De leef en belevingswereld van jongeren
Thomas Breunis, Fiona de Jong, Sahfira Lijong, Johan Magré, Jintje Pen, Willeke van der Veen, Remko Zantingh
Projectdocent: Ilja van der Velde 28-1-2011
De leef- en belevingswereld van jongeren. Een globaal overzicht
Projectdocent: Ilja van der Velde
Thomas Breunis Fiona de Jong Sahfira Lijong Johan Magré Jintje Pen Willeke van der Veen Remko Zantingh
28-01-2011
Voorwoord: Wij zijn Johan Margé, Jintje Pen, Willeke van der Veen, Fiona de Jong, Remko Zantingh, Thomas Breunis en Sahfira Lijong. In het kader van onze Lerarenopleiding Sociale Vakken hebben wij een onderzoek gedaan naar de leef- en belevingswereld van de jongeren tussen 12 en 18 jaar. Het onderzoek is gedaan door afnemen van enquêtes en/of interviews, bestaande onderzoeken, literatuur en internet raadplegen. Het onderzoek is in zes weken afgerond. Om het verslag leesbaar te houden zijn de onderwerpen in hoofdstukken verdeeld. In de bijlage staan de onderzoek resultaten, enquêtes en de uitgewerkte interviews. De onderwerpen die in het verslag naar voren komen zijn: Relaties, Mishandeling, Verslaving, Subculturen, Media, Hobby’s, Sport, Uitgaan, Uiterlijk, Werk en Thuis. Deze elf onderwerpen zijn verdeeld onder ons. Iedereen heeft een klein onderzoek opgezet in vorm van enquête en/ of interview afnemen daarnaast zijn nog andere externe bronnen gebruikt. Het verslag zal uiteindelijk worden gepresenteerd. De presentatie zal bestaan uit een klein introductie van het gemaakte verslag, de kern is spelen van een spel en tot slot een kleine evaluatie. Het spel dat wordt gespeeld is gebaseerd op Party & co. Wij hebben er voor gekozen om het spel Puber & co te noemen. Wij hebben voor een spel gekozen, omdat wij vinden dat het onderzoek op een leuke en attractieve manier moeten worden gepresenteerd. Het spel is op het niveau van de ouders van de jongeren, omdat dit ook de doelgroep is. Tot slot willen wij Ilja van der Velde en Yvonne Groenwold bedanken voor het begeleiden van de Ptaak. Daarnaast willen wij graag iedereen bedanken die meegewerkt heeft aan het invullen van de enquêtes. Als laatste willen wij bedanken Linda Soldaat, Jelle van der Veen, Esther Hoekstra en Jenneke Zantingh. Voor hun tijd om zo een interview bij hen af te nemen. Leeuwarden, 11 januari 2011
Inhoudsopgave: Voorwoord: ................................................................................................................................ 3 Inhoudsopgave: .......................................................................................................................... 4 Inleiding: ..................................................................................................................................... 5 Hoofdstuk 1: Relaties ................................................................................................................. 6 Hoofdstuk 2: Pesten ................................................................................................................. 10 Hoofdstuk 3: Mishandeling ...................................................................................................... 14 Hoofdstuk 4: Verslaving ........................................................................................................... 19 Hoofdstuk 5: Subculturen ........................................................................................................ 22 Hoofdstuk 6: Media .................................................................................................................. 29 Hoofdstuk 7: Hobby’s ............................................................................................................... 36 Hoofdstuk 8: Sport ................................................................................................................... 38 Hoofdstuk 9: Uitgaan................................................................................................................ 40 Hoofdstuk 10: Uiterlijk ............................................................................................................. 43 Hoofdstuk 11: Werk ................................................................................................................. 46 Eindconclusie ............................................................................................................................ 48 Bronnenlijst: ............................................................................................................................. 49 Bijlagen: .................................................................................................................................... 50 Plan van Aanpak Coachgroep 13 .......................................................................................... 50 Bijlage 1: Thuis,Sport,Hobby, Mishandeling ........................................................................ 53 Bijlage 2: Uitslagen Enquête School, Pesten en Omgeving .................................................. 63 Bijlage 3: Onderzoeksverslag van Hoofdstukken Media, Subculturen, Uitgaan en Uiterlijk71 Bijlage 4: Interview Mishandeling ........................................................................................ 96 Bijlage 5: Interview Jenneke Zantingh.................................................................................. 99
Inleiding: Wij, zeven studenten aan de lerarenopleiding sociale vakken, hebben een P-taak gemaakt rondom het thema de belevingswereld van de jongeren. Het doel van de P-taak is het globale beeld de leefen belevingswereld van de doelgroep 12-18 jaar te vergroten. Om het beeld te vergroten is er als eerst besproken welke onderwerpen er in het plaatje van de jongeren past. Wij hebben totaal elf onderwerpen waarover onderzoek is gedaan namelijk: Relaties Mishandeling Verslaving Subculturen Media Hobby’s Sport Uitgaan Uiterlijk Werk Thuis Bij deze bovenstaande onderwerpen zijn weer een hoofd- en deelvragen opgesteld. De vragen zijn door behulp van onderzoek (zelf afgenomen enquêtes en interviews), bestaande onderzoeken, literatuur en Internet beantwoord. Naast de antwoorden op de hoofd- en deelvragen van de elf onderwerpen is er een eindconclusie geschreven met de leef en belevingswereld van de jongeren tussen 12 en 18 jaar. Zo vind u ook in de bijlage de resultaten van de enquêtes, de enquêtes en de afgenomen interviews met uitwerkingen. Naast dit verslag is er een creatief eindproduct gemaakt om de mensen kennis te late maken met dit thema. Het eindproduct is een spel geworden Party & Puber. het doel van het spel is dat de spelers moeten zo snel mogelijk van de start van het spel naar het centrale eindvakje. Dit kan sneller gaan door opdrachten goed te beantwoorden. De opdrachten bestaan uit vijf soorten: Liplezen Tekenen Mimiek, geluiden en gebaren Vraag en antwoord Verboden woord Deze opdrachten hebben allemaal te maken met de elf bovenstaande onderwerpen. Voor het spel is er een handleiding, bord, kaartjes, pionnen en code betekeniskaart gemaakt. Wij wensen u veel lees en speel plezier.
Hoofdstuk 1: Relaties
Inleiding: Kinderen hebben de behoefte om zich in de puberteit te spiegelen aan leeftijdsgenoten en steeds minder aan hun ouders. Het is namelijk zo dat je, je heel erg onzeker gaat voelen, omdat je gewoon heel erg veranderd. Je lichaam begint opeens te groeien en je wordt seksueel actief. Daarnaast krijg je op school opeens veel meer verantwoordelijkheden en keuzes, waar je ook maar mee om moet zien te gaan. Als er zoveel verandert, kom je ook vaak in de knoop met wie je nou bent, wat is mijn identiteit? Als ik nou verander, ben ik dan nog steeds mezelf, of ben ik dan iemand anders? Dit speelt natuurlijk bij meer onderwerpen in dit werkstuk een rol maar de impact die het heeft bij relaties is toch zeker niet weg te denken.
Hoeveel controle hebben familie en leraren nou echt over leerlingen? Als leraar heb je natuurlijk een rol als autoriteit, waar een leerling een goede of slechte ervaring mee kan hebben. De leerling kan van huis uit goed opgevoed zijn, door ouders die consequent handelen, of verwaarloosd worden. Als kind ben je ten slotte afhankelijk van je ouders op veel vlakken. Ten eerste zijn kinderen materieel afhankelijk, omdat ze verzorging, eten en kleding nodig hebben. Ten tweede zijn ze emotioneel afhankelijk, in de zin dat ze liefde en een gevoel van veiligheid nodig hebben. Ten derde zijn ze in hun ideologische opvattingen afhankelijk van hun ouders. Het verschil tussen goed en kwaad leren ze voor het eerst van hun ouders. Tot slot zijn ze gedragsmatig van hun ouders afhankelijk. Ze moeten natuurlijk leren, hoe ze om moeten gaan met ruzies, of andere gedragspatronen. Naarmate kinderen ouder worden, willen ze steeds minder afhankelijk worden en gaan zich hier dus steeds meer los van maken. Als een kind geen van de bovengenoemde zekerheden ontvangt van zijn ouders, kan dit zijn hele levensloop beïnvloeden. Hij kan angstig worden, overdreven volgzaam, overdreven wantrouwig of agressief. Dit maakt het heel moeilijk om met een kind om te gaan. Ook als leraar zal het moeilijk worden, om hier grip op te krijgen. Er zijn verschillende soorten verwaarlozing, als het op kinderen aan komt. Er zijn namelijk de affectief verwaarloosden, waarbij het kind thuis niet genoeg aandacht krijgt. Hij probeert dit dan vaak te compenseren, door op school soms bijna letterlijk te schreeuwen om aandacht. Dit kan echter ook de andere kant op gaan. Als een kind thuis te veel aandacht krijgt en juist te veel beschermd wordt door zijn ouders, wordt het kind op school heel verlegen. Daarnaast is er ook nog de materiële verwaarlozing. Het woord zegt het al, het kind krijgt thuis gewoon te weinig. Hij zal altijd alles zelf op willen lossen en ook heel weinig om hulp vragen, in Nederland gaat dit vaak gepaard met affectieve verwaarlozing. Het kan hier ook weer de andere kant op, namelijk als een kind te veel krijgt. Hij krijgt dan last van directe behoefte bevrediging en zal altijd gelijk willen krijgen. Hij zal in de klas heel drammerig zijn. Het kan niet alleen voor een leraar erg lastig zijn, om hiermee om te gaan, maar ook voor de leerling zelf. Als een leerling zich misdraagt in de klas, is dit vaak ook een uitlaatklep voor problemen die hij heeft. Het is dan ook heel belangrijk dat de leraar goed om kan gaan met dergelijke situaties en weet hoe hij dit aan moet pakken. Als je als leraar een leerling ziet, die zich misdraagt in jou les, is het ten eerste een goede zaak om bij collega´s te vragen of die hetzelfde herkennen in hun les. Misschien gedraagt de leerling zich wel heel anders bij je collega´s. Als die hetzelfde zien en het gedrag houdt zich aan, kan je ervoor kiezen om de leerling een op een aan te spreken en hem alleen te vertellen wat je ziet. Je moet hierbij opletten dat je de leerling op zijn gedrag aanspreekt en niet op zijn persoon. Ook moet er een noot van verbetering in zitten, die ook echt oprecht is. Als het gedrag nog niet verbeterd en de leerling geeft wel aan dat hij dit wil verbeteren kan je er voor kiezen om hulp in
te schakelen. Je moet echt op gaan letten, als de leerling depressief of angstig gedrag gaat vertonen. Als je nog niet zeker weet wat je moet doen, kan je je altijd laten informeren bij de betreffende instanties. Je moet echter nooit als leraar zelf hulp inroepen, dit moet altijd via de leerling zelf gaan en als dit kan, via de ouders. Je moet altijd open kaart met de leerling spelen, zodat hij zich erbij betrokken voelt. In veel gevallen is alleen de ouders en de leerling informeren over de hulp die beschikbaar is al genoeg. Ik kan dus met vrij veel zekerheid zeggen, dat ouders en leraren veel invloed hebben op twaalf tot achttien jarigen. Uit onze enquêtes bleek gelukkig dat de meeste leerlingen wel , dat van de 52 leerlingen, 45 wel het gevoel hebben dat ze eerlijk met hun ouders over dingen kunnen praten en zich dus veilig genoeg voelen. Op de vraag of ze vaak ruzie hebben zeiden 8 ja, 28 zeiden nee en 19 zeiden dat ze dit soms hadden. Ik zou het dan eng vinden als ze nooit ruzie zouden hebben en ben dus best tevreden met deze uitslag. Gelukkig zijn er genoeg kinderen, die wel goed op kunnen groeien.
Hoe belangrijk zijn leeftijdsgenoten voor de ontwikkeling van een puber? Zoals ik al zei hebben alle pubers de behoefte om zich los te maken van hun ouders en zich meer te kunnen spiegelen aan hun leeftijdsgenoten. Hoe raar het ook klinkt, maar hoe meer ze ´erbij´ horen, hoe meer ze een eigen identiteit ontwikkelen. Je zou kunnen zeggen dat pubers elkaar opvoeden. Ze leren elkaar sociale eigenschappen, zoals discussiëren, zichzelf presenteren en voor zichzelf opkomen. Ook komen pubers in een bepaalde sociale rol te zitten, waar ze dan ook weer uitgebreid in kunnen experimenteren. Ze kunnen proberen zich stil te houden, of juist veel hun bek open te trekken en anders de grapjas uit te hangen. Ook krijgen ze de kans om hier hun mening te ontwikkelen en hoe ze dit uiten. Tussen de leeftijdsgenoten gaat een leerling vaak ook een vriendenkring ontwikkelen. Hier kan je de onderscheiding tussen goede en tijdelijke vrienden maken. Tijdelijke vrienden ken je maar kort en zijn dan wel erg aanwezig. Als je contact verliest, houdt dit vaak wel op. Een echte goede vriend voelt eigenlijk net als familie, waar je heel veel in kan vertrouwen. Deze ken je vaak ook wat langer en zal ook lang een vriend blijven, ook al heb je al een tijdje geen contact meer. Van beide vrienden leer je vertrouwen en intiemere omgang, wat je bij een goede vriend nog extremer hebt. Ook leer je je open te stellen voor anderen, wanneer je je vriendenkring aan het maken bent. De laatste vijf jaar zijn de sociale netwerken op het Internet opgekomen, waar je ook vrienden kan maken. Dit zijn vaak echter mensen waar niet veel gemeenschappelijke omgang of vertrouwen bij noodzakelijk is. Ik denk dat we dus wel kunnen stellen dat de leeftijdsgroep essentieel bij de ontwikkeling van een puber. Het lijkt mij echt niet weg te denken.
Hoe belangrijk is het om voor het eerst verkering te hebben? Uit onze enquêtes van kinderen tussen de twaalf en achttien, blijkt dat van de 51 kinderen, 29 wel eens last van liefdesverdriet gehad hebben. Het lijkt mij, dat dit zeker een impact op hun gehad heeft. Zoals de Beatles ooit eens zongen: ''All you need is love.'' Rond hun twaalfde veranderd er veel met de puber geest. Een van deze veranderingen is dat ze seksuele interesse ontwikkelen in elkaar, of het nou de andere sekse is, of die van dezelfde sekse. Het kan heel goed heel verwarrend zijn om voor het eerst dan gevoelens van verliefdheid te voelen. Vaak weten pubers niet goed hoe ze hiermee om moeten gaan. Het leggen van het eerste contact is dan heel moeilijk. Zelfs voor veel volwassenen is het nog vaak moeilijk om duidelijk te maken dat ze iemand leuk vinden. Vaak loopt dit via stappen:
1. Fantaseren: Het spreekt wel voor zich, maar in deze stap gaan we vaak iemand bij een ventilator of een wet t-shirt contest voorstellen, of in het geval van vrouwen, een man op een wit paard of in een sportschool, om maar een paar clichés te noemen. Dit is voor iedereen anders 2. Plan maken: Je gaat hier het actieplan maken. Je gaat proberen om met iemand in dezelfde lift te komen, of door 'per ongeluk' dezelfde keuzevakken te kiezen, zodat je een kans krijgt om elkaar te leren kennen. Hier ga je dan op zoek naar gemeenschappelijke interesse. 3. Het vaststellen van de regels: Deze stap gaat over de rol die je in gaat nemen, waar je denkt het meeste kans mee te hebben. Als je denk dat je het beste informeel kan doen doen doe je dat, als je denkt dat ze liever een gentleman heeft neem je deze rol aan. Het uitkiezen van deze rol vergt ervaring. 4. Mentale voorbereiding: Nu moet je je moed verzamelen. Als je zenuwachtig bent, loopt stap twee waarschijnlijk uit op een of ander gemompel, of in extreme gevallen kwijlen. Het hebben van voldoende zelfvertrouwen is essentieel. 5. Gesprek beginnen en opbouwen: Als je dan eenmaal het eerste contact gemaakt hebt, moet je het gesprek gaande houden. Het is altijd leuk als je luistert naar wat de ander te zeggen heeft en daar een slimme of grappige comeback op hebt. Het is ook belangrijk om te letten op de spontane feedback van de ander. Soms loop je al te lang over een onderwerp te praten, terwijl je dit zelf niet door hebt. 6. Symbolische handelingen: Je kan niet zomaar aan komen zwaaien door zomaar te zeggen of je wil zoenen, dit kan de ander afschrikken als je hem nog niet zo goed kent. Dit moet je subtiel doen, door bijvoorbeeld een arm om iemand heen te doen of door te vragen wat voor kleur je tractor is(zie Zwarte Cross 2008, misschien is vragen wat voor kauwgom iemand heeft, een beter voorbeeld). 7. Onderhandelen: Dit stadium kan pas bereikt worden als er al sprake is van een bepaalde vorm van vertrouwdheid. Je gaat dan onderhandelen over hoe je wil dat het verder gaat. De een kan dan wel verder willen, maar de ander moet het hier ook mee eens zijn. Misschien zijn ze nog wel aan het twijfelen of een afspraakje wel een leuk idee is. 8. Resultaat, ja of nee: Dit is een soort evaluatie van het eerste contact, Als het goed gevonden wordt, komt er waarschijnlijk een vervolg op anders, jammer! Positieve signalen zijn: een afscheidskus, een nummer of een afspraakje. Negatieve signalen zijn: schelden, pepperspray en beveiligingspersoneel(je moet wel je handen thuis houden!).
Als alles volgens plan loopt, zal het voor de puber een geweldig gevoel zijn dat iemand alleen van jouw houdt. Dit is altijd een geweldige ervaring, die iedereen zou moeten voelen. Als deze eerste relatie echter niet goed loopt, zal de puber angstig worden, om verdere verkeringen aan te gaan. Ook zijn er natuurlijk erg veel pubers, die verward zijn over hun seksuele geaardheid. Zij kunnen dan homoseksueel of biseksueel zijn. Dit kan vaak vernietigend voor pubers zijn, omdat ze van heel veel kanten te horen krijgen, dat dit fout is. Als leraar moet je hier dan ook heel gevoelig voor zijn, zeker als het gaat om pesterijen. Ik kan, tot slot, met zekerheid zeggen, dat alle bovengenoemde relaties essentieel zijn in het vormen van een nieuwe identiteit, die de puber wil bereiken. De basis die de pubers van de ouders meekrijgen, zal altijd in hun natuur zitten, de leraar zal, net als de ouders, een autoritaire rol behouden, de leeftijdsgenoten zullen de puber oefenen in informele vaardigheden en de eerste verkering zal de puber leren wat liefde is en hoe je hiermee om moet gaan.
Hoofdstuk 2: Pesten
Inleiding: Wat is pesten? Laat ik eerst omschrijven wat pesten inhoudt. Pesten wil zeggen dat een persoon herhaaldelijk, en meestal ook voor een lange tijd door een of meer mensen wordt behandeld op een manier die kan leiden tot psychische of fysieke schade, of lijden. Het pesten zelf kan op meerdere manieren. Lichamelijk, geestelijk, en tegenwoordig is er cyberpesten (via computer). Het komt ook in meerdere omgevingen voor, bijvoorbeeld op school, maar ook het werk, op straat, in een vereniging, of in de buurt. Pesten hoort niet per se bij een cultuur of een bepaald intellectueel niveau. Met andere woorden, pesten gebeurt op vele plaatsen, vele leeftijden, en overal op de wereld. Vaak worden plagen en pesten door elkaar gehaald. Als je iemand plaagt is de situatie meestal een op een, en het wisselt elkaar af. De partijen zijn ook gelijk aan elkaar. Pesten heeft geen gelijkwaardigheid, en gebeurt vaak zelfs met een groep tegen een persoon. Pesten blijft doorgaan, terwijl plagen na een tijdje weer ophoudt.
