“Vaart in de Vaart” Het Wensbeeld van de Watersportpartners
Wijdemeren 20 mei 2010
Inhoudsopgave
1. 2.
INLEIDING _________________________________________________________ 3 DE WENSEN _______________________________________________________ 6 2.1 De combinatie ’s-Gravelandsevaart en Karnemelksloot _____________________ 7 2.1.1 ’s-Gravelandsevaart (vanaf Hilversumskanaal)– Karnemelksloot__________ 7 2.1.2 ’s-Gravelandsevaart tussen fort Uitermeer en de Karnemelksloot _________ 9 2.2 Verbinding Loosdrechtse Plassen - Wijde Blik ___________________________ 10 2.3 Verbinding Sypesteyn ______________________________________________ 12 2.4 De Reevaart (Nieuwe Vecht) ________________________________________ 13 2.5 Gooisevaart______________________________________________________ 14 2.6 Naardertrekvaart en de verbinding naar het Gooimeer ____________________ 14 3. DE REALISATIE ____________________________________________________ 16 3.1 De fasering ______________________________________________________ 16 3.2 De trekkers ______________________________________________________ 17 3.3 Financiering _____________________________________________________ 17 4. BESLUIT __________________________________________________________ 18 Bronvermelding___________________________________________________________ 19
Spoorbrug Karnemelksloot Naarden
2
“Vaart in de Vaart”, het wensbeeld van de watersportpartners Het vergroten van de vaarmogelijkheden in de regio Gooi en Vechtstreek draagt bij aan het verbeteren van de recreatiemogelijkheden in het Groene Hart en is als zodanig van belang voor het woon- en vestigingsklimaat van de Randstad. De recreatieve en toeristische waarde van het water zit hem in afwisseling en beleving. Het herstellen van verbindingen, met behoud van de natuurwaarde en het ontsluiten van de cultuurhistorie, geeft bewoners en recreanten in en rondom het stedelijk gebied die voorziening. Dit “Wensbeeld” biedt met een netwerk aan vaarverbindingen de mogelijkheid om deze historische ofwel oude verbindingen te herstellen. De realisatie hiervan geeft een netwerk dat aansluit op andere netwerken, zoals fiets- en wandelroutes, en daarmee middels knooppunten verweven is. Deze knooppunten zijn belangrijke pijlers, omdat ze een multifunctionele functie kunnen krijgen als recreatief rust-, educatie- en oplaadpunt en/of brandstofpunt voor o.a. elektrisch gedreven voer- en vaartuigen. Door de watersportpartners is uitgegaan van bestaand beleid van provincies, rijk en gemeenten, financieringsmogelijkheden en gegevens betreffende het recreatieve gebruik. Deze gegevens worden in een afzonderlijke notitie verwerkt. Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met diverse belanghebbenden. De watersportpartners hebben het “Wensbeeld” hierna beschreven om als basis te kunnen dienen voor voortgezet overleg en het zoeken naar financieringsmogelijkheden, zodat het “Wensbeeld” uit kan monden in concreet uit te voeren projecten.
1. INLEIDING Het geheel is meer dan de som der delen. Op een afgesloten stukje water wordt nauwelijks gevaren; er vindt geen doorstroming plaats, waardoor het “dood” water wordt en kwalitatief achteruit gaat. De recreatieve en toeristische waarde van het water zit hem vooral in afwisseling en beleving. Beleving van natuur, cultuur en ruimte. Het vaarwater vormt een netwerk en geeft daardoor ontsluiting van al deze aspecten. Niet alle delen van het netwerk hebben dezelfde functie voor het varen. Er zijn vaarwegen met beroepsvaart en vaarwegen waar alleen kano’s mogen komen. Het vaarwegennetwerk als samenstelling van vaarwegen, bergt dus eigenlijk meerdere netwerken in zich: netwerken voor de beroepsvaart (Basisnetwerk) en netwerken voor de recreatie (BRTN). Daaronder, maar minder scherp gedefinieerd, liggen de netwerken voor de kleine watersport (kanoën, roeien e.d.). Het Amsterdam-Rijnkanaal is primair is bedoeld voor de grote beroepsvaart. Het beleid is er op gericht het recreatieve vaarverkeer zoveel mogelijk van het AmsterdamRijnkanaal naar de Vecht te “verleiden”. De Vecht is bedoeld voor de recreatievaart; het is de hoofdroute in dit gebied. De kleinere vaarwegen ten oosten van de Vecht vergroten het samenhangend areaal van bevaarbaar water, ontsluiten cultuurhistorisch belangrijke punten en natuur, geven aansluiting op de netwerken voor wandelen en fietsen en ontsluiten woningen op doorgaand water. Ieder tochtje kent zijn eigen doel en herkomst. Bij het vaarwegennetwerk in de regio Gooi en Vechtstreek zijn de Vesting Naarden en de overige forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam belangrijk. Ook de bezoekerscentra van Natuurmonumenten worden direct ontsloten.
