Busramp: VVJ en RvdJ hameren op noodzaak serene omgang met slachtoffers Media Innovatie Centrum moet ook journalistieke vernieuwing dienen Freelancers botsen met fiscus over inkomensaangiften in auteursrechten Yves Desmet (De Morgen) verkiest gebraden kip als laatste maal En ook in Japan worstelen de kranten met gigantische uitdagingen
De Journalist a
g
a
z
i
n
De Journalist 155 - 30 maart 2012 – verschijnt maandelijks – v.u. pol deltour, IPC, résidence palace blok C - wetstraat 155 1040 Brussel
m
Lommel, 14 maart 2012. (Foto Gianni Barbieux/PhotoNews)
e
v
a
n
d
e
V
V
J
VVJ-afdeling Antwerpen neemt nieuwe start: algemene ledenvergadering (inclusief eerste bestuursverkiezing) op 25 april om 20 uur (Zie achteraan dit blad)
maart 2012
INHOUD
Rubriek Uit de VVJ
Schaamte
3
Actueel
Busramp maakte media opdringerig
4
Media Innovatie Centrum gelanceerd
5
Freelancejournalisten botsen met fiscus over auteursrechten
6-7
Scheef bekeken
5
Onderzoek
Masters in de journalistiek vinden mondjesmaat werk
8-9
In memoriam
Ronald Claessens (ex-De Morgen)
9
Reportage
Japanse dagbladmarkt worstelt met dubbele crisis
10-11
In gesprek
Yves Desmet (De Morgen): ‘Vroeger was het veel slechter’
12-13
Raad voor de Journalistiek
X tegen Het Nieuwsblad
14
Troubleyn tegen Story
15
Reeks ABC van de Vlaamse journalistiek (11)
Van modderig tot nut
16-17-18
Onder embargo
19
BUSDRAMA EN JOURNALISTIEKE DEONTOLOGIE De Raad voor de Journalistiek heeft zich vorige vrijdag voor het eerst over de berichtgeving over het busdrama in het Zwitserse Sierre gebogen. Vanuit diverse hoeken – de VVJ, minister voor Media Ingrid Lieten, academicus Dirk Voorhoof – was de dagen na het drama aangedrongen op een snelle en kordate reactie van de Raad. Onder meer de publicatie van foto’s van de slachtoffers in enkele kranten werd zwaar onder vuur genomen. Maar ook de al te opdringerige manier waarop verslaggevers nabestaanden benaderden in Leuven en Lommel, botste op heel wat kritiek. (Foto Ld/PhotoNews)
2
De Journalist Uit de VVJ COÖRDINATIE Pol DELTOUR
[email protected] VASTE MEDEWERKERS Jan BACKX Ivan DECLERCQ Marleen SLUYDTS Johan VAN CUTSEM Luc VANHEERENTALS Mark VLAEMINCK BELGA PICTURES PHOTO NEWS ZAK REDACTIESECRETARIAAT Résidence Palace Blok C - Lokaal 2232 Wetstraat 155 - 1040 Brussel Tel. 02/235.22.70 Fax 02/235.22.72
[email protected] www.journalist.be ABONNEMENTEN Marleen Sluydts Zie adres hierboven
[email protected] RECLAMEREGIE Lisbeth MOONS Zie adres hierboven
[email protected] LAYOUT EN DRUK Claes printing Albert Van Cotthemstraat 54 1600 Sint-Pieters-Leeuw Tel. +32 (0)2 378 09 39 Fax +32 (0)2 378 25 59 www.claes-printing.be
SCHAAMTE We moeten er geen doekjes om winden. De verslaggeving over het busongeluk in Zwitserland heeft schokgolven veroorzaakt bij het grote publiek. De kritiek op de media is niet mals, dat hoeven we niet te herhalen. En we kunnen wel zeggen dat die kritiek niet op de hele pers of op alle media slaat, maar daar heeft niemand (buiten wijzelf) een boodschap aan. Ofwel steken we met z’n allen de kop in het zand en voelen we ons ver verheven boven alle kritiek. Ofwel kijken we die criticasters recht in de ogen. En proberen we begrip op te brengen en ons niet te verschuilen achter het grote gelijk. In het mediawereldje is een homerische discussie losgebarsten en dat is maar goed ook. Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws, Het Belang van Limburg proberen zich te verdedigen tegen de aantijgingen. Andere collega’s vinden dat het er ver over is gegaan en dat de grenzen van het fatsoen zijn doorbroken. Zeker door de (buitenlandse?) persmeute die op straat of elders families of kinderen achtervolgt als groot wild om toch maar die ene scoop te krijgen waar de redactie zo om smeekt. Respect voor slachtoffers moet wijken voor oplage- en verkoopcijfers. Gezaghebbende stemmen gebruiken harde taal. Leo Neels (KUL/UA): “Ook verschrikkelijk is de brutaliteit van sommigen, die toch gepoogd hebben om toestemming van de ouders te bekomen, op een moment in hun leven waarop zij er écht recht op hadden om door geen enkele journalist te worden lastig gevallen. Er zijn grenzen, ook aan informatiegaring, die anders kan ontaarden in journalistieke onbeschoftheid.” Of Dirk Voorhoof (UG): “Het is aan de Raad voor de Journalistiek om te verduidelijken waarom bij de beeld- en fotoverslaggeving over het busongeval in Zwitserland nu wel of niet de regels van de code zijn overtreden. Als de conclusie is dat wat Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws de voorbije dagen presteerden, beantwoordt aan de regels van de professionele journalistieke ethiek in Vlaanderen, dan heeft de Raad voor de Journalistiek, in het tiende jaar van zijn bestaan, een ernstige existentiële crisis. Ofwel moet de code dringend aangepast worden.” Of KlausVan Isacker (ex-De Morgen, ex-De Tijd, ex-VTM): “Je zit in een concurrentiële omgeving. Je wil en je moet het beste product maken. Die druk is er gewoon. Maar mocht ik ouder zijn van een van die kinderen en die vakantiefoto’s van de skireis in de krant zien, dan zou ik ook boos zijn.” Goed, we kunnen dat allemaal van tafel vegen en doen of onze neus bloedt, maar dit is een zaak die de hele pers raakt. Een paar ontsporingen zijn genoeg om de geloofwaardigheid van alle media nog verder te ondermijnen. Als we niet de juiste conclusies trekken, is het te laat. En wat baten dan alle oproepen tot terughoudendheid en sereniteit als die iedere keer opnieuw op sommige redacties in dovemansoren vallen? De Raad voor de Journalistiek zal zich nu verder over de hele kwestie buigen. Maar het gaat er allang niet meer om of de regels al dan niet gerespecteerd zijn. Het gaat erom of wij met alle media er samen in slagen voor eens en voorgoed af te spreken dat zo’n uitschuivers niet meer kunnen. Het is een kans, misschien een laatste, om te vermijden dat we bij een volgend drama weer in de grond moeten zinken van schaamte.
Marc Van de Looverbosch Voorzitter VVJ Lid van de Unie van Uitgevers van de Periodieke Pers
3
(Foto Eric Vidal)
MAGAZINE VAN DE VLAAMSE VERENIGING VAN JOURNALISTEN (VVJ)
De Journalist
maart 2012
Actueel ‘MEDIA GINGEN NIET STEEDS KIES TE WERK’ Luc Vanheerentals “De media gingen niet steeds kies te werk.” Dat zei deken Dirk De Gendt in zijn homilie tijdens de uitvaartplechtigheid voor de zeven Leuvense slachtoffers van de busramp in Zwitersland. Veel ouders van leerlingen uit de Sint-Lambertusschool wat iedereen uitspookte.” in Heverlee maakten hun beklag over de opdringerigheid Verschil met Lommel van de pers de ochtend na het busongeval. De Leuvense burgemeester Louis Tobback verwoordde de klachten op zijn De consequenties van zoveel opdringerigheid waren duidelijk. manier: “Aasgieren!”. Tijdens de uitvaartplechtigheid afgelopen donderdag mocht Vooral enkele nietsontziende buitenmet uitzondering van een cameraploeg landse journalisten waren kop van jut. geen enkele journalist de Sint-Pieterskerk Deken De Gendt: “Journalisten van Paris binnen. Wel was er een perszone buiten Match bijvoorbeeld zijn na de schooluren de kerk gereserveerd waar de viering op zonder toelating de Sint-Lambertusschool een groot scherm kon worden gevolgd. binnengedrongen om foto’s te nemen. Een heel verschil met Lommel, waar de De vader van een overleden jongen met schrijvende pers wel degelijk in de zaal Engelse nationaliteit is dagenlang achaanwezig kon zijn. Journalisten werden tervolgd geweest door cameramensen ook niet toegelaten in de rouwkapel in van The Sun, ze kampeerden voor zijn het Leuvense stadhuis, waar het stadsbedeur. Uiteindelijk is de politie moeten tusstuur een aantal foto’s had opgehangen senkomen. Over de Belgische media heb van de overleden kinderen en begeleiik – met uitzondering van enkele klachders. Alleen vlak voor de opening konden ten over opdringerige telefoons – weinig ze even binnenkijken. Toen de gewonde kritiek gehoord. Die zijn over het algekinderen vanuit Zwitserland naar het UZ meen plichtbewust te werk gegaan.” Zo Gasthuisberg werden gerepatrieerd, viel gaf Dirk De Gendt VTM bijvoorbeeld toemeteen ook de scherpe waarschuwing stemming om te filmen in de nieuwe klas op van de ziekenhuisdirectie dat er abvan de kinderen. “Toen een van de ouders soluut geen journalisten of cameraploevroeg om dat beeldmateriaal niet te gegen in de omgeving van het UZ zouden bruiken, is VTM daar ook op ingegaan.” worden getolereerd. Afscheidsplechtigheid voor de slachtOok politiewoordvoerder Marc Vranckx is offers in Lommel. Ook buiten de niet te spreken over de opdringerigheid Soeverein Arena werd getreurd. (Foto Maar schortte er misschien ook niet iets van de internationale media. “In de om- Kristof Van Accom/Belga) aan de officiële communicatie? Van het geving van de school zijn zaken gebeurd Leuvense stadsbestuur werd nauwelijks die niet door de beugel kunnen”, getuigt hij. “Sommige jour- iets gehoord, op de uithaal van Tobback en een paar crypnalisten zijn deur aan deur gaan aanbellen, hebben ouders tische persmededelingen over de opening van rouwkapel en kinderen op weg naar school belaagd met hun camera of en de uitvaartplechtigheid na. Politiewoordvoerder Marc hebben met een verborgen camera kinderen op speelpleinen Vranckx kweet zich zoals steeds erg goed van zijn taak, en om een reactie gevraagd ook deken Dirk De Gendt op foto’s van overledenen. toonde zich namens de Van een ouder vernam Sint-Lambertusschool een ik dat een kind in een goede woordvoerder – zij Zwitsers ziekenhuis is ophet dat je hem wel telkens gebeld met de vraag of opnieuw moest opbellen het wist wie er gestorven en hijzelf geen initiatieven was. Aan de schoolpoort nam. heeft men de eerste dag Het verschil met Lommel op alle mogelijke manieren kan moeilijk groter zijn. beelden willen maken van Leuvens burgemeester Louis Tobback versus de ‘aasgieren’ van Daar ontving burgemeesde school. Daarom hebben de pers – Sint-Lambertusschool in Heverlee, 14 maart 2012. (Foto ter Peter Vanvelthoven al we vrij vlug besloten een Christophe Ketels/Belga) op dag één na de ramp ’s perimeter in te stellen, morgens vroeg de pers in zodat journalisten aan de overkant van de straat moesten een apart lokaal. Ook de dagen nadien werd alle beschikblijven. We hebben de perimeter bewust niet groter gemaakt bare informatie vlot doorgespeeld. Dat media van nature omdat we op die manier beter in het oog konden houden opdringeriger worden als je hen elementaire informatie niet bezorgt, is in Leuven nog niet goed doorgedrongen.
4
w
MIX MOET OOK JOURNALISTIEKE INNOVATIE DIENEN Luc Vanheerentals Vlaams Mediaminister Ingrid Lieten heeft het Media Innovatie Centrum (MIX) gelanceerd, een expertisecentrum dat “pre-competitieve innovatieprojecten” wil opzetten voor de Vlaamse mediasector. Het MIX kan rekenen op een jaarlijkse toelage van € 800.000 voor werkingskosten en op een projectbudget, voor 2012, van € 4,5 miljoen. De leiding is in handen van Martijn Bal, die bij de VMMA zijn sporen verdiende in de afdeling Digitale Media. “Het MIX moet de competitiviteit van de Vlaamse mediasector versterken”, aldus Mediaminister Lieten. Daartoe zal het samen met mediabedrijven die hierin financieel bijdragen, studies opstarten rond innovatieve digitale projecten. Het nieuwe centrum vloeit voort uit een fusie van het vroegere Programma Innovatieve Media van het IWT (Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie) en het Medialab van de VRT. Organiek is het ondergebracht bij het IBBT (Interdisciplinair Instituut voor Breedband Technologie). De komende maanden zal een eerste projectoproep worden gelanceerd. Per project wordt gemikt op minimum vijf partners. Intussen is al een programmacommissie samengesteld met vertegenwoordigers van mediabedrijven en experten van het IBBT en het IWT. Zij moeten de projecten selecteren en voorleggen aan het IWT. Uit een eerste rondvraag bij de mediabedrijven zijn reeds enkele mogelijke thema’s naar voren gekomen: het meten van digitale consumptie, het opzetten van een gemeenschappelijk betaalsysteem voor onlineberichtgeving en de ontwikkeling van tweedeschermtoepassingen. In het ideeënlijstje zijn ook tools voor journalistiek opgenomen, zoals data-driven journalism en MediaFair.
technologische innovaties zitten. Het Fonds Pascal Decroos organiseert van 6 tot 8 mei overigens een Data Harvest conference in Brussel, waar experten in die materie samen komen. “Op basis van de openbaarheid van wetgeving kan men van overheden massa’s informatie krijgen. Maar om die te analyseren en journalistiek te vertalen heb je specifieke tools nodig. Wikileaks bijvoorbeeld beschikte over massa’s data maar wist niet wat daarmee aan te vangen”. Het Fonds Pascal Decroos schoof ook MediaFair als mogelijk innovatieproject naar voren. “Een idee dat nog nergens ter wereld is uitgewerkt”, aldus Debruyne. “Het gaat om een soort marktplaats waar journalisten stukken – ook uit hun archieven – kunnen verkopen aan een breed publiek. Tegelijk zou het publiek op dit forum journalistieke opdrachten kunnen geven en hiervoor geld ter beschikking stellen.”
