Trends op zoek naar mediatheken Heinrich Heine revisited
Lourense H. Das
n 1827 bezocht de Duitse dichter, journalist en sati-
I
Ik maak deze statements overigens op basis van eigen
ricus Heinrich Heine Nederland. Volgens de overle-
waarneming en ervaringen gedurende de afgelopen dertig
vering schijnt hij zich verbaasd te hebben over het
jaar, want er zijn weinig feitelijke gegevens bekend, omdat
politieke en culturele klimaat in de lage landen. De
er weinig onderzoek is gedaan. Albert Boekhorst en
aan hem toegeschreven uitspraak: “als de wereld
Maarten van Veen (Boekhorst, 1996) waren de eersten en
vergaat, ga ik naar Nederland want daar gebeurt alles altijd
tot nu toe ook de enigen die een grootschalig onderzoek
50 jaar later”, zou daarvan het bewijs zijn. Deze veel geci-
deden naar de staat en voorzieningen van mediatheken in
teerde uitspraak dreigt te kloppen als het gaat om onder-
1996. De uitkomsten van dit onderzoek waren op zijn
wijsbibliotheekwerk in het basis- en voortgezet onderwijs.
zachtst gezegd weinig bemoedigend. Om het maar in een-
Want Nederland presteert al jaren onder de maat als het
voudig Nederlands te zeggen: iedere school deed maar wat,
gaat om visieontwikkeling en professionalisering van
zowel voor wat betreft de inrichting, collectie en gebruik
mediatheken vergeleken met andere landen in Europa en
als voor wat betreft personeel. Dit onderzoek vond een ver-
daarbuiten. De achterstand dreigt alleen maar groter te
volg in een onderzoek dat in 2006 werd uitgevoerd door het
worden, omdat mediatheken en het daar werkzame perso-
Ruud de Moor Instituut van de Open Universiteit (Open
neel de technologische ontwikkelingen nauwelijks kunnen
Universiteit, 2006) in samenwerking met de LWSVO en
bijbenen en niet toekomen aan een efficiënte maar vooral
onderzoekster en mediathecaris Helen Boelens van het
ook effectieve implementatie ervan in het onderwijs.
Kalsbeek College in Woerden. De uitkomsten van dit onderzoek zijn echter nooit officieel gepubliceerd.
In dit artikel een persoonlijke visie op de status quo en ideeën
Gerelateerd aan actuele ontwikkelingen zoals web 2.0, zijn
tot verbeteringen. Uit praktische overwegingen wordt voor-
de uitkomsten zelfs schokkend: slechts iets meer dan een-
namelijk ingegaan op de situatie in het voortgezet onderwijs.
derde van de respondenten geeft aan dat de mediatheek over een eigen website beschikt en maar liefst ruim 85%
Iedere school deed maar wat
geeft aan geen diensten te verlenen aan leerlingen die bui-
De geschiedenis van het onderwijsbibliotheekwerk in Ne-
ten school willen werken en leren.
derland is relatief kort. De eerste relevante publicatie be-
24
treft het in 1968 verschenen ‘Rapport Huizinga’ (Huizinga,
Onderwijs in de mediatheek
1968) waarin uitgebreid wordt ingegaan op het belang van
Er zijn trouwens nogal wat misverstanden over wat onder-
goede schoolbibliotheekvoorzieningen in het voortgezet
wijsbibliotheken nu eigenlijk zijn en welke plaats zij inne-
onderwijs. De eerstvolgende belangwekkende ontwikke-
men in het bibliotheeklandschap. Zo bestaat de idee dat het
ling is het ontstaan van een opleiding tot schoolbibliothe-
hier eigenlijk gaat om openbare bibliotheken voor jonge-
caris aan de FMA in Amsterdam. In diezelfde periode wer-
ren en dat daarom de mediatheek een verlengstuk is van de
den schoolbibliotheken in het VO omgedoopt tot mediathe-
OB. Onderwijsbibliotheken zijn ook geen speciale biblio-
ken, onder invloed van de komst van audiovisuele media in
theken pur sang. De afgelopen decennia wordt het be-
het onderwijs.
staansrecht van mediatheken, op basis van onderzoek uit
Ondanks enkele oplevingen in de decennia daarna, o.a.
