De ‘hoogtepunten’ in het
Belastingplan 2016 7 oktober 2015
Frank Kerkhof Directielid en fiscalist bij Alfa Accountants en Adviseurs Bennekom
Wat is het ‘Belastingplan 2016’ niet? Het is niet de ‘ingrijpende hervorming’ van het belastingstelsel waarover eerder dit jaar werd gesproken Een aanpak van (bijvoorbeeld) de volgende onderwerpen ontbreekt: - de complexiteit (bijvoorbeeld heffingskortingen en de hypotheekrenteaftrek); en - het verlagen van de lasten op arbeid; en - de fiscale rol van de ZZP’er; en - de toekomst van het pensioen in eigen beheer Maar blijft er dan nog wel wat over?
2
Wat ga ik bespreken? Uit het Belastingplan 2016: - de regels in Box 3 gaan veranderen - de Nederlandse grenzen gaan dicht voor de DGA En daarbuiten: - het einde van het ‘pensioen in eigen beheer’ is nabij De ‘auto van de zaak’ laat ik buiten beschouwing. Wel geef ik u een waarschuwing: de populaire hybrides zijn voor dit jaar al (bijna) op
3
Box 3: huidig systeem Belastingplichtige
Bij de invoering in 2001 werd Box 3 (vanwege het lage forfaitaire rendement) al snel de ‘pretbox’ genoemd … … maar inmiddels weten wij wel beter (en wordt Box 3 door velen zelfs als onrechtvaardig beschouwd)
Box 3
Wat gaat er (met ingang van 2017) veranderen? - het heffingvrije vermogen wordt verhoogd (van € 21.330 (in 2015) naar € 25.000) Forfaitair rendement van 4%, dat met inkomstenbelasting wordt belast tegen een tarief van 30%
Het aantal personen dat geen belasting in Box 3 betaalt neemt hierdoor met 240.000 toe
- maar belangrijker is dat het forfaitaire rendement verandert! 4
Box 3: basis voor het nieuwe systeem Belastingplichtige
Er zijn 3,4 miljoen personen (25% van alle belastingplichtigen) die belasting betalen in Box 3 Hiervan hebben:
Box 3
- ruim 2,4 miljoen personen een vermogen van minder dan € 100.000; en - 950.000 personen een vermogen van meer dan € 100.000, maar minder dan € 1.000.000; en - 37.000 personen een vermogen van meer dan € 1.000.000 Vervolgens heeft het kabinet laten onderzoeken: - waarin wordt belegd; en - welk rendement dat heeft opgeleverd
5
Nieuw in Box 3: de vastgestelde ‘vermogensmix’ Belastingplichtige
Op basis van ‘macrogegevens’ is vastgesteld dat: - tot een vermogen van € 100.000 67% wordt belegd in spaargeld en 33% in aandelen, vastgoed en obligaties (e.d.)