Vetpot MIX-verantwoordelijke Martijn Bal bevestigt dat het de bedoeling is om innovatieve projecten te ontwikkelen voor de hele mediasector, journalisten inbegrepen. “Maar het is nog te vroeg om dat nu al concreet te maken”, zegt Bal. “We voeren eerst nog een brede marktbevraging uit, en tegen de zomer willen we voldoende partners samenbrengen rond de eerste projecten. Vanzelfsprekend kunnen ook journalisten voorstellen doen. Laat maar komen, de ideeën.” Diverse kleinere media lieten intussen wel kritiek horen op het MIX. In een gezamenlijke open brief hekelen Apache, DeWereldmorgen.be, MO*, Rekto:Verso en StampMedia dat het nieuwe centrum enkel ten goede dreigt te komen van de grote mediabedrijven. “Wordt innovatie echt gestimuleerd door de nieuwe media vooraf uit te sluiten en het MIX volledig te schoeien op de leest van de ‘oude media’. Zo wordt het MIX een nieuwe vetpot voor de gevestigde mediabedrijven, die al 350 miljoen euro perssteun per jaar binnenrijven.” Volgens de critici zet Mediaminister Lieten de nieuwe media ook op andere vlakken te veel buitenspel. “Waarom kunnen journalisten en marketeers van de oude media wel naar de Media-Academie en journalisten van de nieuwe media niet? Waarom kan er in deze hoogtechnologische tijden geen online alternatief voor Kranten in de Klas zijn?”
Die laatste, meer journalistiek georiënteerde ideeën zijn het MIX ingefluisterd door Ides Debruyne, directeur van het Fond Pascal Decroos. In zijn blog op de website mediakritiek. be had Debruyne eerder al laten verstaan dat het Media Innovatie Centrum in de eerste plaats innovatie in journalistiek moet stimuleren. Mediabedrijven beschikken nu al over onderzoekscellen voor innovatie, “maar de ontwikkeling van devices voor journalistieke ondersteuning blijft daarbij ondermaats”. Ides Debruyne wijst op de ontwikkeling van technieken als webscraping, wobbing, hacking, wiki’s, datajournalistiek, infografieken, storytelling, crowdsourcing, crowdfunding, mapping, process journalism, archivering en tekstanalyse. Onder meer voor data-analyse ziet Ides Debruyne
SCHEEF BEKEKEN “Als je meer energie moet steken in het afweren van opdringerige media dan in het verwerken van je verlies, dan is er iets mis. (…) Beste journalisten, laat die mensen in hun verdriet. U maakt het alleen maar erger.” Timothy Vermeir, journalist van het hr-vakblad Peoplesphere en vader van een van de slachtoffers van Kim De Gelder, in De Standaard van 21 maart 2012 “Slimme uitgevers bouwen een soort ecosysteem. Breaking news versturen ze via flashes op de smartphone, terwijl diepgravende verhalen het best werken op papier. Websites hangen daar ergens tussenin. Uitgevers zullen hard moeten nadenken welk soort informatie het best bij een bepaalde mediadrager past.” Mark Porters, de Schotse krantendesigner die de make-over van De Tijd voor zijn rekening nam, in De Tijd van 13 maart 2012 “De strijd in Syrië is de meest leugenachtige waar ik ooit verslag heb over uitgebracht. De desinformatie is een wezenlijk onderdeel van dit conflict geworden. Elke getuigenis, elk You Tubefilmpje met beelden van burgerjournalisten wordt in twijfel getrokken. (…) Een dode journalist is niet erger dan een dode burger, integendeel, want wij kiezen voor deze rol. Maar als je de journalist vermoordt, dood je het verhaal.” Rudi Vranckx (VRT) in De Morgen van 7 maart 2012
5
De Journalist
maart 2012
Actueel Freelancejournalisten exclusief vergoed in auteursrechten
BOTSING MET DE FISCUS
Ivan Declercq Adviseur freelancejournalisten VVJ
‘Bericht van wijziging’. Je wilt het niet in je bus vinden. Toch is het wat enkele VVJ-leden de jongste zes maanden van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën hebben ontvangen. Hun aangifte is helemaal omgezet, van auteursrechten in honorarium. Flinke achterstal te betalen, en 10% boete bovenop. Toch blijven de grote Vlaamse uitgevers de vergoedingen uitbetalen als 100% auteursrechten. “Hoe kunnen we nu zelf gaan opsplitsen? Wie zegt hoe het moet?”, vraagt Geert Steurbaut (Corelio). De dagbladuitgevers hebben weliswaar in januari 2010 met de VVJ een protocol afgesproken, waarin voor fulltime zelfstandige journalisten 70% als honorarium zou worden gehanteerd en 30% als – fiscaal veel minder belaste – auteursrechten. Voor zelfstandigen in nevenberoep zou 100% van de inkomsten als auteursrechten worden beschouwd. Maar het protocol is nooit bekrachtigd geworden door de FOD Financiën. In juli 2011 heeft Liesbeth Van der Auwera (CD&V) daar nog vragen over gesteld aan toenmalig Financiënminister Didier Reynders, maar die wist alleen te antwoorden dat het protocol in onderzoek was bij zijn medewerkers. En dat alles moest worden beoordeeld “op basis van de juridische en feitelijke gegevens, inzonderheid de tussen de partijen afgesloten overeenkomsten”.
opmaken: een voor prestaties en een voor auteursrechten. We merken dat onze mensen graag gebruik maken van een zo gunstig mogelijk belastingtarief. Stel dat we een 70-30 verdeelsleutel zouden hanteren en achteraf blijkt dat de fiscus een gunstiger regime aanvaardt, dan zouden de freelancers ons dat niet in dank afnemen.” Ook bij Corelio krijgt de freelancer te horen dat hij een andere verdeling mag kiezen. “Wij sturen een justificatie mee met onze formulieren 281.45 (aangifte auteursrechten), waarin staat dat de freelancer vrij is een andere verdeling te hanteren”, aldus Steurbaut. Bij Sanoma krijgen freelancers, die 100% in auteursrechten worden betaald, een bijlage aan hun contract waarin het fiscaal systeem voor auteursrechten is uitgelegd en waarin staat dat “de fiscus dit standpunt niet altijd volgt en bijgevolg de inkomsten herkwalificeert als beroepsinkomsten”. Er wordt expliciet verwezen naar het 70-30 protocol van de VVJ en de dagbladpers. Een slag om de arm houden, heet zoiets. “Tot er uitsluitsel is blijven we in 100% auteursrechten betalen,” legt mevrouw Pauwels (Sanoma) uit. “Maar niet al onze freelancers hebben een geschreven contract. Daar gaan we nu werk van maken. En ja, we geven in het contract aan dat het om 100% auteursrechten gaat.”
En dus gaan fiscale controleurs contracten van freelancers opvragen. Heeft de freelancer geen schriftelijk contract, of maakt het contract negens melding van een verhouding (Foto Jorge Dirkx / Belga) honorarium-auteursrecht, dan gaat de fiscus er gemakshalve van uit dat álles honorarium is. En dan zit je snel aan een belastingschijf van 50%, terwijl auteursrechten maar 15% worden belast, dan nog na aftrek van hoge forfaitaire kosten. De uitgevers passen zich aan: ze bieden nu contracten aan waarin staat dat de volledige vergoeding aan de freelancer bedoeld is voor diens auteursrechten. Bij Roularta wordt zelfs een retroactieve overeenkomst aangeboden, waarin staat dat de freelancer in 2009, 2010 en 2011 heeft meegewerkt aan publicaties en “in casu werd 100% van de aan de auteur toegekende vergoeding beschouwd als auteursrechten”. Voor 2012 krijgt de freelancer een contract waarin dezelfde clausule is opgenomen. “We betalen 100% in auteursrechten, want er is nog geen ander voorstel gekomen van de overheid. We werken noodgedwongen in rechtsonzekerheid”, zegt Wim Ameel (Roularta). Zijn bedrijf wil zich ook indekken: “De uitgever is verplicht roerende voorheffing in te houden op uitbetaalde auteursrechten. Als achteraf zou blijken dat we te weinig als auteursrechten hebben beschouwd en dus te weinig voorheffing hebben ingehouden, dan zou het tekort eventueel bij ons kunnen worden ingevorderd. Dat willen we vermijden.” Hij meldt wel dat freelancers kunnen afwijken van die 100%-regeling. “Dan vragen we dat ze twee facturen
Bij Concentra is aanvankelijk gewerkt met een systeem van auteursrechten en inhouding van roerende voorheffing, maar voor de jaren 2009 en 2010 is dan toch geopteerd om uit te betalen als 100% honorarium (fiche 281.50, voor ‘baten’). “Pas voor de inkomsten van 2011 hanteren we het systeem ‘100% auteursrechten’, met een fiche 281.45. Dat staat ook zo in onze contracten met onze freelancers”, zegt de heer Neyens (Concentra). De Persgroep – in zijn geheel goed voor ongeveer 550 freelancers – betaalt ook volledig in auteursrechten. Mevrouw De Troyer, dienst boekhouding, weet van maximaal een vijftal mensen die problemen hebben met de fiscus. “Kennelijk zij die factureren met btw. De meeste van onze freelancers factureren niet: wij maken elke maand een staat op van hun gepubliceerd werk en betalen daarvoor. Ze krijgen dus een betaling voor de publicatie van hun werk, geen vergoeding voor een prestatie per uur of zo.” In alle contracten staat een auteursrechtenbepaling, evenwel zonder expliciete opsplitsing. Maar er wordt in de contracten
6
w
niet meer gesproken over ‘prestaties’. “Zolang we geen melding krijgen dat het officieel anders moet, blijven we in 100% auteursrechten betalen. Maar we verbieden niemand om de 70-30 verhouding toe te passen. De freelancer kan dat gewoon aanvragen.”
“We zouden die mensen aanraden de fiscus te verzoeken die boete te laten vallen”, zegt Wim Ameel, “omdat ze in elk geval te goeder trouw hebben gehandeld en gezien de rechtsonzekerheid van de hele situatie. En dan kunnen ze de fiscus zélf een verdeling voorstellen, die 70-30 bijvoorbeeld. Veel kans dat die door de fiscus wordt aanvaard, want daar heeft hij al wel eens over gehoord.” Maar net als de verantwoordelijken bij de andere uitgevers vraagt hij vooral één ding: rechtszekerheid.
Maar hoe moet het nu met die mensen van wie de fiscus de aangifte heeft verworpen en alles heeft omgezet in ‘beroepsinkomen’, met een boete van 10% erbovenop?
Uit de praktijk P., freelancer bij Het Laatste Nieuws, krijgt op 17 oktober 2011 van de fiscale controle een bericht van wijziging van zijn aangifte, nadat hij op 3 oktober een antwoord had gestuurd op een verzoek om inlichtingen. P. had daarin geantwoord dat hij geen geschreven contract had met HLN. De fiscus verwijst naar de rulingcommissie en zet P.’s aangifte van ‘auteursrechten’ om in ‘beroepsinkomen’, een groot verschil in te betalen belastingen. P.’s boekhouder neemt contact op met De Persgroep en dan duikt plots wel een geschreven contract op, gedateerd op 1 januari 2009. Hij maakt dat over aan de fiscus op 4 november 2011. Op 5 december reageert de fiscus: dat contract heeft geen betekenis voor de inkomsten van 2008 en bovendien was eerst gezegd dat er helemaal geen contract was. Bovendien staat in het contract geen opsplitsing auteursrecht-honorarium. Ook de facturen maken geen melding van een overdracht van auteursrechten of van een opsplitsing. P. werkt voor het grootste deel in opdracht van HLN en er kan dus gesproken worden van een dienstprestatie, meent de fiscus. En in een ‘kennisgeving van beslissing tot taxatie’ stelt hij: “Aldus dient de volledige vergoeding aanzien te worden als een beroepsinkomen.”
inhouding van 15% roerende voorheffing. Een vermenging van primair en secundair auteursrecht, lijkt het. T., freelancer bij een Roularta-uitgave, krijgt op 8 maart 2012 een ‘wijziging van aangifte’, voor de jaren 2009 én 2010. Alle inkomsten komen in de categorie ‘baten’, dus veel achterstallige belasting te betalen, ook hier weer met 10% boete bovenop. J., ook freelancer bij Roularta, verneemt dat de fiscus vragen heeft gesteld aan zijn uitgever over de facturatie van zijn prestaties voor de jaren 2009 en 2010. Roularta maakt snel een contract op dat retroactief aangeeft dat de freelancer in de afgelopen drie jaren auteursrechten kreeg betaald. B., freelancer bij Concentra, stuit op een fiscale controleur die zelfs zijn aangifte in een 70-30 verhouding verwerpt. De controleur verwijst, in september 2011, naar het antwoord van minister Reynders in juli (zie hoger) dat nog altijd “geval per geval moet worden uitgemaakt of de inkomsten werkelijke auteursrechten (dit is in uw situatie niet het geval) dan wel baten betreffen. Eveneens wordt nogmaals uitdrukkelijk gesteld dat het geenszins de bedoeling kan zijn de inkomsten uit baten te beschouwen als auteursrechten”.