3
Het vaarrecreatief netwerk bestaat uit de volgende onderdelen: 1a. De verbinding ‘s-Gravelandsevaart – Karnemelksloot (Hilversumskanaal – Vesting Naarden) is essentieel voor het netwerk. De verbinding is de noord-zuid ruggengraat van het netwerk. 1b. De ’s-Gravelandsevaart tussen fort Uitermeer en de Karnemelksloot vormt naast het Hilversumskanaal en de Naardertrekvaart een belangrijke oost-west verbinding. Deze verbinding kruist de EHS (Ecologische Hoofdstructuur) tussen het Naardermeer en de Oostelijke Vechtplassen. 2. De verbinding Loosdrechtse Plassen - Wijde Blik vergroot het vaarareaal en voegt voor motorboten aantrekkelijke mogelijkheden voor kleine tochtjes toe. 3. De verbinding Sypesteyn levert niet direct een rondje, maar waarborgt de aansluiting van een belangrijk cultuurobject en geeft tevens mogelijkheden voor een doorgaande kanoroute. Kasteel-museum Sypesteyn is daarnaast een toeristisch informatiepunt voor recreanten met voorlichting over het gebied en heeft een groen oplaadpunt voor elektrische fietsen en vaartuigen. 4. De Reevaart (Nieuwe Vecht) geeft een historische ontsluiting van de kern van Nederhorst den Berg en geeft tevens de mogelijkheid tot het varen van een zeer gevarieerd rondje via de Vecht. 5. De Gooisevaart is op zichzelf mooi om te varen, maar geen onderdeel van een doorgaand netwerk. De verbinding met de horeca en winkels in Hilversum en de aanlegmogelijkheid bij het Corversbos, geeft een extra kwaliteit uit toeristisch oogpunt. 6. De Naardertrekvaart en de verbinding naar het Gooimeer geeft een alternatief voor motorboten, waarvoor het IJmeer te groot water is (voor boot, bemanning of het weer van die dag). Tevens een toeristische koppeling van de Vesting Muiden met de Vesting Naarden. Deze verbindingen vormen samen een netwerk. Het ontbreken van een schakel in dit netwerk, kan de meerwaarde van het geheel grotendeels tenietdoen. Dat geldt voor het netwerk van vaarwegen en dat geldt ook voor de EHS. Het is voor natuur en voor recreatie een opgave om het samenvallen en kruisen van beide netwerken goed vorm te geven. De netwerken voor wandelen en fietsen kennen ook een samenhang met het vaarwegennetwerk. De uitwisseling kan plaatsvinden via knooppunten, waar paden en vaarroutes samenkomen. Dit zijn de pijlers en op deze recreatieve knooppunten kan op meerdere plekken een steunpunt worden gerealiseerd waar men kan overnachten, eten, drinken en informatie over het gebied verzamelen. Sommige steunpunten kunnen voor het vaarwegennetwerk tegelijkertijd dienen als brandstofpunt en vuilwaterinnamepunt. Het kanonetwerk is fijner; er zijn naast het Kanorouteplan, zoals beschreven in de brochure “Kanoën in Gooi en Vechtstreek” en de nu beschreven mogelijkheden in het “Wensbeeld”, nog meer wensen en mogelijkheden die om uitwerking vragen. Deze mogelijkheden zijn deels reeds in de tekst genoemd, deels zullen ze bij verdere uitwerking van het “Wensbeeld” aan de orde kunnen komen. Vooral bij kano’s gaat het niet alleen om vaarwater, maar ook om noodzakelijke voorzieningen als kanosteigers, parkeerplaatsen als opstappunten en kleinschalige overnachtingsmogelijkheden. Deze zaken komen bij de uitwerking aan de orde. De watersport verandert, er wordt meer gevaren langs sloepenroutes en er wordt gebruik gemaakt van activiteiten op de wal. Het “Wensbeeld” speelt hier op in. De wensen zijn in het navolgende concreet uitgewerkt. Deze uitwerking beoogt zichtbaar te maken wat de wensen betekenen in kosten en invloed op de omgeving. De uitwerking betreft in deze fase vooral de fysieke kant. Bij realisatie moet veel aandacht worden gegeven aan communicatie en het opnemen op routekaarten.
4
Onderstaande kaart geeft het recreatieve vaarwegennetwerk aan, met daarbij de BRTNstatus en de nummering volgens het ILG-programma 2010.
5
2. DE WENSEN In het onderstaande zijn de wensen verder uitgewerkt. Hierbij is de lijn gevolgd van: - de functies die de verbinding moet vervullen in het netwerk; - zoveel mogelijk kwantitatieve gegevens over gebruik en kosten; - de noodzakelijke vervolgstappen om tot een besluit te komen. Onderstaande kaart geeft een overzicht van de projecten en de belangrijkste knooppunten naar de andere recreatieve netwerken, zoals wandelen en fietsen. Deze kaart beoogt een beeld te geven van de samenhang. De kaart geeft in deze abstractie zeker geen totaal beeld van de recreatieve potentie van het gebied.
6
2.1 De combinatie ’s-Gravelandsevaart en Karnemelksloot Voor de uitwerking is deze gesplitst in de noord-zuid relatie en de oost-west verbinding. Beide vullen elkaar aan en leggen de basis voor een netwerk met gevarieerde mogelijkheden voor vaartochtjes en korte stops. Doordat het, zowel voor de aanwonenden als voor de natuur, om een gevoelig gebied gaat, is het belangrijk met name op dit deel van het netwerk de mogelijkheden van elektrische aandrijving (fluisterboten) nader te onderzoeken. 2.1.1 ’s-Gravelandsevaart (vanaf Hilversumskanaal)– Karnemelksloot Deze verbinding verzorgt de volgende functies: - De verbinding is de ruggengraat van het netwerk en vormt de verbinding tussen het Hilversumskanaal en de Vesting Naarden. - Hiermee is naast het Amsterdam-Rijnkanaal en de Vecht een derde noord-zuid verbinding aanwezig, die speciaal gericht is op kleine boten. - De route ontsluit het "Bezoekerscentrum Gooi en Vechtstreek" van Natuurmonumenten, agrarische Bed&Breakfast ondernemers, de buitenplaatsen, fort Werk IV en de kern ’s-Graveland met horeca.
