De Antwerpse regio op weg naar een multimodale mobiliteit.
Jaarverslag 2007
INHOUD
Brief aan de aandeelhouders
7
Activiteitenverslag
Een terugblik op 2007
10
Projectmanagement en organisatie
18
Impactmanagement en Minder Hinder
24
Een vooruitblik
28
Financieel en administratief verslag 2007
Verslag van de Raad van Bestuur
40
Geconsolideerde jaarrekening
46
Enkelvoudige balans, resultatenrekening
78
en sociale balans
Corporate Governance
90
BRIEF AAN DE AANDEELHOUDERS
Geachte lezer,
Het is ons een genoegen om u het Jaarverslag van het vierde werkingsjaar van de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) voor te stellen. 2007 was een belangrijk kantelmoment in het bestaan van onze organisatie. Een aantal werven gingen van start en het Masterplan Mobiliteit Antwerpen kreeg de nodige structurele basis met de kaderovereenkomst tussen BAM en het Vlaams Gewest. Deze overeenkomst geeft het Masterplan een solide juridische en financiële onderbouw, wat noodzakelijk is voor de optimale realisatie van dit unieke project. Deze ruggesteun geeft ons voldoende slagkracht om elk onderdeel van het Masterplan uit te voeren. Na het voorbereidende studie- en planwerk door onze ingenieurs en experten gingen in 2007 de eerste Masterplanwerken effectief van start. Het startschot werd gegeven met de voorbereidingen voor de herinrichting van de groengebieden Middenvijver en Burchtse Weel op Linkeroever. Nadien volgden voorbereidende werkzaamheden aan de Van Cauwelaertsluis, de Belgasite en de Noorderlaanbrug. Voor de realisatie van de Oosterweelverbinding verliepen de voorbereidingen en onderhandelingen intensief en met resultaat. We konden met de meeste partners de nodige afspraken vastleggen in protocols, starten met het verwerven van de noodzakelijke gronden en met de procedures voor het verleggen van de voornaamste nutsleidingen. BAM keurde de BaFO (Best and Final Offer) van het consortium THV Noriant voor de Oosterweelverbinding goed en bracht ondermeer verbeteringen aan op het vlak van veiligheid en kwaliteit. Intussen staan ook de andere projecten een heel stuk dichter bij hun concrete uitvoering. Zo werden de openbaar vervoersprojecten Deurne-Wijnegem en MortselBoechout in recordtempo omgebouwd naar een DBFM-project met alternatieve financiering en werd de gunningsprocedure opgestart. In dit Jaarverslag leest u een gedetailleerd overzicht van de belangrijkste resultaten van 2007. Deze progressie was slechts mogelijk dankzij de inzet van alle personen en instanties die met overtuiging meewerkten aan de realisatie van het Masterplan. Wij wensen hen hiervoor te danken. Onze dank gaat ook uit naar de bestuurders en de medewerkers van BAM voor de goede en performante samenwerking.
Jan Van Rensbergen Algemeen Manager BAM
6
Fernand Desmyter Voorzitter Raad Van Bestuur BAM
7
Activiteitenverslag
EEN TERUGBLIK OP 2007
Antwerpen schrijft geschiedenis. De werken gaan van start.
Voor Antwerpen zal 2007 de geschiedenis ingaan als het jaar dat het Masterplan Mobiliteit Antwerpen concreet werd. BAM gaf immers het startschot van een aantal werven en zette belangrijke stappen in de procedures voor een reeks andere projecten. Daarnaast ondertekende BAM met het Vlaamse Gewest een kaderovereenkomst.
Park Linkeroever
Middenvijver
Noorderlaanbrug
Versnipperd over de Antwerpse Linkeroever zijn er verschillende natuurgebieden. Binnen het Masterplan zorgt BAM voor de herinrichting van de gebieden Burchtse Weel, Middenvijver en het Sint-Annabos zodat ze in de toekomst een mooie aaneengesloten groene long vormen. In 2007 startte de herinrichting van twee van deze gebieden.
Startschot van een aantal Masterplanprojecten
Burchtse Weel
Het gebied Middenvijver was een droog opgespoten gebied. In 2007 creëerde BAM hier een waterplas van 6 hectare en een waterloop van 2 hectare. Er werd een kijkheuvel en een bufferwal aangelegd, en BAM plantte 38.000 nieuwe bomen, planten en struiken. Middenvijver is nu een waterrijk natuurgebied dat reeds heel wat nieuwe vogel- en vispopulaties mocht verwelkomen. En dankzij de wandel- en fietspaden kan iedereen van deze natuurpracht genieten.
De Noorderlaanbrug is de eerste van zeven bruggen over het Albertkanaal die binnen het Masterplan worden aangepast om grotere schepen toegang te geven tot het kanaal en zo de binnenvaart te stimuleren. In deze brug bevond zich een hoofdgasleiding. Omdat de brug volledig wordt afgebroken en opnieuw wordt opgebouwd, moest deze gasleiding op een andere locatie het Albertkanaal dwarsen. BAM gaf in 2007 de opdracht voor deze verlegging van de hoofdgasleiding. De werken aan de brug zelf starten begin 2008.
Het afgelopen jaar ging de schop in de grond voor een aantal werken in het kader van het Masterplan Mobiliteit Antwerpen. Stilaan krijgt zo het Park Linkeroever vorm, komt de voorbereiding van de Oosterweelverbinding op kruissnelheid, en wordt het Masterplan zichtbaar voor de binnenvaart.
10
Burchtse Weel ontstond eind jaren 1960 als dok voor de bouw van de Kennedytunnel. De komende twee jaar vormt BAM het gebied om tot “het Zwin van Linkeroever”. Net zoals het Zwin krijgt Burchtse Weel oevers met slikken en schorren die onder invloed staan van de getijdenwerking van de Schelde. Hiervoor komt er tussen de bestaande waterplas en de Schelde een rechtstreekse verbinding. Rond het gebied verhoogt BAM de dijken en plaatst BAM nieuwe pompen om het waterbeheer in de omgeving te optimaliseren. Tot slot komen er wandel- en fietspaden die doorlopen in de andere natuurgebieden van Park Linkeroever. BAM vatte de herinrichting van Burchtse Weel, die twee jaar zal duren, eind 2007 aan.
Belgasite Tijdens de bouw van de Oosterweelverbinding moet de aannemer een stelplaats van vervoersmaatschappij De Lijn innemen als werfzone. Deze stelplaats aan de Tjalkstraat verhuist daarom voor een aantal jaren naar de nabijgelegen Belgasite. In 2007 startte BAM met de inrichting van deze site, waar naast parkeerplaatsen voor de bussen ook een administratief gebouw en een buswasplaats komen.
Van Cauwelaertsluis Een andere groep Masterplanprojecten om de binnenvaart te stimuleren, is de modernisering van sluizen. De eerste sluis in het rijtje is de Van Cauwelaertsluis die dateert van 1928. In het Hansadok trof de aannemer het afgelopen jaar de nodige voorbereidingen alvorens de werken in de sluiskom aan te vatten.
11
EEN TERUGBLIK OP 2007
Zestien projecten: de voornaamste mijlpalen.
Belangrijke stappen in de verschillende procedures De uitvoering van zestien Masterplanprojecten met verschillende subprojecten binnen een beperkte tijdsspanne, maakt natuurlijk dat heel wat procedures tegelijk worden doorlopen. Wat niet altijd even makkelijk is. De Oosterweelverbinding werd in 2007 regelmatig gecontesteerd waarbij bepaalde elementen uit het dossier onderwerp van debat waren. In een context van lopende onderhandelingen en hangende juridische procedures diende BAM behoedzaam te reageren. BAM slaagde er echter in om op overtuigende wijze de correctheid van de lopende besluitvorming aan te tonen.
Oosterweelverbinding Goedkeuring BaFO Noriant De Oosterweelverbinding wordt aanbesteed middels een DBfM-formule. Dit wil zeggen dat de aannemer instaat voor het ontwerp (Design), de bouw (Build), de gedeeltelijke financiering (finance) en het onderhoud gedurende 35 jaar (Maintain). Eind 2006 weerhield BAM de THV Noriant voor de 12
BaFO-fase (Best and Final Offer) in deze procedure. Na tien maanden van onderhandelen, diende Noriant in oktober 2007 zijn BaFO in. De Raad van Bestuur keurde deze BaFO in december goed en gaf Noriant het statuut van “voorkeursbieder”. Hiermee is de laatste rechte lijn ingezet in de toewijzingsprocedure: de onderhandelingen om tot een contract te komen.
Studies rond calamiteiten en tunnelveiligheid De Oosterweelverbinding moet de mobiliteitsoplossingen van de toekomst aanreiken. Daarom gaf BAM de opdracht om bijkomende studies rond calamiteiten en tunnelveiligheid uit te voeren.
Studie tunnelveiligheid In het kader van de Europese richtlijn rond tunnelveiligheid gaan een aantal werkgroepen na of de Oosterweelverbinding in overeenstemming is met alle bepalingen van deze nieuwe richtlijn.
Openbaar vervoersprojecten: PPS en DBFM Voor de openbaar vervoersprojecten van het Masterplan – de zogenaamde Brabo-projecten – besliste de Vlaamse regering in 2007 om te opteren voor een DBFM-contract in plaats van een klassiek aannemerscontract. Het gaat
hierbij om een Publiek Private Samenwerking (PPS) waarbij BAM, LijnInvest (een dochter van vervoersmaatschappij De Lijn) en het Agentschap Wegen en Verkeer privé-partners zullen zoeken die mee instaan voor het ontwerp, de effectieve bouw, de financiering en het onderhoud na de bouw. Na het uitschrijven van het bestek hebben zich in september zes kandidaten gemeld. Na een eerste screening weerhield BAM in oktober vijf kandidaten die begin 2008 een offerte kunnen indienen. De onderhandelingsprocedure moet tegen de zomer van 2008 leiden tot een voorkeursbieder en een start van de werken in het najaar.
Studie calamiteiten Met de Oosterweelverbinding ontstaan twee snelweglussen in de Antwerpse regio: een lus met de Kennedytunnel, de zuidelijke Ring en de Oosterweelverbinding, en een lus met de Oosterweelverbinding en het traject via de Liefkenshoektunnel. Samen met het Vlaams Verkeerscentrum, de federale politie en het Agentschap Wegen en Verkeer bestudeert BAM het effect van ongevallen en de nodige maatregelen om de verkeersdoorstroming op deze lussen te vrijwaren. 13
EEN TERUGBLIK OP 2007
Open Oproep Albertkanaal Zeven bruggen over het Albertkanaal worden binnen het Masterplan aangepast. De vrije doorvaarthoogte en de breedte onder de bruggen wordt vergroot om grotere binnenschepen toe te laten het kanaal te gebruiken. In het kader van deze projecten hebben BAM en de Stad Antwerpen een Open Oproep gelanceerd. Vijf ontwerpers konden een offerte indienen. De opdracht werd gegund aan het bureau uapS. Dit bureau ontwikkelt een visie voor de bruggen als reeks, en voor de ruimtelijke omgeving op beide oevers. De resultaten van deze studie bepalen het ontwerp dat BAM vervolgens voor elk van deze bruggen zal maken.
De Schijn: gunning De Schijn is de verzamelnaam van twee Antwerpse rivieren: de Kleine Schijn en het Groot Schijn. Deze rivier stroomt grotendeels ondergronds. Voor de aansluiting van de Lange Wapperbrug van de Oosterweelverbinding komen er pijlers in de zone waar de Schijn ondergronds loopt. Om die reden zal BAM de Schijn in deze zone omvormen tot een bufferbekken en bouwt BAM vijzelgemalen, een speciaal type pompstation, voor de afwatering van de Schijn en van het bufferbekken. Deze werken zullen in 2008 starten.
Financiering Masterplan Ook de aanbesteding voor de financiering van het Masterplan maakte in 2007 vorderingen met de selectie van twee consortia waarmee de onderhandelingen naar BaFO werden ingezet.
De kaderovereenkomst: een garantie voor het hele Masterplan In februari 2007 sloten BAM en het Vlaams Gewest een kaderovereenkomst. Deze overeenkomst is een belangrijke stap in de realisatie van het hele Masterplan Mobiliteit Antwerpen. Ze zorgt immers voor een stevige juridische en financiële onderbouw van alle infrastructuurprojecten uit dat Masterplan.
Een solide juridische en financiële onderbouw De kaderovereenkomst garandeert een duidelijk financieel en juridisch kader dat BAM meer slagkracht geeft. Zo werd het kapitaal van BAM met 129 miljoen Euro verhoogd en werd de realisatie van de tramprojecten ondergebracht in een PPS-structuur met een DBFM-contract. De kaderovereenkomst legt het wettelijk en beleidsmatig kader vast voor de uitvoering van het Masterplan, bakent de risico’s en verantwoordelijkheden af en bepaalt hoe met wijzigingen omgegaan wordt. De kader overeenkomst definieert elk van de deel projecten van het Masterplan en de juridischfinanciële structuren voor de realisatie ervan.
Uitvoeringstijdlijn Masterplan: 2007 – 2016 Volgens de uitvoeringstijdlijn in de kader overeenkomst, zal het Masterplan in twee uitvoeringsfases worden gerealiseerd. In de eerste fase wordt met de Oosterweelverbinding de Ring rond Antwerpen gesloten, worden de Noorderleien en het Operaplein heraangelegd, de tramverbindingen naar Ekeren, Wijnegem en Boechout gerealiseerd, en twee sluizen en vier bruggen over het Albertkanaal aangepakt. De tweede fase wordt aangevat nadat de Oosterweelverbinding is opengesteld en bevat ondermeer de afwerking van de zuidelijke stedelijke ringweg en de Groene Singel, de Royerssluis, de resterende bruggen over het Albertkanaal en de overige tramverlengingen.
Vrachtverbod in de Kennedytunnel Om na de bouw van de Oosterweelverbinding de betere verdeling van de verkeersstromen rond Antwerpen te verzekeren, krijgt BAM via de kaderovereenkomst ook de opdracht om het vrachtverbod in de Kennedytunnel te realiseren. Een verkeersveilige oplossing voor het drukke verkeer dat dagelijks van deze tunnel gebruik maakt. 14
15
‘Niemand kan ontkennen dat de Lange Wapper zijn stempel zal drukken op het Eilandje, maar het zal een indrukwekkende stempel zijn.’ Kristiaan Borret Antwerps Stadsbouwmeester
16
17
P R O J E C T M A N A G E M E N T E N O R G A N I S AT I E
Een goede werking vraagt om een degelijke structuur. Het uitvoeren van de verschillende infrastructuurprojecten uit het Masterplan Mobiliteit Antwerpen is niet mogelijk zonder een goed draaiend projectmanagement en een optimale organisatie van de projectteams. Een overzicht voor de projectclusters ‘Oosterweelverbinding’, ‘Bruggen Albertkanaal’ en ‘Tramprojecten’ .
Oosterweelverbinding Een kwaliteitsgarantie gedurende 35 jaar Het spreekt voor zich dat de hoogst mogelijke kwaliteitsvereisten zijn opgelegd voor de Oosterweelverbinding, het grootste infrastructuurproject ooit in Vlaanderen. Net daarom werd er bij de aanbesteding van het Oosterweelproject gekozen voor een DBfM-contract: Design, Build, finance en Maintain. Deze vorm van overeenkomst biedt namelijk de garantie dat de Oosterweelverbinding ook op langere termijn aan alle eisen blijft voldoen. Het DBfM-contract heeft betrekking op zowel de aanleg (Design en Build) als de instandhouding (Maintain) van het project en dit voor een periode van 35 jaar. Zo wordt de kwaliteit van de Oosterweelverbinding gedurende deze hele periode gewaarborgd.
Het engagement van BAM inzake veiligheid Ook op gebied van veiligheid werden alle mogelijke inspanningen geleverd. BAM heeft in Vlaanderen de voortrekkersrol opgenomen met betrekking tot tunnelveiligheid. Samen met AWV (Agentschap Wegen en Verkeer) bracht BAM
18
alle betrokken diensten in de Antwerpse regio bijeen voor overleg over de implementatie van de Europese richtlijn inzake tunnelveiligheid. In eerste instantie lag de focus op de toepassing van de richtlijn inzake tunnelveiligheid op de Oosterweeltunnel en de Lange Wapperbrug. In een volgende stap zal deze richtlijn retroactief toegepast worden op alle Antwerpse tunnels. Aan het ontwerp van de Oosterweelverbinding werden zeer strenge ontwerpeisen opgelegd. Het ontwerp van Noriant scoorde hierop beter dan alle andere ontwerpen. Daarnaast trof BAM in nauw overleg met de betrokken veiligheidsdiensten nog bijkomende veiligheidsmaatregelen en werkte BAM samen ook alle mogelijke noodscenario’s uit. BAM kan dan ook met recht en rede stellen dat het zich maximaal engageert voor een veilige Oosterweelverbinding.