M., freelancer bij De Morgen, mailt ons in november dat hij van de fiscus bericht heeft gekregen dat zijn inkomsten van 2009 geherkwalificeerd worden als ‘beroepsinkomen’, met 10% boete bovenop, aangezien hij geen verdeling heeft afgesproken met De Persgroep. M. neemt contact op met de juriste van zijn uitgever, die hem zegt dat daarover geen overeenkomst bestaat, omdat M. zijn auteursrechten al heeft overgedragen aan de JAM. Terecht begrijpt M. niet waarom De Persgroep hem dan uitbetaalt in auteursrechten, met
F., freelancer bij Humo, krijgt van Woestijnvis de suggestie zijn vergoeding voor een artikel op te splitsen in 70% honorarium en 30% auteursrecht, conform de overeenkomst VVJ en dagbladpers. Heel netjes meldt Woestijnvis dat hierover eerst met de freelancer wordt overlegd en dat hij zijn factuur hiervoor niet moet aanpassen. Zo kan het dus ook…
En wat nu? Sinds begin 2009 hebben de VVJ en de JAM ervoor gewaarschuwd dat de fiscus wellicht niet zou aanvaarden dat je uitsluitend in auteursrechten wordt uitbetaald. Nu blijkt dus dat een aantal freelancers dat zijn aangifte heeft ingevuld volgens de interpretatie van de uitgevers (volledige vergoeding als auteursrecht) door de fiscus wordt teruggefloten. Wat kun je doen in zo’n geval? • Contact opnemen met de fiscus en uitleggen dat de uitgever je geen keuze liet, dat hij alles als auteursrechten heeft uitbetaald en daarop de roerende voorheffing heeft ingehouden. Met andere woorden: dat je ter goeder trouw hebt gehandeld, door de belastingaangifte in te vullen, conform de opgave van je uitgever. Dat betekent niet dat je geen achterstallige belastingen zult moeten betalen, maar mogelijk kan die boete van 10% worden kwijtgescholden. • Je kunt de fiscus ook voorstellen uit te gaan van een verdeling zoals de VVJ in januari 2010 is overeengekomen met de dagbladuitgevers: 70% honorarium en 30% auteursrechten. Als de fiscus dat aanvaardt, kun je op die manier nog een stukje belastingen (op die 30%) vermijden. Maar zal de fiscus dat aanvaarden als in je contract geen dergelijke opsplitsing is opgenomen? • Wil de fiscus helemaal niet wijken, dan zou je de boete van 10% kunnen claimen bij je uitgever, omdat hij er de oorzaak van is. Ga in elk geval met je opdrachtgever praten over je situatie. • Ga er niet van uit dat de fiscus alsnog akkoord zal gaan met een aangifte van 100% in auteursrechten, zelfs niet als je uitgever je nu een contract laat tekenen waarin de volledige vergoeding auteursrecht is.
7
De Journalist
maart 2012
Onderzoek WERK VINDEN ALS JOURNALIST: DRIE MAANDEN ZOEKEN, TWAALF BRIEVEN, TWEE GESPREKKEN Rozane De Cock & Hedwig de Smaele Brussels Center for Journalism Studies / HUB Voor de eerste keer is in Vlaanderen gepeild naar de tewerkstellingskansen van afgestudeerde masters in de journalistiek. Komt slechts een klein aantal onder hen echt terecht in de journalistiek, zoals de mythe wil? Dat valt best mee, zo leren de resultaten. inhoud, leerkracht secundair onderwijs en pr-medewerker.
Als onderzoekers van het Brussels Center for Journalism Studies (BCJS) verbonden aan de HUB, ondervroegen we de eerste lichting afgestudeerden van de drie Vlaamse masteropleidingen in de journalistiek. Hoe lang duurde het vooraleer ze een job vonden? In welke mate gaat het om een echt journalistieke job? En bereidt de opleiding hen daar voldoende op voor? De resultaten van de studie ruilen speculaties en vermoedens over de jobkansen voor cijfers. Zo kan het actuele debat over de opleidingen journalistiek en hun aansluiting op het werkveld op een meer gefundeerde wijze worden gevoerd.
Voor de Vlaamse master in de journalistiek duurt het gemiddeld slechts 3,6 maand vooraleer hij/zij een job vindt. Hiervoor zijn er over het algemeen 26 sollicitatiebrieven en 5 interviews nodig. Verrassend genoeg verloopt de zoektocht naar een job binnen de journalistiek vlotter dan naar erbuiten. Journalisten hebben minder sollicitatiebrieven (12) en interviews (2,4) nodig om een job te vinden dan werknemers binnen een ander domein (respectievelijk 36,9 en 6,8). De duur van de zoektocht is niet significant verschillend, maar verschilt wel in absolute cijfers: 3 maand binnen de journalistiek, 4 maand daarbuiten. Verschillen tussen mannen en vrouwen zijn er op deze vlakken niet, ook niet als we het nettoloon met elkaar vergelijken.
Elk jaar is het aantal afgestudeerden in de journalistiek veel groter dan het aantal beschikbare plaatsen in de media. Dat is althans wat diezelfde media vaak doen uitschijnen. De opleidingen journalistiek worden daarbij op een hoop gegooid. Vacature neemt het diploma journalistiek op in de Frustrerend lijst van ‘kneusjes’: 15,6% van wie in 2009 afstudeerde als professionele bachelor journalistiek, zou een jaar later nog Gemiddeld genomen vinden de afgestudeerden hun zoektocht steeds werkzoekend zijn. ‘Mediaopleidingen missen match naar werk frustrerend (5,9 op een tienpuntenschaal). met sector’, kopt Jobat op 12 maart 2011. Maar klopt dit Dat geldt in grotere mate voor studenten die buiten de journalistiek werk vonden (6,5) dan voor degenen die beeld voor de masteropleidingen journalistiek? Om dat na te gaan, verspreidde binnen de journalistiek werken het BCJS een websurvey Jonge afgestudeerden krijgen vaak een (5,1). De terugkerende vraag onder de afgestudeerde naar ervaring bleek voor veel minder vast statuut: een interim of masters in de journalistiek jonge afgestudeerden een van de afstudeerjaren 2008 bron van frustratie. “Het vinden freelance statuut. en 2009. Het gaat om de drie van een job in de journalistiek Vlaamse masteropleidingen: Erasmushogeschool Brussel, zonder de juiste contacten of praktijkervaring is erg moeilijk”, Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB) en Lessius Antwerpen. zo getuigde een respondent. “De grote vereiste is ‘ervaring’, De vragenlijst werd beantwoord door 105 masters in de en dan nog werven ze, bijvoorbeeld voor productie, liever mensen aan die ze al kennen. Heel vaak mocht ik zelfs niet journalistiek, wat neerkomt op een responsgraad van 42%. op gesprek gaan en dat was frustrerend. Ik ben dan maar een beetje uit noodzaak ergens anders beginnen werken.” Soorten jobs Een stage vergemakkelijkt hoe dan ook de overgang Op het moment van het onderzoek had 87% van de naar een job. Ook een flinke dosis ‘geluk’ en persoonlijke afgestudeerden werk gevonden. 5% van de respondenten netwerken, opgebouwd tijdens een stage bijvoorbeeld, gaf aan werkloos te zijn, 9% studeerde nog verder. Van de werken in het voordeel. Zo getuigt een respondent: “Ik heb werkenden vond 43% een job in de journalistiek, 57% is aan de heel veel geluk gehad bij het zoeken naar een job. Tijdens de slag in een andere sector, vooral in de communicatiesector of verkiezingen sprong ik anderhalve week bij op Radio 2, daar het onderwijs (talen). Vaak blijft dus een link aanwezig met de waren ze tevreden over mij en op die manier kreeg de VRTjournalistiek in enge zin of de media- en communicatiewereld nieuwsdienst mijn naam door toen ze daar dringend iemand in ruime zin. Afgestudeerden die aan de slag zijn binnen de zochten. Die job daar lag ver onder mijn mogelijkheden, journalistiek, werken er in diverse functies: sportjournalist, maar heeft wel veel deuren geopend. Zo leerde ik de juiste presentator, eindredacteur, audiovisueel reporter, politiek mensen kennen, leerde ik bij door goed rond mij te kijken en journalist, enzovoort. Opvallend: de meerderheid werkt als kon ik uiteindelijk ergens anders tijdelijk aan de slag.” journalist en/of eindredacteur voor een regionale krant. Dit bevestigt het vermoeden dat de doorstroming van de studie De belangrijkste vaardigheid die wordt vereist om te worden naar regionale media gemakkelijker is dan de doorstroming aangeworven, is volgens de pas afgestudeerden ‘een vlotte naar nationale media. Afgestudeerden die buiten de schrijfstijl hebben’, onmiddellijk gevolgd door ‘foutloos journalistiek terechtkomen, geven onder meer volgende schrijven’. Pas op de zevende plaats verschijnt een vaardigheid functieomschrijvingen op: externe communicatie bij een die verwijst naar een multimediale werkomgeving: bank, onderhouden van persrelaties, updaten van website- ‘aangepast schrijven voor online publicaties’. Ook andere
8
beroepsopleiding in strikte zin, maar ze combineert toch een praktische vaardigheidstraining met zin voor analyse, reflectie, synthese en een kritische ingesteldheid. Dat deze vaardigheden vaak doorslaggevend zijn voor aanwerving, lijkt het academische kamp in de discussie over het karakter van de opleidingen journalistiek te sterken.
resultaten geven aan dat multimedialiteit niet prioritair is om als jonge afgestudeerde aangeworven te worden binnen de journalistiek. Het belang van bloggen, kennis van html en kennis van verschillende mediaplatformen scoren laag. Wat de nieuwsgaring betreft scoort het zoeken van online informatie wel hoog bij de technieken die cruciaal zijn om een journalistieke job te bemachtigen. Toch is er maar weinig verschil met het belang dat wordt gehecht aan andere, klassieke nieuwsgaringstechnieken, zoals interviewtechniek, goed kunnen netwerken en in staat zijn grote hoeveelheden informatie te verwerken. Het inschakelen van sociale netwerksites als nieuwsgaringstechniek vinden we pas op de negende plaats.
Genderverschillen lijken overigens niet te spelen bij aanwerving, net zomin als bij opleiding. De doorstroming van vrouwen naar de journalistieke arbeidsmarkt vanuit de masteropleidingen journalistiek stuit niet op belemmeringen. Waar onze cijfers geen licht op werpen, is de mogelijk snellere uitstroom van journalisten. Snel een job hebben betekent immers niet altijd die job ook lange tijd behouden, zeker niet in crisisperiodes zoals de huidige. Jonge afgestudeerden krijgen niet alleen vaak een minder vast statuut – een interimstatuut of freelance statuut – maar komen ook steeds meer in concurrentie met ervaren mensen, die gelet op de groeiende mobiliteit sneller dan vroeger overstappen van het ene naar het andere medium.
