Scholen Sport
Cultuur
Aan het werk in een combinatiefunctie Combinatiefuncties conform CAO’s en voorbeelden uit de praktijk
augustus 2010
Scholen Sport
Cultuur
Aan het werk in een combinatiefunctie Combinatiefuncties conform CAO’s en voorbeelden uit de praktijk
augustus 2010
Inhoud 1. Inleiding
7
2.
Achtergrond combinatiefuncties 2.1 Wat is een combinatiefunctie? 2.2 Financiering combinatiefuncties 2.3 Cofinanciering 2.4 Combinatiefuncties en kinderopvang
7 7 8 8 8
3.
Combinatiefuncties conform CAO’s 3.1 Functies en wet- en regelgeving verschillende sectoren 3.2 Voorbeelden Taskforce Combinatiefuncties 3.3 Beloningsmatrix combinatiefuncties
9 9 11 11
4.
Voorbeelden combinatiefuncties uit de praktijk 4.1 Combinatiefuncties onderwijs en sport 4.1.1 Programmaondersteuner ‘Korfbalstimulering’ – Rotterdam 4.1.2 Lekker Fit Docent Generiek – Rotterdam 4.1.3 Gymleraar nieuwe stijl – Rotterdam 4.1.4 Medewerkers Combinatiefunctie Naschoolse Opvang – Nijmegen 4.1.5 Vakleerkracht Combinatiefuncties – Nijmegen 4.1.6 Combinatiefunctionaris – Emmen 4.2 Onderwijs en Cultuur 4.2.1 Medewerker Brede School Bibliotheek – Rotterdam 4.2.2 Medewerker Educatie – Rotterdam 4.2.3 Projectmedewerker Brede school – Amersfoort 4.2.4 Cultuurcoach – Amersfoort
12 12 12 13 13 14 14 15 15 16 16 17 17
5. Bronnen
18
19 22 25
Bijlage: Voorbeeldbeschrijving combinatiefuncties FUWA PO Bijlage: Beloningsmatrix combinatiefuncties Bijlage: CAO’s cultuursector
5
1. Inleiding
• de voorkeur gaat uit het werkgeverschap zoveel mogelijk te leggen bij scholen, sportverenigingen en culturele instellingen; • de rijksoverheid gaat ervan uit dat de bekostiging van de combinatiefuncties zonder eigen (financiële) bijdrage van schoolbesturen, sportverenigingen en culturele instellingen plaatsvindt.
Een combinatiefunctie klinkt heel leuk, maar hoe ziet een combinatiefunctie er eigenlijk uit in de praktijk? Het project “Combifuncties Onderwijs” stimuleert het werken met combinatiefuncties in het onderwijs in combinatie met de sport- en cultuursector. Bijgaande publicatie schetst eerst de achtergrond van combinatiefuncties, gaat vervolgens in op het begrip functies en functiebeschrijvingen en geeft tenslotte een aantal voorbeelden van combinatiefuncties uit de praktijk. Hiermee willen we betrokken partijen inspireren bij het invoeren van combinatiefuncties op basis van de Impuls brede scholen, sport en cultuur. Deze publicatie vormt een onderdeel van een groter pakket aan ondersteuningsmiddelen voor het primair en voortgezet onderwijs (PO en VO).
2.1 Wat is een combinatiefunctie? Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij één werkgever, maar gelijkelijk – of in ieder geval voor een substantieel deel – te werk gesteld wordt in of ten behoeve van twee werkvelden/sectoren. Een combinatiefunctionaris heeft dus één contract bij één werkgever onder één CAO. Voor medewerkers is dit de meest gewenste situatie. De medewerker is daardoor niet afhankelijk van verschillende regelingen en afspraken, maar het is aan de betrokken organisaties om afspraken te maken over zaken als de verdeling van de loonkosten, de begeleiding en de aansturing.
2. Achtergrond combinatiefuncties Om een rijke leeromgeving met maximale ontplooiingskansen voor kinderen en jongeren te creëren streeft het kabinet naar meer samenhang tussen de sectoren onderwijs, sport, cultuur, maar ook in opvang en welzijn. Het kabinet heeft met de onderwijs-, sport- en cultuursector afspraken gemaakt om meer brede scholen1 met sport- en cultuuraanbod te realiseren, de sportverenigingen te versterken en de jeugd enthousiast te maken voor sport en cultuur. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Impuls brede scholen, sport en cultuur (kortweg de Impuls genoemd). Hierbij moet ‘de realisatie van een combifunctie geen doel op zich worden maar een middel om samenwerking tussen organisaties te versterken en de doorgaande (ontwikkeling- en leer)lijn voor kinderen optimaal te benutten’2. Het kabinet wil samen met gemeenten en met de onderwijs-, sport- en cultuursector een structurele impuls geven aan de realisering van nieuwe combinatiefuncties in 2012. Het totaal aantal fte’s is onlangs op circa 2.250 fte gesteld. Dit is verspreid over het primair onderwijs (PO), het voortgezet onderwijs (VO), de sportsector en de cultuursector. Ten aanzien van de combinatiefuncties is in de Impuls het volgende afgesproken: • bij de uitvoering van de Impuls worden nieuwe, structurele functies gerealiseerd; • er wordt zoveel mogelijk ingezet op functies op uitvoerend niveau;
1 • •
•
2
We spreken van een brede school als: de school een bredere functie heeft dan die van onderwijsgever alleen; er sprake is van een substantiële uitbreiding van het activiteitenaanbod kinderen, ouders en/of buurt; de school structureel samenwerkt met meerdere partners uit de sectoren welzijn, kinderopvang, zorg, sport en/of cultuur. Expertisecentrum Jeugd Samenleving en Opvoeding (JSO).
Een combinatiefunctie moet een gezamenlijk doel dienen, namelijk een meerwaarde hebben voor alle betrokken partijen. Wie samen met een andere organisatie een combinatiefunctie wil realiseren, moet bereid zijn intensief met elkaar samen te werken. De betrokken organisaties moeten bovendien willen en kunnen investeren in een soms langdurige ontwikkeling, waar een combinatiefunctie uit kan voortvloeien, maar waarvan de resultaten vooraf niet vaststaan. Wanneer we over combinatiefuncties spreken doen we dat dus in het kader van eerdergenoemde Impuls (de 2.250 fte) en niet op basis van regelingen die voorafgingen aan de Impuls of op basis van andere regelingen3.
•
3
•
Twee voorbeelden hiervan zijn: Met de wet ‘Stimulering Arbeidsparticipatie (STAP)’die 1 januari 2009 in werking trad, verruimde het kabinet de mogelijkheid voor gemeenten om voor werkzoekenden aan scholen een loonkostensubsidie te verstrekken. De loonkostensubsidie wordt verstrekt aan de scholen met als achtergrond dat de productiviteit van de betrokkene de eerste tijd lager is dan de loonkosten. De hoogte van de subsidie wordt door de gemeente bepaald en kan gebruikt worden voor scholing en begeleiding. De regeling is met name gericht op werklozen en gedeeltelijk arbeidsongeschikten die langer dan een jaar werkloos zijn. Scholen kunnen voor deze groep een jaar lang subsidie krijgen van maximaal 50 procent van het minimumloon. Daarnaast wil het kabinet de komende jaren door middel van het creëren van participatieplaatsen de arbeidsparticipatie vergroten. Voor het onderwijs betekent dit dat deze participatieplaatsen kunnen worden ingezet om extra ondersteunend personeel te verkrijgen. Het gaat daarbij om mensen die met behoud van uitkering (maximaal) twee jaar hernieuwde werkervaring op kunnen doen op een additionele arbeidsplaats. Deze mensen ontlasten de school door het verrichten van ondersteunende werkzaamheden op bijvoorbeeld administratief of facilitair gebied. Het voordeel voor de school is dat deze de beschikking krijgt over extra personeel, terwijl de betrokkene werkervaring opdoet en zo zijn kansen op betaalde arbeid vergroot. Hij of zij behoudt in deze periode zijn uitkering en komt niet in dienst bij de school.
7
2.2 Financiering combinatiefuncties Gemeenten hebben de regie over de uitvoering van de regeling. De financiering van de Impuls loopt dan ook via hen. De Impuls wordt gefaseerd ingevoerd door middel van tranches, waarbij het budget uiteindelijk aan alle gemeenten in Nederland ter beschikking komt. Het beschikbare budget loopt in de periode 2008 t/m 2012 op. Het streven is om uiteindelijk binnen alle Nederlandse gemeenten combinatiefuncties te realiseren. De middelen voor de Impuls worden deels door de overheid (ongeveer 40%) en deels door gemeenten (ongeveer 60%) beschikbaar gesteld. In het eerste jaar van deelname door een gemeente financiert de rijksoverheid 100%. De beschikbare middelen worden uitgekeerd via het gemeentefonds. De rijksbijdrage wordt onder gemeenten verdeeld middels een simpele, objectieve verdeelsleutel. Omdat de Impuls zich richt op de schoolgaande jeugd in het PO en VO, is gekozen voor een verdeling op basis van het aantal inwoners onder de 18 jaar.
