DE BIO-INGENIEUR AAN HET WERK EEN WAAIER AAN BEROEPSMOGELIJKHEDEN DANKZIJ EEN BREDE OPLEIDING
1
Bio-ingenieur aan het werk Je bent jong en je wil wat ! Maar wat wil je? Het secundair onderwijs kent geen geheimen meer voor jou, maar wat ga je straks studeren? Deze keuze is niet gemakkelijk, want het aanbod om verder te studeren is immers heel groot. Het is dus des te belangrijker om je goed te informeren en zo de juiste keuzes te maken. Deze brochure helpt je daarbij. Want, misschien is bio-ingenieur wel iets voor jou ! Een bio-ingenieur, wat is dat en wat doet die horen we je zeggen. Dit willen we je laten ontdekken aan de hand van getuigenissen van bio-ingenieurs afgestudeerd aan één van de universiteiten in Vlaanderen. Via hun profielen nemen we je mee in de wondere wereld van de bio-ingenieur en maak je kennis met een greep uit de vele functies die bio-ingenieurs uitoefenen zowel in binnen- als buitenland, privé-sector of overheid. Je zal merken dat bio-ingenieurs boeiende en afwisselende jobs uitoefenen en bezig zijn met belangrijke maatschappelijke thema’s zoals de duurzame productie en transformatie van voeding en andere biomassa, milieuproblemen, beheer van natuurlijke hulpbronnen en de ontwikkeling van de zogenaamde bio-economie; dit is een economie die niet enkel meer gebaseerd is op fossiele grondstoffen maar meer en meer op hernieuwbare grondstoffen en bio-energie. Uit de profielen blijkt ook dat bio-ingenieurs flexibel zijn, probleemoplossend denken en zichzelf en hun omgeving voortdurend bijsturen. Kortom, bij een bio-ingenieur past niet één bepaalde job, maar hij/zij kan veel verschillende jobs aan; dit door zijn veelzijdige opleiding met een mix van wetenschappelijke en maatschappelijke vakken, van theorie en practica vanaf de start van je bacheloropleiding. Het niveau is zowel breed als diepgaand. Het studietraject ligt niet vast bij het begin, maar door de jaren heen stel je als student je eigen pakket samen uit een ruim aanbod afgestemd op jouw interesses. Ben je geboeid door wetenschappen en wil je mee werken aan de economie van morgen? Twijfel dan niet langer en word bio-ingenieur! Universiteit Gent, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Universiteit Antwerpen, Departement Bio-ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen
2
Inhoudstafel alfabetisch per naam Aerts
Alexander
Studiecentrum voor Kernenergie
Wetenschappelijk medewerker
Beeckman
Hans
Koninklijk Museum voor Midden-Afrika
Beyen
Lieve
Cargill
Senior Scientist - Curator Laboratorium voor Houtbiologie en Xylarium Food Technology Leader Europe Middle East Africa
Buyse Callewaert
Eline Kim
D. Stadsbader-Flamand Aquafin
Calculator Projectleider
Caron Cools Corbeels
Korneel Danielle Marc
Sales & Process Engineer Lector Wetenschappelijk onderzoeker
Coussement De Belder De Block De Bruycker De Naeyer De Poorter De Smedt Debels Debusscher Degrande
Ignace Hendrik Matthieu Paul Filip Geert Veerle Patrick Diedert Ann
WATERLEAU Groep T Leuven Education College Centre de coopération internationale en recherche agronomique pour le développement AgriCord Tessenderlo chemie S.A., Division Aliphos Altran NV INDAVER OVAM FAVV KBC Soresma, UNDP Forte World Agroforestry Centre
Desmijter di Marcantonio Dils Dotremont
Marieke Marisa Evelien Chris
Vandemoortele BMM VITO Keppel Seghers Belgium
Product Development and Support Manager Lipids Projectmanager Onderzoeker Technology Manager
Dumortier Eerlingen
Myriam Relinde
Europese Commissie Campbell Foods Belgium
Policy Officer R&D director
François
Kjell
Siemens
SIPAT Business Area Manager
Afgevaardigd bestuurder Trade Manager Feed Ingredients Consultant General Manager Diensthoofd Directeur-generaal ‘Laboratoria beheer’ Senior opleidingsconsulent Consulent Water Resources Communication Architect - Managing Partner Onderzoeker
3
Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie Landbouwkundig ingenieur optie Waters en Bossen Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: technologie en bedrijfsleiding van landbouw- en voedingsnijverheden Bio-ingenieur Bodem- en waterbeheer, optie Waterbeheer Master in de Bio-ingenieurswetenschappen optie milieutechnologie Bio-ingenieur in de Landbouwkunde, major: landbouweconomie Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bosbouw en natuurbeheer Landbouwkundig ingenieur, major: fytotechnie Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie Master in de bio-ingenieurswetenschappen, katalytische technologie Landbouwkundig ingenieur optie Waters en Bossen Landbouwkundig ingenieur optie Biotechnologie Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde, optie Industriële microbiologie Bio-ingenieur in de Landbouwkunde, major: plantenbescherming Bio-ingenieur in de Milieutechnologie Bio-ingenieur in de Milieutechnologie Landbouwkundig ingenieur optie landbouweconomie en landbouwsociologie van de ontwikkelingslanden Bio-ingenieur in de Scheikunde Bio-ingenieur in de Milieutechnologie Master in de bio-ingenieurswetenschappen: milieutechnologie Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: technologie en bedrijfsleiding van landbouw- en voedingsindustrieën Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: landbouwscheikunde en landbouwnatuurkunde Bio-ingenieur in de Scheikunde
Universiteit Antwerpen en K.U.Leuven UGent
p. 10 p. 12
K.U.Leuven
p. 14
UGent Universiteit Antwerpen en UGent K.U.Leuven K.U.Leuven K.U.Leuven
p. 16 p. 18 p. 20 p. 22 p. 24
K.U.Leuven K.U.Leuven K.U.Leuven UGent UGent UGent K.U.Leuven UGent UGent UGent
p. 26 p. 28 p. 30 p. 32 p. 34 p. 36 p. 38 p. 40 p. 42 p. 44
UGent UGent Universiteit Antwerpen K.U.Leuven
p. 46 p. 48 p. 50 p. 52
UGent K.U.Leuven
p. 54 p. 56
UGent
p. 58
4
Ghyoot Heirman Jasson Keirsebelik
Wouter Sofie Vicky Ederic
Umicore Grontmij CODA DEME Environmental Contractors
Materials Stewardship Manager Projectleider Researcher Projectingenieur
Keymeulen Koll Messiaen Minten
Regine Steve Tom Bart
Lanxess NV Belgacom Procter & Gamble International Food Policy Research Institute
Milieucoördinator Applied Web Metrics Manager Process Engineer Senior Research Fellow/Program Leader
Neven
David
Marketing Economist
Nuyens Pypers
Jan Pieter
Rouges Scheirlinck Smeekens Snick Van Belleghem Van Hyfte Van Oevelen Vandeplas Vandeputte
Kim Hans Sylvia Philippe Bart Annick Dirk Isabelle Greet
Food and Agricultural Organization of the United Nations Qatar Foundation Tropical Soil Biology and Fertility Institute of the International Centre for Tropical Agriculture POVLT Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender Nitto Europe Snick Euroingedients nv Bienca Arcadis Belgium NV Belgian Icecream Group NV Centre d’Étude et de Coopération Internationale Nestlé Product Technology Centre
Vanderborght Vandersmissen Veraverbeke Verhaeghe Vermote Ververken
Koen Ine Wim Valentijn Brecht Cedric
Danone K.U.Leuven Fugeia Crop's NV Regionaal Landschap Groene Corridor vzw Ablynx NV
Manager Qatar Robotic Surgery Centre Soil Scientist Voorlichter boomkwekerij en sierteelt Coördinator Process Engineer Gedelegeerd bestuurder Commercial Director Projectleider Strategisch Advies Overheden Directeur productie & logistiek Projectleider voor Haïti Scientist for Cereal Product Development/ R&D Project Manager Industrial Trainee Doctoraatsstudent Projectleider Key Account Manager Landschapsanimator Project Manager
5
Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde, optie Industriële microbiologie Bio-ingenieur Land- en Bosbeheer optie bodem en waterbeheer Bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie Master in de bio-ingenieurswetenschappen, optie bodem en waterbeheer
UGent UGent UGent Universiteit Antwerpen en UGent UGent UGent UGent K.U.Leuven
p. 66 p. 68 p. 70 p. 72 p. 74
K.U.Leuven
p. 76
Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie Bio-ingenieur in de Milieutechnologie, major: bodemconservering
K.U.Leuven K.U.Leuven
p. 78 p. 80
Bio-ingenieur in de Landbouwkunde Bio-ingenieur Land- en Bosbeheer Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde en de landbouwindustrieën Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde en de landbouwindustrieën Bio-ingenieur in de Milieutechnologie Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: industriële microbiologie Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bodemkunde en landgebruik Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: technologie van de voedingsnijverheden
UGent UGent K.U.Leuven UGent UGent UGent K.U.Leuven K.U.Leuven K.U.Leuven
p. 82 p. 84 p. 86 p. 88 p. 90 p. 92 p. 94 p. 96 p. 98
Master in de bio-ingenieurswetenschappen, biosysteemtechniek Master in de bio-ingenieurswetenschappen, cel- en gentechnologie Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: industriële microbiologie Bio-ingenieur in de Scheikunde Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bosbouw en natuurbeheer Bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie
K.U.Leuven K.U.Leuven K.U.Leuven UGent K.U.Leuven K.U.Leuven
p. 100 p. 102 p. 104 p. 106 p. 108 p. 110
Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen Bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie Bio-ingenieur in de Scheikunde Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: landbouwscheikunde en landbouwnatuurkunde Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie
p. 60 p. 62 p. 64
6
Inhoudstafel alfabetisch per functie Afgevaardigd bestuurder Applied Web Metrics Manager Calculator Commercial Director Communication Architect Managing Partner Consulent Water Resources Consultant Coördinator Diensthoofd Directeur productie & logistiek Directeur-generaal ‘Laboratoria beheer’ Doctoraatsstudent Food Technology Leader Europe Middle East Africa Gedelegeerd bestuurder General Manager Industrial Trainee Key Account Manager Landschapsanimator Lector Manager Qatar Robotic Surgery Centre Marketing Economist
Coussement Koll Buyse Van Belleghem Debusscher
Ignace Steve Eline Bart Diedert
AgriCord Belgacom D. Stadsbader-Flamand Bienca Forte
Debels De Block Scheirlinck De Naeyer Van Oevelen De Poorter Vandersmissen Beyen
Patrick Matthieu Hans Filip Dirk Geert Ine Lieve
Soresma, UNDP Altran NV Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender OVAM Belgian Icecream Group NV FAVV K.U.Leuven Cargill
Snick De Bruycker Vanderborght Verhaeghe Vermote Cools Nuyens Neven
Philippe Paul Koen Valentijn Brecht Danielle Jan David
Materials Stewardship Manager Milieucoördinator Onderzoeker
Ghyoot Keymeulen Degrande
Wouter Regine Ann
Snick Euroingedients nv INDAVER Danone Crop's NV Regionaal Landschap Groene Corridor vzw Groep T Leuven Education College Qatar Foundation Food and Agricultural Organization of the United Nations Umicore Lanxess NV World Agroforestry Centre
Onderzoeker Policy Officer Process Engineer Process Engineer
Dils Dumortier Smeekens Messiaen
Evelien Myriam Sylvia Tom
VITO Europese Commissie Nitto Europe Procter & Gamble
7
Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie Bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie Bio-ingenieur Bodem- en waterbeheer, optie Waterbeheer Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde en de landbouwindustrieën Bio-ingenieur in de Milieutechnologie
K.U.Leuven UGent UGent UGent UGent
p. 26 p. 70 p. 16 p. 90 p. 42
Bio-ingenieur in de Milieutechnologie Master in de bio-ingenieurswetenschappen, katalytische technologie Bio-ingenieur Land- en Bosbeheer Landbouwkundig ingenieur optie Biotechnologie Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: industriële microbiologie Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde, optie Industriële microbiologie Master in de bio-ingenieurswetenschappen, cel- en gentechnologie Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: technologie en bedrijfsleiding van landbouw- en voedingsnijverheden Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde en de landbouwindustrieën Landbouwkundig ingenieur optie Waters en Bossen Master in de bio-ingenieurswetenschappen, biosysteemtechniek Bio-ingenieur in de Scheikunde Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bosbouw en natuurbeheer Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bosbouw en natuurbeheer Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie
UGent K.U.Leuven UGent UGent K.U.Leuven UGent K.U.Leuven K.U.Leuven
p. 40 p. 30 p. 84 p. 34 p. 94 p. 36 p. 102 p. 14
UGent UGent K.U.Leuven UGent K.U.Leuven K.U.Leuven K.U.Leuven K.U.Leuven
p. 88 p. 32 p. 100 p. 106 p. 108 p. 22 p. 78 p. 76
Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde, optie Industriële microbiologie Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen Landbouwkundig ingenieur optie landbouweconomie en landbouwsociologie van de ontwikkelingslanden Master in de bio-ingenieurswetenschappen: milieutechnologie Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie Bio-ingenieur in de Scheikunde
UGent UGent UGent
p. 60 p. 68 p. 44
Universiteit Antwerpen UGent K.U.Leuven UGent
p. 50 p. 54 p. 86 p. 72
8
Product Development and Support Manager Lipids Project Manager Projectingenieur
Desmijter
Marieke
Vandemoortele
Ververken Keirsebelik
Cedric Ederic
Ablynx NV DEME Environmental Contractors
Projectleider
Callewaert
Kim
Aquafin
Projectleider Projectleider Projectleider Strategisch Advies Overheden Projectleider voor Haïti Projectmanager R&D director
Heirman Veraverbeke Van Hyfte Vandeplas di Marcantonio Eerlingen
Sofie Wim Annick Isabelle Marisa Relinde
Grontmij Fugeia Arcadis Belgium NV Centre d’Étude et de Coopération Internationale BMM Campbell Foods Belgium
Researcher Sales & Process Engineer Scientist for Cereal Product Development/ R&D Project Manager Senior opleidingsconsulent Senior Research Fellow/Program Leader
Jasson Caron Vandeputte
Vicky Korneel Greet
CODA WATERLEAU Nestlé Product Technology Centre
De Smedt Minten
Veerle Bart
KBC International Food Policy Research Institute
Senior Scientist - Curator Laboratorium voor Houtbiologie en Xylarium SIPAT Business Area Manager Soil Scientist
Beeckman
Hans
Koninklijk Museum voor Midden-Afrika
Kjell Pypers
François Pieter
Technology Manager
Dotremont
Chris
Siemens Tropical Soil Biology and Fertility Institute of the International Centre for Tropical Agriculture Keppel Seghers Belgium
Trade Manager Feed Ingredients Voorlichter boomkwekerij en sierteelt Wetenschappelijk medewerker
De Belder Rouges Aerts
Hendrik Kim Alexander
TESSENDERLO CHEMIE S.A., Division ALIPHOS POVLT Studiecentrum voor Kernenergie
Wetenschappelijk onderzoeker
Corbeels
Marc
Centre de coopération internationale en recherche agronomique pour le développement
9
Bio-ingenieur in de Scheikunde
UGent
p. 46
Bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie Master in de bio-ingenieurswetenschappen, optie bodem en waterbeheer
K.U.Leuven Universiteit Antwerpen en UGent Universiteit Antwerpen en UGent UGent K.U.Leuven UGent K.U.Leuven UGent K.U.Leuven
p. 110
Master in de Bio-ingenieurswetenschappen optie milieutechnologie Bio-ingenieur Land- en Bosbeheer optie bodem en waterbeheer Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: industriële microbiologie Bio-ingenieur in de Milieutechnologie Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bodemkunde en landgebruik Bio-ingenieur in de Milieutechnologie Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: landbouwscheikunde en landbouwnatuurkunde Bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie Bio-ingenieur in de Landbouwkunde, major: landbouweconomie Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: technologie van de voedingsnijverheden
p. 66 p. 18 p. 62 p. 104 p. 92 p. 96 p. 48 p. 56
UGent K.U.Leuven K.U.Leuven
p. 64 p. 20 p. 98
Bio-ingenieur in de Landbouwkunde, major: plantenbescherming Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: landbouwscheikunde en landbouwnatuurkunde Landbouwkundig ingenieur optie Waters en Bossen
K.U.Leuven K.U.Leuven
p. 38 p. 74
UGent
p. 12
Bio-ingenieur in de Scheikunde Bio-ingenieur in de Milieutechnologie, major: bodemconservering
UGent K.U.Leuven
p. 58 p. 80
Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: technologie en bedrijfsleiding van landbouw- en voedingsindustrieën Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie Bio-ingenieur in de Landbouwkunde Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie
K.U.Leuven
p. 52
K.U.Leuven UGent Universiteit Antwerpen en K.U.Leuven K.U.Leuven
p. 28 p. 82
Landbouwkundig ingenieur, major: fytotechnie
p. 10 p. 24
10
Alexander Aerts n
Afgestudeerd in: 2002
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Studiecentrum voor Kernenergie www.sckcen.be
n
Functie: Wetenschappelijk medewerker
“Wat ik ook enorm verrijkend vind, is dat je in het onderzoek in contact komt en kan samenwerken met mensen vanuit de hele wereld.”
11
De richting bio-ingenieur heeft als voordeel dat ze je een zeer brede wetenschappelijke en technische basis geeft, waardoor je op veel terreinen je weg vindt als je wil en de moeite doet. Tijdens mijn bachelorjaren in Antwerpen heb ik een jaar in het lokale praesidium gezeten. Natuurlijk ging ik af en toe naar een TD en regelmatig op café met vrienden. Omdat ik erg geboeid was (en nog steeds ben) door wetenschap heb ik gedoctoreerd. Het kan geen kwaad om een doctoraatsdiploma op zak te hebben, zeker niet als je op zoek bent naar een functie in het wetenschappelijk onderzoek.
nieuwe en innovatieve kernreactor voor onderzoek en de productie van radio-isotopen voor medische toepassingen. Op dit moment is het project nog in ontwerp, maar als alles goed gaat zal binnen een aantal jaren met de bouw gestart worden. Het onderzoek dat kan worden verricht in de MYRRHA reactor sprak tot mijn verbeelding. Een voorbeeld is onderzoek over transmutatie; dit is het omvormen van langlevend radioactief afval naar kortlevend en bijgevolg veel minder gevaarlijk afval. Op die manier kan MYRRHA bijdragen aan de oplossing van het nucleair afvalprobleem.
Op zoek naar een functie in het wetenschappelijk onderzoek
Technische uitdagingen
Na mijn doctoraat was verder onderzoek doen een logische keuze voor mij. Ik heb toen een onderzoeksproject opgesteld op basis van mijn doctoraatswerk. Dankzij financiering van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO) heb ik drie jaar aan dit project kunnen werken in het Centrum voor Oppervlaktekatalyse aan K.U.Leuven. Het leuke aan deze periode was dat mijn onderzoek zich niet beperkte tot mijn project, maar dat ik een steentje heb kunnen bijdragen aan vele andere doctoraatsonderzoeken van het laboratorium. Wat ik ook enorm verrijkend vind, is dat je in het onderzoek in contact komt en kan samenwerken met mensen vanuit de hele wereld. Nu werk ik aan het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK⋅CEN) te Mol. Dat ik daar begonnen ben was voor een groot deel aan toeval te wijten. Het SCK had contact opgenomen met de professoren in Leuven om advies te vragen over een technisch probleem waarmee ze kampten. Mijn promotor vroeg me of dit niets voor mij was. Ik heb toen bij het SCK gesolliciteerd en een aantal weken later kreeg ik een telefoontje dat ik de job had. Ik werk mee aan het MYRRHA project. De bedoeling van dit project is het bouwen van een
Omdat het een zodanig innovatief project is, brengt het ontwerp van MYRRHA een groot aantal technische uitdagingen met zich mee. Eén van die uitdagingen is dat de gasatmosfeer van de reactor gezuiverd moet worden om de goede werking en de veiligheid van de reactor te garanderen. Mijn taak is om een geschikt zuiveringssysteem te vinden. Een brede wetenschappelijke basis en een gezonde dosis creativiteit om oplossingen te vinden zijn natuurlijk een must. Je komt in contact met de meest uiteenlopende en zeer concrete technische en wetenschappelijke problemen. Ik werk in een team van vier wetenschappers en drie techniekers. Ons team kadert in een grotere onderzoeksgroep. Een goede communicatie is dus onontbeerlijk.
12
Hans Beeckman n
Afgestudeerd in: 1982
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen
n
Bedrijfsgegevens: Koninklijk Museum voor Midden-Afrika www.africamuseum.be
n
Functie: Senior Scientist Curator Laboratorium voor Houtbiologie en Xylarium
“Als bio-ingenieur heeft men volgens mij meer aandacht voor de maatschappelijke relevantie van projecten.”
13
Passie voor natuur Ik ben aan de opleiding bio-ingenieurswetenschappen begonnen vanuit mijn interesse voor natuur en biologische wetenschappen. Van daaruit heb ik ook gekozen voor de opleiding water- en bosbeheer. Ik maakte achteraf mijn doctoraat rond een plantecologisch thema gecombineerd met een houttechnologische methodologie. De kennis vanuit deze opleiding en uiteraard het doctoraatswerk was perfect voor deze functie als conservator in het laboratorium voor Houtbiologie en Xylarium in het Koninklijk Museum.
Maatschappelijk bewustzijn De functie van curator komt neer op het organiseren van het xylariumbeheer, het wetenschappelijk houtbiologische onderzoek en de maatschappelijke dienstverlening op het gebied van de houtanalyses. Een xylarium is een wetenschappelijke referentiecollectie van houtstalen. Het xylarium van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika herbergt 60.000 stalen van 13.000 verschillende houtige planten, afkomstig van over de hele wereld. Met deze aantallen is de collectie de tweede grootste in haar soort ter wereld.
Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika is een bijzondere werkomgeving. Omdat vele landen in Afrika grote noden kennen, worden bij ons projecten niet zozeer gekozen op basis van wetenschappelijke redenen, maar wordt er vooral gekeken naar de behoeften van de mens. Als bio-ingenieur heeft men volgens mij meer aandacht voor de maatschappelijke relevantie van projecten. Dat betekent dat niet enkel de wetenschappelijke kennis belangrijk is, maar dat er vooral aandacht besteed wordt aan de toepasbaarheid, het nut van de projecten. Zo zijn er projecten die de studie van de groeiprofielen van tropische bomen als voorwerp hebben. In de tropen is houtanalyse en meer in het bijzonder groeiringanalyse dikwijls de enige manier om de productie van bomen en bossen in te schatten. Zonder gegevens hierover is het bijzonder moeilijk om een beheersplan op te maken dat duurzame houtproductie voor ogen heeft.
14
Lieve Beyen n
Afgestudeerd in: 1992
n
Opleiding: Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: technologie en bedrijfsleiding van landbouwen voedingsnijverheden
n
Bedrijfsgegevens: Cargill www.cargill.com
n
Functie: Food Technology Leader Europe Middle East Africa
“De carrière verliep voorspoedig. Ik heb altijd zeer veel kansen gekregen en deze ook gegrepen.”