Box 3
- in zoverre het vermogen meer is dan € 100.000, maar minder dan € 1.000.000, 21% wordt belegd in spaargeld en 79% in aandelen, vastgoed en obligaties (e.d.) - in zoverre het vermogen meer is dan € 1.000.000 0% wordt belegd in spaargeld en 100% in aandelen, vastgoed en obligaties (e.d.) Deze ‘vermogensmix’ is met ingang van 2017 de basis voor de belastingheffing in Box 3 6
Nieuw in Box 3: het vastgestelde werkelijke rendement Belastingplichtige
Daarnaast is vastgesteld dat:
Box 3
- op spaargeld gemiddeld een rendement wordt behaald van 1,63% Het (verwachte) ‘vijfjaarsgemiddelde’ van 2011 tot en met 2015
- op aandelen, vastgoed en obligaties (e.d.) gemiddeld een rendement wordt behaald van 5,5% Het gemiddelde rendement op de lange termijn 7
Box 3: de nieuwe berekening Er komen drie schijven: Belastingplichtige
- het vermogen tot en met € 100.000; en - het vermogen voor zover meer dan € 100.000, en tot en met € 1.000.000; en Box 3
- het vermogen voor zover meer dan € 1.000.000
En er komen twee veronderstelde rendementen: - op het spaardeel (voorlopig 1,63%) ; en - op het beleggingsdeel (voorlopig 5,5%)
8
Voorbeeld 1: berekening heffing in nieuwe Box 3 (deel 1) Het Box 3-vermogen van X bedraagt € 120.000. Het heffingvrije vermogen bedraagt € 25.000 Eerst bepaal je de grondslag voor het spaardeel: 1e schijf
67% x (100.000 – 25.000)
=
€ 50.250
2e schijf
21% x
20.000
=
€ 4.200
3e schijf
0% x
0
=
€
0
€ 54.450
Daarna bepaal je de grondslag voor het beleggingsdeel: 1e schijf
33% x (100.000 – 25.000)
=
€ 24.750
2e schijf
79% x
20.000
=
€ 15.800
3e schijf
100% x
0
=
€
0
€ 40.550
9
Voorbeeld 1: berekening heffing in nieuwe Box 3 (deel 2) Vervolgens bepaal je het te belasten voordeel: 1,63% x € 54.450 (spaardeel)
=
€
888
5,5% x € 40.550 (beleggingsdeel)
=
€
2.230
€
3.118
Tenslotte bereken je de belasting in Box 3: 30%
x € 3.118
=
€
935
Ter vergelijking met het huidige simpele systeem: Rendementsgrondslag
€ 120.000
Af: heffingvrije vermogen
€ 21.330 € 98.670
Te belasten voordeel (4% x € 98.670)
€
3.946
Belasting (30% x € 3.946)
€
1.184
10
Voorbeeld 2: berekening heffing in Box 3 (deel 1) Het Box 3-vermogen van X bedraagt € 1.500.000. Het heffingvrije vermogen bedraagt € 25.000 Grondslag voor het spaardeel: 1e schijf
67% x (100.000 – 25.000)
=
€
50.250
2e schijf
21% x 900.000
=
€
189.000
3e schijf
0% x 500.000
=
€
0
€
239.250
Grondslag voor het beleggingsdeel: 1e schijf
33% x (100.000 – 25.000)
=
€
24.750
2e schijf
79% x 900.000
=
€
711.000
3e schijf
100% x 500.000
=
€
500.000
€ 1.235.750
11
Voorbeeld 2: berekening heffing in nieuwe Box 3 (deel 2) Vervolgens bepaal je het te belasten voordeel: 1,63% x €
239.250
=
€
3.900
5,5% x € 1.235.750
=
€
67.966
€
71.866
Tenslotte bereken je de belasting in Box 3: 30%
x € 71.866
=
€
21.560
Ter vergelijking met het huidige simpele systeem: Rendementsgrondslag
€ 1.500.000
Af: heffingvrije vermogen
€
21.330
€ 1.478.670 Te belasten voordeel (4% x € 1.478.670)
€
59.147
Belasting (30% x € 59.147)
€
17.744
12
Conclusies Belastingplichtige
Veel mensen, met name degenen met een kleiner vermogen, gaan (een beetje) minder belasting betalen in Box 3 Degenen met een groter vermogen, ook al beleggen zij veilig in spaargeld, gaan juist (veel) meer belasting in Box 3 betalen
Box 3
Eenvoudiger wordt het niet (denk aan de ‘vermogensmix’ en het dynamische rendement) Nog steeds wordt niet uitgegaan van het werkelijk gerealiseerde rendement Vermogen in de aangifte verdelen over partners is, gezien het progressieve rendement, voordelig Vermogensoverheveling naar de BV kan zinvol zijn en vermogende DGA‘s zullen terughoudender zijn met uitkeren van dividend
