de Kanteling
de Kanteling Tijd om te Kantelen
06 07
Checklist voor belangenbehartigers: Is uw gemeente al gekanteld?
Een verhaal uit de praktijk ‘Communicatie is de spil’
05
PGB WELZIJN: VEEL POSITIEVE EFFECTEN GEMEENTE ALMELO
Inclusief beleid en de Kanteling Wat kunnen gemeenten doen om inclusief beleid te stimuleren en wat levert het op?
04
08
Meedoen is iets van ons allemaal
De achtergrond van ‘de Kanteling’ in een notendop door Jennifer van Leur, Zorgbelang Gelderland
De Kanteling is een onderdeel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) die in 2007 is ingevoerd. De Wmo is een participatiewet en heeft als uitgangspunt dat iedereen moet kunnen meedoen aan de samenleving. Ook kwetsbare burgers hebben het recht om in de maatschappij te participeren. Soms is daar hulp van anderen bij nodig. Dit kan hulp zijn die naasten uit de directe omgeving geven. Maar ook de gemeente heeft de taak om ondersteuning te bieden als dat nodig is. Dit wordt de compensatieplicht genoemd. Deze ondersteuning ziet er echter anders uit dan zoals we gewend waren vanuit de voorganger van de Wmo, de oude welzijnswet.
Gedeelde verantwoordelijkheid Sinds de komst van de Wmo is er veel aandacht voor de rolverdeling tussen de overheid en burgers als het gaat om wie nu welke verantwoordelijkheid heeft op het gebied van zelfredzaamheid en het meedoen aan de samenleving. De gedachte achter de wet is, dat we toe moeten naar een maatschappij waarin zelfredzaamheid en participatie een gedeelde verantwoorde lijkheid is van iedereen. Mensen helpen allereerst zichzelf, vervolgens elkaar en als dat allemaal niet voldoende is, biedt de gemeente een vangnet. In eerste instantie zal de gemeente de algemene en collectieve voorzieningen hiervoor inzetten, en pas daarna is een toekenning van individuele voorzieningen aan de orde.
Was iemand bijvoorbeeld slecht ter been, dan had deze persoon recht op een scootmobiel. Sinds de komst van de Wmo zijn gemeenten niet langer verplicht om voorzieningen te verstrekken, maar om de problemen die bepaalde beperkingen met zich mee brengen samen met de mensen op te lossen. In de Wmo staat bovendien duidelijk omschreven voor welk type participatieproblemen burgers bij hun gemeente terecht kunnen. Dit zijn: problemen bij het voeren van een huishouden, problemen bij het aangaan en onderhouden van sociale contacten, problemen bij het zichzelf kunnen ver plaatsen binnen de gemeentegrenzen, problemen met het zich bewegen in en rond de woning en tot slot problemen in de dagelijkse zorg voor gezinsleden.
Type participatieproblemen Onder de oude welzijnswet hadden mensen met een bepaalde beperking recht op een aantal gemeentelijke voorzieningen.
>>>> Lees het vervolg van dit verhaal op de achterzijde van deze krant.
01
De term ‘Kanteling’ staat symbool voor de ombuiging die nodig is in het denken en doen op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Maar wat is de achtergrond van deze kanteling en waarom is het nodig?
de Kanteling
zorgbelang gelderland
Wethouder Henk Kok over de toekomst van de Wmo in Arnhem ‘Minder papier, betere oplossingen’
Compensatiebeginsel stelt mensen in staat om mee te doen op basis van gelijkwaardigheid
Compensatiebeginsel leidt tot verschraling van de zorg Waar is toch de patiëntenbeweging?
Help, ik wil een andere rolstoel!
02 03
de Kanteling
2012
index
Dé krant over ontwikkelingen in de Wmo
de Kanteling
Help, ik wil een andere
rolstoel! Door Wim Peters
Maaike Willemsen heeft een nieuwe rolstoel aangevraagd. Zij wil graag een persoons gebonden budget (pgb) om zelf een rolstoel aan te schaffen. Dat levert problemen op: de gemeente huurt de rolstoelen en wil het pgb graag via huur verwezenlijken. Als blijkt dat de rolstoel die Maaike wil in één keer betaald moet worden, houdt de gemeente vast aan haar beleid en zegt dat ze het bedrag eerst zelf moet voorschieten. Dit was voor Maaike aanleiding om bezwaar aan te tekenen en de ondersteuning van Zorgbelang Gelderland te vragen. In een gesprek met de gemeente geeft deze aan dat het huren van rolstoelen grote voordelen heeft, omdat vaak blijkt dat na enige tijd weer een andere rolstoel nodig is. Een huurrolstoel gaat terug naar de leverancier, terwijl een gekochte rolstoel meer problemen geeft, zeker als het een bijzondere rolstoel is. Het pgb biedt iemand dan de mogelijkheid een rolstoel te huren bij een andere leverancier, mits de rolstoel vergelijkbaar is.
bij een leverancier voor hun pgb ook korting en de meeste leveranciers zien hier het redelijke wel van in. Deze situatie lijkt op een probleem, maar is het gelukkig niet - zo blijkt later. Want dan ga je eerst in bezwaar bij de gemeente, ben je het nog niet met de uitslag eens dan kan je in beroep bij de rechtbank en uiteindelijk kan je nog eens in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Ingewikkeld, dat vereist doorzettingsvermogen en energie, levert spanningen op en kan wel 2 tot 3 jaar of soms langer duren! Dat wil je dus liever niet. Wat kan hier nu allemaal fout zijn gegaan? Het begint bij het gemeentelijk beleid, dat wil zeggen: de manier waarop de gemeente geregeld heeft rolstoelen te verstrekken. Deze gemeente doet dat via huur van rolstoelen. De rolstoel blijft dan van de leverancier en de gemeente betaalt maandelijks een vast bedrag. Dit is een relatief dure, maar wel gemakkelijke methode. Iets huren is veel duurder dan
daardoor was het probleem vrij snel op gelost. Dat is lang niet altijd het geval. Daarom wil ik nog eens onderstrepen hoe belangrijk een GOED medisch advies is. Dat betekent allereerst dat het advies opgesteld wordt door iemand die dat ook mag. Gaat het om een ziekte of handicap, dat moet dat een arts zijn, want alleen een arts mag een diagnose stellen en interpreteren. Maar gaat het over een bepaald type rolstoel, dan moet het een ergotherapeut zijn, want die is daar deskundig in. Daarom kan het voorkomen dat bij een advies meerdere mensen betrokken zijn. Deze gemeente heeft uiteindelijk zonder dat er een beslissing op bezwaar moest komen een voor Maaike bevredigend besluit genomen. Dat is ook de bedoeling. Er is namelijk geregeld dat voordat een gemeente een besluit neemt dat niet in overeenstemming is met wat een aanvrager wil, de gemeente met betrokkene contact op moet nemen om dat te melden en een reactie te vragen.
‘Geen gemeente zit te wachten op problemen die niet nodig zijn. Fouten komen vaak voort uit slordigheden’ Bedoeling hiervan is dat iemand dan aan kan geven waarom hij of zij het er niet mee eens is en de gemeente kan dan bekijken of zij niet iets over het hoofd heeft gezien en of er niet iets anders mis is gegaan. Daarmee kunnen problemen worden voorkomen. Het is niet alleen verplicht voor gemeenten dit te doen, maar het is ook heel erg belang rijk. Want geen gemeente zit te wachten op problemen die niet nodig zijn. Het is dan ook vaak uit slordigheid dat die problemen toch ontstaan. De naam Maaike Willemsen is gefingeerd.
Rubriek Juridische weetjes
Jurisprudentie interessant voor bezwaarmaker Verspreid in deze krant komt u onder de naam ‘Juridische weetjes’ een aantal casussen tegen die uit bestaande rechtuitspraken komen. De rechterlijke uitspraken, die gekoppeld zijn aan deze casuïstiek, worden jurisprudentie genoemd. Wanneer u in conflict komt met uw gemeente in het kader van een Wmo aanvraag, kunnen deze uitspraken de basis vormen voor het slagen van uw bezwaar. Ze kunnen er ook toe leiden dat een gemeente haar beleid moet wijzigen.
Het besluit van de gemeente is gebaseerd op het advies van de adviseur van de gemeente. Maaike zegt zich in dat rapport niet te herkennen. Bovendien staat eronder dat het met haar besproken is en dat ze het met de strekking eens is, maar dat is niet het geval. De gemeente zegt toe haar het volledige rapport toe te sturen. Ze kan altijd in bezwaar gaan als ze het niet met het rapport eens is. Als er goede argumenten zijn, kan een nieuw advies gevraagd worden. Er volgt inderdaad een nieuw advies. Maaike laat in het gesprek een foto zien van de rolstoel die zij graag wil. De adviseur acht dit een goede oplossing en adviseert dit de gemeente. Voor de zekerheid wordt door Maaike nog bezwaar aangetekend, maar dat kan worden ingetrokken als de gemeente uiteindelijk het besluit neemt haar de gewenste rolstoel toe te kennen. Een pgb is best een ingewikkelde zaak, zeker een pgb voor rolstoelen of scootmobielen. Gemeenten kopen die namelijk per jaar in een groot aantal en krijgen dan van de leverancier een korting van 25 tot soms wel 35%. Maar als ik als privé persoon een rolstoel ga kopen koop ik er maar 1 en krijg ik geen korting. Dat zou maken dat een pgb voor een gemeente 25 tot 35% duurder zou zijn dan een niet pgb en dat kan niet de bedoeling zijn. Daarom vragen veel mensen
kopen, maar voor een gemeente en de cliënt vaak makkelijker. Het pgb is er om mensen vrijheid te geven en eigen keuzen te laten maken. Maar als je gedwongen wordt een rolstoel te huren heb je minder mogelijkheden. Want dan moet je een leverancier zien te vinden, die een bepaalde rolstoel ook wil verhuren en niet alleen verkopen. In deze situatie was het pro bleem dat de gemeente niet wilde afwijken van het pgb-huurbeleid na door Maaike aangedragen argumenten om dit wel te doen. Pas na tussenkomst van Zorgbelang, en het tweede rapport van de gemeentelijk adviseur, werd een uitzondering gemaakt. De tweede oorzaak van het probleem ligt bij de adviseur van de gemeente. Die heeft Maaike bezocht, een rapport opgesteld, daaronder gezet dat het rapport besproken is en dat Maaike het met de strekking eens is. Dat was niet zo, want Maaike was het niet met het rapport eens. Bovendien had Maaike geen afschrift van het rapport ontvangen. En dan weet je ook niet dat er onder staat dat je het er mee eens bent. Dat is helemaal niet handig, want dan snapt de gemeente niet waarom je iets anders wilt: je bent het er toch mee eens? Met zo'n zinnetje moet de adviseur dus heel zorgvuldig omgaan. In deze situatie heeft dat geleid tot een nieuw bezoek van de adviseur en
is de hoogste bestuursrechter die onder andere oordeelt in hoger beroep over geschillen op het terrein van de sociale zekerheid en in ambtenarenzaken. De Centrale Raad van Beroep wordt geleid door een bestuur bestaande uit de president (voorzitter), de twee sectievoorzitters, een coördinerend vice-president, belast met kwaliteit en kennismanagement, en de directeur bedrijfsvoering. De raad kent twee secties (A en B), een Bureau Waarvoor kunt u te recht bij de Centrale Bestuursondersteuning, een Bedrijfsbureau en een Raad van Beroep? De Centrale Raad van Beroep Wetenschappelijk Bureau.
Zaken met betrekking tot de Wmo vallen onder sectie A. De zittingen van de Centrale Raad van Beroep zijn in be ginsel openbaar voor ieder een van 18 jaar en ouder. Jongeren moeten toestem ming krijgen van de rechter. Contactgegevens: Centrale Raad van Beroep Bezoekadres: Graadt van Roggenweg 200-250, 3531 AH Utrecht Receptie: open op werkdagen van 8.30 tot 17:00. Hier kunt u met al uw vragen terecht over onder meer het bijwonen van zittingen. Tel: 030 850 21 00 Email:
[email protected] (helaas kunt u niet mailen over uw juridische procedures).
Juridische weetjes
Goed onderzoek noodzakelijk voor gemotiveerde beslissing
1 2
Mevrouw Verhaar en haar echtgenoot hebben allebei dwerggroei. Mevrouw Verhaar is 1,21 meter lang en in het huishouden wordt zij geholpen door haar moeder. Als moeder komt te overlijden, vraagt mevrouw Verhaar bij de gemeente huishoudelijke hulp aan. Een verzekeringsarts onderzoekt in opdracht van de gemeente de situatie van mevrouw Verhaar. De arts komt tot de conclusie dat ze moeite heeft met huishoudelijke taken die boven haar macht liggen. De taken waar mevrouw Verhaar moeite mee heeft, hebben volgens de arts echter een incidenteel karakter. Hij acht wekelijkse hulp daarom niet nodig en schat in dat twee uur huishoudelijke hulp per maand voldoende is. De gemeente neemt dit
3
advies over en kent mevrouw van mening dat er onvoldoende Verhaar maandelijks twee is onderzocht wat er in de uren toe. situatie van mevrouw Verhaar noodzakelijk is. Zo is er bij Mevrouw Verhaar is het hier voorbeeld geen huisbezoek geweest om te beoordelen niet mee eens en tekent welke taken mevrouw Verhaar bezwaar aan. Ze vindt nog wel kan doen. Ook zijn bovendien dat het onder degeneratieve rug- en knie zoek niet zorgvuldig genoeg klachten van mevrouw is gedaan. De gemeente Verhaar niet in de aanvraag wijst het bezwaar af, en meegenomen. De Centrale de rechtbank doet dit ook Raad beslist dat de gemeente wanneer mevrouw Verhaar een nieuw besluit moet nemen hierop een beroep indient. en daarbij goed onderzoek De Centrale Raad van Beroep moet laten verrichten om zo tot een gemotiveerde is bij het hoger beslissing te komen. beroep echter
02
zorgbelang gelderland
Alle casussen zijn op waarheid gebaseerd. Om privacyredenen zijn de namen fictief. Uit deze casussen blijkt dat het maken van bezwaar trapsgewijs plaatsvindt. Eerst bij de gemeente zelf, dan naar de rechter. Wanneer deze niet in het voordeel van de klager oordeelt, kan nog de stap gemaakt worden naar de Centrale Raad van Beroep. Dat dit kan lonen, blijkt wel uit de casussen in deze krant.
de Kanteling
Compensatiebeginsel stelt mensen in staat om mee te doen op basis van gelijkwaardigheid Door Tamara Venrooij, Tweede Kamerlid VVD
Compensatiebeginsel leidt tot verschraling van de zorg Waar is toch de patiëntenbeweging? De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt volop geprezen als een ‘participatiewet’. Gemeenten kunnen de zorg, hulp en ondersteuning beter regelen voor hun burgers omdat zij dichter bij hen staan. Toch gaat er veel fout: mensen raken hun vertrouwde thuiszorgmedewerker kwijt, aanpassingen in woningen zijn soms erg lastig te krijgen, de noodzaak voor hulpmiddelen wordt ter discussie gesteld, en ga zo maar door. Dat is niet zo raar, want bij de overheveling van zorgtaken vanuit de AWBZ naar de Wmo gaat een aantal dingen niet goed: zorggeld mag door gemeenten worden uitgegeven aan andere zaken dan zorg; mensen die jarenlang vertrouwde zorg, hulp of ondersteuning hadden, moeten worden herkeurd terwijl hun situatie niet veranderd is; aan gemeenten wordt opge dragen de zorg, hulp en ondersteuning aan te besteden en marktwerking te introdu ceren; en het recht op zorg vervalt. Bij de wetsbehandeling in de Tweede Kamer is het compensatiebeginsel bedacht als alternatief voor het vervallen van het recht op zorg dat in de AWBZ wel geregeld is. Het compensatiebeginsel betekent dat de gemeente een inspanning moet doen om een hulp- of zorgvraag te beantwoorden. Als dit niet passend is, dan heeft de gemeente wel aan zijn compensatieplicht voldaan, immers: er is iets aangeboden. Nu zien we dit nog veel bij woningaanpas singen: een gemeente past de woning niet aan, maar biedt een aangepaste woning aan. Wanneer een burger niet wil verhuizen vanwege de beperking, dan zijn aanpassingen voor eigen rekening. In de toekomst kunnen we problemen ver wachten voor dagbesteding voor mensen die nu nog begeleiding krijgen via de AWBZ. De gemeente kan een uniform aanbod doen voor vele verschillende doelgroepen. Er zijn gemeenten die serieus broeden op het concept van één dagbestedingsvorm voor zowel schizofrene patiënten, dementerende ouderen als mensen met een verstandelijke beperking. Wanneer iemand niet goed past bij die uniforme aanbieding, dan vervalt dus de dagbesteding.