15
Als achttienjarige had ik eigenlijk een zeer brede interesse, gaande van talen, economie tot wetenschappen. In het laatste jaar van de secundaire school heb ik zelfs nog naar een pilootopleiding geïnformeerd. Uiteindelijk koos ik voor de opleiding tot bio-ingenieur daar ik geboeid werd door wetenschappen en vooral de toepasbaarheid ervan, niet direct zicht had op wat ik later wilde gaan worden en de internationale mogelijkheden en de vele beroepsuitwegen heel interessant vond. Tijdens het eerste jaar stond er toch wel redelijk wat druk op. Ik heb vooral genoten van het kotleven en daardoor een hele goede tijd gehad met vrienden. Ook probeerde ik zoveel mogelijk tijd vrij te maken voor mijn hobby’s. Uiteindelijk heb ik nog de leraaropleiding gevolgd; eerder omdat de werkgelegenheid op dat ogenblik niet echt goed was en ik mijn kansen wilde verbreden. Na mijn eerste lessen voor een klas wist ik echter dat dit niet mijn roeping was!
Ik solliciteerde zowel voor functies in productontwikkeling, kwaliteitszorg, productie en verkoop In 1992 was het eigenlijk een moeilijke tijd om werk te vinden. Na mijn afstuderen beloonde ik mezelf met een paar weken vakantie, maar ik had vlak voor ik op vakantie ging toch een paar vrije sollicitaties gestuurd. Grappig als ik nu bedenk dat ik zowel voor functies in productontwikkeling, kwaliteitszorg, productie en verkoop had gesolliciteerd. Veel breder kan je het niet hebben maar ik had er totaal geen idee van wat die verschillende jobs eigenlijk inhielden. Toen ik terugkwam van vakantie had ik een positief antwoord van Cargill voor een eerste gesprek. Vanaf dan is het snel gegaan en een paar maanden later kon ik bij Cargill beginnen, meer bepaald in Bergen op Zoom in Nederland.
De carrière verliep voorspoedig. Ik heb altijd zeer veel kansen gekregen en deze ook gegrepen. Gedurende een jaar werkte ik in ploegen in de productieafdeling waarna ik vervolgens kwaliteitssupervisor, kwaliteitsmanager, logistiek planner, productieverantwoordelijke voor de zetmeel- en glucosefabriek en hoofd werd van de afdeling die de technische ondersteuning naar klanten verzorgde. Cargill gaf me ook de mogelijkheid om deel te nemen aan het opstarten van fabrieken op verschillende plaatsen in Europa. Vervolgens werd ik productmanager voor de sweetener business en hoofd van de technologieafdeling voor EmeA (research, applicatie, process en product development en technische ondersteuning richting klanten). In deze functie bepaal ik de strategie voor de technologieorganisatie, zorg ik dat deze uitgevoerd wordt, verzorg ik klantencontacten en volg ik projectportfolio’s op. Een goede technologische achtergrond is een basis, maar vooral omgaan met mensen, conflictmanagement, doorzetting, communicatie, aansturen, kunnen beïnvloeden van beslissingen, goed kunnen organiseren en mensen kunnen inspireren zijn zeer belangrijk.
Combinatie met het gezinsleven Mijn huidige functie is te combineren met mijn gezinsleven. Wij hebben drie kinderen en ik raad aan om vooral de huishoudelijke taken uit handen te geven die je zelf niet leuk vindt, zodat je zeker nog genoeg tijd overhoudt om te genieten van je gezinsleven. Vooral in de onderzoeksafdeling zie je vrouwelijke bio-ingenieurs, maar ook in productie en commerciële afdelingen komen er meer en meer. Het geeft me veel voldoening als ik kijk welke mooie kansen ik al gehad heb en ik ga nu weer aan een andere rol beginnen!
16
Elyne Buyse n
Afgestudeerd in: 2009
n
Opleiding: Bio-ingenieur Bodem- en waterbeheer, optie Waterbeheer
n
Bedrijfsgegevens: D. Stadsbader-Flamand www.stadsbader.com/
n
Functie: Calculator
“Als je van de studiebanken komt heb je als bio-ingenieur een hele goede bagage mee, maar je moet je altijd inwerken.”
17
Ik ben afgestudeerd in 2009 als bio-ingenieur bodem- en waterbeheer met de specialisatie waterbeheer. Op de jobbeurs in de faculteit kwam ik in contact met Aquafin. Sinds oktober 2010 koos ik een andere uitdaging en ben ik aan het werk bij D. Stadsbader-Flamand.
Hydraulisch beheer van het rioleringsstelsel Aquafin zorgt ervoor dat het afvalwater in Vlaanderen verzameld en getransporteerd wordt via het rioleringsstelsel naar de waterzuiveringsinstallaties. In augustus 2009 startte ik als Projectleider Netwerkbeheer en werd dan verantwoordelijk voor het hydraulisch beheer van het rioleringsstelsel in verschillende zuiveringsgebieden. In eerste instantie zorg je ervoor dat het ontwerp van een nieuw rioleringsstelsel in orde is. Dit krijg je na een grondige studie van het gebied aangeleverd door een studiebureau. Het is de taak van de projectleider om de volledige studie op te volgen, te controleren en te coördineren qua timing, budget en kwaliteit.
Berekenen, voorbereiden en controleren D. Stadsbader-Flamand is een aannemersbedrijf actief in Vlaanderen, Wallonië en Noord-Frankrijk. Ik werk op de afdeling milieu als ‘calculator’ voor bodemsaneringen. Bij een offertevraag maak ik een prijs op voor het bodemsaneringswerk. Daarnaast dient er nagekeken te worden of het door het studiebureau voorgestelde project technisch haalbaar is en of het eventueel op een meer economische wijze kan uitgevoerd worden. Wanneer we het werk gegund krijgen, dient de werf voorbereid te worden, de nodige bestellingen te gebeuren en moeten er met de onderaannemers prijsafspraken gemaakt worden. Op wekelijkse basis is er een vergadering met de werfleiders waar de stand van de zaken op elke werf in uitvoering wordt besproken.
Een bio-ingenieur is veelzijdig Natuurlijk vormen de eerste weken op de werkvloer een periode waarbij je jezelf nog heel wat moet eigen maken. Als je van de studiebanken komt heb je als bio-ingenieur een hele goede bagage mee, maar je moet je altijd inwerken. Je weet pas werkelijk wat je job inhoudt na een aantal weken op de werkvloer. Zoals je leest kan je beide functies, bedrijven en sectoren onmogelijk met elkaar vergelijken, maar dit duidt ook op de vele mogelijkheden die je als bio-ingenieur op de arbeidsmarkt hebt.
18
Kim Callewaert n
Afgestudeerd in: 2009
n
Opleiding: Master in de bioingenieurswetenschappen, optie milieutechnologie
n
Bedrijfsgegevens: Aquafin www.aquafin.be
n
Functie: Projectleider
“Met elk project dat we uitvoeren, verbeteren we voor een stukje de oppervlaktewaterkwaliteit in Vlaanderen, en daar ben ik trots op.”
19
Als je begaan bent met het milieu, kan je bij Aquafin echt het verschil maken. In opdracht van het Vlaamse Gewest bouwen en exploiteren we de nodige infrastructuur om het afvalwater van de Vlaamse huishoudens te zuiveren Ik ben bij Aquafin projectleider van een 25-tal projecten, wat betekent dat ik verantwoordelijk ben voor budget, timing en kwaliteit. Ik werk hiervoor continu samen met studiebureaus, gemeentes en aannemers. Met elk project dat we uitvoeren, verbeteren we voor een stukje de oppervlaktewaterkwaliteit in Vlaanderen, en daar ben ik trots op. Ik ben onmiddellijk na mijn studies bij Aquafin gestart, en heb in het voorbije jaar ontzettend veel bijgeleerd. Alles bij Aquafin spreekt me aan: de boeiende projecten, de toffe collega’s, de vele opleidingen, de mogelijkheid om in het buitenland te werken, de glijdende werkuren, noem maar op. Die glijdende uren zorgen trouwens voor een perfecte balans werk/privé, want je kan als het ware zelf je dag plannen. Je hoeft ook geen uren in de file te staan, want Aquafin heeft twee satellietkantoren in Drongen en Herentals. Bovendien is Aquafin een betrouwbare werkgever, want het afvalwater zal altijd gezuiverd moeten worden. Ik hoef dus geen schrik te hebben om morgen zonder werk te vallen. Over het loon en de extra’s hoor je me ook niet klagen. Elk jaar 34 verlofdagen, daar kan ik mee leven!
Ik ben altijd al gefascineerd geweest door de wetenschappen. Toen ik in het middelbaar een studierichting moest kiezen, had ik snel beslist: wetenschappen-wiskunde! De keuze voor hoger onderwijs was minder evident, want er was zo veel dat ik wou doen. Bio-ingenieur was mij eerst onbekend, maar door het bezoek aan een aantal informatiebeurzen, merkte ik dat het voor mij de geknipte opleiding was: veel variatie aan wetenschappen, wiskunde en economie. Die richting gaf me perspectief voor de toekomst. Gaandeweg kon ik mijn opleiding nog verfijnen met keuzevakken. Ideaal, want daardoor hoefde ik niet onmiddellijk te kiezen van zodra ik aan de universiteit begon. Ik ben enorm tevreden met mijn keuze. Het was een interessante opleiding, die mij een afwisselde, boeiende job heeft bezorgd.
20
Korneel Caron n
Afgestudeerd in: 2008
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Landbouwkunde, major: landbouweconomie
n
Bedrijfsgegevens: WATERLEAU www.water-leau.com
n
Functie: Sales & Process Engineer
“Tijdens mijn vierde jaar was ik praeses van de Landbouwkring, nog steeds mijn topjaar in Leuven!”
21
Ik heb voor de studies van bio-ingenieur gekozen omdat ik toch niet uit één van de wetenschappen wou kiezen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik op dat moment nog niet helemaal besefte wat een ingenieur eigenlijk was. Economie interesseerde me ook maar ik kreeg te horen dat ik als ingenieur nog altijd economie kon bijstuderen.
Mijn presesjaar, een topjaar! Tijdens mijn studie dacht ik niet zo veel na over mijn latere beroepsleven; ik had wel altijd de intentie om in de voedingsindustrie terecht te komen, maar gaandeweg is die intentie afgezwakt. De studies combineren met een tof studentenleven ging vrij vlot; ik heb weliswaar de eerste drie jaar een tweede zittijd mogen meemaken, maar al bij al is die combinatie goed doenbaar. Zeker in de laatste jaren werd het aandeel studentenleven nog groter maar dit had geen invloed op mijn resultaten. Tijdens mijn vierde jaar was ik praeses van de Landbouwkring, nog steeds mijn topjaar in Leuven! Dat zou ik onmiddellijk weer doen. Door mijn actieve deelname aan en het organiseren van activiteiten van de Landbouwkring, heb ik heel veel bijgeleerd over samenwerken. In mijn laatste twee studentenjaren heb ik, door mijn participatie in raden en besturen op facultair en universitair niveau, vooral veel bijgeleerd over hoe je met heel diverse gesprekspartners kunt vergaderen en afspraken moet maken. In mijn vijfde laatste jaar was ik als studentenvertegenwoordiger lid van diverse raden van overkoepelende studentenorganisaties, wat ook een unieke ervaring was.
Groene economie Groene economie interesseerde me heel erg en op de jobbeurs van de Landbouwkring leerde ik het bedrijf WATERLEAU kennen. Dat klikte direct en omdat ik vrij snel doorhad dat ze eenzelfde profiel zochten als het mijne, heb ik niet lang getwijfeld om in de maand juni voor WATERLEAU te tekenen. In het begin voelde ik mij vrij hulpeloos want je moet overal uitleg en assistentie bij vragen. Nu krijg ik opdrachten waar ik zelfstandig alles in kan plannen. Mijn huidige job is tweeledig: ik ben betrokken in de verkoop en de opstart van afvalwaterzuiveringsinstallaties. WATERLEAU is over de hele wereld actief en ik werk dus ook op projecten over de hele wereld. Dat is vrij boeiend en dagelijks kom je telefonisch of per e-mail in contact met heel wat verschillende culturen. Daarnaast moet ik regelmatig naar klanten in het buitenland om installaties op te starten of technische uitleg te geven bij installaties die potentiële klanten van plan zijn te kopen.
Vrouwelijke bio-ingenieurs zijn veel beter in het intern opleiden en trainen van (nieuwe) collega’s Al mijn directe collega’s zijn ingenieurs, vooral bio-ingenieurs, en de basiskennis die we tijdens onze opleiding aangereikt kregen kan ik hier wel gebruiken. Er werken ook enkele vrouwelijke bio-ingenieurs in ons bedrijf die veel beter zijn in het intern opleiden en trainen van (nieuwe) collega’s omdat ze beter aanvoelen wat en hoe ze iets moeten uitleggen. Zelf vind ik dat (en ik denk dat ik dan ook voor mijn collega’s spreek) door het internationale aspect en de commerciële omgang met klanten de sociale vaardigheden veel belangrijker zijn dan de ingenieursachtergrond.
22
Danielle Cools n
Afgestudeerd in: 1996
n
Opleiding: Bio-ingenieur in het Landen Bosbeheer, major: bosbouw en natuurbeheer, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Groep T Leuven Education College www.groept.be
n
Functie: Lector
“Werken aan een hogeschool was eigenlijk de beste optie.”
23
Als achttienjarige was ik geboeid door zowat alles wat ik tegenkwam in mijn omgeving. Ik was vooral een creatief iemand, tekende graag en speelde graag piano. Tijdens mijn middelbare studies volgde ik Latijn-Grieks omdat ik geboeid werd door die magische Griekse tekens. In de derde graad werd mijn interesse voor wetenschappen geprikkeld door een goede chemieleraar. Ik wou dan ook in eerste instantie voor chemie kiezen, maar het CLB stimuleerde mij voor de keuze van bioingenieur omdat deze studie veel meer mogelijkheden biedt.
Ik zag me in de bossen van Zweden of Noorwegen als bosbouwingenieur Eigenlijk was ik liever buiten dan op de schoolbanken te zitten, maar mijn vrouwelijke plichtsbewustheid dwong mij om toch maar naar de les te gaan. Ik zag me in de bossen van Zweden of Noorwegen als bosbouwingenieur. Ik heb mijn studiemenu zo gevarieerd mogelijk gemaakt; de keuzemogelijkheid van major en minor en keuzevakken bieden daartoe veel kansen. Ik was blij met mijn vrijheid als kotstudent en profiteerde daar op mijn manier van. Op kot in een omkaderingsgroep was een hele ervaring en ik heb veel plezier gehad met de kotgenoten en de dichte vriendenkring van mijn jaar, waarmee er nog heel wat activiteiten worden georganiseerd. Voor mijn masterproef deed ik onderzoek in het noorden van Thailand. Daar heb ik vooral geleerd om te relativeren en in te zien in wat voor luxe wij in België leven. Uiteindelijk doctoreerde ik omdat het onderwerp mij boeide en ik het als een baan beschouwde. Maar ik kwam met mijn onderwerp in een labo waar ik met niet zo thuis voelde en daardoor werd het een leerrijke, maar geen aantrekkelijk ervaring.
Ik ondervond de moeilijkheden van het combineren van een gezin met een job Na mijn doctoraat stond ik voor een moeilijke keuze. Ik had al 1 dochter en ondervond de moeilijkheden van het combineren van een gezin met een job. Ik zag het niet zitten om in een bedrijf te gaan werken, maar ook niet om les te geven op een middelbare school. Werken aan een hogeschool was eigenlijk de beste optie en ik had geluk. Via mijn netwerk kwam ik aan de weet dat er uren vrij waren op Groep T; ik kon lesgeven aan toekomstige industriële Ingenieurs en in de avondschool aan studenten graduaat biotechnologie. Nadien ben ik terecht gekomen in de Lerarenopleiding van Groep T. Groep T wil innovatieve en creatieve leraars opleiden en daarvoor is mijn studie wel een pluspunt; een bio-ingenieur heeft van de meeste wetenschappen kaas gegeten en dus gaat er al snel een belletje rinkelen als je met wat dan ook in aanraking komt. Binnen de lerarenopleiding lager- en kleuteronderwijs sta ik in voor de vakken wereldoriëntatie (biologie en aardrijkskunde). Hiervoor moet je een goede inhoudelijke basis bezitten, flexibel zijn, studenten kunnen coachen en leerprocessen kunnen begeleiden. Sinds anderhalf jaar ben ik in bijberoep gestart als traiteurrestaurateur en verzorg ik kookworkshops en catering.
24
Marc Corbeels n
Afgestudeerd in: 1988
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur, major: fytotechnie, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Centre de coopération internationale en recherche agronomique pour le développement (CIRAD) www.cirad.fr
n
Functie: Wetenschappelijk onderzoeker
“Belangrijke momenten waren de discussieavonden rond ontwikkelingslanden waar ik me voor het eerst in debatten heb gemengd over hoe het allemaal beter zou moeten kunnen op deze planeet.”
25
Landbouw in de ontwikkelingslanden Als zoon van een landbouwer wilde ik meer te weten komen over hoe planten groeien, hoe het kwam dat met meer bemesting er meer gewasopbrengst was, hoe je beter de onkruiden kon bestrijden. Eigenlijk wou ik eerst biologie studeren, maar een leerkracht biologie adviseerde me om voor bio-ingenieur te studeren omdat ik eerder in toepassingen geïnteresseerd was. In de laatste jaren van het secundair onderwijs kreeg ik ook meer interesse in de problematiek van landbouw in de ontwikkelingslanden. De eerste twee jaren moest ik erg hard studeren. Daarna vond ik het meer relaxed en had ik een goede vriendenkring. Belangrijke momenten voor mij waren de discussieavonden rond ontwikkelingslanden waar ik me voor het eerst in debatten heb gemengd over hoe het allemaal beter zou moeten kunnen op deze planeet.
Ontwikkelen en gebruik van simulatiemodellen voor plantengroei Door mijn opleiding raakte ik meer en meer geïnteresseerd in wetenschappelijk onderzoek: vooral het ontwikkelen en gebruik van simulatiemodellen voor plantengroei. Ik besloot daarom om na mij studies verder te studeren in die richting en vertrok voor 9 maanden naar Wageningen met een beurs van de Vlaamse Gemeenschap. Daarna wou ik naar een ontwikkelingsland vertrekken en liefst voor onderzoek aan een universiteit. Het heeft een jaartje geduurd. Ik was eigenlijk een beetje kieskeurig, en wou niet zomaar vertrekken in eender welk project. Intussen vond ik een tijdelijke job over milieuvriendelijk boeren bij Bond Beter Leefmilieu. Ik zocht dus
die specifieke job en vond die uiteindelijk aan de Universiteit van Gent als wetenschappelijk medewerker in een project van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) in Marokko. Het was een bodemkundig project aan de Ecole Nationale de l’ Agriculture te Meknes. In het begin bestond mijn taak vooral in het opzetten van een laboratorium voor bodemen plantanalyses. Na een jaartje kon ik een wetenschappelijk programma opstellen en werd ik aangespoord om een doctoraatsopleiding te volgen. Werken als een jong onderzoeker in een VLIR project was zeer verrijkend; ik denk dat ik veel meer geleerd heb dan op een laboratorium aan een universiteit in Europa of de Verenigde Staten. Misschien niet op wetenschappelijk vlak, maar op het vlak van organisatie, management, sociale vaardigheden en werken in een ander cultuur. Met een doctoraat op zak, was het makkelijker om een andere job te vinden als onderzoeker. Ik ben met de familie vertrokken naar Ethiopië in het kader van een VLIR project aan de UGent. Dat contract heb ik vroegtijdig moeten afbreken omwille van de moeilijke werkomstandigheden in Mekelle, ten gevolge van de oorlog tussen Ethiopië en Eritrea. Ik had intussen een job gevonden bij The Commonwealth Scientific and Industrial Research Organization (CSIR) in Perth, Australië. Daar kon ik verder onderzoek doen met plantengroeimodellen. Begin 2002 ging ik solliciteren bij Centre de coopération internationale en recherche agronomique pour le développement (CIRAD) en werkte en leefde in Brazilië (2002-2006), Harare (20072009) en opnieuw in Brazilië (tot nu). In mijn functie ben ik verantwoordelijk voor het onderzoek naar betere bodem- en gewaspraktijken voor de kleine landbouwers. Mijn taak bestaat uit het schrijven van onderzoeksprojecten, het opleiden van lokale master- en doctoraatsstudenten, het publiceren van de onderzoekresultaten en het leiden van de projecten met een positieve impact op het leven van de kleine boeren.
26
Ignace Coussement n
Afgestudeerd in: 1973
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie
n
Bedrijfsgegevens: AgriCord www.agricord.org
n
Functie: Afgevaardigd bestuurder
“De functie vraagt overtuigingskracht, talenkennis, inlevingsvermogen in andere culturen, dossierkennis, kennis van politiek en economische achtergronden van ontwikkeling en van landbouw in de wereld.”
27
Mijn studiekeuze voor bio-ingenieur sloot aan bij het milieu waarin ik ben opgegroeid. Mijn vader verkocht namelijk veevoeders, meststoffen en zaden. Ik vond de opleiding een karwei, wij moesten hard studeren en ik had iets te weinig geld om veel op café te gaan. Vanaf het 4e jaar heb ik veel bijgeleerd: interessante seminaries, zelf teksten schrijven, leren presenteren. Toch vond ik het een gezellige tijd en door de omgang met kotgenoten en presidiumleden ben ik assertiever geworden. Ik was vooral op het thuisfront sociaal geëngageerd: in de leiding van de jeugdbeweging (KLJ) en van de jonge boerenwerking (Groene Kring). In 1973 was er geen overvloed aan jobmogelijkheden en ik koos voor een combinatie van marketingwerk voor een veevoederfabrikant (consumentengedrag) en studie die daarmee te maken had (sociologie). Zes maanden na afstuderen kreeg ik de kans om voor K.U.Leuven als assistent te gaan werken aan de landbouwfaculteit van Marokko. Voordien was ik nooit geïnteresseerd in werken in het buitenland, maar dit leek me een uitdaging, dit moest ik doen. In Marokko kwam ik terecht bij een schitterende leermeester en het werden vier bijzondere jaren; een mengeling van academisch werk en terreinwerk voor een degelijke opleiding van Marokkaanse landbouwkundigen. Ik heb er zelf veel bijgeleerd; ik gaf vooral landbouweconomie
en deed onderzoek naar het verband tussen armoede en consumptiepatronen van voedsel. De helft van het jaar was ik op het terrein bij boeren, elk jaar in een andere streek van Marokko, en verzorgde ik een praktijkgerichte opleiding aan zeer gemotiveerde studenten. Op persoonlijk vlak vond ik werken in het buitenland te geïsoleerd en sociaal veeleisend: de jaren 70 en begin 80 waren nog prehistorisch op vlak van communicatie met enkel brievenpost en gebrekkige (en peperdure) telefonie. De voordelen waren echter navenant: je kon niet anders dan lokaal goed trachten te integreren. Na vier jaar in Marokko heb ik in Leuven een postgraduaat in sociale antropologie afgelegd en sinds 1980 werk ik in de ontwikkelingssamenwerking. Vanuit Leuven coördineer ik AgriCord, een internationaal netwerk van ontwikkelingsorganisaties uit negen OESO landen. Het zijn allemaal organisaties die opgericht werden door de boerenbond in hun land en die hun collega’s in ontwikkelingslanden steunen. Het werk houdt in dat ik de strategie van de organisatie help uittekenen en dat ik de samenwerking tussen lidorganisaties aanstuur. De beslissingen worden genomen door verkozen boerenleiders. Ik leid werkvergaderingen van experts van de ledenorganisaties en benader en onderhandel met financierende regeringen. De functie vraagt overtuigingskracht, talenkennis, inlevingsvermogen in andere culturen, dossierkennis, kennis van politiek en economische achtergronden van ontwikkeling en van landbouw in de wereld. De meerderheid van de zowat 150 medewerkers in het AgriCord netwerk zijn vrouwelijke medewerkers, behoorlijk evenredig verdeeld over alle niveaus. Drie van de acht directeurs in mijn raad van bestuur zijn vrouwen. Twee van hen zijn landbouwkundige. Mijn partner is huisarts en is steeds als huisarts blijven werken. Wij hebben samen 3 kinderen en we hebben elkaar steeds alle kansen gegeven om ons eigen werk goed te doen (en we werken allebei graag...).