2.3 Cofinanciering In een gemeentelijke verklaring worden op hoofd lijnen afspraken gemaakt over de realisering van combinatiefuncties. De inzet van de gemeentelijke middelen hangt af van de goedkeuring van de gemeentebegrotingen 2009 tot en met 2012 door de gemeenteraad en het College van Gedeputeerde Staten. Mocht het niet lukken deze goedkeuring te krijgen, dan trekt de gemeente vanaf dat moment haar verklaring in. De bijdrage van de rijksoverheid houdt dan op en daarmee stopt de deelname aan de Impuls. De gemeente blijft verantwoordelijk voor de continuïteit van de middelen. Voor cofinanciering mag ook gebruik gemaakt worden van een derde geldstroom. Als deze echter stopt, is het aan de gemeente om hier een oplossing voor te vinden. De betrokken sectoren (scholen, sportverenigingen of culturele instellingen) mogen maximaal eenderde van de totale lokale cofinanciering financieren, op voorwaarde dat dit in overleg en overeenstemming met deze lokale partijen gebeurt. Het totale budget van de Impuls is bedoeld voor combinatiefuncties/personele kosten van 2.250 fte’s. Daarbij is uitgegaan van een normbedrag van € 50.000 per fte (zie toelichting kader). Dit bedrag is vastgesteld op basis van de CAO’s Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Gemeenten en Sport. Overige kosten moeten worden betaald uit de gemeentelijke middelen of door lokale partijen.
8
Deelnemende gemeenten, maar ook gemeenten die nog gaan starten met de Impuls brede scholen, sport en cultuur, hebben aandacht gevraagd voor hun moeilijke financiële positie als gevolg van de crisis. Ook hebben gemeenten en ondersteunende organisaties aangegeven dat het normbedrag van € 45.000,- voor een combinatiefunctionaris vaak niet voldoende is om een goed gekwalificeerde persoon aan te stellen, hetgeen gepaard gaat met werkervaring en opleiding. Besloten is om het normbedrag per functionaris met € 5.000 te verhogen. Hiermee komt het nieuwe normbedrag voor een combinatiefunctionaris sport/cultuur op € 50.000. Het totaal beschikbare budget bij Rijk en gemeenten blijft gelijk. Dit betekent dat in 2012 het totaal aantal fte’s dat gerealiseerd wordt naar circa 2.250 fte. wordt gesteld. Daarnaast krijgen gemeenten de mogelijkheid om maximaal eenderde van de totale cofinanciering door lokale derde partijen te laten meefinancieren, op voorwaarde dat dit in goed overleg en in overeenstemming met deze lokale partijen gebeurt.
Scholen lopen geen financieel risico bij het aanstellen van een combinatiefunctionaris, het gaat immers om structurele bekostiging. In de CAO PO (2009) zijn er zelfs specifieke bepalingen opgenomen die alleen van toepassing zijn op de combinatiefunctionaris die wordt benoemd of aangesteld binnen de school op basis van de Impuls. Naast deze specifieke bepalingen, is ook een aantal CAO bepalingen uitgesloten voor de combinatiefunctionaris. De CAO PO-partijen hebben hiertoe besloten, omdat de situatie van deze medewerkers sterk afwijkt van die van andere medewerkers in dienst van een onderwijsinstelling. De afwijkende bepalingen hebben betrekking op de benoeming c.q. aanstelling, de beëindiging van het dienstverband, de arbeidsduur, de normjaartaak en het vakantieverlof.
2.4 Combinatiefuncties en kinderopvang Realisatie van combinatiefuncties is ook mogelijk als onderwijs, sport en cultuur worden gekoppeld aan andere sectoren, zoals kinderopvang en welzijn. Dit laatste kan gewenst zijn. Immers kinderopvangorganisaties hebben zich de laatste jaren sterk toegelegd op het verzorgen van dagarrangementen (met onder andere sport en cultuur) die aansluiten op de programma’s van de basisschool. De Impuls voorziet echter niet in de financiering van dat deel van de combinatiefunctie, dat plaatsvindt in die andere sector. De financiering van de salariskosten vormt hierin geen drempel, omdat deze voor het deel kinderopvang/welzijn door deze organisaties zelf wordt
opgebracht; de continuïteit van de functies wordt hier mee bevorderd.
3. Combinatiefuncties conform CAO’s Een functie is de taakvervulling van een persoon. Om wederzijds tussen werkgever en werknemer helderheid te scheppen in wat verwacht wordt binnen een functie kan een functiebeschrijving (ook wel functieprofiel genoemd) gehanteerd worden. Een combinatiefunctionaris werkt in twee sectoren. Temeer voor deze functionaris is het van belang te weten welke werkzaamheden van de werknemer op de verschillende plaatsen verwacht worden. Bovendien dienen de twee componenten in een combinatiefunctie een logisch samenhangend geheel te vormen en min of meer gelijkwaardig te zijn in de functiewaardering. Een juiste functiebeschrijving inclusief -waardering kan hier uitkomst bieden.
3.1 Functies en wet- en regelgeving verschillende sectoren Allereerst is gekeken naar de formele kwalificatieniveaus en bevoegdheidseisen die conform de wet- en regel geving (o.a. CAO’s) van toepassing zijn. Het meest bekende en voor de handliggende is de leraar waar een onderwijsbevoegdheid verplicht is. Onderwijs De CAO’s PO en VO verplichten de werkgever om aan te geven welke functies en bijbehorende schaalniveau er binnen de schoolorganisatie voorkomen. Voor het beschrijven en wegen van functies hanteert het onderwijs het functiewaarderingssysteem FUWA. Met het FUWAsysteem kunnen allerhande functies voor de school passend en op maat beschreven en gewaardeerd worden. Er bestaat een aantal voorbeeldfuncties dat werkgevers over kunnen nemen. Als ze daarvan afwijken, moet de functiebeschrijving en -weging plaatsvinden door een SPO4-gecertificeerde FUWA deskundige. In het PO hebben de werkgevers- en werknemers organisatie twee voorbeeldfuncties conform FUWA PO beschreven. Dit zijn voorbeeldbeschrijvingen van de combinatiefunctie: • leraarondersteuner/medewerker buitenschoolse activiteiten; • leraar basisonderwijs/coördinator buitenschoolse activiteiten. Deze voorbeeldbeschrijvingen zijn opgenomen in de bijlage van deze publicatie. Voor het VO zijn geen voorbeeldbeschrijvingen opgesteld. Werkgevers zullen in samenwerking met
4
Stichting Personeelsinstrumenten Onderwijs.
een SPO-gecertificeerde FUWA deskundige een beschrijving en weging op moeten stellen als zij een combinatiefunctie binnen het functiebouwwerk opnemen.
Voor de positionering van de combinatiefunctionaris in het PO is artikel 3.30 uit de CAO PO van belang. Hierin staat vermeld: 1. Combinatiefunctionaris: de werknemer geheel of gedeeltelijk benoemd op basis van het convenant Impuls brede scholen, sport en cultuur die naast zijn werkzaamheden op school is belast met taken buiten het onderwijs. 2. Voorbeeldfuncties (verwijzend naar de hierboven genoemde voorbeeldfuncties) zijn beschreven en gewaardeerd op basis van FUWA PO. Voor afwijkende functies wordt eveneens gebruik gemaakt van FUWA PO. 3. De combinatiefunctionaris dient te voldoen aan de wettelijke bekwaamheidseisen, die op basis van de WPO en de WEC bij algemene maatregel van bestuur zijn vastgesteld en gericht zijn op het handelen in het onderwijsleerproces. 4. Werknemers zonder wettelijke lesbevoegdheid verrichten werkzaamheden in het onderwijsproces onder toezicht en verantwoordelijkheid van een bevoegde leerkracht.
Sport De sector sport gaat voor functiewaardering uit van de Integrale Functieanalysemethode (IFA-functie waarderingssysteem) en de Functieniveaumatrix (FNM). Iedere individuele werkgever, die de CAO-Sport uitvoert, is gehouden de IFA-methode toe te passen. Dit is een systeem met een indeling met functie groepen en functiejaren. De functie van de werknemer wordt aan de hand van het IFA en de FNM door de werkgever ingedeeld in functiefamilies en de daarbij behorende functieniveaus. Bij elk functieniveau behoort een salarisschaal, dat gebaseerd is op functiejaren. De toekenning van een functiejaar is gebaseerd op een normale functievervulling en vindt gewoonlijk per 1 januari van elk jaar plaats. Bij een minder dan normale beoordeling kan maximaal twee maal een functiejaar worden onthouden. Bij een zeer goede beoordeling kan de verhoging meer bedragen dan één functiejaar. De CAO-Sport geeft aan dat gelet op de eigenheid van het beroep en de werksoort in een aantal gevallen strikte toepassing van de CAO-Sport onvoldoende is voor een goede uitoefening van de functie. De sociale partners bevelen aan om in die gevallen aanvullende afspraken te maken, zoals een taakomschrijving waarin taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden duidelijk worden vastgelegd. De functieprofielen van de Taskforce Combinatiefuncties heeft de Werkgeversorganisatie inde Sport (WOS)
9
gewaardeerd met het IFA-functiewaarderingssysteem en gekoppeld aan de salarisschalen van de CAO-Sport. Het resultaat is een, met NOC*NSF afgestemde en door sociale partners in de sport goedgekeurde beloningsmatrix. Deze beloningsmatrix biedt lokale partijen op gemeentelijk niveau en sportverenigingen een handreiking bij de aanstelling en beloning van combinatiefuncties. In paragraaf 3.2 en 3.3 gaan we hier nog nader op in.
kernfuncties5. CAO-partijen kunnen besluiten kernfuncties toe te voegen respectievelijk te verwijderen. Een niet-kernfunctie is een functie die wat betreft inhoud op hoofdlijnen en/of op belangrijke onderdelen afwijkt van een kernfunctie. Niet-kernfuncties dienen te worden beschreven overeenkomstig de wijze van beschrijving van de kernfuncties. • CAO CAR-UWO Voor onderwijzend personeel dat werkzaam is in instellingen voor kunsteducatie geldt per 1 januari 2009 een nieuwe rechtspositieregeling. Deze nieuwe rechtspositieregeling zorgt ervoor dat het onderwijzend personeel op een professionele manier het vak kan uitoefenen in instellingen die met de bedrijfsvoering in kunnen spelen op opkomende trends en ontwikkelingen. De CAR-UWO is de rechtspositieregeling voor gemeenteambtenaren. In de CAR-UWO staat één hoofdstuk dat alleen geldt voor onderwijzend personeel in instellingen voor kunsteducatie. Dat is hoofdstuk 19b CAR. In dit hoofdstuk staan de afwijkingen van en aanvullingen op de CAR-UWO die alleen voor het onderwijzend personeel gelden.