Grote fout Het compensatiebeginsel is een grote fout in de Wmo. Een gemeente die zo min mogelijk wil aanbieden aan zijn burger, heeft vrij spel. Natuurlijk kunnen burgers naar de rechter, dat gebeurt ook steeds vaker met succes. Maar dan moet je wel de kracht en energie hebben om te procederen én natuurlijk het geld. Ook is het mogelijk dat mensen met een vergelijkbare beperking in de ene gemeente wél zorg, hulp of ondersteuning krijgen en in de andere gemeente niet of minder. Deze rechtsongelijkheid neemt op dit moment al toe. Een verborgen kant van het compensatiebeginsel is de verschraling. Neem de huishoudelijke verzorging. Daar waar alle medewerkers begin deze eeuw opgeleid zijn in het signaleren, is dat nu helemaal geen voorwaarde meer. Vaak op papier wel, maar het blijkt niet uit het uurtarief van de gemeente en de functieomschrijving en het salaris van de zorgmedewerkers. In veel gemeenten wordt een thuiszorgmedewerker inmiddels gelijkgeschakeld met iemand die een leeg kantoor schoonmaakt. Bij de overheveling van begeleiding naar de Wmo, zal er veel gedifferentieerd aanbod voor begeleiding verdwijnen. Gemeenten zullen namelijk niet de AWBZ voorzieningen één op één gaan overnemen. Hiermee zal kennis, kunde en aanbod verdwijnen. Dit zal ten koste gaan van mensen die zorg, hulp of ondersteuning nodig hebben, maar ook van mensen die werken in de zorg.
Bij het gesprek aan de keukentafel bleek dat de dame in kwestie een flink aantal problemen het hoofd moest bieden in haar leven. In haar familie speelde een aantal kwesties en ook haar echtgenoot kampte met problemen. Zei hij maar eens dank je wel voor alles wat ze al die jaren al voor hem deed… dat leek alleen maar minder te worden nu hij achteruit ging. De grootste uitdaging voor deze mevrouw bleek het organiseren van tijd voor zichzelf. Erop uit met een vriendin of even naar de kinderen toe. Maar hoe moest het dan met haar man? En ze wilde ook nog heel graag extra hulp voor het zwaardere werk dat haar niet meer lukte met haar lichamelijke gesteldheid. De ramen, de keukenkastjes en de badkamer.
Op zoek naar de vraag achter de vraag Uit het gesprek met de consulent bleek dat mevrouw veel steun heeft aan de ouderenadviseur. De consulent concludeerde in overleg met deze mevrouw dat zij de hulpuren niet zou uitbreiden, maar dat zij samen met de ouderenadviseur zou leren hoe zij de hulp goed kon aansturen. Assertiviteit en grenzen stellen was het eigenlijke probleem. Ook zou deze mevrouw in gesprek gaan met de ouderenadviseur over meer mogelijkheden om zelf wat vrije uurtjes te kunnen besteden. Het bezoek was een mooi voorbeeld van de Kanteling in de praktijk; op zoek naar de vraag achter de vraag. Hoe kan de gemeente, uitgaand van de persoonlijke situatie, mensen compenseren voor een beperking?
Wmo is geen zorgwet
Simpelweg de checklist doorlopen en een voorziening toekennen, is steeds vaker passé. En dat is maar goed ook. Het is immers een schijnoplossing als de gemeente een dienst levert en de cliënt een dienst krijgt; zonder dat zeker is dat dit het meest doeltreffende middel is. Het compensatiebeginsel, in amendement in de Wmo ingevoerd door VVD-Kamerlid Anouchka van Miltenburg en Kamerbreed Rol patiënten- en cliënten gesteund, heeft nogal wat teweeg gebracht. organisaties? Maar langzamerhand krijgt het vorm. Het De vraag is waarom de patiënten- en resultaat centraal zetten in plaats van het cliëntenorganisaties zo gemakkelijk akkoord middel is de belangrijkste stap om mensen gaan met het uithollen van het recht op daadwerkelijk te ondersteunen om mee zorg. Bij een debat hierover, dat ik onlangs te doen in de samenleving. En aangezien bijwoonde, kreeg ik vele ‘meedenk’-visies de Wmo geen zorgwet is, maar een voor de overheveling. Terwijl niemand mij de noodzaak voor de overheveling van begeleiding participatiewet, is dit cruciaal. kon uitleggen. Wie is daarbij gebaat? Niet degenen die nu recht op begeleiding (zorg) Besteding collectieve middelen hebben en dit recht bij overheveling verliezen. De hamvraag is waar de ondersteuning Wanneer de patiënten- en cliëntenorganisaties door de gemeente (lees: gemeenschap) zo’n makke houding blijven aannemen als begint en waar de hulp door familie en het gaat om fundamentele grondrechten die naasten eindigt. Bij de rondgang door worden afgebroken, zal de uitholling van de de woning van zorg niet gestopt worden. de dame waar
03
zorgbelang gelderland
Door Renske Leijten, Tweede Kamerlid SP / foto Bas Stoffelsen SP
Met de Wmo-consulent van de gemeente ging ik mee op huisbezoek bij een oudere dame die uitbreiding had gevraagd van het aantal uren hulp bij de huishouding dat zij ontvangt via de gemeente. Ze had nu drie uur in de week en wilde graag meer. We kwamen binnen in een mooi, zonnig appartement waar foto’s van kinderen en kleinkinderen de kasten sierden. De mate van opgeruimdheid van het huis kwam mij als vrijwel onbereik baar voor.
wij op bezoek waren, viel het mij op dat er meerdere voorzieningen waren die bij de gemeente waren aangevraagd, maar evenzoveel die zij zelf had georganiseerd. Hoe komt het nu dat sommige dingen blijkbaar ‘zelf’ worden georganiseerd en dat het voor andere dingen logisch is om een aanvraag bij de gemeente te doen? Feit is dat we met onze demografische ontwikkeling de komende jaren strikt moeten kijken naar de doelmatigheid van de besteding van collectieve middelen. Immers, de zorgkosten stijgen jaarlijks met vier procent. Dat is twee keer zoveel als onze economische groei. Daar komt nog bij dat er sprake is van een afname van het aantal mensen dat de zorgkosten op moet brengen (de belasting- en premiebetalers) ten opzichte van de mensen die de zorg- en welzijnsbaten ontvangen.
Kosten beheersbaar houden In feite zijn er maar twee knoppen waar je aan kunt draaien in dit systeem om de kosten nog enigszins beheersbaar te houden. Ofwel de eigen bijdragen moeten omhoog, ofwel de aanspraken moeten naar beneden. Een andere mogelijkheid is om waar mogelijk collectieve voorzieningen aan te bieden. Dan kunnen de individuele voorzieningen beschikbaar blijven voor hen die het echt nodig hebben. Door allerlei partijen en organisaties wordt kritisch gekeken naar de inzet van persoonlijke netwerken, eigen middelen en het compensatiebeginsel dat in de plaats van de zorgplicht is gekomen. Feit is dat de budgetten voor zorg en participatie jaarlijks groeien, maar dat het aantal mensen dat daar gebruik van maakt nog veel harder groeit.
‘De kosten beheers baar maken’ Mensen zelf een rol geven Het compensatiebeginsel is volwassen aan het worden met het project ‘De Kanteling’. Belangrijk is dat gemeenten en zorgvragers samen werken aan een invulling van dit concept. Het keukentafelgesprek en de motivatie van de gemeenten voor hun besluit zijn belangrijke instrumenten om achter de eigenlijke zorg- of participatievraag van mensen te komen. We moeten niet bang zijn om mensen zelf een rol te geven bij het oplossen van hun problemen. Uiteindelijk is het doel van de Wmo volwaardig meedoen en eigen regie. Iedereen is het erover eens dat mensen niet in een hokje moeten worden gestopt. Maar dan moeten we niet bang zijn voor de consequentie, namelijk dat er verschil is tussen gemeenten en tussen mensen. Het begrip gelijkwaardigheid is dan ook veel beter van toepassing dan het begrip gelijkheid. Ik vraag me wel eens af waarom zoveel partijen en organisaties bang zijn voor ongelijkheid. Inderdaad moeten gelijke gevallen gelijk behandeld worden. Maar anno 2011 met al die levensgeschiedenissen is ongelijkheid de grootste gemene deler. En het compensatiebeginsel omarmt dat gegeven en biedt een heel geschikte basis om mensen in staat te stellen om, ondanks hun beperkingen, mee te doen op basis van gelijkwaardigheid.
de Kanteling
Juridische weetjes
Uitzondering bevestigt niet de regel
1 2
Hans Verduin zit in een rolstoel en woont in een aangepast appartement. Op een gegeven moment verhuist hij naar een andere woning. Anderhalf jaar na de verhuizing dient hij een aanvraag bij de gemeente in voor aanpassingen van de badkamer en de keuken. De gemeente laat onderzoek doen en komt in het indicatierapport tot de conclusie dat de aanpassingen nodig zijn. Een half jaar later, twee jaar na de verhuizing, krijgt Hans van de gemeente bericht dat zijn aanvraag is afgewezen. Als reden voor de afwijzing noemt de gemeente dat Hans zonder voorafgaande toestemming van een ade quate naar een inadequate woning is verhuisd. Dit is in strijd met de gemeentelijke verordening. Hans tekent bezwaar aan, maar de gemeente blijft op
het standpunt staan dat ze de aanpassingen niet hoeft te vergoeden.
3
De rechtbank stelt de gemeente in het ongelijk. Zij vindt dat de verordening van de gemeente op dit punt te strak is en geen ruimte laat voor het compenseren van uitzonderingssituaties.
In dit geval was de noodzaak tot aanpassing door de gemeente zelf al eerder vast gesteld. Dan moet ze ook een uitzondering kunnen maken op haar regels, aldus de rechter. Het feit dat een aanvrager geen toestemming heeft ge vraagd om te verhuizen, kan de gemeente dus niet eeuwig blijven tegenwerpen.
Wethouder Henk Kok over de toekomst van de Wmo in Arnhem ‘Minder papier, Er is minder geld, de vraag naar zorg neemt toe, en die zorg moet op peil blijven. Dat is de uitdaging waar Arnhem voor staat. “We moeten de sociale kracht van de stad beter benutten”, zegt wethouder Zorg&Welzijn Henk Kok. “Die kracht is er! In onze buurten en bij mensen die tegen hun grenzen aanlopen, maar die niets liever willen dan die grenzen zelf zoveel en zo lang mogelijk oprekken. Daar moeten we ze bij helpen.” “Neem het openbaar vervoer”, zegt Henk Kok. “De gemeente hoogt alle bushaltes op. Ook de paden er naartoe worden aan gepakt. Mensen die afhankelijk zijn van een rollator of een rolstoel, kunnen dan beter gebruikmaken van het openbaar busvervoer. Op dit moment hebben 4800 Arnhemmers een kortingspas waarmee ze voor 0,50 euro in plaats van 2,05 euro per zone met de stadsregiotaxi reizen. Een aantal van die mensen met een beperking is straks niet meer op de stadsregiotaxi aangewezen. Ze hoeven niet meer thuis te zitten wachten tot ze opgehaald worden. Als ze op een feestje zijn en het is gezellig, kunnen ze zelf bepalen of ze nog wat langer willen blijven.” Volgens Kok geeft het voorbeeld van het openbaar vervoer aan welke kant Arnhem op moet: kijken wat mensen nog wél kunnen. De gemeente wil algemene voorzieningen, zoals het openbaar vervoer, zo organiseren dat zoveel mogelijk mensen er gebruik van kunnen maken. Daardoor hoeven minder mensen gebruik te maken van dure individuele regelingen. Dat is nodig, want er is vanaf 2013 een miljoen minder beschikbaar voor Wmo-voorzieningen in Arnhem. Kok: “Iedereen heeft een eigen verant woordelijkheid om in eerste instantie zelf belemmeringen op te lossen, zelf, met hulp van het sociale netwerk of met beschikbare voorzieningen in de stad of buurt. Wanneer dat niet lukt, komt de gemeente in actie. In gesprekken met de aanvragers wordt goed gekeken wat nodig is.”
voor de gemeente. Het aanvraagformulier voor een Wmo-voorziening is al aangepast (zie kader). “Waar we vanaf moeten is dat een medewerker samen met een aanvrager altijd dezelfde vaste lijst met vragen afwerkt, waar dan een standaardvoorziening uitrolt zoals: een aantal uur huishoudelijke hulp, of een scootmobiel. Want zo’n voorziening is niet per se de beste oplossing. We moeten ervoor zorgen dat we de persoonlijke situatie goed in beeld brengen. Wat is exact het probleem? En hoe kunnen we mensen helpen om zo zelfstandig mogelijk te blijven? Soms is de tip om een fiets met trapondersteuning aan te schaffen misschien wel voldoende. Of blijkt dat iemand in de praktijk alleen problemen heeft met het in- en uitladen van de wasmachine. Zoiets kan soms ook opgelost worden door de
wasmachine te verhogen. We moeten de tijd en moeite nemen om samen met mensen en hun buren of familie over de situatie te brainstormen. Minder regels, betere oplossingen! En daarvoor is het belangrijk dat we de mensen thuis gaan opzoeken en het gesprek aangaan.”
Buiten de gebaande paden Buiten de gebaande paden durven denken; daar gaat het om volgens Kok. “Er zijn mensen die maar af en toe een rolstoel nodig hebben. We onderzoeken of die niet gebruik kunnen maken van een rolstoelpool. Op dit moment zijn er al rolstoelpools in verzorgingshuizen. De gemeente gaat zorgen dat hier beter herkenbare en gebruiksvriendelijke rolstoelen komen. Van daaruit kan onderzocht worden of deze ook beschikbaar gesteld kunnen worden voor omwonenden die af en toe een rolstoel nodig hebben.” Of neem de huishoudelijke hulp. Op dit moment wordt veel schoonmaakwerk gedaan door thuiszorgmedewerkers tegen een uurtarief van 22 euro per uur. Kok: “Als iemand alleen een paar uur per week relatief eenvoudige hulp nodig heeft bij bijvoorbeeld het huis poetsen of ramenlappen, dan kan dat misschien ook goedkoper. Je moet denken aan een soort thuisservice in de wijk, die voor alle wijkbewoners is opengesteld, dus ook voor tweeverdieners met kinderen of voor de oudere bewoners zonder een Wmoindicatie, die hun tijd liever besteden aan andere activiteiten dan aan het huishouden. Ik wil het gaan organiseren op wijkniveau, tegen een gebruikelijk uurtarief van circa 15 euro, en doe dit nadrukkelijk samen met de thuiszorginstellingen zodat er korte lijnen zijn als blijkt dat iemand meer en gespecialiseerde hulp bij het huishouden vanuit de thuiszorg nodig heeft. De thuis zorgorganisaties die geïnteresseerd zijn
In gesprek Dit heeft niet alleen gevolgen voor Arnhem mers met een beperking. Maar zeker ook Wethouder Zorg&Welzijn Henk Kok opent het Arnhemse Kwartiermakersfestival.
04
zorgbelang gelderland
betere oplossingen’
Was– en strijkservice door cliënten van Siza in Rijkerswoerd.
om pilots op te zetten hebben inmiddels al een plan van aanpak ingeleverd en daar gaan we een keuze uit maken.” Komend jaar worden de pilots gehouden in de wijken Presikhaaf, Elderveld en Rijkerswoerd. Kok: “In Rijkerswoerd is het onder andere de bedoeling om te starten met een project samen met Siza. Daar wordt op dit moment op kleine schaal door de cliënten van Siza een ’Was- en strijkservice’ gerund voor de bewoners van Siza en het activiteitencentrum. Nu is het de bedoeling dat de mogelijkheden worden onderzocht om te kijken of dit initiatief doorgezet kan worden in de wijk, dat vind ik prachtig. Mensen met een handicap krijgen de kans om te laten zien wat ze in huis hebben, de mensen in Rijkerswoerd die niet kunnen of willen strijken zullen hopelijk in de toe komst een hele goede service krijgen en op die manier kunnen we geld besparen. Zo gebruiken we de sociale kracht van Arnhem optimaal.”
De gemeente hoogt voor april 2012 alle bushaltes op. Bij het bepalen welke bushaltes het snelst aan de beurt moeten komen, is het Arnhems Platform Chronisch zieken en Gehandicapten betrokken. Binnenkort start een campagne om ouderen en mensen met beperkingen te stimuleren meer gebruik te maken van het openbaar busvervoer.