Effecten van pesten. Als pesten blijft doorgaan kan het slachtoffer (ernstige) psychische klachten krijgen, die vaak ook nog langdurig zijn. Wat er later bijvoorbeeld aan kan worden overgehouden is depressie, onzekerheid, minderwaardigheidscomplex of faalangst.
Deelvragen Ik heb onderzoek gedaan naar pesten onder jongeren van de leeftijd 12 tot 18. Er zijn uiteraard een aantal deelvragen te beantwoorden bij dit onderwerp, zoals: hoe ervaren ze het? Wat doen ze ertegen? Pesten ze zelf wel eens? Komen ze op voor slachtoffers? Ik heb informatie gezocht door pamfletten, een aantal leesboeken (die een vrij accuraat beeld zouden geven over het onderwerp) en een aantal documentaires. De documentaires waren verschillend, bijvoorbeeld eentje ging over pesten tussen meisjes, een andere ging over een meisje die zelfmoord had gepleegd omdat ze werd gepest. Verder was er een ook ‘’documentaire’’/ lezing die ging over pesten, dat werd gegeven door een geleerde die er onderzoek naar had gedaan. De pamfletten hielpen ook bij het scheppen van een goed beeld over pesten tussen kinderen van 12 tot 18. Wat ik erbij heb ontdekt is dat pesten tussen meisjes de laatste jaren een steeds grotere hype is geworden. Meisjes kunnen zo mogelijk nog wreder zijn dan jongens. De schade die ze elkaar kunnen toebrengen doet zeker niet onder voor de schade die jongens elkaar soms toebrengen. Meisjes schijnen vaak gevoeliger te zijn voor pesten dan jongens. Ik heb ook gelezen over een aantal speciale gevallen. Een paar meisjes en jongens die zo erg waren gepest dat ze zelfs zelfmoord hadden gepleegd. Zelfmoord kan ook voorkomen als pesten echt erg wordt. Bijna alle kinderen tussen 12 en 18 hebben wel op een of andere manier met pesten te maken. Ze pesten zelf (wel eens),kennen iemand die wordt gepest of zijn zelf gepest. Nu is de vraag: wat doen scholen aan pesten? Wat doen ze om het te voorkomen? De meeste scholen nemen wel maatregelen. Ze betrekken ouders, mentor en leraren erbij. De pester wordt geconfronteerd. Als preventie wordt er vaak voorlichting gegeven over pesten. Dit is niet altijd even effectief. Tot zover is een zero-tolerance beleid het meest effectief gebleken. Hierbij wordt pesten absoluut niet getolereerd en is schorsing of verwijdering van school bij pesten een normale procedure. Kinderen blijken namelijk hardnekkige pesters.
Redenen om te pesten. Er zijn natuurlijk meerdere redenen om iemand te pesten. In de leeftijdscategorie 12 tot 18 zijn de meest voorkomende redenen: - Meeloperij. Ze zien anderen hetzelfde doen. - Als eis om bij een bepaald groepje te kunnen horen. Daarom gebeurt pesten ook vaak in groepjes. - Indruk maken op iemand of op een groepje. - De pester voelt zich beter, slimmer, leuker of beter dan de gepeste. Dus het leidt tot een hoger eigendunk. - Machtsgevoel. - Ter voorkoming van zelf gepest worden. En anders kunnen ze het proberen om de aandacht te vestigen op een ander, zodat iedereen die ander gaat pesten en niet zichzelf. - Verveling of irritatie. Ze kunnen zich er gewoon mee bezighouden om maar iets om handen te hebben. - Jaloezie, frustratie of ergernis over iets. Het uiten van een ergernis of frustratie kan door middel van pesten.
Waar komt pesten voor? Pesten komt uiteraard ook niet alleen maar voor op school. Ook in de buurt waar jongeren wonen kan pesten voorkomen. De pesters kunnen in dat geval hangjongeren zijn, maar dat hoeft niet per se. Hierboven genoemde redenen kunnen ook in deze situatie van toepassing zijn. Pesten kan echter ook andere oorzaken hebben, vooral in de buurt. Dingen als afpersing, mishandeling om verschillende redenen of ‘’gewoon’’ pesten kunnen ook voorkomen. Het pestgedrag is echter wel vaak afhankelijk in wat voor wijk je woont. In ghetto’s/achterstandwijken zijn er (volgens statistieken) meer buurtpesterijen dan in ‘’normale’’ wijken’’. Er zijn vaak ruzies tussen bepaalde groepen zelfs, dus 3 personen in dezelfde groep, kunnen als groep ook gepest worden. Daarnaast kan pesten ook voorkomen op de werkvloer. Daar pesten jongeren elkaar ook. Om werkprestaties bijvoorbeeld. De bovengenoemde redenen zijn ook hier weer van toepassing. Consequenties en dergelijke verschillen per plaats. In de buurt wordt er niet vaak iets tegen pesten gedaan. Soms praten ouders met elkaar. Soms lossen mensen het onder elkaar op. Of ze effectief zijn is echter een andere vraag. Dat ligt overal anders. In wijken met veel buitenlanders wordt er anders met pesten omgegaan bijvoorbeeld. In veel Midden-Oosterse landen vinden veel ouders dat je voor jezelf moet opkomen, desnoods met geweld, anders verdien je het gepest te worden. Dit kan voor verwarring zorgen tussen de niet-nederlandse jongeren, omdat in Nederland geweld meestal niet de juiste methode is om pesten op te lossen. Soms kan de situatie zo ver escaleren dat er een wijkagent aan te pas moet komen. Op de werkvloer wordt het weer anders opgelost. Als het al wordt opgelost. Dat is namelijk ook niet altijd het geval. Meestal wordt er geklaagd bij de chef/baas/manager/supervisor etc. Dat helpt niet altijd, want niet elke baas is geschikt om op te treden tegen pesterijen.
Hoe wordt er omgegaan met pesten? Vaak is het zelfs zo, dat op school, werk, of in de buurt het slachtoffer niet de juiste behandeling krijgt. Het kan zelfs gebeuren dat het slachtoffer als schuldige wordt gezien en straf krijgt. Dat kan komen door valse getuigenissen van meelopers, want velen tegen een… zeg nou zelf, dan wordt de meerderheid meestal geloofd. Het is ook niet altijd de schuld van de baas/leraar, omdat pesters het heel slim kunnen aanpakken. Vaak wordt het slachtoffer geïsoleerd, of denkt hij/zij na een tijdje dat het zijn/haar eigen schuld is dat hij/zij wordt gepest. Dit is uiteraard niet zo. Op die manier kropt het slachtoffer z’n gevoel op, en praat er niet over met iemand. Dat kan echter niet goed gaan, na een tijdje ontploft zo iemand. Dat kan zelfs leiden tot extreem geweld en andere drastische acties. Dit bouwt zich echter wel jarenlang op. Als er sprake is van geluk, houden de pesters na een tijdje op, maar dit is lang niet altijd het geval. Vaak switchen slachtoffers zelfs van school, om aan pesten te ontkomen. Meestal blijft het echter bij een paar jaar pesten, waardoor het slachtoffer, soms permanent, beschadigd achterblijft. Met rotgevoelens over zichzelf, en onzeker over zichzelf, tot jaren later zelfs nog. Pesten is dus zeer beschadigend en heel rot, en lang niet iedereen heeft het serieuze effect op het latere leven van het slachtoffer door. Het is beter dat er meer aandacht aan voorlichting wordt besteed.
Hoofdstuk 3: Mishandeling
Inleiding: Dit hoofdstuk over mishandeling bestaat uit één hoofdvraag en zeven deelvragen. Hieronder zullen de deelvragen worden beantwoord en met deze zeven antwoorden wordt er een conclusie getrokken wat de hoofdvraag zal beantwoorden. De hoofdvraag luidt als volgt: Hoe staat mishandeling in relatie tot jongeren? De deelvragen luiden: Wanneer wordt er van mishandeling gesproken? Wat zijn de risicofactoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van kindermishandeling? Wat zijn de gevolgen van kindermishandeling? Hoe kun je mishandeling signaleren? Hoeveel jongeren worden mishandeld in Nederland? Waar kunnen jongeren, die mishandeld worden, terecht? Wat kun je als buitenstaander het beste doen als je mishandeling vermoedt?
Wanneer wordt er van mishandeling gesproken? Mishandeling is te onderscheiden in vijf verschillende vormen. In een situatie waarin een kind mishandeld wordt komen er vaak meerdere vormen van mishandeling voor. De vijf verschillende vormen van mishandeling zijn: 1. Lichamelijke mishandeling De vorm waar de meeste mensen aan denken wanneer er wordt gesproken over mishandeling is lichamelijke mishandeling. Wanneer een kind lichamelijk mishandeld wordt, wordt het geslagen, gestompt en geschopt. Met als gevolg dat het kind kneuzingen, snij-, brand- of schaafwonden, botbreuken en soms hersenletsel oplopen. 2. Psychische mishandeling Men spreekt van psychische mishandeling wanneer kinderen voortdurend worden afgesnauwd door hun ouder(s) of wanneer ze voortdurend te horen krijgen dat ze niets waard zijn. Het kind wordt gekleineerd, bang gemaakt, gepest of vernederd. Ook worden er onredelijk hoge eisen aan het kind gesteld. 3. Lichamelijke verwaarlozing Wanneer een kind onthouden wordt van dat wat het kind nodig heeft voor zijn of haar lichamelijke gezondheid en ontwikkeling wordt er gesproken van lichamelijke verwaarlozing. Men kan hierbij denken aan; benodigde medicijnen, schone/voldoende kleren en goede voeding. 4. Psychische verwaarlozing Een kind heeft aandacht, liefde, respect, veiligheid, warmte, genegenheid en bevestiging nodig. Wanneer een kind dit niet krijgt van zijn of haar ouder(s) wordt er gesproken van psychische verwaarlozing. 5. Seksueel misbruik Als er ook maar enig seksueel contact is tussen kinderen onder de zestien jaar met ouderen of volwassenen, die plaatsvinden tegen de zin van het kind of waaraan het kind zich niet kan onttrekken spreken we van seksueel misbruik.
Wat zijn de risicofactoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van kindermishandeling? Er zijn een aantal risicofactoren die een rol kunnen spelen bij mishandeling. Dit hoeft niet te betekenen dat wanneer een factor aanwezig is dat het kind mishandeld wordt! Bij de ouders Een aantal risicofactoren zijn: 1. Gebrek aan kennis bij de opvoeding Het komt veel voor dat de ouders zelf geen prettige manier van opvoeding hebben gehad en zelf geen andere manier kennen om hun kind op te voeden. 2. Te hoge verwachtingen van hun kind Wanneer ouders een verwachting van de prestaties van hun kind hebben kan het gebeuren dat het kind niet aan die verwachtingen kan voldoen. De verwachting is dan te hoog. Ouders kunnen zich hierdoor teleurgesteld af gaan reageren. 3. Liever geen kind Deze risicofactor zie je wanneer de zwangerschap ongewenst is. De ouders willen eigenlijk helemaal geen kind. 4. Alcohol en/of drugsmisbruik en/of psychische problemen Door overmatig alcohol of drugs gebruik maar ook door psychische problemen zie je vaak dat de ouders niet in staat zijn om goed voor hun kind te zorgen.
Bij het kind Er zijn risicofactoren bij een kind. Het betekent niet dat het kind zelf schuldig is aan de mishandeling. Een aantal risicofactoren zijn:
Het kind is volgens de ouders onaantrekkelijk Het kind is te vroeg geboren Het kind vertoont moeilijk gedrag Het kind is gehandicapt
Deze risicofactoren hebben allemaal een overeenkomst; Het kind past niet in het verwachtingspatroon van de ouders of de ouders kunnen niet met het gedrag wat het kind vertoont omgaan.
Het gezin Ook de gezinsituatie kan risicofactoren opleveren. Een aantal risicofactoren zijn: 1. Woon -, huwelijks of financiële problemen Wanneer er binnen het gezin woon -, huwelijks- of financiële problemen zijn kan dit leiden tot spanningen. Dit vergroot het risico op mishandeling. 2. Geen contact met de buitenwereld Als het gezin geen contact heeft met de buitenwereld, bijvoorbeeld met de buren, kan dit lijden tot een isolement. Vooral wanneer de familie ver weg woont of geen contact meer mee onderhouden wordt. Dit kan lijden tot mishandeling. 3. Zondebok Wanneer er spanningen zijn tussen de ouders, kan het zijn dat dit af wordt gereageerd op het kind.
Wat zijn de gevolgen van kindermishandeling? Het heeft een groot gevolg op het kind wanneer hij of zij mishandeld wordt. De impact van de mishandeling zal, voor de rest van het leven van het kind, gevolgen met zich mee brengen. Hoe ernstig die gevolgen zijn hangt af van een aantal zaken. Die zaken zijn: Op welke leeftijd het kind mishandeld wordt De duur van de mishandeling De ernst van de mishandeling Wat het kind aan kan (het ene kind kan meer aan dan het andere kind). De omgeving waarin het kind opgroeit De gevolgen die kindermishandeling met zich mee kunnen brengen zijn: De kinderen kunnen een negatief zelfbeeld krijgen Ze zijn zich voortdurend op hun hoede De emotionele ontwikkeling van het kind lijdt enorme schade Kinderen kunnen een direct gevolg van lichamelijk letsel oplopen, bijvoorbeeld; botbreuken, hersenletsel en gehoorbeschadigingen. In sommige gevallen zijn de verwondingen zo erg dat de kinderen blijvend gehandicapt raken of te overlijden komt. Kinderen kunnen een ontwikkelingsachterstand krijgen, zoals; groeistoornissen of een vertraagde taalontwikkeling.
Hoe kun je mishandeling signaleren? Er zijn een aantal signalen die een mishandeld kind of een ouder die mishandeld zou vertonen waaruit je op zou kunnen merken dat er mishandeling in het spel is. Maar wanneer je één van die signalen waarneemt hoeft het niet per direct te betekenen dat er mishandeld wordt. Wanneer je meerdere signalen waar kunt nemen, weet je meestal wel genoeg. Vierdejaarsstudent pedagogiek zegt: “Je moet zorgen dat je de signalen kunt onderbouwen; dus goed observeren en op papierzetten wat voor ‘vreemde’ gedragingen je ziet. Op deze manier kun je naar ouders toe duidelijk benoemen wat je opvalt aan het kind”. Een aantal signalen, van een kind dat mishandeld wordt, zouden kunnen zijn: Het kind vertoont agressief gedrag trekt zich enorm terug heeft concentratiestoornissen vertoond seksueel uidagend gedrag is zeer angstig voor (bepaalde) volwassenen Een aantal signalen, van de ouder(s) die mishandeld, zouden kunnen zijn: De ouder(s) geven vreemde verklaringen voor het lichamelijke letsel dat zijn of haar kind heeft staan regelmatig met het kind bij de huisarts en/of het ziekenhuis op de stoep tonen geen belangstelling voor de schoolprestaties van hun kind worden regelmatig thuis gehouden van school of peuterspeelzaal Als buitenstaander blijft het altijd moeilijk om de signalen goed in te schatten. De signalen hoeven niet altijd te duiden op mishandeling, er kan ook een andere reden zijn wanneer een kind zeer teruggetrokken is. Er kunnen al veel stappen worden ondernomen zonder dat er meteen iemand wordt beschuldigt van mishandeling.
Hoeveel jongeren worden er mishandeld in Nederland? Omdat niet alle gevallen van mishandeling bekend zijn, is het moeilijk precies te zeggen hoeveel jongeren mishandeld worden. Uit onderzoek van de Universiteit Leiden is gebleken dat ongeveer 107.000 kinderen in Nederland mishandeld worden. Hiervan worden een kleine 24.000 jongeren fysiek en/of seksueel mishandeld en de rest wordt fysiek of emotioneel verwaarloosd. http://www.leidenuniv.nl/nieuwsarchief2/1540.html
Waar kunnen jongeren, die mishandeld worden, terecht? Jongeren die mishandeld worden geadviseerd hier over te praten met iemand die ze kunnen vertrouwen. Wanneer er niemand is die ze kunnen vertrouwen, kunnen ze contact op nemen met de kindertelefoon. De kindertelefoon is bereikbaar via de telefoon of via de chat. Kinderen met problemen kunnen hier advies krijgen. De mishandelde jongere kan ook zelf contact opnemen met het AMK. Ook kunnen ze bij de politie terecht. Bronnen: http://www.kindertelefoon.nl/vragenkast/9115?ug=27#Wat kan ik aan de mishandeling doen?
Wat kun je, als buitenstaander, het beste doen als je mishandeling vermoedt? Wanneer je als buitenstaander mishandeling vermoedt kun je contact opnemen met Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Hier kunnen ze je advies geven zonder dat er AMK de zaak verder gaat onderzoeken. Het is niet verplicht je naam en de naam van het gezin waar de mishandeling plaats vindt te noemen. Wanneer je denkt dat er stappen moeten worden ondernomen kun je het AMK vragen om in actie te komen. Ze hebben dan de naam van het kind of het gezin nodig. Men spreekt nu van een melding. Als je een melding hebt gedaan kun je anoniem blijven voor het gezin, al streeft het AMK zo veel mogelijk naar openheid. Het kan het vertrouwen in de omgeving van ouders schaden wanneer er een anonieme melding is gedaan, dit is bekend uit ervaringen.
Conclusie Er worden per jaar 107.000 jongeren lichamelijk mishandeld, psychisch mishandeld, lichamelijk verwaarloosd, psychisch verwaarloosd en/of seksueel misbruikt. Wanneer je mishandeling vermoedt kun je contact opnemen met AKM. Wanneer een jongere die mishandeld wordt zelf hulp wil zoeken wordt hem of haar geadviseerd om hier over te praten met een vertrouwd persoon. Wanneer ze hun verhaal niet bij een vertrouwd persoon kwijt kunnen, maar ook wanneer de jongere dat wel kan, kan hij of zij ook terecht bij de kindertelefoon, AKM of de politie.
Hoofdstuk 4: Verslaving
Inleiding:
Waarom zijn jongeren zo vatbaar voor verslavingen? Wat is een verslaving nou eigenlijk? Verslaving is een periode waarin de gebruiker lichamelijk of geestelijk afhankelijk is van een gewoonte of stof. Deze afhankelijkheid is zo erg dat de gebruiker deze maar moeilijk los kan laten. Hoe makkelijk je een verslavend middel gaat gebruiken hangt niet alleen af van het middel, maar bijvoorbeeld ook van je persoonlijkheid,je omgeving en de reden om te gebruiken. En dit is volgens wetenschappers nou juist de reden waarom jongeren zo snel verslaafd raken. Jongeren zitten vaak in een periode van hun leven waarin er veel veranderd. Ze veranderen bijvoorbeeld van school,gaan op stap met vrienden en het lichaam en de manier van denken veranderd. Door al deze veranderingen voelen pubers zich vaak erg onzeker over zichzelf,veel jongeren hebben moeite om met deze veranderingen om te gaan. Jongeren gaan op zoek naar een manier om erbij te horen. Dit doel kan de jongere proberen te bereiken door dezelfde kleding te dragen als de groep waar hij/zij graag bij wil horen of door bijvoorbeeld op dezelfde sport te gaan. Dit zijn allemaal hele onschuldige manieren van een jongere om te zorgen dat het bij een ’groep’ hoort,maar het kan ook mis gaan. Soms beginnen onzekere jongeren met roken of drugs om zo aansluiting te vinden bij een groep. Wat begon als een onschuldig keertje gebruiken kan al snel een verslaving worden. Volgens onderzoek is groepsgedrag als gevolg van onzekerheid bij jongeren de grootste oorzaak van de vatbaarheid door een verslaving. Er kunnen natuurlijk meerdere dingen meespelen zoals een slechte thuis situatie maar dit heeft niet specifiek met jongeren te maken.