Cultuur In de cultuursector is geen eenduidige, centrale CAOtafel. Er is een groot aantal landelijke sectorale CAO’s en een aantal CAO’s op instellingsniveau. Enkele landelijke CAO’s hebben naar aard en traditie veel overeenkomsten met onderwijs en gemeenten op lokaal niveau en hebben de grootste geografische vertegenwoordiging. Gezien de diversiteit aan CAO’s behandelen we ze niet allemaal, maar zoemen we in op een paar CAO’s uit de cultuursector. Voor een overzicht van de verschillende CAO’s in de cultuursector verwijzen we naar de bijlage. • CAO Openbare Bibliotheken Sinds 1 januari 2008 geldt in de CAO Openbare Bibliotheken het FUWA instrument om functies te waarderen en correct in te schalen in het loongebouw. Functieweging dient uitgevoerd te worden door een FUWA-expert. Een FUWA-expert heeft namens de WOB (Werkgeversvereniging Openbare Bibliotheken) de opleiding ‘expert-training’ gevolgd en is na toetsing namens de WOB geschikt bevonden om het FUWAinstrument voor de werkgever te gebruiken en de werkgever te adviseren bij de waardering van het niveau van een functie. Ook hier geldt, net zoals in het onderwijs, dat de FUWA-expert de bevoegdheid alleen behoudt indien ook de vervolgopleiding gevolgd wordt.
Onderwijzend personeel zijn alle medewerkers die in de kunsteducatie werkzaam zijn in de functie van docent, consulent en balletbegeleider. Er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt in junior- of seniorfuncties. Om te weten of een medewerker in de CAR-UWO als onderwijzend personeel wordt gezien, moet de functie van de medewerker gespiegeld worden aan de functiebeschrijvingen die het LOGA (Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden) voor elk van deze drie functies heeft vastgelegd. Als lokaal junior- of seniorfuncties ingevoerd worden, moet de waardering van die functies ook lokaal geregeld worden. Dit betekent dat junior- of seniorfuncties ingepast moeten worden in de salaristabel voor onderwijzend personeel. Zie voor nadere informatie: http://www.car-uwo.nl/.
In deze CAO wordt gesproken over referentiefuncties en van het functieprofiel/functiebeschrijving. Referentiefuncties zijn compacte beschrijvingen van voorkomende functies en salarisschalen ter algemene informatie van werkgevers, werknemers en kandidaatwerknemers. Het functieprofiel/functiebeschrijving is de geformaliseerde model-beschrijving van een onder de werkingssfeer van de CAO voorkomende functie met een erbij vermelde salarisschaal, uitvoeriger dan de daarvan afgeleide referentiefunctie, en bedoeld als handreiking voor het proces van functiewaardering door de werkgever. • CAO Kunsteducatie In de CAO voor kunsteducatie geldt 1 januari als vaste periodiekdatum voor alle medewerkers. De functiestructuur is ingericht overeenkomstig het door KPMG uitgebrachte Eindrapport ‘Een vernieuwd functie- en loongebouw in de sector Kunstzinnige Vorming’. De functiestructuur onderscheidt
10
Kinderopvang In de sector kinderopvang hanteert men twee cao’s, namelijk de CAO Kinderopvang, voor Kindercentra en Gastouderbureaus en de CAO Welzijn en Maat schappelijke Dienstverlening. Hieronder is beschreven aan welke P&O gerelateerde onderwerpen artikelen zijn gewijd. • CAO Kinderopvang De CAO Kinderopvang voor Kindercentra en Gastouder bureaus is de wettelijk verplichte CAO. De CAO kinder opvang besteedt geheel hoofdstuk 8 aan sociaal beleid en legt de nadruk op bevordering van diversiteit en de
5
Kernfuncties in de CAO zijn: Directeur, Afdelingshoofd, Coördinator/ projectleider, Controller, Consulent, Administrateur, Docent, Administratief medewerker A, Instrumentaal begeleider dans, Conciërge A, Administratief medewerker B, Conciërge B en Administratief medewerker C, Onderwijsassistent, Steunfunctieassistent.
geldende gedragscode. Hoofdstuk 9 wijdt artikelen aan instroom, loopbaanontwikkeling en professionalisering. Aan bod komen: scholings- en loopbaanbeleid, bijscholing, functionerings- en beoordelingsgesprekken en afwijkende maatregelen aangaande scholing en ontwikkeling in de sector. Het salaris van de werknemer wordt vastgesteld op een bedrag in de salarisschaal, dat bij zijn functie hoort in overeenstemming met de functiematrix (bijlage 1 van de CAO kinderopvang). Indien de werkzaamheden niet of slechts gedeeltelijk overeenkomen met een functie genoemd in de matrix dan kan men de functie op twee manieren een plaats geven. De werkgever geeft beargumenteerd aan waarom hij vindt dat die functie in die salarisschaal behoort of de werkgever stelt de salarisschaal vast met behulp van de Methodische Niveau T oekenning voor de Kinderopvang. De werkgever mag alleen gebruik maken van de MNT-methode als men beschikt over de ter inzage versie van de MNTmethode en voor de werknemer bestaat de mogelijkheid deskundige ondersteuning in te schakelen. Voor de pedagogische medewerker, leerling-werknemer (HBO) en de BBL-leerling kunnen afwijkende regelingen van toepassing zijn. • CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Een andere CAO welke de sector kinderopvang gebruikt is de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. Deze CAO besteedt aandacht aan employability. De artikelen in dit hoofdstuk worden gewijd aan scholingsbeleid en loopbaanbeleid, bijscholing en beoordelingsregeling. Het salaris van de werknemer wordt vastgesteld op een bedrag in de salarisschaal, die bij zijn functie hoort overeenkomstig de functiematrix en methodiek (bijlage 1 van de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening). Als de functie niet of slechts gedeeltelijk overeenkomt met de functies genoemd in de functiematrix dan kunnen twee maatregelen genomen worden. De werkgever kan de functie vergelijken met de functies in de functiematrix waarna hij de indeling van de beschreven functie hiervan afleidt of de werkgever deelt de functie in door gebruik te maken van de Methodische Niveau Toekenning-methode voor Welzijn.
1. Ondersteuner – activiteitenleider I a. klassenassistent (niveau 3) – pedagogisch medewerker (niveau 3) b. pedagogisch medewerker (niveau 3) – activiteitenleider c. klassenassistent (niveau 3) – sport- en bewegingsleider (niveau 3) d. pedagogisch medewerker (niveau 3) – sport- en bewegingsleider (niveau 3) e. klassenassistent (niveau 3) – instrumentaal begeleider f. sport- en bewegingsleider (niveau 3) – instrumentaal begeleider 2. Ondersteuner – activiteitenleider II a. lerarenondersteuner (niveau 4) – sport- en bewegingsleider (niveau 3) b. onderwijsassistent (niveau 4) – pedagogisch medewerker (niveau 4) c. onderwijsassistent (niveau 4) – trainer sport/amateurkunst (niveau 4) d. lerarenondersteuner (niveau 4) – trainer sport/amateurkunst (niveau 4) 3. Leraar – programma uitvoerder a. leraar lichamelijke opvoeding (niveau 5) – trainer (niveau 4) b. leraar (niveau 5) – programma uitvoerder Kunst/Cultuur 4. lijn-staffunctie/docent – kaderfunctie/ omgevingsmanager a. leraar (niveau 5) – consulent/organisator samenwerking ow, opvang, sport, cultuur b. directeur(incl docenttaken) of staffunctie (niveau 5/6) – kaderfunctie vereniging/ instelling Hierbij is gestreefd zoveel mogelijk uitvoerende functies te creëren.
3.3 Beloningsmatrix combinatiefuncties De beloningsmatrix is een beknopte weergave voor de indeling van de functies binnen de organisatie. De beloningsmatrix bevat de belangrijke aspecten uit de functiebeschrijvingen, waarbij accenten zijn aangebracht.
