De handwerkfreule van 1885 • Kansen voor de vrije werker • Ruim baan voor de stadsboom
DE AMSTERDAMSE STRAATKRANT NR.7 • VR 1 MEI- DO 21 MEI 2015 • JG. 21 €2 WAARVAN 0,90 VOOR DE VERKOPER DRIEWEKELIJKS • LET OP HET PASJE
n e t o n De é j t o G n va
14
Met Project Werkstandby wil Bas van der Eijk mensen die langdurig in een uitkeringssituatie verkeren weer aan het werk krijgen – als zogeheten vrije werker. Voorwaarde: politieke moed van de gemeenten. Utrecht verdient alvast een compliment. TEKST BERENGARIA LIEDMEIER · FOTOGRAFIE LAURA CNOSSEN · ILLUSTRATIES MAF STRIPS
Alleen nog die krabbel
NR 7
•
2015
NIEUWE KANSEN VOOR DE VRIJE WERKER
P
roject Werkstandby, wat is dat? Bas van der Eijk: ‘In de basis is het een platform waar arbeidsaanbod gekoppeld wordt aan arbeidsvraag. Alleen gebeurt dat op een nieuwe manier, waardoor veel “slapend” arbeidspotentieel wordt ontsloten. Mensen die jarenlang niet aan de bak kwamen komen via Project Werkstandby wél aan de slag.’ Hoe kan dat? ‘Om dat uit te leggen begin ik met een ander begrip: de vrije werker. Een vrije werker is iemand die werkzaamheden verricht zonder een arbeidsovereenkomst aan te gaan met degene voor wie dat werk gedaan wordt.’ Dat is een freelancer. ‘Ja, maar de term freelancer wordt doorgaans gebruikt als het over specifieke klussen gaat die uitbesteed kunnen worden aan een zelfstandig ondernemer. Een vrije werker kan zonder inschrijving bij de Kamer van Koophandel ook werkzaamheden verrichten, meestal als er sprake is van spoed of als er wat anders blijft liggen. Toch is er geen sprake van een dienstverband.’ Waarom niet? ‘Een arbeidsovereenkomst heeft drie componenten. Ten eerste: je bent persoonlijk verplicht arbeid voor je werkgever te verrichten. Wil je dat iemand anders jou vervangt, dan moet je daar toestemming voor krijgen van je werkgever. Ten tweede: gedurende de afgesproken werktijd is je werkgever je baas. Je staat onder zijn gezag en bent verplicht zijn opdrachten op te volgen. Ten derde: je ontvangt loon voor het werk dat je verricht. Voor een vrije werker zijn de eerste twee voorwaarden niet van kracht. Je mag jezelf laten vervangen door iemand anders die jouw werk uitvoert, in de praktijk meestal iemand uit dezelfde werkpool. En als je geen zin hebt in het aangeboden werk, zie je ervan af. Een vrije werker gaat
aan de slag op zijn eigen voorwaarden.’ Dat kan zomaar? Stuit dat niet op wettelijke bezwaren? ‘In juridisch opzicht is dit waterdicht. InDat, het bedrijf dat mijn vader destijds oprichtte om zijn wetenschappelijk onderzoek te financieren, heeft dertig jaar volgens dat model gewerkt. Nu heb ik zijn bedrijf overgenomen en het vanuit dezelfde principes omgevormd tot InDat Werkstandby.’ Wat is er daarbij veranderd? ‘Mijn vader heeft steeds zijn innerlijke overtuigingen gevolgd. Hij was een onafhankelijk denker die de moed had volgens zijn eigen inzichten te werken. Een voorbeeld dat ik navolging wil geven. Dat is het eerste uitgangspunt dat ik van hem heb overgenomen. Werken staat voor veel meer dan louter zorgen voor inkomen. Het gaat er net zo goed om dat je van betekenis bent voor de mensen om je heen, zonder je eigen wezen geweld aan te doen. Ik wil zoveel mogelijk mensen de kans bieden op die manier te werken. Niet alleen lonend, maar ook bevredigend. Dat brengt me op het tweede principe waar InDat Werkstandby op is gebaseerd: het model van de vrije werker. De traditionele arbeidsverhoudingen passen niet meer bij ons tijdsgewricht. We hebben behoefte aan flexibele methodes, die een match kunnen maken tussen het arbeidspotentieel aan de ene kant en de arbeidsbehoefte aan de andere kant. Daarbij is het belangrijk dat je alles daaromheen – de overhead, de wederzijdse verplichtingen en de vereiste administratie – tot de essentie beperkt. Dat houdt het betaalbaar en tijdeffectief voor de ondernemer, terwijl de vrije werker werkt op een wijze die hem of haar past.’ Die methode van de vrije werker bestaat dus al dertig jaar. Toch wordt ze nog maar weinig toegepast in het be-
drijfsleven. Kennelijk zijn er ook bezwaren. ‘Die bezwaren zijn gestoeld op emoties, niet op rationele overwegingen. De wereld is fundamenteel veranderd en veel partijen hebben daar moeite mee. Onze aanpak lijkt tegen het traditionele arbeidsethos in te gaan. Soms roept dat heftige reacties op. Binnen de Belastingdienst bijvoorbeeld, waar je enerzijds supporters, anderzijds tegenstanders kunt aantreffen.’ Als je de Belastingdienst tegen je hebt… ‘Gelukkig is de Belastingdienst niet tegen ons. Het systeem van de vrije werker is gebaseerd op een wettelijke grondslag en dat weten ze daar ook. Maar het druist wel in tegen de conventionele, of misschien zelfs ouderwetse kijk op arbeid.’