28
Hendrik De Belder n
Afgestudeerd in: 1973
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie
n
Bedrijfsgegevens: TESSENDERLO CHEMIE S.A., Division ALIPHOS www.tessenderlo.com
n
Functie: Trade Manager Feed Ingredients
“De keuze voor bio-ingenieurswetensschappen laat ook genoeg mogelijkheden om in andere sectoren dan de landbouw tewerkgesteld te kunnen worden.”
29
Het was me via informatiedagen bekend dat de opleiding tot landbouwingenieur een brede wetenschappelijke basis had. De eerste jaren zijn breed wetenschappelijk en in de masterjaren is de keuze iets gerichter. Je kunt je eigen menu samenstellen en je specialiseren in de domeinen die je interesseren. Dit gecombineerd met mijn duidelijke interesse voor dieren (met als hobby paardrijden) en de zoölogie, heeft me doen beslissen te gaan voor landbouwingenieur. Deze keuze liet ook genoeg mogelijkheden om in andere sectoren dan de landbouw tewerkgesteld te kunnen worden.
De studententijd was een mooie tijd over gans de periode De studententijd was een mooie tijd over gans de periode, levendig maar ernstig gedurende de eerste jaren, intenser maar veeleisender in de laatste jaren. Tijdens het studentenleven leerde ik vooral zelfstandig werken, de aanpak van anderen te respecteren maar ook de gekregen informatie kritisch bekijken. We beleefden ook plezier aan samen iets organiseren en realiseren. Ik heb steeds gehoopt dat ik mijn opgedane kennis zou kunnen gebruiken om de veehouders/ landbouwers te informeren. Tijdens de studententijd was dit aspect van voorlichting mijn idee van wat een landbouwingenieur zou moeten doen.
Commerciële ervaring en vele internationale contacten Vrijwel onmiddellijk na mijn studies ben ik beginnen werken. Mijn eerste job werd me aangeboden door één van de vele mensen die ik had aangesproken en ik startte als ingenieur in
een varkensslachthuis voor de uitbouw van een varkensintegratie. Daar stond ik zeer dicht bij de varkenshouders en het was een goede leerschool. Twee jaar later belandde ik in de farmaceutische sector in de Marketing Research voor het gebruik van toevoegingmiddelen in de diervoeders en later ook in de verkoop. Daar heb ik enkele jaren ervaring kunnen opdoen in de handel van voederingrediënten en mocht ik ook de lancering van nieuwe voederingrediënten organiseren. Parallel aan deze job heb ik toen ook opdrachten gekregen als expert bij het Vredegerecht in landbouwzaken (ruilverkaveling, jachtgeschillen...). Met deze commerciële ervaring ben ik dan aangeworven bij Tessenderlo Chemie in de afdeling minerale chemie. Aanvankelijk stond ik in voor de technische ondersteuning van het verkoopsteam en daarna werd ik Sales Manager. Momenteel, dank zij de vele internationale contacten die ik heb kunnen opbouwen in mijn verkoopsperiode, ben ik verantwoordelijk voor de uitbouw van het productengamma. Ik ben nu Trade Manager Feed Ingredients bij Tessenderlo Chemie S.A. binnen de afdeling ALIPHOS. Tessenderlo Chemie is een belangrijk producent van het voedingsmineraal fosfor dat onmisbaar is voor een gezonde voeding van dieren. Het ALIPHOS team commercialiseert dit mineraal. De verschillende producten die aangeboden worden als voedingelement naar waarde kunnen schatten, is essentieel in deze job. Een diepgaande kennis van de voedingsleer en het metabolisme van de dieren is dus een grote troef. Zeker zo belangrijk is een goed contact kunnen opbouwen met klanten, leveranciers en collega’s. Daarvoor is talenkennis essentieel en moet je open staan voor andere culturen en manieren van werken. Verder vraagt deze job ook organisatietalent en commerciële kennis. Vooral de internationale contacten schenken veel voldoening en het is boeiend met mensen uit verschillende landen te kunnen samenwerken.
30
Matthieu De Block n
Afgestudeerd in: 2009
n
Opleiding: Master in de bioingenieurswetenschappen, katalytische technologie
n
Bedrijfsgegevens: Altran NV www.altran.be
n
Functie: Consultant
“Ik ben verre van een hokjesdenker en hou wel van variatie.”
31
Ik heb gekozen voor de opleiding tot bio-ingenieur omdat die me een brede basis gaf om later in gevarieerde jobs en sectoren terecht te komen. Ik ben verre van een hokjesdenker en hou wel van variatie en ik denk dat er bijna niemand afstudeert met dezelfde combinatie aan major-minor en keuzevakken tijdens de opleiding tot bio-ingenieur; een duidelijk bewijs van het afwisselende menu. Ondanks het feit dat talen niet echt mijn “dada” zijn, begin ik er nu toch de waarde van in te zien omdat bv. Engels zowel universitair als professioneel de voertaal is.
Je leert als preses van de Landbouwkring lessen die geen enkele professor je kan leren Tijdens het studentenleven heb ik me enorm geamuseerd! Misschien kwam dit ook omdat ik lid was van het presidium van de Landbouwkring. Je leert er lessen die geen enkele professor je kan leren. Het is vooral boeiend om met een hele groep vrienden leuke dingen te organiseren en ergens samen voor te gaan. Hierdoor leer je goed samen te werken en doe je mensenkennis op. Het studentenleven kon op sommige momenten enorm veel tijd opslorpen, maar ik heb dat alleen maar als een voordeel ervaren. Ik ben tijdens mijn studies niet op Erasmus geweest maar heb dit in het laatste jaar kunnen compenseren door enkele maanden in Zweden onderzoek te voeren voor mijn masterproef. Na 5 fantastische jaren heb ik dan ook met spijt in het hart het studentenleven vaarwel gezegd.
Een boeiend project met vele uitdagingen en het is zeker geen nine-to-five-job Veertien dagen na afstuderen had ik een contract op zak. Ik heb heel eenvoudig gesolliciteerd en daarna ging de bal vanzelf aan het rollen. Het ingenieursdiploma is een toegangsticket dat poorten opent, maar daarna moet je jezelf altijd opnieuw bewijzen. Momenteel werk ik als consultant op een project bij AB Inbev in Leuven, meer bepaald als procesingenieur in de fabricatie. Tijdens mijn studies heb ik het vak “Inleiding tot mouterij en brouwerij” gevolgd en mijn masterproef gemaakt in het Labo voor Mouterij en Brouwerij. Dit heeft me geholpen om in deze job terecht te komen. Het is een boeiend project met vele uitdagingen en het is zeker geen nine-to-five-job. Het allerbelangrijkste aan mijn taak is: kunnen omgaan met werknemers op alle niveaus, goed in een team functioneren, een boodschap correct overbrengen naar anderen, snel denken en correct handelen. Mijn verantwoordelijkheden in het project zijn divers en ik leer nog elke dag bij. Dit maakt het ook zo boeiend om steeds weer met nieuwe uitdagingen te werken. Momenteel is deze functie gemakkelijk te combineren, moest ik een gezin hebben. Ik heb wel wat internationale ambities en dan zal de combinatie vermoedelijk moeilijker worden. Breken met oude gewoontes is nooit leuk maar essentieel om te blijven groeien en jezelf scherp te houden. Een werk- en reiservaring in het buitenland is hiervoor handig en iets wat ik zeker nastreef! Ooit een eigen bedrijf opstarten behoort ook tot de mogelijkheden.
Een dosis gezond verstand Ik zou zeker nog voor dezelfde studie kiezen. Een dosis gezond verstand geflankeerd door de wil om door te zetten en ervoor te gaan zijn onontbeerlijk!
32
Paul De Bruycker n
Afgestudeerd in: 1983
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen
n
Bedrijfsgegevens: INDAVER NV www.indaver.be
n
Functie: General Manager
“Ik geloof dat je een organisatie maar kan aansturen wanneer je én tussen de medewerkers én tussen je klanten staat.”
33
Een ingenieur wil steeds oplossingen aanreiken. Oplossingen die geboren worden uit de combinatie van enerzijds een sterk analytisch denkvermogen, waardoor tot de essentie van het probleem wordt doorgedrongen en anderzijds een grote creativiteit in het uitwerken van antwoorden zonder daarbij geremd te worden door het bestaande kader. Dit is wat ik dagdagelijks in mijn functie als General Manager bij INDAVER NV moet waarmaken. Als General Manager voer ik de directie over een vijftal afvalverwerkingsfabrieken in de Benelux waarin voor meer dan een half miljard euro werd geïnvesteerd en die per jaar bijna 2 miljoen ton afvalstoffen verwerken.
Samenwerken is begrijpen Daarnaast hebben wij met INDAVER NV talrijke samenwerkingsverbanden met gemeenten, steden en Intercommunales voor het beheer en/of de verwerking van de op hun grondgebied ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen. Alle installaties die wij beheren zijn hoogtechnologische installaties waarin afvalstoffen verbrand worden met energie- en/of materiaalrecuperatie, vergist, gecomposteerd of gerecycleerd worden. Vanuit mijn functie kom ik dan ook met heel wat mensen in contact. Ik geloof dat je een organisatie maar kan aansturen wanneer je én tussen de medewerkers én tussen je klanten staat. Ik ben dus veel onderweg. Het regelmatig inspecteren van de diverse plants, het bijwonen van technische en commerciële meetings, het voorbereiden en leiden van de directievergaderingen en het praten met mijn medewerkers vereist veel tijd. Belangrijk daarbij is dat je de problemen op de werkvloer begrijpt.
Innovatieve oplossingen Het luisteren naar klanten en het goed aanvoelen van wat zij werkelijk belangrijk vinden is even essentieel. Onze klanten zijn vooral de grootindustrie en de steden en gemeenten. Door het feit dat ik dagelijks in contact wil staan met mijn klanten, kom ik dan ook veel in contact met onze Vlaamse bedrijfsleiders en met de burgemeesters en schepenen van onze Vlaamse Gemeenten. Met hen werken wij innovatieve oplossingen uit voor het beheer van hun afvalstoffen. Tot op vandaag slagen we daar wonderwel in want Vlaanderen behoort tot de wereldtop op het vlak van duurzaam afvalbeleid.
Technische bagage helpt om beter te begrijpen Nochtans wordt tot op vandaag de afvalverwerkingssector nog steeds argwanend bekeken. Ik dien dan ook veel aandacht te hebben om aan de bevolking en de politiek uit te leggen wat wij eigenlijk doen en vooral hoeveel inspanningen wij doen op het vlak van het nemen van milieubeschermende maatregelen. Hoewel ik vandaag dus hoofdzakelijk mensen motiveer, organisaties aanstuur, en wik en weeg over de te volgen strategieën, blijf ik toch een ingenieur. De mij aangeleerde analytische denkwijze en technische bagage die ik heb meegekregen, die ik ook later in mijn job verder heb ontwikkeld, laten mij als manager toe om nog steeds goed te begrijpen hoe onze installaties werken en wat hun impact op mens en milieu is. Enkel zo kan ik met mijn medewerkers, klanten en alle andere stakeholders met kennis van zaken overleggen en samen met hen innovatieve oplossingen uitwerken.
34
Filip De Naeyer n
Afgestudeerd in: 1989
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur, optie Biotechnologie
n
Bedrijfsgegevens: OVAM www.ovam.be
n
Functie: Diensthoofd
“Overleg en contact met diverse betrokken actoren behoort tot het dagdagelijkse werk.”
35
In 1989 studeerde ik af als landbouwkundig ingenieur, optie biotechnologie, nadien volgde ik een bijkomende opleiding tot ingenieur in de milieusanering. Daarna ben ik gestart bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) als verantwoordelijke voor de opvolging en beoordeling van bodemonderzoeken en saneringen op diverse verontreinigde locaties. Met het in voege treden van het bodemsaneringsdecreet in 1995 is er binnen de OVAM een opmerkelijke personeelsuitbreiding gevolgd en heb ik de dagdagelijkse leiding gekregen over een team van medewerkers. Als diensthoofd en met een team van een 35-tal medewerkers zijn we verantwoordelijk voor diverse taken op het vlak van bodemsanering.
Opvolging en financiering van bodemsanering De opdrachten van OVAM zijn omschreven en afgebakend in het afvalstoffendecreet en bodemdecreet en beslaan de problematiek van het afvalstoffen/materialenbeheer en bodembeheer. Specifieke taken voor een aantal medewerkers zijn onder andere de coördinatie en opvolging van de bodemsanering van verlaten bedrijfsterreinen (Brownfields). Hierin geven we ondersteuning aan ontwikkelaars en andere actoren om tot een betere integratie te komen van de bodemsanering in de herontwikkeling van de terreinen. Voor bepaalde sectoren wordt tevens gezocht naar alternatieve manieren om bodemsanering te financieren. Een vorm van financiering is het oprichten van organisaties die sectorgebonden zijn en die (een deel van) de saneringskosten op zich nemen.
Voorbeelden in dit kader zijn de oprichting van een fonds voor de bodemsanering van tankstations (Bofas) en het fonds voor de bodemsanering van de droogkuissector (Vlabotex). De klassieke milieutechnische beoordeling van bodemonderzoeken en saneringen behoren eveneens tot het takenpakket van de medewerkers. Ook naar het bewaken van de kwaliteit bij zowel de boorfirma's, studiebureau's, laboratoria als aannemers worden belangrijke inspanningen geleverd.
Niet alleen management Naast een in hoofdzaak coördinerende en sturende functie rond deze items omvat mijn job eveneens het bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het beleidskader rond bodemsanering in Vlaanderen. Overleg en contact met diverse betrokken actoren (bedrijven, studiebureaus, aannemers, overheidsinstellingen,ed) behoort tot het dagdagelijkse werk. De opleiding tot bio-ingenieur en mijn bijkomende opleiding in de milieusanering gaven me de nodige bagage om mijn huidige functie uit te voeren.
36
Geert De Poorter n
Afgestudeerd in: 1989
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde, optie Industriële Microbiologie
n
Bedrijfsgegevens: Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen www.favv.be
n
Functie: directeur-generaal ‘Laboratoria beheer’
“Zoals je ziet: als bio-ingenieur kan je bij de overheid een zeer mooie carrière opbouwen.”
37
Ik ben in 1990 na mijn legerdienst gestart als kwaliteitsverantwoordelijke bij het toenmalige Ministerie van Landbouw in het Rijksontledingslaboratorium Antwerpen. Een job bij de overheid lijkt misschien saai maar dat was en is het zeker niet. De mogelijkheden tot bijscholing en het bijwonen van seminaries in het buitenland zijn talrijk aanwezig.
De dioxinecrisis onder controle In 1999 ben ik op het hoofdbestuur van de Grondstoffeninspectie beginnen werken als coördinator en bij het uitbreken van de dioxinecrisis kreeg ik de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van binnen- en buitenlandse laboratoria die tienduizenden analyses dienden uit te voeren op dioxines en PCB’s. Daar heb ik leren werken onder erg stresserende omstandigheden, maar dit had ook een keerzijde: je creëert een formidabel netwerk op professioneel en privé-vlak. In 2000 werd ik verantwoordelijke van de Consum- en TSE Gegevensbank om in 2002 door te groeien tot centraal crisiscoördinator van het nieuw opgerichte Federaal Voedselagentschap. Vanaf 2003 werd ik directeur bij het Bestuur Controlebeleid. Ik was verantwoordelijk voor het uitstippelen van het controlebeleid in de transformatie- en distributiesector van de voedselketen. Dit omvatte ca. 70 % van de totale voedselketen.
Stabiliteit voor de Belgische voedingsindustrie Mijn directie stond in voor het opmaken van de jaarlijkse controleprogramma’s en het creëren van een transparante wetgeving zodat de voedingsindustrie in België een stabiel kader heeft waarin zij kan opereren. In die functie kon ik dus grote verantwoordelijkheden koppelen aan steeds innoverende items. Als directeur vertegenwoordigde ik tevens België op internationaal vlak (Europese Unie, Food LawEnforcementPractioners, Codex Alimentarius,…). Er waren ook zeer frequente contacten met de verschillende beroepsfederaties (Fedis, Fevia, Febetra,…) waarbij er moet onderhandeld worden over de toepassing van nieuwe wetgeving, het invoeren van gidsen i.v.m. autocontrole,...
Overheid biedt carrièrekansen Sinds 2006 ben ik directeur-generaal ‘Laboratoria beheer’. In deze functie beheer ik een budget van meer dan 30 miljoen euro. Het is dus belangrijk dat dit belastingsgeld op een correcte manier wordt gespendeerd. Dit gebeurt aan de hand van managementplannen en performantie-indicatoren. De tijd dat de overheid traag en ambtelijk werkt ligt al een eeuwigheid achter ons. Sturing en opvolging, vorming en beloning, projecten en resultaten: allemaal kernwoorden die in om het even welk privé-bedrijf gebruikt worden én dus nu ook bij de overheid. Er is één belangrijk verschil: onze maatschappelijke rol, meer bepaald door nauwkeurige analyseresultaten te produceren over voedselproducten zodat de consument een veilig product kan verorberen. Zoals je ziet: als bio-ingenieur kan je bij de overheid een zeer mooie carrière opbouwen die financieel zeker de vergelijking met de privé-sector kan doorstaan.
38
Veerle De Smedt n
Afgestudeerd in: 1995
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Landbouwkunde, major: plantenbescherming, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: KBC www.kbc.be
n
Functie: Senior opleidingsconsulent
“Ik raakte sterk geboeid door alles wat met human resources te maken had, een totaal andere richting dan die ik als achttienjarige voor ogen had.”
39
Ik was erg geïnteresseerd in planten en milieu. Initieel ging mijn voorkeur uit naar biologie maar om meer beroepsmogelijkheden te hebben, koos ik uiteindelijk voor bio-ingenieur. Ik moet eerlijk zeggen dat ik vond dat de richting bio-ingenieur een vrij theoretische richting was waar het toch vooral draaide om uit het hoofd leren. Analysevaardigheden werden er wel sterk ontwikkeld.
Van praktijkonderzoek, proeftuinen, veilingen naar human resources Tijdens mijn studies ben ik 1 jaar lid geweest van het presidium als Erasmusverantwoordelijke. Aangezien mijn ouders vlak bij Leuven woonden zat ik niet op kot. Daardoor kon ik ook nog veel tijd doorbrengen met vrienden van het secundair onderwijs of in de zwemclub waar ik in die periode actief lid van was. Tijdens mijn masterproef kwam ik in contact met het praktijkonderzoek en de proeftuinen en dat boeide mij sterk. Om die reden besloot ik nog enkele jaren in het onderzoek te blijven. Binnen K.U.Leuven werd er verwacht dat je doctoreerde terwijl je aan de universiteit verbonden bleef en dat wilde ik niet. Nadat ik drie jaar meegewerkt had in een Europees project, kreeg ik echter de gelegenheid om de resultaten van deze drie jaren neer te schrijven onder de vorm van een doctoraat. Ik heb die kans gegrepen en behaalde zo mijn doctoraat. Tijdens mijn periode als doctorandus heb ik kunnen werken aan een aantal andere vaardigheden zoals communicatie, organisatie, efficiëntie, overtuigen, … Na mijn doctoraat ben ik gestart binnen de veilingsector. Ik werd er aangeworven als hoofd van de biologische landbouw. Om diverse redenen ben
ik daar slechts een half jaar gebleven maar ik raakte er sterk geboeid door alles wat met human resources te maken had, een totaal andere richting dan die ik als achttienjarige voor ogen had. Ik maakte de overstap naar KBC waar ik ingezet werd als personeelsadviseur, een functie waarin je zowel leidinggevenden als medewerkers advies geeft betreffende allerlei human resources processen (evaluaties, aanwervingen, …). Een zestal maanden geleden maakte ik de overstap naar de functie van opleidingsconsulent. In mijn huidige functie ben ik verantwoordelijk voor een opleidingstraject en volg de wettelijke verplichtingen op betreffende kennis- en bijscholingsvereisten voor medewerkers in verkoopsfuncties. Daarnaast ben ik als projectleider of projectmedewerker nog betrokken in diverse projecten rond ontwikkeling. Het is een heel gevarieerde functie met een grote autonomie en je moet blijk geven van ondernemerschap. Ik heb nooit spijt gehad van mijn overstap naar human resources en opleiding. Noch in mijn vorige functie, noch in mijn huidige functie is een ingenieursdiploma vereist. Dat neemt niet weg dat het analytisch denken dat sterk ontwikkeld werd tijdens mijn studies, mij al flink geholpen heeft in de functies die ik uitgeoefend heb.
Druk gezinsleven met drie kinderen Mijn huidige functie is combineerbaar met ons drukke gezinsleven met drie kindjes. Dit is voor een stuk te wijten aan het feit dat we er beiden bewust voor gekozen hebben dicht bij huis te werken zodat we weinig tijd verliezen met vervoer van en naar het werk. Mijn interesse voor bloemen en planten is gebleven en in de zomer breng ik dan ook veel tijd door in onze grote tuin.
40
Patrick Debels n
Afgestudeerd in: 1995
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Milieutechnologie
n
Bedrijfsgegevens: Milieuconsulent (Soresma, Wereldbank, UNDP)
n
Functie: Consulent Water Resources
"Chili werd enkele jaren mijn nieuwe thuis"
41
Na 2 onderzoeksprojecten voor de EG en de Vlaamse Overheid werd ik in 1997 uitgezonden door de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand VVOB. Het Chileense Centrum voor Milieuonderzoek ‘EULA’, een interdisciplinaire onderzoeksinstelling opgericht in 1990 in het kader van de Italiaanse ontwikkelingssamenwerking, werd daarbij gedurende een 6-tal jaar mijn nieuwe thuis.
Projectcoördinator in Chili Toen het VVOB programma in Chili werd afgesloten eind 2003, nam ik aan EULA de functie op van lokale projectcoördinator in het kader van 2 internationale onderzoeksprojecten ter bevordering van integraal stroombekkenbeheer: ‘TWINBAS’ en ‘TWINLATIN’. Aan deze projecten namen teams uit 3 Europese (Zweden, België, UK) en 7 Latijns- Amerikaanse landen deel (Chili, Nicaragua, Brazilië, Uruguay, Ecuador, Peru en Colombia). In totaal werden daarin 7 rivierbekkens (2 Europese, 5 LatijnsAmerikaanse) bestudeerd. Activiteiten omvatten o.m. het uitbouwen van een ‘geo-referencedenvironmental database’, het doorvoeren van hydrologische modelering, het analyseren van de impact van menselijke activiteiten en van klimaatsverandering op de beschikbaarheid en kwaliteit van water, etc. Naast het onderzoekswerk zelf werd in het project veel aandacht besteed aan de interactie met de overheidsdiensten en andere potentiële eindgebruikers.