De creatie van draagvlak Wegenwerken hebben steeds een invloed op hun omgeving. Het is daarom belangrijk dat de werken de steun hebben van die omgeving. De creatie van deze steun, van dit draagvlak voor dit grootse infrastructuurwerk, behoort tot de opdracht van BAM. BAM levert hiervoor enorme inspanningen. Zo was de toegestane ruimte-inname door de Oosterweelverbinding reeds heel krap gesteld. Daarnaast worden er samen met de realisatie van de Oosterweelverbinding verschillende
bijkomende nevenprojecten van algemeen belang uitgevoerd. De meest in het oog springende voorbeelden zijn de volledige herinrichting van de groenzones op Linkeroever tot het Park Linkeroever, een volwaardig aaneengesloten natuur- en recreatiegebied, en het oplossen van de waterhuishoudingsproblematiek van de Schijn op Rechteroever. Belangrijk bij de creatie en het onderhouden van draagvlak is natuurlijk ook duidelijke en open communicatie. BAM moest echter tot nog toe terughoudend zijn in haar communicatie over de Oosterweelverbinding door de aard van de procedure. De procedure is nu echter in het stadium gekomen dat BAM eindelijk voluit kan gaan in de communicatie, zodat het bestaande draagvlak verder uitgebouwd kan worden.
Esthetische functionaliteit Op het vlak van architectuur en stedenbouw werd BAM bijgestaan door de Kwaliteitskamer Oosterweelverbinding. Deze groep experts heeft gedurende de hele beoordelings- en gunningsprocedure BAM geadviseerd en op hun aangeven werden verbeteringen aangebracht aan het uiteindelijke ontwerp. Het resultaat is een Oosterweelverbinding die niet alleen veilig en functioneel is, maar ook een architecturaal hoogstandje is en een voorbeeld van stedenbouwkundige integratie. Dit komt vooral tot uiting bij de Lange Wapperbrug. De Antwerpse skyline wordt immers gemarkeerd door twee elegante pijlers, van 150 meter hoog.
Leefmilieu De impact van de Oosterweelverbinding op mens, dier en leefomgeving werd grondig onderzocht tijdens de MER-procedure (Milieueffectenrapport). Een MER is een juridisch-administratieve procedure waarbij voor de uitvoering van een project de mogelijke milieugevolgen op een wetenschappelijk verantwoorde wijze worden bestudeerd en geëvalueerd. Hierbij werd onder andere de invloed van de Oosterweelverbinding op de luchtkwaliteit en het geluidsniveau in de omliggende gebieden onderzocht. De resultaten van het MER-rapport waren duidelijk. De Oosterweelverbinding zal vooral een positieve invloed hebben op haar omgeving en nergens een negatieve evolutie ten opzichte van vandaag veroorzaken. Zoals gebruikelijk, legde de MER ook een aantal bijkomende voorwaarden op. Deze opmerkingen werden ter harte genomen en geïntegreerd in het ontwerp. Zo is er onder andere aandacht geschonken aan milderende maatregelen op secundaire wegen waardoor bestaande problemen een oplossing krijgen binnen het project Oosterweelverbinding, ook al is er geen oorzakelijk verband tussen beiden.
19
P R O J E C T M A N A G E M E N T E N O R G A N I S AT I E
Een maximale beheersing van risico’s
Nieuwe kansen voor de binnenvaart
Binnen de procedure voor de Oosterweelverbinding ging er heel veel aandacht naar het beheersen van de risico’s. Zo is de procedure onderworpen aan een grondige risicoanalyse die resulteerde in een aantal optimalisaties, en werden scenario’s opgesteld voor het omgaan met onvoorziene situaties.
De renovatie van de sluizen, het verhogen van de bruggen over het Albertkanaal en het verbreden van het kanaal onder deze bruggen biedt nieuwe kansen voor de binnenvaart. Door een verbreding van het Albertkanaal tot 63 m onder de bruggen en het verhogen van de vrije doorvaarthoogte tot 9,10 m, kunnen grotere schepen het kanaal gebruiken en zal de capaciteit drastisch toenemen. Zo wordt de binnenvaart een aantrekkelijker alternatief voor het vrachtvervoer via de weg.
Bruggen en sluizen Minder Hinder Binnen het Masterplan wordt er ook gewerkt aan drie sluizen en aan zeven bruggen over het Albertkanaal. De bruggen over het Albertkanaal en het kanaal zelf zijn belangrijke verkeersassen die essentieel zijn voor de bereikbaarheid van Antwerpen. Het is dan ook ondenkbaar om deze verkeersassen gedurende langere periodes voor het verkeer af te sluiten. Bij elk project besteedt BAM bijzondere aandacht aan het optimaliseren van de uitvoeringsfasering, zodat op elke verkeersas altijd een optimale doorstroming wordt verzekerd. Zo wordt de hinder minimaal gehouden terwijl de werken toch binnen een redelijke termijn worden afgerond. De fasering wordt gedetailleerd uitgewerkt binnen een aparte werkgroep ‘Signalisatie en Minder Hinder’, waarin alle betrokken partijen vertegenwoordigd zijn. Zij bereiden de verkeersafwikkeling voor elke fase goed voor en zorgen er voor dat de overgang tussen de fasen vlot kan verlopen.
Architectuur Voor de bruggen over het Albertkanaal is via de Open Oproep-procedure van de Vlaamse Bouwmeester een architectenbureau aangesteld. Dit architectenbureau, uapS, moet een globale visie formuleren op vlak van architectuur en stedenbouw en richtlijnen opstellen voor het verdere ontwerp van een aantal individuele bruggen. Deze aanpak biedt garanties om op architecturaal vlak en stedenbouwkundig vlak het beste resultaat te bekomen. Voor andere projecten, zoals de Noorderlaanbrug (die reeds vóór de Open Oproep was ontworpen) en de Kattendijksluis is telkens een architect aangesteld om de architecturale kwaliteit en de stedenbouwkundige inpassing van het project te controleren en, zo nodig, bij te sturen.
20
Kwaliteitsbeheersing Een project start steeds met de opmaak van een projectkwaliteitsplan. Via werkgroepen en stuurgroepen worden de partners in het project betrokken. Zo ontstaat een ontwerp en uiteindelijk een uitvoeringsdossier dat door alle partners is geverifieerd en ondersteund. Ook in uitvoering zijn alle partners via de werfvergaderingen betrokken. Voor de controle van de kwaliteit van de uitvoering wordt voor elk project een uitgebreid team samengesteld dat wordt aangestuurd door de leidende ingenieur. Dat team bestaat bijvoorbeeld voor de Noorderlaanbrug uit de leidende ingenieur, een gespecialiseerde stabiliteitsingenieur, een werfcommunicator en een ‘Minder Hinder’specialist van BAM, een projectleider en een werftoezichter van het ondersteunend studiebureau en twee deeltijdse medewerkers van het Agentschap Wegen en Verkeer. Verder is er ook de ondersteuning van de Afdeling Metaalstructuren en is het controleorganisme SECO betrokken bij deze projecten.
Veiligheid en leefmilieu De projecten onder de cluster bruggen en sluizen omvatten een behoorlijk aantal onderdelen die steeds om een specifieke benadering vragen met betrekking tot leefmilieu en veiligheid. Daarom werd per onderdeel uitvoerig onderzoek gedaan naar deze elementen en werden de resultaten mee geïntegreerd in elk ontwerp.
21
P R O J E C T M A N A G E M E N T E N O R G A N I S AT I E
Tramprojecten Goede afspraken
‘In 2007 hebben we met BAM en AWV keihard gewerkt om de openbaar-vervoerprojecten van Brabo 1 op een kwaliteitsvolle manier naar de markt te brengen.’ Ingrid Lieten Directeur-generaal De Lijn
22
Het verlengen van de tramlijnen beperkt zich niet tot het grondgebied van Antwerpen, maar ook tot dat van de omliggende gemeenten. Hierdoor is het noodzakelijk om de volledige medewerking en steun van de betrokken besturen en van de lokale bevolking te verkrijgen. Vandaar dat er veel tijd besteed werd aan overleg met de lokale besturen, de projecten worden dan ook in hechte samenwerking met hen uitgevoerd. De projectpartners maken hierover concrete afspraken zodat de samenwerking tussen de verschillende partijen optimaal kan verlopen. Bij het maken van de afspraken werd heel aandachtig geluisterd naar de behoeften van de lokale bewoners. De aanwezigheid van vele handelszaken vereist de mogelijkheid dat de handelaars hun goederen op een behoorlijke manier kunnen laden en lossen. Ook hierop probeerde men hen zo goed als mogelijk tegemoet te komen.
Veiligheid en leefmilieu De tramverlengingen zijn meestal te situeren in stedelijke gebieden waar de ruimte veelal beperkt is. De noden en vooral de veiligheid van de verschillende soorten weggebruikers moeten daarin de nodige aandacht krijgen. Aangezien bij de tramverlengingen een volledige gevel-tot-gevel renovatie uitgevoerd wordt, worden er nieuwe voet- en fietspaden samen met veilige oversteekplaatsen aangelegd. De wegen worden hierbij aangepast aan de noden van het openbaar vervoer en de zachte weggebruiker. Ook voor het milieu heeft de komst van trams belangrijke voordelen, want milieuvriendelijke trams maken het mogelijk om het bestaande busaanbod terug te schroeven. De verontreinigende uitstoot voor de opwekking van de energie voor trams ligt immers stukken lager en bovendien rijden de trams in het midden van de rijweg, waardoor ze zich ook verder van de woningen bevinden.
Het beperken van risico’s Voor elk van de tramprojecten wordt een Risicomanagement Plan en Risicodossier opgesteld. Op die manier wordt getracht om potentiële bedreigingen tijdig op te sporen en er een oplossing voor te vinden. Risicomanagement is een vast onderdeel van de projecten en is een continu proces van identificeren en beheersen van de risico’s die spelen ten aanzien van het realiseren van de projectdoelstellingen. Bij elk risico wordt uitvoerig bepaald hoe er opgetreden moet worden en wordt er niets aan het toeval overgelaten.
23
I M PA C T M A N A G E M E N T E N M I N D E R H I N D E R
Een geïntegreerde minder hinderaanpak werkt. Het Masterplan Antwerpen omvat de realisatie van verschillende belangrijke infrastructuurwerken in de Antwerpse regio, zowel op Rechteroever als op Linkeroever, met elk een wezenlijke impact op het functioneren van het wegennet in en rond Antwerpen. Om de verkeershinder tijdens deze werken tot een minimum te beperken heeft BAM, in overleg met alle actoren, een geïnte greerde “Minder Hinder Aanpak” uitgewerkt. Hierbij kan BAM buigen op haar uitgebreide ervaring met Minder Hinder tijdens de succes volle heraanleg van de Antwerpse Ring (R1) in 2004 – 2005.
Geïntegreerde Minder Hinderaanpak De pijlers van de Minder Hinderstrategie Een goede Minder Hinderstrategie steunt op 3 pijlers: 1. Respect voor het mobiliteitssysteem: zorg er steeds voor dat de verkeersdoorstroming maximaal blijft. Houd hierbij rekening bij de aanpak van de werken (werfinrichting, fasering, timing en coördinatie met andere werken). 2. Zet in op alle vervoerswijzen: compenseer, zeker bij complexe werken, de verminderde capaciteit voor autoverkeer door meer capaciteit via het openbaar vervoer, voor fietsers en voor wandelaars. 3. Zorg voor draagvlak: informeer tijdig de betrokkenen over het hoe en waarom van de werken, over de timing en de uitvoering. Enkel zo zal men de hinder willen én kunnen aanvaarden.
24
Het realiseren van de strategie Om de strategie te realiseren zijn volgende maatregelen aangewezen : 1. Een optimale planning van de verschillende projecten in de tijd om moeilijke interferenties te vermijden en synergieën te benutten. 2. Optimale fasering van de werken met aangepaste omleidingen en signalisatie en zonodig een optimalisatie van kruispunten en lichtenregelingen in de werfzone en het invloedsgebied. 3. Flankerende maatregelen om de algemene multimodale toegankelijkheid te garanderen en het gebruik van alternatieve vervoerswijzen te stimuleren. 4. Intensief overleg met de actorenvervoersaanbieders en de doelgroepengebruikers van het multimodale verkeerssysteem en een gerichte communicatie naar het brede publiek op diverse schaalniveaus. Belangrijk is daarbij dat de Minder Hinderacties op een goede wijze gestructureerd worden in de tijd en in sterke mate op elkaar worden afgestemd zodat ze elkaar versterken. Hiertoe wordt door BAM een uitgebreide overlegstructuur opgezet.
25
I M PA C T M A N A G E M E N T E N M I N D E R H I N D E R
Minder Hinder Overlegstructuur De opzet van een efficiënte overlegstructuur waarin alle betrokken partijen geraadpleegd worden bij de uitvoering van werken, is een van de basisvoorwaarden om een Minder Hinderaanpak effectief te implementeren. Voor de Masterplanprojecten is deze overlegstructuur in opbouw maar de belangrijkste overlegorganen zijn reeds operationeel. Onderstaand schema geeft de huidige opzet van de overlegstructuur weer. Afhankelijk van de behoeften zal deze nog verder worden verfijnd en aangevuld. In aanvulling op deze reguliere overlegstructuur worden nog een aantal afspraken en overlegorganen uitgewerkt om “verstoringen” in de gewone werking op te vangen. De nadruk komt hierbij te liggen op escalatieprocedures en crisisafhandeling.
Beslissingsniveau Het proces wordt gestuurd door de Stuurgroep Impactmanagement waarin samen met de partners/stakeholders beslissingen worden genomen. In de Stuurgroep Impactmanagement worden alle beslissingen genomen i.v.m. de algemene strategie en de te implementeren maatregelen. In dit overleg wordt gerapporteerd over
26
de voorstellen vanuit de werkgroepen welke bevestigd of bijgestuurd worden. Ook wordt de feedback vanuit de doelgroepvergaderingen besproken en geëvalueerd. De Stuurgroep zal ook eventuele noodzakelijke beslissingen op diverse beleidsniveau’s initiëren. In deze Stuurgroep zetelen de direct betrokken partners/stakeholders in de Masterplanprojecten o.m. BAM, Vlaams Gewest, De Lijn, Stad Antwerpen, Federale en Lokale politie. Ook vertegenwoordigers van belangrijke werkdomeinen (bvb. de activiteiten op het water) worden meegenomen.
Uitvoeringsniveau Via werkgroepen, themagroepen en doelgroepenoverleg wordt de Minder Hinderstrategie verder uitgewerkt, geïmplementeerd en opgevolgd. In verschillende thematisch georganiseerde werkgroepen worden de door de stuurgroep bepaalde maatregelen voor hun vakgebied concreet ingevuld: verschillende mogelijkheden worden onderzocht op haalbaarheid en tegen elkaar afgewogen door specialisten terzake en rechtstreeks betrokken partijen. De werkgroepen komen periodiek samen, zij volgen nauwgezet de realisatie van de verschillende maatregelen tijdens de werken en sturen bij waar nodig.
27
EEN VOORUITBLIK
Een leefbare, verkeersveilige stad voor bewoners, bedrijven en bezoekers.
De Antwerpse regio van vandaag en de Antwerpse regio na de uitvoering van het Masterplan Mobiliteit Antwerpen zal niet meer dezelfde zijn. Het Masterplan zorgt er immers voor dat de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en vooral de leefbaarheid er stevig op vooruit gaat.
Een mooie toekomst voor de Antwerpse regio Investeren in de Vlaamse economie De toekomst van Antwerpen oogt meer dan ooit rooskleurig. Nergens anders in dit land wordt zo geïnvesteerd in verkeersinfrastructuur. Investeringen die nodig zijn om de leefbaarheid, verkeersveiligheid en mobiliteit van deze stad, de haven en dit belangrijk logistiek knooppunt van Vlaanderen te garanderen. Antwerpen beschikt over de grootste zeehaven van België, is na Rotterdam de tweede haven van Europa en zelfs de tweede grootste petrochemische cluster in de wereld. Bovendien is er een ononderbroken groei van het containervervoer. Deze snelle groei zorgde voor een aanpassing van de haven.
28
Het verkeersinfarct vermijden
Openbaar vervoer vanuit de rand
Hoe kan de Antwerpse haven haar rol als hart van de Vlaamse economie nog vervullen als de wegen almaar verder dichtslibben met files en miljoenenverliezen tot gevolg? De economie valt stil, bedrijven trekken weg en vestigen zich elders in de wereld en Antwerpen speelt zijn reputatie en aantrekkingskracht van grootmacht kwijt. Dit kan en mag niet gebeuren. Vandaar de inspanningen van het Masterplan Mobiliteit Antwerpen. Dat deze inspanningen de Antwerpse bevolking niet onverschillig laten, bewijst de talrijke opkomst bij ondermeer lokale infosessies en -infotentoonstellingen, gegidste wandeltochten en boottochten op het Albertkanaal. De verdere uitbreiding van het draagvlak is een van de doelstellingen voor de komende jaren.