T
.erug naar InDat Werkstandby. Een onderdeel van de organisatie is Project Werkstandby dat mensen met een uitkering in staat stelt als vrije werker aan de slag te gaan. Maar het kan toch niet zo zijn dat je een uitkering ontvangt en tegelijkertijd inkomen door werk? ‘Als je een uitkering hebt en je werkt via Project Werkstandby, ontvang je geen inkomen. Wat je verdient gaat naar een stichting.’ Als je er niets mee verdient, waarom zou je dan gaan werken? ‘Ik zei het net al: werken gaat om veel meer dan geld alleen. Ieder mens wil iets betekenen voor zijn omgeving. Hoe langer je in een uitkeringssituatie zit, hoe groter de afstand tot de arbeidsmarkt wordt. Dat is fnuikend voor je zelfvertrouwen. Tegenwoordig kun je dan aan het werk gezet worden door de gemeente. De impliciete boodschap is: je kunt het zelf niet, dus regelen wij het maar voor je. Je gevoel van eigenwaarde brokkelt steeds verder af. Alleen al de mogelijkheid om op je eigen voorwaar-
16
Werkstandby en het bedrijfsleven Astrid van de Kerkhof van Zint Communicatie in Utrecht: ‘Toen ik een paar jaar geleden veel werk, een peuter én een baby had, heeft een vrije werker mij fantastisch geholpen met secretarieel en redactioneel werk, maar ook met heel andere dingen: ze zette spullen op Marktplaats en regelde een traktatie voor op de kinderopvang. Die bracht ze ‘s ochtends vroeg in een mandje met ballonnen eraan. Geweldig!’ De vraag naar de gecertificeerde brandwachten die Multiwacht in heel Nederland inzet bij bijvoorbeeld verbouwingen of onvoorziene ontwikkelingen is onvoorspelbaar. Dankzij een pool van vrije werkers kan Multiwacht direct op de behoefte inspelen, zonder mensen stand-by te hoeven houden. De afgelopen vier jaar heeft De Telefoongids, die kantoor houdt in Amsterdam, vrije werkers ingezet bij de opbouw van maatgerichte content voor hun website. De informatie diende uiterst secuur georganiseerd te worden. Omdat dit werk vanuit huis gedaan kon worden, konden verschillende vrije werkers met een handicap aan dit project meewerken. West Bespaar Coach in Leiden, onafhankelijk adviseur in energiebesparingen, heeft een arbeidsbehoefte van vijfduizend uur per maand. Een prioriteit binnen de bedrijfsvoering is het bezetten van die uren voor een scherpe prijs en met een efficiënte administratie. In dat kader is WBC zeer geïnteresseerd in Project Werkstandby en overweegt een verhuizing naar Utrecht om met vrije werkers aan de slag te gaan. Contact: Bas van der Eijk via
[email protected]
NR 7
‘Iedere vernieuwing roept weerstand op. Dat is een goede zaak, want alleen de vernieuwingen die aantoonbaar verbeteringen zijn worden zo doorgevoerd’
•
2015
18
den weer aan de slag te gaan is een geweldige motivator om je op de arbeidsmarkt te begeven. Maar er is meer.’ En dat is? ‘Om het goed uit te leggen begin ik bij de basis. Project Werkstandby hanteert een minimum uurtarief van dertien euro vijftig. Daarvan gaat drieënhalve euro naar InDat Werkstandby. De resterende tien euro wordt gedoneerd aan een stichting met ANBI-status.’ Wat doet die stichting ermee? En wat betekent ANBI? ‘ANBI staat voor Algemeen Nut Beogende Instelling. De Belastingdienst bepaalt of stichtingen als ANBI worden erkend. Als dat het geval is, weet je dat de organisatie minstens negentig procent van haar inkomsten aan haar doel besteedt. Onze landelijke partner is de stichting Worden Wie We Zijn. Daarnaast streven we er steeds naar met regionaal gevestigde stichtingen te werken, die op hun beurt opdrachten geven aan het lokale en regionale bedrijfsleven.’ Een betrouwbaarheidskeurmerk dus. Maar goed, wat dóet zo’n ANBI-stichting met het ingekomen geld? ‘Al het geld wordt in de vorm van producten en/of diensten besteed aan de doelgroep, de mensen die werken met (voorlopig) behoud van uitkering. Op welke manier dat gebeurt hangt af van de situatie en de omstandigheden. Minimaal veertig procent wordt besteed aan degene die de arbeid verrichtte. De overige zestig procent gebruikt de stichting om het werkvermogen van de doelgroep te vergroten.’ Dat klinkt nogal abstract. Kunt u het concreter maken?