de VS, Canada, Australië maar ook Europa, steeds vaker
door de onderwijsvernieuwingen, is er van de kant van de
afgemeten aan de effectiviteit ervan en dan vooral de bij-
overheid en de onderwijssector weinig belangstelling voor
drage die zij leveren aan de onderwijsprestaties van leer-
mediatheken in het VO.
lingen. Internationale research (Scholastic, 2008) heeft on-
IK, zevende jaargang, nummer 7, 2008
© Wim Veen
Homo Zappiens
omstotelijk aangetoond dat mediatheken, mits deze vol-
baar en dat is de wijze waarop nieuwe technologie in het
doen aan een aantal voorwaarden, een belangrijke bijdra-
onderwijs en vooral de mediatheek wordt gebruikt. Een
ge leveren aan de studieresultaten van leerlingen. De
(niet representatieve) steekproef naar de inhoud en vorm
voorwaarden waar ik op doel hebben uiteraard te maken
van 82 websites van scholen voor voortgezet onderwijs
met de mate waarin mediatheken met hun producten en
levert alarmerende cijfers op:
diensten een directe bijdrage leveren aan dat onderwijs.
• 62,2% geeft informatie over de mediatheek op de websi-
Mediatheken zijn dus bibliotheken met een geheel eigen
te van de school, maar bij slechts 7,3% daarvan is deze
kleur: er is sprake van meerdere specifieke gebruikers-
informatie ook meteen via de homepage van de school te
groepen (leerlingen en docenten) die de collectie en facili-
vinden;
teiten op een specialistische manier gebruiken, binnen een specifieke context en voor een speciaal doeleinde, namelijk het ondersteunen en bevorderen van goed onderwijs, met als resultaat betere leerlingprestaties. Het gaat dus
• 7,3% van de mediatheken beschikt over een eigen weblog en maar 1 mediatheek maakt gebruik van een wiki; • 28% biedt online bronnen en slechts 3,7% elektronische content aan;
niet zozeer om ‘een mediatheek in het onderwijs, maar om
• slechts 15,9% biedt toegang aan tot de webcatalogus en
onderwijs in de mediatheek’. De absolute focus op onder-
dat betekent dus dat leerlingen in de meeste gevallen
wijs kent zowel een passieve als een actieve component:
buiten de school geen gebruik kunnen maken van de
de mediatheek moet voorwaarden scheppen om goed en
faciliteiten van de mediatheek.
effectief onderwijs mogelijk te maken (= passief) en daarnaast ook zelf begeleiding en instructie (samen met docen-
Wat meteen opvalt bij bestudering van die websites zijn de
ten of zelfstandig) (= actief) verzorgen. Een aantal jaren
bijna ongelimiteerde lijsten met mediatheekregels die in
geleden werd door de Nederlandse overheid overigens al
bijna 100% van de gevallen te vinden zijn. De manier
onderkend dat mediathecarissen een rol spelen in het pri-
waarop leerlingen met nieuwe technologische tools willen
maire onderwijsproces door dit vast te leggen in de be-
en kunnen werken komt nauwelijks aan bod en blijkbaar
schrijvingen van de voorbeeldfuncties voor het Functie-
wordt er meer belang gehecht aan vlekkeloos beheer dan
waarderingssysteem voor het VO (Fuwasys). Maar in de
aan onderwijskundige bijdragen.
Nederlandse onderwijspraktijk komt hier weinig van
Er is in de mediatheek weinig aandacht voor de ‘Homo
terecht. Dit is te baseren op een van de uitkomsten van het
Zappiens’ zoals professor Wim Veen (Veen, 2000) een aan-
al eerder genoemde onderzoek van de OU uit 2006. Hieruit
tal jaren geleden al jongeren beschreef: de zappende leer-
blijkt dat slechts 3,25% van de mediathecarissen zich bezig
ling die veel dingen tegelijkertijd kan doen, switchend van
houdt met enige vorm van instructie. De actieve contribu-
de ene elektronische omgeving naar de andere, informatie
tie van Nederlandse mediatheken aan het onderwijs is dus
verzamelend en uitwisselend. Deze ‘homo zappiens’
beperkt. En dat heeft weer invloed op de effectiviteit van
gebruikt en verwerkt informatie niet alleen op een andere
die mediatheken en de bijdrage die geleverd wordt aan de
manier maar heeft ook geen klaslokaal of schoolgebouw
prestaties van leerlingen.
