Pensioen in de belevingswereld van vrouwen
Hoe pensioen het beste onder de aandacht kan worden gebracht van vrouwen
Een onderzoek in opdracht van
Lisette Hanemaaijer Februari 2011
Titelblad Titel scriptie: Ondertitel: Auteur: Studentnummer: Klas: Bedrijf:
Pensioen in de belevingswereld van vrouwen Hoe pensioen het beste onder de aandacht kan worden gebracht van vrouwen
Mevrouw L.E. Hanemaaijer
0784507
FSM49
CentiQ, Wijzer in geldzaken, Platform van Ministerie van Financiën
Stagebegeleider: Stagedocent: Tweede beoordelaar: Opleiding: Opleidingsinstituut: Plaats: Datum:
Mevrouw drs. M.E.J. van den Heijkant Mevrouw dr. R.L. Biezeveld Mevrouw P.J.M. Koevoet‐Sonneveld MFP Financial Services Management Hogeschool Rotterdam De Lier 4 februari 2011
Woord vooraf Dit onderzoeksrapport is mijn afstudeerscriptie. Het is mijn eindproduct voor de Hbo‐opleiding Financial Services Management aan Hogeschool Rotterdam, de kroon op mijn werk. Eerlijk gezegd stond ik niet te springen om deze onderzoeksfase van mijn studie in te gaan. Ik had weinig affiniteit met onderzoek doen. Totdat dit onderwerp op mijn pad kwam, een onderzoek dat betrekking had op het bevorderen van pensioenbewustzijn bij vrouwen. Er was een match tussen mijn vakgebied en mijn belangen voor mijzelf als vrouw. Dit moest een succesverhaal worden en dat is het naar mijn idee ook. Met veel plezier heb ik aan deze scriptie gewerkt, met name het afnemen van de interviews vond ik erg leuk om te doen. Ik kijk terug op een heel leerzame afstudeerperiode waarin ik veel kennis en ervaring heb opgedaan. Dit onderzoek was er echter niet geweest zonder de opdrachtgever, het platform CentiQ, Wijzer in geldzaken. Ik wil mijn stagebegeleider Marloes van den Heijkant, Programmamanager onderzoek bij CentiQ, Wijzer in geldzaken, bedanken voor haar begeleiding. Ik heb deze begeleiding als prettig ervaren. Bedankt voor het vertrouwen en de zetjes in de goede richting als ik dreigde te verdwalen. Ook gaat mijn dank uit naar mijn stagedocent Renske Biezeveld, Lector Pensioenmanagement bij Hogeschool Rotterdam. Deze begeleiding heb ik eveneens als onmisbaar ervaren. Tevens wil ik alle vrouwen bedanken die ik heb mogen interviewen. Dank jullie wel voor jullie tijd en enthousiasme, zonder jullie had er geen onderzoek kunnen plaatsvinden. Een groot woord van dank naar mijn dierbaren mag in dit voorwoord zeker niet ontbreken. Bedankt voor de steun en het oppeppen wanneer ik even met de handen in het haar zat, maar ook voor de afleiding wanneer ik alleen nog maar gefocust was op dit onderzoek. De Lier, februari 2011 Lisette Hanemaaijer
Samenvatting onderzoek ‘pensioen in de belevingswereld van vrouwen’
Binnen de programmalijn ‘Zorg voor de toekomst’ van het platform CentiQ, Wijzer in geldzaken is ‘pensioen’ een centraal thema. De Pensioenbewustzijn‐meter 2009, ontwikkeld door CentiQ, Wijzer in geldzaken, Stichting Pensioenkijker.nl en TNS NIPO, liet zien dat 70% van de vrouwen in Nederland volledig pensioenonbewust is. Vrouwen vormen een risicogroep, omdat zij in het algemeen veel minder pensioen opbouwen dan mannen. Daarom is in 2010 dit onderzoek uitgevoerd met als hoofdvraag:
Op welke manieren kan pensioen het beste onder de aandacht worden gebracht bij vrouwen?
Er is gebruik gemaakt van kwalitatief onderzoek in de vorm van interviews. Er zijn in totaal dertien interviews afgenomen bij organisaties die ervaring hebben met het benaderen van vrouwen over het onderwerp pensioen. Door alleen vrouwen te interviewen kon ook gevraagd worden naar hun eigen mening. Ik hoop dat pensioenfondsen en –verzekeraars met deze inventarisatie van strategieën die al zijn uitgeprobeerd van elkaar kunnen leren.
De ‘ver‐van‐mijn‐bed‐show’, het gebrek aan invloed op het pensioen en het daarmee veronderstelde vertrouwen dat alles goed voor je geregeld wordt, worden genoemd als algemene oorzaken van pensioenonbewustzijn. Daarnaast geven de respondenten aan dat de desinteresse bij vrouwen wordt gestimuleerd omdat zij hun inkomen en daarmee ook hun pensioen vaak als extraatje zien. Tevens wordt het gebrek aan financiële zelfstandigheid onder vrouwen als oorzaak genoemd. Hierbij wordt aangegeven dat vrouwen vaak vanuit hun opvoeding hebben meegekregen dat er altijd wel een vangnet zal zijn in de vorm van een man. Deze vrouwen maken zich daarom geen zorgen over hun huidige inkomen dan wel het inkomen voor de toekomst.
Persoonlijk, onafhankelijk, kleinschalig Benaderingen waarbij vrouwen de gelegenheid krijgen om vragen te stellen aan een deskundige over hun persoonlijke situatie worden door de respondenten een succes genoemd. Het lijkt hierbij van belang dat de afzender als onafhankelijk bestempeld kan worden, omdat vrouwen anders het gevoel hebben dat er van hen geprofiteerd wordt in plaats van andersom. De kleinschaligheid van dergelijke persoonlijke bijeenkomsten wordt tevens als een succesfactor aangemerkt.
Feminiene waarden Daarnaast komt uit de ervaringen van de geïnterviewden naar voren dat vrouwen zich het prettigst voelen bij een vrouwelijke pensioendeskundige. Als reden hiervoor wordt genoemd dat vrouwen bij een mannelijke deskundige het gevoel missen dat hij zich volledig kan verplaatsen in hun situatie. Masculiene benaderingen lijken sowieso vermeden te moeten worden; met name feminiene waarden komen terug in de benaderingen die als succesvol aangemerkt worden. Overeenkomstigheid is er daar één van. Zo lijkt de aandacht van vrouwen getrokken te kunnen worden door verhalen van andere vrouwen waarin wordt verteld over de gezins‐ en pensioensituatie. Deze verhalen kunnen herkenning oproepen. Dit kan een aanleiding zijn voor een vrouw om zichzelf af te vragen hoe het met haar pensioensituatie is gesteld. De vrouwen in de pensioenverhalen fungeren zo als rolmodellen. Deze verhalen moeten volgens de respondenten niet uitgesproken positief of negatief zijn, maar reëel.
Werkgever De werkgever wordt bestempeld als dé plaats waar vrouwen, maar ook mannen, geïnformeerd willen worden over hun pensioen. Via de werkgever zelf dan wel via de HR‐functionaris. Werkgeversbijeenkomsten worden een succes genoemd, maar hierbij lijkt het wel van belang dat deze bijeenkomsten onder werktijd plaatsvinden. Avondbijeenkomsten kunnen ook succesvol zijn mits er een ontspanningsonderdeel wordt toegevoegd aan het programma. Collega’s kunnen volgens respondenten worden ingezet om op de werkvloer pensioeninformatie te verstrekken aan andere collega’s. Zij worden als het ware pensioenambassadeurs. Om deze benadering te laten slagen, moeten de ambassadeurs wel dusdanig opgeleid zijn dat zij zelfverzekerd zijn over hun pensioenkennis. Anders is de ervaring dat deze medewerkers hun collega’s niet proactief durven te benaderen.
Interesses Door het onderwerp pensioen te koppelen aan de interesses van vrouwen kan ook de aandacht gewekt worden. Zo kunnen vrouwen aangesproken worden op hun zorgrol voor het gezin: ‘Hoe wil je dat jouw dierbaren achterblijven?’ Door deze zorgfactor te gebruiken in het pensioenverhaal, kunnen vrouwen worden wakker geschud. De respondenten hebben ook goede ervaringen met het koppelen van andere interesses van vrouwen aan het onderwerp pensioen. Zo kunnen interesses dienen als lokmiddel tot het gebruiken van een bepaalde tool of het aanschaffen van een product, maar ook om bewustwording te creëren. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het beeldend vertalen van opgebouwde pensioenaanspraken naar aankoopmogelijkheden. Overigens lijken beelden zowel mannen als vrouwen meer aan te spreken dan tekst en cijferoverzichten. Men moet er echter niet vanuit gaan dat elke benadering waarbij een vermeende interesse van vrouwen gekoppeld wordt aan pensioen een succes is. Interesses verschillen per doelgroep en de diversiteit onder vrouwen is groot.
Financiële opvoeding en educatie Het ontbreken van het besef van het belang van financiële zelfredzaamheid onder vrouwen wordt als oorzaak gezien voor het gebrek aan pensioenbewustzijn bij deze doelgroep. Veel respondenten vinden daarom dat vrouwen middels opvoeding thuis dan wel middels financiële educatie op school bijgebracht moet worden dat zij te allen tijde zelf hun boontjes moeten kunnen doppen. De respondenten gaven tevens vaak aan dat consumenten in het algemeen pensioeninformatie tegen moeten komen daar waar de life events plaatsvinden die van invloed zijn op het pensioen, zoals bijvoorbeeld wanneer men gaat trouwen en scheiden. Op die manier wordt consumenten meteen duidelijk gemaakt wat de beslissing voor gevolgen heeft voor de pensioensituatie.
In onderstaande tabel worden de positieve ervaringen van de respondenten met betrekking tot het onder de aandacht brengen van pensioen bij vrouwen kort samengevat.
Do’s: • Geef vrouwen de gelegenheid vragen te stellen over hun persoonlijke situatie • Presenteer benaderingen door onafhankelijke organisaties • Presenteer pensioeninformatie bij of vanuit de werkgever via HR‐medewerkers en/of pensioenambassadeurs • Zet vrouwelijke deskundigen in • Roep herkenning op, bijvoorbeeld door het publiceren van realistische pensioenverhalen van vrouwen • Breng pensioen dichterbij de belevingswereld van vrouwen door het gezin erbij te betrekken • Koppel pensioen aan interesses • Bied pensioeninformatie aan daar waar life events plaatsvinden die van invloed zijn op het pensioen
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 – Inleiding............................................................................................................ 10 1.1 CentiQ, Wijzer in geldzaken ........................................................................................................ 10 1.2 Aanleiding.................................................................................................................................... 11 1.3 Centrale vraagstelling.................................................................................................................. 12 1.4 Leeswijzer .................................................................................................................................... 12
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader ............................................................................................ 13 2.1 Pensioenbewustzijn..................................................................................................................... 13 2.2 De volledig pensioenonbewuste vrouw ...................................................................................... 15 2.3 Pensioenregelingen ..................................................................................................................... 16 2.4 Huidige situatie pensioenfondsen............................................................................................... 20 2.5 Financiële zelfredzaamheid van vrouwen ................................................................................... 24 2.6 Marketing voor vrouwen............................................................................................................. 27
Hoofdstuk 3 – Methodologie .................................................................................................. 29 3.1 Kernbegrippen............................................................................................................................. 29 3.2 Onderzoeksmethode ................................................................................................................... 29 3.2.1 Manier van selecteren.......................................................................................................... 30 3.2.2 Respondenten ...................................................................................................................... 30 3.2.3 Interviews ............................................................................................................................. 31 3.2.4 Dataverwerking .................................................................................................................... 31 3.2.5 Betrouwbaarheid en validiteit.............................................................................................. 32 3.3 Inperking van het onderzoek....................................................................................................... 32
Hoofdstuk 4 – Resultaten en analyse ..................................................................................... 33 4.1 Ervaringen pensioenbewustzijn vrouwen ................................................................................... 33 4.1.1 Mate van pensioenonbewustzijn ......................................................................................... 33 4.1.2 Algemene oorzaken.............................................................................................................. 33 4.1.3 Oorzaken voor vrouwen....................................................................................................... 34 4.2 Succesvolle benaderingen ........................................................................................................... 36 4.2.1 Persoonlijke benadering....................................................................................................... 36 4.2.2 Onafhankelijke organisatie................................................................................................... 37 4.2.3 Werkgever ............................................................................................................................ 37 4.2.4 Vrouwelijke deskundigen ..................................................................................................... 38 4.2.5 Pensioenambassadeur ......................................................................................................... 38 4.2.6 Pensioen koppelen aan zorgbehoefte.................................................................................. 39 4.2.7 Pensioen koppelen aan interesses ....................................................................................... 39 4.2.8 Beeldtaal............................................................................................................................... 40 4.2.9 Herkenning creëren.............................................................................................................. 40
4.3 Minder succesvolle benaderingen .............................................................................................. 41 4.3.1 Cijferoverzichten .................................................................................................................. 41 4.3.2 Doemscenario’s .................................................................................................................... 42 4.3.3 Bijeenkomsten na werktijd................................................................................................... 42 4.3.4 Masculiene benaderingen .................................................................................................... 42 4.4 Suggesties .................................................................................................................................... 43 4.4.1 Financiële opvoeding............................................................................................................ 43 4.4.2 Financiële educatie op school .............................................................................................. 44 4.4.3 Bespreekbaar maken............................................................................................................ 44 4.5 Benaderingen die breder ingezet kunnen worden ..................................................................... 45 4.5.1 Persoonlijke benadering....................................................................................................... 45 4.5.2 Pensioenambassadrice ......................................................................................................... 45 4.5.3 Werkgever ............................................................................................................................ 45 4.5.4 Pensioen koppelen aan zorgbehoefte.................................................................................. 46 4.5.5 Pensioen koppelen aan interesses ....................................................................................... 46 4.5.6 Herkenning creëren.............................................................................................................. 46 4.6 Plannen voor de toekomst .......................................................................................................... 46
Hoofdstuk 5 – Conclusie en aanbevelingen............................................................................ 48 5.1 Beantwoording onderzoeksvraag................................................................................................ 48 5.2 Aanbevelingen............................................................................................................................. 50
Literatuurlijst ........................................................................................................................... 51 Bijlagen..................................................................................................................................... 56 Bijlage 1 – Vragenlijst interviews....................................................................................................... 56 Bijlage 2 – Interviewverslagen........................................................................................................... 57
Hoofdstuk 1 – Inleiding
In dit hoofdstuk wordt de opdrachtgever van dit onderzoek toegelicht, CentiQ, Wijzer in geldzaken. Tevens wordt de aanleiding voor dit onderzoek uiteengezet waarna de centrale vraagstelling volgt. Aan het einde van dit hoofdstuk vindt u een leeswijzer.
1.1 CentiQ, Wijzer in geldzaken Op initiatief van het ministerie van Financiën is het platform CentiQ, Wijzer in geldzaken opgericht. In het platform werken meer dan veertig partners samen met als doel het financieel inzicht van consumenten te verhogen. Onder de partners bevinden zich onder andere een aantal ministeries, zoals het ministerie van Financiën en het ministerie van Onderwijs. Verder wordt de financiële sector vertegenwoordigd door diverse banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Ook zijn verschillende universiteiten en voorlichtings‐ en consumentenorganisaties aangesloten bij het platform om samen te werken aan financiële bewustwording en educatie van de consument.
Missie CentiQ‐partners willen het financiële inzicht en de financiële vaardigheden van consumenten vergroten en willen bevorderen dat consumenten bewust financiële beslissingen nemen. Door hun krachten te bundelen in het platform CentiQ, Wijzer in geldzaken willen partners consumenten beter bereiken, informeren en helpen ‘wijzer in geldzaken’ te worden. 1
Doelstelling Consumenten hebben hun financieel beheer – nu en met een lange termijn horizon – beter op orde. Ze zijn zelf actief betrokken en/of winnen deskundig advies in, om te komen tot weloverwogen financiële beslissingen die bijdragen aan het behalen van persoonlijke doelen. ¹
Om deze doelstelling te bereiken is er een drietal programmalijnen opgericht waar de activiteiten van CentiQ, Wijzer in geldzaken zijn ondergebracht, te weten Financiën op orde, Jong geleerd is oud gedaan en Zorg voor de toekomst. De programmalijnen worden hieronder kort toegelicht. • Financiën op orde Bij deze programmalijn gaat het om de basisfinanciën, waarbij men zich richt op het creëren van gezond financieel gedrag bij consumenten. • Jong geleerd is oud gedaan De activiteiten in deze programmalijn richten zich op jongeren. Het doel is om jongeren financieel bewuster te maken; jongeren beter te leren omgaan met geld. • Zorg voor de toekomst Deze programmalijn heeft als doel consumenten ervan bewust te maken dat men in elke levensfase rekening dient te houden met de toekomst. Het pensioen is in deze lijn een centraal thema.
1
http://www.wijzeringeldzaken.nl/partners/platformcentiq/missie‐en‐hoofddoel.aspx Meer informatie over CentiQ, Wijzer in geldzaken is te vinden op de website www.wijzeringeldzaken.nl
Naast deze drie programmalijnen houdt het platform CentiQ, Wijzer in geldzaken zich ook bezig met activiteiten die gericht zijn op diverse basisvoorzieningen. Op het gebied van communicatie en onderzoek, zoals bijvoorbeeld de website ‘Wijzer in geldzaken’, netwerkborrels en diverse onderzoeken zoals een Publieksmonitor en Pensioenbewustzijn‐meter.
Partners De taak van het platform is het koppelen van partners aan activiteiten en het stimuleren van het delen van kennis tussen de partners onderling. Op deze manier wordt getracht de consument beter te bereiken. Alle partners hebben hun eigen verantwoordelijkheid in het creëren van een beter financieel inzicht en betere financiële vaardigheden van de consumenten, maar door hun krachten te bundelen, kan dit doel veel efficiënter behaald worden. Er kan een grotere doelgroep worden bereikt en de activiteiten kunnen eerder uitgevoerd worden tegen vaak lagere kosten.
1.2 Aanleiding
CentiQ, Wijzer in geldzaken De programmalijn ‘Zorg voor de toekomst’ van CentiQ, Wijzer in geldzaken heeft als doel consumenten ervan bewust te maken dat men in elke levensfase rekening dient te houden met de toekomst. Daartoe tracht CentiQ, Wijzer in geldzaken het langetermijndenken bij financiële consumenten te bevorderen. Het pensioen staat in deze lijn als thema centraal. Om het effect van de ondernomen activiteiten van CentiQ en partners te kunnen meten, hebben platform CentiQ, Wijzer in geldzaken, Stichting Pensioenkijker.nl en TNS NIPO in december 2009 een nieuw ontwikkeld meetinstrument gepubliceerd, de Pensioenbewustzijn‐meter. Zoals de naam al doet vermoeden is dit een instrument om het pensioenbewustzijn van Nederlanders vast te stellen, ieder jaar opnieuw, zodat de ontwikkeling hiervan gevolgd kan worden.
Conclusies Pensioenbewustzijn‐meter Naar aanleiding van de eerste meting in 2009 kan geconcludeerd worden dat: • 66% van de Nederlanders volledig pensioenonbewust is • Vrouwen vaker volledig pensioenonbewust zijn dan mannen; 70% tegenover 62%.
Risicogroep Vrouwen vormen een risicogroep. Vrouwen bouwen namelijk veel minder pensioen op dan mannen. Zo hebben mannen tussen de 40 en 45 jaar meer dan het dubbele opgebouwd aan pensioen.2 Dit komt voornamelijk omdat vrouwen vaker deeltijd werken of helemaal niet werkzaam zijn. Het is daarom van belang deze vrouwen pensioenbewuster te maken. Maar blijkbaar zijn vrouwen niet geïnteresseerd in hun pensioen of maken zij zich geen zorgen voor de toekomst. Hoe kan het dat vrouwen zich over van alles zorgen lijken te maken, behalve over hun pensioen? En vooral: hoe kunnen vrouwen dusdanig geprikkeld worden dat zij zich wel gaan interesseren voor hun financiële planning voor de lange termijn?
2
Emancipatiemonitor 2008, Sociaal en Cultureel Planbureau
11
1.3 Centrale vraagstelling Voor het onderzoek is de volgende probleemstelling gevormd.
Probleemstelling Hoe kan het pensioenbewustzijn van volledig pensioenonbewuste vrouwen worden vergroot?
Onderzoeksvraag Naar aanleiding van de probleemstelling is onderstaande onderzoeksvraag geformuleerd. Op welke manieren kan pensioen het beste onder de aandacht worden gebracht bij vrouwen? Deze onderzoeksvraag zal beantwoord kunnen worden, nadat de volgende deelvragen zijn beantwoord: 1. Wat zijn de kenmerken van de volledig pensioenonbewuste vrouw? 2. Wat zijn de best practices m.b.t. het vergroten van het pensioenbewustzijn voor vrouwen? 2.1 Welke ervaringen hebben (pensioen)organisaties met het aanspreken van vrouwen? 2.2 Welke benaderingen spreken vrouwen het meeste aan? 2.3 In hoeverre kunnen deze benaderingen breder worden ingezet voor vrouwen? 2.4 Welke benaderingen werken niet bij vrouwen? 2.5 Wat zijn de plannen voor de toekomst?
Doelstelling Meer inzicht krijgen in de voorkeuren van vrouwen om geïnformeerd te worden over pensioen en de reeds uitgeprobeerde strategieën bij pensioenfondsen en verzekeraars analyseren.
1.4 Leeswijzer De opbouw van deze scriptie is als volgt. In het tweede hoofdstuk vindt u het theoretisch kader. In dit hoofdstuk is het begrip pensioenbewustzijn uiteengezet, zijn de kenmerken onderzocht van de pensioenonbewuste vrouw, wordt uitleg gegeven over pensioenregelingen en is de huidige situatie van pensioenfondsen uiteengezet. Verder is een paragraaf gewijd aan de financiële zelfredzaamheid van vrouwen. Ook wordt in dit hoofdstuk het fenomeen vrouwenmarketing onderzocht. In het derde hoofdstuk wordt het onderzoeksdesign gepresenteerd. Het daaropvolgende hoofdstuk is gewijd aan de resultaten en de analyse van het onderzoek. In dit vierde hoofdstuk worden tevens de deelvragen beantwoord. Het vijfde en laatste hoofdstuk bevat de conclusies en de aanbevelingen. In de eerste bijlage vindt u de vragenlijst die is gebruikt bij de interviews die voor dit onderzoek zijn gehouden. In de tweede bijlage vindt u de interviewverslagen.
12
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader
In dit hoofdstuk wordt het theoretisch kader voor dit onderzoek gegeven. Het begrip pensioenbewustzijn zal uiteengezet worden. Tevens zullen de kenmerken van de volledig pensioenonbewuste vrouw aan bod komen. In paragraaf 2.3 wordt uitleg gegeven over pensioenregelingen. In de daarop volgende paragraaf wordt ingegaan op de huidige situatie van pensioenfondsen. Vervolgens komt de financiële zelfredzaamheid van vrouwen aan de orde als ook het onderwerp marketing voor vrouwen.
2.1 Pensioenbewustzijn In het rapport naar aanleiding van de Pensioenbewustzijn‐meter 2009 wordt pensioenbewustzijn als volgt gedefinieerd: Pensioenbewustzijn is de mate waarin men op de hoogte is van het pensioeninkomen bij ouderdom, overlijden en arbeidsongeschiktheid, weet of dat in de eigen situatie voldoende is en weet (indien gewenst) welke oplossingen er zijn en daar een afweging in maakt.
Er zijn drie bouwstenen herleid uit deze definitie: 1. Kennis over de hoogte van het pensioeninkomen 2. Kennis over de toereikendheid van het pensioeninkomen 3. Kennis over de mogelijkheden om het pensioeninkomen te verhogen
Kennis over hoogte pensioeninkomen Men is op de hoogte van het pensioeninkomen wanneer men een reële inschatting kan maken van de verhouding tussen het verwachte pensioeninkomen en het laatstverdiende loon bij pensionering. Daarnaast moet men dit met enige zekerheid kunnen zeggen.
Kennis over toereikendheid pensioeninkomen Men heeft voldoende kennis over de toereikendheid van het pensioeninkomen wanneer men enigszins kan bepalen of het pensioeninkomen voldoende zal zijn om het leven te leiden dat men wenst na pensionering. Evenzo moet men kunnen inschatten welk percentage van het laatstverdiende nettoloon bij pensionering nodig is om het leven te kunnen leiden dat men wenst na pensionering.
Kennis over mogelijkheden verhogen pensioeninkomen Voor de laatste bouwsteen is het van belang dat men aangeeft de opbouwmogelijkheden voor pensioen te kennen. Daarnaast moet men zich hier verantwoordelijk voor voelen.
13
Figuur 2.1 – Pensioenbewustzijn‐meter
In bovenstaand figuur is schematisch weergegeven bij welke hoeveelheid kennis een persoon volledig pensioenbewust, deels pensioenbewust, deels pensioenonbewust dan wel volledig pensioenonbewust wordt genoemd.
Pensioenbewustzijn‐model Prof. Dr. Fred van Raaij, van de Universiteit van Tilburg, heeft naar aanleiding van de eerder genoemde Pensioenbewustzijn‐meter een model van pensioenbewustzijn gecreëerd. In dit model is een groot aantal factoren verwerkt die van invloed zijn op pensioenbewustzijn. Het MAO‐ model (motivation, ability en opportunity) vormt hiervoor de basis.
14
Figuur 2.2 – Pensioenbewustzijn‐model
Dit model laat zien dat pensioenbewustzijn bepaald wordt door zowel motivationele als ook cognitieve aspecten. De mate van motivatie wordt mede bepaald door toekomstverwachtingen. Situationele componenten zijn zowel van invloed op de motivatie als ook op de cognitie. Door bijvoorbeeld media‐aandacht en voorlichting kunnen de motivatie en de cognitie dusdanig worden beïnvloed dat het pensioenbewustzijn toeneemt.
2.2 De volledig pensioenonbewuste vrouw Om te kunnen bepalen op welke manieren de aandacht kan worden getrokken van pensioenonbewuste vrouwen, is het belangrijk een goed beeld te hebben van deze vrouwen. Om de kenmerken van de volledig pensioenonbewuste vrouw in kaart te brengen, zijn de data van de Penioenbewustzijn‐meter 2009 geanalyseerd.
Werk Het bruto jaarinkomen van het gezin van de volledig pensioenonbewuste vrouw is vaak boven modaal, ruim 70% heeft een gezinsinkomen van € 36.000 of meer tot haar beschikking. Het netto looninkomen per maand van de vrouw zelf is heel divers, maar ruim 67% van de volledig pensioenonbewuste vrouwen heeft een netto salaris onder de € 1.800. Van deze vrouwen verdient zelfs 30% minder dan € 900; het bedrag dat iemand per maand moet verdienen om als economisch zelfstandig te worden beschouwd.
15
Alle geënquêteerden waren werkzaam in loondienst. Van de volledig pensioenonbewuste vrouwen werkt 45% minder dan 24 uur per week. De meeste volledig pensioenonbewuste vrouwen zijn werkzaam in de zorgsector (32%), de overheidssector (15%) en de onderwijssector (13%). Hierin wijken zij overigens niet af van de gemiddelde vrouw.
Opleidingsniveau De volledig pensioenonbewuste respondenten kunnen met name tot de jongere leeftijdscategorieën worden gerekend. Deze uitkomst is niet verrassend, omdat naarmate de pensioengerechtigde leeftijd dichterbij komt het logisch is dat het pensioenverhaal wat meer gaat spelen. Volledig pensioenonbewuste vrouwen zijn iets vaker laagopgeleid dan hun volledig pensioenbewuste seksegenoten. Maar het totale opleidingsniveau wijkt hooguit 2% af van het scholingsniveau van de gemiddelde vrouw.
Levensstijl Met de grootte van het gezin onderscheidt de volledig pensioenonbewuste vrouw zich ook niet van de gemiddelde respondent. De meeste respondenten leven in een huishouden groter dan drie personen, namelijk 54%. Van de volledig pensioenonbewuste vrouwen heeft 53% een dergelijk groot huishouden. Waarschijnlijk hebben deze vrouwen kinderen, maar deze vraag is niet gesteld in het onderzoek. De meeste van deze respondenten bezitten een koopwoning waar een hypotheek op rust (69%). De volledig pensioenonbewuste vrouw leeft voornamelijk met de dag en wil zich liever niet bezighouden met wat er in de toekomst zou kunnen gebeuren. Deze leefwijze past uiteraard bij een volledig pensioenonbewuste vrouw, maar het geeft wel aan dat het bij deze doelgroep belangrijk is om pensioen dichterbij te brengen.
Financiële keuzes Er is aan de geënquêteerden gevraagd hoe zij te werk gaan wanneer zij een financieel product aankopen. Ook hier blijkt dat de diversiteit onder de respondenten zeer groot is. Dit geldt tevens voor de volledig pensioenonbewuste vrouw. Zo zoekt de ene respondent bijvoorbeeld veel informatie, waar de ander dit probeert te vermijden. Ook in het overwegen van alternatieven en het inschakelen van adviseurs wijken de meningen sterk uiteen.
2.3 Pensioenregelingen Pensioenregeling Inwoners van Nederland en mensen die in Nederland werkzaam zijn kunnen aanvullend pensioen opbouwen via een pensioenfonds of een pensioenverzekeraar. Het is mogelijk dit aanvullende pensioen op te bouwen via een werkgever. De werkgever moet verplicht een pensioenregeling aanbieden wanneer hiervoor een verplichting geldt vanuit de bedrijfstak of als deze verplichting in de CAO is vastgelegd. Als geen van beiden van toepassing is op de werkgever, dan mag de werkgever zelf beslissen of hij een pensioenregeling aan zijn werknemers aanbiedt (DNB, z.d.).
16
Taakverdeling Sinds 1 januari 2007 is er een nieuwe Pensioenwet. Deze wet vervangt de Pensioen‐ en Spaarfondsenwet (PSW). De Pensioenwet moet meer transparantie bieden dan de PSW. Daarom is in deze wet onder andere de taakverdeling tussen werkgevers, pensioenfondsen en pensioenuitvoerders duidelijk omschreven. Indien de werkgever, al dan niet verplicht, voor een pensioenregeling voor zijn werknemers zorgt, moet de werkgever deze onderbrengen bij een pensioenfonds of een pensioenverzekeraar. De verantwoordelijkheid voor het voldoen van de pensioenregeling aan de eisen van de pensioenwet ligt bij de werkgever en het bestuur van het pensioenfonds. Het pensioenfonds of de pensioenverzekeraar wordt geacht de voorlichting aan de deelnemers te verzorgen. De werkgever is mede verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van deze voorlichting. Deze voorlichting houdt onder meer het versturen van een zogenoemde startbrief in. Hierin wordt de deelnemer op de hoogte gebracht van de inhoud van de pensioenregeling. Tevens moet het fonds of de verzekeraar de deelnemer periodiek informeren over bijvoorbeeld zijn opgebouwde aanspraken en wijzigingen in de pensioenovereenkomst. Verder is het fonds of de verzekeraar verplicht informatie aan de deelnemer te verstrekken als deze daarom vraagt (Stevens & Schuurman, 2008). Een pensioenfonds kan besluiten zijn taken (voor een deel) uit te besteden aan een pensioenuitvoerder. Een pensioenuitvoerder kan zodoende de bestuurlijke, administratieve als ook de communicatieve taken uitvoeren voor een pensioenfonds.
Manier van opbouwen Een pensioenovereenkomst kan drie vormen hebben. Bij een pensioenregeling met een uitkeringsovereenkomst ontvangt de werknemer een uitkering die vooraf vastgesteld is. Wanneer er sprake is van een kapitaalovereenkomst krijgt de medewerker een vooraf vastgesteld bedrag waarmee bij een pensioenuitvoerder een pensioen aangekocht moet worden. Dit bedrag staat vast, maar de uitkering wordt bepaald door het pensioenproduct dat aangekocht wordt. De derde mogelijkheid is een premieovereenkomst. Hierbij wordt er ieder jaar een bedrag, de premie, gestort in de pensioenvoorziening van de medewerker. Met het totale bedrag moet bij aanvang van het pensioen van de werknemer een pensioen aangekocht worden. Bij deze overeenkomst is het kapitaal afhankelijk van de jaarlijkse premie en de uitkering van het pensioenproduct (Stevens & Schuurman, 2008). De opbouw van een pensioen kan op drie manieren plaatsvinden. De eindloonregeling gaat bij de opbouw uit van het laatstverdiende salaris van de werknemer. De salarisverhogingen worden dus met terugwerkende kracht op de pensioentoezegging doorberekend. Dit maakt deze regeling kostbaar voor een werkgever, omdat deze de tekorten moet aanvullen die ontstaan door de salarisverhogingen. Voor een werknemer zitten er ook nadelen aan een eindloonregeling. Zo kan de werknemer bij wisseling van werkgever te maken krijgen met een zogenoemde pensioenbreuk. Als de medewerker gaat deelnemen aan een andere pensioenregeling stopt de opbouw bij de vorige werkgever. Een pensioenbreuk ontstaat door het feit dat de loonsverhogingen bij de nieuwe werkgever niet terugwerken tot de dienstjaren bij eerdere werkgevers. Een werknemer kan tevens nadeel ondervinden van de eindloonregeling wanneer hij minder salarisverhoging geniet dan één van zijn collega’s. De solidariteitsgedachte zorgt er namelijk voor dat deelnemers meebetalen aan elkaars ‘pensioenpromotie’. Er is dus sprake van omgekeerde solidariteit. Een ander minpunt van deze regeling is dat over variabele loonbestanddelen geen opbouw mogelijk is. 17
Bij de middelloonregeling is het pensioen afhankelijk van het gemiddelde salaris dat de werknemer tijdens zijn loopbaan heeft verdiend. Daardoor kunnen grote salarisverhogingen er toe leiden dat het pensioenresultaat in sterke mate achterblijft bij het laatstverdiende salaris (Stevens & Schuurman, 2008). Dit hoeft overigens niet te betekenen dat de werknemer te weinig pensioen opbouwt, want dit is uiteraard afhankelijk van zijn persoonlijke behoeften. Bij een middelloonregeling is veelal sprake van voorwaardelijke indexatie (AFM, 2010). Dit betekent dat indexatie van de pensioenopbouw van actieve deelnemers als ook de indexatie van de pensioenuitkeringen van de gepensioneerden afhankelijk is van de financiële situatie van het pensioenfonds of de pensioenverzekeraar. In tegenstelling tot actieve deelnemers met een eindloonregeling moeten actieven met een middelloonregeling dus vaak wel meedelen in de pijn. De jaarlijkse opbouw van het pensioen wordt bij de eind‐ en middelloonregeling bepaald door een percentage te nemen van de pensioengrondslag, het salaris minus een franchise3. Dit percentage is verschillend per pensioenregeling, maar bij eindloonregelingen ligt deze vaak rond 1,75% en bij de middelloonregelingen tussen de 1,75% en 2% (Pensioenkijker, z.d.). Zowel de eindloon‐ als de middelloonregeling is een uitkeringsovereenkomst, een defined benefit‐ regeling. De beschikbare premieregeling is een premieovereenkomst, een defined contribution‐ regeling. De premies worden meestal belegd. Dit kan de pensioenuitvoerder doen, maar soms kan de werknemer ervoor kiezen zelf te beleggen. Een nadeel van de beschikbare premieregeling is dat er geen zekerheid bestaat over de omvang van het bedrag dat op de pensioendatum in de pot zit. Beleggingen kunnen tegenvallen en zodoende kan er minder in de pot zitten dan gewenst. Dan zal uiteraard ook de uitkering die voortvloeit uit het pensioenproduct dat aangekocht wordt minder zijn dan de werknemer wil. Overigens is een combinatie van regelingen ook mogelijk (Pensioenkijker, z.d.) Zo is er een tussenvorm genaamd collective defined contribution‐regeling. Dit is een combinatie van de middelloonregeling en de beschikbare premieregeling. In principe heeft de werknemer recht op een vooraf vastgestelde uitkering. De pensioenpremie die de werkgever moet betalen is echter gemaximeerd. Dit betekent dat risico’s met betrekking tot het rendement en de levensverwachting bij de werknemer liggen (Stevens & Schuurman, 2008).