Aanvraagformulier Wmo negen pagina’s korter Inwoners van Arnhem kunnen sinds 1 september 2011 via www.arnhem.nl eenvoudiger en sneller een Wmovoorziening aanvragen. Het aanvraag formulier is teruggebracht van 12 naar 3 pagina’s en er worden geen gegevens meer gevraagd die al bekend zijn. Met behulp van DigiD is een aanvraag binnen een paar minuten ingediend. Inwoners van Arnhem kunnen huis houdelijke hulp en woon-, vervoersen rolstoelvoorzieningen digitaal aanvragen, behalve de kortingspas voor de Stadsregiotaxi. De vragen hebben ook een iets ander karakter gekregen. Mensen kunnen melden welke fysieke klachten ze hebben, tegen welke problemen ze daardoor aanlopen en welk type oplossing ze zelf in gedachten hebben. Bij behandeling van de aanvraag neemt een medewerker van de afdeling Zorg en Ondersteuning van de gemeente vervolgens contact op. Dat kan per telefoon, maar zal in de toekomst ook steeds vaker gebeuren door een gesprek bij de aanvrager thuis. Voor mensen zonder DigiD blijft het mogelijk een aanvraagformulier te downloaden, in te vullen en op te sturen.
de Kanteling
Inclusief beleid en de Kanteling Wat kunnen gemeenten doen om inclusief beleid te stimuleren en wat levert het op? Door Jennifer van Leur, Zorgbelang Gelderland
zorgbelang gelderland
Inclusief beleid is beleid dat rekening houdt met de beperkingen en mogelijk heden van mensen. Het doel is een samenleving waarin niemand buiten de boot valt. Met inclusief beleid worden zowel maatregelen getroffen die algemeen van aard zijn als maatregelen die specifiek de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking stimuleren.
Algemeen waar mogelijk, specifiek waar nodig Inclusief beleid is een brede, overkoepe lende benadering voor het bereiken van de doelstellingen van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. De Kanteling stimuleert om waar mogelijk gebruik te maken van algemene voorzieningen bij het ondersteunen van burgers met een beperking. Bij ondersteuning van individuele burgers gaat het vooral over algemene welzijnsvoorzieningen zoals een boodschappenservice, een klussendienst, een rolstoelpool of de maaltijdvoorziening. Dit uitgangspunt kan echter doorgetrokken worden naar alle andere beleidsterreinen die relevant zijn voor mensen met een beperking. We hebben het dan onder meer over de openbare ruimte, accommodaties, informatie en communicatie. Inclusief beleid heeft, met andere woorden, niet alleen betrekking op de Wmo, maar juist ook op de beleidsterreinen daar omheen. De nabije aanwezigheid van een toegankelijke buurtsuper maakt bijvoorbeeld dat voor minder mensen in die wijk een boodschappendienst nodig is. Dit betekent overigens niet dat er geen specifieke activiteiten meer ontplooid of gestimuleerd kunnen worden voor burgers met een beperking. Het uitgangspunt is: algemeen waar mogelijk, specifiek waar nodig.
Twee invalshoeken Inclusief beleid heeft twee invalshoeken. Aan de ene kant het overheidsbeleid dat de maatschappij op allerlei levens gebieden toegankelijker maakt. Aan de andere kant het ontwikkelen van de kracht van de mensen zelf om meer actief te participeren en om een eventuele onder steuningsbehoefte kenbaar te maken. Een belangrijk concept binnen de Kanteling is ‘het gesprek’. Hiermee bedoelen we het proces van vraagverheldering en het maken van afspraken over passende oplossingen. Van de gemeente vraagt dit een integrale vraagbenadering waarbij de focus ligt op wat de burger nodig heeft. Waar hij recht
op heeft is eventueel in tweede instantie pas relevant, als er sprake is van een aanvraag voor een individuele voorziening. Een ander aspect van de Kanteling is de nadruk op wederkerigheid. De burger met een beperking is niet alleen een ontvanger van ondersteuning, maar kan ook zelf een bijdrage leveren. We gaan uit van de eigen kracht van de burger. Dit kan zowel voor het aanpakken van zijn eigen probleem, maar mogelijk ook door zich (vrijwillig) in te zetten voor anderen. Door empowerment kunnen burgers met een beperking meer de verantwoordelijkheid over het eigen leven op zich nemen en meer als volwaardig burger aan de samenleving meedoen.
Cursussen en trainingen De gemeente kan een appel doen op de eigen kracht van mensen en hen door middel van cursussen en trainingen beter toerusten op het meedoen in de samenleving. De gemeente kan daarvoor verschillende beleidsinstrumenten combineren, zoals de Wmo en de Wet werk en bijstand (Wwb). Via de sociale dienst kunnen bijvoorbeeld (sollicitatie) cursussen worden aangeboden om de kansen op participatie op de arbeidsmarkt te vergroten. Verder kunnen goede voorbeelden worden uitgelicht. Organisaties die goed bezig zijn
verenigingen, stichtingen en burgers prikkelen en stimuleren om initiatieven te ontwikkelen die gericht zijn op een inclusieve samenleving. Voorbeelden zijn het subsidiëren van specifieke trajecten voor vrijwilligerswerk voor mensen met een beperking of het ondersteunen van initiatieven van burgers met een beperking die de handen ineenslaan om samen te werken aan het verbeteren van hun positie in de samenleving. Naast het subsidiëren van organisaties kopen gemeenten ook veeldiensten en producten in via (openbare) aanbesteding. Het belangrijkste voorbeeld uit de Wmo is de hulp bij het huishouden, maar ook openbare werken en gebouwen worden altijd aanbesteed.
Ervaringsdeskundigheid inzetten Participatie vraagt erom dat de ervarings deskundigheid van lokale belangenorgani saties wordt benut. Belangenorganisaties moeten samen met de gemeente bekijken waar behoeften van mensen met een beperking en ouderen liggen en wat goede oplossingen zijn. Gemeenten zijn niet altijd bekend met specifieke doelgroepen, zoals mensen met een verstandelijke
Beter algemeen voorzieningenaanbod Een inclusieve samenleving heeft ook voordelen voor mensen zonder beperking. Een toegankelijke bus en bushalte stelt niet alleen rolstoelgebruikers in staat gebruik te maken van het openbaar vervoer, maar maakt het ook voor vaders en moeders met een kinderwagen makkelijker om met de bus te gaan. Inclusieve beleidsvorming leidt dus tot minder specifieke (individuele) voorzieningen, ten gunste van een beter bruikbaar en breed inzetbaar algemeen voorzieningenaanbod. Een toegankelijke samenleving is ook in het belang van bijvoorbeeld het toerisme en lokale winkel- en horecaondernemers. Zo’n 12% van de bevolking heeft een (zicht bare of onzichtbare) beperking. Een goed toegankelijke samenleving stelt hen in staat om volwaardig gebruik te maken van deze voorzieningen. Van belang is wel dat ook deze ondernemers hun deel daaraan bijdragen.
Wat kunnen gemeenten doen om inclusief beleid te stimuleren? Gemeenten hebben een aantal instrumenten ter beschikking die ze kunnen inzetten om inclusief beleid te stimuleren:
Visievorming Inclusief beleid heeft niet alleen betrekking op de Wmo, maar op vrijwel alle gemeentelijke beleidsterreinen. Een succesvolle implementatie van inclusieve beleidsvorming hangt af van de betrokkenheid en het draagvlak in alle geledingen van de gemeentelijke organisatie, zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau. Een expliciet besluit van het hele college of de gemeenteraad om inclusief beleid te voeren, biedt hiervoor een goede basis.
Informatie en advies Gemeenten hebben volgens de Wmo de taak om mensen te informeren over de ondersteuningsmogelijkheden die de Wmo biedt. Door deze informatie ook toegankelijk te maken voor mensen met een beperking wordt deze informatie inzichtelijker voor alle burgers, ook zonder beperking. Het is dus geen extra, specifieke maatregel, maar een algemene maatregel die zorgt voor een
05
Iedere burger heeft dezelfde rechten en iedereen moet mee kunnen doen in onze samenleving. Toch gebeurt het nog regelmatig dat burgers worden uitgesloten of benadeeld omdat zij een beperking hebben. Je kunt de raads vergadering niet volgen omdat je doof bent. Of je kunt met je rollator een festival niet bezoeken. In een inclusieve samen leving zijn voorzieningen ook toegankelijk voor mensen met een beperking, zodat zij optimaal aan de samenleving kunnen deelnemen.
goede invulling van de informatieplicht door de gemeente en die voor alle burgers van nut is. De participatie van burgers met een beperking kan tevens ondersteund worden door het bieden van informatie die specifiek op hen gericht is. Denk bijvoorbeeld aan informatie over waar de parkeerplaatsen zijn voor mensen met een beperking. Maar de gemeente kan ook faciliteren om online informatie beschikbaar te stellen over de toegankelijkheid van winkels, horeca, culturele voorzieningen en sport- en recreatieaccommodaties.
Modefotografieproject mensen met een beperking en positieve beeldvoming.
met toegankelijkheid en inclusief beleid kunnen in het zonnetje worden gezet door middel van een prijs of een artikel op de gemeentepagina van de lokale krant. Ook kunnen ‘inclusieve organisaties’ een plek krijgen op de website van de gemeente. Onderdeel van de voorlichting kan ook zijn om te laten zien wat de mogelijkheden zijn om iemand met een beperking in dienst te nemen.
Subsidie- en inkoopbeleid Gemeenten kunnen voor de implementatie van inclusief beleid ook gebruik maken van de financiële relaties die ze met veel (maatschappelijke) organisaties hebben. Het subsidie-instrument kan op twee manieren gebruikt worden om inclusief beleid te bevorderen. Ten eerste kunnen subsidies verstrekt worden onder bepaalde voorwaarden. Een welzijnsorganisatie kan op die manier bijvoorbeeld verplicht worden om haar activiteiten toegankelijk te maken voor mensen met een beperking. Er kunnen ook afspraken gemaakt worden over onderzoek en monitoring van het gebruik van dienstverlening door mensen met een beperking. Ten tweede kunnen er subsidies worden verstrekt die specifiek gericht zijn op de inclusie van mensen met een beperking. De gemeente kan
beperking of psychiatrische achtergrond. Lokale belangenorganisaties spelen een belangrijke rol bij het signaleren van de vragen en behoeften van verschillende doelgroepen. De ervaringsdeskundigheid van lokale belangenorganisaties kan ook worden ingezet bij het inclusief maken van het gemeentelijk beleid. De lokale belangenorganisaties kunnen advies geven over de manier waarop de algemene voorzieningen toegankelijk kunnen worden gemaakt. Om een goede bijdrage te leveren aan het beleid van de gemeente, is het belangrijk dat lokale belangenorganisaties in een zo vroeg mogelijk stadium van de gemeentelijke beleidscyclus worden betrokken. Een manier om gezamenlijk te werken aan toegankelijke voorzieningen en een inclusieve samenleving is de werkmethode Agenda 22. Deze methode, die is gebaseerd op de 22 Standaard Regels voor Gelijke Kansen van de Verenigde Naties, brengt in kaart op welke terreinen, zoals bijvoorbeeld bewustwording, werk of sport en recreatie, extra beleidsinspanning nodig is om de inclusieve samenleving te realiseren. Bronnen: Brochure ‘Iedereen binnenboord. Inclusief beleid in de praktijk’ (VNG, 2010). Nieuwsbrief Project De Kanteling ‘Inclusief beleid en de Kanteling’ (CG-raad, 15 december 2010).
de Kanteling
‘Compensatieplicht is volgens de gemeente niet van toepassing bij verblijf in een passende voorziening’
Een verhaal uit de praktijk ‘Communicatie is de spil’ Door Jennifer van Leur, Zorgbelang Gelderland
Mevrouw Sugandi heeft een dementerende moeder van 70 jaar oud. Moeder is van Maleisische afkomst en woont sinds 1981 bij haar dochter in. Mevrouw Sugandi zelf heeft een Cambodjaanse achtergrond. Mevrouw Sugandi neemt de zorg voor haar moeder op zich vanaf het moment dat zij begint te dementeren. Vier jaar geleden ontstond de situatie dat het ziektebeeld van moeder ertoe leidde dat zij niet langer de hulp van haar dochter wilde aanvaarden. Mevrouw Sugandi ziet op dat moment geen andere oplossing dan haar moeder te verhuizen naar een verzorgingshuis. Moeder wordt geïndiceerd op Zorgzwaartepakket 5.
hoofdzakelijk in haar moedertaal, en het is voor haar lastig om te communiceren met de verzorgsters. Op een gegeven moment stopt moeder met praten. Ook motorisch vindt er achteruitgang plaats, moeder komt uiteindelijk op het punt dat zij niet zelf meer kan gaan verzitten in haar rolstoel en ook geen kopje meer kan vasthouden. De fysiotherapeut van het verzorgingshuis zegt niets te kunnen betekenen voor moeder vanwege haar dementie.
Niet tevreden met de zorg Mevrouw Sugandi is echter niet tevreden met de zorg die het verzorgingshuis biedt. Zo wordt moeder te weinig op het toilet gezet, wat terugkerende blaasontstekingen en uiteindelijk incontinentie tot gevolg heeft. Moeder praat sinds zij dement is
Reactie van de gemeente: Mevrouw Sugandi vroeg ons naar de mogelijkheden omtrent een aanbouw aan het huis zodat haar moeder bij haar kan gaan wonen. We hebben haar uitgelegd dat er vanuit de Wmo geen vergoeding mogelijk was, aangezien de moeder van mevrouw Sugandi in een passende woning verbleef (namelijk het verzorgingshuis). De moeder van deze mevrouw was immers op duidelijke gronden geïndiceerd voor een verblijf in een verzorgingshuis. Verder waren de directe behandelaars en verzorgers van moeder geen voorstander van het terug plaatsen naar huis. Het be treffende verzorgingshuis heeft bovendien recent een prijs gewonnen voor de zorg die zij biedt. Samenvattend hebben wij als gemeente dus geen reden gehad om aan te nemen dat het betreffende verpleeghuis geen passende voorziening was. Daarom hebben wij de conclusie getrokken dat de compensatieplicht die wij als gemeente heb ben, in deze situatie niet van toepassing is. Wel hebben we advies gegeven over afmetingen en meegedacht over hulp middelen die het verzorgen van de moeder van mevrouw Sugandi zouden
06
zorgbelang gelderland
Mantelzorgwoning in de tuin
vergemakkelijken. Sommige van deze voorzieningen konden vanuit de Wmo worden vergoed. Dit is dan ook gebeurd. Als mevrouw Sugandi had laten door schemeren dat ze het niet eens was met de werkwijze, hadden we aan kunnen geven dat ze een aanvraag had kunnen indienen. Ze had dan tegen de afwijzing bezwaar kunnen indienen. Mevrouw Sugandi heeft echter bij ons niet de indruk gewekt dat ze ontevreden was over de uitkomst van het gesprek. Wellicht is het mogelijk dat hier culturele verschillen rond het uitzenden en ontvangen van deze emoties een rol spelen. We onderhouden momenteel een goed contact met mevrouw Sugandi rond andere vragen die zij aan ons heeft gesteld. We zullen alsnog met haar bespreken hoe zij de procedure heeft ervaren. Wij maken overigens niet vaak mee dat mensen in onze gemeente de stap zetten om vanuit een verzorgingshuis weer terug thuis te gaan wonen.
Na verloop van tijd begint moeder haar dochter weer meer te accepteren. Vorig jaar besloot mevrouw Sugandi in overleg met haar man, om moeder weer terug naar huis te halen. Ze wil graag voor haar moeder zorgen, ze heeft thuis de ruimte en de tijd en is van mening dat haar moeder bij haar thuis beter zal functioneren. Mevrouw en mijnheer Sugandi nemen een architect in de arm. Door hem wordt een ontwerp gemaakt voor een mantelzorgwoning in de tuin van het echtpaar en onder deze noemer wordt een vergunning aangevraagd bij de gemeente. De architect adviseert het echtpaar om tevens bij de gemeente navraag te doen welke ondersteuning geboden kan worden vanuit de Wmo.
Aziatische afkomst speelt een rol Mevrouw Sugandi vraagt hierop een gesprek aan met de Wmo-consulent van de gemeen te. In dit gesprek legt mevrouw de situatie van haar moeder uit. Daarbij gaat zij ook in op de culturele achtergrond van haar moeder. Dit speelt voor mevrouw een grote rol in haar ondersteuningsvraag. Zo is het in de Aziatische cultuur gebruike lijk dat generaties binnen een familie zorg voor elkaar dragen. Bovendien is mevrouw de enige die met haar moeder in haar moedertaal kan communiceren. Maar ook bij praktische aanpassingen speelt de Aziatische achtergrond een rol. Zo is moeder bijvoorbeeld altijd gewend geweest om na het toiletgebruik een bidet te gebruiken. Door een bidet te laten aanbrengen in de aanbouw voor haar moeder, hoopt mevrouw Sungadi de incontinentieproblematiek van haar moeder te kunnen verhelpen. De Wmo-consulent is van mening dat de moeder van mevrouw Sugandi in een voor haar passende voorziening verblijft en dat een verhuizing niet noodzakelijk is. Het is een vrijwillige keuze van mevrouw Sugandi om moeder nu terug naar huis te halen. Bovendien moet een aanvraag voor ondersteuning bij de gemeente worden ingediend vóór de aanbouwplannen gereali seerd worden. De kans is zeer groot dat de gemeente de aanvraag daarom zal afwijzen. De Wmo-consulent adviseert mevrouw om wel een tillift en een douchestoel
aan te vragen, en zegt hierbij dat elke inwoner van de gemeente op deze twee hulpmiddelen recht heeft.