Rol 1
Assistent / activiteitenbegeleider I
Accent ligt op assistentie en begeleiding bij activiteiten
Rol 2
Assistent / activiteitenbegeleider II
Accent ligt op assistentie en begeleiding bij activiteiten met grote mate van zelfstandigheid
Rol 3
Leraar / programma uitvoerder
Accent ligt op onderwijs en ontwikkeling
Rol 4
Organisator omgevingsmanager / leraar (directeur)
Accent ligt op ontwikkeling en professionalisering organisatie en bedrijfsvoering
3.2 Voorbeelden Taskforce Combinatiefuncties De Taskforce Combinatiefuncties heeft in haar eind rapportage6 verschillende functieprofielen opgenomen die als raamwerk kunnen dienen voor combinatiefuncties. Hierbij is rekening gehouden met de verschillende sector-CAO’s. De volgende generieke functies zijn beschreven en tevens is aangegeven welke referentiefuncties op basis daarvan zijn uitgewerkt: ‘Aan het werk met combinatiefuncties!’ van 20 maart 2008
6
De uitwerking is opgenomen in de bijlage. Meer informatie hierover is te vinden op de website: www.w-o-s.nl.
11
4. Voorbeelden combinatiefuncties uit de praktijk
• • • • • • •
Hierna volgen enkele voorbeelden van combinatie functies uit de praktijk. Ze zijn verkregen via diverse welwillende gemeenten en andere betrokkenen die met combinatiefuncties aan de slag zijn gegaan. Ieder voorbeeld geeft beknopt informatie over: de functienaam de context van de functie wie de werkgever is waar werkzaam de resultaatgebieden (meer of minder gedetailleerd, niet altijd volledig) de geschatte tijdsbesteding de functie-inschaling en onder welke CAO de functie valt. Sommige voorbeelden zijn coördinerende combinatie functies. Hoewel de Impuls voornamelijk gericht is op uitvoerende functies aan de basis, zijn de gemeentes vrij om de functie naar eigen behoefte in te vullen. Dit betekent dan vaak dat het afgesproken normbedrag (€ 50.000) niet voldoende is. Indien lokaal voor de extra benodigde financiering wordt gezorgd, is dat echter geen probleem. De hoeveelheid informatie per voorbeeld is mede afhankelijk van de informatie die is verschaft door betrokkenen.
4.1 Combinatiefuncties onderwijs en sport Veel mensen met een combinatiefunctie zijn werkzaam binnen de sportsector én binnen het primair onderwijs. Bijvoorbeeld de vakleerkracht in Nijmegen die zowel werkzaamheden voor de vereniging als de school verricht. Deze functionaris richt zich op het verzorgen van bewegingsonderwijs op basisscholen en verzorgt sportactiviteiten op sportverenigingen. Of de gymleraar nieuwe stijl in Rotterdam. Hierna volgt een aantal voorbeelden van combinatiefuncties in de onderwijs en sport sector.
4.1.1 Programmaondersteuner ‘Korfbalstimulering’ – Rotterdam Functienaam: Programmaondersteuner ‘Korfbalstimulering Rotterdam’. Context: Het ondersteunen van de Rotterdamse korfbal verenigingen met bijzondere aandacht voor het invullen van hun grotere maatschappelijke rol in het basisonderwijs, de naschoolse opvang en/of de wijk. Het programma ‘Korfbalstimulering Rotterdam’ bestaat uit tien
12
Rotterdamse korfbalverenigingen. De programmaondersteuner is inzetbaar voor de organisatie en de ondersteuning van activiteiten bij alle tien de v erenigingen. Ook werkt de programmaondersteuner per periode op vijf tot tien verschillende basisscholen in Rotterdam. Elke periode (ongeveer acht weken) krijgt een bepaald aantal scholen in Rotterdam korfbalclinics aangeboden. Als de korfbalclinic kinderen enthousiasmeert voor het korfbal, dan zorgt de programmaondersteuner voor vervolgtraining op een vereniging. In de eerste instantie verzorgt de programmaondersteuner deze training, daarna neemt de club het over. Werkgever: WGI (Werkgevers Instituut), begeleiding vanuit Stichting Rotterdam Sportsupport. Werkzaam bij: Verschillende basisscholen en tien korfbalverenigingen welke tot het programma ‘Korfbalstimulering Rotterdam’ behoren. Resultaatgebieden: 1. Verzorgen van korfballessen: • geeft korfballessen in het basisonderwijs (onder supervisie van de vak- of groepsleerkracht) en geeft naschoolse korfballessen bij de school, in de wijk en/of bij de vereniging; • enthousiasmeert en stimuleert leerlingen om deel te nemen aan de lessen; • begeleidt geïnteresseerde leerlingen naar een korfbalvereniging; • creëert en versterkt contacten tussen het onderwijs en korfbalverenigingen. 2. Ondersteunen van de verenigingen: • geeft korfbaltechnische ondersteuning aan de verenigingen; • ondersteunt de verenigingen bij acties uit het traject ledenbehoud; • ondersteunt de verenigingen bij de op-/doorstart van KorfbalFit (35+), gehandicaptenkorfbal en/of overig doelgroepgericht aanbod; • ondersteunt de verenigingen bij het vergroten van het netwerk in de omgeving en het samenwerken met partijen als naschoolse opvang en wijkorganisaties. 3. Overige werkzaamheden m.b.t. de speerpunten van “Korfbalstimulering Rotterdam”: • ondersteunt de verenigingen bij de organisatie en/of uitvoering van ledenwervingsactiviteiten; • enthousiasmeert en adviseert gymdocenten en anderen tot het organiseren van korfballessen; • draagt bij aan een voldoende, kwalitatief goed (verenigings)kader om overdag korfballessen te kunnen geven en/of hierbij te assisteren wanneer de projectondersteuner deze lessen geeft. Geschatte tijdsbesteding: 45% korfballessen op basisscholen, 35% ondersteunen vereniging en 20% overige werkzaamheden.
Functie-inschaling: Inschaling conform schaal 6 van de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. Salaris schaal 6: min. €1.881,- en max. €2.647,- op basis van 1fte (loonpeil 1 mei 2008).
Geschatte tijdsbesteding: 70% op school en 30% buitenschools/vereniging.
4.1.2 Lekker Fit Docent Generiek – Rotterdam
Functie-inschaling: Inschaling conform schaal 6 van CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. Salaris schaal 6: min. €1.881,- en max. €2.647,- op basis van 1fte (loonpeil 1 mei 2008).
Functienaam: Lekker Fit Docent Generiek.
4.1.3. Gymleraar nieuwe stijl – Rotterdam
Context: De hoofddoelstelling van het Lekker Fit programma is de Rotterdamse jeugd in het voortgezet onderwijs te stimuleren tot een duurzame en gezonde leefstijl. Het programma laat leerlingen (en hun ouders) op een doelgroepgerichte en inhoudelijke manier kennis maken met een gezondere manier van leven waarbij beweging en voeding centraal staan. Doel van de functie is het verzorgen van sportlessen, tijdens en na schooltijd, waardoor leerlingen van het voortgezet onderwijs in Rotterdam meer interesse krijgen in blijvende sportbeoefening. Werkgever: WGI (Werkgevers Instituut). Werkzaam bij: VO scholen Rotterdam en sportorganisaties en -verenigingen. Resultaatgebieden: 1. Verzorgen van sportlessen, tijdens en na schooltijd en binnen sportverenigingen, waardoor leerlingen van het voortgezet onderwijs in Rotterdam meer interesse krijgen in blijvende sportbeoefening: • verzorgt sportlessen, tijdens en na schooltijd en binnen sportverenigingen; • laat leerlingen kennismaken met een bepaalde tak van sport; • enthousiasmeert en stimuleert leerlingen om structureel en actief deel te nemen aan sportlessen na schooltijd; • begeleidt geïnteresseerde leerlingen naar een sportvereniging en tracht hen daar structureel en actief onder te brengen; • levert een bijdrage aan de structurele relatie tussen leerlingen van het voortgezet onderwijs en lokale sportverenigingen; • creëert, versterkt en onderhoudt contacten met sportverenigingen in een bepaalde tak van sport. 2. Uitvoeren van de scholencompetitie: • voert de scholencompetitie aan de hand van een verkregen draaiboek uit; • legt waar mogelijk nieuwe contacten met de doelgroep; • treedt op als scheidsrechter tijdens de wedstrijden; • organiseert, coördineert en voert het wedstrijdsecretariaat.