De Brabo-tramprojecten Deurne-Wijnegem, Mortsel-Boechout en een nieuwe stelplaats in Deurne geven een nieuwe dimensie aan het begrip openbaar vervoer. Antwerpen wordt opnieuw verbonden met haar omliggende steden, gemeenten en districten. Vrije tram- en busbanen maken van het openbaar vervoer een vlot en milieuvriendelijk alternatief voor de wagen. Bovendien krijgen de straten langs de tramtrajecten een volledige gevel-tot-gevel renovatie, waardoor het straatbeeld helemaal herleeft met veilige fiets- en voetpaden, nieuw straatmeubilair en extra groenvoorzieningen.
Inzetten op multimodaliteit Multimodaliteit is de rode draad doorheen het verhaal van het Masterplan Mobiliteit Antwerpen. Het betekent rekening houden met meerdere vervoersmiddelen. Dus niet alleen de auto speelt een rol, maar evenzeer de fiets, bus, tram en binnenschepen over het Albertkanaal. Bovendien draait het niet alleen om een betere bereikbaarheid en mobiliteit. BAM streeft vooral een leefbare en verkeersveilige stad na waar het aangenaam vertoeven is voor bewoners, bedrijven en bezoekers.
Binnenvaart als alternatief De binnenvaart stimuleren via een modern Albertkanaal en vernieuwing van diverse sluizen, dat is de doelstelling van de waterwegenprojecten uit het Masterplan. Want, de scheepvaart biedt een waardevol alternatief voor het drukke vrachtverkeer op onze wegen met minder files en een verkeersveilig wegennet tot gevolg. De werkzaamheden aan de Noorderlaanbrug geven in 2008 het startschot voor de vernieuwing van de bruggen over het Albertkanaal, de eerste in een reeks van zeven. Daarnaast staat ook de renovatie van de Van Cauwelaert- en de Kattendijksluis op til. De vernieuwde sluizen garanderen als
toegangspoorten een vlotte verbinding over de Schelde naar diverse binnenterminals op Linker- en Rechteroever én een betere doorstroming naar het Albertkanaal.
Oosterweelverbinding in voorbereiding De voorbereidingen in het kader van de Oosterweelverbinding schakelen volgend jaar een versnelling hoger. De Belgasite wordt heringericht als tijdelijke stelplaats voor de bussen van De Lijn, ter vervanging van de huidige stelplaats aan de Tjalkstraat. In de buurt van de Schijn in Merksem komen pijlers voor de Oosterweelverbinding. Een ideaal moment om ook daar verbeteringswerken uit te voeren en vooral het overstromingsgevaar in Merksem en Ekeren drastisch te verminderen.
Park Linkeroever in ontwikkeling Infrastructuurwerken zijn belangrijk, milieu en groenontwikkeling is dat uiteraard ook. Voor een beter evenwicht tussen mens en milieu krijgt Linkeroever een groot natuur- en recreatiegebied, het Park Linkeroever. Middenvijver en Burchtse Weel zijn de eerste deelprojecten uit dit Park die onder handen worden genomen met oog voor ecologische kwaliteiten voor fauna en flora. Later in de tijd volgt ook nog de herinrichting van het Sint-Annabos.
29
EEN VOORUITBLIK
Samen vooruitkijken naar morgen.
De architecturale meerwaarde van morgen
30
De grandeur van nieuwe architectuur
Architectuur binnen het Masterplan
Alle grote steden ter wereld bezitten architecturale trekpleisters die een meerwaarde betekenen voor de stad en haar regio. Voorbeelden? De Eiffeltoren en het Louvre in Parijs, de Big Ben in Londen, het Guggenheim-museum in Bilbao en tal van anderen. Maar binnen infrastructuurprojecten kan architectuur eveneens tot uiting komen. Denk daarbij maar aan de brug van Millau en de Erasmusbrug in Rotterdam. Stuk voor stuk eye-catchers die beide plaatsen een gezicht hebben gegeven, een duidelijk herkenningspunt voor bewoners en toeristen, een bepalende factor voor de skyline. Antwerpen kan op dat vlak niet achterblijven. De architecturale parels zijn vandaag de dag onmiskenbaar aanwezig in onze stad, maar (nog) niet bij infrastructuurwerken. Daar komt binnenkort verandering in. Binnen het Masterplan Mobiliteit Antwerpen is architectuur één van de voornaamste kwaliteiten waarmee rekening wordt gehouden bij de ontwikkeling van de projecten zoals de Oosterweelverbinding, de bruggen over het Albertkanaal en de aanleg van het Operaplein pal in het hart van de Antwerpse binnenstad.
Bij het uitvoeren van de diverse Masterplanprojecten is architectuur één van de prioriteiten van de Vlaamse Overheid en de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM). Constructies dienen daarom steeds een meerwaarde te geven aan de skyline en uitstraling van Antwerpen. Antwerpen verdient als haven- en wereldstad immers de nodige présence en uitstraling naar de buitenwereld toe.
De oogstrelende Oosterweelverbinding Met de Oosterweelverbinding, en vooral haar indrukwekkende Lange Wapperbrug, kiest BAM resoluut voor ruimtelijke kwaliteit en overstijgt meteen ook op inspirerende wijze het louter aanleggen van nieuwe verkeersinfrastructuur. Het ontwerp van de Lange Wapperbrug toont overtuigend aan hoe verkeersingrepen kunnen sporen met de stedenbouwkundige en landschappelijke herstructurering van de omgeving. Bovendien strookt het ontwerp met hoge kwaliteitsambities voor de aanleg van publieke ruimte. Het nieuwe Park Linkeroever
is hier een treffend voorbeeld van: BAM zorgt met de bouw van de Oosterweelverbinding voor een nieuw aaneengesloten natuur- en recreatiegebied waarin Middenvijver, Burchtse Weel en Sint-Annabos samensmelten en ecologisch worden heropgewaardeerd. Deze architecturale benadering en geïntegreerde zienswijze kan als rolmodel gelden gelden voor binnen- en buitenland. Het startschot van de werkzaamheden aan de Oosterweelverbinding weerklinkt in 2009, meteen de start van het grootste infrastructuurproject ooit in België. En meteen ook een uniek project in de wereld: nergens anders bestaat een dubbeldeksbrug met tuikabels en een gebogen tracé met een overspanning van meer dan 600 meters opgehangen aan slechts twee pijlers.
31
‘Het brede maatschappelijke draagvlak voor het Masterplan verder consolideren blijft onze eerste prioriteit.’ ir. Fernand Desmyter Voorzitter Raad van Bestuur BAM
32
33
EEN VOORUITBLIK
Een Open Oproep voor kwaliteit
Het Operaplein: zuiders geïnspireerd
Binnen Vlaanderen wordt architecturale kwaliteit hoog in het vaandel gedragen. Het vormt dan ook een van de cruciale opdrachten van de Vlaamse Overheid. Daarom werd in 2000 de procedure van de ‘Open Oproep’ gelanceerd. Dit betekent dat de overheid publiek maakt welke bouwprojecten op stapel staan en waarbij architecten hun kandidatuur kunnen indienen om hun visie op elk bouwproject wereldkundig te maken. Dit alles gebeurt onder het toeziend oog van de Vlaamse Bouwmeester Marcel Smets. Maar de Open Oproep is meer dan een selectie voor ontwerpers. Het is op zoek gaan naar de architecturale meerwaarde van morgen.
De Antwerpse Leien vormen een centrale verkeersas om van het noorden naar het zuiden van de stad te rijden of omgekeerd. Deze as loopt dwars door het stadscentrum. Het zuidelijk gedeelte van de Leien werd reeds omgetoverd van een drukke en onveilige as tot een mooie groene stadsboulevard met aandacht voor openbaar vervoer en zachte weggebruikers. groene stadsboulevard met aandacht voor openbaar vervoer en zachte weggebruikers. Het noordelijk gedeelte, de Noorderleien, zal op dezelfde leest geschoeid worden. Ook het Operaplein zal grondig aangepakt worden op basis van de architecturale visie van de bekende Spaanse ontwerper Manuel de SolàMorales. Eerder richtte hij in België het nieuwe stationsplein van Leuven in. Internationaal is hij vooral gekend als de architect die de Ramblas in Barcelona opnieuw verbond met de zee. De ondertekening van het contract met Manuel de Solà Morales voor de architecturale herinrichting van het Operaplein zal in 2008 plaatsvinden. Nadien kan de architect starten met de definitieve pennentrekken van het ontwerp en dit vertalen naar concrete plannen.
Een duurzame visie op bruggen Binnen het Masterplan Mobiliteit Antwerpen omvat het deelproject ‘Bruggen Albertkanaal’ het herbouwen van een aantal bruggen over het Albertkanaal tot een vrije doorvaarthoogte van 9,10 meter en de verbreding van het kanaal tot 63 meter. Doel van deze ingrepen: de capaciteit en doorstroming van de scheepvaart op het Albertkanaal sterk vergoten en stimuleren. Bij het ontwerp van de bruggen stelden BAM en Stad Antwerpen een hoog ambitieniveau voorop. Zij deden daarom een beroep op de procedure van de Open Oproep. Daarbij werd de opportuniteit aangegrepen om de bruggen over het Albertkanaal te benaderen als een onderdeel van een reeks en, gezien de dynamiek van de stedelijke inplanting, in te zetten op een duurzame integratie van de verschillende bruggen in hun ruimtelijke context.
34
Een nieuwe trekpleister Het nieuwe Operaplein linkt de winkelas van Meir en Keyserlei met de Franklin Rooseveltplaats, pal in het hart van de binnenstad. Het plein dat nu een druk verkeersknooppunt is en overspoeld wordt door auto’s, bussen en trams, wordt teruggegeven aan ‘den Antwerpenaar’ en wordt een mooie kuierzone. Het Operaplein zal zowel bij bewoners, handelaars als toeristen het beeld oproepen van het Antwerpen van de toekomst met grote architecturale troeven. En vooral, het kloppend hart van de Metropool worden. Om het Operaplein verkeersvrij te maken en een voetgangerszone aan te leggen, worden de rijbanen ondergronds gebracht. Hierbij wordt gezorgd voor een mooie kruisbestuiving tussen de belangen van BAM, Stad Antwerpen en De Lijn. Op verschillende niveaus zullen vervoersmiddelen hun weg naar alle windrichtingen van de stad kunnen vervolgen. Bij het ontwerp van het Operaplein zal voldoende aandacht gaan naar het contact tussen de open lucht en het ondergrondse niveau van het plein. Het daglicht zal ook onder het Operaplein invallen.
35
EEN VOORUITBLIK
Succesvolle onderhandelingen met bouwconsortium en financiers Procedure Oosterweelverbinding in finale fase Binnen het Masterplan Mobiliteit Antwerpen trekt de Oosterweelverbinding een groot deel van de aandacht naar zich toe. En terecht, want zo’n indrukwekkend project is ongezien in onze contreien. Bij de ontwikkeling van het Oosterweel-project is niet over één nacht ijs gegaan. De zaden voor deze mobiliteitsoplossing van de Antwerpse regio werden al in 1995 gezaaid. Meer dan 10 jaar later, na diverse studies en het doorlopen van het plannings- en aanbestedingsproces, nadert de start van de werken met rasse schreden. De onderhandelingen met THV Noriant, het laatst overgebleven consortium, zitten in een finale fase en resulteren in een contractsluiting in de eerste helft van 2009. Ook het financiële luik zal dan volledig uitgeklaard zijn en besloten in een overeenkomst. Dan begint het echte werk. Plannen worden uitgetekend, minder hindermaatregelen uitgewerkt en alle actoren worden doelgericht benaderd om hen uit eerste lijn te informeren over de werkzaamheden in hun nabije regio. Vervolgens volgt de eerste spadesteek, voor het mooiste project dat België ooit gekend heeft.
36
37
Financieel en administratief verslag 2007
38
39
V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R
Bestuur dat gaat voor resultaten.
2007 was voor BAM opnieuw een belangrijk jaar. Na enkele jaren van voorbereidende studies en aanbestedingsprocedures gingen een eerste reeks weliswaar kleinere projecten daadwerkelijk van start. Tegelijk werd de financieel-juridische structuur van belangrijke deelprojecten van het Masterplan, zoals de sluizen, het project Albertkanaal en de openbaar vervoersprojecten uit de eerste fase, finaal uitgekristalliseerd, en zijn enkele grote projecten zoals de renovatie van de Van Cauwelaertsluis en de Noorderlaanbrug klaar om uit de startblokken te schieten. Ook in de aanbesteding van de Oosterweelverbinding werden belangrijke stappen gezet.
Oosterweelverbinding Op 1 oktober 2007 ontving BAM het Best and Final Offer (BAFO) vanwege Noriant. Na een beoordeling van volledigheid en conformiteit alsook van de gunningscriteria procesbeheersing, architectuur en prijs, werd Noriant in december 2007 als voorkeursbieder aangeduid. Navolgende finale contractbesprekingen zijn met name gericht op een verdere optimalisatie van de prijs-kwaliteitsverhouding en de alignering met de gelijklopende procedures met de verzekeraars en de financiers. In de loop van 2007 werden samen met het Vlaams Verkeerscentrum,
40
politie, brandweer en andere instanties, studies gevoerd naar calamiteiten, minder hinder alsook veiligheid in het kader van de nieuwe EU richtlijn voor tunnelveiligheid. De resultaten van deze studies worden in de finale contractbesprekingen meegenomen. In juni en december 2007 werd alvast gestart met de werken aan respectievelijk Middenvijver en Burchtse Weel, mitigerende projecten uit het Masterplan Antwerpen met het oog op natuurontwikkeling op Linkeroever.
Verzekeringen BAM heeft ervoor gekozen om de kernverzekeringen voor het project Oosterweelverbinding, zelf af te sluiten middels een zogenaamd Owner Controller Insurance Programme (OCIP). Op basis van het door Noriant ingediende Best and Final Offer kon nadere informatie worden verstrekt aan de kandidaatverzekeraars. Eerste offertes worden medio 2008 verwacht.
Financiering In juni 2007 werden de eerste offertes ontvangen van drie van de vijf geselecteerde kandidaten voor de financiering van het Masterplan. De consortia KBC – Citi – HSBC en Dexia – Goldman Sachs – ING werden uitgenodigd tot de BAFO-
fase. De door BAM gehanteerde trafiekmodellen en inschattingen van toekomstige tolinkomsten, de basis voor de financiering van het Masterplan, werden ondertussen ruimschoots bevestigd, zowel door de kandidaat financiers in hun eerste offerte, als door nieuwe metingen van het huidige verkeer aan de Kennedytunnel die sinds 2007 beschikbaar zijn. Sinds de tweede helft van 2007 woedt de kredietcrisis in de internationale financiële markten. BAM heeft de aanbestedingsprocedure bijgestuurd om zo lang mogelijk een maximum aan flexibiliteit te behouden in de keuze voor een bepaald financieringsinstrument. Op die manier kan optimaal worden ingespeeld op verdere evoluties in de markten.
Van Cauwelaertsluis In de loop van 2007 werd de aanbestedingsprocedure voor de renovatie van de Van Cauwelaertsluis doorlopen. Ook alle gerelateerde overeenkomsten tussen het Vlaams Gewest, BAM, het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en het Agentschap Maritieme Toegang werden voorbereid. Na ondertekening ervan begin 2008 zal BAM overgaan tot de gunning, waarna de werken kunnen starten in het tweede kwartaal van 2008.
Albertkanaal: Noorderlaanbrug De opdracht voor de vernieuwing van de Noorderlaanbrug, de eerste van een reeks bruggen over het Albertkanaal die worden vernieuwd, werd gegund. De uitvoering start begin 2008. Alle hiervoor noodzakelijke overeenkomsten tussen het Vlaams Gewest, BAM en de NV De Scheepvaart werden goedgekeurd. In augustus 2007 startten de werkzaamheden voor de doorpersing van een leidingenkoker onder het Albertkanaal als alternatief voor de bestaande gasleiding die in de huidige Noorderlaanbrug ligt.
Openbaar Vervoer De openbaar vervoersprojecten uit de eerste fase van het Masterplan worden gerealiseerd via Lijninvest, in nauwe samenwerking met De Lijn en het Agentschap Wegen en Verkeer, in de vorm van publiek-private samenwerking. De projecten tramlijn Mortsel-Boechout en tramlijn DeurneWijnegem, inclusief de aanleg van een stelplaats, werden gebundeld in het project Brabo I, waarvoor in de loop van 2007 de technische bestekken werden uitgewerkt in een volwaardig DBFM-bestek. Dit bestek werd op 23 oktober 2007 ter beschikking gesteld van 5 geselecteerde kandidaten. De eerste offertes worden begin 2008 ontvangen.
41
V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R
Resultaat
Risicobeheer
Belangenconflict
Geconsolideerd bedraagt het balanstotaal € 1.203.159.184 en de winst van het boekjaar € 596.379.
