantingen Een deel van de bomen wordt in beplanting geplant. Dit kan variëren van lage beplantingen die als bodembedekker fungeren tot bomen die in bosplantsoen worden aangeplant om snel enige gelaagdheid te geven. Voor deze bomen worden geen specifieke maatregelen getroffen.
3.3.3 Bomen in gras Voor de bomen in gras wordt een boomspiegel gemaakt en onderhouden. Hierdoor wordt maaischade voorkomen. De bomen die in extensief gemaaid gras moeten staan, krijgen geen boomspiegel, maar hoeven direct rondom de stam niet te worden gemaaid.
Foto 16: Boom met boomspiegel
3.3.2 Bomen in verhardingen Waar bomen in de verharding moeten komen is in het verleden op diverse locaties gebruik gemaakt van specifiek bomenzand. Dit zandmengsel geeft mogelijkheden voor groei van de boom en civieltechnische belastingen. Aangezien de resultaten in het verleden zijn tegengevallen is door de vakdienst besloten klei te gebruiken en dit te verdichten. Na verloop van tijd moet als gevolg van verzakkingen de verharding worden opgehoogd, maar de boom gedijt er beter bij dan in een zogenaamd bomenzandmengsel. De laatste jaren wordt bij nieuwbouwprojecten, reconstructies en werken van groot onderhoud getracht steeds minder bomen in de verharding aan te planten.
De huidige inrichtingsprincipes zijn opgenomen in het ‘Handboek programma van eisen inrichting openbare ruimte’. Als gevolg van gewijzigde inzichten is een aangepaste lijst van inrichtingsprincipes met betrekking tot bomen in bijlage C1 toegevoegd.
drain en worden ze nog twee jaar na aanplant extra verzorgd. Na die periode worden de bomen ad-hoc onderhouden.
• ’Bomen in het Almeerse straatbeeld’ (september 1992) beschrijft een visie op ontwerp, aanleg en beheer van de Almeerse stadsbomen.Vastgestelde status komt na vaststellen van dit bomenplan te vervallen.
3.5 Bestaand beleid Het huidige beleid van de gemeente Almere voor haar bomen is deels vastgelegd in een aantal notities en deels gebaseerd op ad hoc beleid. Een aantal van deze notities:
Welke maatregelen vanuit welk budget • Groot onderhoud woonwijken: een wijk wordt integraal onder handen genomen, waarin vooral het gebied wordt opgehoogd en het groen (inclusief bomen) heringericht. Daarnaast wordt ook gekeken naar functies en het gebruik. De werkzaamheden bestaan veelal uit het verwijderen en verplanten van bomen en aanplanten van jonge bomen. • Groot onderhoud ‘producten’: een deel van het geld van Groot onderhoud woonwijken wordt hier voor ingezet. Om hiervoor in aanmerking te komen moet een verzoek worden ingediend, waarover de vakdienst een besluit neemt. • Projectmatig onderhoud: financiering vindt plaats uit eenmalig budget. Om hiervoor in aanmerking te komen moet een structureel probleem aanwezig zijn, dat niet binnen de bestaande budgetten uitgevoerd kan worden. Voorbeeld hiervan is het project Kastanjebloedingsziekte, • Planmatig onderhoud: uitvoering in de jaarschijf. De werkzaamheden bestaan voornamelijk uit grootschalige snoeiwerkzaamheden als gevolg van meldingen en klachten van burgers en waarnemingen door de vakdienst • Dagelijks verzorgend onderhoud: de werkzaamheden met betrekking tot bomen zijn vooral gericht op het controleren van de bomen en het verwijderen van wortel- en stamopslag. Daarnaast worden eenvoudige meldingen en klachten van burgers opgelost. • Calamiteiten onderhoud: er is in het reguliere budget geld gereserveerd voor werkzaamheden die onvoorspelbaar zijn en met spoed moeten worden uitgevoerd, zoals werkzaamheden na een storm.
28.900
64.900
17.800
15.800
19.500
11.800
Bomen in gazon
10.100
2.500
1.600
3.200
2.800
Bomen in verharding
153.900
50.000
25.800
24.600
33.100
20.400
Totaal
B omen n ota voor Alm eers e b om en 15
Tabel 1: Overzicht aantallen bomen per stadsdeel (Bron: BS8, 2005)
50.000
Buiten Totaal
7.200 5.500
Oost 50.000
10.400
West
Bomen in beplanting 5.800
Buiten gebieden Haven
Stadsdeel
3.6 Samenstelling huidig bomenbestand 3.6.1 Kwantiteit Almere beschikt over een omvangrijk bomenbestand. Anno 2006 staan er ruim 150.000 individueel beheerde straat- en parkbomen. Hiervan staan er 100.000 in het stedelijk gebied. Daarnaast staan er nog bijna 50.000 bomen in de buitengebieden. In onderstaande tabel is terug te vinden hoeveel bomen er ongeveer per stadsdeel staan.
• ’Handboek Programma van eisen inrichting openbare ruimte’ (juni 2001) beschrijft aan welke technische eisen een plantlocatie moet voldoen om een boom een goede kans te geven. De aanvullingen uit bijlage C1 worden in het handboek opgenomen. • ‘Bomenplan stads- en kernniveau’, juli 2002, beschrijft gewenste boomstructuren langs de dreven en waterlopen, met daaropvolgend een gedetailleerd uitwerkingsplan. Dit plan is door het college vastgesteld en zal zijn status behouden. Deze Bomennota is echter overkoepelend • ’StadsBomen in Almere’ (maart 2005) beschrijft de relatie van de groeiplaats en verhardingen. Dit is een werkdocument. • ‘Bomenvisie Stadshart, Structuur en variatie’, beschrijft het huidige en gewenste bomenbestand binnen het stadshart. • ‘Structuurplannen nieuwbouw gebieden’ beschrijft op architectonische wijze onder andere de lijn, vlak en puntelementen van bomen.
3.575
3.150
2.630
2.300
1.950
1.720
Linde
Prunus
Eik
Els
Berk
Plantaan
3.6.2 Kwaliteit Belevingskwaliteit Als men een Almeerder de kwaliteit van het bomenbestand laat beoordelen, antwoordt deze waarschijnlijk dat de kwaliteit goed is. Het ziet er mooi en groen uit en binnen afzienbare tijd is er een behoorlijke massa groen verkregen die beschutting biedt. Door de burger wordt niet naar technische kwaliteit gekeken, maar naar de belevingswaarde van de bomen.
Tabel 2: Meest voorkomende boomsoorten in Almere Haven en Almere Buiten
4.700
4.480
Es
8.500
Populier
Esdoorn
Afgerond aantal bomen in stadsdeel Haven en Buiten
Soort
16 Bo mennota voor Almee rs e bo men
De op dit moment in Almere bij aanplant van bomen gebruikte grondsoort bestaat uit goed uitgerijpte klei. Vrijwel alle boomsoorten groeien goed op deze grondsoort, waardoor een zeer groot sortiment bruikbaar is in Almere. Uitzonderingen hierop zijn bomen die een pH hoger dan 6 niet verdragen. Een voorbeeld hiervan is de Quercus palustris, welke op de kalkrijke grond problemen heeft met de ijzervoorziening en Gleditsia en Robinia. Deze laatste twee soorten groeien op de vruchtbare klei zeer snel. Als gevolg hiervan zijn beide soorten zeer gevoelig voor takbreuk.
Het assortiment is op dit moment samengesteld uit ruim 50 soorten. De meest voorkomende soorten zijn populier (waaronder abeel) es en els. Deze zijn vooral bij het ontstaan van Almere aangeplant. Na die tijd zijn ook soorten gebruikt als linde, eik en kastanje. In de woonstraten wordt meer en meer gekozen voor soorten die niet zo groot kunnen worden. Aangezien steeds meer pioniersoorten verdwijnen, neemt het aantal soorten verhoudingsgewijs toe. Hieronder een tabel met de meest voorkomende boomsoorten in Haven en Buiten. De gegevens over de boomsoorten in Stad zijn nog niet beschikbaar.
Daarnaast zijn er in het verleden veel boomsoorten gebruikt die op een groot aantal locaties geen hoge leeftijd kunnen bereiken in verband met stam- en takbreuk. Een groot deel van het bomenbestand heeft een achterstand in onderhoud. Dit kan dusdanige gevolgen hebben dat de achterstand niet meer in te halen is, en dat daardoor bomen gekapt moeten worden.
Boomtechnische kwaliteit De kwaliteit van de boom kan worden beoordeeld aan de hand van gegevens over de conditie, beworteling, stam en kroon. In Almere Haven en Buiten zijn de bomen op dit niveau beoordeeld. Hieruit blijkt dat anno 2006 (geëxtrapoleerd) ongeveer 1000 bomen er conditioneel slecht aan toe zijn. Door de hieronder opgesomde feiten gaat echter een groot deel van het bomenbestand de komende decennia zeer sterk in kwaliteit achteruit. Dit betreft met name de bomen waarvan de huidige kwaliteit als matig tot redelijk betiteld kan worden. Deze bomen staan veelal in de verharding. Factoren die in Almere de groei en toekomstwaarde sterk negatief beïnvloeden zijn: • ophogingen (zuurstofgebrek); • aanrijschades (invalspoort voor schadelijke schimmels en bacteriën, energieverlies door wondreacties en wondovergroeiing); • onderhoud aan wegen (verwijderen wortels, dus opnamecapaciteit wordt verminderd, invalspoort voor schadelijke schimmels en bacteriën, vergroting kans op wortelrot en vermindering stabiliteit); • onderhoud aan kabels en leidingen (verwijderen wortels, dus opnamecapaciteit wordt verminderd, invalspoort voor schadelijke schimmels en bacteriën, vergroting kans op wortelrot en vermindering stabiliteit); • slecht ingerichte groei- en standplaatsen, verslechteren de boomkwaliteit (verdichting, beperkte opname voedingsstoffen, extreme vruchtdracht, sterk vergrote kans op ziekten en plagen).