Pensioenfondsen versus pensioenverzekeraars Er zijn in Nederland ongeveer 550 pensioenfondsen. Hiertoe behoren zowel ondernemingspensioenfondsen, beroepspensioenfondsen als ook bedrijfstakpensioenfondsen. Daarnaast zijn er vijftig verzekeraars die samen ongeveer 30.000 pensioenregelingen uitvoeren. Deze verzekeraars hadden in 2009 samen een marktaandeel van 14 procent (DNB, 2009). Het aantal pensioenfondsen is in de afgelopen tien jaar ongeveer gehalveerd. Met name ondernemingspensioenfondsen gaan op in een bedrijfstakpensioenfonds of de pensioenregeling wordt ondergebracht bij een verzekeraar, maar ook bedrijfstakpensioenfondsen fuseren met elkaar. 3
Franchise – Het deel van het salaris dat niet meegenomen wordt in de berekening van de pensioenopbouw. Vaak wordt niet over het hele salaris pensioen opgebouwd, omdat men ten tijde van het pensioen ook AOW ontvangt. Het franchisebedrag is daarom vaak afgeleid van de AOW, maar elke pensioenregeling heeft zijn eigen franchise.
18
Het voordeel van fuseren is onder andere de schaalgrootte; zowel de werkzaamheden als de risico’s kunnen meer worden verspreid. Werkgevers hebben het minst omkijken naar de pensioenregeling van hun werknemers als zij kiezen voor een pensioenverzekeraar. Met name kleine bedrijven kiezen voor deze optie (Scheer, 2010). Bij pensioenfondsen wordt de middelloonregeling meestal gehanteerd. Slechts 4,5% van de pensioenfondsen maakte in 2009 gebruik van de beschikbare premieregeling. Ook bij pensioenverzekeraars komt de middelloonregeling het vaakst voor, maar hier is de relatieve omvang van de beschikbare premieregeling met 34% aanzienlijk groter (DNB, 2010). De eindloonregeling wordt sinds de jaren negentig steeds meer vervangen voor de middelloonregeling vanwege onder andere het eerder genoemde omgekeerde solidariteitsprincipe. Ook vanwege het feit dat voor zowel de actieve deelnemers als de gepensioneerden voorwaardelijke indexatie geldt, wordt de middelloonregeling als ‘eerlijker’ beschouwd (Klabbers, 2007). Een deelnemer kan met een middelloonregeling in principe een even groot pensioen opbouwen als met een eindloonregeling. Dit is mogelijk omdat het opbouwpercentage van een middelloonregeling maximaal 2,25% kan bedragen. Het maximum voor een eindloonregeling op 2% is vastgesteld. Voor een gemiddelde deelnemer is 80% van middelloon gelijkwaardig aan 70% van eindloon. (Klabbers, 2007) Het pensioenstelsel in Nederland is zo opgezet dat deelnemers een ouderdomspensioen op kunnen bouwen van 70% van het laatstverdiende loon. De richtlijn van 70% wordt nog veel gebruikt door pensioenfondsen en –verzekeraars. Hoewel men ook steeds meer beseft dat het niet gezegd is dat iemand 70% van zijn laatstverdiende loon daadwerkelijk als pensioeninkomen nodig heeft en daarom eigenlijk de persoonlijke behoeften als uitgangspunt moeten worden genomen (Goverse & Snieder, 2009).
Risico’s voor vrouwen Uiteraard zijn pensioenregelingen voor zowel mannen als vrouwen even gunstig of ongunstig. De deelnemer kan op de standaardregeling alleen invloed uitoefenen op zijn pensioenopbouw door meer of minder te gaan werken. In het verleden hebben reglementen voor pensioenregelingen er echter voor gezorgd dat veel vrouwen een beperkt pensioen op konden bouwen. Tot 8 april 1976 waren deeltijders uitgesloten van pensioenopbouw. Daarnaast was het tot 1994 voor parttimers niet mogelijk om pensioen op te bouwen wanneer hun pensioengevend salaris onder de franchise lag. Vanaf 1994 moeten pensioenfondsen ‘pro‐ratafranchises’ hanteren. Dit betekent dat wanneer een 36‐urige werkweek als fulltime geldt en een parttimer 18 uur werkt, de franchise voor deze parttimer ook gehalveerd wordt (Stevens & Schuurman, 2008). Veel (voormalig) parttimers zien de gevolgen van de oude regelingen echter nog in hun pensioenopbouw. In deze groep parttimers zullen vrouwen goed vertegenwoordigd zijn, omdat vrouwen vaker deeltijd werken dan mannen. In paragraaf 2.5 zal dieper worden ingegaan op het onderwerp vrouwen en deeltijd werken als ook de risico’s daarvan.
19
Een pensioenfonds of –verzekeraar kan een klein pensioen afkopen. Dit wordt de afkoopregeling genoemd. Voor 2011 is de afkoopgrens gesteld op een pensioenuitkering van € 427,29 per jaar (Kamp, 2010). De pensioenuitvoerder kan besluiten kleine pensioenen af te kopen of dat juist niet te doen. De hoogte van de pensioenuitkering is laag wanneer men voor een korte periode pensioen opgebouwd heeft bij dit fonds of deze verzekeraar en geen gebruik heeft gemaakt van waardeoverdracht. Bij vrouwen die vaak van pensioenregeling veranderen bestaat de mogelijkheid dat zij een aantal keren verplicht akkoord moeten gaan met een afkoopregeling. Dit betekent dat zij op hun pensioendatum geen recht meer hebben op een pensioenuitkering of dat deze uitkering lager is dan wanneer de afkoopregelingen niet hadden plaatsgevonden. De afkoopregeling kan er zodoende voor zorgen dat de pensioenuitkering van vrouwen (nog) lager wordt. Het maakt hen minder financieel zelfredzaam en ook afhankelijker van het pensioeninkomen van hun eventuele partner.
2.4 Huidige situatie pensioenfondsen Tweede pijler Het Nederlandse pensioenstelsel is dankzij haar tweede pijler uniek te noemen. Deze tweede pijler van aanvullende pensioenen is gebaseerd op de begrippen collectiviteit en solidariteit (Goudswaard, 2010). Combineer deze begrippen met het verplicht stellen van deelneming en het aanvullend pensioen is nagenoeg een zekerheid. Ja, dit leek lange tijd zo. Door de verplichte collectiviteit werd er gedacht dat een goed pensioen tegen weinig kosten kon worden gerealiseerd. Deelnemers werden ieder jaar gecompenseerd voor loonstijgingen of inflatie. Het ging zelfs zo voortvarend bij de pensioenfondsen dat werkgevers premiekorting konden krijgen (Goudswaard, 2010). Na 2000 veranderde dit beeld. De aandelenbeurzen daalden fors door de zogenoemde Dot.com crisis4. Daarop besloten de pensioenfondsbesturen de premies fors te verhogen. Daarnaast werd massaal overgestapt van een eindloonregeling naar een middelloonregeling (Roscam Abbing, 2008). En ook konden veel deelnemers vanaf dat moment niet meer uitgaan van indexatie of compensatie voor loonstijging. Deze zekerheid is nu voorwaardelijk en afhankelijk van de dekkingsgraad van het betreffende pensioenfonds (Goudswaard, 2010).
Dekkingsgraad Pensioenfondsen hebben een dekkingsgraad. De dekkingsgraad is de mate waarin het pensioenfonds aan haar toekomstige verplichtingen kan voldoen. Als deze dekkingsgraad 100% is, wil dit zeggen dat het betreffende fonds precies voldoende vermogen heeft om in de toekomst het pensioen te kunnen uitkeren dat de deelnemers dienen te ontvangen (FD, 2010). Om vermogen achter de hand te hebben, moet een pensioenfonds van De Nederlandsche Bank minimaal een dekkingsgraad van 120% aanhouden. Een fonds met een dekkingsgraad beneden dit minimum moet een herstelplan schrijven waarin wordt omschreven op welke manier het fonds binnen 15 jaar de buffer weer op peil heeft gebracht (DNB, z.d.). Maar hoe kan het mogelijk zijn dat sommige pensioenfondsen te maken hebben (gehad) met een dekkingsgraad beneden dit minimum? 4
De crisis die ontstond nadat bleek dat de verwachtingen van de vele internetbedrijven die waren opgezet te hoog waren gegrepen. Bron: http://arno.unimaas.nl/show.cgi?fid=13407??
20
Pensioenfondsen rekenen met de zogenoemde ‘lange marktrente’ wanneer zij uitrekenen wat zij op dit moment aan vermogen moeten hebben om in de toekomst aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Hoe lager deze marktrente is, hoe meer vermogen het pensioenfonds moet aanhouden. Wanneer de rente daalt met 1%‐punt, leidt dit al tot een verhoging van de verplichtingen met gemiddeld 16% (FD, 2010). Zodoende kan het dat wanneer de rente snel daalt, pensioenfondsen te weinig tijd hebben om hier dusdanig op in te spelen dat zij aan de minimum dekkingsgraad blijven voldoen. Daarbij komt dat de recente onderdekking van de betreffende pensioenfondsen snel was bereikt omdat de pensioenfondsen in 2008 al veel vermogen hadden verloren als gevolg van de tegenslag op de beurzen (DNB, 2009).
Figuur 2.3 – dekkingsgraad gemiddeld Nederlands pensioenfonds. Bron: AON Hewitt
Ook Jan Kars van Hewitt, de ontwikkelaar van de Pensioenthermometer (zie figuur 2.3), wijdt de onderdekking aan de neergang van de aandelenbeurzen tijdens de Dot.com crisis en de huidige kredietcrisis in combinatie met de lage rente (Westen, 2010). Maar volgens Frits Bosch, auteur van ‘Risico als obsessie’, ligt de aanleiding juist in een periode van economische voorspoed. In het artikel ‘Geen ‘quick fix’ voor pensioenfondsen’, geplaatst in het FD in november 2010, schrijft hij dat de gemiddelde dekkingsgraad in 1990 230% was en in 1999 198%, maar eigenlijk 320% had kunnen zijn. Dit laatste omdat hij de jaren negentig als de sterkste beleggingsjaren ooit benoemt. ‘Er is gestrooid met premievrije pensioenen’, aldus Bosch in ditzelfde artikel. Hij verwijt de overheid dat bedrijven verplicht werden om pensioenreserves af te romen. ‘Als de pensioenpotten niet waren uitgehold, was de dekkingsgraad nu 246% geweest.’ Onder het kabinet Lubbers‐Kok werd er namelijk door de overheid en werkgevers vermogen onttrokken uit het ABP. Daarom werden de premies verlaagd tot een niveau dat niet meer kostendekkend was. Dit werd mogelijk geacht omdat veel werd verwacht van het beleggen in aandelen en opties (Praag van, 2010). Evenzo verwijt Bosch de toezichthouder en de overheid dat zij teveel gericht waren op de lange termijn en daardoor de pensioenfondsen niet hebben kunnen waarschuwen voor de twee crises. 21
Voor de toekomst betekent dit dat een verbetering van het beursklimaat en een beter rendement op beleggingen alleen niet voldoende zal zijn om een voldoende hoge dekkingsgraad te krijgen. Ook in de premiesfeer zullen maatregelen moeten worden genomen. Herstel onderdekking De pensioenfondsen kunnen meerdere middelen inzetten om deze onderdekking te herstellen naast het simpelweg wachten totdat het vermogen door het rendement op de beleggingen weer is aangegroeid. Er kan besloten worden opgebouwde verplichtingen niet meer automatisch te laten meestijgen met het loon of de inflatie, of te wel te stoppen met (loon)indexatie. Daarnaast kan de te betalen premie worden verhoogd. Het Centraal Planbureau heeft op verzoek van de Commissie Goudswaard, die onderzocht heeft of de huidige tweede pijler toekomstbestendig is, in beeld gebracht hoe de pensioenpremies zich moeten ontwikkelen, willen de pensioenfondsen ook in de toekomst aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Op dit moment bedragen de pensioenpremies gemiddeld 13% van de loonsom. Er is berekend dat dit percentage in 2025 17% moet bedragen. De structurele rentedaling is hiervan één oorzaak, maar de grootste oorzaak ligt bij de stijgende levensverwachting. Deze premiestijging zal volgens de commissie grote gevolgen hebben voor de arbeidsmarkt en de concurrentiepositie van Nederland. Met een premiestijging alleen zullen de pensioenfondsen echter niet kunnen volstaan, want het aantal gepensioneerden is nog steeds stijgende ten opzichte van het aantal premiebetalers. Dit kan opgelost worden door de pensioenuitkeringen te verlagen . Dit wordt afstempelen genoemd. Gepensioneerden merken hier dus direct iets van (Boer, 2010). Het bestuur van een pensioenfonds kan er ook voor kiezen om de opbouw te beperken. De hoogte van de premie blijft hetzelfde, alleen wordt er voor deze premie nu minder pensioen opgebouwd. De deelnemer moet dus langer werken voor hetzelfde pensioen. Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn heeft voor deze maatregel gekozen. Gemiddeld zal een deelnemer van dit pensioenfonds vanaf 2011 vier maanden langer moeten werken voor hetzelfde pensioen (Zevenbergen, 2010). Zodoende wordt ditzelfde effect bereikt door het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd. In het regeerakkoord is een verhoging van de AOW‐leeftijd van 65 naar 66 jaar reeds opgenomen. (Rijksoverheid, z.d.) De Commissie Goudswaard ziet het beperken van de opbouw ook als één van de oplossingen om het stelsel van aanvullende pensioenen toekomstbestendig te maken. Al pleit deze commissie ervoor om aan de deelnemers zelf de keuze over te laten of zij langer door willen werken of op een andere manier hun pensioen willen aanvullen. Bijvoorbeeld door zelf te sparen of een pensioenproduct aan te schaffen dat in de derde pijler valt (Goudswaard, 2010).
Beleggingsrisico Zoals eerder genoemd bestaat er ook de mogelijkheid om te wachten totdat het vermogen door het rendement op de beleggingen weer voldoende is aangegroeid. Het is uiteraard prettig wanneer deze ‘wachttijd’ zo kort mogelijk is. Daarvoor zou er in een zo kort mogelijke periode een zo hoog mogelijk rendement gemaakt moeten worden. Deze combinatie gaat gepaard met een hoog risico, het risico om het belegde vermogen te verliezen. Maar dit laatste feit is juist de reden waarom er nu zoveel gediscussieerd wordt over de combinatie van pensioenfondsen en beleggen (Frijns, 2010).
22
Pensioenfondsen moeten beleggen. Wanneer zij besluiten hun vermogen alleen te laten aangroeien door dit op een spaarrekening te stallen, behalen zij niet het benodigde rendement om aan hun verplichtingen, nu en in de toekomst, te kunnen voldoen. Op dit moment werkt een werknemer één dag per week voor zijn pensioen. Dit worden er twee als besloten wordt niet meer te beleggen (PFZW, z.d.). Maar de geleden beleggingsverliezen als gevolg van de kredietcrisis hebben er voor gezorgd dat het beleggingsbeleid van pensioenfondsen onder de loep is genomen. De vergrijzing en ontgroening hebben de fondsen gedwongen om meer beleggingsrisico te nemen om zodoende een grotere kans te hebben op een hoog rendement. Een rendement dat nodig is omdat de premie‐ inkomsten alleen niet meer kostendragend zijn (Vrouwenpensioen, z.d.). Voor de kredietcrisis waren de pensioenfondsen wel open over het feit dat zij veel vermogen belegden, maar er werd de deelnemers niet verteld welk risico hun pensioen hierdoor liep. Daar was ook geen aanleiding toe, want de beleggingsresultaten waren ieder jaar zeer positief (Holst van, 2010). Nu hangen de bestuurders van de fondsen in een spagaat: wel beleggen, met het risico op vermogensverlies, of niet beleggen en de pensioenuitkeringen en/of de pensioenopbouw verlagen.
Hoe nu verder Door de onderdekking zijn de fondsen steeds minder in staat om risico’s op te vangen. En werkgevers staan ook niet te springen om meer bij te dragen aan het pensioen van hun werknemers. Zodoende blijft er nog maar één iemand over: de deelnemer zelf. De commissie Goudswaard heeft in haar rapport geadviseerd het langerlevenrisico, het beleggingsrisico en het inflatierisico in de pensioenregeling te verweven. Ook de sociale partners ondersteunen dit voorstel en vinden dat de werknemers deze risico’s moeten dragen (Pensioenakkoord Voorjaar 2010, 2010). Het pensioen van een deelnemer met een nieuw pensioencontract zal dus afhankelijk zijn van de ontwikkelingen op de financiële markt. Daarnaast bepleit een groep hoogleraren dat toezichthouders als de DNB meer vrijheid moeten krijgen om de pensioenfondsen bij te sturen. Daarbij moet het aanpassen van opgebouwde rechten mogelijk zijn (Boender, 2010). Dit maakt wel dat het Tweede Pijler pensioen steeds meer een ‘zacht’ karakter krijgt; er kan nog minder zekerheid worden gegeven over de uitkering van het aanvullende pensioen. Op dit moment bestaat het nominale pensioen voor een deelnemer uit de opgebouwde aanspraken plus de indexaties die al verleend zijn. Dit zijn nu nog onvoorwaardelijke aanspraken. Het reële pensioen is het nominale pensioen met daarbij de toekomstige indexaties. Deze indexaties kunnen zowel voorwaardelijk als onvoorwaardelijk zijn (Nieuwersteeg, 2010). Het reële pensioen zal in de toekomst dus (nog) meer opgebouwd zijn uit voorwaardelijke aanspraken en wellicht dat er in de toekomst geen onvoorwaardelijke pensioenaanspraken bestaan in de tweede pijler. Deze toename van onzekerheid kan wantrouwen oproepen bij de deelnemers. Daarnaast kan onzekerheid ervoor zorgen dat pensioenmaterie als nog complexer wordt ervaren, omdat er ieder jaar een ander bedrag op het Uniform Pensioenoverzicht vermeld kan staan. Er zal dan ook veel afhangen van de communicatie, of dit nieuwe pensioencontract slaagt. En het is nog maar de vraag of er voldoende maatschappelijk draagvlak blijft, als werknemers zelf meer risico’s moeten dragen (Goudswaard, 2010).
23
2.5 Financiële zelfredzaamheid van vrouwen In 2007 bouwde 90% van de Nederlandse werknemers pensioen op bij de werkgever (Donner, 2009). Dat betekent dat degenen die deelnemen aan het arbeidsproces en bij een werkgever werkzaam zijn meestal een hoger pensioeninkomen zullen hebben dan alleen een AOW‐uitkering. Zodoende hebben deze personen een grotere kans om na pensionering financieel zelfstandig te kunnen zijn.
Deeltijdwerken Nederlandse vrouwen moeten alleen de Scandinavische en Zwitserse vrouwen voor laten gaan als het gaat om de arbeidsparticipatie (CBS, 2009). In het derde kwartaal van 2010 was de netto participatiegraad van vrouwen 60,3% (CBS, 2010). En het aantal werkende vrouwen in Nederland is ook nog steeds stijgende. Al is deze stijging volgens het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) vooral te wijten aan het feit dat veel vrouwen die niet werkzaam zijn 65 jaar worden en zodoende niet meer tot de beroepsbevolking behoren (RWI, 2010). Nederland is in Europa echter voorloper wat betreft deeltijdwerken. In 2008 had driekwart van de Nederlandse vrouwelijke beroepsbevolking een parttimebaan. Ter vergelijking: de Duitse vrouwen namen de tweede plaats in met 45% (Siermann, 2009). Gemiddeld genomen brengt de Nederlandse vrouw dus minder geld in het laatje dan een andere Europese vrouw.
Inkomenskloof Het feit dat vrouwen gemiddeld minder arbeidsuren maken dan mannen heeft uiteraard ook gevolgen voor de (arbeidsgerelateerde) pensioenopbouw. Vrouwen bouwen in de tweede pijler een stuk minder pensioen op dan mannen. Zo hadden mannen in 2007 40% meer arbeidsgerelateerd pensioen opgebouwd dan vrouwen, in de leeftijdscategorie 40‐49 jaar. Tot hun dertigste levensjaar weten de vrouwen de mannen aardig bij te benen, maar daarna loopt het verschil aanzienlijk op. Mannen in de leeftijd van 60 tot 65 jaar hebben een gemiddeld pensioeninkomen dat zeven keer zo groot is als van vrouwen van diezelfde leeftijden (CBS, 2009). Het verschil in pensioeninkomen is niet alleen te wijten aan het gebrek aan arbeidsuren bij vrouwen. De zogenoemde inkomenskloof wordt mede veroorzaakt door het verschil aan salariëring. De emancipatiemonitor 2008 van het CBS laat zien dat 25‐ tot 35‐jarige vrouwen gemiddeld 90% van het bruto‐uurloon van mannen ontvangen. Het loonverschil is groter in de hogere leeftijdscategorieën. In de leeftijd van 60 tot 65 jaar ontvangen vrouwen gemiddeld 30% minder bruto‐uurloon.
Financiële kwetsbaarheid Deze inkomenskloof brengt risico’s met zich mee. Het maakt vrouwen financieel kwetsbaar. Financiële kwetsbaarheid geeft aan in hoeverre iemand in staat is rond te komen en met financiële risico’s om te gaan (Hoog de, 2010). E‐Quality, kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit, heeft in 2010 onderzoek gedaan naar de kenmerken van financieel kwetsbare vrouwen. Tot financieel kwetsbare vrouwen worden vrouwen zonder inkomen, vrouwen met een uitkering, maar soms ook vrouwen met betaald werk gerekend. Onder deze laatste categorie worden vrouwen geschaard die een looninkomen hebben, maar die niet zelfstandig kunnen rondkomen. Het is niet gezegd dat deze vrouwen niet kunnen rondkomen, want hun inkomen kan uiteraard aangevuld worden door dat van bijvoorbeeld een partner.
24
Economische zelfstandigheid Een persoon wordt geacht financieel zelfredzaam te zijn wanneer deze economisch zelfstandig is. ‘Iemand is economisch zelfstandig wanneer zijn of haar inkomsten uit betaald werk (arbeid of eigen onderneming) meer dan 70 procent van het nettominimumloon bedragen.’ (Brakel van den, 2010). Voor het eerder genoemde onderzoek is E‐Quality uitgegaan van een netto besteedbaar inkomen van 900 euro per maand. Zij concludeerde dat in 2008 54% van de vrouwen niet economisch zelfstandig was tegenover 30 procent van de mannen. Van de werkende vrouwen verdient 31% minder dan 900 euro per maand. Zeer waarschijnlijk hebben deze werkende niet economisch zelfstandige vrouwen een partner die eveneens werkt en waarmee zij gezamenlijk in hun levensonderhoud voorzien. Deze afhankelijkheid brengt risico’s met zich mee. Wanneer de partner wegvalt door bijvoorbeeld scheiding of overlijden, moet de vrouw alleen in haar inkomen voorzien. Deze gebeurtenis heeft echter niet alleen invloed op haar huidige inkomen; ook haar pensioeninkomen kan veranderen. Het pensioeninkomen dat, gezien het salaris van de vrouw, van beperkte omvang zal zijn. Zij is daarmee afhankelijk van het pensioeninkomen van haar partner.
Scheiding Wanneer de vrouw middels een aanvullende pensioenregeling pensioen opbouwt, is zij volgens de wettelijke regeling bij scheiding de helft van het ouderdomspensioen dat zij tijdens het huwelijk heeft opgebouwd kwijt aan haar ex‐partner. Omgekeerd krijgt de vrouw dan uiteraard ook de helft van het opgebouwde ouderdomspensioen van haar ex‐partner. Deze uitkering stopt echter wanneer de ex‐partner overlijdt. Gezien het feit dat de levensverwachting van een vrouw hoger is dan die van een man, is de kans aanwezig dat de vrouw op dat moment nog leeft en haar pensioeninkomen dus daalt (Budding, 2010). Wellicht beneden het niveau waarin zij in haar levensonderhoud kan voorzien (Pensioenkijker, z.d.). Wanneer de vrouw partnerpensioen heeft opgebouwd, komt volgens de wettelijke regeling al het partnerpensioen dat de vrouw tot de scheiding heeft opgebouwd aan haar ex‐partner toe. Dit wordt het bijzonder partnerpensioen genoemd. Ook hier geldt uiteraard dat de vrouw ook recht heeft op het bijzonder partnerpensioen, mits haar ex‐partner dit heeft opgebouwd. Hierbij is het van belang of het partnerpensioen is opgebouwd of op risicobasis is verzekerd. Wanneer het partnerpensioen op risicobasis is verzekerd, heeft de vrouw geen recht meer op dit inkomen wanneer haar ex‐partner overlijdt (Vrouwenpensioenrecht, z.d.). Ook hier loopt de vrouw dus het risico dat haar pensioeninkomen plotseling daalt. Overigens kan van deze wettelijke verdeling worden afgeweken.
Overlijden Wanneer de partner van de vrouw overlijdt, zijn er ook een aantal risico’s waar rekening mee moet worden gehouden wat betreft het pensioeninkomen. Zo bestaat de mogelijkheid dat de vrouw jonger is dan 65 jaar, maar geen recht heeft op een ANW‐uitkering van de overheid. Deze uitkering voorziet in inkomen voor de nabestaanden. Echter alleen wanneer naast de leeftijd ook aan andere voorwaarden wordt voldaan. Zo moet de vrouw geboren zijn voor 1950 ofwel kinderen hebben die jonger zijn dan 18 jaar ofwel voor meer dan 45% arbeidsongeschikt zijn. De ANW‐uitkering wordt daarnaast ook bepaald door de hoogte van het inkomen van de vrouw. De kans is dus aanwezig dat de vrouw geen recht heeft op deze uitkering. Als de vrouw in sterke mate afhankelijk is van het inkomen van haar partner, kan dit een probleem vormen. 25
Wanneer haar partner partnerpensioen heeft opgebouwd, heeft de vrouw hier recht op. Dit is echter niet altijd het geval. Ten eerste moet er vaak sprake zijn van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap. Als de vrouw ongehuwd samenwoont met haar partner, kan zij bij steeds meer pensioenregelingen ook als partner worden aangemerkt als er een notariële samenlevingsovereenkomst is. In dat geval moet de vrouw wel aangemeld zijn als partner bij het pensioenfonds van haar partner. Wanneer de vrouw zich pas na pensionering van haar partner met hem verbindt door middel van een huwelijk dan wel een samenlevingsovereenkomst, heeft de vrouw geen recht op partnerpensioen. Het moment van overlijden van de partner is ook van belang. Bij sommige pensioenregelingen wordt het partnerpensioen namelijk alleen uitgekeerd als de deelnemer is overleden voor pensionering. Indien hiervan sprake is, heeft de vrouw dus kans op een inkomensterugval mocht haar partner komen te overlijden na zijn pensioendatum (Stichting Pensioenkijker, z.d.). Indien de vrouw een partnerpensioen uitgekeerd krijgt, is deze uitkering uiteraard niet automatisch voldoende hoog voor de vrouw om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien. Zeker wanneer zij zelf niet werkzaam is geweest of zelf slechts een klein pensioen heeft opgebouwd, is het mogelijk dat deze uitkering niet toereikend is. Buiten dat het vaak slechts 70% van het ouderdomspensioen van de partner bedraagt, is het ook mogelijk dat eerdere gebeurtenissen in het leven van de overleden partner het partnerpensioen hebben verlaagd. Een partnerpensioen dat op risicobasis is verzekerd, vervalt wanneer van pensioenregeling wordt veranderd. Dit is vaak het geval bij een baanwisseling. De partner heeft wel de mogelijkheid een gedeelte van zijn ouderdomspensioen om te zetten naar partnerpensioen bij verandering van baan. Zoals eerder genoemd heeft scheiding vaak ook invloed op het partnerpensioen. Als de partner dus eerder in zijn leven gescheiden is, ontvangt de vrouw niet het gehele opgebouwde partnerpensioen (Vrouwenpensioenrecht, z.d.).
Arbeidsongeschiktheid Een andere gebeurtenis die zich kan voordoen in het leven van een vrouw is arbeidsongeschiktheid, ofwel doordat zij zelf arbeidsongeschikt raakt dan wel doordat haar eventuele partner dit overkomt. Als er pensioen opgebouwd wordt via een werkgever, heeft deze in principe de verplichting om de eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid het salaris door te betalen. De pensioenopbouw zal dan ook doorgaan. Voor daarna is in veel pensioenregelingen opgenomen dat de pensioenpremie wordt vrijgesteld voor dat gedeelte dat de persoon arbeidsongeschikt is. Indien hiervan geen sprake is, betekent dit, naast veelal een inkomensterugval door de gebeurtenis zelf, dat er geen pensioen opgebouwd wordt. De mate van afhankelijkheid van het (pensioen)inkomen dat wegvalt, bepaalt uiteraard de grootte van het probleem (Vrouwenrecht, z.d.).
Risicogroep Het feit dat 31% van de vrouwen niet economisch zelfstandig is, in combinatie met de gebeurtenissen die zich mogelijk in het leven van deze vrouwen kunnen voordoen, maakt dat deze vrouwen tot een risicogroep bestempeld kunnen worden. Ook vrouwen die meer dan 900 euro in de maand verdienen kunnen tot deze risicogroep behoren. De mate waarin zij afhankelijk zijn van het pensioeninkomen van hun partner bepaalt dit.
26
2.6 Marketing voor vrouwen Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus. Daarmee worden in de volksmond alle verschillen tussen mannen en vrouwen gekscherend verklaard. Waar deze verschillen vandaan komen, doet er in dit onderzoek niet toe. Wel de vraag in hoeverre deze afwijkingen benut kunnen worden om één van de seksen aan te spreken. In dit geval gaat dit uiteraard om de vrouwen.
Vrouwenmarketing Vrouwen beslissen voor meer dan 85% van de consumentenaankopen. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan de dagelijkse boodschappen, maar ook bij de grotere aankopen, zoals bijvoorbeeld een auto of een huis, maakt de vrouw de keuzes (Schampers, 2010). Het aanspreken van de vrouwelijke doelgroep is daarmee voor een bedrijf commercieel gezien aantrekkelijk. Marketeers zullen zich echter moeten realiseren dat mannen en vrouwen verschillen qua beslissingsproces. Volgens Martha Barletta, auteur van het boek ‘Marketing to women’, willen vrouwen ten eerste graag vergelijken. Vrouwen vergelijken niet alleen aankopen met elkaar, maar zij willen ook de meningen van andere vrouwen horen. Waar mannen zich alleen concentreren op de hoofdkenmerken van een product, letten vrouwen ook op de minder opvallende details (Peters, z.d.).
De prestatiedrang van mannen komt ook tot uiting in hun aankopen. Mannen zullen vaak zwichten voor een product dat groter of meer is dan het andere. Vrouwen gaan daarentegen veelal voor kwaliteit. Daarbij is het voor een vrouw belangrijk wat dit product bijdraagt aan haar kwaliteit van leven (Schampers, 2010). De verkoper zal zich zodoende bij de vrouwelijke doelgroep niet moeten focussen op het feit dat een vrouw het product nodig heeft, maar waarom. In vrouwen moet over het algemeen meer tijd geïnvesteerd worden bij marketing dan in mannen. Voor vrouwen is de relatie met de verkoper namelijk net zo belangrijk als de kwaliteit van het product. De vrouwelijke doelgroep is echter wel loyaler dan de mannen, want wanneer vrouwen eenmaal een band hebben met een organisatie, zullen zij hier vaker terugkomen voor een volgende aankoop. Mannen binden zich minder snel (Ellwood, 2008). Wat marketeers moeten vermijden volgens Barletta is het creëren van een speciale vrouwenversie van een product. Zij geeft aan dat dit vrouwen afstoot, omdat zij zich dan in een hokje geplaatst voelen (Peters, z.d.).
Feminiene samenleving Nederland is aan het veranderen van een masculiene samenleving in een feminiene samenleving (Marseille, 2008). Dit betekent niet dat er meer vrouwen dan mannen tot inwoners van Nederland gerekend kunnen worden. Een samenleving is masculien te noemen als er een dominante taakverdeling is tussen de seksen: de man zorgt voor het geld, de vrouw zorgt voor de kinderen en het huishouden. Hierbij wordt er van mannen verwacht dat zij assertief en hard zijn en prestatiedrang hebben. Vrouwen daarentegen horen zich meer bescheiden op te stellen, aardig te zijn voor de medemens en zich vooral te richten op de kwaliteit van het bestaan. In een vrouwelijke, of ‘roze’ samenleving, bestaat er geen taakverdeling, maar zijn de seksen gelijkwaardig aan elkaar. Beiden zijn aardig voor de medemens en gaan voor een kwalitatief hoogwaardig leven (Hofstede, 2007).
27
Nederland behoort volgens Hofstede tot de top vijf van meest feminien scorende landen op de masculiniteitindex (Withuis, 2009). Als oorzaken voor de feminisering van de samenleving worden de vergrijzing en de komst van de ‘netwerkgeneratie’ genoemd. De vergrijzing zorgt voor feminisering omdat men, zowel man als vrouw, naarmate men ouder wordt de masculiene fase van prestatiedrang achter zich laat en meer belang hecht aan relaties en aan samenwerken. Aan de zogenoemde netwerkgeneratie, geboren na 1980, worden dezelfde kenmerken toegeschreven (Marseille, 2008). Uit een onderzoek naar de relatie tussen persoonlijke waarden en organisatiecultuur kwam ook naar voren dat werknemers steeds meer feminiene waarden hanteren. Medewerkers willen nog steeds presteren, maar deze prestatie willen zij graag op een meer feminiene manier bereiken. Met name netwerken, samenwerken en zelfontplooiing vinden zij erg belangrijk (Van ’t Hof, 2010). Andere feminiene waarden zijn collectivisme, collegialiteit, deelname in besluitvorming en delen van emoties (Van Beek, 2004). Deze feminisering van de samenleving betekent dat door de regels van vrouwenmarketing te hanteren, ook de mannen bereikt worden (Ellwood, 2008).
28
Hoofdstuk 3 – Methodologie
Het onderzoeksdesign wordt in dit hoofdstuk gepresenteerd. Alvorens de kwalitatieve onderzoeksmethode wordt toegelicht, worden eerst de begrippen gedefinieerd die in dit rapport centraal staan. Vervolgens zal worden ingegaan op welke manieren het onderzoeksveld is afgebakend.
3.1 Kernbegrippen Verschillende begrippen staan centraal in dit onderzoek en zullen dan ook diverse keren worden gebruikt in het rapport. Voor een eenduidig gebruik van de begrippen, zullen deze hieronder uiteengezet worden.