Bezwaartermijn verstreken Mevrouw Sugandi is teleurgesteld en zegt tegen de Wmo-consulent dat zij afziet van het indienen van een aanvraag voor de aanbouw en dit zelf zal financieren. Wel wordt de aanvraag voor de tillift en een douchestoel ingediend en in een later stadium door de gemeente toegekend. Ook zoekt de Wmo-consulent voor het echtpaar uit wat de juiste ergonomische maten zijn voor de aanpassingen die in de aanbouw zullen worden aangebracht. Van het gesprek wordt geen verslag gemaakt. Pas later verneemt mevrouw Sugandi dat er een mogelijkheid is om een bezwaar in te dienen tegen het besluit van de gemeente en zij vraagt zich af of dit op haar situatie van toepassing is. Maar de bezwaarprocedure is niet van toepassing omdat er geen formele ondersteuningsvraag is ingediend voor de aanbouw. Bovendien is er inmiddels zoveel tijd voorbij gegaan dat de bezwaartermijn sowieso al verstreken zou zijn.
Advies Zorgbelang Gelderland Mevrouw Sugandi neemt contact op met Zorgbelang Gelderland omdat zij graag toekomstige aanvragers in haar ervaringen wil laten delen. Ze begrijpt niet dat het beleid van haar gemeente niet stimuleert dat zij weer zelf voor haar moeder wil zorgen. Dat is immers veel goedkoper dan wonen in een verzorgingshuis. Het advies aan mevrouw Sugandi luidt dat aanvragers zich van tevoren goed op de hoogte moeten stellen van het gemeentelijke Wmobeleid: ‘Weet wat de mogelijkheden en onmogelijkheden binnen dit Wmo-beleid zijn, want dat verschilt per gemeente. Stel je op de hoogte van je rechten en je plichten. En zoek uit wat de mogelijkheden zijn om bezwaar in te dienen’.
Glimlachen en neuriën De moeder van mevrouw Sugandi is kort geleden weer bij haar dochter komen wonen. De eerste tekenen van herstel zijn hoopvol. Moeder maakt weer gebruik van het toilet, de incontinentieproblematiek is sterk ver minderd, ze spreekt weer enkele woorden en kan weer een voorwerp vastpakken. Ze glimlacht veel en begint weer te neuriën. Mevrouw Sugandi weet niet of dit een tijde lijke opleving betreft die de verandering van woonomgeving met zich meebrengt. Maar ze is blij dat ze haar moeder dit kan bieden in haar laatste levensfase. Vanuit privacy-overwegingen zijn de namen en persoonsgegevens in deze casus gefingeerd.
Juridische weetjes
Een kwestie van vertrouwen Heleen en Pieter de Vries dienen bij de gemeente een aanvraag in voor een traplift. Zes weken later stuurt de gemeente een brief dat de traplift is toegekend. Over de financiële afwikkeling zal het echtpaar in een later stadium meer duidelijkheid krijgen.
1
Ruim zeven maanden later ontvangen Heleen en Pieter een brief waarin staat dat de aanvraag alsnog is afgewezen. In de brief wordt tevens een voorstel gedaan voor een alternatieve oplossing. Heleen en Pieter gaan in bezwaar, maar dit wordt door de gemeente ongegrond verklaard. De rechtbank verklaart enige tijd later het beroep van Heleen en Pieter wel
2
gegrond, maar ziet in deze zaak onvoldoende redenen om de gemeente te kunnen dwingen tot een andere beslissing.
3
Maar wat de Centrale Raad nog belangrijker vindt, is dat de gemeente aan Heleen en Pieter de toezegging heeft gedaan dat er een traplift zou worden Heleen en Pieter leggen de geplaatst. Hiermee heeft zaak voor aan de Centrale de gemeente het zogeheten Raad van Beroep. Deze vindt vertrouwensbeginsel en de dat de gemeente onvoldoende rechtszekerheid geschonden, heeft onderzocht of de en de rechter had hieraan alternatieve oplossing die niet voorbij mogen gaan. werd geboden, aansluit De Centrale Raad beslist dan bij de beperkingen en de ook dat de gemeente alsnog situatie van het echtpaar. een traplift moet plaatsen.
de Kanteling
PGB WELZIJN: VEEL POSITIEVE EFFECTEN GEMEENTE ALMELO Het begon met een onderzoek naar de leefsituatie van chronisch zieke en gehandicapte inwoners van de gemeente Almelo (Van der Plaats; 2002). Uit dit onderzoek kwam vooral een groot gemis aan sociale contacten en zinvolle tijdsbesteding naar voren. De gemeente Almelo vond naar aanleiding van deze uitkomsten dat de betreffende mensen en hun mantelzorgers niet aan hun lot overgelaten mochten worden. Ze reali seerden een beter op hen toegesneden aanbod van welzijnsvoorzieningen. Verder bracht het persoonsgebonden budget, dat kort daarvoor was ingevoerd in de AWBZ, de gemeente Almelo op het idee dit concept van zelfsturing toe te passen op het gemeentelijke welzijns beleid. Zo is het projectplan ‘Perspectief met persoonsgebonden budget voor welzijn Almelo’ ontstaan. Met dit project won de gemeente Almelo in 2003 de Ineke Haas Berger Prijs.
Een andere kijk “Er is niet meer gezondheidszorg, maar meer welzijnszorg nodig”, zegt onderzoeker dr. Anneke van der Plaats. “Dit is ook de visie die aan het project ten grondslag ligt. Niets doen is een vaak sterk onderschatte veroorzaker van stress. Terwijl een afwisse lend activiteitenpatroon en welbevinden een gunstige uitwerking kunnen hebben op het verloop van ziektes. Als mensen weer de kans krijgen leuke dingen te kiezen en vervolgens daadwerkelijk te doen, verbetert dit hun wel bevinden en hun gevoel van zelfbeschikking en competentie.’’
Een andere aanpak De aanpak is eenvoudig. De gemeente Almelo kent chronisch zieke of gehandicapte inwoners en mensen in een kwetsbare positie die in een sociaal isolement verkeren, een persoonlijke subsidie van maximaal 450 euro per jaar toe voor vrijetijdsbesteding en sociaal contact. Oftewel: voor maatschappelijke participatie, een kernbegrip in de Wet maatschappelijke ondersteuning. Er wordt gestreefd naar zo min mogelijk procedures en bureaucratie. De aanmeldingen verlopen via intermediairs, zoals het ziekenhuis en de thuiszorg. Het pgb Welzijn blijkt te werken als contactmiddel. Het trekt sociaal geïsoleerde inwoners over de streep om in contact te komen met de gemeente. Deskundige consulenten van samenwerkingspartners MEE Twente en Scoop Welzijn gaan op huisbezoek. Aan de hand van een vragenlijst bespreken ze diverse levensgebieden en helpen zo nodig met regelingen en voorzieningen. Als basale zaken zoals zorg, huisvesting, vervoer en financiën (meer) op orde zijn, ontstaat ruimte voor de leukere dingen des levens. De deelnemers worden uitgedaagd te ‘dromen’ over wat ze nu écht willen. Op voorhand is ‘kan toch niet’ uitgesloten. Met enige creativiteit en aanpassing is vaak meer mogelijk dan men denkt. Het pgb Welzijn is flexibel en waar nodig onorthodox inzetbaar. Maatwerk is het adagium in combinatie met vertrouwen en positieve aandacht geven. Daarmee wordt de eigen kracht van mensen aangesproken.
persoonlijke situatie en interesses. Een greep uit de aanwendingen: aangepaste zwem-, zang-, muziek- of computerlessen, de huur van een saxofoon, een jaarkaart voor Heracles Almelo, al dan niet aangepaste visspullen, verhoogde bloembakken in de tuin, uitstapjes naar musea, dierentuin of de TT in Assen, een tweedehandse brommer, een babyfoon zodat de mantelzorger even het huis kan verlaten.
‘Het PGB Welzijn is een relatief eenvoudig instrument met veel positieve effecten’ Dr. Anneke van der Plaats heeft in haar tweede onderzoek de effecten onderzocht op de eerste veertig deelnemers. De nulmeting laat zien dat de deelnemers vaak kampen met meerdere ziektes. Ze ondernemen niet veel activiteiten en hebben weinig sociale contacten. Vrijwel iedereen zit op een minimum inkomen. Ongeveer een jaar na toekenning van het pgb Welzijn heeft de effectmeting plaatsgevonden: “Ondanks veel lichamelijke achteruitgang en leed, is te zien dat een meerderheid van de respondenten zich qua welbevinden beter voelt. De wens om te participeren is duidelijk gewekt en men wil er mee doorgaan.” Dankzij het project hebben de deelnemers weer perspectief gekregen in de vorm van nieuwe activiteiten, nieuwe contacten en nieuwe gespreksonderwerpen. “Een aardig neveneffect is dat verschillende deelnemers overtollige kilo’s zijn kwijtgeraakt. Verder zijn de mensen op weg geholpen naar regelingen en voorzieningen. ‘Ik sta er nu niet meer alleen voor’, horen we regelmatig.’’
Inzicht in leefwereld en behoeften inwoners MEE Twente en Scoop Welzijn organiseren bijeenkomsten, waardoor de deelnemers en hun mantelzorgers ook kennismaken met elkaar en met collectieve voorzieningen zoals bijvoorbeeld het gemeentelijke zorgloket, een klein theater en een activiteitencentrum. Het project leidt bij alle betrokken organi saties tot meer inzicht in de leefwereld en de behoeften van ernstig chronisch zieke mensen én hun mantelzorgers. Hierdoor ontstaan weer ideeën voor nieuwe activiteiten en oplossingen voor geconstateerde lacunes. Kortom, het pgb Welzijn is een relatief eenvoudig instrument met veel positieve effecten.
Een nieuwe samenwerking In het project werken veel organisaties met elkaar samen. De gemeente Almelo kan dit project niet alleen uitvoeren en is blij dat zo veel organisaties zich betrokken voelen bij het project en hun bijdrage leveren. De diverse ‘verwijzers’ en de consulenten van MEE Twente en Scoop Welzijn vervullen een cruciale rol. In de Stuurgroep, die het project begeleidt, wordt uitgebreid gesproken over verbetering van de ketensamenwerking tussen zorg en welzijn. De Stuurgroep ontwikkelt nieuwe ondersteuningsmogelijkheden aan chronisch zieke of gehandicapte mensen. De gezamenlijk gedragen projectvisie en de hartverwarmende, tastbare effecten op de cliënten motiveren alle betrokkenen tot constructieve samenwerking en vernieuwing.
Resultaten
07
zorgbelang gelderland
Een succesverhaal uit buurprovincie Overijssel.
De deelnemers besteden hun pgb Welzijn aan uiteenlopende za ken, afgestemd op hun
Bronvermelding: Gemeente Almelo (2007). Kleur brengen in het leven van… Het persoongebonden budget voor welzijn.
Checklist voor belangenbehartigers: Is uw gemeente al gekanteld?
Ja
Nee
Staat compensatieplicht omschreven in het Wmo-beleidsplan en de verordening Individuele voorzieningen? Geeft de gemeente objectieve en uitgebreide informatie over de Wmo? Denk hierbij niet alleen aan het verstrekken van voorzieningen, maar ook aan de mogelijkheid van een persoonsgebonden budget (pgb). Heeft de gemeente cliëntenondersteuners (MEE, ouderen consulenten) voldoende gefaciliteerd, zodat zij burgers kunnen begeleiden bij hun zorgvraag/aanvraag? Is de gemeente actief op zoek gegaan naar ex-AWBZ cliënten? Neemt de gemeente uitgebreid de tijd om samen met de burger te kijken naar de eigen situatie, waarbij alle persoonlijke omstandigheden in kaart worden gebracht? Is het gesprek op basis van gelijkwaardigheid? Zijn de cliëntenondersteuners (bijvoorbeeld MEE) voldoende op de hoogte van wet- en regelgeving, inclusief recente uitspraken van de rechtbank? Zijn de gemeenteambtenaren -vooral de Wmo consulentenvoldoende op de hoogte van wet- en regelgeving, inclusief recente uitspraken van de rechtbank? Neemt de gemeente in haar besluit alle mogelijkheden mee, waarbij de burger voor de meest compenserende voorziening wordt geïndiceerd? Wordt er creatief gezocht naar mogelijkheden om iemand te kunnen compenseren? Bestaat de Wmo-adviesraad uit vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties? Is de Wmo-adviesraad een afspiegeling van de Wmo-doelgroepen? Denk hierbij ook aan vertegenwoordigers van mensen met een verstandelijke en/of psychische beperking, dak- en thuislozen, allochtonen. Zijn naast de Wmo-adviesraad ook lokale belangenbehartigers actief? Worden, naast de Wmo-adviesraad, ook lokale belangenbehartigers betrokken bij de beleidsvoorbereiding? Hebben lokale belangenbehartigers en cliëntenparticipanten ook daadwerkelijk invloed op het Wmo-beleid? Zijn cliëntenparticipanten en belangenbehartigers betrokken (geweest) bij het ‘Kantelingproces’ binnen de gemeente? Denken cliëntenparticipanten en belangenbehartigers met de gemeente mee over het bereiken van kwetsbare groepen? Hanteert de gemeente een eigen bijdrage die overeenkomt met de bedoeling van de wetgever? Klopt het dat er in de verordening niet wordt gesproken over een inkomensgrens of een besparingsbijdrage? Zijn oude Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) termen, zoals ‘goedkoopst’, ‘adequaat’ en ‘zorgplicht’, uit de verordening geschrapt? Is het verstrekkingenboekje uit de schappen van de gemeente verwijderd? Worden in plaats van goedbedoelende vrijwilligers, goedgeschoolde professionals ingezet? Worden bezuinigingen niet op de Wmo afgeschoven? Indien bovenstaande vragen allemaal met JA kunnen worden beantwoord, dan is de gemeente goed gekanteld. De NEEantwoorden kunnen aanleiding zijn om hier tijdens een gesprek met de gemeente nader op in te gaan.
Bron: Project De Kanteling (2010). Compensatieplicht en Kanteling. Informatie en tips. Utrecht: CSO, CG-Raad en VCP.
de Kanteling
de Kanteling
verdedigend verfraaiend verschuilen achter de muur alles kunnen ontwijken tuimelen omdraaien rollen roteren kapseizen wentelen omvergooien achter de haag van bescherming kracht samenballen om na het omgaan zijn te zijn zonder fraai afschermende beschutting kantelen zonder kantelen bevrijdt het zijn wat je bent nieuwe kansen om te kijken naar de dingen zoals ze zijn durven in te steken Wileo www.gedichten-freaks.nl
Recept
Ingrediënten
• Diep bord of schaaltje • Garde • Snijplank en mes • Gereedschap om het gerecht te kantelen (een spatel of iets dergelijks)
Benodigdheden
kantelteefjes
• 8 sneetjes witbrood • Witte suiker (basterdsuiker) • 1 theelepel kaneelpoeder • 25 ml melk • 1 ei • 40 gram boter
Bereiding
1. Haal de boodschappen in huis. Doe dat bij voorkeur zelf, of vraag anders aan uw buren of familie of zij dat tijdens hun wekelijkse boodschappen voor u willen meenemen. En anders is er binnen uw gemeente vast een vrijwillige boodschappenservice. 2. Klop het ei in een diep bord of in een schaaltje. 3. Voeg het kaneelpoeder en de melk toe aan het geklopte ei. Maak van het mengsel een inclusief geheel. 4. Haal de korstjes van de boterhammen. Bezuinigen is hierbij niet aan de orde. 5. Haal de sneetjes brood één voor één door het mengsel. 6. Stapel ze vervolgens op elkaar op een ander bord. Zorg ervoor dat de hoogte van de stapeling hanteerbaar blijft voor u. 7. Giet de restjes van het mengsel over de stapel brood. 8. Laat dit ongeveer 4 minuten intrekken, totdat de sneetjes goed doorweekt zijn. 9. Voeg boter toe aan de koekenpan en bak de sneetjes 5 minuten. 10. Vergeet niet om ze tussendoor een paar keer te kantelen. 11. Bak de sneetjes brood tot ze een mooie goudbruine kleur hebben. Het is uw eigen verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat ze niet aanbranden. 12. Geef het gerecht een zoetige smaak door er basterdsuiker en kaneelpoeder overheen te strooien.