Kwantificering: De ’s-Gravelandsevaart is onderdeel van het BRTN-net en klasse CM. De Karnemelkssloot maakt geen onderdeel uit van dit net. Gelet op de aard van de knelpunten wordt niet uitgegaan van de hoogtemaat behorend bij klasse CM van BRTN (2,75 m), maar van een uiteindelijke streefhoogte van 1,80 m. Deze maat wordt ook aangehouden in Midden Delfland, waar een vergelijkbare problematiek ligt. Als eerste fase kan een minimum maat van 1,50 m geaccepteerd worden. Dit geeft enerzijds de mogelijkheid de route sneller te realiseren, doordat minder knelpunten direct aangepakt hoeven te worden. Anderzijds legt het voorlopig een beperking op het gebruik van de route. Zowel voor de kano’s als voor de overige boten moet nagegaan worden, waar geschikte aanlegplaatsen, bijvoorbeeld bij de bezoekerscentra, mogelijk en/of wenselijk zijn. Rekening houdend met de wensen van AGV en met de aanwonenden, zou de route gebruikt kunnen worden door kano’s, roeiboten, zeilboten (met gestreken mast), sloepen en kleine motorboten. De laatste drie categorieën met een maximale lengte van 8,00 m en een maximale diepgang van 1,10 m. Op de Karnemelksloot en de ’s-Gravelandsevaart kunnen met ontheffing rondvaartboten van Natuurmonumenten, Vesting Naarden en Loosdrecht worden toegelaten. De vaarsnelheid zal maximaal 6 km/h bedragen. Naar schatting zullen 4000 boten per jaar gebruik maken van de route. Dit ter vergelijking met de ’s-Gravelandsevaart tussen het Hilversumskanaal en de Loosdrechtse Plassen, waar de belasting ruim 7000 boten per jaar is. De doorvaarthoogte van deze verbinding is echter 2,40 m. Onder deze condities ontstaan er geen problemen met de walkanten. Een tijdzonering, ten einde de hinder voor aanwonenden te beperken, is bespreekbaar. Te denken valt aan de huidige tijden van de sluis bij het Hemeltje.
7
Van noord naar zuid zijn er voor de minimum maat van 1,50 m de volgende knelpunten: Karnemelksloot: 1. Spoorbrug 1,10 m Oplossing nader uit te zoeken 2. 1,20 m ) 3. 1,20 m ) Verhogen naar 1,80 m 4. Meentbrug 1,40 m ) ’s-Gravelandsevaart: 5. Bedrijventerrein 0,90 m, verhogen naar 1,80 m 6. Noordersluis weer functioneel maken 7. Corversbrug zelfbedienbaar maken 8. Zuidersluis zelfbedienbaar maken (drempel 0,60 m nader uitzoeken) Voor de bruggen en de sluizen wordt uitgegaan van zelfbediening
De stuw in de Noordersluis ‘s-Graveland
De kosten voor het verhogen van de drie bruggen in de Karnemelksloot worden geraamd op € 1,2 miljoen (gemiddeld € 400.000,- per brug). De kosten op de ’s-Gravelandsevaart liggen in het weer openstellen van de Noordersluis, waarin een stuw is aangebracht en het verhogen van de naastgelegen brug van het bedrijventerrein naar 1,80 m: € 1,5 miljoen. De beheerskosten worden geraamd op € 6.000,-. Voor het elektrisch maken van de Zuidersluis en de Corversbrug is een bedrag geraamd van € 0,2 miljoen. De beheerskosten voor de zelfbediening bedragen ca. € 9.000,-. Het is mogelijk om op korte termijn door versnelde reconstructie van de Noordersluis en zelfbediening van de Zuidersluis, de route voor kano’s vast open te stellen. Vervolgstappen: 1. In het voortraject is er contact geweest met enkele aanwonenden van de vaart in ’s-Graveland, die aangaven tegen de heropening van de vaart te zijn. Zij achten de vaart ongeschikt en vrezen voor overlast. Zij gaven aan dat deze mening geldt voor een grotere groep aanwonenden. In een later stadium, als de voorstellen verder zijn uitgewerkt, wordt dit nagegaan. Overigens zijn er ook voorstanders bekend onder de aanwonenden. Doordat in dit “Wensbeeld” duidelijke grenzen zijn gesteld aan de afmeting van de boten en de vaarsnelheid, kunnen mogelijke bezwaren worden weggenomen. Verwacht mag ook worden, dat de woningen langs de vaart in waarde zullen stijgen door de ligging aan vaarwater, zeker als ook de mogelijkheid wordt geboden voor het hebben van een aanlegplaats. Ook voor bedrijven geeft dit nieuwe recreatieve mogelijkheden. 2. De huidige constructiehoogte van de spoorbrug is 0,70 m. Prorail geeft aan dat er niet veel te verdienen is door een andere constructie van de brug. Nader onderzoek hiernaar en naar mogelijke baanverhoging is nodig.
8
3. De diepte van de Zuidersluis staat nu op de kaart voor 0,60 m; in werkelijkheid is dit minder. Dat zou in principe gelijk moeten zijn aan de Noordersluis (1,20 m). Op deze wijze kunnen kleine zeilboten met gestreken mast passeren. 4. Het Noordelijk deel van de Karnemelksloot passeert over een kort stuk een deel van het Natura 2000 gebied. 5. Voor verdere uitwerking van dit plan is in 2011 een bedrag nodig van € 75.000,-.