Hoeveel jongeren zijn er verslaafd en waaraan? Hoeveel jongeren er precies verslaafd zijn is niet bekend, wel is er bekend dat er ongeveer 1300 jongeren per jaar hulp zoeken voor een verslaving. Er zijn verschillende soorten verslaving. We onderscheiden gewoonten (gokken,seks) en middelen (alcohol,tabak,cannabis,snuif cocaïne, crack en heroïne). Over de totale bevolking van Nederland zijn naar schatting 15 á 20 duizend mensen verslaafd,dit zijn dus niet alleen de jongeren. Uit onderzoek is gebleken dat cannabisgebruik onder jongeren de afgelopen jaren gedaald is,maar gebruik van harddrugs is juist gestegen. In 1997 had 3,7 procent van de jongeren ooit harddrugs gebruikt,hiertegenover staat 5.8% in 2001. Ondanks dat er geen harde cijfers aanwezig zijn over verslaving onder jongeren wordt er vanuit gegaan dat verreweg de meeste verslaafde jongeren cannabis gebruiken. Dit omdat er in vergelijking met harddrugs makkelijk aan de komen is en het makkelijk in gebruik is. Jongeren roken sneller in de pauze even een jointje dan dat ze een fles Bacardi aan de mond zetten. Dit blijkt ook uit het feit dat meer dan de helft van de verslaafde jongeren die hulp zoekt verslaafd is aan cannabis. Ook gokken en seks wordt niet als groot probleem gezien onder jongeren. Dit komt doordat de controle op kansspelen vrij groot is en seks vaak nog geen grote rol speelt in het leven van onze doelgroep. Uit onze enquêtes bleek dat ongeveer de helft van de ondervraagden in zijn/haar omgeving iemand kent die verslaafd is. Dit ging dan over de verslaving aan nicotine,oftewel roken. Dit is natuurlijk ook een vorm van verslaving maar deze verslaving is maatschappelijk geaccepteerd dus daarom valt deze niet onder de soort verslaving die wij behandelen.
Is er voldoende hulp voor verslaafde jongeren? Het aantal jongeren dat hulp zoekt is de afgelopen jaren flink toegenomen (nu ongeveer 1300 jongeren per jaar)
In Nederland is de verslavingszorg per regio geregeld,hieronder een overzicht: IrisZorg De Jellinek Boumanhuis Centrum Maliebaan Navadic-Kentron Verslavingszorg noord Nederland (VNN) Brijder Verslavingszorg Tactus verslavingszorg
Gelderland en deel van overijssel en Flevoland. Amsterdam en het gooi In en rond Rotterdam en Dordrecht Profincie utrecht Noord Brabant Groningen,Friesland en drenthe Noord-en Zuid-holland behalve Amsterdam Gelderland,overijssel en Flevoland
Ook jongeren kunnen als ze een probleem met verslaving hebben hier aankloppen voor hulp. Volgens ons is er dus voldoende hulp voor verslaafde jongeren in Nederland. In de enquêtes dachten veel ondervraagden echter dat er niet voldoende hulp was voor verslaafde jongeren. Misschien is het dus toch niet voldoende bekend bij jongeren.
Conclusie Volgens ons is het probleem van verslaving onder jongeren niet zo groot. In de media wordt er vaak veel gezegd over de jongeren en verslaving maar de cijfers vallen behoorlijk mee. Als een jongere echt verslaafd is,is er altijd een plek waar hulp geboden kan worden. Dit is geregeld per regio. Een probleem is wel dat veel van de jongeren die wij de vraag stelden of er voldoende hulp was voor verslaafde jongeren dachten dat er niet voldoende hulp was. Er kan wat meer aandacht besteed worden aan de verslavingszorg. Zodat mochten jongeren toch verslaafd raken ze weten waar ze naar toe moeten.
Hoofdstuk 5: Subculturen
Inleiding: Dit hoofdstuk over de subculturen bestaat uit één hoofdvraag en drie deelvragen. Hieronder zullen de deelvragen worden beantwoord en met deze drie antwoorden wordt er een conclusie getrokken wat de hoofdvraag zal beantwoorden. De hoofdvraag luidt als volgt: Welke subculturen zijn tegenwoordig nog actueel? De deelvragen luiden: Wat is een subcultuur? Wat zijn de kenmerken van een subculturen? Hoe zijn de relaties tussen de verschillende subculturen?
Wat is een subcultuur? Een cultuur is een geheel van normen, waarden, opvattingen, rituelen en gedragsvoorschriften van de samenleving. Naast deze definitie bestaan er uiteenlopende opvattingen en definities van wat een cultuur is. Hieronder staan een aantal verschillende definities van wat een cultuur is. Cultuur Patroon van waarden, doeleinden, normen, verwachtingen e d die voor het functioneren van de (ambtelijke) organisatie van belang zijn ¹) Cultuur De ruimste betekenis is: alles wat door menselijk handelen is gemaakt, oftewel alles behalve de `ongerepte` natuur. Een andere omschrijving is de leefstijl van een samenleving; de vorm, inhoud en geestelijke gerichtheid van menselijk handelen. Deze leefstijl is niet eenduidig, maar veeleer een dynamisch samenspel van subculturen. Hedendaagse cultuur ²) Cultuur Een geheel van aangeleerde gedragskenmerken, waaraan alle leden van een gemeenschap zich openlijk houden ³) Tegenwoordig wordt er niet meer gesproken van een cultuur, maar een dominante cultuur. Een dominante cultuur is een cultuur die overheerst in de maatschappij. Naast deze culturen heb je subculturen. Een subcultuur is een cultuur wat afwijkt van de dominante cultuur. Ze hebben hun eigen normen en waarden binnen het cultuur. Subculturen ziet men vaak bij jongeren tussen de 12 en de 20 jaar. Ook hier wordt er gekeken naar de subculturen onder de jongeren of te wel jeugdculturen.
¹) http://www.mijnwoordenboek.nl/vertaal/NL/NL/Cultuur ²)http://www.cultuurnetwerk.nl/indexdef.ht ³)http://www.digischool.nl/ak/onderbouw-vm
Wat zijn de kenmerken van een subculturen? Er zijn vier kenmerken van een jeugdcultuur namelijk: Image: kleding,, haardracht, make-up en sieraden Expressie : gezichtsuitdrukking, manier van lopen en uiting van de groep Taalgebruik: bepaalde groeten, woorden en wijze van uitspreken Muziekvoorkeur Zo bevat elk jeugdcultuur deze vier kenmerken. Hieronder volgen een aantal jeugdculturen met hun kenmerken. Hippies De hippies is overgenomen uit Amerika. Deze groep bestonden uit jongeren die erg laconiek waren en een relaxed bestaan hadden waar als zo zuinig moest zijn. De kleding die ze droegen zag er armoedig uit en het was voornamelijk tweedehands kleding. De jongens droegen voornamelijk heupbroeken met uitlopende pijpen, overhemden, jasjes en dassen. De meiden droegen korte broeken en super korte rokjes en jurkjes en zonnebrillen met hele grote glazen. Ze hadden vooral lang stijl haar de mannen hadden een snor en/of baard om niet verwijfd uit te zien. De meeste hippies waren vegetarisch, verbouwde veel groente zelf en dronken bijna geen alcohol. Ze blowden heel veel en luisterde muziek en mediteren samen. Ze luisterde naar Psychedelische rock (een combinatie van rock, blues, country en western, folk en indiaanse ragas) en oosterse muziek. Voor hen was dansen een vorm van expressie. Ze bezochten vaak openlucht concerten. Relaties gingen vaak stuk, want ze hadden allemaal seks met elkaar en hierdoor werden ook veel kinderen geboren (onbewust/ bewust) ze dachten heel laconiek over opvoeding. Ze zagen het nut van studeren niet in. De meeste hadden baantjes als kunstenaar/ schilder of ze hadden meerdere bijbaantjes. Metal headers De oorspronkelijke vorm van metal is Heavy Metal. Aan het eind van de jaren ’80 ontstonden meerdere vormen van hardrock. Ze vinden haar verzorging erg belangrijk. Ze hebben sluik haar en de mannen een snor en een baardje of een duivels sik. De kleding die werd gedragen moest een ruige en onverschillige indruk maken. De kleur van de kleding was voornamelijk zwart. Ze droegen vaak verscheurde broeken of leren strakke broeken met daarbij een T-shirt of longs sleeves met daarover heen mouwloze jack of vesten van denim of leer en lange leren jassen of jacks. De schoenen waren sportschoenen, maar tegenwoordig zijn het kisten, motorlaarzen of cowboylaarzen. De meiden droegen dit ook maar daarnaast droegen ze ook hele korte leren rokjes, strakke truitjes en bloesjes en bustiers met metalen versieringen, netpanty’s en schoenen met hoge hakken. Als sieraden droegen jongen als meisjes zwartleren halsbanden en armbanden met metalen klinknagels. Ook droegen ze kettingen om de hals en taille of aan de riem. Deze hadden hangers met een omgekeerd kruis een pentagram of een ander symbool uit de sfeer van zwarte magie en satanisme. Deze symbolen komen veel voor in sieraden bij de Metal headers, maar ook in tatoeages. Verdere accessoires zijn metalen ringen en oorbellen, en ook piercings, zowel in wenkbrauw, onderlip, en neus als in tepel of navel. Make up wordt hier gedragen zowel bij jongens als meisjes. De jongens maken hun ogen op met dikke zwarte randen. Bij de meiden maakten hun gezicht wit, dikke zwarte randen om de ogen en donker of fel rode lippenstift met donkere ranken. Ruig, agressief, hard, energiek, dynamisch en authentiek zijn de trefwoorden voor zowel de muziek en de levensstijl. De muziek die ze luisteren bevat: zware drums en bas met een heftige beat. Als er gezongen wordt is dat vaak krachtig en wordt er geschreeuwd en gekrijst. Hun motto is: heel je leven lang feesten. Ze dansen niet, ze headbangen alleen, op het ritme van de muziek hoofd en haren heen en weer zwaaien. En ritmisch tegen elkaar opspringen en tegen elkaar opslaan. Ze drinken alleen maar bier en gooien daar ook mee. En er wordt ook wel eens een joint gerookt. Ze houden altijd
protesten tegen de samenleving door hun muziek. Hip hoppers Hiphop komt van oorsprong uit New York en was een zwarte danscultuur (breakdancen en electric boogie). Hiphop heeft getto’s geholpen zich te emanciperen. De cultuur heeft ervoor gezorgd dat de onderklasse en mensen uit achterbuurten een stem kregen. Tegenwoordig is hiphop meer een levensstijl. In Nederland kwamen de eerste hiphoppers in 1979. In de jaren ’90 werd het publiek breder doordat R&B en reggae erbij kwam. Je hebt verschillende kenmerken van hiphoppers:
Rap: Rappen is spreken van rijmende teksten op de maat van de beat. Rappers kunnen de tekst vaak ter plekke verzinnen. Sommige rappers kunnen zelf voor ritmische begeleiding zorgen door te beatboxen: met hun mond maken ze dan allerlei geluiden die samen een beat vormen Breakdance: Dit is de manier van dansen die bij hiphop hoort. Hiervoor moet je erg lenig zijn ze draaien namelijk op hun hoofd, rug en liggend om hun eigen as. Breakdancers droegen eerst joggingbroeken, maar later droegen ze trainingspakken en ze hebben altijd sportschoenen aan. Daarnaast hebben ze een spinmuts op, om goed op hun hoofd te kunnen draaien bij het dansen. Dj-en: Is het gebruiken van draaitafels. Bij hiphop is er een dj die gebruik maakt van twee draaitafels. Hij bepaalt het ritme, de geluiden en de beats. Graffiti: Het bespuiten van muren en treinen. Jongeren lieten hun handtekening achter en de tekeningen werden steeds groter en uitgebreider. In de jaren ’80 werd graffiti steeds meer geaccepteerd als kunstvorm. Toch blijft graffiti een vorm van straatkunst die vooral hoort bij de hiphopcultuur. Graffiti spuiters hebben donkere kleding, grote truien en broeken aan en hebben vaak een pet op.
Ze lieten meestal een tatoeage zetten met een afdruk van een belagnrijk teken van de groep, om zo te laten zien bij welke groep ze horen. Meisjes hadden niet echt een speciale kledingstijl, maar zagen er wel sportief uit. Ze werden op het gebied van kleding, taal, dansstijl en gedrag geïnspireerd door films, bekendheden en videoclips. In het begin gebruikten ze geen alcohol of drugs. Omdat anders je lichaam gedesoriënteerd raakt en ze niet goed meer kunnen breakdancen. Later gingen ze joints en marihuana gebruiken en er werd veel bier gedronken. Hiphoppers wilden altijd de beste zijn, en deden erg hun best om een goed aanzien te krijgen. Hiphoppers kwamen meestal uit de Getto en troffen elkaar meestal s'avonds op straat. Je had speciale groepen die uit één bepaalde wijk kwamen en die zochten dan ruzie met de andere wijkgroepen om zichzelf te bewijzen. In het begin waren er vooral veel jongens die hiphopper waren, maar er kwamen steeds meer meisjes bij die ook gingen rappen. Dat waren meestal wat stoerdere meisjes dan anderen. Skinheads De skinheads kwamen voor het eerst in Engeland voor. De skinheads stonden voor de belangen van de arbeiders en vonden dat je hard moest werken voor je geld. Ze kwamen op voor hen zelf en verzette zich tegen de maatschappij. Hun uiterlijke kenmerk is hun kale kop, hier is hun naam skinheads ook van afgeleid. De meiden waren niet helemaal kaal. De kleding die ze droegen leek op arbeiderskleding. Grote spijkerbroeken met opgerolde pijpen, t-shirts met bretels erover heen vaak smal en rood en grote stevige schoenen met stalen neuzen. Ook was legerkleding, legerkistjes en bomberjack erg in. Door de verschillende kleuren veters in hun kisten lieten ze zien bij welke groep ze hoorden. Voetbal hoorde bij de skinheads, omdat het een arbeiderssport is. De muziek waar ze naar luisterden stonden de teksten centraal en gingen over maatschappelijke problemen. Ze springen op het ritme en duwden elkaar, gedanst werd er niet. Er werd veel gevochten op concerten, waardoor er ook vaak
doden vielen. Ook werd er veel gedronken en drugs gebruikt zoals speed en cocaïne. Hierdoor leken de skinheads erg agressief, maar binnen de groep zijn ze erg gehecht. Er waren veel meer mannen dan vrouwen, maar de vrouwen die er waren deden dan ook met alles mee. Alto’s Dit is de naam van alternatievelingen en moderne hippies. Alto’s houden van dezelfde soort muziek en hebben ook een alternatieve kledingstijl. Dit zijn de enige overeenkomsten met de hippies. De alto’s willen anders zijn dan de rest en dat laten ze zien door hun kledingstijl. Hun kleding is over het algemeen wijd en donker van kleur. Ze dragen vaak kisten of Dr. Martens. Ze dragen vaak aparte en opvallende sieraden en piercings. Soms maakten ze gebruik van aparte kledingaccenten bijv. twee verschillende kleuren panty’s, felle schoenveters en broekkettingen in signaalkleuren. Ook willen ze verschillen in muziekvoorkeuren. Alto’s zijn vaak te vinden op rockconcerten, festivals, cafés en coffeeshops. Ook wordt er door hun veel geblowd dit is om te ontspannen. De alto’s hebben een bepaalde levensstijl, die aan moet geven dat de aanhangers kritisch in het leven staan en zich niks laten wijsmaken door bijvoorbeeld commercie en mode. Gabbers Gabbers gaan uit hun dak op super harde en snelle muziek en hebben hun eigen dansvorm, het hakkûh. Dit doen ze op de muzieksoorten: Hardcore, Hardstyle, Trance, Speedcore, Techno Digital Hardcore en Old school. Men kan zich herkennen door hun dure trainingspakken (Cavello, Australian), Nike Air Max, bomberkjacks en hun kaalgeschoren hoofd (zowel gedeeltelijk als helemaal). Gabbers zijn bekend als agressievelingen en staan in relatie met drugs. Hoewel niet alle gabbers zo zijn. Gabbers hebben niet een specifieke levensstijl naast hun kleding en muziekstijl.
Hoe zijn de relaties tussen de verschillende subculturen? Om deze vraag te beantwoorden moet men eerst een stukje geschiedenis van de subculturen weten. Hieronder wordt in vogelvlucht de geschiedenis van subculturen beschreven. 1950 In de jaren ’50 ontstonden de eerste jeugdculturen. Dit kwam door de jongeren meer geld tot hun beschikking hadden en omdat ze meer vrije tijd hadden. De jongeren kregen nieuwe ideeën, waardoor er opstanden ontstonden in de samenleving. Naast deze opstanden ontstonden er verschillende muziekstijlen namelijk: Rock ’n Roll, Jazz, Folk, Beatniks. Uit deze vier muziekstijlen komen de muziek van tegenwoordig uit voort. Nederland kent in de jaren ’50 twee jeugdculturen, de kuiven en de artistiekelingen. 1960 In de jaren 60 werden de jeugd serieuzer genomen ze hadden iets te vertellen. Ook werden ze niet langer als een probleem gezien, maar als consument. In deze tijd werden er ook veel geprotesteerd sitdown acties georganiseerd de jongeren streden voor allerlei zaken. De jongeren waren geïnteresseerd in de politiek en racisme. Toentertijd hadden jongeren ideeën over persoonlijke vrijheid en grotere individualiteit. Echter hebben de jeugdculturen van tegenwoordig vooral computerspelletjes, televisie, pretentieloze muziek gebracht door commerciële media als belangrijkste interesses. Halverwege de jaren ’60 komen de soulkikkers zij houden van soulmuziek, zwarte muziek uit Amerika. Deze groep leefde over het algemeen langs de andere culturen heen en maakten als een van de enige (bijna) geen ruzie met andere groepen. Daarna word de prove opgericht in Amsterdam. Prove is eigenlijk geen echte jongerencultuur, ze hebben geen eigen muziekstijl. Prove was meer een ideologische. Wanneer deze beweging in 1967 ontbonden word, ontstaat als vanzelf de hippiecultuur. Als muziekstijl geven zij de voorkeur aan
rockmuziek, underground, folksongs en protestsongs. 1970 In de jaren ’70 ontstaan de hardrockers of de Metal Headers in Amerika.De disco’s komen rond 1976 in Nederland. De oorspronkelijke disco’s komen uit Amerika en het is een zwarte en homocultuur. Deze subcultuur in Nederland bestaat voor grotendeels uit blanke twintigers. Binnen deze cultuur gaat het voornamelijk om het hebben naar je zin en lekker lang en hevig dansen in seksueel sferen. Door hen wordt er veel cocaïne gebruikt, maar ook andere drugs soorten, om zo langer door te kunnen gaan. Een aantal jaar later kwam punk in Nederland in het Engels betekent dit tuig, schorem. Ze vielen op door hun geverfde haren in alle kleuren van de regenboog en in vreemde vormen geknipte haren. Anarchisme is een onderdeel van hun levensfilosofie. Op deze manier zijn ze niet in een hokje te stoppen en staan ze los van alle politieke partijen. Punk is speels, soms agressief, veelal humoristisch en anti-alles, wat onvermijdelijk leidt tot zelfspot. De punkers hadden geen positieve opzichten. Want hoe kunnen er positieve opzichten zijn als je overal tegen bent. Ook in deze tijd kwamen de skinheads in Nederland. In deze tijd was er een economische crisis de skinheads wilden de oude normen en waarden van arbeiders terugbrengen, terwijl de punkers dit juist aanvielen. 1980 I.in de jaren ’80 werden jeugdculturen normaal gezien. Er waren heel verschillende culturen binnen de culturen hierdoor was het onderscheid moeilijker te zien. Er waren nu: kakkers, punks, hiphop, rasta's, disco's, alternatievelingen, hippies, drop outs, dijkers, rockers, blowers, etc. Er was veel veranderd in de samenleving door de jongeren en de strijd tegen de samenleving was voorbij. De jeugdcriminaliteit groeide en er kwamen jeugdbendes. De hiphopcultuur kwam in de jaren ’80 in Nederland dit was een van de meest zuivere culturen die ooit ontstaan is. Uit de jeugdcultuur punkers ontstaan er vier nieuwe jeugdculturen: new wave, hardcore, straightedge en alto’s. New wave is een niet zo agressieve tak van de punk. De muziek is melodieuzer.