Pensioenbewustzijn In het rapport naar aanleiding van de Pensioenbewustzijn‐meter 2009 wordt pensioenbewustzijn als volgt gedefinieerd: Pensioenbewustzijn is de mate waarin men op de hoogte is van het pensioeninkomen bij ouderdom, overlijden en arbeidsongeschiktheid, weet of dat in de eigen situatie voldoende is en weet (indien gewenst) welke oplossingen er zijn en daar een afweging in maakt.
Financieel bewustzijn De mate waarin men financieel inzicht heeft en de financiële vaardigheden bezit om bewuste financiële beslissingen te nemen.
3.2 Onderzoeksmethode Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, is gebruik gemaakt van kwalitatief onderzoek. Waar kwantitatief onderzoek met name antwoord geeft op de vragen hoeveel, waar en wanneer, kan met kwalitiatief onderzoek antwoord verkregen worden op de vragen hoe en waarom (Boeije, 2006). Op die manier kan goed inzicht worden verkregen in een thema of vraagstuk. Als kwalitatieve onderzoeksmethode is er gekozen voor interviews. Er zijn in totaal dertien interviews afgenomen bij organisaties die ervaring hebben in het benaderen van vrouwen. Hierbij zitten organisaties die in enige vorm te maken hebben met pensioen, omdat op deze manier de ervaringen direct betrekking hebben op het onderwerp. Daarnaast zijn er ook personen geïnterviewd die niet bij een pensioenorganisatie werkzaam zijn, omdat dit wellicht nieuwe ideeën op zou leveren om vrouwen te benaderen ten aanzien van pensioen. Er is bewust gekozen om alleen vrouwen te interviewen, omdat aan deze vrouwen dan ook gevraagd kon worden hoe zij zelf het liefst benaderd willen worden.
29
Er is gekozen voor het afnemen van interviews, omdat op die manier de ervaringen nauwkeuriger in kaart kunnen worden gebracht dan tijdens een groepsdiscussie. Er wordt per persoon immers meer tijd uitgetrokken voor het vraaggesprek. Daarnaast is het, zoals genoemd, ook interessant om te weten hoe de geïnterviewde vrouwen zelf denken over het benaderen van de vrouwelijke doelgroep. Als dergelijke gedragsvragen tijdens een groepsdiscussie gesteld zouden worden, kan een antwoord van één persoon een idee opwekken bij een ander. Maar het is tevens een groot nadeel dat reacties beïnvloed kunnen worden, want het levert geen ‘pure’ antwoorden op. Wanneer de vrouwen de antwoorden geheel zelf moeten formuleren, moeten zij echt bij zichzelf te raden gaan wat hun ideeën hierover zijn. Uiteraard is het dan mogelijk dat er sociaal wenselijke antwoorden worden gegeven. Daarom worden de persoonlijke ideeën van deze vrouwen minder zwaar meegewogen in het onderzoek dan de ervaringen van de organisaties.
3.2.1 Manier van selecteren Bij het selecteren van de geïnterviewde personenen is gebruik gemaakt van doelgerichte selectie. De geïnterviewden moesten aan bepaalde kenmerken voldoen. Zo moest de geïnterviewde danwel zelf danwel middels de organisatie waar de persoon werkzaam was ervaring hebben met het benaderen van de vrouwelijke doelgroep. Daarbij moest deze persoon een vrouw zijn. Bij aanvang van de selectie zijn door middel van deskresearch en het netwerk van de onderzoeker personen benaderd voor een interview. Vervolgens werd gebruik gemaakt van de sneeuwbalmethode. Aan de reeds geïnterviewde personen werd gevraagd of zij andere personen kenden die ook aan de genoemde kenmerken voldeden. Voorafgaande aan het onderzoek is bepaald dat maximaal vijftien interviews konden worden afgenomen in de onderzoeksperiode. Voor de omvang van het rapport is besloten een minimaal aantal interviews van tien aan te houden.
3.2.2 Respondenten Onderstaand vindt u een lijst met de namen van de geïnterviewde vrouwen. Bij de verslagen van de interviews in bijlage 2 vindt u per verslag achtergrondinformatie over de respondent en de aanleiding voor het gesprek. Soms zijn meerdere vrouwen per organisatie geïnterviewd. Vooraf kon namelijk soms lastig bepaald worden of iemand voldoende over een bepaalde benadering of een onderzoek kon vertellen. Er is in dit geval dan een collega geïnterviewd die hier meer over kon uitweiden. Een andere keer deed zich de mogelijkheid gewoon voor om meerdere personen van één organisatie te interviewen.
30
Naam
Organisatie
Iris Knobbe Marion Blok
APG Bedrijfstakpensioenfonds Schoonmaak‐ en Glazenwassersbedrijf Trudy Schriemer Bedrijfstakpensioenfonds Schoonmaak‐ en Glazenwassersbedrijf Astrid Feiter Bureau Mevrouw de Voorzitter Fieke van der Lecq Erasmus Universiteit Elsbeth Bouwman Eve & Co Celeste de Quelerij Kool Baas en de Quelerij Wies Wiegmans PGGM Chris Ypma PGGM Sara Leene PFZW Henriëtte de Lange Stichting Pensioenkijker.nl Emilie Schols Stichting Pensioenkijker.nl Roos Kuip Syntrus Achmea Pensioenbeheer Marjolein Zaal Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen Godelieve Janssen Verzekeringsbedrijven ING Tabel 3.1 – Lijst respondenten
3.2.3 Interviews De interviews vonden plaats bij het bedrijf of de organisatie waar de vrouw werkzaam was, het ministerie van Financiën of bij de geïnterviewde thuis. De gesprekken duurden in principe een uur, maar vaak waren de vrouwen zo enthousiast over het onderwerp dat de interviews uitliepen. De gesprekken waren semi‐gestructureerd. Voor de interviews was een lijst opgesteld met open vragen die gesteld konden worden om gespreksonderwerpen in te leiden, maar deze vragen werden niet één voor één afgewerkt. Het gesprek bepaalde het verloop van het interview . Op deze manier zijn met iedere vrouw dezelfde onderwerpen besproken, maar bestond ook de vrijheid om door te vragen. In bijlage 1 vindt u de vragenlijst.
3.2.4 Dataverwerking De data die door middel van de interviews zijn gevormd, zijn geanalyseerd. Dit is gebeurd door de interviews letterlijk uit te typen. Daarna is van deze documenten per interview een verslag gemaakt. Deze verslagen zijn vervolgens met elkaar vergeleken waarna er conclusies uit deze vergelijkingen zijn getrokken.
31
3.2.5 Betrouwbaarheid en validiteit Aan een onderzoek worden met name twee voorwaarden gesteld: betrouwbaarheid en validiteit. Betrouwbaarheid staat voor de mate waarin een onderzoek als correct kan worden aangemerkt. Validiteit staat op haar beurt voor de meetbaarheid van een onderzoek. De betrouwbaarheid van dit onderzoek is gewaarborgd doordat de data op een systematische wijze zijn verzameld. De geïnterviewde vrouwen zijn op een doelgerichte manier geselecteerd en voorafgaand aan de gesprekken is bepaald of deze vrouwen aan de geselecteerde kenmerken voldeden. Daarnaast zijn met alle geïnterviewden dezelfde onderwerpen besproken, omdat vooraf een vragenlijst was opgesteld als richtlijn voor de gesprekken. Uiteraard blijft het mogelijk dat de onderzoeker de antwoorden van de geïnterviewde persoon anders interpreteert dan de geïnterviewde zijn antwoorden bedoeld heeft. Daarom zijn de verslagen van de gesprekken, zoals u deze kunt terugvinden in bijlage 2, allen door de geïnterviewde vrouwen gecontroleerd. De validiteit is geborgd door de gekozen onderzoeksmethode. Bij interviews bestaat immers de mogelijkheid om door te vragen. Zo kan worden doorgevraagd tot men weet wat men wil weten. Dit kwalitatieve onderzoek is echter beperkt generaliseerbaar, omdat de onderzoeksgroep zeer klein was. Daarom kunnen uit dit onderzoek geen kwantitatieve conclusies getrokken worden. Maar dit was ook niet het doel.
3.3 Inperking van het onderzoek Dit onderzoek richt zich alleen op benaderingen voor vrouwen die in loondienst werken. Wat uiteraard niet wil uitsluiten dat de best practices die bij de beantwoording van de onderzoeksvraag worden genoemd ook goede manieren zijn om vrouwen te benaderen die in een andere doelgroep vallen. Daar wordt echter in dit onderzoek niet op ingegaan. Wanneer wordt gezocht naar benaderingen die bij vrouwen werken, klinkt het als aannemelijk om dit de vrouwen zelf te vragen. Zo had er naast de uitgevoerde interviewronde een aparte interviewronde kunnen plaatsvinden waarbij gesprekken werden gevoerd met vrouwen die in loondienst werken. Hier is echter niet voor gekozen, omdat het gevaar bestaat dat er sociaal wenselijke antwoorden worden gegeven of dat vrouwen de antwoorden rooskleuriger maken uit vriendelijkheidsoverwegingen jegens de interviewer. Ook kunnen de antwoorden compleet worden verzonnen wanneer de vrouw het eigenlijk niet weet. Daarbij kunnen deze vrouwen niet uit ervaring spreken, maar slechts een voorstelling geven van hun reactie op benaderingen.
32
Hoofdstuk 4 – Resultaten en analyse Naar aanleiding van de interviews met de vijftien respondenten worden in dit hoofdstuk de resultaten gepresenteerd en vindt er een analyse plaats om zo, in het volgende hoofdstuk, antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag. De verslagen van de interviews zijn terug te vinden als bijlage bij dit rapport.
4.1 Ervaringen pensioenbewustzijn vrouwen Om de oorzaken van de grote mate van pensioenonbewustzijn onder vrouwen in beeld te krijgen, is de geïnterviewde personen gevraagd in hoeverre de organisatie dit feit heeft opgemerkt en welke verklaringen zij zelf geven voor de desinteresse.
4.1.1 Mate van pensioenonbewustzijn Aangezien volgens de Pensioenbewustzijn‐meter van 2009 het verschil tussen het aantal volledig pensioenonbewuste mannen en pensioenonbewuste vrouwen niet zo heel groot is (66% tegenover 70%), is het niet verrassend dat veel van de geïnterviewde organisaties concluderen dat zowel veel mannen als vrouwen pensioenonbewust zijn. Emilie Schols en Henriëtte de Lange van Stichting Pensioenkijker.nl denken zelfs dat het verschil tussen mannen en vrouwen in werkelijkheid nog kleiner is, omdat zij menen dat het niet in de aard van mannen zit om toe te geven dat ze iets niet snappen. De ervaring van APG is anders. Deze pensioenuitvoerder denkt dat vrouwen wel meer pensioenonbewust zijn. Dit is echter geconcludeerd uit het feit dat vrouwen bij acties steeds achterblijven qua respons. Het is uiteraard niet ondenkbaar dat niet het pensioenonbewustzijn maar de pensioencommunicatie zelf de oorzaak is van het uitblijven van reacties van de vrouwelijke doelgroep. Maar ook in de zorgsector wordt deze conclusie getrokken. Pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM heeft in 2010 een groot pensioenbewustzijnonderzoek uitgevoerd onder de deelnemers van Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). De uitkomsten lieten zien dat 10% van de vrouwen pensioenbewust is tegenover 24% van de mannen. Wellicht dat het inkomensverschil tussen mannelijke en vrouwelijke deelnemers in de zorgsector groter is dan het inkomensverschil tussen de mannelijke en vrouwelijke respondenten van de Pensioenbewustzijn‐ meter 2009. De onderzoeksresultaten lieten namelijk zien dat er een verband bestaat tussen de hoogte van het inkomen en de mate van pensioenbewustzijn. Degenen met een salaris boven de 30.000 euro zijn pensioenbewuster dan de deelnemers die minder verdienen.
4.1.2 Algemene oorzaken Vrijwel alle geïnterviewden geven het feit dat je de vruchten van pensioen pas kunt plukken op 65‐ jarige leeftijd op als grootste oorzaak voor de desinteresse bij zowel mannen als vrouwen. De term ‘ver‐van‐mijn‐bed‐show’ kwam tijdens de gesprekken frequent voorbij. De geïnterviewde vrouwen ervaren dat pensioen pas een rol gaat spelen als de pensioengerechtigde leeftijd in zicht komt. Daaraan wordt een leeftijd gekoppeld van ongeveer 50 jaar. 33
‘Pensioen is altijd voor na morgen. Het gaat in principe ook over het laatste stuk van je leven, dus het is psychologisch ook niet heel erg interessant.’ (Chris Ypma, PGGM) Een onderzoek van Stichting Pensioenkijker.nl, met als onderwerp partnerpensioen, spreekt bovenstaande echter tegen. Dit onderzoek concludeert dat het vertrouwen dat mensen hebben in hun pensioen de reden is dat weinig mensen geïnteresseerd zijn in hun pensioensituatie. Daarbij werd ook het feit genoemd dat men zelf geen actieve rol kan spelen bij de vormgeving van het pensioen. Mensen gaan er vanuit dat hun pensioen goed geregeld is, omdat ze er zelf niets over in te brengen hebben. Uit dit onderzoek kwam niet naar voren dat de ‘tijdsafstand’ de boosdoener is. Wellicht dat een onderzoek naar ouderdomspensioen andere resultaten oplevert, maar de andere geïnterviewden denken ook dat het gebrek aan invloed een reden is voor de desinteresse. Er lijkt dus een groot vertrouwen te zijn in het pensioenstelsel. Voor dit vertrouwen zorgt de werkgever ook, volgens Celeste de Quelerij van communicatie & marketingbureau Kool Baas en De Quelerij (KBDQ). KBDQ organiseert deelnemerspanels waarbij deelnemers van een pensioenfonds wordt gevraagd naar hun wensen. Hier geven deelnemers aan dat zij vertrouwen hebben in hun pensioenregeling omdat hun werkgever dit regelt. Uit een onderzoek van RVS uit 2006 genaamd ‘Vrouw & Pensioen’, waarbij de situatie en houding van vrouwen rondom hun eigen pensioen werd onderzocht, kwam tevens naar voren dat zowel mannen als vrouwen pensioen een ingewikkeld onderwerp vinden.
4.1.3 Oorzaken voor vrouwen Naast de ‘ver‐van‐mijn‐bed‐show’, het gebrek aan invloed en het grote vertrouwen dat mensen hebben in het pensioenstelsel noemen de geïnterviewden nog een aantal oorzaken die specifiek aan vrouwen gekoppeld kunnen worden. De respondenten noemden het feit dat veel vrouwen parttime werken als reden voor de desinteresse in pensioen. Deze vrouwen zijn veelal niet de hoofdkostwinner van het gezin en zien hun salaris vaak als extraatje. Daardoor ervaren zij hun inkomen niet als belangrijk en zodoende ook hun pensioeninkomen niet.
‘Veel vrouwen gaan parttime werken wanneer ze kind nummer twee krijgen. Ze worden afhankelijk van hun partner. Dan stellen wij ons voor dat je dan aan de keukentafel gaat zitten uitrekenen wat dit betekent voor je inkomen. Kennelijk denkt niemand dan na over wat er gebeurt als hij tegen een boom aanrijdt of er met de secretaresse vandoor gaat.’ (Emilie Schols & Henriëtte de Lange, Stichting Pensioenkijker.nl) Uit het eerder genoemde onderzoek ‘Vrouw & Pensioen’ van RVS kwam tevens naar voren dat het toekomstbeeld van vrouwen een rol speelt bij de grote mate van desinteresse onder deze doelgroep. De resultaten lieten zien dat vrouwen een rooskleurig beeld hebben van hun toekomst. Degenen met een partner gaan er namelijk vanuit dat deze relatie hun levenlang voortduurt. Zodoende zien zij geen risico’s die te maken hebben met het wegvallen van de partner. Een andere opmerkelijke conclusie die RVS uit het onderzoek heeft getrokken, is dat vrouwen meer dan mannen gefocust zijn op de korte termijn, op het hier en nu. Mannen richten zich ook op de lange termijn. Deze resultaten laten zodoende zien dat het vertrouwen bij vrouwen niet alleen gecreëerd wordt door het gebrek aan invloed op de pensioenregeling maar ook door het romantische beeld dat vrouwen hebben over de toekomst. 34
Een aantal vrouwen gaf in de gesprekken aan dat de grote mate van pensioenonbewustzijn onder vrouwen voortkomt uit het gebrek aan financieel bewustzijn. Astrid Feiter (Bureau Mevrouw de Voorzitter) geeft aan dat zij ervaart dat veel vrouwen niet financieel zelfstandig zijn. De resultaten van het onderzoek van E‐Quality naar vrouwen en financiële zelfredzaamheid bevestigen Astrid Feiters ervaring. Het traditionele rollenpatroon, waarbij de man het geld in het laatje brengt en de vrouw voor het huishouden zorgt, wordt hiervoor als oorzaak genoemd. Fieke van der Lecq, onder andere bijzonder hoogleraar op de Cordares‐Leerstoel Pensioenmarkten, meent dat veel vrouwen nog niet van jongs af aan meekrijgen dat zij later hun eigen boontjes moeten kunnen doppen.
‘Vroeger zorgde pappa voor ze en nu is het hun man die het grootste gedeelte van het inkomen inbrengt.’ (Fieke van der Lecq, Erasmus Universiteit)
Deze rolverdeling is volgens Marion Blok en Trudy Schriemer, beiden lid van de deelnemersraad van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak‐ en Glazenwassersbedrijf, ook een reden voor de desinteresse bij allochtone vrouwen. Een groot percentage van de medewerksters in de schoonmaakbranche is namelijk van allochtone afkomst. Zij geven aan dat in de meeste andere culturen de man (ook) vaak voor het inkomen zorgt en de kinderen het pensioen vormen. Fieke van der Lecq gaf in haar gesprek echter ook aan dat dit niet voor alle subculturen geldt. Zij noemde Antilliaanse vrouwen als voorbeeld: ‘Daar doen vrouwen heel veel zelf, omdat ze gewend zijn dat ze niet van hun mannen op aan kunnen.’
De link die onder andere Fieke van der Lecq en Astrid Feiter leggen tussen het traditionele rollenpatroon en de desinteresse bij vrouwen wordt deels tegengesproken door de bevindingen van Syntrus Achmea Pensioenbeheer. Deze pensioenuitvoerder bedient nogal wat fondsen in de zogenoemde blauwe boorden‐sector. Roos Kuip vertelde dat in deze sector vaak sprake is van de traditionele rolverdeling, waarbij de man werkt en de vrouw voor het huishouden zorgt. Maar zij geeft juist aan dat in die gezinnen de vrouw vaak de administratie doet en daarom meer van pensioen weet dan de man. Uiteraard kan hieruit niet meteen opgemaakt worden dat de vrouw geïnteresseerd is in het pensioen. Als we echter van de bevindingen van Syntrus Achmea Pensioenbeheer uitgaan, zijn huisvrouwen meer met pensioen bezig dan vrouwen die in loondienst werken. Dit kan betekenen dat huisvrouwen ook (iets) pensioenbewuster zijn. Als dit in verband wordt gebracht met een uitspraak van Fieke van der Lecq is het de vraag hoeveel meer huisvrouwen van hun pensioensituatie afweten dan vrouwen die werkzaam zijn in loondienst.
‘Vrouwen zien pensioenmaterie als ingewikkeld. Zij denken dat dit te moeilijk voor ze is en dat ze het niet kunnen. Natuurlijk kunnen ze het!’ (Fieke van der Lecq, Erasmus Universiteit) Vrouwen hebben volgens haar dus een gebrek aan zelfvertrouwen.
35
4.2 Succesvolle benaderingen Er zijn door de geïnterviewde organisaties diverse acties opgezet en benaderingen toegepast om specifiek vrouwen te bereiken. Deze hadden niet altijd tot doel om vrouwen pensioenbewuster te maken. Ook benaderingen met een ander doel worden meegenomen in de analyse, zoals bijvoorbeeld benaderingen met een commerciële insteek.
4.2.1 Persoonlijke benadering Door diverse geïnterviewde organisaties zijn persoonlijke benaderingen toegepast. Benaderingen waarbij de deelnemers de gelegenheid kregen vragen te stellen over hun persoonlijke situatie. Zo heeft RVS de opzet van een Tupperware party gebruikt om een pensioenparty voor vrouwen te organiseren. De vrouwen die hebben deelgenomen aan deze pensioenparties waren enthousiast en gaven aan dat zij de pensioenmaterie achteraf helemaal niet zo ingewikkeld vonden als zij van tevoren hadden gedacht. Verder gaven zij aan dat zij de persoonlijke setting van de bijeenkomst erg prettig vonden. RVS ondervond echter dat het moeilijk was om vrouwen te prikkelen naar deze bijeenkomsten te gaan. RVS veronderstelt dat het tijdstip de boosdoener is. De pensioenparties werden ’s avonds georganiseerd. Maar andere bijeenkomsten die ’s avonds georganiseerd zijn, waren wel succesvol. Zo heeft PFZW, waar 83% van de deelnemers vrouw is, bijeenkomsten georganiseerd waarbij een algemeen gedeelte werd opgevolgd door een persoonlijk gedeelte waarin de deelnemers de mogelijkheid kregen zelf vragen te stellen aan deskundigen. De ervaring van PGGM, de pensioenuitvoerder van PFZW, is namelijk dat vrouwen een persoonlijke benadering prefereren. Ook de succesvolle Vrouw‐ & Geldcafés, georganiseerd door E‐Quality in samenwerking met CentiQ, Wijzer in geldzaken, zijn zo opgezet dat een algemeen gedeelte wordt opgevolgd door een persoonlijk gedeelte en vinden ’s avonds plaats. Fieke van der Lecq noemt de persoonlijke insteek een succesfactor. Zij treedt bij deze bijeenkomsten regelmatig op als pensioendeskundige. Verder denkt zij dat deze bijeenkomsten goed aanslaan door de kleinschaligheid. Het lijkt dat ook een persoonlijke benadering zonder visueel contact met de deskundigen kan werken. Zo maakt het pensioenfonds van de Rabobank op haar website gebruik van een virtuele helpdesk. Op deze site zitten mensen letterlijk achter een bureau, klaar voor de vragen van de deelnemer.
Figuur 4.1 – Virtuele helpdesk Pensioenfonds Rabobank Bron: www.blikoppensioen.nl
36
‘Een groot fonds kan niet al zijn deelnemers gaan bezoeken, terwijl dit wel gewenst is. Maar de tool van het Rabobank Pensioenfonds benadert mondelinge communicatie erg mooi.’ (Roos Kuip, Syntrus Achmea Pensioenbeheer) De antwoorden op de vragen worden uitgesproken. Zo wordt getracht zoveel mogelijk in de buurt van een persoonlijk gesprek te komen. Hier is erg enthousiast op gereageerd door de medewerkers van de Rabobank en ook veelvuldig gebruik van gemaakt.
4.2.2 Onafhankelijke organisatie Wellicht dat het gebrek aan een onafhankelijke, niet commerciële organisatie bij de Pensioenparty van RVS een reden is dat deze niet voldoende vrouwen aansprak. In veel interviews werd namelijk genoemd dat dit een belangrijke voorwaarde is voor een benadering gericht op vrouwen. Zo gaf Fieke van der Lecq aan dat de Vrouw‐ & Geldcafés als laagdrempelig worden ervaren, omdat een onafhankelijk bedrijf de organisator is. Andere vrouwen spreken meer vanuit zichzelf. Zo geeft Iris Knobbe (APG) aan dat zij denkt dat vrouwen niet happig zijn op pensioeninformatie van een commerciële instelling, omdat vrouwen dan al snel het gevoel hebben dat er van hen geprofiteerd wordt in plaats van andersom. Astrid Feiter is het hiermee eens. ‘Als een dergelijke bijeenkomst niet door een onafhankelijke organisatie georganiseerd wordt, heb ik helemaal geen zin om daar heen te gaan. Dan heb ik toch de hele tijd in mijn achterhoofd dat ik verplicht naar die bank moet om mijn pensioen te regelen.’ (Astrid Feiter, Bureau Mevrouw de Voorzitter)
4.2.3 Werkgever Het hebben van een vertrouwensband met de persoon aan wie de pensioenvragen gesteld worden, lijkt een belangrijke voorwaarde te zijn voor vrouwen. Zo is de ervaring van APG dat pensioenonbewuste vrouwen als eerste naar een bekende stappen. Ook vrouwelijke schoonmakers gaan volgens de leden van de deelnemersraad van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak‐ en Glazenwassersbedrijf als eerste te raden bij een persoon die dichterbij hen staat dan het pensioenfonds, namelijk de werkgever. Data‐analyse van de Pensioenbewustzijn‐meter 2009 laat ook zien dat pensioenonbewuste vrouwen bij voorkeur pensioeninformatie van de werkgever ontvangen, zoals is genoemd in het theoretisch kader.
Uit het pensioenbewustzijnonderzoek van PGGM onder deelnemers van PFZW kwam echter naar voren dat de werkgever, familie en vrienden niet de eerste personen zijn die men raadpleegt als men uit zichzelf op zoek gaat naar pensioeninformatie. Het UPO en de tools van het pensioenfonds worden dan met name gebruikt. Wellicht dat de bekendheid van de tools van PGGM onder deelnemers groter is dan de bekendheid van tools van APG. Het bedrijfstakpensioenfonds van de schoonmaakbranche heeft op dit moment nog geen tools als een pensioenmagazine en een pensioenplanner, maar is wel voornemens een pensioenplanner te lanceren om daarmee het pensioenbewustzijn te vergroten (zie paragraaf 4.6). Het bedrijfstakpensioenfonds kan zich afvragen of hiermee de vrouwelijke deelnemers worden bereikt. Beide geïnterviewde leden van de deelnemersraad gaven namelijk aan dat hun vrouwelijke collega’s als eerste naar iemand op de werkvloer stappen met pensioenvragen. Daarbij komt dat veel schoonmakers van allochtone afkomst zijn en de Nederlandse taal niet voldoende machtig zijn om een tool als een pensioenplanner te begrijpen. 37
De HR‐functionaris is daarentegen dé persoon die ervoor kan zorgen dat deelnemers van PFZW open gaan staan voor pensioeninformatie door bij een benadering de HR‐functionaris als afzender te gebruiken. Hieruit kan geconcludeerd worden dat iemand die dichterbij een vrouwelijke deelnemer staat dan het pensioenfonds en die een connectie heeft met de pensioenregeling een wake up call kan veroorzaken bij vrouwen. De werkgever wordt dan ook door vrijwel elke geïnterviewde genoemd als dé persoon die mensen in het algemeen, dus niet alleen vrouwen, pensioenbewuster kan maken. Er bestaat voor de deelnemers uiteraard een link tussen de werkgever en de pensioenregeling omdat de werkgever vaak een gedeelte van de pensioenpremie betaalt. Daarnaast staat de werkgever dichter bij de deelnemer dan het pensioenfonds.
Nationale Nederlanden (NN) organiseert werkgeversbijeenkomsten. Deze zijn met een opkomst van 60% á 70% van de genodigden erg populair te noemen. NN verstuurt dan namens de werkgever een brief naar alle werknemers waarin de bijeenkomst aangekondigd wordt. NN noemt als succesfactoren het feit dat het geen verkoopbijeenkomsten zijn en dat het de genodigden zo interessant mogelijk wordt gemaakt omdat het voornamelijk over hun eigen pensioenregeling gaat. ‘Mensen hoeven hier niet veel moeite voor te doen. De bijeenkomst wordt in het bedrijf georganiseerd en onder werktijd, dus er is eigenlijk geen reden om niet te gaan.’ (Godelieve Janssen, Verzekeringsbedrijven ING)
4.2.4 Vrouwelijke deskundigen Aan de hand van ervaringen van een aantal geïnterviewde organisaties kan worden aangenomen dat veel vrouwen zich het prettigst voelen bij een vrouwelijke pensioendeskundige. Dit geven de vrouwen aan die de eerder genoemde Vrouw‐ & Geldcafés bezoeken en ook de klanten van Eve & Co vonden het erg fijn dat zij een seksegenoot voor zich hadden zitten. Als reden hiervoor wordt genoemd dat vrouwen bij een mannelijke deskundige het gevoel missen dat hij zich volledig kan verplaatsten in hun situatie. Elsbeth Bouwman (Eve & Co) geeft aan dat dit komt omdat veel mannen productgericht zijn, een masculiene benadering. Een man met veel feminiene kwaliteiten lijkt dus wel ingezet te kunnen worden bij vrouwen.
4.2.5 Pensioenambassadeur In veel interviews kwam een pensioenambassadeur ter sprake. In het ene interview als een goede ervaring, in het andere interview als een initiatief dat niet aansloeg. Daarnaast opperden veel geïnterviewden dit als een idee. APG heeft onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van het aanstellen van een pensioenambassadrice in het primaire onderwijs, waar 70‐80% vrouw is. APG dacht hiermee in te spelen op het feit dat vrouwen sneller op een collega af stappen dan op het pensioenfonds zelf. Maar blijkbaar zagen de vrouwen zich geen proactieve houding aannemen. Zij vonden dat collega’s met vragen zelf naar hen toe moesten komen. De achterliggende reden was onzekerheid van de ambassadrices zelf. Ondanks dat zij goed opgeleid zouden worden door APG en de mogelijkheid hadden om op APG terug te vallen, bleven zij zich afvragen of zij wel over voldoende kennis beschikten. Als dit dé reden is, kan dit probleem wellicht worden verholpen door tijdens de trainingen aandacht te schenken aan het zelfvertrouwen. APG heeft uiteindelijk besloten geen ambassadrices te gaan werven. De pensioeninformatieteams van het pensioenfonds van het cabinepersoneel van KLM kunnen echter wel worden gezien als een groot succes.
38
Wellicht dat pensioenambassadeurs hier wel een succes zijn, omdat de stewardessen in de lucht tijdens een pauze niet veel anders kunnen doen dan met elkaar converseren en het zo makkelijker is om het onderwerp pensioen aan te kaarten. Deze benadering bevat alle succesfactoren. Zo worden de vrouwen persoonlijk en op de werkvloer benaderd, worden vrouwen door hun seksegenoten aangesproken en kunnen de gezinssituatie en de interesses van de vrouw die aangesproken wordt een inleiding vormen voor het gesprek.
4.2.6 Pensioen koppelen aan zorgbehoefte Vrijwel alle geïnterviewden gaven aan dat een van de redenen voor de grote mate van pensioenonbewustzijn onder vrouwen is dat pensioen als een ‘ver‐van‐mijn‐bed‐show’ wordt gezien. Pensioen moet dus concreter worden gemaakt voor vrouwen. Pensioen moet dichterbij hun belevingswereld komen. Eve & Co heeft dit succesvol gedaan door in te spelen op het feit dat veel vrouwen graag willen zorgen voor anderen. Met name voor hun gezin. Door deze zorgfactor te gebruiken in het pensioenverhaal kunnen vrouwen worden wakker geschud.
‘Benader de vrouw vanuit het positieve, vanuit het zorgen voor. ‘Stel dat je nu overlijdt. Wat zou voor jou belangrijk zijn? Hoe wil je dat je dierbaren achterblijven?’ Geef aan dat haar dierbaren het waard zijn. Dat zij het waard is.’ (Elsbeth Bouwman, Eve & Co) Hierbij moet wel worden opgemerkt dat Eve & Co wilde stimuleren dat vrouwen al hun financiële zaken goed regelen. Zij koppelde deze zorgbehoefte dan ook niet specifiek aan pensioen, maar nam het pensioen als onderdeel mee in het totale plaatje. De Valentijnscampagne van Stichting Pensioenkijker.nl sprak vrouwen ook aan op het willen zorgen voor anderen, maar in deze campagne werd juist de wedervraag gesteld of de vrouw ook zo goed voor zichzelf zorgt. Hierbij zijn op Valentijnsdag hartvormige flyers uitgedeeld bij bedrijven waar relatief veel vrouwen werkzaam zijn. Op deze hartvormige flyers stond de tekst ‘Vrouwen zorgen goed voor anderen. Maar ook voor zichzelf?’. Deze actie is succesvol, want het levert een toename van het sitebezoek op van Pensioenkijker.nl. Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) heeft deze actie vanaf 2009 overgenomen en voert hem nog steeds met succes uit. Het aanspreken van vrouwen op de zorg voor zichzelf lijkt dus ook aan te zetten tot nadenken.
4.2.7 Pensioen koppelen aan interesses Veel van de geïnterviewde personen menen dat het onderwerp pensioen niet interessant is voor vrouwen. Daarom is met diverse benaderingen getracht in te spelen op de interesses van de vrouwelijke doelgroep. Interesses kunnen dienen als lokmiddel voor het gebruiken van een bepaalde tool of het aanschaffen van een product. Echter, men moet er niet vanuit gaan dat elke benadering waarbij een vermeende interesse van vrouwen gekoppeld wordt aan pensioen een succes is. Interesses verschillen per doelgroep en de diversiteit onder vrouwen is groot. Zo gaven deelnemers van een pensioenfonds met overwegend vrouwelijke deelnemers aan dat zij van hun pensioenfonds geen kortingen wilden op vrijetijdsbestedingen. Het advies aan het pensioenfonds was om vooral te doen wat het behoorde te doen. Echter, het is mogelijk dat vrouwelijke deelnemers van een ander pensioenfonds wel gevoelig zijn voor deze kortingen of een ander cadeau. 39
Interesses van vrouwen kunnen ook gebruikt worden om ze aan het denken te zetten. Om bewustwording te creëren. Het omzetten van bedragen in aankoopmogelijkheden waarbij twee uiterste mogelijkheden naast elkaar afgebeeld worden, is een benadering die mogelijk werkt. Zo heeft Astrid Feiter eens een artikel moeten schrijven om vrouwen te wijzen op de grootte van het bedrag dat zij in vergelijking met mannen laten liggen bij salarisonderhandelingen. Zij heeft dit bedrag toen omgerekend naar aankoopmogelijkheden en deze uitgebeeld, bijvoorbeeld in een hoop schoenen en een auto. Astrid Feiter geeft aan dat beelden veel meer aankomen dan getallen. (Maar men mag er uiteraard niet vanuit gaan dat elke vrouw zal balen wanneer zij bijvoorbeeld minder schoenen kan kopen dan de vrouw die haar pensioen goed geregeld heeft en waarvan de pensioensituatie is uitgebeeld.)
4.2.8 Beeldtaal Beelden lijken bij zowel mannen als vrouwen meer aan te spreken dan tekst. De Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen maakt voor de Samenstajijsterk‐campagne5 gebruik van informatiefilmpjes op de website. Deze filmpjes zijn, net als de banners voor de campagnes, beeldend. Er is gebruik gemaakt van humor en een stem geeft uitleg over het betreffende onderwerp, waarbij deze persoon rustig en in begrijpelijke zinnen spreekt.
Figuur 4.2 – Fragmenten uit filmpjes Samenstajijsterk‐campagne. Bron: Samenstajijsterk.nl
Bovenstaand vindt u twee fragmenten uit twee verschillende filmpjes. Het linkerfragment komt uit het filmpje genaamd ‘risico’s delen’, waarin uitgelegd wordt dat collega‐deelnemers ervoor zorgen dat het pensioen verder opgebouwd wordt op het moment dat iemand arbeidsongeschikt raakt. Het fragment aan de rechterkant komt uit het filmpje dat uitleg geeft over de pensioencrisis. Hier wordt bijvoorbeeld uitgebeeld wat de huidige rentestand voor invloed heeft op dekkingsgraad van een pensioenfonds. De informatiefilmpjes worden gewaardeerd door de bezoekers volgens Marjolein Zaal, omdat ze veel worden bekeken.