meer nodig: leren kan altijd en overal. Het enige dat nodig is, is een pc met de juiste applicaties en e-learning en m-
26
Alarmerende cijfers
learning. Een dergelijke omgeving is flexibel en biedt een
Er is echter nog een andere verontrustende trend zicht-
scala aan mogelijkheden om te ontmoeten, te leren, te
IK, zevende jaargang, nummer 7, 2008
oefenen, te werken, te creëren en te communiceren met
website is in de allereerste plaats bedoeld voor leerlingen.
vrienden, docenten en klasgenoten, 7 dagen per week, 24
Het onderwijs aan leerlingen en de wijze waarop zij leren en
uur per dag.
werken moet het startpunt vormen. Daarnaast biedt de web-
Deze manier van werken past overigens prima bij het mid-
site ook diensten en producten aan voor iedereen die betrok-
den jaren negentig geïntroduceerde zelfstandig werken en
ken is bij de school – dat zijn dus leraren, maar ook school-
zelfstandig leren. Het ministerie van OCW leverde destijds
leiding, onderwijs ondersteunend personeel en zelfs ouders.
een perfecte beschrijving bij wat er onder die twee begrip-
De website moet interactief, actueel, flexibel en gediffe-
pen moest worden verstaan. Kort gezegd komt het erop
rentieerd zijn en uiteraard een bijdrage leveren aan het
neer dat leerlingen gestructureerde vrijheid moest worden
curriculum, maar moet in de eerste plaats jongeren aan-
aangeboden. Een omgeving waarin zij zelf kunnen bepa-
spreken.
len op welke manier en welk moment zij de inhoud en faciliteiten gebruiken en waarmee dus recht gedaan wordt
Voorbeelden van portals die in die richting gaan zijn te vin-
aan de verschillende leerstijlen en intelligenties (Gardner,
den in o.a. Australië en de VS. Deze voorbeelden laten zien
1983) van leerlingen, maar wel met duidelijke en coheren-
dat het wel degelijk mogelijk is fulltime diensten en pro-
te begeleiding. Er stond overigens niet bij dat die begelei-
ducten aan te bieden en dat dit veel verder gaat dan het
ding enkel het domein van de leraar was. Toch moeten we
aanbieden van toegang tot een webcatalogus en een lijstje
constateren dat er sindsdien slechts incidenteel en ook op
met links.
bescheiden wijze door de mediatheken hieraan invulling is
De nieuwe technologieën bieden heel veel mogelijkheden.
gegeven. De oorzaken zijn de volgende:
Een aantal daarvan is zonder veel moeite in een bestaande
• Mediathecarissen krijgen weinig ruimte om zelf dingen
omgeving te implementeren. De nieuwste generatie webopacs spelen prima in op de
te ontwikkelen en uit te voeren. • Mediathecarissen nemen weinig initiatief om zelf din-
ontwikkelingen door niet alleen de catalogus via het web te presenteren, maar tevens leerlingen actief te betrekken
gen te ontwikkelen en uit te voeren. • Het ontbreken van de benodigde competenties bij zowel mediathecarissen als docenten en schoolleiding. • Slechte ervaringen opgedaan met PC-gebruik door leer-
bij het produceren en toegankelijk maken van informatie. Leerlingen kunnen recensies van bronnen, werkstukken en filmpjes toevoegen; ze kunnen bronnen taggen en de mediathecaris kan per e-mail of sms met de leerlingen
lingen (er wordt gerotzooid en vernield). • Beslissingsbevoegdheid m.b.t. ICT ligt bij systeembe-
communiceren. Het is mogelijk persoonlijke profielen te
heer en/of ICT-coördinator en niet bij de mediathecaris.
ontwikkelen en verbindingen met de elektronische leer-
• Te weinig fte’s (mediatheken zijn niet toegankelijk voor
omgeving te realiseren.
en na de lessen, laat staan ’s avonds en/of in de weeken-
Een eigen mediatheekblog kan gebruikt worden om
den).
mediatheeknieuws te communiceren en biedt uiteraard
• Geen of te weinig budget.
ook interactieve mogelijkheden. Een wiki is een leuke
• Te weinig en onvoldoende getraind personeel.
manier om samen met docenten en/of leerlingen informa-
• Ontbreken van een heldere visie.