V
an der Eijk komt met voorbeelden van drie bijstanders, A, B en C, die ieder tien uur werkten, zodat er driehonderd euro naar de stichting ging. Vervolgens ging de stichting met de bijstanders in gesprek over de besteding van de gelden. Dat pakte voor de respectievelijke bijstanders als volgt uit:
Bijstander A: 58 jaar, diabetes, definitief arbeidsongeschikt.
Bijstander B: 27 jaar, kortgeleden afgekickt, bouwt zijn leven weer op.
Werk: twee uur per dag meubilair verplaatsen in een congrescentrum. A zegt: ‘Meer dan twee uur per dag werken kan ik niet aan. Maar als ik alleen thuis ben, komen de muren soms op me af. Als kind had ik een kat, mijn enige vriendje…’
Werk: B kan aan de slag in de bouw. B zegt: ‘Ik wil graag veiligheidsschoenen voor op de bouwplaats. Nu moet ik steeds een paar lenen, onhandig en mijn collega’s vinden het niet prettig om hun schoenen af te staan. Een paar kost zestig euro.’
Het gaat hier ‘slechts’ om het behouden van werkvermogen en het verbeteren van levenskwaliteit, waardoor de stichting veertig procent (veertig euro) kan besteden. A doet mee aan coachingsproject Adoptasiel. In het asiel leert A de kat Snorretje verzorgen. Ze worden dikke maatjes.
De stichting schaft de schoenen aan en suggereert bovendien een gecertificeerde training steigerlopen. Totaal besteed bedrag: schoenen zestig euro + cursus steigerlopen veertig euro = honderd euro. Met het herstel van de bouwmarkt neemt de vraag om bouwvakkers toe. B vindt werk in de bouw en kan de bijstand verlaten.
NR 7
Bijstander C: 36 jaar, ICT’er, gestrand door burnout.
Werk: C helpt net als A in het congrescentrum. Daarnaast wordt ze steeds vaker gebeld voor spoedreparaties aan computers. C zegt: ‘Met een fiets kan ik tijdwinst boeken en zo mijn opdrachtenportefeuille verdubbelen.’
Een goede tweedehands fiets kost 160 euro. De stichting heeft nog zestig euro over van bijstander A die een kat wilde, dus kan er een fiets van 160 euro worden aangeschaft bij de lokale fietsenhandel. De opdrachtenportefeuille van C groeit en na een jaar kan ze de bijstand verlaten.
Hoe is dit systeem tot stand gekomen? ‘Mede dankzij de beleidsambtenaren van de gemeente Utrecht. Die mensen verdienen een compliment. Ze zijn betrokken en coöperatief. Dankzij hen hebben we de vorm kunnen ontwikkelen die ook echt wérkt. En die kostenbesparend is voor de gemeente, want Project Werkstandby neemt alle administratieve aspecten over. Maar veel belangrijker: via het project komen mensen die dat anders niet gelukt was de uitkering uit.’ Dan neem ik aan dat Project Werkstandby al draait in Utrecht? ‘Ons bedrijf InDat Werkstandby wel. Daarbij gaat het om mensen die niet in een uitkeringssituatie verkeren. Maar voor bijstanders kunnen we nog niet aan de slag, helaas.’ Hoezo? ‘Ook binnen de gemeente roept het concept van de vrije werker uiteenlopende reacties op. Mensen die behoudend zijn ingesteld vinden het moeilijk te zien dat dit een fantastische kans is. Maar dat is het wel: het arbeidspotentieel van bijstanders wordt ontsloten en komt in een positieve stroom richting arbeidsmarkt terecht.’ Waarom dan geen pilot draaien? Dan wijzen de resultaten uit of het werkt. ‘Daar zijn we met de gemeente over in gesprek. We hopen dat wethouder Victor Everhardt de politieke moed heeft die stap te zetten.’ Op welke bezwaren zou dat kunnen stuiten? ‘Artikel 31 van de Participatiewet, voorheen Wet werk en bijstand, stelt dat mensen met een bijstandsuitkering al hun inkomsten, ook in natura, moeten verrekenen met de uitkering. Tegelijkertijd is het zo dat gemeenten dit wetsartikel ruim mogen interpreteren. Er kan dus van een strikte naleving van artikel 31 afgeweken worden wanneer dit leidt tot zinvolle en positieve resultaten. Een goed voorbeeld is de Voedselbank. De voedselpakketten die bij-
•
2015