08
zorgbelang gelderland
de Kanteling
de Kanteling
Tijd om te antelen K
Alles kantelt (Lieske, 2010)
Hoe zou het zijn als je jezelf terug ziet als klein kind? Anton is vijfendertig jaar wanneer hij zichzelf als jongen op een dag tegenkomt op straat. De jongen is sterk onder de indruk van Rosemarie, het Duitse meisje dat na de oorlog bij hun gezin komt te wonen. Anton heeft niet lang geleden op dramatische wijze zijn vrouw verloren, en heeft weinig herinneringen aan Rosemarie. Datgene wat hij zich nog wel herinnert, komt eigenlijk niet overeen met wat de kleine jongen meemaakt. Maar hoe komt het dat Anton zich zo weinig herinnert? Wat is er in zijn jeugdjaren gebeurd dat hij de dingen verdringt?
09
zorgbelang gelderland
kantelen tuimelen van het spoor geraken in een passage zonder elkaar aan te raken
kantelen tuimelen komt ons vaak voor even van de baan af opstaan en voortgaan
kantelt een trein dan is dat nieuws, als mens moet je heel veel kantelen om tot nieuws te geraken
Wileo www.gedichten-freaks.nl
de Kanteling
De kanteling financieEl Door Jennifer van Leur, Zorgbelang Gelderland
De Wmo kent een compensatieplicht voor gemeenten. Zij moeten mensen met beperkingen ondersteunen in het meedoen aan de samenleving. De principes van de Kanteling lijken veel gemeenten hierbij houvast te geven: het thema staat bij de meeste gemeenten hoog op de agenda. Tegelijkertijd hebben gemeenten als gevolg van bezuinigingen te maken met tekorten op de begroting. Hoe voorkom je dat de ingezette vernieuwing en de beoogde participatie daardoor op de achtergrond raken? Jennifer van Leur van Zorgbelang Gelderland ging op zoek naar goede aanbevelingen en tips en stuitte hierbij op twee interressante publicaties.
De cijfers op een rij Het bureau PC Kwadraat (adviesbureau in en rond de zorg) heeft in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) onderzocht op welke punten de Kanteling extra kosten voor gemeenten met zich meebrengt én waar bezuinigingen mogelijk zijn.
In een gekantelde situatie kunnen kosten worden bespaard doordat:
• Meer tijd wordt besteed aan vraag verheldering en het doorspreken van oplossingen.
• Een groter deel van de burgers geen aanvraag voor een individuele voorziening indient.
• Medewerkers die het gesprek voeren een hoger functieniveau hebben dan de huidige indicatiemedewerkers.
• Er minder formeel bezwaar wordt gemaakt: burgers zijn vaker tevreden over de ondersteuning die wordt geboden.
• Arrangementen vaker eigen kracht, sociale netwerken en algemene voor zieningen bevatten.
• De duurzaamheid van arrangementen hoger is omdat het beter aansluit bij de situatie van de hulpvrager.
• Meer mensen worden bereikt aangezien de Kanteling de toegang tot ondersteuning laagdrempelig maakt voor mensen.
• De zorgcarrière van klanten ‘vlakker’ is en ze minder vaak doorstromen naar zwaardere vormen van hulp. • Arrangementen minder vaak individuele voorzieningen bevatten omdat alter natieve oplossingen worden gevonden in de sfeer van eigen kracht, sociale netwerken en algemene voorzieningen.
zorgbelang gelderland
De vraag die zich hierbij voordoet is: wat zijn de financiële effecten van deze kansen en risico’s voor de Kanteling? Ook dat is berekend door PC Kwadraat en het bureau komt met de volgende schattingen: • De uitvoeringskosten per cliënt kunnen tot wel 20% toenemen. • Daarnaast wordt verwacht dat het aantal aanvragen dat bij de gemeenten binnenkomt kan toenemen tot 7,5%. • Tegelijkertijd kan een afname worden verwacht van het gebruik van individuele voorzieningen, en daar kunnen behoorlijke bezuinigingen worden geboekt:
Type Individuele Voorziening
Potentiële Brutobesparing (in %)
Hulp bij het huishouden Woningaanpassingen Scootmobielen Overige vervoersvoorzieningen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer Rolstoelen
25 - 30 % 20 - 25 % 10 - 15 % 5 - 10 % 30 - 40 % 15 - 20 %
De uiteindelijke conclusies van PC Kwadraat zijn: • Goed kantelen kan geld besparen. • Wordt er gekanteld op een wijze die niet in de geest van de Wmo is, dan zal dat naar verwachting juist extra kosten met zich meebrengen. • Of gemeenten de besparingen kunnen realiseren, hangt af van de kwaliteit van het uitvoeringsproces, de beschikbaarheid van alternatieve voorzieningen en de politieke bereidheid van gemeenten om ‘scherp aan de wind te zeilen’. Bron: VNG (2010). De Kanteling financieel. Kosten en baten van een nieuwe aanpak in de Wmo. Den Haag: Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Aanbevelingen en tips Hoofdredacteur van het Wmo Magazine, Stan Verhaag, sprak voor het cliëntenproject ‘De Kanteling’ van de CG-raad, CSO en Program ma VCP met wethouders en Wmo-raden over het thema ‘De Kanteling en bezuinigingen’. Dit leverde een aantal ideeën op over hoe gemeenten hun begroting in de gaten kunnen houden zonder de kwetsbare burger hiermee tekort te doen.
Vraagvolgende financiering Zo is daar de mogelijkheid van vraag volgende financiering. Hierbij wordt eerst met de kwetsbare burger een gesprek aan de keukentafel gevoerd en wordt hij daarna geholpen om zelf te bepalen wat er nodig is. Vervolgens koopt de cliënt zelf de zorg in. De gemeente betaalt hierbij de instelling die de ondersteuning biedt per klant, en niet via een lumpsumbedrag aan subsidie. In de gemeente Huizen is hiermee ervaring opgedaan. (Zie ook het interview op pag.11) De vraagvolgende financiering heeft daar daadwerkelijk tot kostenbesparing geleid. Wmo-wethouder Jannie Bakker uit Huizen: ‘‘Mensen blijken veel meer op eigen kracht te kunnen oplossen dan wij vaak denken. De vraag van burgers financieren is altijd goedkoper dan het aanbod financieren. Want hoe groter je aanbod, hoe groter de vraag. Belangrijk is dat de afspraak wordt gemaakt dat je als gemeente er zult zijn voor mensen waar dat nodig is. Dat is dus feitelijk een open-einde financiering.’’
Dilemma gescheiden geldstromen Gemeenten die succesvol kantelen en daarmee geld besparen, krijgen wel te maken met het dilemma van de gescheiden geldstromen in de zorg. Hoe meer een gemeente investeert in de lokale Wmo, hoe beter zij kantelt en hoe beter de resultaten zijn die zij boekt, hoe groter de besparing op de landelijke AWBZ-kosten. Maar van die landelijk besparingen ziet de gemeente lokaal niets terug. Dat kan frustrerend zijn voor gemeenten, en een financieel argument om dan maar niet te kantelen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in dit kader recent een inventari satie gehouden onder de gemeenten om te kijken welke besparingsmogelijkheden zij gaan inzetten om de kosten voor de Wmo beheersbaar te houden. Volgens de VNG korten gemeenten over het algemeen niet op de budgetten voor de Wmo. Vaak
wordt gekozen voor het (verder) invoeren van eigen bijdragen en een inkomenstoets op individuele voorzieningen. Een aantal gemeenten geeft aan besparingen te zien door in het ‘gesprek’ beter te kijken naar wat nu echt nodig is.
Wmo-adviesraden Hoe betrekken gemeenten de burgers en hun vertegenwoordigers bij de Kanteling? Lokale belangenbehartigers hebben hun wortels in de samenleving. Zij kennen de praktijk, weten wat de behoeften en vragen zijn van burgers en mantelzorgers, kunnen uit ervaring meepraten over knelpunten en kansen. Zij weten ook waar de aanpak soms inefficiënt is en waar zelfs sprake is van verspilling. Daarom zijn Wmo-adviesraden een goede partner voor de gemeente als het gaat om het helpen formuleren van een visie op een juiste manier van kantelen, en het bedenken van bijvoorbeeld voorstellen voor bezuinigingen zonder de kwetsbare mensen ernstig te raken.
Vrijwilligers Ook vrijwilligers kunnen een belangrijke rol spelen in het realiseren van de Kanteling. Soms doen ze dat door ‘simpelweg’ de handen uit de mouwen te steken: ze maken het huis schoon, zijn mantelzorger, doen boodschappen. Daarmee ondersteunen ze mensen in hun zelfredzaamheid. Maar hoe bereik en betrek je de vrijwilliger? Sommigen zijn bang dat deze benadering te top-down is. Zij zijn van mening dat vrijwilligerswerk niet opgelegd kan worden en dat mensen die vrijwilligerswerk willen doen vooral zelf het initiatief moeten kunnen nemen. Maar daarbij is wel een belangrijke rol weggelegd voor de gemeente. Die moet de voorwaarden scheppen zodat mensen dat initiatief ook nemen. Bijvoorbeeld door bestaande organisaties te stimuleren om ook hun verantwoordelijkheid op te pakken. Dat geldt niet alleen voor de welzijnsorganisaties, maar ook voor bij voorbeeld sportverenigingen en geloofs gemeenschappen als kerken, synagogen en moskeeën. Bron: CG-Raad, Nieuwsbrief De Kanteling, aflevering 8, 9 juni 2011 (www.cg-raad.nl > wij werken aan > Wmo > project De Kanteling).
10
In een gekantelde situatie kunnen de kosten opgedreven worden doordat:
de Kanteling
Gemeente Huizen al ver gevorderd met doorvoeren Kanteling ‘De juristen en accountants zijn bij ons niet de baas’ Door Bertil Huzen
In Huizen heeft het ongericht subsidiëren van instellingen voor het aanbieden van diensten plaatsgemaakt voor het leveren van zorg op maat. Iedere Wmocliënt krijgt via een voucher-systeem een persoonsgebonden budget (pgb) waar hij of zij zelf zorg mee kan inkopen. Dat begint in Huizen aan de keukentafel. “We hebben vanaf het begin van de Wmo gezegd: de gemeente moet helemaal geen regie voeren. Dat moet de klant, de burger doen”, legt Bakker uit. “Dat hebben we ver doorgevoerd.
zorgbelang gelderland
‘We kijken ook hoe de deskundigheid bij burgers ingezet kan worden. Zeker mensen met een GGz-achtergrond zijn er heel goed in om op grond van eigen ervaringen anderen te begeleiden’ Letterlijk betekent dat met de handen op de rug het gesprek voeren, ook wat betreft de financiële situatie. Bij de meeste mensen voeren we die gesprekken thuis, aan het loket handelen we alleen nog simpele vragen af. Maar de mensen moeten zelf aangeven waarvoor ze hulp nodig hebben. In principe moet je je eigen leven regelen, maar waar het niet gaat moet de gemeente compenseren.” De veelgehoorde kritiek dat kwetsbare groepen zoals ouderen of mensen met een GGz-achtergrond hun hulpvraag niet goed kunnen formuleren, maakt op Bakker geen indruk. “Mijn ervaring is dat ook die dat heel goed kunnen. Soms moet je iets meer doorvragen.”
Geen verantwoordingsplicht Aan het woord is een bevlogen wethouder die haar roots in de patiëntenbeweging heeft liggen. Voor ze wethouder werd, was ze directeur van de Nierstichting. Per Saldo, de belangenvereniging van pgbhouders, riep Huizen uit als de beste plek voor gehandicapten. Zo hoeven mensen met een pgb voor hulp bij het huishouden geen verantwoording af te leggen over de besteding van hun pgb. Bakker vindt de nominatie eervol, maar bekent dat voor de gemeente in de eerste plaats pragmatisme telde: “Die verantwoording kostte ons 40.000 euro per jaar aan accountantskosten, die we nu voor andere dingen kunnen in zetten. Voor iemand een pgb krijgt, voeren we al diepgaande gesprekken en dat doen
we goed. Dan hoef je de besteding niet achteraf nog eens te gaan controleren.” Het ‘Huizense model’ kwam er volgens Bakker niet zonder een cultuuromslag. “Allereerst moet de ambtelijke top ook geloven in het model. Maar het vraagt ook veel van je Wmo-ambtenaren”, vertelt Bakker. “Je moet bijvoorbeeld geen exhulpverleners hebben, die meteen naar een oplossing gaan zoeken, maar open minded HBO’ers met goede gesprekstechnieken. Bij complexe medische problemen kun je advies vragen, maar dat hoeft niet per se bij het CIZ te zijn.”
Het komt dan ook regelmatig voor dat Wmoconsulenten ‘buiten het verstrekkingenboekje gaan’. Bakker: “We hadden bijvoorbeeld een hulpvraag van een secretaresse met een dwarslaesie. Ze kon alleen aan het werk blijven als ze één keer per jaar een nieuwe rolstoel zou krijgen, terwijl de beleidsregels voorschrijven dat je daar maar één keer per vier jaar voor in aanmerking komt. Dat hebben we dus gewoon jaarlijks gedaan, want zo compenseer je wat iemand daadwerkelijk nodig heeft. En reken maar uit hoeveel het kost als iemand anders in de bijstand terechtkomt.” Maar het betekent volgens Bakker ook nee durven zeggen als iets niet nodig is.
Bakker: “Als jij bijvoorbeeld je auto moet verkopen omdat je niet meer kunt autorijden, zie ik niet in waarom de gemeente dan een scootmobiel zou moeten betalen. Die kun je dan ook zelf kopen.”
Zonodig bijplussen “De eerste vier jaar hebben we het geld dat we overhielden gereserveerd voor de Wmo. Nu doen we dat niet meer. Als we teveel uitgeven, dan moeten we bijplussen. Dat hebben we als college en gemeenteraad afgesproken. En het voordeel van deze werkwijze is dat ik, stel dat het duurder wordt dan begroot, wel kan laten zien waarom. Ik hoef alleen maar de dossiers te overleggen en je kunt zo zien waaraan het geld besteed is. Dat geld zit niet verstopt in begrotingen van instellingen.” Bakker ziet in het Huizense model ook een oplossing voor de landelijke politiek: “Doe die AWBZ maar zoveel mogelijk naar de gemeenten. Wij zijn toch al in gesprek met de mensen waar het om gaat. De stijging van de zorgkosten in de toekomst kunnen we alleen maar betalen als we de vraag gaan financieren.”
Mantelzorgondersteuning Bij de overgang van aanbodsgericht naar vraaggestuurd werken, waren de resultaten bij de mantelzorgondersteuning het meest spectaculair. Bakker: “Bij de pilot voor mantelzorgondersteuning, waarmee we begonnen zijn, bleek al snel dat er naar veel producten nauwelijks vraag was. Uit individuele gesprekken bleek dat mantelzorgers vooral zorgen hebben over de mensen waarvoor ze zorgen, bijvoorbeeld door de bezuinigingen bij de AWBZ. Naar uitjes voor mantelzorgers was helemaal geen vraag, hooguit wilden ze zelf er wel eens uit met het gezin. Het meest gevraagde product was ‘onzekerheidsreductie’. Dan zeiden ze: nu we weten hoe het zit, is het goed. Die uitkomst hadden we zelf ook niet voorzien.” Eén van de gevolgen was dat er van de 50.000 euro die in 2010 gereserveerd was voor extra projecten in de mantelzorgondersteuning slechts 2000 euro uitgegeven is.
Geen ongerichte subsidiëring Dat het voorzieningenniveau door de nieuwe werkwijze verandert, is volgens Bakker onvermijdelijk. Bakker: “Het is ook een uitdaging voor welzijns- en zorginstellingen. Maar ik ben ervan overtuigd dat geen enkele aanbieder diensten wil verlenen waar eigenlijk geen behoefte aan is.” Bakker kent genoeg voorbeelden van ongerichte subsidiëring van aanbod die niets opleverden: “Via de sociale dienst hebben we het project ‘Meedoen’. Een veel voorkomende hulpvraag betreft verveling door een gebrek aan een zinvolle tijdsbesteding. Voorheen werden deze mensen verwezen naar het maatschappelijk werk, maar elke keer kwam daar geen echte oplossing vandaan, terwijl we er wel veel geld inpompten. Nu deze mensen via het project ‘Meedoen’ weer iets zinvols te doen hebben, zien we het beroep op maatschappelijk werk afnemen”
Open einde-financiering Er wordt door andere gemeenten vanuit een soort ‘bezuinigingsdrang’ naar Huizen gekeken, merkt Bakker. “Maar als je alleen wilt bezuinigen moet je dit niet doen. Het is wel een ‘open einde-regeling’, want alle mensen die aan het loket komen moeten wel geholpen worden. Dus moet je als gemeente ook bereid zijn te betalen als het meer kost. Wij doen ook dingen die
Wethouder Janny Bakker (CDA).