Discussie De overgrote meerderheid (77%) van de respondenten vindt de afgeronde opleiding hoe dan ook een goede voorbereiding op de job. De stage gekoppeld aan de opleiding is vaak een ideale springplank naar werk en een mogelijkheid om een netwerk van contacten uit te bouwen die later van pas komen bij de job zelf. De master in de journalistiek is dan wel geen
Afscheid van Ronald Claessens, ex-journalist Vooruit en De Morgen Dinsdag 6 maart, het crematorium van Lochristi. Het is half elf in de voormiddag, en we komen met excollega’s van Vooruit en De Morgen samen om Ronald Claessens (68) een laatste eer te betonen. Niet alleen ex-collega’s van het journalistieke gild, ook van ‘den atelier’, gasten van de fotogravure en de zetterij. Ronald, journalist en ‘sos’ uit Aalst, kende en erkende het ‘werkvolk’. ‘Geen tranen, geen kransen’, zo wilde Ronald het volgens zijn zelf geschreven uitvaartscenario. Tranen waren er toch, maar het waren stille. Ronald Claessens was zo een van die selfmade journalisten. Vanuit de ‘burgerlijke stand’ van Aalst en ja, via partijconnecties, werd hij gedropt op de redactie van de Gentse rooie gazet Vooruit. Met zijn compagnons Bob Van de Voorde en Cé van der Poel vormde hij een trio dat zelfs over turbulente loopbaanontwikkelingen Ronald Claessens (midden), Bob Van de Voorde (links) en Cé Van der heen stand hield tot 1 maart jongstleden, toen Ronald Poel (rechts): drie oud-journalisten die mee tekenden voor de doorstart overleed. Bob en Cé organiseerden het afscheid. Ik van de partijkrant Vooruit in De Morgen. (Foto Joke Laurijssen) ken weinig trio’s die zo lang standhouden. Ronald was geen journalist van de frontlijn maar een van de ‘baseline’. Hij wist hoe een verhaal moest geschreven worden, wist vooral hoe een krantenpagina, ja een hele krant er moest uitzien. Hij zette de oude tradities van het ‘partijblad’ op hun kop door met zijn kompanen Bob en Cé een jongerenpagina te beginnen. Hij was ook een van de eersten om in de Vlaamse krantenwereld weekendbijlagen te ontwerpen en ze ook nog te maken. De Weekend Plus van De Morgen stak hij helemaal alleen ineen met een handvol jonge journalisten. Hij leerde hen niet alleen het ABC van de journalistiek, hij leerde hen ook drinken. Claessens was een leermeester, die je het vak ‘journalistiek’ bijbracht. Hij kende het in al zijn vezels – van de oude loodzetterij tot het computertijdperk – en ook in al zijn mogelijkheden. Hij leerde ons, jonge springers, waar we voorbeelden konden vinden. Niet in Le Monde, wel in de Daily Mirror van de jaren zeventig en tachtig. Dààr, zo debiteerde Ronald graag luidop, konden journalisten voor het volk uitleggen hoe ingewikkelde dingen toch simpel ineenzaten. Als het resultaat hem alsnog niet aanstond, kon hij verschrikkelijk van zijn kloten maken. Dan deed hij ons, jonge snaken zijnde, beven. Nadien, op café, was hij dan weer de volleerde brombeer. Dan legde hij je wel uit waarom je geschriften niet deugden en wat beter kon. Zo was Ronald Claessens: journalist en socialist. Jan Van Doorslaer
9
De Journalist
maart 2012
Reportage Japanse krantenmarkt presteert onwezenlijk hoog maar ligt ook onder vuur
DE TSUNAMI TROF OOK DE JOURNALISTIEK De ramp van 11 maart vorig jaar dwong de Japanse mediasector tot zelfreflectie. “Voor het eerst werden we geconfronteerd met een publiek dat ons niet langer blind geloofde.” Een reportage uit Japan.
Jef Van Baelen Wie op zoek is naar een interessante persreis moet absoluut de website van het European Journalism Centre (EJC) in de gaten houden. Via het EJC kwam ondergetekende gedurende twee weken in Japan terecht, onkosten inbegrepen. Nihon Shinbun Kyokai (NSK), de Japanse vereniging voor krantenuitgevers en journalisten, gidste de vier deelnemende Europese journalisten gelijk door het Japanse medialandschap. Zeker qua krantenverkoop presteren de Japanners op een onwezenlijk hoog niveau. Japan brengt dagelijks 49.321.840 kranten aan de man, verspreid over ruwweg 120 titels. Ter referentie: het land telt 127 milljoen inwoners. Per
draait een jaarlijkse omzet van 20.000 miljard yen, of meer dan 200 miljard euro. De top drie van de meest verkochte kranten ter wereld is volledig Japans. De verklaring van dat eclatante succes zit in een uniek en zeer efficiënt distributiesysteem. Akira Kawashima: “Japanse kranten hebben een sociale component toegevoegd aan hun lezerswerving. Het abonnementsgeld wordt iedere maand opgehaald door de vaste krantenbezorger. Dat is een grote personeelskost, maar heeft als voordeel dat Japanse mediabedrijven dicht bij hun klanten staan, die daardoor ook minder geneigd zijn om hun abonnement op te zeggen. Meer dan negentig procent
Ook in Japan staat het businessmodel van de krant onder druk. (Foto Johanna Lagerfors)
huishouden betekent dat een bereik van 0,92. “Bij die bijna vijftig miljoen zijn de avondkranten niet bijgeteld”, verduidelijkt Akira Kawashima, secretaris-generaal van NSK. “Nogal wat grote titels hebben zowel een ochtendals een avondeditie, die elkaar aanvullen. Lezers met een abonnement voor beide edities rekenen we maar als één verkochte krant.” De cijfers ogen indrukwekkend. De Japanse krantensector
van de kranten wordt aan huis bezorgd. Kioskverkoop dient vooral als reclame voor de abonnementen.” Een succesverhaal zonder weerga, lijkt het. En toch. De Japanse perswereld blijkt in crisisstemming. “2011 werd het eerste jaar dat we onder de vijftig miljoen kranten zakken. Bovendien is ook hier de advertentiemarkt ingestort, zoals in de rest van de wereld. Omdat we zoveel abonnementen
10
w
verkopen, hebben de mediahuizen gelukkig een buffer, al is die wel aan het verkleinen. Onze kranten verkopen nu acht procent minder dan tien jaar geleden. Voor een groot stuk is het een demografische evolutie: onze verouderende bevolking moet, eens ze op pensioen gaat, op de kleintjes letten en het krantenabonnement is dan vaak een van de dingen die sneuvelen. Nog zorgelijker is de situatie bij de jongeren. Zij lezen almaar minder traditionele media en halen hun informatie liever online, waar alles gratis moet.” Volgens Kawashima staat het vast dat een professioneel mediabedrijf niet zomaar alles kan weggeven. “Sinds de opkomst van het internet staat het businessmodel van de krant onder druk”, zegt hij. “De reclame-inkomsten blijken minimaal, dus moet je het toch halen bij de lezers, maar die staan daar meestal niet voor open. Krantenwebsites zoeken nog naar de juiste verhouding tussen betalend en gratis. Maar een winnende formule is tot nu toe niet gevonden.” Even was er enthousiasme over nieuwe elektronische formats, maar dat is ondertussen sterk bekoeld. Akira Kawashima: “Niemand weet wat het dominante platform wordt. E-reader? iPad? Smartphone? De mediahuizen voelen zich verplicht om overal te investeren; je mag de boot tenslotte niet missen. Maar geen enkel platform kon al echt overtuigen. Toch niet wat de inkomsten betreft.”
Ondertussen doet nagenoeg heel de krantensector mee.
Autoriteit
Een andere ramp, de aardbeving met de daaropvolgende tsunami van maart vorig jaar, heeft het beroep van journalist grondig veranderd, zo horen we bij Japanse collega’s. In de getroffen gebieden triomfeerden de printmedia. De drukafspraken zorgden ervoor dat abonnees amper een krant moesten missen – de krantenbezorger bleek voor veel gezinnen zelfs het eerste gezicht van buitenaf dat ze terugzagen. Onbetaalbare krantenbinding op een moment dat wegen vaak in puin lagen en radio noch televisie thuisgaven, wegens geen elektriciteit. In het noorden van Japan is zelfs het heroïsche verhaal bekend van een kleine krantenredactie, een van de weinige zonder aardbevingvoorzieningen, die met de hand geschreven exemplaren uitgaf toen de drukpers het liet afweten. Maar in de rest van het land blijkt de ramp het imago van de perslui een knauw te hebben gegeven. Toshio Jo: “We hebben moeten vaststellen dat onze autoriteit kleiner is dan tevoren. Voor het eerst werden Japanse media geconfronteerd met een kritisch lezerspubliek, dat hen niet langer blind geloofde. Traditioneel worden we beschouwd als de vierde macht, maar zowel Tepco, de eigenaar van Ochtendzon de Fukushima-centrale, als de ‘Voor het privéleven van de journalisten overheid beperkte bewust de Toshio Jo werkt als redactieinformatiestroom. Het publiek zijn de late deadlines een drama.’ chef van de internationale verwacht van journalisten dat divisie voor Asahi Shimbun, ze alles weten, en als iets de letterlijk vertaald: Ochtendzon krant niet haalde, dan ging Krant. “Wij hebben een groot deel van onze nieuwssite op men er impliciet van uit dat de pers het verzweeg. Dat de Facebook gezet”, vertelt hij. “Dat is wel degelijk een succes, overheid soms andere belangen heeft en dat wij niet alles ook financieel. Bovendien is het een interessant medium om kúnnen weten, werd vergeten. Het heeft bij ons en bij andere feedback te krijgen van de lezer. Ik kan het buitenlandse col- kranten tot zelfreflectie geleid. We waren te afhankelijk gelega’s aanraden.” worden van officiële bronnen.” Asahi Shimbun is de tweede grootste krant van het land – en tegelijk van de wereld – met een oplage van 7,5 miljoen Toch ziet Toshio Jo ook positieve effecten. “Het heeft ons tot (!). De avondeditie doet daar nog eens bijna vier miljoen meer creativiteit gebracht. Het straatinterview, praten met exemplaren bovenop. Wie zoveel kranten verkoopt, kan al ooggetuigen, is sinds de ramp een erg populair journalistiek eens een redactie uitbouwen. Asahi Shimbun heeft dan ook genre geworden. Die persoonlijke verhalen, daar hadden we 2500 journalisten in dienst, bijna allen met een vast contract. vroeger te weinig aandacht voor.” Freelancen is in Japan niet zo in zwang. En dat voor een krant De Japanse pers heeft sowieso meer een persconferendie alles welbeschouwd geeneens zo dik oogt. tiementaliteit dan dat er in een-op-een-gesprekken naar “Dat is waar”, beaamt Toshio Jo tijdens een rondleiding op nieuws wordt gezocht. “In ons land is het erg moeilijk om de redactievloer. “Maar we werken met veel tekst en relatief een politicus of iemand met een overheidsfunctie on the kleine foto’s, een klant krijgt waar voor zijn geld. Japanse record te krijgen”, aldus de Asahi Shimbun-journalist. “Wat lezers verkiezen zo’n lay-out, die inderdaad erg verschilt van we wel kennen, is youchi-asagake, wat je zou kunnen vertawat jullie in Europa publiceren. In Japan suggereert te veel len als ‘een nachtaanval’. (lacht) Het betekent dat je contactaandacht voor beelden dat je bespaart op inhoud.” personen, meestal politici, laat op de avond ontmoet voor Asahi Shimbun staat bekend als een linkse krant en vecht een biertje of net erg vroeg, voor een ontbijt. Daar hoor je een bitse verkoopsstrijd uit met het rechtsere en (nog) natuurlijk de beste verhalen, die je nooit rechtstreeks aan grotere Yomiuri Shimbun. Toch delen de twee gezworen hen mag toeschrijven, maar een creatieve journalist vindt via concurrenten voor sommige edities een drukpers. “Als er een omweg ongetwijfeld bevestiging.” goede zaken te doen vallen, dan redeneert onze zakelijke Een laatste tip nog, gratis meegegeven door Toshio Jo. In leiding nooit emotioneel”, lacht Toshio Jo. “Dat zal typisch Japan zijn de drukpersen dermate geavanceerd dat het moJapans zijn. De meeste kranten hebben trouwens afspraken gelijk is om laat in de nacht te drukken. De deadline vermet concurrenten om samen te drukken mocht een pers het loopt daardoor pas om half twee ’s nachts, op tijd voor de begeven. Rampen, en dan vooral aardbevingen, zijn in Japan nachtaanvallen. “Voor het privéleven van de journalisten is niet ongewoon. Onze onderlinge solidariteit zorgt ervoor dat die late deadline een drama”, verzucht de redactiechef ingeen enkel mediabedrijf moet vrezen dat een ongeluk auto- ternationale divisie. “Als ik buitenlandse collega’s iets benijd, matisch het einde betekent.” De Japanse pers startte die on- dan is het dat zij tenminste op een schappelijk uur het werk derlinge hulpafspraken na de aardbeving in Kobe van 1995. mogen afronden.”
11
De Journalist
maart 2012
In gesprek YVES DESMET (De Morgen): ‘VROEGER WAS HET STUKKEN EN STUKKEN SLECHTER’ Monica Moritz Precies dertig jaar zit Yves Desmet in de journalistiek. Met een licentiaat communicatiewetenschappen op zak nam hij in 1982 een duik in de stiel en sindsdien kwam hij nooit meer boven. Reporter, hoofdredacteur, politiek commentator, recensent, televisiegezicht: zijn palmares oogt fraai. Vandaag profileert Desmet zich ook graag als foodie, als dat geen mooie aanleiding is om samen aan tafel te zitten. De Journalist: Hoe bent u in de journalistiek getuimeld?
Hij verwijt u ook te dicht te staan bij bepaalde politici.
Yves Desmet: “Ik wist al vroeg dat ik in de journalistiek zou terechtkomen, ook al blonk ik op school eigenlijk uit in de exacte vakken. Ik was primus in wiskunde, fysica en biologie, en iedereen in mijn omgeving duwde mij richting burgerlijk ingenieur of geneesheer. Maar al op mijn veertiende was ik bezig met het schoolkrantje en wilde ik journalist worden. Tegen beter weten in (glimlacht). Toch heb ik er nooit spijt van gehad.”
(pfff) “Dat is de eeuwige discussie, hè. De Wetstraat is een dorp en ik vind het eigenlijk geen slechte zaak dat je hier niet door een muur van woordvoerders moet ploegen om rechtstreeks contact te hebben met politici. Als je, zoals ik, meer dan 25 jaar in de Wetstraat rondloopt, dan loop je regelmatig dezelfde mensen tegen het lijf. Sommigen appreciëren je meer dan anderen dat doen, met enkelen zak je al eens wat meer door en praat je al eens wat dieper over het leven. Ik denk dat ik daardoor een scherpere kijk heb ontwikkeld. Dat is ook een van de meest gestelde vragen bij studenten: ‘Meneer Desmet, als u met politici gaat eten, kunt u dan nog objectief zijn?’ Alsof mijn oordeel zou afhangen van een biefstuk.”