Noordersluis, ‘s-Gravelandsevaart
2.1.2 ’s-Gravelandsevaart tussen fort Uitermeer en de Karnemelksloot Deze verbinding verzorgt de volgende functies: - De verbinding geeft een derde oost-west verbinding, gelegen tussen de Naardertrekvaart in het noorden en het Hilversumskanaal in het zuiden. Door deze verbinding ontstaat een acht, waardoor een grote keuzevrijheid ontstaat in het kiezen van “lussen en achten”. - De route passeert het knooppunt fort Uitermeer. Kwantificering: Dit deel van de ’s-Gravelandsevaart is onderdeel van het BRTN-net en klasse CM. Gelet op de fysieke mogelijkheden van het aansluitende water, wordt ook hier niet uitgegaan van de hoogtemaat behorend bij klasse CM van het BRTN (2,75 m), maar van een uiteindelijke streefhoogte van 1,80 m. Verder wordt uitgegaan van een maximale diepgang van 1,10 m. Rekening houdend met de wensen van AGV, zou de route gebruikt kunnen worden door kano’s, roeiboten, zeilboten (met gestreken mast), sloepen en kleine motorboten. De laatste drie categorieën met een maximale lengte van 8,00 m. Op de ’s-Gravelandsevaart kunnen met ontheffing rondvaartboten van Natuurmonumenten, Vesting Naarden en Loosdrecht worden toegelaten. De vaarsnelheid zal maximaal 6 km/h bedragen. Naar schatting zullen 3000 boten per jaar gebruik maken van de route. Onder deze condities ontstaan er geen problemen met de walkanten. De vaarroute kruist bij Ankeveen de Faunapassage, die in het kader van de EHS wordt aangelegd. In dit kader wordt er ook er ook een fietsbrug aangelegd, waarvan de hoogte dus tenminste 1,80 m moet bedragen. De watersportorganisaties zijn van mening dat varen en faunapassage samen kunnen gaan. Gelet op het aantal boten, de vaarsnelheid en de afmeting worden er namelijk geen conflicten verwacht met de natuur. De vaarroute ligt immers in de “schaduw” van de weg, rotonde, parkeerplaatsen en horeca. Zonering naar tijd over de dag is mogelijk. Zonering naar de tijd van het seizoen is voor de recreatie niet haalbaar. Zonering over de dag, en met name de vroege en latere uren, is mogelijk.
9
Indien dit vanuit natuuroverweging mogelijk is, zou bij de nieuwe fietsbrug een pauzesteiger voor de kano’s aangelegd kunnen worden. De Uitermeersluis met brug zullen zelfbedienend gemaakt moeten worden en op gebruikelijke tijden voor de watersport geopend. De kosten van het zelfbedienend maken, worden geschat op € 0,1 miljoen. De beheerskosten van de bediening op € 6.000,-. Voor het elektrisch maken van de Zuidersluis en de Corversbrug is een bedrag geraamd van € 0,2 miljoen. De beheerskosten voor de zelfbediening bedragen circa € 9.000,-. Bij fort Uitermeer kan gedacht worden aan beperkte overnachtingsmogelijkheden.
Fort Uitermeer, Weesp
Vervolgstappen: 1. Als de bedieningstijden van de Uitermeersluis worden aangepast, is het rondje Muiden Naarden nu al te varen met een hoogte tot maximaal 1,10 m. Als de bedieningstijden van de sluis op korte termijn zouden worden aangepast, kan spoedig als pilot inzicht verkregen worden in de effecten van de vaart. Hierbij is wel afstemming nodig op de werkzaamheden aan de faunapassage. 2. De route loopt tussen twee Natura 2000 gebieden door (Oostelijke Vechtplassen en Naardermeer). Door de aanleg van de faunapassage gaat de vaarroute door een puntje van het gebied Naardermeer. 2.2 Verbinding Loosdrechtse Plassen - Wijde Blik Deze verbinding verzorgt de volgende functies: - De verbinding Loosdrechtse Plassen - Wijde Blik vergroot voor boten met staande mast het vaarareaal. Dit zal zich met name richten op weekenders en boten met ligplaats op het Wijde Blik. - Voor motorboten ontstaat er een aantrekkelijk rondje via de Vecht en voor de kleinere boten via de ‘s-Gravelandsevaart. - Voor motorboten ontstaat er de mogelijkheid de kernen Vreeland en Loenen te “omzeilen” en de kortere weg via het Hilversumskanaal te nemen. - Voor toeristen (o.a. kanovaarders) wordt het Wijde Blik interessanter, omdat men niet langer op een “doodlopende” plas zit. - Het project geeft mogelijkheden tot het aanleggen van parkeergelegenheid aan de Bloklaan en evenementenparkeren bij de Driesprong. Verder kan er ruimte ontstaan voor een aantrekkelijk wandelpad langs het nieuwe kanaal, dat onderdeel kan zijn van het wandelnetwerk.
10
Kwantificering: De verbinding tussen beide plassen is bedoeld voor alle schepen die nu op de beide plassen varen. De route is mede bedoeld voor zeilboten met staande mast. Het rondje Vecht Hilversumskanaal heeft vanwege de bestaande brug in de N201 een hoogtebeperking van 2,90 m. Het verhogen van de brug c.q. het beweegbaar maken ervan, is niet voorzien. Bij de Lambrechtskade komt een beweegbare brug met sluis. Het peilverschil is slechts 0,10 - 0,20 m. De sluis is mede noodzakelijk om beide watersystemen te scheiden. De tweede brug bevindt zich in de Veendijk of in de Bloklaan. Een brug in de Veendijk ligt tussen de woonbebouwing. Om een zo kort mogelijk kanaal te hebben, moet de doorvaart zo noordelijk mogelijk gelegd worden. Een variant is een brug in de Bloklaan. Die zal vanwege de verkeersveiligheid niet te dicht op de bocht Bloklaan – Veendijk moeten liggen. Mogelijk is er daar een combinatie mogelijk met een brandstof/servicepunt voor de boten en een toeristisch steunpunt waar men informatie kan krijgen over het gebied. Bovendien moet met deze verbinding ook het Trekpad worden gekruist. Dit pad wordt gebruikt door de bewoners van de zomerhuisjes langs de Westelijke Drecht. Het zit nog steeds in de planning om het Trekpad weer zijn oude functie als wandelpad terug te geven. De Nieuwe Polder is overigens particulier bezit. Het kanaal zal ca. 20,00 m breed zijn en al naar gelang de variant 1,5 - 2,5 km lang. De bruggen en de sluis worden in zelfbediening uitgevoerd. De bedieningstijden zullen aansluiten op de Vecht en de Mijndensesluis. Vroegere ramingen geven aan dat een derde van de doorgaande vaart deze route zal kiezen en een of meerdere dagen op Loosdrecht zal blijven. Al naar gelang de variant worden de kosten geraamd op € 8 - 13 miljoen.