B omen n ota voor Alm eers e b om en 17
Foto 18 en 19: Het nalaten van onderhoud kan gevolgen hebben voor de duurzaamheid van bomen. Bij foto 18 zijn de stamdelen niet met elkaar vergroeid en is op deze wijze
niet te behouden. Bij foto19 heeft de boom een enorme bijna niet meer te herstellen snoeiachterstand.
18 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Verhindert deze zwakte om deze bedreiging af te weren?
Verhindert deze
zwakte om deze kans
te benutten?
kans te benutten?
SWOT
ons in staat om deze bedreiging af te weren?
ons in staat om deze
Het resultaat van de SWOT-analyse leidt tot inzichten over welke sterke en zwakke kanten het Almeerse bomenbestand heeft en welke kansen en bedreigingen aanwezig zijn.
Zwakten
INTERNE Analyse
Sterkten
Stelt deze sterkte
Bedreiging
Stelt deze sterkte
Kansen
EXTERNE Analyse
Bij een SWOT-analyse worden de belangrijkste sterke en zwakke punten van een product, in dit geval de Almeerse bomen, benoemd, samen met de belangrijkste kansen en bedreigingen. Een SWOT-analyse confronteert externe kansen en bedreigingen met de interne sterkten en zwakten op de wijze die hieronder is afgebeeld.
4.1 Inleiding Om een goed beeld te krijgen van de situatie omtrent de Almeerse bomen is de zogenaamde ‘SWOT-analyse’ (SWOT: Strenght, Weakness, Opportunity en Threat: sterke kant, zwakke kant, kans en bedreiging) gebruikt. De input is afkomstig van een aantal belangengroepen, waarvan ook bewoners van Almere deel uitmaken, en ambtenaren van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Stadsbeheer. Deze partijen zijn gevraagd wat hun SWOT-analyse is van de bomen in Almere.
4 Analyse
B omen n ota voor Alm eers e b om en 19
• Het bomenbestand van Almere is tamelijk eenzijdig qua assortiment (vooral in Almere Haven) en leeftijdsopbouw. De nog ruim aanwezige pioniersbeplanting oogt massaal, maar is vaak eentonig. Een groot percentage van het bomenbestand komt min of meer gelijktijdig in de aftakelingsfase, dit heeft grote consequenties voor de duurzaamheid het groene beeld. • Veel bomen staan op de verkeerde plek, de groeiplaats is te klein, de standplaats is verkeerd of de boomkeuze is niet juist. Vooral bij bomen in verhardingen levert dit veel problemen op. • Er is veel achterstallig onderhoud. Het bijbehorende beeld is niet fraai en de situatie kan leiden tot schade door takbreuk. Hierdoor wordt ook de kans ontnomen om duurzaam en veilig tot volle wasdom uit te groeien.
4.2.1 Zwakke kanten van de bomen van Almere Eenzijdigheid, verkeerde plek, achterstallig onderhoud, overlast, onduidelijkheid beeld en eisen
• Voor een stad in de randstad heeft Almere volgens het ‘Jaarboek Almere Blauwgroene Stad’ relatief veel groen (77 m2 per inwoner, terwijl dit landelijk 40m2 per inwoner bedraagt). Het groene imago heeft aantrekkingskracht op mensen die een groene leefomgeving waarderen. • De vele bomen in Almere dragen bij aan het groene karakter van de stad en een aangenaam woonklimaat. • De vele bomen brengen een aanzienlijke hoeveelheid natuur in de stad. Bomen fungeren als schuil-, slaap- of broedplaats (voor kleine zoogdieren, vogels en insecten), als groeiplaats (voor bepaalde planten, bijvoorbeeld mossen), als voedselbron (vruchten, stuifmeel, nectar) en, in een aantal gevallen, vervullen zij een rol bij de oriëntering van vleermuizen en vlinders. • Bij bestaande als bij nieuwe woongebieden verhogen mooie en gezonde bomen de economische waarde van de bebouwde omgeving.
4.2 Sterke kanten van de bomen van Almere Groen imago, aangenaam woonklimaat, aanzienlijke hoeveelheid natuur, economische meerwaarde
20 Bo mennota voor Almee rs e bo men
• Almeerders waarderen het blauwgroene karakter van de stad. Het gemeentebestuur erkent dit en wil er ook naar handelen. Projecten gerelateerd aan het programma ‘Almere Blauwgroene Stad’ is een kans om politieke aandacht te krijgen voor de Almeerse bomen. • Goede groei- en standplaatsen betekenen een besparing in de beheer- en onderhoudskosten op lange termijn. Kansen liggen bij een verhoging van de inspanningen aan de voorkant, dus bij de afstemming tussen de ontwerper, uitvoerder en beheerder. • Speciale onderhoudsprogramma’s zoals het Groot Onderhoud lenen zich uitstekend voor het aangrijpen van de verbetering van de groei- en standplaatsen. Hier zouden tevens nieuwe methoden uitgeprobeerd kunnen worden (bijv. gebruik van kabelgoten, aanpassing profielen, speciale groeiplaatsoplossingen voor bomen in de centra) ter bevordering van de groeikansen van de bomen.
4.2.2 Kansen voor de bomen van Almere Politieke aandacht, besparing beheerkosten, meeliften andere programma’s
• Bomen bezorgen bewoners veel overlast, zowel direct als indirect. Jaarlijks leidt dit tot vele klachten. De afhandeling van die klachten is een taak die de gemeente relatief veel geld kost en die slechts een klein deel van het bomenbestand ten goede komt. • Ontwerp, aanleg en beheer worden niet goed op elkaar afgestemd. Hierdoor is het moeilijk te bepalen wat het door ontwerper beoogde eindbeeld is, welke specifieke aanlegeisen de boom vraagt en welk beheer een boom vergt om tot het gewenste eindbeeld te komen. Er wordt geen tot weinig gebruik gemaakt van overdrachtsdocumenten. • Structureel beleid is er alleen op het stads- en kernniveau, voor de overige schaalniveaus is geen beleid geformuleerd. Preventief onderhoud is niet geregeld, het beheer van bomen is curatief en vindt voornamelijk plaats op ad-hoc basis. • De trend is steeds minder bomen in de nieuwe gebieden, waarbij dezelfde groeiplaatsinrichting als voorheen wordt gehanteerd. • Op korte termijn komt een groot deel van het bomenbestand, de pionierssoorten, gelijktijdig in de aftakelingsfase. Het uitbundige groene beeld dat deze groep oproept komt daarmee onder druk te staan.
4.2.3 Bedreigingen voor de bomen van Almere Beleid onvoldoende, trend minder bomen, pioniers binnenkort in aftakelingsfase
Label Iedere boom krijgt een label ‘wijker’, ‘blijver’ of ‘waardevolle boom’. Met deze labels komt meer duidelijkheid over de status van de boom en de wijze waarop met de boom mag worden omgegaan. Een boom zal het label wijker krijgen als deze voor de direct betrokkene veel overlast veroorzaakt. Dit kan een te korte afstand tot de gevel zijn, maar ook het opdrukken van verharding door wortels. Een andere mogelijkheid is dat de boom in het kader van een dunning moet wijken; de ene boom moet weg om de andere boom betere levenskansen te bieden.
5.2.1 Consequenties voor het bomenbestand bestaande stad Kwaliteit Voor het huidige bomenbestand anno 2006 betekent deze visie dat de kwaliteit moet worden verhoogd. In een aantal gevallen betekent dit dat er bomen moeten wijken om andere bomen een betere overlevingskans te geven. De kwantiteit wordt dus verlaagd: niet als doel op zich, maar als consequentie van het streven naar een kwalitatief hoogwaardiger bomenbestand in Almere.
Over 15 à 20 jaar is het bomenbestand van Almere vitaal, gevarieerd, en waar gewenst duurzaam. Daarmee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het welzijn van de burgers en het groene imago van de stad Almere.
5.2 Visie Gelet op de strekking van de sterke en zwakke punten, en de kansen en bedreigingen met betrekking tot bomen zoals genoemd in de SWOT-analyse, draagt de gemeente Almere haar visie op bomen in de openbare ruimte als volgt uit:
5.1 Inleiding De totstandkoming en de instandhouding van het gewenste functioneren van bomen in de openbare ruimte vraagt om visie, zorg en investeringen. De visie vormt de basis van het bomenbeleid. In de visie gaat het om een toekomstige, wenselijke situatie met betrekking tot bomen. De visie is richtinggevend voor de bepaling van beleids- en operationele doelen.
5 Visie en beleid
B omen n ota voor Alm eers e b om en 21
5.2.2 Consequenties voor nieuwe aanplant in nieuwe gebieden Voor nieuw aan te planten bomen in de nieuwe gebieden en als gevolg van inbreiding betekent deze visie dat, veel beter dan voorheen het geval was, gekeken moet worden naar ‘de juiste boom op de juiste plaats’. Daarbij is de absolute kwantiteit van het bomenbestand niet bepalend voor een groen imago, wel het beeld dat opgeroepen wordt.
Klachten Door op verschillende terreinen (o.a. ontwerp, inrichting, onderhoud, regelgeving en communicatie) verbeteringen aan te brengen kunnen naar verwachting veel klachten voorkomen worden en kan begrip worden gekweekt voor onvermijdelijke situaties. Door deze verbeteringen komen op den duur meer middelen beschikbaar voor het verleggen van de focus van het huidige, veelal ad-hoc en curatief onderhoud, naar preventief en structureel onderhoud.