Hardcore is ideologisch in orde zijn, belangrijker dan het uiterlijk. Deze jongerencultuur blijft vrij klein qua omvang.
Straight-edge kwam uit hardcore voort. Deze groep wijzen seks, roken, drugs en drank af, maar gaan wel uit hun dak op hardcore muziek.
Alto’s hebben een bepaalde levensstijl, die aan moet geven dat de aanhangers kritisch in het leven staan en zich niks laten wijsmaken door bijvoorbeeld commercie en mode. De muzikale voorkeur loopt uiteen: folk, rock, bowie, hardcore en metal.
Ook komen de skaters in Nederland. Dit is de enige jongerencultuur die rond een sport is ontstaan. Een belangrijk kenmerk van de skaters zijn ingewikkelde stunts doen op hun skateboard.
1990 In de jaren ’90 komen de Gabbers en Nerds op. Het woord gabber komt oorspronkelijk uit het Jiddisch en betekent iets als maat, vriend of makker. De stijl ontstond in de late jaren tachtig, begin jaren negentig.Gabbers zijn over het algemeen niet in politiek geïnteresseerd. Gabbers binnen de scene ergeren zich juist aan de kleine groep extremisten die her en der opduiken.
Een nerd is iemand geïnteresseerd is in de technologie en/ of computers. Zij hebben een gebrek aan sociale en/of motorische vaardigheden en hebben meestal een gemiddeld tot hoog IQ.
Conclusie In de loop der jaren is er veel veranderd ten opzichte van jeugdculturen. Ze zijn ontstaan door maatschappelijke redenen. Tegenwoordig is er niks meer overgebleven van de oorspronkelijke jeugdculturen. Veel jeugdculturen staan ergens anders voor dan voorheen. Een goed voorbeeld zijn de skinheads deze worden erg verward met neonazi’s. Skinheads zijn helemaal geen racistische beweging. Ook het merk Lonsdale heeft de verkeerde betekenis gekregen, dit is oorspronkelijk een sportmerk en heeft niks met racisme te maken. Uit het onderzoek (zie bijlage 3 blz. 82 en 83) is gebleken dat de volgende culturen nog actueel zijn: Gothic Skaters Hippies Gabber Trendloper Urban Nerds Hooligans Punkers Maar deze culturen hebben niet meer de oorspronkelijke betekenis.
Hoofdstuk 6: Media
Inleiding: Om een goed beeld te krijgen van de leef- en belevingswereld van jongeren tussen de 12 en 18 jaar kan de invloed van de media natuurlijk niet ontbreken. Jongeren komen hier constant mee in aanraking door middel van verschillende soorten mediums als tv, internet, tijdschriften etc. Maar heeft de media ook invloed op het gedrag van jongeren? Dit is wat ik ga onderzoeken door middel van een hoofdvraag met een paar deelvragen. Deze zijn: Hoofdvraag: Deelvragen:
Heeft de media invloed op de jongeren? 1: Wat voor soort media is onder de jongeren populair? 2: Welke relatie is er tussen de media en het gedrag van de jongeren? (houding, imitatie, koop) 3: Is er een verschil in de mate van beïnvloeding tussen jongens en meisjes?
Wat voor soort media is onder de jongeren populair? Om te weten wat voor soort media onder jongeren populair is, moet je ten eerste weten waar jongeren allemaal uit kunnen kiezen. Er zijn de laatste jaren grote veranderingen in het aantal type media ontstaan. Ook is er de laatste 20 jaar een medium uitgevonden die verschillende soorten media met mekaar kan combineren. Dit is natuurlijk het internet. Je kan hierop tv kijken, radio luisteren, je abonneren op digitale kranten en tijdschriften, met mekaar communiceren via hyves, twitter, facebook, msn en ga zo maar door. De mogelijkheden van het internet zijn bijna oneindig voor de jongeren. Internet en het digitale netwerk zijn worden ook wel de nieuwe media genoemd, die volgens sommige deskundigen binnenkort de scepter zullen overnemen van de andere groep, namelijk de traditionele media. Boeken, tijdschriften, kranten, tv en radio. Deze mediums draaien al meerdere decennia mee en worden daarom de traditionele media genoemd. Maar welke media zijn onder jongeren populair, dit probeer ik aan de hand van primaire bronnen, interview en enquêtes te beantwoorden. Traditionele Media vs. Nieuwe Media (internet) Uit alle bronnen die ik geraadpleegd heb, komt naar voren dat het gebruik van deze media onder jongeren de laatste jaren een trend heeft van daling. Door de komst van verschillende nieuwe mogelijkheden op het internet en de steeds snellere verbinding en makkelijke toegang tot het internet komen zijn deze media steeds meer te ontvangen via het internet. Maar het betekent meestal niet dat deze media op den duur zullen verdwijnen. Ze zullen gewoon door de vooruitgang van technologie worden vervangen door digitale versies. Te zien aan de onderstaande grafiekjes. Mediagebruik internet, 2005-2008
Gebruik internetmedia naar achtergrondkenmerken, 2008
Uit de enquete bleek ook dat er weinig interesse was in het gebruik van tijdschriften, incidenteel leest een meisje nog wel eens de fancy of de Cosmo. Maar vooral onder jongens kan je zien dat het gebruik van gelezen media echt aan het afnemen is. Jongens zitten meer achter de computer op het internet en zullen vanuit daar meer digitale versies van de geschreven media tot zich nemen. Daardoor zie je ook een verval in de oplages van dagbladen, zie grafiek: Oplage en verspreiding dagbladen, 2002- 2008
Uit het interview met mvr. Soldaat bleek ook dat zij inzag dat nieuwe media zoals twitter, hyves en facebook enorm in opkomst is onder jongeren. Ook uit de enquete bleek dat bij het gebruik van internet dat jongeren ook graag te vinden zijn op sociale internetsites. Deze vormen van media worden dus veel gebruikt onder hen en mvr. Soldaat ziet dit ook. Maar verder moeten we het gebruik van radio maar vooral van tv nog steeds niet onderschatten. Ook al wordt deze taak steeds meer overgenomen via het internet, er wordt nog steeds enorm veel naar gekeken (Zie Bijlage B). Er is een lichte daling te zien vanaf 1997 tot 2008, maar nog steeds wordt er door meer dan 80% van de jongeren in 2008 in elk geval 5 uur of meer, per week tv gekeken. Wat de invloed hiervan is op jongeren kom ik later op terug. Internet: (Zie bijlage 3, A) Aan het schema af te lezen is dat bijna iedereen tegenwoordig toegang heeft tot het internet. Dit heeft geleid tot een toename van gebruik van dit medium. Ook is er door de vooruitgang van het internet meer mogelijk en is internet een stuk toegankelijker geworden voor de jongeren. De frequentie van gebruik is dus fors gestegen, van 2005 tot 2010 gebruiken bijna 90 % van de jongeren tot 25 jaar internet bijna dagelijks. Waar het internet meestal voor gebruikt wordt volgens het schema is het gebruik van zoekmachines zoals google om verschillende termen en onderwerpen op te zoeken. Het mailen van hun kenniskring en het gebruik van chatboxen, wat onder sociale internetsites kan worden verstaan. Dit kwam ook terug in de enquete en de interviews, velen gaven aan veel bezig te zijn met hun sociale leven via het
internet door middel van twitter, hyves, facebook msn etc. Ook zie je dat er ook andere taken via het internet steeds meer overgenomen worden, zoals het bestellen van theater of voetbalkaartjes of het digitaal bestellen van kleding en andere producten. Omdat dit ook steeds makkelijker wordt om via internet te bestellen zie je volgens mij hierdoor ook een toename van het gebruik van internet onder jongeren.
Welke relatie is er tussen de media en het gedrag van de jongeren? (houding, imitatie, koopgedrag) Ik weet nu wat voor soorten media jongeren vooral gebruiken, maar heeft dit ook invloed op bepaalde gedragingen van jongeren? Dit ga ik onderzoeken bij deze deelvraag. Ik heb het vooral bekeken op het gebied van internet en tv. De twee meest gebruikte media onder jongeren. Hebben ze invloed op hun prestaties op school, koopgedrag of imiteergedrag van popsterren? Televisie: Uit mijn vorige deelvraag kwam al naar voren dat tv nog steeds een veelgebruikt medium is. Gemiddeld kijken jongeren van 12 tot 18 jaar gemiddeld 13 uur per week televisie. Zou dit dan ook effect hebben op jongeren hun schoolresultaten. Dat viel uiteindelijk wel mee, bleek uit een CBSonderzoek naar het kijkgedrag van de schooljeugd in de herfst van 1957. Van een nadelige invloed van de televisie op de schoolprestaties van de leerlingen in het voortgezet onderwijs was geen sprake: televisiekijkers deden het op school niet slechter dan degenen die geen televisie keken. Ze bleven niet vaker zitten en hadden ook geen lagere cijfers op hun rapport. Voor de afwezigheid van een verband hadden de CBS onderzoekers ook een verklaring: televisiekijken had ervoor gezorgd dat jongeren minder uitgingen, bijvoorbeeld naar de bioscoop, en minder naar de radio luisterden. Televisiekijken verdrong dus slechts vrijetijdsbezigheden die ongeveer hetzelfde boden als de televisie. Wekelijks televisiekijken (niet via internet) door jongeren
Daarnaast vroeg ik me af of televisiekijken ook invloed zou hebben hun gedrag in de omgang met andere kinderen en het koopgedrag. Na ons onderzoek heb ik geconcludeerd dat dit al redelijk achterhaald is voor het medium tv. Reclameblokken worden veel minder bekeken en als minder belangrijk gezien dan vroeger toen tv kijken nog een happening was en je ook bleef zitten voor de
reclameblokken. Bedrijven proberen nu de jongeren meer te bereiken via het internet omdat ze zich hier steeds meer mee gaan bezighouden. Internet: Uit het interview met mvr. Soldaat bleek dat er onder jongeren sprake is van een informatie- en communicatiecultuur. Internet neemt een belangrijke plaats in bij de jongeren, zo niet de belangrijkste. Ze ziet hierdoor dat er minder contact is in ‘real life’. Ook doen er zich snel conflicten voor door dat digitale contact. Boodschappen worden volgens haar soms verkeerd geïnterpreteerd omdat lichaamstaal ontbreekt. Volgens haar heeft deze nieuwe communicatiecultuur dus een invloed op hoe jongeren met mekaar omgaan. Dit wordt ondersteund door gegevens van het CBS. De attitude van jongeren tegenover het internet en de pc in het algemeen is een stuk positiever dan die van de oudere leeftijdscategorieën. Zes van de tien 15–24-jarigen zijn het eens met de stelling dat nieuwe technologieën als internet en mobiele telefonie de wereld beter hebben gemaakt. Van de 25plussers is 45 procent deze mening toegedaan. Relatief minder jongeren vinden dat computerkennis in onze maatschappij overgewaardeerd wordt. Aandeel jongeren dat dagelijks internet gebruikt
Volgens een van de tien jongeren tel je alleen mee als je kunt meepraten in gesprekken over computers. Nog geen 10 procent voelt zich een buitenstaander in gesprekken over computers, de helft kan zich goed mengen in gesprekken over computers en slechts 5 procent is bang in de toekomst niet meer mee te kunnen door alle ontwikkelingen op het gebied van computers. (Zie bronnenlijst CBS pdf. Bestand) Het wordt daarnaast voor jongeren steeds makkelijker om producten te kopen via het internet, jongeren zullen steeds vroeger moeten leren met geld om te gaan, doordat ze ook eerder met verleidingen via internet te maken krijgen via spam, banners etc. Deze opkomende media heeft dus degelijk invloed op hun koopgedrag. Maar grote veranderingen zijn het niet, omdat ik al eerder aangegeven had, dat internet grotendeels verschillende taken overneemt van de tv, zoals reclame maken. De jongeren uit de interview geven dit ook al aan, dat er best jongeren zijn die via internet of tv beïnvloedt worden door de reclame over de ‘hipste modes’ of reclame van nieuwe mobieltjes. (Zie bijlage 3, B) Al met al kun je zeggen dat tv en internet een grote invloed hebben op bepaalde gedragingen van de jongeren. Er is een informatie- en communicatiecultuur ontstaan die niet meer weg te denken is bij de jongeren. Door deze filosofie bij de jongeren zullen bedrijven makkelijk op deze jongeren in
kunnen spelen met verleidelijke reclame voor producten. Ze zullen dus sneller dingen van deze media imiteren en kopen. Ook qua communicatie naar elkaar als jongeren toe zal er veel veranderen doordat de communicatie niet meer direct verloopt maar via een ‘lijntje’. Hierdoor zouden sommige jongeren sociaal minder vaardig kunnen worden doordat ze minder in ‘real life’ met mekaar communiceren.
Is er verschil van beïnvloeding tussen jongens en meisjes? Tussen jongens en meisjes bestaan er kleine verschillen die hier kort wil bespreken als het gaan om het gebruik en beïnvloeding van media. In de eerste deelvraag had ik al kort besproken dat jongens al veel minder aan gelezen media gebonden zijn dan meisjes. (Zie bronnenlijst CBS). Meisjes zijn iets meer gebonden aan gelezen media zoals tijdschriften als de Fancy en de Cosmo. Jongens zitten nog steeds meer in strips en al veel op internet te lezen, als ze überhaupt wat lezen. Sociale verschillen: Volgens mvr. Soldaat zijn meisjes ook kwetsbaarder dan jongens als het gaat om internet en tv. Zij laten zich makkelijk door deze media beïnvloeden dan jongens door een traditionele rolverdeling die tussen man en vrouw bestaat. Dit wordt ondersteunt door een item wat ik heb gezien in over loverboys en het dwingen van seksuele handelingen voor de camera. (Zie bronnenlijst). Deze mannen spelen vaak via internet in op de zwaktes van een bepaald meisje om te zorgen dat ze in hun macht komen. Een slechte eigenschap van het internet dus. Jongens houden zich daarentegen al meer bezig met verkennen van hun seksualiteit via het internet. Ze bezoeken regelmatig erotische sites. Krant en Tv: In gebruik zijn er ook kleine verschillen, uit de enquete bleek dit niet echt, maar via het CBS kwam ik op een verschillende tijdsbesteding uit. De belangstelling voor het televisiejournaal neemt toe met de leeftijd. Dagelijks volgt ruim een op de drie 15–17-jarigen, ruim de helft van de 18–24-jarigen en acht van de tien 25-plussers het journaal op televisie. Bijna twee keer zoveel jongens als meisjes van 15–17 jaar kijken naar het journaal. Meisjes kijken meer naar series en soaps dan jongens. Ook bij het krantlezen zie je een duidelijke meerderheid aan jongens tussen 15-17 jaar. PC en Internet: Jongens zitten gemiddeld meer uren achter een pc dan meisjes. Een voorbeeld qua verschil in gebruik is het chatten op het internet. Een derde van de meisjes tussen 12 en 17 jaar doet dit regelmatig, waarbij dit bij de jongens ongeveer de helft is. Voor veel meisjes leidt dit contact tot vriendschappen, dit verklaart ook het antwoord van mvr. Soldaat en de vele programma’s over loverboys en misbruik van meisjes via de webcam. Het is voor de meisjes stukken belangrijker om via de chat contact te leggen met nieuwe mensen als jongens. Zij houden zich meer bezig met het downloaden van informatie via het internet.
Conclusie De media en dan met name het internet en televisie hebben een grote invloed op de jongeren van tegenwoordig. Door technologische ontwikkelingen is er in Nederland een communicatie- en informatiecultuur ontstaan die niet meer weg te denken is bij de meeste jongeren. De constante stroom van informatie en communicatie die elke dag op een jongere afkomt kan niet anders leiden dan beïnvloeding van persoon. Je kan met een bepaalde bedoeling op verschillende manieren jongens en meisjes beïnvloeden via het internet . Op goede en slechte manieren. Daarnaast werd er duidelijk dat op sociaal vlak jongeren steeds afhankelijk worden van de sociale media waartoe ze toegang hebben. Het is niet meer weg te denken en de meesten missen ook sociale vaardigheden die ze wel in ‘real life’ nodig hebben. Verder worden ze beïnvloedt in hun koopgedrag door middel van het steeds makkelijker maken om via internet of andere soort media om producten te kopen. Je bent maar een paar muisklikjes
verwijderd om via internet duizenden euro’s uit te geven aan verschillende producten. Hierdoor wordt de jongere ook enorm door verleid door middel van reclame, spam, banners etc. Ook zag ik veel verschil tussen jongens en meisjes. Meisjes laten zich eerder verleiden door een traditionele taakverdeling die er bestaat tussen man en vrouw. Ook zie je dat jongens eerder de krant en het journaal volgen dan meisjes en dat meisjes toch ook nog steeds meer soaps en series kijken dan jongens. Al met al kan ik mijn antwoord op de deelvraag niet anders dan positief beantwoorden. Ze worden wel degelijk op verschillende manieren beïnvloedt door verschillende media en met name de grote invloed van het machtige internet speelt een grote rol.
Hoofdstuk 7: Hobby’s
Inleiding: Dit hoofdstuk over hobby’s bestaat uit één hoofdvraag en drie deelvragen. Hieronder zullen de deelvragen worden beantwoord en met deze drie antwoorden wordt er een conclusie getrokken wat de hoofdvraag zal beantwoorden. De hoofdvraag luidt als volgt: Wat voor hobby’s komen er het meest voor bij jongeren? De deelvragen luiden: Welke hobby’s hebben jongeren? Is er een groot verschil tussen de hobby’s van meisjes en die van jongens? Welke hobby’s worden over het algemeen niet goed gekeurd door ouders?
Welke hobby’s hebben jongeren? De hobby’s van de jongeren die onze enquête ingevuld hebben zijn erg uiteenlopend. De hobby van de ene jongere is zeilen terwijl een andere jongere van taartenbakken houdt. Er zijn 10 van de 44 jongeren die onze enquête ingevuld hebben die een sportieve hobby hebben, zoals voetbal of basketbal. Spelletjes spelen met de computer of een spelcomputer is de hobby van 16% van de ondervraagde jongeren.
Is er een groot verschil tussen de hobby’s van meisjes en die van jongens? Uit de uitslagen van de gehouden enquêtes kunnen wij zien dat er wel een verschil is tussen de hobby’s van meisjes en die van de jongens. Jongens houden veelal van het spelletjes spelen op (spel)computers. Meisjes houden veelal van winkelen en gezellig iets met vriendinnen doen.