Advies aan Latijns-Amerika inzake milieubeleid Momenteel ben ik, vanuit m'n vaste basis in Chili maar met tijdelijke verblijven in o.a. Nicaragua, Ecuador en Zuid-Afrika, via het Vlaamse ingenieursbureau Soresma nog steeds betrokken bij Europese onderzoeksprojecten. Daarnaast voer ik als zelfstandige milieuconsulent opdrachten uit voor o.a. de Wereldbank en het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties UNDP, waarbij advies aan regeringen in Latijns-Amerika wordt verleend m.b.t. diverse aspecten van hun milieubeleid. In dit kader werd ik recent tijdelijk aangesteld als projectontwikkelingsspecialist ‘Internationale Wateren’ voor het Regionale Dienstencentrum van UNDP in Panama, onder het GEF (Global Environment Facility) Trustfund.
Troef van de opleiding is veelzijdigheid Terugblikkend op mijn loopbaan tot dusver zou ik als één van de voornaamste troeven van mijn opleiding als bio-ingenieur zeker de veelzijdigheid van die opleiding voorop stellen: als kandidaat bio-ingenieur wordt je een brede waaier aan kennis aangebracht. Daarmee beschik je over een bijzonder goede basis om in je professionele loopbaan multi-disciplinaire teams te begeleiden en ondersteunen, en kan je uiteindelijk heel diverse richtingen uit.
42
Diedert Debusscher n
Afgestudeerd in: 1999
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Milieutechnologie
n
Bedrijfsgegevens: Forte www.forte.eu
n
Functie: Communication Architect Managing Partner
“Er zijn er wel meer die de wenkbrauwen optrekken als ik ze vertel dat ik als milieutechnoloog nu actief ben in marketing en communicatie.”
43
Ik heb een passie voor communicatie. En dus heb ik er mijn beroep van gemaakt. Er zijn er wel meer die de wenkbrauwen optrekken als ik ze vertel dat ik als milieutechnoloog nu actief ben in marketing en communicatie. “Dus jij doet niets meer met je diploma?”, klinkt het dan. Niets is minder waar. Dankzij mijn opleiding kan ik vlot bruggen bouwen tussen twee totaal verschillende werelden: die van ingenieurs en die van hun markt.
Managementadvies voor technologische bedrijven Want dat is wat Forte doet: technologische bedrijven helpen om zich beter naar hun markt te oriënteren. We verlenen strategisch advies, begeleiden sales- en marketingorganisaties en realiseren communicatieprojecten waarin de boodschap naar de markt centraal staat. Marktgedreven bedrijven zetten nu eenmaal betere resultaten neer. Ze halen een hogere klanttevredenheid, hun personeel is meer gemotiveerd, hun processen duurzamer en de aandeelhouderswaarde beter gefundeerd.
Ingenieur-marketeers Forte combineert fundamentele tegenpolen in één team: ratio en emotie, cartesisch en chaotisch, technologie en marketing. Ik ben dan ook niet de enige 'abnormale' ingenieur in ons team: bijna al onze medewerkers zijn ingenieurs met een passie voor communicatie, marketing en verkoop. Mijn ingenieursopleiding was dus zeker geen accident de parcours. Ik gebruik mijn technische bagage en mijn analytisch aangescherpte geest nog elke dag om mijn klanten te doorgronden en hun technologisch aanbod te snappen.
Veelzijdige opleiding We adviseren bedrijven in de meest uiteenlopende sectoren: milieu, energie, scheikunde, farmacie, maar ook ICT, bouw en technische dienstverlening, om er maar enkele te noemen. Kijk, dat is de typische veelzijdigheid van het diploma bioingenieur. Een stevig wetenschappelijk fundament, maar tegelijk een brede kijk op de technologische toepassingen ervan. Ik ga helemaal uit de bol als een van die vele Vlaamse technologiebedrijven mij vol trots hun fantastische innovatie voorstellen. Dan sta ik te popelen om ze te helpen dat aanbod stevig in de markt te zetten.
Snel doorgegroeid naar management Ik werk nu tien jaar bij Forte, en op die tijd is mijn job sterk geëvolueerd. Klanten adviseren blijft de hoofdbrok, maar sinds drie jaar staat ook management op mijn agenda. In mei 2007 rolde ik in de functie van gedelegeerd bestuurder. Een boeiende uitdaging. Ik stuur een team aan van dertien mensen en een handvol freelancers, zet de lijnen uit van onze marketing en verkoop, en zorg dat het bedrijf financieel gezond blijft. Er wordt dus van mij verwacht een allrounder te zijn en altijd de helikopterblik te behouden. En precies om die troeven worden veel bio-ingenieurs in het bedrijfsleven sterk gewaardeerd.
44
Ann Degrande n
Afgestudeerd in: 1992
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur optie landbouweconomie en landbouwsociologie van de ontwikkelingslanden
n
Bedrijfsgegevens: World Agroforestry Centre www.worldagroforestrycentre.org/
n
Functie: Onderzoeker
“Wat me bijzonder bevalt in dit werk is dat het heel nauw aanleunt bij wereldproblematieken zoals armoedebestrijding en milieubescherming.”
45
Met mijn diploma landbouwkundig ingenieur op zak en na een korte stage in een onderzoeksproject in Mali, werd ik eind 1994 door de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand (VVOB) naar Kameroen uitgezonden om er te werken bij ICRAF, het World Agroforestry Centre. Wist ik veel dat ik 16 jaar later het werk nog altijd even verrassend en boeiend zou vinden.
Onderzoek om de productie te verhogen Het ICRAF, is een leidinggevende organisatie in het onderzoek naar land- en bosbouwtechnieken (agroforestry), heeft zijn hoofdzetel in Nairobi, Kenia, maar organiseert zijn onderzoek via zes regionale programma’s. De focus ligt momenteel op de domesticatie van inheemse fruit- en medicinale bomen. Je kan het vergelijken met de selectie en teelt van bijvoorbeeld appels bij ons. Alleen dat het hier niet om appels gaat, maar om inheemse bomen die courant in de tropische boszone voorkomen, maar tot nu toe nog geen enkele vorm van selectie ondergaan hebben. Een eerste stap is dan ook het identificeren van uitzonderlijke variëteiten (grote productie, grote of zoete vruchten, etc.) die dan op grote schaal geproduceerd worden. Verder wordt er ook gedacht aan klassieke technieken van plantveredeling zoals enten en dergelijke.
informatiesystemen voor het uitwisselen van marktinformatie en dergelijke meer. Dit alles geeft natuurlijk als einddoel het inkomen van de plattelandsbevolking te verhogen. Het onderzoek bij het World Agroforestry Centre is participatief en de boeren worden van bij het begin betrokken in de ontwikkeling en evaluatie van de innovaties. Met mijn veelzijdige opleiding als landbouwkundig ingenieur, en de socio-economische inslag van de optie die ik destijds koos, ben ik perfect gewapend om de socio-economische aspecten van het domesticatieproces te bestuderen en er zo voor te zorgen dat de methodes en technieken aangepast zijn aan de lokale omstandigheden. Mijn rol in het regionale onderzoeksteam richt zich dan ook specifiek op het uitwerken van strategieën voor de diffusie van land- en bosbouwtechnieken met het oog op hun grootschalige adoptie door de boeren. Wat me bijzonder bevalt in dit werk is dat het heel nauw aanleunt bij wereldproblematieken zoals armoedebestrijding en milieubescherming. De bescherming van het Centraal Afrikaanse regenwoud is van wereldwijd belang, terwijl we net in die streken ook de grootste armoede aantreffen. Het verzoenen van deze twee doelstellingen vergt een totaal nieuwe aanpak en hieraan kunnen meewerken geeft enorm veel voldoening.
De band met Vlaanderen Het socio-economisch aspect is even belangrijk Naast de productie van verbeterd plantmateriaal wordt ook veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van methodes voor de vermarkting van de producten, bijvoorbeeld door het organiseren van boerenassociaties, het opzetten van
De band met Vlaanderen ben ik blijven behouden. Momenteel voert ons programma in samenwerking met de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent een project uit in Kameroen en Congo dat gefinancierd is door de Belgische overheid en waarbij zowel Afrikaanse als Vlaamse thesisstudenten betrokken zijn.
46
Marieke Desmijter n
Afgestudeerd in: 2008
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde
n
Bedrijfsgegevens: Vandemoortele www.vandemoortele.com
n
Functie: Product Development and Support Manager Lipids
“Bij het ontwikkelen van nieuwe producten en het opvolgen van nieuwe trends gaan we dus voortdurend op zoek naar nieuwe, innovatieve ingrediënten.”
47
Ik werk sinds 2008 als Product Development en Support Manager Lipids bij Vandemoortele. Vandemoortele is een Europees voedingsbedrijf dat hoog kwalitatieve producten produceert. De activiteiten van Vandemoortele kunnen worden opgedeeld in 2 product groepen: frozen bakery products and margarines and fats. Ik werk voor de productgroep margarines en vetten. Naast retail producten (private label (huismerken) en eigen merken) verkopen wij ook industriële margarines voor het vervaardigen van bladerdeeg, koekjes,...
Onderzoek naar de perfecte mix De functie zegt het zelf, een productontwikkelaar ontwikkelt (nieuwe) producten. Men kan zowel proactief een product ontwikkelen als klant gericht. Proactieve ontwikkelingen zorgen ervoor dat je de klant een oplossing kan aanbieden voor een opkomende markttrend, wetgeving... zoals bijvoorbeeld het verwijderen van transvetzuren, het verlagen van verzadigde vetzuren of het overschakelen naar natuurlijke ingrediënten (geen E nummers). Om hierop te kunnen inspelen is het belangrijk dat je de markt kent. ‘Tailor made’-producten worden volledig op vraag van de klant ontwikkeld. Bij het ontwikkelen van een product zijn niet alleen de ingrediënten, maar ook de mogelijkheden in een fabriek de bouwstenen. Als productontwikkelaar fungeer je als schakel tussen de commerciëlen enerzijds en productie en kwaliteit anderzijds. Je volgt het nieuwe recept op gedurende de volledige ontwikkelingsfase. In de R&D afdeling beschikken we over een uitgebreid labo, test bakkerij, een kleine productie eenheid waar stalen kunnen worden aangemaakt,... In het labo kunnen alle nodige analyses uitgevoerd worden, dit gaat van het onderzoeken van de verschillende vetkarakteristieken en controle van ingrediënten tot het opvolgen van shelflife,... Geregeld worden ook concurrentieproducten geanalyseerd. In de testbakkerij kan het ontwikkelde recept uitgetest worden in zijn applicatie (bv. een margarine voor
croissant applicatie kan effectief in croissants worden getest). De functionaliteit en smaak wordt zo gecontroleerd. Wanneer een recept op punt staat kan dit getest worden in de kleine productie eenheid en kunnen stalen naar klanten gestuurd worden. Naast het ontwikkelen van nieuwe producten is het ook belangrijk een zicht te hebben op het huidige productgamma. Het is belangrijk dat dit up to date wordt gehouden. Bij het ontwikkelen van nieuwe producten en het opvolgen van nieuwe trends moet je dus voortdurend op zoek naar nieuwe, innovatieve ingrediënten. Je hebt bijgevolg contact met verschillende leveranciers, bezoekt beurzen, workshops...
Specifieke kennis leer je op het werk, de basis heb je mee Toen ik in het laatstejaar humaniora zat wou ik ‘iets met wetenschap’ studeren. Ik heb voor bio-ingenieur gekozen omdat het uiteraard heel wat wetenschappen bevat, maar toch een brede opleiding is waar je later vele kanten mee uit kan. In het derde jaar van de opleiding koos ik voor scheikunde, voornamelijk omdat je hier heel wat voedingsvakken kan kiezen. De voedingssector blijkt dan ook een goede werkgever te zijn voor bioingenieurs. Dit is niet enkel omwille van de kennis, die je voornamelijk kan uitdiepen als je aan het werk bent, maar ook omwille van de achterliggende werkhoudingen die je aanleert. Zo moet je tijdens de opleiding veel oefeningen maken en echt toepassingsgericht denken. Het helpt je om later niet te eng naar een opdracht te kijken maar het overzicht te behouden. Daarnaast is het wel een veeleisende opleiding die aantoont dat je kan doorzetten, plannen en je werk organiseren. In ons bedrijf zijn er vele voorbeelden van mensen die met het diploma Bio-ingenieur een mooie carrière hebben uitgebouwd, wat uiteraard een mooie stimulans is voor jonge afgestudeerde mensen.
48
Marisa Di Marcantonio n
Afgestudeerd in: 1995
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Milieutechnologie
n
Bedrijfsgegevens: BMM www.mumm.ac.be
n
Functie: Projectmanager
“Aan boord van een klein vliegtuig bediende ik de apparatuur (IR, UV, radar) op zoek naar al dan niet illegale olielozingen en andere verontreiniging van de zee.”
49
De beheerseenheid van het mathematische model van de Noordzee en het Schelde-estuarium, kortweg BMM is een departement van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN),een federale wetenschappelijke instelling. De BMM verzamelt gegevens die noodzakelijk zijn om de toestand van het mariene milieu te evalueren en de mathematische modellen te valideren. Het management gebeurt onder het gezag van de Minister die het milieubeleid onder zijn bevoegdheid heeft. De BMM staat voor een team van een 60-tal mensen dat er alles aan doet om de kennis van de Noordzee te verbeteren en om wetenschappelijke mariene diensten aan te bieden.
Kennis van de Noordzee verbeteren Als projectmanager coördineer ik vergunningsdossiers van projecten op zee. Op basis van het milieueffectenrapport (MER), worden de milieueffecten van de activiteit beoordeeld en krijgt men al dan niet een vergunning om de activiteit te mogen uitvoeren. Een meerderheid van de aanvragen handelt over de toekomstige offshore windmolenparken en de bijhorende voorbereidende werken, maar er zijn bijvoorbeeld ook aanvragen voor het leggen van kabels, de exploitatie van zand en grind, aquacultuur, uitbreiding van de haven van Oostende,… De BMM stelt voor iedere vergunde activiteit ook een monitoringsprogramma op en voert een deel van dit toezicht en deze controle van het mariene milieu zelf uit. Eenmaal een windmolenproject in constructie gaat, is er een bijna dagelijkse samenwerking met de ontwikkelaars, voornamelijk om alles vlot te laten lopen en problemen die zich voordoen snel te kunnen oplossen. Dit vergt een goed coördinatievermogen, analytisch inzicht en creatief denken. We werken vaak samen met universiteiten, de overheid, wetenschappelijke onderzoeksinstellingen en projectontwikkelaars.
Met boot en vliegtuig op zoek Met het oceanografisch onderzoeksschip ‘de Belgica’ wordt wekelijks uitgevaren om de toestand van het mariene milieu te monitoren. 1 à 2 weken per jaar ga ik mee aan boord om te helpen bij staalnames gerelateerd aan de monitoring van de windmolenparken. Met de RIB (RigidInflatableBoat) van de BMM worden geluidsmetingen onder water en duikcampagnes uitgevoerd. Ik begon bij de BMM in het team van het luchttoezicht van de Noordzee. Aan boord van een klein vliegtuig bediende ik de apparatuur (IR, UV, radar) op zoek naar al dan niet illegale olielozingen en andere verontreiniging van de zee. Deze taken worden nu door mijn collega’s uitgevoerd die eveneens de controle van de visserij en zand- en grindwinning uitvoeren.
50
Evelien Dils n
Afgestudeerd in: 2008
n
Opleiding: Master in de bio-ingenieurswetenschappen, milieutechnologie
n
Bedrijfsgegevens: VITO www.vito.be
n
Functie: Onderzoeker
“Het is altijd mijn gevoel geweest dat ik als ingenieur mijn economische en bedrijfsinzichten moest verbreden.”
51
“Je studententijd moet je koesteren” zeg iedereen altijd. Om die goede raad op te volgen besloot ik na mijn 5 jaar bio-ingenieursopleiding dan ook nog een jaartje verder te genieten. Mijn keuze viel op een managementopleiding aan de Antwerp Management School. Het is altijd mijn gevoel geweest dat ik als ingenieur mijn economische en bedrijfsinzichten moest verbreden. En dat ging perfect in die opleiding. Na zes jaar studeren ging ik op zoek naar een eerste job binnen de milieusector. Bij VITO, de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, vond ik een job binnen het milieudomein, die me ook nog voldoende raakvlakken biedt met kennis uit mijn managementopleiding. Als onderzoeker binnen de groep Transitie, Energie en Milieu, voer ik duurzaamheidsstudies uit voor zowel overheden (Vlaams en Europees) als voor bedrijven en sectorfederaties. Binnen het Vlaams Kenniscentrum voor Beste Beschikbare Technieken (BBT), een van de referentietaken binnen VITO, voer ik studies uit in opdracht van de Vlaamse overheid. We inventariseren er informatie in verband met milieuvriendelijke technieken, evalueren per bedrijfstak de Beste Beschikbare Technieken en formuleren BBT-aanbevelingen naar de Vlaamse overheid en bedrijven. Daarnaast werk ik ook aan duurzaamheidsevaluaties van processen en producten, bijvoorbeeld aan de hand van een levenscyclusanalyse of met het Vlaams milieu-input-output model. Door een levenscyclusanalyse kunnen we de totale milieubelasting bepalen van een product gedurende de hele levenscyclus, dus van wieg tot graf.
Het leuke aan een job binnen VITO is dat je voortdurend de mogelijkheid krijgt nieuwe kennis te vergaren. De verschillende onderzoeksdomeinen binnen VITO, maar ook gewoon binnen elke onderzoeksgroep zorgen voor een constante uitdaging. Daarnaast is het binnen de studies die ik uitvoer belangrijk goede contacten te onderhouden, zowel met de opdrachtgevers als met de verschillende betrokken partijen, zoals sectororganisaties en bedrijven. Dit meer communicatieve aspect van de job vind ik erg belangrijk. Reizen naar het buitenland komen er af en toe wel eens bij, maar zijn uiteraard erg afhankelijk van de projecten waar je in betrokken bent. Congressen en beurzen bijwonen in het buitenland horen er vanzelfsprekend ook bij, zowel om zelf kennis te verzamelen als om eigen onderzoeksresultaten voor te stellen. Deze korte trips bieden een extra afwisseling binnen mijn job waar ik ook nog eens veel uit leer. Met mijn extra managementdiploma hoop ik in mijn latere loopbaan misschien meer te kunnen doen. Op dit moment is mijn job bij VITO de perfecte match met wat ik gehoopt had: een leerrijke, uitdagend, maar vooral plezierige job!
52
Chris Dotremont n
Afgestudeerd in: 1986
n
Opleiding: Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: technologie en bedrijfsleiding van landbouw- en voedingsnijverheden, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Keppel Seghers Belgium www.keppelseghers.com
n
Functie: Technology Manager
“In 2005 maakte ik de overstap van de onderzoekswereld naar het bedrijfsleven.”
53
Geen theorie om de theorie, maar het omzetten ervan in de praktijk. Omdat ik vooral geboeid was door wetenschappen en het toegepaste karakter ervan, ging ik naar de infodag van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Het was ook weer het toegepaste aspect van de onderzoeksprojecten dat mij vooral aansprak. Geen theorie om de theorie, maar het omzetten ervan in de praktijk. Het eerste jaar heb ik mij volledig toegelegd op studeren. Veel tijd voor hobby’s was er dan ook niet. De latere jaren ben ik meer gaan genieten van het studentenleven en frequenteerde fuiven en vooral ook de fakbar. Ik heb ook nog heel leuke herinneringen aan de halftime, waarbij het ganse jaar betrokken was en waarbij we filmopnames gemaakt hebben op en rond de campus.
pervaporatie van afvalwaters. Meteen was ook de link gelegd met membranen en waterbehandeling/-bereiding. Na mijn doctoraat ben ik als projectingenieur begonnen bij het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO), bij de toenmalige vakgroep membraantechnologie. Tijdens mijn doctoraat had ik al veelvuldige contacten met de VITO zodat de overstap nadien evident was. Het liet mij toe om mijn kennis over membraantechnologie te verbreden naar alle membraanscheidingsprocessen die gangbaar zijn in de water- en solventscheiding. Ik was betrokken in zowel eigen gedefinieerde onderzoeksprojecten, begeleiding van doctoraatsbeurzen, Europese en nationale onderzoeksprojecten en contractwerk. Gaandeweg kreeg ik meer verantwoordelijkheid en kwam er ook people management aan te pas in de functie van projectencoördinator.
Naar het bedrijfsleven Assistent bij de Faculteit Ingenieurswetenschappen Na mijn opleiding bio-ingenieur heb ik nog een aanvullende licentie biotechnologie gevolgd. Helaas stond de biotechnologie toen nog in zijn kinderschoenen zodat tewerkstelling in die sector miniem was.
Kennis over membraantechnologie verbreden Na de aanvullende licentie biotechnologie heb ik met succes gesolliciteerd als assistent bij de Faculteit Ingenieurswetenschappen, meer bepaald bij de chemische ingenieurstechnieken. Ik was geïnteresseerd in onderzoek en kreeg de kans om te werken rond het thema membraantechnologie, en meer bepaald
In 2005 werd ik benaderd door Keppel Seghers België en maakte ik de overstap als technology manager watertechnology naar het bedrijfsleven. De functie is erg gevarieerd, toegepast, en nog steeds binnen het onderzoeksgebeuren. Als technology manager word je verondersteld aan technology watch te doen, de nieuwste technologische evoluties binnen jouw vakdomein op de voet te volgen, en nieuwe onderzoeksprojecten te definiëren die op korte termijn moeten leiden tot nieuwe of verbeterde producten en/of processen. Ik werk in een internationale omgeving; ons hoofdkantoor is in Singapore. Ik skype en hou op geregelde tijden tele- of videoconferences met ons kantoor in Singapore. Voor een periode van twee jaar (2007-2008) ben ik ook als Head of Water Research and Development (R&D) aangesteld in Singapore en heb daar in die functie een R&D centrum helpen opzetten. Een boeiende ervaring die me aan de andere kant van de wereld gebracht heeft, met de nodige interessante multiculturele aspecten die daarbij komen kijken.
54
Myriam Dumortier n
Afgestudeerd in: 1985
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen en Doctor Landbouwkundige Wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Europese Commissie ec.europa.eu/environment/nature
n
Functie: Policy Officer
"We berekenen hoe de natuur er in 2030 zal uitzien in functie van socio-economischeontwikkelingen, milieu-inspanningen en beleidskeuzes."
55
Na mijn afstuderen in 1985 verrichtte ik onderzoek naar natuurbeheer in graslanden aan het Laboratorium voor Plantecologie (Universiteit Gent), wat in 1990 leidde tot een doctoraat. Vervolgens koos ik voor ontwikkelingssamenwerking in Nepal (3 jaar Community Forestry Specialist) en in Sri Lanka (2 jaar Agricultural Extension Specialist). Toen ik terugkeerde voerde ik diverse opdrachten uit rond regionale ontwikkeling in Tunesië en rond bosuitbreiding en natuurontwikkeling in Vlaanderen. In 1998 koos ik opnieuw voor het wetenschappelijk onderzoek, rond biodiversiteit in bossen, aan het Laboratorium voor Bosbouw (Universiteit Gent). In 2000 werd ik aan de Vlaamse overheid verantwoordelijk voor het Natuurrapport. Tien jaar later, juni 2010, koos ik opnieuw een andere uitdaging: het ontwikkelen vaneen EU strategie inzake invasieve soorten bij de Europese Commissie. Sinds 2007 heb ik bovendien het voorrecht mijn ervaringen te mogen delen met de studenten, als gastprofessor Bos- en Natuurbeleid (Universiteit Gent).