Loosdrechtse Plassen
Vervolgstappen: 1. De vaart loopt door de Loenderveense Plas, die eigendom is van het waterschap. De functie van deze plas wordt momenteel in het kader van de waterplannen nader bezien. 2. De vaart loopt deels door en langs Natura 2000 gebied. Mogelijk zal hiervoor compensatie noodzakelijk zijn.
11
3. Het plan is complex en kent vele partners. Het is verstandig eerst een nadere verkenning uit te voeren, alvorens de plannen verder uit te werken. Voor deze verkenning is nog geen budget. Een dergelijke beperkte verkenning wordt geraamd op € 20.000,- en zou voor 2011 in een begroting moeten worden opgenomen. 2.3 Verbinding Sypesteyn Deze verbinding verzorgt de volgende functies: - De verbinding Sypesteyn verbindt het kasteel als toeristisch object en -informatiepunt met het vaarwegennetwerk. Het kasteel wordt dan ook bereikbaar voor geautoriseerd waterverkeer zoals kleine sloepen en electro-tractie, hetgeen een impuls aan de levensvatbaarheid van Sypesteyn kan geven. - Het kasteel kan hiermee tevens een knooppunt zijn in het kanoroutenetwerk via het Tienhovenskanaal. Het kan tevens een steunpunt zijn in de te ontwikkelen wandelroute door de Ster. Kwantificering: De bestaande sloot zal weer op de oorspronkelijke maat van 4,6 m worden gebracht. Hierdoor ontstaat een circa 500 m lang verbindingswater, dat geschikt is voor kleine boten met een maximale diepgang van 0,70 m. De bereikbaarheid is alleen ten behoeve van huwelijken en groepen. De vaart is derhalve niet openbaar. De primaire voorzieningen, het baggeren en het aanleggen van een steiger, bedragen € 20.000,-. Daar komt nog bij het aanpassen van 3 - 4 bruggen. De huidige minimale brughoogte varieert van 0,20 tot 0,80 m.
Kasteel Sypesteyn, Loosdrecht
Vervolgstappen: 1. De situatie van de bruggetjes moet nader worden uitgewerkt. Dit hangt samen met mogelijke grondruil. Hiervoor wordt een stelpost opgenomen van € 500.000,-. 2. De wandelroute door de Ster moeten nog worden uitgewerkt. Hiermee is inmiddels een start gemaakt, met daarin opgenomen een educatief steunpunt bij Sypesteyn. 3. De route naar het Tienhovenskanaal voor kano’s moet nog worden uitgewerkt (duiker onder de Nieuw-Loosdrechtsedijk is geschikt voor doorvaart en heeft voor kano’s de goede doorvaarthoogte). 4. Nader onderzoek ontkoppeling kasteel Sypesteyn – openbare vaart. Indien de ontwikkeling goed voldoet, moet gedacht worden aan de mogelijkheid om de vaart naar Sypesteyn openbaar te maken. Dit vraagt wel aandacht voor het loskoppelen van de toegang naar het kasteel en de tuinen van de openbare vaart.
12
2.4 De Reevaart (Nieuwe Vecht) Deze verbinding verzorgt de volgende functies: - De Reevaart (Nieuwe Vecht) geeft een historische ontsluiting van de historische kern van Nederhorst den Berg. Het leidt tot herstel van de cultuurhistorische waarden. Het dorp heeft een ver verleden door de situering van de Willibrordkerk op de heuvel (800 n. Chr.), het kasteel (1100 n. Chr.) en een oude watermolen (1600 - 1700). De Reevaart is een oude trekvaart geweest om de route tussen Utrecht en Amsterdam over de Vecht te bekorten. - In het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie heeft de trekvaart in het verleden gefunctioneerd als waterlinie en gediend om water in de oostelijk gelegen polders in te laten ter inundatie van dat gebied richting 't Gooi. Langs het tracé van de Reevaart staan er nog vele bunkers en groepsschuilplaatsen ter bescherming van de Randstad, het westelijk gebied van de Reevaart. - De Reevaart (Nieuwe Vecht) geeft tevens de mogelijkheid tot het varen van een zeer gevarieerd rondje via de Vecht. - Het terugbrengen van het water in het dorp geeft veel stedenbouwkundige kansen tot de opwaardering en beleving van het dorp. - Toeristisch kan Nederhorst den Berg een goede pleisterplaats zijn. Er kan een recreatieknooppunt gerealiseerd worden naar het achterliggende gebied van de Ankeveense Plassen, 's-Gravelandse landgoederen (Natuurmonumenten) en 't Gooi. Voor wandelaars, fietsers en kanoërs zijn er vele mogelijkheden. - Het realiseren van deze vaart breidt het waterbergend vermogen van de Vechtboezem uit met 4 hectare, waarbij de wateropgaaf van een aantal omringende polders als Horn en Kuyer en Horstermeer verlicht worden.