Welke hobby’s worden over het algemeen niet goed gekeurd door ouders? Uit onze gehouden enquêtes blijkt dat er onder de gevraagde jongeren het maar één keer voorkomt dat de ouders de hobby van hun zoon of dochter niet goed keuren. De hobby van de jongere is uitgaan. Zijn of haar ouders keuren de hobby niet goed omdat de schoolprestaties van de jongere hieronder leiden.
Conclusie De hobby’s die het meest voorkomen onder de jongeren die wij geënquêteerd hebben zijn vooral de (spel)computer spellen spelen. Verder zijn er veel jongeren die een sport, zoals zeilen en basketbal, als hobby hebben.
Hoofdstuk 8: Sport
Inleiding: Dit hoofdstuk over sport bestaat uit één hoofdvraag en vier deelvragen. Hieronder zullen de deelvragen worden beantwoord en met deze vier antwoorden wordt er een conclusie getrokken wat de hoofdvraag zal beantwoorden. De hoofdvraag luidt als volgt: Sporten de jongeren voldoende? De deelvragen luiden: Hoeveel jongeren doen aan sport? Welke sporten worden over het algemeen veel gedaan door jongeren? Is het voor de ontwikkeling van jongeren belangrijk dat ze sporten? Moet het sporten voor jongeren worden gestimuleerd?
Hoeveel jongeren doen aan sport? Om een beter beeld te krijgen van de leef- en belevingswereld van de jongeren in onze buurt hebben we een enquête afgenomen. Er waren 44 jongeren tussen de 12 en de 18 jaar die deze enquête voor ons in wouden vullen. Van deze 44 jongeren beoefende 30 een sport. Uit ons onderzoek blijkt dus dat 68% van de jongeren een sport beoefend. Maar als we dan kijken naar de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zien we dat slechts 28% van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar voldoende beweging krijgt.
Welke sporten worden over het algemeen veel gedaan door jongeren? Uit onze enquêtes is gebleken dat er niet echt een sport is die er uit springt als we kijken naar hoeveel jongeren die sport beoefenen. Wel zien we dat voetbal het meest uitgevoerd wordt, namelijk door 20% van de ondervraagde jongeren.
Is het belangrijk dat jongeren sporten? Van de 44 geënquêteerde jongeren doen 30 jongeren aan een sport. Van deze 30 jongeren vinden 23 het gewoon leuk om te sporten. Er zijn slechts 7 jongeren die het belangrijk vinden om te sporten. Het is voor de jongeren erg belangrijk dat ze voldoende bewegen. Er zijn tegenwoordig te veel jongeren die overgewicht hebben. Dit komt vooral doordat de jongeren zoete tussendoortjes nemen, het ontbijt overslaan en te weinig beweging hebben. Het te weinig bewegen komt doordat de jongeren te veel televisie kijken of computer spelletjes spelen.
Moet het sporten voor jongeren worden gestimuleerd? Het sporten voor jongeren moet zeker gestimuleerd worden. Het aantal jongeren met overgewicht is te hoog en moet teruggedrongen worden. Een uurtje sporten of bewegen per dag is al voldoende om een goede conditie te krijgen.
Conclusie De jongeren sporten niet voldoende. Uit ons onderzoek is dan wel gebleken dat een ruime meerderheid van de door ons geënquêteerde jongeren aan een sport doet, maar als je naar de cijfers van het CBS kijkt sport slechts 28% van de jongeren, tussen de 12 en 18 jaar, voldoende.
Hoofdstuk 9: Uitgaan
Inleiding: Dit onderdeel gaat over jongeren en uitgaan. De hoofdvraag luidt: Waarom gaan jongeren uit of waarom juist niet? De deelvragen luiden: Wat voor soort uitgaansgelegenheden zijn er waar de jongeren heengaan? Is er een verschil in uitgaansgelegenheden tussen een dorp en stad? Op welke leeftijd gaan jongeren uit en waarom?
Wat voor soort uitgaansgelegenheden zijn er waar de jongeren heengaan? Er zijn voor jongeren talrijke uitgaansmogelijkheden. Te denken valt aan de disco, de plaatselijke kroeg of het jeugdhonk. Verder zijn er nog de zogeheten ‘zuipketen’ die steeds vaker negatief in het nieuws komen. Hieronder een overzicht van waar deze keten en hokken hoofdzakelijk voorkomen. Een feit is dat deze zich voornamelijk op het platteland bevinden. Wel een leuke ontdekking is dat er door ons onder jongeren een enquête afgenomen is. Deze jongen gaan voornamelijk naar de disco. (zie uitslag enquête Media, Subculturen, Uitgaan & uiterlijk bijlage ?) Dit komt helemaal overeen met onderstaande afbeelding. De enquêtes zijn afgenomen onder jongeren uit Leeuwarden. Die gemeente is in de afbeelding wit en dit staat voor ‘geen hokken en keten’.
1
Is er een verschil in uitgaansgelegenheden tussen een dorp en stad? 1 http://www.psy.nl/meer-nieuws/nieuwsbericht/article/nederland-telt-1500-zuipketen/ (21-12-’10)
Er is zeker een verschil in uitgaansgelegenheden tussen een dorp en een stad. Dorpen beschikken soms slechts over een jeugdhonk of dorpskroeg of zelfs helemaal geen enkele uitgaansgelegenheid in een stad is het aanbod veel ruimer. Wat opvallend is dat jongeren uit een stad zich vaak ook beperken tot de uitgaansgelegenheid in hun eigen stad en jongeren zich in een groter gebied begeven. Zowel hun eigen dorp als omlegen dorpen en verschillende steden. Bron die ik hiervoor geraadpleegd; interview mevr. L.Soldaat (zie bijlage ?) en mijn eigen ervaring (W. van der Veen, 21jaar oud, dorpeling).
Op welke leeftijd gaan jongeren uit en waarom? Jongeren gaan steeds jonger uit. Uit ons onderzoek blijkt dat als jongeren al uitgaan zij dit voor het eerst deden tussen hun 12e en 14e levensjaar. (zie enquete uitslag Media, Subculturen, Uitgaan& uiterlijk Bijlage ?) Uit ons onderzoek blijkt dat een groot getal van de ondervraagden soms of nooit alcohol drinkt tijdens het uitgaan dit is een geruststellend feit. Aangezien de leeftijd van de ondervraagden rond de 13,5 jaar ligt. De media geven over de iets ouder jeugd andere gegevens vrij: ‘Jongeren drinken vaak veel alcohol in één keer. Op 15-jarige leeftijd drinkt 60% van de jongeren maandelijks. Meer dan 2 op de 3 drinkende jongeren van 15 jaar drinkt minstens éénmaal per maand 5 of meer glazen alcohol’.2 Een citaat uit een artikel van de rijksoverheid. Uit de eerder genoemde enquête blijkt wel dat jongeren voornamelijk uitgaan voor de gezelligheid en te dansen.
Conclusie Jongeren gaan steeds vroeger uit. Zo rond hun 13e 14e voor de eerste keer. Als jongeren uitgaan doen ze dit voornamelijk voor de gezelligheid, om te dansen of om nieuwe mensen te leren kennen. Jongeren drinken tijdens het uitgaan relatief veel. Meer dan 2 op de 3 jongeren van 15 jaar drinkt minstens eenmaal per maand 5 of meer glazen alcohol. Dit terwijl het tot 16 jaar wettelijk verboden is om in een kroeg, discotheek etc. verboden is om alcohol te verkrijgen. Tevens is alcohol drinken tijdens de groei erg ongezond. Als jongeren (nog) niet uitgaan is omdat ze hier geen behoefte aan hebben, geen toestemming van ouders hebben of simpelweg geen geld hiervoor hebben.
2 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/alcohol/jongeren-en-alcohol (22-12-’10)
Hoofdstuk 10: Uiterlijk
Inleiding: Bij dit onderwerp word gekeken naar jongeren en uiterlijk. De hoofdvraag luidt: Hoe belangrijk is uiterlijk voor jongeren? De deelvragen luiden: Wat zijn de prioriteiten van jongens en meisjes ten opzichte van het uiterlijk? Is er een samenhang tussen uiterlijk en onzekerheid? Hoeveel geld geven jongeren uit aan producten van persoonlijke verzorging?
Wat zijn de prioriteiten van jongens en meisjes ten opzichte van uiterlijk? Uiterlijk is voor veel jongeren zowel meisjes als jongens erg belangrijk. Dit is ook te zien in de enquête uitslagen Media, Subculturen, Uitgaan en Uiterlijk vraag 23.(zie bijlage ?) Hierin is af te lezen dat een groot gedeelte uiterlijk op een schaal van 1 tot 10 een 7.5 en hoger geven voor de belangrijkheid. Dit is vrij logisch want mensen worden in eerste instantie op hun uiterlijk beoordeeld. Meisjes geven vooral de voorkeur aan make – up. Dit is vooral te zien bij meisjes op het VMBO aldus mevr. Soldaat ( zie interview bijlage ?) Jongens geven vooral veel geld uit aan kleding en geurtjes.
Is er een samenhang tussen uiterlijk en onzekerheid? Er is zeer zeker een samenhang tussen uiterlijk en onzekerheid. ‘In onze cultuur wordt veel aandacht besteed aan uiterlijk. De televisie overlaadt je dagelijks met reclames om er mooier, jonger en slanker uit te zien. En als je de tijdschriften moet geloven, bestaan er uitsluitend mooie mensen. Het beeld dat wordt geschetst over uiterlijk, ligt vaak ver af van de werkelijkheid. Het is daarom niet gek dat veel jongeren zich onzeker voelen over hun uiterlijk. In de puberteit worden jongeren zich steeds meer bewust van hun uiterlijk. Je merkt bijvoorbeeld dat je jezelf steeds meer met anderen vergelijkt. Op deze manier probeer je een mening te vormen over je eigen uiterlijk. Zoals iedereen, heb ook jij waarschijnlijk de wens om knap en aantrekkelijk te worden gevonden. En net zoals iedereen, zul jij je daar ook wel eens onzeker over voelen’.3 Hieronder een artikel dat duidelijk weergeeft dat uiterlijk erg belangrijk is voor jongeren maar dat veel jongeren erg onzeker en dus ontevreden zijn over hun uiterlijk. ‘Acht op de tien jongeren in Nederland is ontevreden over hun uiterlijk. Dat blijkt uit een onderzoek naar hun schoonheidsidealen onder ruim 500 jongeren tussen de 13-19 jaar. Bij meisjes speelt onvrede over het gewicht, de buik en benen de belangrijkste rol. Jongens zijn voornamelijk ontevreden over hun huid en borstkas. Ruim één op de vier jongeren overweegt zelfs plastisch chirurgische ingrepen. Meisjes (36,1%) overwegen dit vaker dan jongens (18%). In een tijdperk waarin overgewicht bij jongeren een groot maatschappelijk probleem is, is het opvallend dat jongeren zelf ook vaak niet tevreden met hun gewicht zijn.
3 http://www.dokterdokter.nl/aandoening/1760/uiterlijk-jongeren (22-12-’10)
Gewicht & Uiterlijk Uiterlijk blijkt een belangrijke rol te spelen in het leven van de jongeren. Dagelijks besteden ze gemiddeld een half uur aan hun uiterlijk en ruim een derde geeft aan zich (zeer) ongemakkelijk te voelen wanneer ze niet in staat zijn deze gebruikelijke tijd aan hun uiterlijk te besteden. De helft van de meisjes wil graag afvallen en de helft van de jongens zou graag gespierder willen zijn. Meisjes geven zichzelf gemiddeld geen hoger cijfer dan een 6,8. Bij jongens ligt dit slechts iets hoger op een 7. De jongeren die aangegeven hebben niet tevreden te zijn met hun gewicht vinden zich in bijna alle gevallen te dik. Vrijwel alle meisjes (96,3%) uit deze groep vindt zichzelf te dik. De groep jongeren die zichzelf te dun vindt bestaat vrijwel alleen uit jongens. Ideaalbeeld & Lijnen Volgens jongeren weegt de ideale vrouw 61 kilo bij een lengte van 1.73m. Voor mannen ligt dit op 76 kilo bij een lengte van 1,84m. Om dat gewicht te bereiken doet maar liefst driekwart van de ontevreden jongeren wel eens aan de lijn, een op de tien zelfs vaak tot altijd. Echt skinny zoals de graatmagere modellen wordt niet als ideaal gezien. Toch geven vooral meisjes aan dat door het ideaalbeeld dat de media creëert, zij zich vaak onzeker en dik voelen. Tegelijkertijd blijken de meeste jongeren niet van mening dat je door dun zijn meer kunt bereiken in het leven. Te dik Opvallend is dat ondanks al die ontevredenheid en dat gelijn, een op de zes jongeren in Nederland te dik is. De effectiefste manier om dun te worden en zich zelfverzekerder te voelen is volgens hen diëten. Sporten zien zij niet onmiddellijk als een manier om af te vallen, eerder om gewoon fit te blijven. Het blijkt in de praktijk dus niet mee te vallen om af te vallen. Jongeren lijken nog niet in staat hun eigen onvrede om te zetten in effectieve maatregelen om (over)gewicht tegen te gaan. Het onderzoek is uitgevoerd door YoungVotes in opdracht van TENQ, de grootste jongerenzender op middelbare scholen’.4
Hoeveel geld geven jongeren uit aan producten van persoonlijke verzorging? Veel jongeren krijgen tegenwoordig kleedgeld, op de site van de NIBUD staat het volgende vermeld: De helft van de jongens/meisjes van 12 jaar oud met kleedgeld krijgt meer dan € 50,- kleedgeld per maand en de andere helft minder. De helft van de jongens/meisjes van 18 jaar oud met kleedgeld krijgt meer dan € 65,- kleedgeld per maand en de andere helft minder. Dit is een erg vage omschrijving. Veel factoren spelen ook een rol. Wat moet je van je kleedgeld betalen, heb je een bijbaantje etc. Uit ons afgenomen enquête variëren de uitgaven per maand voor persoonlijke verzorging dan ook van 10 euro tot 200 euro per maand.
Conclusie Uiterlijk is voor jongeren erg belangrijk. Vooral de lichamelijke veranderingen in de puberteit brengen veel onzekerheid met zich mee, des te meer uiterlijk belangrijker word. Jongeren willen er zo goed mogelijk uitzien en vinden het geen probleem om hier veel geld voor uit te geven. Ondanks al die uitgaven en aandacht blijven jongeren onzeker en dus ontevreden over hun uiterlijk.
4 http://www.toostylish.com/page.php?tid=2&cid=94&id=5580 (22-12-’10)
Hoofdstuk 11: Werk
Inleiding: Hoeveel hebben een bijbaantje? Uit onze enquêtes is gebleken dat meer dan de helft van de personen tussen 12 en 18 jaar een bijbaantje heeft. Het gaat hier vooral over makkelijke baantjes zoals je bij de doelgroep zou verwachten. Hieronder een overzicht van het soort werk wat de 12-18 jarigen zoal doen. In de cirkeldiagram is te zien dat het merendeel van de jongeren met een baantje bezorgwerkzaamheden doen,hierbij is te denken aan het bezorgen van kranten en folders. Rechts staan de soort werkzaamheden,deze hebben allemaal een eigen kleur. Door deze kleur in de grafiek te bekijken is er makkelijk af te lezen hoe zo’n groot deel van de jongeren dit werk doet.
Hoeveel verdienden leerlingen? Niet iedereen heeft natuurlijk een bijbaantje, veel leerlingen hebben het te druk met school, vrienden en hobby’s. Uit onze enquêtes bleek dat van de 57 leerlingen, 35 een bijbaantje hadden, een flinke meerderheid dus. De meeste leerlingen werken natuurlijk vooral voor het geld, of het dan ook leuk is, is vaak een tweede zaak. Hieronder hebben wij een overzicht gemaakt van de inkomens per leerling, om u een goed beeld te geven van hoeveel ze dan verdienen.
Wat leren leerlingen op de werkvloer? Wij hebben aan 57 jongeren gevraagd of ze op de werkvloer andere dingen leren dan op school. De uitkomst was voor ons erg verassend omdat we niet verwacht hadden dat jongeren zelfs in de supermarkt nog dingen leren. Veel jongeren gaven aan dat ze met klanten leren omgaan op hun werk en er doorzettingsvermogen van krijgen. Doorzettingsvermogen kwam vooral voor bij de bezorgers die toch door weer en wind hun folders en kranten bezorgen. Het omgaan met de klanten werd bij de supermarkten en de horeca het meest genoemd. Wij denken dus dat werken bijdraagt aan de algemene ontwikkeling van leerlingen. Tot slot zijn er dus veel leerlingen die werken. Dit gaat dan vooral bezorgwerkzaamheden, of andere kleine baantjes, waar niet veel mee verdient wordt. Waar het bij de jongeren niet zozeer als belangrijk wordt gezien, zien wij dat leerlingen er toch zeker wat aan overhouden op het educatieve vlak. Je leert op de werkvloer ten slotte dingen, die je niet in de schoolbanken kan leren.
Eindconclusie Uit al deze onderzoeken kunnen we concluderen dat jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar een enorm grote en uiteenlopende leef en belevingswereld hebben. En dat is ook zo leuk aan deze jongeren; ze leren de wereld kennen en gaan hier bewust dan wel niet bewust mee aan het experimenteren of juist helemaal niet. Jongeren zijn bezig een eigen identiteit te ontwikkelen. Opvallende dingen waar jongeren mee in aanraking kunnen komen is het aanwezig zijn van psychisch, lichamelijk en/of seksueel misbruik. Niet alle jongeren leven een onbekommerd leven en het aantal jongeren dat met deze gruwelijke taferelen te maken krijgt is dan ook te hoog. Verder zijn we tot de ontdekking gekomen dat het aantal verslaafde jongeren niet zo groot is als de media wil doen laten geloven. De cijfers zijn ons meegevallen. Wel moet er meer aandacht komen voor de verslavingszorg want jongeren geven duidelijk aan dat ze niet weten waar ze terecht kunnen als zij met een verslaving kampen. Subculturen zijn tegenwoordig niet meer zo van de orde van de dag, terwijl dit in de jaren 50-60 wel zo was. Subculturen zijn nog wel aanwezig maar hun oorspronkelijke betekenis hebben ze niet meer. Er word geen ideologie meer nagestreefd. Zoals reeds bekend zijn we ook tot de ontdekking gekomen dat de media een grotere invloed heeft op jongeren dan ooit. Vooral de opkomst van hyves, twitter en facebook heeft het gevolg dat jongeren zelfs ‘afhankelijk’ worden van deze vormen van social media. Via deze media word er ook veel reclame gemaakt om de consument in de vorm van jongeren te beïnvloeden. Door deze media ‘gekte’ doen jongeren steeds minder aan sport en loopt de hobby; computeren in op het ‘ouderwetse’ teamsporten. Goed nieuws is dat jongeren nog steeds massaal bijbaantjes hebben. Zij doen dit niet enkel voor het geld maar geven aan hier ook veel van te leren. Het geld dat ze hiermee verdienen geven ze grotendeels uit aan uiterlijke verzorging en uitgaan.