Het toekomstbeeld van de natuur berekenen Bij de Vlaamse overheid was ik verantwoordelijk voor de wetenschappelijke ondersteuning van het beleid via het Natuurrapport. Dat is een decretale taak van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Het rapport wordt opgemaakt op basis van gegevens van diverse wetenschappelijke instellingen, administraties, openbare instellingen en particuliere organisaties. Het behandelt de toestand van de biodiversiteit en ecosystemen, de oorzaken van verandering, de voortgang, efficiëntie en effectiviteit van beleidsinspanningen en maatschappelijke aspecten. Het laatste rapport dat ik coördineerde was een toekomstverkenning. Daarin berekenden we hoe de natuur er in 2030 zal uitzien in functie van socio-economische ontwikkelingen, milieu-inspanningen en beleidskeuzes.
Milieu beschermen op Europees niveau Een neveneffect van de globalisering is dat heel wat plant- en diersoorten bewust of toevallig over de planeet getransporteerd worden. Sommige soorten vinden ver van hun oorsprongsgebied een nieuwe niche waardoor ze explosief uitbreiden en schade berokkenen aan de biodiversiteit, de economie en/of de volksgezondheid. De problematiek is moeilijk controleerbaar op niveau van de lidstaten, waardoor de Europese Unie dit in handen wil nemen. Op het milieudepartement (DG Environment) van de Europese Commissie ben ik dit beleid nu aan het voorbereiden. Dat gebeurt in overleg met de 27 lidstaten, met andere relevante departementen (bijvoorbeeld handel, ondernemingen, ontwikkelingssamenwerking of plant- en diergezondheid) en met talrijke belangengroepenzoals dierhandelaars, bontkwekers, scheepvaart of producenten van biologische bestrijdingsmiddelen. Bij dit werk komen alle mogelijke aspecten van ecologie en biologische productie kijken, alsook van heel andere disciplines als economie, recht en financiën. Mijn diploma van bio-ingenieur is ongetwijfeld het toegangsticket geworden voor een boeiende en gevarieerde loopbaan.
56
Relinde Eerlingen n
Afgestudeerd in: 1990
n
Opleiding: Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: landbouwscheikunde en landbouwnatuurkunde, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Campbell Foods Belgium www.campbells.be
n
Functie: R&D director
“Een internationaal bedrijf werkt uiteraard op een andere manier dan een klein familiebedrijfje: alles is veel meer gestructureerd en verantwoordelijkheden zijn meer afgelijnd.”
57
Ik genoot van TD’s, activiteiten met medestudenten, de vrijheid die ik had en het zelf beslissen wat, waar en wanneer Van kindsbeen af was ik zeer geïnteresseerd in de natuur. Later werd ik ook wel aangetrokken door het mysterieuze dat uitging van een laboratorium. Maar toch nam ik heel laat de beslissing om voor bio-ingenieur te gaan omdat ook geneeskunde me heel erg aansprak. Tijdens het jaar studeerde ik bijna elke dag, maar ik genoot van TD’s, activiteiten met medestudenten, de vrijheid die ik had en het zelf beslissen wat, waar en wanneer.
De industrie lonkt Toen ik afstudeerde waren er weinig vacatures gezien de minder gunstige economische omstandigheden. Ik solliciteerde op enkele plaatsen, maar al gauw bleek dat er niet echt een job bij was die me boeide. Aangezien ik gevraagd werd door enkele proffen of ik geen interesse had om bij hen te komen doctoreren, was de stap vlug gemaakt. Na wat wikken en wegen, besloot ik dan om te doctoreren. Na mijn doctoraat en een onderzoeksfunctie aan de universiteit, begon de industrie meer en meer te lonken. Toen er in een klein bedrijfje in vegetarische voeding gezocht werd naar iemand om enerzijds hun proces te verbeteren en anderzijds een subsidiëring van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) aan te vragen, meldde ik me aan en werd onmiddellijk in dienst genomen. Officieel was ik verantwoordelijk voor de productontwikkeling, maar daarnaast deed ik ook alles aangaande etikettering (wetgeving), ondersteunde ik de kwaliteitsafdeling, stelde ik kwaliteitsprocedures op en gaf ik ondersteuning aan de verkoopsafdeling.
Werken voor een internationaal bedrijf Enkele jaren later contacteerde Campbell Foods Belgium mij. Ze waren op zoek naar een R&D Research and Development (R&D) / Quality Assurance (QA) manager. Campbell Foods Belgium werkt als internationaal bedrijf uiteraard op een andere manier dan een klein familiebedrijfje: alles is veel meer gestructureerd en verantwoordelijkheden zijn meer afgelijnd. Naast de verantwoordelijkheid aangaande de kwaliteit van de geproduceerde producten, was ik ook verantwoordelijk voor de ontwikkeling van producten. Er werken bij Campbell Foods België meerdere bio-ingenieurs waaronder ook vrouwen: productontwikkelaars, verantwoordelijke voor wetgeving, productieverantwoordelijke, verantwoordelijke voor de klantendienst. Als R&D director ben ik nu verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de producten die we in België produceren: koude sauzen en condimenten van Devos-Lemmens, puddingen bakmixen van Imperial, fonds en bouillons van LaCroix en Oxo. Mijn taak bestaat er voornamelijk in om de productontwikkelaars te sturen en de projecten die voornamelijk van de marketing komen in goede banen te leiden. Dit betekent dat we met het productontwikkelingteam nagaan of de ideeën die marketing heeft haalbaar zijn. Daarna worden er testen gedaan, eerst op keukenschaal en later in de productie. De producten moeten lang houdbaar zijn en daarom moeten de samenstelling en het proces correct zijn. Hiervoor gebruiken we computermodellen en testen in het laboratorium. Naast de activiteiten in België volg ik ook de ontwikkelingen van producten van mijn Europese collega’s, die voor de Belgische markt bestemd zijn. Hiervoor moet ik regelmatig reizen naar de vestigingen in Zweden, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Kortom het is een heel boeiende job met veel variatie maar ook met veel uitdagingen wat de nodige druk meebrengt.
58
Kjell Francois n
Afgestudeerd in: 2002
n
Opleiding: Bio-Ingenieur in de Scheikunde - Doctor in de Toegepaste Biologische Wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Siemens www.Siemens.be
n
Functie: SIPAT Business Area Manager
"Ik kom in contact met de grote farmaceutische wereldspelers"
59
Na mijn studies als bio-ingenieur heb ik een drietal maanden gewerkt als kwaliteitsverantwoordelijke bij ALLGRO, een groenteversnijdend bedrijf. Daar was ik verantwoordelijk voor de implementatie van HACCP (een systematische preventieve aanpak van de voedselveiligheid) in het productieproces. Daarna heb ik een doctoraatsonderzoek uitgevoerd in het labo voor levensmiddelenmicrobiologie en –conservering aan de universiteit. Ik heb er vier jaar gewerkt in het gebied van de predictieve microbiologie, met een onderzoek rond de lagfase van Listeria monocytogenes. Dit is een bacterie die voedsel kan besmetten en infecties kan veroorzaken bij mensen. In die periode was ik ook IT verantwoordelijke van het labo, verantwoordelijk voor zowel hard- als software. Na mijn doctoraat ging ik aan de slag bij Siemens PQM (ProductionandQuality Management).
Deskundigheid blijven verrijken Binnen de Siemens-organisatie vormen wij een gespecialiseerd en ervaren team in de realisatie van informatiseringsprojecten op het vlak van PQM. Dankzij onze know-how en doorgedreven specialisatie vormen we een ‘Industrial Business Center’ (IBC) voor Laboratory Information Management System (LIMS) en specificatiebeheer. De toewijzing van deze status impliceert niet enkel de erkenning van onze jarenlange opgebouwde expertise, maar wijst ook op onze verantwoordelijkheid om deze deskundigheid te blijven verrijken om zo onze klanten de beste kwaliteit te garanderen, nu en in de toekomst. Zelf ben ik eerst anderhalf jaar projectleider geweest voor LIMS projecten in de zuivelsector, met projecten bij Milcobel en Friesland Foods Professional. Mijn taak bestond
hier in het zoeken van klantspecifieke oplossingen om het pakket te kneden naar de noden van de klant. Daarnaast was ik verantwoordelijk voor alle communicatie met de klant en voor het opvolgen van de technische uitvoering.
Breed en boeiend takenpakket Sinds 2007 ben ik aan de slag als SIPAT consultant. SIPAT is de software oplossing van SIEMENS om de implementatie van ProcessAnalytical Technology (PAT) in de farmaceutische industrie te ondersteunen. Ik begeleid klanten bij het implementeren van PAT in hun omgeving. Dit toepassingsgebied is een mix van analysemethodologiën, chemometrie, modelleren en informatica. Een typische functie waarbij het brede draagvlak van de bio-ingenieur een goede basis biedt om deze verschillende vakgebieden te beheersen. Het takenpakket is dan ook zeer breed en boeiend: problemen definiëren en ontleden, oplossingen zoeken samen met de klant of het optimaliseren van bestaande processen. Ik kan er werken in een zeer hecht multidisciplinair team van uiterst bekwame collega’s en ik kom in contact met zowel de grote farmaceutische wereldspelers als met de grote producenten van analytische toestellen.
Managen van een team Sinds dit jaar heb ik de leiding over het SIPAT implementatieteam. Naast de pure projectmanagement skills heb ik nu ook meer te maken met soft skills. Het sturen, motiveren en coachen van een team van ingenieurs is een boeiende job, waar je niet direct de strikte ‘bio-ingenieursvakken’ kan inzetten, maar hier werkt de ervaring in de studentenvereniging, of de VLK des te meer.
60
Wouter Ghyoot n
Afgestudeerd in: 1992
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur in de Scheikunde, optie Industriële Microbiologie
n
Bedrijfsgegevens: UMICORE www.umicore.com
n
Functie: Materials Stewardship Manager
“Het is een boeiende internationale job, bestaande uit een combinatie van wetenschap, technologie en commerciële aspecten”
61
Na het afstuderen als ingenieur in de scheikunde en landbouwindustrieën, het afwerken van een post-graduaat milieusanering en een half jaar stage in een onderzoeksinstituut in Noorwegen behaalde ik in 1998 een doctoraat in de milieutechnologie aan het Laboratorium voor Microbiële Ecologie. Van 1998 tot 2000 werkte ik als projectleider milieutechnologie aan de Vito te Mol op het gebied van waterzuivering en membraanfiltratie.
Milieu, gezondheid en technologie Daarna stapte ik over naar Umicore. Umicore is een materiaaltechnologiegroep. De activiteiten zijn voornamelijk geconcentreerd rond vier bedrijfssectoren: Nieuwe Materialen, Edelmetaalproducten en Katalysatoren, Edelmetaaldiensten en Speciale Zinkproducten. Zo’n 80% van de totale uitgaven wordt besteed aan projecten die te maken hebben met schone technologieën, zoals herlaadbare batterijen, autokatalysatoren, recyclage van edele metalen, brandstofcellen en basismaterialen voor zonnecellen. Daar was ik eerst werkzaam als projectleider milieutechnologie op de onderzoeksafdeling. Ik was er verantwoordelijk voor laboen pilootproeven op het gebied van waterzuivering, bodemsanering en stabilisatie van afvalstoffen. Van 2004 tot 2006 werd ik gedetacheerd naar de vertegenwoordiging van de Europese Nikkelindustrie te Brussel, waar ik verantwoordelijk
was voor technisch-wetenschappelijke onderzoeksprojecten in verband met nikkel, milieu en gezondheid. Sinds 2006 ben ik terug aan de slag bij Umicore als MaterialsStewardship Manager bij de Business Unit CobaltandSpecialtyMaterials. Ik ben er verantwoordelijk voor de milieu- en gezondheidsaspecten van onze grondstoffen, de processen en producten, en voor alle regulatorische aspecten. Sinds 2010 werd ik eveneens verantwoordelijk voor het technisch-commerciële luik van onze producten die in katalysetoepassingen en in de bandenindustrie gebruikt worden.
Levenslang leren Mijn studies van Bio-ingenieur en werkervaring zijn belangrijk geweest om deze functies te kunnen uitoefenen. Niettemin blijft regelmatige bijscholing nodig zowel via zelfstudie als via opleidingen. Dankzij het internationale karakter van deze functie kan ik regelmatig reizen en bouwde ik een internationaal netwerk uit binnen de metaalindustrie. Het is een boeiende internationale job, bestaande uit een combinatie van wetenschap, technologie en commerciële aspecten, en dit binnen een snel evoluerende omgeving.
62
Sofie Heirman n
Afgestudeerd in: 2002
n
Opleiding: Bio-ingenieur Land- en bosbeheer optie Bodem- en waterbeheer
n
Bedrijfsgegevens: Grontmij www.grontmij.be
n
Functie: Projectleider
"Een kritische nalezing van de diverse milieudisciplines gaande van fauna en flora en landschap tot mobiliteit en mens."
63
Sinds 3 jaar ben ik aan de slag bij het studiebureau Grontmij. Grontmij is een multidisciplinair advies- en ingenieursbureau voor duurzame planning & ontwerp, infrastructuur & mobiliteit en water, energie & industrie. Daarvoor was ik ongeveer 4,5 jaar werkzaam bij het studiebureau WES vzw. Ik werkte er op de afdeling milieu en natuurbeleid, waar ik inhoudelijke ondersteuning en advies verleende op het vlak van bodem- en wateraspecten.
Deskundig advies Bij WES was ik verantwoordelijk voor de disciplines bodem, grondwater en oppervlaktewater bij een aantal milieueffectenrapporten en stond ik collega’s bij op het vlak van bodem- en wateraspecten voor andere projecten. Maar niet enkel een inhoudelijke kennis is belangrijk, zo deed ik ook de coördinatie en deels de opmaak en uitwerking van een aantal waterhuishoudingsplannen voor de West-Vlaamse Polders. Waterhuishoudingsplannen zijn waterbeheerplannen op maat van een polder of watering. De opmaak ervan vraagt een goede basiskennis van het watersysteem, met specifieke aandacht voor het typische polderwatersysteem. Daarnaast is er heel wat overleg nodig met de betrokken partijen.
Projecten coördineren Mijn huidige activiteiten bij Grontmij zijn sterk gelijkaardig met deze in mijn vorige job, met dat verschil dat het accent veel sterker ligt op de opmaak van milieueffectenrapporten (MER’s) en veel minder op integraal waterbeheer. Zo coördineer ik een aantal MER’s voor infrastructuurwerken. De uitwerking van de disciplines bodem en water doe ik meestal niet meer zelf, maar gebeurt door een van mijn collega’s die ik hierbij coach. Daarnaast word ik ook soms mee ingeschakeld in de offertering wat betreft MER’s.
Kennis delen en kritisch zijn Door mijn opleiding Bio-ingenieurswetenschappen, optie bodem- en waterbeheer heb ik de geschikte inhoudelijke kennis meegekregen om te starten in een studiebureau. Ondertussen heb ik al een ruimere kennis opgebouwd en kan ik dit doorgeven aan nieuwe collega’s. Een ander essentieel onderdeel van het bio-ingenieur zijn in deze job is het leiden van projecten en het kritisch beoordelingsvermogen. Zo vraagt de coördinatie van MER’s een kritische nalezing van de diverse milieudisciplines gaande van fauna en flora en landschap tot mobiliteit en mens.
64
Vicky Jasson n
Afgestudeerd in: 2005
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Cel- en genbiotechnologie
n
Bedrijfsgegevens: Centrum voor onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie (CODA) www.var.fgov.be/
n
Functie: Researcher
“Door mijn onderzoek heb ik in verschillende internationale tijdschriften kunnen publiceren.”
65
Ik ben afgestudeerd als bio-ingenieur in de cel- en genbiotechnologie aan de UGent in 2005. In februari 2010 heb ik mijn doctoraatstitel behaald. Ik heb daarna nog enkele maanden als post-doc gewerkt, maar sinds mei 2010 ben ik werkzaam als onderzoeker in het Centrum voor onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie (CODA) te Ukkel.
Gebeten door onderzoek In mijn laatste jaar, het thesisjaar, heb ik snel ondervonden dat de onderzoeksbacterie me gebeten had. In september 2005 ben ik daardoor gestart met mijn doctoraatstudie aan het laboratorium voor levensmiddelenmicrobiologie en -conservering. De focus van mijn onderzoek lag bij de resuscitatie en aanrijking van voedselgebonden ziekteverwekkende bacteriën.
Internationale erkenning Ik heb hierdoor ervaring opgegaan met verschillende bacteriën zoals Listeria monocytogenes, Salmonellaspp., Campylobacterspp. en Escherichia coli O157:H7, maar eveneens met verschillende detectietechnieken zoals real-time PCR, immunologische technieken alsook de klassieke levensmiddelenmicrobiologie. Door mijn onderzoek heb ik in verschillende internationale tijdschriften kunnen publiceren en aan verschillende workshops, symposia en congressen kunnen deelnemen.
Leiding geven Ik ben op het CODA verantwoordelijk voor de nationale referentie laboratoria (NRL) voor Salmonella en zoönotische E. coli. Daarnaast doe ik zelf nog onderzoek naar andere voedselgebonden ziekteverwekkers zoals Yersiniaenterocolitica. Ik kan mijn passie voor onderzoek nu verder beleven in mijn dagelijkse werkomgeving, maar het logisch en praktisch denkvermogen van een bio-ingenieur helpen mij bij het leiden van de NRL's.
66
Ederic Keirsebelik n
Afgestudeerd in: 2009
n
Opleiding: Master in de bio-ingenieurswetenschappen, optie bodem en waterbeheer
n
Bedrijfsgegevens: DEME Environmental Contractors
n
Functie: Projectingenieur
“Bij bodemsaneringen komen dikwijls verschillende elementen kijken die je dankzij de brede opleiding als bio-ingenieur zeker kan verwerken.”
67
Toen ik als pas afgestudeerde bio-ingenieur besliste om werk te zoeken, in wat toch wel een crisistijd genoemd mag worden, verwachtte ik een lange en zware zoektocht te moeten doormaken. Niets was minder waar en na een snelle en duidelijke selectieprocedure kwam ik bij DEME Environmental Contractors nv. (DEC nv) in aanmerking als projectingenieur voor bodemsaneringswerken. DEC nv. is lid van de Ecoterres-holding en is een internationale milieuaannemer met meer dan twintig jaar ervaring. DEC is gespecialiseerd in grond- en grondwatersanering, sedimentbehandeling, waterbouwwerken, recyclagetechnieken, inrichting, afdekking en sanering van stortplaatsen, milieubaggeren en de herontwikkeling van brownfields. Dankzij multidisciplinaire teams kan DEC diensten aanbieden in verschillende stadia en vormen: van een eenvoudige aannemingsopdracht tot langlopende design, build, maintenance & finance overeenkomsten.
Als projectingenieur ben je, afhankelijk van de grootte van het project, verantwoordelijk voor de praktische planning, de uitvoering, en de opvolging van de werken. Bij bodemsaneringen komen dikwijls verschillende elementen kijken die je dankzij de brede opleiding als bio-ingenieur zeker kan verwerken. Je moet zowel instaan voor bestellingen, personeel, machines als de financiële opvolging van het project. Dit doe je op de werf tijdens de uitvoering of op het bureau tijdens de voorbereidingen. Tijdens de uitvoering van een project komen er zodanig veel dingen op je af dat je altijd klaar moet zijn om planningen te veranderen, alternatieven te zoeken, voldoende personeel ter beschikking te hebben en binnen budget te blijven. Dit vraagt een flexibele, probleemoplossende ingesteldheid. Het contact met de klant en de bodemsaneringdeskundigen is tevens een belangrijk aspect van de dagelijkse uitvoering van een project. Er wordt immers altijd naar gestreefd een zo optimaal mogelijke oplossing te zoeken. Al deze verschillende elementen, gecombineerd met een actieve on the job training, maken dat werken voor DEC uitdagend en afwisselend is. Als je daarbij dan nog een grote verscheidenheid aan projecten hebt waarbij je zelfs internationaal kan meewerken aan de oplossingen voor complexe saneringen, maakt dat een optimale verlenging van de studies bio-ingenieur.
68
Regine Keymeulen n
Afgestudeerd in: 1989
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur optie waters en bossen, Doctoraat in de Toegepaste Biologische Wetenschappen, optie Milieutechnologie
n
Bedrijfsgegevens: LANXESS Rubber NV en LANXESS NV www.lanxess.com
n
Functie: Milieucoördinator
"Als milieucoördinator waak ik erover dat het hele bedrijf aan alle milieuverplichtingen voldoet."
69
Na ongeveer acht jaar als wetenschappelijk navorser te werken aan de Vakgroep Organische Chemie van de Faculteit Bioingenieurswetenschappen, waarbij ik een doctoraat behaalde, stapte ik over naar de industrie. Eerst werkte ik op de milieuafdeling van een Gents staalproducerend bedrijf en daarna kon ik aan het werk als milieucoördinator bij LANXESS Rubber NV, een onderdeel van de LANXESS groep, een bedrijf van wereldformaat behorend tot de chemische procesindustrie. Sinds 2009 zijn mijn verantwoordelijkheden als milieucoördinator bij LANXESS uitgebreid tot de 4 bedrijven gelegen in de 3 Belgische LANXESS-vestigingen, te Zwijndrecht, Kallo en Lillo.
Een afwisselende job Bij LANXESS Rubber in Zwijndrecht wordt synthetisch rubber (butylrubber) geproduceerd. Bij LANXESS Lillo is dat caprolactam, de grondstof voor polyamide (nylon), en in Kallo worden glasvezel en rubberchemicaliën vervaardigd. Als milieucoördinator waak ik erover dat het hele bedrijf aan alle milieuverplichtingen voldoet. Samen met 4 medewerkers die mij zowel inhoudelijk als administratief ondersteunen, volg ik de huidige en toekomstige milieuwetgeving op, geef advies bij milieurelevante projecten en verbeteringsvoorstellen in geval van knelpunten in het bedrijf en voer milieu-audits en controles uit in het bedrijf.
Ik sta eveneens in voor de contacten en rapporteringen naar de milieuoverheden voor diverse milieuonderzoeken en -inspecties. Voor wat industriële hygiëne betreft, sta ik in voor de opvolging en bescherming van de medewerkers op het gebied van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen, voor het opvolgen van de wetgeving en het verstrekken van informatie hierover. Hiervoor werk ik samen met de preventie- en beschermingadviseur en de arbeidsgeneesheer.
Een bio-ingenieur heeft een brede achtergrond Als milieucoördinator verleen ik ondersteuning of maak ik deel uit van projectteams van milieurelevante investeringsprojecten. Hierdoor werk ik nauw samen met de project-, productie- en onderhoudsingenieurs. Dit is wat de job zo interessant maakt voor een bio-ingenieur. Met al deze medewerkers met een verschillende achtergrond kan je meepraten of meebeslissen omdat je een brede achtergrondkennis hebt opgebouwd. Samenwerken voor het ontwerpen of optimaliseren van milieutechnologieën zoals bijvoorbeeld het ontwerpen van een biowasfilter om luchtemissies van chloormethaan te verminderen, is echt ingenieurswerk. Zowel het technisch ontwerpen als projectleiding of management zijn essentieel in het slagen van een project.
70
Steve Koll n
Afgestudeerd in: 2000
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Cel-en genbiotechnologie
n
Bedrijfsgegevens: Belgacom NV www.belgacom.com
n
Functie: Applied Web Metrics Manager
"We moeten dus elke dag het midden houden tussen de wetenschapper en de zakenman."