Rubriek Juridische weetjes
duidelijk en uitgebreid motiveren
1
Mijnheer Jacobsen (61 jaar) heeft een spierziekte en is op grond van zijn beperkingen volledig arbeidsongeschikt verklaard. Wel rijdt hij in goed overleg met het UWV een aantal uren per week als chauffeur voor het leerlingenvervoer. Zijn spierziekte is progressief. Hierdoor heeft hij vooral in de herfst en winter overdekt en verwarmd vervoer nodig, hij heeft namelijk een verhoogde kans op longontsteking. Van het UWV ontvangt mijnheer Jacobsen per kwartaal 400 euro voor vervoerskosten, dit is bedoeld voor vervoer in de persoonlijke levenssfeer. De totale vervoerskosten die mijnheer Jacobsen per kwartaal maakt, waar onder de kosten voor het woonwerk verkeer in verband met het leerlingenvervoer, liggen beduidend hoger dan het bedrag dat hij van het UWV krijgt. Hij vraagt daarom bij de gemeente een Wmo– vervoersvoorziening aan.
2
De gemeente wijst de aan vraag af met het argument dat de vervoersvoorziening van het UWV een zogeheten voorliggende voorziening is. Volgens de gemeentelijke
3
voorziening wordt afgewezen omdat de voorzieningen– rechter vindt dat de situatie van aanvrager niet nijpend is: hij ontvangt immers al een vergoeding. Wel geeft de voorzieningenrechter aan dat de gemeente niet zo maar mag zeggen dat een vergoeding van het UWV een standaard voorliggende voorziening is. Zelfs niet als deze vergoeding maximaal is. De gemeente dient meer rekening te houden met de omstandigheden van De voorzieningenrechter geeft mijnheer Jacobsen en hoort een eventuele afwijzing op aan dat het geld van het UWV grond van de voorliggende niet voor woon-werkverkeer voorziening duidelijk en is bedoeld. uitgebreid te motiveren. De voorlopige
verordening kan daarom geen aanspraak meer worden gedaan op de Wmo. Mijnheer Jacobsen gaat tegen deze uitspraak in beroep. In af wachting van de rechtszaak vraagt hij een voorlopige voorziening aan bij de recht bank. Hierbij geeft hij aan dat de vergoeding van het UWV zo laag is, dat hij genoodzaakt is om het geld van het UWV ook in te zetten voor zijn woonwerk verkeer.
11
Omdat er nog bijna nergens echt begonnen is met de Kanteling, zijn er nog nauwelijks ervaringen mee opgedaan. Zorgbelang Gelderland trok daarom de provinciegrens over om te kijken in de Noord-Hollandse gemeente Huizen (’t Gooi), waar de Kanteling al heel ver is doorgevoerd. Wethouder Janny Bakker (CDA) staat pal voor de Huizense aanpak: “We zien dat de kosten omlaag gaan als je de vraag gaat financieren in plaats van het aanbod.”
het duurder maken, als die noodzakelijk zijn. De juristen en accountants zijn bij ons heel belangrijk, maar ze zijn niet de baas. Wmo-consulenten moeten kunnen doen wat nodig is, zolang ze het maar goed kunnen motiveren. Een elektrische fiets wordt bijvoorbeeld in principe niet door de gemeente verstrekt, maar als het de meest adequate voorziening is dan kunnen wij dat zo nodig zelfs aan de rechter uitleggen.”
de Kanteling
Juridische weetjes
Juridische weetjes
Sociale omgeving wel van belang
Gebruikelijke zorg in de praktijk
Mevrouw Witjes van 65 jaar heeft de aandoening MS en kan daardoor moeilijk traplopen. Ze vraagt bij de gemeente een traplift aan. De gemeente wijst de aanvraag af en biedt mevrouw Witjes een vergoeding van 2.500 euro aan zodat ze kan verhuizen naar een gelijkvloerse woning. Mevrouw Witjes maakt hiertegen bezwaar.
Mevrouw Keijzer heeft vijf kinderen in de leeftijd van zes tot veertien jaar. Zij doet een aan vraag voor huishoudelijke hulp omdat zij vanwege haar beperkingen niet zelf kleding kan wassen. De gemeente maakt hierop een berekening van het aantal minuten dat mevrouw Keijzer hulp nodig heeft bij het wassen: per week 60 minuten voor haar zelf en verder 30 minuten per week per kind. Dat zijn 210 minuten, waarop 30 minuten in mindering wordt gebracht omdat mevrouw Keijzer zelf in staat is de was in de wasmachine te doen en de was op te vouwen. Uiteindelijk wordt 180 minuten toegekend, waartegen mevrouw Keijzer bezwaar aantekent.
dat verhuizen goedkoper is en dat er een geschikte woning is gevonden op 800 meter afstand van de huidige woning van mevrouw Witjes. Mevrouw Witjes gaat in be roep. De rechter ziet echter geen gronden waarop de gemeente haar beslissing zou moeten herzien. De Centrale Raad van Beroep denkt daar anders
2
over. De Raad vindt dat te weinig rekening is gehouden met de argumenten die mevrouw Witjes aandraagt. De buurt, de auto voor de deur en de mantelzorg van de buren dragen bij aan de zelfstandigheid van mevrouw Witjes. De gemeente moet volgens de Raad een PGB toekennen waarmee ze alsnog een traplift kan aanvragen.
Kantelen. Het realiseren van een organisatieverandering (Rob van Haastrecht, 1995). Dit boek geeft u de benodigde gereedschappen om organisatieveranderingen te bewerkstelligen. Dit gebeurt aan de hand van een planningsmodel waarmee u deze veranderingsprocessen kunt aansturen. Het boek is bedoeld voor iedereen die organisatieveranderingen moet realiseren en voor mensen die dit willen leren. Achterin staat een handige checklist, die je helpt om alle belangrijke aspecten mee te nemen in het veranderplan. Rob van Haastrecht heeft gewerkt bij de vakgroep Commerciële Beleidsvorming van de Erasmus Universiteit en bij de Boston Consultancy Group. Sinds 2004 is hij directeur van zijn eigen bedrijf, OEP Management Consulting BV.
Procederen in de Wmo: zorgbelang gelderland
het resultaat telt Door mr. dr. M.F. Vermaat, advocaat te Amsterdam bij Van der Woude De Graaf Advocaten en gespecialiseerd in Wmo en AWBZ, www.woudegraaf.nl
De gemeente gaat over het verstrekken van individuele voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Als u iets heeft aangevraagd en u krijgt niet wat u wilde, dan kunt u in bezwaar en vervolgens in beroep bij de rechtbank. Maar voordat u dat gaat doen wilt u natuur lijk weten of u enige kans op succes heeft. Daarvoor is het nodig te weten wat de basis principes van de Wmo zijn. In dit artikel ga ik daar in hoofdlijnen op in.
Compensatiebeginsel In de Wmo is onder meer geregeld dat de gemeente verantwoordelijk is voor het meedoen aan de samenleving door haar burgers. En dan met name door die mensen die beperkingen hebben als gevolg van, kort gezegd, een handicap of een psychische of psychosociale beperking. Dat participeren kan op meerdere manieren, maar ook door het verstrekken van individuele voorzieningen. Hoe ver de gemeente daarin moet gaan is vastgelegd in artikel 4 van de Wmo, het ‘compensatiebeginsel’. Maar wat is dat? Het compensatiebeginsel is een van de kernbepalingen van de Wmo. Het houdt de plicht voor de gemeenten in om beperkingen op het gebied van het voeren van een huishouden, het zich in en om de woning te verplaatsen en om zich lokaal te vervoeren, weg te nemen. In de Wmo wordt helaas niet duidelijk gemaakt op welke manier de gemeente de compensatieplicht in moet vullen. De afgelopen jaren is in de
rechtspraak duidelijker geworden hoe de wet moet worden geïnterpreteerd. Er zijn nog wel wat vraagpunten over, maar de hoofdlijnen zijn inmiddels wel duidelijk.
Het resultaat telt Het gaat dus in de eerste plaats om het compenseren van beperkingen op het gebied van de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Hoe de gemeente dat doet is een zogeheten resultaatsverplichting. Dit betekent dat de rechter niet alleen kijkt of het een redelijke oplossing voor uw probleem is. Hij kijkt welke oplossingen de gemeente voorstelt en controleert of dat voldoende compensatie oplevert. Daarbij wordt steeds gekeken of de gemeente met de voorzieningen iemand in een vergelijkbare positie brengt als iemand zonder beperkingen. Een vergelijkbare positie, niet dezelfde positie. Daarbij wordt niet zozeer vergeleken met de gemiddelde persoon, maar wat iemand als u, in uw omstandigheden, maar dan zonder beperkingen zou kunnen. Als u bijvoorbeeld gewend bent uw kinderen naar school te brengen en u kunt dat niet meer, dan moet het uitgangspunt zijn dat u dat wel weer kunt. Dat kan ook betekenen dat de ene burger wel een bepaalde vervoersvoorziening krijgt en een ander niet. Maatwerk dus.
Weet waarover u het heeft Als u besluit in bezwaar te gaan, dan is het zonder meer zinnig om u te verdiepen in de
1
Mevrouw Keijzer vindt dat er drie keer per week gewassen moet worden en verwijst hierbij naar het protocol Gebruikelijke Zorg van het CIZ. Het bezwaar wordt door de gemeente afgewezen en mevrouw Keijzer gaat in beroep bij de rechtbank. De Rechtbank deelt haar mening en vindt, gelet op de samenstelling van het gezin, dat drie keer per week hulp bij de was noodzakelijk is.
van de beslissing van de Centrale Raad van Beroep, vraagt de gemeente aan de voorzieningenrechter om de toegekende hulp niet te veranderen totdat de uitspraak van de Centrale Raad bekend wordt gemaakt. De gemeente is van mening dat de kans dat zij in het gelijk wordt gesteld heel groot is. Kijkend naar de inkomenssituatie van het gezin is de gemeente grond om anders te beslissen, bang dat een eventuele aldus de voorzieningen terugvordering van het geld De gemeente tekent hoger rechter. beroep aan en wijst hierbij op problemen zal opleveren. het feit dat het CIZ-protocol Uiteindelijk stelt de Centrale over Gebruikelijke Zorg voor De voorzieningenrechter Raad van Beroep de gemeente wat betreft het aantal keren stelt echter dat er geen in het gelijk omdat er in dit wassen uitgaat van kinderen spoedeisend belang is gezin inderdaad geen sprake tot vier jaar oud. Dit omdat om vooruit te lopen op is van kinderen in de leeftijd wordt verondersteld dat de beslissing van de tot vier jaar. De Centrale Raad kinderen na hun vierde jaar Centrale Raad. De te van Beroep verwijst hierbij zindelijk zijn. Daar is in dit verwachten problemen naar het eerder genoemde gezin geen sprake van, aldus bij terugvordering van het Protocol Gebruikelijke Zorg de gemeente. In afwachting van het CIZ. bedrag zijn onvoldoende
2
3
rechtspraak. Informatie hierover is o.a. te vinden op www.rechtspraak.nl. Maar, zoals gezegd, wat in de ene zaak geldt, gaat niet per se ook op in een andere zaak. Dat komt door het individualiseringsprincipe. Steeds moet naar de aanvrager worden gekeken. U krijgt echter ook een handreiking van de Wmo zelf. In artikel 26 van de Wmo staat namelijk dat in de motivering van een beschikking op een aanvraag om een individuele voorziening, staat op welke manier, met wat besloten is, wordt bijgedragen aan het behouden en het bevorderen van uw zelfredzaamheid en de normale maatschappelijke participatie. Veel Wmo beschikkingen van de gemeente schieten op dat punt tekort. Er is onvoldoen de onderzoek verricht of er wordt direct gezegd dat er wel verhuisd kan worden of dat het collectieve vervoer een voldoende oplossing is. Dat kan zo zijn, maar vaak ook niet. Steeds is de vraag: voorziet de oplossing zodanig in mijn behoeften dat ik weer in een gelijkwaardige positie verkeer? Er zijn natuurlijk ook andere situaties denkbaar. U wilt bijvoorbeeld een persoons gebonden budget voor een scootmobiel maar die krijgt u niet, of een veel lager budget. Ook dan is het verstandig om eerst even in de wet te kijken (www.st-ab.nl is een handige site) en dan het artikel over het pgb te lezen (artikel 6 Wmo). Vervolgens kunt u op zoek gaan naar rechtspraak. Aan de hand van wat u in de wet heeft gezien en in de rechtspraak heeft gelezen, kunt u beter beoordelen of de gemeentelijke verordening en het gemeente lijke beleid overeenkomen met de bedoeling van de wetgever.
Zelf doen? Als u ook maar enigszins twijfelt, moet u zeker in bezwaar gaan. Het is de plicht van de gemeente om goed uit te leggen waarom hun besluit con form de wet is.
12
1
Ze woont al meer dan 36 jaar in de wijk, kan haar auto goed voor de deur kwijt en krijgt hulp van haar buren. Ze wil daarom niet verhuizen. De commissie Bezwaar van de gemeente adviseert de gemeente om mevrouw Witjes een pgb van 2.500 euro toe te kennen zodat mevrouw zelf een traplift kan aanschaffen. De gemeente zegt hierop
4
En in een bezwaarprocedure kunt u de gehele besluitvorming nog eens opnieuw laten doen. Dat kost niks. Dat wordt anders als u in beroep wilt. Dan moet u griffierecht betalen. U kunt een procedure bij de rechtbank zelf voeren, maar dan loopt u het risico het spoor bijster te raken in het juridische bos. Bovendien geldt voor veel mensen dat het nogal zwaar is om hun eigen zaak te doen. U kunt hulp zoeken bij diverse instanties, maar ook bij een advocaat. Bedenk daarbij wel dat u zeker weet dat de advocaat verstand van zaken heeft. U kunt daar achter komen door bijvoorbeeld op www.rechtspraak.nl de naam van een advocaat in te vullen en te kijken wat voor zaken hij of zij doet. Ook kunt u hier navraag naar doen bij MEE of het Juridisch Loket bij u in de buurt. Advocaten kosten geld, maar voor mensen met een smalle beurs kent Nederland het systeem van de gefinancierde rechtshulp. Of u daarvoor in aanmerking komt, kunt u nagaan op www.rvr.org. Dat is de site van de Raad voor Rechtsbijstand.
de Kanteling
‘Zelf, samen, gemeente’ zijn zowel de drie kernbegrippen als het motto van het Wmobeleid van de gemeente Barneveld. De Kanteling krijgt vorm als een interactief proces, waarbij gemeente, Wmo-raad, maatschappelijk middenveld en burgers actief betrokken zijn. “Het is een prikkelende wisselwerking, waarmee je de participatie van de burger invulling geeft”, vindt Thomas Kool, secretaris van de Barneveldse Wmoraad. ‘Zelf’ staat voor zelfredzaamheid, ‘samen’ voor versterking van de samenleving die het Wmo-beleid moet dragen en ‘gemeente’ voor het vangnet van ondersteunende voorzieningen. “Mensen moeten er vanaf dat ze denken: dat doet de overheid wel voor mij. Zolang je dat kunt denken, ben je verantwoordelijk voor je eigen leven”, vertelt Kool. “Maar we moeten wel waken dat kwetsbare burgers zoals ouderen en gehandicapten, zich onnodig zorgen maken over de ondersteuning vanuit de Wmo. Niet iedereen is in staat om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen zorg en welzijn.”
In Barneveld startte eind 2011 een pilot waarin een theoretisch model van ´het gesprek´ in de praktijk getest wordt. ‘Vier medewerkers hebben daartoe een training oplossingsgerichte gespreksvoering gevolgd’, vertelt Els van Beurden, Wmoadviseur bij de gemeente Barneveld. “Het gaat om het scheiden van de vraag en de aanvraag, dus de aanvraagprocedure naar achteren schuiven en aan de voorkant eerst eens goed kijken wat de vraag is”, legt Van Beurden uit. “De klant is eigenaar van zijn eigen probleem en dus ook eigenaar van zijn eigen oplossing en degene die het gesprek gaat voeren stuurt als het ware de klant om naar zijn eigen oplossing te zoeken. De oplossing van hetzelfde probleem kan voor verschillende klanten anders zijn. We willen ervan af dat we pas in gesprek kunnen als er een aanvraagformulier ingevuld is.”
‘Wmo brengt het diaconaat terug in de kerk’ Door Bertil Huzen
‘De vele kerken in Barneveld vormen een enorm potentieel van vrijwilligers, maar een vanzelfsprekende bron voor de Wmo is het daarom nog niet’
Hoewel de Kanteling veel breder is, focust Barneveld vooralsnog op ´het gesprek´. Van Beurden: “We hebben gezegd: als gemeente beginnen we met onszelf, wij moeten de burger anders gaan benaderen, maar we beseffen dat we ook heel wat vergen van de burger. Dat betekent heel veel communicatie, ook naar welzijnsorganisaties en vrijwilligers, die deze werkwijze nog niet in hun bloed hebben zitten. Mijn ambitie is dat ook welzijnsorganisaties zo’n training oplossingsgerichte gespreksvoering gaan volgen, dat we het in ieder geval breder opzetten dan alleen binnen onze interne afdeling.”