13
Wat heb ik behandeld? Uit het Belastingplan 2016: - de regels in Box 3 gaan veranderen - de Nederlandse grenzen gaan dicht voor de DGA En daarbuiten: - het einde van het ‘pensioen in eigen beheer’ is nabij
14
Als een DGA emigreert … Grens DGA
… is dat een (fictieve) vervreemding van zijn aandelen in de BV … waardoor in Box 2 belasting wordt geheven over de ‘vervreemdingswinst’, maar …
BV
… voor de belasting wordt uitstel verleend (‘conserverende aanslag’) en … … na 10 jaar wordt deze conserverende aanslag, mits aan voorwaarden* is voldaan, kwijtgescholden * Bijvoorbeeld geen vervreemding van de aandelen en geen (nagenoeg) gehele uitkering van de reserves binnen de ‘10jaarsperiode’
15
Voorbeeld uit de praktijk Grens DGA
BV
De DGA emigreert (met zijn BV) naar een ander EUland Ten tijde van de emigratie is de winstreserve in de BV € 10.000.000 (en er zijn geen stille reserves) Door de emigratie volgt een conserverende aanslag van € 2.500.000 (in Box 2 tegen 25%), die … … na 10 jaar wordt kwijtgescholden
… en dus worden de regels gewijzigd 16
Hetzelfde voorbeeld (maar in het nieuwe systeem) Grens
De DGA emigreert met zijn BV naar een ander EU-land Ten tijde van de emigratie is de winstreserve in de BV € 10.000.000 (en er zijn geen stille reserves)
DGA
Door de emigratie volgt een conserverende aanslag van € 2.500.000, die …
BV
… niet meer wordt kwijtgescholden
Ehhh, dat betekent dus …
17
Wat heb ik behandeld? Uit het Belastingplan 2016: - de regels in Box 3 gaan veranderen - de Nederlandse grenzen gaan dicht voor de DGA En daarbuiten: - het einde van het ‘pensioen in eigen beheer’ is nabij
18
‘Baanbrekend overleg over pensioen in eigen beheer’ Op 24 september 2015 heeft staatssecretaris Wiebes overlegd met de vaste commissie voor Financiën
DGA
Pensioenverplichting
Allereerst schetste hij de grootte van het ‘eigen beheer probleem’: -
Er zijn 140.000 DGA’s met een pensioen in eigen beheer
-
De totale pensioenverplichting is 73 miljard euro (waarde in het economisch verkeer)
-
De fiscale waarde is 34 miljard euro
-
60% van de DGA’s zit met een onderdekking ten opzichte van de waarde in het economisch verkeer
-
Bijna de helft daarvan zit zelfs met een onderdekking ten opzichte van de fiscale waarde
Holding BV
19
‘We staan voor een belangrijke keuze’ Wiebes gaf in het overleg aan dat er wat hem betreft nog maar twee mogelijkheden zijn (die niet naast elkaar kunnen bestaan):
DGA
Pensioenverplichting
Holding BV
1. We kenden al het overgaan op ‘oudedagssparen in eigen beheer’: -
Jaardotatie is (maximaal) een percentage van het jaarloon
-
Elk jaar kiezen: wel of geen dotatie
-
Geen inhaaldotaties mogelijk
-
Oprenting gebaseerd op U-rendement
-
Te besteden voor aankoop van een lijfrente of voor een gelijkmatige uitkering vanuit de BV gedurende (in beginsel) 20 jaar
-
Overgangsrecht voor bestaande pensioenverplichtingen 20
Maar … … daar komt nu een nieuwe keuze bij: DGA
Pensioenverplichting
Holding BV
2. ‘Uitfaseren’ van het pensioen in eigen beheer
- Het verschil tussen de waarde in het economisch verkeer en de fiscale waarde wordt zonder fiscale gevolgen afgestempeld - De fiscale waarde kan vervolgens met een 20% korting worden afgekocht
Maar wie kan de belasting over de afkoop betalen?
Dus: exit van het pensioen in eigen beheer (en exit fiscaal gefacilieerd sparen in eigen beheer voor de oudedag)
21
Wat heb ik behandeld? Uit het Belastingplan 2016: - de regels in Box 3 gaan veranderen - de Nederlandse grenzen gaan dicht voor de DGA En daarbuiten: - het einde van het ‘pensioen in eigen beheer’ is nabij
Enfin, dank voor uw aandacht
22