71
Belgacom voorstellen hoeft niet meer: iedereen kent de grootste telecomspeler van het land. Ik leid een klein team dat zich voornamelijk toelegt op de analyse van het gedrag van de bezoekers van de websites belgacom.be, proximus.be en skynet.be. Aan de hand van kwantitatieve onderzoeksmethoden voorzien wij enerzijds in een stuk pure rapportering, anderzijds formuleren wij aanbevelingen om de websites te optimaliseren. Optimaliseren betekent niet alleen ‘meer verkopen’, maar vaak ook ‘makkelijker maken’ van veel gebruikte functionaliteiten. Denk maar het consulteren van je factuur online, het versturen van een SMS'je online, je tariefplan wijzigen etc...
Statistiek en harde cijfers staan voorop We gebruiken hiervoor vaak doordeweekse statistiek en meer en meer multivariate analysemethoden. Binnen een bedrijfscontext worden er altijd snel resultaten verwacht en het is niet altijd makkelijk om de statistiek met de praktijk te verbinden: mensen verwachten duidelijke aanbevelingen, een "ja" of een "neen" en hebben geen boodschap aan een statistische foutenmarge die van een "ja" een "misschien" maakt. We moeten dus elke dag het midden houden tussen de wetenschapper en de zakenman.
Begeleiden in cruciale beslissingen Een groeiende uitdaging bij deze vorm van number-driven online marketing is data visualisatie (= het visueel voorstellen van cijfers zoals in een grafiek). Cijfers spelen meer en meer een cruciale rol bij het nemen van beslissingen, waardoor men zich minder laat leiden door gevoel. De manier waarop die cijfers worden voorgesteld bepaalt echter in grote mate het resultaat en wij proberen dan ook bij te blijven in het domein van data visualisatie en de ‘best practices’ ter zake toe te passen. Onze doelstelling is cijfers zo eerlijk en duidelijk mogelijk voor te stellen. Online marketing is niet meteen wat ik voor ogen had toen ik bio-ingenieur ging studeren. Maar het uitdiepen van online surfgedrag via statistiek betekent elke dag onderzoeksmethoden bijschaven, metingen analyseren en resultaten voorstellen: een dynamische job.
72
Tom Messiaen n
Afgestudeerd in: 2008
n
Opleiding: Bio-Ingenieur in de Scheikunde
n
Bedrijfsgegevens: Procter & Gamble www.pg.com
n
Functie: Process Engineer
"Als Process Engineer ben ik het aanspreekpunt voor alles wat er gebeurt in mijn ‘area’."
73
Na mijn opleiding bio-ingenieur volgde ik een extra managementopleiding, waarna ik in 2009 gestart ben als Process Engineer bij P&G. Dash, Gilette, Pampers, Oral-B en Pringles zijn maar enkele van de grote merken van Procter & Gamble. Dagelijks zetten 127.000 werknemers bij P&G zich in voor de R&D, productie, logistiek en marketing van onze producten.
Problemen aanpakken Ik ben verantwoordelijk voor een reeks installaties op onze Pringles verpakkingslijnen. Als Process Engineer ben ik het aanspreekpunt voor alles wat er gebeurt in mijn ‘area’. Dit houdt onder meer in de dagelijkse opvolging van de lijn, waarbij machine problemen geanalyseerd worden en de nodige acties geïnitieerd worden om mogelijke problemen weg te nemen. Ik zoek ook naar verbeteringen voor de veiligheid en betrouwbaarheid van machines en de kwaliteit van het afgewerkt product. Aan deze projecten werk ik in team, waarbij ik op zoek ga naar de juiste mensen om het probleem aan te pakken. Zo werk ik samen met collega's van engineering en kwaliteit, maar ook met gespecialiseerde buitenfirma's. De onderhoudsplanning voor mijn area is een ander onderdeel van mijn takenpakket. Tot slot fungeer ik als coach voor de operatoren in de fabriek, dat wil zeggen het ondersteunen bij het gebruik van de P&G productiesystemen en hun technische kennis van de machines via training ontwikkelen.
Jezelf altijd verder ontwikkelen In deze veelzijdige job werk ik dus zowel met machines, mensen als systemen. Mijn opleiding als bio-ingenieur komt hierin zeker van pas om snel problemen te doorgronden. Daarbij ga ik analytisch te werk en maak ik gebruik van mijn technische bagage om bv. het effect van verschillende omgevingsfactoren (temperatuur, vochtigheid, vervuiling,...) op het proces te interpreteren. Een groot voordeel van een bedrijf als P&G is dat ik gebruik kan maken van een heel aantal trainingen om mezelf verder te ontwikkelen. Dit zijn niet alleen technische skills maar ook workshops rond coaching, motivatie of leiderschap. Niet alleen de veelzijdigheid maakt een job als Process Engineer boeiend, ik leer snel bij doordat ik met zoveel zaken in aanraking kom en meteen al verantwoordelijkheid krijg.
74
Bart Minten n
Afgestudeerd in: 1986
n
Opleiding: Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: landbouwscheikunde en landbouwnatuurkunde, Ph.D. in Agricultural and Resource Economics from Cornell University
n
Bedrijfsgegevens: International Food Policy Research Institute www.ifpri.org
n
Functie: Senior Research Fellow/ Program Leader
“Ik ben in een andere richting gaan werken dan ik eigenlijk gestudeerd heb.”
75
Landbouweconomie en landbouwbeleid in ontwikkelingslanden
Mijn studiekeuze verliep niet van een leien dakje; ik vond het enorm moeilijk om een keuze te maken tussen de humane en positieve wetenschappen. Ingenieur worden lag goed in de markt in die periode en wetenschappen, wiskunde en landbouwproblematiek kwamen veel aan bod in de opleiding. Ik ben in een andere richting gaan werken (landbouweconomie) dan ik eigenlijk gestudeerd heb. De professor in landbouweconomie bij wie ik deeltijds aan mijn thesis werkte, had een vacature voor een project van een half jaar en ik ben bij hem beginnen werken. Halfweg dat contract heeft dezelfde professor mij gevraagd om voor een ander project drie jaar naar Congo te vertrekken. Aan een dergelijke mogelijkheid had ik nooit gedacht maar ik heb dat project aangenomen en het heeft mijn hele loopbaan een nieuwe wending gegeven.
Doctoraat aan een Amerikaanse universiteit Omdat ik economie wel zeer interessant vond en verder wou blijven doen, ben ik een doctoraat gaan doen in die richting (en had het geluk om aanvaard te worden met een beurs aan Cornell University in de Verenigde Staten van Amerika). Ik ben ontzettend blij dat ik dit gedaan heb. Een gemiddelde bio-ingenieur student uit België kan goed mee aan topuniversiteiten in Amerika. Het educatiesysteem in België is internationaal van een enorm goed niveau. We vergeten dat soms.
Ik ben nu senior research fellow aan het International Food Policy Research Institute (IFPRI). Dit is een internationaal instituut dat deel uitmaakt van de het CGIAR systeem, een familie van internationale onderzoeksinstellingen die zich richten op landbouwonderzoek in ontwikkelingslanden. Ik doe onderzoek in landbouweconomie en landbouwbeleid in ontwikkelingslanden en hoe beleidsveranderingen kunnen bijdragen tot een beter functionerend voedselsysteem. Ik ben voor IFPRI gestationeerd in New Delhi (India) en doe specifiek onderzoek in Zuid-Azië over de veranderingen die er gebeuren in de commercialiseringketen van voedsel en wat de invloed daarvan is op arme mensen (boeren of consumenten). Creativiteit, sociale vaardigheden, openheid voor nieuwe omgevingen en goed kunnen schrijven zijn essentieel voor deze functie. Voor mijn onderzoek moet ik veel naar getallen kijken en veel statistische analyses uitvoeren. Maar daar komt natuurlijk veel meer bij kijken en je moet trachten te begrijpen wat er allemaal goed en slecht is in ontwikkelingssamenwerking en met economische ontwikkeling in het algemeen en wat de overheid eventueel kan doen om dingen te veranderen. In een dergelijk internationaal onderzoeksmilieu bezoek je enorm veel landen en kom je op plaatsen, veelal in landelijke gebieden, waar weinig Westerlingen komen. Onderzoek in de landbouweconomie is ook een beetje detective spelen. Met veel mensen praten en dan proberen te achterhalen hoe alles nu eigenlijk in elkaar zit en daar dan enquêtes over doen en modellen over ontwikkelen. Er zijn heel wat vrouwelijke landbouweconomen in ons instituut. De genderproblematiek is ook van enorm belang in ontwikkelingslanden en ons instituut tracht zich uit te breiden in die richting.
76
David Neven n
Afgestudeerd in: 1992
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur, major: landbouweconomie en landbouwsociologie, Ph. D.in Agricultural Economics from Michigan State University
n
Bedrijfsgegevens: Food and Agricultural Organization of the United Nations (FAO) www.fao.org/
n
Functie: Marketing Economist
“Voor landbouweconomen die willen werken in de ontwikkelingssamenwerking is er momenteel een sterke jobmarkt met veel interessante opties.”
77
Toen ik ongeveer veertien jaar was had ik een boek met daarin vele beroepen en landbouwkundig ingenieur was een van de jobs die me het meeste aansprak.
Een sterke basis voor een internationale carrière Mijn beeld van het beroepsleven evolueerde tijdens mijn studie. In het begin dacht ik meer aan werken in the privésector, maar toen ik de laatste jaren meer op economie gefocust was, kwam ik in de ontwikkelingssfeer terecht. Mijn tijd in Leuven was een zeer goede ervaring. Je moet knokken om bij te blijven met de studies en klaar te zijn voor de examens, maar er was toch wel altijd tijd om ook te genieten van de sociale aspecten. Ik heb een paar keer in de organisatie van het studentensongfestival gezeten, was lid van de eerste groep die Leuven Bloedserieus organiseerde, zat een jaar in het presidium van de Landbouwkring, organiseerde al eens iets met anderen zoals een jazznacht in de Gnorgl,... het waren zeker prachtige tijden. Ik ontdekte dat in een laboratorium werken niets voor mij is. In de laatste twee jaren kon ik me toeleggen op de landbouweconomie, wat me meer aansprak omdat je alle aspecten van het agro-voedselsysteem kan bestuderen. Het begin van mijn carrière verliep wat stroef. Ik werkte een tijdje aan K.U.Leuven met korte termijncontracten. Een paar jaar na mijn afstuderen vond ik een prachtige job bij de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en technische Bijstand (VVOB), waarvoor ik vier jaar in Suriname heb lesgegeven en onderzoek gedaan. De Surinaamse economie was net lid
geworden van de Caribische Gemeenschap (Caricom) en dus was het heel interessant om de voedingsindustrie te helpen meer competitief te zijn in de eigen markt. Omdat ik me echt wou verdiepen in mijn vakgebied, heb ik daarna een MBA en een doctoraat gedaan aan Amerikaanse universiteiten. De opleiding in Leuven bleek me daar toch wel een stevige basis gegeven te hebben! Na mijn doctoraat in Michigan werkte ik daar een jaar als visiting assistant professor. Ik wou echter weer in de directe ontwikkelingssamenwerking terechtkomen en ben dan naar het consulting bedrijf Development Alternatives Inc (DAI) in Washington D.C. gegaan. Dit bedrijf managet vooral projecten voor United States Agency for International Development (USAID), de Amerikaanse ontwikkelingssamenwerking. Het was een zeer boeiende job die toeliet waardeketens te gaan exploreren doorheen de hele wereld: mandarijnen in Albanië, rijst in West-Afrika, vis in Kenia, supermarkten in Indonesië, enz. Met deze jobervaring ben ik onlangs overgestapt naar FAO waar ik werk als marketing economist verantwoordelijk voor het beleidsinvoerende werk, training, technische assistentie van agri-voedselsystemen en technisch advies betreffende de ontwikkeling van waardeketens aan interne eenheden van FAO en externe organisaties.
Balans tussen gezin en werk Voor landbouweconomen die werken in de ontwikkelingssamenwerking is momenteel een sterke jobmarkt met veel interessante opties. Het vele reizen, vooral in de consulting periode bij DAI, was wel een belasting op het gezinsleven maar het is een kwestie van de juiste balans te vinden tussen werk en gezin.
78
Jan Nuyens n
Afgestudeerd in: 2002
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie
n
Bedrijfsgegevens: Qatar Foundation www.qf.org.qa
n
Functie: Manager Qatar Robotic Surgery Centre
“Ik heb niet lang moeten nadenken en heb de kans gegrepen om in praktijk te doen wat ik anders eerst in theorie zou leren.”
79
Goede mix van verschillende wetenschappen De opleiding tot bio-ingenieur leek me een goede mix van harde en zachte wetenschappen. Ik ben tijdens mijn studies sterk geïnteresseerd geraakt in economie en business. Het vak economie tijdens de bacheloropleiding was een eerste kennismaking.
Van het onderzoek naar het management Mijn carrière startte toevallig. Ik was oorspronkelijk van plan om samen met mijn vrouw naar Frankrijk te gaan voor een eenjarige managementopleiding want ik was op dat moment nog niet echt klaar om meteen de bedrijfswereld in te duiken. Professor Martens bood me echter aan om samen met hem de opstart van een spin-off bedrijf voor te bereiden. Ik heb niet lang moeten nadenken en heb de kans gegrepen om in praktijk te doen wat ik anders eerst in theorie zou leren. In september 2002 ben ik dus gestart aan de voorbereiding van het spin-off bedrijf Magnets for Emulsions (M4E) NV, dat in 2004 ook daadwerkelijk opgericht werd. M4E pioniert een nieuwe technologie voor de industriële productie van emulsies (denk mayonaise en cosmetische crèmes) en poederdispersies (denk gelen). Initieel deed ik grotendeels wetenschappelijk onderzoek, maar na een tijdje eerder commercieel werk en later operationeel management. In 2007 heb ik, terwijl ik voltijds voor M4E werkte, samen met mijn schoonfamilie een firma opgericht in Marokko. In 2008 besloten mijn vrouw en ik te verhuizen naar Qatar omdat mijn vrouw daar een job kreeg aangeboden. Ik werk in Qatar voor een grote overheidsorganisatie genaamd Qatar Foundation.
De missie van deze stichting is om het olie- en gasrijke landje te ontwikkelen en focust vooral op het onderwijssysteem en op onderzoek en ontwikkeling. Ik ben aangeworven om het Qatar Robotic Surgery Centre op te starten en te managen. Dit centrum heeft tot doel Qatar te ontwikkelen op het vlak van chirurgische technologie en een regionaal brandpunt te worden in chirurgische technologie en meer specifiek robotic surgery. Het centrum biedt een breed gamma aan chirurgische training aan en doet onderzoek en ontwikkeling naar chirurgische technologieën (image guided surgery en surgical training technologies). Vandaag is het team vijf man sterk en groeiende en hebben we duizend vierkante meter ultramoderne installaties en voorzieningen tot onze beschikking. We hebben onze trainingen opgestart in april 2010 en onze eerste researchprojecten zijn klaar om gelanceerd te worden in januari 2011. Mijn job is gedurende de afgelopen 2 jaar geëvolueerd van een pure projectmanager naar een meer geïntegreerd management van een startende organisatie. De multiculturele aspecten en de politieke invloed maken de job interessant maar ook relatief complex.
Levenslang leren Ik denk dat mijn opleiding tot bio-ingenieur me relatief goed heeft voorbereid op mijn huidige job. Het redeneervermogen, het vermogen tot abstractie en de multidisciplinariteit van de opleiding komen me nu nog goed van pas. Het is belangrijk om te blijven studeren, wat ik dan ook gedaan heb met bijkomende opleidingen op Vlerick en Solvay en binnenkort hopelijk aangevuld met een MBA aan HEC Paris.
80
Pieter Pypers n
Afgestudeerd in: 2002
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Milieutechnologie, major: bodemconservering, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Tropical Soil Biology and Fertility Institute of the International Centre for Tropical Agriculture (TSBFCIAT), Nairobi, Kenia, webapp.ciat.cgiar.org/tsbf_institute/ index.htm
n
Functie: Soil Scientist “Het is heel veelzijdige werk; we doen onderzoek in een multidisciplinair en internationaal team van wetenschappers en studenten.”
81
Een multidisciplinaire opleiding, een afwisselende job Na mijn doctoraat kwam de job bijna automatisch. Via contacten in Nigeria en mijn promotor kwam ik te weten dat er een vacature voor een jonge onderzoeker was bij het Tropical Soil Biology and Fertility Institute en dit voor een project in Congo. Daar werk ik nog steeds, ondertussen als bodemkundige, en doe mijn job met veel plezier. Het is heel veelzijdige werk; we doen onderzoek in een multidisciplinair en internationaal team van wetenschappers en studenten. Ik heb nog altijd contact met de universiteit en we ontvangen elk jaar studenten voor hun masterproef. Ik reis ook veel en ben regelmatig in het veld. We werken met kleinschalige boeren in verschillende Afrikaanse landen, altijd met als doel nieuwe technieken te ontwikkelen om de bodemvruchtbaarheid en landbouwproductie te verbeteren.
Belgische universiteiten: sterk in tropische landbouw Ik was altijd al geboeid door wetenschap, vooral door scheikunde, en ik wou uit België weg en de wereld zien. Ik wou een zinvolle carrière en mezelf nuttig maken. Bijna had ik voor burgerlijk ingenieur gekozen, maar op het laatste moment heb ik toch voor bio-ingenieur gekozen, en dat heb ik me nooit beklaagd! De eerste twee jaren waren eigenlijk ‘pretty boring’, maar de basis in scheikunde en wiskunde komt me nu goed van pas. Voor mijn masterproef heb ik in het laatste jaar vier maand veldwerk in Vietnam gedaan en dat was een heel plezante en leerrijke ervaring. Zo heb ik de uitdagingen in de tropische landbouw leren kennen en dat heeft me er toe aangezet om een doctoraat te doen. Ik heb toen de kans gekregen onderzoek te doen op IITA (International Institute of Tropical Agriculture) in Nigeria.
De opleiding bio-ingenieurswetenschappen komt zeker en vast goed van pas. De brede en veelzijdige basis van de opleiding is belangrijk in mijn job, maar je moet altijd op eigen initiatief blijven bijleren, wetenschappelijke artikels lezen, nieuwe technieken aanleren en een achtergrond in nieuwe domeinen bouwen.
Ook soft skills zijn belangrijk Ik zou nog steeds dezelfde major en minor kiezen en terug naar het buitenland gaan voor de masterproef. In mijn job heb ik geleerd dat je je moet kunnen aanpassen aan de omstandigheden en vooral altijd bereid moet zijn bij te leren. Goede communicatievaardigheden en kunnen multitasken zijn even belangrijk.
82
Kim Rouges n
Afgestudeerd in: 2008
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Landbouwkunde
n
Bedrijfsgegevens: Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw www.povlt.be
n
Functie: Voorlichter boomkwekerij en sierteelt
"Aan de hand van verschillende bedrijfsbezoeken gedurende het seizoen worden de teelten, ziekten en plagen opgevolgd en advies gegeven waar nodig."
83
Advies op maat Ik sta in voor kwaliteitsvolle voorlichting en advies voor de boomkwekerij en sierteelt en dit in samenwerking met het Proefcentrum voor de Sierteelt (PCS) in Destelbergen. Dat wil zeggen dat ik de boomkwekers en siertelers ondersteun op het gebied van gewasbescherming, bemesting en teelttechniek. Aan de hand van verschillende bedrijfsbezoeken gedurende het seizoen worden de teelten, ziekten en plagen opgevolgd en advies gegeven waar nodig. Op deze manier probeer ik bij te dragen tot een meer geïntegreerde gewasbescherming en deze ook verder op punt te stellen voor het bedrijf. De boomkwekerij en sierteeltsector is een zeer diverse sector. Een dergelijk bedrijf teelt meestal verschillende soorten en cultivars, wat de adviesverlening niet altijd even gemakkelijk maakt. Bijvoorbeeld een eik in volle grond geteeld heeft nu eenmaal andere behoeften dan een roos in pot geteeld.
Eigen interesses in de opleiding
Het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT) is gelegen in Rumbeke-Beitem (Roeselare) en steunt op vier belangrijke pijlers: het uitvoeren van wetenschappelijk praktijkgericht onderzoek, instaan voor kwaliteitsvolle voorlichting en advies, dienstverlening op maat van de boer en kwaliteitszorg.
Tijdens mijn opleiding koos ik vakken gerelateerd aan tuinbouw en gewasbescherming. Deze kennis heb ik vandaag de dag nog steeds nodig. Zo grijp ik vaak terug naar cursussen zoals dierlijke plantenbeschadigers, plantenziekten en geïntegreerde gewasbescherming. Door mijn opleiding als bio-ingenieur heb ik een brede technische kennis vergaard op vlak van plant en gewasbescherming, maar ook het probleemoplossend denken is een niet te onderschatten eigenschap van de bio-ingenieur.
84
Hans Scheirlinck n
Afgestudeerd in: 1994
n
Opleiding: Bio-ingenieur Land- en Bosbeheer
n
Bedrijfsgegevens: Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender www.bosgroepen.be
n
Functie: Coördinator
"Mijn takenpakket is zeer ruim, het omvat vele taken op het gebied van bosbeheer."
85
Mijn huidige functie omvat de dagelijkse coördinatie van de vzw Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender. Een bosgroep is een vrijwillig samenwerkingsverband tussen verschillende boseigenaars, zowel openbaar als privé. Een bosgroep treedt op als organisator bij allerhande gezamenlijke beheerswerken. Het grote voordeel voor de eigenaar is dat hij/zij beheerswerken kan laten uitvoeren aan economisch gunstigere voorwaarden.
Efficiënter bosbeheer De meerwaarde van de bosgroep bestaat erin een samenwerkingsverband te creëren tussen verschillende boseigenaars met het oog op efficiënter bosbeheer en –gebruik. Ook op vlak van recreatie en ecologie kunnen afspraken gemaakt worden. De Bosgroep neemt steeds een neutrale positie in tussen overheid, eigenaars en bosgebruikers. Daarnaast verstrekt een bosgroep bosbouwkundige informatie aan de eigenaars onder de vorm van advies, cursussen en excursies.
Van advies geven tot coördineren van de vzw Mijn takenpakket is zeer ruim, het omvat vele taken zoals het verlenen van zowel technisch als juridisch advies op het gebied van bosbeheer, het verlenen van administratieve ondersteuning van boseigenaars bij het invullen van aanvragen voor kapmachtigingen, het invullen van subsidieaanvragen en hulp hij het opstellen van bosbeheerplannen. Het leggen van contacten met zowel openbare als privéboseigenaars is ook een belangrijk onderdeel het omvat onder meer het organiseren en opvolgen van gezamenlijke bosbeheerwerken en houtverkopen. Daarnaast organiseer ik ook demonstraties, informatievergaderingen, wandelingen en cursussen en maak ik een driemaandelijks informatieblad voor boseigenaars. Een overlegplatform tussen alle betrokken partijen, boseigenaars, administraties en overheden, is essentieel om een continue dialoog te garanderen. Uiteraard zijn er ook de managementstaken die nodig zijn voor de dagelijkse werking van de vzw: het organiseren van bestuursvergaderingen en een algemene vergadering, het financieel beheer en de boekhouding en het ledenbeheer.
86
Sylvia Smeekens n
Afgestudeerd in: 2005
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: interfasechemie, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Nitto Europe www.nittoeurope.com
n
Functie: Process Engineer
“Je bent niet enkel bezig met één onderdeel uit het proces maar met alle onderdelen. Je moet het proces beheersen van a tot z.”
87
Ik volgde de richting wetenschappen – wiskunde (8u) en ik deed zowel wetenschappen als wiskunde graag. Bio-ingenieur was de perfecte samensmelting van deze twee: een drogere ingenieursopleiding gecombineerd met sappige wetenschapsvakken.