De oude Reevaart in Nederhorst den Berg
Kwantificering: Vanaf het zuiden kunnen boten met staande mast naar een passantenhaven varen. Ze passeren hierbij de in ere herstelde dubbele klapbrug (ophaalbrug). Deze jachthaven voor passanten kan gerealiseerd worden in de polder de Horn en Kuyerpolder, waar ruime mogelijkheden liggen en waar gedacht wordt aan ligplaatsenvoorzieningen voor circa 50 boten. Hierbij zal toezicht plaatsvinden en havenvoorzieningen worden aangebracht (douches, toiletten, walstroom en internet). Vanaf het noorden kan met een hoogte van 2,40 m onder meerdere vaste bruggen gevaren worden naar het dorp, alwaar is voorzien in een passantenhaven en een keermogelijkheid.
13
Kleine boten als kano’s en sloepen (breedte 2,00 m en lengte tot 10,00 m) kunnen de route doorvaren onder een overkluizing met een doorvaarthoogte van 1,40 m en een breedte van 5,00 – 10,00 m. Aanleg van een kanosteiger bij het centrum is wenselijk. De stichting verwacht het aantal schepen van 10.000 passanten en 2000 overnachtingen per jaar in de passantenhavens. De kosten zullen € 25 - 30 miljoen bedragen. Voor nadere detaillering hiervan is verdere planvorming noodzakelijk. Vervolgstappen: 1. Voor een goede voortgang van de planvorming is een bedrag van € 100.000,- tot € 250.000,- nodig. Dit bedrag dient om de plannen verder te detailleren. De “Stichting Vecht terug in het dorp Nederhorst den Berg” heeft hier nog geen financier voor gevonden. Plaatsing op een begroting voor 2011 is noodzakelijk voor een goede voortgang. 2. De genoemde stichting werkt aan het opnemen van de plannen in de structuurvisies van Noord-Holland en de gemeente Wijdemeren en in de water(gebieds-)plannen van het Waterschap Amstel Gooi en Vecht (AGV). 2.5 Gooisevaart Deze verbinding verzorgt de volgende functies: - De Gooisevaart vormt de verbinding voor kleine boten naar de Oude Haven van Hilversum. - Op de route liggen als toeristisch-recreatieve punten het Corversbos en de Oude Haven. Beide punten moeten als zodanig ontwikkeld worden. - De route zal vooral gericht zijn op passanten. Kwantificering: De laagste brug in de route is 1,20 m hoog. In Hilversum is de doorvaart onder de Nieuwebrug beperkt door een recent aangelegd vuilwaterriool. Verwijdering daarvan is geraamd op € 150.000,-. Een gedeelte van het water bij het bedrijventerrein is versmald tot 3,00 m. Daar kan, als er meerdere boten varen, eigenlijk alleen gevaren worden met een verkeersregeling, bijvoorbeeld per half uur de richting wisselen. Aanpassing hiervan is niet voorzien. De oude haven heeft de bestemming groen. Dit vraagt beleidsmatig dus om een duidelijke keuze. Er is echter geen beleid bij de gemeente Hilversum dat hier ontwikkelingen voorziet. Vervolgstappen: 1. Het varen is alleen interessant als er ontwikkelingen zijn bij het Corversbos en bij de Oude haven. Dit vraagt nader onderzoek. 2. Contact met Hilversum over kansen voor ontwikkeling. 3. Nagaan in hoeverre er ondernemers zijn die hier willen ondernemen. 2.6 Naardertrekvaart en de verbinding naar het Gooimeer Deze verbinding verzorgt de volgende functies: - Binnendoorverbinding Vecht - Gooimeer voor kleinere motorboten en zeilboten met gestreken mast. Primair bedoeld om het IJmeer te vermijden. - Verbinding Vecht - Naarden als toeristische verbinding gericht op de vestingen Muiden en Naarden voor kleine motorboten. - Verbinding historische vaartuigen van het Gooimeer naar Naarden Vesting. - Verbinding motorboten Gooimeer - Naarden Vesting.
14
Kwantificering: De voorkeur gaat uit naar de variant via de Jachthaven Naarden. Dit is de goedkoopste oplossing en geeft een goed uitwisselingspunt met andere recreatievormen, servicepunt en horeca. De kosten worden geraamd op € 14 miljoen. Het is goed duidelijkheid te geven over de grootte van de schepen waarop gedimensioneerd gaat worden. Het deel tussen de Vecht en de nieuwe verbinding naar het Gooimeer kan worden gedimensioneerd op BRTN klasse DM, brughoogte 2,40 m. Het gedeelte tussen de nieuwe verbinding naar het Gooimeer en Naarden en de nieuwe verbinding zelf kan worden gedimensioneerd op BRTN klasse CM met ontheffingsmogelijkheden voor historische schepen. Naar schatting zal er een belasting zijn van 4000 boten per jaar. De Naardertrekvaart is in de “Fortenroute” voor kano’s opgenomen. Er is nog aandacht nodig voor pauzesteigers/aanlegplaatsen bij het Muiderslot en de Vesting Naarden. In de Vesting Naarden zijn overigens meer vaarmogelijkheden voor kano’s dan in het “Wensbeeld” is weergegeven.