Functienaam: Gymleraar nieuwe stijl. Context: Samen met een aantal andere maatregelen uit het actieprogramma Voeding en Beweging moet ‘Lekker Fit!’ ervoor zorgen dat gezond gedrag weer vanzelfsprekend wordt. De aanpak is gericht op de verandering van de leefstijl van kinderen en het terugdringen van overgewicht. Het project ‘Lekker Fit!’ start op scholen in wijken waar overgewicht relatief veel voorkomt. Omdat de situatie per deelgemeente, wijk en school verschilt, wordt voor elke deelnemende school een plan op maat gemaakt. De Gymleraar nieuwe stijl is daarin een belangrijke schakel. Deze leraar fungeert als “de spin in het web” van het beweegaanbod en is daarbij de contactpersoon richting de kinderen, de school, de ouders en externe partijen. Werkgever: WGI ( Werkgevers Instituut). Werkzaam bij: Meerdere basisscholen en Sport en Recreatie Rotterdam. Resultaatgebieden: 1. Voorbereiden van beweegprogramma’s: • vertaalt vraagstellingen en -keuzen in concrete sportactiviteiten(doelen); • bereidt voor en verzorgt de afstemming en de informatievoorziening/communicatie naar alle betrokken in- en externe partijen (kinderen, leraren, ouders, accommodaties en projectleiders); • fungeert als aanspreekpunt voor de sportactiviteiten in overlegsituaties; • zorgt voor een jaarplanning; • werkt een vakwerkplan bewegingsonderwijs uit volgens het Basisdocument; • neemt deel aan themadagen en beweegteams. 2. Verzorgen van de gymlessen tijdens schooltijd. • structureert activiteiten (welke, wanneer en doelgroep); • voert een concreet vakwerkplan bewegingsonderwijs uit met de kinderen; • stimuleert en ondersteunt individuen en teams bij het realiseren van het programma (= het behalen van de eindtermen voor het bewegingsonderwijs);
13
• stimuleert kinderen richting sportverenigingen en naschoolse activiteiten; • houdt de Fitmeter bij. 3. Coördinatie activiteiten ten behoeve van een gezonde leefstijl: • coördineert voorlichtingsbijeenkomsten voor leerkrachten en ouders; • organiseert activiteiten (welke, wanneer en doelgroep(en)); • verzorgt een gevarieerd programma aan activiteiten; • stimuleert en ondersteunt kinderen, ouders, groepsleerkrachten en team bij het realiseren van het programma. 4. Evaluatie en bijstelling sportprogramma´s: • evalueert het vakwerkplan en jaarplan; • signaleert knelpunten in de voortgang en levert bijdragen aan de oplossing daarvan; • stelt doelen op/bij in overleg met betrokken partijen en ontwikkelt alternatieven voor de uitvoering van de sportprogramma’s; • stelt het rapport ‘Lekker Fit!’ en de Fitmeter op en rapporteert hierover. 5. Opbouwen en onderhouden van een functioneel relatienetwerk: • brengt de juiste in - en externe partijen bij elkaar, creëert draagvlak en de noodzakelijke randvoorwaarden, zoals met scholen, kinderen, ouders, buurt- en welzijnsorganisaties, sportverenigingen en de jeugdgezondheidszorg; • zorgt voor een inzichtelijk en overdraagbaar netwerk; • houdt de vakliteratuur bij en bezoekt activiteiten zoals lezingen en andere (al dan niet sportgerelateerde) bijeenkomsten symposia, congressen, e.d.; • onderhoudt het uitgebreide netwerk van ex-ALO’ers waar je zelf ook deel van uitmaakt; • neemt deel aan themadagen met vakgroepleden en beweegteams ten behoeve van de deskundigheidsbevordering. Geschatte tijdsbesteding: 70% op school en 30% buitenschools/vereniging. Functie-inschaling: Inschaling conform schaal 9 van de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. Salaris schaal 9: min. €2.445,- max. €3.551,- op basis van 1 fte (loonpeil 1 mei 2009). ALO diploma.
Twaalf combinatiefunctionarissen gaan de komende jaren sportverenigingen versterken, het dagelijkse sport- en beweegaanbod vergroten, het bewegingsonderwijs vernieuwen en de samenwerking tussen sportverenigingen en onderwijs intensiveren. Werkgever: Stichting Sport Service Noord-Holland. Werkzaam bij: Scholen en sportverenigingen. Resultaatgebieden: 1. Werkzaamheden onderwijs: • draagt zorg voor de ontwikkeling van een programma voor buitenschoolse activiteiten, aanbod en jaar doelstellingen; • draagt zorg voor logische en toegankelijke verbindingen tussen onderwijs en activiteiten. Heeft in dit kader overleg met scholen verenigingen en belanghebbenden en coördineert de inzet van vrijwilligers; • draagt zorg voor informatieverstrekking en het voorlichtingsmateriaal in het kader van de buitenschoolse sportactiviteiten. 2. Werkzaamheden vereniging: • draagt zorg voor de ondersteuning c.q. versterking van verenigingen door: - advisering m.b.t. organisatievraagstukken, strategie en beleid; - opzetten samenwerkingsverbanden tussen verenigingen onderling of met andere partners; - opzetten vrijwilligerspool; - uitvoering sportactiviteiten; - fondswerving. • verzorgt de activiteiten (clinics, opzet dependences van sportverenigingen e.d.) Geschatte tijdsbesteding: 50% op school en 50% ten behoeve van vereniging (uiterste grens 30%-70%). Functie-inschaling: Inschaling conform schaal 8 van de CAO – Sport. Salaris schaal 8: min. €2.079,- en max. €3.148,- op basis van 1 fte (loonpeil 1 juni 2008). MBO werk- en denkniveau, CIOS-diploma.
4.1.5 Vakleerkracht Combinatiefuncties – Nijmegen 4.1.4 Medewerkers Combinatiefunctie Naschoolse Opvang – Nijmegen
Functienaam: Vakleerkracht Combinatiefuncties.
Functienaam: Medewerker Combinatiefunctie Naschoolse Opvang
Context: De Gemeente Nijmegen wil sport en onderwijs dichter bij elkaar brengen door de Impuls Combinatiefuncties. Twaalf combinatiefunctionarissen gaan de komende jaren sportverenigingen versterken, het dagelijkse sport- en beweegaanbod vergroten, het
Context: De Gemeente Nijmegen wil sport en onderwijs dichter bij elkaar brengen door de Impuls Combinatiefuncties.
14
bewegingsonderwijs vernieuwen en de samenwerking tussen sportverenigingen en onderwijs intensiveren. Werkgever: Stichting Sport Service Noord-Holland. Werkzaam bij: Basisscholen en sportverenigingen. Resultaatgebieden: 1. Werkzaamheden onderwijs: • adviseert scholen t.a.v. het bewegingsonderwijs en de sportsimulatie: draagt i.o.m. het schoolbestuur zorg voor de ontwikkeling van het programma hiervoor; • verzorgt de activiteiten die voortkomen uit het programma bewegingsonderwijs en sportsimulatie (lessen LO, clinics, gezondheidsprojecten etc.); • houdt in het kader van de doelen van het bewegingsonderwijs het leerlingvolgsysteem bij; • ontwikkelt (waar nodig) op de maat van het individuele kind een begeleidingsplan (b.v. in geval van obesitas, stagnatie ontwikkeling e.d.) en verzorgt de uitvoering daarvan. 2. Werkzaamheden vereniging/scholen: • ondersteunt en versterkt de sportverenigingen door: - advisering m.b.t. organisatievraagstukken, strategie en beleid; - opzetten samenwerkingsverbanden tussen verenigingen onderling of met andere partners; - opzetten vrijwilligerspool; - uitvoering sportactiviteiten; - fondswerving. Geschatte tijdsbesteding: 50% op school en 50% ten behoeve van vereniging (uiterste grens 30%-70%). Functie-inschaling: Inschaling conform schaal 9 van de CAO – Sport. Salaris schaal 9: min. €2.295,- en max. €3.504,- op basis van 1 fte (loonpeil 1 juni 2008). HBO werk- en denkniveau, Diploma ALO of PABO met aantekening bewegingsonderwijs.
4.1.6 Combinatiefunctionaris – Emmen Functienaam: Combinatiefunctionaris. Context: De gemeente Emmen werkt met een combinatie functionaris ‘nieuwe stijl’. Hier gaat het om iemand, die vanuit zijn deskundigheid, opleiding en ervaring op sportgebied, in het onderwijs, sport en jongerenwerk (buurt) wordt ingezet. De medewerkers gaan zich inzetten voor de samenwerking tussen scholen, verenigingen en de wijk, met sport als verbindende factor. Deze persoon is een waardevolle aanvulling op de bestaande
jongerenwerkers. De combinatiefunctionaris ‘nieuwe stijl’ organiseert, samen met jongeren, aansprekende activiteiten op het vlak van bewegen, sport en dans. Het is duidelijk, dat nauwe samenwerking tussen de combinatiefunctionaris ‘nieuwe stijl’ en de jongerenwerkers in de wijk een grote meerwaarde heeft. Tevens kan deze functionaris ingezet worden binnen het onderwijs als vakdocent LO en binnen een sportvereniging als sporttechnisch kader of verenigingsmanager. Werkgever: Gemeente Emmen. Werkzaam bij: Scholen en sportverenigingen. Resultaatgebieden: 1. Werkzaamheden onderwijs: • voert motorische doelen uit die een Brede School heeft geformuleerd; • verzorgt bewegingsonderwijs binnen het primair en/of voortgezet onderwijs; • voert, onderhoudt en legt contacten naar scholen voor basis en voortgezet onderwijs in de betreffende dorpen en wijken; • stimuleert en stemt sportactiviteiten af met scholen, in het kader van bewegen en sportieve, gezonde leefstijl en een doorgaande ontwikkelingslijn voor motoriek. 2. Werkzaamheden vereniging: • verricht activiteiten voor sportverenigingen en versterkt de sportvereniging(en). 3. Stimulering sport- en beweegactiviteiten: • stimuleert jeugd van 2 tot 16 jaar tot deelname aan sport- en beweegactiviteiten en een actieve en gezonde leefstijl in relatie met een wijkgebonden volksgezondheid aanpak; • bereikt/activeert afhankelijk van dorps c.q. wijkproblematiek bepaalde achterstandsgroepen; • activeert deze doelgroep om zelf sport- en beweeginitiatieven te ontplooien, (jeugdparticipatie binnen sport); • organiseert aansprekende sport en beweegactiviteiten voor deze doelgroep (op het snijvlak van sport, cultuur en muziek,), aansluitend op bestaande activiteiten, zo mogelijk in samenwerking met jongeren zelf. Geschatte tijdsbesteding: 1/3 op school, 1/3 verenigingsondersteuning en 1/3 overig. Functie-inschaling: Inschaling conform schaal 8 van de CAR-UWO. Salaris schaal 8: min. €2.079,- en max. €3.027,- op basis van 1 fte (loonpeil 1 juni 2008).