standers daar krijgen leiden niet tot kortingen op de uitkering. De producten en diensten die de ANBI-stichting uitkeert zouden dat dus ook niet hoeven doen.’ Wordt er met artikel 31 geschermd om een pilot tegen te houden? Dat lijkt tegen ieders belang in te gaan. ‘Kijk, iedere vernieuwing roept
‘We zijn met allerlei gemeenten in gesprek. Wekelijks vragen bedrijven en instellingen of ze ons bij hun gemeente mogen voorstellen’
weerstand op. Dat is een goede zaak, want alleen de vernieuwingen die aantoonbaar verbeteringen zijn worden zo doorgevoerd. Maar het is wel belangrijk een voorgestelde vernieuwing op haar merites te toetsen. Zeker wanneer je verantwoordelijk bent voor het beleid van een stad als Utrecht. Gelukkig zijn we in dialoog met de gemeente. Op 7 mei gaan we weer met elkaar om de tafel. Het zou geweldig zijn als de wethouder dan aanschuift, zodat we spijkers met koppen kunnen slaan. Hij komt van D66, een partij die vernieuwend gedachtegoed een warm hart toedraagt, dus daar heb ik wel vertrouwen in.’ Stel dat het toch spaak loopt met de gemeente Utrecht, wat gaat er dan gebeuren? ‘We zijn met allerlei gemeenten in gesprek en er is veel interesse voor ons concept. In Zeist en Wijk bij Duurstede worden de mogelijkheden van Project Werkstandby al besproken en wekelijks vragen bedrijven en instellingen of ze ons bij hun gemeente mogen voorstellen. Dat Project Werkstandby gaat star-
20
‘We staan in de startblokken. Het enige wat we nog nodig hebben is een handtekening van de wethouder…’
ten is een onvermijdelijk gegeven. Wanneer dat precies gebeurt en welke gemeente de primeur heeft, die vragen moeten nog beantwoord worden. Wij hopen dat Utrecht er school mee gaat maken. De mensen hier verdienen het.’ Welke mensen? ‘Alle mensen hier. De bijzondere bijstanders, de geweldige gemeenteambtenaren, de dynamische krachten uit het bedrijfsleven, de vertegenwoordigers van de onvolprezen stichting Worden Wie We Zijn. We staan in de startblokken om van Utrecht een best practice in good governance te maken. Het enige wat we nog nodig hebben is een handtekening van de wethouder…’ (Wethouder Everhardt is om een reactie op dit artikel gevraagd, maar kon helaas niet tijdig reageren)
SPEKKIE BIG #103
Wetenschappers over Werkstandby Voor het Europese onderzoeksproject Inspires onderzoekt dr. Paul van der Aa innovaties in het Nederlandse sociale beleid. Ook volgt hij verbetertrajecten voor de bijstandswet bij de gemeente Rotterdam. Over Project Werkstandby zegt hij: ‘Het zou interessant zijn als de pilot wordt uitgevoerd. Sterke punten van deze aanpak zijn onder meer de flexibiliteit en de belangrijke rol van eigen motivatie en verantwoordelijkheid. Daarnaast ben ik geïnteresseerd in de effecten van dit systeem op de organisatie van ons sociale stelsel. Wat gebeurt er met de relatie tussen bijstanders en de gemeente? Zullen de uitkeringslasten voor de gemeente daadwerkelijk dalen? Worden de kansen op het vinden van regulier werk groter? Alleen door pilots uit te voeren kunnen we uitvinden hoe dit model optimaal ingezet kan worden.’ Prof. dr. Willem Trommel, hoogleraar bestuurskunde aan de Vrije Universi-
teit in Amsterdam, is gespecialiseerd in vraagstukken rond arbeidsmarkt en verzorgingsstaat. ‘Project Werkstandby is een vindingrijk project. Het berust op vrijwilligheid, in mijn ogen een cruciale voorwaarde voor succesvol activeren. Het zet doelgroepen niet apart, maar maakt ze juist onderdeel van een grotere onderneming die vrij werken heet. En het slecht op ingenieuze wijze de grens tussen betaalde arbeid en re-integratie. Drie belangrijke redenen om het initiatief serieus uit te proberen.’ Dr. Harry Ganzeboom, hoogleraar op de faculteit sociologie aan de Vrije Universiteit: ‘Al jaren verzorgt InDat Werkstandby naar volle tevredenheid data-entry-projecten van onze onderzoeksgegevens. Het gaat daarbij om wetenschappelijk onderzoek, dus worden hoge eisen gesteld aan de wijze van aanlevering. InDat voldoet aan die eisen, voor een scherpe prijs bovendien.’