4.2.9 Herkenning creëren Eve & Co ging uit van de feminiene waarden om vrouwen te benaderen. Ook andere geïnterviewde organisaties hebben één of meer van deze waarden toegepast in hun initiatieven, al dan niet onbewust. Zo is overeenkomstigheid ook een feminiene waarde. Vrouwen zoeken volgens deze waarde naar overeenkomsten met anderen. Wellicht dat daarom verhalen waarin vrouwen vertellen over hun pensioensituatie zo gewaardeerd worden. 5
Een campagne, gestart in 2010, met het doel om de sterke punten van collectieve pensioenregelingen onder de aandacht te brengen.
40
Zo heeft Syntrus Achmea Pensioenbeheer in het pensioenblad van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Landbouw verhalen geplaatst waarin vrouwen vertellen over hun gezinssituatie en pensioensituatie. Bij dit bedrijfstakpensioenfonds was namelijk bekend dat in de gezinnen van haar deelnemers veelal de vrouw de financiën regelt. Ook PGGM plaatst realistische persoonlijke verhalen in het magazine ‘Eigen tijd’ van PGGM. De deelnemers van PFZW reageren hier positief op. Als reden hiervoor wordt gegeven dat het aansluit bij hun wereld.
‘Je neemt geen modellen, maar echte mensen. Het is bij wijze van spreken je buurvrouw. Zo kunnen mensen zich daarop projecteren.’ (Sara Leene, PFZW) Deze verhalen kunnen dus herkenning oproepen. Dit kan een stap zijn voor een vrouw om zichzelf af te vragen hoe het met haar pensioensituatie is geregeld. Deze vrouwen fungeren zo als rolmodellen.
4.3 Minder succesvolle benaderingen Tijdens de gesprekken kwamen ook benaderingen ter sprake die geen succes waren binnen de organisatie of volgens de geïnterviewden vermeden moeten worden.
4.3.1 Cijferoverzichten Veel van de geïnterviewden gaven aan dat pensioen door zowel mannen als vrouwen als ingewikkeld wordt beschouwd. Als oorzaak wordt genoemd dat pensioenmaterie in verband wordt gebracht met cijferoverzichten en aaneengesloten stukken tekst waarin veel begrippen staan waar mensen niet bekend mee zijn. Vakjargon dient dus zoveel mogelijk te worden vermeden. De geïnterviewden organisaties gebruiken met name taalniveau B16. Marjolein Zaal (VB) ervaart dat dit taalniveau voor iedereen het prettigst is, ook voor diegenen die in het dagelijks leven op hoog taalniveau communiceren.
‘Als je moe uit je werk komt en je bent al zover dat je die envelop met pensioeninformatie hebt opengerukt, dan zit je echt niet te wachten op een ingewikkelde brief. Vermeid vakjargon, ingewikkelde woorden en zinsconstructies. Dat leest voor iedereen veel prettiger.’ (Marjolein Zaal, VB)
Roos Kuip (Syntrus Achmea Pensioenbeheer) noemde ook dat brieven met alleen informatie over bijvoorbeeld een reglementswijziging absoluut hun doel niet bereiken. Daardoor raken mensen zeker niet geprikkeld om naar hun pensioensituatie te kijken. Droge stof versturen terwijl er niet om wordt gevraagd, is daarom zinloos volgens haar. Wellicht dat Stichting Pensioenkijker.nl minder goede ervaringen heeft met financiële bijlagen in vrouwenbladen, omdat vrouwen verwachten hierin cijferoverzichten en vakjargon aan te treffen. Al kan uit deze ervaring uiteraard niet geconcludeerd worden dat financiële bijlagen per definitie niet door vrouwen gelezen worden. Het zet hen alleen niet aan tot de gewenste actie.
6
Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. Dit taalniveau is afkomstig van het Common European Framework, een meetlat gemaakt door de Raad van Europa om het taalniveau van mensen en teksten te meten. Taalniveau A1 geeft het laagste niveau aan en taalniveau C2 het hoogste. Taalniveau B1 is door ongeveer 95% van de bevolking te begrijpen. (Bron: www.bureautaal.nl)
41
4.3.2 Doemscenario’s Als in de omgeving van vrouwen iemand door een ingrijpende gebeurtenis pensioenproblemen heeft gekregen, is dat volgens diverse geïnterviewden een reden voor vrouwen om hun pensioensituatie te bekijken. Zo heeft Celeste de Quelerij (KBDQ) tijdens de deelnemerspanels in de afgelopen tien jaar een toename ervaren van het aantal vragen dat met echtscheiding te maken heeft. Dit heeft volgens haar te maken met het feit dat Nederlanders sneller scheiden dan voorheen. Bij bijna alle vrouwen speelden deze vragen namelijk op nadat zij in hun omgeving gezien hadden wat een enorme impact een scheiding kan hebben op het pensioeninkomen.
‘Er werkt niets zo effectief als een ingrijpende gebeurtenis in hun omgeving. Dan komt het dichtbij.’ (Emilie Schols & Henriëtte de Lange, Stichting Pensioenkijker.nl) Uiteraard kan hier geen invloed op uitgeoefend worden en moeten pensioenproblemen juist voorkomen worden. Een mogelijkheid zou kunnen zijn om vrouwen doemscenario’s voor te schotelen in media, zoals bijvoorbeeld vrouwenbladen. Nagenoeg alle geïnterviewden raden dit echter af. De ervaringen zijn dat vrouwen juist een afkeer hebben van negatieve verhalen. Dit komt ook uit het pensioenbewustzijnonderzoek van PGGM naar voren.
4.3.3 Bijeenkomsten na werktijd Bijeenkomsten die na werktijd bij de werkgever worden georganiseerd worden door een aantal geïnterviewden geacht onaantrekkelijker te zijn dan bijeenkomsten onder werktijd. Zo gaven Emilie Schols en Henriëtte de Lange (Stichting Pensioenkijker.nl) aan dat werknemers na een werkdag graag naar huis willen en dat bijvoorbeeld vrouwen met jonge kinderen hun kinderen vaak van school moeten halen. Godelieve Janssen (Verzekeringsbedrijven ING) denkt ook dat het tijdstip van de Pensioenparty van RVS de reden was voor het uitblijven van het succes.
‘Als ik eerlijk ben, zou ik ’s avonds ook niet nog eens ergens naar toe gaan om het eens even lekker over mijn pensioen te gaan hebben.’ (Godelieve Janssen, Verzekeringsbedrijven ING) Aangezien andere bijeenkomsten die ’s avonds zijn georganiseerd wel een succes zijn, zoals bijvoorbeeld de Vrouw‐ & Geldcafés, zou hieruit geconcludeerd kunnen worden dat pensioenbijeenkomsten die ’s avonds worden georganiseerd niet in verband moeten worden gebracht met werk, maar dat daar ontspanning centraal moet staan.
4.3.4 Masculiene benaderingen In paragraaf 4.2, de succesvolle benaderingen, is al genoemd dat vrouwen vrouwelijke deskundigen lijken te prefereren. Maar Elsbeth Bouwman (Eve & Co) geeft aan dat het vermijden van masculiene benaderingen nog verder doorgevoerd zou moeten worden. Als voorbeeld van een masculiene benadering noemde zij advertenties waarin de nadruk wordt gelegd op de eigenschappen van een product. Volgens haar is de financiële dienstverlening voornamelijk masculien en zullen met deze insteek niet veel vrouwen worden bereikt, omdat vrouwen niet geïnteresseerd zijn in de eigenschappen van het product, maar voornamelijk willen weten op welke manier het bijdraagt aan hun levensgeluk.
42
Het zou volgens Elsbeth Bouwman al een verschil maken wanneer reclame bedoeld voor vrouwen niet meer door mannen gemaakt wordt, maar door personen van hetzelfde geslacht. Datzelfde geldt dan uiteraard voor brochures en teksten.
‘Jonge en wilde reclamejongens denken dat ze vrouwen begrijpen. Ze vervangen een biertje door een fles wijn en een aantrekkelijke jonge vrouw door een man met een ontbloot bovenlijf. Dat is een soort van copy‐paste, maar dan op de verkeerde manier.’ (Elsbeth Bouwman, Eve & Co)
4.4 Suggesties Tijdens de gesprekken kwamen de geïnterviewden vrouwen ook met een aantal persoonlijke ideeën om meer pensioenbewustzijn te creëren. Geen van de geïnterviewden heeft ervaringen met deze ideeën.
4.4.1 Financiële opvoeding Vrijwel alle geïnterviewden vinden dat de manier van opvoeden te maken heeft met het feit dat nu veel vrouwen niet financieel zelfstandig zijn. Volgens velen van de respondenten maakt dit dat veel vrouwen financieel onbewust zijn en daarmee ook pensioenonbewust.
‘Vrouwen hebben altijd meegekregen dat er wel een vangnet zal zijn in de vorm van een man. Dus waarom zou jij je tijdens je arbeidzame leven dan zorgen maken over je huidige inkomen en je inkomen voor de toekomst?’ (Astrid Feiter, Bureau Mevrouw de Voorzitter)
Zo noemt bijvoorbeeld Fieke van der Lecq dat de rollenpatronen niet meer zo sterk gehandhaafd worden als decennia geleden, maar dat er nog wel vaak volgens deze rollenpatronen wordt geleefd, al dan niet onbewust. En zij beweert dat dit de reden is dat in veel gezinnen de financiën worden geregeld door de man. Daarbij lijkt het uit te maken of de vrouw zich volledig op de zorgtaak stort of dat zij daarnaast ook nog werkt, zoals al eerder in dit hoofdstuk is aangegeven. Roos Kuip (Syntrus Achmea Pensioenbeheer) gaf namelijk aan dat in gezinnen waarin de man werkt en de vrouw het huishouden runt de vrouw vaak de administratie doet, omdat zij hier meer tijd voor heeft dan de man. In gezinnen waarin zowel de man als de vrouw werkt, neemt de man vaak de administratieve taak op zich. Als verklaring hiervoor wordt gegeven dat beide partners het verzorgen van de financiën geen leuke taak vinden en daarom vervallen in traditionele rollenpatroon waarbij de man de financiën regelt. Het blijft echter een feit dat veel vrouwen niet financieel zelfredzaam zijn. Daarom is het volgens de geïnterviewde vrouwen zaak dat vrouwen van jongs af aan wordt bijgebracht dat zij te allen tijde hun eigen boontjes moeten kunnen doppen. Marion Blok (Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak‐ en Glazenwassersbedrijf) geeft aan dat haar moeder dit in de opvoeding heeft doorgevoerd. Volgens haar is het dan als vanzelfsprekend dat je dan ook zult zorgen dat je pensioen goed geregeld is.
43
4.4.2 Financiële educatie op school Ouders kunnen uiteraard niet gedwongen worden om hun dochters mee te geven financieel zelfstandig te zijn, maar scholen kunnen volgens de respondenten deze financiële zelfstandigheid stimuleren door in opleidingen financiële educatie aan te bieden.
‘Nu word je alleen gevraagd wat je wilt worden als je later groot bent. Maar er zal nooit gevraagd worden wat je daarmee wilt doen in financieel opzicht. Er wordt alleen maar een romantisch plaatje geschetst.’ (Astrid Feiter, Bureau Mevrouw de Voorzitter)
Daarnaast is het idee dat wanneer pensioen wordt meegenomen in deze financiële educatie wellicht de gedachtegang wordt doorbroken dat pensioen ingewikkeld is.
4.4.3 Bespreekbaar maken Veel van de geïnterviewde vrouwen gaven aan dat pensioen bespreekbaar moet worden gemaakt. Dat het normaal moet zij om bij pensioen stil te staan. Wat de vrouwelijke doelgroep betreft, denken diverse geïnterviewden dat tv‐series een bijdrage zouden kunnen leveren aan het bespreekbaar maken van pensioen. De geïnterviewde leden van de deelnemersraad van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak‐ en Glazenwassersbedrijf gaven bijvoorbeeld aan dat veel van hun collega’s de soapserie Goede Tijden Slechte Tijden (GTST) volgen. Maar uiteraard kan het onderwerp pensioen ook aan bod komen in andere goed bekeken vrouwenseries. Stichting Pensioenkijker.nl heeft eens geprobeerd om een verhaallijn over pensioen in GTST te kopen, maar de makers van de soapserie zagen hier helaas niets in. Daarnaast werd er vaak aangegeven dat mensen pensioeninformatie tegen moeten komen daar waar de zogenoemde life events, als samenwonen, trouwen en scheiden, geregeld worden. Volgens Iris Knobbe (APG) zou bijvoorbeeld een notaris kunnen aangeven dat trouwen gevolgen heeft voor het pensioen en daarbij zou hij dan meteen kunnen uitleggen dat scheiden ook consequenties heeft. Roos Kuip (Syntrus Achmea Pensioenbeheer) heeft de ervaring dat men bij de geboorte van kinderen uit zichzelf de hele financiële situatie onder de loep neemt. Volgens haar moet je daar als pensioenfonds bij zijn. Verder pleit Roos Kuip voor een fysiek pensioenloket waarin pensioenfondsen en onafhankelijke organisaties als Penioenskijker.nl en CentiQ, Wijzer in geldzaken verenigd zijn. Op deze manier worden pensioenfondsen meer zichtbaar.
‘Pensioenfondsen hebben dan wel geen adviesfunctie, maar wat is er tegen voorlichten? De sector is zo groot en er gaat zoveel geld in om. Daar hoort bij dat iemand op zaterdag, als hij door de stad loopt, even binnen kan lopen of een afspraak kan maken.’ (Roos Kuip, Syntrus Achmea Pensioenbeheer) Dit zou mogelijk kunnen bijdragen aan het normaliseren van pensioen, maar de vraag is uiteraard of mensen deze vestigingen zullen bezoeken. Zo geeft Astrid Feiter aan dat zij een pensioenloket aanmoedigt, maar zij denkt dat het mensen zo gemakkelijk mogelijk gemaakt moet worden. Een virtueel pensioenloket vindt zij daarom een beter idee. Wellicht dat deze virtuele helpdesk dan 44
vormgegeven kan worden zoals de pensioensite van het pensioenfonds van de Rabobank om zo de persoonlijke benadering te accentueren. Echter, ook bij deze benadering mag men er niet vanuit gaan dat deze voor alle vrouwen werkt. Vrouwelijke schoonmakers zullen bijvoorbeeld geen pensioeninformatie zoeken op het internet volgens Marion Blok (Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak‐ en Glazenwassersbedrijf). Waarschijnlijk is een taalbarrière hier de oorzaak.
4.5 Benaderingen die breder ingezet kunnen worden Door de ervaringen van de respondenten met elkaar te vergelijken, kan geconcludeerd worden dat diverse benaderingen breder ingezet kunnen worden.
4.5.1 Persoonlijke benadering Bijeenkomsten waar een persoonlijke benadering gehanteerd wordt, lijken het meest succesvol te zijn als deze georganiseerd worden door een onafhankelijke organisatie. Vanuit dit oogpunt zouden de kleinschalige Vrouw‐ & Geldcafés dus vaker georganiseerd kunnen worden. Hierbij is het ook denkbaar dat dergelijke bijeenkomsten door meerdere commerciële organisaties georganiseerd worden. Vrouwen hebben dan het gevoel dat hun keuzevrijheid behouden blijft. Deze benadering is effectief, maar uiteraard wel kostbaar.
4.5.2 Pensioenambassadrice In principe is het in elke branche mogelijk om medewerkers pensioendeskundig te maken en deze in te zetten om collega’s pensioenbewuster te maken. APG ervaarde in de onderwijssector echter dat de vrouwen te weinig zelfvertrouwen hadden om deze taak proactief uit te kunnen voeren. Als dit de reden is, kan dit wellicht door middel van training verholpen worden. Het is ook mogelijk dat de ene werkvloer meer ruimte biedt voor deze benadering dan een andere werksetting. Zo is het voor te stellen dat cabinepersoneel van een vliegtuig tijdens een pauze meer gelegenheid creëert voor een gesprek met een collega dan medewerkers in het onderwijs, die wellicht nakijkwerk uitvoeren in deze tijd. Maar een inventarisatie in de branche of er animo is voor deze aanstelling lijkt een aanrader, want het is een benadering met nagenoeg alle succesfactoren die in dit onderzoek naar voren zijn gekomen.
4.5.3 Werkgever Zowel Pensioenkijker.nl als het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak‐ en Glazenwassersbedrijf gaf aan dat pogingen om de werkgever te stimuleren pensioendeskundig te worden op niets uit liepen. Syntrus Achmea Pensioenbeheer heeft meer succes met de bijeenkomsten die zij organiseert voor HR‐medewerkers. De werkgevers zijn echter nog niet laaiend enthousiast. Hoewel de werkgever wel de plaats lijkt te zijn waar zowel mannen als vrouwen pensioendeskundigheid verwachten. Als men de werkgever weet te overtuigen, is in grote bedrijven de HR‐functionaris de persoon om werknemers pensioendeskundig te maken. Dit komt onder andere uit het eerder genoemde onderzoek van PGGM. Ook Celeste de Quelerij komt door deelnemerpanels tot deze conclusie. PGGM concludeerde zelfs dat de HR‐functionaris de enige persoon is die de deelnemers van PFZW kan interesseren voor pensioeninformatie. De uitkomsten van het onderzoek lieten zien dat alleen een bijeenkomst waarvoor de uitnodiging verstuurd is door een HR‐ medewerker deelnemers kan interesseren voor pensioeninformatie. Als voorwaarde voor deze bijeenkomsten noemen diverse geïnterviewden dat de bijeenkomst onder lunchtijd georganiseerd moet worden. Op die manier hebben de medewerkers geen reden om niet te gaan. Dit bewijst het succes van de werkgeversbijeenkomsten die NN organiseert namens de werkgevers. 45
De HR‐functionaris zou ook een nog persoonlijkere benadering kunnen hanteren door persoonlijke pensioengesprekken met werknemers te voeren. Immers, hoe persoonlijker de benadering, hoe meer dit vrouwen aan zal spreken. Tussen deze gesprekken zou een vaste termijn kunnen zitten om zo pensioen bespreekbaar te houden, maar bepaalde gebeurtenissen in het leven van deelnemers zouden ook een aanleiding kunnen zijn. Zo kwam uit het onderzoek van PGGM dat deelnemers van PFZW met name over hun pensioen gaan nadenken wanneer zij van een fulltime naar een parttime contract overstappen. De HR‐functionaris zou mooi op deze gedachtestroom in kunnen haken met een gesprek.
4.5.4 Pensioen koppelen aan zorgbehoefte Vrouwen lijken te kunnen worden wakker geschud als zij aangesproken worden op hun zorgrol. In combinatie met het vermijden van angst, moet hierbij niet de nadruk liggen op welke situaties mogelijk kunnen ontstaan wanneer de vrouw dan wel haar partner overlijdt. Een reële benadering zou zijn ‘Hoe wil je dat jouw dierbaren achterblijven?’ Deze benadering kan de insteek zijn voor diverse communicatieve middelen en kan met name uitstekend gebruikt worden bij persoonlijke bijeenkomsten, door pensioenambassadeurs en de werkgever.
4.5.5 Pensioen koppelen aan interesses Om interesses te kunnen koppelen aan pensioen, is het zaak de doelgroep goed te kennen. De diversiteit onder vrouwen is groot en zo wijken ook de interesses van vrouwelijke doelgroepen enorm uiteen. Daarbij hoeft deze benadering niet voor iedere vrouwelijke doelgroep te werken. Een marktonderzoek is dus een aanrader om zo te weten wat de interesses van de doelgroep zijn en de doelgroep eventueel te kunnen segmenteren. Het afbeelden van aankoopmogelijkheden in artikelen in vrouwenbladen kan mogelijk werken om meer pensioenbewustzijn te creëren. Ook hierbij is het zaak dat de interesses van de doelgroep bekend zijn, anders zullen de artikelen bij voorbaat niet het gewenste effect hebben.
4.5.6 Herkenning creëren In de interviews zijn alleen ervaringen genoemd met herkenningsverhalen die op websites zijn gepubliceerd en in pensioenmagazines. Maar waarschijnlijk wordt een grotere doelgroep bereikt wanneer dergelijke verhalen in vrouwenbladen gepubliceerd worden.
4.6 Plannen voor de toekomst Hier worden plannen voor de toekomst toegelicht van organisaties waar de respondenten werkzaam zijn. Niet alle initiatieven zijn bedoeld voor de vrouwelijke doelgroep. Daarom is bij elk plan kort uiteengezet of deze benadering naar aanleiding van de bevindingen van dit onderzoek al dan niet zal gaan werken.
Vrouwenbladen – Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen De VB probeert vrouwenbladen over te halen meer aandacht te besteden aan het onderwerp pensioen. Zowel advertenties als verhalen van vrouwen over hun pensioensituatie zijn hierbij de insteek. Verhalen blijken vooral een succes, omdat er dan herkenning kan plaatsvinden. Vrouwen kunnen zich dan herkennen in de situatie van een seksegenote. Wat betreft de advertenties is het van belang de boodschap zo beeldend mogelijk weer te geven, bij voorkeur in combinatie met interesses van vrouwen.
46
Pensioenregister – Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen Op de site mijnpensioenoverzicht.nl van Stichting Pensioenregister, gelanceerd in januari 2011, kan men in één oogopslag zien welke pensioenaanspraken men heeft opgebouwd bij welk pensioenfonds of verzekeraar. Marjolein Zaal hoopt dat Pensioenregister.nl een samenwerkingsverband aan kan gaan met bijvoorbeeld de belastingdienst om er voor te zorgen dat er ook jaarlijks naar het pensioen gekeken wordt. Uiteraard is Pensioenregister een uitstekend initiatief, omdat het meer overzicht creëert. Maar het initiatief alleen zal er niet voor zorgen dat mensen geïnteresseerd raken in hun pensioen. Daar moet de reclamecampagne voor zorgen. Deze reclamecampagne kan misschien herhaald worden, maar deze zal niet eeuwig blijven duren. Daarom zou het gunstig zijn als mensen worden gedwongen hun pensioensituatie jaarlijks te bekijken door dit te koppelen aan de verplichte belastingaangifte.
Fusies tussen pensioenfondsen – Syntrus Achmea Pensioenbeheer Roos Kuip ziet tussen pensioenfondsen veel fusies optreden. Er vindt schaalvergroting plaats en dat biedt volgens haar verbeteringen. Zo stimuleert dit de pensioenfondsen om na te denken over hun pensioenregeling. Dit biedt de mogelijkheid om de regeling te vereenvoudigen. Vereenvoudiging van de pensioenregeling mag worden toegejuicht, want deze wordt nog te vaak als ingewikkeld bestempeld, door zowel mannen als vrouwen.
Pensioenplanner – Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak‐ en Glazenwassersbedrijf In april 2011 wil dit bedrijfstakpensioenfonds een pensioenplanner lanceren op de website. Via deze pensioenplanner kan inzicht worden verkregen in het pensioen. Een brief bij het UPO zal moeten zorgen dat deelnemers geïnteresseerd raken in de planner. Het valt te betwijfelen of de vrouwelijke deelnemers van dit Bedrijfstakpensioenfonds de pensioenplanner zullen gaan raadplegen. Als zij met alleen tekst in een brief overgehaald moeten worden, zal dit bij veel vrouwen niet lukken. Nog daargelaten dat veel vrouwelijke schoonmakers de Nederlandse taal niet voldoende machtig zijn om de brief te kunnen lezen.
Vrouw‐ & Geldcafés – PGGM PGGM wil voor PFZW met het concept van de Vrouw‐ & Geldcafés aan de slag gaan om te kijken of deze kleinschalige bijeenkomsten ook werken voor de deelnemers in de zorgsector. Waarschijnlijk zullen de deelnemers de bijeenkomsten kunnen waarderen. In de zorgsector zijn immers veel vrouwen werkzaam. Zij zullen deze persoonlijke benadering prettig vinden.
47
Hoofdstuk 5 – Conclusie en aanbevelingen
In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag beantwoord door uit de resultaten in het voorgaande hoofdstuk conclusies te trekken. Naar aanleiding van deze conclusies zullen aanbevelingen worden gedaan.
5.1 Beantwoording onderzoeksvraag In dit onderzoek stond de volgende vraag centraal: Op welke manieren kan pensioen het beste onder de aandacht worden gebracht bij vrouwen? Als eerste kan geconcludeerd worden dat er niet één specifieke benadering lijkt te werken voor alle vrouwen. De diversiteit onder vrouwen is groot. Dit kwam uit de data‐analyse van de Pensioenbewustzijn‐meter 2009 al naar voren en ook uit het kwalitatieve gedeelte van dit onderzoek. Dit brengt met zich mee dat de interesses van vrouwen onderling ook erg van elkaar kunnen verschillen. Er zijn door de geïnterviewde organisaties die met pensioen te maken hebben veel pogingen gedaan om een pensioenprikkel te veroorzaken bij vrouwen. Enkele kenmerken komen meerdere malen terug in acties die goed lijken te werken. Het lijkt er op dat men pensioen onder de aandacht kan brengen van vrouwen door het toepassen van die kenmerken in benaderingen. Vrouwen lijken de voorkeur te geven aan een persoonlijke benadering. Benaderingen waarbij vrouwen de gelegenheid krijgen vragen te stellen aan een deskundige over hun persoonlijke situatie worden door de respondenten een succes genoemd. Daarbij lijkt het van belang dat de afzender als onafhankelijk bestempeld kan worden. Uit de ervaringen van de respondenten komt naar voren dat vrouwen initiatieven van een onafhankelijke instantie verkiezen boven die van een commerciële organisatie. Vrouwen hebben anders het gevoel dat er van hen geprofiteerd wordt in plaats van andersom. Het gevoel hebben van keuzevrijheid is hierbij belangrijk, dus wellicht dat een gezamenlijke actie van meerdere commerciële instellingen wel kan slagen. Daarnaast komt uit de ervaringen van de geïnterviewden naar voren dat vrouwen zich het prettigst voelen bij een vrouwelijke pensioendeskundige. Als reden hiervoor wordt genoemd dat vrouwen bij een mannelijke deskundige het gevoel missen dat hij zich volledig kan verplaatsen in hun situatie. Masculiene benaderingen lijken sowieso vermeden te moeten worden; met name feminiene waarden komen terug in de benaderingen die als succesvol aangemerkt worden. Overeenkomstigheid is er daar één van. Zo lijkt de aandacht van vrouwen getrokken te kunnen worden door verhalen van andere vrouwen waarin wordt verteld over de gezins‐ en pensioensituatie. Deze verhalen kunnen herkenning oproepen. Dit kan een aanleiding zijn voor een vrouw om zichzelf af te vragen hoe het met haar pensioensituatie is gesteld. De vrouwen in de pensioenverhalen fungeren zo als rolmodellen. Deze verhalen moeten volgens de respondenten niet uitgesproken positief of negatief zijn, maar reëel.
48
De werkgever wordt bestempeld als dé plaats waar vrouwen, maar ook mannen, geïnformeerd willen worden over hun pensioen. Via de werkgever zelf dan wel via de HR‐functionaris. Werkgeversbijeenkomsten worden een succes genoemd, maar hierbij lijkt het wel van belang dat deze bijeenkomsten onder werktijd plaatsvinden. Avondbijeenkomsten kunnen ook succesvol zijn mits er een ontspanningsonderdeel wordt toegevoegd aan het programma. Collega’s kunnen volgens respondenten worden ingezet om op de werkvloer pensioeninformatie te verstrekken aan andere collega’s. Zij worden als het ware pensioenambassadeurs. Om deze benadering te laten slagen, moeten de ambassadeurs wel dusdanig opgeleid zijn dat zij zelfverzekerd zijn over hun pensioenkennis. Anders is de ervaring dat deze medewerkers hun collega’s niet proactief durven te benaderen. Door het onderwerp pensioen te koppelen aan de interesses van vrouwen kan ook de aandacht gewekt worden. Zo kunnen vrouwen aangesproken worden op hun zorgrol voor het gezin: ‘Hoe wil je dat jouw dierbaren achterblijven?’ Door deze zorgfactor te gebruiken in het pensioenverhaal, kunnen vrouwen worden wakker geschud. De respondenten hebben ook goede ervaringen met het koppelen van andere interesses van vrouwen aan het onderwerp pensioen. Zo kunnen interesses dienen als lokmiddel tot het gebruiken van een bepaalde tool of het aanschaffen van een product, maar ook om bewustwording te creëren. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het beeldend vertalen van opgebouwde pensioenaanspraken naar aankoopmogelijkheden. Overigens lijken beelden zowel mannen als vrouwen meer aan te spreken dan tekst en cijferoverzichten. Men moet er echter niet vanuit gaan dat elke benadering waarbij een vermeende interesse van vrouwen gekoppeld wordt aan pensioen een succes is. Interesses verschillen per doelgroep en de diversiteit onder vrouwen is groot. Het ontbreken van het besef van het belang van financiële zelfredzaamheid onder vrouwen wordt als oorzaak gezien voor het gebrek aan pensioenbewustzijn bij deze doelgroep. Veel respondenten vinden daarom dat vrouwen middels opvoeding thuis dan wel middels financiële educatie op school bijgebracht moet worden dat zij te allen tijde zelf hun boontjes moeten kunnen doppen. De respondenten gaven tevens vaak aan dat consumenten in het algemeen pensioeninformatie tegen moeten komen daar waar de life events plaatsvinden die van invloed zijn op het pensioen, zoals bijvoorbeeld wanneer men gaat trouwen en scheiden. Op die manier wordt consumenten meteen duidelijk gemaakt wat de beslissing voor gevolgen heeft voor de pensioensituatie.
49
Hieronder worden nog eens overzichtelijk de belangrijkste do’s en don’ts weergegeven die uit dit onderzoek naar voren kwamen.
Do’s
Don’ts
• Vrouwen de gelegenheid geven vragen te stellen over de persoonlijke situatie • Benaderingen die gepresenteerd worden door onafhankelijke organisaties • Pensioeninformatie bij of vanuit de werkgever presenteren • Vrouwelijke deskundigen inzetten • Herkenning oproepen • Pensioen dichterbij de belevingswereld van vrouwen brengen door het gezin erbij te betrekken • Pensioen koppelen aan interesses
• Puur informatieve pensioencommunicatie inzetten • Na werktijd bijeenkomsten bij de werkgever organiseren • Doemscenario’s voorschotelen • Masculiene benaderingen inzetten
Tabel 5.1 – Do’s & don’ts
5.2 Aanbevelingen Wellicht de belangrijkste conclusie uit dit onderzoek is dat de diversiteit onder vrouwen groot is en dat daarmee ook niet één specifieke benadering genoemd kan worden die lijkt te werken voor alle vrouwen. Degene die pensioen onder de aandacht wil brengen bij vrouwen doet er daarom goed aan een marktonderzoek te doen onder zijn vrouwelijke doelgroep. Op die manier worden de wensen van deze doelgroep in beeld gebracht en kan een op maat gemaakte benadering worden toegepast.
Een andere mogelijkheid is om gelijktijdig verschillende manieren in te zetten om de aandacht van vrouwen op hun pensioen te vestigen. Dit is wellicht minder efficiënt dan wanneer vooraf marktonderzoek uitgevoerd wordt, maar het is, gezien de diversiteit onder de vrouwen, niet ondenkbaar dat binnen de doelgroep segmentatie plaats moet vinden en er dus meerdere benaderingen ingezet moeten worden om de gehele doelgroep te bereiken.
De probleemstelling van dit onderzoek was: Hoe kan het pensioenbewustzijn van volledig pensioenonbewuste vrouwen worden vergroot?
De eerste stap naar een groter pensioenbewustzijn van pensioenonbewuste vrouwen is dat zij op de hoogte zijn van het pensioeninkomen (zie paragraaf 2.1). Bij de benaderingen die in dit onderzoek zijn besproken is vaak alleen getest of het betreffende communicatiemiddel gebruikt is. Bij geen van de benaderingen is daadwerkelijk onderzocht of de doelgroep pensioenbewuster is geworden. Het is de betreffende organisaties aan te raden dit wel te doen. Alleen dan kan daadwerkelijk worden bepaald in hoeverre het communicatiemiddel effectief is; in hoeverre de benadering zorgt voor een vergroting van het pensioenbewustzijn.