De studentenkring betekent meer dan alleen feesten De studies combineren met het studentenleven was geen probleem, al moet ik toegeven dat ik tijdens mijn eerste jaar weinig ben buitengekomen. In de jaren die volgden wist ik al veel beter waar ik aan toe was, hoe ik vakken moest studeren, wat van mij verwacht werd en daardoor was er ook steeds meer plaats voor het studentenleven. Ik sprak medestudenten aan, ik deed mee aan kringactiviteiten, ik leerde via kotgenoten andere studenten kennen en door te gaan tappen in de fakbar (de Gnorgl) leerde ik nog meer mensen kennen. Aan de toog werden niet alleen de laatste roddels verteld maar leerde je ook heel veel over de professoren, hun vakken en hun examens. Of als er iets tegenzat en je dacht dat de wereld verging, dan waren er altijd wel vrienden die je hielpen, moed inspraken of je op een verhelderend pintje trakteerden. Het weekend diende dan meestal om uit te rusten en bij te studeren.
Doctoreren als uitdaging Omdat de honger na mijn masterproef nog niet gestild was, heb ik voor een doctoraatsopleiding gekozen. Vier jaar intensief onderzoek voeren en een concreet probleem aanpakken leek me een leuke uitdaging.
Een mix van technische kennis en scheikundig achtergrond Toen ik eind december 2009 begon uit te kijken naar een job was het aanbod vrij beperkt, maar we zaten toen ook nog in de crisis. In mei 2010 waren er al heel wat meer mogelijkheden. Op 1 september 2010 ben ik begonnen bij Nitto Europe (Genk). Als procesingenieur houd ik mij bezig met de technische kant van een proces. Bij Nitto Europe worden heel veel verschillende tapes gemaakt. Een belangrijke grondstof voor de lijmen zijn op olie gebaseerde solventen. Nitto Europe is op zoek naar een manier om deze grondstoffen uit een eindige bron (olie) te vervangen door een solventvrije technologie. Het eindresultaat moet echter voldoen aan dezelfde kwaliteitseisen als de huidige lijmen. Samen met mijn collega procesingenieur houd ik me bezig met de technische kant van dit project: welke apparatuur is nodig, hoe gaan we dat plaatsen en installeren, wat met koeling, verwarming, mixers, coaters... Hiervoor heb ik niet alleen mijn technische kennis nodig maar moet ik ook dikwijls beroep doen op mijn scheikundige achtergrond: welke chemische reacties gebeuren er en komt er hierbij warmte vrij en hoeveel? Wat is de viscositeit en welk type roerwerk moeten we dan nemen? Hoe gaan we deze lijmen op een drager aanbrengen en wat gebeurt er aan het oppervlak? Daarnaast vorm ik ook de schakel/lijm tussen Research and Development, Engineering en productie en probeer ik deze afdelingen zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Je bent dus niet enkel bezig met één onderdeel uit het proces maar met alle onderdelen. Je moet het proces beheersen van a tot z. Daarnaast moet je in teamverband kunnen werken en goed naar mensen kunnen luisteren. Veelzijdigheid, flexibiliteit, gezond boerenverstand en een kritische geest zijn dus gevraagd!
88
Philippe Snick n
Afgestudeerd in: 1977
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde- en landbouwindustriëen, optie Levensmiddelentechnologie
n
Bedrijfsgegevens: SNICK EUROINGREDIENTS NV www.snick.be
n
Functie: Gedelegeerd bestuurder
"Een boeiend beroep en eeuwig gedoemd tot creativiteit."
89
Als net afgestudeerde bio-ingenieur werd ik voor 2 jaar naar Brazilië gestuurd als academisch onderzoeker in het kader van een ontwikkelingsproject over vleestechnologie. Daarna was ik 10 jaar lang Technisch Directeur van de Belgische filialen van een drietal internationale en leidinggevende bedrijven op het gebied van geur- en smaakstoffen. Van 1989 tot 1993 was ik Application & Product Manager bij een belangrijke producent van gistextracten. Deze producten worden gebruikt om o.a. soepen, sauzen, snacks en bouillonblokjes op smaak te brengen.
Talent en diploma maken de man Via een simpele geur- en smaaktest bij een van deze internationale aromaproducenten werd mij verteld dat ik een scherp en analytisch geurvermogen en geurgeheugen bezat. Dergelijk talent is zeer gegeerd bij bedrijven die met geur en smaak te maken hebben, zeker als je daarbovenop de trotse bezitter bent van een diploma van bio-ingenieur levensmiddelentechnologie. Deze combinatie heeft mij de kans gegeven om een zeer uitgebreide en unieke bedrijfsopleiding te genieten in dit vakgebied. Hierdoor kon ik ook mijn sensorische talenten verder ontwikkelen en tot senior flavourist of aromaticien evolueren. Een boeiend beroep en eeuwig gedoemd tot creativiteit. Met de opgedane kennis en ervaring besloot ik in 1993 een eigen bedrijf Snick ingredients bvba op te richten. Door mijn ervaring wist ik de juiste keuzes te maken voor de klant en zijn product.
Een stuk van de wereld zien Mijn producten vind je vandaag onrechtstreeks terug in de maaltijden of andere voedingsmiddelen van bijvoorbeeld Delhaize, Carrefour, Aldi, Colruyt of Albert Heijn in Nederland. De grondstoffen hiervoor komen uit Brazilië, Mexico, VS, Noorwegen, Zweden, IJsland, Israël maar ook uit Nederland, Groot-Brittannië of Frankrijk. Het is voor ons bedrijf zeer belangrijk om samenwerkingsverbanden te hebben met grote en internationale bedrijven. Zo blijven wij op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen en trends. Het geeft mij ook de mogelijkheid om internationaal actief te blijven en een stuk van de wereld te zien.
Aan ondernemingszin geen gebrek In 2008 heb ik een apart productiebedrijf Cube opgericht waar onze creaties en mengsels in eigen beheer worden geproduceerd. Begin 2009 trad dan een nieuwe fase aan voor mijzelf en Snick Ingredients bvba toen het beursgenoteerde handelshuis Acomo met een interessant overnamebod op de proppen kwam. Sindsdien heten we Snick euroingredients nv. Deze belangrijke stap biedt ons niet enkel nieuwe mogelijkheden voor ontwikkeling en verdere groei op internationaal vlak, ook het voortbestaan van het bedrijf en onze onafhankelijkheid zijn verzekerd. Intussen groeien we gestaag en zijn we met een tiental werknemers, waarvan een extra bio-ingenieur, een industriëel ingenieur en twee diëtistes. Zonder het diploma van bio-ingenieur had ik deze droom nooit kunnen realiseren.
90
Bart Van Belleghem n
Afgestudeerd in: 1991
n
Opleiding: Landbouwkundig ingenieur in de scheikunde- en landbouw - industriëen
n
Bedrijfsgegevens: Bienca www.bienca.com
n
Functie: Commercial Director
"Dagelijks worden diverse aspecten van levensmiddelenmicrobiologie en -technologie toegepast."
91
In 1991 studeerde ik af als ingenieur voor de scheikunde en landbouwindustrieën. Ik volgde daarna nog een opleiding bedrijfsbeheer aan de Vlerick School voor Management. Na bijna 14 jaar actief te zijn binnen een internationale groep van zuivelhandelsondernemingen, waarvan de laatste 6 jaar als dagelijks bestuurder van het Belgische filiaal, besloot ik midden 2006 een nieuwe professionele uitdaging aan te gaan bij Bienca.
Houdbaarheid van levensmiddelen verbeteren Biotechnological Enzymatic Catalyse of kortweg Bienca ontwikkelt, produceert en commercialiseert natuurlijke enzyme systemen die de houdbaarheid van levensmiddelen verbeteren. Het is een van de eerste bedrijven ter wereld die producten op de markt brengt waarbij bio-mimiek, een technologie geïnspireerd door de natuur, wordt toegepast in de levensmiddelenindustrie. Recent heeft het bedrijf investeerders aangetrokken die de nodige middelen verschaffen met als doel een commerciële structuur uit te bouwen om deze enzymesystemen versneld naar de markt te brengen. Toen ik gecontacteerd werd om hieraan mee te werken heb ik geen ogenblik geaarzeld.
Technische kennis is een sterke troef Naast de aspecten van bedrijfsbeheer, strategie en internationale commerciële ontwikkeling, die ook in mijn vorige functie essentieel waren, speelt de technische dimensie nu een meer prominente rol. Dagelijks worden diverse aspecten van levensmiddelenmicrobiologie en -technologie toegepast. Via systematische processmonitoring en houdbaarheidsstudies wordt immers de werking van onze systemen gemeten, geoptimaliseerd en vergeleken met bestaande bewaarmiddelen. Mijn opleiding als bio-ingenieur is meer dan ooit een troef bij Bienca, want het combineert de managementsaspecten met een degelijke technische kennis.
92
Annick Van Hyfte n
Afgestudeerd in: 1997
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Milieutechnologie
n
Bedrijfsgegevens: ARCADIS Belgium NV www.arcadisbelgium.be
n
Functie: Projectleider Strategisch Advies Overheden
"Mijn expertise is vooral gericht op het bepalen, beoordelen en verbeteren van luchtkwaliteit en de impact van verschillende doelgroepen hierop."
93
ARCADIS is een internationale onderneming die advies, ontwerp-, ingenieurs- en managementdiensten levert op de gebieden infrastructuur, milieu en gebouwen. Bij ARCADIS Belgium maak ik binnen de bedrijfseenheid Milieu deel uit van het team Strategisch Advies Overheden en werk ik nauw samen met andere teams die bezig zijn met Strategisch Advies Bedrijven, Product Stewardship en Bodem.
Inspelen op de behoeften van de klant In mijn job tracht ik op basis van mijn expertise steeds in te spelen op de behoeften van onze klanten en zo het milieubeleid van ondernemingen en overheden te ondersteunen. Door de specificiteit van deze vragen is een kant en klare oplossing vaak niet beschikbaar is en er binnen mijn job ruimte voor innovatie en creativiteit. Mijn expertise is vooral gericht op het bepalen, beoordelen en verbeteren van luchtkwaliteit en de impact van verschillende doelgroepen hierop. Dit vertaalt zich in de uitwerking van een brede waaier van studies, waarbij de focus voortdurend verlegd wordt onder impuls van wat er leeft binnen de maatschappij. Bijvoorbeeld, de nationale en internationale wetgeving rond luchtkwaliteit in havens leidt er toe dat havenautoriteiten inzicht willen krijgen in de bijdrage van hun activiteiten tot de luchtkwaliteit om pro-actief te kunnen handelen. In dit kader deed ik ervaring op in het in kaart brengen van de luchtkwaliteit in de haven van Antwerpen en in het bieden van ondersteuning bij de selectie van emissiereducerende maatregelen.
Over de grenzen heen Naast de haven van Antwerpen kreeg ik zo de kans om grenzen te overschrijden, van Rotterdam tot Rijeka (Kroatië) en zelfs tot in Singapore. In het kader van het Europese REACH ben ik betrokken in “Risk Assessment (RA) Studies” van een reeks zware metalen, waarin ik verantwoordelijk ben voor het opmaken van een emissie-inventaris naar lucht, water en bodem en dit op Europees niveau. Ik ben eveneens actief op het niveau van de risicoreductie strategieën die worden opgemaakt waarin emissiereducerende maatregelen worden voorgesteld aan de Europese Commissie.
Klimaatproblematiek in kaart brengen De bewustwording van de klimaatproblematiek bij zowel overheden, bedrijven als burgers maakt dat ook deze doelgroepen inzicht willen verwerven in hun bijdrage hierin en in dit kader vragen deze klanten onze ondersteuning en expertise om in hun proces naar CO2-reductie en klimaatneutraliteit mee te denken. Ons antwoord hierop heeft zich vandaag vertaald in een “tool” die wij hebben ontwikkeld om een CO2-nulmeting op te maken voor steden en gemeenten waarin de emissies als gevolg van energieverbruik door woningen, tertiaire gebouwen, bedrijven, transport, … binnen de gemeentegrenzen in kaart worden gebracht. Op die manier kreeg ik de kans om mee te werken aan de nulmeting, die aan de basis ligt van het klimaatbeleid voor Gent, Genk en de provincie Limburg. Kortom, net doordat wij moeten inspelen op de behoeften van de klant en het multidisciplinaire karakter van onze studies, is mijn job bij ARCADIS heel gevarieerd. Hierdoor steken steeds nieuwe uitdagingen de kop op en is er van routine geen sprake.
94
Dirk Van Oevelen n
Afgestudeerd in: 1974
n
Opleiding: Ingenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieën, major: industriële microbiologie, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Belgian Icecream Group NV www.b-i-g.be
n
Functie: Directeur productie & logistiek
“Als directeur productie en logistiek ben je verantwoordelijk of sterk betrokken bij alle technische aspecten van een voedingsbedrijf.”
95
Zelfstandig problemen aanpakken Mijn keuze voor bio-ingenieur werd ingegeven door mijn goede studieresultaten op wetenschappelijke en wiskundige vakken tijdens de secundaire school (Latijn-Wetenschappen). Bovendien was ik als jongste zoon uit een landbouwersfamilie vertrouwd met en geboeid door de levende materie. Als gevolg van mijn familiale situatie vatte ik de studie dadelijk ernstig op: ik moest immers zeker slagen en ik bleef later op dezelfde manier verder werken. De goede studieresultaten leverden me een beurs van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) op, waardoor ik een doctoraat in het domein van de brouwerij kon aanvatten. Tijdens een doctoraat leer je vooral zelfstandig problemen aanpakken en samenwerken en het geeft je een beter inzicht in de werking van de universiteit. Het levert tevens een belangrijke bijdrage aan het zelfvertrouwen en meer maturiteit. Met collegae doctorandi beleefden we een fantastische tijd in Leuven waaraan we vriendschappen voor het leven overhielden.
Van Brouwerij Maes naar IJsboerke Na mijn doctoraat solliciteerde ik bij Brouwerij Maes. Daar werd een functie gecreëerd die me moest toelaten alle domeinen van het bierbrouwen onder de knie te krijgen en kritisch te onderzoeken (via projectwerk). Na enkele jaren werd ik verantwoordelijk voor de productontwikkeling en de kwaliteitsdienst. Na vijf jaar had ik behoefte aan nieuwe uitdagingen en via een kleine omweg kreeg ik de verantwoordelijkheid over de productie in dezelfde brouwerij. Ik kreeg er ook de kans het Executive Master of Business Administration (EMBA) programma aan de Antwerp Management School van UAntwerpen te volgen waardoor mijn technischbiologische vorming werd aangevuld met alle andere aspecten van het bedrijfsleven: een aanrader na +-5 jaar in een bedrijf te hebben meegedraaid.
Door overnames en herstructureringen verliet ik in 1991 de brouwerijwereld maar bleef in de voedingssector. IJsboerke was net begonnen aan internationale expansie en had behoefte aan meer professionalisering voor zijn productie en logistieke diensten. Na de overnames van Mio in Luik en Artic-Frisa in Kuurne veranderde de bedrijfsnaam in Belgian Icecream Group (BIG). Als directeur productie en logistiek van de groep ben je verantwoordelijk of sterk betrokken bij alle technische aspecten van een voedingsbedrijf: productieplanning, aankoop, productie, onderhoud, voorraadbeheer, transport, engineering, productontwikkeling, kwaliteit, veiligheid. Als bio-ingenieur heb je voor al deze domeinen voldoende basis. Als lid van het directiecomité beslis je echter mee over alle andere aspecten van het ondernemen: een MBA is dan een uitstekende aanvulling. Het is bijzonder gevarieerd werk met dagelijks nieuwe uitdagingen waaruit, bij succes, telkens opnieuw voldoening kan getrokken worden. Bio-ingenieur blijft ook vandaag een polyvalente studie met gunstige perspectieven op de arbeidsmarkt. Ook wanneer je in een technische functie blijft, is er goed en interessant van te leven. Het komt erop aan je technische bagage te laten renderen en dit kan enkel via een goed samenwerkend team: goede communicatie en respect voor je medewerkers zijn hierbij essentieel.
96
Isabelle Vandeplas n
Afgestudeerd in: 2003
n
Opleiding: Bio-ingenieur in het Landen Bosbeheer, major: bodemkunde en landgebruik, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Centre d’Étude et de Coopération Internationale (CECI), Montreal, Canada www.ceci.ca/fr
n
Functie: Projectleider voor Haïti
“In Kenia heb ik tijdens mijn vrije tijd samen met lokale partners ook een weeshuis opgezet.”
97
Geboeid door virussen Ik was geboeid door de wereld van de virussen en bacteriën en de ontwikkelingslanden en droomde ervan om in een hoogtechnologisch labo te werken rond oplossingen tegen gevaarlijke tropische virussen en dergelijke. Daarom vroeg ik informatie aan mensen die in de farmaceutische sector werken en zij hebben me de studies van bio-ingenieur aangeraden. Tijdens mijn studies heb ik echter meer en meer interesse ontwikkeld voor de landbouwkunde en groeide mijn interesse om in Afrika te gaan werken.
partners ook een weeshuis opgezet. Aangezien ik in Benin mijn toekomstige man had ontmoet die daar ook binnen de VN werkte, zijn we na drie jaar in Kenia naar Montreal verhuisd, zijn thuisstad. Ik heb mijn doctoraat op papier gezet en ben dan werk beginnen zoeken binnen de NGO-wereld of de academische wereld. Niet zo gemakkelijk, omdat het geen hoofdstad is en er dus niet zoveel organisaties zijn waar ik aan de deur kon kloppen. Aangezien ik nog nooit in Canada had gewerkt, struikelde ik in het begin ook over het feit dat ik de Canadese ontwikkelingssector niet echt kende.
België, Canada en Haïti in één vrouw Het werk in een vluchtelingenkamp Ik had veel plezier gehad tijdens mijn thesis in Nigeria, maar ik had toen ook veel vragen over ontwikkelingssamenwerking. Ik volgde daarom eerst een jaartje een MSc in Applied Development (University of Reading in Engeland) en werkte voor de VN binnen het wereldvoedselprogramma in Benin. Ik was daar verantwoordelijk voor het opstarten en organiseren van de voedselhulpverdelingen binnen twee vluchtelingenkampen. Daarnaast hielp ik in het opzetten van een systeem voor het opvolgen van voedselhulp aan weeshuizen en scholen. Toen kreeg ik een beetje heimwee naar het werk met boeren en het werk in de velden. Met een doctoraatsbeurs van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) vertrok ik naar Kenia, waar ik werkte in het Tropical Soil Biology and Fertility Institute van het International Center for Tropical Agriculture. Ik werkte daar samen met boeren om te zien hoe de sojaproductie en sojaverwerking en vermarkting toegankelijk kan zijn voor arme boeren. In Kenia heb ik tijdens mijn vrije tijd samen met lokale
CECI is een organisatie die heel gevarieerde ontwikkelingsprojecten opzet. Ik ben met vier andere projectleiders verantwoordelijk voor projecten in Haïti. Wij schrijven dus eerst een projectvoorstel en gaan daarmee aankloppen bij de Canadese regering of andere grote donateurs. Indien zij ons project goedkeuren, nemen wij contact op met onze collega’s in Haïti om het project te starten. Zij gaan dan praten met de burgemeesters en met andere mensen in het land om de mensen te laten kiezen welk type project voor hen het meest dringende is. Wij helpen hen dan met het berekenen van het budget daarvoor en met het opzetten van een beheersteam. Daarnaast openen we voor hen een bankrekening, geven hen opleidingen over onder andere hoe ze hun bedrijfje moeten beheren, geven het geld voor het project en volgen hun activiteiten op doorheen de eerste maanden. Tijdens en na verloop van het project schrijven wij de rapporten voor de donor om uit te leggen wat er allemaal met het geld gebeurde en welke resultaten daarmee verkregen werden.
98
Greet Vandeputte n
Afgestudeerd in: 1998
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: technologie van de voedingsnijverheden, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Nestlé Product Technology Centre, Nestec SA, Orbe, Zwitserland, www.nestle.com
n
Functie: Scientist for Cereal Product Development/R&D Project Manager
“Ik werk als wetenschapper/R&D projectmanager mee aan de productontwikkeling, de wetenschappelijke ondersteuning en de procesoptimalisatie van graanproducten voor baby’s vanaf 4 maanden tot 1 jaar.”
99
Joviale studenten Bij het begin van mijn studies wist ik niet welk beroep ik wou uitoefenen. Tijdens mijn secundaire studies (Latijn-Wetenschappen) was ik er altijd van overtuigd geweest dat ik farmacie wou studeren. Na een rondleiding in de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen veranderde ik van mening. Het zou bio-ingenieur worden en de masteropleidingen met veel chemie spraken me het meest aan: levensmiddelentechnologie en katalytische technologie. Ik heb een fantastische studententijd gehad. Tijdens de masteropleiding kon ik het studentenleven beter combineren met het studeren. Bio-ingenieurs zijn over het algemeen joviaal, warm. Er hing altijd een aangename sfeer rond de faculteit. Ik heb twee reizen naar Nepal en Guatemala gedaan met de faculteit. Mijn zin voor avontuur/nieuwigheden/ innovatie werden aangewakkerd.
Innovatie in het teken van de consument Er waren in 1998 voldoende jobmogelijkheden. Een overvloed was er niet in de voedingsindustrie. Ik startte na mijn studies met een interim doceeropdracht chemie/economie aan de KATHO in Roeselare. In 1999 begon ik in het Laboratorium voor Levensmiddelenchemie en -biochemie te werken aan een doctoraat. Ik werkte 6 jaar als wetenschappelijk medewerker en project- en teamleider op drie industriële projecten voor Beneo-Group en behaalde mijn doctoraat in juni 2004. Daarna was ik één jaar postdoc; een gepromoveerde junioronderzoeker die op basis van een tijdelijk contract zelfstandig wetenschappelijk onderzoek verricht. In januari 2006 begon ik te werken in het Nestlé Product Technology Centre in Konolfingen (Zwitserland) als Scientist voor Dairy Product
Development voor Nestlé Nutrition and B-Dairy. Ik transfereerde in oktober 2007 naar het Nestlé Product Technology Centre in Orbe (Zwitserland) als Scientist voor Cereal Product Development. Vandaag werk ik vooral voor Nestlé Nutrition Infant Cereals. De bio-ingenieuropleiding was voor mij een heel goeie basis om in een R&D omgeving te werken. In het Nestlé Product Technology Centre staan innovatie en renovatie in het teken van de consument. Ik werk als wetenschapper/R&D projectmanager mee aan de productontwikkeling, de wetenschappelijke ondersteuning en de procesoptimalisatie van graanproducten voor baby’s vanaf 4 maanden tot 1 jaar. Tijdens de productontwikkeling worden verschillende prototypes geproduceerd op pilootschaal en dit voor verschillende markten. Deze worden intern analytisch, procesmatig, sensorisch en op kwaliteit geëvalueerd. Voor lancering in een specifieke markt wordt er een 60/40+ consumententest uitgevoerd. Dit wil zeggen dat tenminste 60% van de consumenten het Nestléproduct moeten verkiezen boven een concurrentieproduct, vooraleer het product gelanceerd wordt in een markt. Is dat niet zo, dan wordt het product geherformuleerd.