Bomen die het label blijver hebben verkregen kunnen binnen het reguliere onderhoud niet worden geveld. Ook is het niet mogelijk deze bomen te verwijderen in het kader van overlast voor een bewoner. Een blijver die overlast veroorzaakt kan alleen op ‘omgevingsniveau’ worden verwijderd. Blijvers zijn in het algemeen bomen die een structuurbepalende functie kunnen vervullen. De laatste groep bomen, de bomen met het label waardevol, is de groep die in een beperkte hoeveelheid voorkomt (ongeveer 200 stuks). Het zijn bomen die een speciale plaats innemen binnen de gemeentegrenzen van Almere. Het kan zijn dat de boom als gedenkboom is aangeplant, ter herinnering aan een historisch feit. Maar het kan ook zijn dat de boom als waardevol wordt aangemerkt als deze van een bijzondere soort is in combinatie met een optimale plantlocatie. (Zie bijlage B2: wijker versus blijver)
Ontwerp, inrichting openbare ruimte en aanleg Beheer en onderhoud Regelgeving en handhaving Personeel en organisatie Communicatie en voorlichting
22 Bo mennota voor Almee rs e bo men
5.3.1. Algemene beleidsdoelen De gemeente Almere is eigenaar en beheerder van de bomen in de openbare ruimte. Daarnaast is zij beleidsmaker en regelgever. In die hoedanigheden stelt zij middels deze nota een aantal, algemene, beleidsdoelen op: • In stand houden van de betekenis van bomen voor de gemeenschap in economisch, ecologisch en sociaal opzicht; • Instandhouding van het groene imago van de bestaande stad; • Waarborgen van de veiligheid van de burgers ten aanzien van gevaren door toedoen van bomen; • Ontwikkelen van regels over de omgang met bomen in de gemeente Almere (zie bijlage B: omgangsregels met betrekking tot bomen);
Bij het formuleren van de beleidsdoelen is het model van de Bomenstichting als leidraad gebruikt.
De Bomenstichting heeft op basis van deze beleidsterreinen een model en een norm ontwikkeld voor gemeentelijk bomenbeleid. Almere heeft het model gebruikt, niet om te toetsen in hoeverre zij aan de norm van de stichting voldoet, maar om vast te stellen in hoeverre, en op welke termijn, de verschillende beleidsonderdelen in deze gemeente prioriteit hebben . Hiertoe is het model van de Bomenstichting aangevuld met instrumenten (zie ook § 5.3.2) die, nu of op termijn, in Almere worden gebruikt om goed bomenbeleid ten uitvoer te kunnen brengen. Het Almeerse model is te vinden in bijlage A: Almeers bomenbeleid.
• • • • •
5.3 Beleid Succesvol bomenbeleid kan worden bereikt door samenhang tussen een aantal beleidsterreinen te brengen. Het betreft:
Bestaande instrumenten: • Users Manual: stedelijk ontwikkelingsproces, vastgesteld door B&W, d.d. oktober 2002; • SVSB-overleg: bij dit overleg komen alle bij het plan betrokken disciplines bij elkaar. In de ontwikkelingsplanfase worden de inrichtingsprincipes doorgenomen. In de bouwplanfase worden het verkavelings- en het inrichtingsplan besproken en van een advies voorzien; • Handboek programma van eisen inrichting openbare ruimte: handboek met richtlijnen voor ontwerp en aanleg actualiseren en verspreiden onder alle disciplines die direct of indirect
Beleidsdoelen: • Belang van bomen beter en eerder opnemen in de planprocessen; • Voor nieuw te planten bomen vooraf bedenken wat het label moet worden (blijver, wijker of waardevol) en afhankelijk daarvan de plantplaats inrichten (zie bijlage B2: wijker versus blijver); • Verhogen van de diversiteit van het sortiment, de wijze waarop bomen worden toegepast en de leeftijdsopbouw van het bomenbestand.
Ontwerp, inrichting openbare ruimte en aanleg In een vroeg stadium van de planvorming dienen de juiste mensen bij elkaar gebracht te worden. Daar moet afstemming plaatsvinden over de soort en de groeivoorwaarden. Bij bouwprojecten en ‘nieuwe aanleg’ moet getoetst worden wat de effecten zijn van de ingrepen op de bestaande bomen.
5.3.2 Specifieke beleidsdoelen en instrumenten per beleidsterrein Gezien de betekenis van bomen in Almere en gelet op de resultaten van de SWOT-analyse, zijn op het gebied van de ruimtelijke ontwikkeling van Almere punten ter verbetering en/of aandacht te noemen. Ze zijn hieronder vermeld als beleidsdoelen.
• Informeren van de burgers over de wijze waarop de gemeente Almere met haar bomen om wil gaan.
Beheer en onderhoud Het onderhoud van een boom vraagt deskundigheid en zorgvuldigheid op bomengebied gedurende de hele levenscyclus van de boom. Om de vitaliteit en kwaliteit van het bomenbestand te verhogen kunnen het beheer en onderhoud daarom het beste worden uitgevoerd volgens standaard kwaliteitsrichtlijnen, besteksvoorwaarden en op basis van de indeling in wijkers, blijvers en waardevolle bomen. Daarnaast vraagt het beheer van de vele tienduizenden bomen om een gestructureerde planvorming. Een geautomatiseerd beheersysteem, zoals het BBS (Beheersysteem Bestaande Stad) kan daarbij een grote hulp betekenen (zie bijlage B1: richtlijnen voor ontwerp, aanleg en beheer).
Nieuwe instrumenten: • Informeel ontwerpers-beheerders overleg: in het leven te roepen overleg, bestemd voor de ontwikkelingsfase van het planproces, ter afstemming tussen ontwerper en boomdeskundige of beheerder, over sortiment en groeivoorwaarden van bomen: voor de ontwerper is het belangrijk te weten welke eisen beplantingen stellen aan hun groeiomstandigheden, voor de beheerder is het belangrijk te weten welk ruimtelijk beeld de ontwerper bij de keuze van een bepaalde boomsoort voor ogen heeft; • Bomen Effect Analyse (BEA): instrument, in te zetten bij bouw en aanleg projecten, ter verkrijging van inzicht in de consequenties bij uitvoering van de voorgenomen plannen. Met behulp van de BEA kunnen ontwerpers en voorbereiders hun plannen eventueel afstemmen op de bomen (zie bijlage B2: wijker versus blijver); • Kwaliteitsrichtlijnen Besteksvoorwaarden Boombeheer (KBB): ter bewaking van de kwaliteit van ontwerpen nieuwe aanleg, bouwen rond bomen, inrichting plantlocaties, levering plantmateriaal en plantwerkzaamheden dienen in bestekken de kwaliteitsrichtlijnen KBB te worden gehanteerd; • Lijst waardevolle bomen: deze lijst zal gehanteerd worden bij bijvoorbeeld herinrichtings- en bouwplannen. De lijst wordt nader uitgewerkt in het bomenplan op wijk- en buurtniveau.
met bomen te maken hebben (zie bijlage B1: richtlijnen voor ontwerp, aanleg en beheer).
B omen n ota voor Alm eers e b om en 23
Nieuwe instrumenten: • Bomen Effect Analyse (BEA): wordt hier ingezet bij klachten en of meldingen op omgevingsniveau; • Beheerplannen voor korte en lange termijn: inzicht verkrijgen in maatregelen en bijbehorende kosten op wijk- en buurtniveau. De gegevens worden ook gebruikt voor het BBS-systeem;
Bestaande instrumenten: • Kwaliteitsrichtlijnen Besteksvoorwaarden Boombeheer (KBB): ter bewaking van de kwaliteit van ontwerpen nieuwe aanleg, bouwen rond bomen, inrichting plantlocaties, levering plantmateriaal en plantwerkzaamheden dienen in bestekken de kwaliteitsrichtlijnen KBB te worden gehanteerd; • Visual Tree Assessment (VTA): een visuele boomcontrole waarbij de bomen worden bekeken op uiterlijke gebreken uit oogpunt van de veiligheid voor de omgeving. Hiermee wordt ook aan de zorgplicht voldaan; • Users Manual: stedelijk ontwikkelingsproces, vastgesteld door B&W, d.d. oktober 2002, met daarin omschreven de beheertoets. De beheertoets onderzoekt de beheerbaarheid van nieuwe plannen.
Beleidsdoelen: • Bomen die als blijver zijn geoormerkt en een bijzondere waarde voor de gemeenschap hebben, bijvoorbeeld een historische -, cultuurlijke - of beeldbepalende waarde, labelen als ‘waardevol’ (inclusief de daarbij behorende eisen ten aanzien van duurzaamheid en kwaliteit van de groeiplaatsomstandigheden). • Duurzaam beheren en onderhouden van alle bomen aangemerkt als blijvers en waardevolle bomen; • Vaste kwaliteitsrichtlijnen en besteksvoorwaarden met betrekking tot o.a. snoei, controle in het kader van zorgplicht en ziektes, rooien, soortkeuze en aanplant (nieuw en vervanging); • Boomonderhoud uit laten voeren door deskundige boomverzorgers; • Optimaal gebruik maken van het beheersysteem.
24 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Nieuwe instrumenten: • Om schades op een objectieve manier vast te kunnen stellen wordt een onafhankelijk boomtechnisch taxateur ingehuurd, aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen; • Toetsschema bomen: om te kunnen bepalen of een bepaalde boom mag worden verwijderd, moet het toetsschema worden doorlopen. Daarbij komt ook aan de orde of compensatie plaats moet vinden (zie bijlage B2: wijker versus blijver); • Toetsing van bouw- en aanlegvergunningen: voordat een dergelijke vergunning wordt afgegeven toetsen of er bomen binnen het werkvak staan, en zo ja, welk label deze bomen hebben. Afhankelijk van het label bomen verwijderen of verplaatsen. Het is ook mogelijk dat de vergunning aangepast of geweigerd wordt: • Handhaving en toezicht op naleving boomregelgeving: toezicht op bouw- en aanleg in de openbare ruimte, sanctioneren bij overtreden regels.
Bestaande instrumenten: • Voorwaarden in bestekken en in opdrachtbrieven zodanig te optimaliseren dat schades aan bomen gemakkelijk verhaald kunnen worden op de opdrachtnemers die het werk uitvoeren.
Beleidsdoelen: • Regelgeving met betrekking tot de omgang met bomen (zie bijlage B: omgangsregels met betrekking tot bomen); • Toezicht op handhaving van regels; • Toetsing van bouw- en aanlegvergunningen; • Ambtelijk draagvlak voor bomenbeleid.