Het verklaart ook uw keuze om communicatiewetenschappen te studeren? “Ja, ook al was dat eind jaren zeventig een heel theoretische opleiding. Je leerde er wel denken en opzoeken. Je kreeg bronnenkritiek en basiscursussen recht en economie, maar schrijven leerde je er niet. In de verste verte kwam je er niet te weten wat journalistiek eigenlijk is (bijt in een stukje nougat, roert in zijn koffie). Ondertussen is journalistiek wel een studierichting geworden, een almaar populairdere bovendien. Vandaag is er een gigantische wildgroei aan die opleidingen, zoals in de politiek. Als je ziet wat er ieder jaar afstudeert, zowel op hogeschoolniveau als aan universiteiten, dan vraag je je toch af waar die ooit allemaal aan de bak kunnen komen.”
Maar op vriendschappelijke voet staan met…
“Moment, het woord vriendschap heb ik niet uitgesproken (drinkt de rest van zijn koffie). Ik denk niet dat er politici zijn die ik tot mijn naaste vriendenkring reken. Maar wat sommigen ‘te dicht staan’ noemen, kan je wel een groter inzicht geven in de drijfveren en de achterkamers van de macht. Groter dan wat je verneemt als je braaf tijdens een persconferentie noteert wat daar als officiële waarheid wordt verkondigd. Dan ben je een stenograaf met een steriele objectiviteit. Dan kan je wel zeggen van kijk eens hoe Welk aspect van het vak heeft u tot onafhankelijk ik ben, maar dan weet nu toe het meest geboeid? je niks. Dus bekijk de interviews die “Ik kom niet graag in routine ik doe en de essays die ik schrijf over terecht. Ik ben begonnen als lokale politiek, en je zal merken dat ze verslaggever in Mechelen, en heb Yves Desmet: ‘Alsof mijn oordeel over politici zou getuigen van een achtergrondkennis toen alles en nog wat verslagen, zelfs afhangen van een biefstuk.’ (Foto Monica Moritz) die ik waarschijnlijk nooit zou miss België. Daarna heb ik in de loop hebben gehad als ik niet dat der jaren van alles geprobeerd. Een nieuwe stap is in het begin zogenaamde ‘dicht’ zou staan bij sommige politici. Meteen daag altijd heel leuk, maar na een tijdje word ik het beu en zoek ik ik iedereen uit om iemand te noemen die mijn pen ooit zou weer iets anders te doen. Je moet wel een beetje fris blijven, vastgehouden hebben!” vind ik. Ik heb alles wat ik gedaan heb altijd graag gedaan. Tot U laat wel duidelijk uw voorkeuren blijken... ik het beu was.” Door uw mediale alomtegenwoordigheid bent u ook het mikpunt van satirici en staat u te boek als de loftsocialist. (knikt bedenkelijk) “Satire is vrij, zeker? Ik zit ook lang genoeg in de stiel om al eens tegen iemand aangeduwd te hebben, en als je de pretentie hebt om dat met anderen te doen, moet je aanvaarden dat ze het ook met jou doen. Ook al klopt het niet wat men over je schrijft. Maar reageren, dat doe ik niet. Wat zou ik dan trouwens moeten doen? Koen Meulenaere het plezier gunnen mijn loonbrieven van de afgelopen twintig jaar in te kijken om te bewijzen dat ik al die tijd gewoon een loontrekkende ben geweest, of wat? Dat heeft weinig zin. Hij is nogal selectief in zijn doelwitten, hè (drinkt een slok koffie). Maar dat is zijn goed recht.”
“Niemand is neutraal. Iedere goeie journalist draagt een soort maatschappelijke verontwaardiging in zich over dingen die hij niet oké vindt. Dat maakt je per definitie gekleurd, maar dat is nog iets anders dan gaan militeren voor een partij. Ik heb geen enkel probleem om toe te geven dat ik subjectief en geëngageerd ben. En als je mijn carrière en mijn stukken volgt, dan weet je perfect waar mijn sympathieën en mijn aversies liggen. Maar ik heb mij nooit actief geëngageerd voor een politieke partij, dat vind ik echt onverenigbaar met journalistiek.” Welk soort journalistiek choqueert u? (denkt lang na) “Ik ben ooit heel erg geschrokken van de manier waarop de Britse tabloïdpers zich gedroeg tegenover de overlevenden van de Herald of Free Enterprise, die in
12
het mortuarium hun dierbaren kwamen identificeren. De ongelooflijke grove, niets ontziende, smerige manier waarop die kerels probeerden een scoop binnen te halen. Het grenzeloze gebrek aan respect voor de mensen over wie ze schreven. Dat was zowat de donkerste kant van de journalistiek die ik tot op dat ogenblik had gezien. Nu blijkt het nog erger te zijn (grijnst). Zonder in de bompa-is-bedroefd-modus te willen vervallen, merk ik toch dat het steeds minder respectvol omgaan met mensen en hun privacy een onomkeerbare tendens is geworden. Dat vervult mij met enige weerzin, ja.” De manier waarop Notaris X is aangepakt, midden jaren tachtig van vorige eeuw, heeft toch ook al veel ravage aangericht? “Euh, ja, er worden daar serieuze vragen bij gesteld. Daarom hebben we ook nooit de identiteit van de betrokkene onthuld. Alleen waren de toen vijf meest erkende autoriteiten inzake incest en kindermishandeling er met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid van overtuigd dat er iets was gebeurd. Op basis daarvan mag je je toch wel afvragen of het wel aangewezen was om de notaris toen het hoederecht over zijn kinderen te geven.” Ook het opvoeren van Regina Louf, zowat tien jaar later, heeft de geloofwaardigheid van de krant aangetast. “Ja, net zoals het verhaal in De Standaard dat Elio di Rupo het met kleine jongetjes deed, aan de geloofwaardigheid van die krant een knauw gaf. Maar aan de oplage hebben we het nooit gevoeld en ik denk nog altijd dat we valabele redenen hadden om aandacht te besteden aan dat verhaal. We spreken nu wel over het midden van de jaren ‘90, dus als die koe nog uit de gracht moet worden gehaald dan zijn we toch al 18 jaar goed bezig (smalend glimlachje). In alle boekdelen die door mijzelf of onder mijn bevoegdheid zijn volgeschreven, gaat het uiteindelijk maar om een paar pagina’s.”
elkaar legt, dan vind je daar een hoorn des overvloeds aan relevante, goeie journalistieke stukken, die in het buitenland door onze concurrenten niet geleverd worden.” Daarnaast heb je de boekskes, die minder hoog grijpen. “Ik koop die boekskes niet. Maar er is wel een publiek voor. En ik ben nog een van de weinige dinosaurussen die én de tijd van de politieke bevoogding én die van de commercialisering hebben meegemaakt. Wel, De Morgen was vroeger een behoorlijk linkse en wat drammerige krant. Nu is het modieus om te zeggen dat de kwaliteit in sneltreinvaart uit de media verdwijnt. Volgens sommige beroepscritici is kwaliteit vandaag alleen nog maar in homeopathische dosissen aanwezig. Maar ga gewoon eens naar een bibliotheek, neem eender welke krant van tien of vijftien jaar geleden vast, en vergelijk die met de kranten van vandaag. Nu is er veel meer informatie, veel meer duiding en veel meer kennis van zaken. Op alle vlakken zijn we er ongelooflijk op vooruitgegaan. Maken we ideale kranten? Verre van, maar bespaar mij de litanie van vroeger was het beter. Vroeger was het stukken en stukken slechter. En iedere keer als Manu Ruys vanuit zijn Zeebrugse toren meent te moeten roepen ‘in onze tijd’, dan denk ik: allez, jongen gaat uwen mond spoelen met zeep, ge weet nie waarover dat ge het hebt.” Er is wel veel veranderd, alleen al de constante stroom nieuws uit alle uithoeken van de wereld.
“Ja, we zijn in een 24 uur-nieuwseconomie beland en dat is moordend voor de journalisten. Bovendien wil iedereen zijn eigen verhaal brengen, en dan zie je dat dingen soms enorm snel opgepookt worden om de aandacht te trekken: van heel banale incidenten worden majeure drama’s gemaakt. En een schandaal op maandag is woensdag al vergeten. Het grote probleem is natuurlijk dat er zich op het veld zoveel spelers bewegen, van hele goeie gedegen onderzoeksjournalisten tot de grootste sensatiezoekers, dat die toch altijd massaal worden samengevoegd in dat De pikante sms’jes van een ‘Er wordt steeds minder respectvol met ene containerbegrip, de media. overspelige eerste minister zou En daar sta je machteloos mensen en hun privacy omgegaan. u niet publiceren? tegenover. Ik heb nog geen twee stukken over de kasteelmoord Dat vervult mij met enige weerzin, “Nee! De sms’jes van Leterme gelezen, I couldn’t fucking care publiceren, dat is natuurlijk de deontologie overschrijden. En die kutuitleg van die snotneus less, maar je aanvaardt dat het heel veel mensen interesseert van Story, dat het zogezegd maatschappelijk relevant was, ik en dat andere collega’s daar dus wel mee bezig zijn.” heb geschaterd van het lachen. Dat is nu echt een verkoper van gedrukt papier! Hou er mee op, hè en pretendeer niet dat je met Ergert u zich wel eens aan collega’s? serieuze journalistiek bezig bent. Het meest luizige excuus was dan nog: ‘we hadden er nog pikantere kunnen afdrukken’. Je “Ja, want er is te veel aandacht voor perceptie en schijn. De pers moet de waakhond van de democratie zijn maar nogal had er geen moeten afdrukken, punt.” veel collega’s gedragen zich op televisie als jachthonden. Ze zijn Als Leterme hier zonder kleerscheuren doorkomt mag een kritisch omdat dat bij hun persona hoort, dat houdt hen meer ‘torenpoeper’ ook burgemeester blijven? bezig dan het verhaal dat ze moeten brengen. Zo dienen ze “Waarom niet? Is het politieke ambt dan enkel voorbehouden misschien wel hun eigen ego maar niet de nobele taak van de aan zij die nooit in het openbaar seks hebben gehad? Waar ligt waarheidsvinding. Dan dient nieuws enkel om aan de bevolking de grens? Helemaal géén seks meer hebben? Mogen politici te tonen dat je een stoere stoute journalist durft zijn. Let maar niet langer mensen zijn maar moeten ze allemaal de gelofte van eens op het aantal stand ups vandaag waarin de journalist vertelt kuisheid en armoede hebben afgelegd? Bespaar me dat. Ik vind waar hij staat en voor de rest niks zegt, behalve ‘het zou wel dat die Ilse dat briljant aanpakt, ook met haar carnavalskleed eens kunnen dat’ of ‘naar verluidt’. Dat soort vuljournalistiek met dat torentje op. Dat is de Aalstse variant van het et alors? neemt hand over hand toe.” van Mitterrand.” Slotvraag: stel dat u een ter dood veroordeelde foodie was Veel media beklemtonen juist die smeuïge kantjes van de en u mocht uw laatste maaltijd zelf kiezen... actualiteit, ze maken er infotainment van.
ja.’
“Je moet een gezond evenwicht bewaren tussen need to know en nice to know, ook in de kwaliteitspers. Maar zelfs in nice to know elementen, heb je, in mijn ouderwetse ethiek, elementair respect voor de mensen. Al bij al denk ik dat onze Belgische pers vrij goed meevalt op dit punt. Kijk naar de recente evolutie van magazines op de zaterdagmarkt. Als je onze drie kwaliteitskranten, De Tijd, De Standaard en De Morgen naast
(Denkt lang na) “Ik eet zoveel dingen graag. (staart in de verte) Als voorgerecht dan maar garnaalkroketten met gefrituurde peterselie. Dan een goeie gebraden kip, maar wel een bressekip. Een echte dessertman ben ik niet, dus ik denk dat dat veeleer iets vloeibaars wordt, zoals een perfect gezette expresso met een goeie Grappa van Berta, de beste Grappa-producent van Italië. Voilà. En dan moogt ge mij komen halen.”
13
De Journalist
maart 2012
Raad voor de Journalistiek Beslissing over de klacht van X tegen Het Nieuwsblad internet aanbieden, in plaats van via de reguliere spermabanken. Waar de spermabanken wettelijk gereguleerd zijn en de donoren gescreend worden, bestaat het gevaar dat wensouders die een spermadonor via het internet contacteren, geconfronteerd worden met gebrekkig sperma en/of malafide donoren. Dit is wel degelijk maatschappelijk belangrijk. Wat het privacyaspect betreft, voert Het Nieuwsblad aan dat de naam van klager in het artikel niet wordt vermeld en dat de krant zijn identiteit trouwens niet kende. Hij wordt in het artikel alleen aangeduid met de verschillende voornamen die hij gebruikt. Deze gegevens laten de Belgische lezer niet toe om hem te identificeren.
Met een brief van 16 september 2011 dient X klacht in tegen Het Nieuwsblad. Aanleiding is een artikel in Het Nieuwsblad van 17 augustus 2011, dat ook verscheen op de website van Het Nieuwsblad: ‘Spermadonor blijkt autist’. Op 8 december 2011 heeft Toon van den Meijdenberg, financieel en administratief manager van Het Nieuwsblad / De Standaard geantwoord op de klacht. Klager repliceerde hierop met een brief met bijlagen op 17 december 2011. (...)