BAM heeft zich in 2007 als kleine, flexibele organisatie verder toegelegd op de voorbereiding van de uitvoeringsfase van de werken. Bijkomende aanwervingen zorgden voor de invulling van het personeelskader. Middels een intern project rond contract management worden taken, processen, functies, rollen en verantwoordelijkheden in kaart gebracht die de opvolging van de uitvoering van de diverse projecten, maar toch voornamelijk van de Oosterweelverbinding met zijn specifieke DBfMbenadering, optimaal moeten laten verlopen.
Op de vergadering van de Raad Van Bestuur van 19 juli 2007 werd beslist over het sluiten van een vrijwaringsovereenkomst tussen de vennootschap, het Vlaams Gewest en alle bestuurders respectievelijk de CommissarisGeneraal, elke regeringscommissaris, de waarnemer, de Algemeen Manager en elke manager. Voorafgaand aan de beraadslaging met betrekking tot dit agendapunt heeft elke bestuurder uiteengezet dat hij meent dat hij mogelijks geacht zou kunnen worden een strijdig belang te hebben in de zin van art. 523 W.Venn.
Tunnel Liefkenshoek In 2007 nam het gebruik van de Liefkenshoektunnel opnieuw aanzienlijk toe. Het aantal vrachtwagens dat gebruik maakte van de Liefkenshoektunnel steeg met 20%, het aantal personenwagens met 10%. Samen met een gemiddelde stijging van de toltarieven met 2% leidde dit tot een omzetstijging van € 6.170.226 of 18%. Aangezien de kosten nagenoeg gelijk bleven ten opzichte van boekjaar 2006, stegen de brutomarge en de bedrijfswinst met respectievelijk 18% en 33%. Het boekjaar 2007 werd afgesloten met een winst na belastingen van € 22.156.781. Per 31.12.2007 bedroeg de uitstaande netto bankschuld € 75.649.534, een afname van 31% in vergelijking met de positie op 31.12.2006.
BAM De enkelvoudige jaarrekening van BAM wordt afgesloten met een verlies van € 2.560.313. Het verlies is voornamelijk het gevolg van de niet geactiveerde studiekosten en algemene werkingskosten. De kosten die werden opgenomen onder de rubriek van de “immateriële vaste activa - kosten voor onderzoek en ontwikkeling” hebben betrekking op de externe kosten die werden gemaakt en die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan de projecten in het kader van de realisatie van het Masterplan Antwerpen. Op 31 december 2007 bedragen de geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling € 94.190.057. De Raad van Bestuur stelt aan de Algemene Vergadering voor om de enkelvoudige jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2007 goed te keuren en om het verlies over te dragen naar het volgende boekjaar. De Raad van Bestuur deelt aan de Algemene Vergadering de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2007 mee.
42
De kredietcrisis in de internationale financiële markten heeft aangetoond dat BAM terecht conservatieve uitgangspunten hanteerde bij de inschatting van haar financieringscapaciteiten. Enkele bijsturingen in de aanbestedingsprocedure voor de financiering van het Masterplan verlenen BAM een zo groot mogelijke flexibiliteit om in te spelen op verdere evoluties in de markten. De strategische indekking tegen stijgingen van de marktrente blijft onverminderd van kracht. In de loop van 2007 ontving BAM een positieve BTW-ruling voor het project Van Cauwelaertsluis, en werd de ESR-neutraliteit van het project Oosterweelverbinding bevestigd. Tevens volgde een notificatie aan de Europese Commissie inzake de toepassing van de overheidsopdrachtenwetgeving. Er lopen vijf renteswaps voor de strategische indekking van het renterisico van BAM, alsook het renterisico tot aan “financial close“ van DBfM Co, de private projectvennootschap voor de realisatie van de Oosterweelverbinding. Per 31 december 2007 hebben deze renteswaps een positieve marktwaarde.
De omstandigheden waarin de Vennootschap beslissingen dient te nemen in uitermate complexe dossiers met een sui generis en innoverend karakter, de gerechtelijke procedures die er op heden reeds zijn en het gevaar dat ook in de toekomst nog nieuwe procedures zullen worden opgestart, verantwoordden de vraag van de bestuurders naar een vrijwaring; dit niettegenstaande de wijze waarop de bestuurders trachten in eer en geweten en met eerbiediging van de belangen van de vennootschap tot besluitvorming te komen. De dossiers waarover de vennootschap beslissingen dient te nemen, zijn van een dermate grote omvang dat het voor elke bestuurder onmogelijk is om een eventuele individuele aanspraak te dragen. Een aansprakelijkheidsvordering tegen een bestuurder zou in het geheel niet in verhouding staan tot zijn financiële draagkracht. Het was dan ook een terechte bezorgdheid van elke bestuurder in de mogelijkheid gesteld te worden om op een professionele en objectieve wijze zijn mandaat verder te kunnen zetten, zonder louter omwille van de vrees voor en de dreiging van dergelijke procedures, niet op een normale en redelijke wijze invulling te kunnen geven aan zijn bestuursmandaat. Naast het ontwerp van vertrouwelijkheids- en vrijwaringsovereenkomst beschikte de raad van bestuur tevens over een nota met toelichting en verantwoording.
Conform de bepalingen van art. 523 W.Venn. worden hieronder de notulen van de Raad Van Bestuur van 19 juli 2007 met betrekking tot het belangenconflict opgenomen: “Na beraadslaging op basis van de toelichting opgenomen in de voorgelegde nota en op basis van de verantwoording hierboven uiteengezet besluit de raad van bestuur met eenparigheid van stemmen om de voorgestelde vertrouwelijkheidsen vrijwaringsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest, de Vennootschap en elke bestuurder goed te keuren. De raad van bestuur meent dat zijn besluit in het belang van de vennootschap is. Hij overweegt in dat verband dat het van belang is dat de bestuurders bij machte zijn hun functie te blijven uitoefenen en dit op een serene, professionele, objectieve en onafhankelijke wijze. De vermogensrechtelijke gevolgen van dit besluit voor de Vennootschap kunnen worden beschreven als volgt: de kosten van verdediging en van schadeloosstelling ingeval van aanspraken t.a.v. de bestuurders op basis van hun bestuurdersaansprakelijkheid. De omvang daarvan kan op heden onmogelijk ingeschat worden.”
43
Andere meldingen De Raad van Bestuur bevestigt dat zij geen weet heeft van omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden. Er hebben zich na de afsluiting van het boekjaar geen bijzondere gebeurtenissen voorgedaan die een invloed hebben gehad op de jaarrekening opgesteld op 31 december 2007. De vennootschap heeft geen bijkantoren. In gevolge Art 96 – 6° van het Wetboek van Vennootschappen bevestigt de Raad van Bestuur de continuïteit van de vennootschap. Het opgebouwd eigen vermogen in de voorbije boekjaren en de beslissing van de 44
hoofdaandeelhouder, het Vlaamse Gewest, om de totale kapitaalsinbreng voor de periode 2003-2010 in BAM cq. de Stille Maatschap op circa 822 Mio € te brengen garandeert een voldoende solvabiliteit als basis voor de uitvoering van de missie van BAM en de uitwerking van het Masterplan. De jaarrekeningen werden opgesteld op basis van waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit aangezien de vennootschap zich in de opstartfase bevindt en de voorziene bedrijfsopbrengsten zich pas zullen realiseren bij de start van de exploitatie van de Oosterweelverbinding, wanneer tolgelden zullen geïnd worden. Tot zolang zullen de kosten van de vennootschap groter zijn dan de opbrengsten. Dit is eigen aan de aard van de activiteiten van de vennootschap. Daarnaast verwijzen we naar art. 2 en art. 3 van het BAM-decreet dd. 13 december 2002. Hierin wordt bepaald dat BAM
slechts kan worden ontbonden bij besluit van de Vlaamse regering en dat BAM niet is onderworpen aan de bepalingen inzake het gerechtelijk akkoord en het faillissement. De Raad van Bestuur is ervan overtuigd dat in 2007 de verdere stappen zijn gezet en de basis verder is uitgewerkt voor de invulling van de noodzakelijke voorwaarden voor de verdere realisatie van het Masterplan. Tenslotte wenst de Raad van Bestuur alle medewerkers te danken voor hun toewijding en hun bijdrage in de realisatie van de doelstellingen. De Raad van Bestuur is de aandeelhouders en de stakeholders dankbaar voor het gestelde vertrouwen in de leiding en in de toekomst van de organisatie.
De Raad van Bestuur 45
1. Geconsolideerde balans na winstverdeling (vervolg)*
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
10/1 10 100 101 11 12 10 11 12 1
616.2 6.3 22.23 (123.300)
.732
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING (alle bedragen in duizenden EUR)
1. Geconsolideerde balans na winstverdeling*
Passiva EIGEN VERMOGEN I Kapitaal
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
Activa VASTE ACTIVA I Oprichtingskosten (toelichting VII) II Immateriele vaste activa (toel. VIII) III Positieve Consolidatieverschillen (toel. XII) IV Materiele vaste activa (toel. IX) A Terreinen en gebouwen B Installaties, machines en uitrusting C Meubilair en rollend materieel D Leasing en soortgelijke rechten E Overige materiële vaste activa F Activa in aanbouw V Financiële vaste activa (toel. I tot IV en X) A Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 1. Deelnemingen 2. Vorderingen B Andere ondernemingen 1. Deelnemingen, aandelen en deelbewijzen 2. Vorderingen
20/2 20 21 20 22/27 22 23 2 2 26 27 2 21 211 212 2/ 2 2/
7.0
7.02
0.6 1.13 11.73 113.63 602
26.76 23.70 12.03 12.66 76 1
73 .6 3
77 2.23 3
VLOTTENDE ACTIVA VI Vorder. op meer dan 1 jaar A Handelsvorderingen B Overige vorderingen VII Voorraden en bestellingen in uitvoering A Voorraden** 1. Grond en hulpstoffen 2. Goederen in bewerking 3. Gereed product . Handelsgoederen . Onroerende goederen bestemd voor verkoop 6. Vooruitbetalingen B Bestellingen in uitvoering VIII Vorder. op ten hoogste één jaar A Handelsvorderingen B Overige vorderingen IX Geldbelggingen A Eigen aandelen B Overige beleggingen X Liquide middelen XI Overlopende rekeningen
2/ 2 20 21 3 30/36 30/31 32 33 3 3 36 37 0/1 0 1 0/3 0 1/3 / 0/1
II III IV V VI VII
6
20/58
(.03)
.700
.700
A Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet achtergestelde obligatieleningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden . Kredietinstellingen . Overige leningen B Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels C Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen verige schulden D Overige
17/ 17 170/ 170 171 172 173 17 17 170 171 176 17/
6.730 17.76 2.21
602.1 .63 22.2
12.22
12.173
67.023
100.6
2.62
27.13
Schulden op ten hoogste één jaar (toel. XIII) A Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen B Financiële schulden 1. Kredietinstellingen 2. Overige leningen C Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels D Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen E Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten F Overige schulden
2/ 2 3 30/ 3 0/ 1 6 0/3 / 7/
3.7 22.126
26.6 1.27
10.21 10.21
.36 .36
7 12 32 1.
23 10 373 1.62
Overlopende rekeningen
2/3
33.7
26.010
10/49
1.203.159
1.048.273
VOORZIENINGEN, UITGESTELDE BELASTINGEN EN BELASTINGLATENTIES IX A Voorzieningen voor risico’s en kosten 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 2. Belastingen 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken . Overige risico’s en kosten B Uitgestelde belastingen en belastinglatenties (toel. VI, B) SCHULDEN X Schulden op meer dan één jaar (toel. XIII)
3
3
3
3
62.31
6.71
XI
7.17 .200 2.7 6.20
.0 3.36 2.373 22.7
6.20 .0 76.76
22.7 1.1 77.12
1.203.159
1.048.273
* Artikel 124 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen. ** De voorraadposten kunnen worden samengevoegd (cf. Artikel 158, paragraaf 1, tweede lid van voormeld koninklijk besluit)
2.3 61.300 (32.6)
(.206)
BELANGEN VAN DERDEN VIII Belangen van derden
XII Totaal der activa
A Geplaatst kapitaal B Niet opgevraagd kapitaal (-) Uitgiftepremies Herwaarderingsmeerw. Geconsolideerde reserves (toelichting XI) (+)(-) Negatieve Consolidatieverschillen (toelichting XII) Omrekeningsverschillen (+)(-) Kapitaalsubsidies
Totaal der passiva
13 16 160/ 160 161 162 163/ 16
7
2. Geconsolideerde resultatenrekening (vervolg)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
76
1.313
1.60
762 763 76/
1.313
1.
66
(23)
(27)
23
27
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING (alle bedragen in duizenden EUR)
2. Geconsolideerde resultatenrekening
I 1.
BEDRIJFSRESULTAAT Bedrijfsopbrengsten A Omzet (toel. XIV, A) B Wijziging in de voorraad goederen in bewerking en gereed product en in de bestellingen in uitvoering (toename +, afname -) C Geproduceerde vaste activa D Andere bedrijfsopbrengsten
2.
Bedrijfskosten (-) Handelsgoederen, grond - en hulpstoffen Inkopen Wijziging in de voorraad (toename-, afname+) Diensten en diverse goederen Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toel. XIV, B) Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa E Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) F Voorzieningen voor risico’s en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -) G Andere bedrijfskosten H Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (-) I Afschrijvingen op positieve consolidatieverschillen
A 1. 2. B C D
3.
II 1.
Bedrijfswinst (+) Bedrijfsverlies (-) FINANCIELE OPBRENGSTEN Financiële opbrengsten A Opbrengsten uit financiële vaste activa B Opbrengsten uit vlottende activa C Andere financiële opbrengsten
2.
3.
Financiële kosten (-)
III 1.
Codes
70/7 70
71 72 7 60/6 60 600/ 60 61 62 630
Boekjaar
0.727 0.27
200
20
(3.61)
(37.0)
.1 3.0
11.703 3.7
12.969
A Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa B Terugneming van afschrijvingen op consolidatieverschillen C Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa D Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten E Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa F Andere uitzonderlijke opbrensten (toel. XIV, C)
Vorig boekjaar
3.7 3.37
2.
IV RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR VÓÓR BELASTING Winst van het boekjaar vóór belasting (+) Verlies van het boekjaar vóór belasting (-)
() 226
(2.76) 62
.2
.2
70/6 6/70
.06
7 750 71 752/9
17.77 17.7 3
12.1 2
6 60 61
(23.27) 1.133
(23.0) 1.22
5.124
5.127
61 652/9
Winst uit de gewone bedrijfsoefening, vóór belasting (+) Verlies uit de gewone bedrijfsoefening, vóór belasting (-)
70/6 6/70
(2.07)
(6)
760 70 761
660 62 661 662 663 66/ 66 63
70/66 66/70
6 (12.3)
15.248
631/
A Kosten van schulden B Afschrijvingen op positieve consolidatieverschillen C Waardeverminderingen op andere vlottende activa dan bedoeld onder II. E (toevoegingen +, terugnemingen -) D Andere financiële kosten
Uitzonderlijke kosten (-) A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa B Uitzonderlijke afschrijvingen op positieve consolidatieverschillen C Waardeverminderingen op financiële vaste activa D Voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten (toevoegingen +, bestedingen -) E Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa F Andere uitzonderlijke kosten (toel. XIV, C) G Als herstructureringskosten geactiveerde uitzondelijke kosten (-) H In het resultaat opgenomen negatieve consolidatieverschillen (-)
V
63/7 60/ 6 60
UITZONDERLIJK RESULTAAT Uitzonderlijke opbrengsten
12.20
(13.66)
UITGESTELDE BELASTINGEN A Onttrekking aan de uitgestelde belastingen en de belastinglatenties (+) B Overboeking naar de uitgestelde belastingen en de belastinglatenties (-)
VI BELASTINGEN OP HET RESULTAAT (-)(+) A Belastingen (toel. XIV, D) (-) B Regularisatie van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen
70 60 67/77 670/3 77
VII RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR Winst van het boekjaar (+) Verlies van het boekjaar (-)
70/67 67/70
VIII AANDEEL IN HET RESULTAAT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN WAAROP VERMOGENSMUTATIE IS TOEGEPAST (+)(-) A Winstresultaten (+) B Verliesresultaten (-)
7 71 61
IX
GECONSOLIDEERD RESULTAAT Geconsolideerde winst (+) Geconsolideerd verlies (-) A Aandeel van derden (+)(-) B Aandeel van de groep (+)(-)
76 66 761 762
6 (12.3)
6 (12.3) 6
(12.3)
‘Een multimodale aanpak van de mobiliteitsproblematiek door investeringen in wegen, waterwegen en openbaar vervoer, dient de Antwerpse regio te behoeden voor een totaal verkeersinfarct.’ Willy Borré en Rik Haekens Commissarissen van de Vlaamse Regering
50
51
B E S P R E K I N G VA N D E GECONSOLIDEERDE BALANS E N R E S U L TAT E N R E K E N I N G (alle bedragen in duizenden EUR)
BalanS: activa 1. Oprichtingskosten De oprichtingskosten, bestaande uit registratierechten die betaald werden bij de oprichting en bij latere kapitaalsverhogingen, worden in overeenstemming met de waarderingsregels onmiddellijk in resultaat genomen.
2. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa bestaan uit drie componenten: studies, onderzoeken en voorontwerpen, software en de verlenging van de concessieovereenkomst van de Liefkenshoektunnel. De immateriële vaste activa kunnen als volgt worden gedetailleerd: Kosten van studies, onderzoeken en voorontwerpen Software Concessie verlenging Liefkenshoektunnel (200-2037)
.10 62 36.70 440.956
De uitvoering van het Masterplan in 2007 bestond voornamelijk uit de verderzetting van studies, voorontwerpen en onderzoeken en de aanbestedingen. Conform de waarderingsregels worden de kosten voor specifieke Masterplanprojecten geactiveerd en geboekt onder de rubriek van de immateriële vaste activa. Deze activa zullen worden afgeschreven van zodra de projecten klaar zijn voor ingebruikname. Een aantal kleinere projecten gingen in 2007 effectief van start. De kosten met betrekking tot deze projecten werden geactiveerd onder de materiële vaste activa in aanbouw (zie verder). In 2007 werden in totaal studiekosten geactiveerd voor een nettobedrag van EUR 1.1. Hierdoor komt de totale aanschaffingswaarde van de geactiveerde kosten van studies, onderzoeken en voorontwerpen op EUR .10. Het totale geactiveerde bedrag aan studiekosten kan als volgt worden gedetailleerd: Studies wegeninfrastructuur werken (vnl. Oosterweelverbinding) Studies waterwegeninfrastructuur werken Studies openbaar vervoer Algemene Masterplanstudies
2
70.616 3.603 .1 11.776 94.190
De verlenging van de concessieovereenkomst van de Liefkenshoektunnel voor de periode 200-2037 wordt gewaardeerd op EUR 36.70. Zij zal lineair afgeschreven worden over de looptijd van de verlenging.
3. Positieve consolidatieverschillen De positieve consolidatieverschillen staan uit ten belope van EUR 1.12.
bedraagt op 31 december 2007 EUR 6.7. De terreinen en gebouwen van Tunnel Liefkenshoek bestaan uit volgende componenten: Tunnel en gebouwen Financieringskost lening
4. Materiële vaste activa .1. Terreinen en gebouwen De totale waarde van de rubriek terreinen en gebouwen kan als volgt gedetailleerd worden: Waarde onroerende goederen Oosterweelverbinding Erfpacht Scheldebodem Totaalbedrag terreinen en gebouwen voor Tunnel Liefkenshoek
.2. Installaties, machines en uitrusting De boekwaarde van de installaties, machines en uitrusting bedraagt EUR . .0 22
1.37 113.964
De rubriek bevat voor EUR 2.3 de onroerende goederen die einde 200 werden aangekocht van het Vlaamse Gewest. Het betreft de onroerende goederen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de Oosterweelverbinding. De vergoeding aan het Vlaamse Gewest voor de verwerving van deze onroerende goederen werd bepaald op EUR 10.000. Bij de bepaling van de boekwaarde van de onroerende goederen werd rekening gehouden met de contractueel voorziene terugbetaling op lange termijn waarbij geen rente verschuldigd is. Overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving is een rente geacht begrepen te zijn in de prijs van het vast actief, indien de terugbetaling over een lange termijn plaatsvindt en er geen of een lage interest wordt aangerekend. Bijgevolg dient de EUR 177.000 te worden opgedeeld in enerzijds de waarde van de onroerende goederen en anderzijds de te betalen rente. De opsplitsing gebeurt als volgt: Waarde onroerende goederen Verschuldigde rente (overlopend actief)
1.233 3.30 18.537
2.3 .6 177.000
Het overlopend actief wordt ‘pro-rata-temporis’ overgeboekt naar de rekening ‘ kosten van schulden’. In 2007 werd een bedrag van EUR .2 in kosten genomen als ‘rente schuld terreinen Oosterweelverbinding’. Het overlopend actief
.3 Meubilair en rollend materieel De boekwaarde van meubilair en rollend materieel bedraagt EUR 601. 4.4. Overige materiële vaste activa De rubriek van de overige materiële vaste activa bevat de inrichting van gehuurde gebouwen en bedraagt EUR 73. .. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen De vaste activa in aanbouw bedragen EUR .6 en is als volgt samengesteld:
6. Geldbeleggingen Voor Tunnel Liefkenshoek bevatten de geldbeleggingen ten belope van EUR .62 hoofdzakelijk zero bonds voor de eventuele uitoefening van de early buy-out optie in 2012. De zero bonds worden jaarlijks ‘opgerent’. De waarde van de zero bonds zal op einddatum overeenstemmen met het te betalen bedrag voor het lichten van de optie. Deze schuld is opgenomen onder lange termijn schulden en stemt overeen met de geldbeleggingen. De oprenting van zowel de beleggingen als de schuld wordt jaarlijks onder financiële opbrengsten en kosten geboekt, zonder een netto resultaatsimpact. De overige beleggingen bij BAM bestaan uit termijnrekeningen voor EUR 20.07, beleggingen in geldmarktfondsen voor EUR .2 en thesauriebewijzen waarin BAM heeft belegd voor een bedrag van EUR .77. De termijnrekeningen en thesauriebewijzen hebben een maximale looptijd van 3 maanden en vervallen ten laatste op 26 februari 200.
7. Liquide middelen Afbraak Ijzeren brug en heraanleg kruispunt Rooseveltplaats: Oosterweelverbinding (project Middenvijver en Belgasite) Leidingkoker Albertkanaal:
2.360 7 1.3 4.645
De kosten voor de heraanleg van het kruispunt Rooseveltplaats werden als onderdeel van het project Leien fase II conform de waarderingsregels geactiveerd.
5. Vorderingen op minder dan 1 jaar .1. Handelsvorderingen De handelsvorderingen bestaan voornamelijk uit klanten die gebruik maken van de tolpoorten van de Liefkenshoektunnel.
De liquide middelen zijn tegoeden bij de verschillende kredietinstellingen.
8. Overlopende rekeningen De overlopende rekeningen bevatten de over te dragen kosten in verband met de LILO-transactie van Tunnel Liefkenshoek en de gelopen intresten op geldbeleggingen en liquide middelen.De rubriek bestaat tevens uit de rentecomponent die vervat is in de vergoeding die nog verschuldigd is aan het Vlaamse Gewest voor de aankoop van de onroerende goederen noodzakelijk voor de realisatie van de Oosterweelverbinding. In 2007 werd een bedrag EUR .2 in kosten genomen als ‘rente schuld terreinen Oosterweelverbinding’. We verwijzen hieromtrent naar de subrubriek Terreinen en Gebouwen onder de Materiële Vaste Activa.
.2. Overige vorderingen De post overige vorderingen bevat de terug te vorderen BTW voor een bedrag van EUR 1.116 en terug te vorderen roerende voorheffing voor een bedrag van EUR 1..
3
B E S P R E K I N G VA N D E GECONSOLIDEERDE BALANS E N R E S U L TAT E N R E K E N I N G (alle bedragen in duizenden EUR)
BalanS: paSSiva 1. Kapitaal Het kapitaal is als volgt samengesteld: Geplaatst kapitaal Niet opgevraagd kapitaal
22.23 -123.300 698.935
In juli 2007 vonden twee kapitaalverhogingen plaats. Eén van EUR 12.000 die volledig volstort werd en één van EUR 131.3 die volstort werd ten belope van EUR 1.100. Het geplaatste kapitaal komt hierdoor op EUR 22.23, zijnde het bedrag dat voorzien werd in de kaderovereenkomst tussen BAM en het Vlaams Gewest.
2. Geconsolideerde reserves De geconsolideerde reserve op het einde van het boekjaar bedraagt EUR (.206).
3. Kapitaalssubsidies De kapitaalsubsidies ad. EUR .700 zijn niet gewijzigd in 2007. Ze werden ontvangen van de Europese Gemeenschap voor studiekosten waterwerken. De kapitaalssubsidies zullen in het resultaat worden geboekt overeenkomstig de afschrijvingen op de studiekosten. Er werden geen uitgestelde belastingen geboekt op de kapitaalssubsidies.
.2. Overige schulden De rubriek overige schulden omvat het lange termijn gedeelte van EUR 163.000 van de schuld ten aanzien van het Vlaamse Gewest naar aanleiding van de aanschaffing van de onroerende goederen voor de realisatie van de Oosterweelverbinding voor EUR 177.000 in 200. De overige schuld betreft verder nog de early buyout optie en de aanverwante financiële fee van Tunnel Liefkenshoek voor een totaal bedrag van EUR .62.
5. Schulden minder dan 1 jaar .1. Schulden > 1 jaar die < 1 jaar vervallen Deze rubriek betreft enerzijds het kapitaal van de bancaire lening voor Tunnel Liefkenshoek (EUR .626). Anderzijds heeft de rubriek betrekking op de betaling aan het Vlaamse Gewest van de prijs voor de aankoop van de onroerende goederen (EUR 13.00) .2. Handelsschulden De rubrieken handelsschulden (EUR .11) en te ontvangen facturen (EUR 6.10) hebben voor het grootste gedeelte betrekking op prestaties van de tijdelijke vereniging SAM. .3. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten Deze rubriek ten bedrage van EUR 7 heeft voor het grootste gedeelte betrekking op provisies vakantiegelden en te betalen BTW.
4. Schulden op lange termijn 4.1. Financiële schulden In 200 heeft BAM een obligatielening uitgegeven met een nominale waarde van EUR 13.170 en een uitgifteprijs van EUR 12.07. Het verschil tussen de nominale waarde en de uitgifteprijs zal in overeenstemming met de Belgische boekhoudwet aan de uitgifteprijs worden toegevoegd, gespreid over de duurtijd van deze lening. In 2007 werd EUR toegevoegd aan de boekwaarde. De boekwaarde van de niet achtergestelde obligatielening bedraagt op 31 december 2007 EUR 12.22. Verder zijn er de lopende financieringen bij Tunnel Liekenshoek in de vorm van een bancaire kredietfinanciering ten belope van EUR 9.023 en commercial paper programma’s ad EUR .000.
.. Overige schulden De rubriek van de overige schulden bestaat voornamelijk uit de gestorte waarborgen van de teletolkaarten voor het gebruik van de Liefkenshoektunnel.
6. Overlopende rekeningen De overlopende rekeningen bevatten de transactie-kosten (EUR .6) in verband met de LILO-transactie van Tunnel Liefkenshoek in 17, welke gespreid worden over de periode van 172012. De kosten worden jaarlijks in het uitzonderlijke resultaat geboekt. Verder worden de financiële kosten (interesten) verschuldigd door BAM op de uitgegeven obligatielening als schuld op de overlopende rekening opgenomen en in het financiële resultaat geboekt. De intresten op de obligatielening worden immers pas vanaf februari 2010 betaalbaar. Per eind 2007 beloopt het saldo op het overlopend passief met betrekking tot de financiële kosten EUR 28.162.
reSultatenrekening De omzet bestaat voornamelijk uit ontvangen tolgelden aan de Liefkenshoektunnel. In 2007 nam het gebruik van de Liefkenshoektunnel aanzienlijk toe. Samen met een lichte stijging van de toltarieven leidde dit tot een omzetstijging van 1%. De diensten en diverse goederen omvatten voornamelijk de werkingskosten van BAM en de erelonen voor studies die niet rechtstreeks aan de projecten kunnen worden toegewezen en die onmiddellijk ten laste van het resultaat worden genomen, waaronder de algemene werkingskosten van de tijdelijke vereniging SAM en juridisch en financieel advies. De personeelskost van BAM kende op jaarbasis een stijging ten opzichte van vorig boekjaar omwille van bijkomende aanwervingen en invulling van openstaande betrekkingen.
De afschrijvingen geboekt in 2007 betreffen voornamelijk de afschrijvingskosten van de Liefkenshoektunnel en daarbijhorende gebouwen. Het totale consolidatieverschil bedraagt EUR 7.11, waarvan reeds EUR 32. is afgeschreven. De afschrijvingstermijn bedraagt jaar en loopt af op 30 juni 200. De financiële opbrengsten ten belope van EUR 17.76 slaan op de opbrengsten van de zero bond en de belegging van liquiditeiten. De financiële kosten ten bedrage van EUR 23.26 omvatten de intresten voor de kredietfinancieringen (EUR 18.133), de financiële kosten betreffende de LILOoperatie bij Tunnel Liefkenshoek (EUR .11) en diverse financiële kosten (EUR 5). De uitzonderlijke resultaten omvatten de opbrengsten en kosten die worden geboekt in het kader van de spreiding van de LILO-transactie.
TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING (alle bedragen in duizenden EUR)
I. Lijst van de geconsolideerde dochterondernemingen en van de vennootschappen waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast NAAM, volledig adres van de ZETEL en zo het een onderneming naar Belgisch recht betreft, het ONDERNEMINGSNUMMER
V. Consolidatiecriteria en wijzigingen in de consolidatiekring
Toegepaste methode (I/E/V1/V2/V3/V4/V5)¹-²
Gehouden deel van het kapitaal (in %)³
Wijziging in het percentage van het gehouden kapitaal (t.o.v. het vorige boekjaar)4
I.
100,00
0,00
Tunnel Liefkenshoek Naamloze vennootschap Sint-Annalaan 1 130 Kieldrecht (Beveren) België 031.23.77
A. Aanduiding van de criteria die worden gehanteerd voor de toepassing van de integrale consolidatie, de evenredige consolidatie en de vermogensmutatiemethode en van de gevallen, met motivering ervan, waarin van deze criteria wordt afgeweken (in toepassing van artikel 16, I. van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen). De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in EUR op datum van 31 december; zij omvat de rekeningen (balans, resultaten en toelichting) van de moedermaatschappij en de dochteronderneming gepresenteerd volgens het rekeningenschema van de
moedermaatschappij. De resultatenrekening werd opgesteld voor de periode van 1 januari 2007 tot 31 december 2007. Als basis worden de jaarrekeningen van de bedrijven genomen, herwerkt naar de waarderings-regels en boekingsprincipes van de groep. B. Inlichtingen die een zinvolle vergelijking mogelijk maken met de geconsolideerde jaarrekening over het vorige boekjaar, indien de samenstelling van het geconsolideerde geheel in de loop van het boekjaar een aanmerkelijke wijziging heeft ondergaan (in toepassing van artikel 112 van voormeld koninklijk besluit).
1 • I. Integrale consolidatie • E. Evenredige consolidatie (met opgave, in de eerste kolom, van de gegevens waaruit het gezamenlijke bestuur blijkt) • V1. Geassocieerde vennootschap waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast (artikel 13, eerste lid, 3° van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen) • V2. Dochtervennootschap waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast, waarover de onderneming een controle in feite bezit en waarvan de consolidatie zou indruisen tegen het principe van het getrouwe beeld (artikel 10, paragraaf 1 van voormeld koninklijk besluit) • V3. Dochtervennootschap waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast en waarvan de werkzaamheden zodanig uiteenlopen dat haar consolidatie zou indruisen tegen het principe van het getrouwe beeld (artikel 10, paragraaf 2 van voormeld koninklijk besluit) • V. Dochtervennootschap in vereffening of die heeft besloten haar bedrijf stop te zetten of waarvoor er niet meer kan van worden uitgegaan dat zij haar bedrijf zal voortzetten en waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast (artikel 10 van voormeld koninklijk besluit)
• V. Gemeenschappelijke dochtervennootschap waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast en waarvan het bedrijf niet nauw geïntegreerd is in het bedrijf van de onderneming die over de gezamenlijke controle beschikt (artikel 13, tweede lid van voormeld koninklijk besluit).
2 Indien een wijziging in het percentage van het gehouden deel van het kapitaal een wijziging met zich meebrengt van de toegepaste methode, wordt de aanduiding van de nieuwe methode gevolgd door een sterretje.
3 Deel van het kapitaal van deze ondernemingen dat wordt gehouden door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen en door personen die in eigen naam optreden maar voor rekening van deze ondernemingen.
4 Indien de samenstelling van het geconsolideerde geheel in de loop van het boekjaar een aanmerkelijke wijziging heeft ondergaan door wijzigingen in dit percentage, worden bijkomende inlichtingen verstrekt in de staat V. (artikel 112 van voormeld koninklijk besluit).