Regelgeving en handhaving Bomenbeleid kan niet zonder regels met betrekking tot de omgang met bomen. Almere is gebaat bij regelgeving op maat, gestoeld op de typisch Almeerse situatie. Ook de handhaving van die regels is onontbeerlijk. Bomen die een bijzondere plaats innemen dienen als zodanig ‘op de kaart te worden gezet’, en er moet zuinig mee worden omgesprongen. Bescherming van dergelijke waardevolle bomen en bestuurlijk draagvlak voor die bescherming is gewenst.
B omen n ota voor Alm eers e b om en 25
Communicatie en voorlichting: Het gemeentelijke bomenbeleid moet gedragen worden door het bestuur, de verschillende diensten en de burgers. Dat kan enerzijds door ze te betrekken bij de ontwikkeling van het beleid, anderzijds door het beleid breed te publiceren en belanghebbenden te horen. Over bomen in het algemeen, politieke vragen en actuele zaken moet met regelmaat worden gecommuniceerd. Om dit in goede banen te kunnen leiden is een communicatieplan onontbeerlijk.
Nieuwe Instrumenten: • Bomenspecialisme structureel tijd geven om zich aan ‘ambassadeursrol’ te wijden; • Kennis in de organisatie uitbreiden: ten aanzien van toezicht en handhaving op aspecten van het bomenbeleid. Er moeten mensen worden aangesteld of opgeleid om diverse processen te ondersteunen. Voorbeelden zijn het doorlopen van het toetsschema, het houden van toezicht op de naleving van de regels en toezicht bij bouw en aanleg, waar bomen gespaard moeten worden.
Beleidsdoelen: • Bekendheid met bomenspecialisme binnen de organisatie vergroten; • Ambtelijke organisatie geschikt maken voor handhaving bomenbeleid.
Personeel en organisatie Bomen horen niet alleen bij de groenbeheerder op de agenda te staan, maar ook bij anderen die bezig zijn met de openbare ruimte. Dat schept draagvlak voor goed bomenbeleid. In een grote organisatie als de gemeente Almere is het moeilijk elkaar te vinden: de bomenspecialist moet zich daarom, met zijn bomenbeleid, profileren binnen de eigen dienst, maar ook daarbuiten. Voor de regelgeving en handhaving aangaande bomenbeleid is deskundige personele inzet vereist. Daarnaast moet het toekomstige beheersysteem optimaal worden benut.
• Gemeentelijk bomenfonds: gelden vanuit binnengekomen claims in een fonds storten, ten behoeve van bijvoorbeeld bijzondere boomprojecten.
26 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Voor een totaaloverzicht van beleid en instrumentarium zie bijlage A: wenselijke situatie op het gebied van bomen per discipline en per fase.
Instrumenten: • Communicatieplan uitwerken. In een dergelijk plan moet komen te staan hoe er om moet worden gegaan met belangrijke, grootschalige beslissingen en projecten op ‘boomniveau’. Een ander item zal zijn hoe bomen op een positieve wijze in het nieuws moeten worden gebracht.
Beleidsdoelen: • Creëren van bestuurlijk draagvlak voor bomenbeleid; • Creëren van ambtelijk draagvlak voor bomenbeleid; • Publiek inzage geven in bomenbeleid.
• Kwantiteit heeft vooralsnog voorrang gehad op kwaliteit: deze nota benadrukt het belang om nu kwaliteit voorop te stellen, zodat een vitaal, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig bomenbestand kan worden gerealiseerd. Dit geldt met name voor de reeds bestaande stad en huidige bomenopstanden. In de nieuwe gebieden is het belangrijk vóóraf meer aandacht te besteden aan kwaliteit, zoals de juiste match tussen boom en plantplaats, rekening houdend met de eisen die de boom stelt.
Kwaliteit • De stad Almere is rijk aan bomen, die een groot aantal functies vervullen, met name belangrijk voor het welzijn van de burgers. Diverse verbeterpunten zijn geïdentificeerd in deze nota. De belangrijkste betreft de onvoldoende kwaliteit van het huidige bomenbestand: dit uit zich ontwerptechnisch gezien in het feit dat de bomen niet tot het gewenste eindbeeld uit kunnen groeien. Beheertechnisch in onder andere achterstallig onderhoud, slechte plantlocaties, opdrukkende verhardingen en klachten van burgers. De maatregelen en instrumenten aangereikt in deze bomennota hebben als doel beter te kunnen sturen op veiligheid, ontwerp, aanleg en beheer. Het groeiend aantal klachten kan hiermee teruggebracht worden tot een aanvaardbaar niveau.
Visie • Almere bestaat al meer dan dertig jaar, maar een visie ontbrak tot nu toe. Het bestaande beleid is geënt op ad-hoc maatregelen, reden om deze overkoepelende nota te schrijven. De nota geeft inzicht in de huidige betekenis en een visie op de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van bomen in Almere. Met betrekking tot ontwerp, aanleg en beheer worden richtlijnen en verbeterpunten aangedragen. Op deze en ook op andere terreinen, zoals organisatie, regelgeving en communicatie, worden beleidsprioriteiten benoemd.
6 Conclusies
B omen n ota voor Alm eers e b om en 27
Termijn • Gezien de gemiddelde levensduur van bomen, dient een bomennota gericht te zijn op de lange termijn . Dezevisie is ontwikkeld voor de komende 10 jaar. Het is niet mogelijk het hele scala aan voorgestelde en benodigde maatregelen en instrumenten ineens in te voeren. Daarom is een gefaseerde aanpak voorgesteld in twee termijnen van ieder 3 jaar.
Label • De maatregelen in deze bomennota maken het mogelijk om, aan de hand van de labels, ‘wijker’, ‘blijver’ en ‘waardevolle boom’ en met behulp van de juiste regelgeving en instrumenten, verantwoord en flexibel te kunnen inspelen op bouw-, beheer- en andere plannen en een eenduidige klachtafhandeling.
28 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Wanneer de Bomennota is vastgesteld kan het bomenplan op wijk- en buurtniveau worden uitgewerkt. In dat plan worden de labels aan de bomen ‘gehangen’ en worden maatregelen en financiën aan elkaar gekoppeld en ingedeeld in regulier- en groot onderhoud.
Bij grootschalige werkzaamheden zal vooraf communicatie met betrokkenen en belanghebbende plaats moeten vinden. Om dit structureel en eenduidig toe te kunnen passen moet een communicatieplan worden uitgewerkt.
De Bomen Effect Analyse moet worden uitgewerkt. Dit zal tot gevolg hebben dat bepaalde klachten, meldingen, reconstructies en grootschalige onderhoudsmaatregelen consequent worden beargumenteerd en afgehandeld.
Om over 15 à 20 jaar te kunnen spreken van een gezond en vitaal bomenbestand, en waar gewenst duurzaam, is het in eerste instantie noodzakelijk dat de Bomennota door het college en de raad wordt vastgesteld. Daarna kan de Bomennota worden uitgedragen, draagvlak worden verkregen, instrumentarium opgetuigd en geïmplementeerd.
7 Aanbevelingen
B omen n ota voor Alm eers e b om en 29
30 Bo mennota voor Almee rs e bo men
C Begrippenlijst
B2 Wijker versus blijver B2.1 Bomen Effect Analyse B2.2 Verplanten B2.3 Voorbeelden
B1 Richtlijnen voor ontwerp, aanleg en beheer
B Omgangsregels met betrekking tot bomen
A Almeers Bomenbeleid
Bijlagen
B omen n ota voor Alm eers e b om en 31
bijlage
Bomenvisie bekend bij en gedragen door alle relevante diensten Totaalvisie gepubliceerd voor breed publiek Uitwerken communicatieplan Interne communicatie tussen alle beleidsonderdelen/ disciplines Interne communicatie tussen ontwerp en beheer
Is reeds aan de orde of in ontwikkeling
32 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Verklaring:
Diverse disciplines
Bomenplan wijk - en buurtniveau
Heeft hoogste prioriteit om op te pakken
Heeft lage(re) prioriteit om op te pakken
Uitwerken bomenplan op wijk- en buurtniveau Laten vaststellen bomenplan op wijk- en buurtniveau Beheerplan voor alle gemeentebomen Maatregelenplan o.b.v. bomenplan op wijk- en buurtniveau Onderhoudsbudget voor lange termijn (10 jaar) vastgelegd Bomen worden structureel onderhouden Lijst van waardevolle bomen aanleggen
Fase I: periode 2007 t/m 2009
Interne samenwerking tussen alle beleidsonderdelen Ontwikkeling en uitvoering van beleid wordt hoog in de organisatie gecoördineerd door boomspecialist Toezicht bij bouw en aanleg waar bomen gespaard worden
Boomspecialist in dienst van organisatie Boomspecialist bekend in organisatie Boomspecialist mag expertise inhuren Boomspecialist mag beleid maken
Personeel en organisatie
Uitgangssituatie 2006
Interactieve beleidsvorming - belangengroepen actief betrokken Algemene voorlichting over belang van bomen, beleid, beheer Belangengroepen worden gehoord Voorlichting over beheersmaatregelen in blad en op website Structurele en gerichte voorlichting en educatie over bomen
Illegale kap/verminking wordt verhaald met inzet van een erkend boomtechnisch taxateur
Ad hoc handhaving Toetsingsschema wijker, blijver, waardevolle boom
Regelgeving en handhaving
Communicatie, voorlichting
Gemeentelijk bomenfonds van verkregen gelden uit schadeclaims
Uitwerken Bomen Effect Analyse Gestructureerde planvorming met betrekking tot beheer Bij reconstructie, herinrichting en groot onderhoud Bomen Effect Analyse
Bomen worden ad hoc en curatief gesnoeid Aan zorgplicht wordt voldaan Inventarisatie alle gemeentebomen binnen bebouwde kom Alle bomen onderhouden door deskundige boomverzorgers Boomverzorging/beheer volgens kwaliteitsrichtlijnen KBB/ besteksvoorwaarden Volgens geautomatiseerd beheersysteem (BBS)
Beheer en onderhoud
Evalueren en eventueel bijstellen bomenplan op wijk- en buurtniveau
Fase II: periode 2010 t/m 2012
Toetsing van bouw- en aanlegvergunningen met bestaande bomen Heldere publicatie
Uitwerken Bomen Effect Analyse Boomaanleg volgens kwaliteitsrichtlijnen KBB/ besteksvoorwaarden Boomspecialist wordt structureel en tijdig betrokken bij RO-plannen Afstemming tussen ontwerper en boomdeskundige over soort en groeivoorwaarden (juiste boom op juiste plek) Bij bouw en aanleg Bomen Effect Analyse Bomen aangemerkt als waardevol worden gespaard Bomen worden geplant met de intentie het gewenste eindbeeld te bereiken
In nieuwe en bestaande situaties worden bomen geplant Soms worden bestaande bomen gespaard Eisen voor inrichting plantlocatie in handboek
Ontwerp en inrichting en aanleg
Evalueren en eventueel bijstellen bomennota
Fase II: periode 2010 t/m 2012
Uitdragen vastgestelde bomennota
Fase I: periode 2007 t/m 2009
Het belang van bomen wordt onderkend Het belang van bomen wordt in een nota beschreven Nota omschrijft consequenties voor ontwerp, aanleg en beheer Bestuur stelt nota vast mét beleidsconsequenties op alle terreinen
Uitgangssituatie 2006
Beleid
Bomennota
Wenselijke situatie op het gebied van bomen per discipline en per fase
Aan de hand van een dergelijk schema kunnen de doelen periodiek geherformuleerd en of bijgesteld worden.