tie te verzamelen, te ordenen, te becommentariëren en vervolgens weer beschikbaar te stellen aan andere leerlin-
Hoe moet het dan wel?
gen. Het (laten) experimenteren met video en audio door
We hebben het bewijs dat mediatheken een bijdrage leve-
leerlingen en de resultaten hiervan beschikbaar stellen via
ren aan de prestaties van leerlingen en we hebben allerlei
het eigen portaal is een andere manier om leerlingen te
interessante nieuwe speeltjes en technieken die jongeren
betrekken bij de mediatheek en hun omgeving, cultuur,
graag willen gebruiken. Een prima gelegenheid voor de
werken en denken te incorporeren. YouTube is mateloos
mediatheek om zich te profileren, die nieuwe gadgets te
populair, dus waarom dit middel niet gebruiken voor
implementeren en jongeren een uitdagende, stimulerende
onderwijsdoeleinden? Podcasts bieden weer andere moge-
omgeving aan te bieden waar ze met behulp van de nieu-
lijkheden zoals het opnemen van lessen, discussies, radio-
we technieken en op de manier die bij hen past, kunnen
programma’s, interviews e.d. Deze digitale bronnen slui-
leren, communiceren en werken.
ten aan bij de nieuwe virtuele wereld van de Homo
De meest directe manier om 24/7 dienstverlening en
Zappiens, vragen geen fysiek beheer en kunnen ongelimi-
ondersteuning aan te bieden aan het onderwijs is natuur-
teerd ter beschikking worden gesteld.
lijk een eigen mediatheekportaal: een website die als start-
Social networks als Hyves en MySpace kunnen gebruikt
punt dient voor leerlingen en docenten. Zij kunnen daar
worden om de mediatheek nog beter te promoten bij leer-
overal en altijd terecht om gerichte informatie te vinden en
lingen.
hulp te krijgen voor hun werk op en voor school. Deze
Mediathecarissen en ook docenten zijn vaak nog wat hui-
IK, zevende jaargang, nummer 7, 2008
27
licht nog meer. Om dit te bereiken moet er een aantal dingen tegelijkertijd gedaan worden. Mediathecarissen moeten veranderen, in de manier waarop zij denken, waarop ze (samen)werken, in de manier waarop ze informatie toegankelijk maken, instructies geven en leerlingen betrekken bij de mediatheek. De mediatheek is een functie in het onderwijs en niet slechts een fysieke ruimte. Het principe ‘geen mediatheek in het onderwijs, maar onderwijs in de mediatheek’ kan alleen gerealiseerd worden als ook de overheid, inspectie en de onderwijssector bereid zijn om een ‘paradigma shift’ te bewerkstelligen. Mediatheken moeten worden geaccepteerd als een standaard onderwijskundige functie in alle scholen en de mediathecaris als een onderwijsgevende, om te beginnen in het voortgezet onderwijs. Er moeten nationale criteria komen voor mediatheken. Daarin moet worden vastgelegd welke funcverig om games te gebruiken. Maar in tegenstelling tot wat veelal wordt gedacht levert gaming wel degelijk een bijdrage aan de ontwikkeling van jongeren. In openbare bibliotheken worden soms gamesessies gehouden, maar voor zover ik weet gebeurt dat in mediatheken (nog) niet. Dat is een gemiste kans, omdat er wel mogelijkheden zijn. De aanschaf van bijvoorbeeld een Wii zou een eerste stap kunnen zijn. In samenwerking met een docent lichamelijke opvoeding kunnen leerlingen in de pauzes, maar ook buiten lesuren spelen. Dit is niet alleen goed in het kader van lichaamsbeweging maar ondersteunt tevens de toegenomen aandacht voor de eerder genoemde theorie van Gardner. Het is verder opvallend dat er nog geen Nederlandse scholen voor Voortgezet Onderwijs op Second Life te vinden zijn. In het buitenland wordt er volop geëxperimenteerd, ondanks de nodige haken en ogen. De website zoals hierboven beschreven moet meer zijn dan
tie de mediatheek heeft, aan welke opleidingseisen en
een verzameling bronnen en gadgets. Het naadloos inpas-
competenties een mediathecaris moet voldoen en hoeveel
sen van informatievaardigheden-tools is een voorwaarde
fte er nodig is (vergelijk klassengrootte). De mediatheek
voor het succes ervan. Een voor Nederlandse begrippen
moet onderwerp van onderzoek/evaluatie worden door de
nieuw fenomeen is de virtuele akela (pathfinder). Deze per
Inspectie van het Onderwijs en, last but not least, mediathe-
onderwerp, schoolvak of zelfs alfabetisch op docent syste-
carissen moeten worden opgeleid voor de functie onderwijs
matisch geannoteerde selectie van bronnen, zowel fysiek
informatiespecialist. Een functie op minimaal HBO-niveau
als online is een door elke mediathecaris eenvoudig te
waarin de competenties van de informatiespecialist en die
realiseren manier om een bijdrage te leveren aan de
van de docent zijn gecombineerd (LWSVO, 2004).