Bronnenlijst: Sites: http://www.toostylish.com/page.php?tid=2&cid=94&id=5580 http://www.dokterdokter.nl/aandoening/1760/uiterlijk-jongeren http://www.psy.nl/meer-nieuws/nieuwsbericht/article/nederland-telt-1500-zuipketen/ http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/alcohol/jongeren-en-alcohol http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/default.aspx?VW=T&DM=SLNL&PA=03799&D1=231%2c23 7-241&D2=19-20&D3=a&D4=1-9&HD=100407-1532&HDR=G2%2cT&STB=G1%2cG3 http://nl.wikipedia.org/wiki/Pesten_(gedrag) http://www.pestweb.nl/aps/pestweb http://www.nji.nl/smartsite.dws?id=104955 http://www.leidenuniv.nl/nieuwsarchief2/1540.html http://www.opvoedadvies.nl/kindermishandeling.htm http://www.hulpmix.nl/geweld/huiselijk_geweld/lichamelijke_mishandeling/algemene_informatie http://www.psychischegezondheid.nl/page/199/wat-is-psychische-mishandeling-en-emotioneleverwaarlozing.html http://www.kindertelefoon.nl/vragenkast/9115?ug=27#Wat kan ik aan de mishandeling doen? Pesten: http://www.klasse.be/leraren/archief/2364 http://www.opvoedadvies.nl/kindermishandeling.htm http://www.hulpmix.nl/geweld/huiselijk_geweld/lichamelijke_mishandeling/algemene_informatie http://www.psychischegezondheid.nl/page/199/wat-is-psychische-mishandeling-en-emotioneleverwaarlozing.html http://www.leidenuniv.nl/nieuwsarchief2/1540.html Media: http://www.cbs.nl/nr/rdonlyres/ab51beb9-d08f-4500-8ee2-5d81410aa3d8/0/jeugd2003.pdf (Onderzoek over jongeren van het CBS in 2003) http://www.cbsinuwbuurt.nl/fe/index.aspx?FilterId=2&ChapterId=17&ContentId=2990 (CBS) http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/vrije-tijd-cultuur/publicaties/artikelen/archief/2009/20092789-wm.htm (CBS) http://www.uitzendinggemist.nl/index.php/search?serID=4006&md5=ee2b64e3f03766c8563f82244 e043919&sq=loverboys ( Programma over loverboys) Subculturen: http://www.scholieren.com/werkstukken/29480 http://www.scholieren.com/werkstukken/28471 http://www.scholieren.com/werkstukken/31465 http://www.scholieren.com/werkstukken/28416 http://www.scholieren.com/werkstukken/2377 http://www.scholieren.com/werkstukken/3451
Bijlagen: Plan van Aanpak Coachgroep 13 Plan van Aanpak: Thema en motivatie voor ons onderwerp: We moeten met onze coachgroep onderzoek doen om ons globale beeld van de leef- en belevingswereld krijgen van de doelgroep van 12-18 jaar te vergroten. Het eindproduct bestaat uit bijvoorbeeld uit een documentaire, glossy, leskist, spel etc. Hierin worden de onderzoeksresultaten gepresenteerd op een manier die aansprekend is voor de doelgroep. Het onderzoek wordt ondersteund door enquêtes, litteratuur (coach op contact), schoolbezoek, interviews etc. Het eindproduct wordt gepresenteerd aan leerlingen van PJ Impulse. Planning vergaderingen eindproduct: Er wordt weer een planning gemaakt van wie voorzitter en notulist zal zijn. Deze vergaderingen vinden in principe elke maandag plaats om half drie. Daarnaast blijft de afspraak staan dat de notulist de dag na de vergadering voor 12.00 uur de notulen op Blackboard zal zetten. De agenda van de vergadering zal één dag voor de vergadering uiterlijk 16.00 op blackboard staan. De planning is als volgt:
15-11-2010 22-11-2010 29-11-2010 04-10-2010 06-12-2010 13-12-2010 03-01-2011 10-01-2011
Voorzitter Johan Sahfira Remko Thomas Robin Fiona Willeke Leyla
Notulist Sahfira Remko Thomas Robin Fiona Willeke Leyla Jintje
Wanneer je niet aanwezig kunt zijn bij de vergadering moet je je van tevoren afmelden bij de voorzitter. Wanneer niet afgemeld wordt of afspraken niet na komt dan moet je achteraf de reden hiervan verantwoorden en dit wordt besproken met de hele coachgroep. Je krijgt dan dus een 1e waarschuwing. Mocht dit nog een keer voorkomen dan is er een kans dat je de groep wordt uitgezet. Voordat dit gebeurt wordt er nog overlegd met de groepsleden en docent. De 3e keer wordt de kans wederom groter dat je de groep wordt uitgezet, maar er wordt eerst weer goed overlegd over de situatie en met de betrokkene over hoe dit heeft kunnen gebeuren, de betrokkene heeft dus altijd nog kans om zich te verantwoorden tegenover de groep. Kom je te laat meldt dit dan even bij de voorzitter. Ben je 15 minuten te laat dan moet je koffie/ thee halen voor de rest van je groepsleden.
Globale aanpak eindproduct: We hebben een mindmap gemaakt van het gehele onderwerp en van daaruit hebben we verschillende categorieën kunnen onderscheiden waaruit we het gehele onderwerp kunnen onderzoeken. Deze categorieën hebben we verdeeld over vier groepjes. 1: Leyla en Robin 2: Fiona en Jintje 3: Remko en Thomas 4: Johan, Sahfria, Willeke
Omgeving school, pesten Thuis, hobby en sport, misbruik Werk, relaties, verslaving Media, cultuur groeperingen, uitgaan, uiterlijk
Vanuit deze onderwerpen gaat elk groepje een onderzoek houden waarbij het nadruk ligt op schoolbezoeken waar we enquêtes en interviews gaan afnemen bij de leerlingen. Ook gaan we ons verdiepen in de litteratuur die over deze onderwerpen bekend zijn. Globale planning eindproduct:
Moment
Product
Week 1 en 2 (45 Individuele en 46) mindmaps groepsmindmap als CG: onderzoeksplan
Uiterlijk week 3 (47) t/m uiterlijk 5 (49)
Onderzoek: subgroep Onderzoeksverslag CG
Omschrijving Kan digitaal met mindview (standaardprogramma NHL Hogeschool)
In je onderzoeksplan staat/ staan: - Hoofd -en deelvragen - planning (Neem in je planning op: het doornemen van literatuur, het doen van schoolbezoeken en het afnemen van interviews en enquêtes.) - taakverdeling over subgroepjes Je voert in een subgroepje onderzoek uit en koppelt resultaten terug aan de groep. Schoolbezoek voor benodigde interviews en enquêtes. Verwerking interviews en enquêtes in groepsverslag.
Week 5 of 6 (49/ 50) Uiterlijk start week 6 (50), af in week 8 (2)
Week 8 (2)
25 januari
Uiterlijk in week 5 is het onderzoek afgerond en ligt er een groepsverslag van het onderzoek. - Procesgesprekken Vormgeven creatief informeermiddel: CG
Feedback op groepsgenoten + reflectie individueel en CG Presentatie informeermiddel +
Op basis van het verslag, maak je een ‘creatief informeermiddel’. Je kiest de doelgroep (aan school gerelateerde groep mensen) die je middels het informeermiddel voorlicht over de leef –en belevingswereld van jongeren. Je geeft je groepsgenoten feedback. Let hierbij op werkhouding en inhoudelijke bijdrage. Je schrijft een persoonlijke reflectie, waarbij je ingaat op je eigen functioneren in de groep en je prestaties. Jullie presenteren jullie product aan de leerlingen van PJ !mpulse en aan aanwezige ouders en leraren. Je vraagt en
Uiterlijk do 3 februari voor 16.00 uur
feedbackformulier CG reflectieverslag individueel
ontvangt feedback. Je schrijft op grond van de feedback van leerlingen, medestudenten en andere betrokkenen een reflectie. In het verslag is opgenomen: - feedback van medestudenten week 8 - eigen reflectie van week 8 - feedback van leerlingen 25/1 - eindreflectie
Deadlines: donderdag voor 16.00 uur in week 46 (2010) mindmaps (individueel en groep) 49 (2010) onderzoeksverslag (groep) 2 (2011) creatief informeermiddel (groep) 5 (2011) reflectieverslag 3 februari reflectieverslag Dit is een planning onder voorbehoud, op de vergaderingen wordt besproken hoe de planning per week er precies komt uit te zien.
Persoonsgegevens projectgroep: Naam Jintje Remko Fiona Thomas Willeke Sander Johan Sahfira Robin
06 nummer 06 29 14 86 64 06 25 23 40 75 06 20 64 87 44 06 22 36 62 71 06 29 12 26 69 06 83 36 11 54 06 30 81 87 61 06 27 17 61 37 06 25 57 67 09
Leyla
06 41 61 85 67
E-mail
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Bijlage 1: Thuis,Sport,Hobby, Mishandeling
Wat is je woonplaats Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Akkrum
4
9,1
9,1
9,1
Gorredijk
1
2,3
2,3
11,4
14
31,8
31,8
43,2
Joure
9
20,5
20,5
63,6
Langweer
1
2,3
2,3
65,9
Mildam
1
2,3
2,3
68,2
Oudehaske
2
4,5
4,5
72,7
Oudeschoot
1
2,3
2,3
75,0
Rohel
1
2,3
2,3
77,3
Schasterbrug
3
6,8
6,8
84,1
St Nicolaasga
4
9,1
9,1
93,2
Vegelinsoord
1
2,3
2,3
95,5
Wolvega
2
4,5
4,5
100,0
44
100,0
100,0
Heerenveen
Total
Wat voor niveau doe je? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Basis
5
11,4
11,4
11,4
Kader
13
29,5
29,5
40,9
8
18,2
18,2
59,1
Havo
10
22,7
22,7
81,8
VWO
3
6,8
6,8
88,6
Atheneum
1
2,3
2,3
90,9
Gymnasium\
4
9,1
9,1
100,0
44
100,0
100,0
VMBO-T
Total
Wat is je geslacht Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Jongen
25
56,8
56,8
56,8
Meisje
19
43,2
43,2
100,0
Total
44
100,0
100,0
Bij wie woon je? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Bij mijn ouders
33
75,0
75,0
75,0
Bij mijn vader
1
2,3
2,3
77,3
Bij mijn moeder
10
22,7
22,7
100,0
Total
44
100,0
100,0
Zijn je ouders gescheiden? Frequency Valid
Percent
Cumulative Percent
Valid Percent
Ja
11
25,0
25,0
25,0
Nee
33
75,0
75,0
100,0
Total
44
100,0
100,0
Heb je een stiefouder? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Ja, een stiefmoeder
4
9,1
9,1
9,1
Ja, een stiefvader
3
6,8
6,8
15,9
Nee
37
84,1
84,1
100,0
Total
44
100,0
100,0
Zijn er mensen in jou omgeving die jouw hobby(‘s) niet accepteren? Zo ja, waarom? Frequency Valid
Nee
Missing
System
Total
Percent
43
97,7
1
2,3
44
100,0
Valid Percent
Cumulative Percent
100,0
100,0
Heb je ook een broer(tje)of een zus(je)? Frequency Valid
Ja
Percent
Cumulative Percent
Valid Percent
41
93,2
93,2
93,2
Nee
3
6,8
6,8
100,0
Total
44
100,0
100,0
Doe je ook aan een sport? Frequency Valid
Percent
Cumulative Percent
Valid Percent
Ja
30
68,2
68,2
68,2
Nee
14
31,8
31,8
100,0
Total
44
100,0
100,0
Welke sport(en) beoefen je? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
14
31,8
31,8
31,8
badminton
1
2,3
2,3
34,1
basketbal
2
4,5
4,5
38,6
boogschieten
1
2,3
2,3
40,9
dansen, paardrijden
1
2,3
2,3
43,2
fitness
1
2,3
2,3
45,5
golf
1
2,3
2,3
47,7
hockey
1
2,3
2,3
50,0
Jiu Jitsu
1
2,3
2,3
52,3
klimmen
1
2,3
2,3
54,5
paardrijden
2
4,5
4,5
59,1
schaatsen
1
2,3
2,3
61,4
streetdance
1
2,3
2,3
63,6
tennis
1
2,3
2,3
65,9
Tennis
2
4,5
4,5
70,5
thuis fitness
1
2,3
2,3
72,7
voetbal
9
20,5
20,5
93,2
volleybal
2
4,5
4,5
97,7
zumba
1
2,3
2,3
100,0
44
100,0
100,0
Total
Hoelang beoefen je deze sport(en) al? Frequency Valid
Missing Total
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
1
3
6,8
10,0
10,0
2
4
9,1
13,3
23,3
3
4
9,1
13,3
36,7
4
5
11,4
16,7
53,3
5
4
9,1
13,3
66,7
7
1
2,3
3,3
70,0
8
2
4,5
6,7
76,7
9
3
6,8
10,0
86,7
10
1
2,3
3,3
90,0
11
3
6,8
10,0
100,0
Total
30
68,2
100,0
System
14
31,8
44
100,0
Waarom beoefen je deze sport(en)? Frequency Valid
Missing
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Omdat ik het leuk vind
23
52,3
76,7
76,7
Omdat ik het belangrijk vind om te bewegen
7
15,9
23,3
100,0
Total
30
68,2
100,0
System
14
31,8
44
100,0
Total
Hoeveel uur in de week doe je aan sport? Frequency Valid
Missing
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
1 tot 2 uur in de week
5
11,4
16,7
16,7
2 tot 3 uur in de week
10
22,7
33,3
50,0
3 tot 4 uur in de week
15
34,1
50,0
100,0
Total
30
68,2
100,0
System
14
31,8
44
100,0
Total
Waar sport je? Frequency Valid
Missing
Percent
Cumulative Percent
Valid Percent
Bij een vereniging
25
56,8
86,2
86,2
Bij een sportschool
4
9,1
13,8
100,0
Total
29
65,9
100,0
System
15
34,1
44
100,0
Total
Wat is/zijn je hobby(‘s)? Frequency Valid
1
Percent 2,3
Valid Percent 2,3
Cumulative Percent 2,3
badmintonnen
1
2,3
2,3
4,5
basketbal
1
2,3
2,3
6,8
bij vrienden zijn
4
9,1
9,1
15,9
computeren
3
6,8
6,8
22,7
dansen
1
2,3
2,3
25,0
gamen
3
6,8
6,8
31,8
games
1
2,3
2,3
34,1
gitaar spelen
1
2,3
2,3
36,4
golf
1
2,3
2,3
38,6
lezen
1
2,3
2,3
40,9
motorcross
1
2,3
2,3
43,2
muziek luisteren
1
2,3
2,3
45,5
muziek maken
3
6,8
6,8
52,3
paarden verzorgen
1
2,3
2,3
54,5
paardrijden
2
4,5
4,5
59,1
taart bakken
1
2,3
2,3
61,4
tekenen
1
2,3
2,3
63,6
thee drinken
1
2,3
2,3
65,9
tv kijken
2
4,5
4,5
70,5
uitgaan
1
2,3
2,3
72,7
van alles
1
2,3
2,3
75,0
voetbal
2
4,5
4,5
79,5
vrienden chillen
1
2,3
2,3
81,8
windsurfen
1
2,3
2,3
84,1
winkelen
5
11,4
11,4
95,5
x box spelen
1
2,3
2,3
97,7
zeilen
1
2,3
2,3
100,0
Total
44
100,0
100,0
Hoeveel tijd besteed je aan je hobby(‘s)? Frequency Valid
0 tot 1 uur in de week
1
Percent 2,3
Valid Percent 2,3
Cumulative Percent 2,3
Missing
1 tot 2 uur in de week
6
13,6
14,0
16,3
2 tot 3 uur in de week
7
15,9
16,3
32,6
3 tot 4 uur in de week
29
65,9
67,4
100,0
Total
43
97,7
100,0
1
2,3
44
100,0
System
Total
Waarom is dit jou hobby? Frequency Valid
Omdat ik het leuk vind
Missing
System
Total
Percent
43
97,7
1
2,3
44
100,0
Valid Percent 100,0
Wat is je leeftijd? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
14
10
22,7
22,7
22,7
15
24
54,5
54,5
77,3
16
6
13,6
13,6
90,9
5
3
6,8
6,8
97,7
18
1
2,3
2,3
100,0
44
100,0
100,0
Total
Cumulative Percent 100,0
Bijlage 2: Uitslagen Enquête School, Pesten en Omgeving Ben je een jongen of meisje? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Jongen
23
45,1
45,1
45,1
Meisje
28
54,9
54,9
100,0
Total
51
100,0
100,0
Hoe oud ben je? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
12
2
3,9
3,9
3,9
13
15
29,4
29,4
33,3
14
18
35,3
35,3
68,6
15
7
13,7
13,7
82,4
16
6
11,8
11,8
94,1
17
3
5,9
5,9
100,0
51
100,0
100,0
Total
Op welk niveau zit je? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
A
16
31,4
31,4
31,4
H
31
60,8
60,8
92,2
V
4
7,8
7,8
100,0
51
100,0
100,0
Total
Wat voor cijfer geef je school? Frequency
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Valid
1
4
7,8
7,8
7,8
10
1
2,0
2,0
9,8
2
3
5,9
5,9
15,7
4
3
5,9
5,9
21,6
5
3
5,9
5,9
27,5
6
15
29,4
29,4
56,9
7
16
31,4
31,4
88,2
8
6
11,8
11,8
100,0
51
100,0
100,0
Total
Wat is het leukste op school? Frequency Valid
Percent
Cumulative Percent
Valid Percent
De Lessen
3
5,9
5,9
5,9
De Leraren
3
5,9
5,9
11,8
38
74,5
74,5
86,3
7
13,7
13,7
100,0
51
100,0
100,0
Vrienden Anders Total
Wat is het leukste vak op school? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Nederlands
1
2,0
2,0
2,0
Engels
3
5,9
5,9
7,8
Duits
1
2,0
2,0
9,8
Frans
3
5,9
5,9
15,7
Geschiedenis
4
7,8
7,8
23,5
Aardrijkskunde
2
3,9
3,9
27,5
Wiskunde
3
5,9
5,9
33,3
Scheikunde
2
3,9
3,9
37,3
24
47,1
47,1
84,3
4
7,8
7,8
92,2
Gym Muziek
Biologie
2
3,9
3,9
96,1
CKV
2
3,9
3,9
100,0
Total
51
100,0
100,0
Denk je dat je wat aan school hebt? Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
44
86,3
86,3
86,3
Nee
7
13,7
13,7
100,0
Total
51
100,0
100,0
Waarom denk je dat school belangrijk voor je is? Frequency Valid
Baan
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
19
37,3
37,3
37,3
Diploma
5
9,8
9,8
47,1
Ervaring
2
3,9
3,9
51,0
Geld
3
5,9
5,9
56,9
Leerplicht
2
3,9
3,9
60,8
Leger
1
2,0
2,0
62,7
Leren
7
13,7
13,7
76,5
Leren en baan
2
3,9
3,9
80,4
Leren en Toekomst
1
2,0
2,0
82,4
N.v.t
6
11,8
11,8
94,1
Toekomst
3
5,9
5,9
100,0
51
100,0
100,0
Total
Vind je school belangrijk? Frequency Valid
Ja
46
Percent 90,2
Valid Percent 90,2
Cumulative Percent 90,2
Nee
5
9,8
9,8
Total
51
100,0
100,0
100,0
Wat vind je van de lessen die op school worden gegeven? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Te moeilijk
1
2,0
2,0
2,0
Moeilijk
9
17,6
17,6
19,6
Neutraal
33
64,7
64,7
84,3
Makkelijk
5
9,8
9,8
94,1
Te makkelijk
3
5,9
5,9
100,0
51
100,0
100,0
Total
Heb je wel eens met pesten te maken gehad? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Ik ben/werd gepest
14
27,5
27,5
27,5
Ik heb zelf wel eens gepest
9
17,6
17,6
45,1
2
1
2,0
2,0
47,1
Ik zag iemand gepest worden
27
52,9
52,9
100,0
Total
51
100,0
100,0
Als je wel eens bent gepest, waarom was dat? Frequency Valid
Cumulative Percent
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Uiterlijk
13
25,5
25,5
25,5
Kleding
4
7,8
7,8
33,3
Anders
34
66,7
66,7
100,0
Total
51
100,0
100,0
Als je wel eens bent gepest op welke manier? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Niet
20
39,2
39,2
39,2
Verbaal
22
43,1
43,1
82,4
Fysiek
3
5,9
5,9
88,2
Psychisch
4
7,8
7,8
96,1
Cyber
2
3,9
3,9
100,0
Total
51
100,0
100,0
Vind je dat school genoeg doet aan pesten? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Ja
22
43,1
43,1
43,1
Nee
29
56,9
56,9
100,0
Total
51
100,0
100,0
Heb je wel eens meegemaakt dat iemand die je kende gepest werd? Frequency Valid
Ja
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
45
88,2
88,2
88,2
Nee
6
11,8
11,8
100,0
Total
51
100,0
100,0
Zo ja, heb je er ook iets van gezegd? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Ja
38
74,5
74,5
74,5
Nee
13
25,5
25,5
100,0
Total
51
100,0
100,0
Heb jezelf ook wel eens iemand Frequency Valid
Percent
Cumulative Percent
Valid Percent
Ja
17
33,3
33,3
33,3
Nee
34
66,7
66,7
100,0
Total
51
100,0
100,0
Als jij wel eens iemand hebt gepest, waarom was dat? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Niet
28
54,9
54,9
54,9
Want het is een raar persoon
15
29,4
29,4
84,3
Hij/zij liet over zich heen lopen
6
11,8
11,8
96,1
Anders
2
3,9
3,9
100,0
51
100,0
100,0
Total
Vind je dat er nog veel gepest word op school? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Ja
31
60,8
60,8
60,8
Nee
20
39,2
39,2
100,0
Total
51
100,0
100,0
Ben je gelovig Frequency Valid
Cumulative Percent
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Christen
4
7,8
7,8
7,8
Moslim
3
5,9
5,9
13,7
Boeddhist
1
2,0
2,0
15,7
Ongelovig
33
64,7
64,7
80,4
Anders
10
19,6
19,6
100,0
Total
51
100,0
100,0
Geloven je ouders hetzelfde als jij? Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
Ja
38
74,5
74,5
74,5
Nee
13
25,5
25,5
100,0
Total
51
100,0
100,0
Hoeveel invloed hebben ouders op je? Frequency Valid
Zeer Veel
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
7
13,7
13,7
13,7
Veel
13
25,5
25,5
39,2
Neutraal
24
47,1
47,1
86,3
Weinig
5
9,8
9,8
96,1
Zeer Weinig
2
3,9
3,9
100,0
51
100,0
100,0
Total
Hoeveel invloed hebben vrienden op je? Frequency Valid
Zeer veel
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
1
2,0
2,0
2,0
Veel
18
35,3
35,3
37,3
Neutraal
22
43,1
43,1
80,4
Weinig
7
13,7
13,7
94,1
Zeer Weinig
3
5,9
5,9
100,0
51
100,0
100,0
Total
Hoeveel invloed heeft school op je? Frequency Valid
Zeer veel
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
1
2,0
2,0
2,0
Veel
16
31,4
31,4
33,3
Neutraal
24
47,1
47,1
80,4
Weinig
6
11,8
11,8
92,2
Zeer weinig
4
7,8
7,8
100,0
51
100,0
100,0
Total
Bijlage 3: Onderzoeksverslag van Hoofdstukken Media, Subculturen, Uitgaan en Uiterlijk
Inleiding: Het doel is om een globale beeld van de leef- en belevingswereld van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar te vergroten. Om dit doel te kunnen bereiken is er een onderzoek gestart. Dit onderzoek bestaat uit interviews en enquêtes. Er zijn in totaal 3 interviews afgenomen. Er is één deskundige gevraagd en twee leerlingen van 13 en 17 jaar. Er zijn 25 enquêtes afgenomen bij leerlingen met de leeftijd tussen 13 en 17 jaar. Het onderzoeksverslag is als volgt verdeeld:
Inleiding
Doelstelling en opzet onderzoek
Resultaten
Enquête
Interview’
Doelstelling en opzet onderzoek Het doel van het onderzoek is een beter beeld te krijgen van de belevingswereld van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Het onderzoek is gedaan door middel van enquêtes en interviews. Het interview bestaat uit 10 vragen zowel voor de leerling als de deskundige. De 10 vragen zijn de onderstaande deelvragen. Deze 10 vragen zijn zo omgevormd dat het goede interview vragen zijn die de leerling en de deskundige kan beantwoorden. De enquête bestaat uit 5 onderdelen: 1. Algemene vragen 2. Media 3. Subculturen 4. Uitgaan 5. Uiterlijk
Bij het opstellen van de enquête hebben wij gekeken naar de hoofd- en deelvragen van media, subculturen, uitgaan en uiterlijk. De hoofd- en deelvragen zijn als volgt: Media Hoofdvraag: Deelvragen:
Subculturen Hoofdvraag: Deelvragen:
Uitgaan Hoofdvraag: Deelvragen:
Uiterlijk Hoofdvraag: Deelvragen:
Wat voor invloed heeft de media op de jongeren? Wat voor soort media is onder de jongeren populair? Welke relatie is er tussen de media en het gedrag van de jongeren? (houding, imitatie, koop) Is er een verschil in de mate van beïnvloeding tussen jongens en meisjes?