Het bomenbeleid als geheel is weergegeven in een model op de volgende bladzijde. Het model van de Bomenstichting is goed bruikbaar voor de toetsing van de kwaliteit van het gemeentelijk bomenbeleid. Dit is dan ook als basis gebruikt en omgebouwd naar de Almeerse (wenselijke) situatie. Het model is in drie kolommen verdeeld. De eerste kolom vertelt iets over de uitgangssituatie, uitgaande van het feit dat deze Bomennota door de gemeenteraad wordt vastgesteld. De tweede en derde kolom hebben betrekking op de fasering in tijd. De rijen zijn onderverdeeld in de 6 beleidsdisciplines zoals in de Bomennota beschreven. Het begint met beleid en eindigt bij communicatie, voorlichting. De laatste (de zevende) rij laat zien wat de resultaten en gevolgen zullen zijn bij het vaststellen van het toekomstige Bomenplan op wijk- en buurtniveau. Binnen ieder vak zijn doelen en instrumenten benoemd die passen bij de betreffende beleidsdiscipline. Om prioriteiten aan te geven is ieder doel of instrument van een kleurencode voorzien. De groene kleur geeft aan dat het aan de orde of in ontwikkeling is. De oranje kleur geeft aan dat het een lagere prioriteit heeft om op te pakken. De rode kleur geeft aan dat de prioriteit hoog is om op te pakken.
A Almeers bomenbeleid
B omen n ota voor Alm eers e b om en 33
bijlage
34 Bo mennota voor Almee rs e bo men
In dit deel zijn de volgende omgangsregels opgenomen: B1 Richtlijnen voor ontwerp, aanleg en beheer Door bij de aanplant van bomen rekening te houden met deze normen en richtlijnen worden situaties die op termijn voor overlast kunnen zorgen grotendeels voorkomen. Het bomenbestand wordt daarmee structureel beter en beter te beheren. B2 Wijker versus blijver Conform de beheerprincipes krijgt elke boom het label wijker of blijver. Wijkers genieten weinig bescherming en mogen binnen een bepaalde termijn worden gekapt. Blijvers zijn bomen die duurzaam tot volle wasdom uit moeten kunnen groeien. Deze bomen moeten (net als de wijkers) van het benodigde onderhoud worden voorzien, maar mogen niet zo maar worden gekapt. Een bijzondere groep blijvers wordt gevormd door de waardevolle bomen. Al deze gegevens moeten uit het beheersysteem te halen zijn. Als om wat voor reden dan ook blijvers (of waardevolle bomen) komen te vervallen dient groencompensatie plaats te vinden. Uitgangspunt daarbij is dat groen zoveel mogelijk in de directe omgeving moet worden gecompenseerd. Daarnaast geldt als uitgangspunt dat compensatie op basis van kwaliteit plaatsvindt. Het toetsschema bomen is een schematische weergave van het proces hoe met de gelabelde bomen om moet
Het streven naar het verbeteren van de kwaliteit van het bomenbestand houdt in dat er veel vaker bewust naar bomen gekeken moet worden en naar wat bomen nodig hebben om duurzaam uit te kunnen groeien. Bij allerlei werkzaamheden in de openbare ruimte waar bomen een plaats gaan krijgen, of waar reeds bomen staan die mogelijk in het gedrang komen, zullen keuzen gemaakt moeten worden. Daarvoor zijn werkvormen en afspraken nodig die gehanteerd moeten worden bij ontwerp, aanleg, reconstructie etc. Indien deze zogenaamde omgangsregels standaard worden toegepast zal dit een enorme sprong vooruit betekenen voor de toekomstige kwaliteit van het bomenbestand in Almere.
B Omgangsregels met betrekking tot bomen
worden gegaan. In dat schema worden ook de termen Bomen Effect Analyse en verplanten benoemd. B2.1 Bomen Effect Analyse (BEA) Voor het uitvoeren van groot onderhoud, en reconstructies herprofileringen en inbreidingen, waarbij mogelijk bomen in het geding zijn, moet een Bomen Effect Analyse wordt gemaakt. Dat geldt ook in het geval er op omgevingsniveau klachten en/ meldingen komen omtrent bepaalde bomen. Voor beide BEA’s wordt uiteindelijk Eén vraag gesteld: “Wat zijn de te verwachten gevolgen voor de bomen(structuren)?” B2.2 Verplanten In het toetsschema bomen moet bij blijvers en waardevolle bomen worden getoetst of de bomen verplantbaar zijn. Een bepaald deel van het bomenbestand is verplantbaar, al is dit afhankelijk van een groot aantal factoren. Enkele daarvan zijn: groeiplaats, standplaats, soort en kwaliteit van de boom. B2.3 Voorbeelden. Om het een en ander te verduidelijken zijn concrete situaties omschreven.
Ontwerp • Normen betreffende het aantal bomen in woongebieden: 0,75 boom per woning, waarvan 0,65 boom in groenvakken en 0,1 boom in de verharding (te denken valt aan pleinen en centrumgebieden); • Bepaal het gewenste eindbeeld; • Bepaal het label van een boom: wijker, blijver of (potentieel) waardevol; • Bepaal de minimale maten en de afstanden; • Door een verminderde toekomstverwachting en hoge aanleg- en beheerkosten geen bomen in de verharding plaatsen. Indien dit wel gewenst is zie: ‘Groeiplaats bomen in verharding’; • Bij afstand bomen tot particuliere kavels rekening houden met bezonning, beworteling en uitzicht (b.v. flats); • Houd bij de soortkeuze rekening met windbelasting, grondsoort, bodemgesteldheid en obstakels; • Houd bij gronduitgiftes rekening met de gevolgen van de nieuwe ontstane afstand van de boom tot de nieuwe erfgrens; • Nabij verhardingen rekening houden met de soortkeuze in verband met wortelopdruk, vruchtdracht, druipen, mogelijke overlast; • Mogelijkheden voor duurzame ondergrondse groeiplaatsen: - boombunkers; - watershells; - krattenmethode; • Benoem het sortiment dat in bepaalde omstandigheden wel of niet gebruikt mag worden. Hieronder een lijst met betrekking tot soorten die de voorkeur behoeven wat betreft het innemen van boven- en ondergrondse ruimte.(Niet te veel beperken met het oog op kwetsbaarheid voor grootschalige ziekten en aantastingen en met het oog op variatie). Sierappel
B omen n ota voor Alm eers e b om en 35
Aanleg • Lanen en structuren langs wegen waarbij de bomen binnen 5 meter uit de verharding staan, voorzien van opsluitbanden en kolken i.v.m. vervuiling (zout en olieresten); • Bij het gebruik van kleigrond dienen de bomen alleen geplant te worden in goed gerijpte klei; • Maatvoering nieuw te planten bomen bij voorkeur (kwekerij klaar) 16-18; • Zorg ervoor bij de relatie ‘huisaansluiting – nieuw plantgat’, dat als deze dicht bij elkaar liggen, de leiding uit een vaste, rechte buis bestaat;
Tabel 3: Voorkeurssortiment te gebruiken in bepaalde omstandigheden
NB: gezien de nog altijd onzekere situatie met betrekking tot het verloop en de gevolgen van de kastanjebloedingsziekte moet tot nader order geen gebruik worden gemaakt van paardekastanje.
Wilg (beperkte schaal)
Vleugelnoot
Plataan
Paardekastanje
Sierpeer
Trompetboom
Iep
Lijsterbes
Noot
Spaanse aak
Hemelboom
Magnolia
Sierkers
Meelbes
Esdoorn (diverse soorten)
Meidoorn
Krentenboom
Berk (diverse soorten)
Leibomen
Vormbomen
Weinig ruimte nodig. Met name bomen van de 3e grootte
Linde
Es (diverse soorten)
Els
Christusdoorn Haagbeuk
Boomhazelaar
Beuk
Es (diverse soorten)
Berk (diverse soorten)
Abeel (Grauwe)
Eik
Normale hoeveelheid ruimte nodig. Met name bomen van de 2e grootte
Veel ruimte nodig. Met name bomen van de 1e grootte
B1 Richtlijnen voor ontwerp, aanleg en beheer
bijlagen
36 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Beheer • Hanteer het toetsingsschema wijker, blijver en waardevolle boom; • Hanteer de KBB-richtlijnen; • Alle nieuw te planten bomen komen in aanmerking voor 2 groeiseizoenen nazorg zoals water geven en indien nodig begeleidingsnoei en bemesting; • Na twee groeiseizoenen de boompalen verwijderen; • Bij alle bomen in intensief gemaaid gras een boomspiegel aanbrengen; • Bij alle bomen in extensief gras mag een pluk gras rondom de boom aanwezig blijven; • Bij werkzaamheden rondom bomen, neem de eisen en randvoorwaarden voor bouw of aanleg bij bomen in acht; • Schades aan bomen moeten per direct worden gemeld bij en beoordeeld door een erkend boomtechnisch taxateur.