Naarden en de Naardertrekvaart richting Muiden (foto: SkyPictures)
Vervolgstappen: 1. Nader overleg is nodig over het roeien op de Naardertrekvaart. Dit verdraagt zich niet geheel met het toenemen van het varen. Zonering in de tijd is bespreekbaar. 2. Gesprek met Jachthaven Naarden over de doorvaart, overnachten en het vormen van een recreatiesteunpunt. 3. Overleg met Naarden over afstemming op de plannen rond de vesting, de rondvaarten en aanlegmogelijkheden. De Vesting Naarden is een recreatiesteunpunt. Plannen zijn uitgewerkt in het kader van het Vaarwaterplan Vesting Naarden van augustus 2008. 4. De bedieningstijden van de Keetpoortsluis, de bruggen en de nieuwe sluis moeten worden uitgebreid en op elkaar worden afgestemd. Ook afstemming op mogelijke tijdzonering met de roeiers. De bruggen kunnen worden ingericht voor zelfbediening.
15
3. DE REALISATIE Het “Wensbeeld” is geen uitvoeringsplan, maar een kader voor een samenhangend netwerk. Gefragmenteerde initiatieven zullen niet tot uitvoering leiden. Om deze reden zijn de projecten en activiteiten in de volgende paragraaf in drie groepen ingedeeld. Het faseren kan in gevoelige gebieden ook het voordeel hebben, dat activiteiten en impact op de omgeving als proces op elkaar kunnen worden afgestemd en bijgestuurd. Het “Wensbeeld” gaat uit van de volgende fasering. 3.1 De fasering De in het voorgaande genoemde kosten en fasering van het “Wensbeeld” zijn als volgt samen te vatten: Investeringskosten en beheer Omschrijving Investering Jaar/Actie Beheerskosten/jaar _________________________________________________________________________________ Verhogen drie bruggen in de Karnemelksloot € 1,2 uitwerken Spoorbrug in de Karnemelksloot pm pm Noordersluis en naastgelegen brug € 1,5 2011 € 6.000,Zuidersluis en Corversbrug zelfbedienbaar maken € 0,2 2011 € 9.000,Uitermeersluis zelfbediening € 0,1 2011 € 6.000,Verbinding Loosdrecht-Wijde Blik € 8,0-13,0 studie 2011 pm Sypesteyn fase 1 € 0,5 2011 Nieuwe Vecht (Reevaart) € 25,0-30,0 studie 2011 Verbinding Gooimeer € 14,0 lopend traject € 5.000,-
Niet alle projecten verkeren in dezelfde fase. In het onderstaande zijn de projecten in drie groepen van verschillende fasen ingedeeld. Met in de begroting opnemen, zijn de begrotingen bedoeld van de financiers; soms zijn dat meerdere partijen. Groep 1 In de begroting 2011 op te nemen zaken waarvan de uitvoering ook in 2011 wordt gestart of plaats zal vinden: 1. Eerste fase ’s-Gravelandsevaart - Karnemelksloot. Door de eerste fase is de ’s-Gravelandsevaart direct bevaarbaar tot een hoogte van 1,50 m en de Karnemelksloot tot 1,10 m. Het gaat om de volgende uitvoeringszaken: - De Noordersluis weer openstellen en de naastgelegen brug verhogen tot 1,80 m. - Corversbrug zelfbedienbaar maken. - De Zuidersluis zelfbedienbaar maken en de openingstijden verruimen. - De Uitermeersluis zelfbedienbaar maken en de openingstijden verruimen. Als tweede fase wordt in 2011 gestart met het verder uitwerken. Hiervoor is naar raming € 75.000,- nodig. 2. Realisatie van de eerste fase van de verbinding naar Kasteel Sypesteyn 3. Het kiezen van de variant voor de verbinding naar het Gooimeer, het afronden van de discussie over de financiering en start van de uitvoering. Groep 2 Projecten waarvoor eerst nadere uitwerking nodig is, alvorens er over te kunnen beslissen. Voor de uitwerking zijn gelden nodig op de begrotingen 2011. 1. Het maken van een plan voor de verbinding Loosdrechtse Plassen - Wijde Blik als basis voor verdere besluitvorming. De kosten zijn geraamd op € 20.000,-. 2. Het maken van een plan voor de Reevaart/Nieuwe Vecht als basis voor verdere besluitvorming. De kosten zijn geraamd op € 100.000,-. 3. Verder uitwerken ’s-Gravelandsevaart en Karnemelksloot. De kosten zijn geraamd op € 75.000,-.