50
Literatuurlijst
Hoofdstuk 1 CBS (2009, februari). Emancipatiemonitor 2008. Bezocht op 22 september 2010: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/DBA567B8‐83E9‐4BE2‐9139‐ 099DA9D25F44/0/Emancipatiemonitor2008.pdf CentiQ, Wijzer in geldzaken e.a. (2010, december). Nieuw meetinstrument: ‘De pensioenbewustzijn‐ meter’. Pagina’s 7,8, 10
CentiQ, Wijzer in geldzaken (z.d.). Partners – platform – missie en hoofddoel. Bezocht op 22 september 2010: http://www.wijzeringeldzaken.nl/partners/platformcentiq/missie‐en‐ hoofddoel.aspx
Hoofdstuk 2.1 – Pensioenbewustzijn CentiQ, Wijzer in geldzaken e.a. (2010, december). Nieuw meetinstrument: ‘De pensioenbewustzijn‐ meter’. Pagina’s 7,8, 10
Hoofdstuk 2.2 – De volledig pensioenonbewuste vrouw CentiQ, Wijzer in geldzaken e.a. (2010, december). Nieuw meetinstrument: ‘De pensioenbewustzijn‐ meter’. Pagina’s 11‐13, 17‐19 + data
Hoofdstuk 2.3 – Pensioenregelingen AFM (2010, juni). Doorrekening van beschikbare premieovereenkomsten. Bezocht op 3 februari 2011: http://www.afm.nl/layouts/afm/default.aspx~/media/files/rapport/2010/pensioenpamflet.ashx DNB (2009). DNB Statistiek – Financiële instellingen – Verzekeraars + pensioenfondsen. Bezocht op 3 februari 2011: http://www.statistics.dnb.nl/index.cgi?lang=nl&todo=FinInst DNB (2010, september). Statistisch bulletin. Collectieve pensioenen bij verzekeraars: ruim 900.000 deelnemers DNB (z.d.). Toezicht – De consument en toezicht – Pensioenfondsen. Bezocht op 23 januari 2011: http://www.dnb.nl/toezichtprofessioneel/de‐consument‐en‐toezicht/pensioenfondsen/index.jsp Goverse, L. en Snieder, E. (2009, november 3). FD Selections Pensioen. Twintigers moeten zelf nadenken over later. Bezocht op 3 februari 2011: http://www.fdselections.nl/Pensioen/tabid/131/articleType/ArticleView/articleId/1702/default.aspx Kamp, H.G.J. (2010, december 21). Staatscourant nr. 20442. Klabbers, G.M. e.a. (2007). Praktische informatie over sociale zekerheid. Deventer: Kluwer. Pagina’s 192‐195. Pensioenkijker (z.d.). Pensioen via je werkgever – verschillende pensioenregelingen. Bezocht op 23 januari 2011: http://www.pensioenkijker.nl/home/pensioen‐via‐je‐werkgever/verschillende‐ pensioenregelingen 51
Scheer, P (2010, oktober 21). VNO‐NCW. Exit pensioenfonds? Bezocht op 3 februari 2011: http://www.vno‐ncw.nl/Publicaties/Forum/Pages/Exit_pensioenfonds_15663.aspx Stevens, L.G.M. & Schuurman, B.G.J. (2010). Pensioen in de loonsfeer. Deventer: Kluwer. Pagina 36‐ 39, 60, 65‐70‐79, 215‐218 Hoofdstuk 2.4 – Huidige situatie pensioenfondsen Boender, G e.a. (2010, november 3). Me Judice. Maak werk van nieuw pensioencontract. Bezocht op 11 december 2010: http://www.mejudice.nl/artikel/511/maak‐werk‐van‐nieuw‐pensioencontract Boer de, J (2010, augustus 20). Z24. Pensioen afstempelen: wat betekent dat voor jou? Bezocht op 17 november 2010: http://www.z24.nl/z24geld/artikel_164791.z24/Pensioen_afstempelen__wat_betekent_dat_voor_jo u_.html Bosch, F.D.K. (2010, november 8). Financieel Dagblad. Geen ‘quick fix’ voor pensioenfondsen. DNB (2009, december). Beleggingsbeleid pensioenfondsen onder de loep. Bezocht op 18 november 2010: http://www.dnb.nl/binaries/Beleggingsbeleid%20pensioenfondsen%20onder%20de%20loep_tcm46‐ 227318.pdf Pagina 36 DNB (z.d.). Toezicht. Financieel Toetsingskader voor pensioenfondsen. Bezocht op 3 februari 2011: http://www.dnb.nl/openboek/extern/id/nl/pf/40‐194653.html#N1007E Financieel Dagblad (2010, september 10). Pensioenfondsen ontcijferd. Frijns, J.M.G. e.a. (2010, januari 19). Pensioen: ‘Onzekere zekerheid’.Bezocht op 11 december 2010 op: http://www.rijksoverheid.nl/documenten‐en‐publicaties/rapporten/2010/01/19/rapport‐ commissie‐frijns.html Goudswaard, K.P. e.a. (2010, januari). Een sterke tweede pijler. Naar een toekomstbestendig stelsel van aanvullende pensioenen. Bezocht op 16 november 2010: http://www.rijksoverheid.nl/documenten‐en‐publicaties/rapporten/2010/01/01/rapport‐een‐sterke‐ tweede‐pijler‐naar‐een‐toekomstbestendig‐stelsel‐van‐aanvullende‐pensioenen.html Pagina 2, 9, 44, 80‐82 Holst van, B. (2010, september 20). Me Judice, jaargang 3. Risicovol beleggen pensioengelden maakt deelnemers nodeloos ongerust. Bezocht op 11 december 2010: http://www.mejudice.nl/artikel/481/risicovol‐beleggen‐pensioengelden‐maakt‐deelnemers‐ nodeloos‐ongerust Nieuwersteeg, J (2010, juli 10) FD Selections. Nominaal pensioen: een reële optie. Bezocht op 3 februari 2011: http://www.fdselections.nl/pensioen/Opinie/Pensioenvisie/articleType/ArticleView/articleId/9425/N ominaal‐pensioen‐een‐reele‐optie.aspx Pensioenfonds Zorg en Welzijn (z.d.). Over ons. Waarom beleggen. Bezocht op 11 december 2010: http://www.pfzw.nl/Over_ons/beleggingen/waarom_beleggen/waarom_beleggen.asp
52
Praag van, B.M.S. (2010, oktober 14). NRC Handelsblad. Delen in beleggingsrisico is geen pensioen. Rijksoverheid (z.d.). Regeerakkoord: werk en sociale zekerheid. Bezocht op 8 december 2010: http://www.rijksoverheid.nl/regering/het‐kabinet/regeerakkoord/werk‐en‐sociale‐zekerheid Rijksoverheid (z.d.). Verhoging AOW‐leeftijd. Bezocht op 8 december 2010: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/algemene‐ouderdomswet‐aow/verhoging‐aow‐leeftijd Roscam Abbing, M (2008, december). CPB Memorandum: Pensioenspaarpot verdampt. Bezocht op 7 december 2010: http://www.cpb.nl/nl/pub/cpbreeksen/memorandum/211/memo211.pdf Pagina 2 Stichting van de Arbeid (2010, juni 4). Pensioenakkoord voorjaar 2010. Bezocht op 11 december 2010: http://www.stvda.nl/~/media/Files/Stvda/Convenanten_Verklaringen/2010_2019/2010/20100604.a shx Vrouwenpensioen (z.d.). Misverstanden over pensioen. Omdat pensioenverzekeraars beleggen, moet ik meer pensioenpremie betalen. Bezocht op 11 december 2010: http://www.vrouwenpensioen.nl/openactivepage.php?pg=misverstanden&PHPSESSID=2514dbdf3d2 2e45ce6f7b5ab613d1168 Westen van der, M (2010, mei 7). Investments & Pensions Nederland. Pensioenfondsen opnieuw in onderdekking – gemiddelde dekkingsgraad daalt tot 104. Bezocht op 8 december 2010: www.ipe.com/nederland/pensioenfondsen‐opnieuw‐in‐onderdekking‐gemiddelde‐dekkingsgraad‐ daalt‐tot‐104_34888.php+oorzaak+onderdekking+pensioenfondsen&cd=7&hl=nl&ct=clnk&gl=nl Zevenbergen, B (2010, december 1). Financieel Dagblad. Verpleger moet langer werken voor pensioen. Hoofdstuk 2.5 – Financiële zelfredzaamheid van de vrouw Brakel van den, M. (2010, z.d.) CBS Sociaaleconomische trends, 2e kwartaal 2010. Bezocht op 16 januari 2011: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/CC3B1185‐55E1‐4822‐BE74‐ 5C17EF3FA2F7/0/2010k2v4p41art.pdf Budding, J. (2010, januari 28). Medicalfacts. Verschil in levensverwachting mannen en vrouwen wordt kleiner. Bezocht op 16 januari 2011: http://www.medicalfacts.nl/2010/01/28/verschil‐in‐ levensverwachting‐mannen‐en‐vrouwen‐wordt‐kleiner/ CBS (2009, februari). Emancipatiemonitor 2008. Bezocht op 30 november 2010: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/DBA567B8‐83E9‐4BE2‐9139‐ 099DA9D25F44/0/Emancipatiemonitor2008.pdf CBS Statline (2010, z.d.). Beroepsbevolking geslacht – 3e kwartaal 2010. Bezocht op 30 november 2010: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=71958ned&D1=1‐3,20‐23,33‐ 37&D2=0,l&D3=0&D4=47‐53&HDR=T&STB=G1,G2,G3&VW=T Donner, J (2009, december 21). Aanbiedingsbrief van minister Donner bij de rapportage Witte vlek op pensioengebied 2007. Bezocht op 30 november 2010: http://www.rijksoverheid.nl/documenten‐ en‐publicaties/kamerstukken/2009/12/21/aanbiedingsbrief‐van‐minister‐donner‐bij‐de‐rapportage‐ witte‐vlek‐op‐pensioengebied‐2007.html
53
Hoog de, S. e.a. (2010, september). E‐Quality. Vrouwen en financiële zelfredzaamheid – een onderzoek naar de kenmerken van financieel kwetsbare vrouwen. Pagina’s: 15‐17, 23‐29
Raad voor Werk en Inkomen (2010, juli) Arbeidsmarktanalyse 2010. Bezocht op 30 november 2010: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/DBA567B8‐83E9‐4BE2‐9139‐ 099DA9D25F44/0/Emancipatiemonitor2008.pdf
Siermann, C. (2009, juli 22). CBS Webmagazine. Nederland is Europees kampioen deeltijdwerken. Bezocht op 30 november 2010: http://www.cbs.nl/nl‐NL/menu/themas/arbeid‐sociale‐ zekerheid/publicaties/artikelen/archief/2009/2009‐2821‐wm.htm
Stichting Pensioenkijker (z.d.). Veelgestelde vragen –Wat als – Scheiding. Bezocht op 16 januari 2011: http://www.pensioenkijker.nl/home/wat‐gebeurt‐er‐bij/echtscheiding/echtscheiding
Stichting Pensioenkijker (z.d.). Wat als … ‐ Overlijden. Bezocht op 16 januari 2011: http://www.pensioenkijker.nl/home/wat‐gebeurt‐er‐bij/overlijden
Vrouwenpensioenrecht (z.d.). Rubrieken – Vrouw en arbeidsongeschiktheid. Bezocht op 16 januari 2011: http://www.vrouwenpensioenrecht.nl/Default.aspx?PageRelationID=136
Vrouwenpensioenrecht (z.d.). Rubrieken – Vrouw en echtscheiding. Bezocht op 16 januari 2011: http://www.vrouwenpensioenrecht.nl/Default.aspx?PageRelationID=135
Vrouwenpensioenrecht (z.d.). Rubrieken – Vrouw en samenwonen / trouwen. Bezocht op 16 januari 2011: http://www.vrouwenpensioenrecht.nl/Default.aspx?PageRelationID=126
Hoofdstuk 2.6 – Marketing voor vrouwen Beek van, A en Henderikse, W (2004). Mixed Management. Handboek diversiteit m/v. Hoofdstuk 3 – Cultuurdiagnose M/V. Bezocht op 15 januari 2011: http://www.e‐quality.nl/e‐ quality/pagina.asp?pagkey=62843& Ellwood, I en Shekar, S (2008). Wonder woman: marketing secrets for the thrillion‐dollar customer. New York: Palgrave MacMillan.. Pagina’s 167‐171 Hof van ’t, E (2010, februari 4). OCAI Online. Feminiene waarden in een masculiene organisatiecultuur. Bezocht op 15 januari 2011: http://www.ocai‐online.nl/blog/2010/02/feminiene‐ waarden‐in‐een‐masculiene‐organisatiecultuur/
Hofstede, G. 2007. Allemaal andersdenkenden: omgaan met cultuurverschillen. Amsterdam: Uitgeverij Contact. Pagina 128
Marseille, J. (2008). Second Sight. Vertrouwenspunten. Bezocht op 15 januari 2011: http://www.secondsight.nl/page/7945/nl
Peters, T (z.d.) Marketing to women – author Martha Barletta on reaching the world’s largest market segment. Bezocht op 15 januari 2011: http://www.hansonexperience.com/blog/2005/01/marketing_to_wo.html
Schampers, E (2010, juni 1). Mannelijke marketeers: voor een vrouwelijke doelgroep moet je niet mannelijk denken. Bezocht op 15 januari 2011: http://www.gendermarketing.nl/Nieuws/page88.php?id=5412447334222861643 Withuis, I. (2009). Masculien vs. Feminien – een internationaal vergelijkend onderzoek naar verschillen tussen Esquire en Marie Claire. 54
Hoofdstuk 3.2 – Onderzoeksmethode Boeije, H (2006). Analyseren in kwalitatief onderzoek: denken en doen. Amsterdam: Boom onderwijs.
Hoofdstuk 4 – Resultaten en analyse
Pensioenuitvoerders Knobbe, I.H.A. (2010, november 4). Interviewverslag (zie bijlage 2.1.1) Leene, S, Wiegmans, W en Ypma, C. (2010, september 30 en december 8). Interviewverslag (zie bijlage 2.1.2) Kuip, R. (2010, november 3). Interviewverslag (zie bijlage 2.1.3)
Bedrijfstakpensioenfondsen Blok, M en Schriemer, T. (2010, november 16 en november 23). Interviewverslag (zie bijlage 2.2.1) Zaal, M. (2010, oktober 21). Interviewverslag (zie bijlage 2.2.2)
Verzekeraars Bouwman, E. (2010, oktober 19. Interviewverslag (zie bijlage 2.3.1) Janssen, G. (2010, oktober 22). Interviewverslag (zie bijlage 2.3.2)
Wetenschap Lecq van der, S.G. (2010, oktober 28). Interviewverslag (zie bijlage 2.4.1)
Communicatie‐experts Quelerij, C. (2010, oktober 22). Interviewverslag (zie bijlage 2.5.1) Lange de, H en Schols, E. (2010, november 2). Interviewverslag (zie bijlage 2.5.2)
Doelgroepexpert Feiter, A. (2010, november 16). Interviewverslag (zie bijlage 2.6.1)
55
Bijlagen
Bijlage 1 – Vragenlijst interviews 1. In hoeverre ervaart u dat 70% van de vrouwen volledig pensioenonbewust is? 2. Hoe komt het volgens u dat zoveel vrouwen pensioenonbewust zijn? 3. In hoeverre vindt u dat vrouwen anders benaderd moeten worden dan mannen t.a.v. hun pensioen? 4. In hoeverre merkt u dat vrouwen een andere benadering behoeven dan mannen? 5. Welke acties zijn er uitgevoerd die specifiek voor vrouwen bedoeld waren? En in hoeverre werkten deze benaderingen? 6. Welke acties zijn er uitgevoerd die gericht waren op het bevorderen van het pensioenbewustzijn in het algemeen? Welke waren het meest succesvol? En welke juist niet? 7. Wat zijn volgens u manieren om pensioen onder de aandacht te brengen bij vrouwen? 8. Welke benaderingen werken volgens u niet? 9. In hoeverre speelt de mate van invloed bij het tot stand komen van het pensioen volgens u een rol bij de interesse voor pensioen? 10. Wat vindt u van benaderingen als de pensioenparty, een pensioenambassadeur, de Vrouw & Geldcafés, etc.? 11. Wat is volgens u de beste manier om pensioen interessant te maken voor vrouwen? 12. Welke plannen staan er op stapel? 13. Weet u wellicht nog personen die ook interessant zijn om te benaderen voor een interview?
56
Bijlage 2 – Interviewverslagen Voor enig overzicht in deze bijlage zijn de verslagen van de interviews gegroepeerd. Allereerst vindt u in bijlage 2.1 de verslagen van pensioenuitvoerders. Daarna komen in bijlage 2.2 de organisaties aan bod die geplaatst kunnen worden in de categorie bedrijfstakpensioenfondsen. Vervolgens zijn in bijlage 2.3 de verslagen van verzekeraars gegroepeerd. Bijlage 2.4 bevat een verslag van een persoon die onder de categorie wetenschap valt. In de hierop volgende bijlage vindt u verslagen van organisaties die als communicatie‐experts kunnen worden aangemerkt. Tot slot is in bijlage 2.6 het verslag van een doelgroepexpert geplaatst.
2.1 – Pensioenuitvoerders 2.1.1 – APG Achtergrondinformatie APG is een pensioenuitvoerder van collectieve pensioenregelingen voor onder andere ambtenaren, de bouwsector en het schoonmaak‐ en glazenwassersbedrijf. APG beheert meer dan 30% van de collectieve pensioenen in Nederland. De persoon die is geïnterviewd is Iris Knobbe, senior medewerker Marketing & Business Intelligence.
Aanleiding interview APG bedient onder andere de onderwijssector, een sector waarin veel vrouwen werkzaam zijn. De pensioenuitvoerder heeft een actieve Marketing, Communicatie & Distributieafdeling, die met een van haar opdrachtgevers heeft afgesproken het pensioenbewustzijn te verhogen.
Ervaringen met pensioenbewustzijn vrouwen APG heeft de ervaring dat vrouwen meer pensioenonbewust zijn dan mannen. Er wordt namelijk telkens geconstateerd dat vrouwen achterblijven qua reactie en respons als er een actie wordt ondernomen. In het algemeen wordt pensioen als ingewikkelde materie gezien en ook mannen geven aan dat het een ‘ver‐van‐hun‐bed‐show’ is als hen gevraagd wordt waarom zij zich niet interesseren voor pensioen. Bij vrouwen speelt echter ook de gedachte ‘Wat draag ik nou bij aan ‘ons pensioen’ met mijn deeltijdbaan?’ denkt Iris Knobbe.
‘Iedereen vindt het wel belangrijk, maar ze vinden het te ingewikkeld om zich er in te verdiepen.’ Daarbij denkt zij dat vrouwen er vanuit gaan dat hun pensioen goed geregeld is via het pensioen van hun partner. Ook zijn zij waarschijnlijk op dit moment nog niet of nauwelijks geconfronteerd met verhalen van andere soortgelijke vrouwen die in benarde posities terecht zijn gekomen, omdat hun pensioen niet goed geregeld was.
57
Do’s – pensioenbewust maken vrouwen De vrouwen in de onderwijssector, die ooit hebben meegedaan aan een onderzoek voor een pensioenambassadrice, hebben bij APG aangegeven dat zij het prettig vinden als zij bij een pensioenhulpverlener bij APG terecht kunnen met hun vragen. Maar zij gaven hierbij wel aan dat het steeds dezelfde persoon moet zijn die zij voor zich zien zitten.
‘Dan word je toegewezen aan een gezicht in plaats van aan een organisatie. Bij wijze van gewoon een vriendin die je steeds kunt bellen als je vragen hebt.’
Iris Knobbe concludeert hieruit dat vrouwen de voorkeur geven aan een persoonlijke benadering. Al plaatst zij hierbij wel de kanttekening dat het dan de vrouwen zelf zijn die actie moeten ondernemen. Vrouwen die geen interesse hebben in hun pensioen, zullen niet snel bellen. Zij denkt dat die interesse wel gewekt kan worden door het pensioenverhaal concreter en persoonlijker te maken. En door te laten zien wat het voordeel is. Laat zien waarom er naar het pensioen gekeken moet worden (‘What’s in it for me?’).
‘Als je niet laat zien wat het voordeel is en waarom iemand er naar moet kijken, zul je mensen ook niet over de streep trekken.’ Haar staat nog voor de geest dat iedereen in haar omgeving met elkaar over de levensloopregeling ging praten toen deze werd ingevoerd. Iris Knobbe denkt dat dit kwam omdat deze regeling niet alleen aan het pensioen gekoppeld was (door hem te gebruiken voor eerder stoppen met werken) maar ook aan momenten, eerder in het leven, zoals ouderschapsverlof of tussentijdsverlof. Verder denkt Iris Knobbe dat pensioen op het gezin betrokken moet worden. Het gezin is dierbaar voor een vrouw. Op die manier komt pensioen dichterbij hun belevingswereld. In tegenstelling tot wat de vrouwen in het onderwijs, die mee hebben gedaan aan het onderzoek, vertellen, is de ervaring van APG dat juist de pensioenonbewuste vrouwen met vragen over pensioen als eerste naar een bekende stappen, niet naar het pensioenfonds. Dit kan een familielid, een vriendin of een collega zijn, maar ook de werkgever. Iris Knobbe denkt dan ook dat de werkgever een grote bijdrage zou kunnen leveren aan het bevorderen van het pensioenbewustzijn. Dit zou hij volgens haar kunnen doen door themabijeenkomsten op het werk te organiseren. Maar ook een brief met pensioeninformatie, die namens de werkgever verstuurd wordt, zou er volgens haar al voor kunnen zorgen dat deze brief vaker gelezen wordt.
‘Pensioeninformatie die namens de werkgever wordt verstuurd, wordt als veel persoonlijker ervaren dan informatie die van het pensioenfonds afkomstig is.’
Daarnaast denkt Iris Knobbe dat pensioen meer onder de aandacht gebracht kan worden door pensioeninformatie aan te bieden daar waar de ‘life events’ plaats vinden die van invloed zijn op het pensioen. Zo zou bijvoorbeeld een notaris kunnen aangeven dat trouwen gevolgen heeft voor het pensioen en daarbij kan hij dan meteen uitleggen dat scheiden ook consequenties heeft.
58
Verder geeft Iris Knobbe aan dat juist verhalen van vrouwen voor vrouwen ook mogelijk een manier zijn om vrouwen wakker te schudden. Zij zegt hier zelf gevoelig voor te zijn. Herkenning is volgens haar voor vrouwen erg belangrijk. In deze verhalen vertellen vrouwen dan over hun situatie en hoe zij het geregeld hebben. Als deze situaties erg herkenbaar zijn, is de kans groot dat iemand die dit leest ook actie gaat ondernemen.
Don’ts – Pensioenbewust maken vrouwen APG heeft onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van het aanstellen van een pensioenambassadrice in het primaire onderwijs, waar 70‐80% vrouw is. APG dacht hiermee in te spelen op het feit dat vrouwen sneller op een collega afstappen dan op het pensioenfonds zelf. Maar blijkbaar zagen de vrouwen, die tijdens het onderzoek aangaven wel interesse te hebben in deze rol, zich alsnog geen proactieve houding aannemen. Zij vonden dat degenen met vragen zelf naar hen toe moesten komen. De achterliggende reden was onzekerheid. Ondanks dat zij goed opgeleid zouden worden door APG en de mogelijkheid hadden om op APG terug te vallen, bleven zij zich afvragen of zij wel over voldoende kennis beschikten. APG heeft uiteindelijk besloten geen ambassadrices te gaan werven. Verder denkt Iris Knobbe dat vrouwen niet happig zijn op pensioeninformatie van een commerciële instelling, die via een adviseur thuis aangeboden wordt. Dan hebben vrouwen al snel het gevoel dat er van hen geprofiteerd wordt in plaats van andersom.
De toekomst Iris Knobbe vindt dat pensioenfondsen goed in beeld moeten krijgen welke deelnemer wat geregeld heeft voor zijn pensioen en dat degenen die het voor elkaar hebben en er zelf van op de hoogte zijn ook niet meer benaderd worden.
‘Je moet eigenlijk straks in het Pensioenregister een vinkje kunnen zetten bij degenen die naar hun pensioen gekeken hebben. Zo ontstaat er een overzicht van de personen die nog aangesproken moeten worden.’
Zij zou graag zien dat deelnemers een lijstje kunnen invullen met vragen over hun persoonlijke situatie. Dan kunnen mensen heel gericht benaderd worden. Ook geeft zij aan dat er al veel initiatieven ontplooid worden om mensen meer pensioenbewust te maken, maar dat dit vaak in de vorm van nog meer en betere tools en instrumenten gebeurt. Zij geeft aan dat deze initiatieven niet de gewenste uitwerking zullen hebben, zolang mensen niet eerst geprikkeld worden om die hulpmiddelen te gebruiken.
59
Do’s
Don’ts
• Als pensioenfonds een pensioenhulpverlener • Een pensioenambassadrice instellen als zij niet aanstellen en zorgen dat vrouwen steeds bij de zekerheid heeft over voldoende kennis te dezelfde persoon terecht kunnen met hun beschikken en actief met deze kennis aan de vragen slag wil gaan • Laat het voordeel van pensioen zien door • Denken dat vrouwen door gebruik te maken het concreet te maken van een goed doel als lokmiddel eerder naar hun pensioen gaan kijken • Breng pensioen dichterbij de • Pensioeninformatie door een commerciële belevingswereld van de vrouw door het organisatie thuis aanbieden gezin erbij te betrekken • Pensioeninformatie namens en vanuit de werkgever brengen • Pensioeninformatie aanbieden daar waar life events plaatsvinden die van invloed zijn op het pensioen • Verhalen publiceren waarin vrouwen vertellen over hun leven en hoe zij hun pensioensituatie geregeld hebben
2.1.2 – PGGM Achtergrondinformatie PGGM is de pensioenuitvoeringsorganisatie voor onder andere het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). PGGM verzorgt dus de collectieve pensioenregelingen binnen deze sector en biedt daarnaast ook inkomensgerelateerde producten aan. PGGM is sinds 1 januari 2008 een zelfstandige coöperatie. Daarvoor was het pensioenfonds een zelf administrerend fonds dat onder de naam PGGM opereerde. Drie vrouwen, werkzaam bij PFZW en PGGM, zijn geïnterviewd. Zij zijn Chris Ypma, voormalig directeur Communicatie PGGM, Sara Leene, manager Communicatie PFZW en Wies Wiegmans, marktmanager pensioenfondsen PGGM. Chris Ypma en Sara Leene zijn samen geïnterviewd. Wies Wiegmans is apart geïnterviewd en dit interview ging alleen over het pensioenbewustzijnonderzoek dat PGGM in 2010 in opdracht van PFZW heeft uitgevoerd onder de deelnemers van PFZW.
Aanleiding interview Pensioenfonds Zorg en Welzijn is de grootste klant van PGGM. Bij PFZW is 83% van de deelnemers vrouw. Daarbij heeft PGGM, zoals genoemd, onlangs een groot pensioenbewustzijnonderzoek uitgevoerd onder de deelnemers van PFZW. PGGM is daarmee een interessante partij voor een interview.
60
Ervaringen met pensioenbewustzijn vrouwen Chris Ypma en Sara Leene zien veel pensioenonbewustzijn bij de vrouwelijke deelnemers van PFZW. De uitkomst van het pensioenbewustzijnonderzoek van PGGM is dat 10% van de vrouwen pensioenbewust is tegenover 24% van de mannen. PGGM heeft overigens een andere definitie van pensioenbewustzijn gebruikt dan CentiQ, Wijzer in Geldzaken en Stichting Pensioenkijker.nl. PGGM heeft een vierde bouwsteen toegevoegd: om volledig pensioenbewust te zijn moet een deelnemer ook op de hoogte zijn van de risico’s die aan pensioen kleven. Chris Ypma en Sara Leene denken dat veel vrouwen pensioenonbewust zijn omdat de meeste vrouwen parttime werken en daarmee meestal niet de hoofdkostwinner van het gezin zijn. Het inkomen dat deze vrouwen verdienen wordt dan vaak als extra gezien bovenop het gezinsinkomen. Daardoor ervaren de vrouwen hun inkomen niet als belangrijk en zodoende ook hun pensioeninkomen niet. Wies Wiegmans kon dit met de resultaten van het pensioenbewustzijnonderzoek onderbouwen, omdat deze laten zien dat degenen met een salaris boven de 30.000 euro veel pensioenbewuster zijn dan de deelnemers die minder verdienen. Een andere reden voor het pensioenonbewustzijn bij vrouwen zoeken zij in het feit dat veel vrouwen de huishoudfinanciën op zich nemen en daardoor met name gericht zijn op de korte termijn.
‘Pensioen is altijd voor na morgen. Het gaat in principe ook over het laatste stuk van je leven, dus het is psychologisch ook niet heel erg interessant.’ Daarnaast denkt Chris Ypma dat het feit dat mensen zelf niet veel invloed op hun pensioenregeling kunnen uitoefenen ook een oorzaak is. Daarbij hebben de vrouwen die wel pensioenbewust zijn in de sector zorg en welzijn vaker niet dan wel de middelen om voor een beter pensioen te zorgen. Dit geeft volgens haar een gevoel van onmacht en dit wekt ook een afkeer van pensioen op. Bij het pensioenbewustzijnonderzoek is er geen gebruikt gemaakt van segmentatie op leeftijd of geslacht maar op persoonstypen. Er waren drie typen te onderscheiden waaraan een kleur gekoppeld is. Het groene type is zorgzaam, betrokken bij zijn omgeving en met het milieu begaan. Het witte type is daarentegen individualist, modern en meer bekend in de digitale omgeving. Jonge mensen vallen vaak in deze categorie. Het blauwe type is een traditioneel persoon. Hij is op zoek naar een balans tussen tradities en nieuwe ontwikkelingen, ook is voor hem het gezin belangrijk. Deze personen houden van status. Onder de deelnemers van PFZW bevinden zich grotendeels personen van het blauwe type.
Do’s – pensioenbewust maken vrouwen Wies Wiegmans stelt voorop dat mensen eerst open moeten gaan staan voor pensioeninformatie alvorens zij pensioenbewuster kunnen worden. Uit het onderzoek komt naar voren dat alleen een combinatie van factoren ervoor kan zorgen dat de deelnemers van PFZW open gaan staan voor pensioeninformatie. Ten eerste vinden de deelnemers de HR‐functionaris de meest aansprekende persoon in de organisatie. Als zij vragen hebben over hun pensioen zullen zij ook naar deze medewerker toe stappen. 61
‘Pensioen staat bekend als een onbegrijpelijk en complex iets. Zolang mensen pensioen associëren met ingewikkeld, gaan mensen zich er niet voor interesseren en zullen ze er ook niets voor doen om meer inzicht te krijgen in hun pensioensituatie.’ Daarnaast moet gezorgd worden dat de pensioenregeling als minder complex wordt ervaren en moet aan de deelnemers getoond worden dat zij zelf invloed kunnen uitoefenen op hun pensioenregeling. En dan moet dit met name in verband gebracht worden met de AOW‐regeling, omdat de AOW voor veel van de deelnemers een belangrijk onderdeel van het pensioen vormt. Op die manier kan ook het vertrouwen in het pensioenstel worden vergroot, een andere belangrijke factor waarop ingespeeld moet worden.
‘De beste manier is om via een HR‐functionaris een uitnodiging te versturen voor een bijeenkomst bij de werkgever. In de uitnodiging moet dan al ingespeeld worden op de mate van invloed op de pensioenregeling en moet de deelnemer ervan overtuigd raken dat pensioen niet complex is.’
Volgens Wies Wiegmans heb je dan kans dat mensen open gaan staan voor pensioeninformatie. Maar de manier waarop de uitnodiging verstuurd wordt, maakt volgens het onderzoek ook het verschil of de deelnemer besluit wel al dan niet naar de bijeenkomst te komen. De blauwe type personen willen deze uitnodiging namelijk op papier, terwijl de witte en groene type mensen deze digitaal willen ontvangen. Voor zowel personen die niet open staan als voor deelnemers die al open staan is het Uniform Pensioen Overzicht (UPO) het beste middel om pensioenbewustzijn of meer pensioenbewustzijn te creëren; 60% van de deelnemers vindt dat zij dan worden gestimuleerd om na te denken over het pensioen als het UPO op de deurmat valt. Op de tweede plaats, met 57%, komt de HR‐functionaris. Deze kan meer pensioenbewustzijn creëren door het voeren van persoonlijke gesprekken met de werknemers, maar ook voorlichtingsmateriaal dat namens de HR‐functionaris wordt verstuurd, zal werken. Met 48% komt een uitzending van het tv‐programma Radar, een programma waarin consumentenzaken worden bekritiseerd, op een derde plaats. Al vraagt Sara Leene zich wel af of je als pensioenfonds in dit programma moet willen voorkomen. Er is tevens onderzocht welke acties de deelnemers ondernemen als zij uit zichzelf op zoek gaan naar pensioeninformatie, op het moment dat zij hiervoor openstaan. De deelnemer zal dan ook het UPO er als eerste bijpakken. De pensioenplanner op de website van het pensioenfonds wordt tevens graag geraadpleegd en op de derde plaats komt het pensioenblad ‘Eigen Tijd’ dat PFZW uitgeeft.
62
Een kans ligt volgens Wies Wiegmans bij de werkgever. Van de deelnemers die meededen aan het onderzoek gaf 17% namelijk aan dat zij vrienden, familie en de werkgever raadplegen voor pensioeninformatie, maar er kwam tevens uit het onderzoek naar voren dat daarmee het pensioenbewustzijn niet vergroot wordt. Wies Wiegmans denkt dat dit komt door het gebrek aan deskundigheid. Door de werkgever meer pensioendeskundig te maken, kan er dus meer pensioenbewustzijn gecreëerd worden. In het onderzoek is namelijk ook gevraagd naar wat de momenten zijn waarop men over pensioen gaat nadenken. Daaruit kwamen met name gebeurtenissen naar voren die te maken hebben met het werk. Beëindiging van een baan, verandering van werkgever en met name parttime gaan werken zijn gebeurtenissen die genoemd werden.
‘Daar moet je wel iets mee. Als 65% zegt dat ze gaan nadenken bij het veranderen van fulltime naar parttime, zitten daar kansen. Daarom wordt die werkgever denk ik ook als een belangrijk medium gezien.’ Daarnaast hebben Chris Ypma en Sara Leene de ervaring dat vrouwen een persoonlijke benadering prefereren. PGGM heeft namelijk in 2009 en 2010 regiobijeenkomsten georganiseerd om de herstelplannen van de pensioenfondsen aan de deelnemers uit te leggen. Per bijeenkomst waren er een aantal honderd genodigden aanwezig. Het eerste gedeelte bevatte een uitleg over de huidige situatie van het pensioenfonds en informatie over de pensioenregeling. In het tweede gedeelte hadden de deelnemers de gelegenheid vragen te stellen aan pensioendeskundigen. De bijeenkomsten werden zeer positief beoordeeld door de bezoekers en ze werden ook als effectief ervaren. Een nadeel is uiteraard dat deze één‐op‐één benadering vrij kostbaar is. Verder reageren de deelnemers van PFZW erg positief op de menselijke benadering die PGGM voor dit pensioenfonds inzet. Zo worden in het magazine ‘Eigen tijd’ persoonlijke verhalen van mensen geplaatst. Deze verhalen zijn niet positief of juist heel negatief, maar realistisch. Daar worden foto’s van de mensen toegevoegd om het beeldender te maken.
‘Je neemt geen modellen, maar echte mensen. Het is bij wijze van spreken je buurvrouw. Zo kunnen mensen zich daarop projecteren.’
Het zijn met name vrouwen die in deze verhalen voorkomen, omdat het merendeel van de mensen die werkzaam is in de sector zorg & welzijn vrouw is. Zo hebben zij volgens Chris Ypma meer het idee dat ze persoonlijk benaderd worden en dat het aansluit bij hun wereld. Deze menselijke uitstraling voert PFZW ook door op haar website en de antwoorden van de medewerkers van de callcenters zijn tevens vanuit dit oogpunt geformuleerd.
Don’ts – Pensioenbewust maken vrouwen Uit het onderzoek van PGGM kwam naar voren dat het multimediaal inzetten van een pensioencampagne er niet voor zal zorgen dat men meer open gaat staan voor pensioeninformatie. Billboards zullen bijvoorbeeld niet werken.
63
Ook deskundigen in de vorm van een hoogleraar of een financieel adviseur kunnen weinig doen om iemand zover te krijgen dat pensioeninformatie het gewenste effect heeft. Hoewel de deelnemers van PFZW wel aangeven dat zij bij tussenpersonen geen drempel ervaren om hen te benaderen met pensioenvragen. Er is bij dit kwantitatieve onderzoek niet gevraagd waarom men voor bepaalde antwoorden heeft gekozen. Maar Wies Wiegmans denkt dat deze deskundigen niet werken, omdat zij de complexiteit omtrent pensioen onvoldoende doen afnemen. De complexiteit zal dus eerst moeten worden weggenomen. Een andere eyeopener voor PGGM was dat het geven van pensioeninformatie bij indiensttreding zijn doel totaal mist. PGGM richtte zich hier nu juist op.
‘In het arbeidsvoorwaardengesprek wil men alleen weten of er iets geregeld is met betrekking tot het pensioen. Men is dan bezig met in dienst treden, niet hoe zijn pensioenregeling werkt.’ Daarnaast kwam uit het onderzoek naar voren dat angst niet ingezet moet worden om de deelnemers te interesseren voor pensioen. Bij het type witte mensen zal dit niet werken, omdat zij zich totaal geen zorgen maken over de toekomst. Ook niet wanneer hen doemscenario’s voorgeschoteld worden. En de blauwe en groene type mensen zullen er niet door aangesproken worden, omdat zij juist behoefte hebben aan vertrouwen.
De toekomst Waar de marketingcampagnes voorheen vooral waren gericht op het creëren en versterken van het imago, is nu het creëren van meer pensioenbewustzijn een hoofddoel geworden voor PFZW. PGGM heeft hier als uitvoeringsorganisatie dan ook een target aan gekoppeld voor de medewerkers en heeft deze target geborgd door er Kritieke Prestatie‐Indicatoren (KPI’s)7 aan te hangen. Omdat de ervaring is dat de vrouwelijke deelnemers het liefst persoonlijk benaderd willen worden en de dialoog willen aangaan, overweegt PFZW met het concept van de Vrouw‐ & Geldcafés van E‐ Quality aan de slag gaan. De Vrouw‐ & Geldcafés lijken op de regiobijeenkomsten die PFZW in 2009 en 2010 georganiseerd heeft, met het verschil dat de Vrouw‐ & Geldcafés specifiek voor vrouwen zijn bedoeld. Het zijn kleinschalige bijeenkomsten, per bijeenkomst worden er rond de vijftig vrouwen ontvangen. De bijeenkomsten worden georganiseerd op een locatie in de buurt van de vrouwen. In het geval van PFZW zou bijvoorbeeld een ziekenhuis een geschikte locatie zijn.