• Groeiplaatsen bomen in verharding: • op plaatsen nabij parkeren of verkeersactiviteiten, zoals laden/ lossen beschermende voorzieningen treffen; • de grond mag niet vervuild zijn met zoden, wortels en ander onverteerd materiaal; • bepaal afhankelijk van het gewenst eindbeeld en de omgeving het te gebruiken groeimedium (gerijpte klei, bomenzand, lavamengsel); • bij wortelstraten onder de verharding de beluchtingsdrain geheel doortrekken; • gebruik bij bomen van de 1e en 2e grootte altijd boomroosters ≥ 2.00x2.00m met een Ø van ≥ 0.70m i.v.m. opdrukken verhardingen/ banden; • in verband met de zetting van de zeebodem is het raadzaam om de boomroosters hoger dan het huidige maaiveld te plaatsen en af te werken met geleide- of gazonbanden; • plaats altijd een beluchtings- en een watergeefdrain in het plantgat en sluit deze aan op de boomroosters; • verwerk onder het rooster een laagje steenslag (grind of lavasteen) van 0.10m i.v.m. dichtslibben (stagnatie lucht en water toevoer). 60 m3 40 m3 4,5 m 2m
Doorwortelbare ruimte, hangwater Doorwortelbare ruimte, grondwater Stabiliteitsbreedte, diepte 75cm Stabiliteitsbreedte, diepte 125cm
2,5 m
3,5 m
20 m3
30 m3
7-10 m
40 jaar
80 jaar 10-15 m
2e grootte
1e grootte
Kroondoorsnede
Gewenst eindbeeld Minimale maten
1,5 m
2,5 m
10 m3
15 m3
5-7 m
20 jaar
3e grootte
1,5 m
2m
5 m3
7,5 m3
divers
Vormboom
10 m
3-8 m
8m
Bebouwing ≥3 bouwlagen
Lichtmast tot 4 m
Lichtmast ≥ 4 m
10 m
3-8 m
8m
Glasvezelkabels
Leidingen/ kolken
RWA, DWA
1,5 * 1,5 m
Afmeting open plantspiegel
Tabel 4: Maatvoering in relatie tot gewenst eindbeeld
Tijdens de fase van begeleidingssnoei dient rekening gehouden te worden met de volgende doorrijhoogtes
1,2 * 1,2 m
2,5 m
2m
8m
3-8 m
7,5 m
2,5 m
8m
3-8 m
7,5 m
5m
2e grootte
0,9 * 0,9 m
2,5 m
1,5 m
8m
5m
7,5 m
1,5 m
8m
5m
7,5 m
5m
3e grootte
Vrij profiel wegen 4,5 m Vrij profiel voet-/fietspaden 2,5 m
2,5 m
Obstakelvrije ruimte in gazon
Doorijhoogte
2m
Afstand tot verharding
Maaiveld niveau
2,5 m
Kabels
Ondergrondse obstakels
5m
1e grootte
Bebouwing 2 bouwlagen
Bovengrondse obstakels
AFSTANDEN
populier 3 m
groeivorm afhankelijk
groeivorm afhankelijk
groeivorm afhankelijk
groeivorm afhankelijk
Opmerkingen
B omen n ota voor Alm eers e b om en 37
NB: Indien van de in de tabel opgenomen maatvoering wordt afgeweken dient men zich te realiseren dat dit altijd aanleiding zal geven tot ongewenste neveneffecten. Een te klein doorwortelbaar volume leidt ertoe dat de boom zijn gewenste levensduur niet zal bereiken of dat de boom aanvullende doorwortelbare ruimte inneemt bijvoorbeeld direct onder de verharding door met wortelopdruk als gevolg. Ook het hanteren van te kleine afstanden tot de verharding leidt bij het ouder worden van de boom tot overlast door opdruk van de verharding. Daarbij is de kans op een instabiele kluit vele malen groter (eenzijdige beworteling).
NB: Uitgangspunt voor het berekenen van de doorwortelbare ruimte is dat een boom voor optimale ontwikkeling ongeveer 1 m3 groeiruimte per levensjaar nodig heeft. Een boom die we tenminste 80 jaar optimaal willen laten groeien heeft dan 80 m3 doorwortelbare ruimte nodig. Omdat bomen ook met minder optimale groei nog een acceptabel beeld opleveren kan een kleiner volume gehanteerd worden. Voor bomen die met hun wortels niet bij het grondwater kunnen (in droge zomers kan vocht dan een groeibeperkende factor zijn) wordt gerekend met een volume van 0.75m3 doorwortelbare ruimte per levensjaar. Voor bomen die wel met hun wortels bij het grondwater kunnen wordt gerekend met een volume van 0.50 m3 doorwortelbare ruimte per levensjaar.
bijlage
38 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Schade aan bomen Bij het veroorzaken van schade aan bomen dient een claim te worden opgesteld (onder schade wordt ook illegale kap verstaan). De schadebeoordelingen (inclusief schades aan de groeiplaats of het wortelgestel) zullen in opdracht van de claimende organisatie worden uitgevoerd door een beëdigd c.q. geregistreerd boomtaxateur, op basis van de op het schademoment geldende taxatierichtlijnen van de NVTB (Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen). De claim zal bestaan uit de veroorzaakte schade, maar ook uit de kosten voor inhuur van een beëdigd boomtechnisch taxateur. Voor elke schade aan een boom of zijn groeiplaats, ongeacht de feitelijke grootte en omvang, geldt een minimum schadebedrag van vijfhonderd euro. De te verkrijgen gelden moeten in een apart depot worden gestort.
4. Verstoor de bovengrond niet Handhaaf de bestaande maaiveldhoogte. Binnen de kroonprojectie niets ontgraven. Ophoging alleen onder de strikte voorwaarde van voldoende beluchting van de wortels. Raadpleeg de boombeheerder of een deskundig boomverzorger voor een advies op maat.
3. Houd bouwverkeer buiten de kroonprojectie Blijf met bouwmachines uit de buurt van de bomen om bodemverdichting te voorkomen. Wanneer het onvermijdelijk is dat over de boomwortels gereden moet worden: plaats minimaal rijplaten. Afhankelijk van de structuur van de grond en de verkeersdruk moeten mogelijk zwaardere maatregelen getroffen worden.
2. Plaats geen bouwmaterialen en geen bouwkeet onder de boom Voertuigen of bouwketen mogen nooit (ook niet tijdelijk) op het wortelpakket geplaatst worden. De opslag van bouwmaterialen is eveneens verboden in deze zone. Dit leidt namelijk tot beschadiging van de wortels en verdichting van de bodem. Hierdoor zullen wortels afsterven.
1. Bescherm de stam en de wortels Plaats vóór de aanvang van de werkzaamheden vaste bouwhekken rond de boom, tenminste ter grootte van de kroonprojectie. Afwijking hiervan mag alleen na overleg met de boombeheerder en/of een vakkundig boomverzorger.
Overleg altijd met de boombeheerder en/of de vakkundig boomverzorger, indien er knelpunten zijn bij het uitvoeren van deze eisen en randvoorwaarden!
Eisen en randvoorwaarden voor bouw of aanleg bij bomen
B omen n ota voor Alm eers e b om en 39
bijlage
40 Bo mennota voor Almee rs e bo men
8. Houd schadelijke stoffen uit de buurt van bomen Gooi nooit olie, cementwater, chemische stoffen, zout, zuren of kalk bij bomen.
7. Houd de grondwaterstand bij de boom gelijk Verhoging van de grondwaterstand leidt tot wortelsterfte vanwege een zuurstoftekort. Zorg bij stijging van het grondwaterniveau voor een damwand buiten de kroonprojectie of pomp het water weg. Let bij grondwaterverlaging op uitdroging. Bij noodzakelijke bronbemaling altijd damwanden plaatsen of een irrigatiesysteem aanleggen. Dit laatste is werk voor een boomtechnisch specialist.
6. Leg kabels en leidingen zorgvuldig aan Leg kabels en leidingen bij voorkeur buiten de toekomstige kroonprojectie van bomen. Pas zo mogelijk sleufloze technieken toe, dat wil zeggen: gestuurd boren onder het wortelpakket door in plaats van het graven van een sleuf. Maak gebruik van kabelgoten en mantelbuizen.
Ook verlies van zeer veel kleine wortels levert problemen op voor de boom.
5.Voorkom beschadiging van de wortels Graaf nooit binnen de kroonprojectie. Laat een vakkundig boomverzorger onderzoek uitvoeren als toch gegraven moet worden onder de boomkroon. Bij noodzakelijk graafwerk zoveel mogelijk handmatig werken. Hak nooit wortels door van meer dan vijf centimeter dik. Let op!
10. Plaats geen dichte verharding over de wortels Onder beton en asfalt ontstaat een tekort aan water en zuurstof, waardoor wortels afsterven. Let op! Ook het verdichten bij de aanleg van een halfverharding en het type halfverharding zelf kan desastreus zijn voor de zuurstofhuishouding in de grond.
9. Laat noodzakelijk snoeiwerk door vakkundige boomverzorgers uitvoeren Zaag nooit zelf zomaar takken of wortels af. Alleen een deskundige kan beoordelen op welke wijze snoei verantwoord is.
B omen n ota voor Alm eers e b om en 41
bijlage
42 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Foto 20, 21 en 22: Ongewenste situaties
Wijker Een boom wordt als wijker aangemerkt als: 1. Het een boom is die overlast veroorzaakt. Criteria hierbij zijn onder andere (zie tabel 4): • Afstand tot de gevel; • Afstand tot lantaarnpalen; • Opdruk van verharding door de boomwortels; • De boom staat op een riool. 2. Het een boom is die geen of een geringe toekomstverwachting heeft.