16
Groep 3 Projecten waarvoor nader overleg nodig is tussen besturen, bedrijfsleven en belanghebbenden. Het gaat hierbij met name om de verdere gedachtevorming. 1. Het nader onderzoeken van de Gooisevaart naar potentieel gebruik en kosten. 2. Het nader onderzoeken van de tweede fase van de verbinding naar Sypesteyn. Het gaat hierbij vooral om nader overleg. De watersportpartners zullen hiertoe het initiatief nemen. 3.2 De trekkers Voor meerdere projecten moet nog een trekker gevonden worden. In de huidige fase zijn de watersportpartners trekker van het “Wensbeeld”. Voor de uitvoering zal een overheidsinstantie of eventueel een rechtspersoon trekker moeten zijn. De taak van de watersportpartners is na het opstellen van het “Wensbeeld” niet afgelopen. Zij zullen de projecten waarvoor nog geen formele trekker is, actief proberen verder uit te werken en daarvoor een trekker en financiering te zoeken. Daarnaast zullen zij actief ondersteuning geven door: subsidieverzoeken, masseren van subsidiegevers, mobiliseren politiek of achterbannen, verzamelen van cijfermateriaal, draagvlakvergroting e.d. Voor de volgende drie projecten zijn er reeds formele trekkers: - Vaarverbinding Vecht – Gooimeer Provincie Noord-Holland - Nieuwe Vecht (Reevaart) Stichting Reevaart terug in N.den B. - Verbinding Sypesteyn (eerste fase) Kasteel-museum Sypesteyn 3.3 Financiering A. Financieringsbronnen (de inkomsten) Het is voor watersportpartners lastig om een concreet voorstel te doen voor de financiering. Er zijn zo’n tien bronnen gevonden waaruit geput zou kunnen worden. De aansturing en keuze hiervan is zeer complex. Veel van de bronnen beogen een bepaald doel, zijn aan uitvoeringstijdstippen gebonden en zijn soms in tendervorm uitgevoerd. In het volgende punt is weergegeven welke bedragen nodig zijn op de begrotingen. Vast staat dat er meerdere financiers zullen zijn. Nog niet vast staat welke partijen in het “Wensbeeld” kunnen en willen participeren. B. De kosten (de uitgaven) Bij de uitwerking is daarom hieronder zichtbaar gemaakt welke bedragen er nodig zijn in 2011. Ook zijn de extra beheerskosten van de voorstellen weergegeven. Een overzicht van de totale kosten, ook op langere termijn, is reeds gegeven aan het begin van dit hoofdstuk. Het netwerk aan vaarwegen is regionaal en past in de uitgangspunten van het Groene Hart en de Randstad. Hoewel de projecten voor een groot deel gelegen zijn in de gemeente Wijdemeren, zien de watersportpartners voor de besluitvorming en financiering vooral een regionale/provinciale rol. Voor de kosten moet overigens niet alleen gekeken worden naar de uitgaven. Een uitgebreide kosten-batenanalyse is in dit stadium nog niet gemaakt. Voor een deel zullen die ook deel uitmaken van de uitwerking van de plannen Een schatting van de kosten voor 2011 geeft op dit moment het volgende beeld. Uitgaven in 2011 Begroting 2011uitvoering: - Werkzaamheden aan ’s-Gravelandsevaart (Noordersluis en naastgelegen brug) - Corversbrug en Zuidersluis zelfbedienbaar maken - Uitermeersluis zelfbedienbaar maken - Verbinding Kasteel Sypesteyn - Extra beheerskosten voor bediening bruggen en sluizen - Verbinding Gooimeer
€ 1.500.000,€ € € € €
200.000,100.000,500.000,21.000,PM lopend traject
17
Uitvoeren van studies begroting 2011: - Verbinding Wijde Blik - Nieuwe Vecht (Reevaart) - Verder uitwerken ’s-Gravelandsevaart en Karnemelksloot
€ € €
20.000,100.000,75.000,-
4. BESLUIT Het “Wensbeeld” is geen “Eindbeeld” en kan dat ook niet zijn. Het “Wensbeeld” geeft op basis van veel gesprekken, verkenningen en waarnemingen een nader inzoomen op de “Hand Out” van 26 januari 2010. Met het “Wensbeeld” zullen de watersportpartners opnieuw naar buiten treden en in overleg gaan met overheden en belanghebbenden, met het uiteindelijke doel te focussen op concrete projecten en daarmee het verder ontwikkelde wensbeeld te realiseren. De watersportpartners Wijdemeren, 20 mei 2010 De watersportpartners zijn de voor dit project samenwerkende watersportpartners : HISWAvereniging, RECRON, Watersportverbond en de Kanobonden (NKB en TKBN). Zij zijn de initiatiefnemers en dragen de verantwoordelijkheid voor dit “Wensbeeld”. Ook is contact met de Interprovinciale Organisatie Sportvisserij. De watersportpartners hebben samen met: het Plassenschap Loosdrecht, de ANWB, het gewest Gooi en Vechtstreek, de gemeente Wijdemeren, DLG en het ondernemersinitiatief “Samen Sterk” (een groep binnen de Ondernemers Kring Loosdrecht) een werkgroep gevormd, die het “Wensbeeld” hebben uitgewerkt. De ILG-commissie AGV ondersteunt het proces, omdat zij het belangrijk vindt dat in samenwerking met alle belanghebbenden een zo optimaal mogelijke oplossing wordt bereikt binnen de mogelijkheden die het fysieke milieu biedt.
18
Bronvermelding -
Agenda Recreatie en Toerisme 2008 – 2011. – Stad en land in Balans - mei 2008 Uitvoeringsprogramma Groene Uitweg 2009 Uitvoeringsregeling water als Economische Drager. maart 2009 Noord-Hollands Routenetwerk Kleine Recreatievaart – Inventarisatie van bestaande routes en knelpunten - mei 2009 Waterplan 2010-2015 Provincie Noord-Holland. Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren. november 2009 Subsidieverordening ILG (Subsidiecriteria 2010 ILG deel B). nov. 2009 Nota van beantwoording Structuurvisie. Noord-Holland 2040 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. januari 2010. Structuurvisie Noord-Holland 2040 - Kwaliteit door veelzijdigheid -. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland februari 2010 Visie Hollandse meren, het Waterrecreatiehart van de Randstad Provinciaal Waterplan 2010-2015 van de provincie Utrecht Hollandse Meren, het waterrecreatie hart van de Randstad. Provincie Noord Holland november 2009 Watersport in de Vecht en Veenplassen HISWA en KNWV oktober 2002 Kanoën in de Gooi- en Vechtstreek, april 2010-05-14 Ster van Loosdrecht, verslag van de Schetsschuit op 26 en 27 oktober 2009 “Het groen Hart mooi dichtbij” uitgave ANWB 2009 Verbeteren recreatief gebruik van wateren, oevers en waterkeringen AGV 8 mei 2003 Uitvoeringsprogramma Nieuwe Hollandse waterlinie in de Vechtstreek-Noord Recreatieve ontsluiting Vechtstreek , verslag van de workshop op 19 juni 2009.
19