4.2 Onderwijs en Cultuur In de cultuursector worden de mensen met een combinatiebaan de cultuurcoach genoemd.
15
Bijvoorbeeld in Rotterdam, waar het RO Theater in 2009 drie theaterdocenten als cultuurcoach heeft aangetrokken. Zij voeren op dit moment op drie brede scholen voor voortgezet onderwijs in Rotterdam een ‘talentcasting project’ uit en werken in de verlengde schooltijd met enthousiaste leerlingen aan een eigen versie van de voorstelling Romeo en Julia. Door dit project levert het RO Theater een professionele bijdrage aan het culturele programma van de brede scholen. Hieronder een aantal voorbeelden van combinatie functies in de onderwijs en cultuur sector.
4.2.1 Medewerker Brede School Bibliotheek – Rotterdam Functienaam: Medewerker Brede School Bibliotheek. Context: De Bibliotheek Rotterdam biedt Brede School activiteiten op het gebied van mediawijsheid en leesplezier. Mediawijsheid is het goed begrijpen van en participeren in media, informatiestromen en maatschappij. Hieronder vallen onder andere lees- en schrijfvaardigheden, informatievaardigheden, ICTvaardigheden, mediabewustzijn en verantwoord gebruik en veiligheid. Het uitgangspunt van elk onderdeel is plezier in het (gaan) lezen en het spelen met taal. Werkgever: WGI (Werkgevers Instituut). Werkzaam bij: Werkzaam op één of meerdere basisscholen in Rotterdam en voor bibliotheek Rotterdam. Resultaatgebieden: 1. Werkzaamheden mediatheek: • voert activiteiten uit op het gebied van mediawijsheid en leesplezier zoals ontwikkeld door de Bibliotheek, op scholen in het basis- en het voorgezet onderwijs of in de bibliotheek binnen het werkgebied van de stad Rotterdam; • beheert een mediatheek voor basisschoolleerlingen; • verzorgt leespromotie aan groepen leerlingen; 2. Werkzaamheden Brede School: • organiseert en voert zelfstandig activiteiten uit gericht op de doelgroep; • verzorgt onderwijs (indien onderwijsbevoegdheid of anders bereidheid deze te halen). Functie-inschaling: Inschaling conform CAR–UWO. Salaris op basis van 1 fte in schaal 7 (indicatief): min. 1.810,- en max. € 2.672 bruto per maand. Loonpeil: 1 juni 2008.
16
4.2.2 Medewerker Educatie – Rotterdam Functienaam: Medewerker Educatie (theaterdocent) in de functie van combinatiefunctionaris Brede Scholen. Context: In het kader van de Impuls, wordt middels deze functie een professionele bijdrage geleverd aan het culturele programma van de Brede Scholen en wordt een structurele samenwerking met deze scholen opgebouwd, waar de leerlingen van huis uit minder snel met theater in aanraking komen. Daarnaast is het de bedoeling om met het project Talentcasting nieuw talent op de scholen te ontdekken en een nieuw en jong publiek bereiken. De combinatiefunctionaris wordt ingezet voor de programmering van het culturele gedeelte van de verlengde schooldag. Het talentcasting project draagt bij aan de sociale vaardigheden, taalvaardigheid en integratie van de leerlingen en vergroot de belang stelling van ouders en buurtbewoners voor het culturele programma van de school. Werkgever: Stichting Theaterproductie Rotterdam (RO Theater). Werkzaam bij: Brede scholen en RO theater. Resultaatgebieden: 1. Ontwikkelen en organiseren van educatieve activiteiten: • ontwikkelt educatieve projecten in het kader van de culturele programmering van de Brede School op basis van het vastgestelde beleid van het RO Theater; • draagt bij aan het bevorderen van samenwerking en afstemming tussen de Brede School en het RO Theater; • opent en onderhoudt het contact met de omgeving van de school (organisaties in de wijk, ouders); • ontwikkelt ideeën voor publiekswerving bij de educatieve projecten en de producties van het RO Theater. 2. Uitvoeren van educatieve activiteiten: • voert zelfstandig educatieve projecten uit; • voert overleg over de projecten met de Brede Schoolcoördinator c.q. CKV coördinator en met het afdelingshoofd educatie; • ontvangt en begeleidt deelnemers en publieksgroepen bij educatieve projecten en voorstellingen. Geschatte tijdsbesteding: 0,2 fte, 100% op de school (1 dag per week). Functie-inschaling: Conform CAO Nederlands Theater.
4.2.3 Projectmedewerker Brede school – Amersfoort Functienaam: Projectmedewerker Brede school. Context: Voor de komst van Combinatiefuncties is Amersfoort gestart met de Amersfoortse Brede Combinatiescholen (ABC-scholen). Nu wil Amersfoort een samenwerking bereiken tussen deze twee projecten. De ABCscholen zijn in eerste instantie gestart met een aantal cultuurprogramma’s. De projectmedewerker is op de verschillende ABC-scholen werkzaam als organisator en ondersteuner van deze programma’s. Werkgever: Scholen in de Kunst (regionaal centrum voor kunsteducatie). Werkzaam bij: Amersfoortse Brede Combinatie-scholen (ABC-scholen) en Scholen in de Kunst. Resultaatgebieden: 1. Organiseren en ondersteunen van cultuurprogramma’s: • organiseert en plant programma’s zoals Jongleren met Kunst en Spelen met Kunst; • ondersteunt het docententeam dat in de brede scholen werkt in praktische zin bij de organisatie van de cultuurprogramma’s; • voert administratieve taken (o.a. contracten, uitbetalingen, verslagen en brieven schrijven) uit; • werft deelnemers voor bovenstaande programma’s. Geschatte tijdsbesteding: 20 uur per week vanuit Scholen in de Kunst. Functie-inschaling: Inschaling conform CAR-UWO. Salaris op basis van 1 fte in schaal 6: min. €1608,- en max. €2438,- bruto per maand. Loonpeil: 1 juni 2008.
gebieden muziek, dans, theater een beeldende kunst, afhankelijk van het vakgebied van de vakdocent. Hierbij draait het om onderschoolse, voorschoolse en naschoolse activiteiten. Werkgever: Scholen in de Kunst (regionaal centrum voor kunsteducatie). Werkzaam bij: Drie ABC-scholen met daarin negen individuele scholen en andere instanties en Scholen in de Kunst. Resultaatgebieden: 1. Verzorgen van vaklessen aan kinderen: • verzorgt zogenaamde snuffellessen; • verzorgt vaklessen (onder- en voorschools) in een discipline; • geeft vorm aan verschillende lessen naar aanleiding van een onderwerp. 2. Training van basisschoolleerkrachten in een discipline: • verzorgt teamtraining/teamworkshops aan de hand van methoden; • verzorgt korte cursussen; • reikt nieuwe lesvormen aan voor groepsleerkrachten. 3. Aanspreekpunt en promotor van culturele activiteiten: • draagt zorg voor de communicatie tussen verschillende partijen en instanties in de wijk; • promoot de culturele activiteiten die Scholen in de Kunst in de ABC aanbiedt; • fungeert als aanspreekpunt voor de culturele activiteiten; • inventariseert de mogelijkheden op de scholen (qua instrumenten en vakkennis). Geschatte tijdsbesteding: 12 uur per week waarvan 8 contacturen en 4 ontwikkelen voorbereidingsuren. Functie-inschaling: Inschaling conform CAR–UWO. Salaris op basis van 1 fte in schaal 8 (indicatief): min. €2079,- en max. € 3027,bruto per maand. Loonpeil: 1 juni 2008.
4.2.4 Cultuurcoach – Amersfoort Functienaam: Cultuurcoach (muziek, dans, theater en beeldende kunst). Context: Doel is een breder aanbod op het gebied van kunst, cultuur aan te bieden. Amersfoort richt zich daarbij op de drie krachtwijken: Liendert/Rustenburg, Soesterkwartier en Kruiskamp/Koppel. De cultuurcoaches bereiden het lesprogramma voor en geven deze vorm. In samenwerking met drie ABC-scholen (Amersfoortse Brede Combinatie-scholen) met daarin de negen individuele scholen is de cultuurcoach verantwoordelijk voor de invulling van het programma op de
17
5. Bronnen Taskforce Combinatiefuncties, ‘Aan het werk met combinatiefuncties’ (maart 2008). Jeugd Samenleving en Opvoeding (JSO) publicatie, Handboek Combifuncties realiseren: handboek voor gemeenten, kinderopvang, welzijn, sport en cultuur (oktober 2008). CAO PO, 2009. CAO-Sport, 2007 – 2009. CAO voor Sportverenigingen, 31 oktober 2003. CAO Bibliotheken, 2007 – 2009. Principeakkoord CAO Kunsteducatie, 2009. CAO Kinderopvang 2008 – 2009 CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening 2008 – 2011
Websites: www.car-uwo.nl www.w-o-s.nl www.combifuncties.nl www.combifunctiesonderwijs.nl www.combinatiefuncties.nl http://www.mijnvakbond.nl/Documenten%20MijnVakbond.nl/Welzijn/Algemeen/CAO%20W%20en%20MD.pdf http://www.skaonline.nl/Library/Documents/CAO_2008-2009.pdf http://www.fnvsport.nl/uploadedfiles/cao_sport_2007-2009.pdf http://www.fnvsport.nl/uploadedfiles/caovoorsportverenigingen.pdf http://www.abvakabofnv.nl/docs/cao/cao_58_26_20070101-20090630_t.pdf http://www.cnvkunstenbond.nl/upload/base1/File/CAO%20kunsteducatie.pdf
18
Bijlage: Voorbeeldbeschrijving combinatiefuncties FUWA PO Er bestaan twee voorbeeldbeschrijvingen voor de combinatiefunctie conform de CAO PO. Voorbeeldbeschrijving I: Leraarondersteuner/medewerker buitenschoolse activiteiten Functie-informatie Functienaam : Combinatiefunctie leraarondersteuner/medewerker buitenschoolse activiteiten Salarisschaal : 7 (CAO PO) Werkterrein : Onderwijsproces → Instructie en assistentie Activiteiten : Overdragen van informatie en vaardigheden Context De werkzaamheden worden verricht op en om een (brede) school voor basisonderwijs. De combinatiefunctionaris leraarondersteuner/mede werker buitenschoolse activiteiten voert ondersteunende taken in onderwijs en leerlingbegeleiding uit onder de verantwoordelijkheid van een vak- of groepsleerkracht, ondersteunt de onderwijsvoorbereiding en neemt deel aan professionalisering. Deze ondersteunende taken in het onderwijs worden verricht als aanvulling op het programma van de leerkracht. De leraarondersteuner/ medewerker buitenschoolse activiteiten verricht daarnaast uitvoerende werkzaamheden in het kader van het aanbod buitenschoolse activiteiten. Dit aanbod kan betrekking hebben op: • sport en bewegen; • kunst en cultuur. Bij de uitvoering van ondersteunende taken in het bewegingsonderwijs is het protocol bewegingsonderwijs van toepassing.