Door middel van het indelen van het bomenbestand in wijkers en blijvers wordt aangegeven welke situaties ongewenst zijn of welke in de toekomst tot problemen en knelpunten kunnen gaan leiden, of welke bomen verwijderd moeten worden om andere bestaande bomen meer ruimte te bieden. De indeling van de waardevolle boom is gebaseerd op een beschermde status: het niet mogelijk om zonder onderzoek de bomen te verwijderen. Het toetsingsschema geeft aan wanneer er wat met een bepaalde boom uitgevoerd kan en mag worden. De benoemde Bomen Effect Analyse moet na goedkeuring van de raad nader worden uitgewerkt.
B2 WIJKER VERSUS BLIJVER
worden aangemerkt
Foto 23: Een boom die als blijver zal
Blijver Een boom wordt als blijver aangemerkt als de boom op zijn huidige plaats duurzaam uit kan groeien (tenminste 40 jaar) en een wezenlijk onderdeel uitmaakt van de groenstructuur van Almere. Dit kunnen zowel bomen in lanen, in groepen als solitaire bomen zijn.
Criteria hierbij zijn: • Slechte conditie; • Zware aanrijschade. 3. Het een boom is die verwijderd moet worden in het kader van een dunning, bijvoorbeeld een pioniersoort (o.a. populier en wilg) die naast een duurzame soort staat (o.a. eik en linde). Door het verwijderen van deze pionier ontstaat ruimte voor de duurzame soort om uit te groeien.
Waardevol Een aantal blijvers wordt aangemerkt als waardevolle boom. Dit zijn bomen die door soort, leeftijd, omvang, habitus, standplaats en/of historie een bijzondere plaats in Almere innemen en daardoor een hoge mate van bescherming krijgen. Voor deze bomen geldt dat ze zich op hun groeiplaats minimaal 80 jaar ongestoord moeten kunnen ontwikkelen. Als waardevolle boom kunnen vooralsnog worden aangemerkt: • De benoemde bomen uit ‘Boomverhalen, een kleine geschiedenis van Almere’; • De benoemde bomen uit ‘Bomenstad, dertig boomsoorten in Almere’. Acties
Vellen en vervangen
Onderzoek mogelijkheden voor aanpassing / herinrichting groeiplaats. Groeiplaatsverbetering / boom verplaatsen / boom vellen en vervangen
B omen n ota voor Alm eers e b om en 43
Als voorwaarde 1 of 2 geldt, dient de boom na verwijdering vervangen te worden door een nieuwe boom die als blijver wordt geregistreerd. Als voorwaarde 3 en/of 4 geldt, moet gebruik gemaakt worden van de afwegingen zoals die in het hoofdstuk Boom Effect Analyse zijn beschreven. Mocht op basis van de genoemde
Bomen die als blijver staan geregistreerd kunnen onder de volgende omstandigheden alsnog naar het label wijker worden omgezet: 1. De boom raakt dermate zwaar beschadigd en/of aangetast dat de boom een risico vormt voor de veiligheid van de omgeving (bijvoorbeeld zware aanrijdschade, stormschade, aantasting houtrot in stam of stamvoet). 2. De boom is aangetast door een ziekte of er is sprake van een aantasting, welke een bedreiging vormt voor (een deel van) het bomenbestand (bijvoorbeeld iepziekte, zware aantasting door wilgenhoutrups). 3. De boom komt in het gedrang bij reconstructies, waaronder groot onderhoud, herinrichting of inbreiding. 4. De boom veroorzaakt op omgevingsniveau overlast.
Tabel 5:Omgangsprocedure blijvers en wijkers
Locatie geschikt, boom gewenst
Locatie leent zich op basis van de criteria niet voor een boom maar een boom is op die locatie wel gewenst (hoofdstructuur, verbindingszone e.d.)
Locatie leent zich op basis van de criteria Vellen en niet vervangen (zie tabel 4) niet voor een boom en een boom is ongewenst op die locatie
Locatie in relatie tot boom
Omgangsprocedures blijvers en wijkers Bij het benoemen van bomen als wijker of blijver spelen een paar opties een rol die van belang zijn of een wijker na velling wel of niet vervangen wordt en of bij vervanging wel of niet met dezelfde soort wordt ingeboet.
bijlage
44 Bo mennota voor Almee rs e bo men
Een boom die oorspronkelijk als wijker stond geregistreerd hoeft niet gecompenseerd te worden. Een boom die oorspronkelijk als blijver stond geregistreerd moet vervangen worden door een boom waarbij de groeiplaats voldoet aan de eisen van een blijver. De vervangende boom wordt als blijver geregistreerd. Een boom die als waardevol stond geregistreerd moet worden vervangen door een boom waarbij de groeiplaats voldoet aan de eisen van een boom die zich tenminste 80 jaar kan ontwikkelen.
Groencompensatie Groencompensatie dient als volgt plaats te vinden: Allereerst dient groencompensatie binnen het werk plaats te vinden. Indien hier geen mogelijkheden voor zijn, kan compensatie elders in Almere plaatsvinden.
afwegingen een blijver worden verwijderd, dan zal het verlies aan groen moeten worden gecompenseerd. Dit kan enerzijds door verplanten en anderzijds door vellen en vervangen op een andere locatie. Criteria voor het verplanten van bomen staan vermeld in bijlage C3. Criteria voor groencompensatie staan hieronder.
Toestschema bomen Het toetsschema bomen is een schematische weergave van het proces hoe met de gelabelde bomen om moet worden gegaan. Wanneer mag een boom worden verwijderd, wanneer moet de boom behouden blijven, en op welke wijze moet er een compensatie plaatsvinden.
Om de groencompensatie flexibel te maken wordt aan geregistreerde bomen een waarde toegekend. Deze waarden zijn: • wijker =0 • blijver =1 • waardevolle boom =2 Dit houdt in dat bij het uitvallen van 2 blijvers er met 1 (potentieel) waardevolle boom kan worden gecompenseerd of dat bij het uitvallen van 1 waardevolle boom met 2 blijvers kan worden gecompenseerd. Uitval van blijvers of waardevolle bomen kan nooit met wijkers worden gecompenseerd.
Vellen aan de hand van onderhoudsprogramma
Dunning
Bomen Effect Analyse (Wijker)
Zichtonthouding Afhankelijk van mate van zichtonthouding en gewenst eindbeeld
Schaduwoverlast Afhankelijk van mate van schaduwoverlast en gewenst eindbeeld
Vervuiling Afhankelijk van mate van vervuiling en gewenst eindbeeld
Schade Afhankelijk van mate van schade en gewenst eindbeeld
•
•
•
•
Wijker
Locatie geschikt, boom gewenst
Actie: vervangen
Actie: vervangen met aanpassingen
Actie: niet vervangen
Vellen aan de hand van onderhoudsprogramma
Vellen in jaar van opname
Behoud onmogelijk
Afstand tot obstakel Afhankelijk van obstakel, groeiwijze boom en gewenst eindbeeld
•
Locatie leent zich op basis van de criteria (tabel 4) niet voor de desbetreffende boom en de boom is op die locatie ongewenst Locatie leent zich op basis van de criteria (tabel 4) niet voor de desbetreffende boom, maar een boom is op die locatie wel gewenst
Behouden
Behoud mogelijk
Criteria in de BEA • Werken rondom bomen • Ontwerp
Criteria voor de BEA • Aantal bomen: > 50 st.
Overlast
Vellen i n jaar van opname
Binnen 10 jaar niet meer levensvatbaar
Reconstructie Groot Onderhoud Herinrichting
Vellen per direct
Bedreigende ziekte/aantasting/groeiwijze
Klacht / Melding / Eigen waarneming
Wijker
Overlast
1 x Blijver of 0,5 x Waardevolle boom
Compensatie verplicht
Blijver Wijker
Wijker
Nee
Verplaatsbaar
Behoud onmogelijk
Ja
Verplaatsen
Criteria in de BEA • Soort & mate van overlast • Ontwerp • Beleid
Criteria voor de BEA • Klacht / melding op omgevingsniveau
Bomen Effect Analyse (Blijver)
Wijker
Wijker
Compensatie bij vellen boom
Behouden
Behoud mogelijk
Criteria in de BEA • Werken rondom bomen
Bomen Effect Analyse (Blijver)
Reconstructie Groot Onderhoud Herinrichting
Binnen 5 jaar niet meer levensvatbaar
Bedreigende ziekte/aantasting/groeiwijze
Klacht / Melding / Eigen waarneming
Blijver
Ja Verplaatsen
2 x Blijver of 1 x Waardevolle boom
Compensatie verplicht
Waardevolle boom Wijker
Reconstructie Groot onderhoud / Herinrichting aanpassen
Nee
Verplaatsbaar
Behoud onmogelijk
Wijker
Wijker
B omen n ota voor Alm eers e b om en 45
Behouden
Behoud mogelijk
Criteria in de BEA • Werken rondom bomen
Bomen Effect Analyse (Waardevolle boom)
Reconstructie Groot Onderhoud Herinrichting
Binnen 2 jaar niet meer levensvatbaar
Bedreigende ziekte/aantasting/groeiwijze
Klacht / Melding / Eigen waarneming
Blijver Waardevolle boom
46 Bo mennota voor Almee rs e bo men
De modellen worden nog nader uitgewerkt. De uitwerking moet gericht zijn op een objectieve beoordeling, met onderstaande eenduidige opbouw.
• De tweede analyse is nodig voor het toetsen van overlast door bomen die als wijker (als het meer dan 50 bomen betreft) en als blijver staan geregistreerd. Vragen als: is de overlast op omgevingsniveau van toepassing, wat zijn de klachten exact, in wat voor mate vormen ze overlast, wat is er met het ontwerp bedoeld, en hoe moet de toekomstige structuur er uit komen te zien, komen aan de orde.