informatievaardigheden van leerlingen. Virtuele akela’s
Dit is echter niet alles, want er zijn diverse aanvullende
kunnen namelijk voorzien worden van opdrachten en
eisen te stellen aan de mediatheek van de 21ste eeuw, zoals
aanbevelingen van leraren, zoektips en de nodige hulp-
het actief betrekken van leerlingen bij beleid en uitvoering.
middelen.
Naast een digitale variant is er, misschien wel door de beperkingen van de virtuele wereld, een grote behoefte
De mediatheek van de 21ste eeuw
aan een fysieke ‘social space’. Dus een prettige, aantrekke-
Ideeën en mogelijkheden genoeg dus. Om te voorkomen
lijke ruimte, waar leerlingen zich thuis voelen en waar een
dat Heine toch nog gelijk gaat krijgen, moet er wel iets ver-
diversiteit aan activiteiten kan plaatsvinden.
anderen. De mediatheek van de 21ste eeuw is het optima-
28
le startpunt voor elke leerling, zowel voor wat betreft huis-
Het gebruik van nieuwe technologie is geen doel op zich,
werk en opdrachten als buitenschoolse activiteiten en wel-
maar ik ben wel een groot voorstander van het gebruik
IK, zevende jaargang, nummer 7, 2008
ervan in het onderwijs, juist om leerlingen te leren op een zinvolle manier moderne technologie toe te passen en
wijs : een beroepsprofiel . Te raadplegen op:http://www.lwsvo.nl - Open Universiteit (2006). Onderzoek status Mediatheken, De
ermee te leren omgaan. Onderzoek en praktijk hebben
mediatheek en informatievaardigheden in het onderwijs, 2006.
aangetoond dat de mediatheek hiervoor de aangewezen
Te raadplegen op:
plaats is. En nu maar hopen dat we hierop geen 50 jaar hoeven wachten.
http://www.open.ou.nl/mjv/publications/results_sb.pdf - Scholastic (2008). School Libraries Work! Research foundation paper .- 3rd ed. Te raadplegen op http://librarypublishing.scholas-
Literatuur
tic.com/content/stores/LibraryStore/pages/images/SLW3_ 2008.pdf
- Boekhorst, Albert K. & Maarten J.P. van Veen (1996). Schoolbibliotheken in het voortgezet onderwijs.- (Amsterdam):
- Veen, Wim (2000). Flexibel onderwijs voor nieuwe generaties
Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Letteren Boek- en
studerenden. Te raadplegen op:
Informatiewetenschap.- (BBI-reeks nr. 5)
http://repository.tudelft.nl/file/253659/201083
- Gardner, Howard (1983). Frames Of Mind: The Theory Of Multiple Intelligences.- New York: Basic Books, 1983 - Huizinga, G.B.W. (1968). Schoolbibliotheek voor het algemeen
Lourense Das is o.m. eigenaar/oprichter van Meles Meles SMD,
voortgezet en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (a.v.o.)/
een adviesbureau op het terrein van het onderwijsbibliotheek-
opgesteld door de Adviesgroep Schoolbibliotheken onder voor-
werk. Dit artikel is gebaseerd op haar presentatie tijdens het con-
zitterschap van Dr. G.B.W. Huizinga.- [S.l. : s.n. ]
gres Technologie Update voor Kenniswerkers, mei 2008
- LWSVO (2004). De schoolmediathecaris in het voortgezet onder-
Rotterdam.
(advertentie)
IK, zevende jaargang, nummer 7, 2008
29