Nul-meting
Het lijkt zo simpel, maar in de praktijk valt dat tegen. Van Beurden: “Iedereen bij ons had een eigen idee bij de Kanteling. Ambtenaren zeiden: dat doen we al lang. Maar als je dan even doorvroeg, bleek dat ze er heel verschillende dingen bij dachten. Onze ambtenaren zijn gewend claims te beoordelen, daarvoor beschikken ze over kennis en gespreksvaardigheid. Maar dit is
Els van Beurden vindt dat de relatie Kanteling-bezuiniging teveel benadrukt wordt: “We hebben als gemeente gezegd dat de Kanteling niet meer mag kosten dan het oude systeem. Als het minder kost is het mooi. We moeten vermijden dat mensen denken: straks krijg ik die zorg niet meer. Maar je mag best eerlijk zijn en tegen mensen zeggen: het kan niet
Juridische weetjes
Alleen het hele verhaal telt Mevrouw Lucas heeft diverse beperkingen door een actief gezwel in haar hypofyse. Ook heeft zij beginnende botontkalking. Mevrouw Lucas vraagt bij de gemeente een verhuis kostenvergoeding, een taxikostenvergoeding en hulp bij het huishouden aan. De gemeente wint hiervoor advies in bij de GGD. De GDD-arts gaat bij mevrouw Lucas thuis langs en constateert dat de beperkingen niet dusdanig van aard zijn dat zij ondersteuning nodig heeft. De gemeente wijst daarom de aanvragen af. Mevrouw Lucas dient hierop een bezwaarschrift in bij de gemeente. De bezwaarcommissie ziet geen reden te twijfelen aan het oordeel van de GGD-arts en verklaart het bezwaar ongegrond. Ook de rechtbank is het eens met de gemeente en verklaart het beroep van mevrouw Lucas ongegrond. Mevrouw Lucas legt haar zaak voor bij de Centrale Raad van Beroep. Tijdens de behandeling van haar zaak weet ze haar gezond heidsklachten goed toe te lichten. Zo overlegt ze aan
Kool signaleert dat de hoge ‘kerkelijke vrijwilligersdichtheid’ ook een schaduw zijde heeft omdat er minder snel een beroep wordt gedaan op gemeentelijke voorzieningen: “Als jouw schoonmoeder huishoudelijke hulp aanvraagt, hoef jij als mantelzorger absoluut niet overbelast te raken. Maar soms wacht men te lang om hulp in te roepen. Daar mag je mensen ook best een beetje in stimuleren, want sommige mensen hier zien dat erg zwartwit.” Kool beseft dat dit op enigszins gespannen voet staat met het uitgangspunt van ‘eigen kracht’. Ook Van Beurden ziet een zelfde effect: “Uit benchmark-onderzoeken blijkt dat er minder vragen om informatie en advies bij ons loket terechtkomen en ook minder aanvragen. Dat kan komen omdat kerken al veel doen, al is de Wmo-raad van mening dat het komt omdat ons loket niet goed genoeg bekend is.”
een heel andere manier van werken. Dat is dus echt een uitdaging.” Kool benadrukt het belang van individuele competenties van medewerkers en van casuïstiek overleg. Kool: “Je hoeft niet bang te zijn voor het gesprek, als je de materie beheerst.”
Praktijk niet zo simpel
1 2
‘Best bijzonder’ vindt Van Beurden dat. De vele kerken in Barneveld vormen een enorm potentieel van vrijwilligers, maar een vanzelfsprekende bron voor de Wmo is het daarmee nog niet. Van Beurden: “Er is een diaconaal netwerk waarin aanvankelijk drie kerken samenwerkten; er was een gezamenlijke formulierenhulp en informatieen advieshulp. Op een gegeven moment werd er toen gezegd: we doen dat niet alleen voor onze eigen mensen, maar eigenlijk voor alle burgers. Dat was aanvankelijk wel weer een bottleneck voor sommige kerken die vooral gericht waren op de eigen gemeente, maar wat je nu ziet is dat er inmiddels negen kerken meedoen.” Volgens Kool biedt de Wmo de gemeente de gelegenheid om de afzonderlijke kerkelijke activiteiten te faciliteren en te coördineren: “Het kan wel zijn dat kerken al veel deden, maar als je niet van elkaar weet wat er allemaal gedaan wordt, werk je langs elkaar heen.”
Schaduwzijde
de Centrale Raad medische gegevens van haar huisarts en fysiotherapeut. Daaruit blijkt dat mevrouw Lucas naast de eerder genoemde beperkingen ook last heeft van incontinentie, wat een probleem is omdat ze haar woning alleen kan bereiken via een trap van dertig treden. Verder maakt ze aannemelijk dat ze op grond van haar lichamelijke beperkingen psychosociale problemen heeft ontwikkeld. Dit alles leidt er toe dat de Centrale Raad van Beroep
3
concludeert dat de GGD-arts onvoldoende heeft gekeken naar de vervoersbeperking van mevrouw Lucas. Ook heeft de GGD-arts de psycho sociale klachten van mevrouw Lucas en de incontinentie problematiek te weinig mee gewogen in het advies aan de gemeente. De gemeente moet de aanvraag van mevrouw Lucas daarom opnieuw in behandeling nemen en daarbij alle aspecten van de situatie waarin mevrouw Lucas zich bevindt op een juiste wijze laten meewegen.
Van individueel naar collectief meer zoals vroeger.” Wel wordt in de pilot nadrukkelijk gekeken naar de hoogte van uitvoeringskosten van de nieuwe werkwijze. “Ik hoop dat we zo goed communiceren dat we die mensen mee kunnen nemen. Het is niet de bedoeling om een hele doelgroep kwetsbare mensen buiten de deur te houden. Dat is zeker een aandachtspunt: mensen die niet goed voor zichzelf kunnen opkomen.” Toch was er onlangs de nodige kritiek toen de verantwoordelijke wethouder in de gemeentelijke Wmo-krant wat al te rechtstreeks een verband legde met een bezuinigingsopdracht. “Die kritiek was misschien wel terecht. Het kan een effect zijn, maar bezuiniging is niet de doelstelling waarmee wij met de Kanteling aan de slag gaan”, corrigeert Van Beurden de beeldvorming die is ontstaan. “De Kanteling heeft niet alleen ‘een bezuinigingskant’, maar vooral een ‘cultuurkant´, een gedragsverandering”, vult Kool aan.
Terugkeer van diaconaat “Er zit natuurlijk wel degelijk een bezuinigingsoperatie in de Kanteling, want zoals we met z’n allen onze ver zorgingsstaat ingericht hebben wordt het veel te duur”, geeft Kool aan. “Er moet dus wat gebeuren. Je mag ook de kerken aanspreken op het invullen van noem het maar gewoon christelijke naastenliefde. Door de Wmo komt het diaconaat weer terug in de kerk, daarmee bedoel ik de sociale functie. Een kerk heeft heel veel vrijwilligers en mantelzorgers.” Kool is niet alleen secretaris van de Wmo-raad, maar in die raad ook de vertegenwoordiger van het kerkelijk platform in Barneveld.
13
zorgbelang gelderland
Vraagverheldering
Barneveld zoekt creativiteit en kracht in de samenleving
Kool ziet voor de kerken vooral een taak op het gebied van welzijn: “Zorg bieden als iemand ziek is, dat lukt nog wel. Maar op het gebied van welzijn hebben oude methodes vaak niet goed gewerkt. Een professional moet een meetbare prestatie leveren, maar een kerk mag gewoon present zijn in de vorm van aandacht geven, zeg ik wel eens. In plaats van individuele maaltijdvoorziening aan huis zou je bijvoorbeeld iets collectiefs kunnen organiseren, zodat mensen geza menlijk kunnen eten. Dan zorg je dat ze hun warme maaltijd hebben, maar tegelijkertijd voorzie je ook in een behoefte bij mensen die misschien ook al een beetje eenzaam dreigden te worden.” Van Beurden: “Als we minder van die dure individuele voorzieningen willen inzetten, zullen we creatief na moeten denken over allerlei voorzieningen die niet per definitie van de gemeente zijn, want wij zijn er voor de individuele voorzieningen. Als de medewerkers die met de pilot aan de gang gaan vaak dezelfde vraag tegenkomen, bijvoorbeeld honden uitlaten, dan is dat een signaal dat we bij het maatschappelijk middenveld iets moeten uitzetten. Niet alleen bij de kerken, maar ook bij de wijkplatforms en onze andere partners.” Zowel Kool als Van Beurden denken dat daar ook de meeste winst valt te halen bij de Wmo. Van Beurden: “Als het lukt om dure individuele voorzieningen te vervangen door algemene voorzieningen, en daar reken ik dan ook de vrijwillige inzet toe, dan zit daar de grootste besparing van de kosten in. In die zin is de winst in de samenleving te behalen.” Kool: “Maar als wij als Wmoraad van mening zijn dat een bepaalde voorziening een inadequate invulling is van het compensatiebeginsel, dan reageren we daar natuurlijk wel op.”
de Kanteling
‘Er is een grote politieke druk om financiële middelen op de goede manier en zo efficiënt mogelijk te besteden. Maar het Wmo-geld is niet geoormerkt. Je blijft altijd een beetje angst houden dat het gebruikt wordt om een gat te dichten. Dan moet je hopen dat de gemeenteraad ruggengraat heeft’ In de gemeente Brummen werken gemeente en welzijnsorganisaties bij de uitvoering van de Wmo samen in één gebouw: Loket Wegwijs. Wie met een hulpvraag bij het gemeentehuis komt, wordt dan ook doorverwezen naar het gebouw van Wegwijs, dat bekend staat als Plein 5. “De muurtjes tussen de verschil lende organisaties moeten geslecht worden, want het gaat om de klant”, legt Wegwijs-coördinator Hennie Altena uit. De hechte samenwerking dateert al van ver voor de Wmo. In 2004 besloten woning stichtingen, welzijnsorganisaties en een aantal gemeentelijke diensten achter één en hetzelfde loket te gaan zitten. “Het was voor mensen vaak een zoektocht waar ze nou terecht konden voor hun hulpvragen”, vertelt Altena. “Het heeft voor ons het voordeel dat wij, als verschillende hulpverlenende instanties, ons veel bewuster zijn van wat precies de vraag is, wat de vraag achter de vraag is.”
Brummen slecht muurtjes tussen verschillende organisaties ‘Het deelgenoot worden van elkaars zorgen is zo belangrijk’ Door Bertil Huzen
vin
den
van n ee
passend
ord o w t n a
Bij een tevredenheidsonderzoek onder cliënten haalde Brummen dan ook een dikke voldoende. Aan de voordeur is alles dus keurig geregeld, maar aan de achterdeur moet er nog veel gebeuren, vindt Altena. “We hebben een kleine gemeente, dus de lijnen zijn megakort en de structuren zijn overzichtelijk, Maar we zijn er nog lang niet. Er zijn nog veel aspecten die bij ons nog helemaal niet in beeld zijn. Nog steeds is de wetgeving leidend in plaats van de vraag van de klant. In de zorg wordt nog altijd betaald voor de zorg die gecontracteerd wordt, niet voor het vinden van oplossingen.”
Kanteling Officieel moeten ze in Brummen zoals in bijna iedere gemeente, nog met de Kanteling beginnen, maar de maatschappelijk werkers
“Mensen komen nog met de oude vragen, bijvoorbeeld voor een voorziening of een woningaanpassing”, merkt Altena. “Daarom zijn ze na afloop nog wel eens verbaasd. Dan zeggen ze: ik kwam eigenlijk voor dit en ik ga met iets anders naar huis. Vaak proberen we gebruik te maken van de kracht van een wijk of buurt, daar kunnen heel verrassende contacten uit ontstaan. Het gaat om communiceren en organiseren. Ik kan geen indicaties doen, maar ik kan mensen wel met elkaar verbinden.”
Buren uitnodigen Als voorbeeld noemt Altena een echtpaar van in de zestig waarvan de man al jong Alzheimer had gekregen. Toen de vrouw een klein ongelukje kreeg, werd ze opeens geconfronteerd met de vraag wie er voor haar echtgenoot zou zorgen als haar iets ernstigs mocht overkomen. Ze hadden geen contacten in de buurt en de kinderen woonden ver weg. Mensen van Wegwijs organiseerden een kennismakingsbijeenkomst en nodigden mensen uit de buurt uit om een sociaal netwerkje op te bouwen. Altena: “Buurtbewoners waren oprecht blij dat ze geïnformeerd werden dat de man
14
Dikke voldoende
werken al heel lang volgens de methodiek van de Kanteling. Altena: ”We zoeken naar de eigen kracht van mensen. Lukt een be paalde oplossing niet, kom dan terug, dan gaan we verder kijken, zeggen we altijd.”
Dat er met de Wmo ook bezuinigd wordt, is volgens Altena onvermijdelijk: “De financiële middelen worden gewoon schaarser. Mensen moeten zich bewust worden dat het allemaal niet meer vanzelf gaat, dat je sommige vormen van hulp moet organiseren in de naaste omgeving. Niet alleen de professionals, maar ook de mensen waar het om gaat moeten over een drempel. Liever hebben ze een hulp waarvoor je betaalt, dan dat ze iemand uit de buurt moeten vragen om hulp. Terwijl het delen van zorg, het deelgenoot worden van elkaars zorgen, zo belangrijk is om van daaruit gebruik te maken van elkaars mogelijkheden.” “Bezuinigingen hoeven niet per se slecht te zijn, maar ik maak me wel zorgen of we het wel allemaal op kunnen vangen. Of we bijvoorbeeld voldoende vrijwilligers kunnen vinden, zeker als de bestaande vrijwilligers overbelast raken. Met name voor de groep cliënten die nu afhankelijk is van begeleiding uit de AWBZ, vraag ik me af of gemeenten dat wel kunnen oppakken. Je hebt altijd mensen die het niet voor elkaar krijgen om hulp te vragen, die niet in beeld zijn.” Zo ziet Altena met lede ogen de ondersteuning voor mensen met een laag I.Q. via de AWBZ wegvallen. “Dat is een heel kwetsbare groep die gemakkelijk in een negatieve spiraal terechtkomt. Dat blijft een heel lastige doelgroep om te bereiken.’’
Juridische weetjes
Verhuizing geen vanzelfsprekendheid
1 2
Mevrouw Janssen is 70 jaar en woont met haar echtgenoot in een eengezinswoning. Door haar beperkingen (chronische bronchitis, oedeem, rugklachten en obesitas) heeft ze problemen met trap lopen. Ze wil verhuizen naar een gelijkvloerse woning en vraagt bij de gemeente een verhuiskostenvergoeding aan. De gemeente wint hierop medisch advies in. Uit het medisch onderzoek komt naar voren dat de problemen van mevrouw Janssen al spelen vanaf haar 35e levensjaar. Op grond hiervan wordt geadviseerd de aanvraag af te wijzen: de klachten bestaan sinds lange tijd en daarmee was het voor mevrouw Janssen te voorzien dat ze ooit naar een gelijkvloerse woning zou moeten verhuizen. De gemeente wijst de aan vraag dan ook af. Daarbij wordt verwezen naar de Wmo-verordening van de gemeente. Op de leeftijd van mevrouw Janssen is een verhuizing volgens
deze verordening algemeen gebruikelijk: de gemeente gaat ervan uit dat de meeste mensen op hoge leeftijd zullen willen verhuizen, onder andere omdat zij voorbereid willen zijn op een ouderdom met mogelijke gebreken. Mevrouw Janssen tekent bezwaar aan, maar ook dit wordt door de ge meente afgewezen. Hierop stapt ze naar de rechter, maar ook daar wordt ze in het ongelijk gesteld. Zowel de bezwaarcommissie als de rechter volgen de redenatie van de gemeente dat mevrouw Janssen had kunnen voorzien dat ze zou moeten verhuizen naar een gelijkvloerse woning en dat ze daarom niet in
aanmerking komt voor een verhuiskostenvergoeding.
3
De Centrale Raad van Beroep denkt echter anders over deze zaak. De Centrale Raad van Beroep stelt namelijk dat er geen wet bestaat waaruit mag worden afgeleid dat een verhuizing louter op grond van het bereiken van een bepaalde leeftijd als algemeen gebruikelijk kan worden beschouwd. De Centrale Raad van Beroep komt daarom tot het oordeel dat de verhuiskostenvergoeding alsnog moet worden toe gekend. Daarnaast moet de gemeente de gemaakte proceskosten vergoeden.
zorgbelang gelderland
Die keuze is volgens Altena terecht: “We hebben een hartstikke goed loket, met allemaal goede HBO-geschoolde mensen. Hier bij Wegwijs kunnen mensen terecht met hun vragen en daarna direct door naar de klantmanagers van de gemeente. De klantmanagers zitten op deze manier zo dicht mogelijk bij de vraagstellers.”