In de gemeente Almere zullen er twee soorten Bomen Effect Analyses worden ontwikkeld: • De eerste analyse is nodig bij reconstructies waaronder groot onderhoud, herinrichting of inbreiding. Voorafgaand aan de definitieve planvorming zal, bij bomen die als blijver of waardevolle boom staan geregistreerd, altijd de vraag gesteld moeten worden: Kan de boom (of bomen) in het perspectief van de voorgenomen werken, in zijn huidige verschijningsvorm en op deze standplaats, duurzaam behouden blijven en welke maatregelen zijn hiervoor nodig?
Met behulp van een zogenoemde ‘Bomen Effect Analyse’ (BEA) kunnen ontwerpers, beheerders en voorbereiders inzicht krijgen in de consequenties van hun plannen op bomen.
B2.1 Bomen effect analyse (bea)
Aanbevelingen
Conclusie 1. Behoud van de boom op de standplaats is mogelijk / onmogelijk 2. Eindoordeel op de vraag / het probleem van de opdrachtgever
Beoordeling 1. Kwaliteit 2. Fase waarin het project zich bevindt, of wat is de overlast en de mate hiervan 3. Gevolgen 4. Alternatieven in uitvoering
Inleiding 1. Aanleiding opstellen BEA 2. Vraagstelling of probleemstelling opdrachtgever 3. Standaardvraag BEA: Kan de boom behouden blijven? 4. Situatie
Inhoudseisen bea
Bovengronds Een boom moet minimaal een redelijke tot goede conditie hebben en geen ernstige beschadigingen in de kroon, aan de stam of de stamvoet. Bij een verplanting zal de boom altijd in conditie achteruitgaan, kunnen beschadigingen versneld inrotten en is de boom kwetsbaar voor aantastingen, die de boom verder verzwakken. Ook moet er bovengronds voldoende ruimte zijn om de verplanting mogelijk te maken. Een grote kroonomvang en obstakels op de transportroute kunnen een beperkende factor zijn.
Boomsoort Verplanten geeft niet bij alle boomsoorten even goede resultaten: een boom met bijvoorbeeld grove, gladde wortels (vlezig) levert eerder problemen op dan een boom met een fijn vertakt wortelstelsel.
Vanuit de Bomen Effect Rapportage kan worden bepaald dat een of meerdere bomen moet worden verplant. Bomen die voor verplanting in aanmerking komen worden zoveel mogelijk binnen het werk verplant. Indien dit niet mogelijk is wordt elders in Almere naar plantlocaties gekeken. Pas als deze ook niet voorhanden zijn worden te verplanten bomen extern aangeboden. Alvorens daadwerkelijk tot het verplanten van bomen over te gaan moet een zorgvuldige beoordeling plaatsvinden waarbij inzichtelijk wordt of de verplanting met goed succes zal kunnen worden uitgevoerd. Aspecten die bij deze beoordeling meewegen zijn:
B2.2 Verplanten
Minder goed verplantbaar
Valse Christusdoorn Noot Amberboom Tulpeboom
Plataan Wilg * Linde Iep
Vleugelnoot
Trompetboom
Berk
Hemelboom
Acacia
Slecht verplantbaar
B omen n ota voor Alm eers e b om en 47
Ondergronds Bij het verplanten van een boom zal de verhouding van de doorsnede van de stam en die van de wortelkluit ongeveer 1 : 7 tot 1:10 moeten zijn. Het is belangrijk dat een groot deel van het wortelstelsel zich binnen deze maat bevindt. Een bewortelingsonderzoek zal moeten uitwijzen of er sprake is van een compacte wortelkluit en of er aan de rand van de uit te graven kluit zich niet al te grote wortels bevinden. Een boom met een oppervlakkig wortelgestel verliest tijdens de verplanting te veel wortels. Een boom met een onsamenhangende wortelkluit vraagt om een langere voorbereiding op de verplanting of een aangepaste verplanttechniek.
Tabel 6: Overzicht verplantbaarheid in relatie tot boomsoorten
NB: Het verplanten van Paardekastanje wordt met het oog op de kastanjebloedingsziekte tot nader orde afgeraden.
Moerascypres
Meelbes *
Eik
Sierpeer *
Sierappel *
Beuk
Els * Japanse Notenboom
Meidoorn *
Els, Alnus spaethii
Es
Haagbeuk
Paardekastanje
Hazelaar
Esdoorn (overige soorten) Berk
Veldesdoorn
(* is niet aanbevolen i.v.m de lage waarde van de boom)
Goed verplantbaar
bijlage
plaats niet vervangen worden.
Tenminste 6 bomen staan te dicht op de verharding en kunnen zich niet duurzaam ontwikkelen.
ven- als ondergrondse groeiruimte is voldoende om de boom minimaal 80 jaar gezond uit te laten groeien en de locatie is van dusdanige architectonische aard dat deze behouden moet blijven.
De onderlinge afstand tussen de bomen en de afstand tot de bebouwing is duurzaam goed. Alle bomen worden als blijver aangemerkt.
dan dienen de twee aangrenzende parkeervak-
ken te vervallen en optimaal te worden ingericht
als groeiplaats voor een boom.
De onderlinge afstand tussen de bomen is te
klein en de bomen zijn te groot in relatie tot
afstand tot bebouwing. Tenminste 2/3 van het
48 Bo mennota voor Almee rs e bo men
aantal wordt een wijker en 1/3 wordt een blijver.
de afstand tot de verhardingen is te klein. De
wordt als waardevol aangemerkt. Zowel de bo-
tuur en een blijver op deze locatie gewenst zijn,
volle boom ontwikkelen.
duurzaam uit te groeien en kan zich tot waarde-
boom midden op de foto heeft de potentie om
Ze worden derhalve als wijker aangemerkt. De
boom wordt aangemerkt als wijker en kan op die
Wortelopdruk door te kleine plantspiegel. Ook
Deze boom heeft voldoende groeiruimte en
onderdeel zijn van een belangrijke bomenstruc-
ontwikkelen.
voldoende groot is kan de boom zich duurzaam
ruim. Indien de ondergrondse groeiruimte
De boomspiegel is op dit moment nog voldoende
In dit hoofdstuk wordt aan de hand van een aantal concrete situaties aangegeven hoe de indeling op basis van wijker, blijver en waardevol plaatsvindt en hoe deze situatie verbeterd zou kunnen worden met inachtneming van de criteria zoals opgenomen in de bijlagen gericht op ontwerp en inrichting.
als wijker wordt aangemerkt. Mocht de boom
Ernstige wortelopdruk maakt dat deze boom
B2.3 Voorbeelden
bomen worden onderverdeeld in groottes van bomen: • 1e grootte: kroondiameter > 15 meter • 2e grootte: kroondiameter 8 – 15 meter • 3e grootte: kroondiameter < 8 meter
de ruimte rond de stam van een boom. Deze ruimte bestaat uit open grond of een bodembedekker
aangeplant bosachtige elementen, grotendeels bestaand uit inheemse houtige soorten
een samenspel van abiotische en biotische factoren. Het gaat hierbij om klimaat, zontoetreding, wind c.q. luwte, bodemsamenstelling en beschikbaarheid van water
soorten die zich als eerste ergens vestigen, veelal aangepast aan de extreme omstandigheden
antropogene factoren rondom de groeiplaats van een boom. Het gaat hierbij o.a. om de afstand tot kabels en leidingen, aanwezigheid van verharding, gebruikt straatmeubilair, afstand tot bebouwing
Boomgrootte
Boomspiegel
Bosplantsoen
Groeiplaats
Pionierssoorten
Standplaats
Wijker
een boom die: • op de verkeerde plaats staat en daarmee overlast veroorzaakt • en/of geen- of een geringe toekomstverwachting heeft • en/of verwijderd moet worden in het kader van een dunning • en /of een maximale leeftijd zal bereiken van ongeveer 20 jaar
Waardevolle boom een boom die bijvoorbeeld vanwege omvang, soort, locatie, cultuurhistorie een bijzondere plaats in Almere inneemt en daardoor een hogere mate van bescherming krijgt. De boom moet zich minimaal 80 jaar kunnen ontwikkelen
een boom die op de huidige locatie gezond en veilig minimaal 40 jaar kan groeien
Blijver
C Begrippenlijst
B omen n ota voor Alm eers e b om en 49
bijlage
50 Bo mennota voor Almee rs e bo men
• Geraadpleegde internetsites: - Gemeente Boxmeer: www.boxmeer.nl - Gemeente Delft: www.gemeentedelft.info - Gemeente Den Haag: www.denhaag.nl - Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost/ Watergraafsmeer: www.oost-watergraafsmeer.nl - Gemeente Eindhoven: www.eindhoven.nl - Gemeente Leiden: www.leiden.nl - Bomenstichting: www.bomenstichting.nl - Bomen beter beheren: www.bomenbeterbeheren.be - Nederlandse Vereniging van Boomtechnisch Taxateurs: www.boomtaxateur.nl - Boombeheer Vlaanderen: www.bosengroen.be
Literatuurlijst • ’Bomen in het Almeerse straatbeeld’ (september 1992) beschrijft een visie op ontwerp, aanleg en beheer van de Almeerse stadsbomen; • ’Handboek Programma van eisen inrichting openbare ruimte’, juni 2001; • ‘Bomenplan stads- en kernniveau’, juli 2002; • ’StadsBomen in Almere’ (maart 2005) beschrijft de relatie van de groeiplaats en verhardingen; • ‘Bomenvisie Stadshart, Structuur en variatie’; • Nota ‘Duurzaam Bomenbeleid gemeente Beverwijk’, februari 2006; • Workshop Bomen Effect Analyse, november 2004.
Bronvermelding • Users Manual, Stedelijk ontwikkelingsproces, vastgesteld door B&W, dd oktober 2002; • Zicht op bomen, beleid rond de lusten en de lasten, Bomenstichting, september 2004.
Drukwerk Koninklijke drukkerij Broese & Peereboom BV
Ontwerp SBZ Communicatie/vormgeving
Gemeente Almere Stadsbeheer Advies- en Ingenieusbureau Team Groen, Water en Natuur November 2006
Colofon
B omen n ota voor Alm eers e b om en 51
Gemeente Almere Stadsbeheer Postbus 200 1300 AE Almere