7
Een KPI is een maatstaf voor wat men wil bereiken en wordt in organisaties gebruikt om doelstellingen meetbaar te maken.
64
De bijeenkomsten worden gestart met een algemeen gedeelte over geldzaken. Zo wordt er bijvoorbeeld een geldspel gedaan of een vrouw houdt een lezing over haar boek. Op deze manier worden vrouwen speels geprikkeld. Na de pauze krijgt men de gelegenheid om aan deskundigen vragen te stellen. Voor de Vrouw‐ & Geldcafés van PFZW zullen dit uiteraard pensioendeskundigen van PGGM zijn. Wat betreft de uitkomsten van het pensioenbewustzijnonderzoek gaat PGGM nu kijken of de gekozen segmentatie met de daarbij behorende benadering gaat werken. Daarnaast wil PGGM met drie grote werkgevers aan de slag gaan om te kijken of het inzetten van de werkgever daadwerkelijk tot meer pensioenbewustzijn zal leiden.
Do’s
Don’ts
• Namens de HR‐functionaris een uitnodiging versturen voor een bijeenkomst bij de werkgever • In de uitnodiging de mate van invloed aangeven en de complexiteit omtrent pensioen verminderen • De doelgroep segmenteren en inspelen op hun wensen (bijvoorbeeld het digitaal versturen van een uitnodiging dan wel op papier) • De werkgever meer pensioendeskundig maken • De HR‐functionaris werknemers laten benaderen wanneer deze parttime gaan werken • Bijeenkomsten organiseren waarbij de mogelijkheid is om één op één vragen te stellen aan deskundigen (bijvoorbeeld Vrouw‐ & Geldcafés) • Realistische pensioenverhalen van vrouwen inzetten met een foto van een doorsnee vrouw • Van pensioenbewustzijn een target maken door er KPI’s aan te koppelen
• Het multimediaal inzetten van een pensioencampagne (bijvoorbeeld d.m.v. billboards) • Deskundigen inzetten om ervoor te zorgen dat mensen open gaan staan voor pensioeninformatie • Pensioeninformatie geven bij indiensttreding • Angst opwekken
65
2.1.3 – Syntrus Achmea Pensioenbeheer Achtergrondinformatie Syntrus Achmea is onder andere een pensioenuitvoerder. Zij verzorgt voor pensioenfondsen bijvoorbeeld de bestuurlijke ondersteuning, de administratie en de communicatie. Het interview is afgenomen van Roos Kuip. Zij is manager Pensioencommunicatie.
Aanleiding interview In totaal kan Syntrus Achmea Pensioenbeheer ruim 80 pensioenfondsen tot haar opdrachtgevers rekenen. De organisatie draagt zorg voor de pensioenen van 3,6 miljoen Nederlanders. Deze pensioenuitvoerder heeft zodoende veel ervaring met pensioencommunicatie.
Ervaringen met pensioenbewustzijn vrouwen Roos Kuip denkt dat het feit dat veel vrouwen parttime werken één van de redenen is dat het pensioenbewustzijn onder vrouwen lager is dan onder mannen. Deze vrouwen zien hun salaris vaak als een extraatje. Dat ze daarnaast nog pensioen opbouwen, realiseren zij zich lang niet altijd. Het pensioenbewustzijn is daarom sowieso laag bij veel vrouwen. Overigens bedient Syntrus Achmea nogal wat fondsen in de blauwe boorden‐sector. Bij ‘blauwe boorden’ kom je de traditionele rolverdeling nog regelmatig tegen: de man werkt en de vrouw runt het huishouden. In die gezinnen doet de vrouw vaak de administratie en weet daarom meer van pensioen dan de man. In gezinnen die onder de witte boorden vallen werken de man en de vrouw beiden. Dan is het vaak zo dat de man over de financiën gaat en de meeste pensioenkennis heeft. Daarnaast speelt het nog steeds aanzienlijke vertrouwen een rol in het lage pensioenbewustzijn. Zij heeft echter zelf altijd fulltime gewerkt. Je hebt zelf weinig invloed op je pensioen, dus dan zou je mogen verwachten dat het ten minste ook goed geregeld is.
Do’s – pensioenbewust maken vrouwen Roos Kuip kent succesvolle voorbeelden van het prikkelen van vrouwen door middel van cadeautjes. Het Pensioenfonds voor de Metalelektro (PME), een ‘blauwe boorden‐fonds’, wilde vrouwen van deelnemers stimuleren de pensioenplanner op de website te gebruiken door aan het gebruik een flesje parfum te koppelen. Dit sloeg enorm aan. Daarnaast werkt het volgens Roos Kuip om een brug te slaan tussen de interesses van vrouwen en pensioen. Zo heeft Syntrus Achmea voor het Bedrijfstakpensioenfonds Textielindustrie, waar ook de mode‐industrie onder valt, een aantrekkelijke deelnemerskrant ontwikkeld om deelnemers naar de pensioensite toe te lokken. De krant bevatte verhalen over mensen uit de modewereld en de oproep om de nieuwe website te bezoeken. Deze website is ingericht met (mode)winkels gekoppeld aan life events. Er is dus een winkel voor bruidskleding waar het life event trouwen wordt toegelicht, een babyzaak omdat het krijgen van kinderen hét moment voor mensen is om bij hun pensioen stil te staan, en ook een advocatenkantoor voor het geval een echtscheiding aan de orde is. De combinatie van de krant en de nieuwe site leidde tot een grote stijging in het bezoekersaantal van de website.
66
Een ander succes noemt Roos Kuip de structurele actie die is opgezet om de vrouwen van de deelnemers in de landbouwsector te bereiken. In deze gezinnen gaat de vrouw meestal over de financiën. Daarom worden in de pensioenkrant van het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw consequent artikelen geplaatst waarin vrouwen vertellen over hun gezinssituatie en hoe zij hun pensioen hebben geregeld. Daarbij worden uiteraard ook foto’s van deze vrouwen geplaatst, zodat er bij vrouwelijke lezers herkenning en binding kan plaatsvinden.
Roos Kuip geeft aan dat mensen in het algemeen mondelinge communicatie over hun pensioen erg prettig vinden. Daarom zijn deelnemersbijeenkomsten, al dan niet op de werkplek, een succes. Alle werknemers bezoeken is voor grote bedrijfstakpensioenfondsen niet heel makkelijk te realiseren. Ook al omdat deze bijeenkomsten niet zelden met name deelnemers van 40 jaar en ouder aantrekken.
‘Een groot fonds kan niet al zijn deelnemers gaan bezoeken, terwijl dit wel gewenst is. Maar de tool van het Rabobank Pensioenfonds benadert mondelinge communicatie erg mooi.’ Dat het ook anders kan, bewijst het Rabobank Pensioenfonds. Rondom het versturen van het Uniform Pensioen Overzicht lanceerde het fonds de site Blikoppensioen.nl. Op deze site zitten drie mensen letterlijk achter een bureau, klaar voor de vragen van de deelnemer.
Virtuele helpdesk Pensioenfonds Rabobank Bron: www.blikoppensioen.nl
De vragen zijn al opgesteld. Wanneer deze worden aangeklikt geeft de betreffende medewerker het antwoord. Dit antwoord wordt uitgesproken. Zo wordt getracht zoveel mogelijk in de buurt van een persoonlijk gesprek te komen. Vragen waar de site geen antwoord op geeft, kunnen worden gemaild en worden dan alsnog beantwoord. Hier is erg enthousiast op gereageerd door de medewerkers van de Rabobank en ook veelvuldig gebruik van gemaakt. Volgens Roos Kuip is het succes van deze campagne te danken aan het benaderen van een persoonlijk gesprek, maar het is volgens haar ook een kwestie van timing.
‘Het werkt om dingen te laten samenvallen en verschillende kanalen in te zetten. Dus de lancering van een nieuwe campagne of website in combinatie met de versturing van het UPO, waarbij je de middelen over en weer naar elkaar laat verwijzen. Als het even kan, krijgt de werkgever daarin ook een rol, omdat hij een steeds belangrijkere intermediair is.’ 67
Zij ervaart namelijk dat de werkgever met name in kleine bedrijven het aanspreekpunt is voor vragen over pensioen. In grote bedrijven gaan veel mensen naar HR‐functionarissen toe. Syntrus Achmea ontwikkelt daarom voor haar klanten middelen voor werkgevers, zoals een waaier met antwoorden op veelgestelde pensioenvragen. Ook organiseert zij bijeenkomsten voor HR‐medewerkers. Deze functionarissen zijn daardoor beter in staat om de pensioenvragen te beantwoorden van de medewerkers in hun organisatie. Daarnaast denkt zij dat pensioenfondsen meer zichtbaar moeten worden. Niet alleen in de media, waartoe Roos Kuip ook social media8 rekent, maar ook echte zichtbaarheid in het straatbeeld. Roos Kuip zou het een heel goed idee vinden als er pensioenloketten zouden komen waarin pensioenfondsen samen met organisaties als CentiQ, Wijzer in geldzaken, Stichting Pensioenkijker.nl en het Pensioenregister verenigd zijn. De betrokkenheid van andere organisaties dan pensioenfondsen benadrukt volgens haar meteen de betrouwbaarheid van het pensioenloket en verlaagt de drempel om binnen te stappen.
‘Pensioenfondsen hebben dan wel geen adviesfunctie, maar wat is er tegen voorlichten? De sector is zo groot en er gaat zoveel geld in om. Daar hoort bij dat iemand op zaterdag, als hij door de stad loopt, even binnen kan lopen of een afspraak kan maken.’
Roos Kuip denkt ook dat pensioeninformatie aangeboden moet worden daar waar mensen vanuit de gebeurtenis van een life event toch al zijn. Zij is van mening dat het voor een pensioenfonds zinvol is om mensen proactief pensioeninformatie aan te reiken op momenten waarvan het pensioenfonds weet dat deze informatie van belang is. Haar ervaring is dat men bij de geboorte van kinderen uit zichzelf de hele financiële situatie onder de loep neemt. ‘Als pensioenfonds moet je zorgen dat je dan zichtbaar bent.’ Verder denkt zij dat het pensioenbewustzijn bij jonge generaties vergroot kan worden door al op de basisschool financiële educatie te geven, op een speelse manier. En de kinderen ook kennis te laten maken met pensioen. Roos Kuip noemt tevens het voordeel dat kinderen van de basisschoolleeftijd pensioen nog niet associëren met saai, het imago van pensioen is nog ‘maakbaar’. Als hier dan op het vervolgonderwijs op dezelfde positieve manier mee wordt doorgegaan, kan volgens haar de knop wellicht blijvend worden omgezet.
Don’ts – Pensioenbewust maken vrouwen Volgens Roos Kuip bereiken brieven met alleen informatie over bijvoorbeeld een reglementswijziging absoluut hun doel niet en raken mensen daardoor zeker niet geprikkeld om naar hun pensioensituatie te kijken. Droge stof versturen terwijl er niet om wordt gevraagd, is daarom zinloos volgens haar. Daarnaast raadt zij af om als pensioenfonds je naam te verstoppen in campagnes. Hiermee bedoelt zij bijvoorbeeld filmpjes waarin aan het einde van het filmpje pas duidelijk wordt dat het om het pensioenfonds gaat. 8
Social media is een verzamelnaam voor toepassingen op het internet waarmee informatie met andere gedeeld kan worden. Met informatie wordt zowel tekst als geluid en beeld bedoeld.
68
‘Reclamebureaus raden vaak aan om niet meteen te laten blijken dat het om pensioen gaat, omdat mensen dan af zouden haken. Maar als dit pas aan het einde duidelijk wordt, is de afknapper veel groter.’ Verder is haar ervaring dat angst niet werkt om mensen zover te krijgen zich te verdiepen in hun pensioen. Angst verlamt, mensen lopen dan met een boog om de betreffende organisatie heen. Bovendien zal het werken met dergelijke methoden op de lange termijn het imago van pensioenfondsen aantasten. Wel moeten mensen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid en de risico’s die zich kunnen voordoen als ze geen aandacht aan hun pensioen besteden.
De toekomst Roos Kuip ziet tussen pensioenfondsen veel fusies optreden. Er vindt schaalvergroting plaats en dat biedt volgens haar een aantal verbeteringen. Zo stimuleert dit de pensioenfondsen ten eerste om na te denken over hun pensioenregeling. Dit biedt de mogelijkheid om de regeling te vereenvoudigen. Dat is belangrijk met het oog op de uitvoeringskosten, die daardoor zullen dalen, en de communicatie, die hierdoor wordt vergemakkelijkt. Maar ook sectorbreed moet het werken aan vereenvoudiging worden gestimuleerd. Volgens Roos Kuip wordt pensioen als complex ervaren omdat er een gebrek is aan uniformiteit binnen de regelingen. Veel mensen hebben pensioen opgebouwd via verschillende regelingen die allemaal verschillende kenmerken hebben en zien daardoor soms door de bomen het bos niet meer. Schaalvergroting is bovendien goed omdat grotere fondsen beschikken over grotere communicatiebudgetten. Dat juicht Roos Kuip uiteraard toe, want alleen goede communicatiestrategieën en ‐middelen kunnen ervoor zorgen dat mensen pensioenbewuster worden. En die kosten nu eenmaal geld.
‘Pensioenfondsbesturen vinden dit een lastige keuze: geld vrijmaken voor communicatie, of het geld besteden aan de uitkeringen voor deelnemers. Tenzij ze begrijpen dat communicatie bijdraagt aan het draagvlak onder het fonds – en het één dus met het ander samenhangt.’
69
Do’s
Don’ts
• Op de basisschool starten met financiële educatie • Zichtbaarheid vergroten: in de media, in social media en in het straatbeeld • Werkgevers en HR‐functionarissen betrekken en inzetten • Mondelinge communicatie of manieren om dit te benaderen (bijvoorbeeld door echte mensen virtueel te projecteren en vragen te laten beantwoorden) • Combinaties van uitingen en kanalen met een life event • Pensioen koppelen aan de gezinssituatie • Pensioen koppelen aan de interesses van vrouwen (bijvoorbeeld verhalen van modeontwerpers en modellen plaatsen in het pensioenblad van de mode‐ en textielsector) • Herkenning laten plaatsvinden door het plaatsen van foto’s bij pensioenverhalen van vrouwen • Een cadeau inzetten om vrouwen te lokken (bijvoorbeeld een parfumfles)
• Droge informatie versturen waar niet om wordt gevraagd
• De naam van het pensioenfonds verstoppen in campagnes • Doemscenario’s voorschotelen
2.2 – Bedrijfstakpensioenfondsen 2.2.1 – Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak‐ en Glazenwassersbedrijf Achtergrondinformatie Het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak‐ en glazenwassersbedrijf verzorgt de pensioenregeling van meer dan 3.600 bedrijven uit deze branche. Deze werkgevers hebben samen meer dan 151.000 werknemers. De pensioenuitvoerder is Cordares Pensioen. Het interview is afgenomen bij Marion Blok en Trudy Schriemer. Marion Blok is werkzaam als rayonleiding bij Gom Schoonhouden, een onderdeel van Facilicom Services Group. Trudy Schriemer is werkzaam bij Hago Nederland als voorzitter van diverse commissies en vergaderingen. Daarvoor was zij objectleidster bij dit bedrijf. Beiden zijn lid van de deelnemersraad9 van dit bedrijfstakpensioenfonds. Ze zijn apart van elkaar geïnterviewd. 9
Een deelnemersraad is voor een bedrijfstakpensioenfonds wettelijk verplicht. Hierin kunnen zowel deelnemers als gepensioneerden in plaats nemen. Op deze manier kunnen zij invloed uitoefenen op hun pensioenregeling. De deelnemersraad heeft in een aantal situaties het recht het bestuur van het pensioenfonds te adviseren en eventueel in beroep te gaan tegen besluiten. (Pensioenkijker.nl, z.d.)
70
Aanleiding interview In de schoonmaakbranche zijn veel vrouwen werkzaam. In 2008 was maar liefst 65% vrouw. Dan rijst de vraag of deze deelnemers anders benaderd worden dan de mannelijke deelnemers. En hoe zij reageren op de algemene communicatie van het pensioenfonds. Bij Cordares Pensioen en het bedrijfstakpensioenfonds (Bpf) zelf vond men dat niemand dit beter kon verwoorden dan de twee vrouwelijke leden in de deelnemersraad.
Ervaringen met pensioenbewustzijn vrouwen Marion Blok ziet in haar werkomgeving zeker dat vrouwen pensioenonbewust zijn. Zij zegt dat het vooral voor jongeren een ver‐van‐hun‐bed‐show is en dat vrouwen pas rond hun vijftigste zich voor hun pensioen gaan interesseren. Voor wat betreft de schoonmaakbranche noemt Marion Blok als hoofdreden het feit dat veel vrouwen in deze branche parttime werken. Zodoende bouwen zij maar een klein pensioen op. Daarbij hebben vrouwelijke deelnemers van dit pensioenfonds pas vanaf 1990 de mogelijkheid om pensioen op te bouwen. Dit verbaasde Marion Blok, omdat zij bij haar vorige werkgever destijds wel al pensioen opbouwde.
Ook is een groot percentage van de medewerksters in de schoonmaakbranche van allochtone afkomst. Marion Blok geeft aan dat hun desinteresse voort komt vanuit hun cultuur. De man zorgt in die andere culturen vaak voor het inkomen en dus ook voor het pensioen.
‘Dat zij werken en op die manier zelf geld verdienen is al bijzonder. Als ik hen vertel dat het verstandig is als zij gaan sparen, dan hebben zij daar nog nooit bij stilgestaan.’
Volgens Marion Blok wordt pensioen in haar werkomgeving ook als een saai onderwerp gezien. Trudy Schriemer beaamt dat de jonge generaties vrouwen nog niet zo geïnteresseerd zijn in hun pensioen, maar zij vindt dat er absoluut geen sprake is van desinteresse bij haar vrouwelijke collega’s die de veertig zijn gepasseerd. De interesse is er zeker volgens Trudy Schriemer, maar zij geeft wel aan dat pensioeninformatie over het algemeen als stevige kost wordt beschouwd en dat dit met name de reden is dat zowel mannen als vrouwen niet altijd op de hoogte zijn van hun pensioensituatie. Bij allochtone vrouwen ziet Trudy Schriemer iets minder interesse en ook zij geeft aan dat hun cultuur hier wellicht de oorzaak van is. Daarnaast kan volgens haar ook de taal een barrière vormen.
Do’s – pensioenbewust maken vrouwen Beide vrouwen geven aan dat de leidinggevende de eerste persoon is waar hun vrouwelijke collega’s naar toe stappen wanneer zij vragen hebben over hun pensioen. De leidinggevende staat immers erg dicht bij de deelnemers. Zij vinden dan ook dat er op de werkvloer veel meer aandacht voor dit onderwerp moet komen.
71
‘Het moet sowieso een vast onderdeel worden op de jaaragenda, maar eigenlijk moet het vaker dan één keer per jaar besproken worden. Het kan bijvoorbeeld besproken worden tijdens vergaderingen of er kunnen speciale bijeenkomsten voor worden georganiseerd op de werkvloer.’
Overigens heeft het Bpf al eens geprobeerd de werkgevers pensioendeskundig te maken en hun medewerkers ook voor te lichten. Het Bpf bood toen een opleiding aan, maar geen van de werkgevers was geïnteresseerd. Nu hebben de deelnemers de mogelijkheid een helpdesk van Cordares te raadplegen wanneer zij vragen hebben. Dit werkt volgens Marion Blok en Trudy Schriemer prima, omdat men snel te woord wordt gestaan. Algemene vragen worden direct beantwoord en voor een antwoord op een specifieke vraag moet men hooguit één á twee dagen wachten, want deze wordt dan voorgelegd aan een pensioendeskundige. Beide vrouwen vinden dat er veel meer met de life events gedaan moet worden omtrent pensioen. Daar waar deze gebeurtenissen zoals samenwonen, trouwen en het kopen van een woning plaatsvinden, moeten mensen meteen voorgelicht worden over de gevolgen voor het pensioen. Marion Blok noemt het krijgen van kinderen als dé gebeurtenis waarbij mensen zich bewust worden van hun verantwoordelijkheid en alle financiële zaken gaan uitzoeken.
‘Wellicht kan de Blije Doos² gebruikt worden om vrouwen er op te wijzen dat zij hierbij ook naar hun pensioen moeten kijken.’ 10
Trudy Schriemer en Marion Blok moedigen pensioenverhalen in vrouwenbladen als Libelle en Margriet aan. Hiermee bedoelen zij verhalen van vrouwen die vertellen over hun pensioensituatie. Deze verhalen hoeven volgens hen niet per definitie positief of juist negatief te zijn, maar met name reëel.
‘Als een vrouw vertelt dat zij door haar scheiding werd geconfronteerd met haar pensioentekort, maar dit wel heeft weten op te lossen, kan dit vrouwen wakker schudden en zullen zij er misschien zelf ook naar gaan kijken.’
Beide vrouwen opperen het idee van een pensioenambassadeur in de vorm van een bekende Nederlandse vrouw. Ook deze pensioenambassadrice moet voor het gevoel zorgen van ‘als zij het kan, dan kan ik het ook’. Daarnaast noemt Marion Blok de soapserie Goede Tijden Slechte Tijden ook als een mogelijkheid om pensioen onder de aandacht te brengen bij vrouwelijke medewerkers in de schoonmaakbranche. Schoonmaakwerkzaamheden vinden vaak plaats in de avond, maar deze serie wordt volgens haar door veel vrouwen opgenomen. 10
De Blije Doos is een gratis cadeaupakket dat aangevraagd kan worden door of voor aanstaande moeders of vrouwen die net bevallen zijn.
72
Verder is Marion Blok van mening dat ouders en scholen ook een bijdrage kunnen leveren aan het creëren van pensioenbewustzijn bij vrouwen. Zij noemt als voorbeeld dat haar moeder haar zusje en zichzelf heeft bijgebracht dat zij altijd voor zichzelf moeten kunnen zorgen. Volgens haar is het dan als vanzelfsprekend dat je dan ook zult zorgen dat je pensioen goed geregeld is. Scholen zouden hier een bijdrage aan kunnen leveren door financiële educatie aan te bieden.
Don’ts – Pensioenbewust maken vrouwen Hoewel Trudy Schriemer en Marion Blok de helpdesk van Cordares zelf erg laagdrempelig vinden en ook aangeven dat deze hulplijn zeker gebruikt wordt, merkt Marion Blok wel dat hier een drempel ligt voor vrouwelijke schoonmakers.
‘Er is een soort van angst om te bellen wanneer zij vragen hebben. Zij kijken op tegen zogenoemde ‘kantoormensen’.’
Verder geven zowel Marion Blok als Trudy Schriemer aan niets te zien in een pensioenparty á la een Tupperware Party. Zij willen pensioeninformatie van en bij hun werkgever ontvangen of van hun pensioenfonds. Informatie op een website zal volgens Marion Blok vrouwelijke schoonmaaksters nooit bereiken. Zij zullen deze informatie niet gaan lezen, omdat veel van haar medewerksters geen lezers zijn. Daarnaast ervaren zij de informatie als te ingewikkeld.
De toekomst Het Bpf gaat vooralsnog geen middelen inzetten om speciaal vrouwen wakker te schudden, maar zij wil wel het pensioenbewustzijn in het algemeen bevorderen. In april 2011 start het Bpf daarom met een pensioenplanner. Deelnemers kunnen dan via de website inzicht krijgen in hun pensioen. Zij krijgen hierbij een overzicht te zien van wat is opgebouwd. Daarnaast hebben zij ook de mogelijkheid om dat in te vullen wat zij eventueel zelf nog hebben opgebouwd naast hun collectieve pensioenregeling. Ook het pensioen van de eventuele partner kan worden ingevuld. Om de deelnemers aan te sporen van deze pensioenplanner gebruik te maken, zullen zij een brief ontvangen bij hun Uniform Pensioen Overzicht van 2010. Deze brief is in zogezegde Jip‐en‐ Janneketaal geschreven. De deelnemers vinden hierin een code die zij nodig hebben om de pensioenplanner te kunnen gebruiken. Verder staat er in de brief een telefoonnummer van Cordares vermeld van de persoon waarbij zij terecht kunnen met eventuele vragen. Marion Blok vraagt zich af of deze tool door allochtone vrouwen gebruikt zal worden. Zij geeft aan dat de brief ten eerste al vaak door de kinderen gelezen zal moeten worden, omdat veel vrouwen de Nederlandse taal niet machtig zijn. Daarbij zullen de kinderen ook de tweede stap moeten zetten, namelijk het gebruiken van de pensioenplanner, want ook hier zal de taal een barrière vormen voor de vrouwen om het zelf te doen.
73
Do’s
Don’ts
• De werkgever pensioendeskundig maken zodat deze voorlichting kan geven wanneer medewerkers met vragen komen • Pensioeninformatie aanbieden tijdens bijeenkomsten en vergaderingen op het werk • Een pensioenhelpdesk zo organiseren dat men snel antwoord krijgt op de vragen • Pensioeninformatie aanbieden bij life events, met name rondom het krijgen van kinderen • Reële pensioenverhalen in vrouwenbladen • Een bekende Nederlandse vrouw als pensioenambassadrice inzetten • Pensioen onder de aandacht brengen in bekende tv‐series (bijvoorbeeld Goede Tijden Slechte Tijden) • Ouders bewegen financiële zelfstandigheid bij hun dochters te stimuleren • Financiële educatie aanbieden op scholen
• Een pensioenhelpdesk inzetten voor vrouwelijke schoonmaaksters • Pensioenbijeenkomsten ergens anders dan bij de werkgever • Pensioeninformatie aanbieden op een website
2.2.2 – Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen
Achtergrondinformatie De Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) bestaat al ruim 25 jaar. Er zijn 74 bedrijfstakpensioenfondsen lid van de VB en in deze fondsen is samen meer dan 75% van het aantal deelnemers in collectieve pensioenregelingen vertegenwoordigd. De VB behartigt de belangen van haar leden door hun wensen naar de betreffende overheidsinstanties door te spelen. Sinds november 2010 valt de VB samen met de Unie van Beroepspensioenfondsen (UvB) en de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF) onder één verbond, genaamd de Pensioenfederatie. Deze federatie is opgezet omdat de drie pensioenkoepels verwachten samen nog beter de belangen van hun leden en aangeslotene te kunnen behartigen. Het interview heeft plaatsgevonden met Marjolein Zaal, destijds communicatiemanager bij VB. Op dit moment is zij hoofd van de afdeling communicatie bij de Pensioen Federatie.
Aanleiding interview Als belangenbehartiger van zoveel bedrijfstakpensioenfondsen loopt de VB via haar leden ook tegen het hoge percentage pensioenonbewusten aan. Het is interessant om te weten hoe een pensioenkoepel tegen dit fenomeen aankijkt en wat de ervaringen hiermee zijn. Daarnaast is de VB in maart 2010 met de campagne ‘Samenstajijsterk’ gestart, met het doel om de sterke punten van collectieve pensioenregelingen onder de aandacht te brengen. Ook de ervaringen van deze campagne zijn nuttig voor dit onderzoek.
74
Ervaringen met pensioenbewustzijn vrouwen Volgens de VB is voor de meeste mensen met een collectieve pensioenvoorziening het pensioen straks goed geregeld, want zij is van mening dat met de AOW en het tweedepijler pensioen een prima pensioen is te vormen. Maar de VB beseft dat er ook kwetsbare groepen mensen zijn, waarbij het minder goed geregeld is. Zoals gescheiden vrouwen of alleenstaande vrouwen die deeltijd werken of helemaal geen baan hebben. De VB constateert dat steeds meer pensioenfondsen aandacht besteden aan de pensioenonbewusten onder ons, maar de focus ligt niet direct op de vrouwen die onder deze categorie geschaard kunnen worden. De ervaring is dat alle pensioenonbewusten, dus niet alleen vrouwen, pensioen als ingewikkeld beschouwen. Daarnaast zorgen ook de opvattingen dat ‘pensioen iets is voor later’ en dat ‘het allemaal wel goed komt’ ervoor dat men zich niet in zijn pensioensituatie verdiept. De VB is van mening dat de aandacht wel gericht naar de kwetsbare groepen moet en dat degenen die het goed geregeld hebben, maar misschien wel pensioenonbewust zijn, niet onnodig angst aangejaagd moet worden.
Do’s – Pensioenbewust maken vrouwen De VB maakt voor haar Samenstajijsterk‐campagne gebruik van banners om mensen zover te krijgen de site van de campagne te bezoeken. Om vrouwen te bereiken plaatsen zij deze banners op spelletjessites. Deze sites zijn goed vertegenwoordigd op het web, omdat veel vrouwen in hun vrije tijd ter ontspanning graag een spelletje spelen, aldus Marjolein Zaal. Buiten dat deze banners uiteraard mooi zijn vormgegeven, is het belangrijkste ‘lokmiddel’ de vermelding dat er een gadget te winnen valt wanneer er een spelletje wordt gespeeld op de campagnesite. Op de campagnesite zijn o.a. filmpjes te zien, waarin op eenvoudige en aantrekkelijke wijze uitgelegd wordt waar het collectieve pensioen voor staat. Ook wordt nadrukkelijk uitgelegd waarom veranderingen in het pensioenstelsel noodzakelijk zijn.
‘We moeten af van de illusie dat mensen uit eigen initiatief op een site over pensioenen gaan zitten kijken. Je zult mensen moeten lokken.’
En het spreekt voor zich dat een gadget die pas op de markt is geïntroduceerd meer mensen aantrekt dan een gadget die al enige tijd te verkrijgen is. Zo werden voor de Samenstajijsterk‐campagne Ipad’s11, Iphones12 en een beamer verloot. Voor de vormgeving van de banners en filmpjes is er heel bewust gekozen voor het gebruik van beeldtaal, dus er is zo weinig mogelijk geschreven tekst in verwerkt. Dit omdat ook de meest laaggeletterde achterban het moet begrijpen. Daarnaast spreekt beeldtaal de mensen meer aan dan tekst; niet alleen vrouwen vinden dit aantrekkelijker.
11
De Ipad is een tablet‐computer met touchscreen waarop men toegang heeft tot internet en o.a. films kan bekijken, boeken kan lezen en spelletjes kan spelen. 12 De Iphone is een mobiele telefoon die onder de categorie smartphones valt. Dit betekent dat de gebruiker zelf kan kiezen welke toepassingen hij op zijn mobiele telefoon installeert.
75
Naast het adverteren op spelletjessites, is het volgens Marjolein Zaal ook aan te raden samen te werken met Geenstijl.nl. Geenstijl.nl schrijft over actualiteiten op een controversiële manier en wordt veel bezocht door de doelgroep werkende van 20‐45 jaar. In de artikelen op de website worden woorden gekoppeld aan links, die verwijzen naar bijvoorbeeld filmpjes, maar ook andere websites. Er kan op deze website geadverteerd worden. Dit gebeurt niet door middel van banners. Er wordt een artikel geschreven op een dusdanige manier dat het voor de lezer aantrekkelijk wordt om op de link in het artikel te klikken. Uiteraard verwijst de link naar de site van de adverteerder. Net als Geenstijl.nl is ook de nieuwssite Nu.nl een aanrader volgens Marjolein Zaal. Er is echter helaas niet te achterhalen in hoeverre deze sites populair zijn bij vrouwen. Wel was de respons groot en men verbleef ook lang op de campagnesite. De informatiefilmpjes op de website worden ook gewaardeerd door de bezoekers. Deze filmpjes zijn, net als de banners, beeldend en nagenoeg zonder tekst. Er is gebruik gemaakt van humor en een stem geef uitleg over het betreffende onderwerp, waarbij hij rustig en in begrijpelijke zinnen spreekt.
Fragmenten uit filmpjes Samenstajijsterk‐campagne Bron: Samenstajijsterk.nl
Bovenstaand vindt u twee fragmenten uit twee verschillende filmpjes. Het linkerfragment komt uit het filmpje genaamd ‘risico’s delen’, waarin uitgelegd wordt dat collega‐deelnemers ervoor zorgen dat het pensioen verder opgebouwd wordt op het moment dat iemand arbeidsongeschikt raakt. Het fragment aan de rechterkant komt uit het filmpje dat uitleg geeft over de pensioencrisis. Hier wordt bijvoorbeeld uitgebeeld wat de huidige rentestand voor invloed heeft op het vermogen van een pensioenfonds. Er wordt tijdens de Samenstajijsterk‐campagne getest of de kennis over pensioen toeneemt. Zo is er bijvoorbeeld gevraagd een aantal voordelen te noemen van bedrijfstakpensioenfondsen. De conclusie is dat de kennis toeneemt. Al is uiteraard niet uit te sluiten dat dit door een ander initiatief van een andere organisatie is toegenomen.
‘Een filmpje zou een goed middel zijn om vrouwen op een leuke manier op hun eigen verantwoordelijkheid te wijzen. Met een beetje humor erin, zonder dat het flauw wordt, maar wel met een serieuze toon.’
76
Verder vindt Marjolein Zaal dat werkgevers een grotere rol moeten gaan vervullen in het creëren van pensioenbewustzijn. Werkgevers moeten dit in het arbeidsvoorwaardengesprek al aankaarten. Dan is het meteen persoonlijk en laagdrempelig, want met name een persoonlijke benadering spreekt vrouwen toch het meeste aan.
Don’ts – Pensioenbewust maken vrouwen Marjolein Zaal is van mening dat een zogenoemde ‘stoplicht‐envelop’ niet het middel is dat ingezet moet worden om het pensioenbewustzijn te vergroten. Het is een idee uit Amerika. In deze envelop zit dan het Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Zoals de naam al doet vermoeden, kan de envelop de kleuren rood, oranje en groen hebben. Waarbij rood staat voor ‘uw pensioen is te laag; kijk er direct naar’, groen voor ‘uw pensioen is goed geregeld’ en oranje voor ‘een blik op uw pensioen is aan te raden’.
‘Een pensioenfonds kan niet beoordelen of het pensioen van een deelnemer voldoende is. Buiten dat de inkomstenkant niet volledig bekend is, weet het pensioenfonds al helemaal niets over de uitgaven van een persoon.’
Het gevolg is dat bepaalde mensen onnodig angst aangejaagd wordt en dat andere personen ten onrechte gerustgesteld worden. Verder moeten we volgens Marjolein Zaal ook oppassen dat de mensen niet overspoeld worden door alle initiatieven die genomen worden en daardoor het spoor bijster raken. Het is uiteraard goed dat die acties ondernomen worden, maar het is zaak aan te sluiten bij bestaande initiatieven. Daarnaast geeft zij aan dat taalgebruik op een hoog niveau, en zeker vakjargon, vermeden moet worden in alle vormen van pensioencommunicatie. Haar ervaring is dat taalniveau B113 voor iedereen het prettigst is, ook voor diegenen die in het dagelijks leven op hoog taalniveau communiceren.
‘Als je moe uit je werk komt en je bent al zover dat je die envelop met pensioeninformatie hebt opengerukt, dan zit je echt niet te wachten op een ingewikkelde brief. Vermeid vakjargon, ingewikkelde woorden en zinsconstructies. Dat leest voor iedereen veel prettiger.’