Time management Mijn werk is zeer gevarieerd en valt te combineren met een gezinsleven. Het is wel zo dat ik een organiser geworden ben. Mijn efficiëntie is toegenomen sinds ik kinderen heb! Werken en wonen in het buitenland biedt een grote persoonlijke en professionele verrijking: het internationaal karakter van Nestlé, het werken met verschillende nationaliteiten, het spreken van verschillende talen en het omgaan met andere culturen zijn allemaal pluspunten.
100
Koen Vanderborght n
Afgestudeerd in: 2009
n
Opleiding: Master in de bio-ingenieurswetenschappen, biosysteemtechniek
n
Bedrijfsgegevens: Danone www.danone.be
n
Functie: Industrial Trainee
“Als trainee word je als generalist opgeleid en kom je met zowat alle onderdelen van het bedrijf in contact zodat je daarna een meer specifieke richting kan uit gaan. Variatie zat dus!”
101
Ik kon moeilijk kiezen toen ik uit het secundair onderwijs kwam; ik was vooral geboeid door wetenschappen en wiskunde en dode materie sprak me niet echt aan. Bij de opleiding tot bio-ingenieur had ik nog voldoende tijd om mezelf wat meer te oriënteren voordat ik een definitieve keuze moest maken. De mix tussen technische vakken enerzijds en de milieubiologische inslag anderzijds zorgt voor een enorm gevarieerde en boeiende cocktail.
Bloedserieus Het optimale evenwicht tussen studeren en ontspanning is ook steeds een zoektocht. De studies eisen de nodige aandacht, maar daarnaast mag je de innerlijke mens ook niet verwaarlozen. Ik ben er vanaf de eerste dag in gedoken en heb er met volle teugen van genoten. Zo heb ik me actief ingezet voor bloedinzamelingen waarbij studentenkringen en Rode Kruis samenwerken. Verder heb ik in het presidium van mijn kring gezeten en ben zelfs op universitair niveau actief geweest als studentenvertegenwoordiger in de Raad voor Studentenvoorzieningen en in de Raad van Bestuur van ACCO. Tijdens mijn studies heb ik leren communiceren, samenwerken met anderen en sociale netwerken uitbouwen. Ook heb ik veel geleerd over de aanpak van projecten: lanceren, leiden, opvolgen en uiteindelijk finaliseren. Door de diverse sociale engagementen heb ik ook veel opgestoken van multitasken en time management.
Een aanvullende economische opleiding Ik ben afgestudeerd in 2009, volle economische crisis dus, en ik vond dan ook niet direct een job. Daarom besloot ik om nog een jaar bij te studeren en volgde een master in beleidseconomie.
Eigenlijk hoopte ik dat mijn eerste beroepservaring aan de volgende 4 punten voldeed: een traineeship, de mogelijkheid om naar het buitenland te gaan, werken binnen een internationaal bedrijf, voldoende aandacht voor opleidingen en doorgroeimogelijkheden.
Optimalisatieprojecten Ik was als pas afgestudeerde al in contact gekomen met Danone. Hoewel mijn persoonlijk profiel wel overeen kwam met wat binnen het bedrijf werd gezocht, waren er jammer genoeg geen functies meer vrij voor pas afgestudeerde ingenieurs. Toen ze me een jaar later mededeelden dat er een traineefunctie vrij kwam, ben ik daar onmiddellijk op ingegaan. Mijn functie is enorm gevarieerd. Als trainee word je als generalist opgeleid en kom je met zowat alle onderdelen van het bedrijf in contact zodat je daarna een meer specifieke richting kan uit gaan. Variatie zat dus! Ik sta dagelijks op de werkvloer tussen de machines en de operatoren. Daarnaast heb ik veel contact met de arbeiders en de technische dienst, maar ook met het dagelijks reilen en zeilen van de fabriek. Op dit moment ben ik voornamelijk bezig met een zeer divers gamma aan optimalisatieprojecten. Zo werk ik mee aan verschillende root cause analyses om toekomstige productiestilstanden te voorkomen of efficiënter op te lossen wanneer ze zich toch voordoen. Daarnaast zijn er verschillende verbeteringsprojecten: functieanalyses, betere planning van het periodiek onderhoud van de productielijnen en het opvolgen van de goederenstromen van een nieuwe productielijn. Ook ben ik bezig met een groot project om producten waarbij een productiefout is opgetreden, kostenefficiënter te verwerken. Ja, ik wilde in een laboratorium werken, maar uiteindelijk heb ik ontdekt dat mijn droomjob toch buiten de muren van het laboratorium lag. Geef mij maar de fabrieksvloer waar dagelijks enkele honderden tonnen yoghurt worden geproduceerd. Hier gaat het echt vooruit!
102
Ine Vandersmissen n
Afgestudeerd in: 2010
n
Opleiding: Master in de bio-ingenieurswetenschappen, cel- en gentechnologie
n
Bedrijfsgegevens: K.U.Leuven www.kuleuven.be
n
Functie: Doctoraatsstudent (Aspirant Fonds Wetenschappelijk Onderzoek)
“Dit medisch onderzoek sprak me enorm aan. De vrijheid die je krijgt om een eigen project uit te werken in combinatie met de vele technische mogelijkheden maken dit doctoraat voor mij een grote uitdaging.”
103
De studie bio-ingenieur is het gevolg van mijn aangeboren interesse voor wetenschap: natuur, insecten, de ruimte... het leek als kind allemaal zo onverklaarbaar. In het secundair onderwijs bleek ook wiskunde me te liggen en het was dus kiezen tussen de ingenieursopleidingen en de meer medische, biologische opleidingen. Bio-ingenieur bleek de perfecte mix van beiden te zijn: de bacheloropleiding biedt elke student een brede wetenschappelijke achtergrond en leert je bovendien welke masterrichting je het meest aanspreekt.
Medisch onderzoek Tijdens mijn vijfjarige studie heb ik een goede balans gevonden tussen mijn studies en het studentenleven. LBK, de studentenkring van de bio-ingenieurs, werd een deel van mijn Leuvens leven en heeft met zijn diverse activiteiten vele fantastische avonden opgeleverd. In mijn eerste masterjaar heb ik zelf actief meegewerkt om de relaties tussen de studenten en het bedrijfsleven te verbeteren door verschillende activiteiten te organiseren zoals de jaarlijkse jobbeurs. Tijdens mijn laatste masterjaar in cel- en gentechnologie voerde ik het onderzoek voor mijn masterproef in het Universitair Ziekenhuis Leuven, Campus Gasthuisberg uit. Dit medisch onderzoek sprak me enorm aan en een doctoraat bleek meer mogelijkheden te bieden om later te solliciteren bij farmaceutische bedrijven. Daarom besloot ik eerst 4 jaar zelfstandig onderzoek uit te voeren vooraleer de stap naar de industrie te maken. Om een goed idee te krijgen van de voor- en nadelen en de beschikbare plaatsen in de verschillende laboratoria, ging ik
praten met diverse professoren en hun medewerkers over de projecten. Nu doctoreer ik in het centrum voor moleculaire en vasculaire biologie. Mijn project bestudeert de rol van een specifieke signalisatiepathway in arterioveneuze specificatie. Met andere woorden onderzoek ik welke factoren een rol spelen tijdens de ontwikkeling van het bloedvatenstelsel. Dit doe ik met behulp van diverse technieken in celkweek, zebravissen en muizen. Verder zijn ook sociale vaardigheden erg belangrijk: je plant zelf je project en maakt talrijke presentaties. Verder woon je meetings, vergaderingen en congressen bij en moet je overleggen en samenwerken met diverse mensen. In deze internationale werkomgeving is ook een goede kennis van het Engels vereist. De vrijheid die je krijgt om een eigen project uit te werken in combinatie met de vele technische mogelijkheden maken dit doctoraat voor mij een grote uitdaging.
Leidinggeven in een globaliserende context Ik heb al ondervonden dat mijn opleiding me zeer goed ondersteunt tijdens mijn doctoraat. Theoretisch is de master sterk onderbouwd en de minor leidinggeven in een globaliserende context heeft ook bepaalde communicatieve vaardigheden verbeterd. Als doctoraatsstudent kan je je eigen planning maken, maar een doctoraat is allesbehalve een nine to five job. Gezien de grote diversiteit aan technieken en het gebruik van celculturen en kleine diermodellen, zijn de dagen vaak langer en eindigt de week niet altijd op vrijdag. Maar door de grote variatie en opportuniteiten die dit doctoraat mij bieden, heb ik er absoluut geen probleem mee om eens wat langer te werken.
104
Wim Veraverbeke n
Afgestudeerd in: 1995
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde, major: industriële microbiologie, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Fugeia www.fugeia.com
n
Functie: Projectleider
“Na vier jaar besliste ik om voor een andere uitdaging te gaan.”
105
Uitstel van keuze In het secundair onderwijs had ik eigenlijk een vrij brede interesse; naast wiskunde en wetenschappen kon bijvoorbeeld ook geschiedenis mij erg boeien. De opleiding tot bio-ingenieur sprak me wel aan omwille van de veelzijdigheid, omwille van de beroepsmogelijkheden (en daarom geen geschiedenis) en eigenlijk ook omwille van een beetje uitstel van keuze. Tijdens de onderzoeksfase voor mijn masterproef werd mijn interesse in het onderzoek van de levensmiddelenchemie aangewakkerd. Ik heb er dan ook voor gekozen om als bursaal van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) te doctoreren aan hetzelfde laboratorium en dit in het domein van tarweproteïnen. Daarna ben ik nog enkele jaren actief geweest als postdoctoraal onderzoeker in hetzelfde laboratorium tot ik in 2004 de kans kreeg om aan de slag te gaan bij de Research & Development afdeling van Tate & Lyle, nu Syral, in Aalst. Daar maakte ik deel uit van een team van onderzoekers dat zich bezighield met het ontwikkelen van nieuwe producten afgeleid uit tarweproteïnen en tarwezetmeel.
Bevorderen van de gezondheid Na vier jaar Aalst besliste ik om voor een andere uitdaging te gaan, namelijk projectleider bij Fugeia, een spin-off van K.U.Leuven. In mijn huidige functie ben ik verantwoordelijk voor product- en procesontwikkeling. Dit betekent dat ik voor nieuwe producten het productieproces op punt stel, vertrekkende van laboschaal om dan verder via pilootschaal tot een industrieel proces te komen. Het product waar momenteel de meeste tijd naar uitgaat, is een gezondheidsbevorderende (prebiotische)
vezel gemaakt uit tarwezemel. Het op punt stellen van het productieproces houdt ondermeer in dat procescondities moeten worden geoptimaliseerd om op een zo rendabel mogelijke manier de gewenste producteigenschappen te bekomen. Dit betekent bijvoorbeeld dat testen moeten worden opgezet met producenten van procesapparatuur om geschikte toestellen en procescondities te selecteren. Daarnaast bestaat mijn functie ook uit het coördineren van pilootproducties om enerzijds het proces te testen en anderzijds product aan te leveren voor testen door potentiële toekomstige afnemers van het product. Naast een toch wel gevarieerde technische kennis, heb je ook voldoende sociale vaardigheden en talenkennis nodig. De job vereist een erg gevarieerde kennis in zowel (bio)chemische, microbiologische en procesgerelateerde domeinen, die je toch wel typisch bij bio-ingenieurs terugvindt. Werken in een klein startend bedrijf is toch wel anders dan werken voor een multinational zoals Syral met uiteraard beiden hun specifieke positieve punten. Wat ik als specifieke positieve punten ervaar in mijn huidige functie zijn de grote dynamiek, de uitdaging, grote visibiliteit (je ziet het volledige bedrijf van zeer dichtbij evolueren), het onmiddellijke resultaat van genomen acties,… Mijn huidige functie is te combineren met een gezinsleven, al is het zeker zo dat ik voor een groot stuk beroep doe op mijn vrouw. Zij is er meer voor de kinderen omdat mijn functie tamelijk wat reizen (ik schat ongeveer 25% van mijn tijd) inhoudt. Om die reden heeft mijn vrouw, die eveneens bio-ingenieur is, op een gegeven moment bewust gekozen voor een loopbaan in het onderwijs.
106
Valentijn Verhaeghe n
Afgestudeerd in: 2004
n
Opleiding: Bio-ingenieur in de Scheikunde
n
Bedrijfsgegevens: Crop's NV www.crops.be
n
Functie: Key Account Manager
"De product- en technologische kennis van chemische en nutritionele aspecten en de productiewijze is van belang bij soms hoogoplopende onderhandelingsdiscussies"
107
Crop’s NV is een West-Vlaams familiebedrijf uit Ooigem en is producent van diepgevroren groenten, fruit en kant-en-klare maaltijden. De jaarlijkse omzet bedraagt ca. 200 miljoen euro en er zijn ongeveer 250 mensen tewerkgesteld. Crop’s NV produceert voornamlijk Private Label-producten (de zogenaamde huismerken van de supermarkten), maar toch ook een aantal producten onder de merknaam Crop’s.
De klant analyseren en begrijpen Als Key Account Manager (KAM) bij een middelgrote onderneming ben je verantwoordelijk voor een aantal Europese Retailklanten zoals Delhaize, Tesco, Carrefour, Auchan, Edeka, …, waarvoor de vooropgestelde doelen moeten gerealiseerd worden. Dit betekent dat je de dagelijkse contacten onderhoudt met de aankoopcentrales. Daarvoor is het noodzakelijk dat je het type klant duidelijk analyseert én begrijpt. Als KAM ben je binnen het bedrijf de verpersoonlijking van je klant, wat ervoor zorgt dat je steeds nauwe contacten onderhoudt met diverse afdelingen zoals de logistieke dienst, Finance, Klantendienst,…).
Onderhandelen, promotieplan opstellen en verkoopcijfers opvolgen Concreet bestaat het takenpakket van een Key Account Manager uit het jaarlijks onderhandelen over de aankoopcondities van de verschillende producten met de aankopers van de retailer zoals Delhaize. Daarnaast zorgt de KAM voor een competitief en aantrekkelijk promotieplan voor zijn/haar klant. Hiervoor wordt er nauw samengewerkt met de afdeling Marketing, die instaat
voor nationale promotie- en reclamecampagnes. Verder is de KAM verantwoordelijk voor een optimaal assortiment bij de Retail-klant. ‘Category Management’ is daarbij erg belangrijk en zorgt ervoor dat de totale categorie (bijvoorbeeld de totale diepvriesgroenten categorie) bij de retailer kan groeien. Om dit te realiseren worden er continu analyses uitgevoerd. Ook is het belangrijk dat de nieuwe producten die gelanceerd worden, snel en efficiënt bij de klanten geïntroduceerd worden. Dit alles moet er toe leiden dat de vooropgestelde verkoopsresultaten worden gerealiseerd. Een dagelijkse opvolging van deze verkoopscijfers is dan ook noodzakelijk, om te kunnen bijsturen waar nodig en om strategische beslissingen te gaan nemen op (middel)lange termijn.
Oplossingsgericht denken Een functie als KAM is niet meteen een functie die geassocieerd wordt met het diploma van bio-ingenieur. Toch heeft de opleiding tot bio-ingenieur ervoor gezorgd dat ik sterk ben in het analyseren van de vele cijfergegevens. Daarnaast leer je al vroeg het definiëren van problemen en het oplossingsgericht denken, wat eigen is aan een ingenieur. Uiteraard is ook de producten technologische kennis van chemische en nutritionele aspecten, productiewijze, … van belang bij, soms hoog oplopende, onderhandelingsdiscussies. Bovendien helpt mijn opleiding mij nog steeds in het streven naar innovatieve en hoogkwalitatieve voedingsconcepten die vandaag de dag het verschil kunnen maken voor onze klanten.
108
Brecht Vermote n
Afgestudeerd in: 2002
n
Opleiding: Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer, major: bosbouw en natuurbeheer
n
Bedrijfsgegevens: Regionaal Landschap Groene Corridor vzw www.rlgc.be
n
Functie: Landschapsanimator
“Geen anonieme, administratieve dossiers die op mijn bureau passeren, maar effectief het uitwerken en opvolgen van eigen dossiers van start tot finish! “
109
Boswachter worden Mijn grote droom was boswachter worden: vrijheid, met de jeep door het bos, …. De studiekeuze werd een wikken en wegen tussen biologie of bio-ingenieur. Het interesseert mij om meer om te weten hoe de natuur in elkaar steekt en hoe je hierin kan beheren om doelstellingen te behalen. Dit toepassen van de opgedane kennis over fauna en flora vond ik (en vind je nog steeds) meer in de studie bio-ingenieur. Al heel snel bleek dat je om boswachter te worden helemaal geen bio-ingenieur hoefde te zijn. Maar niet getreurd. Tijdens de studies kwamen we via de talrijke practica en excursies in contact met het toekomstige werkveld. Studies combineren met een actief studentleven ging perfect, al was het eerste jaar vooral een verkennend jaar om het juiste evenwicht te vinden tussen studies en studentenleven. Gedurende 4 jaar nam ik presidiafuncties waar. In het laatste jaar koos ik voor het meer serieuzere studentenleven als majorverantwoordelijke en studentenvertegenwoordiger in diverse commissies. Het is vooral dit studentenlevenparcours dat me heel wat sociale vaardigheden bezorgde.
Onderzoeksopdrachten Een maand na afstuderen kon ik beginnen als wetenschappelijk medewerker aan het Labo voor Bos, Natuur & Landschap. Eerst werkte ik vijf maanden aan een onderzoeksopdracht rond gevelbegroening en muurvegetaties voor de Vlaamse leefmilieuadministratie. Daarna werkte ik gedurende 2,5 jaar actief mee aan een haalbaarheidsstudie van ecologische netwerken rekening houdend met zowel ecologische, sociale, economische als juridische aspecten. Een verhaal met vele stemmen dus, zelfs taalgrens overschrijdend.
Als praktijkassistent bij de Dienst Onderwijsondersteuning van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen stond ik in voor de practica en oefeningen voor plantkunde en ecologie.
Regionaal landschap? Vandaag werk ik mee aan een ander verhaal met vele raakvlakken aan beide vorige jobs: landschapsanimator bij Regionaal Landschap Groene Corridor vzw. Een regionaal landschap is een streek met een typisch landschap en mooie stukjes natuur, waar een team van gespecialiseerde medewerkers zich inzet om die waardevolle landschappen en natuur samen met de streekbewoners te behouden, te herstellen en te versterken. Regionaal Landschap Groene Corridor vzw wil mensen betrekken bij natuur en landschap in de regio. Hiertoe organiseren we cursussen, activiteiten en landschapsherstelwerken op terrein. Mijn kernopdracht is het stimuleren van gemeenten, verenigingen en particulieren om mee te werken aan projecten rond natuuren landschapsherstel, dorpskernvernieuwing of behoud van klein cultuurhistorisch erfgoed. Mijn job beperkt zich niet louter tot terreinbezoeken en advies, maar gaat veel verder: van planopmaak, over uitschrijven van offertevragen en bestekken, tot het opvolgen en opleveren van de eigenlijke terreinwerken (bv. herstel historische hoogstamboomgaard, restauratie ijskelder of veldkapel, achterstallige snoei monumentale boom, slibruiming van een verlandde poel of ringgracht, …). Kortom, geen anonieme, administratieve dossiers die op mijn bureau passeren, maar effectief het uitwerken en opvolgen van eigen dossiers van start tot finish!
110
Cedric Ververken n
Afgestudeerd in: 2001
n
Opleiding: 1ste bachelor Campus Kortrijk, Bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie, Doctoraat toegepaste biologische wetenschappen
n
Bedrijfsgegevens: Ablynx NV www.ablynx.com
n
Functie: Project Manager
“Mijn job is uitdagend, veelzijdig en enorm interessant. Kortom, alles waar ik op gehoopt had!”
111
In de middelbare school was ik voornamelijk geïnteresseerd in wetenschappen en in wiskunde, maar ik wist nog niet welk beroep ik uiteindelijk wilde uitoefenen. Daarom was ik toen nog niet klaar om een richting te kiezen die mijn beroepskeuze later zou bepalen (zoals bijvoorbeeld geneeskunde of diergeneeskunde). Bio-ingenieur leek me toen de ideale keuze omdat het een brede opleiding is die een goede basis legt en omdat je tijdens de bacheloropleiding kan beslissen in welke richting je verder wil gaan.
Ook nog tijd voor hobby’s Na de beginjaren heb ik de richting cel- en gentechnologie gekozen met als doel om later onderzoek te doen in een bedrijf, bijvoorbeeld in de farmaceutische sector. Tijdens mijn laatste jaar en voornamelijk dankzij mijn masterproef werd dit nog versterkt en heb ik bovendien beslist om een doctoraat te doen om meteen in een functie terecht te kunnen met voldoende verantwoordelijkheid. Ik profiteerde van het studentenleven, studeerde als het moest en had voldoende tijd om me bezig te houden met mijn hobby’s: muziek (lid van rock band), tennis, reizen. Het grootste verschil met studenten van andere richtingen was dat we veel meer les hadden, onder andere practica waar we verplicht aanwezig moesten zijn. Achteraf gezien was dat zeker niet slecht.
Nanobody-technologie Tijdens de laatste 3 maanden van mijn doctoraatsmandaat heb ik gesolliciteerd bij twee bedrijven en bij het eerste kon ik beginnen. Ik heb dus niet echt lang moeten zoeken. Al bij het eerste sollicitatiegesprek bij Ablynx wist ik dat dit een goede keuze was. Ablynx is een erg dynamisch bedrijf vol met enthousiaste medewerkers. Bovendien is het potentieel
van de Nanobody-technologie voor therapie van allerhande ziekten enorm. Ik ben begonnen als wetenschapper in het departement Farmacologie. Mijn voornaamste taak was het begeleiden van een klein team van laboranten in het ontwikkelen van methoden voor detectie van Nanobodies (=een nieuwe klasse van therapeutische proteïnen op basis van fragmenten van enkel-domein antilichamen) in bloedstalen en het testen van hun biologische activiteit, werkingsmechanisme en specificiteit. In die periode is het team waarin ik werkte serieus gegroeid en nam mijn verantwoordelijkheid ook evenredig toe. Na enkele jaren in een specifieke onderzoeksfunctie ben ik overgestapt naar Project Management. De voornaamste reden was dat ik in plaats van enkel het farmacologie gedeelte geïnteresseerd was in het volledige Research & Development proces binnen Ablynx en de projecten liever van begin tot einde wou sturen. Ik ben op dit moment projectleider van 3 projecten die allen als doel hebben om een geneesmiddel te ontwikkelen op basis van Nanobodies. Mijn taak is om de strategie van de projecten uit te tekenen in overeenkomst met onze bedrijfsdoelstellingen en om de multidisciplinaire project teams te leiden in de uitvoering van de projecten. Ik rapporteer de voortgang van de projecten aan de bevoegde instanties en ben verantwoordelijk voor alle project gerelateerde communicatie. Ook interageer ik met onze externe partners, bijvoorbeeld grote farmaceutische firma’s die investeren in projecten binnen Ablynx.
112
Colofon Deze brochure werd gerealiseerd door Katholieke Universiteit Leuven, Universiteit Gent en Universiteit Antwerpen V.U. Rony Swennen, Kasteelpark Arenberg 20, 3000 Leuven
Universiteit Antwerpen Departement Bio-ingenieurswetenschappen Groenenborgerlaan 171 BE-2020 Antwerpen, België tel. + 32 3 265 32 35
[email protected] www.ua.ac.be/tbw Universiteit Gent Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Coupure links 653 BE-9000 Gent, België tel. + 32 9 264 59 04
[email protected] www.fbw.ugent.be/ Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Kasteelpark Arenberg 20 BE-3001 Heverlee, België tel. + 32 16 32 16 29
[email protected] www.biw.kuleuven.be/