1. • • • •
• •
Resultaatgebieden Ondersteuning onderwijs en leerlingbegeleiding. voert mede repeterende en routinematige lestaken uit en begeleidt (groepen) leerlingen; draagt bij aan een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen; stimuleert en begeleidt mede de sociale vaardigheden van leerlingen; structureert, organiseert en plant de activiteiten van leerlingen in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen; kijkt mede na en corrigeert onderwijsactiviteiten van leerlingen; houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op de terreinen sport en bewegen of kunst en cultuur en speelt er in de les op in;
• signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt deze aan de orde bij de leraar; • begeleidt leerlingen op basis van instructie, aan de hand van handelingsplannen en zoals voorzien in het zorgplan; • houdt de voortgang en ontwikkeling van leerlingen bij en bespreekt deze met de leraar; • assisteert en participeert bij gesprekken van de leraar met de ouders tijdens de ouderavonden. 2. Ondersteuning van de onderwijsvoorbereiding. • bereidt mede de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor; • kiest en hanteert, op aangeven van de leraar, verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten aansluitend op de leerdoelen; • denkt mee over les- en opvoedingsdoelen; • houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op de terreinen sport en bewegen of kunst en cultuur en denkt mee over de vertaling hiervan in werkvormen en leeractiviteiten; • doet voorstellen voor de aanschaf van (leer)materiaal. 3. Uitvoering aanbod buitenschoolse activiteiten. • activeert deelname aan buitenschoolse activiteiten; • bereidt concrete activiteiten voor; • instrueert, stimuleert en begeleidt deelnemers aan activiteiten; • signaleert knelpunten in de uitvoering en stelt deze aan de orde bij de leidinggevende; • legt contacten en werkt samen met diverse organisaties; • geeft publiciteit aan de activiteiten; • werkt samen met medewerkers, vrijwilligers en stagiairs; • adviseert bij de aanschaf van materialen en middelen en de inrichting van accommodaties; • vervult een signaalfunctie voor benodigd onderhoud aan materialen, middelen en accommodatie; • past EHB(S)O en reanimatie toe; • informeert en adviseert (potentiële) deelnemers en/of ouders/verzorgers; • houdt een eigen administratie bij. 4. Professionalisering. • houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zonodig uit; • draagt bij aan de ontwikkeling van de eigen organisatie. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden • Beslist bij/over: het bijdragen aan een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen, bij het kiezen en hanteren van verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten aansluitend op de leerdoelen, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten en de begeleiding van deelnemers aan buitenschoolse activiteiten. • Kader: werkafspraken betreffende de buitenschoolse activiteiten, vastgestelde opdrachten binnen het lesplan, behandel- en zorgplannen. • Verantwoording: functioneel aan de leraar en hiërarchisch aan de leidinggevende over de kwaliteit van de ondersteuning van onderwijs en leerlingbegeleiding, van ondersteuning van de onderwijsvoorbereiding, van deelname aan professionalisering en begeleiding van deelnemers aan buitenschoolse activiteiten.
19
Kennis en vaardigheden • theoretische en praktische didactische en pedagogische kennis en vaardigheden; • kennis van de leerstof; • inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school; • invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; • vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden. Contacten • met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen; • met leraren over de vorm en werkwijze van de lesondersteuning en leerlingbegeleiding om deze te bespreken en de leraren te informeren over de leerresultaten en leer- en gedragsproblemen; • met ouders/verzorgers over de ontwikkeling van de leerling tijdens ouderavonden ter assistentie van de leraar om informatie uit te wisselen; • met collega lerarenondersteuners over de eigen werkzaamheden in de vorm van collegiale besprekingen/consultatie. • met medewerkers, vrijwilligers en/of stagiaires van wijkorganisaties, verenigingen, gemeente en andere relevante instellingen om tot afstemming te komen over de uitvoering van buitenschoolse activiteiten; • met deelnemers aan buitenschoolse activiteiten om uitleg te geven.
van buitenschoolse activiteiten. Het aanbod van buitenschoolse activiteiten kan betrekking hebben op: • sport en bewegen; • kunst en cultuur. De combinatiefunctionaris leraar/coördinator buitenschoolse activiteiten op het terrein van sport en bewegen is binnen het onderwijsgevende gedeelte van de functie belast met het geven van (een deel van) het bewegingsonderwijs aan de groepen 3 tot en met 8 en het geven van motorische remedial teaching. De combinatiefunctionaris leraar/coördinator buitenschoolse activiteiten op het terrein van kunst en cultuur is binnen het onderwijsgevende gedeelte van de functie belast met het geven van (een deel van) muziek-, dans- en/of toneellessen.
1. • • •
• •
•
Voorbeeldbeschrijving II: Leraar basisonderwijs/coördinator buitenschoolse activiteiten Functie-informatie Functienaam : Combinatiefunctie leraar basisonderwijs/coördinator buitenschoolse activiteiten Salarisschaal : 9 (CAO PO) Werkterrein : Onderwijsproces - Docenten Activiteiten : Overdragen van informatie en vaardigheden Beleids- en bedrijfsvoering ondersteunende werkzaamheden Context De werkzaamheden worden verricht op en om een (brede) school voor basisonderwijs.
• •
•
• • • • • • •
De combinatiefunctionaris leraar/coördinator buitenschoolse activiteiten geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, levert bijdragen aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor professionalisering. De combinatiefunctionaris leraar/coördinator buitenschoolse activiteiten draagt tevens zorg voor de ontwikkeling en uitvoering van een aanbod
20
• •
• • • •
Resultaatgebieden Onderwijs en leerlingbegeleiding. bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor; geeft les aan en begeleidt leerlingen; hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de leer- en opvoedingsdoelen van de school; creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen; stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaal-culturele achtergronden; structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen, organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen; kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert; speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing; registreert en evalueert ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen en stelt op basis daarvan handelingsplannen op; signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt een diagnose; begeleidt individuele leerlingen aan de hand van handelingsplannen; coördineert de leerlingenzorg voor de eigen groep; begeleidt leerlingen op basis van het zorgplan; bespreekt probleemleerlingen met de seniorleraar of intern begeleider en/of de directeur; begeleidt de lerarenondersteuner, onderwijsassistent en/of stagiaires in de eigen les/groep; bespreekt de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met ouders/verzorgers; houdt het leerling-dossier bij; geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over de situatie van het kind in het kader van het bevorderen van hun deskundigheid; neemt deel aan teamvergaderingen; organiseert overige schoolactiviteiten en voert deze uit; onderhoudt contacten met de ouderraad; past EHB(S)O en reanimatie toe.
2. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en -ontwikkeling. • draagt bij aan de formulering van leer- en opvoedingsdoelen van de school, in onderlinge samenhang en voor één of meerdere leerjaren; • vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen en leeractiviteiten; • doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma’s; • zet mede, in teamverband, de pedagogische koers uit, voert hierover overleg met betrokkenen en verwerkt de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten. 3. Ontwikkeling en uitvoering van een aanbod van buitenschoolse activiteiten. • ontwikkelt een aanbod van buitenschoolse activiteiten op het terrein van sport en bewegen of op het terrein van kunst en cultuur; • draagt zorg voor afstemming tussen de buitenschoolse activiteiten en het onderwijsaanbod en een doorgaande leerlijn tussen binnen- en buitenschools leren; • stelt een activiteitenplan op en coördineert de uitvoering hiervan; • initieert de opzet en uitvoering concrete projecten; • stuurt betrokken personen (medewerkers, vrijwilligers, stagiaires) in de uitvoering aan; • signaleert knelpunten in (de uitvoering van) het aanbod van buitenschoolse activiteiten en doet voorstellen voor verbetering; • onderhoudt contacten met wijkorganisaties, verenigingen, de gemeente en andere relevante instellingen en bevordert de samenwerking; • draagt zorg voor publiciteit van de activiteiten; • informeert en adviseert (potentiële) deelnemers en/of ouders/verzorgers. 4. Professionalisering. • houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; • neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie; • houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur.
van de professionalisering en over de kwaliteit van het aanbod van buitenschoolse activiteiten. Kennis en vaardigheden • theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden; • kennis van de leerstof; • inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school; • inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening(sinstanties); • inzicht in en kennis van de structuur en werkwijze van alle betrokken organisaties; • invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; • vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden; • vaardigheid in het aansturen van medewerkers, vrijwilligers en stagiaires; • communicatieve vaardigheden. Contacten • met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken; • met ouders/verzorgers om de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken; • met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten; • met collega (senior) leraren over de eigen werkzaamheden in de vorm van collegiale besprekingen/consultatie; • met de directie over de begeleiding van de lerarenondersteuner en/of onderwijsassistent om tot nadere afspraken te komen; • met wijkorganisaties, verenigingen, de gemeente en andere relevante instellingen over het aanbod van buitenschoolse activiteiten om ontwikkelingen toe te lichten, problemen te bespreken en tot nadere afspraken te komen.
Bevoegdheden, kader & verantwoordelijkheden • Beslist bij/over: het geven van les en leerlingbegeleiding, het mede, in teamverband, uitzetten van de pedagogische koers, het voeren van overleg hierover met betrokkenen en het verwerken van de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. • Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school, gemeentelijke beleidslijnen en doelstellingen betrekking hebbend op sport en bewegen en/of kunst en cultuur; • Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, van de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs en
21
Bijlage: Beloningsmatrix combinatiefuncties Rol 1: Assistent/activiteitenbegeleider I Accent ligt op assistentie en begeleiding bij activiteiten
Combinatiefunctie schaal 6 (CAO Sport)
Combinatiefunctie schaal 6 (CAO Sport)
Combinatiefunctie schaal 6 (CAO Sport)
Sport- en bewegingsleider / Klassenassistent sport- en bewegingsleider / Klassenassistent Werkzaamheden worden uitgevoerd op en om instellingen en faciliteiten op een gebied van sport en op een school voor basisonderwijs
Sport- en bewegingsleider / Pedagogisch medewerker
Sport- en bewegingsleider / instrumentaal begeleider
Werkzaamheden worden uitgevoerd op en om instellingen en faciliteiten op een gebied van sport en opvang
Werkzaamheden worden uitgevoerd op en om instellingen en faciliteiten op een gebied van sport en cultuur
► Organiseert sport- en bewegingsactiviteiten en begeleidt de uitvoering hiervan. ► Ondersteunt de leraar/senior leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken. ► Levert een praktische en organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement. ► Ziet toe op het onderhoud en de ontwikkeling van de eigen deskundigheid en professionaliteit.
► Organiseert sport- en bewegingsactiviteiten in groepsvorm of in individueel verband, binnen of in samenwerking met vertegenwoordigers van sectoren onderwijs, sport, cultuur en opvang. ► Verzorgt de informatie voorziening aan ouders/ verzorgers over de opvang van kinderen en over de organisatie, planning en voortgang van activiteiten. ► Begeleidt en verzorgt op aanwijzing kinderen, zowel in kleine groepjes als in individueel opzicht.
► Organiseert sport- en bewegingsactiviteiten in groepsvorm of in individueel verband, binnen of in samenwerking met vertegenwoordigers van sectoren onderwijs, sport, cultuur en opvang. ► Verzorgt de informatie voorziening aan ouders/ verzorgers over de organisatie, planning en voortgang van activiteiten. ► Ondersteunt muzikale vorming ► Organiseert en begeleidt muzikale en instrumentale activiteiten.
22
Rol 2: Assistent/activiteitenbegeleider II
Accent ligt op assistentie en begeleiding bij activiteiten met grote mate van zelfstandigheid
Combinatiefunctie schaal 7 (CAO Sport)
Combinatiefunctie schaal 8 (CAO Sport)
Combinatiefunctie schaal 8 (CAO Sport)
Sport- en bewegingsleider / Lerarenondersteuner
Trainer/ Onderwijsassistent
Trainer/ Lerarenondersteuner
Werkzaamheden worden uitgevoerd op en om een instellingen en faciliteiten op een gebied van sport en op een school voor basisonderwijs
Werkzaamheden worden uitgevoerd op en om instellingen en faciliteiten op een gebied van (in overwegende mate tussenschoolse) opvang en op een school voor basisonderwijs
Werkzaamheden worden uitgevoerd op en om instellingen en faciliteiten op een gebied van sport, cultuur en/of opvang en op een school voor basisonderwijs
► Organiseert en begeleidt sporten bewegingsactiviteiten en begeleidt de uitvoering hiervan. ► Coacht en begeleidt deelnemers bij de uitvoering van sporten bewegingsactiviteiten in groepsvorm of individueel. ► Ziet toe op het onderhoud en de ontwikkeling van de eigen deskundigheid en professionaliteit. ► Voert ondersteunende taken uit in het onderwijs en leerlingbegeleiding uit onder verantwoordelijkheid van de leraar. ► Ondersteunt de onderwijsvoorbereiding.
► Verzorgt (sport) training. ► Organiseert en coördineert een samenhangend trainingsaanbod op het terrein van sport en/of cultuur (dans/ballet e.d.). ► Geeft trainingen en coacht en stimuleert sporters/spelers. ► Ondersteunt de leraar/senior leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken. ► Levert een praktische en organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement. ► Is verantwoordelijk voor de dagelijkse opvang. Ontwikkeling en verzorging van een groep kinderen in een kinderopvangcentrum.
► Verzorgt (sport) training. ► Organiseert en coördineert een samenhangend trainingsaanbod op het terrein van sport en/of cultuur (dans/ballet e.d.) ► Geeft trainingen en coacht en stimuleert sporters/spelers. ► Voert ondersteunende taken uit in het onderwijs en leerlingbegeleiding uit onder verantwoordelijkheid van de leraar. ► Ondersteunt de onderwijsvoorbereiding.
23
Rol 3: Leraar/programma uitvoerder Accent ligt op onderwijs en ontwikkeling
Rol 4: Organisator – omgevingsmanager / leraar (directeur)
Accent ligt op ontwikkeling en professionalisering organisatie en bedrijfsvoering
Combinatiefunctie schaal 8 (CAO Sport)
Combinatiefunctie schaal 10 (CAO Sport)
Combinatiefunctie schaal 11 (CAO Sport)
Trainer / Leraar lichamelijke opvoeding
Organisator samenwerking Onderwijs, sport, cultuur of opvang /Leraar
Kaderfunctie (sport) verenigingen /lijn- of staffunctie (of Directeur)
Werkzaamheden worden uitgevoerd op en om instellingen en faciliteiten op een gebied van sport, kunst, cultuur of opvang en op een onderwijsinstelling
Werkzaamheden worden uitgevoerd op en om instellingen en faciliteiten op het gebied van sport, cultuur of opvang en op een school voor basisonderwijs
► Ontwikkelt brede plannen en programma’s ter bevordering van de deelname van leerlingen aan activiteiten op gebieden van onderwijs, sport en cultuur. ► Geeft onderwijs en begeleidt leerlingen. ► Levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs. ► Levert een bijdrage aan de schoolorganisatie.
► Draagt zorg voor de ontwikkeling en professionalisering van de organisatie en bedrijfsvoering van verenigingen en instellingen op het gebied van sport, cultuur of opvang. ► Coördineert en geeft uitvoering aan onderwijsprocessen. ► Verzorgt het personeels management van een basisschool. ► Verzorgt onderwijs en leerling begeleiding.
Werkzaamheden worden uitgevoerd op en om faciliteiten op een gebied van sport of cultuur en op een school.
► Verzorgt trainingen op groepen individueel niveau gericht op bevordering van sportieve, conditionele of fysieke ontwikkeling van kinderen. ► Verzorgt het ontwerp, de voorbereiding, planning en de begeleiding van de lessen lichamelijke opvoeding. ► Organiseert en begeleidt bewegingsonderwijs leerprocessen. ► Ontwikkelt (schoolsport) plannen en programma’s en voert deze uit. ► Onderhoudt de eigen deskundigheid en professionaliteit.
24
Bijlage: CAO’s cultuursector In de cultuursector is geen eenduidige, centrale CAOtafel. Er is een groot aantal landelijke sectorale CAO’s en een aantal CAO’s op instellingsniveau. Enkele landelijke CAO’s hebben naar aard en traditie veel overeenkomsten met onderwijs en gemeenten op lokaal niveau en hebben de grootste geografische vertegenwoordiging. Dit betreffen in ieder geval: • • • •
CAO CAO CAO CAO
Kunsteducatie; Bibliotheken; CAR-UWO; amateurkunst (alleen landelijke organisaties).
Ook de landelijke CAO’s van de cultuurproducerende instellingen en de podia zijn relevant, dit betreffen ten minste: • • • • •
CAO CAO CAO CAO CAO
Nederlands theater; Nederlandse orkesten; voor de dans; Nederlandse podia; poppodia (in ontwikkeling).
Op instellingsniveau moet gedacht worden aan de CAO’s van ondermeer: • Het Muziekcentrum van de Omroep (MCO); • Het Muziektheater te Amsterdam; • Het Nederlands Kamerkoor.
25
26
augustus 2010