VIII. Staat van de Immateriële vaste activa (post 21 van de activa) Codes
2. Concessies, octrooien, licenties, enz.
a) AANSCHAFFINGSWAARDE Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Aanschaffingen, met inbegrip v/d geproduceerde vaste activa - Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) - Andere wijzigingen Per einde van het boekjaar
01
0.031
36.721
02 03 0 1 2 805
1.661 ()
94.688
346.779
c) AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Teruggenomen want overtollig (-) - Verworven van derden - Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) - Andere wijzigingen Per einde van het boekjaar d) NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR (a)-(c)
6
1. Kosten van onderzoek en ontwikkeling
06
6
07 0 0 10 11 3 812
7
498
13
813
94.190
346.766
7
TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING (alle bedragen in duizenden EUR)
Codes
3. Goodwill
4. Vooruitbetalingen
IX. STAAT VAN DE MATERIELE VASTE ACTIVA (posten 22 tot 27 van de activa) Codes
a) AANSCHAFFINGSWAARDE Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa - Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) - Andere wijzigingen Per einde van het boekjaar
01 802 03 0 1 2 805
c) AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Teruggenomen want overtollig (-) - Verworven van derden - Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) - Andere wijzigingen Per einde van het boekjaar d) NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR (a)-(c)
06 07 0 0 10 11 3 812
813
a) AANSCHAFFINGSWAARDE Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Aanschaff., incl. de geprod. vaste activa - Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) - Andere wijzigingen Per einde van het boekjaar b) MEERWAARDEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Verworven van derden - Afgeboekt (-) - Ovegeboekt van een post naar een andere (+)(-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) - Andere wijzigingen Per einde van het boekjaar c) AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Teruggenomen want overtollig (-) - Verworven van derden - Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) -Andere wijzigingen Per einde van het boekjaar d) NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR (a)+(b)-(c)
1. Terreinen 2. Installaties, 3. Meubilair en machines en rollend gebouwen en uitrusting materieel (post 22) (post 23) (post 24)
1
312.71
1.3
1
16 17 1 6 819
3 (20)
11 (13)
10 (21)
313.129
1.706
1.100
26
17.06
1.062
30
27 2 2 30 31 0 832
12.07
16
1
(7)
(11)
199.166
1.251
498
833
113.963
455
602
20 21 22 23 2 7 825
‘De herbouw van zeven bruggen over het Albertkanaal tussen Wijnegem en Antwerpen zal de binnenvaartverbinding van de haven met het hinterland sterk verbeteren.’ Management nv De Scheepvaart
60
61
TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
X. STAAT VAN DE FINANCIELE VASTE ACTIVA (post 28 van de activa)
(alle bedragen in duizenden EUR)
Codes
IX. STAAT VAN DE MATERIELE VASTE ACTIVA (posten 22 tot 27 van de activa) Codes
a) AANSCHAFFINGSWAARDE Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Aanschaff., incl. de geprod. vaste activa - Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) - Andere wijzigingen Per einde van het boekjaar b) MEERWAARDEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Verworven van derden - Afgeboekt (-) - Ovegeboekt van een post naar een andere (+)(-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) - Andere wijzigingen Per einde van het boekjaar c) AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Teruggenomen want overtollig (-) - Verworven van derden - Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) -Andere wijzigingen Per einde van het boekjaar d) NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR (a)+(b)-(c) Waarvan : - Terreinen en gebouwen - Installaties, machines en uitrusting -Meubilair en rollend materieel
62
4. Leasing en 5. Overige 6. Activa in materiële aanbouw en soortgelijke vaste activa vooruitrechten (post 26) betalingen (post 25) (post 27)
1
10
2.23
16 17 1 6 819
2.36 (13)
113
4.645
20 21 22 23 2 7 825
26
2
27 2 2 30 31 7 0 832
12
833 20 21 22
1. Deelnemingen a) AANSCHAFFINGSWAARDE Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Aanschaffingen - Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) - Andere wijzigingen Per einde van het boekjaar
40
73
4.645
36 37 3 1 839
1 2 3 2 845
c) WAARDEVERMINDERINGEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Teruggenomen want overtollig (-) - Verworven van derden - Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-) Per einde van het boekjaar
6 7 0 3 1 852
e) WIJZIGINGEN IN HET EIGEN VERMOGEN VAN DE ONDERNEMINGEN WAAROP DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE WORDT TOEGEPAST (+)(-) - Aandeel in het resultaat van het boekjaar - Eliminatie van de dividenden m.b.t. deze deelnemingen - Andere wijzigingen in het eigen vermogen NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR (a) + (b) - (c) - (d) +/-(e)
2. Andere ondernemingen (post 284)
3
b) MEERWAARDEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Verworven van derden - Afgeboekt (-) - Omrekeningsverschillen (+)(-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+)(-) Per einde van het boekjaar
d) NIET-OPGEVRAAGDE BEDRAGEN Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar (+) (-) Per einde van het boekjaar
1. Vennootschappen waarop vermogensmutatiemethode toegepast is (post 99211)
0
3 855
1 2 3
856
63
TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING (alle bedragen in duizenden EUR)
X. STAAT VAN DE FINANCIELE VASTE ACTIVA (post 28 van de activa)
XII. STAAT VAN DE CONSOLIDATIEVERSCHILLEN EN DE VERSCHILLEN NA TOEPASSING VAN DE VERMOGENSMUTATIE METHODE (post 9920 van de activa en post 9911 van de passiva)
Codes
2. Vorderingen NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET VORIGE BOEKJAAR Mutaties tijdens het boekjaar: - Toevoegingen - Terugbetalingen (-) - Geboekte waardeverminderingen (-) - Teruggenomen waardeverminderingen - Omrekeningsverschillen (+)(-) - Overige (+)(-) NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR GECUMULEERDE WAARDEVERMINDERINGEN OP VORDERINGEN PER EINDE BOEKJAAR
1. Vennootschappen waarop vermogensmutatiemethode toegepast is (post 99211)
7
2. Andere ondernemingen (post 284)
3
60 61 63 6
3
Codes
NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET VORIGE BOEKJAAR Mutaties tijdens het boekjaar: - Ingevolge een stijging van het deelnemingspercentage - Ingevolge een daling van het deelnemingspercentage - Afschrijvingen - In resultaat genomen verschillen - Andere wijzigingen NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
01
Consolidatieverschillen
Verschillen na toepassing van de vermogensmutatiemethode 1. Positieve 2. Negatieve 3. Positieve 4. Negatieve
23.70
02 03 0 0 06
(.27)
9907
14.143
6
XI. STAAT VAN DE GECONSOLIDEERDE RESERVES (post 9910 van de passiva) Codes
Bedragen
GECONSOLIDEERDE RESERVES PER EINDE VAN HET VORIGE BOEKJAAR (+)(-) Mutaties tijdens het boekjaar: - Aandeel van de groep in het geconsolideerde resultaat (+)(-) - Andere wijzigingen (+)(-) (uit te splitsen voor de betekenisvolle bedragen die niet zijn toegewezen aan het aandeel van de groep in het geconsolideerde resultaat)
001
(.03)
002 003
7
GECONSOLIDEERDE RESERVES PER EINDE VAN HET BOEKJAAR (+)(-)
99004
(88.206)
6
6
TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING (alle bedragen in duizenden EUR)
XIII. STAAT VAN DE SCHULDEN (posten 17 en 42/48 van de passiva) A. UITSPLITSING VAN DE SCHULDEN MET EEN OORSPRONKELIJKE LOOPTIJD VAN MEER DAN EEN JAAR, NAAR GELANG HUN RESTERENDE LOOPTIJD
hoogstens één jaar (post 42)
Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet-achtergestelde obligatieleningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden . Kredietinstellingen . Overige leningen Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Overige schulden TOTAAL
Codes
0 1 2 3 6 7 0 891
XIV. RESULTATEN A. NETTO-OMZET (post 70 van de resultatenrekening)
Schulden met resterende looptijd van 1. hoogstens 2. meer dan 3. meer dan 5 jaar één jaar één jaar doch (post 42) hoogstens 5 jaar (post 17) .626
67.023
13.00 22.126
Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet-achtergestelde obligatieleningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden . Kredietinstellingen . Overige leningen Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten Overige schulden TOTAAL
66
Codes A2. Totale omzet van de groep in België (post 70 van de resultatenrekening)
Boekjaar
Vorig boekjaar
03
0.27
3.37
001 011 021 031 01
1
1
621 622
3.0
3.7
01
67.023
20.000 87.023
23.62 430.853
B. SCHULDEN (OF GEDEELTE VAN DE SCHULDEN) GEwAARBORGD DOOR ZAKELIJKE ZEKERHEDEN GESTELD OF ONHERROEPELIJK BELOOFD OP DE ACTIVA VAN DE IN DE CONSOLIDATIE OPGENOMEN ONDERNEMINGEN (begrepen in de posten 17 en 42/48 van de passiva)
hoogstens één jaar (post 42)
van goederen en de verlening van diensten in het kader van de normale bedrijfsuitoefening van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, onderling aanzienlijke verschillen te zien geven.
12.22 12.22
.626
A1. Uitsplitsing, voor het boekjaar en het vorige boekjaar, per bedrijfscategorie en per geografische markt te geven in bijlage bij het standaardformulier, voor zover deze categorieën en markten, vanuit het oogpunt van de organisatie van de verkoop
Codes
22 32 2 2 62 72 2 2 002 012 022 032 02 02 9062
Boekjaar
267.76 12.227 7.6
B. GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND (in eenheden) EN PERSONEELSKOSTEN B1. Consoliderende onderneming en integraal geconsolideerde dochterondernemingen B11. Gemiddeld personeelsbestand Arbeiders Bedienden Directiepersoneel Anderen B12. Personeelskosten (post 62 van de resultatenrekening) Bezoldigingen en sociale lasten Pensioenen B13. Gemiddeld aantal personeelsleden tewerkgesteld in België door de betrokken ondernemingen B2. Evenredig geconsolideerde dochterondernemingen B21. Gemiddeld personeelsbestand Arbeiders Bedienden Directiepersoneel Anderen B22. Personeelskosten (post 62 van de resultatenrekening) Bezoldigingen en sociale lasten Pensioenen B23. Gemiddeld aantal personeelsleden tewerkgesteld in België door de betrokken ondernemingen
002 012 022 032 02 623 62 02
267.876
67
TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
(alle bedragen in duizenden EUR)
(alle bedragen in duizenden EUR)
Codes
C. UITZONDERLIJKE RESULTATEN C1. Uitsplitsing van de ANDERE UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN (post 76/), indien het belangrijke bedragen betreft Spreiding NPV Lilo Overige uitzonderlijke opbrengsten C2. Uitsplitsing van de ANDERE UITZONDERLIJKE KOSTEN (post 66/), indien het belangrijke bedragen betreft Spreiding kosten Lilo Overige uitzonderlijke kosten
D. BELASTINGEN OP HET RESULTAAT (post 67/77) D1. Verschil tussen de aan de geconsolideerde resultatenrekening van het boekjaar en de vorige boekjaren toegerekende belastingen voor die boekjaren reeds betaalde of nog te betalen belastingen, voor en de zover dit verschil van belang is met het oog op de in de toekomst te betalen beslastingen D2. Invloed van de uitzonderlijke resultaten op de belastingen op het resultaat van het boekjaar
Boekjaar
Vorig boekjaar
1.20 23
1.20 16
26 6
26 1
XVII. Financiële betrekkingen met de bestuurders of zaakvoerders van de consoliderende onderneming
Codes
Boekjaar
A. Totaal bedrag van de toegekende bezoldigingen uit hoofde van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde vennootschappen, inclusief het bedrag van de aan de gewezen bestuurders of zaakvoerders uit dien hoofde toegekende rustpensioenen.
07
17
B. Totaal bedrag van de voorschotten en kredieten toegekend door de consoliderende onderneming, door een dochteronderneming of een geassocieerde vennootschap
0
0
0
XVIII. Afgeleide financiële instrumenten niet gewaardeerd op basis van de reële waarde De financiering van het Masterplan is onderhevig aan renterisico, dat aanvangt op het moment dat er zekerheid bestaat omtrent het effectief plaatsvinden van de financieringstransactie, de beoogde kapitaalstructuur en het tijdstip van de financiering. Daarom heeft BAM beslist tot een strategische indekking tegen een rentestijging, door middel van forward interest rate swaps voor een totaal notioneel bedrag van 2,3 miljard EUR. BAM betaalt telkens een vaste rente en ontvangt een vlottende rente, over een looptijd van 20 jaar. De swaps hebben volgende kenmerken:
6
Notioneel bedrag
Trade Date
Effective Date
Maturity Date
Fixed Rate
00.000.000 00.000.000 00.000.000 00.000.000 300.000.000
0/11/200 10/11/200 21/11/200 21/11/200 26/0/2006
2/11/200 2/11/200 2/11/200 2/11/200 2/11/200
2/11/202 2/11/202 2/11/202 2/11/202 2/11/202
,060% ,111% ,0% ,0% ,2%
6
‘Als Gouverneur wil ik voor continuïteit zorgen in dossiers van mijn voorganger, zoals het mobiliteitsvraagstuk met ondermeer de Oosterweelverbinding.’ Cathy Berx Gouverneur Provincie Antwerpen
70
71
C onsolidatie - en w aarderingsregels
Betere mobiliteit begint ook bij gezonde financiën. Consolidatieregels
Oprichtingskosten
In juli 2004 verwierf BAM alle aandelen van de Belgische vennootschap Tunnel Liefkenshoek N.V. Deze participatie wordt sindsdien volgens de integrale consolidatie methode opgenomen.
Oprichtingskosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen van het boekjaar.
Waarderingsregels
Algemeen
Algemene Regels
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde en afgeschreven.
De actiefbestanddelen worden gewaardeerd tegen hun aanschaffingswaarde of hun kostprijs en worden tegen diezelfde waarde in de balans opgenomen onder aftrek van de desbetreffende afschrijvingen. De ingebrachte elementen worden gevaloriseerd tegen de bedongen waarde van de inbrengen. Ze bevatten geen belastingen en kosten met betrekking tot de inbreng; indien ze niet volledig ten laste worden gebracht van de resultatenrekening van het boekjaar in de loop waarvan de inbreng geschiedt, worden ze opgenomen in de rubriek ‘Oprichtingskosten’. De materiële of financiële vaste activa kunnen het voorwerp uitmaken van een herwaardering wanneer de waarde van de activa, bepaald in functie van hun nut voor de onderneming, op vaststaande en duurzame wijze uitstijgt boven hun boekwaarde. De betrokken activa worden slechts geherwaardeerd in de mate waarin de aldus uitgedrukte meerwaarde wordt verantwoord door de rendabiliteit van de onderneming of van het betrokken bedrijfsonderdeel.
72
Immateriële vaste activa
De afschrijvingen worden berekend op lineaire basis en worden pro rata temporis toegepast. Indien afschrijvingen van kosten voor onderzoek en ontwikkeling en goodwill over meer dan vijf jaar worden gespreid moet dit in de toelichting worden verantwoord.
Studiekosten Studiekosten, gerelateerd aan specifieke projecten zoals onder meer constructies, grote herstellingswerken en dergelijke zullen worden opgenomen onder de rubriek van de immateriële vaste activa indien het project eveneens voorwerp uitmaakt van opname onder de rubriek van de vaste activa. De opname van de studiekosten onder de rubriek van de immateriële vaste activa zal gebeuren onder de voorwaarde dat de kostprijs van het project inclusief de studiekosten de gebruikswaarde ervan niet overstijgt.
Studiekosten opgenomen onder de rubriek van de immateriële vaste activa zullen aan een afschrijvingsritme worden onderworpen gelijk aan het afschrijvingsritme van de geactiveerde bestanddelen van het project waarop de studiekosten betrekking hebben. Algemene studiekosten welke niet aan een specifiek project zijn gerelateerd (haalbaarheidsstudies, algemeen onderzoek) zullen worden ten laste genomen van het resultaat op het moment dat de kosten zich voordoen.
Concessie-verlenging De concessie-verlenging voor de uitbating van de Liefkenshoektunnel wordt afgeschreven over de periode van de verlenging (2009-2037).
Consolidatieverschillen De positieve consolidatieverschillen, geboekt op het actief van de balans, worden afschreven tegen 20% per jaar, indien dit verantwoord wordt door de rentabiliteit of vooruitzichten van de betrokken onderneming.
Materiële vaste activa Algemeen De materiële vaste activa worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde. Op de onroerende goederen wordt geen afschrijving toegepast. De overige materiële vaste activa worden lineair afgeschreven op basis van percentages welke rekening houden met de vermoedelijke
economische levensduur van het actief bestanddeel. De raad van bestuur kan beslissen aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen toe te staan hetzij wanneer de boekhoudkundige waarde hoger is dan de gebruikswaarde voor de onderneming, hetzij wanneer overeenkomstig fiscale bepalingen terzake, versnelde afschrijvingen zouden toegelaten zijn.
Liefkenshoektunnel De tunnel wordt afgeschreven over een periode van 18 jaar (1991-2009).