DE FEITEN De Nederlander X biedt zich onder meerdere (voor)namen via verschillende websites aan als spermadonor. Volgens het artikel in Het Nieuwsblad zou hij al meer dan twintig kinderen hebben verwekt, zonder dat hij de betrokken vrouwen op de hoogte heeft gebracht van zijn medisch probleem, met name dat hij lijdt aan het syndroom van Asperger. Daarover zijn in de Nederlandse pers en op internetfora artikelen verschenen. Een aantal van die donorkinderen zou volgens de krant al de kenmerken van een autistische stoornis vertonen.
BESLISSING 1. De beweerde feitelijke onjuistheden De Raad kan de beweerde feitelijke onjuistheden noch de door klager aangevoerde wetenschappelijke argumenten betreffende het syndroom van Asperger beoordelen. Vast staat – en dat wordt door klager niet betwist – dat hij meerdere kinderen heeft verwekt en dat hij als spermadonor bewust bepaalde medische informatie heeft verzwegen ten opzichte van de wensouders.
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Klager voert in essentie drie redenen aan voor zijn klacht tegen de krant. 1. Het artikel bevat diverse fouten en is dus niet waarheidsgetrouw, waardoor de artikelen 1 tot 4 van de Code werden geschonden. Zo beweert de krant volgens klager ten onrechte onder meer - dat hij reeds 22 kinderen zou hebben verwekt, - dat het syndroom van Asperger erfelijk is, - dat een aantal van die kinderen de kenmerken van een autistische stoornis zou vertonen.
2. Wederhoor Het artikel in Het Nieuwsblad, dat uitdrukkelijk verwijst naar een reportage in het Nederlandse Algemeen Dagblad en hieruit ook uitgebreid citeert, gebruikt het geval X om een algemeen probleem aan te kaarten. Bovendien kende Het Nieuwsblad de identiteit van X niet gezien de door hem aangehouden anonimiteit. In die omstandigheden is het volgens de Raad aanvaardbaar dat Het Nieuwsblad zelf klager niet heeft gecontacteerd.
2. Wederhoor Het Nieuwsblad heeft klager niet gecontacteerd, maar verwijst alleen naar de berichtgeving in het Nederlandse Algemeen Dagblad. Dit betekent een inbreuk op artikel 20 van de Code. 3. Schending van de privacy Het feit dat Het Nieuwsblad de drie voornamen van klager citeert en vermeldt dat hij lijdt aan het syndroom van Asperger en een verleden met depressies heeft, is volgens klager een grove schending van zijn privacy die bovendien niet in verhouding staat tot het maatschappelijk belang van de berichtgeving. Dit betekent een inbreuk op de artikelen 22, 23, 24, 25 en 27 van de Code. Het Nieuwsblad betoogt dat het artikel gebaseerd is op eerdere berichten in het Algemeen Dagblad, wat in de tekst ook uitdrukkelijk wordt vermeld, en dat de krant de identiteit van klager niet kende. De wetenschappelijke argumenten die klager aanvoert om aan te tonen dat het syndroom van Asperger niet erfelijk is, doen volgens Het Nieuwsblad niet ter zake. De essentie is dat X als spermadonor tegenover de wensouders verzweeg dat hij aan dit syndroom lijdt. V olgens Het Nieuwsblad wil het artikel waarschuwen tegen de risico’s van spermadonoren die zich via het
3. Maatschappelijk belang De problematiek die in het artikel wordt aangekaart – de risico’s met spermadonoren die zich op het internet aanbieden, onder meer mogelijke medische problemen, dubieuze motieven, het achterhouden van informatie enzovoort – is volgens de Raad wel degelijk maatschappelijk belangrijk. 4. Privacy In het artikel worden enkele voornamen gepubliceerd die klager blijkbaar zelf gebruikt op internetsites om zich aan te bieden als spermadonor. Het is onmogelijk om hem aan de hand hiervan te identificeren, temeer omdat hij Nederlander is en het artikel in een Belgische krant is verschenen. De verwijzing naar het syndroom van Asperger is, in de context van dit artikel en gezien het maatschappelijke belang van de beschreven problematiek, geen ongegronde verdachtmaking of stereotypering en vormt geen overdreven aantasting van het privéleven van klager. De Raad voor de Journalistiek is daarom van oordeel: de klacht is ongegrond. Brussel, 8 maart 2012
14
Beslissing over de klacht van de heer Dieter Troubleyn tegen Story Met een brief van 23 juni 2011 dient de heer Troubleyn klacht in tegen Story. Aanleiding is een artikel in Story van 10 mei 2011, met als titel ‘Ophefmakende onthullingen! Dieter Troubleyn: Yasmine had nog geleefd als ze bij mij was gebleven’. (...)
DE FEITEN Naar aanleiding van zijn autobiografische boek Voorbij de Bierkaai werd Troubleyn door journaliste Lisa Gabriëls van Story geïnterviewd. Toen hij het uitgeschreven interview kon nalezen, stelde hij vast dat het uitsluitend over zijn relatie met zijn vroegere jeugdliefde Hilde Rens, alias Yasmine, ging en dat het interview was aangevuld met citaten uit het boek. In de begeleidende e-mail schrijft de journaliste: “Ik heb enkele leuke anekdotes uit het boek gehaald, enkele pakkende stukken en enkele prikkelende uitspraken, en ik denk dat de mensen hierna zeker jouw boek zullen willen lezen.” Klager weigerde in eerste instantie zijn toestemming te geven om het interview te publiceren. “Dit doet mijn werk, mijn verhaal, ons gesprek maar ook de nagedachtenis van Hilde niet de juiste eer aan”, zo meldt hij in een e-mail aan de journaliste. Uiteindelijk wordt een compromis bereikt, waarbij een aantal aanpassingen aan het interview zouden gebeuren, plus zou Story twee extra artikelen publiceren (“eventueel een mooi artikel over een ander aspect van het boek (...) en een reportage over de voorstelling van de band”). In het artikel dat uiteindelijk in Story is verschenen, zijn niet alle wijzigingen en aanvullingen die Troubleyn had voorgesteld, opgenomen. De twee vervolgartikelen zijn er niet gekomen. Er verscheen wel een artikel met een kort interview door een andere journaliste van Story naar aanleiding van de persconferentie over het boek. Het artikel in Story werd door verschillende media (Dag Allemaal, Het Laatste Nieuws en Goedele op VTM) opgepikt.
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Volgens klager schendt het interview zoals door Story gepubliceerd verschillende journalistieke principes. Het artikel geeft volgens klager de indruk een interview te zijn, terwijl het in werkelijkheid grotendeels is samengesteld uit fragmenten uit zijn boek. Het is geen interview maar een ‘plastisch chirurgie interview’. Bovendien zijn die passages uit hun context gerukt, waardoor ze veel groffer overkomen dan in het boek is bedoeld. Niet alleen stelt dit een probleem van recht van citeren, het maakt ook een inbreuk uit op artikel 3 van de Code dat stelt dat vraaggesprekken de verklaringen van de geïnterviewde getrouw moeten weergeven en de geest van het gesprek moeten respecteren. Daardoor is ook onterecht de indruk ontstaan dat klager een interview over Yasmine heeft gegeven en ‘staat te dansen op haar graf’, terwijl hij helemaal niet over haar of haar zelfdoding wilde praten maar over zijn boek. Het boek telt meer dan 250 pagina’s, waarvan er slechts 11 over Yasmine gaan. Door zich daarop toe te spitsen, heeft de journaliste zich volgens klager schuldig gemaakt aan dramatisering en de privacy van de betrokkene en van de nabestaanden geschonden (art. 24 van de Code). Klager zegt uiteindelijk toch te hebben ingestemd met het interview, op voorwaarde dat een aantal wijzigingen zouden worden aangebracht die duidelijk maakten welke passages ontleend waren aan zijn boek, en mits publicatie van enkele vervolgartikelen. Uiteindelijk verscheen het interview zonder al die aanpassingen. De publicatie in Story werd opgepikt door een hele resem andere bladen, die de zaak nog erger hebben gemaakt en bovendien ook foute informatie hebben verspreid. In zijn schriftelijke reactie voert Story aan dat de klacht laattijdig
was ingediend en dus strikt gezien onontvankelijk is. Maar ter zitting wil hoofdredacteur De Swaef daarvan geen punt maken, en wenst hij uitdrukkelijk een uitspraak over de grond van de zaak. Volgens Story gebeurde het interview in het kader van de promotiecampagne die de uitgever voerde voor het boek. In dat boek schrijft klager over zijn relatie met Yasmine. In het interview, dat grotendeels over die relatie ging, staat niets dat klager niet heeft gezegd of geschreven. Het interview werd hem ter goedkeuring voorgelegd, ook al is dat geen verplichting. Dat klager het hele interview zou herschrijven, was echter niet de bedoeling. Uiteindelijk is Story ingegaan op zijn voorstel om enkele wijzigingen aan te brengen in het artikel en twee extra artikelen over zijn boek en zijn CD te publiceren. Na publicatie van het artikel, en de commotie die daarrond is ontstaan, weigerde klager nog een interview te geven. Uiteindelijk is Story zelf naar zijn persconferentie gegaan, om toch een extra artikel te kunnen schrijven. Dit toont aan dat Story niet alleen gefocust was op Yasmine. De Swaef vindt eveneens dat Story niet verantwoordelijk kan gesteld worden voor het feit dat andere media het hele verhaal hebben uitvergroot en zeker niet voor de foute berichten die die media de wereld hebben ingestuurd.
BESLISSING 1. De aanleiding tot het interview was de publicatie door klager van een autobiografisch boek. Dat wordt in het artikel in Story ook heel duidelijk vermeld. Dat daarbij bepaalde passages of aspecten extra worden benadrukt en andere niet of nauwelijks aan bod komen, is een normale journalistieke praktijk, en kan niet als een journalistiekethische fout worden bestempeld. Klager betwist niet dat hij in zijn boek ingaat op zijn relatie met Yasmine en dat het interview grotendeels over die relatie ging. Hij betwist evenmin dat het artikel in Story geen fouten bevat en hem geen woorden in de mond legt die hij niet heeft gezegd of geschreven. In die omstandigheden is de Raad van oordeel dat artikel 3 van de Code niet is geschonden. 2. Klager heeft het interview vooraf ter inzage gekregen. Hij heeft ingestemd met de publicatie, mits een aantal wijzigingen en aanvullingen zouden gebeuren. Story heeft zich daarmee niet uitdrukkelijk akkoord verklaard, maar heeft zelf wel een aantal aanvullingen voorgesteld. De afgesproken vervolgartikelen zijn er uiteindelijk niet gekomen omdat klager nieuwe interviews weigerde. Wanneer een interview ter inzage wordt voorgelegd, gebeurt dit om eventuele fouten of vergissingen recht te zetten. Bedoeling is niet dat de geïnterviewde het interview helemaal zou herschrijven. Gelet op punt 1, heeft Story geen journalistiekethische fout gemaakt door het interview toch te publiceren. 3. Het feit dat de zelfdoding van Yasmine in het artikel ter sprake komt, vormt op zich geen inbreuk op artikel 24 van de Code. Het artikel bezondigt zich niet aan dramatisering, maar bericht, op basis van de uitspraken en geschriften van klager, op respectvolle manier over die zelfdoding. 4. Story kan volgens de Raad niet verantwoordelijk worden gesteld voor de commotie die ontstaan is naar aanleiding van het artikel en van het optreden van klager in Goedele op VTM, en evenmin voor de eventueel foutieve berichtgeving in andere bladen. De Raad voor de Journalistiek is daarom van oordeel: de klacht is ongegrond. Brussel, 8 maart 2012
15
maart2012
De Journalist
Klein lexicon van de Vlaamse journalistiek
M-N
In deze maandelijkse rubriek duikt Manu Adriaens in de geschiedenis van de Vlaamse journalistiek. Letter na letter ontdoet hij memorabilia uit het rijkgevulde media-archief van het stof: opmerkelijke uitspraken van perslui uit de afgelopen decennia, miniverhaaltjes die minstens een glimlach opwekken, wijsheden van oude ratten voor beginners in het vak. Een abecedarium voorbij de waan van de dag.
Modderig Wie herinnert het zich nog? Nic Balthazar, van wie de tweede film Tot altijd momenteel in de bioscopen te zien is, begon zijn carrière in de media als theater- en filmrecensent voor Radio 1. Tot hij steeds meer inzag dat er iets niet klopte. Balthazar (in 2003 in het glossy Attitude): “Als jongen van 23 kon ik de grote Jef Demedts van het NTG afkraken. Geef toe: dat is een scheefgetrokken verhouding. Hetzelfde geldt voor filmrecensies. Een regisseur heeft soms vijf jaar van zijn leven aan zo’n film gegeven, en dan kom jij met je modderige schoenen even naar het resultaat kijken. Waarna je op een drafje een negatief stuk brouwt. Op die manier vergal je in één klap vijf jaar van het leven van die maker. Daar wou ik liever niet meer aan meedoen. Godard wist het al: Een recensent is een soldaat die op zijn eigen regiment schiet. Zo heb ik me vaak gevoeld. Vandaar dat ik het beter vond om voortaan zelf in de loopgraven plaats te nemen: ik ben televisieprogramma’s gaan maken.”