13
Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. Dit taalniveau is afkomstig van het Common European Framework, een meetlat gemaakt door de Raad van Europa om het taalniveau van mensen en teksten te meten. Taalniveau A1 geeft het laagste niveau aan en taalniveau C2 het hoogste. Taalniveau B1 is door ongeveer 95% van de bevolking te begrijpen. (Bron: www.bureautaal.nl)
77
De toekomst Wat de VB graag wil, is dat deelnemers een gefundeerd vertrouwen krijgen in de pensioenregeling en in hun pensioenfonds. Dat het vertrouwen niet stijgt doordat mensen denken ‘het zal allemaal wel weer goed zitten’, maar dat ze zich verdiept hebben in hun situatie en dat daardoor hun vertrouwen stijgt. Marjolein Zaal verwacht dat het Pensioenregister, dat in januari 2011 is gelanceerd, hier een grote rol in gaat spelen. Op de site van Pensioenregister kan men in één oogopslag zien welke pensioenaanspraken men heeft opgebouwd bij welk pensioenfonds of verzekeraar. Op deze manier is er meer overzicht gecreëerd. Daarnaast hoopt Marjolein Zaal dat er in de toekomst een samenwerkingsverband aangegaan kan worden met bijvoorbeeld de Belastingdienst. Iedereen moet ieder jaar zijn belastingaangifte (laten) invullen. Hierbij moet een DigiD‐code worden gebruikt. Voor het gebruik van Pensioenregister.nl heeft men ook een DigiD‐code nodig. Als men bij het invullen van zijn belastingaangifte gedwongen of in ieder geval geprikkeld wordt om ook naar zijn pensioenoverzicht te kijken, zal dit volgens Marjolein Zaal tot meer pensioenbewustzijn leiden. Wat betreft de vrouwelijke doelgroep probeert de VB vrouwenbladen over te halen meer aandacht aan het onderwerp pensioen te besteden. Hier worden advertenties mee bedoeld, maar bijvoorbeeld ook een leuk portret van vrouwen die over hun eigen pensioensituatie vertellen of een redactioneel stuk. Zodat op die manier pensioen normaler gemaakt wordt.
‘Het is een kwestie van een lange adem hebben. Maar ook nieuwe wegen bewandelen; afwijken van wat al wordt gedaan.’
Do’s
Don’ts
• • • •
• Pensioenfonds oordeel laten vellen over totaalsituatie • Mensen overspoelen met initiatieven • Taalgebruik op een hoog niveau
Banners op spelletjessites plaatsen Gadgets als lokmiddel inzetten Beeldtaal gebruiken Werkgevers inzetten
2.3 – Verzekeraars 2.3.1 – Eve & Co
Achtergrondinformatie Eve & Co geeft integraal financieel advies waarbij zij zich met name richt op de doelgroep vrouwen. Feminiene waarden vormen het uitgangspunt voor het gehele initiatief. Vanzelfsprekend zijn mannen ook van harte welkom. Elsbeth Bouwman en Mariëlla den Boef zijn met dit initiatief gestart in maart 2008. Eve & Co is een onderdeel van Delta Lloyd Groep. Bij Eve & Co staat de vrouw centraal (Eve) met alle bedrijvigheid om haar heen (Co), waarbij uiteraard de focus ligt op de financiële aspecten. Maar wel met de doelstelling om meer levensgeluk te creëren. De wensen, plannen en dromen van klanten zijn het uitgangspunt voor het financieel advies. Elsbeth Bouwman is geïnterviewd.
78
Helaas heeft Delta Lloyd Groep besloten het bedrijf Eve & Co stop per 1 januari 2011 stop te zetten. Niet vanwege een gebrek aan succes, want een succes was het zeker, maar Eve & Co ligt niet (meer) in de lijn met de plannen van Delta Lloyd Groep.
Aanleiding interview Zoals gezegd richt Eve & Co zich op de vrouwelijke doelgroep. Pensioenadvies is een onderdeel van hun dienstverlenend pakket. Maar juist het feit dat de financieel adviseurs van dit bedrijf ook financieel advies verlenen op andere terreinen, maakt dat het interessant is te weten op welke manieren zij vrouwen weten te interesseren advies in te winnen bij hen.
Ervaring met pensioenbewustzijn vrouwen In 2007 heeft Delta Lloyd Groep een onderzoek uit laten voeren naar de manier waarop vrouwen naar pensioen keken. Hieruit kwam naar voren dat het onderwerp zeker knaagde, maar dat dit knagende gevoel niet leidde tot actie. Ergens waren ze er dus toch wel mee bezig. Een grote groep hoogopgeleide vrouwen is toen bij elkaar gezet met het doel erachter te komen wat hiervan de reden is. Als eerste werd duidelijk dat het pensioen wordt geassocieerd met ‘oud en grijs’.
‘Vrouwen besteden miljoenen aan het voorkomen van oud en grijs. Zolang zij pensioen met oud en grijs associëren, zullen zij daar niet graag geld aan spenderen.’ Ook in allerlei uitingen wordt pensioen uitgebeeld met foto’s van oude mensen, avondrood en caravans. Dit maakt van pensioen voor vrouwen helemaal een ver‐van‐mijn‐bed‐show. Het belangrijkste punt dat uit deze groepsdiscussie naar voren kwam, was dat het bedrag op het Uniform Pensioen Overzicht (UPO), dat weergeeft hoeveel het totale pensioen zal bedragen, hen feitelijk niets zei. Het bedrag op zich beantwoordt namelijk niet de meest essentiële vraag: is het voldoende om te kunnen doen wat ik wil. Deze vrouwen gaven aan dat zij pensioen zien als een onderdeel van een groter geheel en dat zij dit geldbedrag graag weergegeven zouden zien in verhouding tot hun uitgaven. Tegenover bijvoorbeeld hun hypotheeklasten, maar ook tegenover plannen die men wil uitvoeren op de pensioengerechtigde leeftijd, zoals bijvoorbeeld een wereldreis. Vrouwen zijn meer integraal ingesteld; het gaat hen om inkomsten en uitgaven, nu en in de toekomst. Zij bekijken liever het totale plaatje. Door alleen te focussen op pensioen zul je vrouwen dus nauwelijks aanspreken, volgens Elsbeth Bouwman. Het is dus feitelijk een productgerichte aanpak die niet aansluit bij hun integrale manier van kijken. Dat pensioen als onderwerp ‘knaagt’ is voor Elsbeth Bouwman duidelijk. Alleen als het gaat om het bewegen van vrouwen om hun pensioen uit te zoeken en goed te regelen, zal men volgens haar meer moeten doen en breder moeten kijken.
Do’s – Pensioenbewust maken vrouwen De meest effectieve, en eigenlijk ook de meest voor de hand liggende, manier om erachter te komen wat vrouwen zal bewegen zich in hun pensioen te verdiepen, is het ze gewoon te vragen. Volgens Elsbeth Bouwman is de veronderstelling dat vrouwen niet pensioenbewustzijn niet terecht. Alleen sluit de huidige, productgerichte benadering niet aan bij hun manier van kijken.
79
‘Als je het ze gewoon vraagt en luistert, dan krijg je gratis de meest interessante en de meest briljante informatie. Mensen willen altijd vertellen wat hun wensen zijn.’ Luisteren naar klanten heeft Eve & Co veel praktische en nuttige informatie opgeleverd. Een klein voorbeeld was de ontdekking dat klanten graag een brochure willen, maar dan wel in handtasformaat. Het bleek met name een prettig formaat om uit te kunnen delen aan vriendinnen of om er over te kunnen vertellen. Zo blijkt dat een kleine eenvoudige aanpassing meer teweeg kan brengen, want mond‐tot‐mondreclame is natuurlijk de beste reclame. Want, zo is de ervaring van Elsbeth Bouwman, vrouwen kunnen niet beter geprikkeld worden dan door elkaar. De adviseurs van Eve & Co vroegen hun klanten ook gewoon om over Eve & Co te vertellen als zij tevreden waren over het financieel advies dat zij zelf hadden ontvangen. Maar veel vrouwen adviseerden hun omgeving ook uit zichzelf om naar de vrouwvriendelijke financieel dienstverlener te stappen. Bijvoorbeeld als ter sprake kwam dat er zich een belangrijke gebeurtenis ging voordoen in het leven van de vriendin. En van bekenden nemen vrouwen eerder iets aan dan van welk medium dan ook.
‘Ik kan voor miljoenen gaan adverteren, maar als een vriendin tegen jou vertelt dat ze zo blij is dat haar pensioen nu geregeld is, dan heeft dat een impact die ik op geen enkele andere manier kan bereiken.’ Daarnaast gaf Eve & Co workshops over geld, genaamd ‘Feel good, think smart’. Deze workshop ging niet over hypotheken, pensioenen of overlijdensrisicoverzekeringen, maar over welk gevoel geld bij de deelnemers opriep. Deze workshop werd gratis gegeven en werd veel aangeboden bij bijvoorbeeld bijeenkomsten van vrouwennetwerken. Elsbeth Bouwman noemt als voordeel van deze workshop dat er op een andere manier over geld gesproken wordt. ‘We lieten zien dat je ook op een andere manier naar geld kunt kijken en dat wanneer je jouw financiële zaken goed regelt, dit nu direct bijdraagt aan je gevoel van geluk.’ Op die manier werd pensioen volgens haar ook concreet gemaakt, omdat het gevoel van geluk direct ‘geïncasseerd’ kan worden. Van pensioen heeft men pas vanaf zijn pensioengerechtigde leeftijd profijt, maar wat het direct oplevert, is het gevoel dat het geregeld is en dat het goed komt. Een gevoel van opluchting. Volgens Eve & Co staan liefde, zorgen voor, samen doen en er voor elkaar zijn centraal in het leven van een vrouw. De vrouw moet aangesproken worden op dat wat zij belangrijk vindt. Ze wil zorgen voor anderen én zichzelf.
‘Benader de vrouw vanuit het positieve, vanuit het zorgen voor. ‘Stel dat je nu overlijdt. Wat zou voor jou belangrijk zijn? Hoe wil je dat je dierbaren achterblijven?’ Geef aan dat haar dierbaren het waard zijn. Dat zij het waard is.’ Een andere succesvolle aanpak is volgens Elsbeth Bouwman het publiceren van verhalen waarin vrouwen zich kunnen herkennen (testimonials). Bij Eve & Co denken ze vanuit de feminiene waarden en één daarvan is herkenning, het hebben van overeenkomsten. Het is hierbij wel van belang dat deze testimonials een positief verhaal vertellen. Vrouwen, en eigenlijk mensen in het algemeen, associëren zich namelijk graag met iets positiefs en zullen sneller een afkeer hebben van negativiteit. 80
Verder moet, zoals al eerder genoemd, het financiële totaalplaatje gecreëerd worden voor ze. Waarbij de wensen van de vrouwen als uitgangspunt genomen moeten worden. De ervaring van Elsbeth Bouwman is dat de financiële planning dan gaat leven bij hen. Ze kunnen zich er dan een beeld bij vormen.
‘Als je een goed financieel advies wilt geven, dan moet je ook daadwerkelijk snappen wat iemand beweegt. Je moet niet alleen snappen wat iemand graag zou willen, maar ook welke persoonlijke waarden er onder zitten.’ Met waarden worden waarden als vrijheid, zekerheid en bijvoorbeeld onafhankelijkheid bedoeld.
Don’ts – Pensioenbewust maken vrouwen Vrouwen zullen geen interesse voor hun pensioen tonen, zolang pensioen niet wordt behandeld als onderdeel van het grotere geheel, van het totale plaatje. De werknaam voor Eve & Co was ooit ‘Vrouw & Pensioen’, maar deze naam werd al snel veranderd, toen bleek dat dit vrouwen totaal niet aansprak. ‘Vrouw en pensioen’ is immers productgericht en niet integraal. Financiële dienstverleners zijn feitelijk verkoop‐ en productgericht en niet adviesgericht. Verder was het bij Eve & Co verboden om vrouwen te benaderen vanuit angst. Het positieve werd benadrukt, omdat vrouwen niet uit angst redeneren. Een waargebeurd verhaal waarin een vrouw vertelt over de benarde positie waarin ze is terecht gekomen, omdat ze haar pensioen niet goed geregeld had, zónder een goede afloop, werkt volgens Elsbeth Bouwman niet. Zij geeft aan dat niet gefocust moet worden op het drama maar op het goede gevoel achteraf.
‘Allemaal leuk en aardig een advertentie over een plafondrente‐hypotheek met daarin alle eigenschappen opgesomd. Maar er staat nergens wat je er mee kan, welke bijdrage het levert aan je plannen en wensen en wat het bijdraagt aan je leven. Dus zal je er vrouwen niet mee aanspreken.’ Een andere ‘no go’ wat betreft het bereiken van vrouwen is door in een advertentie de nadruk te leggen op de eigenschappen van een product. Dat is een masculiene benadering. Mannen zijn veel meer productgericht. De financiële dienstverlening is voornamelijk masculien en met deze insteek zullen niet veel vrouwen bereikt worden. De ervaring leerde overigens ook dat veel mannen zich ook voelden aangesproken tot deze integrale benadering. En zo heeft Eve & Co dus ook veel mannelijke klanten. Het zou volgens Elsbeth Bouwman al een verschil maken wanneer reclame bedoeld voor vrouwen niet meer door mannen gemaakt wordt, maar door personen van hetzelfde geslacht. Datzelfde geldt dan uiteraard voor teksten en brochures.
‘Jonge en wilde reclamejongens denken dat ze vrouwen begrijpen. Ze vervangen een biertje door een fles wijn en een aantrekkelijke jonge vrouw door een man met een ontbloot bovenlijf. Dat is een soort van copy‐paste, maar dan op de verkeerde manier.’
81
Vrouwen willen ook niet graag geadviseerd worden door masculiene en productgerichte adviseurs. De ervaring van Elsbeth Bouwman is dat vrouwen dan niet het gevoel hebben begrepen te worden. Een gesprek over financiële zaken is heel persoonlijk. De adviseur komt dan heel dicht bij iemand. Daarvoor is vertrouwen, begrip en inlevingsvermogen noodzakelijk. Zo niet voorwaardelijk. Als klanten (vrouwen) het gevoel hebben dat een adviseur zich niet kan inleven in hun situatie dan heeft dat volgens Elsbeth Bouwman gevolgen voor de waarde die ze aan het advies hangen.
De toekomst Zoals aan het begin van deze paragraaf werd aangegeven, bestaat Eve & Co niet meer vanaf 1 januari 2011. Dit tot grote spijt van de oprichtsters, want zij hadden volgens hen een succesformule in handen. Zij geloven dan ook dat er meer bedrijven vanuit de visie van Eve & Co moeten gaan denken, vanuit feminiene waarden. De focus lijkt daarmee op de vrouwen te liggen, maar ook de mannen zullen door deze vrouwelijke benadering worden aangesproken. Vrouwen zijn volgens Elsbeth Bouwman namelijk een hardgroeiende doelgroep. Steeds meer gezinnen worden immers (mede)afhankelijk van het inkomen van de vrouw. Daarmee is het onderwerp ‘financiën’ al lang niet meer het domein van de man. En dus is de invloed van de vrouw op financiële beslissingen groot en groeiend. En dat maakt vrouwen ook vanuit commercieel oogpunt een aantrekkelijke doelgroep. Daarnaast vindt Elsbeth Bouwman dat financiële dienstverleners zich gewoon eens in het diepe moeten gooien en manieren moeten uitproberen om die vrouwelijke doelgroep te bereiken.
Do’s
Don’ts
• Luisteren naar de wensen en behoeften van vrouwen • Mond‐tot‐mondreclame stimuleren • Zorgen voor naasten en familieleden koppelen aan financieel advies • Door positieve verhalen associatie opwekken
• Productgerichte benadering waarbij de focus ligt op alleen pensioen • Angst als uitgangspunt nemen • Masculiene reclame gebruiken
• Pensioen opnemen in het totaalplaatje • Vrouwen door passende financieel adviseurs laten adviseren
• Masculiene en productgerichte adviseurs inzetten
2.3.2 – Verzekeringsbedrijven ING
Achtergrondinformatie Nationale‐Nederlanden (NN) en RVS (Rotterdamse Verzekerings Sociëteiten) zijn de verzekeringsbedrijven van ING. Zowel RVS als NN is sinds het begin van de jaren negentig onderdeel van ING Groep. Ze behoren tot de grootste verzekeraars van Nederland. Beide verzekeraars bieden pensioenproducten, levensverzekeringen, schadeverzekeringen, inkomensverzekeringen en hypotheken aan. RVS en NN zullen in 2011 samen verder gaan onder de naam Nationale‐ Nederlanden. Godelieve Janssen is geïnterviewd. Zij is Communicatiemanager bij Nationale Nederlanden.
82
Aanleiding interview Zowel NN als RVS heeft activiteiten ondernomen om het pensioenbewustzijn te vergroten, al dan niet speciaal gericht op vrouwen. Ook zijn er campagnes opgezet om de aandacht van vrouwen te trekken voor andere financiële producten. Maar de aanleiding voor het interview vormde de pensioenparty die RVS heeft georganiseerd om vrouwen te interesseren voor hun pensioen.
Ervaringen met pensioenbewustzijn vrouwen De geringe mate van pensioenbewustzijn van vrouwen is bij RVS niet onopgemerkt gebleven. In 2006 is er daarom een onderzoek gedaan genaamd ‘Vrouw & Pensioen’ naar de situatie en houding van vrouwen rondom hun eigen pensioen. Ook is toen gekeken naar de verschillen tussen mannen en vrouwen. Hieruit kwam naar voren dat zowel mannen als vrouwen het een ingewikkeld onderwerp vinden. De desinteresse bij vrouwen is nog een stukje groter, omdat veel vrouwen hun pensioen als een extraatje zien. Zij zijn namelijk vaak niet de hoofdkostwinner, omdat zij vaker in deeltijd of helemaal niet werken. Daarnaast kwam uit het onderzoek naar voren dat vrouwen een rooskleurig beeld hebben van hun toekomst. Degenen met een partner gaan er namelijk vanuit dat deze relatie hun levenlang voortduurt. Zij zien zodoende geen risico’s die te maken hebben met het wegvallen van hun partner. Een andere opmerkelijke conclusie die RVS uit het onderzoek heeft getrokken, is dat vrouwen meer dan mannen gefocust zijn op de korte termijn, op het hier en nu. Mannen richten zich ook op de lange termijn. Dit vormt ook een verklaring voor het feit dat veel vrouwen weinig interesse tonen voor pensioen. Voor vrouwen staat het gezin voorop. Wanneer er kinderen komen en er besloten moet worden wie er minder gaat werken, zijn het dan ook vaak de vrouwen die de zorgtaak op zich nemen. Daarnaast leven ze vaak in de veronderstelling dat hun werkgever of het pensioenfonds hun zaken wel goed zal regelen. Het onderzoek liet zien dat vrouwen geen idee hebben wat de financiële consequenties zijn van life events als trouwen en kinderen krijgen of van beslissingen als het verlagen van het aantal arbeidsuren. Maar de uitkomsten laten ook zien dat life events als trouwen en samenwonen wel de momenten zijn waarop vrouwen over hun pensioen gaan nadenken. Overlijden is voor hen het meest logische moment en ook scheiden scoort hoog.
Do’s – pensioenbewust maken vrouwen De pensioenparties die RVS organiseerde waren op zichzelf een succes. De pensioenparty is afgeleid van de Tupperware party: een vrouw stelt haar huis beschikbaar en nodigt hier een groep vriendinnen, vrouwelijke kennissen en familieleden uit voor een gezellige avond waar een pensioendeskundige de ins en outs van pensioen komt uitleggen. De vrouwen hadden ook de gelegenheid om vragen te stellen over hun persoonlijke situatie. Er bestond uiteraard ook de mogelijkheid tot het maken van een afspraak met de adviseuse, want de pensioenparties hadden uiteindelijk wel een commercieel doel, al werd hier niet de nadruk op gelegd. De vrouwen die aan een pensioenparty hebben deelgenomen waren erg enthousiast. Ze snapten hun eigen regeling na de uitleg en vonden de materie achteraf helemaal niet zo ingewikkeld als zij van tevoren dachten. Veel van de vrouwen maakten ook een afspraak om hun persoonlijke pensioensituatie eens onder de loep te nemen. Verder vonden zij het erg prettig dat de bijeenkomst persoonlijk was, in een kleine groep. 83
‘Mensen willen graag dat het hen zo makkelijk mogelijk gemaakt wordt om informatie te halen en de informatie moet het liefst zo specifiek mogelijk zijn. Het moet over henzelf gaan, anders haken ze af.’ NN is erg te spreken over de werkgeversbijeenkomsten die zij organiseert. Deze zijn erg populair. NN verstuurt dan namens de werkgever een brief naar alle werknemers waarin de bijeenkomst aangekondigd wordt. In deze brief wordt hen verteld dat het belangrijk is dat ze weten hoe hun pensioenregeling in elkaar zit en of hun pensioen goed geregeld is. Ongeveer 60% á 70% van de aangeschreven personen komt daadwerkelijk naar de bijeenkomsten.
‘Mensen hoeven hier niet veel moeite voor te doen. De bijeenkomst wordt in het bedrijf georganiseerd en onder werktijd, dus er is eigenlijk geen reden om niet te gaan.’ Tijdens een dergelijke bijeenkomst wordt de werknemers uitgelegd hoe het pensioenstelsel van Nederland in elkaar steekt en wordt hen precies verteld hoe hun pensioenregeling in elkaar zit. Dus ook hier wordt het voor de genodigden zo interessant mogelijk gemaakt, omdat het uiteindelijk over hun pensioenregeling gaat. En deze bijeenkomsten zijn puur informatief. Het zijn dus geen verkoopbijeenkomsten. De bezoekers zijn na afloop erg te spreken over de bijeenkomst.
Don’ts – pensioenbewust maken vrouwen Helaas is RVS gestopt met het organiseren van pensioenparties, omdat er te weinig animo was. Als vrouwen eenmaal deelnamen aan een pensioenparty waren ze heel enthousiast, maar het is erg moeilijk ze te prikkelen om naar deze bijeenkomst te gaan. Dit is geprobeerd via de website van RVS zelf, banners op het internet en bijvoorbeeld advertenties in vrouwenbladen als Libelle en Margriet. De daadwerkelijke reden is niet bekend, maar er wordt gedacht dat het tijdstip de boosdoener is, in combinatie met de vooroordelen over pensioen als dat pensioen ingewikkeld en saai is.
‘Als ik eerlijk ben, zou ik ’s avonds ook niet nog eens ergens naar toe gaan om het eens even lekker over mijn pensioen te gaan hebben.’ Daarnaast helpt het niet om vrouwen bang te maken. Dat maakt niet dat mensen er over gaan nadenken. Er wordt nog wel eens getracht om mensen op hun verantwoordelijkheid aan te spreken door hen doemscenario’s voor te schotelen, maar dit kan ook op een positieve manier worden geprobeerd.
De toekomst Over het algemeen is dus de ervaring dat de werkgever een goede plaats is om mensen meer bij te brengen over hun pensioenregeling en van daaruit hen te prikkelen eens naar hun pensioensituatie te kijken. Wat vrouwen betreft denkt Godelieve Janssen dat vrouwen eerst bewust gemaakt moeten worden van de financiële consequenties van de keuzes die zij in hun leven maken. En met name dat de keuze om deeltijd te gaan werken of helemaal te stoppen met werken een enorme impact heeft op hun carrière en daarmee ook op hun financiële situatie en pensioen. Zij vindt dat vrouwen hier bijvoorbeeld al tijdens hun opleiding op gewezen moeten worden. 84
Do’s
Don’ts
• • • •
• Bijeenkomsten in de avond • Doemscenario’s voorschotelen
Bijeenkomsten in vertrouwelijke omgeving De focus leggen op de persoonlijke situatie Bijeenkomsten bij werkgever en onder werktijd Tijdens de opleiding beginnen met financiële educatie
2.4 – Wetenschap 2.4.1 – Fieke van der Lecq
Achtergrondinformatie Fieke van der Lecq is bijzonder hoogleraar op de Cordares‐leerstoel Pensioenmarkten aan de Erasmus Universiteit. Vanuit deze leerstoel onderzoekt zij of marktwerking in de pensioensector mogelijk is. Daarnaast heeft zij een eigen bedrijf genaamd Ecovisie, waarin zij haar freelanceractiviteiten heeft ondergebracht. Verder heeft zij de functie manager Monitor Financiële Sector bekleed bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit en is zij ondermeer hoofdredacteur geweest van Economische Statistische Berichten, een gerenommeerd economisch vakblad.
Aanleiding interview Vanuit haar functie als bijzonder hoogleraar Pensioenmarkten is Fieke van der Lecq bijzonder goed op de hoogte van de huidige stand van zaken in de pensioenwereld. Verder is zij groot voorstander van het creëren van financiële bewustwording en helpt zij CentiQ, Wijzer in geldzaken hiermee door als ambassadeur op te treden. En zij ondersteunt ondermeer de Vrouw‐ & Geldcafés, een initiatief van E‐Quality, door hier als pensioendeskundige op te treden.
Ervaringen met pensioenbewustzijn vrouwen Fieke van der Lecq merkt dat vrouwen het onderling nooit met elkaar over pensioen hebben en dat financiële zelfstandigheid überhaupt niet een onderwerp is in veel vrouwenlevens. Daarbij heeft pensioen volgens haar nog als nadeel dat het over de verre toekomst gaat. De oorzaak voor het feit dat veel vrouwen niet financieel zelfstandig zijn, moet volgens Fieke van der Lecq onder andere gezocht worden in de opvoeding. Zij meent dat veel vrouwen nog niet van jongs af aan meekrijgen dat zij later hun eigen boontjes moeten kunnen doppen. ‘Vroeger zorgde pappa voor ze en nu is het hun man die het grootste gedeelte van het inkomen inbrengt.’ Daarnaast vindt Fieke van der Lecq dat de commercie ook een handje helpt door het leven te romantiseren en het aangaan van relaties, contacten en het hebben van een leuk leven voorop te stellen en financiële onderwerpen te vermijden. Verder speelt volgens haar het gebrek aan zelfvertrouwen bij vrouwen een rol.
‘Vrouwen zien pensioenmaterie als ingewikkeld. Zij denken dat dit te moeilijk voor ze is en dat ze het niet kunnen. Natuurlijk kunnen ze het!’ 85
Zij geeft overigens wel aan dat in sommige subculturen vrouwen juist wel heel financieel bewust zijn. Fieke van der Lecq noemt de Antilliaanse vrouwen als voorbeeld. ‘Daar doen vrouwen heel veel zelf, omdat ze gewend zijn dat ze niet van hun mannen op aan kunnen.’
Do’s – pensioenbewust maken vrouwen De commercie kan volgens Fieke van der Lecq dan ook een grote rol spelen in het creëren van financieel bewustzijn en ook pensioenbewustzijn bij vrouwen. Door het aankaarten van financiële onderwerpen in vrouwenbladen en tv‐programma’s die goed bekeken worden door vrouwen. Zij denkt met name dat er gebruik gemaakt moet worden van rolmodellen. Dan wordt er zelfvertrouwen bij vrouwen gekweekt.
‘Gewoon leuke vrouwen die het voor elkaar hebben. Die hun pensioenverhaal vertellen op een manier van ‘als zij het snapt, dan snap ik het misschien ook wel’. Die vrouwen moeten bij wijze van spreken je buurvrouw kunnen zijn.’
Ook laagdrempelige bijeenkomsten kunnen bijdragen aan het creëren van pensioenbewustzijn denkt Fieke van der Lecq. Als voorbeeld noemt zij het succes van de Vrouw‐ & Geldcafés die door E‐Quality in samenwerking met CentiQ, Wijzer in geldzaken georganiseerd worden. Dit zijn kleinschalige bijeenkomsten die in de buurt van vrouwen georganiseerd worden. Voor de pauze is er een algemeen gedeelte waarin de vrouwen geprikkeld worden over geld na te denken door een lezing of een spel. Na de pauze hebben de vrouwen de gelegenheid om vragen te stellen over hun persoonlijke situatie aan deskundigen. Zoals genoemd treedt Fieke van der Lecq hier regelmatig op als pensioendeskundige. Haar ervaring is tevens dat vrouwen het prettig vinden dat zij vrouwelijke deskundigen voor zich hebben. Vrouwen kijken vaak tegen mannelijke deskundigen op en daardoor drukken zij eerder de stempel ‘ingewikkeld’ op pensioen. Daarbij hebben vrouwen bij hun seksegenoten het gevoel dat zij begrepen worden. De werkgever noemt Fieke van der Lecq ook als laagdrempelig. Zij is van mening dat bijeenkomsten die op de werkvloer georganiseerd worden ook een succes zullen zijn, omdat de werkgever dicht bij de medewerkers staat. Daarom vindt zij dat ook de afdeling personeelszaken ingezet moet worden om mensen pensioenbewust te maken. Daarnaast is deze afdeling een makkelijk aanspreekpunt bij vragen over pensioen. Fieke van der Lecq zou het daarom een goed idee vinden als de HR‐afdeling pensioenspreekuren zou organiseren. En zij vindt ook dat zij medewerkers die pas in dienst zijn getreden nog eens moet benaderen na een half jaar om te informeren of het gelukt is met de eventuele waardeoverdracht.
‘Op die manier wordt pensioen weer geactiveerd als arbeidsvoorwaarde. Werknemers krijgen zo vaak informatie over bijvoorbeeld vakantie‐ en verlofdagen. Neem pensioen daar ook gewoon in mee.’
86
Tevens is zij een groot voorstander van een pensioen‐APK. Dat mensen, net als hun auto, eens in de zoveel tijd hun pensioen laten keuren. Om te kijken of dat wat geregeld is nog aansluit bij de huidige persoonlijke situatie. ‘Als je een testament maakt, zeggen ze ook dat je elke vijf jaar even opnieuw moet kijken of het nog klopt. Dat zou je met je pensioen ook moeten doen.’ Daarnaast geldt volgens Fieke van der Lecq bij pensioenbewustzijn, eigenlijk bij financieel bewustzijn in het algemeen, jong geleerd is oud gedaan. Zij vindt dat er al op de basisschool iets over financiën moet worden bijgebracht door dit te koppelen aan bijvoorbeeld zakgeld. Zo kan er eigenlijk in elk levensjaar iets relevants worden behandeld. Fieke van der Lecq vindt dat pensioen het beste naar voren kan komen in de periode dat jongeren beginnen met een bijbaantje. Dan kan het concreet worden gemaakt met het loonstrookje dat zij ontvangen. Vaak bouwen jongeren namelijk ongemerkt pensioen op.
‘Net als dat we kinderen leren hoe ze met computers moeten omgaan, moeten we ze ook leren om te gaan met geld. Zonder computers kun je niet opereren en zonder geld zeker niet.’ Verder hoopt Fieke van der Lecq op een tweede democratische revolutie en daarmee bedoelt zij financiële alfabetisering. Zij noemt deze revolutie ‘Baas in eigen beurs’. Dat staat voor haar voor een gevoel. Het gevoel dat men de regie over zijn geldzaken in eigen handen heeft en dat men ook weet hoe men moet handelen in situaties waarbij dit nodig is. Zodanig dat er een situatie ontstaat waarbij men zich oké voelt. Daarom is het volgens haar belangrijk dat mensen gaan beseffen dat zij wel degelijk invloed uit kunnen oefenen op hun pensioenregeling. Zij kunnen hun wensen bij de werkgever aankaarten, in de deelnemersraad plaatsnemen of naar de vakbond stappen. Nu voelen mensen zich volgens Fieke van der Lecq onmachtig en worden ze daardoor passief. Daarbij worden mensen dan boos op momenten dat het tegenzit, zoals nu het geval is in de pensioenwereld. Zij hebben er voor hun gevoel immers niets aan kunnen doen.
Don’ts – Pensioenbewust maken vrouwen Fieke van der Lecq heeft ervaren dat pensioencampagnes ook te karikaturaal kunnen zijn. Zij noemt het voorbeeld van een ansichtkaart welke een onderdeel was van een pensioencampagne van Stichting Pensioenkijker.nl. Op één van de ansichtkaarten uit een reeks van drie was een oudere vrouw afgebeeld met krulspelden in het grijze haar.
‘Ik heb oudere vrouwen gehoord die daar laaiend over waren, dat zij als vrouwen van 65 werden weggezet als bejaarden die alleen nog maar achter de geraniums zaten, terwijl zij nog alles doen.’
Dus je moet volgens Fieke van der Lecq heel bewust de rolmodellen kiezen. En daarbij niet één specifieke doelgroep nemen, maar diversiteit aanbrengen in de vrouwelijke rolmodellen. Niet alleen op leeftijd, maar ook op gezinssituatie, omdat anders bijvoorbeeld alleenstaande vrouwen niet geprikkeld zullen worden. Verder denkt Fieke van der Lecq dat angst niet de juiste manier is om pensioenbewustzijn te doen ontstaan. Zij denkt dat mensen wellicht wel even opschrikken als zij iets lezen zoals ‘als je nu niets doet, gaat het fout’, maar zij denkt niet dat mensen de beste beslissingen nemen op het moment dat zij bang zijn. 87
De toekomst Fieke van der Lecq is, zoals eerder genoemd, als bijzonder hoogleraar op de Cordares‐leerstoel Pensioenmarkten bezig met een onderzoek naar de mogelijkheden van marktwerking in de pensioensector. Dit zou voor‐ en nadelen hebben, maar één voordeel is dat pensioenfondsen en – verzekeraars gedwongen worden om echt naar hun deelnemers en klanten te luisteren. Nu wordt met name bij pensioenfondsen de communicatie vooral ingevuld in termen van zenden: men zoekt het in voorlichting. Maar dan zal er ook geluisterd moeten worden naar de doelgroep.
‘Ik denk dat concurrentie zou kunnen zorgen dat men meer gaat luisteren naar wat de klant nou echt wil. Het mooiste zou zijn als bijvoorbeeld de pensioenfondsen dan ook echt het gesprek aan gaan met hun deelnemers en vragen wat zij nou eigenlijk willen.’
Ook mannen zijn nog niet allemaal ‘baas in eigen beurs’, maar vrouwen hebben nog een grotere slag te maken volgens Fieke van der Lecq. Zij steunt dan ook van harte alle initiatieven die er genomen worden om vrouwen financieel bewust te maken.
Do’s
Don’ts
• Het zelfvertrouwen van vrouwen vergroten (bijvoorbeeld door het inzetten van rolmodellen) • Laagdrempelige bijeenkomsten organiseren waarbij de mogelijkheid is vragen te stellen over de eigen situatie (bijvoorbeeld Vrouw‐ & Geldcafés of op de werkvloer) • Vrouwelijke deskundigen inzetten bij vrouwen • De HR‐afdeling proactief inzetten (bijvoorbeeld door het organiseren van pensioenspreekuren) • Een pensioen‐APK normaliseren • Financiële educatie aanbieden op scholen • Mensen het gevoel geven dat zij invloed hebben op hun pensioenregeling
• Stigmatiserende rolmodellen inzetten • Alleenstaande vrouwen hetzelfde benaderen als vrouwen met een gezin • Angst inzetten
2.5 – Communicatie‐experts 2.5.1 – Kool Baas en de Quelerij
Achtergrondinformatie Kool Baas & De Quelerij is een communicatie & marketingbureau gevestigd in Abcoude. Zij geven onder andere advies, doen onderzoek, schrijven communicatieplannen en ontwikkelen communicatiemiddelen. Daarnaast geven zij ook nog workshops en trainingen. Bij Kool Baas & De Quelerij zijn ze gespecialiseerd in pensioen, human resources, zorg en financiële dienstverlening. Celeste de Quelerij is mede‐eigenaar van Kool Baas & De Quelerij (KBDQ). 88
Aanleiding interview Celeste de Quelerij heeft zich onder andere gespecialiseerd in communicatie met betrekking tot pensioenfondsen en pensioenuitvoeringsorganisaties. Daarmee is zij een uitstekende kandidaat voor een interview.