Constructiewerken De constructiewerken zullen worden gewaardeerd aan de aanschaffingswaarde voor zover deze de gebruikswaarde niet te boven gaat. De aanschaffingswaarde zal alle kosten bevatten die rechtstreeks aan de constructie kunnen worden toegewezen. Kosten die slechts indirect toewijsbaar zijn aan de constructie kunnen niet worden opgenomen als bestanddeel van de aanschaffingswaarde. Interesten zullen aan de aanschaffingswaarde worden toegevoegd voor zover ze betrekking hebben op leningen die specifiek zijn aangegaan voor de financiering van de constructie en voor zover de financieringskosten betrekking hebben op de periode voorafgaande aan het moment waarop het project klaar is voor gebruik. 73
C O N S O L I D A T I E - E N wA A R D E R I N G S R E G E L S
Tijdens de constructiewerkzaamheden zullen de constructiekosten worden opgenomen onder de rubriek ‘materiele vaste activa in aanbouw’. Bij de beëindiging van de constructiewerkzaamheden zal de constructie worden overgeboekt naar de desbetreffende rubriek waarop het betrekking heeft overeenkomstig de M.A.R. Op de constructiewerken worden afschrijvingen toegepast overeenkomstig de lineaire methode en berekend pro rata temporis. Er wordt een aanvang gemaakt met de afschrijvingen van zodra de constructie klaar is voor de ingebruikname. Voor de toepassing van de afschrijvingen zal de constructie worden verdeeld in verschillende individuele toewijsbare bestanddelen. Voor ieder afzonderlijk bestanddeel zal een afschrijvingstermijn worden bepaald overeenkomstig de economische levensduurte.
Vorderingen op ten hoogste één jaar De vorderingen worden opgenomen voor hun nominale waarde (aanschaffingswaarde). Zij worden individueel gewaardeerd. Waardeverminderingen op vorderingen worden aangelegd indien blijkt dat de realisatiewaarde lager is dan de nominale waarde. De waardeverminderingen worden geboekt op grond van de informatie die, op het ogenblik dat de raad van bestuur de jaarrekening opstelt, voorhanden is. Vreemde valuta zullen gewaardeerd worden tegen de koersen op balansdatum. Verliezen en winsten worden in resultaat genomen.
Geldbeleggingen Geldbeleggingen worden op de balans gebracht voor hun nominale waarde (aanschaffingswaarde) of beurswaarde wanneer deze lager is dan de aanschaffingswaarde.
Onderhoud en herstellingen Vervanging van de verschillende bestanddelen van bestaande constructies zal worden opgenomen onder de rubriek van de materiële vaste activa. De waardering en afschrijving zal gebeuren overeenkomstig de principes van de waardering van constructiewerken.
Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden opgenomen voor hun aanschaffingswaarde. Er wordt tot waardevermindering overgegaan in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding verantwoord door de toestand, de rentabiliteit of de vooruitzichten van de vennootschap waarin de deelneming of de aandelen worden aangehouden. Op de vorderingen, inclusief de vastrentende effecten, die in de financiële vaste activa zijn opgenomen, worden waardeverminderingen toegepast, zo er voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de betaling hiervan op de vervaldag. De bijkomende kosten met betrekking tot de aanschaffing van financiële vaste activa worden ten laste genomen in de resultatenrekening van het boekjaar waarin ze werden aangegaan. Borgtochten: de borgtochten worden opgenomen voor hun aanschaffingswaarde.
7
Geldbeleggingen en schulden in USD die ontstaan zijn in het kader van de LILO transactie bij Tunnel Liefkenshoek, worden gewaardeerd tegen een vaste koers van 3 BEF/USD.
Deze herwaardering doet omrekeningsverschillen ontstaan die samengevat zijn per munteenheid.
Voorzieningen voor risico’s en kosten Voorzieningen kunnen worden geboekt voor risico’s en kosten die op balansdatum zeker of waarschijnlijk zijn en waarvoor het bedrag met redelijke zekerheid kan worden ingeschat. Inzonderheid kunnen op de balansdatum voorzieningen worden gevormd voor toekomstige herstellingswerken aan de gebouwde constructies voor zover de herstellingen hun oorsprong vinden in de periode die het boekjaar voorafgaat tengevolge van veroudering, slijtage, gebruik ed. aan de gebouwde constructies. De voorzieningen zullen worden gevormd overeenkomstig een raming van de toekomstige onderhouds- en herstellingskosten. Dagelijks onderhoud zal onmiddellijk ten laste van het resultaat worden genomen.
Schulden op langer dan één jaar en schulden op ten hoogste één jaar De schulden worden opgenomen aan de nominale waarde.
Liquide middelen Liquide middelen worden op de balans gebracht voor de nominale waarde. Vreemde valuta zullen gewaardeerd worden tegen koersen op balansdatum.
Tegoeden, rechten, schulden en andere verplichtingen in vreemde valuta Boeking bij het afsluiten van de verrichting. De rekeningen die een vordering of schuld in vreemde valuta uitdrukken, worden gevaloriseerd tegen de koers van de dag waarop de verrichting plaatsheeft. Indien de koersschommeling echter geen invloed heeft op het verloop van de verrichting, zal een standaardkoers kunnen worden gekozen of een gemiddelde koers die periodiek wordt bepaald. Schatting op het einde van het boekjaar. Op het einde van het boekjaar worden deze rekeningen gevaloriseerd conform het advies van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (bulletin nr. 20 van december 17, secties VII A en B). De monetaire activa- en passivaposten evenals de rechten en verplichtingen worden gewaardeerd tegen de slotkoers van het boekjaar.
Vreemde valuta zullen gewaardeerd worden tegen de koersen of balansdatum. Verliezen en winsten worden in resultaat genomen.
Belastingen De fiscale last van het boekjaar wordt bepaald op de afsluitingsdatum in functie van de geraamde belastingen en dit rekening houdend met de gedane voorafbetalingen en de verrekenbare voorheffingen.
Belastinglatenties Latente belastingen worden slechts onderkend voor zover mag worden aangenomen dat daaruit voor één van de geconsolideerde ondernemingen in de afzienbare toekomst inderdaad kosten zullen voortvloeien. Daarbij wordt de latente belastingskost berekend op basis van de aanslagvoet in de vennootschapsbelasting van het betreffende boekjaar.
de rekeningen van de geconsolideerde vennootschappen zonder kenmerkende herwerkingen voorgesteld worden.
Afsluitingsdatum De geconsolideerde rekeningen worden per 31 december vastgelegd, datum van afsluiting van de moedermaatschappij.
Overzicht van de afschrijvingspercentages zoals toegepast vanaf de jaarrekening per 31 december 2007 I
Oprichtingskosten
II
Immateriële vaste activa Studiekosten Masterplan Software Concessie Liefkenshoektunnel
100%
(1)
20% (2)
III Materiële vaste activa A. Gebouwen Tunnel en gebouwen Liefkenshoek ,%(3) B. Installaties, machines en uitrusting 20%(3) C. Meubilair en rollend materieel Meubilair 20% Computers en toebehoren 33,33% Rollend Materieel 20% D. Leasing en soortgelijke rechten NVT E. Overige materiële vaste activa Inrichting gehuurde gebouwen 11 %() F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen NVT (1) Studiekosten worden afgeschreven aan hetzelfde ritme als de onderliggende activa waarop ze betrekking hebben (2) Concessie voor de nieuwe periode van 2002037 zal worden afgeschreven over de looptijd van de concessie (3) De afschrijvingspercentages voor de door BAM gerealiseerde infrastructuur en gerelateerde activa worden later vastgelegd. () Afschrijving over de periode van het huurcontract ( jaar vanaf 2003)
Herwerkingen en weglatingen Door binnen de groep eenvormige waarderingsmethodes toe te passen, kunnen 7
V E R S L A G VA N D E C O M M I S S A R I S
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering der aandeelhouders van de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel NV van publiek recht over de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31.12.2007 Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermeldingen.
Verklaring zonder voorbehoud over de geconsolideerde jaarrekening, met een toelichtende paragraaf Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel NV van publiek recht en haar dochterondernemingen (samen “de Groep”) over het boekjaar afgesloten op 31 december 2007, opgesteld overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van € 1.203.1.13,3 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar, deel van de Groep, van € 596.379,10.
Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur voor het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of het maken van fouten bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
de Groep de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel.
Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen.
Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De keuze van deze controlewerkzaamheden hangt af van onze beoordeling alsook van onze inschatting van het risico dat de geconsolideerde jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of het maken van fouten.
Oordeel
Het geconsolideerd jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen worden geconfronteerd, alsook van hun positie, hun voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op hun toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de Groep met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen, maar niet om een oordeel te geven over de effectiviteit van de interne controle van de Groep.
Verantwoordelijkheid van de commissaris Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren.
76
Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels en consolidatiegrondslagen, de redelijkheid van de betekenisvolle boekhoudkundige schattingen gemaakt door de Groep, alsook de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening, als geheel beoordeeld. Ten slotte, hebben wij van de raad van bestuur en van de verantwoordelijken van
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2007 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de Groep, overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel. Niettegenstaande de groep verliezen heeft geleden die resulteren in negatieve geconsolideerde reserves, is de geconsolideerde jaarrekening opgesteld in de veronderstelling van verderzetten van de activiteiten van de consoliderende vennootschap. Zonder de hierboven vermelde verklaring zonder voorbehoud in het gedrang te brengen vestigen wij uw aandacht op het jaarverslag, waarin de Raad van Bestuur, de toepassing van de waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit verantwoordt.
Antwerpen, 2 april 200 Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA Commissaris Vertegenwoordigd door
Bijkomende vermeldingen en inlichtingen Het opstellen en de inhoud van het geconsolideerd jaarverslag vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Ronald Van den Ecker Vennoot 77
Balans na winstverdeling (vervolg)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
606.313 6.3 22.23 (123.300)
3.773 2.3 61.300 (32.6)
Wettelijke reserve Onbeschikbare reserves Voor eigen aandelen Andere Belastingvrije reserves Beschikbare reserves Overgedragen winst (verlies) (+)/(-) Kapitaalsubsidies Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief
10/1 10 100 101 11 12 13 130 131 1310 1311 132 133 1 1 1
(.322) .700
(.762) .700
VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN Voorzieningen voor risico’s en kosten Pensioenen en soortgelijke verplichtingen Belastingen Grote herstellings- en onderhoudswerken Overige risico’s en kosten Uitgestelde belastingen
16 160/ 160 161 162 163/ 16
SCHULDEN Schulden op meer dan één jaar
17/ 17 170/4 170 171 172 173 17 17 170 171 176 17/ 2/ 2 43 30/ 3 0/ 1 6 0/3 / 7/ 2/3 10/49
07.07 3.227 192.227
33.66 3.672 192.172
12.227
12.172
163.000 23.6 13.00
166.00 1. 10.000
.3 .3
.0 .0
2 1 1
13 1 12
2.162 1.013.386
1.026 832.469
E N K E L V O U D I G E B A L A N S , R E S U L TAT E N R E K E N I N G E N S O C I A L E B A L A N S (alle bedragen in duizenden EUR)
Balans na winstverdeling
Activa VASTE ACTIVA Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Leasing en soortgelijk rechten Overige materiële vaste activa Activa in aanbouw en vooruitbetalingen Financiële vaste activa Verbonden ondernemingen Deelnemingen Vorderingen Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat Deelnemingen Vorderingen Andere financiële vaste activa Aandelen Vorderingen en borgtochten in contanten VLO TTENDE ACTIVA Vorderingen op meer dan één jaar Handelsvorderingen Overige vorderingen Voorraden en bestellingen in uitvoering Voorraden Grond- en hulpstoffen Goederen in bewerking Gereed product Handelsgoederen Onroerende goederen bestemd voor verkoop Vooruitbetalingen Bestellingen in uitvoering Vorderingen op ten hoogste één jaar Handelsvorderingen Overige vorderingen Geldbeleggingen Eigen aandelen Overige beleggingen Liquide middelen Overlopende rekeningen Totaal der activa
7
Passiva EIGEN VERMOGEN (+)/(-) Kapitaal
Codes
20/2 20 21 22/27 22 23 2 2 26 27 2 20/1 20 21 22/3 22 23 284/8 2 2/ 2/ 2 20 21 3 30/36 30/31 32 33 3 3 36 37 0/1 0 1 0/3 0 1/3 / 0/1 20/58
Boekjaar
Vorig boekjaar
.10
2.27
122.6 100.23 .27
10.3 .03 .32
27
21
73 .6 236.0 236.0 .00 16.2
77 2.23 23.62 23.6 .00 1.
4 0
4 0 3
.206
30.11
2. 1 2.7 360.666
2.32 6 2.31 13.
360.666 7.10 103.2 1.013.386
13. 17.0 .2 832.469
Geplaatst kapitaal Niet-opgevraagd kapitaal Uitgiftepremies Herwaarderingsmeerwaarden Reserves
Financiële schulden Achtergestelde leningen Niet-achtergestelde obligatieleningen Leasingschulden en soortgelijke schulden Kredietinstellingen Overige leningen Handelsschulden Leveranciers Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Overige schulden Schulden op ten hoogste één jaar Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen Financiële schulden Kredietinstellingen Overige leningen Handelsschulden Leveranciers Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Schulden mbt belastingen, bezoldigingen en sociale lasten Belastingen Bezoldigingen en sociale lasten Overige schulden Overlopende rekeningen Totaal der passiva
7
E N K E L V O U D I G E B A L A N S , R E S U L TAT E N R E K E N I N G E N S O C I A L E B A L A N S (alle bedragen in duizenden EUR)
Resultatenrekening
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
Bedrijfsopbrengsten Omzet Voorraad goederen in bewerking en gereed product en in de bestellingen in uitvoering: toename (afname) (+)/(-) Geproduceerde vaste activa Andere bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten (+)/(-) Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Aankopen Voorraad: afname (toename) (+)/(-) Diensten en diverse goederen Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (+)/(-) Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen: toevoegingen (terugnemingen) (+)/(-) Voorzieningen voor risico’s en kosten: toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) (+)/(-) Andere bedrijfskosten Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (-) Bedrijfswinst (bedrijfsverlies) (+)/(-) Financiële opbrengsten Opbrengsten uit financiële vaste activa Opbrengsten uit vlottende activa Andere financiële opbrengsten Financiële kosten (+)/(-) Kosten van schulden Waardeverminderingen op vlottende activa anders dan voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen: toevoegingen (terugnemingen) (+)/(-) Andere financiële kosten (+)/(-) Winst (Verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting (+)/(-) Uitzonderlijke opbrengsten Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa Andere uitzonderlijke opbrengsten
70/7 70
0
0
71 72 7 60/6 60 600/ 60 61 62 630
10.671
0 12.3
7. 2.0
10.7 1.3
592
2.858
631/ 63/7 60/ 6 01 7 750 71 752/9 6 60
61 652/9 02 76 760 761 762 763 76/
1
(2.77)
(10.7) 22.1 9.651 12.0 1 1.12 1.12
(12.310) 17.031 9.782 7.2
4 (2.60)
6 (.37)
1.11 1.112
Resultatenrekening (vervolg)
Uitzonderlijke kosten (+)/(-) Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtings kosten, op immateriële en materiële vaste activa Waardeverminderingen op financiële vaste activa Voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten: toevoegingen (bestedingen) (+)/(-) Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa Andere uitzonderlijke kosten Als herstructureringskosten geactiveerde uitzonderlijke kosten (-) Winst (Verlies) van het boekjaar vóór belasting (+)/(-) Onttrekking aan de uitgestelde belastingen Overboeking naar de uitgestelde belastingen Belastingen op het resultaat (+)/(-) Belastingen Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen (+)/(-) Winst (Verlies) van het boekjaar (+)/(-) Onttrekking aan de belastingvrije reserves Overboeking naar de belastingvrije reserves Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar) (+)/(-)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
66 660 661 662 663 66/ 66 03 70 60 67/77 670/3 77 0 7 6 0
(2.60)
(.37)
(2.60)
(.37)
(2.60)
(.37)
Resultaatverwerking
Codes
Boekjaar
Te bestemmen winst (verlies) (+)/(-) Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar (+)/(-) Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar (+)/(-) Onttrekking aan het eigen vermogen aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies aan de reserves Toevoeging aan het eigen vermogen aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies aan de wettelijke reserve aan de overige reserves Overgedragen winst (verlies) (+)/(-) Tussenkomst van de vennoten in het verlies Uit te keren winst Vergoeding van het kapitaal Bestuurders of zaakvoerders Andere rechthebbenden
06 (0) 1P 71/2 71 72 61/2 61 620 621 (1) 7 6/6 6 6 66
(.322) (2.60) (.762)
(.762) (.37) (6.36)
(.322)
(.762)
Vorig boekjaar
1
‘De Oosterweelverbinding is van cruciaal belang om de bereikbaarheid van onze haven ook in de toekomst te garanderen.’ Antwerpse Havengemeenschap
82
83
E N K E L V O U D I G E B A L A N S , R E S U L TAT E N R E K E N I N G E N S O C I A L E B A L A N S (alle bedragen in duizenden EUR)
Sociale balans
Codes
1.Voltijds
2. Deeltijds
Nummers van de paritaire comités die voor de onderneming bevoegd zijn: 21
STAAT VAN TEWERKGESTELDE PERSONEN WERKNEMERS INGESCHREVEN IN HET PERSONEELSREGISTER Tijdens het boekjaar en het vorige boekjaar Gemiddeld aantal werknemers Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Personeelskosten (+)/(-) Bedrag van de voordelen bovenop het loon
3P. Totaal (T) of totaal in voltijdse equivalenten (VTE) (Vorig boekjaar)
Sociale balans (vervolg)
Codes
1. Uitzendkrachten
2. Ter beschikking van de onderneming gestelde personen
UITZENDKRACHTEN EN TER BESCHIKKING VAN DE ONDERNEMING GESTELDE PERSONEN Tijdens het boekjaar 100 101 102 103
16,0 27.67
1,0 1.