Welke subculturen zijn tegenwoordig nog actueel? Wat is een subcultuur? Wat zijn de kenmerken van een subculturen? Hoe zijn de relaties tussen de verschillende subculturen?
Waarom gaan de jongeren uit of waarom juist niet? Wat voor soort uitgaansgelegenheden zijn er waar de jongeren heengaan? Is er een verschil in uitgaansgelegenheden tussen een dorp en stad? Op welke leeftijd gaan de jongeren uit en waarom?
Hoe belangrijk is uiterlijk voor de jongeren? Wat zijn de prioriteiten tussen jongens en meisjes ten opzichte van het uiterlijk? Is er een samenhang tussen uiterlijk en onzekerheid? Hoeveel geld geven jongeren uit aan producten van persoonlijke verzorging?
Algemene vragen 1. Wat is je geslacht?
2. Wat is je Leeftijd?
3. Waar woon je?
4. Welk niveau doe je?
Media 5. Als je op het internet wat voor soort sites zit je dan meestal (meerdere antwoorden mogelijk)?
6. Als je een mobiel hebt, waarvoor gebruik je hem het meest (meerdere antwoorden mogelijk)?
7. Lees jij ook gedrukte media?
8. Wanneer jij iets gaat kopen voor jezelf, bekijk je dan eerst advertenties, reclame of internetsites voordat je dat doet?
9. Wanneer jij reclame, advertenties ziet koop je dan meteen het product?
10. Heb je hyves, facebook, msn?
11. Hoeveel uren gemiddeld besteed jij per dag aan media?
Bijlage A: Persoonske nmerken Onderwerpen Pers PC Toegang Personal onal facilitei tot computer (PC) Com ten personal Desktop puter computer Laptop PC Wanneer < 3 mnd gebruik voor het geleden laatst PC 3 - <12 mnd gebruikt geleden > 1 jaar geleden Nooit PC gebruikt Frequenti (bijna) Dagelijks e PC Niet dagelijks gebruik in maar minstens afgelopen 1x per week 3 mnd Niet wekelijks maar minstens 1x per mnd. Nauwelijks Plaats PC Thuis gebruik in afgelopen Bij iemand
Perioden
12 tot 15 jaar
15 tot 25 jaar
20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 05 06 07 08 09 10 05 06 07 08 09 10
% van alle 99 personen 98 37 10 0
10 0 99 96 92 96 38 49 71 69 10 10 10 10 0 0 0 0 99 99 99
99 97 97 99 98 98 99 92 94 93 95 94 91 88 82 37 49 52 67 77 88 10 98 99 99 99 99 99 0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
% alle 82 72 85 77 85 81 81 86 88 86 93 89 personen met pc 17 26 15 21 13 19 16 11 9 12 7 10 gebruik afg 3 mnd 1
1
0
0
0
0
2
0 10 99 99 99 0 41 40 49 44
1
1
3
2
2
1
0
1
0 10 0 45
0 1 1 0 0 0 0 10 95 97 99 98 99 99 0 46 37 35 41 46 55 48
3 maanden
Inter Interne Toegang net t tot facilitei internet ten Type internetve rbinding % alle personen
Apparatuu r internet % alle personen
Interne Wanneer t voor 't gebruik laatst internet gebruikt
Freq. internet gebruik afgelopen 3 mnd.
Plaats internetge bruik afgelopen 3 mnd.
Interne Soort t vaardighed
anders thuis Op het werk Bij een onderwijsinstelli ng Wel toegang internet Geen toegang internet Geen Totaal breedb (geen) and breedb and Analoo g modem ISDN Mobiele telefoo n, WAP, GPRS Breedb Totaal and breedb and ADSL Kabel Personal computer PC / desktop Laptop Mobiele telefoon Andere apparatuur < 3 mnd geleden 3 - <12 mnd geleden > 1 jaar geleden Nooit internet gebruikt (Bijna) dagelijks Niet dagelijks maar minstens 1x per week Niet wekelijks maar minstens 1x per mnd. Minder dan 1x per maand Thuis Bij iemand anders thuis Op het werk Bij een onderwijsinstelli ng Ergens anders Zoekmachine gebruiken
0
1
1
1
0
1
27 31 32 30 41 31
77 74 82 79 79 85 54 57 61 62 64 65 % van alle 10 10 10 98 98 98 93 95 98 98 99 99 personen 0 0 0 2
2
2
0
0
0
7
5
2
2
1
1
19 13 8
12 14 .
16 10 9
13 15 .
8
4
3
3
4
.
10 3
2
4
3
.
9
8
2
6
5
.
5
4
4
6
5
.
1
1
0
1
2
.
6
6
1
1
2
.
79 85 90 88 86 .
77 85 89 84 84 .
48 57 64 51 65 35 31 31 39 31 10 98 98 98 99 0 97 97 95 92 93 22 26 41 63 64 10 15 21 22 31
45 59 55 55 62 . 34 29 38 35 33 .
. .
99 93 95 97 97 98 98 92 89 90 92 90 87 86 78 26 38 44 63 74 86 40 26 26 34 38 49 59
7
6
12 19 33 40 7
8
18 24 36 44
99
10 10 10 10 10 97 99 99 99 99 99 0 0 0 0 0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
2
0
0
0
0
0
% alle 71 65 84 75 81 80 77 83 87 85 91 89 personen internet 25 30 15 23 15 19 18 13 11 13 8 10 gebr afg 3 mnd 3
4
1
2
3
1
3
3
2
2
1
1
0
0
0
0
1
0
1
1
0
0
0
0
97 95 97 99 99 99 93 95 98 97 98 99 33 35 44 39 41 41 32 32 38 43 49 44 1
0
1
1
0
0
22 25 28 27 38 29
60 57 73 72 72 75 51 55 60 58 60 62 2
2
1
1
2
4
5
4
6
6
8
10
% van alle 95 95 96 95 98 96 95 97 98 98 98 98 personen
vaardig heden
en in % alle personen
E-mail sturen met bijvoeging 65 66 78 77 88 82 89 93 documenten Berichten op chatroom/nieuw 38 31 40 62 62 67 51 54 sgroep/forum Telefoneren via 5 10 . . 10 13 9 19 internet Mappen delen ivm uitwisselen 35 32 44 . 42 41 43 52 muziek/film Webpagina 28 27 36 34 31 34 28 35 ontwerpen Geen van deze 2 1 2 2 1 2 1 1 vaardigheden Interne Aankopen goederen % 20 25 33 31 36 40 55 62 t van alle personen aankop Wanneer < 3 mnd 10 15 13 16 15 22 35 37 en voor het geleden laatst 3 - < 12 mnd 7 5 16 12 14 13 15 18 besteld/gek geleden ocht Meer dan 1 jaar 4 5 4 3 7 4 5 8 geleden Nooit besteld of 79 74 67 69 64 60 44 37 gekocht Aankopen goederen % % alle pers 21 26 33 31 36 40 56 63 pers. internet gebr. met internet Wanneer < 3 mnd gebruik 10 16 13 16 15 22 36 37 voor het geleden laatst 3 - < 12 mnd 7 5 16 12 14 13 15 18 besteld/gek geleden ocht Meer dan 1 jaar 4 5 4 3 7 4 5 8 geleden Nooit besteld 79 74 67 69 64 60 44 37 Soort Levensmiddelen, % pers. aankopen cosmetica en met . . 6 0 3 2 6 2 via schoonmaak internet internet < Kleding en sport gebr./aank 12 mnd . 12 mnd . . 36 46 52 38 32 33 artikelen Film, muziek . . 15 22 12 17 22 30 Boeken, tijdschriften en . . 7 14 5 16 23 31 kranten Soft-/ hardware en elektr. . . 43 42 24 31 34 41 benodigdheden Huishoudelijke goederen en . . 7 8 6 12 14 7 apparaten Reizen en . . 4 5 2 3 22 27 accommodaties Financiële producten of . . 0 0 0 0 5 6 diensten Kaartjes voor . . 9 17 17 15 19 27 evenementen Andere . . 7 1 2 3 5 3 aankopen © Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 21-12-2010
92 93 97 97
59 67 73 76 .
.
20 19
60 .
61 55
35 32 37 37 1
1
0
0
68 70 80 83 44 45 50 52 17 18 22 23 7
7
8
8
32 29 20 16 68 71 80 84 44 45 50 52 17 18 22 23 7
7
8
8
32 29 20 16 7
5
10 8
37 39 46 50 28 30 30 27 31 32 33 30
41 41 38 33
9
7
8
10
32 30 33 31 6
5
5
5
29 36 43 44 5
5
3
4
Bijlage B: Onderwerpen 20 uur of meer per week Persoonskenmerken Perioden 12 tot 18 jarigen
TV, krant, bibliotheek TV kijken 10 tot 20 5 tot 10 1 tot 5 uur per uur per uur per week week week %
1997 34 41 17 6 1998 35 40 18 5 1999 34 42 16 7 2000 37 39 15 7 2001 36 40 17 6 2002 30 43 19 6 2003 31 42 17 8 2004 31 40 17 9 2005 26 44 20 8 2006 23 39 22 13 2007 22 41 21 13 2008 21 41 24 13 © Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen 21-12-2010
Minder dan 1 uur per week
1 2 1 2 1 2 2 2 2 3 2 2
Subculturen 12. Behoor jij tot een subcultuur?
13. Welke subculturen kom je het meest tegen in jouw omgeving (meerdere antwoorden mogelijk)?
14. Zie jij enige ruzie’s of woordenwisseling tussen de verschillende subculturen in jouw omgeving?
Uitgaan 15. Ga jij wel eens uit?
16. Op welke leeftijd ging je voor het eerst uit?
17. Hoe vaak ga je uit?
18. Naar wat voor soort uitgaansgelegenheid ga jij voornamelijk (meerdere antwoorden mogelijk)?
19. Drink je alcohol als je uit gaat?
20. Hoeveel geld besteed jij vervolgens maandelijks daadwerkelijk aan uitgaan?
21. Wat is de belangrijkste redenen om op stap te gaan (meerdere antwoorden mogelijk)?
22. Waarom ga je niet uit?
Uiterlijk 23. Hoe belangrijk is uiterlijk voor jou? (geef het een cijfer van 1 – 10)
25. Waar koop jij je kleding het meest (meerdere antwoorden mogelijk)?
26. Hoeveel tijd besteed jij gemiddeld aan je uiterlijk?
27. Hoe tevreden ben jij over je uiterlijk (geef het een cijfer van 1 – 10)?
Enquête vragen Media, Subculturen, Uitgaan en Uiterlijk 1. Wat is je geslacht?
…………………………………….
6. Als je een mobiel hebt, waarvoor gebruik je hem het meest (meerdere antwoorden mogelijk)? o Bellen o Smsen o Pingen o Internetten o Anders nl………………………
3. Waar woon je?
7. Lees jij ook gedrukte media?
o o
Jongen Meisje
2. Wat is je Leeftijd?
……………………………………. 4. Welk niveau doe je? ………………………………………. 5. Als je op het internet wat voor soort sites zit je dan meestal (meerdere antwoorden mogelijk)? o Sociale netwerksites (hyves, facebook, msn etc.) o Sportsites (je sportclub, sites met voetbalnieuws en sportnieuws) o Sites met filmpjes en muziek ( youtube, dumpert, uitzendinggemist) o Sites met spelletjes o Anders nl……………………………
o o o o o
Nee Tijdschriften Huis aan huis Krant Anders nl…………………
8. Wanneer jij iets gaat kopen voor jezelf, bekijk je dan eerst advertenties, reclame of internetsites voordat je dat doet? o o o
Ja, meestal Ja, soms Nee
9. Als jij een leuke reclame, advertenties ziet koop je dan meteen het product? o o o
Ja, meestal Ja, soms Nee
10.Heb je hyves, facebook, msn (meerdere antwoorden mogelijk)? o o o o
Ja, hyves Ja, facebook Ja, msn Nee
11.Hoeveel uren gemiddeld besteed jij per dag aan media? o o o
Internet ..……………... uren Televisie kijken ……………. uren Tijdschriften lezen……...… uren
12.Behoor jij tot een subcultuur? o o o o o o o o o o o o o
Nee Ja, Alto’s Ja, Gothic Ja, Skater Ja, Hippies Ja, Gabber Ja, Trendloper Ja, Urban Ja, Nerds Ja, Hooligans Ja, Punkers Ja, Metalheads Anders nl………………………………
13.Welke subculturen kom je het meest tegen in jouw omgeving (meerdere
antwoorden mogelijk)? o o o o o o o o o o o o
Alto’s Gothic Skater Hippies Gabber Trendloper Urban Nerds Hooligans Punkers Metalheads Anders nl………………………………
14.Zie jij enige ruzie’s of woordenwisseling tussen de verschillende subculturen in jouw omgeving? o Nee o Ja, tussen welke subculturen……………………… 15.Ga jij wel eens uit? o o
Ja Nee (ga verder met vraag 22)
16.Op welke leeftijd ging je voor het eerst uit? o o o o
Tussen 12 en 14 jaar 15 jaar 16 jaar Ouder dan 16 jaar
17.Hoe vaak ga je uit?
o o o o
Wekelijks 2x per maand 1x per maand Anders nl……………….