Ervaringen met pensioenbewustzijn vrouwen KBDQ organiseert deelnemerspanels. Hierbij nodigen zij deelnemers uit van een pensioenfonds die zij aselectief uitkiezen. Met deze groep mensen praten zij om er achter te komen wat hun wensen zijn. Tijdens deze bijeenkomsten ervaart Celeste de Quelerij dat veel vrouwen pensioenonbewust zijn. De belangrijkste oorzaak die hierbij naar voren komt, is dat vrouwen vaak het tweede inkomen verzorgen. Zij ervaren het inkomen van hun partner dan als het hoofdinkomen en hun eigen salaris als extraatje. Daarnaast hoort zij in de panels vaak het gebrek aan invloed voorbij komen als reden. Ook het feit dat de werkgever het regelt, schept een vertrouwen dat het wel goed geregeld is. Maar zij ziet dat er ook een andere trend ontstaat. De vrouw heeft nog steeds een parttime baan en de man een fulltime baan, maar het salaris van de vrouw is geen luxe meer maar noodzaak. Bij de verplichtingen die zij zijn aangegaan in de vorm van bijvoorbeeld een hypothecaire lening is namelijk rekening gehouden met twee salarissen. Celeste de Quelerij is benieuwd of het pensioeninkomen van de vrouw hierdoor ook als belangrijker wordt ervaren. Het valt haar wel op dat het voornamelijk de vrouwen zijn die de financiële administratie thuis verzorgen. Maar zij ervaart ook dat vrouwen over het algemeen iets minder makkelijk omgaan met cijfers dan mannen.
Do’s – pensioenbewust maken vrouwen Als iemand in de directe omgeving van vrouwen door een ingrijpende gebeurtenis pensioenproblemen heeft gekregen, is dat een reden voor vrouwen om hun eigen pensioensituatie te bekijken. Zo heeft Celeste de Quelerij tijdens de deelnemerspanels in de afgelopen tien jaar een toename ervaren van het aantal vragen dat met echtscheiding te maken heeft. Dit heeft volgens haar te maken met het feit dat Nederlanders sneller scheiden dan voorheen. Bij bijna alle vrouwen speelden deze vragen namelijk op nadat zij in hun omgeving gezien hadden wat een enorme impact een scheiding kan hebben op het pensioeninkomen. ‘Dat maakt het relevant, het komt dichtbij.’, aldus Celeste de Quelerij. Daar zit volgens haar de truc voor de aanbieder: zorgen dat pensioen in de wereld komt van vrouwen. Deze panels noemt zij ook als een fantastisch middel om pensioeninformatie te brengen bij vrouwen. In de eerste plaats nodigt KBDQ de deelnemers uiteraard uit om aan hen informatie te vragen. Maar vaak geven de mensen aan zelf ook vragen te hebben. Die persoonlijke setting ervaren zij als zeer prettig. Uiteraard is dit wel arbeidsintensief en kost het daarom relatief veel geld.
‘Van tevoren zeggen ze vaak dat het hen niets interesseert. Maar als je de gelegenheid creëert en het gesprek met ze aangaat, word je letterlijk met vragen bestookt!’
89
De regiobijeenkomsten van PGGM, de pensioenuitvoerder van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, noemt zij ook als een goed voorbeeld. Het merendeel van de werknemers in de zorg is vrouw. Daarom worden tijdens deze regiobijeenkomsten dialogen en discussies georganiseerd. Uit onderzoek blijkt namelijk dat vrouwen zich eerst willen oriënteren voordat ze een aankoop doen en ze erg geïnteresseerd zijn in de meningen van anderen. Dit in tegenstelling tot mannen, want die richten zich meer op hun eigen oordeel. Maar PGGM houdt ook rekening met haar doelgroep bij de toon, vormgeving en kleuren van het pensioenblad. Alles is afgestemd op de vrouw. In de fotografie worden veel vrouwen in beeld gebracht en in de artikelen worden vooral veel verhalen van andere vrouwen verteld. Puur voor die herkenning die vrouwen zo belangrijk vinden. Naast dat PGGM haar deelnemers op deze manieren naar haar toe probeert te lokken, zorgt deze pensioenuitvoerder er ook voor dat zij op de plekken is waar haar deelnemers zich bevinden. Een cadeautje weggeven aan vrouwen is eveneens een goede manier om ze de pensioenwereld in te krijgen. PME, het Pensioenfonds voor de Metalelektro, zocht naar een manier om de vrouwen van de deelnemers naar de pensioenplanner op de website te lokken. Bij dit fonds was bekend dat voornamelijk de vrouwen de financiën regelen. Het doel was puur om ze eerst eens over die drempel te halen. Dit pensioenfonds heeft toen een parfumfles beloofd wanneer werd ingelogd op de pensioenplanner. Er is massaal ingelogd. Celeste de Quelerij noemde dit een enorm succes. Daarnaast zou volgens haar een HR‐functionaris een grote rol kunnen spelen in het creëren van meer pensioenbewustzijn in het algemeen. Wanneer zij namelijk aan deelnemerspanels vraagt waar zij hun pensioeninformatie zoeken, noemen zij het internet, het pensioenfonds en hun HR‐manager. En juist deze HR‐managers weten nauwelijks iets af van pensioen. Celeste de Quelerij verwacht dat dit ook met name vrouwen aan zal spreken, omdat HR‐personeel veelal vrouwelijk is en vrouwen graag de dialoog aangaan met iemand van hetzelfde geslacht. Daarom werken wellicht de Pensioeninformatieteams (PIT’s) van Stichting Pensioenfonds KLM‐ Cabinepersoneel ook zo goed volgens Celeste de Quelerij. Het pensioenfonds, waar ongeveer 80% van de deelnemers vrouw is, maakt sinds medio 2008 gebruik van (PIT’s). Hierbij worden werknemers, die zich vrijwillig voor deze teams aanmelden, extra geschoold op het gebied van pensioen. Zij moeten zelf proactief hun collega’s aanspreken. Wanneer leden van een PIT van een collega horen dat er iets in zijn of haar persoonlijke situatie gaat veranderen, kunnen zij hier direct op inspelen door hen te attenderen op het feit dat dit mogelijk ook gevolgen heeft voor de pensioensituatie. Een lid van een PIT kan eventueel direct antwoord geven op de meest basale vragen. Voor wat meer inhoudelijke informatie kan deze medewerker de collega doorverwijzen naar een deskundige bij pensioenuitvoerder Blue Sky Group. Deze werknemers doen dit op vrijwillige basis. Zij krijgen alleen een getuigschrift voor in hun personeelsdossier wanneer zij minimaal 18 maanden in een PIT plaatsnemen. Een andere manier om pensioen onder de aandacht te krijgen, is door pensioen te laten meeliften met iets dat de doelgroep interessant vindt. Zij heeft hier nog geen ervaring mee, maar zij denkt dat er hele leuke combinaties te maken zijn met bijvoorbeeld modeshows en pensioen.
‘We moeten creatief zijn. Misschien moeten we het niet in de voor de hand liggende hoeken zoeken. Dat is immers al geprobeerd.’ 90
Daarnaast denkt Celeste de Quelerij dat het zinvol is pensioenles te geven tijdens opleidingen. Zij vindt dat dit eigenlijk standaard aangeboden zou moeten worden. Waarbij er een financiële basis gelegd zou moeten worden vanaf de basisschool. Zij heeft hier geen ervaringen mee met een vrouwelijke doelgroep, maar op dit moment worden er wel pensioenlessen gegeven tijdens de opleiding van schilders. Dat wordt volgens haar erg goed opgepakt. Vrouwen die niet werken kunnen volgens Celeste de Quelerij bereikt worden via bijvoorbeeld weekbladen als Libelle en Margriet. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat vrouwen eerder lokale kranten dan landelijke versies lezen. Om hen te prikkelen naar hun pensioensituatie te kijken, moet je ze volgens haar zover zien te krijgen dat ze pensioenvragen gaan stellen aan hun man. Zij denkt dat dit wellicht kan lukken door te benadrukken dat pensioen over het gezinsinkomen gaat. Ook een checklist opstellen van vragen die zij kunnen stellen aan hun partner, is volgens Celeste de Quelerij een mogelijkheid. Met vragen als: ‘Heb jij mij aangemeld voor het pensioen? Wat krijg ik als jij komt te overlijden? Wanneer kan jij stoppen met werken?’ Zo raak je twee vliegen in één klap: de vrouw raakt geïnteresseerd in haar pensioensituatie en de man wordt zo ook gestimuleerd zich er in te gaan verdiepen.
Maar de allerbelangrijkste tip die Celeste de Quelerij kan geven is om te luisteren naar de doelgroep. ‘Vraag wat zij belangrijk vinden, wat zij leuk vinden en probeer daar het pensioen aan te koppelen. ‘ Zo hebben zij deelnemers van het Pensioenfonds Medewerkers Apotheken (PMA) gevraagd waar zij trots op zijn. Toen kwam naar voren dat zij vooral trots zijn op hun witte jas, op hun werk. Deze witte jas heeft KBDQ daarom bijvoorbeeld overal laten terug komen in de pensioencommunicatie. Overigens is ruim 90% van de deelnemers van dit pensioenfonds vrouw. En zo geven caissières bijvoorbeeld aan dat zij na hun werk echt niet meer achter de computer willen kruipen. De verpleegkundigen van PGGM daarentegen geven aan wel voor hun ontspanning op internet te surfen en ook met het doel informatie te vergaren.
‘Het is maatwerk. Je moet per groep steeds weer kijken hoe en wat.’ Don’ts – Pensioenbewust maken vrouwen Celeste de Quelerij heeft ervaren dat een pensioenfonds geen kortingen moet geven op bijvoorbeeld fitnessabonnementen en concertkaartjes. Dit is aan de deelnemers van een middelgroot bedrijfstakpensioenfonds met veel vrouwelijke deelnemers voorgesteld.
‘Zij zeiden tot onze verrassing: ‘Nee, blijf maar bij je leest. Zorg maar dat je mijn pensioengeld goed belegt. Fitnessondersteuning verwacht ik van mijn zorgverzekeraar, niet van mijn pensioenfonds.’’
Zoals al is genoemd, heeft PME de vrouwen van haar deelnemers succesvol proberen te verleiden met een parfumfles. Een belangrijke les is om wel de verwachtingen over een cadeau goed te managen. Het ging om een mooie, maar lege flacon. Dit leidde tot teleurgestelde reacties. De actie was niet eens ironisch bedoeld met: ‘Dit is nog een leeg pensioen en je moet het nog vol zien te krijgen.’ Maar er werd gedacht dat de flacon zelf al mooi genoeg was.
91
Het sturen van dikke informatiepakketten is ook een manier die niet zal leiden tot meer pensioenbewustzijn bij vrouwen volgens Celeste de Quelerij. Vrouwen worden hier door ontmoedigd omdat zij een soort minderwaardigheidscomplex hebben ten aanzien van pensioeninformatie; zij denken dat ze het toch niet zullen snappen. Zo is de ervaring van Celeste de Quelerij. Zeker niet wanneer hierin cijferoverzichten verwerkt staan. Uiteraard geldt dit volgens haar niet voor iedereen, maar zij ervaart dat veel mensen drempels ervaren naar cijferoverzichten en dat vrouwen hier een meerderheid in vormen.
De toekomst Celeste de Quelerij vindt dat pensioenfondsen veel meer mogen experimenteren dan zij nu doen. Zij zou graag zien dat de middelen nog duidelijker, korter en bondiger worden. Daarnaast vindt zij dat de pensioenfondsen het nieuwe pensioenakkoord14 creatief moeten gaan brengen.
‘We zijn er goed in geslaagd om die 70%‐mythe tussen de oren van mensen te krijgen. Nu moeten we een bewust vertrouwen bij mensen creëren door eerlijk te vertellen dat risico bij pensioen hoort en dat we langer moeten doorwerken.’ Volgens haar was er eerst sprake van een blind vertrouwen, omdat men er vanuit ging dat de werkgever het allemaal wel geregeld had. Op dit moment is er door de crisis en de berichtgeving in de krant een blind wantrouwen. Het doel van KBDQ is het creëren van een bewust vertrouwen. Wat het pensioenbewustzijn van vrouwen betreft, denkt Celeste de Quelerij dat er op dit moment een soort latent schuldgevoel heerst. Dat vrouwen het ingewikkeld vinden, maar dat ze wel weten dat ze er eigenlijk een keer naar zouden moeten kijken.
‘Vrouwen vinden het wel belangrijk, maar ze gaan er niet mee aan de gang. Als je ze helpt met de gelegenheid, dan kun je ze echt wel over de drempel trekken.’
14
Nieuwe pensioenakkoord – In 2012 komt er een nieuwe regeling die betrekking heeft op aanvullende pensioenregelingen. Het pensioen van een deelnemer krijgt door dit akkoord een meer reëel karakter.
92
Do’s
Don’ts
• De pensioenaanbieder moet pensioen relevant maken • •
• • • • • • • •
• Kortingen geven op vrijetijdsbestedingen (bijvoorbeeld fitnessabonnementen of concertkaartjes) Als vrouwen invloed kunnen uitoefenen op • Een cadeautje weggeven dat niet aan de verwachtingen voldoet hun pensioen moet dat aangegeven worden • Dikke informatiepakketten toesturen Vrouwen uitnodigen voor een bijeenkomst waar men de gelegenheid krijgt vragen te • Cijferoverzichten in pensioeninformatie stellen verwerken Vrouwen de gelegenheid geven ervaringen mee te krijgen van andere vrouwen Zoek de doelgroep waar die al is Een cadeau inzetten om vrouwen te lokken (bijvoorbeeld een parfumfles) Een HR‐functionaris opleiden tot pensioeninformant omdat vrouwen daar pensioeninformatie zoeken Medewerkers inzetten als pensioenambassadrice Pensioenles geven tijdens opleidingen Lokale kranten gebruiken om vrouwen te bereiken Vrouwen zelf vragen hoe zij benaderd willen worden
2.5.2 – Stichting Pensioenkijker.nl
Achtergrondinformatie Stichting Pensioenkijker.nl bestaat sinds begin 2004. Deze stichting heeft als doel het pensioenbewustzijn in Nederland te vergroten, mensen te prikkelen naar hun pensioen te kijken en objectieve informatie te verschaffen over pensioenen. Emilie Schols en Henriëtte de Lange zijn geïnterviewd. Zij zijn betrokken geweest bij de oprichting van Pensioenkijker.nl en vormden ten tijden van het interview het ondersteunende bureau. Henriëtte de Lange is sinds 1 januari 2011 niet meer verbonden aan Pensioenkijker.nl.
Aanleiding interview Om het pensioenbewustzijn te vergroten, ontplooit Pensioenkijker.nl vele initiatieven. Dit zijn initiatieven die op de burger algemeen zijn gericht, maar de pijlen worden ook op specifieke doelgroepen gericht, zoals bijvoorbeeld vrouwen. Dit maakt Stichting Pensioenkijker.nl tot een interessante partij voor een interview.
93
Ervaringen met pensioenbewustzijn vrouwen De uitkomsten van de Pensioenbewustzijn‐meter 2009, waar Pensioenkijker.nl ook aan mee heeft gewerkt, laten zien dat vrouwen iets pensioenonbewuster zijn dan mannen. Van de vrouwen is 70% volledig pensioenonbewust tegenover 62% van de mannen. Zowel Emilie Schols als Henriëtte de Lange denken dat het verschil tussen mannen en vrouwen in werkelijkheid kleiner is, omdat het volgens hen niet in de aard van mannen zit om toe te geven dat ze iets niet snappen. Vorig jaar heeft Pensioenkijker.nl een onderzoek uit laten voeren onder mensen jonger dan 65 jaar, van wie de partner in de afgelopen vijf jaar is overleden. Daaruit kwam naar voren dat het hen tegenviel wat zij op hun pensioengerechtigde leeftijd aan pensioen zullen ontvangen. ‘Hadden we dat maar eerder geweten’ werd er door de vrouwen aangegeven. Een opmerking die aangeeft dat het hen niet interesseert of dat ze niet weten waar ze deze informatie vandaan moeten halen. Immers, dit hadden mensen kunnen weten door op het pensioenoverzicht van henzelf en hun partner te kijken.
‘Veel vrouwen gaan parttime werken wanneer ze kind nummer twee krijgen. Ze worden afhankelijk van hun partner. Dan stellen wij ons voor dat je dan aan de keukentafel gaat zitten uitrekenen wat dit betekent voor je inkomen. Kennelijk denkt niemand dan na over wat er gebeurt als hij tegen een boom aanrijdt of er met de secretaresse vandoor gaat.’ In november 2010 zijn de resultaten gepubliceerd van een onderzoek met als onderwerp partnerpensioen dat is uitgevoerd in opdracht van Pensioenkijker.nl. Er is onderzocht waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen. Daar komt heel significant uit dat het vertrouwen de reden is en het feit dat men zelf geen actieve rol kan spelen bij de vormgeving van het pensioen. Mensen gaan er vanuit dat hun pensioen goed geregeld is, omdat ze er zelf niets bij in te brengen hebben. ‘Dus dat is eigenlijk best een plausibele reden’ vindt Emilie Schols. De dames waren verrast door deze uitkomst, want zij hadden verwacht dat als reden werd gegeven dat het een ‘ver‐van‐hun‐ bed‐show’ is. Uit dit onderzoek kwam ook naar voren dat mensen vinden dat ze zelf verantwoordelijk zijn, maar ze gaan er vanuit dat het hun wordt verteld wanneer hun pensioen niet in orde is.
‘Daar zit natuurlijk een logica in. Als je er niets over te vertellen hebt, dan ligt het voor de hand dat je gaat denken dat je het wel hoort als je er iets aan moet doen.’ Do’s – pensioenbewust maken vrouwen Als Emilie Schols en Henriëtte De Lange datgene moeten noemen dat in de afgelopen zeven jaar het beste heeft gewerkt, is dat free publicity. Als er een toegankelijk stuk in de krant staat, zorgt dat voor een toename van het aantal bezoekers op de website van Pensioenkijker.nl. Zeker wanneer dit stuk op een nieuwssite gepubliceerd wordt, zoals Nu.nl, en er doorgelinked kan worden. Met een toegankelijk stuk bedoelen de dames een verhaal waarin men zich kan verplaatsen. ‘Hou het luchtig en herkenbaar’ is dan ook het advies van Henriëtte de Lange. ‘Mensen, en zeker vrouwen, moeten zich erin kunnen verplaatsen.’
94
In 2007 en 2008 heeft Pensioenkijker.nl een Valentijnscampagne speciaal voor vrouwen uitgevoerd. Hierbij zijn op Valentijnsdag flyers uitgedeeld bij bedrijven waar relatief veel vrouwen werkzaam zijn. Op deze hartvormige flyers stond de tekst ‘Vrouwen zorgen goed voor anderen. Maar ook voor zichzelf?’. Verder waren er ook e‐cards ontworpen met dezelfde tekst. Deze actie is succesvol, want het levert een toename van het sitebezoek op van Pensioenkijker.nl. Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) heeft deze actie vanaf 2009 overgenomen en voert hem nog steeds met succes uit.
Afbeelding E‐card Pensioenkijker.nl
Een andere succesvolle actie, waarbij ook de vrouwelijke doelgroep werd aangesproken, was een kaartenactie. De kaarten waren uiteraard bedoeld om bezoekers naar de website toe te lokken, maar ook om discussie op te wekken. Op één van deze kaarten was een aantrekkelijke halfontklede man afgebeeld. Deze kaart was bedoeld om de vrouwen aan te spreken. De slogan erbij was: ‘Is jouw pensioen ook zo goed gebouwd?’ Deze kaarten zijn verspreid door de achterban van Pensioenkijker.nl. Zo heeft pensioenfonds ABP deze bijvoorbeeld in hun pensioenmagazine gestopt. Ook deze actie zorgde voor een toename van het aantal bezoekers van de site. De ansichtkaarten werden gretig afgenomen door de achterban, de pensioenfondsen en verzekeraars, die zelf hun deelnemers en klanten hebben benaderd. Daar zit ook een succesfactor volgens beide vrouwen. Volgens hen gaan mensen pas actie ondernemen als ze een aantal keer achtereen aangespoord worden. In 2009 en 2010 heeft Pensioenkijker.nl brochures in de wachtkamers van huisartsenpraktijken neergelegd. Het idee is dat mensen daar niet veel anders kunnen doen dan wachten en daarom snel een brochure zullen lezen. Deze actie werd letterlijk goed opgepakt, want in 2010 is 74,6% van de brochures mee naar huis genomen. Helaas is niet bekend hoe dit percentage verdeeld kan worden over mannen en vrouwen.
95
Degene die iedereen zou kunnen interesseren voor hun pensioen is volgens Henriëtte de Lange de werkgever.
‘De werkgever is de plek waar men het wil horen. Dat blijkt uit alle onderzoeken. Dat is voor hen ook de meest logische plaats. Maar die werkgever wil helaas niet. Daar hebben wij al heel veel voor geprobeerd.’ Als de werkgevers uiteindelijk wel deze taak op zich willen nemen, zullen zij volgens Emilie Schols een bijeenkomst onder werktijd moeten organiseren. Een lunchbijeenkomst waarbij broodjes inbegrepen zitten, is volgens haar het meest succesvol, omdat de bijeenkomst zo aantrekkelijker wordt gemaakt. Verder benadrukken Emilie Schols en Henriëtte de Lange dat het pensioenverhaal concreet gemaakt moet worden voor vrouwen.
‘Er werkt niets zo effectief als een ingrijpende gebeurtenis in hun omgeving. Dan komt het dichtbij.’
Uiteraard kan daar geen invloed op worden uitgeoefend. Daarom is het volgens beide vrouwen zaak de acties zo relevant mogelijk te maken. ‘Vraag aan mensen wat zij zouden doen als ze vanaf morgen ineens met de helft van hun inkomen moeten rondkomen. Dan maak je het concreet.’ Het succes van de online spreekuren die Pensioenkijker.nl in samenwerking met de Telegraaf jaarlijks organiseert, is volgens Emilie Schols ook te danken aan relevantie. ‘Mensen hebben nu een vraag en die willen ze nu beantwoord hebben.’ Pensioendeskundigen beantwoorden hier vragen die per e‐ mail gesteld worden. Henriëtte de Lange heeft geen harde cijfers, maar ze denkt gezien het e‐mailadres dat er iets meer vrouwen dan mannen van deze spreekuren gebruik maken.
Don’ts – Pensioenbewust maken vrouwen Emilie Schols en Henriëtte de Lange hebben met Pensioenkijker.nl minder goede ervaringen met financiële bijlagen in vrouwenbladen. Zij concluderen dat deze niet of nauwelijks voor een toename van de bezoekersaantallen van de website zorgen. Ook zeggen beide dames dat mensen niet worden geprikkeld naar hun pensioen te gaan kijken door alleen het weergeven van inkomenscijfers. Zij zeggen dat uit onderzoeken blijkt dat veel mensen, met name vrouwen, niets hebben met getallen. ‘Daarom gaat er bij veel mensen dus ook geen alarmbel rinkelen als ze op hun Uniform Pensioenoverzicht zien dat bijvoorbeeld hun partnerpensioen een stuk lager is dan hun huidige inkomen.’ Zij geven aan dat deze cijfers geen vraagtekens zullen oproepen zolang ze niet worden vertaald naar wat mensen op dit moment met dat geld zouden kunnen doen.
‘Pensioenbijeenkomsten na werktijd zijn niet aantrekkelijk voor mensen. Dan denk je ook van ‘nou, ik ga liever naar huis’ of je moet je kinderen van de crèche halen.’ Verder vindt Emilie Schols dat bijvoorbeeld praatprogramma’s over pensioen mannelijkheid uitstralen, omdat er alleen mannen aan de tafel zitten. ‘Dan denk ik: kon je nou echt geen vrouw vinden?’ Op deze manier zal volgens haar nooit de vrouwelijke doelgroep worden aangesproken. 96
De toekomst De dames geven aan dat ook de man aangespoord moet worden om de interesse voor pensioen op te wekken bij de vrouw.
‘Het is hun gezamenlijke verantwoordelijkheid. Als je er samen voor kiest om één van de twee financieel afhankelijk te maken van de ander, moet je ook samen aan de oplossing werken. Dat is wel zo eerlijk.’
Verder zouden zij nog steeds graag een verhaallijn over pensioen in een (soap)serie als bijvoorbeeld Goede Tijden Slechte Tijden (GTST) willen. Emilie Schols en Henriëtte de Lange denken dat mensen aangespoord worden om naar hun pensioen te kijken als zij zich met één van de personages identificeren. Er zijn daarbij veel verhaallijnen denkbaar, zoals bijvoorbeeld verhaallijnen over het wegvallen van de partner door overlijden of scheiding. Maar ook een baanwissel in de serie kan goed gebruikt worden om pensioen ter sprake te brengen. Ook geeft Henriëtte de Lange aan dat zij heeft vernomen dat een organisatie bezig is met het opzetten van een pensioentoneelstuk. Zij kan zich heel goed voorstellen dat dit mensen aan zal spreken wanneer een dergelijk toneelstuk in bijvoorbeeld een lunchpauze bij de werkgever wordt opgevoerd. ‘Dan maak je het concreet en breng je het dichtbij’, aldus Emilie Schols. ‘Dat is eigenlijk waar het allemaal om draait.’
Do’s
Don’ts
• Toegankelijke stukken publiceren op het • Financiële bijlagen in vrouwenbladen web waar in doorgelinked kan worden naar een site met pensioeninformatie • Vrouwen aanspreken op het willen zorgen • Mensen proberen te alarmeren door voor anderen in combinatie met de inkomstendalingen in getallen weer te zorgtaak voor henzelf geven zonder concrete vertalingen te maken • Een pensioencampagne koppelen aan • Bijeenkomsten van de werkgever na werktijd Valentijnsdag • Een aansprekende afbeelding op campagne materiaal (bijvoorbeeld een halfontklede man) • Brochures in ruimten waar mensen moeten wachten (bijvoorbeeld in wachtkamers van huisartsenpraktijken) • Lunchbijeenkomsten bij werkgevers • Online spreekuren
97
2.6 – Doelgroepexpert 2.6.1 – Astrid Feiter
Achtergrondinformatie Astrid Feiter is eigenaresse van Bureau Mevrouw de Voorzitter, een bureau waar men terecht kan voor een voorzitter of facilitator voor bijvoorbeeld een congres of bijeenkomst. Astrid Feiter is Mevrouw de Voorzitter. Voordat zij zelfstandig ondernemer werd, was zij hoofdredacteur en oprichter van SiS. SiS was een blad voor de jonge werkende vrouw. Daarvoor was zij politiek redacteur bij Opzij, een opinieblad voor vrouwen.
Aanleiding interview Astrid Feiter heeft veel met vrouwelijke doelgroepen te maken gehad in haar werk als (hoofd)redacteur voor SiS en Opzij. Ook in haar huidige werk als voorzitter moet zij geregeld vrouwen zien te prikkelen tijdens een bijeenkomst. Daarnaast behoort zij uiteraard zelf tot de doelgroep.
Ervaringen met pensioenbewustzijn vrouwen Astrid Feiter merkt dat veel vrouwen niet alleen pensioenonbewust zijn, maar ook financieel onbewust. Zij geeft aan dat veel vrouwen niet financieel zelfstandig zijn en daar ook niet naar streven. Als oorzaak geeft zij hiervoor de cultuur. In de westerse cultuur wordt het volgens haar niet vanaf kinds af aan al meegegeven, niet door de ouders en ook niet op school.
‘Vrouwen hebben altijd meegekregen dat er wel een vangnet zal zijn in de vorm van een man. Dus waarom zou jij je tijdens je arbeidzame leven dan zorgen maken over je huidige inkomen en je inkomen voor de toekomst?’
Daarbij geeft Astrid Feiter aan dat haar generatie, zowel de mannen als de vrouwen, nog ouders heeft die veelal niet hun geld opmaken tijdens hun pensioen. Daardoor verwachten de kinderen vaak nog een erfenis te ontvangen als appeltje voor de dorst. En anders denken veel mensen volgens Astrid Feiter dat ze hun huis wel kunnen ‘opeten’ tijdens hun pensioen. Veel niet‐westerse vrouwen zijn ook opgegroeid met een vangnet voor het pensioen, maar dan in de vorm van kinderen. Verder noemt Astrid Feiter de keuzes die gemaakt moeten worden om te bepalen welk pensioeninkomen benodigd is, lastige keuzes.
‘Hoeveel geld heb ik dan nodig om rond te kunnen komen? Wat wil ik dan allemaal nog gaan doen? Waar woon ik dan? Voor wie moet ik zorgen? Je moet nu iets gaan bedenken voor later. Dat is lastig hoor!’
98
Do’s – pensioenbewust maken vrouwen Astrid Feiter heeft in artikelen die zij heeft geschreven om een bepaald soort bewustwording te creëren bij vrouwen veelal met beelden gewerkt. Zo heeft zij eens een artikel geschreven om vrouwen duidelijk te maken welk bedrag zij bij hun salarisonderhandelingen laten liggen in vergelijking met mannen. Een onderzoek had aan dit verschil een gemiddeld bedrag gekoppeld. Astrid Feiter heeft dit getal toen omgerekend naar de hoeveelheid schoenen die een vrouw hiervoor kan kopen en dus laat liggen, omdat zij te snel genoegen neemt met een bepaald salaris. Maar dit getal werd ook uitgedrukt in een auto en zelfs in een Keniaans dorp dat de vrouw zou kunnen adopteren. Dit alles werd afgebeeld en dat komt aan bij vrouwen volgens Astrid Feiter. Maar er zit ook een stukje verleiding in, want dat wat is afgebeeld, zouden vrouwen graag in hun bezit willen hebben. Een pensioenparty ziet zij als een heel goed middel om pensioenbewustzijn bij vrouwen te creëren. Zij stelt zich dan voor dat haar daar eerst iets over pensioen in het algemeen wordt verteld en dat zij daarna de gelegenheid krijgt om vragen te stellen over haar persoonlijke situatie. Om die persoonlijke benadering te benadrukken, moeten deze bijeenkomsten kleinschalig worden georganiseerd. De werkgever ziet zij als de perfecte persoon om de werknemers uit te nodigen voor een pensioenparty. De werkgever staat volgens Astrid Feiter dicht bij de mensen en wanneer deze bijeenkomst tijdens de lunch wordt gehouden, hebben de werknemers eigenlijk geen excuus meer om niet te komen. Wat betreft het onder de aandacht brengen van deze pensioenparty geeft Astrid Feiter aan dat mond‐tot‐mondreclame het beste werkt.
‘Als de organisator dit vakkundig verspreidt en een aantal vrouwen enthousiast weet te maken, weten vrouwen altijd nog wel meer personen die ‘vast ook willen komen’.’ Het inzetten van pensioenambassadeurs noemt Astrid Feiter ook als een middel om vrouwen te prikkelen zich in hun pensioen te verdiepen. Hiervoor moeten volgens haar bekende aansprekende vrouwen worden ingezet die de boodschap uitbrengen dat zij hun pensioen goed geregeld hebben en dat iedere vrouw dat zou moeten doen. Maar het zit hem volgens haar ook in de combinaties. Astrid Feiter ziet een pensioenparty als het middel om die pensioenprikkel bij vrouwen te veroorzaken, maar zij geeft aan dat het belangrijk is dat vrouwen het daarna makkelijk zelf uit kunnen zoeken. Een virtueel onafhankelijk pensioenloket is volgens haar daar de manier voor; een internetsite waar je terecht kunt met pensioenvragen. Verder vindt Astrid Feiter dat scholen ook een grote rol kunnen spelen in het creëren van financieel bewustzijn. En als er financieel bewustzijn is, wordt het volgens haar ook normaler om over je pensioen te gaan nadenken. ZIj is van mening dat financiële educatie verplicht moet worden gesteld op middelbare scholen, bijvoorbeeld in de vakken maatschappijleer of economie.
‘Nu word je alleen gevraagd wat je wilt worden als je later groot bent. Maar er zal nooit gevraagd worden wat je daarmee wilt doen in financieel opzicht. Er wordt alleen maar een romantisch plaatje geschetst.’
99
Don’ts – Pensioenbewust maken vrouwen Astrid Feiter geeft aan dat het bij pensioenbijeenkomsten belangrijk is dat deze niet door een bank, een verzekeraar of een pensioenfonds worden georganiseerd. Zij is zelf in 2010 uitgenodigd voor Femme Finance, een pensioenbijeenkomst voor vrouwen georganiseerd door de SNS bank.
‘Als zo’n bijeenkomst niet door een onafhankelijke organisatie georganiseerd wordt, heb ik helemaal geen zin om daar heen te gaan. Dan heb ik toch de hele tijd in mijn achterhoofd dat ik verplicht naar die bank moet om mijn pensioen te regelen.’
Daarnaast geeft zij aan dat zij het belangrijk vindt dat de pensioendeskundigen geen mannen zijn. Mannen kunnen zich volgens haar slecht inleven in vrouwen en vrouwen zullen daardoor het gevoel hebben niet begrepen te worden. Vrouwen doemscenario’s voorschotelen, bijvoorbeeld door middel van een verhaal in een vrouwenblad, is volgens Astrid Feiter niet de manier om bewustwording te creëren. Zij heeft de ervaring dat dit juist afstotend werkt. Verder moedigt zij het initiatief van Pensioenregister enorm aan. Zij noemt haar eigen pensioenoverzicht nu namelijk totaal onoverzichtelijk.
‘Er staan drie verschillende bedragen als ouderdomspensioen vermeld, twee keer een wezenpensioen. Welk bedrag moet ik hebben of moet ik de bedragen optellen? Het is compleet onleesbaar, terwijl ik toch geen analfabeet ben op dit gebied.’
De toekomst Astrid Feiter is van mening dat vrouwen zich er veel bewuster van moeten worden dat ze ook als hun partner wegvalt rond moeten kunnen komen. Ze moeten financieel zelfstandig zijn. Zij gelooft wel dat er op een gegeven moment een generatie vrouwen komt die pensioenbewust is. Deze generatie zal het ook weer doorgeven aan haar kinderen en zo wordt er voor een cultuurverandering gezorgd.
‘Het is wel een kwestie van een lange adem hebben. Pensioen is dat, dus pensioenvoorlichting ook.’
100
Do’s
Don’ts
• Het pensioeninkomen vertalen naar aankoopmogelijkheden
• Pensioenbijeenkomsten die door financiële instanties zijn georganiseerd (bijvoorbeeld een bank, verzekeraar of pensioenfonds) • Mannelijke pensioendeskundigen inzetten voor vrouwen
• Een kleinschalige pensioenparty á la een Tupperware party georganiseerd door de werkgever onder werktijd • Mond‐tot‐mondreclame stimuleren • Een bekende vrouw als pensioenambassadrice inzetten • Zorgen dat vrouwen met pensioenvragen terecht kunnen op een onafhankelijke website • Financiële educatie verplicht stellen op scholen • Het UPO overzichtelijker maken
• Doemscenario’s gebruiken
101