16, 2.271
1, 2.3
xxxxxx
xxxxxx
2.0
1.3
Codes
Op de afsluitingsdatum van het boekjaar Aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst Volgens het geslacht Mannen Vrouwen Volgens de beroepscategorie Directiepersoneel Bedienden Arbeiders Andere
3. Totaal (T) of totaal in voltijdse equivalenten (VTE) (Boekjaar)
1.Voltijds
2. Deeltijds
3. Totaal in voltijdse equivalenten
10
1
1
1,
110 111 112 113
1
1
1,
120 121
12 6
130 13 132 133
1
1
1
Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Kosten voor de onderneming
12,0 6,
1,
10 11 12
Codes
TABEL VAN HET PERSONEELSVERLOOP TIJDENS HET BOEKJAAR INGETREDEN Aantal werknemers die tijdens het boekjaar in het personeelsregister werden ingeschreven Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs Vrouwen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs
1.Voltijds
2. Deeltijds
3. Totaal in voltijdse equivalenten
20
6
6,0
210 211 212 213
6
6,0
1 3
1,0 3,0
2
2,0
220 221 222 223 230 231 232 233
E N K E L V O U D I G E B A L A N S , R E S U L TAT E N R E K E N I N G E N S O C I A L E B A L A N S (alle bedragen in duizenden EUR)
Sociale balans (vervolg)
TABEL VAN HET PERSONEELSVERLOOP TIJDENS HET BOEKJAAR UITGETREDEN Aantal werknemers met een in het personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde het boekjaar een einde nam Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs Vrouwen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst Pensioen Brugpensioen Afdanking Andere reden Waarvan het aantal werknemers dat als zelfstandige ten minste op halftijdse basis diensten blijft verlenen aan de onderneming
Codes
1.Voltijds
2. Deeltijds
3. Totaal in voltijdse equivalenten
30
3
3,0
310 311 312 313
3
3,0
320 321 322 323 330 331 332 333 30 31 32 33
30
2
2,0
1
1,0
3
3,0
Sociale balans (vervolg)
STAAT OVER HET GEBRUIK VAN DE MAATREGELEN TEN GUNSTE VAN DE WERKGELEGENHEID TIJDENS HET BOEKJAAR MAATREGELEN TEN GUNSTE VAN DE WERKGELEGENHEID Maatregelen met een financieel voordeel* Voordeelbanenplan (ter aanmoediging van de indienstneming van werkzoekenden die tot risicogroepen behoren) Conventioneel halftijds brugpensioen Volledige loopbaanonderbreking Vermindering van de arbeidsprestaties (deeltijdse loopbaanonderbreking) Sociale Maribel Structurele vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen Doorstromingsprogramma’s Dienstenbanen Overeenkomst werk-opleiding Leerovereenkomst Startbaanovereenkomst Andere maatregelen Stage der jongeren Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd Conventioneel brugpensioen Vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen Aantal werknemers betrokken bij één of meerdere maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid Maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid Maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid
Codes
1.Voltijds
2. Deeltijds
3. Totaal in voltijdse equivalenten
1 11 12 13 1 16 17 1 03 0 1
22
21,
6
02 0 06 07
0 0P
22 1
21, 1,
*Financieel voordeel voor de werkgever met betrekking tot de titularis of diens plaatsvervanger.
6
7
E N K E L V O U D I G E B A L A N S , R E S U L TAT E N R E K E N I N G E N S O C I A L E B A L A N S (alle bedragen in duizenden EUR)
Sociale balans (vervolg)
INLICHTINGEN OVER DE OPLEIDINGEN VOOR DE WERKNEMERS TIJDENS HET BOEKJAAR Totaal van de opleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers Aantal gevolgde opleidingsuren Kosten voor de onderneming INLICHTINGEN OVER DE ACTIVITEITEN VAN VORMING, BEGELEIDING OF MENTORSCHAP DOOR DE WERKNEMERS GEGEVEN IN TOEPASSING VAN DE WET VAN SEPTEMBER 2001 TOT DE VERBETERING VAN DE WERKGELEGENHEIDSGRAAD VAN DE WERKNEMERS Activiteiten van vorming, begeleiding of mentorschap Aantal werknemers welke deze activiteiten uitoefenden Aantal uren besteed aan deze activiteiten Aantal werknemers welke deze activiteiten volgden
Codes
01 02 03
0 0 06
Mannen
1 16
Codes
11 12 13
Vrouwen
2 20 1
1 1 16
C orporate G overnance
Mobieler achter het stuur dankzij een goed bestuur. Statuut, kapitaal en aandeelhouderschap
Raad van Bestuur
De N.V. van publiek recht Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) werd opgericht op 8 augustus 2003. BAM is een publiekrechtelijke rechtspersoon, opgericht onder de voorwaarden bepaald in het decreet van 13 december 2002. Voor al wat niet uitdrukkelijk anders is geregeld in het decreet, is de vennootschap onderworpen aan de bepalingen van het wetboek van vennootschappen die van toepassing zijn op de naamloze vennootschappen. De vennootschap is niet onderworpen aan de wetgeving inzake het gerechtelijk akkoord en het faillissement.
Overeenkomstig de statuten bestaat de Raad van Bestuur uit minimum vijf en ten hoogste negen leden (bestuurders), al dan niet aandeelhouders, waaronder een voorzitter en een ondervoorzitter. Het aantal bestuurders is steeds onpaar
Samenstelling
De regeringscommissarissen, de Commissaris-Generaal voor het Masterplan Antwerpen en de algemeen manager zijn gerechtigd om met raadgevende stem deel te nemen aan de vergaderingen van de Raad van Bestuur.
Leden van de Raad van Bestuur Het maatschappelijk kapitaal van BAM bedraagt EUR 822.235 miljoen, vertegenwoordigd door 822.235 aandelen zonder nominale waarde. Aan alle aandelen zijn dezelfde rechten en verplichtingen verbonden. Het kapitaal is volstort ten belope van EUR 698.935 miljoen. 822.234 aandelen zijn in handen van het Vlaamse Gewest en 1 aandeel wordt aangehouden door de N.V. ParticipatieMaatschappij Vlaanderen. Alle aandelen zijn op naam.
Fernand Desmyter, voorzitter Secretaris-Generaal Departement Leefmilieu en Infrastructuur van het Vlaamse Gewest. De heer Desmyter (°1948) studeerde af aan de KUL als burgerlijk bouwkundig ingenieur. David Van Herreweghe, ondervoorzitter Kabinetschef van de Vlaamse Minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke Ordening. De heer Van Herreweghe (°1967) studeerde handelsen financiële wetenschappen aan de EHSAL.
Guy Braeckman, bestuurder Directeur-Generaal Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten.De heer Braeckman (°1948) studeerde af als burgerlijk ingenieur aan de RUG en behaalde zijn licentiaatsdiploma bestuurskunde en overheidsmanagement, en vastgoedkunde aan de KUL.
Ingrid Lieten, bestuurder Directeur-Generaal Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn. Mevr. Lieten (°1964) studeerde rechten aan de VUB met als specialisatie bedrijfsrecht/ fiscaal recht. Ze behaalde een Master in Industrial Location and Development aan de VUB en behaalde diploma’s van Overheidsmanagement en Bestuurskunde.
Leo Clinckers, bestuurder Administrateur-Generaal NV Zeekanaal. De heer Clinckers (°1949) behaalde zijn diploma burgerlijk bouwkundig ingenieur aan de RUG.
Sofie Luyten, bestuurder (tot 25 mei 2007) Ingenieur Natuurlijke Rijkdommen en Energie bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Mevr. Luyten (°1973) is bio-ingenieur in de Milieutechnologie (KUL) en behaalde een Master in Environmental Management aan de Universiteit van Amsterdam. Mevrouw Luyten werd op de gewone algemene vergadering van 25 mei 2007 vervangen door de heer Bart Van Camp.
Gabriël De Buysscher, bestuurder Hoofd toezicht werken openbaar domein van de Stad Antwerpen. De heer De Buysscher (°1949) behaalde zijn diploma bio-ingenieur, specialisatie waters en bossen, aan de KUL. Wivina Demeester, bestuurder Voorzitter task force Westerschelde. Tijdens de voorbije legislatuur was mevrouw Demeester (°1943). Vlaams volksvertegenwoordiger en Voorzitter van de Commissie openbare werken, mobiliteit en energie. Zij studeerde landbouwkundig ingenieur aan de universiteit van Gent.
Bart Van Camp, bestuurder (vanaf 25 mei 2007) Inhoudelijke Coördinator bij de Nieuwe-Vlaamse Alliantie. De heer Bart Van Camp (1971) studeerde geschiedenis aan de universiteit van Gent en startte zijn verkeerskundige loopbaan bij de Vlaamse Stichting Verkeerskunde.
Greta Bernaers, bestuurder Directeur Gemeentelijk Autonoom Havenbedrijf Antwerpen. Mevr. Bernaers (°1957) studeerde af aan de KUL als burgerlijk bouwkundig ingenieur, en studeerde bedrijfseconomie aan UFSIA en maritieme wetenschappen (UFSIA-RUCA). 90
91
C orporate G overnance
Belangenconflicten artikel 523 Wetboek Vennootschappen De Raad van Bestuur kan, buiten de toepassing van de wettelijke regeling over een belangenconflict, steeds zelf oordelen op basis van zuiver deontologische – maar niet juridische – gronden, wanneer zij het gepast vindt dat een bestuurder al dan niet deelneemt of aanwezig is op de beraadslaging van een bepaald agendapunt. Daarbuiten dient uiteraard iedere bestuurder bij elk agenda-punt en bij elke verrichting heel nauwgezet te beoordelen of de belangenconflictenregeling zoals bepaald in artikel 523 W. Venn. van toepassing is. Bij de start van elke vergadering van de Raad van Bestuur wordt, ingevolge deze belangenconflictenregelingen, aan de leden van de Raad van Bestuur gevraagd of zij een strijdig belang hebben.
Comités Remuneratie- en benoemingscomité Het remuneratie- en benoemingscomité bestaat sedert 19 december 2003. Het remuneratiecomité heeft als opdracht de Raad van Bestuur te adviseren bij het bepalen van de krachtlijnen van het bezoldigingsbeleid van de vennootschap. Het benoemingscomité kan aan de Algemene Vergadering voorstellen formuleren voor de benoeming of de vernieuwing van het mandaat van bestuurder. Het remuneratie- en benoemingscomité is als volgt samengesteld: Fernand Desmyter (Voorzitter), David Van Herreweghe, Greta Bernaers en Jan Van Rensbergen (waarnemer).
Auditcomité Het auditcomité bestaat sedert 19 december 2003 en is samengesteld uit drie leden van de Raad van Bestuur: David Van Herreweghe (Voorzitter), Gabriël De Buysscher en Leo Clinckers. De commissaris (Ernst & Young, vertegenwoordigd door Ronald Van den Ecker) en de manager financiële zaken (Ivan Costermans) maken als waarnemers deel uit van dit comité. Tijdens haar eerste vergadering op 8 november 2004 heeft dit comité een ‘audit charter’ aangenomen waarin haar taken en bevoegdheden zijn gedefinieerd. Zo houdt het auditcomité toezicht op de juistheid en oprechtheid van de jaarrekening van BAM en de kwaliteit van de procedures voor de opstelling ervan. Anderzijds vergewist het auditcomité zich ervan dat de risico’s die BAM neemt 92
bij de uitoefening van zijn activiteiten, adequaat gecontroleerd worden via betrouwbare en efficiënte procedures.
Management Algemeen Manager: dagelijks bestuur De Algemeen Manager is in eerste instantie aan te merken als het orgaan van dagelijks bestuur in de zin van artikel 525 van het Wetboek van Vennootschappen. De BAM statuten bepalen in dat opzicht immers dat het dagelijks bestuur van BAM en de ver¬tegenwoordiging van BAM wat dat bestuur aan¬gaat, in overeenstemming met artikel 525 van het Wetboek van Vennootschappen opgedragen worden aan een natuurlijke persoon, niet-bestuurder, “Algemeen Manager” genaamd. De Algemeen Manager wordt op voordracht van de Raad van Bestuur benoemd door de algemene vergadering. De algemene vergadering heeft, op voorstel van de Raad van Bestuur, op 23 februari 2006 de heer Jan Van Rensbergen als algemeen manager van de Vennootschap benoemd.
7.4.2 Managementcomité Het Managementcomité is geen directiecomité in de zin van artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen. Het Managementcomité is met andere woorden geen orgaan met autonome, door de wet toegekende bevoegdheden, maar in tegendeel een door de BAM statuten voorzien comité, dat – evenals zijn individuele leden – alleen kan handelen op basis van een (statutair uitdrukkelijk voorziene) bijzondere machtiging vanwege de Raad van Bestuur. Het Managementcomité vergadert in beginsel om de twee weken. Het Managementcomité is als volgt samengesteld: Jan Van Rensbergen, Algemeen Manager en Voorzitter van het Managementcomité Jan Van Rensbergen (°1959) was AdministrateurGeneraal van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis in Geel en veranderingsmanager voor het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid. Daarvoor leidde hij in de Vlaamse Instelling van technologisch onderzoek (VITO) het onderzoek inzake energie en milieu en bouwde er het expertisecentrum voor remote sensing en milieumodellering uit. Hij is burgerlijk bouwkundig ingenieur van opleiding (RUG) en volgde een bijkomende managementopleiding aan de Vlerick Leuven-Gent Management School.
Ivan Costermans, Manager Financiële Zaken Ivan Costermans (°1972) begon zijn carrière in 1993 als auditmedewerker bij Deloitte & Touche bedrijfsrevisoren. Hij legde zich vooral toe op cliënteel in de financiële sector en stond enkele jaren later mee aan de wieg van de Treasury & Capital Markets afdeling van Deloitte in België, waar hij zich specialiseerde in alternatieve financiering en effectiseringstransacties. Hij studeerde Toegepaste Economische Wetenschappen aan UFSIA te Antwerpen. Leo Van der Vliet, Manager Bestuurlijke Zaken Voor Leo Van der Vliet (°1955) in september 2003 van start ging als Manager Bestuurlijke Zaken bij BAM werkte hij als Business Unit Manager, verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening en vergunningen bij het internationale consulting en engineering bureau Arcadis Gedas. Hij studeerde geschiedenis (RUG) en stedenbouw, ruimtelijke ordening en ontwikkeling (RUG) en behaalde een licentiaatstitel management aan de Vlerick Leuven Gent Management School. Manager Operationele Zaken De selectieprocedure voor de aanstelling van een Manager Operationele Zaken is momenteel lopende.
Controle op de vennootschap Commissaris De commissaris is: Ernst & Young Joe Englishstraat 52 2140 Borgerhout (Antwerpen) vertegenwoordigd door Ronald Van den Ecker.
Rekenhof Het Rekenhof auditeert de voortgangsrapportages die BAM periodiek brengt in de Commissie Openbare Werken van het Vlaams Parlement in het kader van de controle op grote infrastructuurwerken.
Regeringscommissarissen De vennootschap is onderworpen aan een administratief toezicht zoals bepaald in het decreet. Dit toezicht wordt uitgeoefend door twee regeringscommissarissen.
Deontologische code Een deontologische code werd opgesteld door het auditcomité en goedgekeurd door de raad van bestuur. De code werd door de werknemers van BAM ondertekend als engagement tot naleving ervan. Ze geldt tevens als algemene richtlijn voor de bestuurders, de regeringscommissarissen en de commissaris-generaal.
93
‘Als je moet bouwen, maak dan dat je trots kan zijn op wat je neerzet.’ Maatschappelijke zetel BAM NV van publiek recht Rijnkaai 37 B-2000 Antwerpen 0860.139.085 RPR Antwerpen Dit jaarverslag kan geraadpleegd worden via de BAM corporate website www.bamnv.be. This Annual Report is also available in English. It can be downloaded from the BAM corporate website www.bamnv.be. The English version is a freetranslation. In the event of differences, the Dutch text of the Annual Report is legally binding. Verantwoordelijke uitgever BAM NV van publiek recht Jan Van Rensbergen Rijnkaai 37, B-2000 Antwerpen T +32 3 203 00 30 F +32 3 203 00 31
[email protected] Fotografie: Frank Toussaint
bOb Van Reeth Architect
‘Fameuze discussies toen, maar “famous” morgen. Jullie gaan allemaal applaudiseren als de brug er staat.’ Camille Paulus Ere-gouverneur Provincie Antwerpen
Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel Rijnkaai 37, B-2000 Antwerpen T +32 3 203 00 30 F +32 3 203 00 31
[email protected] www.bamnv.be