Moeder
Will Ferdy (foto Wim Hendrix/Belga)
Moedig In 1970 deed Will Ferdy stof opwaaien toen hij zich tijdens het tv-programma Inspraak als eerste zanger in Vlaanderen outte als homoseksueel. Voorwaar een moedige daad. Het staat allemaal beschreven in zijn autobiografische boek De waarheid. Al wil Ferdy zichzelf nog altijd liever niet als een held profileren: “Ach, zoals zoveel dingen in mijn leven deed ik die ontboezeming op de televisie louter impulsief. Zes maanden eerder was ik trouwens al uit de kast gekomen tijdens een radio-interview, maar daar kwam geen reactie op. Wellicht had geen mens het gehoord. Maar toen ik het dus
Mof Tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ons land bezet was door de Duitsers, zond Radio België – Radio Belgique uit vanuit Londen. De populairste stem van die tijd was Jan Moedwil, een schuilnaam van de Antwerpse voormalige leraar Nand Geersens. Zijn radiopraatje vanuit Londen besloot hij altijd met dezelfde slagzin: “En zonder erop te boffen, we krijgen ze wel, de moffen!” Jan Moedwil had in Londen een Franstalige collega: Victor de Laveleye. Hij sprak de anti-Duitse-boodschappen voor het Waalse landsgedeelte in.
Monarchie (1) Hoe langer je in de journalistiek zit, hoe meer je moet uitkijken dat je niet in de greep raakt van een cynische levensvisie. Louis De Lentdecker, icoon van De Standaard met de pensionering in het vooruitzicht, getuigt in 1990: “Ik heb zoveel komedie in mijn leven gezien dat ik nauwelijks nog in iets geloof. Ja, in mijn vrouw en mijn kinderen, dáár geloof ik in. En in de monarchie, natuurlijk. Koning Boudewijn en ik, we kennen elkaar al lang. Hij weet dat ik een verwoed tegenstander van het federalisme ben, dat ik me nog een echte Belg voel. Als de koning morgen zou beslissen: We gaan ervoor vechten, dan sta ik paraat. Dan buig ik nederig het hoofd en zeg: Sire, laat mij één van uw musketiers zijn.”
Monarchie (2) Mark Grammens (inmiddels bijna 79) zal dan weer nooit de voorzitter van de fanclub van koning Albert en koningin Paola worden. De stichter van het weekblad De Nieuwe, die later een zelfstandig publicist werd: “Een monarchie is alleen aanvaardbaar als de koning analfabeet is, lam, doofstom en blind, een louter object, een volstrekt nutteloos wezen dat gehandhaafd wordt omdat enig theater erbij hoort.”
Monoloog Ivan Heylen mag voor het weekblad Panorama de excentrieke geriater Herman Le Compte bij hem thuis in Knokke interviewen. Bij aankomst krijgt de journalist de volgende duidelijke instructie van zijn gastheer: “Stel geen vragen. Alles wat ik zeg, zijn bladeren aan een grote boom. Als ik ben uitgesproken, zullen al die bladeren één grote kruin vormen en al uw vragen beantwoord zijn.”
16
Vorstenpaar (foto Julien Warnand/Belga)
Raak niet aan de welp van een leeuwin! Daniël Buyle werd in de jaren tachtig van de vorige eeuw als radiojournalist ontslagen bij de openbare omroep. In 1990 vertelde hij in het weekblad Panorama hoe zijn moeder op haar manier had gevochten voor eerherstel van haar zoon. Buyle: “Toen mijn ontslag in de lucht hing, heeft moeder eigenhandig, zonder dat ik het wist, een brief naar koning Boudewijn gestuurd. Nu moet je weten: ze is maar tot haar elfde naar school geweest, want ze was de oudste van acht kinderen en ze moest geld verdienen. De koning reageerde op haar brief met een klassiek, onpersoonlijk antwoord: hij kon haar niet ontvangen.” Maar daar liet moeder Buyle het niet bij. Ze schreef dan maar een nieuwe brief, nu gericht aan kardinaal Danneels. En bij hem mocht ze wél langskomen. Buyle: “Ik heb haar toen zelf naar het bisschoppelijke paleis in Mechelen gebracht. Daar had ze een lang gesprek met de kardinaal. Hij zei dat hij overtuigd was van haar gelijk en getroffen door haar christelijke bewogenheid, maar dat de zaak puur politiek lag en dat hij er niets aan kon doen. Als troost gaf hij moeder een paternoster die in 1985 gewijd was tijdens het bezoek van paus Johannes Paulus II aan België.”
later overdeed tijdens een tv-uitzending over marginalen – zo zág men ons toen – was het hek van de dam. Toch voelde ik me vooral opgelucht. Ik dacht: oef, gedaan met al die leugens! Vreemd genoeg kreeg vooral mijn moeder allerlei hypocriete en enggeestige reacties te incasseren: Maar madammeke, zo’n sympathieke jongen. Gij hebt hem toch gewassen toen hij klein was? Hebt ge er dan nooit iets aan gezien? Onvoorstelbaar.” (lacht)
ABC
(11)
een reeks van Manu Adriaens
Monster
Jeroom: “Jezus aan een kruis hangen en hem tegen Maria laten zeggen: Sta daar niet zo te kijken, trut, haal een tang!, dat vind ik leuk. Hád hij dat maar gedaan, dan hadden we een andere religie gehad. Tegenover al die Bijbelverhalen gewoon wat logica plaatsen, de deur openduwen en roepen: Doe maar normaal! – dat is meer mijn roeping.”
Hoe blikt Michiel Hendryckx terug op zijn bijdrage aan de Vlaamse persfotografie? “Och, laat anderen daarover maar hun oordeel vellen”, glimlachte hij in 2005 in Humo. “Alleen dit: ik ben nog altijd zielsgelukkig dat ik als lesgever zoveel talent heb mogen begeleiden. Misschien heb ik mijn studenten vooral bijgebracht dat ze voor hun foto’s moeten opkomen. Ik kreeg ooit een telefoon van een eindredacteur van De Morgen die me zei: Wat voor een monsters heb jij op de wereld gezet? Wij zijn er niet mee gediend dat fotografen hier van hun kloten komen maken. Dat telefoontje deed me ontzettend veel plezier. Onbevoegden moeten met hun fikken van foto’s afblijven. Ik word heidens als ik zie dat er in mijn foto’s geknipt is. Dat heeft te maken met de esthetische idealen waarmee ik ben gaan fotograferen. Schoonheid kan de wereld redden, dacht ik. Mijn foto’s moesten in de krant alle aandacht naar zich toezuigen, zoals een schone madam. Pas in tweede instantie moesten ze een verhaal vertellen.”
Mossel Hoe zwaar kan het bestaan van een ankerman van het tvjournaal zijn… VTM-gezicht Danny Verstraeten geeft er een voorbeeld van in De Morgen: “Op een avond ging ik bij mijn broer mosselen eten. Ik kwam die nacht doodziek thuis. Een slechte mossel, dacht ik, want ik had als enige een soort voedselvergiftiging opgelopen. Heel vroeg in de ochtend werd ik uit bed gebeld en naar Vilvoorde gesommeerd voor extra nieuwsuitzendingen: koning Boudewijn was dood. In de studio ben ik toen zelf acht levens gestorven. Ik zat er met een asgrauw gezicht, misselijk, een halve apotheek in mijn maag. De mensen dachten dat ik danig met onze dynastie meeleefde, terwijl ik gewoon zo ziek was als een hond.”
Mooi “De waarheid is mooi, zolang men haar niet gebruikt om leugens te vertellen.” (Kamagurka)
N
Moord op Theo Van Gogh (foto Elzinga/EPA
Moord
Naakt De uitgeverij Hoste, zoals De Persgroep vroeger heette, bracht jarenlang het weekblad Kwik op de markt: het stond vol sensationele verhalen, die werden opgefleurd met foto’s van blote vrouwen. In zijn satirische blad De Zwijger wijdt Johan Anthierens in 1983 een beschouwing aan de abominabele kwaliteit van Kwik: “Het is, meewarig gezegd, een vunzig verzinsel van een weekblad. Het misbruikt seks zoals de exhibitionist die bloot onder een regenjas bij scholen gaat posten. Muffe naaktmodellen in overleefde poses, de vrouw geëxposeerd met kattenbakstank, de zinnelijkheid als een drol uitgestald, pikanterieën bijeengeschreven door heertjes met prostaatproblemen. De goedkoopste cartoons uit de onderste la van de luizigste persagentschappen, geschreven moppen waarbij vergeleken de moppentrommel van ’t Pallieterke door Gerrit Komrij wordt vergaard.”
Neutraal Radiojournalist Marc Stassijns stelt een kritische vraag aan de renner Martin Van den Bossche, een ploegmaat van Eddy Merckx. De coureur geeft geen krimp. Droog: “Deze vraag wordt noch bevestigd noch tegengesproken.”
Moordwapen Laat het u eens gezegd worden door een politieke krokodil. Herman De Croo: “Met een krant kun je zowel een minister als een vlieg doodslaan.”
Moslim Jeroom, een van de vaste cartoonisten van Humo, krijgt naar eigen zeggen geregeld de vraag waarom hij nauwelijks lacht met moslims. Hij heeft er een uitleg voor: “Dat komt omdat de moslims geen afbeelding hebben van hun god. Ik zoek me suf op Google, maar er is geen Mohammed te bekennen. Geef me één afbeelding van Mohammed en je hebt een strip! Al speelt natuurlijk ook mee dat ik met de islam geen voeling heb. Ik ken de Koran niet, hoe kan ik er dan mee lachen?” Hij heeft zijn jeugdjaren in het katholieke onderwijs doorgebracht, dus richt hij zijn humor maar op Christus.
Niemand Mia Doornaert, die tot voor enkele jaren op de buitenlandredactie van De Standaard werkte, heeft een groot probleem met vrouwen die het woord ‘feministe’ als een belediging beschouwen. Want het seksisme in de samenleving wordt nog altijd zwaar onderschat, vindt ze. Doornaert: “Ik ben jarenlang voorzitster geweest van de Internationale Federatie van Journalisten. Op een dag was ik, tijdens de lunchpauze, nog aan het werk in het Internationaal Perscentrum in Brussel. Er kwam een man binnen die even rondkeek en toen zei: ‘Ah, je vois qu’il n’y a personne.’ Punt één: die ziet een vrouw zitten achter een tekstverwerker en denkt dat het een secretaresse is. En twee: de secretaresse is personne. Dus antwoordde ik: ‘Non, il n’y a personne, il n’y a que la présidente.’
17
(foto Belga)
Op 2 november 2004 werd in Amsterdam de filmregisseur Theo van Gogh op straat vermoord. In de Nederlandse avondkrant NRC Handelsblad, waarvoor Kamagurka in die tijd al dagelijks een tekening maakte, verscheen toen op zijn vaste plaats gewoon een groot vraagteken met een ‘k’ in een cirkeltje. Kamagurka (in De Morgen): “De boodschap was: Kama weet het zelf ook niet meer, Kama stelt zich een grote vraag. Ik kende Theo een beetje, dus was het voor mij zowel een privézaak als nieuws. De eerste dagen na die moord was ik in shock. Het is ook niet niets hè, een artiest die vermoord wordt. Een staatsman, tot daar, dat is een gegeven in de loop van de geschiedenis. Maar een artiest die door een fundamentalist wordt omgelegd, na grondige planning, met voorbedachten rade… Theo loopt ’s morgens over straat zoals ik hier: gazetje halen, de hond een kakske laten doen, en knal!”
ABC Nieuwswaarde (1)
Non
Louis De Lentdecker maakt voor De Standaard een artikelenreeks over de Brusselse onderwereld en prostitutie, onder de titel Zware jongens, lichte meisjes. Zijn vrouwelijke collega Maria Rosseels resumeert na publicatie het belang van deze reeks: “Het enige nieuws dat Louis erin vertelde, was dat die meiskes allemaal proper ondergoed dragen.”
Frank Vander Linden ruilde twintig jaar geleden zijn bestaan als Humorockjournalist in voor dat van muzikant: hij richtte de groep De Mens op. Vander Linden: “Ik vind het sowieso heel respectabel als rockjournalisten muziek spelen. Er is geen enkele voetbaljournalist die nooit gevoetbald heeft – dat bestaat gewoonweg niet. In de sport wordt dat als normaal beschouwd. Maar in de rockjournalistiek moet je volgens sommigen blijkbaar een soort non zijn.”
Nieuwswaarde (2) “Nieuws is dat ene vliegtuig dat neerstort. Niet die vijfduizend die in de lucht blijven.” (Herman De Coninck, voormalig Humojournalist)
Niks
Norm
Cabaretier Geert Hoste heeft zo zijn bedenkingen bij de vakkennis van sommige journalisten: “Meestal stuur je naar een congres van neurochirurgen geen slagers. Maar over een humoroptreden mag wél iedereen een reportage schrijven en zeggen dat hij het toch maar niks vond.”
Maurice De Wilde, de in 1998 gestorven legendarische VRTjournalist, blijft in de omroepgeschiedenis in de eerste plaats bekend om zijn indringende programma’s die hij over de Tweede Wereldoorlog maakte. Hij gaf ook les aan het Rits. Toen hij daar met pensioen ging, vroeg hij zijn jongere collega Johan Op de Beeck om zijn cursus over te nemen. Laatstgenoemde vertelde in Humo dat dit wellicht de mooiste professionele erkenning is die hij ooit heeft gekregen. Op de Beeck (in 1998): “Want Maurice De Wilde heeft toch de norm van de journalistiek bij ons bepaald. Alleen zijn we niet allemaal Jezus Christus en willen we niet allemaal aan het kruis eindigen. Ik zou niet kunnen wat Maurice heeft gedaan. Ik zou niet zo rücksichtslos met mijn eigen leven kunnen omspringen noch me zo onvoorwaardelijk ten dienste van het Grote Ideaal kunnen stellen. Maar het is wel goed dat iemand die norm heeft bepaald. Laten we echter niet vergeten dat Maurice op het toppunt van zijn kunnen een soort paria bij de openbare omroep was, iemand die lange tijd niets heeft mogen doen. En ik ben er zeker van dat hij vandaag als jonge journalist ook aan alle kanten verguisd zou worden, een prooi van niet aflatende rancune en roddel.”