18.Naar wat voor soort uitgaansgelegenheid ga jij voornamelijk (meerdere antwoorden mogelijk)? o o o o o o
Disco Kroeg Jeugdhonk Keet Discotheek/ theater Anders nl……………………
19.Drink je alcohol als je uit gaat? o o o
Altijd Soms Nooit
20.Hoeveel geld besteed jij vervolgens maandelijks daadwerkelijk aan uitgaan? ……………………………….. 21.Wat is de belangrijkste redenen om op stap te gaan (meerdere antwoorden mogelijk)? o Nieuwe mensen te ontmoeten o Alcohol te drinken o Iemand te versieren o Te dansen o Voor de gezelligheid 22.Waarom ga je niet uit?
o o o
Geen geld Geen toestemming van ouders Geen behoefte
23.Hoe belangrijk is uiterlijk voor jou? (geef het een cijfer van 1 – 10) ………………………………………. 24.Hoeveel geld besteed jij aan je persoonlijke verzorging (denk aan kleding, make-up, parfum etc.)? …………………………………………. 25.Waar koop jij je kleding het meest (meerdere antwoorden mogelijk)? o Goedkope winkels (zoals Bentex, zeeman, wibraetc) o Redelijk goedkope winkels (H&M, coolcat, C&A, Scooter etc) o Duurdere winkel (zoals WE, veromoda, V&D, Jack&Jonesetc) o Relatiefdurewinkel (zoals fifty six, man at work, esprit, young men shop etc) o Anders nl……………………… 26.Hoeveel tijd besteed jij gemiddeld aan je uiterlijk? ………………………………………….. 27.Hoe tevreden ben jij over je uiterlijk (geef het een cijfer van 1 – 10)? ……………………………………
Interview Leef en Belevingswereld van Jongeren (Uiterlijk, Media, Uitgaan, Subculturen) aan leerling(en): 05-12-‘10 Jelle van der Veen Leeftijd: 17 Woonplaats: Parrega School: 4e jaar VMBO Techniek Breed 1: Wat voor soort media is voor jou het meest populair? Ik gebruik het meest Internet. Ik kijk wel eens TV. Kranten lees ik nooit. 2: Denk jij dat jongeren of jezelf beïnvloedt worden door de media, bijvoorbeeld als je iets koopt of type gedrag/houding? Zijn vast mensen die gedrag van de TV na gaan doen maar het kan mij niks schelen ik trek me daar niks van aan. 3: Wat voor soorten subculturen ken je zelf allemaal? Ik ken kakkers, Gothic, Punk, Boeren 4: Heb je veel te maken met allerlei soorten verschillende groepjes om je heen, en voel jij je ook bij een thuis? Ik zie op school wel verschillende groepjes maar die lijken qua uiterlijk (kleding etc.) niet op elkaar maar dat zijn meer vriendengroepjes. Zelf hoor ik daar niet bij ik heb mijn eigen stijl en draag kleren die anderen niet dragen. (lerenjas, cowboylaarzen, lang haar). 5: Ga je ook veel om met andere soorten groepjes en hoe is de sfeer binnen die van jou? Heb niet veel met groepjes te maken dus weet niet echt hoe de sfeer is. 6: Wat zijn de uitgaansgelegenheden bij jouw in de buurt, ga je daar zelf ook heen? Ik ga niet op stap omdat mij dat niks boeit. Hier in het dorp hebben we een jeugdhonk. 7: Is er volgens jou een verschil waar mensen uit een dorp of mensen uit een stad uitgaan? Dat denk ik wel. ‘Stadjes’ gaan naar de disco. In een dorp drinken ze veel bier in een keet. 8: Wanneer begon jij met uitgaan, wou je al eerder? n.v.t. 9: Vind jij je uiterlijk erg belangrijk? Ja ik draag graag schone kleren en mijn haar moet goed zitten. 10: Geef jij veel geld uit aan je uiterlijk? Ik geef vooral veel geld uit aan dure kleren. Schoenen en jas. Verder geef ik bijna geen geld uit aan mijn uiterlijk.
Interview Leef en Belevingswereld van Jongeren (Uiterlijk, Media, Uitgaan, Subculturen) aan leerling(en): 04-12-‘10 Geslacht: vrouwelijk Leeftijd: 13 Woonplaats: Parrega School: 2e jaar VWO tweetalig 1: Wat voor soort media zijn voor jou het meest populair? Hyves! Verder lees ik tijdschriften; Cosmogirl, Fancy & Girlz 2: Denk jij dat jongeren of jezelf beïnvloedt worden door de media, bijvoorbeeld als je iets koopt of type gedrag/houding? Ja de laatste modes zijn op TV te zien. Ook zijn er veel reclames waar ‘hippe’ telefoons voorbij komen. 3: Wat voor soorten subculturen ken je zelf allemaal? Gothic, Punk, Stads, Boeren 4: Heb je veel te maken met allerlei soorten verschillende groepjes om je heen, en voel jij je ook bij een thuis? Er zijn op school niet veel verschillende groepjes. Zelf ga ik wel met een groep meisjes om die hetzelfde als mij zijn. We volgen graag de laatste mode. 5: Ga je ook veel om met andere soorten groepjes en hoe is de sfeer binnen die van jou? Ik heb een heel gezellig vriendinnengroepje. Met andere klasgenoten ga ik niet heel erg veel om. 6: Wat zijn de uitgaansgelegenheden bij jou in de buurt, ga je daar zelf ook heen? Er is een keet in een naast gelegen dorp en in Bolsward is discotheek de Prins. Zelf ga ik nog niet veel uit alleen naar schoolfeesten bijvoorbeeld. Deze vond een tijdje terug in de Prins. 7: Is er volgens jou een verschil waar mensen uit een dorp of mensen uit een stad uitgaan? Ja mensen uit een stad gaan echt niet naar en keet! Die blijven vaak in hun stad zelf. Mensen uit een dorp gaan naar feesttenten. 8: Wanneer begon jij met uitgaan, wou je al eerder? n.v.t. 9: Vind jij je uiterlijk erg belangrijk? Ja ik ga niet zonder mascara de deur uit. 10: Geef jij veel geld uit aan je uiterlijk? Ja ik krijg kleedgeld en mag zelf weten wat ik daar mee doe. Ik geef alles uit aan kleren en nieuwe make-up.
93
Interview Leef en Belevingswereld van Jongeren (Uiterlijk, Media, Uitgaan, Subculturen) aan deskundige(n): 09-12-‘10 Mevr. L.Soldaat Lerarenopleiding GZW diploma ± 10 jaar docent VMBO Stages in alle onderwijssoorten gelopen; MBO,VMBO, speciaal onderwijs Momenteel lerares aan de NHL o.a. Sociologie en Tijdsbesteding Alle antwoorden zijn meningen van mevr. gebaseerd op haar ervaringen in het onderwijs en is dus voornamelijk op het VMBO gericht 1: Wat voor soort media zijn volgens u populair onder jongeren en welke zijn enorm in opkomst? Twittereren is volgens mij enorm in opkomst. Hyves is ook erg populair onder de jongeren, het is een makkelijke vorm om contact te leggen. Wel zie ik dat er minder contact is in ‘real life’. Ook doen er zich snel conflicten voor door digitaal contact. Boodschappen worden soms verkeerd geïnterpreteerd omdat lichaamstaal ontbreekt. 2: Denkt u dat jongeren enorm beïnvloedt worden door de media met betrekking op hun gedrag? Ja dat denk ik wel. Ik heb vooral gezien dat VMBO leerlingen beïnvloedbaar zijn. Een oorzaak zou kunnen zijn dat vooral bij deze groep jongeren de ouders vaak niet thuis zijn en de jongeren zo een grote vrijheid genieten. Zij zien dan niet zozeer hun ouders als voorbeeld maar ook de media omdat ze relatief veel TV kijken. 3: Is er een verschil van beïnvloeding tussen jongens en meisjes? Naar mijn mening zijn meisjes kwetsbaarder. Dit is er denk ik al in de opvoeding ingeslopen door de rolverdeling; jongens en meisjes. 4: Is de aanwezigheid van subculturen nog steeds sterk aanwezig op de scholen, of is dit geheel anders dan vroeger? Ja die zijn er nog steeds en het verbaasd mij dat subculturen nog steeds niet geaccepteerd worden. Het kleedgedrag is nu meer volgens de norm en minder excentriek dan vroeger. 5: Wat zijn volgens u de populairste subculturen onder jongeren? Trendvolgers, Gothic en Punk. Deze subculturen onderscheiden zich in kleding, make- up en uitgaansgelegenheden. 6: Hoe zijn de relaties binnen en tussen die groeperingen? Er heerst een ‘gedoogbeleid’. 7: Is er een verschil bij het uitgaan van jongeren tussen mensen die in een dorp wonen of in de stad? Beide groepen gaan uit. Wel zie je dat mensen uit de stad meer in hun stad blijven qua uitgaan. 8: Wat is volgens u de belangrijkste reden onder jongeren om uit te gaan? Sociale contacten en drinken.
94
9: Wat zijn de prioriteiten tussen jongens en meisjes ten opzichte van het uiterlijk? Jongens besteden voornamelijk aandacht aan hun kleding en meisjes overduidelijk aan make-up. 10: Bestaat er volgens u een samenhang tussen uiterlijk en onzekerheid? Ik heb het idee dat leerlingen op het VMBO minder zelfverzekerd zijn door hun achtergrond. Niet altijd een stabiele thuisfactor of weinig het ‘thuis’ gevoel.
95
Bijlage 4: Interview Mishandeling Naam: Esther Hoekstra Opleiding: Pedagogiek, jaar 4 Leeftijd: 23
Worden er veel jongeren mishandeld in de omgeving van Leeuwarden? Deze vraag vind ik lastig te benantwoorden, hier heb ik geen duidelijke cijfers van. Wel weet ik dat er per jaar ongeveer 107.000 kinderen worden mishandeld in Nederland. 19.000 worden fysiek mishandeld en 4700 worden seksueel mishandeld. Hoe kun je volgens jou kindermishandeling signaleren? Volgens mij kun je het beste kindermishandeling signaleren door open te staan voor signalen. Je moet voelsprieten op je hoofd hebben die signalen van de kinderen oppikken. Daarnaast vind ik dat elke docent enige kennis moet hebben van kindermishandeling wat deze verkregen heeft door bijvoorbeeld een informatiebijeenkomst of een training. Hiermee bedoel ik dat een docent moet weten welke signalen kinderen af kunnen geven wanneer er wellicht sprake is van kindermishandeling. Op deze manier wordt de docent getraind om open te staan voor signalen. Waneer je als docent signalen krijgt moet je zorgen dat je die signalen kunt onderbouwen; dus goed observeren en op papier zetten wat voor ‘vreemde’ gedragingen je ziet. Op deze manier kun je naar ouders toe duidelijk benoemen wat je opvalt aan de leerling. Wat zou je volgens jou als leraar/lerares kunnen doen als je denkt dat een jongere in jouw klas wordt mishandeld? Zoals hierboven al beschreven is het belangrijk dat je de leerling goed observeert; wat valt je op en denk daarbij aan wat dit gedrag zo vreemd maakt. Daarnaast moet je in kaart brengen of het structureel is wat je ziet; dus gedraagt de leerling zich elke dag vreemd of heb je dit maar 1 keer gezien? Als leraar of lerares kun je ervoor kiezen om je bevindingen voor te leggen aan de jongere. Houd hierbij rekening dat je niet mag spreken van kindermishandeling; immers: dit weet je nog niet zeker! Je zou er voor kunnen kiezen om te zeggen tegen de jongere: ‘Ik vind je laatste tijd veel stiller in de klas dan normaal, klopt dit? Op deze manier open je een gesprek. Daarnaast zou je er eventueel nog voor kunnen kiezen om met de ouders een gesprek aan de gaan. Dit doe je op dezelfde manier, immers: je weet niet of er sprake is van mishandeling! Je zou kunnen openen door te zeggen: ‘Het valt me op dat uw zoon de laatste paar weken stiller is dan voorheen, zien jullie dit ook? Wanneer je dit lastig vindt, kun je er voor kiezen om het met je collega’s te bespreken op bijvoorbeeld een leerlingenbespreking. Daarnaast heeft elke school een Zorgteam waar je met dit soort onderwerpen terecht kunt. Onthoud goed: alleen deskundigen mogen daadwerkelijk vaststellen of het om mishandeling gaat! Wat kun je het beste doen als je denkt dat iemand wordt mishandeld maar je het niet zeker weet? Zoals hierboven al beschreven; goed observeren en beschrijven wat je ziet. Wanneer je het niet zeker weet moet je ervoor zorgen dat je nog meer ‘bewijzen’ verzameld waardoor je zekerder wordt van je zaak. Een gesprek aangaan met de jongere kan ook goed zijn; hieruit kan naar voren komen dat thuis juist heel erg goed gaat en dat het met andere zaken te maken heeft dat hij zo stil is. Zorg ervoor dat je open staat voor het verhaal en focus je niet alleen op de gedachte dat het om mishandeling kan gaan! Er kunnen ook andere dingen aan de hand zijn!
96
Wat kun je het beste doen als buitenstaander als je weet dat iemand mishandeld wordt? Ook hier is weer belangrijk: observeer goed en beschrijf wat je ziet. Denk vervolgens wat er zo vreemd is aan dat gedrag. Het AMK (Advies- & Meldpunt Kindermishandeling) is een instelling welke je vervolgens kan helpen met vervolgstappen. Het AMK is erg laagdrempelig; voor allerlei vragen kun je hier terecht! Wanneer je als buitenstaander vermoedens hebt van mishandeling (vermoedens is hierbij erg belangrijk: het is moeilijk om gelijk vast te stellen of iemand daadwerkelijk mishandeld wordt) zou je hiermee contact mee kunnen opnemen. Hier werken professionals die je hiermee verder kunnen helpen en die advies kunnen geven op maat! Vind je ook dat er meer voorlichtingen over kindermishandeling moet komen op bijvoorbeeld scholen? Ik merk dat er steeds meer gesproken wordt over kindermishandeling en dat hier meer voorlichting over zou kunnen komen op scholen. Hierbij vind ik wel dat deze voorlichting niet zomaar kan worden gegeven; immers: je geeft voorlichting aan de doelgroep welke zelf te maken kunnen hebben met kindermishandeling. Er moet goed nagedacht worden over de inhoud van de lessen. Is het doel bijvoorbeeld om kinderen in te laten zien welke mishandelingen er zijn of is je doel ervoor te zorgen dat deze kinderen later zelf hun eigen kinderen niet gaan behandelen? Je moet goed kijken wat je wilt bereiken met een voorlichting over kindermishandeling op scholen. Persoonlijk vind ik het belangrijker dat er meer aandacht besteed wordt aan vertrouwenspersonen op school. Veel kinderen, heb ik gemerkt tijdens stages, zijn niet op de hoogte van deze persoon binnen school. Deze persoon kan heel belangrijk zijn wanneer het gaat om kindermishandeling. Een voorlichting over zo’n persoon binnen school zou ik dus effectiever vinden; deze zou bijvoorbeeld kunnen vertellen wie hij of zij is en wat hij of zij kan doen voor de jongeren op school. Wat is de meest voorkomende mishandeling hier in de buurt volgens jou ? Ik denk fysieke en emotionele mishandeling. In mijn ogen wordt er vaak emotioneel mishandeld terwijl ouders dit zelf niet in de gaten hebben. Immers; een kind een klap geven is duidelijk zichtbaar maar iemand emotioneel onderuit halen is minder zichtbaar duidelijk (denk hierbij bijvoorbeeld aan een kind steeds negeren wanneer deze iets enthousiast vertelt). Is dat ook anders als je naar heel Nederland kijkt? Ik denk niet dat er duidelijk een verschil ik tussen Friesland en Nederland opzich. Wel is er uit onderzoek gebleken dat kinderen van ouders die zeer laag opgeleid zijn 7x vaker mishandeld worden. Wanneer ouders werkloos zijn is er 5x meer kans op mishandeling en allochtone ouders lopen 3,5 x meer risico. Heb je verder ook nog tips voor mij als toekomstig lerares? Ik denk dat ik hierboven veel heb beschreven. Belangrijk is om open te staan voor je leerlingen en te observeren wat je opvalt. Daarnaast is het belangrijk dat je vertrouwen uitstraalt naar de jongere toe waardoor je misschien iets kan doen. Ook vind ik het belangrijk dat je ook openstaat voor andere factoren; er kunnen meer dingen aan de hand zijn, dus het hoeft niet meteen om mishandeling te gaan. Daarnaast moet je professioneel blijven door je persoonlijke oordeel in het midden te laten; val niet gelijk de ouders aan of de jongere. De belangrijkste tip: zorg voor voldoende ‘bewijs’ wil je iets met je vermoedens ga doen en onthoud altijd dat je niet de enige bent in de omgeving van het kind. Je hebt altijd nog je collega’s om je vermoedens mee te delen en daarnaast kan ook het zorgteam je verder helpen. Heb je verder nog tips voor iedereen die mishandeling signaleert? Alles is wel beschreven. Onthoud goed dat het AMK je heel goed verder kan helpen. Zij zijn echt gespecialiseerd in kindermishandeling. Daarnaast: oordeel niet te snel en probeer ‘bewijzen’ te verzamelen zodat je goed overwogen beslissingen kan nemen.
97
Heb je verder nog belangrijke informatie waarvan je denkt dat het voor ons beeld wel goed is om te weten? Ik denk dat ik alles wel heb gezegd.
98
Bijlage 5: Interview Jenneke Zantingh Hoe gaat het met u? Prima,dank je wel! Wat voor werk doet u binnen stichting Elker? Ik ben leidinggevende bij de stichting Elker voor de ambulante crisis afdeling. Hier komen de aanmeldingen binnen van kinderen van 0 tot 18 jaar waarbij er sprake is van een ernstige crisis en een acuut dreigende uithuisplaatsing. In vele gevallen is er sprake van ernstige mishandeling. (lichamelijk,emotioneel of psychisch) Komen er veel jongeren bij jullie binnen die problemen thuis hebben door verslaving? Ja redelijk veel.(wij spreken liever van een overmatig gebruik) Vaak geeft dit gebruik aan dat er ook andere problemen zijn. De jongere heeft dan vaak zijn/haar gebruik een hele tijd gebruikt om de andere problemen niet te voelen. De echte verslaving ligt zeker op de loer. Met welke leeftijdscategorie werkt u bij Elker? Kinderen tussen de 0 en 18 jaar. Soms worden we gebeld door een ziekenhuis als een kindje geboren wordt en ouders niet in staat zijn om voor dit kind te zorgen. Bij pubers en adolescenten zijn het vaak jongeren die door hun niet acceptabele gedrag in the picture komen. Wat voor problemen hebben deze kinderen/ jongeren zoal? Bij de spoedzorg komt werkelijk alles binnen,zoals al gemeld kan het gaan om psychische,emotionele of lichamelijke verwaarlozing of mishandeling van de kinderen. De kinderen zelf vertonen vaak afwijkend gedrag ten opzichte van leeftijdsgenoten. Daarnaast kan er ook natuurlijk sprake zijn van eigen problematiek bij het kind. Zoals,ppd-nos,asperger,adhd,odd en andere stoornissen Gaat het hier altijd om de problemen van het kind? Nee,lang niet altijd maar het is wel altijd het kind wat in de knel zit. Dit kan ook komen door de problemen van de volwassenen om hun heen. Bijvoorbeeld,een ouder die psychiatrisch is,verslaafd is of zelf licht verstandelijk gehandicapt waardoor ze niet in staat zijn het kind een veilig opgroeiklimaat te bieden. Op welke gebieden komen de problemen van een kind tot uiting? Dit kan op allerlei gebieden zijn. Vaak zie je wel dat jongetjes externaliserend gedrag vertonen en meisjes internaliserend gedrag vertonen. Komen de problemen die een kind heeft altijd door het kind zelf? Nee,maar eigenlijk maakt het niet zoveel uit waar de problemen door komen. Bij spoedzorg zoeken we altijd naar de soort crisis en passen hier onze hulpverlening op aan.
99
Hoe zit het met de dagbesteding van de jongeren? Dagbesteding vinden we altijd een heel belangrijk onderwerp, omdat dit elk kind en elke volwassene hou vast geeft. Als we bij een crisis betrokken worden waarbij het kind al niet meer naar school gaat is dit een van onze eerste doelen om te veranderen. Ziet u ook een verband tussen de problemen van de ouders en de problemen van de kinderen? Soms wel,soms niet. Maar als ouders zelf uit een situatie komen waarin ze zelf mishandeld werden zie je dit vaak bij de kinderen ook. Deze ouders hebben niet geleerd hoe een kind gezond op te voeden.
100