“Ook overlastproblemen kunnen ten goede keren, omdat in een buurt de kansen worden gegrepen om nader tot elkaar te komen en de eigen kracht te vinden en te gebruiken”, weet Altena uit ervaring. Daarbij wordt ook steeds beter samengewerkt met andere partners, zoals de wijkagent en de woningstichting om problemen vroegtijdig te signaleren (voor de ouderen is er een ketenteam dat ouderen in een zorgelijke situatie signaleert en bespreekt).
Bezuinigingen
Zo dicht mogelijk bij de vragen stellers Met de komst van de Wmo ging de gemeente ook diensten bij Wegwijs inkopen en het gemeentelijke Wmo Informatie en Adviespunt werd bij Wegwijs ingericht. “Dapper van de gemeente Brummen’’, vindt Altena. “Want eigenlijk moet de gemeente voor de Wmo een eigen info- en adviespunt hebben.”
Alzheimer heeft. Er zijn hele leuke contacten ontstaan, bijvoorbeeld door gedeelde inte resses. Maar wat nog belangrijker is: de vrouw kan nu ook op anderen terugvallen.”
de Kanteling
Apeldoorn moet met hetzelfde geld meer cliënten Recht op spelen helpen ‘Steeds meer mensen Juridische weetjes
met grotere hulpvragen’ Voor een grote stad als Apeldoorn betekent de invoering van de Wmo een kolossale operatie. De stad op de Veluwe moet met hetzelfde geld steeds meer mensen helpen en ontkomt daarom niet aan bezuinigingen op bijvoorbeeld de huishoudelijke verzorging. Wethouder Paul Blokhuis (Christenunie) noemt het ‘a hell of a job’: “Ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat alles een tandje minder wordt. Verschraling van de AWBZ betekent verschraling van de lokale voorzieningen, want we krijgen het straks allemaal over de schutting gekieperd.” De gemeente Apeldoorn is ondertussen volop bezig met de Kanteling. De werkwijze is min of meer hetzelfde als in andere gemeenten. Uitgangspunt is ´het gesprek’, waarbij in de volle breedte naar iemands persoonlijke situatie gekeken wordt. Daarbij wordt eerst onderzocht of een oplossing gevonden kan worden in de eigen kracht of in het informele netwerk van de hulpvrager. Pas als die oplossingen niet voorhanden zijn, wordt eerst bekeken of een collectieve voorziening toereikend is alvorens er naar een individuele oplossing gezocht wordt, zoals bijvoorbeeld een woningaanpassing of een scootmobiel of een rolstoel. “Voorzieningen worden minder vaak individueel en vaker collectief, hoewel het niet zo is dat het erom gaat dat de klant niet krijgt waar hij om vraagt. De zekerheid van de burger ligt in de compensatieplicht die we als gemeente hebben, maar het is minder van u vraagt, wij draaien”, licht wethouder Blokhuis toe. “Maar de Kanteling is op zichzelf geen manier om te bezuinigen. Het kan twee kanten op vallen. Het kan ook zo zijn dat iemand ‘meer’ krijgt dan hij op voorhand verwachtte. Daarin ligt voor de consulent een grotere beslissingsruimte dan vroeger. Het kan dus best zo zijn dat we in sommige gevallen duurder uit zijn.”
Brede implementatie Nu wordt er nog hoofdzakelijk aanbodsgericht gewerkt, maar na enkele pilots moet de Kanteling met de nieuwe Wmo-verordening begin 2012 echt van start gaan. Apeldoorn koos voor een ‘brede implementatie van de Kanteling’. Dat wil zeggen dat niet alleen Wmo-ambtenaren van de gemeente, maar ook werknemers van partnerorganisaties (zorg, welzijn, maatschappelijk werk) ‘het gesprek’ doen. Wat de status van zo’n gesprek is en of ook niet-ambtenaren een officiële beschikking mogen maken, is nog niet duidelijk. Blokhuis: “Misschien is het voor een ouderenadviseur prettiger om niet over een aanvraag te hoeven beslissen, maar we streven ernaar dat er voor de burger zo weinig mogelijk lastendruk en bureaucratie bij komt kijken. Dan is het wel zo klantvriendelijk dat je maar één keer het gesprek hoeft te voeren in plaats van dat je aan twee consulenten hetzelfde verhaal moet vertellen.” Sowieso wil de gemeente minder beschikkingen en formele brieven versturen. Blokhuis: “Daar waar je er met de cliënt uitkomt sturen we niet altijd meer een beschikking of een formele brief. We hebben ook wel eens gezegd: we gaan het een maand proberen. We werken ook nauwelijks meer met aanvraagformulieren.
15
zorgbelang gelderland
Door Bertil Huzen
We behandelen geen aanvraag meer, maar een vraag. Dat kan een informatie- of adviesgesprek zijn, maar ook een behoefte of een knelpunt.”
Verdiepingsslag In april is een begin gemaakt met het opleiden van consulenten voor hun nieuwe taak. Ook het zorgloket moest daarvoor opnieuw ingericht worden. “Onze mensen zijn enthousiast over de nieuwe werkwijze”, vertelt Blokhuis. “Voor de consulent is het een verdiepingsslag. Hij krijgt veel meer verantwoordelijkheid op z’n schouders.” In de pilots is gebleken dat burgers nog wel moeten wennen aan de nieuwe aanpak. De burger vraagt om voorzieningen, niet om een gesprek. “Maar als je uitlegt dat je met zo’n gesprek naar iemands hele levenssituatie in de breedte wilt kijken, snappen ze dat wel. Wat dat betreft is er bij de Kanteling veel meer ruimte voor een individuele benadering.”
Mark en Joke Oudeschans vragen bij de gemeente een driewielfiets aan voor hun zoontje van vier jaar. Het kind heeft dwerggroei en past niet op een gewone fiets. De oude driewieler is inmiddels te klein geworden voor het jongetje. De gemeente wijst de aanvraag af. Ze zegt dat een kind van vier jaar nog geen behoefte heeft om zichzelf te kunnen vervoeren. In de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, ligt deze leeftijdtijdsgrens volgens de gemeente pas bij zes jaar.
1
Mark en Joke tekenen bezwaar aan, waarin ze wijzen op het belang van beweging voor een kind van vier jaar. Dit belang van bewegen wordt ondersteund door de verklaring van de revalidatiearts, die tevens aangeeft dat het jongetje echt niet in staat is om kleine afstanden zelf te kunnen lopen en dus niet kan gaan spelen bij vriendjes of vriendinnetjes. Ook dit bezwaar wordt door de gemeente afgewezen.
Als het jongetje voor het bewegen therapie nodig heeft, dan valt dat volgens de gemeente niet onder de Wmo.
2
De rechtbank geeft Mark en Joke echter gelijk. De rechtbank vindt dat de gemeente te weinig rekening heeft gehouden met de beperkingen van het jongetje en dat hierin voorbij is gegaan aan wat de revalidatiearts hierover heeft gezegd.
Ook heeft het jongetje volgens de rechter het recht om maatschappelijk te participeren en dus om speelafspraakjes te maken. Als hij dit niet zelfstandig kan, moet het kind hiervoor door de gemeente worden gecompenseerd. In deze aanvraag heeft de gemeente onvoldoende aangetoond hoe zij aan haar compensatieplicht voldoet. De gemeente moet daarom alsnog de driewieler aan het jongetje verstrekken.
De vraag of de kanteling toch geld op gaat leveren, is volgens de wethouder ‘koffiedikkijkerij’. Apeldoorn moet in ieder geval bezuinigen op de Wmo. Blokhuis: “Het budget dat wij voor de Wmo beschikbaar hebben, globaal zo’n 50 miljoen euro, blijft onaangetast. Maar wij overschrijden dat budget, omdat het aantal klanten stijgt, deels door de vergrijzing, maar ook door het steeds bekender worden van voorzieningen. Daarbij wordt de doelgroep groter door de overheveling van de AWBZ.”
Voorbereiden op ouder worden Apeldoorn probeert te bezuinigen door een soberder uitvoering van de huishoudelijke verzorging en een wat ‘terughoudender’ toekenning van de hulp. Ook wordt er een eigen bijdrage gevraagd voor scootmobielen. De meeste mensen vinden dat volgens Blokhuis redelijk. Bij grotere aanpassingen als trapliften wordt de noodzaak beter bekeken. “Ons adagium is: ouder worden is normaal. Daar moet je je dus op voor bereiden, bijvoorbeeld door tijdig in een gelijkvloerse woning te gaan wonen. Dat is een cultuuromslag, een andere manier van denken. Maar iedere levensfase brengt bepaalde kosten met zich mee.’’ Het effect van die maatregelen is al zichtbaar. Blokhuis ziet een licht dalende trend: ‘‘Je ziet dat mensen daardoor kritischer kijken naar hun situatie en hun eigen afweging maken. Er waren mensen die hun scootmobiel inleverden, omdat het voordeliger was om er zelf één te kopen dan een eigen bijdrage te betalen.”
Over de schutting Hoewel Blokhuis de uitgangspunten voor de overheveling van de AWBZ naar de Wmo onderschrijft, maakt hij zich zorgen of de gemeente het met de beschikbare middelen wel redt. “Het is wel een gigantische operatie op veel gebieden waar je als gemeente in eerste instantie niet in thuis bent. Als je eerst de AWBZ gaat verschralen en je doet er daarna nog een efficiencykorting overheen, wordt het wel heel moeilijk.” Blokhuis schat dat er door de pakketmaatregelen bij de AWBZ zo’n 10 miljoen euro uit Apeldoorn weggelekt
Wethouder Paul Blokhuis.
is, waarvoor door het Rijk 1 miljoen euro compensatie teruggegeven is. Blokhuis: “Er zijn nog geen schrijnende problemen, maar ik denk wel dat veel mensen in stilte achterblijven. Je vraagt je wel eens af of één op één professionele begeleiding voor een licht-autistische jongen nou nodig is, maar bij zwaardere indicaties is het wel de vraag of het minder kan. Dat wordt ‘a hell of a job’, zeker als je ook nog bedenkt dat de Wajong en de jeugdzorg ook op ons afkomen. We zijn er goed voor geëquipeerd, maar het kan niet zo
zijn dat je alles zomaar over de schutting kiepert zonder de bijbehorende financiële middelen.” Ook ‘macro gezien’ maakt Blokhuis zich zorgen. Hij ziet steeds meer mensen met een zorgvraag komen en die zorgvraag lijkt groter te worden. Blokhuis: “Daarbij weten we niet waar het absorptievermogen om dat allemaal op te vangen ligt. We moeten oppassen voor een maatschappij met twee snelheden. Van hen die mee kunnen doen en van hen die dat niet kunnen. ”
colofon Samenstelling en teksten Jennifer van Leur en Renske Helmer Eindredactie Marit van der Goot Interviews Bertil Huzen Illustraties Jeroen Helmer Fotografie George Witjes (grote foto p.03, foto wethouder Henk Kok, p.04) Bas Stoffelsen (foto Renske Leijten, p.03), Barend Franke (foto Was- en strijkservice, p.04), Niek Tricotteux (foto bushalte p.04), Joost Ooijman, Seen Images (p.05)
ONTWERP studio026 Drukwerk De Rijn Met bijdragen van Joyce de Feijter, Wilma van ’t Hul, Henk Kok, Renske Leijten, Wim Peters, Tamara Venrooij, mr. dr. M.F. Vermaat en Simon de Waal Januari 2012 - De Kantelingkrant is een uitgave van Zorgbelang Gelderland, IJsselburcht 4, 6825 BP Arnhem, Telefoon 026 384 28 22 www.zorgbelanggelderland.nl
[email protected]
zorgbelang gelderland
de Kanteling 16 de Kanteling
Dé krant over ontwikkelingen in de Wmo >>>> vervolg artikel voorzijde
Oplossing op maat
09 10
wat voor de hulpvrager de meest adequate oplossing is. Op basis van dit gesprek wordt de aanvraag voor ondersteuning formeel aan de gemeente voorgelegd, die hier een beschikking in doet. Als twee oplossingen even adequaat zijn, mag de gemeente de goedkoopste van deze oplossingen aanbieden. Financiële overwegingen komen dus op de tweede plaats. Niet het middel, maar het resultaat geldt. Dáár kunnen gemeenten op worden afgerekend.
Nieuwe doelgroepen De Kanteling vraagt veel van alle betrokken partijen. De financiële kaders waarbinnen gemeenten moeten opereren zijn krap. Tegelijkertijd krijgen gemeenten van de rijksoverheid diverse nieuwe taken opgelegd, zoals de begeleidingsfunctie die eerst onder de AWBZ viel. Ook de doelgroep van de Wmo is voor gemeenten ruimer dan zij gewend zijn. De oude welzijnswet was vooral gericht op mensen met een lichamelijke beperking, terwijl de Wmo is bedoeld voor de ondersteuning van mensen met beperkingen in de brede zin van het woord. Mensen met verstandelijke beperkingen en mensen met psychische problemen vormen dan ook nieuwe doelgroepen waar de gemeente eerder nog niet mee van doen heeft gehad.
Regiefunctie voor de gemeente Daarnaast heeft het welzijnswerk een rol in het doorontwikkelen van de Kanteling. De gemeente heeft hierin een regiefunctie.
11
12 13
Maatschappelijke organisaties zullen meer moeten gaan denken in termen van de behoeften van mensen en minder vanuit het aanbod. Hoe kan het algemene aanbod toegankelijk worden gemaakt voor mensen met een beperking, zodat zij niet bij voorbaat zijn aangewezen op specifieke, vaak individuele voorzieningen? En hoe kan de professionele zorg beter aansluiten op de zorg die vrijwilligers en mantelzorgers bieden? Hoe kunnen ondersteuningsorganisaties onderling dusdanig samenwerken dat zij elkaar, en daarmee de burger, versterken?
Proactieve rol voor de burger Tenslotte vraagt de Kanteling iets van de gezonde en de kwetsbare burger. Het is niet langer mogelijk om bij de gemeente een claim op zorg neer te leggen. De burger is in de Wmo immers geen consument meer van de zorg, maar heeft zelf een proactieve rol in de zelfredzaamheid van zichzelf en zijn naasten. Op deze manier hoopt de Wmo de ondersteuning ook op lange termijn te waarborgen voor de mensen die het echt nodig hebben. Want de boodschap vanuit de rijksoverheid is duidelijk: willen we de zorg betaalbaar houden, dan zullen we allemaal moeten kantelen. BronNEN: Website gemeente Westervoort, pagina ‘Wmo gekanteld’. | Bergen A. van, Leur, J. van, Deth, A. van & Verschelling-Hartog, M. (2009). Integrale cliëntondersteuning: meer dan een Wmo-loket. Utrecht: MOVISIE. | Project ‘De Kanteling’ (2010). Compensatieplicht en kanteling: Onze visie op de Wmo. Utrecht: programma VCP, CSO, CG-raad.
15
14
de Kanteling
Het uitgaan van problemen in plaats van voorzieningen, komt voort uit het principe dat de kracht en de mogelijkheden van de burger centraal staan binnen de Kanteling. Er dient meer dan voorheen maatwerk te worden geleverd. Pas dan kunnen oplossingen worden bedacht die werkelijk een uitkomst bieden voor de beperkingen die iemand ondervindt. Om burgers goed te ondersteunen, wordt dan ook van gemeenten verwacht dat zij bij een ondersteuningsaanvraag nauwkeurig onderzoek doen naar de persoonlijke situatie van de hulpvrager. Om nog even te blijven bij het bovengenoemde voorbeeld: u en uw buurman kunnen allebei slecht ter been zijn en toch in een heel verschillende situatie zitten. Als uw buurman veel hulp heeft van familie en vlak om de hoek werkt, dan is dat anders dan uw situatie als u geen beroep kunt doen op uw omgeving en verder moet reizen voor uw werk. Het is dan logisch dat voor uw situatie naar een andere oplossing wordt gezocht dan voor uw buurman.
Resultaten gelden Om de situatie van de hulpvrager te verken nen, zal de gemeente de burger uitnodigen voor een gesprek. Waar mogelijk vindt dit gesprek plaats bij de hulpvrager thuis. In dit gesprek worden de problemen en mogelijkheden verkend, en wordt onderzocht
index
Tijd om te Kantelen
De cijfers op een rij
Aanbevelingen en tips
Gemeente Huizen al ver gevorderd met doorvoeren Kanteling ‘De juristen en accountants zijn bij ons niet de baas’
Procederen in de Wmo: het resultaat telt
Brummen slecht muurtjes tussen verschillende organisaties ‘Het deelgenoot worden van elkaars zorgen is zo belangrijk’
Barneveld zoekt creativiteit en kracht in de samenleving ‘Wmo brengt het diaconaat terug in de kerk’
Apeldoorn moet met hetzelfde geld meer cliënten helpen ‘Steeds meer mensen met grotere hulpvragen’
De kanteling financieEl
16
de Kanteling
de Kanteling