Marc Reynebeau (foto Dirk Waem/Belga)
Nobelprijs (1) Laten we een voorbeeld nemen aan het arbeidsethos van Marc Reynebeau van De Standaard: “Je moet elke dag weer proberen om het beste artikel aller tijden te schrijven en tegelijk beseffen dat de krant de volgende dag toch dient om er de vis in te verpakken. Je moet niet verwachten dat je daar de Nobelprijs mee zult winnen. Als dat zo is: graag, ik zou het niet afwijzen. Maar een beetje realiteitszin kan geen kwaad.”
Nobelprijs (2) Een blunder van de openbare omroep in de jaren tachtig. Jan Hautekiet, voormalig nethoofd van Studio Brussel: “Ik zal helaas nooit vergeten hoe we Hugo Claus ooit ten onrechte de Nobelprijs voor literatuur hebben toegekend. Omdat onze Vlaamse auteur zwaar in de running was, had de VRT-journalist van dienst alvast twee tekstjes voorbereid. Eentje met het heuglijke nieuws dat hij ‘m had gewonnen, eentje waarin stond dat de prijs hem jammerlijk genoeg opnieuw ontglipt was. Onze StuBru-redactrice heeft toen op aanwijzing van de journalist het verkeerde tekstje mee naar de studio genomen, waardoor het in de ether kwam. Broer Guido Claus had dat foute bericht gehoord en onmiddellijk gebeld naar Hugo, die op dat moment in Cavaillon zat. Champagne en vreugde alom natuurlijk, tot een halfuur later de boodschap kwam dat het allemaal maar een vergissing was geweest.”
Normaal De filosofie van Louis Paul Boon, toen hij nog redacteur bij het Gentse dagblad Vooruit was: “Hoe kun je beter de normalen beschrijven dan langs de abnormalen om?”
Nota
Nomade Onrust is de permanente brandstof voor VRT-verslaggever Rudi Vranckx. In zijn boek Van het front geen nieuws geeft hij aan hoe hij zich voelt als zijn werkdag zich noodgedwongen voltrekt in het omroepgebouw aan de Brusselse Reyerslaan in plaats van in een ver gevaarlijk oord: “Als een gekooid beest in de dierentuin loop ik soms rondjes om de bureaus. Maandenlang op de redactie rondhangen zal wel altijd een kwelling blijven. De halve waarheden die er met veel aplomb gedebiteerd worden, de nutteloze spelletjes om invloed, de benauwdheid om met te veel collega’s samen in een enge ruimte zitten. De stam van de reporters bestaat uit zwervers, nomaden, en daar voel ik me het best bij. En als reïncarnatie bestaat, dan ben ik in een vroeger leven kruisvaarder geweest. Of een Saraceen, een kroniekschrijver uit het Midden-Oosten.”
Siegfried Bracke is nog televisiejournalist als hij in 2001 door Steven Somers van het magazine Bonanza wordt geïnterviewd. Bracke: “De man in de straat zegt me: Jij krijgt veel uit de politici zonder dat je onbeleefd of onvriendelijk bent. Dat vind ik een compliment. Ik ben opgegroeid in een traditie waarbij journalisten in interviews moesten laten zien hoe stout ze durfden te zijn. Je moest onmiddellijk betweterig beginnen te zeuren en vier, vijf keer dezelfde vraag stellen. Ik heb dat ook gedaan. Ik heb zelfs nog ergens een barokke nota liggen van de toenmalige bestuursdirecteur Informatie Karel Hemmerechts: Alleen de baby interesseert me, de moederkoek niet. In onze gepolitiseerde omroep regende het natuurlijk klachten wanneer ik te vervelend deed. Die directeur probeerde er een rem op te zetten. Vandaag ben ik het met hem eens: op betweterige zeurkousen moet een rem worden gezet, in naam van het algemeen belang.”
Nut “Het enige nut van een criticus is dat hij je naam in de krant plaatst.” (Hugo Claus) Bronnen: naast de vermelde boeken werd voor deze aflevering gebruik gemaakt van jaargangen van Humo, De Morgen, De Standaard, Panorama, Attitude, De Zwijger en Bonanza.
18
Frank Vander Linden (foto Benoit Doppagne/Belga)
De Journalist
maart 2012
Onder embargo De Kamercommissie voor Justitie heeft het wetsvoorstel dat verdachten wilde beschermen tegen de pers van de agenda afgevoerd. De tekst gaf rechters de mogelijkheid in kort geding een publicatie of uitzending bij te sturen of zelfs te verbieden wanneer deze het vermoeden van onschuld zou schenden.
belediging wordt traditioneel geen assisenprocedure opgestart. Het gevolg is dat ook laster op het internet nu een feitelijke straffeloosheid zou kennen.” Het blijft hoe dan ook uitkijken. Nogmaals Dirk Voorhoof: “De evolutie zal ongetwijfeld opnieuw de vraag oproepen naar snellere en meer effectieve vormen van rechtsbescherming tegen onbetamelijke uitingen in de media. Het roept meteen ook de vraag op of de bestaande grondwettelijke waarborgen wel voor de ‘klassieke’ media moeten behouden blijven.”
De Kamercommissie nodigde onder meer de AVBB uit op een hoorzitting, en bij die gelegenheid formuleerden de twee nationaal secretarissen van respectievelijk VVJ en AJP fundamentele kritieken op het wetsvoorstel. Gewezen werd op de verregaande mogelijkheid die rechters zouden krijgen om in te grijpen in de persvrijheid, dit terwijl de wetgeving toch al Stein Falk is overgestapt van tvbrussel naar vtm, waar hij de diverse beschermingsmechanismen voor in opspraak gebrachte Telefacts-redactie versterkt. personen omvat. Fabienne Willaert is de nieuwe hoofdredactrice van Feeling/ De secretarissen-generaal van de Raad voor de Journalistiek en Gael. De Nederlandstalige en Franstalige redacties van beide de Conseil de Déontologie Journalistique van hun kant wezen maandbladen vormen nu één redactieteam. op het alternatief van de door de mediasector georganiseerde zelfregulering. Ook academici, zoals de Gentse hoogleraar Dirk Van dat team maakt ook Danny Ilegems deel uit. Hij is Voorhoof, toonden zich weinig entoesiast over het beoogde verantwoordelijk voor de actualiteit en duiding in beide nieuwe kort geding tegen de media. magazines. De Kamercommissie voor Justitie besliste uiteindelijk een “ruimere bezinningsperiode” in te lassen vooraleer de kwestie verder te behandelen. De volksvertegenwoordigers blijven de problematiek wel belangrijk vinden, maar ze erkennen dat het beoogde rechterlijke publicatieverbod toch een brug te ver is.
Bij Marie Claire België/Belgique neemt journaliste Ruth Goossens het roer in handen. Ze neemt zo het grootste deel van de taken van Fabienne Willaert over.
Nog nieuws van het Sanomafront: Thomas Siffer heeft er ontslag genomen als creatief directeur publishing, een functie die hij Nog nieuws in de gerechtelijke sfeer. In twee recente arresten sinds mei vorig jaar bekleedde. Volgens Siffer was de functie van heeft het Hof van Cassatie beslist dat laster op het internet als creatief directeur hem te weinig concreet. Wellicht blijft hij voor drukpersmisdrijf te beschouwen is. Dat betekent dat lasterlijke Sanoma wel nog projecten voor zijn rekening nemen. uitlatingen op een blog of internetforum, net zoals die in klassieke media, enkel voor het hof van assisen kunnen worden Bij de VRT is Ivo Hendrix niet langer bedrijfsvrijgestelde van het vervolgd. ACV. Hij maakt de overstap naar de HR-directie van de openbare omroep, waar hij medewerker wordt van directeur Karen Hoogleraar mediarecht Dirk Voorhoof wijst in De Juristenkrant Braeckmans. op het grote belang van deze cassatierechtspraak. “Voor laster of
In de prijzen vallen?
Voordrachten voor De Loep tot 16 april 2012 Onderzoeksjournalisten doen vaak baanbrekend werk. Ze roeien op tegen de stroom van bezuinigingen en de waan van de dag. De Loep is een erkenning voor het beste in de Nederlandse en Vlaamse onderzoeksjournalistiek. Ook dit jaar kan een ieder één of meerdere producties voordragen. Om voor de prijs in aanmerking te komen, moet het werk zijn gepubliceerd in de periode 1 april 2011 tot en met 31 maart 2012. Voordrachten kunnen gedaan worden via de website van de VVOJ:
Prijs voor Onderzoeksjournalistiek 2012 19 www.vvoj.nl
[email protected] www.vvoj.be
www.vvoj.nl > De Loep > aanmelden. De sluitingsdatum is 16 april 2012.
Vereniging van Onderzoeksjournalisten
VVJ-afdeling Antwerpen Uitnodiging
Algemene Vergadering woensdag 25 april 2012 om 20 uur Hogere Zeevaartschool, Noordkasteel-Oost 6 2030 Antwerpen (parking beschikbaar) In 2011 kwam het IPV in het Pershuis aan de Antwerpse Grote Markt jammer genoeg aan zijn einde. Maar in dat jaar besliste de VVJ ook om een nieuwe regionale afdeling voor de Provincie Antwerpen op te richten. 2012 moet het jaar worden waarin de nieuwe VVJ-afdeling wordt geconsolideerd. Daarom nodigen we alle VVJ-leden die in Antwerpen wonen of werken uit op een eerste Algemene Vergadering van de VVJ-Antwerpen. Die vindt plaats op woensdag 25 april 2012 om 20 uur in de Hogere Zeevaartschool in Antwerpen. Gelet op het historische karakter van de bijeenkomst, en gezien er op deze AV ook bestuursverkiezingen worden georganiseerd, bij deze een warme oproep om zo talrijk mogelijk erbij te zijn ! Marc Van de Looverbosch, voorzitterVVJ - Pol Deltour, nationaal secretaris VVJ
Agenda: 1. Historiek van de doorstart van de VVJ-afdeling Antwerpen 2. Actuele dossiers – debat 3. Financiën: stand van zaken 4. Verkiezing van de eerste Raad van Bestuur 5. Varia Gelegenheid tot speeddate met de leden van het nieuwe bestuur
Voor wie ? (uittreksel uit het Reglement van de Afdeling, zoals goedgekeurd door de AV van de VVJ in Brussel op 18 februari 2012) De Algemene Vergadering omvat alle leden van de Afdeling. VVJ-leden die wonen en/of werken in de provincie Antwerpen zijn automatisch lid van de Afdeling en haar Algemene Vergadering. De AV omvat gewone leden, die stemrecht hebben, en buitengewone leden, die aan de vergaderingen kunnen deelnemen maar zonder stemgerechtigd te zijn. a. Gewone (stemgerechtigde) leden zijn: - - b.
Buitengewone leden (zonder stemrecht) zijn:
-
Persmedewerkers, dit zijn actieve journalisten die voor algemene nieuwsmedia werken maar zonder het statuut van (stagiair-)beroepsjournalist, en die door de nationale VVJ-bestuursraad als zodanig aanvaard zijn als lid; Technici, dit zijn houders van een T-kaart en lid van de VVJ; Docenten en studenten in de journalistiek, in die hoedanigheid door de nationale VVJ-bestuursraad als lid aanvaard: Ereleden, dit zijn oud-journalisten, door de nationale VVJ-bestuursraad alszodanig als lid aanvaard: Preferentiële partners zoals de Stad Antwerpen en de Provincie Antwerpen.
- - - - (foto Ibourki/PhotoNews)
De erkende beroepsjournalisten die lid zijn van de VVJ en wonen en/of werken in de provincie Antwerpen De stagiairs-beroepsjournalist door de nationale VVJ-bestuursraad als zodanig aanvaard
BESTUURSVERKIEZINGEN VVJ-afdeling Antwerpen voor de periode 2012-2016 OPROEP TOT KANDIDAATSTELLING Op 25 april 2012 zal de Algemene Vergadering van de VVJ-afdeling Antwerpen een Raad van Bestuur verkiezen. Deze omvat 8 leden: - een voorzitter - een ondervoorzitter - een secretaris - een penningmeester - vier bestuurders. De voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en penningmeester zijn gewone leden. Van de overige vier bestuurders zijn er twee buitengewoon lid. Zij worden om de vier jaar verkozen uit de gewone leden van de Algemene Vergadering, rekening houdend met een zo groot mogelijke representativiteit van de diverse mediasectoren (persagentschappen, kranten, magazines, radio, tv, online). Wie zich kandidaat wil stellen voor een de bestuursmandaten, kan dit doen tot en met 10 april 2012 via een brief, fax of e-mail naar het VVJ-secretariaat in Brussel. Brief: VVJ, Residence Palace blok C, lokaal 2232, Wetstraat 155, 1040 Brussel Fax: 02/235.22.72 E-mail:
[email protected]
Model van volmacht Maximaal 5 volmachten per aanwezig lid. Ondergetekende,................................................................................................................. stemgerechtigd lid met erkenningsnummer N ......................................................................... geeft hierbij volmacht aan .................................................................................................... om in zijn/haar naam te stemmen op de A.V. van VVJ-Antwerpen op 25 april 2012.